Installatiehandleiding oplaadstation EV-BOX SPS2

Transcriptie

1 Installatiehandleiding oplaadstation EV-BOX SPS2 Datum: 26 september 2014 Versie: 1.0 1

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften Algemeen Vervoer en opslag Beschrijving Algemeen Inschakelen/Uitschakelen Mode 3 controller LED aanduiding en betekenis Technische specificaties Netbeheerders gedeelte Laadstation Installatie Plaatsen laadstation Plaatsen cilinderslot Aansluiten laadstation aan LS-net Inbedrijfstelling Openen cover Mogelijke storingen en oplossingen Technische specificaties

3 1. Veiligheidsvoorschriften 1.1. Algemeen WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u het product in gebruik neemt. Dit product is ontworpen en getest in overeenstemming met internationale normen. Dit product dient uitsluitend voor de bestemde toepassing te worden gebruikt. Deze gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende uitvoeringen van het laadstation. Het is mogelijk dat er een aantal kenmerken worden beschreven die niet van toepassing zijn op uw laadstation. Installatie en onderhoud van en reparaties aan dit product mogen uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Door ondeskundige installatie of reparaties kunnen gevaren voor de gebruiker ontstaan. Voor installatie instructies zie hoofdstuk 3. Het product wordt gebruikt in combinatie met een energiebron. Schakel altijd de voeding uit voor het plegen van onderhoud. Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Stel het product niet in werking als de covers niet zijn gemonteerd. Zorg ervoor dat de apparatuur onder de juiste bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt Vervoer en opslag Zorg ervoor dat de netspanning is losgekoppeld bij opslag of vervoer van het product. Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade indien de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan de originele verpakking. Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur moet tussen de 20 C en +60 C liggen. Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging). De in- en/of uitgangsklemmen van de wisselstroom moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Als het aannemelijk is dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet het product buiten werking worden gesteld en worden beveiligd tegen iedere onopzettelijke inwerkingstelling. Bij montage, demontage en werkzaamheden aan de grondkabel dient spanningsloos gewerkt te worden conform NEN Voor servicewerkzaamheden is er een hoofdschakelaar in de netbeheerderskast geplaatst. Deze hoofdschakelaar dient om het laadstation spanningsloos te maken. Vervang een beveiligingsonderdeel nooit door een ander type. Alle componenten zijn reeds op de juiste wijze aangesloten en werkend getest alvorens wij deze verzenden. Controleer voordat u het apparaat inschakelt dat de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratie-instellingen van het product zoals beschreven in de handleiding. 3

4 2. Beschrijving 2.1. Algemeen Het EV-Box oplaadstation is geschikt voor het opladen van elektrische voertuigen Inschakelen/Uitschakelen Het in-/uitschakelen van het apparaat gebeurt door middel van een magneetschakelaar. Zolang het apparaat is uitgeschakeld, staat er geen spanning op de contactdoos. Bediening van het laadstation gebeurt door middel van een geautoriseerde RFID kaart (Mifare, 13,56Mhz) Mode 3 controller De Type 2 contactdoos is aangesloten op de mode 3 controller en vergrendelingmodule volgens IEC Dit betekent dat er een continue check is op de aanwezigheid van een aardverbinding. Tevens wordt de spanning pas ingeschakeld als de kabel met zowel de EV-Box als met het voertuig is verbonden, en de weerstanden in de kabel en de auto corresponderen met de capaciteit van het oplaadstation LED aanduiding en betekenis Rondom de contactdoos is een LED-ring gemonteerd. Deze geeft de status van het apparaat weer, zodat u ziet in welke modus het apparaat zich bevindt (na inbedrijfstelling). UIT Standby; GROEN Beschikbaar; BLAUW Bezig met laden; Knipperend ROOD Pas niet geaccepteerd; ROOD Error/storing Technische specificaties Netbeheerders gedeelte Behuizing: RVS kastje met één toegangsdeur. De toegangsdeur van het kastje is voorzien van een hevelslot met twee europrofielcilindersloten. De deur is te ontgrendelen door één van beide sloten te openen. Bovenste cilinderslot is van netbeheerder (ALTIJD cilinderslot plaatsen); Onderste cilinderslot is van de klant Laadstation Aansluiting: EV-plug type 2 steker aansluiting, 16A-400V; Beveiliging : Aardlekschakelaar 40A-30mA type B; Smeltbeveiliging 3x 20A gg; Norm: IEC en 22; Gewicht: 20 KG; Fundering: Metalen voetplaat vast aan het laadstation van 60x40 cm. Voor een volledig overzicht van de specificaties van het laadstation zie hoofdstuk 6. 4

5 3. Installatie 3.1. Plaatsen laadstation 1. Graaf een gat van ca. 70x50 cm en 55 cm diep (voetplaat is 60x40 cm); 2. Vlak de bodem goed horizontaal uit; 3. Plaats het laadstation in het gat en zet deze waterpas (het lijntje op de koof onder het RVS kastje dient op gelijke hoogte te komen met het maaiveld, zie afbeelding 2) Plaatsen cilinderslot 1. Schuif het beschermingsklepje van het slot omhoog; 2. Open het slot d.m.v. een passe-partout sleutel (bouwsleutel) in de lege huls te steken of steek een europrofielcilinder in de lege huls; 3. Draai de sleutel links of rechts om en de hendel springt op; 4. Wanneer bij stap 2 nog niet uitgevoerd: plaats een europrofielcilinder in de lege huls; 5. Schroef de europrofielcilinder vast met een op maat gemaakt boutje; 6. Test goed of het slotmechanisme functioneert Aansluiten laadstation aan LS-net 1. Demonteer het voorste kapje van de koof onder het RVS kastje met de 4 boutjes aan de zijkanten (zie afbeelding 2); 2. Plaats de los meegeleverde flexibele mantelbuis onder het RVS kastje, en voer de voedingskabel er doorheen; 3. Voer de voedingskabel door de wartel aan de onderzijde van het RVS kastje (zie afbeelding 3); 4. Voer de voedingskabel door de wartel aan de onderzijde van de IP54 aansluitkast (zie afbeelding 3); 5. Sluit de voedingskabel aan op de bovenzijde van de aansluitklemmen (zie afbeelding 3); 6. Bevestig de bijgevoegde trekontlasting correct om de voedingskabel aan de DIN rail (zie afbeelding 1 & 3); 7. Sla een aardpen* volgens voorschrift (weerstandswaarde <167 Ohm) en voer deze in door de wartel aan de onderzijde van het RVS kastje; 8. Sluit de aardpen aan op het aardingsblokje (zie afbeelding 3); 9. Vul de grond aan tot onderzijde koof en zorg voor goede verdichting; 10. Monteer het voorste kapje van de koof onder het RVS kastje; 11. Vul de grond aan tot het lijntje op de koof zorg voor goede verdichting, maak het grondwerk gereed en laat de locatie netjes achter. *Indien de netbeheerder aarde levert, dient de aarde en de nul een vaste verbinding te hebben aan de onderzijde. In dat geval moet de sticker netbeheerder levert aarde worden aangebracht. Afbeelding 1, trekontlasting. Stap 1: plaats de kunststof geleiders om de kabel heen aan de voor- en achterzijde Stap 2: haak de onderzijde in de DIN rail Stap 3: haak de bovenzijde in de DIN rail Stap 4: draai de bout aan zodat de kabel vastklemt 5

6 RVS kastje Boutjes (4x) t.b.v. verwijderen kapje van de koof Lijntje t.b.v. maaiveldhoogte Koof Flexibele mantelbuis Afbeelding 2; RVS kastje met koof. Sticker netbeheerder levert aarde ALLEEN plaatsen bij TNstelsel en wanneer netbeheerder daadwerkelijk aarde levert Aansluiting voedingskabel op aansluitklemmen IP54 aansluitkast Buispatroonhouders (25A) Aarde met nul koppelen zodat de aanraakspanning behuizing omlaag gaat Hoofdschakelaar kwh-meter Doorvoer voedingskabel Aardingsblokje t.b.v. aardpen Trekontlasting Afbeelding 3; binnenkant RVS kastje. 6

7 3.4. Inbedrijfstelling 1. Controleer de weerstandwaarde van de aardpen. De weerstand van de aardelektrode mag maximaal 167 Ohm bedragen. (conform NEN1010); 2. Zet de hoofdschakelaar in de 0-stand; 3. Plaats de 3 buispatronen (25A)* die los zijn bijgeleverd in de buispatroonhouders (zie afbeelding 3); 4. Schakel de voedingsspanning in door middel van de hoofdschakelaar in de 1-stand te zetten; 5. De LED band om het stopcontact geeft de volgende kleur indictie weer: a. ROOD (knipperend) Opstarten en verbinding zoeken met het netwerk; b. UIT Gereed. 6. Controleer aanwezigheid spanning op 3 fasen, werkend conform NEN3140; 7. Na gereed dient u contact op te nemen met ElaadNL op telefoonnummer De volgende gegevens worden aan u gevraagd: a. Laadpaalnummer (op cover onder stopcontact en aan binnenkant deurtje RVS kastje); b. Meternummer (op voorzijde kwh-meter); c. Adresgegevens (op bijgeleverd basisdocument van ElaadNL); 8. Breng verzegeling aan rechtsonder op de IP54 aansluitkast; 9. Optioneel: verwijder de gele sticker met de tekst dit laadpunt is binnenkort beschikbaar. 10. Sluit het RVS kastje door de hendel terug te duwen in de slotkast. *Er zijn 3 extra reserve buispatronen meegeleverd, deze bevinden zich aan de binnenzijde van het RVS kastje. Deze zijn bedoelt voor storingen en dienen achter gelaten te worden in het RVS kastje. 4. Openen cover De kunststof cover aan de bovenzijde van de laadpaal kan worden gedemonteerd met behulp van de meegeleverde inbussleutel. Aan de onderzijde van de cover bevinden zich 2 boutjes (links en rechts) waarmee de cover is bevestigd aan de paal (zie afbeelding 4). Bij het monteren hang je de cover op het frame door de bovenkant van de cover eerst op de bovenkant in de rand van het frame te zetten en deze naar onderen te scharnieren (zie afbeelding 5). Let op: zorg dat de cover goed in het frame sluit en de rubbers goed zitten en controleer ook of de cover aan de onderkant goed in de groef van het frame sluit. Zet de bouten aan de onderzijde weer vast met behulp van de inbussleutel. Inbusboutjes (2x) Afbeelding 4, openen cover. Afbeelding 5, sluiten cover. 7

8 5. Mogelijke storingen en oplossingen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Laadstation doet niets Geen spanning op laadstation Is aardlekschakelaar ingeschakeld, staat het laadstation aan en of zijn de smeltzekeringen geplaatst en in goede staat Meet of er spanning staat op de voedingskabel die het Laadstation geeft geen duidelijk piepsignaal als er spanning op het station wordt gezet Stuurstroomautomaat (C6) is uit 12V is niet aan (controlelampje op 12V voeding is uit) Stekkertjes op de controller niet goed aangedrukt Kabelboom loopt te dicht langs de voeding, waardoor er magnetische straling de beveiligingsmodule van de 12V voeding aanspreekt. Aardlekschakelaar valt steeds uit Aardfout in het laadstation Defecte of ondeugdelijke laadkabel Led-ring brand continue rood Aardlekschakelaar staat uit Smeltveiligheid defect of niet goed geplaatst laadstation binnen komt Staat de stuurstroomautomaat (C6) aan. Er klinkt een luide piep bij inschakelen van de automaat Staat er 230V op de ingangsklemmen van de 12V voeding. Als dit niet het geval is controleer de C6 automaat Staat er 12V op de uitgangsklemmen van de voeding. Als dit niet het geval is schakel de C6 Automaat uit en wacht 2 minuten met inschakelen. Als er dan nog geen 12VDC op de uitgang staat dient de voeding vervangen te worden. Alle stekerverbindingen met name op de controller Leg kabelboom anders Controleer elektrische bedrading op beschadigingen. Vervang beschadigde draden Vocht of condens op elektrische verbindingen. Maak de verbindingen droog indien nodig Vervang de laadkabel Aardlekschakelaar aanzetten Vervang/plaats smeltzekering 8

9 Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Led-ring blijft geel branden Oplaadstation wacht op de auto Zitten de stekkers goed in de auto en laadstation Ondeugdelijke laadkabel Weerstand van aarde Weerstand van aarde te hoog Vervang de laadkabel Auto staat op een timer Verander de setting van de timer in de auto Laadstation start niet met laden, rode LED gaat na ca. 30 sec. knipperen Stekker wil niet uit het oplaadstation Rode LED gaat direct knipperen nadat het pasje voor de reader is gehouden Stekker niet vergrendeld Auto niet aangesloten Verkeerde pas gebruikt om laden te stoppen Ontgrendelpin komt niet omhoog Is de stekker ver genoeg in het laadstation gestoken Zit de stekker goed in de auto Controleer de stekker op beschadigingen of verbogen pinnen Controleer of er niets in de contactdoos zit Gebruik dezelfde pas voor het stoppen van het laden als waarmee laden is gestart Duw de stekker verder in het laadstation en houd de pas nogmaals voor de kaartlezer Voer een reset uit in de BackOffice Laadpas is niet geautoriseerd Meld de laadpas aan in de BackOffice Controleer of de laadpas interoperabel is (gebruik in heel Nederland) 6. Technische specificaties Artikelno. B Aansluit capaciteit 3-fasen, 50Hz, min. 4mm 2 Uitgangsvermogen 3-fasen, 400V, 16A 11kW Aardlekbeveiliging 40A 30mA type B Smeltveiligheid 3x 20A gg 3-fasen bewaking 2x VAC, 1 wisselcontact Automaat (secundair) C6A Secundaire voeding 12VDC 1,67A Positiebepaling GPS modem Communicatie GSM Modem/controller met RFID reader Omgevingstemperatuur - 25 C +40 C Relatieve luchtvochtigheid (niet Max. 95% condenseren) Beschermklasse behuizing IP45 Beschermklasse contactdoos IP44 Max. Installatiehoogte m NAP Afmetingen in mm (L X B X D) 600 X 250 X 200 9