«JOR» haar heeft voldaan, terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van terugbetaling.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "«JOR» haar heeft voldaan, terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van terugbetaling."

Transcriptie

1 haar heeft voldaan, terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van terugbetaling. 5. De beslissing Het hof, recht doende in hoger beroep: vernietigt de vonnissen van de rechtbank Arnhem van 8 december 2010 en 18 mei 2011 en doet opnieuw recht; wijst de vorderingen van Allianz af; veroordeelt Allianz om al hetgeen De Witte ter uitvoering van de vernietigde vonnissen aan Allianz heeft voldaan aan De Witte terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van betaling tot de dag van terugbetaling; veroordeelt Allianz in de kosten van beide instanties (...; red.); veroordeelt Allianz in de nakosten (...; red.); verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad. NOOT Noot mr. Y. Borrius onder 2013/. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zp Leeuwarden 19 februari 2013, zaaknr /01, LJN BZ1746 (mr. Janse, mr. Van Rijssen, mr. Tubben) Noot mr. Y. Borrius, tevens behorend bij 2013/163 Verjaring vordering van schuldeiser uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid niet gestuit door enig handelen van curator. Vordering gebaseerd op niet-nakoming van een hulpverleningsovereenkomst. Curator is niet-ontvankelijk in strafzaak. Deze vordering is niet door de curator in een latere civiele procedure ingesteld. [BW art. 2:138, 2:300a, 3:316 lid 2; Fw art. 68 lid 1] Het betoog van schuldeiser Weerwag dat, uitgaande van aanvang van de verjaringstermijn per 30 maart 2004, de verjaring is gestuit door de voeging in de strafzaak en de zijdens de curator aangevangen civiele procedure faalt. Wat de strafzaak betreft, staat vast dat de curator door het hof Arnhem bij arrest van 13 juli 2007 niet-ontvankelijk is verklaard in zijn vordering. In de stukken wordt gesproken over een ingestelde cassatie, echter zonder dat wordt gemeld hoe die is afgelopen. Hoe dan ook mocht van Weerwag worden verwacht dat hij gelet op het bepaalde in art. 3:316 lid 2 BW zijn beroep op stuiting in zoverre nader zou hebben onderbouwd. Nu hij dat heeft nagelaten kan niet worden aangenomen dat de verjaring door de voeging, wat daar overigens van zij, is gestuit. Ten aanzien van de door de curator aangevangen civiele zaak overweegt het hof als volgt. De door de curator in die procedure jegens bestuurder Van Biemen ingestelde vordering strekte tot vergoeding van het gehele boedeldeficit. Blijkens de van die procedure overgelegde stukken werd deze vordering zowel gebaseerd op onbehoorlijk bestuur door Van Biemen (art. 2:300a jo. art. 2:138 BW) als op een door Van Biemen gepleegde onrechtmatige daad, hieruit bestaande dat hij gebruik heeft gemaakt van een door een medebestuurder vervalste machtiging en daarmee gelden aan De Knip (de gefailleerde stichting) heeft onttrokken om daarmee zichzelf en bepaalde schuldeisers te bevoor- 1700

2 delen. De curator trad in bedoelde procedure derhalve op ten behoeve van de boedel respectievelijk de gezamenlijkheid van de schuldeisers in het faillissement. De onderhavige door Weerwag ingestelde vordering maakt geen deel uit van de vordering van de curator. De vordering van Weerwag heeft als feitelijke grondslag dat De Knip de overeenkomst met Weerwag niet (correct) is nagekomen en dat De Knip geen verhaal biedt voor de dientengevolge door Weerwag geleden schade. Hiervoor acht Weerwag Van Biemen aansprakelijk. De onderhavige vordering van Weerwag op Van Biemen is door de curator niet ingesteld. De door de curator ingestelde vordering heeft de verjaring dan ook niet gestuit. De grief faalt. F.T. Weerwag te Dronten, appellant, advocaat: mr. A. Stoel, tegen A. van Biemen te Lelystad, geïntimeerde, advocaat: mr. H. Hulshof. (...; red.) De feiten 1. De door de rechtbank onder 2.1 tot en met 2.12 weergegeven feiten zijn tussen partijen niet in geschil. Deze feiten komen, voor zover in dit hoger beroep nog van belang, neer op het volgende Op 31 maart 1998 heeft Weerwag met de Stichting voor Vrijwillig Budgetbeheer en Rechtsbeschermingsmaatregelen Flevoland (hierna: VBB) een hulpverleningsovereenkomst gesloten. Van Biemen en Kingma zijn bestuursleden geweest van VBB Bij brief van 2 september 1998 schrijft Weerwag aan VBB t.a.v. de heer Van Biemen als volgt: Bij deze deel ik u mede, dat ik met onmiddellijke ingang de overeenkomst met u en/of uw onderneming opzeg. (...) 1.3. Bij vonnis van 4 oktober 2000 is Stichting De Knip, de rechtsopvolgster van VBB, in staat van faillissement verklaard Weerwag heeft in maart 2001 bij de curator een vordering van ƒ 8.980,64 ingediend. De curator heeft de vordering op de lijst van voorlopig erkende schuldeisers geplaatst Bij brief van de advocaat van Weerwag van 30 maart 2004 is Van Biemen aansprakelijk gesteld uit hoofde van wanprestatie en/of onrechtmatige daad jegens Weerwag voor een bedrag van 4.075,24 (= ƒ 8.980,64). Het geschil en de beslissing in eerste aanleg 2. Weerwag heeft Van Biemen en Kingma gedagvaard voor de rechtbank te Zwolle-Lelystad en gevorderd hoofdelijke veroordeling van Van Biemen en Kingma tot betaling van 4.075,24, vermeerderd met rente en kosten Volgens Weerwag is De Knip de onder 1.1. genoemde hulpverleningsovereenkomst niet nagekomen en zijn als gevolg daarvan zijn schulden met genoemd bedrag van 4.075,24 toegenomen. Hij houdt Van Biemen en Kingma daarvoor aansprakelijk. Daartoe heeft hij zich aanvankelijk gebaseerd op zowel wanprestatie als onrechtmatige daad als onbehoorlijk bestuur (artikel 2:300a jo. 2:138 BW). Ter comparitie van 20 april 2011 heeft hij wanprestatie als grondslag van de vordering ingetrokken. Van Biemen en Kingma hebben verweer gevoerd De rechtbank heeft in het bestreden vonnis geoordeeld dat voor zover de vordering is gebaseerd op onbehoorlijk bestuur (artikel 2:300a jo. 2:138 BW) de vordering faalt omdat alleen de curator bevoegd is een zodanige vordering in te stellen. Voor zover de vordering is gebaseerd op bestuurdersaansprakelijkheid uit hoofde van artikel 6:162 BW heeft de rechtbank geoordeeld dat deze vordering is verjaard. Daartoe heeft de rechtbank overwogen: In gevolge artikel 3:310 BW verjaart een rechtsvordering tot vergoeding van schade door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden. Voor zover de schade op 2 september 1998 nog niet vaststond, stond die schade blijkens de aansprakelijkstelling in ieder geval op 30 maart 2004 wel vast. Sinds die datum tot aan de datum dagvaarding zijn meer dan 5 jaar verstreken. Weerwag heeft niet gesteld dat hij tussen 30 maart 2004 en 26 oktober 2010 de verjaring heeft gestuit. (...). Nu sinds 30 maart 2004 meer dan vijf jaar zijn verstreken is de vordering verjaard De rechtbank heeft de vordering afgewezen en Weerwag veroordeeld in de proceskosten. 1701

3 Bespreking van de grieven 3. Het onderhavige appel is uitsluitend tegen Van Biemen ingesteld, zodat de afwijzing van de vordering tegen Kingma buiten het bestek valt van dit hoger beroep. 4. Grief I houdt kort gezegd in dat de rechtbank ten onrechte het beroep op verjaring heeft gehonoreerd. Weerwag voert daartoe aan dat de rechtbank heeft overwogen dat de schade in ieder geval op 30 maart 2004 vast stond zodat deze datum als aanvangsdatum voor de vijfjaarstermijn geldt. Sinds die datum tot aan de dagvaarding (26 oktober 2010) zijn weliswaar meer dan vijf jaar verstreken, doch in die periode is de verjaring gestuit doordat (i) de curator zich (in 2004) heeft gevoegd in de strafzaak tegen Van Biemen en (ii) de curator eind 2007 een procedure uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid is aangevangen tegen (onder meer) Van Biemen. Tussen deze laatste stuitingshandeling en het uitbrengen van de inleidende dagvaarding in de onderhavige zaak is niet meer dan vijf jaar verstreken, zodat de onderhavige vordering niet is verjaard, aldus het betoog van Weerwag. 5. Het hof overweegt dat, anders dan Weerwag stelt, de rechtbank niet als vaststaand heeft aangenomen dat de verjaringstermijn van vijf jaar is aangevangen op 30 maart Uit de overwegingen van de rechtbank blijkt slechts dat de termijn op zijn laatst op die datum is aangevangen Het betoog van Weerwag dat, uitgaande van aanvang van de verjaringstermijn per 30 maart 2004, de verjaring is gestuit door de voeging in de strafzaak en de zijdens de curator aangevangen civiele procedure faalt Wat de strafzaak betreft, staat vast dat de curator door het hof Arnhem bij arrest van 13 juli 2007 niet-ontvankelijk is verklaard in zijn vordering (prod. 5 bij prod. 27 bij de inleidende dagvaarding). In de stukken wordt gesproken over een ingestelde cassatie, echter zonder dat wordt gemeld hoe die is afgelopen. Hoe dan ook mocht van Weerwag worden verwacht dat hij gelet op het bepaalde in artikel 3: 316 lid 2 BW zijn beroep op stuiting in zoverre nader zou hebben onderbouwd. Nu hij dat heeft nagelaten kan niet worden aangenomen dat de verjaring door de voeging, wat daar overigens van zij, is gestuit Ten aanzien van de door de curator aangevangen civiele zaak overweegt het hof als volgt. De door de curator in die procedure jegens Van Biemen ingestelde vordering strekte tot vergoeding van het gehele boedeldeficit. Blijkens de van die procedure overgelegde stukken werd deze vordering zowel gebaseerd op onbehoorlijke bestuur door Van Biemen (artikel 2:300a jo. 2:138 BW) als op een door Van Biemen gepleegde onrechtmatige daad, hieruit bestaande dat hij gebruik heeft gemaakt van een door Kingma vervalste machtiging en daarmee gelden aan De Knip heeft onttrokken om daarmee zichzelf en bepaalde schuldeisers te bevoordelen. De curator trad in bedoelde procedure derhalve op ten behoeve van de boedel respectievelijk de gezamenlijkheid van de schuldeisers in het faillissement. Voor zover de vordering op onrechtmatige daad was gebaseerd, staat deze in de literatuur bekend als een zogeheten Peeters q.q./gatzenvordering, naar het arrest van de Hoge Raad d.d. 14 januari 1983, NJ 19983/ De onderhavige door Weerwag ingestelde vordering maakt geen deel van uit van de vordering van de curator. De vordering van Weerwag heeft als feitelijke grondslag dat De Knip de overeenkomst met Weerwag niet (correct) is nagekomen en dat De Knip geen verhaal biedt voor de dientengevolge door Weerwag geleden schade. Hiervoor acht Weerwag Van Biemen aansprakelijk. In appel heeft hij zich in dit verband summier beroepen op diverse juridische grondslagen, zoals de zogeheten Beklamelnorm, inbreuk op een recht, schending van een wettelijke plicht, handelen in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt en vereenzelviging van De Knip met Van Biemen De onderhavige vordering van Weerwag op Van Biemen is door de curator niet ingesteld. Dat had ook niet zonder meer gekund, omdat de curator als zodanig niet bevoegd is wegens benadeling van een (groep) schuldeiser(s) een vordering uit onrechtmatige daad tegen een derde in te stellen. Een dergelijke bevoegdheid kan niet worden ontleend aan artikel 68 lid 1 van de Faillissementswet terwijl ook overigens in de Faillissementswet daarvoor geen grondslag valt aan te wijzen, zie HR , LJN BN7887 en HR , LJN AT7797. Een bijzondere volmacht van de curator door Weerwag is gesteld noch gebleken. De door de curator ingestelde vordering heeft de verjaring dan ook niet gestuit De grief faalt. 6. De grieven 2 en 3 bouwen voort op grief 1 en delen dan ook het lot daarvan. 1702

4 Slotsom 7. De grieven falen, zodat het bestreden vonnis/de bestreden vonnissen zal worden bekrachtigd. Het hof zal Weerwag als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het hoger beroep veroordelen. De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van Van Biemen zullen worden vastgesteld op: (...; red.) De beslissing Het hof, recht doende in hoger beroep: bekrachtigt het vonnis van de rechtbank te Zwolle-Lelystad van 7 september 2011 voor zover gewezen tussen Weerwag en Van Biemen; veroordeelt Weerwag in de kosten van het hoger beroep (...; red.); NOOT 1. De onderhavige noot betreft een toelichting bij een tweetal arresten van het hof Arnhem- Leeuwarden; het arrest van 12 februari 2013 zittingsplaats Arnhem (inzake Allianz) en het arrest van 19 februari 2013 zittingsplaats Leeuwarden (inzake Weerwag). In beide zaken handelt het om de verjaring van een vordering op de bestuurder van een (inmiddels gefailleerde) rechtspersoon, waarbij de bestuurder aansprakelijk wordt gehouden voor niet-nakoming door de rechtspersoon. De discussie spitst zich toe op de vraag op welk moment de verjaringstermijn een aanvang heeft genomen en of stuiting van verjaring heeft plaatsgevonden. In deze noot beperk ik mij tot deze verjaringskwesties. 2. Het leerstuk van verjaring heeft grote betekenis in de procespraktijk. Ingevolge art. 3:310 BW verjaart een rechtsvordering tot vergoeding van schade door verloop van vijf jaar. Waar bestuurdersaansprakelijkheid in het geding is en een bestuurder eerst in een beduidend later stadium in rechte wordt betrokken maakt beroep op verjaring vaak deel uit van het gevoerde verweer. Dit kan interessante debatten opleveren, met name over de vraag wanneer de termijn voor verjaring gaat lopen waarbij rekening dient te worden gehouden met alle relevante omstandigheden van het geval. Ook stuiting in en buiten rechte (art. 3:316 en 317 BW) blijkt in de praktijk niet altijd even eenvoudig. 3. In de zaak Weerwag gaat het om een met een stichting gesloten overeenkomst, die bij brief van 2 september 1998 door Weerwag is opgezegd. De (rechtsopvolger van de) stichting is op 4 oktober 2000 in staat van faillissement verklaard. Weerwag heeft de betrokken bestuurder bij brief van 30 maart 2004 uit hoofde van onder meer onrechtmatige daad aansprakelijk gesteld voor de door de rechtspersoon onbetaald gebleven vordering van Weerwag. Op 26 oktober 2010 is Weerwag tot dagvaarden van de bestuurder voor de rechtbank Zwolle-Lelystad overgegaan. 4. De rechtbank oordeelde dat de vordering, voor zover gebaseerd op bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 6:162 BW, was verjaard. Daarbij heeft de rechtbank overwogen dat, voor zover de schade op 2 september 1998 nog niet vaststond, dat in ieder geval wel zo was ten tijde van de aansprakelijkstelling op 30 maart Sinds die dag tot aan de datum dagvaarding zijn meer dan vijf jaar verstreken. In hoger beroep betoogt Weerwag dat de verjaring is gestuit doordat (i) de curator zich (in 2004) heeft gevoegd in de strafzaak tegen de bestuurder en (ii) de curator eind 2007 een procedure uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid tegen (onder meer) de bestuurder is gestart. 5. Van stuiting is volgens het hof geen sprake geweest; bij de voeging in de strafzaak is de curator niet ontvankelijk verklaard en van de door de curator ingestelde vordering tot vergoeding van het boedeltekort (voor zover op onrechtmatige daad gebaseerd, bekend als de Peeters q.q./gatzen-vordering) maakt de Beklamel-vordering van Weerwag geen deel uit. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. 6. De uitkomst van deze zaak is begrijpelijk. Alhoewel de rechtbank het vraagstuk van aanvang van verjaring aanroert door op te merken dat 30 maart 2004 heeft te gelden als datum waarop de termijn op zijn laatst is aangevangen, komt dit punt in hoger beroep niet inhoudelijk aan bod. Voor beroep op stuiting in rechte (art. 3:316 BW) geldt dat zowel voor het instellen van een eis of een andere daad van rechtsvervolging deze dient uit te gaan van de zijde van de gerechtigde. Daar valt bijvoorbeeld ook onder een procedure die door een belangenbehartigingsorganisatie wordt gevoerd. In zoverre acties van de curator onder deze categorie geschaard kunnen worden, geldt nog als tweede vereiste dat de stuiting in rechte betrekking dient 1703

5 te hebben op dezelfde feiten en juridische grondslag als de aan verjaring onderworpen rechtsvordering. Op dit vereiste loopt het beroep op stuiting (tevens) spaak. 7. Het tweede arrest betreft een aangelegenheid waarbij Allianz substantiële schade heeft geleden door het te kort schieten van haar gevolmachtigd agent GS Verzekeringen BV. Uit hoofde van de tussen partijen geldende agentuurovereenkomst was GS gehouden om voor Allianz premiegelden voor verzekeringen te incasseren en af te dragen. Bij arbitrale vonnissen van 10 november 2008 en 27 maart 2009 is GS veroordeeld tot betaling aan Allianz van 2,7 mio (inclusief kosten). Uit het door rechtbank Arnhem in eerste aanleg op 18 mei 2011 gewezen eindvonnis (LJN BQ7707) is af te leiden dat GS geen verhaal bood voor de door de arbiters toegewezen vorderingen. GS is op 3 april 2012 in staat van faillissement verklaard. 8. Op 23 februari 2009 heeft Allianz de bestuurder van GS aansprakelijk gesteld voor alle schade bestaande uit voornoemde vordering inclusief rente ad 4.6 mio. De rechtbank Arnhem heeft de bestuurder op de voet van verhaalsfrustratie (vgl. HR 8 december 2006, NK 2006/659; 2007/38 (Ontvanger/Roelofsen)) veroordeeld tot betaling van 2,7 mio te vermeerderen met rente. Uit genoemd eindvonnis volgt dat de bestuurder nauwelijks inhoudelijk verweer heeft gevoerd tegen de geconstateerde onttrekkingen (die gedeeltelijk naar de persoonlijke beheermaatschappij van de bestuurder zouden zijn geboekt). Uit de weergave van het arrest (r.o. 3.5) is op te maken dat de rechtbank het beroep van de bestuurder op verjaring zou hebben afgewezen omdat het bestaan van (afgeleide) aansprakelijkheid van de bestuurder afhankelijk was van GS tekortschieten, en pas voldoende zekerheid bestond dat de schade was veroorzaakt door foutief handelen van de bestuurder nadat in de arbitrale procedure de wanprestatie van GS was vastgesteld. 9. De behandeling in hoger beroep beperkt zich tot de grief gericht tegen afwijzing van het verjaringsberoep. De bestuurder heeft aangevoerd dat Allianz al in oktober 1997 bekend is geworden met de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon en dat de vordering voorafgaand aan de aansprakelijkstelling van 23 februari 2009 niet is gestuit. De standpunten van de bestuurder worden door het hof gevolgd. 10. Uit de in het arrest opgesomde feiten blijkt dat Allianz in oktober 1997 de agentuurovereenkomst vanwege niet afgedragen premiegelden had ontbonden en ter zake onderzoek heeft laten verrichten. Begin 1998 heeft Allianz in kort geding van GS en de bestuurder, vanwege diens persoonlijk onrechtmatige handelwijze, betaling gevorderd van een voorschot op de schadevergoeding, welke vordering vermoedelijk mede vanwege de aard van de kortgeding procedure in twee instanties is afgewezen. Op 19 oktober 1998 heeft Deloitte & Touche een financieel rapport uitgebracht, waaruit bleek dat met ingang van juli 1997 premiegelden op een voor Allianz onbekende bankrekening binnenkwamen en dat door de bestuurder diverse malen bedragen van deze bankrekening werden overgeboekt naar andere bankrekeningen dan die van Allianz. Tevens is Allianz in 1998 een bodemprocedure gestart tegen de bestuurder en diens persoonlijke beheermaatschappij, waarbij de bestuurder het verwijt is gemaakt te hebben bewerkstelligd dat gelden van Allianz ten nutte van GS zijn gebruikt en dat de bestuurder het vermogen van GS dusdanig heeft gereduceerd dat Allianz zich bij een eventueel toewijzend vonnis jegens GS niet meer op het vermogen van GS zou kunnen verhalen. Deze procedure is op 18 februari 1999 op de rol doorgehaald voordat er vonnis is gewezen. Uit het arrest lijkt te volgen dat de betrokken procespartijen deze procedure in feite zijn vergeten (r.o. 3.10: volledig uit het oog verloren ). Door Allianz zijn geen stuitingshandelingen buiten rechte (stuitingsbrieven) verricht. 11. Uit de omstandigheden van het geval leidt het hof af dat Allianz in ieder geval vanaf de ontvangst van het rapport van Deloitte & Touche van 19 oktober 1998 bekend was met het feit dat GS tekort was geschoten in de nakoming van de agentuurovereenkomst, waardoor Allianz schade leed, en dat de bestuurder dat handelen had bewerkstelligd. Op dat moment had Allianz voldoende zekerheid verkregen dat de schade (mede) was veroorzaakt door foutief handelen van de bestuurder. Gezien de door Allianz in 1998 geëntameerde procedures was zij in die tijd ook daadwerkelijk in staat een rechtsvordering tot vergoeding van schade in te stellen. Dat destijds nog niet in rechte vaststond dat GS was tekortgeschoten, betekent niet dat Allianz destijds niet bekend was met de schade toebrengen- 1704

6 de feiten noch dat zij de bestuurder nog niet aansprakelijk kon stellen (of de verjaring van haar aanspraken kon stuiten). 12. Het hof wijst er in dit verband op dat, anders dan Allianz meent, hier geen sprake is van een afgeleide aansprakelijkheid in die zin dat zij pas schade leed of de bestuurder pas aansprakelijk kon houden nadat het tekortschieten van GS definitief was vastgesteld (r.o. 3.8). Voor zover Allianz haar vorderingen (wel) baseert op de grondslag van verhaalsfrustratie (secundaire aansprakelijkheid), geldt dat ook die grondslag reeds in de in 1998 aangevangen bodemprocedure werd aangevoerd. Ook in die context was Allianz dus in 1998 met dat schadeveroorzakende feit bekend (r.o. 3.9). 13. Het standpunt van Allianz dat de bodemprocedure nog steeds stuitende werking zou hebben wordt door het hof afgewezen. Onder verwijzing naar art. 3:316 lid 2 BW komt de in die bodemprocedure ingestelde eis (die niet tot toewijzing heeft geleid en waarvan niet is gebleken dat dit alsnog tot de mogelijkheden behoort) geen stuitende werking toe. Alhoewel doorhaling in beginsel geen rechtsgevolgen heeft, kunnen partijen die gevolgen wel regelen maar dat is uitgebleven. Allianz heeft er daarentegen voor gekozen om tien jaar na dato een nieuwe procedure te starten. Gezien de omstandigheden van het geval behoefde de bestuurder niet meer te verwachten dat de in 1999 geroyeerde procedure opnieuw zou worden opgebracht. Het eindeloos voortduren van een stuiting door royement valt daarnaast niet te verenigen met het karakter en de achtergrond van de korte verjaringstermijn van art. 3:310 BW. De op dit punt betrokken stellingen van de bestuurder worden door het hof onderschreven. 14. De uitspraak van het hof in de Allianz zaak past in het door de Hoge Raad ontwikkelde toetsingskader voor het bepalen van de aanvang van de korte verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW. Voor dit kader verwijs ik naar HR 9 oktober 2009, NK 2012/193, m.nt. Du Perron, r.o. 3.6 (Stadskanaal/D&T). Verjaring treedt in vijf jaar nadat de benadeelde met zowel de schade als de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden. Het gaat daarbij om daadwerkelijke bekendheid (het enkele vermoeden volstaat niet). De verjaringstermijn begint pas te lopen als de benadeelde daadwerkelijk in staat is een rechtsvordering tot vergoeding van zijn schade in te stellen. Daarvan is sprake als de benadeelde voldoende zekerheid die niet een absolute zekerheid behoeft te zijn heeft verkregen dat de schade is veroorzaakt door tekortschietend of foutief handelen van de betrokken persoon. Niet is vereist dat de benadeelde ook bekend is met de juridische beoordeling van de feiten en omstandigheden waaruit voor hem schade voortvloeit. De Hoge Raad heeft voorts bepaald dat het startpunt van de verjaring afhankelijk is van alle ter zake dienende omstandigheden (vgl. HR 9 juli 2010, 2010/294, m.nt. Delhaas). Recent is aan het toetsingskader toegevoegd dat de verjaring niet begint te lopen dan voordat de vordering opeisbaar is (HR 6 april 2012, LJN BU3784, RvdW 2012, 543, «JA» 2012/107, m.nt. Wolf). 15. Het hof verwijst naar HR 9 juli 2010 ter ondersteuning van zijn beoordeling van het moment waarop de benadeelde daadwerkelijk bekend was met de feiten waaruit de schade zou voorvloeien. Ik merk op dat over de uitkomst van dit arrest, afgezet tegen een soortgelijke casuspositie die zich voordeed in HR 9 oktober 2009 met een andere uitkomst, veel debat is en nog wordt gevoerd (zie o.a. J. Wouters, HR 6 april 2012 en HR 4 mei 2012: weer twee arresten over de aanvang van de korte verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW (I en II), WPNR 2013/6964 en 6965; de auteur doelt op HR 4 mei 2012, 2012/349, m.nt. Leijten). De uitspraak van het hof in de Allianz zaak is tamelijk specifiek, nu de benadeelde partij al in een vroeg stadium, concreet, over relevante informatie is komen te beschikken omtrent de evident onrechtmatige handelwijze van de bestuurder. De kanttekening van het hof dat in deze zaak ook sprake kan zijn van primaire aansprakelijkheid van de bestuurder kan ik plaatsen. 16. In geval van secundaire of afgeleide bestuurdersaansprakelijkheid doet schade voor de benadeelde partij zich doorgaans eerst voor op het moment dat de primair aansprakelijke partij, de rechtspersoon, geen verhaal biedt. Anders dan in onderhavige zaak behoeft gebrek aan verhaal geenszins bekend of eenvoudig vast te stellen zijn. In de Wijsmuller-zaak heeft het hof Amsterdam (kenbaar uit HR 20 november 1998, NK 1999/684 r.o. 4.20) ten overvloede opgemerkt dat de beweerde aansprakelijkheid van de bestuurders berustte op onrechtmatige handelingen waarbij de schade voor Mokster er uit be- 1705

7 165 stond dat haar vordering niet op de vennootschap verhaalbaar bleek. Gelet op het bepaalde in art. 3:310 BW zou in casu voor de aanvang van de verjaringstermijn bepalend geweest zijn het moment waarop Mokster bekend is geworden met de omstandigheid dat zij haar vordering niet op Wijsmuller kon verhalen. Uit rechtbank Rotterdam 3 december 2008, 2009/67 r.o (Doedijns/Firisa Corporation e.a.) met een noot van mijn hand volgt dat het voor de aanvang van de verjaringstermijn niet van belang is wanneer de benadeelde op de hoogte had kunnen zijn van de niet verhaalbaarheid (in casu wegens onttrekkingen), bijvoorbeeld door kennisneming van gegevens uit het Handelsregister of van daar gedeponeerde stukken. 17. Voor Allianz is het buitengewoon ongelukkig dat zij in feite de verjaring in rechte tijdig had gestuit door het in 1998 aanhangig maken van een bodemprocedure, die vervolgens uit het zicht is geraakt. Vanwege de al genoemde vrij specifieke omstandigheden van dit geval en het geruime tijdsverloop laat het hof vervolgens de rechtszekerheid prevaleren. Een beroep op billijkheid wordt afgewezen; Allianz had de vordering op de bestuurder eenvoudig kunnen stuiten en heeft dat nagelaten. De zaak betreft een scherpe illustratie van het niet te onderschatten belang om verjaring, al dan niet met een stuitingbriefje, te voorkomen. Y. Borrius Höcker Advocaten Amsterdam 165 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zp Arnhem 19 februari 2013, zaaknr , LJN BZ1166 (mr. Van Ginkel, mr. De Kerpel-van de Poel, mr. Groen) Noot mr. J.M. Blanco Fernández Definitie begrip kerkgenootschap. Een kerkgenootschap is een organisatie van aangeslotenen die zich de gemeenschappelijke godsverering van de aangeslotenen op de grondslag van gemeenschappelijke godsdienstige opvattingen ten doel stelt en die als zelfstandig kerkgenootschap wil gelden. Vordering tot verbod gemeente om medewerking te verlenen aan lokale herdenking van Duitse soldaten op 4 mei. Toetsingsruimte (voorzieningen)rechter is zeer beperkt. Vordering (alsnog) afgewezen. [BW art. 2:2, 6:162] Bij dagvaarding op 3 mei 2012 heeft Federatief Joods Nederland ( FJN ) tegen de Gemeente gevorderd kort gezegd een verbod om enige medewerking te verlenen aan de herdenking van de Duitse soldaten en een gebod er alles aan te doen om een zodanige herdenking niet te laten plaatsvinden. Het hof overweegt als volgt. Art. 2:2 BW geeft geen definitie of beschrijving van het begrip kerkgenootschap. Uit de rechtspraak en de literatuur kan echter het volgende worden afgeleid. Een kerkgenootschap is een organisatie van aangeslotenen die zich de gemeenschappelijke godsverering van de aangeslotenen op de grondslag van gemeenschappelijke godsdienstige opvattingen ten doel stelt en die als zelfstandig kerkgenootschap wil gelden. Het laatste impliceert onder meer dat een kerkgenootschap als zodanig naar buiten treedt overeenkomstig die doelstelling. Daarvan is ten aanzien van FJN in dit geding niet veel gebleken. De door FJN overgelegde producties wijzen veeleer in de richting van een organisatie die optreedt als (collectieve) belangenbehartiger van joden in Nederland, daaronder begrepen de bescherming van joodse overledenen. Dat is ook wat FJN zelf in de inleidende dagvaarding en in hoger beroep stelt. Voorts wordt in de inleidende dagvaarding, noch in de pleitnotities in eerste aanleg gesteld dat FJN een kerkgenootschap in de zin van art. 2:2 BW is; 1706

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Pagina 14 Uitbreiding aansprakelijkheid. gedragingen kinderen. Weggesluisde premiegelden en een vergeten procedure Verjaring en stuiting

Pagina 14 Uitbreiding aansprakelijkheid. gedragingen kinderen. Weggesluisde premiegelden en een vergeten procedure Verjaring en stuiting PIV Bulletin 3 Inhoud Pagina 1 Verjaring en stuiting Pagina 8 Fraudeonderzoek en googelende verzekeraars Pagina 14 Uitbreiding aansprakelijkheid ouders voor gedragingen kinderen Pagina 18 Wat te doen als

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823 JIN 2013/174 JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6823, 200.090.368, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Personenvennootschappen, Ontvankelijkheid maatschap GA DIRECT NAAR GEGEVENS

Nadere informatie

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr...

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr... pagina 1 van 5 JOR 2013/87 Gerechtshof Arnhem, 18-12-2012, 200.099.939, LJN BY7149 Processuele gevolgen faillietverklaring voor aanhangige rechtsvorderingen, Schorsing van geding in conventie ex art. 29

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-10-2016 Datum publicatie 21-10-2016 Zaaknummer 200.181.474/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01 LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, 200.092.893/01 Datum uitspraak: 20-11-2012 Datum publicatie: 20-11-2012 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Ziektekostenverzekering

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid arrest GERECHTSHOF ARNHEM Sector civiel recht zaaknummer gerechtshof 104.001.423 (zaaknummer rechtbank 91282 / HA ZA 03-1198) arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 inzake de besloten vennootschap

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 25-09-2014 Zaaknummer 200.133.088/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:317

ECLI:NL:GHSHE:2017:317 ECLI:NL:GHSHE:2017:317 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 02-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.172.307_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-382 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05 ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 14-12-2007 Zaaknummer 1659/05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 28-10-2016 Zaaknummer 200.177.389 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 25-06-2013 Datum publicatie 23-07-2013 Zaaknummer 200.115.689 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer 200.179.432/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht. arrest GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE Sector handel Zaaknummer Rolnummer rechtbank : 370789lKG ZA 10-877 arrest van de vijfde civiele kamer d.d. 22 februari 2011 inzake Paul Burger, kantoorhoudende te Amsterdam,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4839 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 2007/064

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4839 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 2007/064 ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4839 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-04-2007 Datum publicatie 11-05-2007 Zaaknummer 2007/064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer 200.091.734-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van Gemeente Haarlemmermeer Baan Kleef Aan DomJur 2008-432 Rechtbank Haarlem Zaak-/rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 en 151565 / KG ZA 08-641 Datum: 22 december 2008 Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:GHARL:2015:9831 ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:8075

ECLI:NL:GHARL:2014:8075 ECLI:NL:GHARL:2014:8075 Instantie Datum uitspraak 21-10-2014 Datum publicatie 22-10-2014 Zaaknummer 200.130.135-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2682

ECLI:NL:GHARL:2017:2682 ECLI:NL:GHARL:2017:2682 Instantie Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 30-03-2017 Zaaknummer 200.189.034/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. Annotatie bij HR 27-02-2009, C07/168HR, LJN BG6445 Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. [BW art. 6:162] Een gefailleerde natuurlijke persoon heeft de eigendom

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:350

ECLI:NL:GHARL:2015:350 ECLI:NL:GHARL:2015:350 Instantie Datum uitspraak 20-01-2015 Datum publicatie 26-01-2015 Zaaknummer 200.145.738-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:4609

ECLI:NL:GHDHA:2014:4609 ECLI:NL:GHDHA:2014:4609 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 03-06-2014 Datum publicatie 16-06-2015 Zaaknummer 200.132.906/01 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:3234, (Gedeeltelijke)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Civiele Procespraktijk

Civiele Procespraktijk Civiele Procespraktijk Nr. 13 - september 2010 De volgende onderwerpen worden behandeld: Vordering tot winstafdracht Aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten, en schadebeperkingsplicht Verjaring Klachtplicht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-09-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer 2502483 CV EXPL 13-4461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2679

ECLI:NL:GHARL:2017:2679 ECLI:NL:GHARL:2017:2679 Instantie Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 29-03-2017 Zaaknummer 200.184.322/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:5578

ECLI:NL:RBOVE:2014:5578 ECLI:NL:RBOVE:2014:5578 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 17-09-2014 Datum publicatie 17-10-2014 Zaaknummer C/08/152582/ ha za 14-111 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:7740

ECLI:NL:RBROT:2015:7740 ECLI:NL:RBROT:2015:7740 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15092015 Datum publicatie 02112015 Zaaknummer C/10/482640 / KG ZA 15882 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2561

ECLI:NL:RBROT:2017:2561 ECLI:NL:RBROT:2017:2561 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2017 Datum publicatie 06-04-2017 Zaaknummer C/10/510679 / FT EA 16/2324 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN

IN NAAM DER KONINGIN 2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477 ECLI:NL:GHDHA:2016:3477 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 07-12-2016 Zaaknummer 200.181.068/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:4363 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:4363 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:4363 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-10-2014 Datum publicatie 30-01-2015 Zaaknummer 200.126.703-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

'141 SEP 201. de Rechtspraak. Gerechtshof Amsterdam. Afdeling civielrecht en belastingrecht. mr. L.C.J. Sprengers Postbus SC Utrecht

'141 SEP 201. de Rechtspraak. Gerechtshof Amsterdam. Afdeling civielrecht en belastingrecht. mr. L.C.J. Sprengers Postbus SC Utrecht '141 AN SEP 201 de Rechtspraak Gerechtshof Amsterdam mr. L.C.J. Sprengers Postbus 14067 3508 SC Utrecht datum 27 september 2016 contactpersoon rolnummer 200.187.985/ 01 inzake Federatie Nederlandse Vakbeweging,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3541

ECLI:NL:RBROT:2017:3541 ECLI:NL:RBROT:2017:3541 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/504346 / HA ZA 16-609 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2004:AQ8119 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer

ECLI:NL:GHLEE:2004:AQ8119 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer ECLI:NL:GHLEE:2004:AQ8119 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-08-2004 Datum publicatie 30-08-2004 Zaaknummer Rolnummer 0300145 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:3457

ECLI:NL:GHSHE:2015:3457 ECLI:NL:GHSHE:2015:3457 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 08-09-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch HD

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:647

ECLI:NL:GHDHA:2017:647 ECLI:NL:GHDHA:2017:647 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 14-03-2017 Zaaknummer 200.207.571/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2569

ECLI:NL:RBGEL:2016:2569 ECLI:NL:RBGEL:2016:2569 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 23-03-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer 288917 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:3568 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2014:3568 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2014:3568 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 13-05-2014 Zaaknummer 200.142.615 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BI9844

ECLI:NL:RBROT:2009:BI9844 ECLI:NL:RBROT:2009:BI9844 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20-05-2009 Datum publicatie 25-06-2009 Zaaknummer 315275 / HA ZA 08-2278 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384 ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 03-05-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 818166 UC EXPL 12-9177

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2009:BJ2227 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2009:BJ2227 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2009:BJ2227 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 07-07-2009 Datum publicatie 13-07-2009 Zaaknummer HD 103.004.825 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:gharl...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:gharl... 1 of 5 31-01-16 21:27 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:GHARL:2013:5729 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Datum uitspraak 30-07-2013 Datum publicatie 01-08-2013

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:286

ECLI:NL:OGEAA:2016:286 ECLI:NL:OGEAA:2016:286 Instantie Datum uitspraak 13-04-2016 Datum publicatie 02-05-2016 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Zaaknummer K.G. 482 van 2016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd pagina 1 van 5 (http://stichtingpiv.nl/) Inloggen PIV-Kennisnet(http://stichtingpiv.nl/inloggen) JURISPRUDENTIE Bron: Hof Amsterdam 3 februari 2016 Publicatie nummer: (nog) niet gepubliceerd Zaaknummer:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:2375 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2016:2375 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2016:2375 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 22-03-2016 Datum publicatie 04-05-2016 Zaaknummer 200.159.953/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15-06-2006 Datum publicatie 26-06-2006 Zaaknummer 709062 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:171

ECLI:NL:GHSHE:2016:171 ECLI:NL:GHSHE:2016:171 Instantie Datum uitspraak 21-01-2016 Datum publicatie 26-01-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 200.164.903/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:2893

ECLI:NL:GHAMS:2014:2893 Page 1 of 5 ECLI:NL:GHAMS:2014:2893 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 13-10-2014 Zaaknummer 200.104.509-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240

ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240 ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 266642 / HA ZA 06-2184 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-hertogenbosch, sector civiel recht, eerste kamer, van 29 mei 2007, gewezen in de zaak van:

ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-hertogenbosch, sector civiel recht, eerste kamer, van 29 mei 2007, gewezen in de zaak van: LJN: BA6976, Gerechtshof 's-hertogenbosch, C0501069 Datum uitspraak: 29-05-2007 Datum publicatie: 13-06-2007 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Nu gesteld noch gebleken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BR6231

ECLI:NL:GHLEE:2011:BR6231 ECLI:NL:GHLEE:2011:BR6231 Instantie Datum uitspraak 30-08-2011 Datum publicatie 30-08-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 200.035.799/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1412

ECLI:NL:GHSHE:2014:1412 ECLI:NL:GHSHE:2014:1412 Instantie Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 02-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch HD 200.110.692_01 Civiel

Nadere informatie

Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie Opheffen conservatoir beslag. Onjuist en/of onvolledig informeren van beslagrechter.

Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie Opheffen conservatoir beslag. Onjuist en/of onvolledig informeren van beslagrechter. Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 261015 11:10 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBMNE:2013:3231 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Datum uitspraak 19072013

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B, vertegenwoordigd door de heer C te D, tegen E te F en G te H Zaak : Schadevergoeding, wettelijke rente Zaaknummer : 2012.03079 Zittingsdatum : 11 september

Nadere informatie

1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, C., hierna te noemen aanneemster,

1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, C., hierna te noemen aanneemster, Essentie: opdrachtgevers niet-ontvankelijk nu vervaltermijn van vijf jaar meer dan vijf jaar is verlopen. Geen beroep op redelijkheid en billijkheid omdat aanneemster na verloop van de vervaltermijn aansprakelijkheid

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer 265169 / HA ZA 06-1949 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 142 d.d. 12 juli 2010 (mr. B. Sluijters, voorzitter, mr. drs. M.L. Hendrikse en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18-04-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer C/08/154383 / KG-ZA 14-130 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

JAAN 2013/169 27-08-2013, 200.124.231, ECLI:NL:GHARL:2013:6549

JAAN 2013/169 27-08-2013, 200.124.231, ECLI:NL:GHARL:2013:6549 JAAN 2013/169 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (locatie Arnhem), 27-08-2013, 200.124.231, ECLI:NL:GHARL:2013:6549 Hoger beroep kort geding, Appellant wel belang bij hoger beroep, maar geen belang bij vorderingen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid wegens het onverantwoord verstrekken van een risicovolle lening

Bestuurdersaansprakelijkheid wegens het onverantwoord verstrekken van een risicovolle lening Bestuurdersaansprakelijkheid wegens het onverantwoord verstrekken van een risicovolle lening Brondatum: 07-07-2015 Een bestuurder is aansprakelijk gesteld voor de niet afgedragen loonheffingen van een

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Uitspraak. Bijzondere kenmerken Hoger beroep kort geding Inhoudsindicatie Kort geding. Spoedeisend belang. Overeenkomst tot stand gekomen?

Uitspraak. Bijzondere kenmerken Hoger beroep kort geding Inhoudsindicatie Kort geding. Spoedeisend belang. Overeenkomst tot stand gekomen? ECLI:NL:GHSHE:2014:3763 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 23-09-2014 Datum publicatie 23-09-2014 Zaaknummer HD 200.144.766 01 Formele relaties Tussenuitspraak: ECLI:NL:GHSHE:2014:1289

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 24-01-2013 Datum publicatie 05-02-2013 Zaaknummer 200.113.026 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-01-2013 Datum publicatie 26-05-2014 Zaaknummer 200.053.330-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:6781 Deeplink

ECLI:NL:GHARL:2014:6781 Deeplink Print het document. ECLI:NL:GHARL:2014:6781 Deeplink Instantie Gerechtshof ArnhemLeeuwarden Datum uitspraak 02092014 Datum publicatie 30092014 Zaaknummer 200.114.326 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2014:8790

ECLI:NL:RBROT:2014:8790 ECLI:NL:RBROT:2014:8790 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-09-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Zaaknummer 2726743 CV EXPL 14-3653 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2010:BN2822

ECLI:NL:GHSHE:2010:BN2822 ECLI:NL:GHSHE:2010:BN2822 Instantie Datum uitspraak 20-07-2010 Datum publicatie 29-07-2010 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer HD 200.023.233 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2006:AV4142 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer

ECLI:NL:GHLEE:2006:AV4142 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer ECLI:NL:GHLEE:2006:AV4142 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 08-03-2006 Datum publicatie 09-03-2006 Zaaknummer Rolnummer 0500361 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. 1. A., 2. MEVROUW B., hierna te noemen opdrachtgevers,

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. 1. A., 2. MEVROUW B., hierna te noemen opdrachtgevers, Nr. 31.391 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A., 2. MEVROUW B., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. H.V. Wobben, jurist bij Stichting Univé Rechtshulp

Nadere informatie

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden. [Eiseres] [Gedaagde] (Mesologiezwolle.nl) DomJur 2017-1234 Rechtbank Overijssel Zaak-/rolnummer: C/08/192160 / KG ZA 16-321 ECLI:NL:RBOVE:2016:4885 Datum: 12 december 2016 Vonnis in kort geding van 12

Nadere informatie