Gewijzigde begroting 2013 Begroting 2014 Meerjarenraming

Transcriptie

1 Gewijzigde begroting 2013 Begroting 2014 Meerjarenraming Werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland 18 april 2013

2 Inhoud Algemeen 1 Begroting Bedrijfsvoering 14 Aannames 16 Risicoparagraaf 24 Samenvattingen 26 Financieringsparagraaf 28 Programmarekening WVS Zaanstreek-Waterland, Baanstede 29 Prognose toerekening bijdrage per gemeente 30

3 Algemeen Algemeen Bestuur De uitvoering van de WSW is in het werkgebied van het werkvoorzieningsschap Zaanstreek-Waterland ('Baanstede') georganiseerd via een Gemeenschappelijk Regeling ('GR') met 9 deelnemende gemeenten, opgericht per 1 januari Elke gemeente levert één lid voor het Algemeen Bestuur (AB). De 5 grootste deelnemers (naar aantal geplaatsten) leveren de leden van het Dagelijks Bestuur (DB). Het AB komt minimaal twee maal per jaar bijeen, het DB minimaal vijf maal per jaar. Het betreft de volgende gemeenten: Gemeente DB/AB Beemster AB Edam-Volendam DB+AB Landsmeer AB Oostzaan AB Purmerend DB+AB Waterland DB+AB Wormerland DB+AB Zaanstad DB+AB Zeevang AB Financiering en verantwoording De rijksbudgetten voor de uitvoering van de WSW worden via subsidieoverdracht aan Baanstede betaalbaar gesteld. Baanstede fungeert bovendien als 'clearinghouse' door het gehele budget voor de deelnemende gemeenten te beheren. Dit betekent dat Baanstede ook subsidie doorbetaalt aan andere SW-bedrijven die SW-werkplekken realiseren voor inwoners van de deelnemende gemeenten. Vanaf het verantwoordingsjaar 2010 leggen openbare lichamen in de zin van de wet gemeenschappelijke regelingen (WGR), de zgn. 'medeoverheden', zelf rechtstreeks verantwoording over de WSW aan het ministerie. De gemeenten volgen het jaar er op met de bevestiging van de door de medeoverheden ingediende gegevens. Baanstede legt alleen verantwoording af over de SW-geïndiceerden die in haar zorgkader vallen. SW-geïndiceerde inwoners van deelnemende gemeenten die bij een ander SWbedrijf een SW-dienstverband hebben, moeten ook door dat bedrijf in hun WSWverantwoordingsinformatie voor de gemeenten opgenomen worden. pagina 1

4 Algemeen Het programmaplan Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) dienen de begroting en de verantwoordingsstukken inzicht te geven in de kosten en opbrengsten per programma. In de stukken geeft men daartoe aan wat de organisatie wil bereiken, welke activiteiten daarvoor nodig zijn en welke financiële stromen dit oplevert. Baanstede zal in deze begrotingsperiode voornamelijk de wet Sociale Werkvoorziening (WSW) uitvoeren. Daarnaast ontstaan er wellicht mogelijkheden in het kader van de in voorbereiding zijnde Participatiewet. De uitvoering van de WSW betreft het scheppen van aangepaste werkgelegenheid voor mensen die, hoewel zij tot werken in staat zijn, als gevolg van lichamelijke, psychische of verstandelijke handicaps, er niet in slagen werk te vinden op de reguliere arbeidsmarkt. Het hiermee samenhangende budget, de bevoegdheden en verantwoordelijkheden, vallen toe aan de gemeenten. Deze rapportage omvat de 'programmarekeningen' van de (geplande) activiteiten. De uitvoering van de WSW wordt landelijk aangestuurd door het ministerie van SZW via het macrobudget ter financiering van de uitvoering van de WSW. Dit budget wordt toegerekend aan gemeenten o.b.v. het aantal WSW-geïndiceerden (op de wachtlijst of in dienstverband). Voor 2013 is de peildatum daarvoor 31 december Het is aan de gemeenten om dit budget in te zetten t.b.v. de uitvoering van de WSW, waarbij het ministerie aangeeft hoeveel plaatsen daar minimaal voor gerealiseerd moeten worden. Herstructurering Met de totstandkoming van het regeerakkoord tussen VVD en PvdA is er nieuw perspectief gekomen op de hervorming van de wetgeving voor groepen mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De naamgeving is gewijzigd; er wordt niet meer gesproken van de Wet 'Werken naar Vermogen' (WNV), maar van de 'Participatiewet'. De voor de uitvoering van de WSW relevante tabellen uit het regeerakkoord en de kamerbrief 'Contouren Participatiewet' wijzen op een vertraagde bezuiniging door het tarief (het subsidiebedrag per SE) te verlagen. Deze zgn. 'efficiencykorting' zal gedurende 6 jaar worden toegepast tot het niveau van per SE is bereikt. Daarnaast is er sprake van besparing door het volume sneller te beperken. Er zal vanaf 2014 geen nieuwe WSW-instroom meer zijn. Er zullen middelen blijven voor een basisvoorziening voor landelijk maximaal personen. Het is echter aan de gemeenten om hier voor te kiezen. Voor de reeds voorgenomen bestuursbesluiten zijn de effecten echter gering. De t.b.v. de wet WNV ontstane beleidsvoornemens blijven ook voor de Participatiewet goed toepasbaar. pagina 2

5 Algemeen De komende jaren zal er daarom een ingrijpende herstructurering in de uitvoering van de WSW plaatsvinden. Het bestuur heeft hiervoor een transitieplan in voorbereiding. De belangrijkste doelstelling hiervan is dat alle medewerkers met een SW-indicatie uitstromen naar een reguliere werkgever met deze kanttekeningen: 1 Deze uitstroom wordt in eerste instantie gerealiseerd door detachering; 2 De begeleiding naar werk wordt ondergebracht in één externe organisatie. Het beschut werken wordt er in meegenomen; 3 Er blijft een voorziening waarbij werk wordt geboden naar vermogen; 4 De organisatie 'Baanstede' wordt afgebouwd. Ten aanzien van de transitie is budget nodig voor (des)investeringen en frictiekosten. Hiervoor is een bedrag van 5,6 mln. opgenomen, beschikbaar te stellen in de jaren 2013 t/m Gemeenten zullen naar rato bijdragen aan deze transitiekosten. Het bestuur van Baanstede gaat niet over de besluiten bij de gemeenten om hiervoor via hun begroting middelen te reserveren, maar uiteraard is dit wel een aandachtspunt voor alle gemeenten om niet voor verrassingen te komen staan. In deze begroting en in de meerjarenraming zijn herstructureringskosten opgenomen tot op datzelfde niveau, d.w.z. 4,9 mln. in de jaren t/m Voor 2018 volgt nog een bedrag van Via de gemeentelijke bijdragen dienen deze als onderdeel van het totale tekort gedekt te worden. Het structurele financiële effect van de herstructurering moet zijn dat de exploitatietekorten substantieel teruggedrongen worden. Gezien de verwachte bezuinigingen op de budgetten uit de Participatiewet voor de deeluitvoering t.b.v. SWgeïndiceerde inwoners, is een exploitatie zonder tekort weinig realstisch. In een vorige begroting is doorgerekend wat de financiële consequenties bij ongewijzigd beleid zouden zijn. Zonder ingrijpende wijzigingen, een transitieplan en investeringen via de herstructureringskosten, zouden de tekorten zich volgens die begroting ontwikkelen. Op termijn zouden de tekorten met de huidige inzichten bij ongewijzigd beleid in 2017 oplopen tot 5,1 mln. waar nu (vóór herstructureringskosten) een tekort van 2,5 mln. wordt verwacht. In dat licht kent de investering aan herstructureringskosten een korte terugverdientijd. De ondersteuning van het beschreven beleid in combinatie met de verwachte verbetering van het financiële resultaat is af te leiden uit de resultaten per bedrijfsonderdeel. De rapportage van Ernst&Young aan het bestuur uit begin 2012 geeft hiervoor het volgende indicatieve beeld over het resultaat over 2011: Bedrijfsonderdeel omvang in SE bedrag per SE Detacheren/Begeleid werken Groen Business Print&Post Industrie&Diensten Detacheren en Begeleid werken is m.n. financieel interessant omdat er geen eigen infrastructuur nodig is en de begeleidingsbehoefte gering is. Hier wordt immers grotendeels invulling aan gegeven door de werkgevers. Deze tabel maakt duidelijk dat naarmate medewerkers zich beter ontwikkelen en daarmee een hogere loonwaarde vertegenwoordigen, er een positiever resultaat geboekt kan worden. pagina 3

6 Algemeen Transitieplan Het transitieplan voorziet in een grondige omvorming van de uitvoering van de WSW in de regio Zaanstreek-Waterland. Het is een nadrukkelijke ambitie in de jaren , SWmedewerkers bij reguliere werkgevers te plaatsen. Of, indien effectief en haalbaar, via vervreemding en publiek-private samenwerkingen grotere groepen SW-medewerkers te detacheren. In de transitie komen ondernemen en bedrijfvoering op afstand van de gemeenten te staan. De uitplaatsingen zullen worden verzorgd door een aparte detacheringsorganisatie, bij voorkeur met een externe partner. Het juridisch werkgeverschap van de SW-medewerkers blijft in beginsel berusten bij Baanstede als Openbaar Lichaam o.b.v. de gemeenschappelijke regeling. De bedrijfsonderdelen 'Groen' en 'Post en Print' zullen via branchegerichte initiatieven zo mogelijk collectief op afstand gezet worden. De infrastructuur en personele organisatie van Baanstede wordt in genoemde periode afgebouwd of overgedragen. De succesvolle transitie is mede afhankelijk van de bereidheid van reguliere werkgevers t.a.v. detachering en samenwerking. Een quotum voor arbeidsgehandicapten bij bedrijven kan hierbij ondersteunen. Ook de gemeenten spelen een belangrijke rol: enerzijds via social return in opdrachten en het langjarig gunnen van werk, anderzijds in hun voorbeeldfunctie als werkgever. Het transitieplan is door het bestuur vastgesteld. Voor de gedetailleerde inhoud wordt hier gemakshalve verwezen naar dat plan. De consequenties van dit plan zijn doorgerekend en opgenomen in deze begrotingen en meerjarenramingen. Status van de verschillende begrotingen In maart 2012 is een eerste conceptbegroting voor 2013 (incl. meerjarenramingen ) opgesteld. Als gevolg van ingrijpende externe ontwikkelingen, m.n. de val van het kabinet, waren enkele belangrijke aannames voor die conceptbegroting 2013 achterhaald. De gemeenteraden hebben hun zienswijze kenbaar gemaakt en deze waren overwegend afwijzend. In het Algemeen Bestuur is daarop besloten met een nieuwe begroting voor het jaar 2013 te komen. In de vergadering van 5 september 2012 zijn de eerste kaders voor de herstructurering geschetst. Dit maakte ook een eerste verkenning in de meerjarenraming mogelijk. In het najaar van 2012 is deze bij de gemeenten in behandeling gegeven. Omdat inmiddels ook een regeerakkoord tot stand was gekomen, waren vooral de aannames voor de jaren alweer achterhaald. Op basis van wat nu bekend is over de nieuwe Participatiewet zijn de aannames daar op aangepast. pagina 4

7 Begroting 2013 Begroting 2013 Inleiding Voor 2013 is deze begroting gebaseerd op een extrapolatie van de huidige bedrijfsvoering, nu echter met een doorrekening van de waarden van de nu bekende variabelen. Het is de verwachting dat er gedurende het jaar 2013 al effecten van het transitieplan zichtbaar worden. Hieronder volgt het overzicht van de belangrijkste sociale en financiële posten op de vorige begroting voor 2013, de nu voorliggende begroting over 2013, de verschillen alsmede een toelichting er op. vorige huidige begroting in verschil Omzet leveringen en diensten Materiaal en uitbesteed werk Netto Toegevoegde Waarde (NTW) Lonen en sociale lasten WSW Vervoerskosten WSW Salarissen en sociale lasten ambtelijk Overige personeelskosten Externe dienstverlening Afschrijvingen Rente Huurkosten Onderhoudskosten Energieverbruik Belastingen en verzekeringen Algemene kosten Diverse lasten Totaal lasten Vrijval van voorzieningen - - Diverse baten Incidentele baten - - Bedrijfsresultaat WSW-Subsidie-overdracht Loonsuppleties Begeleid Werken Resultaat voor herstructurering Programma Herstructurering Resultaat voor bestemming WSW-subsidie-overdracht in SE 855,10 856,85 1,75- Ambtelijke formatie in FTE 66,50 61,60 4,90 Ambtelijk boventallig in FTE 4,89 4,89- pagina 5

8 Begroting 2013 Toelichting op de verschillen Sociaal De WSW-taakstelling (financieringsruimte) wijzigt van jaar tot jaar. Voor 2013 zal het bestaande systeem van toerekening van de landelijke taakstelling nog worden gehanteerd, d.w.z. naar rato van het aantal SW-geïndiceerden per gemeente. Er is gerekend met een forse daling t.o.v. 2012, hetgeen in de vorige begroting voor 2013 ook al was voorzien. Gerekend is met 856,85 SE, een toename van 1,75 SE t.o.v. de eerdere begroting De samenstelling ervan is (in FTE's jaargemiddelden): vorige huidige begroting begroting Soort Interne dienstverbanden 775,39 775,39 Plaatsingen in BW 63,61 65,61 839,00 841,00 De som in FTE's is lager dan de taakstelling in SE's omdat personen in de handicapcategorie 'Ernstig' meetellen met de faktor 1,25. Het is de verwachting dat het effect hiervan in 2013 voor Baanstede iets gunstiger zal uitpakken. Hierdoor kan er met hetzelfde aantal dienstverbanden toch de iets hogere taakstelling gevuld worden. Financieel De belangrijkste verschillen laten zich als volgt toelichten (negatieve bedragen zijn ongunstige afwijkingen, positieve gunstig): Netto Toegevoegde Waarde (NTW) De NTW kent een afwijking van ; dit bestaat uit een saldo van meer omzet en meer materiaal en uitbesteed werk. Het transitieplan gaat uit van een nieuwe externe organisatie voor detacheringen, te starten vanaf 1 juni Deze organisatie zal voor uitplaatsingstrajecten en jobcoaching aan Baanstede factureren. Voor deze begroting is voor 2013 gerekend met een resultaat van 5 FTE aan extra SW-uitplaatsingen door deze organisatie. Deze extra kosten worden op termijn in ruime mate goedgemaakt door de toename van de detacheringsopbrengsten. In deze begroting is daarom gerekend met een stijging van de omzet uit detacheringsvergoedingen door extra uitplaatsingen en een navenante daling van de productie-omzet. Het materiaal en uitbesteed werk is hoger omdat er nu ook is gerekend met kosten voor uitplaatsingen door de externe plaatsingsorganisatie. Voor dit jaar betreft dat een bedrag van Het trajecttarief is ingeschat op een gemiddelde van op basis van 'no-cure, nopay'. Het tarief voor jobcoaching is gesteld op per FTE per jaar. Lonen en sociale lasten WSW Verreweg de belangrijkste kostenpost op de programmarekening van Baanstede wordt gevorm door de WSW-loonkosten; deze post is ca. 70% van het totaal. Op grond van de aanvankelijk ambitie om voor 2016 (vóór herstructureringskosten) geen exploitatietekort meer te presenteren, was eerder gerekend met o.m. een zeer gematigde WSW-loonkostenontwikkeling. pagina 6

9 Begroting 2013 Voor 2013 is een nieuwe CAO tot stand gekomen. In hoofdlijnen omvat deze een structurele stijging van 1%, 170 eenmalig, maar ook een versobering van de pensioenregeling. Niet aan de CAO-gerelateerde hogere werkgeverslasten hangen samen met een stijging van het WML en vooral de WW-premie. Per saldo geeft dit ook hogere werkgeverslasten. De oorspronkelijke ambitie op dit onderwerp is hiermee niet realistisch geworden. Externe dienstverlening Pas in de loop van het jaar 2013 zal de nieuwe plaatsingsorganisatie ontstaan. Tot die tijd vormt het nog een onderdeel van Baanstede. De formatie voor dit bedrijfsonderdeel bestaat voor een groot deel uit extern ingehuurd personeel. Daarnaast zal er voor ambtelijke vacatures ook personeel worden ingehuurd. Gezien het perspectief voor de ambtelijke organisatie is dit op langere termijn voordeliger. Baanstede is voor ambtelijk personeel voor de WW eigen risico-drager. Bij een hoog werkloosheidsrisico is het dan verstandiger personeel extern in te huren. De meerkosten hiervan worden beschouwd als herstructureringskosten; ze zijn dan ook aldaar verantwoord. Huurkosten In 2012 is het besluit genomen de afdeling 'Food-verpakken' in Zaandam over te brengen naar het bestaande pand in Purmerend. In de loop van 2013 zal de huur van het pand in Zaandam eindigen. De huurkosten tijdens leegstand zijn opgenomen onder 'herstructureringskosten'. Onderhoudskosten Door de huidige staat van onderhoud van m.n. panden en de beëindiging van activiteiten in een locatie in Zaandam, zullen de onderhoudskosten teruglopen. Algemene kosten Deze post bestaat uit een 30-tal kostensoorten. Belangrijke kostenverlagingen zijn begroot op o.m. vrachtkosten, verpakkingsmateriaal en hulpstoffen, accountantskosten, abonnementen en contributies. WSW-Subsidie-overdracht Voor de WSW-subsidie-overdracht is nu gerekend met een volume van 856,85 SE. Dit was 855,10 SE. Dit geeft een voordeel van ca Het bedrag per SE is voor 2013 gestegen (van naar ). Het is nog onzeker in hoeverre de overheid dit eenheidsbedrag in 2013 zal verlagen of juist nog zal indexeren. pagina 7

10 Begroting 2013 Programma Herstructurering Zoals in het hoofdstuk 'Algemeen' onder 'Herstructurering' gesteld, zullen er de komende jaren herstructureringskosten gemaakt moeten worden. Deze zullen in een aantal jaren ontstaan en als lasten bij Baanstede terechtkomen. De omvang ervan was oorspronkelijk gebaseerd op een oorspronkelijk schema van uitkeringen uit het herstructureringsfonds, niet op concrete plannen. Thans zijn de doorrekenbare elementen uit het transitieplan benut om tot een onderbouwd kostenbedrag te komen. Voor 2013 wordt nu een iets lager totaal voorzien: Loonkosten boventallig ambtelijk personeel tijdens sociaal plan Eenmalige uitkeringen of afkoop rechten Outplacementkosten ambtelijk personeel Inhuur personeel bij voortijdig vertrek ambtelijk personeel Huur tijdens leegstand panden Advieskosten Toevoeging voorzienining WW-claim UWV Totaal Subsidieresultaat Hieronder worden verstaan het saldo van de directe loonkosten van de WSWmedewerkers, de loonkostensuppleties voor Begeleid Werkenden, alsmede het WSWsubsidie. Deze belangrijke variabelen zijn door Baanstede nauwelijks of niet op korte termijn te beïnvloeden. vorige huidige begroting in verschil Lonen en sociale lasten WSW Loonsuppleties Begeleid Werken WSW-Subsidie-overdracht Subsidieresultaat Het subsidieresultaat kent nu een tekort van ; dat is hoger dan het totale tekort excl. herstructureringskosten ( ). Dit betekent dat het resultaat uit beïnvloedbare posten (de bedrijfsvoering) positief is. pagina 8

11 Begroting 2013 Resultaten naar bedrijfsonderdeel Omdat deze gewijzigde begroting mede onder verantwoording van de budgethouders is opgebouwd, kan nu ook inzicht worden gegeven in de resultaten per bedrijfsonderdeel. Aan elk bedrijfsonderdeel worden alleen die baten en lasten toegerekend, die door de budgethouder zelf beïnvloed kunnen worden. Dat betekent dat de loonkosten van de geplaatste WSW-cliënten niet specifiek worden doorbelast, noch de erbij horende WSWsubsidie-overdracht. Zo blijven ook alle kosten van de stafafdelingen en de huisvesting alleen verantwoord bij de budgethouders van deze onderdelen en worden dus niet doorbelast naar andere bedrijfsonderdelen. De loonkosten van de SW-sleutelmedewerkers en de erbij horende WSW-subsidie-overdracht worden wel geboekt bij de bedrijfsonderdelen waar de betrokkenen werkzaam zijn. Het WSW-subsidieresultaat (het verschil tussen de loonkosten van de SW-geïndiceerden met een dienstverband bij Baanstede en de ervoor over te dragen WSW-subsidie), heeft een enorme impact op het eindresultaat. Om toch inzicht te geven in het WSWsubsidieresultaat zijn deze hieronder additioneel benoemd. Staf en huisvesting Dit onderdeel omvat de afdelingen Directie, Controlling (centrale administratie en ICT), P&O, KAM, Marketing, de OR, de SW-cliëntenraad en al de kosten die direct samenhangen met huisvesting. Het budget voor P&O omvat ook de kosten voor trajectbegeleiding enz. voor SW-geïndiceerde medewerkers die geen doorgroeipotentieel hebben, alsmede al de generieke overige personeelskosten. De gehele rentelasten worden bij Controlling verantwoord. Gefactureerde omzet Materialen en uitbesteed werk Overgedragen rijksbijdragen Verstrekte loonsuppleties Lonen en sociale lasten gesubsidieerd Vervoerskosten doelgroepen Salarissen en sociale lasten ongesubsidieerd Overige personeelskosten Externe dienstverlening Afschrijvingen Rentekosten Overige bedrijfskosten en -baten Resultaat pagina 9

12 Begroting 2013 Re-integratie & Detachering Dit onderdeel omvat de baten en lasten van niet-sw-trajecten en de individueel gedetacheerde en via Begeleid Werken geplaatste SW-geïndiceerde personen. De omzet aan niet-sw-trajecten is begroot op , de omzet aan individuele detacheringen op ruim Groepsdetacheringen worden voor een deel nog vanuit de verschillende andere bedrijfsonderdelen geregeld en ook aldaar financieel verantwoord. Gefactureerde omzet Materialen en uitbesteed werk Overgedragen rijksbijdragen (BW) Verstrekte loonsuppleties (BW) Lonen en sociale lasten gesubsidieerd Vervoerskosten doelgroepen Salarissen en sociale lasten ongesubsidieerd Overige personeelskosten Externe dienstverlening Afschrijvingen Rentekosten Overige bedrijfskosten en -baten Resultaat Het directe resultaat van dit bedrijfsonderdeel is positief. Er is ook betrekkelijk weinig overhead nodig en er zijn slechts beperkte huisvestingskosten, zodat ook het integrale exploitatieresultaat gunstig is. Industrie en Diensten In dit bedrijfsonderdeel wordt 'Beschut werken' uitgevoerd via de (food) verpakkings-, schoonmaak- en montage-activiteiten. Gefactureerde omzet Materialen en uitbesteed werk Overgedragen rijksbijdragen Verstrekte loonsuppleties Lonen en sociale lasten gesubsidieerd Vervoerskosten doelgroepen Salarissen en sociale lasten ongesubsidieerd Overige personeelskosten Externe dienstverlening Afschrijvingen Rentekosten Overige bedrijfskosten en -baten Resultaat Het directe resultaat van dit bedrijfsonderdeel is negatief. Er is bovendien veel (bege)leiding nodig en er zijn relatief hoge huisvestingskosten, zodat het uiteindelijke exploitatieresultaat nog ongunstiger is. pagina 10

13 Begroting 2013 Business Print&Post In dit bedrijfsonderdeel worden een 2-tal copyshops geëxploiteerd en de postbezorging voor een aantal postcodegebieden verzorgd. Gefactureerde omzet Materialen en uitbesteed werk Overgedragen rijksbijdragen Verstrekte loonsuppleties Lonen en sociale lasten gesubsidieerd Vervoerskosten doelgroepen Salarissen en sociale lasten ongesubsidieerd Overige personeelskosten Externe dienstverlening Afschrijvingen Rentekosten Overige bedrijfskosten en -baten Resultaat Het directe resultaat van dit bedrijfsonderdeel is positief. Er is in gemiddelde mate aan overhead en huisvestingskosten nodig. Groen In dit bedrijfsonderdeel wordt de groenverzorging in een aantal rayons uitgevoerd. Ook wordt er aan het zgn. 'grijs' gedaan (zwerfvuilbestrijding, verwijderen graffiti) en als winterwerk sneeuw- en gladheidsbestrijding. Gefactureerde omzet Materialen en uitbesteed werk Overgedragen rijksbijdragen Verstrekte loonsuppleties Lonen en sociale lasten gesubsidieerd Vervoerskosten doelgroepen Salarissen en sociale lasten ongesubsidieerd Overige personeelskosten Externe dienstverlening Afschrijvingen Rentekosten Overige bedrijfskosten en -baten Resultaat Het directe resultaat van dit bedrijfsonderdeel is positief. Er is in gemiddelde mate aan overhead en huisvestingskosten nodig, zodat het integrale exploitatieresultaat positief is. pagina 11

14 Begroting 2013 Subsidieresultaat WSW-cliënten In dit bedrijfsonderdeel worden de directe loonkosten van de WSW-cliënten verantwoord, alsmede het over te dragen WSW-subsidie, beide voor Baanstede nauwelijks of niet op korte termijn te beïnvloeden. Overgedragen rijksbijdragen Lonen en sociale lasten gesubsidieerd Subsidieresultaat SW-cliënten Projecten Dit betreft een verzameling van kleine bedrijfsonderdelen. Deze activiteiten zijn in het kader van de transitie samengevoegd. Het betreft Schoonmaak, Alfacheque, Personenvervoer, beheer gebouwen en beheer fietsenstallingen. Gefactureerde omzet Materialen en uitbesteed werk Overgedragen rijksbijdragen Verstrekte loonsuppleties Lonen en sociale lasten gesubsidieerd Vervoerskosten doelgroepen Salarissen en sociale lasten ongesubsidieerd Overige personeelskosten Externe dienstverlening Afschrijvingen Rentekosten Overige bedrijfskosten en -baten Resultaat Het directe resultaat van dit bedrijfsonderdeel is positief. Er is in gemiddelde mate aan overhead en huisvestingskosten nodig, zodat het integrale exploitatieresultaat ook positief is. Reeds opgenomen in eerdergenoemde bedrijfsonderdelen, maar wel van belang om apart te benoemen zijn de subsidieresultaten op de 2 andere groepen WSWgeïndiceerden, de WSW-sleutelmedewerkers en de Begeleid Werkenden. WSW-sleutelmedewerkers Overgedragen rijksbijdragen Lonen en sociale lasten Subsidieresultaat SW-sleutelmedewerkers Omdat de WSW-loonkosten zullen stijgen door eerdergenoemde ontwikkelingen, terwijl op het WSW-subsidie wordt bezuinigd, zal het resultaat verder verslechteren. Begeleid Werken Overgedragen rijksbijdragen BW-loonkostensuppleties Subsidieresultaat BW-geplaatsten Totaal subsidieresultaat Door de resultaten van de bedrijfsonderdelen bij elkaar op te tellen, ontstaat het bedrijfsresultaat. Door het subsidietekort op de WSW-cliënten er bij te betrekken ontstaat het totaal tekort. pagina 12

15 Begroting 2013 Totaal Gefactureerde omzet Materialen en uitbesteed werk Overgedragen rijksbijdragen Verstrekte loonsuppleties Lonen en sociale lasten gesubsidieerd Vervoerskosten doelgroepen Salarissen en sociale lasten ongesubsidieerd Overige personeelskosten Externe dienstverlening Afschrijvingen Rentekosten Overige bedrijfskosten en -baten Bedrijfsresultaat Subsidieresultaat op WSW-dienstverbanden cliënten Totaal resultaat pagina 13

16 Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering Paragraaf Weerstandsvermogen Het eigen vermogen van Baanstede is o.b.v. bestuursbesluiten per ultimo 2012 verder gereduceerd. De resultaatonafhankelijke gemeentelijke bijdrage is bovendien vanaf 2013 vervallen. Hieruit volgt dat er jaarlijks keuzes kunnen worden gemaakt omtrent de gemeentelijke financiering. Incl. de kosten van de nu doorgerekende herstructureringsmaatregelen, leiden de ramingen van de programmarekening tot tekorten. Omdat er vanaf eind 2013 naar verwachting geen eigen vermogen meer zal zijn, komen deze tekorten t.l.v. de deelnemende gemeenten, conform de afgesproken verdeelsleutel. Paragraaf Voorzieningen Het is niet toegestaan een voorziening te vormen voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Het betreft m.n. verplichtingen die voortvloeien uit verlofdagen en vakantiegeld, tenzij deze sterk variëren. Dit is bij Baanstede nu nog niet het geval; er is dus geen voorziening voor opgenomen. Per ultimo van elk jaar bestaat deze verplichting niettemin wel. De omvang ervan beloopt ca. 2 mln.. Indien deze kosten zich in enig jaar zullen ontwikkelen dan wel opeisbaar worden, komen zij volledig t.l.v. dat jaar. Een voorziening voor groot onderhoud is wel toegestaan. De uitgaven voor groot onderhoud die in de toekomst zullen ontstaan, worden via een systeem van dotaties en onttrekkingen door de jaren heen geëgaliseerd. Voor een optimale werking is voorspelbaarheid en stabiliteit in de huisvesting noodzakelijk, alsmede een planning rond groot onderhoud die een periode van tenminste 5 jaar beslaat. Op dit moment is het de verwachting dat de toekomstige huisvesting sterk gereduceerd zal worden. Bij die prognose is het niet aannemelijk substantiële uitgaven te plannen voor groot onderhoud. De maatregelen om tot omvangrijke kostenbesparingen te komen, omvatten ook onvrijwillige ambtelijke ontslagen. Alsdan ontstaan er ook kosten volgens de aanvullingsregeling (Ambtelijke CAO) alsmede een risico op een UWV-claim op WWuitkeringen. Voor deze begrotings- en ramingsperiode is ermee gerekend dat deze herstructureringskosten jaarlijks zullen worden opgenomen bij Baanstede. Zij zijn nu gepresenteerd op één regel met de naam 'Programma Herstructurering'. In de werkelijkheid zal een belangrijk deel bestaan uit een dotatie aan een hier relevante voorziening. pagina 14

17 Bedrijfsvoering Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen De belangrijkste kapitaalgoederen van Baanstede zijn onroerende zaken. Er resteert nog één locatie welke in eigendom is: het hoofdgebouw aan de Einsteinstraat in Purmerend. Het pand is kwalitatief op het niveau 'sober doch doelmatig'. In het kader van de herstructurering zal een sterke reductie van de infrastructuur in eigendom noodzakelijk zijn om ook de beoogde kostenbesparing te kunnen realiseren. Bij een verkoop van het pand onder de huidige marktomstandigheden lijkt een boekverlies onvermijdelijk. Vooralsnog is dit ingepland aan het einde van de herstructureringsperiode. Voor de jaren van deze begroting en ramingen is er nog onvoldoende bekend om al een boekverlies te begroten. In Wormerveer aan de Roode Wildemanweg is in de vorm van een gehuurd pand de hoofdlocatie voor het bedrijfsonderdeel 'Groen'. Dit relatief jonge pand is (toekomstgericht) ingedeeld en ingericht naar de wensen en eisen die voortvloeiden uit het relevante deel van de bedrijfsvoering van Baanstede. Het gebruik ervan wordt in 2013 geïntensiveerd. Bij vervreemding of verzelfstandiging van het bedrijfsonderdeel Groen, bestaat het risico dat de verplichting voor de resterende huurtermijnen afgekocht moet worden. Dit wordt geacht in deze begrotingsperiode tot ontwikkeling te komen en is een onderdeel van de herstructureringskosten. De huur van de bestaande locatie in Zaanstad voor het food-verpakken wordt medio 2013 beëindigd. De geschatte financiële consequenties hiervan zijn verwerkt. De staat van onderhoud van de overige materiële vaste activa (machines en installaties, auto's en andere vervoermiddelen, alsmede de inventaris) is redelijk tot goed. Baanstede heeft een relatief groot wagenpark. De voertuigen zijn eigendom en worden gebruikt door de verschillende bedrijfsonderdelen. O.b.v. het jaarkilometrage zijn afspraken gemaakt met de leverancier over inruilmoment en -waarde. In de loop van de uitvoering van het transitieplan zal een deel van de vaste activa mogelijk overgedragen worden aan derden. Dan kunnen er ook herstructureringskosten in de vorm van boekverlies optreden. Deze zijn nu ingepland voor 2014 en Operationele zaken Voor 2013 zal Baanstede als taakorganisatie de WSW uitvoeren voor de 9 gemeenten. Aangenomen wordt dat het te realiseren aantal SW-FTE s qua orde van grootte nog hetzelfde zal blijven, waardoor de bestaande infrastructuur van het leerwerkbedrijf omvang en kwaliteit grotendeels zal blijven bestaan. Voor de jaren vanaf 2014 wordt een schoksgewijze afbouw voorzien in het transitieplan. pagina 15

18 Aannames Aannames Algemeen Begrotingscijfers worden vanzelfsprekend gebaseerd op aannames. In deze begroting zijn die gebaseerd op ervaringen vanuit het verleden als percepties op de toekomst. Baanstede is een organisatie in transitie. Deze begroting en meerjarenraming is mede op basis van het transitieplan gemaakt. Een aantal bedrijfsonderdelen wordt mogelijk ingebracht in externe rechtspersonen, m.n. in de jaren Geldstromen bij andere rechtspersonen maken echter geen deel uit van deze begroting ook niet als dat verbonden partijen zijn. De financiële projecties in de meerjarenraming zijn dus beperkt tot de toekomstige geldstromen binnen het Openbaar Lichaam 'Werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland', gebaseerd op de huidige kennis en verwachtingen. In het hieronderstaande wordt vooral de focus gelegd op de verwachte financiële effecten van de herstructurering. Er is een risicoparagraaf waarin per onderwerp is aangegeven welke onzekerheden daar bij een rol spelen. Uitplaatsingen Het is de ambitie op termijn (2018) alle medewerkers met een SW-indicatie naar regulier werk te hebben geleid, rekening houdend met een (beperkte) voorziening in de vorm van passende arbeid voor wie dat echt niet lukt. In deze begroting en in de ramingen is er op gerekend dat de reguliere werkgevers samen met de externe plaatsingsorganisatie ook het primaire zorgkader voor de gedetacheerde SW-medewerkers zullen overnemen. Dit zal besparingen in de overige personeelskosten mogelijk maken. De volgende tabel geeft aan wat aan het einde van deze begrotingsperiode de verwachte situatie is, ingedeeld naar mate van externe plaatsing: In FTE ult ult Beschut werken 221,80 9,16 Werken op locatie 247,40 SW-sleutelmedewerkers 92,84 Extern in groep 115,00 375,00 Extern individueel 212,30 292,51 Totaal 889,34 676,67 Beschut werken betreft interne activiteiten voor personen met een geringe loonwaarde en met intensieve begeleidingsbehoefte. Bij Werken op locatie is sprake van een 'eigen' bedrijfsonderdeel, doch hebben de SW-medewerkers een hogere loonwaarde en zelfstandigheid en wordt het werk veelal 'buiten' verricht. Vanaf 2014 zal er geen nieuwe SW-instroom meer zijn. De landelijke taakstelling (financieringsruimte) zal jaarlijks dalen, conform opgave van de Rijksoverheid. De totale werkelijke bezetting bij Baanstede daalt door natuurlijk verloop. Bij externe plaatsingen vinden de werkzaamheden bij derden plaats, soms met een eigen leidinggevende, maar bij voorkeur onder leiding van derden. Hiervoor dient de loonwaarde en zelfstandigheid hoger te zijn. pagina 16

19 Aannames Dit is een grafische weergave van het ingeschatte verloop t/m 2018: Verloop SW-financieringsruimte en SWplaatsingen in FTE SW: intern SW: gedetacheerd/bw Financieringsruimte in FTE Een groot deel van de uitplaatsingen wordt gerealiseerd via vervreemdingen van enkele bedrijfsonderdelen in de jaren 2014 t/m Dit kan alleen indien dit ook voor de betrokken externe partij leidt tot een duurzame en financieel gezonde bedrijfsvoering. Omzet uit opdrachten van de gemeenten (via social return) zijn hiervoor onmisbaar. Ditzelfde geldt voor de aanvulling van het medewerkersbestand. Naarmate SW-cliënten via natuurlijk verloop uitstromen, is gelijkwaardige aanvulling van cliënten uit de Participatiewet essentieel. Voor zowel het gunnen van opdrachten als het plaatsen van medewerkers tegen loondispensatie is de aanname verwerkt dat de gemeenten hierin hun volle commitment zullen bewijzen. Opbrengsten Omzet Zoveel mogelijk medewerkers met een SW-indicatie worden extern geplaatst, vooral in de vorm van (groeps)detacheringen. Daarom is nu de aanname verwerkt dat de detacheringsomzet fors zal toenemen en de omzet uit leveringen en diensten van de traditionele bedrijfsonderdelen zal vervallen of afnemen, op langere termijn tot nihil. De kosten voor uitbesteed werk en materiaal zullen dan navenant teruglopen. Per ultimo 2012 is er reeds voor 138,6 FTE aan detacheringen gerealiseerd. In 2013 zal dit nog aangroeien tot 153,6 FTE. Een detacheringsorganisatie zal naar verwachting vanaf 1 juni 2013 de uitplaatsingen van SW-medewerkers verzorgen. Een aantal bedrijfsonderdelen wordt mogelijk onderdeel van een nieuwe rechtspersoon of onderdeel van een publiek private samenwerking. Hiervoor zijn deze targets in de begroting en ramingen doorgerekend: pagina 17

20 Aannames Externe SW-plaatsingen in FTE Saldo groei groepsdeta/vervreemd 190,0 60,0 10,0 - Individuele detacheringen 25,0 40,0 40,0 25,0 Cum. aantal groepsdeta 305,0 365,0 375,0 375,0 Cum. aantal individuele deta 178,6 218,6 258,6 271,6 Verwacht gemidd. uurtarief individueel 10,54 10,32 10,12 9,92 Verwacht gemidd. uurtarief groep 8,31 7,64 7,03 6,47 Met de Noppes stichtingen (Kringloopwinkels) zijn afspraken gemaakt. In het verleden zijn kansrijke SW-geïndiceerden met een relatief hoge loonwaarde (individueel) gedetacheerd. De nieuwe plaatsingen en het uurtarief zijn weliswaar een target voor de externe plaatsingsorganisatie, maar hoge uurtarieven zullen een belemmering voor de detacheringen kunnen vormen en lage tarieven een financieel nadeel voor Baanstede. Dit onderwerp omvat dus zowel een kans als een risico. De aanname is nu dat het te realiseren gemiddelde uurtarief zal dalen omdat de groep extra uit te plaatsen personen vooral zal bestaan uit medewerkers met een lagere loonwaarde. Ook bij groepsdetacheringen is het uurtarief lager. De samenstelling van de te realiseren omzet is als volgt (bedrag x 1.000): Soort Omzet uit productie en diensten Omzet uit detacheringen Materiaal en uitbesteed werk Op deze post worden kosten begroot welke direct samenhangen met de te behalen omzet. In afnemende mate hangt dit samen met bedrijfsonderdelen met eigen productie of de levering van diensten. Deze post zal de komende jaren echter voor een toenemend deel bestaan uit vergoedingen te betalen aan de nieuwe plaatsingsorganisatie. In de vorige begroting kwam dit nog niet voor. De opbouw ervan kent deze basis: Vergoeding per duurzame plaatsing per FTE-plaatsing Vergoeding voor begeleiding extern geplaatsten per FTE/jaar Vergoeding groepsbegeleiding 306 per FTE/jaar De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd; gerekend is met 2%. Onder 'duurzame plaatsing' wordt verstaan een plaatsing bij een externe werkgever (eventueel ook een verbonden partij van Baanstede) voor de periode van tenminste 6 maanden. De begeleiding bestaat tenminste uit 4 bezoeken per jaar aan de externe werkgevers waar plaatsingen gerealiseerd zijn en tenminste 2 voortgangsrapportages aan de opdrachtgever. Voor groepsplaatsingen (>5 FTE per werkgever) geldt een lager tarief. De te realiseren uurtarieven moeten gebaseerd worden op een objectief bepaalde loonwaarde en mogen niet leiden tot een negatieve afwijking van het elders in deze begroting gestelde. Dit zal leiden tot de volgende financiële consequenties: Bedrag x Kosten voor plaatsingen 76,5 124,8 127,3 81,2 Kosten voor begeleiding 338,5 388,2 427,2 438,4 Subtotaal plaatsing en begeleiding 415,0 513,0 554,5 519,6 pagina 18

21 Aannames Uitvoering van de WSW, begeleid werken Bij de regeling voor Begeleid Werken ontstaan gesubsidieerde dienstverbanden met andere werkgevers, maar wel in het kader van de WSW. Vanaf de invoering van de Participatiewet zal deze plaatsingsvorm verdwijnen omdat er geen WSW-instroom meer zal zijn. Begeleid Werken wordt tot die tijd en in eerste instantie nog door de Baanstedeorganisatie uitgevoerd. Via een Persoonsgebonden Budget (PGB) kunnen SWgeïndiceerden voor de begeleiding echter ook nog een externe organisatie kiezen, e.e.a. conform de verordening. Baanstede blijft wel toezicht houden, het subsidie ontvangen en de loonsuppletie uitbetalen. De begeleidingsorganisatie ontvangt een vergoeding voor intake, job-hunting en jobcoaching. Per saldo zal er in de toekomst dan sprake zijn van exits, hetgeen zal leiden tot een daling van gemiddeld 65,6 FTE aan plaatsingen over 2013 en daarna verder dalen tot 33,8 FTE over Als gevolg van deze ontwikkelingen varieert de post voor 'Loonsuppleties BW' mee. Bedrijfskosten WSW-CAO en -loonkosten De loonkosten van de doelgroepen belopen een belangrijk deel van de totale bedrijfskosten. In latere jaren groeit het relatieve aandeel. Het belang van dit onderwerp (zowel sociaal als financieel) is dus groot. SW-dienstverbanden moeten door een gemeente of openbaar lichaam gerealiseerd worden. Het is de verwachting dat, ondanks de uitstroom in de vorm van detacheringen, de SW-dienstverbanden met Baanstede blijven bestaan. Loonkosten en subsidie blijven dan onderdeel van het werkvoorzieningschap, evenals de te ontvangen detacheringsvergoedingen. Voor de periode is gerekend met een dalende taakstelling en een dalend aantal plaatsingen in BW, zoals hierboven uiteengezet. Bij het opmaken van deze begroting is als basis rekening gehouden met de afspraken en bepalingen uit de WSW-CAO voor Voor de jaren daarna is gerekend met een gematigde loonkostenontwikkeling door CAO-afspraken. De post loonkosten wordt ook beïnvloed door de mutaties. Dit geschiedt momenteel maximaal de eerste 5 jaar tegen loonkosten horende bij het wettelijk minimumloon voor zover de betrokkenen nog in traject zijn. Bij plaatsing in een functie moet ook het functieloon uitbetaald worden. Hierdoor ontstaat ook trede-perspectief (groei binnen de loonschaal). Verder zijn van belang de uitstroom (tegen gemiddelde loonkosten), de CAOontwikkeling, individuele promoties en tredestijgingen, en tenslotte de ontwikkelingen in de sociale lasten en pensioenpremies. Per kalenderjaar dient steeds een gemiddeld aantal FTE's gerealiseerd te worden dat correspondeert met de taakstelling (zowel onder- als overrealisatie zijn nl. ongewenst). Dit is zo ook doorgerekend Gemiddeld aantal WSW-FTE 775,4 750,6 717,1 680,1 642,9 Doorgerekende CAO-stijging 1,5% 1,4% 1,3% 1,4% 1,4% Gemiddelde loonkosten Voor de uiteindelijke stijging van de totale loonkosten is gerekend met een niveau dat 0,1% boven de CAO-stijging ligt. Dit is het saldo van alle andere invloeden en mutaties. Gezien het toenemende relatieve belang van deze kostenpost, bevat de huidige aanname ook een risico met een grote impact. pagina 19

22 Aannames Onderstaande grafiek toont de verwachte ontwikkeling van de loonkosten per WSW-FTE en het subsidiebedrage per WSW-SE Ontwikkeling subsidieresultaat WSW-loonkosten per FTE WSW-subsidie per SE Op termijn zal het subsidieresultaat zich zo ontwikkelen tot een tekort van 5,0 mln.. Salarissen en sociale lasten ongesubs.pers. Sinds 2011 is de formatie aan ongesubsidieerd personeel (ambtenaren) schoksgewijs gereduceerd, waar mogelijk door het beëindigen van tijdelijke dienstverbanden. Het restant aan ambtelijk personeel kent vooral een aanstelling voor onbepaalde tijd. Om verder inhoud te geven aan de benodigde besparingen, is voor 2014 gerekend met een daling in de ambtelijke formatie van 61,6 FTE tot 46,0 FTE en voor 2015 tot 42,0 FTE, daarna verder door te zetten met een jaarlijks toenemende daling. Dit wordt haalbaar geacht omdat door de herstructurering (m.n. de uitstroom van SW-medewerkers) minder ambtelijk personeel in de begeleiding en staf nodig zal zijn. Ook is de aanname verwerkt dat bij de vervreemding van bedrijfsonderdelen een groep ambtenaren in dienstverband mee zal gaan. Genoemde aantallen zijn incl. boventallig ambtelijk personeel, waarvan de loon- en frictiekosten echter onderdeel zijn van de herstructureringskosten. Dit is een projectie van het verwachte verloop in deze begrotingsperiode: Start bezetting ,5 FTE Uitstroom door overdracht naar plaatsingsorganisatie 8,2 Uitstroom door overdracht bij vervreemding Groen 14,0 Uitstroom door overdracht bij vervreemding BPP 3,0 Uitstroom door overdracht naar gemeenten 2,5 Natuurlijk verloop in 5 jaar 8,9 Saldo 29,9 Per 2018 nog in formatie 8,0 Resteert voor boventalligheid 21,9 FTE Vanzelfsprekend zal het ambtelijke reductieproces tot frictiekosten leiden, bestaande uit de kosten van het sociaal plan (outplacement, uitkeringen ineens, WW-claims van het UWV en/of de voorgeschreven aanvullingen op uitkeringen dan wel de afkoop daarvan). Deze worden momenteel geraamd op gemiddeld ca per FTE. In deze begroting en meerjarenraming zijn deze kosten onderdeel van het programma 'Herstructurering'. pagina 20

23 Aannames Externe dienstverlening Hieronder staan de kosten voor ingehuurd personeel. Baanstede is voor ambtelijk personeel voor de WW eigen risico-drager. Bij een hoog werkloosheidsrisico is het dan verstandiger personeel extern in te huren. De meerkosten hiervan worden beschouwd als herstructureringskosten; ze zijn dan ook aldaar verantwoord. Het is ook de verwachting dat er tijdens de reorganisatie het dienstverband met ambtelijk medewerkers zal eindigen terwijl hun functie nog moet worden ingevuld. Dit zal dan met een tijdelijk ingehuurde kracht gerealiseerd worden, waarvan de kosten ook onderdeel zijn van de herstructureringskosten. Andere bedrijfskosten en baten De vervoerskosten WSW variëren met het aantal in dienst zijnde personen en de algemene inflatie. De Overige personeelskosten dalen naarmate SW-medewerkers in het zorgkader van reguliere werkgevers komen. De Afschrijvingen en Rentekosten zijn in beginsel afhankelijk van de in het verleden gedane investeringen c.q. de financieringen van de bedrijfsactiviteiten. In deze begrotingsperiode worden desinvesteringen voorzien. Bij de vervreemding van het Groen en Business Post en Print zullen bedrijfsmiddelen overgedragen worden. Dit zal mogelijk tot boekverliezen leiden die deel uitmaken van de herstructureringskosten. Tegelijkertijd zullen de afschrijvingslasten dan schoksgewijs dalen. De afschrijvingen zullen ook dalen omdat door de herstructurering (m.n. de uitstroom van SW-medewerkers) geleidelijk minder eigen infrastructuur nodig zal zijn. De rentelasten zullen dalen onder de aanname dat de vrijkomende middelen bij de afstoting van bedrijfsmiddelen zullen worden ingezet om vervallende leningen af te lossen. De huurkosten zullen eveneens en om dezelfde reden dalen; naarmate de uitstroom van SW-medewerkers vordert, zal er minder infrastructuur nodig zijn. De andere kostensoorten variëren voornamelijk door de inflatie of de orde van grootte van de nog intern geplaatste WSW-bezetting. Dalingen zijn er door afstoting van infrastructuur. pagina 21

24 Aannames Subsidie-overdracht Voor 2014 is gerekend dat er een door Baanstede te realiseren taakstelling is van 832,5 SE en dat de hieruit voorvloeiende aantallen SW-werkplekken en gerelateerde diensten door de gemeenten bij Baanstede ingevuld worden. Verder (t.b.v. de meerjarenraming) is gerekend met een jaarlijks dalende taakstelling, analoog aan de opgave van de staatsecretaris voor de landelijke WSW-taakstelling in haar antwoorden op Kamervragen. Bij afwijkende definitieve wetgeving kan de omvang en samenstelling wijzigen. De financieringssystematiek van de Participatiewet is nog niet uitgewerkt. In het regeerakkoord, de kamerbrief 'Contouren Participatiewet' en de antwoorden van de staatssecretaris op Kamervragen is de zgn. 'efficiencykorting' echter weer opgenomen, dit in tegenstelling tot de aannames in de vorige begroting. Deze korting werkt in 6 jaar toe naar een bedrag per SE van In deze begroting en raming is op[ basis daarvan gerekend met een eenheidsbedrag aan WSW-subsidie (per SE) van: Subsidie per WSW-SE WSW-bezetting in SE 858,8 832,5 784,7 736,4 690,8 In de vorige begroting was een exploitatie zonder tekort (vóór herstructureringskosten) voor het jaar 2016 voorzien. Die begroting en meerjarenraming was echter opgesteld onder de aanname dat het WSW-subsidiebedrag per SE zou blijven bij een eveneens (nagenoeg) gelijkblijvende taakstelling. Nu is een afname tot per SE in 2019 doorgerekend. Ook op basis van genoemde stukken is daarnaast nu een betere indicatie beschikbaar over de afname van de landelijke financieringsruimte. De aanname is gedaan dat deze zich voor Baanstede op dezelfde manier zal ontwikkelen. De combinatie van beide ontwikkelingen geeft het volgende nadelige financieel effect op de subsidiebate: aanname WSWtaakstelling subsidiebate in SE x 1 mln. jaar vorig huidig vorig huidig verschil ,0 832,5 22,1 21,2 0, ,1 784,7 22,2 19,5 2, ,2 736,4 22,2 18,0 4, ,9 690,8 22,2 16,4 5,8 Zelfs indien het volume (de WSW-taakstelling) gelijk zou blijven, zou er voor het jaar 2016 met de kennis van nu toch 1,2 mln. minder aan de subsidiebate begroot moeten worden. Dit is de belangrijkste oorzaak van het nu geprojecteerde tekort voor pagina 22

25 Aannames Herstructureringskosten In het overzicht van de programmarekening op pagina 29 staan voor het jaar 2012 geen herstructureringskosten. Omdat deze kosten in de begroting voor 2012 bij de oorspronkelijk kostensoorten waren opgenomen, moet op dezelfde basis worden gerapporteerd. Voor de begroting 2013 en volgende jaren is er voor deze activiteit wel een aparte regel (programma) opgenomen. In de jaren 2011 en 2012 zijn in de rekening van baten en lasten van Baanstede al herstructureringskosten opgenomen van resp en Deze vallen echter buiten het herstructureringsbudget en zijn al geabsorbeerd in de programmarekening van Baanstede dan wel gedragen door de gemeenten. De verdere herstructureringskosten zijn gebaseerd op het transitieplan, zoals elders c.q. in een extern document omschreven. Mede door de beoogde vervreemdingen zal de boventalligheid van ambtelijk medewerkers onder bedoelde aannames beperkt blijven tot in totaal 21,9 FTE gedurende gemiddeld 1 jaar. Dit betreft de periode van het sociaal plan. Van deze groep zal alsdan ingeschat 15 FTE werkloos worden gedurende gemiddeld 15 maanden, hetgeen een WW-claim van het UWV zal opleveren. Overige belangrijke elementen uit de herstructureringskosten hangen samen met het vervreemden of afkopen van verplichtingen uit bedrijfsmiddelen. Het betreft de overdracht of verkoop van bedrijfsmiddelen tegen een bedrag onder de boekwaarde, dan wel de afkoop van huurverplichtingen bij overtolligheid. Voor de jaren 2013 t/m 2017 zijn nu begrote of geraamde bedragen opgenomen voor de kosten van de herstructurering. Voor 2013 is een bedrag van begroot. Het totaal voor de resterende periode 2014 t/m 2018 is als volgt opgebouwd: Onderwerp kostensoort bedrag Loonkosten boventallige ambt. Salariskosten ambtelijk Eenmalige uitkeringen/afkoop Salariskosten ambtelijk Eenmalige uitkeringen/afkoop Salariskosten ambtelijk Outplacementkosten Overige personeelskosten Advieskosten juridisch Algemene kosten Advieskosten anders Algemene kosten Invoeringskosten AWBZ/dagb. Algemene kosten Afkoop resterende huurverpl. Huur Verkoop activa Boekverlies Inhuur op vacatures Externe dienstverlening WW-claim UWV Toevoeging aan voorzieningen Incl. de kosten van het jaar 2013 komen de totale geraamde herstructureringskosten zo uit op bijna 5,6 mln.. pagina 23