Citation for published version (APA): De Rycke, J., De Martelaer, K., & Willem, A. (2014). Overheidsopdracht: Ethisch Verantwoord Sporten. ICES.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Citation for published version (APA): De Rycke, J., De Martelaer, K., & Willem, A. (2014). Overheidsopdracht: Ethisch Verantwoord Sporten. ICES."

Transcriptie

1 Vrije Universiteit Brussel Overheidsopdracht: Ethisch Verantwoord Sporten De Rycke, Jens; De Martelaer, Kristine; Willem, Annick Publication date: 2014 Document Version Publisher final version (usually the publisher pdf) Link to publication Citation for published version (APA): De Rycke, J., De Martelaer, K., & Willem, A. (2014). Overheidsopdracht: Ethisch Verantwoord Sporten. ICES. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Download date: 22. nov. 2015

2 Bijlage 5: VUB OVERHEIDSOPDRACHT ETHISCH VERANTWOORD SPORTEN Internationaal Centrum Ethiek in de Sport Waterkluiskaai Sint-Amandsberg/Gent - info@ethicsandsport.com

3 FACULTEIT LICHAMELIJKE OPVOEDING EN KINESITHERAPIE VAKGROEP BEWEGINGSVORMING EN TRAINING Onderzoeksproject Ethisch verantwoord begeleiden van de (jeugd)sporter en het stimuleren van prosociaal gedrag Jens De Rycke Prof. Dr. Kristine De Martelaer 30 juni 2014

4 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Het VUB-luik Inleiding... 3 Onze visie, doelstellingen & aanpak:... 3 Onze ambitieuze taak: Theoretisch kader... 6 Sport als middel... 6 Prosociaal gedrag... 7 Sport is niet per definitie voordelig... 8 Ethische problemen in de sportwereld Een holistische aanpak omtrent ethiek in de sport: 3 actoren & 3 beleidsniveaus De 3 actoren & 3 beleidsniveaus Kwaliteitsbeleid: Preventiebeleid: Reactiebeleid: De workshop Inhoud De evaluatie Besluit Referenties Bijlagen

5 Inleiding Ethisch verantwoord sporten (EVS) krijgt in het Vlaams sportbeleid de laatste jaren steeds meer aandacht. Een voorbeeld hiervan zijn de huidige inspanningen omtrent een opvolger van het decreet van 13 juli 2007 inzake medisch en ethisch verantwoorde sportbeoefening (MEVS). Dankzij dit decreet werd vanaf 1 januari 2009 in de Vlaamse Gemeenschap een algemeen kader voor de ethisch verantwoorde sportbeoefening gecreëerd. Ook wordt ICES ondersteund, dat de overheidsopdracht: Verstrekken van expertise op het vlak van ethisch verantwoord sporten, met inbegrip van de problematiek aangaande integriteit, seksueel misbruik en geweld' uitwerkt. ICES bundelt onder meer krachten met 4 universiteiten (KUL, UA, UGent en VUB). Eén van de hoofddoelen van de overheidsopdracht is wetenschappelijk onderzoek naar ethiek in de sport vertalen naar de praktijk. Dit VUB luik focust op dit laatste en heeft de ambitie om sportbegeleiders praktijkgerichte hulp te bieden in het ethisch begeleiden van (jeugd)sport. In dit luik ligt de nadruk op de interactie tussen de begeleider en de (jonge) sporter. Er wordt ingegaan op het concrete handelen van de begeleider en/of praten met én over de sporter, respectievelijk tussen de begeleider en de sporter en tussen de begeleiders onderling (sportbegeleider - ouder, sportbegeleider - bestuurslid ). Hierbij komt zowel de dagelijkse praktijk aan bod alsook de implementatie in de opleiding van (toekomstige) begeleiders. Deze studie zal in eerste instantie nagaan welke proactieve accenten er bewust door sportbegeleiders van jongeren kunnen gelegd worden om ethisch en prosociaal gedrag te stimuleren. Evenzeer gaat er aandacht uit naar de reacties op antisociaal gedrag en conflicten in dagelijkse omgang en besluitvorming tussen (a) jongeren onderling, (b) jongeren en volwassen begeleiders en (c) volwassen begeleiders onderling in de georganiseerde sport. Tenslotte wordt bekeken welke didactische werkvormen voor (toekomstige) sportbegeleiders effectief en efficiënt zijn i.f.v. het aanleren van competenties betreffende stimuleren van prosociaal gedrag en reageren op antisociaal gedrag in de sport. 2

6 Het VUB-luik 1. Inleiding In sportbeleidsnota s (zowel Vlaamse als Europese) en academische studies wordt gepleit voor een verhoging van de kwaliteit en de begeleiding op vlak van ethisch sporten door middel van een optimalisering van de opleiding voor toekomstige jeugdsportbegeleiders. Toekomstige jeugdsportbegeleiders kunnen via verschillende kanalen een opleiding genieten. Binnen het secundair onderwijs is er een sportgerichte richting op TSO en ASO niveau. Deze opleidingen bereiden de jongeren voor op een mogelijke vervolgopleiding bachelor lichamelijke opvoeding (zowel op professioneel als op academisch niveau) en de aanvullende masters lichamelijk opvoeding. Het merendeel van de sportbegeleiders wordt echter opgeleid via de cursussen van de Vlaamse Trainers School (VTS). Onze visie, doelstellingen & aanpak: Dit onderzoek heeft op basis van literatuur, bestaande didactische workshops en de verzameling van cases uit focusgroepen in de sportwereld een zo optimaal mogelijke workshop ontwikkeld voor (toekomstige) jeugdsportbegeleiders. Uiteindelijk zou deze workshop kunnen leiden tot een situatie waarbij sportbegeleiders de vaardigheden hebben om kinderen, door middel van sport, te helpen opvoeden. In een ideale situatie zal er binnen de sportopleidingen meer aandacht worden besteed aan dit onderwerp. Voor sportbegeleiders die zich niet of nauwelijks bewust zijn van de belangrijke rol die ze kunnen spelen in de opvoeding van kinderen in en door sport, kan dit een begin zijn van een bewustmakingsproces. Drie manieren van didactische ondersteuning kunnen de begeleiders gericht helpen bij ethisch verantwoord begeleiden en stimuleren van prosociaal gedrag: - mogelijkheden om tijdens de sportbegeleiding bewust en proactief te werken aan emotionele en sociale competenties bij jeugdsporters (accent op ontwikkelingsgebonden leerlijnen, programma s en oefeningen), - analyseren van anti- en prosociaal gedrag in de interactie tussen (a) (jeugd)sporters onderling, (b) jongeren en volwassen begeleiders en (c) volwassen begeleiders onderling (accent op begeleiding, reacties dagelijkse omgang), - didactische werkvormen om conflicten op te lossen in de opleiding / bijscholing gericht naar sportbegeleiders en lesgevers in de sportwereld. Het uittesten en specifiek toepassen in de 3

7 sportsector gebeurt na overleg met andere sectoren (jeugdsector, onderwijs, ) waar relevante methodieken (onderzoek i.s.m. De Ambrassade) reeds bestaan. Er werd in dit deelproject in eerste instantie nagegaan welke proactieve accenten er bewust door sportbegeleiders van jongeren kunnen gelegd worden om ethisch en prosociaal gedrag te stimuleren. Hiervoor werd literatuur geraadpleegd, advies ingewonnen van experten en bestaande workshops gevolgd. Daarnaast ging er aandacht uit naar de reacties op antisociaal gedrag en conflicten in de dagelijkse omgang en besluitvorming tussen (a) jongeren onderling, (b) jongeren en volwassen begeleiders en (c) volwassen begeleiders onderling. Er hebben 8 focusgroepen plaatsgevonden met mensen uit verschillende contexten (clubwerking, naschoolse sport, sportkamp, buurtsport ) van de georganiseerde sport. De meest bruikbare casussen uit deze focusgroepen werden opgenomen in de oefeningen van de didactische workshop. Verder analyseerden we welke ethische problemen het meest aan bod kwamen en trachtten we deze te categoriseren om zo op de belangrijkste ethische thema s in te kunnen spelen. Tenslotte onderzochten we welke didactische werkvormen voor (toekomstige) sportbegeleiders effectief en efficiënt zijn i.f.v. het aanleren van competenties betreffende stimuleren van prosociaal gedrag en reageren op antisociaal gedrag in de sport. Na deze drie onderzoeksfasen waren we in staat een didactische workshop te ontwikkelen op maat van de sportwereld. Onze ambitieuze taak: Effectieve gedragswijziging en gedragsbehoud vraagt duurzame inspanningen. Zo is het belangrijk dat ethische begeleiding wordt geïntegreerd in de opleidingscursussen van jeugdsportbegeleiders. Een sportbegeleider zal namelijk beter gewapend zijn om (jeugd)sporters te motiveren tot gewenst gedrag als hij tijdens zijn opleiding relevante en dus praktisch bruikbare tips heeft meegekregen. Het is hierbij van belang dat de begeleider over de juiste pro- en reactieve vaardigheden beschikt en hierin gesteund wordt door de club/school en collega s. Het complex maatschappelijk kader: Een niet te onderschatten evolutie in de maatschappij is het vervagen van de gezagsrelatie en autoriteit. Jongeren zijn een pak mondiger geworden. Schandalen worden niet meer in de doofpot gestopt, misbruik wordt sneller aangeklaagd. Terzelfdertijd ontstaat de indruk dat het slechter gesteld is met onze maatschappij (bv. meer corruptie en perversiteit). Via de media en internet wordt dat negatief beeld vaak versterkt. De verantwoordelijkheid voor de opvoeding ligt niet alleen bij de ouders, maar voor een groot deel ook bij anderen. Dit is in de eerste plaats het geval op school, maar zeker ook bij sportbegeleiders. Problemen of conflicten die ontstaan tijdens het begeleiden gaan 4

8 vaak gepaard met openlijke kritiek en het in vraag stellen van de competenties van de begeleider. Ouders staan hierin vaak ook model voor het gedrag van hun kinderen. Het is duidelijk dat sportbegeleiders voldoende gewapend moeten zijn om te kunnen omgaan met deze tendensen. Onze focus: Gezien de ruime context van sportief ethische thema s spitst dit onderzoek zich toe op items waar vooral de sportbegeleider zelf een grote invloed op kan hebben. Bij de ontwikkeling van de tips en tricks hebben we beroep gedaan op de kennis van verschillende theorieën en baseerden we ons op best practices uit binnen- en buitenland, zowel van in als uit de sportwereld. Zo hebben we bijvoorbeeld veel geleerd uit teksten over de omgang van jongeren met gedragsproblemen en hoe daar wordt omgegaan met agressie (bv. Life Space Crisis Intervention). Ook hebben we veel nuttige zaken omtrent communicatie en gedragsverandering gehaald uit de (positieve) psychologie en hebben we ons verdiept in de psychologische processen van jongeren. Het is namelijk belangrijk bewust te zijn van het verschillend referentiekader van jongeren en de aparte context van sport. De waarden, attitudes en het gedrag van jongeren zijn er anders en de begeleider heeft dus ook specifieke opvoedingsvaardigheden nodig. 5

9 2. Theoretisch kader Deze didactische workshop had nood aan een stevige theoretische onderbouw. In wat volgt worden de belangrijkste begrippen van dit deelproject uitgelegd en geduid. Ook zal dit hoofdstuk inzage geven in de kansen op (opvoedkundige) meerwaarde die sport biedt, welke problemen er zijn en hoe je als begeleider positieve gedragsverandering kan stimuleren via de sportactiviteit. Sport als middel Het geloof in de maatschappelijke kracht van sport is enorm toegenomen. Zo ziet de onder meer de VN sport een belangrijke bijdrage leveren aan het bereiken van de millenniumdoelstellingen tegen Onderzoek (Bailey et al., 2013) naar sport als middel wijst uit dat fysieke activiteit een investering is in het zogenaamd menselijk kapitaal. Sportparticipatie en fysieke activiteit spelen namelijk een belangrijke rol in het maximaliseren van het individueel potentieel. De voordelen als gevolg van regelmatige sportparticipatie zijn lange tijd onderschat en verkeerd begrepen. Er bestaat ondertussen een enorme hoeveelheid bewijs dat de potentiële positieve invloed van sport in kaart brengt. Van oudsher ligt de focus hier vooral op de vanzelfsprekende fysieke en gezondheid gerelateerde voordelen. Maar ook op vele andere vlakken wordt sportparticipatie gelinkt aan positieve vooruitgang, vlakken die op het eerste zicht verrassend lijken. Fysieke activiteit versnelt de ontwikkeling van vele dimensies van het menselijk kapitaal in een unieke, omvangrijke manier. Onderstaand figuur toont de voordelen van sport en fysieke activiteit op het menselijk kapitaal. Er zijn zes hoofdcategorieën te onderscheiden waarin men de voordelen kan plaatsen: 1. Fysiek kapitaal: De directe voordelen op de fysieke gezondheid en positieve invloed op een gezonde levensstijl. 2. Emotioneel kapitaal: De positieve invloed van sport en bewegen op de psychologische en mentale gezondheid. 3. Individueel kapitaal: De persoonsgebonden karakteristieken -bv. levensvaardigheden, sociale vaardigheden, morele waarden - die toenemen dankzij sporten. 4. Sociaal kapitaal: Het samenhorigheidsgevoel dat men krijgt wanneer relaties en banden tussen personen, groepen, organisaties en maatschappij worden versterkt dankzij het Figuur: Bailey et al. (2013) Designed To Move : Full Report 6

10 in groep beleven en participeren in sport. 5. Intellectueel kapitaal: De positieve invloed die sport en bewegen wordt toegeschreven op het vlak van cognitie en educatie. 6. Financieel kapitaal: Voordelen op het vlak van werkprestaties en productiviteit die gepaard gaan met gedaalde gezondheidskosten en afwezigheid. Om sport als middel te kunnen inzetten en er de bovenstaande voordelen uit te kunnen halen, zal het op een kwaliteitsvolle en ethische manier moeten gebeuren. De mate van inspanning en de manier waarop jeugdsportbegeleiders ethiek trachten aan te brengen is daarbij van belang. In een recente studie, gefinancierd door het steunpunt Cultuur Jeugd Sport Media (De Martelaer, Struyven en De Bouw, 2011), werd de effectiviteit van verschillende didactische werkvormen rond dit thema onderzocht. Om de effectiviteit van verschillende didactische werkvormen na te gaan, werd aan een dertigtal groepen een les omtrent ethisch verantwoord sporten gegeven volgens een deductieve versus inductieve leeromgeving. De resultaten wijzen uit dat zowel het leereffect op kennis als de appreciatie van de les door de jeugdsportbegeleiders beter scoorden bij de deductieve werkvormen. Dit impliceert dat de begeleiders een voorkeur hebben voor een betrouwbaar theoretisch kader waarbinnen zij de toepassingen vanuit hun eigen ervaringen kunnen situeren. Een essentiële en steeds terugkerende noodzaak bij begeleiders is het ingaan op de manier van communiceren met de sporter en over de sporter met andere (bege)leiders (ouders, bestuur, ) wat pro- of antisociaal gedrag betreft. Prosociaal gedrag Prosociaal gedrag wordt beschreven als vrijwillig gedrag dat overwegend gericht is op het vergroten van het welzijn of welbevinden van anderen. De prosociale waarden die via sport kunnen worden bijgebracht zijn sterk gelinkt aan sportiviteit en zorgen voor positieve ontwikkeling bij jongeren. Prosociaal gedrag gaat over empathie, het gevoelig zijn voor situaties waarin iemand gekwetst, boos, of geblesseerd is en het vrijwillig helpen met respect voor andere waarden en overtuigingen. Volgens Martin (2011) kan prosociaal gedrag in de sportwereld gezien worden als sportmanschip. De prosociale waarden die via sport kunnen worden bijgebracht zorgen voor positieve ontwikkeling bij jongeren. Dit kan gaan van het helpen van mensen (bv. Ik heb geleerd hoe je mensen kunt helpen ), met respect voor de waarden en overtuigingen van andere mensen ( bijv. Ik heb geleerd de waarden en overtuigingen van mensen die van een ander ras of cultuur zijn te respecteren ), en het gevoel zorgen voor degenen die gekwetst, boos, of geblesseerd zijn (bv. Als ik zie dat iemand niet 7

11 goed wordt behandeld, wil ik helpen ). Prosociaal gedrag gaat verder ook om eerlijkheid, fair play en verantwoordelijkheid nemen. De idee dat sport en bewegen de sociale ontwikkeling positief beïnvloedt, is niet nieuw. De sportsetting wordt gezien als een geschikte context voor jongeren om een waaier aan vaardigheden aan te leren of te trainen. Dit komt onder meer door de frequentie aan sociale interacties, het leren omgaan met winst en verlies en doordat sport gewenst en ongewenst gedrag direct zichtbaar maakt (Bailey & Dishmore, 2004). Onderzoek (Jacobs & Diekstra, 2007) constateerde inderdaad dat bepaalde condities, zoals de relatie tussen de sporter en de sportbegeleider en de houding ten aanzien van fair play van de sporters zowel als van de sportbegeleider, resulteren in minder problematisch gedrag in en om het veld, een verhoogd bewustzijn en een toename van prosociaal gedrag. Al vroeg wezen interventiestudies uit dat er een essentiële rol is weggelegd voor de begeleider. Een competent en gemotiveerde begeleider zorgde voor positieve resultaten, in de sfeer van moreel redeneren (Romance et al., 1986), fair play (Gibbons et al., 1995) en persoonlijke verantwoordelijkheid (Parker & Hellison, 2001). Onderzoek benadrukt dat de context van het sportaanbod of van het bewegingsonderwijs een belangrijke factor is om de positieve waarde ervan te kunnen verzilveren. Het sporten moet gericht zijn op plezier, positieve ervaringen, diversiteit, en de betrokkenheid van de deelnemers. Uit verschillende onderzoeken blijkt een goede (club)cultuur en een bekwame, goed opgeleide sportbegeleider twee cruciale factoren zijn voor positieve beïnvloeding van het gedrag van jeugdsporters. Uit de context van het onderwijs kan heel wat geleerd worden. De daar aanwezige sportparticipatie heeft een aantal voordelen. Zo is ze bijvoorbeeld toegankelijk voor alle leerlingen en wordt er in het algemeen minder (externe) nadruk gelegd op prestaties en winnen. In Nederland deed Jacobs (2006) exploratief onderzoek naar de mate waarin sport en bewegingsonderwijs bij kunnen dragen aan de vorming van prosociale waarden, normen en gedragingen bij jongeren. Hij vond verbanden tussen sportbeoefening en zelfstandigheid, discipline en sociale betrokkenheid. Casestudies van Cameron & MacDougall (2000) suggereren dat het aantal jeugdige delinquenten afneemt bij participatie in gerichte sportactiviteiten. Deze brengen mogelijk maatschappelijke waarden over bij de jongeren en dragen positieve rolmodellen aan. Sport is niet per definitie voordelig Verschillende auteurs hebben de samenhang tussen sportbeoefening en prosociaal gedrag onderzocht. Opvallend is dat niet iedereen het eens is met de stelling dat sportparticipatie een 8

12 positieve invloed heeft op prosociaal gedrag. De onderzoeksliteratuur wijst dus niet eenduidig op positieve effecten; er is zelfs evidentie dat het gedrag onder bepaalde omstandigheden verslechtert (Beller & Stoll, 1995). Onderzoek van Shields en Bredemeier (1995) wijst op de potentieel negatieve kant van sport. Namelijk, indien in de sport alleen het eigen voordeel telt, terwijl alle beslissingen worden genomen door de scheidsrechter of de sportbegeleider, dan lijkt het bij sportbeoefening niet meer nodig om met de behoeften en verlangens van anderen rekening te houden. Waarden en normen worden dan buiten spel gezet. Heel wat onderzoek ondersteunt Shields en Bredemeier s visie. Zo bleek uit onderzoeken van Biesta et al. (2000, 2001a, 2001b) en Dirks et al. (2003) dat een intensievere sportparticipatie gerelateerd was aan meer antisociaal gedrag. Van Bottenburg & Schuyt (1996) suggereren dat de invloed van sportbeoefening op prosociaal gedrag vooral afhangt van de sociaal-culturele en morele bagage die de sporter zelf al meebrengt. Anderen menen dat het effect van competitieve sportbeoefening op sociaal gedrag mede afhankelijk is van de vraag in hoeverre winnen in het algemeen en winnen ten koste van anderen, benadrukt wordt. Studies laten dus zien dat adequaat gestructureerde en gepresenteerde activiteiten in een pedagogische context een significante bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van prosociaal gedrag, maar dat prosociaal gedrag niet noodzakelijkerwijs het resultaat is van aan sport doen. Naast het toegenomen geloof in de meerwaarde van sport op verschillende domeinen is er dus ook een groeiend besef dat het effectief bereiken van deze meerwaarde niet zo vanzelfsprekend is. Zo is het bijvoorbeeld niet eenvoudig om de specifieke bijdrage van sport op de ontwikkeling en het gedrag van jongeren te kunnen afleiden omdat jongeren via verscheidene domeinen beïnvloed worden. Jongeren veranderen doorheen de tijd volgens de ontwikkelingsfase waarin ze zich bevinden. In welke mate sport hier een invloed op heeft, is erg moeilijk te achterhalen. Ook is de precieze invulling van de sportles van groot belang. Deelname aan sport op zich is (uiteraard) niet voldoende om meerwaarde te creëren. Er zijn bepaalde voorwaarden waaraan de activiteit zal moeten voldoen om een mogelijk effect te kunnen bekomen. Volgens Arnold (1994) is fair play een basisvereiste voor sport als men het wil inzetten als een moreel vormende praktijk. Maar wil een sporter of sportbegeleider aangezet worden tot ethisch verantwoord gedrag, dan moet deze in de eerste plaats weten welke regels en gedragingen er gelden in de verschillende sportdisciplines (Vloet en Steenbergen, 2007). Iemand kan niet beschuldigd worden van onfair of grensoverschrijdend gedrag als hij de (ongeschreven) regels niet eens kent. Ook het belang dat zowel door de sporters als door de sportbegeleiders wordt toegekend aan het 9

13 winnen heeft een mogelijk negatieve invloed. Het lijkt dat er bij sportbeoefening vaak sprake is van een tijdelijke acceptatie van egocentrisme en dus een lager niveau van prosociaal gedrag. Daarnaast speelt ook motivatie een belangrijke rol in het proces van beïnvloeding van gedrag en fair play. Een sporter of sportbegeleider moet zelf inzien dat zijn gedrag bepaalde effecten kan hebben op anderen en de nodige intrinsieke motivatie vertonen om zijn gedrag aan te passen aan de situatie. Het niet aan bepaalde voorwaarden voldoen, leidt dus mogelijk tot een negatieve bijdrage van sport aan de ontwikkeling van jongeren. Belangrijke factoren zijn bijvoorbeeld aandacht besteden aan de kwaliteit van de relatie tussen sportbegeleider en speler, het belang van fair play onderschrijven, de teamnormen ten aanzien van anti- en prosociaal gedrag en het ethisch klimaat van de sportomgeving. Ook omgevingsfactoren spelen hun rol; zoals tegenstanders, publiek en competitieorganisatie (Vloet en Steenbergen, 2007). De kans dat gewenst gedrag voorkomt, is het grootst als de capaciteit, de intrinsieke motivatie en de nodige randvoorwaarden aanwezig zijn. Om sport als middel te kunnen inzetten is het dus van cruciaal belang dat jongeren zich echt aangetrokken voelen tot de sport en sterk gemotiveerd zijn. Het is bij sommige jongeren dan ook niet altijd eenvoudig om de andere doelen na te streven. Jongeren willen uiteindelijk vooral gewoon sporten in een leuke en uitdagende sfeer. Daarnaast moet er ook plaats voor leer- en ontwikkelingskansen worden voorzien. Het kunnen aanbrengen van andere dan louter sporttechnische vaardigheden vergt heel wat competenties vanwege de begeleider. Ethische problemen in de sportwereld Sport en onethische praktijken kunnen jammer genoeg aan elkaar worden gelinkt. Er zijn heel wat ethische kwesties in de sportwereld die het imago van de sport aantasten en vaak ook een verkeerd beeld scheppen over de sportwereld. Er is bewijs dat er onethische praktijken gebeuren in de sportwereld, maar toch is dit een gebied dat nog onderbelicht is. Het voorkomen van onethische praktijken doet zich voor op twee manieren: Sport kan een middel/uitlaatklep/kanaal zijn voor onethische praktijken. Denk maar aan supporters die zich wekelijks naast het veld afreageren op tegenstanders en scheidsrechter. Ook omkoping, gokken, fraude zijn hier voorbeelden van. Negatieve zaken omtrent genderongelijkheid, holebi s, diversiteit en racisme raken via de sportwereld in de aandacht. Sport kan bijvoorbeeld ook een platform zijn waar kinderen blootgesteld worden aan mensen met slechte bedoelingen. Maar sport kan ook de oorzaak zijn van onethische praktijken. Denk bijvoorbeeld aan overtraining en uitbuiting van jonge talenten. De handel in spelers o.i.v. makelaars. Begeleiders die 10

14 onvoldoende competent en niet gekwalificeerd zijn. Onvoldoende inspanning leveren om de veiligheid en gezondheid van de sporters te garanderen. Vele van deze ethische problemen kunnen worden opgevat als moeilijke kwesties die een moreel juiste oplossing vragen. De problemen kunnen nieuw en onbekend zijn, maar kunnen ook dagelijks wederkerend zijn. Bij het oplossen van ethische problemen zijn we genoodzaakt keuzes te maken op basis van onze overtuigingen en gevoelens over wat er fundamenteel goed of rechtvaardig is. Het is niet makkelijk om tot een juiste beslissing te komen in dit ethisch conflict of dilemma. Een ethisch dilemma is namelijk een situatie waar de waarden en normen op het spel staan en waarbij er een keuze moet gemaakt worden tussen verschillende alternatieven, terwijl er voor elk alternatief een goede reden kan gegeven worden. We hebben hieromtrent de RESPECT STAR methodiek uitgewerkt en er zijn oefeningen opgesteld om vaardigheden hieromtrent bij te brengen. In de inleiding gaven we al aan dat we via focusgroepen met sportbegeleiders uit verschillende contexten hebben samengewerkt. Doel hiervan was na te gaan welke proactieve accenten er bewust door hen gelegd worden om ethisch en prosociaal gedrag te stimuleren, met welke ethische kwesties zij geconfronteerd worden en op welke manier zij reageren op antisociaal gedrag en (ethische) conflicten in de dagelijkse omgang. Er hebben focusgroepen plaatsgevonden met: Begeleiders en coördinatoren van sportkampen Leerkrachten LO uit lagere school en secundair onderwijs Begeleiders en coördinatoren van Buurtsport Antwerpen Studenten 3e bachelor LO die sportbegeleider zijn in een sportorganisatie Studenten 3 e bachelor LO (2x) Studenten 1 e bachelor LO (gemengde groep) (2x) VTS medewerkers (in het kader van een studiedag) Bedoeling van de focusgroepen was om de deelnemers te laten reflecteren omtrent hun eigen ervaringen en casussen te laten vertellen die in groep besproken werden. Elke deelnemer kreeg hiervoor een groen en een rood blaadje papier waarop ze allen een door hen persoonlijk waargebeurde situatie moesten uitschrijven. Het gaat om (on)ethische situaties die ze naar hun eigen mening ofwel goed (groen) ofwel slecht hebben aangepakt (rood). Na enkele minuten noteren, werden de cases besproken binnen de groep. We zorgden ervoor dat iedere deelnemer voldoende aan bod kwam, zonder de stille(re) mensen te pushen. De verkregen input werd anoniem verwerkt. 11

15 Volgende aspecten zijn tijdens de focusgroepen ter sprake gekomen. We hebben deze aspecten gerangschikt van meest naar minder voorkomend in de focusgroepen: 1. Slechte opvoeding/thuissituatie 2. Gebrek aan fair play 3. Moeilijke omgang met ouders/supporters 4. Agressie onder de spelers 5. Slechte sportbegeleiding 6. Negatieve scheidsrechters gedragingen/praktijken 7. Ongelijk sportief niveau 8. Omgaan met diversiteit 9. Moeilijk motiveren van leerlingen/sporters 10. Omgaan met individuele verschillen tussen leerlingen 11. Moeilijke organisatie van de activiteit 12. Pestgedrag naast het veld 13. Gebrek aan discipline 14. Onrechtvaardige sportbegeleiding/straffen 15. Negatieve gedragingen en praktijken van het bestuur 16. Moeilijke evaluatie van het sportspecifieke 17. Omgaan met individuele problemen 18. Atleten die te hard worden gepusht door sportbegeleiders en/of ouders 19. Verbaal misbruik 20. Onvoldoende materiaal 21. Kliekjes/uitsluiten van medespelers 22. Beledigen met als doel iemand uit concentratie te halen 23. Matchfixing/resultaten manipuleren Bovenstaande aspecten zijn een clustering van de spontaan ter sprake gekomen situaties tijdens de gesprekken. Deze aspecten ontstonden uit een oefening om de besproken casussen in hokjes te steken en te categoriseren. We hebben met andere woorden getracht de kwalitatieve data te kwantificeren. Belangrijke opmerking hierbij is dat het dus eerder om een subjectieve categorisering gaat en het niet altijd eenvoudig is om de casussen onder te verdelen. Zo is er bijvoorbeeld een dunne lijn tussen agressie, verbaal misbruik en het beledigen om iemand uit zijn concentratie te halen. Maar door de focusgroepen uit te typen en ze zelf af te nemen, waren we in staat deze oefening zo secuur als mogelijk uit te voeren. 12

16 Imago Media Wetten/decreten Structuren Klimaat Visie Ondersteuning Structuur Interne werking/ communicatie Professionalisering Externe werking/ communicatie Ethische begeleiding Competentie Nauwe taakperceptie Gedragsproblemen Emotionele problemen Leerproblemen Omdat we een duidelijk beeld willen hebben omtrent de ethische aspecten uit de focusgroepen, zijn we daarnaast gaan kijken op welk niveau de problemen uit de casussen zich situeren. We gaven eerder al aan dat er een holistische aanpak nodig is, met aandacht voor de hele sportcontext en de verschillende actoren en beleidsniveaus. We baseerden ons op het ecologische model van De Martelaer et al (2013) om de aangehaalde onethische aspecten te categoriseren. De Martelaer et al ontwikkelden dit model om specifiek onderzoek te voeren naar prosociaal gedrag in de sportwereld. Het gaf ons de mogelijkheid om de belangrijkste onethische zaken in de sportwereld te categoriseren en het belang van een holistische aanpak te illustreren. We hebben volgende onderverdeling gemaakt: Jongere begeleider maatschappij Micro meso macro Individueel les - collega organisatie - beleidsniveau Onderstaande figuur geeft deze categorisering schematisch weer zoals in het exceldocument. Maatschappij Volwassenen (leerkracht, sportbegeleider, verantwoordelijke ) Macro Meso Micro Beleidsniveau Organisatie niveau (school/club ) Collega niveau (leerkracht/sportbegeleider) Les niveau (klas/team ) Jongeren (leerling, clubllid, deelnemer ) Individueel niveau Met behulp van deze analyse onderzochten we met welke kwesties onze deelnemers het meest geconfronteerd worden. Een opvallende vaststelling was dat de problemen vaak terug te brengen waren naar het les- of individueel niveau (micro). De besproken problemen ontstonden vooral door een gebrek aan ethische begeleiding, competentie of te nauwe taakperceptie van de begeleider. Of de problemen waren het gevolg van gedrags- of emotionele problemen van de jongere. Ook het collega niveau (meso) was een duidelijke bron van de aangehaalde problemen. Deze ontstonden voornamelijk door een gebrek aan professionaliteit of een tekort/slechte communicatie. Dankzij de onderlinge interactie in de focusgroepen was het interessant om na te gaan hoe verschillend sportbegeleiders met een bepaalde situatie omgaan. Belangrijke informatie die ons in staat stelde in te spelen op dat wat echt belangrijk/moeilijk is voor sportbegeleiders. Deze zaken zijn 13

17 dan ook opgenomen in de sessie omtrent ethische begeleiding. De belangrijkste onder hen worden verder in dit document toegelicht. De casussen die door de deelnemers aan de focusgroepen naar voor kwamen, zijn ook gebruikt in onze oefeningen (zie handleiding). Door zo relevant mogelijke cases te gebruiken hopen we een bijdrage te leveren om sportbegeleiders te ondersteunen in het verminderen van antisociaal gedrag en aan het stimuleren van prosociaal gedrag in en om het sportveld. Graag verwijzen we ook naar het 2 e deel van het onderzoeksluik van de KULeuven dat aanvullend werkt op de info uit de focusgroepen. Zij zijn nagegaan welke ethische en integriteitsproblemen in de Vlaamse jeugdsport door sportbegeleiders en atleten worden ervaren. Speciale aandacht ging daarbij naar verschillen tussen hoog (internationaal en nationaal) en laag (Vlaams, provinciaal, lokaal) niveau. De resultaten van dat onderzoek zijn geïntegreerd in de workshop. 14

18 3. Een holistische aanpak omtrent ethiek in de sport: 3 actoren & 3 beleidsniveaus Doorheen dit document en de workshop pleiten we voor een holistische aanpak om ethiek in de sport aan te pakken. Wat volgt is de inhoud die we in dit VUB luik uitgewerkt hebben omtrent ethisch verantwoord begeleiden en het stimuleren van prosociaal gedrag. Deze inhoud vormt de theoretische onderbouw en wordt beknopter gepresenteerd in de workshop (zie bijlage). Lesgevers die de workshop willen geven, kunnen zich op basis van deze inhoud verdiepen in het thema. De 3 actoren & 3 beleidsniveaus De ontwikkelde workshop heeft de ambitie om sportbegeleiders praktijkgerichte hulp te bieden in het ethisch begeleiden van (jeugd)sport. Gezien de ruime context van ethisch thema s in de sport spitst dit onderzoek zich toe op items waar vooral de sportbegeleider zelf een grote invloed op kan hebben. Onderzoek wijst uit dat de beste bijscholingen om de bagage omtrent ethisch sporten te versterken deze zijn waarbij eerst de theorie meegeven wordt en nadien door middel van concrete voorbeelden de link wordt gelegd met de praktijk. Daarom wordt na een korte theoretische toelichting, vooral gefocust op reflectie omtrent het eigen ethische handelen, het omgaan met conflicten en de interactie tussen de verschillende actoren. De ontwikkelde workshop bevat tips, tricks, oefeningen en handvaten op maat van jeugdsportbegeleiders. Inspanningen omtrent ethiek in een sportorganisatie gebeuren het meest efficiënt en effectief door aandacht van de drie betrokken actoren die nauw met elkaar in relatie staan (het bestuur, de jeugdsportbegeleider & de jongere + entourage) en met elkaar interageren op drie beleidsniveaus: het kwaliteits-, preventie- en reactiebeleid. Een kwaliteitsbeleid tracht een ethisch kader te scheppen. Dit niveau is het belangrijkste in het creëren van een ethisch klimaat. Het is bijgevolg voorwaardenscheppend voor de andere niveaus. Een preventiebeleid bouwt voort op het kwaliteitsbeleid, maar gaat dieper in op het inperken van risicofactoren. Het uitgangspunt is dat je niet hoeft te wachten tot er zich een (ernstig) probleem voordoet, maar het beter is om preventief problemen te vermijden. Een reactiebeleid bouwt voort op het preventiebeleid en bepaalt hoe met een incident kan worden omgegaan. Dit is ook belangrijk om op te stellen, zodat men beter voorbereid is als er zich een probleem voordoet. 15

19 1. Bestuur - sporter Het kwaliteitsbeleid van een clubbestuur heeft als doel om een ethisch klimaat in de club te bekomen en te behouden. Het bestuur draagt deze verantwoordelijkheid ten opzichte van zijn jeugdsporters. Dit beleid omvat bijvoorbeeld kwaliteitsvolle externe communicatie en professioneel georganiseerde clubactiviteiten. De jeugdsporter heeft als klant het recht om kritisch te zijn t.o.v. het kwaliteitsbeleid en heeft tegelijk de taak om daar zelf ook actief toe bij te dragen. Het preventiebeleid van een club gaat om het inperken van potentieel nadelige situaties aan de hand van een meerjarenplan. De hierop afgestemde actieplannen gericht naar de jeugdsporters kunnen onder meer gaan over het proactief aanpakken van antisociaal gedrag, het aanstellen van een vertrouwenspersoon of API en een veilige sportinfrastructuur. Het reactiebeleid omvat de processen die in werking treden wanneer de club geconfronteerd wordt met incidenten. Het is het intern en (indien ook relevant) extern aanpakken en opvolgen van een probleem. De club moet daarbij in de eerste plaats ontvankelijk zijn voor eventuele klachten, zelf voldoende oog hebben voor probleemsituaties en deze integraal aanpakken (bv. in gesprek gaan, schorsen ). Deze aanpak verschilt in sterke mate volgens de aard van het probleem en de heersende clubcultuur. 2. Bestuur - begeleider Het kwaliteitsbeleid houdt in dat het bestuur er naar streeft een kwaliteitsvolle, veilige en ethische club te zijn met competente begeleiders. Het zijn de begeleiders die in nauw contact staan met de jeugdsporters, dus heeft de club er alle baat bij dat het over goede mensen beschikt. Dit kan bijvoorbeeld door het stimuleren van bijscholingen voor de begeleiders. Het preventiebeleid gaat de risico s die gepaard gaan met de sportactiviteit inperken door zichzelf en anderen in de omgeving te beschermen en zelf geen gevaarlijke situaties uit te lokken. Duidelijke afspraken omtrent veiligheid in de club en het naleven ervan tijdens trainingen en wedstrijden zijn hier belangrijk. Een degelijke screeningsprocedure, een specifieke ethische code en voldoende monitoring & evaluatie van de begeleiding kunnen ook deel uitmaken van dit beleid. Een effectief reactiebeleid houdt in dat alle medewerkers op een respectvolle en gepaste manier omgaan met een probleem in de club (of t.o.v. personen in de club) en actief meewerken aan 16

20 oplossingen. De club heeft hierin een verantwoordelijkheid t.o.v. zijn begeleiders maar kan ook een sanctie opleggen indien hij/zij zich niet naar behoren gedraagt. 3. Begeleider - sporter In dit luik hebben we de focus gelegd op de relatie tussen de sportbegeleider en de jeugdsporter. Bijgevolg is de rol van de begeleider in het stimuleren van een ethisch klimaat uitvoerig uitgewerkt. Kwaliteitsbeleid: De begeleider zal in zijn omgang met de jeugdsporter over de nodige didactische vaardigheden moeten beschikken en geschikte oefenstof aanreiken. Hij heeft daarbij niet alleen oog voor de sporttechnische aspecten maar zet best proactief in op de potentiële meerwaarde van sporten (zie bv. Human Capital model). Hij erkent het belang van een ethisch klimaat in de club en draagt hier actief in bij, zowel in de clubwerking als tijdens trainingen en wedstrijden. O.a. volgende componenten omtrent kwaliteitsbeleid worden in de workshop behandeld: Respectvol met elkaar omgaan. Fungeren als rolmodel. Reflecteren over het eigen ethisch begeleiden (+ oefening stripverhalen). Positief begeleiden. Op gepaste wijze communiceren. Verantwoorden van onethisch gedrag in de sportcontext. Stimuleren van prosociaal gedrag. Preventiebeleid: De begeleider heeft als taak om de risicofactoren zoveel mogelijk in te perken. Hij staat hierin nauw contact met het clubbestuur (bv. voldoende veilig materiaal). Dit gaat ook veelal over de gekozen oefenstof, het groepsmanagement en de activiteiten zo organiseren dat incidenten en/of kwetsuren zoveel mogelijk worden vermeden. O.a. volgende componenten omtrent preventiebeleid worden in de workshop behandeld: Vermijden van risicofactoren. Oppassen voor overdreven competitiviteit en te sterke focus op winnen. Attent zijn voor signalen van potentieel negatieve situaties. Preventief werken a.d.h.v. empowerment. Reactiebeleid: De begeleider wordt geconfronteerd met een veelvoud aan situaties waar hij/zij op een gepaste manier moet op reageren. Hij zal hiervoor geregeld zijn begeleidingsstijl moeten aanpassen en regelmatig stilstaan bij zijn eigen handelen. Grote dilemma s of conflicten pakt hij (met hulp van het bestuur) op een gestructureerde manier aan. De begeleider is de steun en toeverlaat van zijn jongeren en moet hen een platform aanreiken waarin problemen of gevoelens bespreekbaar zijn. O.a. volgende componenten omtrent reactiebeleid worden in deze workshop behandeld: Omgaan met probleemgedrag (bv. pesten, agressie ). Ombuigen van een conflict naar een kans om de relatie te versterken. Gestructureerd en georganiseerd te werk gaan bij een dilemma of conflict (+ oefening RESPECT STAR). Vaardigheden omtrent reactieve begeleidingsstijl (+ oefening begeleidingsstijl). 17

21 In de sessies omtrent dit onderwerp stellen we de oefenstof voor aan de hand van het beeld van een boom in ontwikkeling. Met dit beeld willen we duidelijk maken dat ethisch handelen duurzame inspanning vraagt en een ontwikkelingsproces met zich meebrengt. Willen we als jeugdsportbegeleider een toffe en sportieve sfeer bekomen in en rond de sportactiviteit, dan werken we aan het ethisch klimaat. In de bijlage kan je de presentatie van de sessie met bijhorende handleiding en oefeningen terugvinden. De donderwolken geven aan dat er soms problemen opduiken of situaties ontstaan die kunnen uitmonden in een conflict. De donderwolken behandelen m.a.w. zaken omtrent het reactiebeleid. Hier besteden we aandacht aan methodieken die een leidraad kunnen geven om tot de best mogelijke reactie of oplossing te komen bij een ethisch dilemma. De takken van de boom stellen de componenten voor die als houvast kunnen dienen om een ethisch klimaat te stimuleren. De takken bevatten tips, tricks en stof die tot nadenken tracht te zetten. De takken zetten m.a.w. aan tot werken aan een kwaliteits- en preventiebeleid en onderbouwt dit met ethische waarden. Wie duurzame proactieve inspanningen levert op de drie niveaus, zal er achteraf de vruchten van kunnen plukken in de vorm van een positieve (club)cultuur en toegenomen sportiviteit en prosociaal gedrag. Wat volgt is meer informatie en achtergrond omtrent de componenten (de takken en donderwolken ) die behandeld worden in de sessie verdeeld volgens de drie beleidsniveaus. Kwaliteitsbeleid: Ethische waarden Om ethisch sporten te stimuleren, werden er op het beleidsniveau 3 thema s uitgewerkt: fair play, sociale integriteit en individuele integriteit (dit is een clustering van de bestaande 6 thema s). Het is belangrijk dat als men ethisch sporten willen stimuleren, men de jongeren kan vertellen wat ermee wordt bedoeld. Volgende woorden zijn allen gelinkt aan ethisch sporten en omvatten de waarden die in de sport belangrijk zijn om het ethisch correct te laten verlopen: Respect Vertrouwen / Loyauteit / Verbondenheid Behulpzaamheid / Zorgzaamheid / Vrijgevigheid Eerlijkheid / Betrouwbaarheid Inzet / engagement Beheersing / Zelfcontrole Vriendelijkheid / Optimisme / Veerkrachtigheid Rechtvaardigheid / Verdraagzaamheid / Vergevingsgezindheid Verantwoordelijkheid Dankbaarheid 18

22 Respect De basis waarvan wordt vertrokken is die van wederzijds respect. Respect tussen de verschillende actoren is het cruciale startpunt op weg naar een ethisch klimaat. Respect is de basisvoorwaarde van een rechtvaardige en leefbare samenleving. Wie respect heeft voor een ander, verdient zelf ook respect. Het betekent dat je open staat voor de ander en hem waardeert, hoe anders hij of zij ook is. Zelfrespect is ook belangrijk: hoe wil je zelf behandeld worden? In de sport wordt verwacht dat je solidair en respectvol handelt: tegenover jezelf, tegenover de tegenstrever, de sportbegeleider en tegenover de omgeving. Op die manier toon je ook respect voor het werk van die mensen die ervoor zorgen dat er mogelijkheden bestaan om te bewegen, te sporten, te trainen en wedstrijden te spelen Je draagt ook zorg voor het materiaal dat je gebruikt tijdens het sporten, je uitrusting, de kleedkamers, de douches Hierin heeft iedere actor zijn rol. Onderzoek omtrent respect in de voetbalwereld (Rutten, 2004) heeft aangetoond dat wederzijds respect voorkomt wanneer begeleiders de jeugdsporters op een adequate manier weten te ondersteunen. Zo bleek een respectvolle omgang van de sportbegeleider met zijn jeugdsporters samen te hangen met respectvol gedrag op en om het veld. De machtspositie Wees een duidelijk en inspirerend rolmodel voor de jongere. => Wees bewust van je machtspositie en power. De relatie tussen de begeleider en zijn atleten is soms zo sterk dat emoties, gedachten en gedragingen van sportbegeleider en atleet ook nauw met elkaar verbonden zijn. Het is als begeleider zeker meegenomen een goede band met je atleten te hebben. Op die manier kan je als begeleider een positieve invloed uitoefenen op hun gedragingen en wordt naar je boodschap geluisterd. Een sterke relatie ontstaat door de manier waarop er met elkaar wordt omgegaan. Het kan de cohesie in het team verhogen, het empathisch denken opkrikken en prosociaal gedrag teweegbrengen. Begeleiders moeten echter voldoende bewust zijn van hun machtspositie en kunnen hier in het slechtste geval ook misbruik van maken. Als begeleider heb je niet alleen invloed op de training, maar bijvoorbeeld ook op het eet- en slaappatroon en de interpersoonlijke relaties van de jongere. Daarom is het belangrijk om te bekijken welke factoren bijdragen aan de mate van macht. Maar ook op welke manier dit zich manifesteert en of dit in extreme gevallen het welzijn van de jongere niet in gedrang brengt. Een goede relatie met de begeleider is een beschermende factor voor jongeren die deelnemen aan een competitieve activiteit zoals sport. Bij het verkrijgen van minder antisociaal 19

23 gedrag op het veld bleek er onder meer ook een grote rol weggelegd voor leeftijdsgenoten en de mate waarin deze fair play als belangrijk beschouwden. Reflecteren Reflecteer regelmatig over je eigen handelen. Belangrijk aspect van het begeleiden is om als begeleider regelmatig stil te staan bij hoe de sportactiviteiten in werkelijkheid verlopen. Een model dat je hierbij kan helpen is terug te vinden in de algemene Initiator opleiding van de Vlaamse Trainers school. Daar spreekt men namelijk van de vijf bouwstenen van het didactisch proces (invloedkader van Bosmans & Detrez, 1999) en heeft men onderstaande figuur als kapstok gebruikt. Bovenstaand model kan een overzichtelijke structuur brengen in de voorbereiding, het verloop en de evaluatie van de sportactiviteit. De vijf vragen die in de figuur gesteld worden, zijn belangrijk omdat ze de basis vormen voor het nemen van de juiste beslissingen of het maken van de juiste keuzes. Controleer als begeleider dus steeds of de 5 bouwstenen voldoende ethisch onderbouwd zijn. Voor meer info verwijzen we je graag naar de VTS initiator cursus Algemeen Gedeelte. Om op een snelle manier te reflecteren of je een ethisch correcte handeling of beslissing hebt ondernomen kan je ook gebruik maken van de volgende vragen als test: Zou je hetzelfde gehandeld hebben mocht iedereen die je kent en respecteert het gezien hebben? Zou je eigen rolmodel hetzelfde gehandeld hebben? Zou je het leuk vinden mochten anderen op dezelfde manier handelen? 20

24 Vaak besteden begeleiders onvoldoende aandacht aan evaluatie en wordt aan zelfreflectie voorbijgegaan. Daarom werd een opdracht (zie opdracht 1) met casussen ontwikkeld die situaties of problemen omtrent (on)ethisch handelen bevat. Het gaat meer bepaald om stripverhalen waar nu en dan een blanco tekstballon wordt weergegeven waar de deelnemers de opdracht krijgen in de huid van één van de personages te kruipen en aan te geven hoe zij zouden reageren. Aan de hand hiervan reflecteren de deelnemers over hun eigen ethisch handelen. Positieve feedback Heb steeds oog voor het positieve (hoe klein ook) en moedig aan. Geef positieve feedback (niet fixeren op tekorten en beperkingen). Positieve feedback doet de kans toenemen dat het gedrag nogmaals gesteld wordt. Wanneer een jongere regelmatig positieve feedback op zijn gedrag krijgt dan neemt het zelfvertrouwen toe. Door feedback te geven, wordt de jongere ook opmerkzaam gemaakt voor de positieve gevolgen van gewenst gedrag - iets dat ze uit zichzelf misschien niet zo snel zouden waarnemen. De werkrelatie wordt versterkt en de algemene sfeer verbetert. Als we deze positieve feedback dan ook nog aan een waarde kunnen koppelen ( verbondenheid, vriendelijkheid, respect, beheersing ), dan is er een verhoogde kans dat de jongere in de toekomst ook zelf meer vanuit waarden zal denken en handelen. Communicatie Communiceer helder, blijf concreet, luister actief en geef ik-boodschappen. Communiceren met jongeren is niet altijd eenvoudig. Uit een gebrek aan goede communicatie kan snel een probleemsituatie of conflict ontstaan (zie reactiebeleid). Hier alvast enkele tips om het niet zo ver te laten komen. Wees een thermostaat en geen thermometer. Hou als begeleider steeds het hoofd cool, kalmeer en ga niet mee in verhitte discussies. Vermijd zoveel mogelijk termen als altijd, overal, nooit en haal geen oude koeien uit de gracht Wees bewust van je referentiekader (de situatie door de ogen en de beleving van de jongere kan totaal anders zijn) en zoek naar de achterliggende emotie. Wanneer je ziet dat iemand kwaad is, je ook afvragen waar hij zich zorgen over maakt Spreek in eigen naam ( bijv; : ik heb de indruk dat i.p.v. anderen zeggen dat ) Tracht zoveel mogelijk het concreet gedrag beschrijven en zo weinig mogelijk uit te gaan van negatieve intenties of een duiding naar persoonlijkheid toe te maken Probeer de persoon zelf te laten zeggen wat hij denkt en voelt en breng je eigen interpretaties als mogelijkheid en niet als een feit ( zou het kunnen dat ) 21

25 Ook expliciet zeggen wat goed ging in de situatie het gewenst gedrag vermelden niet alleen wat niet meer kan Verantwoorden van onethisch gedrag Gebruik de sportcontext niet als excuus om onethisch gedrag te verantwoorden => 8 mechanismen van het loslaten van morele waarden (Bandura) Antisociaal gedrag zoals het bewust kwetsen van de tegenstander, valsspelen of natrappen komen jammer genoeg wel eens voor in de sport. Vaak zijn de omstandigheden en de context waarin dit gedrag ontstaan is erg belangrijk in het oordeel of het al dan niet aanvaardbaar is. Wanneer bijvoorbeeld een fout wordt begaan als reactie op een agressieve ingreep van de tegenstander zal een atleet snel beweren dat hij niets fout deed omdat het werd uitgelokt. Het verantwoorden van onethisch gedrag komt geregeld voor in de sport en zorgt er op die manier ook voor dat slecht gedrag op het veld meer voorkomt. De bekende filosoof Bandura meende dat ons gedrag wordt gestuurd door de mate waarin ons gedrag voor positieve of negatieve gevolgen voor anderen zorgt. Bv. in theorie zou dit betekenen dat wanneer een rugbyspeler een tegenstander kwetst als gevolg van een wilde tackel, hij zich volgende keer zal inhouden zodat dit niet meer voorvalt. Je voelt al snel aan dat dit in sport niet realistisch is en een harde tackel nu eenmaal bij rugby hoort. Bandura (1991) stelt dat sport inderdaad een aparte context is, waar immoreel gedrag vaak wordt verantwoord door 8 mechanismen van morele ontkoppeling. Hierdoor schuiven sporters hun verantwoordelijkheid omtrent ethisch en prosociaal gedrag van zich af zonder er zich slecht bij te voelen. (Bandura et. al., 1996) 1. Rechtvaardigen: Het gedrag verantwoorden en goedpraten door te spreken van het doel heiligt de middelen of een professionele fout. 2. Minimaliseren: Eufemismen gebruiken en zo het gedrag minimaliseren met de gedachte dat het erbij hoort. 3. Voordelig vergelijken: De situatie vergelijken met een situatie uit een andere context om het gestelde gedrag er positiever te laten uitkomen. Denk aan: in onze tijd/in die club was het nog veel erger! 4. Verleggen verantwoordelijkheid: De verantwoordelijkheid voor het gedrag van zich afschuiven door de schuld bij iemand anders of de groep te leggen (bv. ik deed het voor het team/ de sportbegeleider had het mij opgedragen ). 5. Verspreiding van de verantwoordelijkheid: Het gedrag goedpraten door te stellen dat iedereen het doet. 6. Verdraaien van de gevolgen: De werkelijke gevolgen van de actie niet onder ogen komen (bv. het zal wel meevallen met blessure/schorsing...). 22

26 7. Voorstellen als iets onmenselijk: De tegenstander als iets onmenselijks voorstellen zodat je hem ook niet meer als een mens moet behandelen (hij is een beest op het plein, een echte machine). 8. Reactie op provocatie: Gedrag goedpraten door het voor te stellen als een reactie op onethisch gedrag ( bv. hij begon, ik ga me niet laten doen). Stimuleer prosociaal gedrag Ga voor het stimuleren van prosociaal gedrag! Prosociaal gedrag wordt beschreven als vrijwillig gedrag dat overwegend gericht is op het vergroten van het welzijn of welbevinden van anderen. Het is een uiting van sportiviteit, fair play en empathie. Het is als jeugdsportbegeleider een gemiste kans indien je dit niet zou nastreven. Graag verwijzen we naar het theoretisch kader, waar reeds uitgebreid werd ingegaan op wat prosociaal gedrag in de sportwereld inhoudt, hoe het wordt beïnvloed en hoe het geïmplementeerd kan worden en wat de valkuilen hieromtrent zijn. In de sessie wordt er tevens een filmpje getoond hieromtrent en worden er enkele tips gegeven. Doorzetten Hou vol. Zet door volgens de ingeslagen weg. Effectieve gedragswijziging en gedragsbehoud vraagt duurzame inspanningen. Het creëren van een ethisch klimaat gebeurt stap voor stap en waarschijnlijk met vallen en opstaan. Als begeleider krijg je dan ook meerdere kansen om een goede aanpak of een alternatief op problemen te bedenken. Elke positieve beslissing, ethische verantwoorde actie of goede daad zijn een stap, hoe klein ook, in de goede richting. Een ethisch klimaat bereik je niet door een grote eenmalige actie, maar door elke keer opnieuw verantwoorde beslissingen of acties te ondernemen. Preventiebeleid: Risicofactoren vermijden Tracht risicofactoren te vermijden Een aantal omstandigheden kunnen de begeleider en jongeren belemmeren om optimaal te functioneren. Tracht als begeleider voldoende bewust te zijn van onderstaande factoren: Denk vooraf na over het anticiperen op de groep: Heb ik vooraf al bepaalde negatieve signalen ontdekt? Hoe ga ik deze (moeilijke) groep beheren? Hoe zal ik inspelen op incidenten (als er zich voordoen)? Hoe ga ik omgaan met eventuele kliekjes? Op welke positieve aspecten ga ik inzetten om een positieve sfeer te creëren? 23

27 De grootte van het sportterrein wordt best zo veel mogelijk aangepast volgens de verhouding tussen de oppervlakte en het aantal jongeren. Te kort bij elkaar kan conflicten in de hand werken, te ver uit elkaar kan dan weer nadelig zijn om goed overzicht te kunnen houden en het gezag bemoeilijken. Een veilige, overzichtelijke en ordelijke infrastructuur schept tegelijk een basisveiligheid, straalt rust en disciplinering uit en houdt de risico s op ongevallen en incidenten beperkt. Lawaaibevorderende factoren zoals harde materialen worden best zo veel als mogelijk ingeperkt. Structuur, orde en herhaling zijn belangrijke begrippen tijdens de training. Bij consequent handelen wordt dit op de duur een automatisme waardoor je veel meer kunt bereiken. Je ontwikkelt als het ware een patroon. De samenstelling van de groep bepaalt de mate van inzet en medewerking. Het aantal jongeren, maar ook de heterogeniteit van de groep kan een aanpak sterk bemoeilijken. Soms is er een enorme diversiteit in talent, interesses, achtergrond en gaat dit gepaard met problemen. De afwezigheid van uitgesproken positief ingestelde leidersfiguren onder de jongeren kan dit bemoeilijken. Overdreven competitiviteit Pas op voor overdreven competitiviteit en te sterke focus op winnen. Leg de lat niet te hoog. Behandel je leden in de eerste plaats als kind en op de tweede plaats als atleet.( persoon vs. object => winst) Sport is too much a game to be a business and too much a business to be a game (Hums, Barr, & Gullion, 1999). Sport is alomtegenwoordig in de kranten & media en evenementen en wedstrijden lokken duizenden supporters. Elitesport dankt zijn populariteit in grote mate aan het competitie-element. Echter, de sterke nadruk op competitiviteit kan ook een bron van conflicten zijn en heeft invloed op de mate van sportiviteit. Het is bijgevolg erg belangrijk hier behoedzaam mee om te gaan in de context van jeugd- en breedtesport. Het thema wordt vaak als belangrijke ethische kwestie naar voor geschoven met betrekking tot jeugdsport omdat literatuur hieromtrent bewijst dat een te sterke nadruk op winnen het plezier van jongeren in sport doet afnemen. De idee dat het doel de middelen heiligt en er koste wat het kost gewonnen moet worden zorgt voor een negatief effect (bv. sneller verbreken van regels, meer agressie ). De druk om te slagen voor evaluaties, limiet behalen, kampioenschappen winnen dragen ertoe bij dat er niet voldoende aandacht wordt geschonken aan de positieve 24

28 eigenschappen van sport. Cook & Cole (2001) omschrijven het als: Wie en wat kinderen zijn staat haaks tegenover de idee van harde competitie, ten-alle-kost winnen en winnen om het winnen zelf. Het is niet onbelangrijk in te zien in welke mate competitieve sport jonge atleten meer kwetsbaar maakt voor misbruik. De drang om te winnen overschaduwt de positieve redenen om aan sport te doen. De jongere wordt dan eerder een object of instrument dat de begeleider status kan bijbrengen. Eens deze verandering in identiteit plaatsvindt, wordt de atleet niet meer bekeken als een individu met persoonlijke noden en rechten, maar eerder als een middel op weg naar sportief succes. Wanneer atleten bereid zijn om alles te doen om hun sportieve droom waar te maken, gaan ze sneller onethische praktijken toelaten of rechtvaardigen omdat ze geloven dat het hen helpt hun doelstelling te behalen. De te ver doorgedreven zoektocht naar het perfectioneren van de lichamelijke prestaties maakt bijvoorbeeld ook de stap naar het gebruik van doping kleiner. Volwassenen moeten daarom ten allen tijde waakzaam zijn dat ze niet hun eigen noden en doelstellingen in sport achterna jagen via het kind. Het is in dit opzicht belangrijk te nuanceren dat doorgedreven lichamelijke inspanning inherent is aan sport; het is nu eenmaal eigen aan sport om beter te willen worden en om kracht, snelheid en specifieke vaardigheden te ontwikkelen. Bovendien is het de rol van de sportbegeleider om zijn atleten aan te moedigen te presteren en duwt hij ze soms uit hun 'comfort zone' om beter te worden. Het is soms dan ook een moeilijke taak onderscheid te maken tussen doorgedreven training en lichamelijke inspanning die grensoverschrijdend en schadelijk is. Negatieve signalen Wees alert voor negatieve signalen. Jongeren gaan het niet altijd komen vertellen als ze met een probleem zitten. Tracht daarom verder te kijken dan het gestelde gedrag. Maak contact met de jongeren en hun leefwereld. Tracht je in te leven in hun referentiekader. Het referentiekader is de bril waardoor iemand naar de werkelijkheid kijkt en deze interpreteert. Deze blik is dus puur persoonlijk en subjectief m.a.w.: Wat jij leuk/normaal vindt,is niet noodzakelijk hetzelfde bij anderen. Het referentiekader wordt onder andere beïnvloed door: Verleden (wat heb je meegemaakt?) Opvoeding (wat heb je thuis geleerd?) Vrienden (welke invloed hebben zij op je gedrag?) Opleiding (wat heb je op school geleerd?) Leeftijd (wat was gangbaar in die tijd?) Karakter (welke eigenschappen zijn typisch voor je persoonlijkheid?) 25

29 Stemming van het moment (voel je je op dit moment goed in je vel?) Empowerment Ga voor empowerment. Gebruik de groep zoveel mogelijk als middel. Jongeren bevinden zich in een ontwikkelingsproces waarin ze de ervaring en steun van hun sportbegeleider goed kunnen gebruiken. In dit opzicht is het echter belangrijk dat er voldoende verantwoordelijkheid bij de jongere zelf wordt gelegd. We willen als begeleider het eigenwaardegevoel stimuleren en ze inzicht laten krijgen in hun eigen mogelijkheden en beperkingen. Empowerment vertrekt vanuit hun sterke punten, leefwereld en vaardigheden. Het is het versterken van jongeren door het geven van kansen om hun inbreng te doen. Een positieve kijk en overtuiging van de capaciteiten van de jongeren is belangrijk. Jongeren voelen het namelijk snel als ze au sérieux genomen worden. Aan atleten wordt best vanop jonge leeftijd de waarde van sportief gedrag aangeleerd. Het belang van eerlijkheid, fair play, nederigheid en beleefdheid moet voldoende onderstreept worden en de verantwoordelijkheid hiervoor wordt best in de eerste plaats bij de jongeren zelf gelegd. Vals spelen is bijvoorbeeld één van de grotere ethische problemen in de sportwereld. De motivatie om vals te spelen komt voort uit de drang om te winnen, iets te verdienen (geld, prijs, trofee), of door een competitieve ingesteldheid gecombineerd met angst dat op eerlijke wijze niet kan gewonnen worden. Vals spelen is je verantwoordelijkheid ontlopen en zorgt niet alleen voor oneerlijke resultaten, het ondermijnt ook de sportieve geest van het spel. In een ideale wereld neemt de jonge sporter de verantwoordelijkheid om zichzelf en de groep te corrigeren en zijn er bijvoorbeeld geen scheidsrechters of juryleden meer nodig. Wanneer er op deze manier met sport wordt omgegaan is er al een belangrijke voorwaarde voldaan om emotionele en sociale competenties bij te brengen. Reactiebeleid: Omgaan met probleemgedrag & agressie Pas je begeleidingsstijl aan naargelang probleemgedrag, geweld/agressie voorkomt. Geweld en agressie zijn nauw met elkaar verbonden, maar kunnen in de sport niet als synoniemen gebruikt worden. Agressie op het sportveld beschouwen we als iets dat nauw samenhangt met onze drang om te winnen, met onze behoefte te presteren en zelfontplooiing. Het is een kracht die we spontaan aanspreken wanneer we ons letterlijk of figuurlijk moeten verdedigen of wanneer we moeite moeten doen om 26

30 ons doel te bereiken. Agressie kan een waardevolle, natuurlijke kracht zijn die ons helpt te presteren en wedstrijden te winnen. Bij het voorkomen van agressie op het sportveld worden de spelregels ook vaak niet overschreden. Wanneer dit wel gebeurt, kan er sprake zijn van een destructieve vorm van agressie. In dat geval noemen we het geweld omdat er nu wel sprake is van gedrag dat schade berokkent en waarbij de ander niet langer gerespecteerd blijft in zijn eigenwaarde. De Wereldgezondheidsorganisatie hanteert een brede definitie van geweld en spreekt van het intentioneel aanwenden van of dreigen met fysieke of psychologische macht of kracht, ten aanzien van zichzelf, een andere persoon of tegen een groep of gemeenschap en wel zo dat er sprake is van of een reële kans bestaat op het toebrengen van kwetsuren, de dood, psychologische schade, een problematische ontwikkeling of deprivatie. In dat kader moet er ook goed onderscheid gemaakt worden tussen de agressie op de tribune en deze op het veld. Want gedrag tijdens het sport beoefenen en gedrag tijdens sport bekijken zijn in dat opzicht erg verschillend. Omgaan met jongeren die zich op of naast het veld geregeld niet gedragen zoals het hoort, is voor een begeleider vaak een moeilijke opdracht. Wanneer je als begeleider besluit in te grijpen, denk dan niet te snel in er op of er onder termen om het probleemgedrag op te lossen. Denk eraan dat het gedrag geleerd is en dus kan veranderen via bijkomend leren en positieve bekrachtiging (zie kwaliteitsbeleid). Wees je ervan bewust dat wangedrag vaak echter niet wordt afgeleerd in de zin dat het definitief verdwijnt. Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld bij hoge emotie tijdens een belangrijke wedstrijd) kunnen oude negatieve gedragspatronen terug geactiveerd worden. Conflict = kans Zie een probleem/conflict als een kans (bv. om de relatie te versterken). Een conflict is een situatie waarin twee tegengestelde wensen botsen. Bij dergelijk gedrag worden de psychische en of fysieke grenzen van iemand overschreden. Een conflict beheersen is dan ook moeilijk. Het belang van de relatie wordt afgewogen tegen het persoonlijke doel, wat de stijl van het conflict bepaalt. Conflicten vermijden, je aanpassen, een strijd leveren of onderhandelen niet eenvoudig! Zeker in de sportcontext, waar macht en emotie een conflict vaak vertroebelen. Wees ervan bewust dat elke partij zijn eigen wensen en behoeften heeft. Een goede eerste stap is het probleem trachten om te draaien van jij tegen ik naar jij en ik tegen het probleem en een gezamenlijk doel te zoeken. Onderstaande figuur geeft een model de zogenaamde Theory of Constraints for Education (TOCfE) - omtrent conflicthantering schematisch weer. 27

31 Figuur: Grienberg et al. (2008) Conflicten². Gids voor leren en samenleven. Een conflict omzetten naar een kans voelt niet meteen natuurlijk aan. Vaak zorgt de situatie eerder voor enorme irritatie en frustratie. Hier zijn alvast enkele absolute dont s (vermijden dus!): Waarschuwingen/vermaningen. 'Dit is de laatste keer dat je...' Bevelen/commanderen. 'Jij gaat nu direct... ' Dreigementen. 'Als je niet doet wat ik zeg dan...' Beschuldigingen. 'Het is allemaal jouw schuld dat... ' Oordelen/labelen. 'Jij bent gewoon lui...' Afkeuringen. 'Je hebt waardeloos gespeeld.' Sarcasme. 'Moet je Miss Perfect eens horen... ' Moraliseren/preken. 'Zo hoor je dit gewoon niet te doen.' Schelden. 'Rot op! Hooligan!' Belachelijk maken. 'Ach, het wordt ook nooit wat met jou.' Smeken. 'Alsjeblieft, ik zal nooit meer... ' Schuldgevoel opwekken. 'Vind je zelf dan ook niet dat je... ' Beledigingen. 'Eens een loser, altijd een loser.' Zondebok aanwijzen. 'Het is allemaal de schuld van... ' Het klinkt zo logisch dat de volgende praktijken niet bijdragen aan de oplossing van een conflict, maar ze komen maar al te vaak voor en zijn de bron van escalatie. Indien je je verder wil verdiepen in deze materie raden we life space crisis intervention (LSCI) aan. Dat is een verbale interventiemethodiek die leert om te gaan met kinderen en jongeren in conflict en crisis. Het laat je toe om een crisis bij kinderen en jongeren te gebruiken als leermoment. Door vooral bewust om te gaan met enkele valkuilen tijdens en na een crisissituatie proberen we de relatie 28

ETHISCH BEGELEIDEN VAN JEUGDSPORT

ETHISCH BEGELEIDEN VAN JEUGDSPORT ETHISCH BEGELEIDEN VAN JEUGDSPORT Toelichting VUB (onderzoeks)luik Prof. Dr. Kristine De Martelaer Jens De Rycke 2 Inleiding Onze visie en doelstellingen Een te beperkt aanbod van ethische thema s in de

Nadere informatie

Tilburg University. Technieken van kwalitatief onderzoek 1 Verhallen, T.M.M.; Vogel, H. Published in: Tijdschrift voor Marketing

Tilburg University. Technieken van kwalitatief onderzoek 1 Verhallen, T.M.M.; Vogel, H. Published in: Tijdschrift voor Marketing Tilburg University Technieken van kwalitatief onderzoek 1 Verhallen, T.M.M.; Vogel, H. Published in: Tijdschrift voor Marketing Publication date: 1982 Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

Tilburg University. Energiebesparing door gedragsverandering van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Psychologie. Publication date: 1982

Tilburg University. Energiebesparing door gedragsverandering van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Psychologie. Publication date: 1982 Tilburg University Energiebesparing door gedragsverandering van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Psychologie Publication date: 1982 Link to publication Citation for published version (APA):

Nadere informatie

Tilburg University. Hoe psychologisch is marktonderzoek? Verhallen, T.M.M.; Poiesz, Theo. Published in: De Psycholoog. Publication date: 1988

Tilburg University. Hoe psychologisch is marktonderzoek? Verhallen, T.M.M.; Poiesz, Theo. Published in: De Psycholoog. Publication date: 1988 Tilburg University Hoe psychologisch is marktonderzoek? Verhallen, T.M.M.; Poiesz, Theo Published in: De Psycholoog Publication date: 1988 Link to publication Citation for published version (APA): Verhallen,

Nadere informatie

Markt- en marketingonderzoek aan Nederlandse universiteiten Verhallen, T.M.M.; Kasper, J.D.P.

Markt- en marketingonderzoek aan Nederlandse universiteiten Verhallen, T.M.M.; Kasper, J.D.P. Tilburg University Markt- en marketingonderzoek aan Nederlandse universiteiten Verhallen, T.M.M.; Kasper, J.D.P. Published in: Tijdschrift voor Marketing Publication date: 1987 Link to publication Citation

Nadere informatie

Tilburg University. Huishoudelijk gedrag en stookgasverbruik van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Economisch Statistische Berichten

Tilburg University. Huishoudelijk gedrag en stookgasverbruik van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Economisch Statistische Berichten Tilburg University Huishoudelijk gedrag en stookgasverbruik van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Economisch Statistische Berichten Publication date: 1980 Link to publication Citation for published

Nadere informatie

Tilburg University. Dienstenkeurmerken misbruikt Roest, Henk; Verhallen, T.M.M. Published in: Tijdschrift voor Marketing. Publication date: 1999

Tilburg University. Dienstenkeurmerken misbruikt Roest, Henk; Verhallen, T.M.M. Published in: Tijdschrift voor Marketing. Publication date: 1999 Tilburg University Dienstenkeurmerken misbruikt Roest, Henk; Verhallen, T.M.M. Published in: Tijdschrift voor Marketing Publication date: 1999 Link to publication Citation for published version (APA):

Nadere informatie

Het opschorten van de handel op de Amsterdamse Effectenbeurs Kabir, M.R.

Het opschorten van de handel op de Amsterdamse Effectenbeurs Kabir, M.R. Tilburg University Het opschorten van de handel op de Amsterdamse Effectenbeurs Kabir, M.R. Published in: Bedrijfskunde: Tijdschrift voor Modern Management Publication date: 1991 Link to publication Citation

Nadere informatie

Tilburg University. Huisvuilscheidingsproeven in Nederland Pieters, Rik; Verhallen, T.M.M. Published in: Beswa-Revue. Publication date: 1985

Tilburg University. Huisvuilscheidingsproeven in Nederland Pieters, Rik; Verhallen, T.M.M. Published in: Beswa-Revue. Publication date: 1985 Tilburg University Huisvuilscheidingsproeven in Nederland Pieters, Rik; Verhallen, T.M.M. Published in: Beswa-Revue Publication date: 1985 Link to publication Citation for published version (APA): Pieters,

Nadere informatie

Procrustes analyse (1) Steenkamp, J.E.B.M.; van Trijp, J.C.M.; Verhallen, T.M.M.

Procrustes analyse (1) Steenkamp, J.E.B.M.; van Trijp, J.C.M.; Verhallen, T.M.M. Tilburg University Procrustes analyse (1) Steenkamp, J.E.B.M.; van Trijp, J.C.M.; Verhallen, T.M.M. Published in: Tijdschrift voor Marketing Publication date: 1989 Link to publication Citation for published

Nadere informatie

Begrip image kent in wetenschap allerlei uiteenlopende definities Verhallen, T.M.M.

Begrip image kent in wetenschap allerlei uiteenlopende definities Verhallen, T.M.M. Tilburg University Begrip image kent in wetenschap allerlei uiteenlopende definities Verhallen, T.M.M. Published in: Adformatie Publication date: 1988 Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

Tilburg University. Economische psychologie Verhallen, T.M.M. Published in: De Psycholoog. Publication date: 1977. Link to publication

Tilburg University. Economische psychologie Verhallen, T.M.M. Published in: De Psycholoog. Publication date: 1977. Link to publication Tilburg University Economische psychologie Verhallen, T.M.M. Published in: De Psycholoog Publication date: 1977 Link to publication Citation for published version (APA): Verhallen, T. M. M. (1977). Economische

Nadere informatie

Tilburg University. Technieken van kwalitatief onderzoek 2 Verhallen, T.M.M.; Vogel, H.P. Published in: Tijdschrift voor Marketing

Tilburg University. Technieken van kwalitatief onderzoek 2 Verhallen, T.M.M.; Vogel, H.P. Published in: Tijdschrift voor Marketing Tilburg University Technieken van kwalitatief onderzoek 2 Verhallen, T.M.M.; Vogel, H.P. Published in: Tijdschrift voor Marketing Publication date: 1983 Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

Tilburg University. Canonische analyse in markt- en marketingonderzoek Kuylen, A.A. A.; Verhallen, T.M.M. Published in: Tijdschrift voor Marketing

Tilburg University. Canonische analyse in markt- en marketingonderzoek Kuylen, A.A. A.; Verhallen, T.M.M. Published in: Tijdschrift voor Marketing Tilburg University Canonische analyse in markt- en marketingonderzoek Kuylen, A.A. A.; Verhallen, T.M.M. Published in: Tijdschrift voor Marketing Publication date: 1980 Link to publication Citation for

Nadere informatie

Tilburg University Het voorkomen van merkverwarring General rights Take down policy

Tilburg University Het voorkomen van merkverwarring General rights Take down policy Tilburg University Het voorkomen van merkverwarring Hacker, T.W.F.; Verhallen, T.M.M. Published in: Tijdschrift voor Marketing Publication date: 1988 Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

Published in: Onderwijs Research Dagen 2013 (ORD2013), mei 2013, Brussel, Belgie

Published in: Onderwijs Research Dagen 2013 (ORD2013), mei 2013, Brussel, Belgie Samenwerkend leren van leerkrachten : leeropbrengsten gerelateerd aan activiteiten en foci van samenwerking Doppenberg, J.J.; den Brok, P.J.; Bakx, A.W.E.A. Published in: Onderwijs Research Dagen 2013

Nadere informatie

De invloed van preferente beschermingsaandelen op aandelenkoersen Cantrijn, A.L.R.; Kabir, M.R.

De invloed van preferente beschermingsaandelen op aandelenkoersen Cantrijn, A.L.R.; Kabir, M.R. Tilburg University De invloed van preferente beschermingsaandelen op aandelenkoersen Cantrijn, A.L.R.; Kabir, M.R. Published in: Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie Publication date: 1992 Link

Nadere informatie

Tilburg University. Deelname aan huisvuilscheidingproeven Pieters, Rik; Verhallen, T.M.M. Published in: Toegepaste sociale psychologie 1

Tilburg University. Deelname aan huisvuilscheidingproeven Pieters, Rik; Verhallen, T.M.M. Published in: Toegepaste sociale psychologie 1 Tilburg University Deelname aan huisvuilscheidingproeven Pieters, Rik; Verhallen, T.M.M. Published in: Toegepaste sociale psychologie 1 Publication date: 1985 Link to publication Citation for published

Nadere informatie

Tilburg University. Psychologisch marktonderzoek Verhallen, T.M.M. Publication date: 1988. Link to publication

Tilburg University. Psychologisch marktonderzoek Verhallen, T.M.M. Publication date: 1988. Link to publication Tilburg University Psychologisch marktonderzoek Verhallen, T.M.M. Publication date: 1988 Link to publication Citation for published version (APA): Verhallen, T. M. M. (1988). Psychologisch marktonderzoek.

Nadere informatie

Tilburg University. Domein-specifieke marktsegmentatie van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Handboek marketing, 3e ed.

Tilburg University. Domein-specifieke marktsegmentatie van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Handboek marketing, 3e ed. Tilburg University Domein-specifieke marktsegmentatie van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Handboek marketing, 3e ed. Publication date: 1990 Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

Welke factoren beïnvloeden het gezamenlijk leren door leraren? Een systematische literatuurreview Thurlings, M.C.G.; den Brok, P.J.

Welke factoren beïnvloeden het gezamenlijk leren door leraren? Een systematische literatuurreview Thurlings, M.C.G.; den Brok, P.J. Welke factoren beïnvloeden het gezamenlijk leren door leraren? Een systematische literatuurreview Thurlings, M.C.G.; den Brok, P.J. Published in: Onderwijs Research Dagen(ORD), 11-12 Juni 2014, Groningen,

Nadere informatie

Tilburg University. Chapters 1-7 Bouckaert, L.; Sels, A.T.H.

Tilburg University. Chapters 1-7 Bouckaert, L.; Sels, A.T.H. Tilburg University Chapters 1-7 Bouckaert, L.; Sels, A.T.H. Published in: Waarden-in-Spanning. Conflicterende Keuzen bij Zelfstandige Ondernemers, Land en- Tuinbouwers Publication date: 2001 Link to publication

Nadere informatie

De spaarder Alessie, R.J.M.; Camphuis, H.; Kapteyn, A.; Klijn, F.; Verhallen, T.M.M.

De spaarder Alessie, R.J.M.; Camphuis, H.; Kapteyn, A.; Klijn, F.; Verhallen, T.M.M. Tilburg University De spaarder Alessie, R.J.M.; Camphuis, H.; Kapteyn, A.; Klijn, F.; Verhallen, T.M.M. Published in: Financiele advisering aan de consument Publication date: 1993 Link to publication Citation

Nadere informatie

De wet van de grote(re) getallen Jacobs, Daan; van Zuydam, Sabine; van Ostaaijen, Julien; de Brouwer, Leon

De wet van de grote(re) getallen Jacobs, Daan; van Zuydam, Sabine; van Ostaaijen, Julien; de Brouwer, Leon Tilburg University De wet van de grote(re) getallen Jacobs, Daan; van Zuydam, Sabine; van Ostaaijen, Julien; de Brouwer, Leon Document version: Publisher's PDF, also known as Version of record Publication

Nadere informatie

Tilburg University. De portefeuillekeuze van Nederlandse huishoudens Das, J.W.M.; van Soest, Arthur

Tilburg University. De portefeuillekeuze van Nederlandse huishoudens Das, J.W.M.; van Soest, Arthur Tilburg University De portefeuillekeuze van Nederlandse huishoudens Das, J.W.M.; van Soest, Arthur Published in: De Rol van het Vermogen in de Economie. Preadviezen van de KVS Publication date: Link to

Nadere informatie

Tilburg University. Publication date: Link to publication

Tilburg University. Publication date: Link to publication Tilburg University Beëindigen en wijzigen van overeenkomsten. Een horizontale vergelijking. Monografie nieuw BW A10 (2e uitgebr. druk) Hammerstein, A.; Vranken, J.B.M. Publication date: 2003 Link to publication

Nadere informatie

Tilburg University. Publication date: 2005. Link to publication

Tilburg University. Publication date: 2005. Link to publication Tilburg University Naar een Optimaal Design voor Investeringssubsidies in Milieuvriendelijke Technieken Aalbers, R.F.T.; van der Heijden, Eline; van Lomwel, A.G.C.; Nelissen, J.H.M.; Potters, n; van Soest,

Nadere informatie

Tilburg University. Succesmaatstaven voor beursondernemingen Kabir, M.R.; Douma, S.W. Published in: Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie

Tilburg University. Succesmaatstaven voor beursondernemingen Kabir, M.R.; Douma, S.W. Published in: Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie Tilburg University Succesmaatstaven voor beursondernemingen Kabir, M.R.; Douma, S.W. Published in: Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie Publication date: 1996 Link to publication Citation for

Nadere informatie

Ethisch verantwoord begeleiden van de (jeugd)sporter en het stimuleren van prosociaal gedrag.

Ethisch verantwoord begeleiden van de (jeugd)sporter en het stimuleren van prosociaal gedrag. Ethisch verantwoord begeleiden van de (jeugd)sporter en het stimuleren van prosociaal gedrag. De Martelaer K., De Rycke J. AUTEUR(S) De Martelaer K., De Rycke J. REDACTEUR Verbeiren K. INSTITUUT Vrije

Nadere informatie

Tilburg University. Omgaan met verschillen Kroon, Sjaak; Vallen, A.L.M.; Van den Branden, K. Published in: Omgaan met verschillen

Tilburg University. Omgaan met verschillen Kroon, Sjaak; Vallen, A.L.M.; Van den Branden, K. Published in: Omgaan met verschillen Tilburg University Kroon, Sjaak; Vallen, A.L.M.; Van den Branden, K. Published in: Publication date: 2002 Link to publication Citation for published version (APA): Kroon, S., Vallen, T., & Van den Branden,

Nadere informatie

Effectiviteit en bruikbaarheid van verschillende werkvormen EVS in de opleiding van jeugdsportbegeleiders

Effectiviteit en bruikbaarheid van verschillende werkvormen EVS in de opleiding van jeugdsportbegeleiders Effectiviteit en bruikbaarheid van verschillende werkvormen EVS in de opleiding van jeugdsportbegeleiders J. De Bouw, K. De Martelaer, K. Struyven en L. Haerens 31/12/2011 Inleiding Aanleiding onderzoek:

Nadere informatie

Tilburg University. Wat in het vak zit verzuurt niet Oei, T.I. Published in: Mededelingenblad van de Nederlandse Vereniging voor Psychoanalyse

Tilburg University. Wat in het vak zit verzuurt niet Oei, T.I. Published in: Mededelingenblad van de Nederlandse Vereniging voor Psychoanalyse Tilburg University Wat in het vak zit verzuurt niet Oei, T.I. Published in: Mededelingenblad van de Nederlandse Vereniging voor Psychoanalyse Document version: Peer reviewed version Publication date: 2013

Nadere informatie

Koerseffecten van aandelenemissies aan de Amsterdamse Effectenbeurs Arts, P.; Kabir, M.R.

Koerseffecten van aandelenemissies aan de Amsterdamse Effectenbeurs Arts, P.; Kabir, M.R. Tilburg University Koerseffecten van aandelenemissies aan de Amsterdamse Effectenbeurs Arts, P.; Kabir, M.R. Published in: Financiering en belegging Publication date: 1993 Link to publication Citation

Nadere informatie

BELEIDSPLAN. Internationaal Centrum Ethiek in de Sport 2015-2017. Internationaal Centrum Ethiek in de Sport

BELEIDSPLAN. Internationaal Centrum Ethiek in de Sport 2015-2017. Internationaal Centrum Ethiek in de Sport 1 BELEIDSPLAN Internationaal Centrum Ethiek in de Sport 2015-2017 Internationaal Centrum Ethiek in de Sport Waterkluiskaai 16-9040 Sint-Amandsberg/Gent www.ethicsandsport.com - info@ethicsandsport.com

Nadere informatie

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan De ontwikkeling van vrouwen en meisjes in het rugby heeft de afgelopen jaren flink aan momentum gewonnen en de beslissing om zowel heren als dames uit te laten komen op het sevenstoernooi van de Olympische

Nadere informatie

Hoe schadevergoeding kan leiden tot gevoelens van erkenning en gerechtigheid Mulder, J.D.W.E.

Hoe schadevergoeding kan leiden tot gevoelens van erkenning en gerechtigheid Mulder, J.D.W.E. Tilburg University Hoe schadevergoeding kan leiden tot gevoelens van erkenning en gerechtigheid Mulder, J.D.W.E. Published in: Nederlands Juristenblad Document version: Publisher final version (usually

Nadere informatie

Tilburg University. De Wet Gelijke Behandeling E-handtekeningen Koops, Bert Jaap. Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening

Tilburg University. De Wet Gelijke Behandeling E-handtekeningen Koops, Bert Jaap. Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening Tilburg University De Wet Gelijke Behandeling E-handtekeningen Koops, Bert Jaap Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening Publication date: 2000 Link to publication Citation for

Nadere informatie

Korfbalclub Limes Vereniging Zonder Winstoogmerk

Korfbalclub Limes Vereniging Zonder Winstoogmerk GEDRAGSCODE VOOR DE SPELERS Als speler engageer ik mij om: steeds tijdig op het afspraakuur aanwezig te zijn voor trainingen en wedstrijden opgegeven door de trainer; steeds de trainer te verwittigen indien

Nadere informatie

HIJS HOKIJ DEN HAAG GEDRAGSCODE

HIJS HOKIJ DEN HAAG GEDRAGSCODE Waarom een gedragscode? Eén van de methodes om ongewenst gedrag zoals agressie, vandalisme e.d. te beperken, is het opstellen van een gedragscode. De twee belangrijkste oorzaken van ongewenst gedrag zijn

Nadere informatie

Ethisch management. Prof Dr. Annick Willem Jens De Rycke. ALM Antwerpen 29/04/2014

Ethisch management. Prof Dr. Annick Willem Jens De Rycke. ALM Antwerpen 29/04/2014 Ethisch management Prof Dr. Annick Willem Jens De Rycke ALM Antwerpen 29/04/2014 Decreet Gemiddelde score's per thema 4,16 4,11 4,33 4,47 3,98 3,77 Rechten vh Kind Inclusie Diversiteit Fairplay Integriteit

Nadere informatie

ETHISCH VERANTWOORD SPORTEN 2012-2013. De stedelijke sportraad Kortrijk en de Kortrijkse sportclubs werken mee!

ETHISCH VERANTWOORD SPORTEN 2012-2013. De stedelijke sportraad Kortrijk en de Kortrijkse sportclubs werken mee! 2012-2013 ETHISCH VERANTWOORD SPORTEN De stedelijke sportraad Kortrijk en de Kortrijkse sportclubs werken mee! Stedelijke sportraad Kortrijk p.a. Bad Godesberglaan 22 8500 Kortrijk Tel. 056 27 80 16 Inhoud

Nadere informatie

Het binnen planning en budget realiseren van werkzaamheden in een buitendienststelling bij zowel spoor- als wegverkeer door de projectorganisatie

Het binnen planning en budget realiseren van werkzaamheden in een buitendienststelling bij zowel spoor- als wegverkeer door de projectorganisatie Eindhoven University of Technology MASTER Het binnen planning en budget realiseren van werkzaamheden in een buitendienststelling bij zowel spoor- als wegverkeer door de projectorganisatie Braspenning,

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

Mr. C. Asser's handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht, Algemeen deel [2] Asser, C.; Vranken, J.B.M.

Mr. C. Asser's handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht, Algemeen deel [2] Asser, C.; Vranken, J.B.M. Tilburg University Mr. C. Asser's handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht, Algemeen deel [2] Asser, C.; Vranken, J.B.M. Publication date: 1995 Link to publication Citation for

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Tilburg University. Boekbespreking R.J. van der Weijden van Dijck, G. Published in: Tijdschrift voor Insolventierecht

Tilburg University. Boekbespreking R.J. van der Weijden van Dijck, G. Published in: Tijdschrift voor Insolventierecht Tilburg University Boekbespreking R.J. van der Weijden van Dijck, G. Published in: Tijdschrift voor Insolventierecht Document version: Peer reviewed version Publication date: 2014 Link to publication Citation

Nadere informatie

Over de restspanningen die optreden na het koud richten van een zwak gekromde as Esmeijer, W.L.

Over de restspanningen die optreden na het koud richten van een zwak gekromde as Esmeijer, W.L. Over de restspanningen die optreden na het koud richten van een zwak gekromde as Esmeijer, W.L. Gepubliceerd: 01/01/1966 Document Version Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check the

Nadere informatie

Opgave 1 Agressie op het sportveld

Opgave 1 Agressie op het sportveld Opgave 1 Agressie op het sportveld Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje. Inleiding In 12 raakte een grensrechter na afloop van een amateurvoetbalwedstrijd ernstig gewond

Nadere informatie

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport Sanne Gielen Inleiding Starten met een nieuwe sport is voor iedereen spannend; Hoe zal de training eruit zien? Zal de coach aardig zijn? Heb ik een klik met mijn teamgenoten? Kán ik het eigenlijk wel?

Nadere informatie

Tilburg University. Internationaal marketingonderwijs Verhallen, T.M.M.; de Freytas, W.H.J. Published in: Tijdschrift voor Marketing

Tilburg University. Internationaal marketingonderwijs Verhallen, T.M.M.; de Freytas, W.H.J. Published in: Tijdschrift voor Marketing Tilburg University Verhallen, T.M.M.; de Freytas, W.H.J. Published in: Tijdschrift voor Marketing Publication date: 1992 Link to publication Citation for published version (APA): Verhallen, T. M. M., &

Nadere informatie

Ethiek in de sport. Internationaal Centrum Ethiek in de Sport (ICES) www.ethicsandsport.com inf@ethicsandsport.com. De Aftrap 7 oktober 2014 - Deurne

Ethiek in de sport. Internationaal Centrum Ethiek in de Sport (ICES) www.ethicsandsport.com inf@ethicsandsport.com. De Aftrap 7 oktober 2014 - Deurne Ethiek in de sport Internationaal Centrum Ethiek in de Sport (ICES) www.ethicsandsport.com inf@ethicsandsport.com De Aftrap 7 oktober 2014 - Deurne Ethisch Sporten = sporten in overeenstemming met het

Nadere informatie

VLAAMSE TAEKWONDO BOND VZW GEDRAGSREGELS. Vlaamse Taekwondo Bond vzw

VLAAMSE TAEKWONDO BOND VZW GEDRAGSREGELS. Vlaamse Taekwondo Bond vzw VLAAMSE TAEKWONDO BOND VZW GEDRAGSREGELS Vlaamse Taekwondo Bond vzw De bijgevoegde regels gelden op en rond elke dojang en wedstrijdterrein. Lees ze goed en verspreid ze onder uw leden, zodat we er samen

Nadere informatie

University of Groningen. Inferior or superior Carmona Rodriguez, Carmen

University of Groningen. Inferior or superior Carmona Rodriguez, Carmen University of Groningen Inferior or superior Carmona Rodriguez, Carmen IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the

Nadere informatie

Wij zijn de toekomst : Jos Lichtenberg over Eco-Cities

Wij zijn de toekomst : Jos Lichtenberg over Eco-Cities Wij zijn de toekomst : Jos Lichtenberg over Eco-Cities Lichtenberg, J.J.N. Published in: Eco-Cities Gepubliceerd: 01/01/2012 Document Version Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check

Nadere informatie

Pedagogisch sport klimaat Kind centraal

Pedagogisch sport klimaat Kind centraal Pedagogisch sport klimaat Kind centraal Nicolette Schipper van Veldhoven Lector Sportpedagogiek Amsterdam 13 oktober 2018 1 Opbouw presentatie Belang van sport en bewegen Belang van een pedagogisch klimaat

Nadere informatie

Tilburg University. De Trusted Third Party bestaat niet Koops, Bert Jaap. Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening

Tilburg University. De Trusted Third Party bestaat niet Koops, Bert Jaap. Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening Tilburg University De Trusted Third Party bestaat niet Koops, Bert Jaap Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening Publication date: 1999 Link to publication Citation for published

Nadere informatie

University of Groningen. Up2U Harder, Annemiek T.; Eenshuistra, Annika

University of Groningen. Up2U Harder, Annemiek T.; Eenshuistra, Annika University of Groningen Harder, Annemiek T.; Eenshuistra, Annika IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document

Nadere informatie

Verbeteringsvoorstel ten aanzien van de akoestiek van de zaal in het gemeenschapshuis " De Klosterhof" te Arcen Deelen, van, Eric

Verbeteringsvoorstel ten aanzien van de akoestiek van de zaal in het gemeenschapshuis  De Klosterhof te Arcen Deelen, van, Eric Verbeteringsvoorstel ten aanzien van de akoestiek van de zaal in het gemeenschapshuis " De Klosterhof" te Arcen Deelen, van, Eric Gepubliceerd: 01/01/1992 Document Version Uitgevers PDF, ook bekend als

Nadere informatie

De voorzitter, de jeugdcoördinatoren en de sportieve cel zullen toezien op het navolgen van dit sportief charter.

De voorzitter, de jeugdcoördinatoren en de sportieve cel zullen toezien op het navolgen van dit sportief charter. WeGi Volley Groot Lille: Sportief Charter geupdate 2014-03-02 WeGi Volley Groot Lille is een sportclub met een aanbod op maat. Hiermee bedoelen we dat iedereen volgens zijn/haar niveau aan volleybal kan

Nadere informatie

VLAAMSE TAEKWONDO BOND VZW GEDRAGSREGELS. Vlaamse Taekwondo Bond vzw

VLAAMSE TAEKWONDO BOND VZW GEDRAGSREGELS. Vlaamse Taekwondo Bond vzw VLAAMSE TAEKWONDO BOND VZW GEDRAGSREGELS Vlaamse Taekwondo Bond vzw De bijgevoegde regels gelden op en rond elke dojang en wedstrijdterrein. Lees ze goed en verspreid ze onder uw leden, zodat we er samen

Nadere informatie

"Draaiboek" onderwijssysteem "Analyse van werktuigkundige constructies"

Draaiboek onderwijssysteem Analyse van werktuigkundige constructies "Draaiboek" onderwijssysteem "Analyse van werktuigkundige constructies" Citation for published version (APA): Janssen, J. D. (1969). "Draaiboek" onderwijssysteem "Analyse van werktuigkundige constructies".

Nadere informatie

Jongerencoaching Raster

Jongerencoaching Raster Jongerencoaching Raster School is de plek waar jonge mensen kennis en vaardigheden ontwikkelen, maatschappelijk toegerust worden tot verantwoordelijke burgers en ondersteund worden hun talenten te ontwikkelen.

Nadere informatie

The diversity puzzle Mäs, Michael

The diversity puzzle Mäs, Michael The diversity puzzle Mäs, Michael IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version

Nadere informatie

ETHISCH CHARTER KONINKLIJKE VLAAMSE VOETBALBOND vzw

ETHISCH CHARTER KONINKLIJKE VLAAMSE VOETBALBOND vzw ETHISCH CHARTER KONINKLIJKE VLAAMSE VOETBALBOND vzw ALGEMENE GEDRAGSREGELS Respecteer de regels van het voetbal en de beslissingen van de scheidsrechter of zijn assistent Trek nooit de integriteit van

Nadere informatie

Intrapersonal factors, social context and health-related behavior in adolescence Veselska, Zuzana

Intrapersonal factors, social context and health-related behavior in adolescence Veselska, Zuzana University of Groningen Intrapersonal factors, social context and health-related behavior in adolescence Veselska, Zuzana IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's

Nadere informatie

APPELS KORFBALCLUB VZW

APPELS KORFBALCLUB VZW APPELS KORFBALCLUB VZW Gedragscodes versie 2014 www.korfbalclubappels.be 1 Lid van de Raad van Bestuur of van een in het Huishoudelijk Reglement opgenomen Comité. - Aanvaardt de verantwoordelijkheid die

Nadere informatie

Competenties verbonden aan het ComPas

Competenties verbonden aan het ComPas Competenties verbonden aan het ComPas 5 kerncompetenties en 8 erg waardevol competenties 1. Kunnen samenwerken... 2 2. Contactvaardig zijn... 3 3. Inlevingsvermogen/empathie bezitten... 4 4. Zelfreflectie...

Nadere informatie

Thermometer leerkrachthandelen

Thermometer leerkrachthandelen Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie

Nadere informatie

Appendix A Checklist voor visible learning inside *

Appendix A Checklist voor visible learning inside * Appendix A Checklist voor visible learning inside * * Op www.bazalt.nl/lerenzichtbaarmaken kunt u dit formulier downloaden en vervolgens printen. Het is belangrijk dat de medewerkers van de school deze

Nadere informatie

ZORGBUREAU JOKIJO PEDAGOGISCHE BELEIDSDOCUMENTEN

ZORGBUREAU JOKIJO PEDAGOGISCHE BELEIDSDOCUMENTEN ZORGBUREAU JOKIJO PEDAGOGISCHE BELEIDSDOCUMENTEN MISSIE WIE IS ZORGBUREAU JOKIJO? JoKiJo is een kleinschalig, betrokken zorgbureau dat hulp richt op de specifieke hulpvraag, wensen en behoeften van iedere

Nadere informatie

Helping infants and toddlers in Foster family care van Andel, Hans

Helping infants and toddlers in Foster family care van Andel, Hans Helping infants and toddlers in Foster family care van Andel, Hans IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document

Nadere informatie

Coachen vanuit een pedagogisch perspectief

Coachen vanuit een pedagogisch perspectief Coachen vanuit een pedagogisch perspectief Nicolette Schipper- van Veldhoven, 13 april 2018 Lector Sportpedagogiek, in het bijzonder naar een veilig sportklimaat Afgestudeerd KALO Tilburg gymjuf 7 jaar

Nadere informatie

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT Naam stagiair(e):... Stageplaats (+ adres):...... Tussentijdse evaluatie Eindevaluatie Stageperiode:... Datum:.. /.. / 20.. Stagementor:...

Nadere informatie

Tilburg University. Een kenteken voor Internetters? Koops, Bert Jaap. Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening

Tilburg University. Een kenteken voor Internetters? Koops, Bert Jaap. Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening Tilburg University Een kenteken voor Internetters? Koops, Bert Jaap Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening Publication date: 2000 Link to publication Citation for published

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Scheepstra, A. J. M. (1998). Leerlingen met Downs syndroom in de basisschool Groningen: s.n.

Citation for published version (APA): Scheepstra, A. J. M. (1998). Leerlingen met Downs syndroom in de basisschool Groningen: s.n. University of Groningen Leerlingen met Downs syndroom in de basisschool Scheepstra, Adriana IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from

Nadere informatie

Infosessie& Workshop Opvoedingsondersteuningvan oudersin jeugdsportclubs

Infosessie& Workshop Opvoedingsondersteuningvan oudersin jeugdsportclubs Infosessie& Workshop Opvoedingsondersteuningvan oudersin jeugdsportclubs Zorgdatje kind wint, los van het resultaat! Aanleiding onderzoek Sportclub Ouder Kind 2 Aanleiding onderzoek Sportclub Ouder Kind

Nadere informatie

The importance of tactical skills in talent development Kannekens, Rianne

The importance of tactical skills in talent development Kannekens, Rianne The importance of tactical skills in talent development Kannekens, Rianne IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check

Nadere informatie

Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk

Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Nadere informatie

Wil jij nog meer sportplezier bij jouw verenigingen?

Wil jij nog meer sportplezier bij jouw verenigingen? Wil jij nog meer sportplezier bij jouw verenigingen? Scoor dan met ons topaanbod! Een programma van sportbonden en NOC*NSF dat sportief gedrag stimuleert en ongewenst gedrag aanpakt. Vraag kinderen waarom

Nadere informatie

Richtlijnen voor het werken in een multiculturele setting

Richtlijnen voor het werken in een multiculturele setting Richtlijnen voor het werken in een multiculturele setting Quality needs diversity 1. Inleiding Deze richtlijnen zijn een uitwerking van de kernwaarde Ruimte voor talent en groei voor iedereen, onderdeel

Nadere informatie

KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT IJSHOCKEYTRAINER/COACH 1 (Teambegeleider) LEIDERSCHAP

KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT IJSHOCKEYTRAINER/COACH 1 (Teambegeleider) LEIDERSCHAP KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT 2012 IJSHOCKEYTRAINER/COACH 1 (Teambegeleider) 1.3.2. LEIDERSCHAP LEIDERSCHAPSSTIJLEN U bent als teambegeleider/sportleider één van de centrale aanspreekpunten van het team.

Nadere informatie

Gepubliceerd: 01/01/1997. Document Version Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record. Link to publication

Gepubliceerd: 01/01/1997. Document Version Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record. Link to publication Redevoering gehouden ter gelegenheid van de opening van het academisch jaar 1997/1998 aan de TU Eindhoven en de start van de opleiding biomedische technologie Rem, M. Published in: Redevoeringen gehouden

Nadere informatie

4 INZICHTEN. De vier inzichten in dit boekje zijn gebaseerd op de uitkomsten van het Trainer-Kind-Interactieonderzoek,

4 INZICHTEN. De vier inzichten in dit boekje zijn gebaseerd op de uitkomsten van het Trainer-Kind-Interactieonderzoek, 4 INZICHTEN De vier inzichten in dit boekje zijn gebaseerd op de uitkomsten van het Trainer-Kind-Interactieonderzoek, waarbij 37 trainers en coaches een seizoen lang intensief zijn gevolgd. Dit onderzoek

Nadere informatie

Voetbalfederatie Vlaanderen - Klachten over geweld bij voetbalwedstrijden

Voetbalfederatie Vlaanderen - Klachten over geweld bij voetbalwedstrijden SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 553 van TOM VAN GRIEKEN datum: 21 april 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Voetbalfederatie Vlaanderen - Klachten over geweld bij voetbalwedstrijden

Nadere informatie

LET S TALK ABOUT SEXTING Een toolkit om het sextingbeleid van je school vorm te geven

LET S TALK ABOUT SEXTING Een toolkit om het sextingbeleid van je school vorm te geven LET S TALK ABOUT SEXTING Een toolkit om het sextingbeleid van je school vorm te geven We hebben de neiging om bij relaties en seksueel gedrag via nieuwe media, meteen het ergste te denken. Kinderen en

Nadere informatie

Onderzoek rapport Lenting & Partners

Onderzoek rapport Lenting & Partners Onderzoek rapport Lenting & Partners Wijnen, J.T.M. Gepubliceerd: 01/01/1995 Document Version Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check the document version of this publication: A submitted

Nadere informatie

Een klaverbladknoop in de vorm van een ruimtelijke negenhoek met rechte hoeken en diëdrische symmetrie

Een klaverbladknoop in de vorm van een ruimtelijke negenhoek met rechte hoeken en diëdrische symmetrie Een klaverbladknoop in de vorm van een ruimtelijke negenhoek met rechte hoeken en diëdrische symmetrie Citation for published version (APA): Bruijn, de, N. G. (1974). Een klaverbladknoop in de vorm van

Nadere informatie

Gedragsregels. De Hazenkamp een Fairplay club :

Gedragsregels. De Hazenkamp een Fairplay club : De Hazenkamp een Fairplay club : De Hazenkamp staat bekend in de omgeving als een echte amateur vereniging waarbij de gezelligheid en korfbal plezier op en rond het veld centraal staat. Maar ook bij De

Nadere informatie

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare

Nadere informatie

Sekseverschillen op de werkvloer

Sekseverschillen op de werkvloer Sekseverschillen op de werkvloer Verkerk, M.J. Published in: RMU-NU : ledenmagazine van de Reformatorisch Maatschappelijke Unie Gepubliceerd: 01/01/2014 Document Version Uitgevers PDF, ook bekend als Version

Nadere informatie

Les over gevoelige thema s VVOB 14 november 2017

Les over gevoelige thema s VVOB 14 november 2017 Les over gevoelige thema s VVOB 14 november 2017 Democratische Dialoog Een dienst aan de samenleving 1. GEDAAN MET PRATEN? Vaststelling oktober 2014 Koning Boudewijnstichting België: Verschillen in levensbeschouwing

Nadere informatie

LUIK III. Ethisch Verantwoord Sporten

LUIK III. Ethisch Verantwoord Sporten LUIK III Punt 7.B. Ethisch Verantwoord Sporten Met het decreet van 13 juli 2007 inzake medisch en ethisch verantwoorde sportbeoefening (MEVS), gewijzigd bij het decreet van 21 december 2008, werd vanaf

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Parantee vzw Zuiderlaan Gent T: F: E: W: ETHISCH CHARTER

Parantee vzw Zuiderlaan Gent T: F: E: W:   ETHISCH CHARTER Parantee vzw Zuiderlaan 13 9000 Gent T: 09 243 11 70 F: 09 243 11 79 E: info@parantee.be W: www.parantee.be ETHISCH CHARTER 02/05/2013 Inleiding Sport en bewegen zijn cruciaal in de totaalontwikkeling

Nadere informatie

Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders

Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders Morele vorming in het voortgezet onderwijs Een peiling onder leidinggevenden en ouders Auteurs: Drs. G. van der Meulen Referentie: WvdJ/SL 11.0426 Datum: maart 2007 Het lectoraat Morele vorming in het

Nadere informatie

Onder druk : Multidisciplinaire richtlijn Werkdruk

Onder druk : Multidisciplinaire richtlijn Werkdruk Onder druk : Multidisciplinaire richtlijn Werkdruk Oerlemans, W.G.M.; Bakker, A.B.; Vuuren, van, C.V.; Veldhoven, van, M.J.C.M.; Bekkum, van, P.W.J.; Lith, van, P.M.P.; Siegert, H.S.; Tweehuysen, H.; Velde,

Nadere informatie

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. Functieprofiel Leraar op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. April 2018 Specifieke competenties teamlid OBS Het Toverkruid

Nadere informatie

Eindhoven University of Technology MASTER

Eindhoven University of Technology MASTER Eindhoven University of Technology MASTER Zelfmonterend vliesgevelsysteem een zelfmonterend en zelfdemonterend vliesgevelsysteem, waarbij de aandrijftechniek tijdens zijn levenscyclus gebruikt wordt voor

Nadere informatie

University of Groningen. Living with Rheumatoid Arthritis Benka, Jozef

University of Groningen. Living with Rheumatoid Arthritis Benka, Jozef University of Groningen Living with Rheumatoid Arthritis Benka, Jozef IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the

Nadere informatie

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin a. Situering Jonge kinderen (0-6 jaar) groeien op in diverse contexten: thuis, eventueel in de kinderopvang, en in de kleuterschool.

Nadere informatie