NAAR EEN AMBITIEUS BELEID INZAKE ENERGIE EN WOONKWALITEIT IN VLAANDEREN
|
|
- Jonathan Vedder
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenlevingsopbouw NAAR EEN AMBITIEUS BELEID INZAKE ENERGIE EN WOONKWALITEIT IN VLAANDEREN
2 NAAR EEN AMBITIEUS BELEID INZAKE ENERGIE EN WOONKWALITEIT IN VLAANDEREN 1. Energetisch besparingspotentieel op Vlaamse woningmarkt onderbenut Naar een Vlaams woonvernieuwingsprogramma Activering van bestaande beleidsinstrumenten ACTIVERING EPC ACTIVERING FRGE ACTIVERING ENERGIESCANS Rationeel energieverbruik EEN ENERGIESCAN VOOR IEDEREEN LOKALE ENERGIEWINKELS
3 De klimaatcrisis plaatst zowel de federale als de gewestelijke overheden voor grote uitdagingen. Het inzicht groeit dat de energieprestaties van woningen zowel de private als de sociale huur- en koopwoningmarkt daarbij een kritische factor vormen. Parallel daarmee groeit de overtuiging en de wetenschap dat de energetische kwaliteit van woningen onmogelijk los kan gezien worden van de structurele kwaliteit van het Vlaamse woningbestand. In de persoon van Freya Van den Bossche heeft de Vlaamse regering voor het eerst een minister in haar rangen die met Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie over een uiterst geschikt beleidsinstrumentarium beschikt om structurele stappen vooruit te zetten op het vlak van energie en woonkwaliteit (een realiteit die bovendien nog fors zou versterkt worden mocht ook de huurwetgeving als bevoegdheid worden overgeheveld naar de gewesten). De verwachtingen zijn dan ook hoog gespannen. De sector Samenlevingsopbouw goot zijn op praktijkervaring gestoelde standpunten daarom in een omvattende beleidsvisie waarbinnen ecologische en sociale doelstellingen samen sporen en meer nog elkaar bevruchten en versterken. 1 We sloegen daartoe enthousiast de handen in elkaar met Bond Beter Leefmilieu en het Vlaams Overleg Bewonersbelangen. Door onze krachten, ervaring en expertise te bundelen, willen we het thema energie en woonkwaliteit de plek geven die het verdient: bovenaan de maatschappelijke en politieke agenda. 1 De voorgestelde maatregelen vertonen vaak een onderlinge samenhang en dienen daarom in hun geheel te worden begrepen. 3
4 1. ENERGETISCH BESPARINGSPOTENTIEEL OP VLAAMSE WONINGMARKT ONDERBENUT Het klimaatthema is niet meer weg te branden uit de actualiteit. Op tal van maatschappelijke domeinen wordt intensief gezocht naar potentiële energiewinsten 2. In Europa zijn gebouwen verantwoordelijk voor 40% van het finaal energieverbruik en voor 36% van de broeikasgasemissies. Zo vormt ook het Vlaamse woningbestand een belangrijke focus: woningverwarming en sanitair warm water vertegenwoordigen samen dan ook ca. 11% van het globale elektriciteit- en brandstofverbruik in Vlaanderen. Het aandeel in de uitstoot van broeikasgassen bedraagt ca. 19%. 3 Het energetisch besparingspotentieel binnen het Vlaamse woningbestand is enorm. We geven daarvan slechts enkele indicaties aan: bijna een derde van de woningen (m.n. 31%) heeft geen dakisolatie; 29% van de woningen beschikt nog niet over dubbele beglazing; 71% van de woningen wordt nog steeds verwarmd met verouderde verwarmingsinstallaties. 4 De Vlaamse overheid uitte mede onder impuls van de Europese Unie de ambitieuze doelstelling om tegen 2020 het aantal energieverslindende woningen in Vlaanderen te herleiden tot omzeggens nul, wat een energiebesparing van 30% zou moeten opleveren ten opzichte van de situatie in Daartoe dienen jaarlijks à daken of zoldervloeren geïsoleerd te worden (in 2008 werden door de netbeheerders dakisolatiepremies toegekend), dienen jaarlijks woningen voorzien te worden van (minstens) verbeterd dubbelglas ( premies in 2008) en dienen jaarlijks verwarmingsketels van 20 jaar of ouder te worden vervangen door condensatieketels ( premies in 2008). Het Nederlandse onderzoeksbureau Ecofys berekende dat 35% van de economisch rendabele isolatiemaatregelen een terugverdientijd hebben van minder dan vijf jaar en bijna 50% tussen de vijf en vijftien jaar. 6 VEA gaat in haar berekeningen (waarin ook de diverse steunmaatregelen worden verrekend) in het kader van het Energierenovatieprogramma 2020 uit van een terugverdientijd van 1 jaar (dakisolatie), 10 jaar (vervangen van enkel glas) en 4 à 5 jaar (vervanging oude verwarmingsketel door condensatieketel) In een recent rapport van het topkader van het Amerikaanse leger wordt bijvoorbeeld gewaarschuwd voor grote olietekorten vanaf het midden van dit decennium. Ook vanuit dat perspectief verdient een vermindering van energie- en meer specifiek olieafhankelijkheid door energiebesparing alle aandacht: door onze veel te grote energieafhankelijkheid, is onze economie immers zeer kwetsbaar voor prijsstijgingen op de internationale energiemarkt. Bron: Voortgangsrapport Vlaams Klimaatbeleidsplan (cijfers voor 2007). REG-enquête bij 1000 Vlaamse gezinnen, afgenomen door de Vlaamse overheid in Actieplan van het Energierenovatieprogramma 2020 versie februari 2009, VEA. Aangehaald in Leuker kunnen we het niet maken, wel groener Fiscale en financiële opties voor energiebesparing : CE-rapport in opdracht van het Nederlandse ministerie VROM (december 2006). 4
5 Een overheid die haar ambitieuze doelstellingen op het vlak van energiebesparing wil waarmaken, de energiefacturen van maatschappelijk kwetsbare groepen wil verlichten en waarde hecht aan het verhoogd comfortgevoel voor bewoners die energiebesparingsmaatregelen tot gevolg kunnen hebben, zal een beleid dienen te ontwikkelen dat elk van deze weerstanden helpt slopen. Toch wordt in de praktijk slechts een beperkt deel van het besparingspotentieel benut. Mensen in armoede (maar net zo goed kansrijkere gezinnen) bouwen bewust, maar vaker nog onbewust weerstanden op tegen energiebesparingsmaatregelen. Enkele van de voornaamste weerstanden zijn: Mensen in armoede worstelen in tal van levensdomeinen met haast onoverkoombare problemen, waardoor energiebesparing vaak geen prioriteit geniet. Het ontbreken van feitelijke kennis over energiebesparing en over de diverse en vaak complexe steunmaatregelen van de overheid daartoe. Onvoldoende middelen om energiebesparende maatregelen te (pre)financieren. De te investeren moeite (administratieve rompslomp, overlast als gevolg van uit te voeren werken enz.). Het nog niet afgeschreven of versleten zijn van materialen en/of apparaten. Specifiek voor de huursector: de problematiek van de split incentive. Huurders investeren niet in energiebesparende maatregelen omdat ze geen eigenaar zijn van hun woning; eigenaars investeren niet in energiebesparende maatregelen omdat ze geen baat hebben bij de lagere energiefacturen die er het gevolg van zijn. Een overheid die haar ambitieuze doelstellingen op het vlak van energiebesparing wil waarmaken, de energiefacturen van maatschappelijk kwetsbare groepen wil verlichten en waarde hecht aan het verhoogd comfortgevoel voor bewoners die energiebesparingsmaatregelen tot gevolg kunnen hebben, zal een beleid dienen te ontwikkelen dat elk van deze weerstanden helpt slopen. Parallel daarmee dient alles in het werk te worden gesteld om een vergroot bewustzijn te creëren over de invloed van het eigen gedrag op het totale energieverbruik. 5
6 Doortastend beleid voeren vergt ook voortdurende afstemming tussen de diverse beleidsniveaus en tussen beleidsdomeinen op eenzelfde beleidsniveau onderling: een premisse waar we bij het uitwerken van deze nota van durven uitgaan. Het wegwerken van weerstanden dient in een ruimer kader bekeken te worden. Weerstanden wegwerken bij woningeigenaars, sociale (ver)huurders en private (ver)huurders kan soms eenzelfde, maar vaak ook een andere aanpak vergen. Ook het socio-economisch profiel van de eigenaar-verhuurders, eigenaar-bewoners, sociale en private huurders is een uiterst belangrijke parameter waarop het beleid dient afgestemd te worden. Doortastend beleid voeren vergt ook voortdurende afstemming tussen de diverse beleidsniveaus en tussen beleidsdomeinen op eenzelfde beleidsniveau onderling: een premisse waar we bij het uitwerken van deze nota van uitgingen. 6
7 2. NAAR EEN VLAAMS WOONVERNIEUWINGSPROGRAMMA De energetische kwaliteit van het Vlaamse woningbestand kan en mag niet losgezien worden van de structurele woonkwaliteit: dat vormt voor de initiatiefnemers van deze beleidsvisietekst een cruciaal aandachtspunt waarop het beleid dient geënt te worden. Met die structurele woonkwaliteit is het in Vlaanderen een zekere positieve evolutie ten spijt nog steeds erg pover gesteld 7 : in Vlaanderen blijken immers ca woningen niet te voldoen aan zelfs de meest elementaire minimale woonkwaliteitseisen (een aantal dat oploopt tot liefst woningen indien men ook het subjectieve oordeel van bewoners in rekening brengt), waarbij vooral op de secundaire private huurmarkt de situatie zonder meer problematisch is. Energiebesparende investeringen zijn binnen woningen die structurele kwaliteitsgebreken vertonen vaak niet prioritair, zinloos of zelfs onmogelijk. Tenzij uiteraard wanneer deze gepaard gaan met investeringen in de woningen opdat deze zouden tegemoet komen aan de minimale woonkwaliteitseisen zoals bepaald in de Vlaamse Wooncode. Het beleid omtrent de energetische kwaliteit van woningen kan onmogelijk los worden gezien van deze vaststelling: energiebesparende investeringen zoals dakisolatie, dubbele beglazing of het plaatsen van een condensatieketel zijn binnen woningen die structurele kwaliteitsgebreken vertonen immers niet prioritair (bv. in woningen waar de primaire veiligheid van bewoners in het gedrang is omwille van elektrocutiegevaar of gevaar op CO-vergiftiging), zinloos (bv. in woningen die kampen met grote vochtproblemen) of zelfs onmogelijk (bv. dakisolatie dient vaak voorafgegaan te worden door dakrenovatie). Tenzij uiteraard wanneer deze gepaard gaan met investeringen in de structurele kwaliteit van woningen opdat deze zouden tegemoet komen aan de minimale woonkwaliteitseisen zoals bepaald in de Vlaamse Wooncode. Zowel om ethische redenen (de ontegensprekelijk noodzakelijke inspanningen om de CO2-uitstoot drastisch te verminderen mogen de sociale dualiteit in onze samenleving niet groter maken dan vandaag al het geval is) als om redenen van efficiëntie, dient het beleid omtrent energiebesparende investeringen in woningen daarom gekoppeld te worden aan een grootschalig en ambitieus woonvernieuwingsprogramma op Vlaams niveau. Dit woonvernieuwingsprogramma dat een looptijd moet kennen van minimaal tien jaar en een sterke impuls zal inhouden voor 7 Cijfers gebaseerd op de Woonsurvey 2005 (Heylen, K., Le Roy M., Vanden Broucke S., Vandekerckhove B., Winters S.), in 2007 uitgegeven door het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed. 7
8 de bouwsector en energie-innovatieve bedrijven in Vlaanderen dient zich te richten op de zwakste segmenten van de Vlaamse woningmarkt 8 : op woningen van ondermaatse kwaliteit op de private huurmarkt en op eenzelfde segment van woningen die eigendom zijn van gezinnen met een lage financiële draagkracht. Voor de financiering van de energiebesparende ingrepen van dit woonvernieuwingsprogramma kan gebruikt maakt worden van de veilingopbrengsten van het Europees emissiehandelssysteem. Ook dienen alle door de Europese Unie opgestarte ondersteuningsmechanismen voor energiebesparende initiatieven (denk o.m. aan de Europese Investeringsbank) optimaal aangewend te worden. De Vlaamse regering dient tot slot een studie te bestellen die de ongetwijfeld aanzienlijke terugverdieneffecten verbonden aan een dergelijk woonvernieuwingsprogramma op korte termijn objectief in kaart kan brengen: de resultaten van deze studie vormen meteen het overtuigende argument om ook vanuit de reguliere begroting middelen te investeren in het woonvernieuwingsprogramma. De contouren van dit Vlaamse woonvernieuwingsprogramma moeten omdat schaarse overheidsmiddelen een zo efficiënt mogelijke inzet verdienen weldoordacht worden afgebakend. Het recht op een woning van goede kwaliteit vormt één van de elementen van het recht op een behoorlijke huisvesting, maar kan tegelijk niet losgezien worden van de andere elementen van dit recht, zoals de toegankelijkheid, de betaalbaarheid, de woonzekerheid enz. Het feit dat de private huurmarkt anno 2010 nog veel woningen van slechte kwaliteit telt, heeft te maken met een ontoereikend aanbod van woningen van goede kwaliteit die tevens betaalbaar en dus ook toegankelijk zijn voor huurders. Een woonvernieuwingsprogramma moet dus ingebed zijn in een ruimere beleidsaanpak die ook oog heeft voor zowel de stimulering van het aanbod (op de sociale, maar ook op de private huurmarkt) als voor de betaalbaarheid van de huurprijs. Tevens moet een sociaal en ecologisch woonvernieuwingsprogramma rekening houden met de volgende randvoorwaarden: Een ambitieus woonvernieuwingsprogramma kan niet anders dan geflankeerd te worden door een (door alle stakeholders gedragen) beschermend kader voor huurders in de vorm van huurprijsregulering en garanties omtrent woonzekerheid: zo niet zijn sociaal ronduit nefaste en ethisch onaanvaardbare inflatoire effecten onvermijdelijk. Modellen uit alle (!) van de ons omringende landen (Duitsland, Groot-Brittannië, Nederland, Luxemburg en Frankrijk) kunnen dienst doen als inspiratiebron voor een Vlaams model dat geënt is op de specificiteit van de eigen woningmarkt. Ook tijdelijke vormen van huurregulering (waarbij woningen die via het woonvernieuwingsprogramma gerenoveerd worden voor bv. negen jaar aan huurprijsregulering worden onderworpen en aan huurders in die periode woonzekerheid wordt gegarandeerd) zijn daarbij denkbaar. Huurprijsregulering vergt een grondige kennis van de markt. Daarom dient prioriteit gemaakt te worden van een huurprijsdatabank van de private huurprijzen op basis van geregistreerde huurcontracten. De informatieve, financiële, administratieve, technische, praktische en sociale drempels die eigenaar-bewoners en eigenaar-verhuurders weerhouden om over te gaan tot noodzakelijke investeringen (in een verbetering van de structurele woonkwaliteit en/of van de energetische kwaliteit van een woning), kunnen dienst doen als uitgangspunt voor het bepalen van het pakket van stimulerende maatregelen. Voor maatschappelijk kwetsbare eigenaars zijn doorgedreven maatgerichte vormen van trajectbegeleiding (waarbij het vaak ook noodzakelijk zal zijn om vertrouwenspersonen uit sociale organisaties in te schakelen), volledige voorfinanciering en een volwaardige derdebetaler logica van het grootste belang. 8 Parallel ermee dient een beleid ontwikkeld (en/of gecontinueerd) te worden dat gericht is op ecologische quick wins: een beleid gericht op kwaliteitsvolle huur- en koopwoningen waar ook omwille van het socio-economische profiel van de bewoners ervan veel minder drempels moeten overwonnen worden vooraleer besloten wordt tot energiebesparende investeringen. 8
9 Een ambitieus woonvernieuwingsprogramma kan niet anders dan geflankeerd te worden door een (door alle stakeholders gedragen) beschermend kader voor huurders in de vorm van huurprijsregulering en garanties omtrent woonzekerheid, betaalbaarheid en een voldoende aanbod: zo niet zijn sociaal ronduit nefaste en ethisch onaanvaardbare inflatoire effecten onvermijdelijk. Ook voor eigenaar-verhuurders kunnen maatgerichte trajectbegeleiding en mogelijkheden tot voorfinanciering drempels helpen overwinnen. Daarnaast verdienen vooral fiscale stimuli (via de personenbelasting en/of onroerende voorheffing) prioriteit, waarbij de focus van bestaande stimuli niet langer mag liggen op onderhoud en herstelling, maar voluit moet komen te liggen op structurele renovatie en energiebesparende investeringen. Ook kan gedacht worden aan een verlaging van de successierechten voor de erfgenamen van eigenaar-verhuurders die op oudere leeftijd alsnog besloten tot investeringen in hun woning(en) (mits de erfgenamen zich engageren om de geërfde woning voor een bepaalde termijn en aan een redelijke prijs op de huurmarkt te houden). Er kunnen ook pistes onderzocht worden die eigenaar-verhuurders een grotere betaalzekerheid van huurinkomsten garanderen. Wellicht de beste garantie daartoe is een substantiële uitbreiding van huursubsidiegerechtigden, met voorrang voor gezinnen die na betaling van de woonkost een te laag inkomen overhouden om menswaardig te kunnen leven: door hen een substantiële, niet-degressieve huursubsidie toe te kennen (die bovendien niet verengd wordt tot een verhuispremie), zou het merendeel van huurbetalingsproblemen kunnen voorkomen worden. Er zijn op langere termijn daarnaast ook collectieve systemen denkbaar waarbij het risico op wanbetaling gespreid wordt over alle eigenaar-verhuurders (en dus waarbij het risico gesocialiseerd wordt): deze methode zou kunnen gelden binnen stedelijke of (inter)gemeentelijke verhuurbedrijven die grote delen van de woningen op de private huurmarkt onder hun hoede zouden kunnen nemen. Zoals dat ook binnen SVK s het geval is, zouden elementen zoals huurprijsregulering, woonzekerheid enz. integraal deel uitmaken van de kernprincipes van deze stedelijke of (inter)gemeentelijke verhuurbedrijven. Deze verhuurbedrijven kunnen ook een actievere rol spelen in het uitvoeren van energiebesparende en kwaliteitsverbeterende investeringen. Sowieso dienen stimulerende maatregelen voor eigenaar-verhuurders steeds verankerd te zijn in een model van huurregulering (zie boven), met voor huurders beschermende garanties omtrent huurprijs en woonzekerheid. Voor huurwoningen die niet aan de minimale kwaliteitseisen voldoen zou in afwachting dat deze via het woonvernieuwingsprogramma gerenoveerd worden een energiecorrectie onder de vorm van huurprijsverlaging moeten gelden: het is immers weinig rechtvaardig dat alleen huurders moeten opdraaien voor torenhoge energiefacturen die het gevolg zijn van een ondermaatse kwaliteit van een huurwoning. In sommige gevallen (bv. indien het relatief vermogende, welwillende en vooruitziende eigenaar-verhuurders betreft) zullen stimulerende maatregelen volstaan om eigenaar-verhuurders toe te leiden naar het woonvernieuwingsprogramma. 9
10 In andere, meer problematische gevallen (bv. indien eigenaar-verhuurders ondanks een pakket van stimulerende maatregelen hun woning weigeren aan te passen aan de minimale woonkwaliteitseisen, inclusief minimale energetische eisen) zullen daarnaast ook sanctionerende maatregelen gecreëerd en gehandhaafd moeten worden, waarbij woningen als het ware in een verbetertraject worden gedwongen. Om een zo groot mogelijke gedeelte van het woningpatrimonium in slechte staat toe te leiden naar het woonvernieuwingsprogramma, zal ondermeer werk moeten gemaakt worden van systematische woonkwaliteitcontroles op grote schaal (waarvan de gegevens in een ontsluitbare databank moeten worden gecentraliseerd), op zo uniform mogelijke wijze uit te voeren door degelijk opgeleide inspecteurs. Ook indien in het kader van energiescans grote kwaliteitsgebreken aan een woning worden vastgesteld, dient dit gemeld te worden en rechtstreeks aanleiding te geven tot een (officiële) woonkwaliteitscontrole. Hierbij dient de Vlaamse overheid er sterk over te waken dat het geheel van maatregelen de private huurmarkt niet verder doet inkrimpen, maar net aanbodversterkend werkt en zo de normale marktwerking op de private huurmarkt helpt herstellen. De ontwerpnota Beleidsvisie voor de private huurmarkt die de Vlaamse Woonraad hierover recent opstelde, kan eens goedgekeurd door alle betrokken actoren daarbij een uiterst interessante leidraad vormen. Naast een noodzakelijk ruim gamma van stimulerende maatregelen kunnen daarbij ook sanctionerende maatregelen worden overwogen die louter speculatieve motieven op de private huurmarkt op gepaste wijze ontmoedigen. SANCTIO- NEREN STIMULEREN EN ONDERSTEUNEN INFORMEREN EN SENSIBILISEREN 10
11 3. ACTIVERING VAN BESTAANDE BELEIDSINSTRUMENTEN Indien de Vlaamse overheid haar ambitieuze doelstellingen inzake energiebesparing en verbeterde woonkwaliteit wil realiseren, dan zullen naast nieuw te creëren beleidsinstrumenten (cf. supra) ook bestaande beleidsinstrumenten (sterker) geactiveerd dienen te worden. We denken hierbij in de eerste plaats aan het energieprestatiecertificaat (EPC) en het (weliswaar vooralsnog federale) Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE). 3.1 Activering EPC Onder impuls van Europa werd op 1 januari 2006 het energieprestatiecertificaat in Vlaanderen geïntroduceerd. 9 Een EPC geeft het primair energieverbruik van een woning aan (zonder rekening te houden met het gedrag van de bewoners, vergelijk het met het aangegeven gemiddeld verbruik van een wagen) en geeft tips voor verbetering van het primair energieverbruik van een woning en voor verbetering van de verwarmingsinstallaties. Het EPC moet door de eigenaar-verkoper of eigenaarverhuurder worden voorgelegd aan de (potentiële) kopers of huurders. Bij het sluiten van een huurovereenkomst moet de eigenaar-verhuurder een EPC kunnen voorleggen aan de kandidaat-huurders (die hiervan een kopie ontvangen). Bij verkoop van een woongebouw moet het EPC worden overgedragen aan de koper. In de notariële akte zullen een aantal gegevens van het EPC worden opgenomen. Het EPC is tien jaar geldig. Zoals het vandaag geconcipieerd is, zet het EPC maar erg weinig zoden aan de dijk. Het dient daarom omgevormd te worden tot een slagkrachtig instrument. 9 De energieprestatieregelgeving wordt gevormd door het EPB-decreet ( Energie Prestatie Binnenklimaat ) van 22 maart 2006 (gewijzigd door het decreet van 18 juli 2008 en door het decreet van 8 mei 2009) en het besluit van de Vlaamse regering van 11 maart
12 Zoals het vandaag geconcipieerd is, zet het EPC in de praktijk maar erg weinig zoden aan de dijk: Het EPC is een louter informatief en sensibiliserend instrument. De overheid wil toekomstige kopers en huurders enkel bewust maken van het energieverbruik van een woning: men is met andere woorden niet verplicht de aanbevelingen van het EPC op te volgen. En daar wringt net het schoentje. De impact van een slechte EPC-score op de latere energiefacturen dringt ook omwille van het abstracte karakter van een EPC op het moment van de woonkeuze maar zelden door. Bovendien hebben vooral kansarme bevolkingsgroepen huurders, maar ook noodkopers vaak weinig alternatieven: veel meer dan de energetische kwaliteit is voor hen de prijs van de woning van doorslaggevend belang, maar ook gewoon het feit om een dak boven het hoofd te hebben in tijden dat maatschappelijk kwetsbare gezinnen het steeds moeilijker hebben om überhaupt aan een huurwoning te geraken. Het EPC geeft weliswaar een indicatie van de energetische kwaliteit van een woning, maar maakt de kandidaat-koper of kandidaat-huurder geenszins wijzer over de structurele kwaliteit van een woning. Het feit dat enerzijds de opmaak van energieprestatiecertificaten gebeurt door ondernemingen uit de private sector en er anderzijds erg weinig controle van overheidswege gebeurt, leidt tot veelvuldige misbruiken op het terrein: bij de objectiviteit van de via een EPC aangeboden informatie kunnen niet zelden ernstige vragen gesteld worden. Het EPC dient daarom omgevormd te worden tot een slagkrachtig beleidsinstrument: Een eerste verbetering zou er in kunnen bestaan het EPC te concretiseren, bv. door naast de huidige weergave van de energetische kwaliteit van een woning uitgedrukt in kwh/m² ook een begrijpbare indicatie van de concrete financiële impact op de energiefactuur weer te geven. Een tweede meer fundamentele en structurele verbetering kan er in bestaan om het EPC om te vormen tot instrument dat niet alleen de energetische kwaliteit, maar ook de structurele kwaliteit van een woning in kaart brengt: in wezen zou zo een woonprestatiecertificaat ( WPC ) gecreëerd worden dat de bestaande conformiteitsattesten en energieprestatiecertificaten zou integreren tot één slagkrachtig beleidsinstrument. Een derde (hieraan verbonden) wezenlijke verbetering kan er in bestaan om een (nader te bepalen) minimale WPC-score als voorwaarde te stellen voor het verhuren van een woning. Eigenaar-verhuurders zouden dan vooraleer ze hun woning zouden kunnen verhuren (of bv. tijdens de eerste zes maanden van het nieuwe huurcontract verplicht worden om een aantal investeringen (zowel in de energetische als structurele kwaliteit van de woning) te doen indien hun WPC-score volledig ondermaats is. De eerstvolgende jaren wij stellen voor tot 2020 zouden ze hiervoor voluit beroep kunnen doen op alle voorhanden zijnde stimulerende beleidsinstrumenten. Tegelijk moet duidelijk worden gemaakt dat na deze periode sancties een veel sterker gewicht zullen toebedeeld krijgen dan ondersteuning: een duidelijke boodschap dus om de noodzakelijke investeringen niet langer uit te stellen. De objectieve totstandkoming van energieprestatiecertificaten dient door de Vlaamse overheid veel sterker gegarandeerd te worden dan vandaag het geval is. Dat kan o.m. door te voorzien in meer en meer gerichte controles waaraan bovendien voldoende zware sancties worden gekoppeld. 12
13 3.2 Activering FRGE Het FRGE biedt heel wat mogelijkheden om energiebesparende investeringen haalbaar te maken voor grote groepen gezinnen in onze samenleving, inclusief sociaal zwakkere gezinnen. Toch zijn een aantal structurele ingrepen noodzakelijk om van een optimale werking te kunnen gewagen: Het FRGE bestrijkt nog steeds slechts een klein gedeelte van het grondgebied van Vlaanderen (ook in Brussel zijn nog geen lokale entiteiten operationeel). Het aantal lokale entiteiten moet snel en sterk stijgen om grotere delen van de Vlaamse bevolking vooruit te kunnen helpen. De gewestelijke waarborgregeling vermeld in het Vlaams regeerakkoord en inmiddels in uitvoering kan een voor lokale besturen belangrijke drempel helpen wegwerken. Wellicht is ook sterke sensibiliseringscampagne richting lokale besturen geen overbodige maatregel om de Vlaamse waarborgregeling te flankeren. Lokale entiteiten van het FRGE hebben het moeilijk om het vooropgestelde aantal doelgroepdossiers (dossiers van maatschappelijk kwetsbare gezinnen) te realiseren of behalen de sociale streefdoelen op oneigenlijke wijze door geld te ontlenen aan sociale huisvestingsmaatschappijen (die ook op andere kanalen een beroep kunnen doen voor goedkope financiering). Waar dit haalbaar is, zou per lokale entiteit daarom best naast het OCMW minimaal één gespecialiseerde sociale partner structureel betrokken worden. Deze sociale organisatie(s) hebben immers voeling met de leefwereld van maatschappelijk kwetsbare gezinnen en kunnen zich om de doelgroepdossiers (zeker om die dossiers waar een volledige trajectbegeleiding noodzakelijk blijkt om de energiebesparende investeringen te realiseren) bekommeren. De maximale afbetalingstermijn van 60 maanden blijkt voor maatschappelijk kwetsbare gezinnen onhaalbaar: een maatschappelijk kwetsbaar gezin dat bv. het maximale bedrag van euro renteloos ontleent, ziet het maandelijkse af te lossen bedrag van 175 euro niet gecompenseerd door een evenredige daling van de energiefactuur (waardoor de derdebetaler logica niet opgaat). Een verlenging van de afbetalingstermijn tot 120 maanden kan soelaas bieden. Maar vooral ook indien alle financiële stimuli (premies en fiscale voordelen) via de lokale entiteit van het FRGE zouden kunnen verrekend worden in de eigenlijke lening 10, zou dit voor maatschappelijk kwetsbare gezinnen een grote stap vooruit betekenen. De lokale entiteit van het FRGE zou daarnaast (uiteraard in samenspraak met het gezin in kwestie) contact kunnen opnemen met de energieleveranciers om de voorschotfactuur op realistische wijze aan te passen aan de gedane investeringen. Dit om te vermijden dat gezinnen gedurende ruime tijd onnodig dubbel zouden moeten betalen in de vorm van een (te) hoog voorschotfactuur en de aflossing van de lening. Het FRGE dient ingebed te worden in het Vlaamse woonvernieuwingsprogramma en kan de energiesparende ingrepen van dit woonvernieuwingsprogramma financieren. 10 Her en der tonen praktijkvoorbeelden aan dat dit mits de nodige goodwill perfect kan. Zo slaagt EOS, de lokale FRGEentiteit in Oostende, er in samenspraak met Eandis nu al in om alvast de premies van Eandis te verrekenen in de uiteindelijke lening. 13
14 Het FRGE dient ingebed te worden in het Vlaamse woonvernieuwingsprogramma en kan de energiesparende ingrepen van dit woonvernieuwingsprogramma financieren. 3.3 Activering energiescans Het systeem van energiescans (inclusief de opvolgscans van type A en type B) betekenen een grote meerwaarde in de strijd tegen onnodig energieverbruik (voor een verdere evaluatie ter zake: zie onder). In het streven naar een verhoging van de structurele woonkwaliteit in Vlaanderen kan hun rol evenwel nog versterkt worden. Concreet stellen wij voor om aan energiescanners een alarmsignaalfunctie toe te bedelen op het vlak van structurele woonkwaliteit. Van energiescanners kan niet verwacht worden dat zij een volwaardige woonkwaliteitcontrole zouden uitvoeren. Wel kunnen zij mits aangepaste opleiding in staat zijn om tijdens een huisbezoek acute problemen op het vlak van structurele woonkwaliteit (vochtproblemen, instortingsgevaar, elektrocutiegevaar, gevaar op CO-vergiftiging, ) op het spoor te komen. In dergelijke gevallen zouden energiescanners een alarmprocedure moeten in werking stellen: de woning in kwestie zou vervolgens door een erkende inspecteur van de overheid aan een woonkwaliteitonderzoek moeten onderworpen worden. Concreet stellen wij voor om aan energiescanners een alarmsignaalfunctie toe te bedelen op het vlak van structurele woonkwaliteit. Problemen op het vlak van structurele woonkwaliteit die op die manier aan het licht komen, dienen dan volgens de stimulerende en desnoods sanctionerende mechanismen verbonden aan het Vlaamse woonvernieuwingsprogramma (zie boven) door de eigenaar-verhuurder weggewerkt te worden tot dat (minimaal) voldaan is aan de minimale eisen op het vlak van woonkwaliteit (waaraan binnen de Vlaamse Wooncode ook minimale eisen op het vlak van energiezuinigheid als toetsingscriterium dienen toegevoegd te worden) zoals voorzien in de Vlaamse Wooncode. Ook eigenaar-bewoners van wie de woning geheel niet voldoet aan de minimale woonkwaliteitseisen kunnen op die manier toegeleid worden naar de verbetertrajecten die zijn voorzien in het Vlaamse woonvernieuwingsprogramma. 14
15 4. RATIONEEL ENERGIEVERBRUIK Geen van bovenvermelde voorgestelde maatregelen mag de impact van het eigen gedrag op het energieverbruik minimaliseren. Via alle mogelijke vormen van opleiding en sensibilisering op maat (waarvoor de diverse overheden creatieve partnerschappen dienen aan te gaan met milieuorganisaties, armoedeverenigingen, onderwijsinstellingen enz.) dient de bevolking hiervan veel meer nog dan vandaag het geval is blijvend op de hoogte te worden gebracht. 4.1 Een energiescan voor iedereen We beklemtoonden eerder in deze tekst al de ontegensprekelijke nuttigheid van energiescans in de strijd tegen onnodig energieverbruik. Omdat beleidsinstrumenten van dergelijke omvang voortdurend dienen geëvalueerd en bijgestuurd te worden, geven we vanuit onze praktijkervaringen graag een aantal zo concreet mogelijke aandachtspunten en beleidssuggesties mee. Of ook kansengroepen vlot de weg vinden naar het systeem van energiescans is in grote mate afhankelijk van het toeleidingsbeleid van de lokale overheid. Minimaal dient het OCMW hierin een centrale rol op te nemen. Maar zelfs dat alleen is onvoldoende om kansengroepen in voldoende grote getale toe te leiden: daartoe zijn naast impulsen vanuit bestuurlijke actoren zoals OCMW s en lokale woonwinkels ook netwerken en samenwerkingsverbanden nodig tussen sociale organisaties die dicht bij de leefwereld van mensen in armoede staan (buurt- en opbouwwerkorganisaties, Centra Algemeen Welzijnswerk, Verenigingen waar armen het woord nemen, enz.). Mensen in armoede bereik je immers zo leert de ervaring ons elke dag via vertrouwenspersonen (voor wie het ook erg nuttig kan zijn om zelf de energiescans bij gezinnen in armoede bij te wonen). Ook die vertrouwenspersonen dienen overigens voortdurend bewust te worden gemaakt van het bestaan van energiescans: herhaling en voortdurende sensibilisering zijn daarbij de sleutelwoorden. Kan er niet gedacht worden aan een zichtbare actie gebaseerd op de zonder haat straat campagne om energiebesparende initiatieven zoals de energiescans, maar ook bv. klimaatwijken zichtbaarder in de verf te zetten? Energiescanners moeten gezinnen in armoede niet alleen instrueren op een manier waarvan ze zelf denken dat die snel en efficiënt is, ze moeten hen ook een luisterend oor bieden. Energiescanners moeten zich bewust zijn van het feit dat mensen in armoede zich vaak overdonderd voelen door een teveel aan informatie. Eenvoudig taalgebruik is belangrijk. Overbodige informatie verzwaart het geheel enkel maar. En een te belerende toon wekt weerstand op en doet mensen afhaken, waardoor ze bv. ook zelf minder relevante energievragen stellen. Ook dient een energiescan voldoende grondig uitgevoerd te worden, wat niet altijd het geval is: soms blijven energiescanners rond de tafel zitten, inspecteren ze de woning onvoldoende grondig en voeren ze de kleine energiebesparende maatregelen niet of in te geringe mate uit. Ook het scanrapport zou nog optimaler kunnen aangewend worden. De overtuiging leeft dat met de huidige verwerking niet alle potentiële informatie naar boven wordt gespit. Het rapport zelf is bovendien vanuit vormelijk oogpunt (ondanks aangebrachte verbeteringen in vergelijking met de eerste rapporten) onvoldoende lezersgericht opgesteld: lezers verliezen zich bv. in de structuur. Vervolgens kan het rapport ook inhoudelijk nog verrijkt worden: de staat van de woning in kwestie wordt nauwe- 15
16 lijks beschreven, informatie specifiek op maat van de woning in kwestie ontbreekt (mede daardoor) veelal. De vaak problematische situatie tussen huurders en verhuurders komt ook via de energiescans aan de oppervlakte. Verhuurders staan niet zelden erg wantrouwig ten opzichte van de energiescans (en daardoor ook ten opzichte van de huurder die deze aanvroeg). Omgekeerd staan ook huurders vaak wantrouwig ten aanzien van energiescans: ze vrezen dat ze de verhuurder voor de borst zullen stoten en dat de scan tot een huurprijsstijging of zelfs een uithuiszetting dreigt te leiden. De vaak precaire relatie tussen verhuurder en huurder vormt met andere woorden een vanuit het beleid onderbelicht aandachtspunt. Wellicht is ook hier een rol weggelegd voor toeleiders: zij kunnen ter zake een bemiddelende rol opnemen. Een noodzakelijke (zij het onvoldoende) voorwaarde daartoe is dat toeleiders het scanrapport zouden moeten toegestuurd krijgen. De vaak problematische situatie tussen huurders en verhuurders komt ook via de energiescans aan de oppervlakte. De precaire relatie tussen verhuurder en huurder vormt met andere woorden een vanuit het beleid onderbelicht aandachtspunt. Een laatste aandachtspunt betreft de uitvoerders van energiescans. Vanuit onze praktijk stellen we vast dat er vanuit sociale economiebedrijven veel beter wordt samengewerkt met en teruggekoppeld wordt naar sociale organisaties als Samenlevingsopbouw en andere. Scanrapporten worden vaak systematisch toegestuurd naar de toeleidende organisatie, wat een veel betere opvolging naar de betrokken gezinnen garandeert. Meer algemeen wordt er vanuit sociale economiebedrijven die energiescans uitvoeren veel adequater doorverwezen naar sociale organisaties indien problemen inzake energie, maar ook indien andere (sociale, financiële enz.) problemen worden vastgesteld. Ook voor dringende gevallen worden toeleidende organisaties door sociale economiebedrijven sneller en efficienter voortgeholpen dan in het geval van commerciële uitvoerders van energiescans. Sociale economiebedrijven staan van nature dichter bij zwakke bevolkingsgroepen dan commerciële uitvoerders van energiescans: wat ons betreft verdienen zij daarom beleidsprioriteit wat de uitvoering van energiescans betreft. 4.2 Lokale energiewinkels Sowieso is er nood aan meer en betere communicatie en afstemming tussen energiescanners en lokale overheden: daartoe dient de verzamelde informatie gecentraliseerd te worden binnen één lokaal meldpunt. Een belangrijke rol op dat vlak kan weggelegd zijn voor lokale energiewinkels (een concept dat ook in de ministeriële beleidsnota Energie is opgenomen onder de benaming lokale energieloketten ), die op hun beurt kunnen ondersteund worden door de provinciale steunpunten duurzaam bouwen die momenteel volop in ontwikkeling zijn. Indien gestoeld op een uitgebalanceerd concept kunnen dergelijke energiewinkels op tal van terreinen (sociaal, ecologisch, bestuurlijke efficiëntie) maatschappelijke winst boeken. De nood daaraan mag duidelijk zijn. Niet dat de gemeentelijke, provinciale, Vlaamse en federale overheden een gebrek aan initiatief kan verweten worden op het vlak van energiebesparende ondersteuningsmaatregelen (wel integendeel, nog weinigen zien door het bos de bomen nog). Maar het is op het terrein ontnuchterend om vast te stellen hoe ook hier het Matteüseffect hardnekkig de kop opsteekt: de ondersteunings- 16
17 maatregelen bereiken in de eerste plaats de financieel sterkere, hoger opgeleide en dus beter geïnformeerde bevolkingsgroepen. En dat terwijl de zwakste bevolkingsgroepen zij dus die met de (relatief) hoogste energiefacturen worstelen en door de aard van hun woning voor de grootste sprong vooruit zouden kunnen zorgen op het vlak van energiebesparing de weg naar de ondersteuningsmiddelen nauwelijks vinden (tenzij dan via actieve begeleiding door vertrouwenspersonen). Een pijnlijke paradox die met alle middelen dient bestreden te worden. De oorzaken van dit Matteüseffect inzake energiebesparing zijn velerlei. De informatiekloof tussen beter en minder geïnformeerde groepen in onze samenleving is enorm (wat betreft kennis over energiebesparende investeringen, maar ook wat betreft kennis over de invloed van het eigen gedrag op het energieverbruik). De veelheid van (bovendien vaak weinig eenduidige) premies en toelagen die vanuit verschillende instanties en overheden aangeboden worden, vergroten het Matteüseffect meer dan ze het verkleinen. In de eerste plaats pleiten we dan ook voor een vereenvoudiging en afstemming van de verschillende ondersteuningsmaatregelen die op de diverse beleidsniveaus en binnen de diverse beleidsdomeinen bestaan. Verder is van enige vorm van begeleiding om over te gaan tot het effectieve gebruik van ondersteuningsmaatregelen veelal geen sprake, wat een vaak onoverkomelijke drempel vormt voor vele mensen. Geregeld stoten mensen ook op drempels die inherent zijn aan de ondersteuningsmaatregelen (bv. de voorfinanciering) en zijn de goedbedoelende initiatiefnemers van ondersteuningsmaatregelen (de overheden dus) zich hiervan weinig bewust (omdat deze signalen van onderuit slechts moeizaam hun weg naar boven vinden). En tot slot: ook op het vlak van sociale openbaredienstverplichtingen (SODV) ontbeert het mensen aan essentiële kennis over hun rechten en plichten en vinden ze amper een deskundig aanspreekpunt waar ze terecht kunnen met vragen en problemen. Het is op het terrein ontnuchterend om vast te stellen hoe ook hier het Matteüseffect hardnekkig de kop opsteekt: de ondersteuningsmaatregelen bereiken in de eerste plaats de financieel sterkere, hoger opgeleide en dus beter geïnformeerde bevolkingsgroepen. Het is onze overtuiging dat de uitbouw van gemeentelijke en intergemeentelijke energiewinkels die dienen georganiseerd te zijn volgens het éénloketprincipe tegemoet kan komen aan vele van de hierboven geschetste problemen. Zo dient er werk gemaakt te worden van een uitgekiende communicatiepolitiek die niet alleen op middenklassers is gericht. En dienen energiewinkels beproefde methodieken voor armoedebestrijding 11 toe te passen opdat ook mensen die leven in armoede, anderstaligen, enz. actief zouden bereikt worden. Energiewinkels moeten bij uitstek laagdrempelig en toegankelijk geconcipieerd worden, als een open huis maar net zo goed als een winkel die naar je toe komt. Er dient geïnvesteerd te worden in actieve begeleiding en hulp op maat. De aangeboden informatie en begeleiding dienen zowel te handelen over energiebesparende investeringen en rationeel energieverbruik als over andere energievragen (facturen, sociale openbaredienstverplichtingen, enz.). Netwerkvorming met welgekozen andere particuliere en overheidsinitiatieven is van cruciaal belang. En ook de signaalfunctie naar overheden toe over veel voorkomende problemen en/of knelpunten in de regelgeving dient een wezenlijk onderdeel te vormen van het concept energiewinkel. 11 Projecten in verband met energie en woonkwaliteit uit de sector Samenlevingsopbouw kunnen hierbij dienst doen als inspiratiebron. 17
18 Geert Marrin namens Samenlevingsopbouw 0474/ Deze beleidsvisienota wordt tevens uitdrukkelijk onderschreven door volgende partnerorganisaties: Geert Inslegers namens Vlaams Overleg Bewonersbelangen 03/ Sara Van Dyck en Jan Turf namens Bond Beter Leefmilieu 02/
Bouwmateriaal voor een ambitieus beleid inzake energie en woonkwaliteit in Vlaanderen
Bijlage Bouwmateriaal voor een ambitieus beleid inzake energie en woonkwaliteit in Vlaanderen De bouwkit die Samenlevingsopbouw, Bond Beter Leefmilieu en Vlaams Overleg Bewonersbelangen overhandigden aan
Nadere informatieNAAR EEN AMBITIEUS BELEID INZAKE ENERGIE EN WOONKWALITEIT IN VLAANDEREN
SAMENLEVINGSOPBOUW NAAR EEN AMBITIEUS BELEID INZAKE ENERGIE EN WOONKWALITEIT IN VLAANDEREN NAAR EEN AMBITIEUS BELEID INZAKE ENERGIE EN WOONKWALITEIT IN VLAANDEREN 1. Energetisch besparingspotentieel op
Nadere informatieBoodschap van sociale- en milieuorganisaties aan Vlaams minister van Wonen en Energie Van den Bossche:
Persbericht Boodschap van sociale- en milieuorganisaties aan Vlaams minister van Wonen en Energie Van den Bossche: Zonder grondige sanering woningpark worden energiedoelstellingen nooit gehaald Om de minister
Nadere informatieStudiedag energie. Energielening en sociale isolatie huurwoningen. 18 september 2017
Studiedag energie Energielening en sociale isolatie huurwoningen 18 september 2017 REG-maatregelen: historiek Energierenovatieprogramma 2020: geen energieverslindende woningen in Vlaanderen in 2020 (dakisolatie,
Nadere informatieReflecties woning / gebouwenpas. Toelichting studiemoment 18 maart 2019
Reflecties woning / gebouwenpas Toelichting studiemoment 18 maart 2019 Inhoud presentatie 1. Woning / gebouwenpas 2. Energetisch én woningkwaliteitsbeleid 3. Collectief planmatig renoveren 4. Diversiteit
Nadere informatieBesluit van de VR tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de Energiehuizen en de energieleningen. Op 8 juli 2016.
Besluit van de VR tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de Energiehuizen en de energieleningen. Op 8 juli 2016. Advies Samenlevingsopbouw, Netwerk tegen armoede & Steunpunt
Nadere informatieEen lagere energiefactuur? Wij helpen u!
Een lagere energiefactuur? Wij helpen u! Stap 1 : Vraag snel een gratis energiescan aan. Stap 2 : Isoleer het dak van een private huurwoning en geniet van een extra hoge premie van 23 euro per m 2. Bekijk
Nadere informatieBeleidsaanbevelingen. Wat leert ons het Grote Woononderzoek?
Beleidsaanbevelingen. Wat leert ons het Grote Woononderzoek? Sien Winters KU Leuven - HIVA Studiedag Wonen in Vlaanderen anno 2013. Wat leert ons het Grote Woononderzoek 2013 Brussel, Vlaams Parlement,
Nadere informatieNaar meer dakisolatie voor sociale huurwoningen
Naar meer dakisolatie voor sociale huurwoningen Energie voor iedereen! met steun van de Koning Boudewijnstichting Inhoud Samenwerkingsverband Dakisolatie waarom? Probleemstelling Project Troeven, uitdagingen
Nadere informatieCommissie Openbare Werken, Mobiliteit en Stedenbouw
Commissie Openbare Werken, Mobiliteit en Stedenbouw Mondelinge vraag OPSCHRIFT Vergadering van 4 februari 2016 Nummer: 2016_MV_00047 Onderwerp: Mondelinge vraag van raadslid Mieke Bouve: Meer gezinnen
Nadere informatieDames en heren. Dat lees ik ook in de conclusies van het boek, waarvan ik er enkele graag met u overloop:
Dames en heren Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Wie enkel naar de prijzen van woningen en gronden, zal geneigd zijn om neen te antwoorden. Maar de betaalbaarheid van wonen is niet enkel een kwestie van
Nadere informatieEerste versie langetermijnvisie grondige renovatie van woningen
Eerste versie langetermijnvisie grondige renovatie van woningen 1 Kenmerken Vlaams woningenbestand Overgrote meerderheid individuele woningen, elke woning quasi anders. Oud met slechte energieprestatie.
Nadere informatieLOKALE WOON-, WATER- EN ENERGIEWINKELS 1 OP
Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie LOKALE WOON-, WATER- EN ENERGIEWINKELS 1 OP MAAT VAN MAATSCHAPPELIJK KWETSBARE GROEPEN 1 Een inhoudelijk beargumenteerde werkbenaming waarvoor een meer sprekende
Nadere informatieBijlage 1: Lokale Woon-, Water- en Energiewinkels 1 op maat van maatschappelijk kwetsbare groepen
Bijlage 1: Lokale Woon-, Water- en Energiewinkels 1 op maat van maatschappelijk kwetsbare groepen APRIL 2011 1 Inleiding Het denken over lokale energiewinkels in de ministeriële beleidsbrieven lokale energieloketten
Nadere informatiebetreffende het ontwikkelen en stimuleren van proefhuren om de huurmarkt te ondersteunen
ingediend op 677 (2015-2016) Nr. 1 2 maart 2016 (2015-2016) Voorstel van resolutie van Jelle Engelbosch, Katrien Partyka, Mercedes Van Volcem, Lorin Parys, An Christiaens en Björn Anseeuw betreffende het
Nadere informatieVLAAMSE ENERGIELENING
VLAAMSE ENERGIELENING Jeroen Verbeke Energiedeskundige 04/12/2015 WVI www.wvi.be BARON RUZETTELAAN 35 8310 BRUGGE T +32 50 36 71 71 E wvi@wvi.be voormalig federaal Fonds FRGE(Fonds ter Reductie van de
Nadere informatieInfomoment 1/3 de is de max Een ander beleid is mogelijk. Vlaams Huurdersplatform 18 februari 2014 Spreker: Geert Inslegers
Infomoment 1/3 de is de max Een ander beleid is mogelijk Vlaams Huurdersplatform 18 februari 2014 Spreker: Geert Inslegers Een ander woonbeleid Waarom? Overheid moet tussenkomen waar de noden het grootst
Nadere informatieWarmer wonen. Werkgroep premies. 20 juni 2013
Warmer wonen Werkgroep premies 20 juni 2013 Uitgenodigd Isabel Tremerie ; Ciska Vereecke; david debosschere; Daevy Debeuf ; Catherine.Christiaens; christof libbrecht; pieter Decruynaere; Fien Vandeghinste;
Nadere informatieWonen & energie. Beleidsinstrumenten op federaal en gewestelijk niveau. Provinciehuis Vlaams-Brabant Bart Martens 26 juni 2006
Beleidsinstrumenten op federaal en gewestelijk niveau Provinciehuis Vlaams-Brabant Bart Martens 26 juni 2006 ANIMO Winteruniversiteit LEEFMILIEU & ENERGIE 18 februari 2006 Energiezuiniger wonen: heel wat
Nadere informatieMENSWAARDIG WONEN AAN DE ONDERKANT Pistes voor een toekomstig Vlaams woonbeleid
MENSWAARDIG WONEN AAN DE ONDERKANT Pistes voor een toekomstig Vlaams woonbeleid David Van Vooren Beleidsmedewerker Vlaamse Woonraad Studienamiddag Woonnood in Vlaanderen Brussel, 8 september 2015 2 Recht
Nadere informatieStedelijk huurkantoor Gent. 28 september 2010
Stedelijk huurkantoor Gent 28 september 2010 1. Gentse context AANBOD - 44% huurders (bron, SEE 2001) - Aantal huurwoningen neemt gestaag af - Aantal huurwoningen wordt geraamd op 44.000 (cijfers 2001)
Nadere informatieVLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2013/3 over de overdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) naar Vlaanderen
VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2013/3 over de overdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) naar Vlaanderen Vlaamse Ouderenraad vzw 18 december 2013 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel
Nadere informatieActieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie
DEEL ARMOEDEBESTRIJDING Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie Actie 1 : Het OCMW zorgt er, zelfstandig of
Nadere informatieSVK NOORDERKEMPEN VZW
SVK NOORDERKEMPEN VZW Sociaal VerhuurKantoor, kortweg SVK, is net als vele andere SVK s in Vlaanderen opgericht vanuit de OCMW s en welzijnsactoren om een antwoord te bieden aan woonbehoeftigen die op
Nadere informatieImpact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven
31 maart 2011 Impact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven 1. Inleiding: samenstelling energiefactuur In de verbruiksfactuur van de energieleverancier zijn de kosten van verschillende marktspelers
Nadere informatieBEKNOPTE PROJECTMANAGEMENTFICHE VOOR TWEEDE FASE RENOVATIEPACT
Werf 5 (deeltaak 1): Optimaliseren van de woningfiscaliteit ter ondersteuning van de renovatiegraad van bestaande woningen. Teneinde op een structurele wijze de gewenste energieprestatie en woningkwaliteit
Nadere informatieEen sociaal verhuurkantoor in de buurt, UW WONING ZORGELOOS VERHUURD!
Een sociaal verhuurkantoor in de buurt, UW WONING ZORGELOOS VERHUURD! Brochure voor eigenaars en verhuurders Het sociaal verhuurkantoor (SVK), ook uw partner? ZORGELOOS VERHUREN Als eigenaar of verhuurder
Nadere informatiePERSBERICHT. Annemie Turtelboom Vlaams Viceminister-president Annemie Turtelboom Vlaams minister van Financiën, Begroting en Energie
PERSBERICHT Annemie Turtelboom Vlaams Viceminister-president Annemie Turtelboom Vlaams minister van Financiën, Begroting en Energie Brussel, 11/2/2016 Energiebesparende renovatie in Vlaanderen zet door
Nadere informatieADVIES ONTWERPBESLUIT AANPASSINGSPREMIE VOOR WONINGEN
ADVIES ONTWERPBESLUIT AANPASSINGSPREMIE VOOR WONINGEN Advies 2018-18 / 30.08.2018 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Modaliteiten
Nadere informatieRegionalisering energiebeleid: kansen en bedreigingen voor gezinnen met lage inkomens
Regionalisering energiebeleid: kansen en bedreigingen voor gezinnen met lage inkomens Actualiteitsnota februari 2012 1 De context: het Vlinderakkoord De zesde staatshervorming verankerd in het zogenaamde
Nadere informatieOmzendbrief RWO/WO/2014/03
Omzendbrief RWO/WO/2014/03 Omzendbrief vrijwillige toepassing KSH Aan: lokale besturen die hun huurpatrimonium onder het sociaal huurstelsel willen brengen Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en
Nadere informatieTHEMA 7 : De energiefactuur van de huurders en van de inwonenende eigenaars verlichten
7. De energiefactuur van de huurders en van de inwonenende eigenaars verlichten Niet begonnen Opgegeven Aangekondigd In project En cours Voltooid Info/commentaar 48 Het energiecertificaat waarin voorzien
Nadere informatieCOLLECTIEF RENOVEREN. K A M P C o n d e r s t e u n t l o k a l e o v e r h e d e n e n b u r g e r s
COLLECTIEF RENOVEREN K A M P C o n d e r s t e u n t l o k a l e o v e r h e d e n e n b u r g e r s 1-05/04/2017 COLLECTIEF RENOVEREN WAAROM? Waarom? Collectief renoveren? De rol van Kamp C? Duurzaambouwloket.be
Nadere informatieStakeholderoverleg Energierenovatieprogramma 2020/Europese Richtlijn Energie-efficiëntie van 25 oktober 2012
Focusgroep 1: Huurwoningen, wooneenheden in mede-eigendom en historisch waardevolle gebouwen (Verslaggever Katelijne d Hauwers) het gedrag - Dakisolatieverplichting in (huur)woningen in Vlaamse wooncode
Nadere informatieWonen in Vlaanderen Anno 2018
Wonen in Vlaanderen Anno 2018 Reflectie vanuit sector (sociale huisvestingsmaatschappijen) Voorstelling 25 april 2019 - Herman Teirlinckgebouw Brussel 1 Inleiding Over de methode Goed dat deze oefening
Nadere informatieADVIES OVER HET ONTWERPBESLUIT TOT WIJZIGING VAN DE ERKENNINGS- EN SUBSIDIEVOORWAARDEN VAN SOCIALE VERHUURKANTOREN. Advies / 6.09.
< ADVIES OVER HET ONTWERPBESLUIT TOT WIJZIGING VAN DE ERKENNINGS- EN SUBSIDIEVOORWAARDEN VAN SOCIALE VERHUURKANTOREN Advies 2016-11 / 6.09.2016 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte
Nadere informatieBeleidsinstrumenten en regelgeving. Trefdag uithuiszetting Joy Verstichele, Coördinator Vlaams Huurdersplatform
Beleidsinstrumenten en regelgeving Trefdag uithuiszetting Joy Verstichele, Coördinator Vlaams Huurdersplatform Taakstelling Vlaams Huurdersplatform 1. Ondersteunen van de werking van de huurdersbonden
Nadere informatieHet renovatiepact en Woningkwaliteit. minimale Vlaamse veiligheids- en kwaliteitsnormen voor woningen
Het renovatiepact en Woningkwaliteit minimale Vlaamse veiligheids- en kwaliteitsnormen voor woningen Waarom Vlaamse veiligheids en kwaliteitsvereisten voor woningen? Art. 23 Grondwet: recht op behoorlijke
Nadere informatieAdvies. REG stimuleren in woningen. Brussel, 19 oktober 2015
Advies REG stimuleren in woningen Brussel, 19 oktober 2015 SERV_20151019_energiebesparing gebouwen_adv Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be
Nadere informatieHet Sociaal Verhuurkantoor professioneel partner in het Woonbeleid. Presentatie door. Yannick Claes Sociaal Verhuurkantoor Waasland
Het Sociaal Verhuurkantoor professioneel partner in het Woonbeleid Presentatie door Yannick Claes Sociaal Verhuurkantoor Waasland 2 Promotiecampagne Oost-Vlaanderen Wat is een Sociaal Verhuurkantoor? -
Nadere informatieNaar een aanbodbeleid voor de private huurmarkt
Naar een aanbodbeleid voor de private huurmarkt Sien Winters Studiedag Focus op de private huurmarkt in beleid en onderzoek Brussel, 11 januari 2018 Gebaseerd op: Rapport: Een nieuwe rol voor de private
Nadere informatieRenovatiepact Commissie Vlaams Parlement
Renovatiepact Commissie Vlaams Parlement 22 april 2015, Brussel AGENDA Inleiding Stand van zaken 6 werkgroepen Eerste conclusies aangaande stand van zaken 2 INLEIDING Het Vlaamse regeerakkoord 2014-2019
Nadere informatieSociale huisvesting Renovatieplanning ERP 2020
Sociale huisvesting Renovatieplanning ERP 2020 VMSW Afdeling PROJECTEN Ir Bernard Wallyn Aanleiding Strategische doelstelling Vlaamse Regering In 2020 zijn er in Vlaanderen geen energieverslindende woningen
Nadere informatieUitnodiging voor een stakeholderoverleg aangaande het Energierenovatieprogramma 2020 en de Europese Richtlijn energie-efficiëntie van 25 oktober 2012
Uitnodiging voor een stakeholderoverleg aangaande het Energierenovatieprogramma 2020 en de Europese Richtlijn energie-efficiëntie van 25 oktober 2012 1. Het Energierenovatieprogramma 2020 van de Vlaamse
Nadere informatieProjectvoorstel lokale aanpak energiearmoede i.k.v. opstart FRGE in de Westhoek
Projectvoorstel lokale aanpak energiearmoede i.k.v. opstart FRGE in de Westhoek De Vlaamse regering wil meewerken aan de vermindering van de CO2 uitstoot door in te zetten op groene energie, door energie-investeringen
Nadere informatieBEKNOPT OVERZICHT VAN DE INGREPEN VOOR DE HUURPRIJSBEREKENING 2012
BEKNOPT OVERZICHT VAN DE INGREPEN VOOR DE HUURPRIJSBEREKENING 2012 1. Actualisatie van de geschatte marktwaarde De schattingen van de huurwaarde van sociale woningen moeten voor toepassing in het jaar
Nadere informatieSAMEN VOOR EEN BETER WOONKLIMAAT
SAMEN VOOR EEN BETER WOONKLIMAAT Kinneke Baba Het kinneke van Geraardsbergse folkloristische reuzen Goliath en Agnes Geraardsbergen in cijfers Aantal inwoners 2015: 32 956 2016: 33 109 2017: 33 163 In
Nadere informatieKRIJTLIJNEN VOOR EEN DUURZAAM WOONBELEID. Publieksmoment Woonbeleidsplan Vlaanderen 29 november 2011
KRIJTLIJNEN VOOR EEN DUURZAAM WOONBELEID Publieksmoment Woonbeleidsplan Vlaanderen 29 november 2011 1 Situering Aanleiding advies woonplan 30/06/2011 Vaststelling: woonbeleid ontbreekt lange termijnvisie
Nadere informatie1. Situering. Hierbij worden volgende voorwaarden opgelegd:
Vlaamse Woonraad Koning Albert II-laan 19 bus 23 1210 Brussel vlaamse.woonraad@rwo.vlaanderen.be www.vlaamsewoonraad.be Advies 2015/08 datum 9 oktober 2015 bestemmeling kopie onderwerp Mevrouw Liesbeth
Nadere informatieWOONTAFEL WOONKWALITEIT STELLING VASTSTELLINGEN VOORSTELLEN BEMERKINGEN Instrumenten zijn niet
Volstaan huidige instrumenten inzake kwaliteitsbewaking? Vb. ongeschikt- en onbewoonbaarverklaringen, leegstandsregister en -heffing WOONTAFEL WOONKWALITEIT 28.06.2016 STELLING VASTSTELLINGEN VOORSTELLEN
Nadere informatieFederaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012
Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012 Federaal Plan Armoedebestrijding Reactie van BAPN vzw BAPN vzw Belgisch Netwerk Armoedebestrijding Vooruitgangstraat 333/6 1030
Nadere informatieVLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID
VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID Advies 2016-17 / 29.09.2016 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 algemeen 3 3.2 geringe traditie 4 3.3 aanvullende werking
Nadere informatieHet EnergiePrestatieCertificaat, een energierapport voor koop- en huurwoningen
Het EnergiePrestatieCertificaat, een energierapport voor koop- en huurwoningen Verkopen of verhuren? Niet zonder EnergiePrestatieCertificaat! Gaat u straks een woning verkopen of verhuren? Vanaf 1 november
Nadere informatie(Energetische) renovaties en financiering
28 juni 2016 Team wonen (Energetische) renovaties en financiering (Energetische) renovaties en financiering Context Uitgangspunten: Kwaliteitsproblemen private huurmarkt Woonsituatie maatschappelijk kwetsbare
Nadere informatieDe langetermijnstrategie van het Energierenovatieprogramma Wilfried Bieseman
De langetermijnstrategie van het Energierenovatieprogramma 2020 Wilfried Bieseman Kader Het Energierenovatieprogramma 2020 en artikel 4 van de Europese Energie-efficiëntierichtlijn In 2020 geen energieverslindende
Nadere informatie1. Energiezuinige woningbouw 2012 2025 2. Slimme strategie voor energiezuinig bouwen 3. Doorgedreven, geïntegreerde en volgehouden regelgeving 4.
1. Energiezuinige woningbouw 2012 2025 2. Slimme strategie voor energiezuinig bouwen 3. Doorgedreven, geïntegreerde en volgehouden regelgeving 4. Communicatiecultuur rond REG 5. Voorbeeldrol overheid 1
Nadere informatieStartdag vocht en schimmel Workshop wooninfopunt
Startdag vocht en schimmel Workshop wooninfopunt Agenda 1. Inleiding 2. Wooninfopunt en vocht 3. Cases 4. Besluit 6/8/2018 2 1. Inleiding Inleiding 3 organisaties, 3workshops, 3 invalshoeken Huurdersbond
Nadere informatieOp 10 april 2015 hechtte de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring aan bovenvermeld programmadecreet.
Vlaamse Woonraad Koning Albert II-laan 19 bus 23 1210 Brussel vlaamse.woonraad@rwo.vlaanderen.be www.vlaamsewoonraad.be Advies 2015/03 bestemmeling datum 22 april 2015 Mevrouw Liesbeth Homans, Viceminister-president
Nadere informatieSVK s SHM s Sociaal Huisvestingsmaatschappij (SHM)
SVK s SHM s Sociaal Huisvestingsmaatschappij (SHM) -Bouwen woningen -Langlopend contract -Bij inschrijving onderaan de lijst -Huurprijs gekoppeld aan inkomen 2 SVK s SHM s Sociaal Verhuurkantoor -Huurt
Nadere informatieNummer 34. Op zoek naar betaalbare woonvormen
Nummer 34 Op zoek naar betaalbare woonvormen Betaalbaar wonen in Knokke-Heist Het BVK Betaalbaar VerhuurKantoor Inleiding Missie In het bruisende en sfeervolle Knokke-Heist is het voor elk van hun bewoners
Nadere informatieNaar een sterker lokaal sociaal beleid Organisatie van het sociaal beleid na integratie gemeente-ocmw
Naar een sterker lokaal sociaal beleid Organisatie van het sociaal beleid na Hoorzitting Vlaams parlement 12 mei 2015 Mark Suykens, Piet Van Schuylenbergh Inhoud 1. VVSG neemt akte van Vlaamse keuzes 2.
Nadere informatieEuropese best practices Inspirerende modellen voor Brussel. Christophe BARBIEUX
Duurzame renovatie Problematiek van het verdelen van de winst onder eigenaar en huurder Europese best practices Inspirerende modellen voor Brussel Christophe BARBIEUX AFDELING Energie 25 maart 2014 Chronologie
Nadere informatieKinderen en huisvesting. Kindvriendelijke woonomgevingen Kortrijk, 2 maart 2018
Kinderen en huisvesting Kindvriendelijke woonomgevingen Kortrijk, 2 maart 2018 Het afwezige kind in het woonbeleid Vaststelling: kinderen groeien op in diverse woonsituaties en kinderen zijn belangrijke
Nadere informatie7. PREVENTIE VAN UITHUISZETTING
7. PREVENTIE VAN UITHUISZETTING 7.1 BEGELEIDING DOOR SOCIALE DIENST OCMW Afbakening van de doelgroep Huurders die uit huis dreigen gezet te worden Omschrijving van het aanbod Het OCMW wordt preventief
Nadere informatieKwalitatief en duurzaam wonen voor iedereen
Kwalitatief en duurzaam wonen voor iedereen Inleiding 1/3 van de Oost-Vlaamse woningen voldoet niet aan de normen van de Vlaamse wooncode Het tempo waaraan momenteel in Oost- Vlaanderen gerenoveerd wordt
Nadere informatieNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het
Nadere informatieCollectieve Renovatie - het model werkt
Page 1 of 5 Het idee De meeste mensen in kansarmoede wonen op de private huurmarkt. Door het ambitieuze energierenovatiebeleid is het risico evenwel reëel dat de armste mensen achterblijven in de slechtste
Nadere informatieWOONTAFEL JURIDISCHE ASPECTEN (26/04 en 08/06): SCHEMA. STELLING VASTSTELLINGEN VOORSTELLEN BEMERKINGEN Bestaande regelgeving:
Kosten en lasten voor huurder en verhuurder kunnen decretaal worden vastgelegd. Volstaat de regeling nu, wat moet er wijzigen? WOONTAFEL JURIDISCHE ASPECTEN (26/04 en 08/06): SCHEMA STELLING VASTSTELLINGEN
Nadere informatieHet EnergiePrestatieCertificaat, een energierapport voor koop- en huurwoningen
Het EnergiePrestatieCertificaat, een energierapport voor koop- en huurwoningen Verkopen of verhuren? Niet zonder EnergiePrestatieCertificaat! Gaat u straks een woning verkopen of verhuren? Vanaf 1 november
Nadere informatieHet EnergiePrestatieCertificaat, een energierapport voor koop- en huurwoningen
Het EnergiePrestatieCertificaat, een energierapport voor koop- en huurwoningen Het EPC. Voor energiezuiniger wonen. Meer info: Vlaams Energieagentschap Koning Albert II-laan 20 bus 17-1000 Brussel E-mail:
Nadere informatieEvaluatie van Open Bedrijvendag
Evaluatie van Open Bedrijvendag Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel April 2011 Samenvatting De Open Bedrijvendag
Nadere informatieMoedigen het fiscaal systeem en de subsidies de energetische renovatie van gebouwen aan?
Moedigen het fiscaal systeem en de subsidies de energetische renovatie van gebouwen aan? Wat denken de actoren op het terrein hierover? Wat verwachten zij van de overheid? J.-P. Liebaert Werken de steunmaatregelen
Nadere informatieBrussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen
Brussel, 10 september 2003 091003_AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen Advies Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 2. Krachtlijnen van het advies... 3 3. Advies...4 3.1.
Nadere informatiezittingsjaar 2010-2011 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie
vergadering C214 WON18 zittingsjaar 2010-2011 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie van 28 april 2011 2 Commissievergadering nr. C214 WON18 (2010-2011)
Nadere informatieZuid-West-Vlaanderen Energieneutraal in 2050. Naar een regionale energiestrategie
Zuid-West-Vlaanderen Energieneutraal in 2050. Naar een regionale energiestrategie Welke vragen liggen aan de basis? Er beweegt nu zeer veel rond energie. Waar staan we nu en hoe gaat het verder evolueren?
Nadere informatieAdvies Over de waarborgregeling voor het Fonds ter reductie van de globale energiekost
Advies Over de waarborgregeling voor het Fonds ter reductie van de globale energiekost SERV DB, 25 juni 2010 Minaraad, 24 juni 2010 Contactpersoon SERV: Peter Van Humbeeck Contactpersoon Minaraad: Francis
Nadere informatieWoonbeleid Vlaams-Brabant
Woonbeleid Vlaams-Brabant Inhoud 1. Twee uitdagingen 2. Ondersteuning particulieren 3. Ondersteuning huisvestingsinitiatieven 4. Ondersteuning lokaal woonbeleid 1. Twee uitdagingen Betaalbaarheid Duurzaam
Nadere informatiePersbericht Vlaams volksvertegenwoordiger / Schepen Maldegem Valerie Taeldeman
Persbericht Vlaams volksvertegenwoordiger / Schepen Maldegem Valerie Taeldeman 29.07.2015 WONEN IN HET MEETJESLAND: DE CIJFERS Voor steeds meer gezinnen is het een moeilijke klus om een geschikte, degelijke
Nadere informatieRenovatiepact. Werkgroep verplichtingen. Het EPC als basis van de woningpas? 2 e vergadering 23 maart 2015, Brussel. Ann Collys
Renovatiepact Werkgroep verplichtingen Het EPC als basis van de woningpas? 2 e vergadering 23 maart 2015, Brussel Ann Collys Inhoud Doel Wat en wanneer? Door wie? Opmaak van het EPC Vorm en inhoud Advertentieplicht
Nadere informatieHET GROTE WOONONDERZOEK 2013. Katrien Partyka Vlaams volksvertegenwoordiger CD&V
HET GROTE WOONONDERZOEK 2013 1 Katrien Partyka Vlaams volksvertegenwoordiger CD&V INHOUD 1. Het Grote Woononderzoek 2013 2. Trends in eigendomsverwerving 3. Profiel van de deelmarkten 4. Betaalbaarheid
Nadere informatieSociale huur in kleine kernen Westhoek Leader Westhoek - 18/11/2013 1 5. en dus geen sociale koopwoningen of doelgroepwoningen van het OCMW/gemeente.
Sociale huur in kleine kernen Westhoek 10 aanbevelingen ifv inplanting en concept sociale huur Leader Westhoek - 18/11/2013 I. Aanbevelingen voor het lokaal woonbeleid a) Bewust kiezen voor een onderbouwde
Nadere informatieZorgeloos verhuren Infoavond 20 maart 2018
Zorgeloos verhuren Infoavond 20 maart 2018 Zorgeloos verhuren Agenda Energie- en kwaliteitsnormen, premies en Energielening Wonen Stadsregio Turnhout Sociale Energie-Efficiëntie projecten Web vzw Verhuren
Nadere informatieHoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)
Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.
Nadere informatieBULLETIN VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN JULI 2014. 2014/016 Stand van zaken projecten kwalitatief en betaalbaar wonen 07/2014
BULLETIN 7 VAN MONDELINGE VRAGEN EN ANTWOORDEN VRAGENUURTJE VAN JULI 2014 2014/016 Stand van zaken projecten kwalitatief en betaalbaar wonen 07/2014 2014/016 Stand van zaken projecten kwalitatief en betaalbaar
Nadere informatieEen sterke jeugdhulp, snel en dichtbij
Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Welke uitdagingen liggen er? Een samenleving neemt zorg op voor en biedt bescherming aan haar kinderen. Ze biedt ondersteuning aan de diversiteit van gezinnen die
Nadere informatieADVIES BIJ DE CONCEPTNOTA PRIVATE HUUR
AAR 154 / oktober 2016 1 ADVIES BIJ DE CONCEPTNOTA PRIVATE HUUR Inhoud 1. Betrokken bevoegdheden... 2 2. Advies Unia... 2 2.1. Inleiding... 2 2.2. Algemene bemerkingen... 2 2.3. Aanpak Discriminatie...
Nadere informatieRenovatiepact. Agenda 4/02/ Doel en proces renovatiepact. 2. Opdracht en aanpak werkgroep BEN defintie
Renovatiepact Werkgroep BEN definitie Startvergadering 29 januari 2015, Brussel Ann Collys Wina Roelens Agenda 1. Doel en proces renovatiepact 2. Opdracht en aanpak werkgroep BEN defintie 3. Vandaag: Markt
Nadere informatieOmzendbrief W/2014/01
Omzendbrief W/2014/01 Omzendbrief betreffende de opmaak van een lokaal toewijzingsreglement voor ouderen Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie Martelaarsplein 7, 1000 Brussel Tel.
Nadere informatieVolkshuisvesting naar Weens voorbeeld als antwoord op de wooncrisis
Volkshuisvesting naar Weens voorbeeld als antwoord op de wooncrisis Studiedienst PVDA Limburg Stefanie Kerckhoven 1. De crisis op de woningmarkt... 2 1.1 Voor wie is kopen nog betaalbaar?... 2 1.2 Van
Nadere informatieBrussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling
Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO Advies Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling 1. Inleiding Op 8 juni 2009 werd de SERV om advies gevraagd over de fiches ter invulling
Nadere informatiede woonkantoren van de stad Antwerpen
de woonkantoren van de stad Antwerpen Woonkantoor stad Antwerpen A. Wie zijn wij? B. Wie is onze klant? C. Wat doen wij? D. de Groene Lening E. verbouwingspremies voor eigenaar-bewoner F. verbouwingspremies
Nadere informatieHet erkenningsbesluit sociale huisvesting: stimulans voor bewonersparticipatie
Het erkenningsbesluit sociale huisvesting: stimulans voor bewonersparticipatie Voorstel tot aanbevelingen van VIVAS I. Inleiding...2 II. Het erkenningsbesluit en bewonersparticipatie...2 1 Prestatiebeoordeling
Nadere informatieEn ten slotte wil ik stilstaan bij de doorlooptijden. Vaak hoor ik dat vertragingen hierin te wijten zijn aan Brussel. Het zijn administratieve
Dames en heren Het is een eer om het Woonforum samen met jullie te mogen afronden. Jammer genoeg kon ik hier niet de ganse dag aanwezig zijn. Maar ik heb gehoord dat jullie vandaag bijzonder actief waren.
Nadere informatieToegang tot energie in de huidige markt
Toegang tot energie in de huidige markt Conferentie debat Naar gelijkaardige of naar verschillende markten in de drie Gewesten? 4 juni 2008 Henk Van Hootegem Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid
Nadere informatieSociale maatregelen drinkwater 28 maart 2012
i. inleiding Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen vzw Aromagebouw / Vooruitgangstraat 323 bus 6 (3 de verdieping) / 1030 Brussel / tel. 02-204 06 50 / fax : 02-204 06 59 info@vlaams-netwerk-armoede.be
Nadere informatieHoofdstuk 1. Overheden
INTERNE ANALYSE 7 Hoofdstuk 1. Overheden 1. Vlaamse overheid Het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed is één van de 13 beleidsdomeinen van de Vlaamse overheid. Het bestaat
Nadere informatieAdvies Reparatiebesluit energiepremies
Advies Reparatiebesluit energiepremies SERV, 20 januari 2010 Minaraad, 28 januari 2010 Contactpersoon SERV: Peter Van Humbeeck Contactpersoon Minaraad: Francis Noyen 1 Wetstraat 34-36, B- 1040 Brussel
Nadere informatieSVK Laarne Wetteren Wichelen Oordegemsesteenweg 69a 9230 Wetteren. Wonen is een basisbehoefte
SVK Laarne Wetteren Wichelen Oordegemsesteenweg 69a 9230 Wetteren Wonen is een basisbehoefte WAT Een sociaal verhuurkantoor (SVK) is een erkende organisatie die woningen, appartementen of studio s huurt
Nadere informatieBeste Katelijne D Hauwers (directeur Verenigde Eigenaars), Beste Marc Dillen (directeur-generaal Vlaamse Confederatie Bouw),
1 Beste Katelijne D Hauwers (directeur Verenigde Eigenaars), Beste Marc Dillen (directeur-generaal Vlaamse Confederatie Bouw), Beste Jef Lembrechts (voorzitter Vlaamse Confederatie Bouw), Beste Luc Peeters
Nadere informatieMaatschappelijke uitdagingen voor brede scholen
Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen Inspiratiedag Brede School - 29 april 2014 - BRONKS Programma armoedebestrijding cijfers Armoede in Kortrijk In Kortrijk leven in 2011 11.227 inwoners in
Nadere informatie