50 SEPT/ Dossier New Media.indd :54

Transcriptie

1 Dossier New Media.indd :54

2 Door > Henk Jan Winkeldermaat Illustraties > René Janssen Oproep eventmarkt: experimenteer met social media! NIEUWE MEDIA UITDAGING VOOR VERNIEUWENDE EVENTS Tien jaar geleden was alles nog overzichtelijk. Je had een website met de bedrijfspresentatie, privé had je waar zo nu en dan berichten op binnenkwamen, een antwoordapparaat op je vaste lijn en voic op je mobiele telefoon (want die had je ook al). De term nieuwe media kwam niet voor in het dagelijks taalgebruik. Om van social media helemaal te zwijgen. Nu is alles anders. We hebben LinkedIn, Twitter, YouTube, Flickr, RSS... alles om onze communicatie met elkaar effectiever en ook leuker te laten verlopen. > Dossier New Media.indd :54

3 Ik wil een matrix waarin ik als evenementenorganisator precies kan zien welke nieuwe media middelen en welke social media middelen ik op welk moment effectief voor mijn evenement kan inzetten. Met bewezen Return On Investment. Die wens wordt nog wel eens geuit in de eventbusiness als het gaat om het inzetten van nieuwe media. Maar zo gemakkelijk is het niet, het vragen naar de makkelijke weg geef me het recept en ik kook het gerecht gaat bij het begrijpen van nieuwe media niet op. Nieuwe media, social media en web 2.0 hebben een belangrijke gemeenschappelijke kerneigenschap: het willen delen. Informatie, kennis, tips en persoonlijke profielen. Het anderen en de mensheid daarmee verder willen helpen is in de online wereld een trend, of liever gewoonte aan het worden en daarmee ook in de maatschappij. Dit aangeboren we benne op de wereld om mekaar om mekaar om mekaar om mekaar te helpen niet waar is niet anders in de offline wereld als in de online wereld. De kracht van Twitter, maar ook fora waar experts informatie met elkaar uitwisselen, is dat in principe iedereen toegang heeft tot iedereen en de community met een zelfreinigend effect bepaalt of iemand van toegevoegde constructieve waarde is of niet. Toegang krijgen Jeremy Rifkin publiceerde in 2000 het boek The Age of Access met als ondertitel why you spend more and own less waarin hij beschrijft dat het toegang hebben tot informatie en mensen meer van waarde is dan bezit. Let op: hier zit voor de speler in de eventbusiness een inspirerende gedachte achter. Niet voor niets staat dit boek hoog op de favorietenlijst van B. Joseph Pine II, de auteur van het boek The Experience Economy, de bijbel van de eventindustrie van het laatste decennium. Als je met anderen iets deelt, word je van waarde voor diegene, als je al je kennis en bezit voor jezelf houdt, ben je voor anderen niet van waarde. Inspirerende personen hebben de kracht om van waarde te zijn voor anderen, om anderen verder te helpen en om kennis te delen. Ze krijgen daardoor een vorm van status mee, gezag of respect zou je het ook kunnen noemen, die een andere is dan de status die men krijgt door het vergaren van geld, het hebben van bezit. Toegang hebben tot wordt belangrijker dan bezit. Martijn Aslander, een van de voorlopers in dit gedachtegoed houdt jaarlijks 200 spreekbeurten (!) over dit fenomeen en noemt zichzelf naast spreker ook resourcerer, connector en lifehacker. Als voorbeeld noemt hij dat je met bezit, dus met geld een kaartje voor de Stones kunt kopen voor de voorste rij, maar dat je met het fenomeen toegang tot backstage een biertje met ze kunt drinken en op het podium het concert kunt bekijken. Nieuwe media, social media en web 2.0, drie inhoudelijk met elkaar verweven begrippen, werken ook met dit principe. Bezit is uit, toegang tot en delen is in (connecting en sharing wordt het wel genoemd). Op sociale netwerken als Twitter is de core-business het delen, en hoe meer waardevolle kennis je deelt, hoe groter de kans dat je status wordt verhoogd. De twitteraars die veel willen delen zijn van waarde. Marco Derksen, nieuwe media expert, oprichter van de marketingweblog Marketingfacts en twitteraar heeft het over de grootste verschuiving van de afgelopen jaren. Het gaat niet zo zeer om de tools als Twitter, LinkedIn en RSS, de belangrijkste verschuiving is de manier waarop mensen - met deze tools - nu met elkaar communiceren en in contact komen en blijven door middel van digitale (mobiele) media. Anna-Maria Mantel, van bureau Puur Amsterdam, is ook fervent weblogger en twitteraar: Bloggen en twitteren kunnen je kwetsbaar maken voor de boze buitenwereld, maar in kwetsbaarheid zit ook heel veel kracht, aantrekkingskracht en laagdrempeligheid. Iedereen kan zich wel verplaatsen in je onzekerheid, kwetsbaarheid en openheid. Twitter is ook zo n drempelverlager. Mantel weet op Twitter een schare fans en followers achter zich aan te krijgen, ruim 3.500, waarbij het organiseren van een twitnick in het Vondelpark een fluitje van een cent is: je maakt een tweet morgen 14:00 uur Vondelpark: twitnick, neem iets te drinken mee, eten en je mobiel en het veld is gevuld met een gezelschap van vijftig gepassioneerde mede-twitteraars. Het grote voordeel van Twitter is ook dat je elkaar online al een beetje kent voordat je elkaar offline ontmoet. > Dossier New Media.indd :54

4 Paydro, service voor event organisatoren Patrick de Laive (patrickdelaive.com), mede-initiator van The Next Web Conference en organisator van verscheidene nieuwe media events als Blog09 heeft onlangs een nieuwe online ticket shop ontwikkeld met de naam Paydro ( een service speciaal ontwikkeld voor event organisatoren die online registratie op een veilige en professionele manier willen afhandelen, zonder dat het hun tijd, hoofdpijn en moeite kost. Met Paydro kun je binnen enkele minuten beginnen met de kaartverkoop voor een event. Zonder enige kennis van programmeren kan de event organisator zijn shop online zetten. Paydro zorgt voor een automatische koppeling met ideal en alle gangbare creditcards, je hoeft dus geen bankverklaringen te hebben en handtekeningen te verzamelen om online betalingen te accepteren. Speciaal voor zakelijke evenementen heeft Paydro een optie om te betalen per factuur, zodat ook mensen die geen bedrijfspas of creditcard hebben, kaarten kunnen bestellen. Paydro regelt de kaartverkoop, het versturen van de e-tickets, de online betalingen via credit card of ideal en de administratie. En juist met die administratie kan een organisator enorm veel tijd en frustratie besparen. Het delen van kennis en het toegang hebben tot kennis (voor iedereen met een internetverbinding) maakt dat men zich met weinig geld en zonder opleiding van grote waarde kan maken. The sky is the limit. Met YouTube als grote voorbeeld. Stel je hebt een digitale spiegelreflexcamera en je wilt nu wel eens beter leren fotograferen. Je kunt een cursus gaan volgen, maar je kunt ook in YouTube jouw type camera intikken als zoekwoord en je krijgt online uitleg over de mogelijkheden. De zogeheten how-to video s zijn ontzettend populair. Logisch, want je krijgt als internetgebruiker gratis kennis aangeboden, door goedwillende kennisdelers. Op elk vlak zijn experts die hun kennis willen delen. Deze experts krijgen op hun beurt door dit kennisdelen weer een online expertstatus. Zo werkt het. Nieuwe media en events Eventmarketeers of andere spelers in de branche die zich interesseren voor de online wereld zijn nu al lang aan het twitteren, staan al langer op LinkedIn met hun profiel en snappen het principe van RSS (hoewel ze het misschien niet gebruiken), diegenen die twitteren, LinkedIn en nieuwe en social media eigenlijk maar stom vinden, zonde van de tijd stappen bewust niet op de online trein. Niets mis mee, maar toch: als eventmarketeer moet je, zeker in tijden van crisis, op de hoogte zijn van wat er speelt in de digitale wereld. Want nieuwe media en social media zijn here to stay. Of je het direct in kunt zetten bij evenementen is vaak aan de organisator om te peilen, maar als je niet weet waar je het over hebt mis je de mogelijke slag die je kunt maken. Experimenteren, kennis opdoen, uitproberen. Pas dan komen de (eigen) ideeën over hoe deze nieuwe communicatievormen zijn in te zetten bij events. De combinatie nieuwe media en events is een heel logische. Een tegeltjeswijsheid binnen de onlinewereld zegt niet voor niets de kracht van online ligt offline. De laatste (twee) jaren zijn veel informele contactmomenten in real life ontstaan vanuit de sociale netwerken als Twitter en LinkedIn. Bedrijven houden LinkedIn-parties, waarbij ze al hun gasten, klanten en bezoekers halen uit de lijsten van de LinkedInners van het bedrijf. Twitterbarbecues, Twitterpicknicks (twitnick), twitterkampvuur (twampvuur), te bizar voor woorden soms, maar de twitterinitiatieven kunnen veel interessante live contacten opleveren. Netwerken als LinkedIn en Twitter zijn goed te gebruiken als aanjagers van bezoekersaantallen van een te organiseren congres of evenement. Twitter wordt nu door organisatoren nog maar weinig ingezet. Veel organisatoren zijn inmiddels al wel bekend met online uitnodigingstrajecten waarbij een webportal wordt aangemaakt, achter een poort, vaak met de naam van het event als URL, waar de directeur in een videootje zijn personeel vriendelijk oproept te komen naar het event, waar de bezoekersregistratie beheerd wordt en waar soms bezoekers al kunnen zien welke van zijn contacten zich ook hebben ingeschreven voor het event, om mee af te spreken. Het ultieme voorbeeld van de toepassing van nieuwe media bij events is The Next Web Conference van serial internetentrepreneur Boris Veldhuijzen van Zanten (tijdens het High Profile New Media Congres 2007 met Krijn Schuurman de afsluitende keynote). Tijdens Meetingpartners Masterclass Social Media, eind mei 2009 in de Westergasfabriek in Amsterdam, sprak hij met enthousiasme over zijn succesformule. Ik ben internetondernemer, ik zet internetbedrijven op en één bedrijf daarvan is The Next Web. Daarin zit een conference, een blog en een incubator waarmee we jonge startups opzetten. Al die activiteiten versterken elkaar. Zo hebben bijna alle startups funding opgehaald bij investeerders die ze op The Next Web Conference hebben ontmoet. We verdienen best wel wat met zo n conference, maar dat is nooit het doel geweest. Het doel is nooit geweest om een event te organiseren en daar veel geld aan te verdienen, het was om investeerders te ontmoeten voor onze startups. Wij doen alles met veel passie en omdat we zo in de social media zitten, is dat een heel logische combinatie geweest. Dankzij die social media hebben we The Next Web Conference zo groot kunnen maken als ie nu is, met in de afgelopen editie meer dan 900 bezoekers. De belangrijkste trend binnen nieuwe media is volgens Marco Derksen de beweging die gaande is. Tijdens een recente HSMAI-bijeenkomst vatte Derksen het helder samen: 11 tot 12 miljoen Nederlanders zijn online, hebben toegang tot internet, er zijn sinds 2004 evenveel vrouwen als mannen actief op internet. Internet is bij jongeren veruit het belangrijkste medium, bij de ouderen geldt dat in de komende jaren internet het belangrijkste medium gaat worden. De invloed van internet heeft nogal wat verschuivingen gebracht in verschillende sectoren, 25 procent van de omzet gaat in de muziekindustrie via internet. Nog een andere verschuiving is die van offline naar online boeken, online reserveren en van offline naar online zoeken (search dus) - we gebruiken het allemaal bijna dagelijks Google. Het belangrijkste is echter de manier waarop we met elkaar communiceren. Bij het lijstje wat doen we op internet staat op nummer 1 communiceren, op 2 zoeken naar informatie en op 3 transactie. De consument en internetgebruiker krijgt steeds meer tools in handen om op andere manieren met elkaar in contact te blijven, met elkaar te communiceren en met elkaar zaken te delen. Dit veranderende communicatiegedrag van consumenten is een belangrijke om in de gaten te houden. Men krijgt zoveel informatie op zich af, er is zoveel content: de consument gaat op andere manieren proberen om die informatie effectief te filteren. > Conf Network, social network voor events Boris Veldhuijzen van Zanten is vorig jaar gestart met conferentietool Conf Network: We hadden behoefte aan een manier om de community die naar een conferentie komt inzichtelijker te maken. Ik was een keer bij een conferentie in Parijs, en kwam er achteraf aan de telefoon achter dat een Amerikaanse zakenpartner ook aanwezig was. Dat wisten we niet van elkaar anders hadden we elkaar zeker gesproken. Dat moet dus eigenlijk niet kunnen, dus wij hebben een soort social networktool gebouwd, speciaal gericht op events. Het werkt simpel, je wordt uitgenodigd door de conferentieorganisator om je adressenboek up te loaden op Conf Network die jou vervolgens de namen en gegevens stuurt van de mensen die jij kent en ook op de conferentie komen. Je kunt dan van tevoren online met elkaar in contact komen en eventueel afspraken maken om tijdens het event elkaar te spreken. Je weet van elkaars aanmelding en loopt elkaar niet meer mis Dossier New Media.indd :54

5 Nieuwe media in cijfers: 12 miljoen internetters Marketingfacts, het populaire Nederlandse weblog over (interactieve) marketing publiceert - in print - voor het vierde jaar het Marketingfacts Jaarboek Met daarin alle informatie die een marketeer dient te weten over de ontwikkeling van de online marketing, internet en nieuwe media middelen. Gestaafd met betrouwbare cijfers van gerenommeerde onderzoeksinstituten. Om een samenvatting te geven uit de algemene trends van nieuwe media, zoals die uitgebreid in het jaarboek worden weergegeven: 82 procent van de Nederlanders van 13 jaar en ouder gebruikt internet, zo blijkt uit de jongste Kerncijfers Nederland 2008 van de Stichting Internetreclame (STIR), de gemiddelde surftijd bij deze groep is 8,4 uur per week. Van alle Nederlanders boven 13 jaar heeft ruim 84,9 procent inmiddels een pc, 83,4 procent heeft toegang tot internet, 11,1 procent gebruikt ook internet op mobiele telefoons en nog eens 4,7 procent internet via de PDA of handheld. Internetten via de gewone telefoonlijn doet bijna niemand meer (4,0 procent), 68 procent kan via snelle breedband zonder probleem online pagina s, foto s en video s openen. Veruit de grootste groei ten aanzien van 2007 wordt gerealiseerd door de groep vijftigplussers. De internetpenetratie stijgt hier van 59 procent in 2007 naar 63 procent in 2008 en de gemiddelde surftijd in deze groep is nu 3,5 uur per week. In de groep 13 tot 34 jaar is de internetpenetratie 99 procent. Zij zijn met 10,6 surfuren per week de meest intensieve surfers. Een en ander blijkt uit het Establishment Survey STIR 2007/2008, een onderzoek onder Nederlanders van 13 jaar en ouder dat gebruik van media en specifiek internet in kaart brengt. Volgens gegevens van het CBS blijkt dat Nederland het hoogste percentage huishoudens met internettoegang heeft binnen de Europese Unie. Slechts 1,2 miljoen Nederlanders heeft thuis geen internet, een half miljoen heeft het wel maar maakt er geen gebruik van. Tweederde van de personen zonder thuistoegang is relatief laag opgeleid en circa de helft is vijfenzestigplusser en/of alleenstaand. Let op: 98 procent van de jongeren tot 25 jaar hebben thuis juist vrijwel altijd toegang tot internet. (bron: Marketingfacts Jaarboek 2009, marketingfacts.nl/jaarboek) Slimmer leven, slimmer werken Als we het hebben over effectief filteren van informatie, komen we al snel uit bij Martijn Aslander. Als hij het heeft over web 2.0, een verzamelnaam voor de online werkwijze van verbinden en delen (connecting en sharing), durft Aslander te beweren dat de meeste grote organisaties in Nederland geen flauw benul hebben waar die netwerken informatiesamenleving over gaat. Als je niet weet wat netwerkeffecten zijn, heb je geen flauw idee hoe snel je een paar honderdduizend mensen in beweging kunt krijgen. Als je vanuit de oude paradigma s naar business, waarde en profit kijkt, ga je het niet zien. Je stond erbij en je keek ernaar. Hij gooit er nog een schepje bovenop. Twitter, no doubt, is het aller-krachtigste communicatiekanaal dat ik in mijn hele leven heb gezien. Alleen dat leer je niet door er even tien dagen naar te kijken zoals een aantal journalisten geprobeerd hebben. Experimenteer met een open mind en leer zelf wat je er mee kunt doen. High Profile New Media Congres Martijn Aslander is overigens de afsluitende keynote spreker van de tweede editie van het High Profile New Media Congres dat op maandag 23 november 2009 in Spant! in Bussum wordt gehouden. Het tweede congres is in principe hetzelfde als de succesvolle eerste editie, alleen is gekozen om het aantal workshops kleiner te houden, te weten zes masterclasses in drie rondes, en de commerciële workshops te vervangen door een beursplein. Eventmanager Angelique de Wit van High Profile Uitgeverij: In de enquête van de eerste editie werd aangegeven dat de commerciële workshops minder werden gewaardeerd en daarom hebben we nu het beursplein ontwikkeld waar exposanten hun nieuwe media toepassingen kunnen tonen. In deze editie wordt meer gefocust op hoe de evenementenbranche met welke nieuwe media tools kan ontwikkelen voor hun events, dat wil zeggen: voor, tijdens en na hun events. Dus veel praktijkkennis en de bijbehorende succesverhalen. Er vinden twee plenaire sessies plaats in de ochtend en een afsluitende. Vincent Everts zal net als bij de vorige editie in een wake up call de huidige ontwikkelingen in de nieuwe en social media belichten, gevolgd door Joost de Valk die het voor de eventbranche belangwekkende onderwerp Search Engine Optimization behandelt (hoe krijg ik mijn product of service hoog in Google). De Valk is een van de bekendste SEO specialisten van Nederland, en ook in het buitenland wordt hij veelgevraagd als spreker over dit onderwerp (hij stond in New York, Stockholm en London op searchcongressen als keynote spreker). Afsluiter van de dag is Martijn Aslander. Hij zal op een begrijpelijke wijze uitleggen hoe je met welke tools in de evenementenmarkt slimmer je werk kunt organiseren, en ook je leven daardoor kunt inrichten. De dagvoorzitter is net als twee jaar geleden internetentrepreneur Ronnie Overgoor. Het eerste New Media Congres van High Profile kreeg in 2007 een gemiddelde waardering met het cijfer 7,5 en dat is zeker voor een eerste editie succesvol te noemen. High Profile New Media Congres, Spant! in Bussum: van 10:00 uur tot 16:00 uur, met aansluitend een borrel. De kosten voor deelname aan het congres zijn 395,- per persoon. Inschrijven kan (natuurlijk online) op highprofilenewmediacongres.nl. Websites (aanbevolen) twitter.com (social network) linkedin.com (business network) youtube.com (video sharing) vimeo.com (video sharing) flickr.com (foto sharing) wikipedia.org (vrije encyclopedie) wordpress.com (blogplatform, open source) typepad.com (blogplatform) marketingfacts.nl martijnaslander.nl conferencebasics.com confnetwork.com paydro.net twitter.com/highprofile Dossier New Media.indd :54