slagvaardig Bodembeleidsplan Zwolle Expertisecentrum

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "slagvaardig Bodembeleidsplan Zwolle Expertisecentrum"

Transcriptie

1 slagvaardig Expertisecentrum Stadskantoor Lübeckplein 2 Postbus GA Zwolle Telefoon (038) Fax (038) awj.brand@zwolle.nl Bodembeleidsplan Zwolle Opdrachtgever Gemeente Zwolle Opdrachtnemer Tauw Versie definitief

2 2/68

3 Inhoud 1 Uitgangspunten bodembeleid Zwolle Inleiding Beleidsvernieuwing 5 Visie op de Ondergrond 5 Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties Ambitie en totstandkoming van het bodembeleidsplan Leeswijzer 8 2 Bodem van Zwolle Historie en bodemopbouw Historische ontwikkeling Bodemgesteldheid Bodemkwaliteit Bodemkwaliteitsklassenkaart Omvang van bodemverontreinigingsprobleem - Landsdekkend Beeld Mobiele verontreinigingen in de ondergrond 15 3 Wettelijke taken en bevoegdheden Besluit bodemkwaliteit Bevoegd gezag Wet bodembescherming Kadastrale registratie Informatievoorziening Raakvlakken met andere beleidsvelden 20 4 Bovengrond Wettelijk kader Onderzoek Aanleidingen voor bodemonderzoek Asbest in bodem 28 Stap 1: Bepalen of een vooronderzoek asbest nodig is 29 Stap 3: Bepalen onderzoeksspoor 30 Stap 4: Omgaan met aangetroffen asbest Van nature verhoogde stoffen in het grondwater Niet genormeerde stoffen Omgaan met nieuwe NEN-stoffen Bodembeheer Hergebruik grond als bodem Hergebruik grond in werken: grootschalige toepassingen Hergebruik grond in milieubeschermingsgebieden Tijdelijke uitname Sanering bovengrond Saneringsprocedures Procedures bij het aantreffen van verontreinigingen tijdens werkzaamheden Inzet financieel en juridisch instrumentarium 39 3/68

4 4.6 Bijzondere procedures Ongewone voorvallen en calamiteiten Stortplaatsen 40 5 Ondergrond Wettelijk kader Wbb Europese grondwaterrichtlijn Koersbepaling Zwolle Vertrekpunt Visie op de Ondergrond Gebiedsgerichte benadering: gebiedsindeling en functietoekenning Integraal afwegingskader Inpassing in het wettelijk kader Gebruikte terminologie Procedurele eisen aanpak bodemverontreiniging ondergrond Verschil tussen gebiedsgerichte aanpak versus gevalsgerichte aanpak Gebiedsgerichte aanpak Gevalsgerichte aanpak Afwegingskader bij gebiedsgerichte aanpak Afwegingskader gevalsgerichte aanpak Koude- / warmteopslag-installaties 57 Bijlage 1 59 Verdachte activiteiten voor nieuwe NEN-stoffen 59 Barium 61 Bijlage 2 63 Afleiding functiegerichte normen 63 Gebiedsspecifieke risicogrenswaarden (bestaand verontreinigd gebied) 65 Algemeen 65 Functiegerichte risicogrenswaarden 65 Verspreidingsnormen 68 4/68

5 1 Uitgangspunten bodembeleid Zwolle 1.1 Inleiding De gemeente Zwolle heeft in 2001 een bodembeleidsplan opgesteld naar aanleiding van de toen spelende beleidsvernieuwingen. Sinds 2001 heeft het bodembeleid niet stilgestaan. De meest recente beleidsontwikkelingen bestaan uit het Besluit bodemkwaliteit waarin het grondstromenbeheer geregeld is en het Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties, dat op 10 juli 2009 is getekend door centrale en decentrale overheden. In het convenant zijn onder andere afspraken gemaakt over de aanpak van spoedlocaties en de gebiedsgerichte aanpak van verontreinigingen. De gemeente Zwolle heeft de afgelopen jaren zeker niet stilgezeten op bodemgebied. Met de Visie op de Ondergrond is de gemeente zelfs koploper in Nederland op het gebied van integraal bodembeleid. Deze ontwikkelingen maken dat het hoog tijd is voor een nieuw bodembeleidsplan. 1.2 Beleidsvernieuwing Visie op de Ondergrond In juni 2007 heeft de gemeenteraad van Zwolle ingestemd met de Visie op de Ondergrond en besloten de volgende vijf basisprincipes vast te stellen en te gaan toepassen in projecten: 1. Werken met ondergrondse bestemmingen / functies 2. Structureel en georganiseerd gebruik maken van WKO (warmte- / koudeopslag) en WKO koppelen aan grondwatersanering en waterwinning en peilbeheer 3. Bodemsanering gebiedsgericht benaderen 4. Natuur, recreatie, agrarische activiteiten, waterwinning en bescherming van kwalitatief hoogwaardig grondwater met elkaar te combineren in één gebied 5. Structureel en georganiseerd afstemmen van vraag en aanbod van (grond)water, koude en warmte Deze vijf basisprincipes vormen ook het vertrekpunt voor de beleidsmatige invulling voor het omgaan met de ondergrond. Het bodembeleidsplan levert een bijdrage aan de implementatie van de vijf basisprincipes door: Het kader te geven voor gebiedsgericht benadering van de bodemsanering De mogelijkheid te creëren om de aanpak van bodemverontreiniging integraal af te wegen tegen en af te stemmen met koudewarmte opslag, peilbeheer, grondwaterwinning 5/68

6 Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties Het bodembeleid in Nederland is aan het veranderen. Door de toenemende ruimtedruk wordt steeds meer beslag gelegd op de ondergrond. Hieruit ontstaat de wens meer samenhang te creëren tussen het bodembeleid en het ruimtelijke ordeningsbeleid. Bij de discussie over de gewenste richting van het bodembeleid staan een vijftal ontwikkelingen centraal: Verdere decentralisatie van verantwoordelijkheden en uitvoering Sturing door beleidsafspraken en prestatie-eisen neergelegd in bestuurlijke overeenkomsten Verdere integratie van het bodembeleid in de ruimtelijke ordening met behoud van aandacht voor de aanpak van gevallen van ernstige verontreiniging op niet-dynamische locaties Verduurzaming van het bodembeleid door toenemende samenhang met het energie- en waterbeleid en het beleid voor de ondergrond Toenemend gebruik van de ondergrond als gevolg van ruimtedruk De genoemde ontwikkelingen maken dat behoefte bestaat aan een verdieping en verbreding van het bodembeleid, waarbij de volgende doelstellingen centraal staan: Het verwerven van kennis over de risico s van het gebruik van de ondergrond Een basisregistratie van de ondergrond Het duurzaam benutten van de ondergrond en het verschaffen van instrumenten hiervoor, bijvoorbeeld voor bodemenergie Een betere samenhang tussen waterbeleid en bodembeleid, waarbij gebiedsgericht beheer voorop staat, vooral waar het gaat om grootschalige grondwaterverontreiniging Het waar nodig aanpassen van de bestuurlijke taakverdeling toegesneden op een optimale uitvoering van taken en het accepteren van verantwoordelijkheid voor de realisering van beleid Op 21 mei 2008 vond in Utrecht de bestuurdersconferentie Van bodemmonsters naar bodemschatten plaats waarbij een intentieverklaring is getekend om verder invulling te geven aan de verdieping en verbreding van het bodembeleid. De uitwerking heeft geresulteerd in een Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties, dat op 10 juli 2009 ondertekend is door de ministers van VROM en LNV, de staatsecretaris van V&W, het IPO, de VNG en de UvW. Dit bodembeleidsplan is waar mogelijk opgesteld in de lijn van het convenant. 6/68

7 1.3 Ambitie en totstandkoming van het bodembeleidsplan De ambitie van de gemeente Zwolle voor de bodem luidt als volgt: De kwaliteit van de bodem en het grondwater is geschikt voor de gewenste functies. De bodemsaneringsoperatie is betaalbaar en daardoor uitvoerbaar waardoor gewenste ontwikkelingen in de stad niet langer stagneren door bodemverontreiniging. De ondergrond draagt bij aan een duurzame ontwikkeling van Zwolle. Tegelijkertijd wil de gemeente de proceduretijd en administratieve lasten waar mogelijk terugbrengen om allerlei maatschappelijke ontwikkelingen in de bodem zoveel mogelijk de ruimte te geven. Bij de uitwerking van het bodembeleid is gekozen voor opsplitsing in boven- en ondergrond. Het Besluit bodemkwaliteit dat regels stelt aan hergebruik van grond en bagger in de bovengrond, hanteert grofweg de bovenste anderhalve meter als bovengrond. In dit plan wordt deze benadering gevolgd, waardoor de ondergrond begint op grofweg 1,5 m beneden maaiveld. Gevoelsmatig ligt deze begrenzing ook voor de hand aangezien het aanleggen van funderingen en de meeste kabels en leidingen in dat geval wel onder bovengronds gebruik vallen en het aanleggen van ondergrondse parkeergarages, tunnels en gebruik van grondwater onder het ondergronds gebruik vallen. Het beleid voor de bovengrond geeft invulling aan de functiegerichte benadering van de kwaliteit van de bovengrond. Voor de ondergrond zijn in het bodembeleidsplan de uitgangspunten uit de Visie op de Ondergrond nader uitgewerkt. Waar relevant is bij de uitwerking van het bodembeleid aangesloten bij het gebiedsgericht milieubeleid van de gemeente Zwolle. Het bodembeleidsplan is zowel bedoeld voor een brede doelgroep (burgers en bedrijven) die op zoek zijn naar informatie over de aanpak van de bodemproblematiek in Zwolle als voor interne en externe deskundigen op bodemgebied die op zoek zijn naar de specifieke richtlijnen en procedures met betrekking tot de bodem in Zwolle. De voorkennis en de informatiebehoefte van de brede doelgroep ligt over het algemeen op een minder diep niveau dan die van de deskundige doelgroep. Het bodembeleidsplan werkt een aantal uitgangspunten van de Visie op de Ondergrond nader uit. Daarnaast bouwt het bodembeleidsplan voort op eerder vastgestelde beleidsuitgangspunten ten aanzien van de bodem en is er naar gestreefd de bodemproblematiek zo goed mogelijk te positioneren of in te passen in andere beleidsterreinen. Bij aanvang is eerst een analyse gemaakt van de belangrijkste discussiepunten. Voor deze punten zijn voorstellen uitgewerkt in discussienotities die zijn besproken tijdens een aantal workshops. Aan deze workshops heeft een brede vertegenwoordiging vanuit de gemeente deelgenomen. Op basis van de resultaten van de workshops is het bodembeleidsplan in samenspraak met de gemeente uitgewerkt. 7/68

8 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de geschiedenis en de bodemgesteldheid van Zwolle beschreven. Tevens wordt een beeld geschetst van de actuele verontreinigingssituatie in Zwolle. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de taken en bevoegdheden die de gemeente ten aanzien van bodembeheer, bodemsanering en informatievoorziening heeft. In hoofdstuk 4 wordt aangegeven aan welke voorwaarden bodembeheer en -sanering in de bovengrond moet voldoen. Tevens vindt u hier informatie over het hoe en waarom van bodemonderzoeken. In hoofdstuk 5 wordt het kader voor de aanpak van verontreinigingen in de ondergrond geschetst. 8/68

9 2 Bodem van Zwolle 2.1 Historie en bodemopbouw Historische ontwikkeling De stad Zwolle is ontstaan in de dertiende eeuw uit de nederzettingen Middelwijk en Assendorp. In de veertiende eeuw kreeg Zwolle de marke Dieze erbij. Aan het einde van de vijftiende eeuw vond een nieuwe stadsuitbreiding plaats aan de tegenwoordige Thorbeckegracht. De oorsprong van de stad kenmerkt zich door een compacte stedelijke structuur van steegjes, pleintjes en aaneengesloten bebouwing met een kleinschalige mix tussen wonen en werken. Voor de verdediging werden de stadsmuren en later een aarden stervormige vestigingsgordel met bastions aangelegd. Rondom de uitvalswegen naar Assendorp, Dieze en Kampen werd een eerste stadsuitleg buiten de oorspronkelijke stad een feit. Figuur 2.1 Zwolle rond 1900, bron: Beeldbank Historisch Centrum Overijssel In de negentiende eeuw breidde de bebouwing buiten de stadswallen zich gestaag uit, vooral in Assendorp aan de zuidoostgrens van Zwolle (figuur 2.1). Aan de singels rond de stadswallen ontstond een voor Zwolle kenmerkende villabebouwing. Door de komst van de spoorwegen in 1864 kwamen de deftige Stationswijk en de arbeiderswijk Assendorp tot ontwikkeling. Rond de eeuwwisseling zijn ten westen van de stad aan de Hoogstraat arbeiderswoningen gebouwd en ontwikkelde zich langs het Willemskanaal lintvormige bebouwing voor de middenklasse, de huidige Veerallee. 9/68

10 Ten oosten van de oude binnenstad kwam in de jaren 1920 de Zeeheldenbuurt tot ontwikkeling. Deze buurt bestaat voor het overgrote deel uit arbeiderswoningen. Tussen de twee wereldoorlogen zijn de wijken Pierik en Wipstrik ontstaan (uitbreidingsplannen van 1927). De middenstand vestigde zich vooral in de wijk Wipstrik. De welgestelde Zwollenaren vestigden zich in de nabijheid van het station, in de wijk Veerallee (die dateert vanaf circa 1900). Figuur 2.2 Zwolle rond 1950, bron: Beeldbank Historisch Centrum Overijssel Na de Tweede Wereldoorlog breidde Zwolle zich sterk uit (figuur 2.2). In eerste instantie rond de Meppelerstraatweg; 10 jaar later volgde de wijk Holtenbroek. In 1965 is begonnen met de bouw van de meest noordelijke wijk, de Aa-landen. Uitbreidingen van na 1975 zijn de wijken Gerenlanden / Gerenbroek, Oldeneler- en Schellerlanden en Stadshagen. Ook de bedrijfsterreinen zijn na de oorlog sterk uitgebreid, te weten Hanzeland achter het NS-station, de Marslanden in het zuidoosten, twee kleinere industriegebieden (Vrolijkheid) ten westen en oosten van de Ceintuurbaan en het grote industriegebied Voorst aan het Zwolle-IJsselkanaal. Na 1970 is het kantorenpark Oosterenk gebouwd en is Marslanden verder uitgebreid. Achter het NS-station is het woon- / kantoren- / bedrijvencomplex Hanzeland ontwikkeld. 10/68

11 Figuur 2.3 Zwolle rond 1980, bron: Beeldbank Historisch Centrum Overijssel Het grondgebied van de stad Zwolle wordt omsloten door talloze buurtschappen van de voormalige gemeente Zwollerkerspel. In 1967 zijn grote delen van de voormalige gemeente Zwollerkerspel in een gemeentelijke herindeling toegevoegd aan het grondgebied van de gemeente Zwolle. De oudste nederzettingen in het buitengebied zijn Windesheim en Haerst (ontstaan in de negende eeuw) en Ittersum, Wijthmen en Harculo (ontstaan rond 1200). De overige nederzettingen zijn in het algemeen ontstaan in de veertiende eeuw. Vooral de plaatsen Berkum, Westenholte en Ittersum zijn in de afgelopen decennia sterk uitgebreid (figuur 2.3). Zeer recent zijn door een gemeentelijke herindeling enkele delen van het buitengebied van aangrenzende gemeenten toegevoegd aan het grondgebied van Zwolle, vooral in het noorden en noordoosten. Op basis van de historische ontwikkeling is te verwachten dat bodemverontreiniging (veelal door puinophogingen, kolenopslag en het legen van aslades) voornamelijk aanwezig is in de oude binnenstad van Zwolle en rond de eerste uitvalswegen. Een kanttekening hierbij is dat van oudsher de vuurgevaarlijke activiteiten (smeden) en sterk vervuilende activiteiten (leerlooien) buiten de oude stad of op de Eekwal geplaatst werden. Daarnaast is bodemverontreiniging te verwachten op de oudere delen van de industrieterreinen die na de tweede wereldoorlog zijn aangelegd. 11/68

12 2.1.2 Bodemgesteldheid Zwolle ligt op de overgang van het pleistocene dekzandgebied naar het holocene klei-op-veen gebied. De scheiding tussen deze gebieden ligt ongeveer bij het Zwarte Water. Het maaiveld is binnen de gemeente vrijwel vlak, variërend van enkele meters beneden NAP in het noordwesten tot enkele meters boven NAP ter plaatse van rivierduinen. Bodemopbouw In Zwolle is een deklaag aanwezig van 4 à 5 m dik. In het grootste deel van de gemeente bestaat deze deklaag uit fijnzandige, deels lemige lagen. In het noordwesten en langs de IJssel en Vecht komen ook kleilagen voor. De IJssel en de Vecht doorsnijden de deklaag. Het eerste watervoerend pakket wordt gevormd door overwegend grofzandige lagen tot 20 à 25 m -mv. Naar de diepte toe kan deze laag meer kleiiger zijn en vormt dan in delen van Zwolle een scheidende laag tussen het eerste en tweede watervoerende pakket. In het grootste deel van Zwolle zijn dit slechts dunne lagen. De scheidende laag is in het oosten van de gemeente dikker dan in het westen, door verschillen in ontstaansgeschiedenis. Het tweede watervoerend pakket bestaat uit zandige lagen die afwisselend grofzandig en leemhoudend zijn. In een deel van Zwolle is de gelaagdheid van dit pakket scheefgesteld door stuwing van landijs in de voorlaatste ijstijd. De scheve gelaagdheid wordt vooral in het midden van de gemeente aangetroffen. Het zuidoostelijk deel is de plek waar de ijslob heeft gelegen. Hier zijn de gelaagde afzettingen verdwenen. Het bekken is opgevuld met bekkenklei (grondmorene) en smeltwaterafzettingen. Het noordelijk deel van de gemeente viel buiten de invloed van de ijslob waardoor hier de oorspronkelijke horizontale gelaagdheid is behouden. Waar de bekkenklei is afgezet vormt deze een scheidende laag in het tweede watervoerende pakket. De geohydrologische basis wordt gevormd door fijnzandige en kleiige afzettingen, die worden aangetroffen op 90 à 100 m -mv. Grondwaterstroming De stijghoogte in het eerste watervoerend pakket bedraagt ongeveer 1,5 m +NAP. De grondwaterstroming in het freatisch pakket wordt voornamelijk beïnvloed door de aanwezige oppervlaktewateren (sloten, grachten, drainagebuizen). Daarnaast wordt de stroming beïnvloed door drinkwaterwinning het Engelse Werk dat zich ten zuidwesten van het spoorwegcomplex bevindt. De grondwaterstroming in het eerste en tweede watervoerende pakket wordt beïnvloed door toestroming vanaf de Veluwe in het westen, het dekzandgebied in het oosten, de bemalingen van de polders in het noordwesten en de drinkwaterwinning. De invloed van het Engelse Werk beslaat ongeveer het centrumgebied van Zwolle. Door de heterogene aanwezigheid van de gestuwde lagen in het midden van de gemeente is de grondwaterstroming hier grillig en modelmatig niet goed te voorspellen. In de toekomst zal de drinkwaterwinning deels worden verplaatst. De grondwaterstromingsrichting in vooral het centrumgebied zal hierdoor veranderen. 12/68

13 Figuur 2.4 Ondergrondsysteem dieper dan 20 m mv, Bron: Stedelijk waterplan Zwolle 2.2 Bodemkwaliteit Bodemkwaliteitsklassenkaart Zoals al eerder gezegd heeft het historische gebruik invloed gehad op de kwaliteit van de bodem in Zwolle. De gemiddelde kwaliteit van de bovengrond in Zwolle is weergegeven in de bodemkwaliteitsklassenkaart. De gemiddelde kwaliteit is berekend voor gebieden met een vergelijkbare ontstaansgeschiedenis. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de bij de gemeente Zwolle bekende bodeminformatie. Uit deze berekeningen volgt dat er in het centrumgebied sprake is van verhoogde achtergrondgehalten terwijl in de rest van Zwolle de bodem schoon is. De bodemkwaliteitsklassenkaart en de bijbehorende toelichting zijn te vinden op de website van de gemeente Zwolle. In paragraaf wordt verder ingegaan op de toepassing van de kaart Omvang van bodemverontreinigingsprobleem - Landsdekkend Beeld In het Nationaal Milieubeleidsplan III van 1998 heeft het Rijk bepaald dat de bevoegde overheden Wet bodembescherming (Wbb) in 2005 een Landsdekkend Beeld van de bodemverontreinigingen in Nederland beschikbaar moesten hebben. Een beeld dat er voor moet zorgen dat bij ruimtelijke ontwikkelingen bodemverontreiniging minder tot stagnatie leidt. Samengevat moest voor het verkrijgen van het Landsdekkend Beeld het volgende vastgesteld worden: Het aantal en de ligging van potentieel verontreinigde locaties 13/68

14 Het deel hiervan dat potentieel ernstig verontreinigd is De stand van zaken met betrekking tot al uitgevoerd onderzoek De stand van zaken met betrekking tot uitgevoerde (deel)saneringen (inclusief beheersmaatregelen) Per locatie de initiatiefnemer die verantwoordelijk is voor vervolgstappen Een tweede hieraan gekoppelde doelstelling uit het Nationaal Milieubeleidsplan III is dat voor 2030 alle verontreinigingsgevallen gesaneerd of beheerst moeten zijn. Hiervoor moet door de bevoegde gezagen worden aangegeven hoe zij, zowel in het stedelijk gebied als in het landelijk gebied de werkvoorraad denken te gaan aanpakken. De aanpak voor het stedelijk gebied dient beschreven te worden in het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma, dat eens per vijf jaar in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) opgesteld wordt. In 2004 is de nulmeting of werkvoorraad aan bodemverontreinigingen landelijk vastgesteld. In de gemeente Zwolle is sprake van circa potentieel verontreinigde locaties. Figuur 2.5 Potentieel verontreinigde locaties in Zwolle (blauwe stippen) op basis van historisch gebruik 14/68

15 Spoedlocaties Met het gereedkomen van het Landsdekkend Beeld en de nulmeting van de werkvoorraad in november 2004, werd duidelijk dat er landelijk nog een zeer grote werkvoorraad is van circa (potentieel) ernstig verontreinigde locaties. Voor een aantal van deze locaties zal sprake zijn van onaanvaardbare humane, ecologische en/of verspreidingsrisico s. Dit zijn de zogenaamde spoedlocaties. Deze moeten als er sprake is van onaanvaardbare humane risico s voor 2010 zijn gesaneerd dan wel worden beheerst. Bij ecologische en/of verspreidingsrisico s geldt een jaartal van In 2007 heeft in het kader van de prioritering aanpak verontreinigde locaties een inventarisatie van de potentiële spoedlocaties plaatsgevonden. Hierbij zijn in de gemeente Zwolle circa 220 locaties geselecteerd waar sprake is van een potentieel spoedeisend geval van bodemverontreiniging. In 2008 is een onderzoekstraject gestart waaruit moet blijken op welke locaties humane, ecologische en/of verspreidingsrisico s bestaan. Locaties waar sprake is van spoedeisendheid dienen voor 2010 (bij humane risico s), dan wel 2015 (bij ecologische of verspreidingsrisico s) te worden gesaneerd of beheerst. Op dit moment (januari 2009) loopt het onderzoekstraject nog. Op basis van de al bekende gegevens wordt het aantal daadwerkelijke spoedlocaties op circa 35 geschat. Vooruitlopend op de gebiedgerichte aanpak van grondwaterverontreinigingen wordt binnen het lopende onderzoekstraject slechts beperkt onderzoek naar verspreidingsrisico s in het centrumgebied van Zwolle uitgevoerd (zie ook hoofdstuk 5 en de Visie op de Ondergrond). Dat wil niet zeggen dat locaties waar sprake is van verspreidingsrisico s niet worden aangepakt. Het beheer van deze locaties wordt echter gebiedsgericht aangepakt binnen een op te stellen gebiedsbeheerplan voor het centrumgebied. Onderzoek naar humane en ecologische risico s wordt wel volledig uitputtend uitgevoerd Mobiele verontreinigingen in de ondergrond In het algemeen kan worden gesteld, dat onder heel Zwolle dikke, goed doorlatende watervoerende pakketten (vaak zonder scheidende laag) voorkomen, waarin verontreinigingen zich gemakkelijk kunnen verspreiden. De gemeente heeft een grondwaterverontreinigingverwachtingkaart opgesteld om inzichtelijk te maken waar de kans op een verontreiniging in het grondwater aanwezig is. De kaart is gebaseerd op mogelijke verontreinigingsbronnen (veelal bedrijven), stofeigenschappen (pluimgedrag) en de verwachte grondwaterstroming. Vooral de grondwaterverontreinigingspluimen in het centrumgebied en aangrenzende wijken zijn sterk beïnvloed door drinkwaterwinning het Engelse Werk. Het verplaatsen van deze winning leidt naar verwachting tot een meer noordelijk gerichte verspreiding van de verontreinigingen. Naar verwachting is circa 55 miljoen m 3 verontreinigd grondwater in de bodem van Zwolle aanwezig. Het grootste deel van deze verontreinigingen bevindt zich in het centrumgebied van de gemeente. 15/68

16 De grondwaterverontreinigingverwachtingkaart geeft een modelmatige kans dat het grondwater op een locatie verontreinigd is. De actuele aanwezigheid van bekende verontreinigingen kan worden achterhaald door informatie op te vragen uit het gemeentelijk bodeminformatiesysteem (zie paragraaf 3.4) en door zelf (aanvullend) bodemonderzoek uit te voeren. Figuur 2.6 Potentiele bronnen van grondwaterverontreiniging in Zwolle (weergegeven met groene stippen) Bron: GrondwaterVerontreinigingVerwachtingKaart, TTE, september /68

17 3 Wettelijke taken en bevoegdheden 3.1 Besluit bodemkwaliteit Het Besluit bodemkwaliteit regelt de toepassing van partijen (licht verontreinigde) grond en bagger. De gemeente is bevoegd gezag voor de droge toepassing van grond en bagger met uitzondering van het drinkwaterwingebied Engelse Werk. Voor het drinkwaterwingebied is de provincie Overijssel bevoegd gezag. Voor natte toepassingen zijn waterschap Groot Salland of Rijkswaterstaat bevoegd gezag. Binnen het kader van het Besluit bodemkwaliteit moeten alle toepassingen van grond landelijk worden gemeld bij SenterNovem, via de website van Bodemplus. Deze meldingen worden direct doorgestuurd naar de afdeling Vergunningen van de gemeente die de meldingen controleert. Daarnaast heeft de gemeente de taak een correcte toepassing van grond te handhaven. Deze taak is ondergebracht bij de afdeling Toezicht en Handhaving. 17/68

18 . 3.2 Bevoegd gezag Wet bodembescherming In de Wet bodembescherming (Wbb) is geregeld hoe moet worden omgegaan met sterk verontreinigde grond. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen oude en nieuwe gevallen van bodemverontreiniging. De gemeente Zwolle is bevoegd gezag Wbb voor de landbodem binnen de gemeente. De taken die hieruit voortvloeien zijn onder andere het nemen van beschikkingen op ernst en spoed, saneringsplannen en -evaluaties en nazorgplannen. De gemeente is tevens verantwoordelijk voor de handhavende taken in het kader van de Wbb. Rijkswaterstaat is bevoegd gezag Wbb voor het buitendijksgebied en de rijkswateren. Voor de waterbodems die onder het beheer van het waterschap vallen is de provincie Overijssel bevoegd gezag Wbb. De gemeente Zwolle heeft als bevoegd gezag Wbb een Verordening bodemsanering opgesteld waarin is vastgelegd aan welke eisen bodemonderzoek, saneringsplannen en evaluatie- en nazorgrapporten moeten voldoen. De Verordening bodemsanering is te vinden op Oude en nieuwe gevallen van bodemverontreiniging Om te kunnen bepalen in welk kader een geval van ernstige bodemverontreiniging moet worden aangepakt is het van belang hoe oud een verontreiniging is. Verontreinigingen die zijn veroorzaakt na 1 januari 1987 worden beschouwd als nieuwe gevallen. Op deze verontreinigingen is de zorgplicht van toepassing. Verontreinigingen van voor 1 januari 1987 worden beschouwd als oude gevallen van bodemverontreiniging. Hierop is de saneringsparagraaf van de Wet bodembescherming van toepassing. Er bestaat geen regelgeving die voorschrijft op welke manier de ouderdom van een geval van bodemverontreiniging moet worden beoordeeld. Als hulpmiddel bij de beoordeling wordt in Zwolle gebruik gemaakt van de methode die is omschreven in de Circulaire ouderdomsbepaling, welke is opgesteld in het kader van de Bedrijvenregeling. Nieuwe gevallen Nieuwe gevallen van bodemverontreiniging zijn, zoals gezegd, bodemverontreinigingen die zijn ontstaan na 1987 door handelingen waarvan men redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat de bodem erdoor verontreinigd of aangetast kon raken. Dergelijke verontreinigingen vallen onder de zorgplicht (artikel 13 Wbb). Bij nieuwe gevallen van bodemverontreiniging moet de verontreiniging onverwijld zoveel mogelijk worden teniet gedaan. Een calamiteit is een speciale vorm van een nieuw geval van bodemverontreiniging (zie ook paragraaf 4.6.1). Oude gevallen Voor oude gevallen van bodemverontreiniging moet worden vastgesteld of ze ernstig en spoedeisend zijn. In de Circulaire bodemsanering 2009 zijn de begrippen ernst en spoed beschreven. Een verontreiniging is ernstig wanneer 25 m 3 grond of 100 m 3 grondwater (porieverzadigd volume) verontreinigend is met één of meerdere stoffen boven de interventiewaarde. In de circulaire worden tevens situaties weergegeven waarbij er wel sprake is van een ernstig geval, zonder dat hierbij de interventiewaarde wordt overschreden. Verontreinigingen die een technisch (op gelijke wijze veroorzaakt), organisatorisch (zelfde 18/68

19 veroorzaker) en/of ruimtelijk (aangrenzend) verband hebben, mogen tot één geval worden gerekend. Op grond van artikel 37 Wet bodembescherming moet worden vastgesteld of een geval van ernstige bodemverontreiniging potentieel spoedeisend is. Een geval is spoedeisend als er sprake is van onaanvaardbare humane, ecologische of verspreidingsrisico s. Risico s hebben een directe relatie met het gebruik van de bodem en zijn daardoor functieafhankelijk. Een risicobeoordeling van een geval van ernstige bodemverontreiniging wordt uitgevoerd met de Risicotoolbox. De methodiek voor het uitvoeren van risicobeoordelingen is omschreven in de Circulaire bodemsanering Wanneer er sprake is van spoed wordt in een beschikking op ernst en spoedeisendheid vastgelegd voor welke datum de sanering dient te worden gestart. Uitgangspunt bij het saneren van oude gevallen van bodemverontreiniging is dat de locatie geschikt wordt gemaakt voor de gewenste functie en dat de kosten in verhouding staan met de bereikte milieuwinst. 3.3 Kadastrale registratie Op grond van artikel 55 van de Wbb en de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (Wkpb) worden de door het bevoegd gezag Wbb genomen besluiten geregistreerd in de landelijke voorziening (kadaster online). De besluiten worden alleen ingeschreven als er een publiekrechtelijke beperking (overschrijding > I in de grond) op een perceel of een gedeelte van een perceel geldt. Op deze wijze wordt deze bodeminformatie voor iedereen toegankelijk gemaakt. Uit de kadastrale aantekening blijkt dat een beschikking is afgegeven waarin een uitspraak is gedaan over de verontreiniging van de bodem en in het geval van een spoedeisende verontreiniging, wanneer deze wordt gesaneerd. Daarnaast worden ook beschikkingen op het evaluatieverslag en het nazorgplan in de landelijke voorziening geregistreerd. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat in het kader van artikel 13 Wet bodembescherming (Zorgplicht) er geen plicht bestaat om in de landelijke voorziening te registreren. Binnen de gemeente Zwolle worden zorgplichtgevallen wel geregistreerd wanneer de verontreiniging niet volledig verwijderd kan worden. Indien een perceel bij het Kadaster geen aantekening kent op grond van artikel 55 van de Wbb, betekent dit niet zondermeer dat het perceel niet is verontreinigd. Een verontreiniging op een perceel kan namelijk nog niet bekend zijn of er is nog geen besluit over genomen, waardoor deze niet bij het Kadaster geregistreerd is. Daarnaast kan een perceel beperkt of uitsluitend in het grondwater verontreinigd zijn op grond waarvan een aantekening bij het Kadaster niet wordt gemaakt. Kadastrale aantekeningen geven dus geen volledig uitsluitsel over de bodemkwaliteit van een perceel. Meer informatie over de bodemkwaliteit van een perceel is het vinden in het gemeentelijk bodeminformatiesysteem (zie paragraaf 3.4). 3.4 Informatievoorziening De gemeente Zwolle beheert informatie over de kwaliteit van de bodem en potentieel verontreinigde locaties in een bodeminformatiesysteem. Een deel van de bodeminformatie is vanaf 2009 beschikbaar via het landelijke systeem Bodeminformatie kan 19/68

20 echter ook direct bij de gemeente worden opgevraagd. De afdeling Frontoffice verzorgt de aanvragen van makelaars (aanvragen via adres: Particulieren of bedrijven kunnen met hun vragen terecht bij de afdeling Stad en Landschap. In het bodeminformatiesysteem zijn bekende gevallen van bodemverontreiniging en potentieel verdachte locaties (op basis van de huidige of voormalige bedrijfsactiviteiten) opgenomen, maar ook beschikbare bodemonderzoeksgegevens van onverdachte locaties. De bodeminformatie is afkomstig uit de dossiers van het fysieke bodemarchief. Bodeminformatie kan voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Zo kan deze informatie mede bepalend zijn of een bodemonderzoek verplicht is voor bijvoorbeeld het aanvragen van een bouwvergunning (zie ook paragraaf 4.2.1). Ook is deze informatie van belang bij de aankoop van een perceel. De kaarten die in het kader van het Besluit bodemkwaliteit zijn opgesteld (zie ook paragraaf 4.3.1), zijn beschikbaar via de website van de gemeente Zwolle. Deze kaarten kunnen onder bepaalde voorwaarden dienen als kwaliteitsverklaring van partijen grond. Daarnaast geven ze inzicht in de toepassingsmogelijkheden van (licht verontreinigde) grond binnen de gemeente en een beeld van de terugsaneerwaarden die in de gemeente moeten worden aangehouden. De eisen waaraan (nader) bodemonderzoeken, saneringsplannen, evaluatieverslagen en nazorgplannen moeten voldoen zijn weergegeven in de Verordening bodemsanering en bijbehorende meldingsformulieren. Deze documenten zijn te vinden via het e-loket op Raakvlakken met andere beleidsvelden Bouwvergunning In de Woningwet en het Besluit Indieningsvereisten is opgenomen dat een aanvraag voor een bouwvergunning dient te worden aangehouden indien uit onderzoek dan wel uit andere hoofde een redelijk vermoeden aanwezig is dat op de betrokken locatie sprake is van een ernstig geval van bodemverontreiniging. De aanhouding duurt totdat het bevoegd gezag krachtens de Wet bodembescherming heeft ingestemd met een saneringsplan (of BUS-melding) dan wel is vastgesteld dat er geen sprake is van een ernstig geval van bodemverontreiniging. Voor de volledige tekst wordt verwezen naar artikel 52a Woningwet. De gemeente Zwolle heeft deze regelgeving vertaald naar de bouwverordening (te vinden op de website van de gemeente). In de bouwverordening is vastgelegd dat niet mag worden gebouwd op verontreinigde grond. Bij het aanvragen van een bouwvergunning zal daarom in de regel een bodemonderzoek moeten worden overlegd. In een aantal gevallen kan vrijstelling worden verleend van de onderzoeksplicht, hier wordt verder op ingegaan in paragraaf /68

21 Wet milieubeheer De Wet milieubeheer (Wm) biedt een kader voor het regelen van algemene onderwerpen op het vlak van milieubeheer. Een belangrijk uitgangspunt van de Wm is dat iedereen die redelijkerwijs kan vermoeden dat zijn gedrag nadelige gevolgen heeft voor het milieu, verplicht is dit gedrag achterwege te laten of maatregelen te nemen om die de gevolgen zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. In de Wm zijn geen concrete maatregelen ter bescherming van het milieu opgenomen. Deze zijn terug te vinden in de voorschriften bij een milieuvergunning of in de uitvoeringsbesluiten (AMvB s). Voor het aanvragen van een Wm-vergunning kan bodemonderzoek in de vorm van een nul- of eindsituatie onderzoek verplicht zijn. Bij bodembedreigende activiteiten kan de verplichting tot monitoring worden opgelegd. Een bodemsanering kan vergunnings- of meldingsplichtig zijn op grond van de Wm of het activiteiten Besluit. Dit is in ieder geval aan de orde indien er een zuiveringsinstallatie geplaatst wordt met een vermogen van meer dan 1,5 kw of er langer dan zes maanden opslag van verontreinigde grond plaatsvindt. Grond waarin zich verontreinigingen bevinden boven de AW2000 en die wordt afgevoerd van een bepaalde locatie wordt gezien als afvalstof. Dit is niet van toepassing wanneer (licht) verontreinigde grond nuttig wordt toegepast. Vervoerders, inzamelaars, handelaars en/of bemiddelaars in afvalstoffen dienen geregistreerd te zijn bij de Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO). De geregistreerde bedrijven krijgen dan een VIHB-nummer. Indien hieraan niet wordt voldaan, is in principe sprake van een illegale activiteit. Tijdens het transport dient een begeleidingsformulier aanwezig te zijn. Als te voorzien is dat bij een bodemsanering ook gevaarlijk afval of andere afvalstoffen vrijkomen, dient hiermee rekening gehouden te worden in het saneringsplan. Klimaat en Energie De gemeente Zwolle werkt aan de uitvoering van het klimaatprogramma dat voor 2007 en 2008 is vastgesteld. Daarin zijn een aantal acties opgenomen die een relatie hebben met het bodembeleid: De stedelijke ontwikkelingen tot 2020 bieden kansen voor goede energieprestaties, waarbij koude- / warmteopslag, eventueel in combinatie met vormen van zonne-energie, een steeds meer beproefde optie begint te worden. Naast nog een groot aantal andere thema s is in de Visie op de Ondergrond voor Zwolle de potentie in kaart gebracht voor wat betreft de reductie van CO 2 en de bijdrage die de ondergrond daarbij kan leveren. Koude- / warmteopslagen moeten met beleid worden toegepast. Het eerste gebiedsprogramma zal worden opgesteld voor het centrumgebied. Bekend is dat in de binnenstad verontreinigingen aanwezig zijn in de ondergrond. Door onttrekkingen ruimtelijk te combineren wordt een combinatie tussen saneren en koude- / warmteopslag ontworpen en worden de mogelijkheden maximaal benut. 21/68

22 Water De gemeentelijke Watervisie is opgenomen als deel 1 van het Stedelijk Waterplan Zwolle dat op 2 april 2007 is vastgesteld door de gemeenteraad. De Watervisie is een gebiedsgericht, strategisch kader voor het gemeentelijk waterbeleid. Met het vaststellen van de Watervisie heeft de gemeenteraad ook de gemeentelijke waterdoelstelling 2020 vastgelegd: Zwolle is beschermd tegen overstromingsgevaar en kent geen ernstige wateroverlast. De waterkwaliteit voldoet aan de doelstellingen die zijn afgesproken in de Europese Kaderrichtlijn Water en is afgestemd op het gewenste gebruik door mens, plant en dier. De ruimtelijke kwaliteit van water wordt goed benut. Oppervlaktewater en grondwater vormen één systeem en zijn eigenlijk niet los van elkaar te zien. Dat geldt zowel voor de kwantiteits- als de kwaliteitsaspecten. De relevantie voor het bodembeleid is echter vooral gelegen in de relatie met het grondwater. Deel 2 van het stedelijk waterplan Zwolle kent een themagerichte uitwerking, waarbij grondwater als een van thema s is uitgewerkt. Als doelstelling voor het grondwater is daarin als volgt geformuleerd: Het grondwater moet kwalitatief en kwantitatief op orde zijn om een veerkrachtig en gezond watersysteem te kunnen bereiken. Grondwater maakt onderdeel uit van de ondergrond, waarin diverse functies een plek hebben of moeten krijgen (koudewarmteopslag, drinkwaterwinning, waterberging, etc). De missie voor de ondergrond is: duurzaam gebruik van de ondergrond. Duurzaamheid wordt gedefinieerd als een goede balans tussen de 3p s : People (Welzijn), Planet (Moeder Aarde) en Prosperity (Welvaart). Een van de vervolgacties die in het stedelijk waterplan is opgenomen, is het actualiseren van het bodembeleidsplan, met als uitgangspunt de Visie op de Ondergrond. In dit bodembeleidsplan is een gebiedsgerichte aanpak uitgewerkt met bijbehorende grondwaterkwaliteitseisen. Archeologie Bodemsanering en archeologie komen elkaar tegen als op een archeologisch interessante locatie een bodemsanering gepland is. Het is van belang om in dergelijke situaties bij het opstellen van een saneringsonderzoek contact op te nemen met de gemeentelijke archeologische dienst, aangezien de aanwezigheid van archeologisch interessante objecten invloed heeft op de te kiezen saneringsvariant. De gemeente Zwolle heeft een archeologische verwachtingenkaart, deze kan worden opgevraagd bij de gemeente. Met de gemeentelijke archeoloog kunnen nadere afspraken gemaakt worden over de uitvoering van de bodemsanering en de wijze waarop het archeologisch onderzoek daarin een plek krijgt. Het wordt sterk aangeraden om deze afspraken in het saneringsplan op te nemen. Met betrekking tot de financiering van het archeologisch onderzoek is het Verdrag van Valletta (Malta) van belang. Het Verdrag is in 1992 getekend. 22/68

23 Eén van de meest vergaande principes uit het verdrag is dat de verstoorder van de bodem verantwoordelijk is voor de bekostiging van archeologisch onderzoek en de uitwerking van dit onderzoek. Aangezien een bodemsanering een bodemverstorende activiteit is, geldt deze regeling dus ook voor bodemsaneerders. Dit verdrag moet nog tot expliciete wetgeving leiden, maar in beleidsregels is al wel vastgelegd dat de overheid en aan de overheid verbonden instellingen zich aan dit verdrag moeten houden. Voor niet-overheden geldt de Monumentenwet, waarin staat dat het verboden is om bodemverstorende maatregelen uit te voeren als de locatie archeologisch gezien waardevol is. Het wetsvoorstel ter invoering van het Verdrag van Valletta moet nog worden aangenomen door de Tweede Kamer. De Monumentenwet biedt het bevoegd gezag tevens de mogelijkheid om een werk stil te leggen voor nader onderzoek als er archeologisch of historisch interessante vondsten worden gedaan. Ook bij bodemonderzoek kan gestuit worden op archeologisch interessante materialen. In dergelijke gevallen dient contact opgenomen te worden met de gemeentelijke archeoloog. Andersom dient de archeoloog contact op te nemen met de bodemmedewerkers van de afdeling Stad & Landschap wanneer archeologisch onderzoek uitgevoerd wordt op een ernstig vervuilde locatie. Indien een archeologische opgraving in een voor bodemverontreiniging verdachte locatie staat gepland wordt vooraf de werkwijze afgestemd met de bodemmedewerkers van de afdeling Stad & Landschap en de afdeling Toezicht en Handhaving. Wet ruimtelijke ordening De bodemkwaliteit maakt onderdeel uit van een goede ruimtelijke onderbouwing zoals wordt gevraagd in de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro). Het is de bodemkwaliteit die van groot belang is voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Door Gedeputeerde Staten van Overijssel is een Handreiking en beoordeling ruimtelijke plannen opgesteld, waarvan ook bodem een onderdeel van uitmaakt. De gemeente Zwolle zal overeenkomstig deze handreiking invulling geven aan het onderdeel bodem in het bestemmingsplan. In het kort komt dit erop neer dat bij het opstellen van bestemmingsplannen moet worden getoetst of de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de geplande functie. 23/68

24 Ten aanzien van ruimtelijke plannen voor nieuwe locaties geldt dat in ieder geval een historisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Mochten uit dit onderzoek verdachte locaties naar voren komen dan dient het vervolgonderzoek hierop betrekking te hebben. Afhankelijk van de uitkomsten van dit vervolgonderzoek moet worden bekeken of het noodzakelijk is een nader onderzoek uit te voeren en eventueel hierop volgend een beschikking af te geven krachtens de Wet bodembescherming. Voor plannen die betrekking hebben op bestaande locaties is in beginsel geen onderzoek noodzakelijk. Indien het een conserverend plan betreft en deze maakt nieuwe ontwikkelingen mogelijk dan geldt hetgeen hiervoor is opgenomen ten aanzien van nieuwe situaties. Ook voor een plan met een uitwerkingsverplichting of een wijzigingsbevoegdheid geldt dat alle bodemgegevens in beginsel aanwezig dienen te zijn voor de goedkeuring van het plan. Onder omstandigheden kan het zijn dat de gevraagde gegevens nog niet bekend zijn ten tijde van de goedkeuring van het plan. In het laatste geval dienen de bodemgegevens bekend te zijn ten tijde van de wijziging dan wel uitwerking van het plan. 24/68

25 4 Bovengrond 4.1 Wettelijk kader De grootste uitdaging binnen het Nederlandse bodembeleid is het vinden van de balans tussen het beschermen van de volksgezondheid en de functionele eigenschappen van de bodem enerzijds en het bieden van mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen en maatschappelijke activiteiten anderzijds. In het kader van bodembescherming wil men het gebruik van de bodem zoveel mogelijk aan banden leggen, terwijl in het kader van ruimtelijke ontwikkelingen juist zo min mogelijk verplichtingen zouden moeten gelden. De balans tussen deze twee uitersten wordt gezocht in een heldere en éénduidige regelgeving. Hiertoe is per 1 januari 2008 het Besluit bodemkwaliteit van kracht geworden. Kernpunten van het Besluit bodemkwaliteit zijn geschiktheid van de bodem voor de functie die deze heeft en het stand-still principe, hetgeen inhoudt dat de bodemkwaliteit op gebiedsniveau niet mag verslechteren. Het Besluit bodemkwaliteit is per 1 januari 2008 in werking getreden voor de natte toepassingen van grond en bagger. Op 1 juli 2008 is het Besluit ook in werking getreden voor de toepassing van secundaire bouwstoffen en voor de droge toepassingen van grond en bagger. Gemeenten en waterkwaliteitsbeheerders zijn bevoegd gezag voor het Besluit bodemkwaliteit, dat het Bouwstoffenbesluit vervangt. Bij het bepalen van de koers die een gemeente in het kader van het Besluit bodemkwaliteit gaat volgen, zijn in eerste instantie drie keuzemogelijkheden: 1. Overgangsbeleid, dat wil zeggen het (tot maximaal vijf jaar) verlengen van het grondverzetsbeleid op basis van de vrijstellingsregeling Bouwstoffenbesluit 2. Het volgen van het landelijke (generieke) beleid en normstelling zoals opgenomen in het Besluit bodemkwaliteit 3. Het vaststellen van lokaal (gebiedspecifiek) beleid en lokale normen De gemeente Zwolle heeft niet eerder formeel een grondverzetbeleid vastgesteld, waardoor de overgangsregeling geen optie is. Gebiedspecifiek beleid ligt alleen voor de hand indien de normen uit het generieke beleid leiden tot grote knelpunten bij het hergebruik van (licht) verontreinigde grond binnen de gemeente of indien voor gebieden een betere bodemkwaliteit wordt nagestreefd dan vastgelegd in het generieke beleid. Hiervan is in Zwolle naar de huidige inzichten geen of slechts in beperkte mate sprake. De gemeente Zwolle gaat daarom vooralsnog uit van het generieke beleid. De gemeente Zwolle heeft aan dit generieke beleid invulling gegeven door een bodemfunctieklassenkaart op te stellen waarop voor de bovengrond is aangegeven welke functies worden nagestreefd. Hierbij is gebruik gemaakt van de landelijk vastgestelde bodemfunctieklassen. Daarnaast is de actuele bodemkwaliteit (met uitzondering van gevallen van bodemverontreiniging) in de gemeente vastgelegd in een bodemkwaliteitsklassenkaart. Het generieke beleid biedt een kader voor het bodembeheer van de bovengrond. Daarnaast is het richtinggevend in het Wbb-spoor voor bijvoorbeeld het bepalen van terugsaneerwaarden voor saneringen in de bovengrond (zie ook paragraaf 4.3). Het Besluit bodemkwaliteit regelt de toepassing van schone en licht verontreinigde grond. Waar sprake is van ernstig verontreinigde grond is de Wet bodembescherming van toepassing. Er is 25/68

26 sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging wanneer een concentratie- en volumecriterium wordt overschreden (zie ook paragraaf 3.2). De gemeente Zwolle heeft een Verordening bodemsanering (de meest recente versie is te vinden op de website van de gemeente Zwolle). Bij de Verordening bodemsanering zijn een aantal meldingsformulieren opgesteld waarin is aangegeven welke eisen de gemeente vanuit haar functie als bevoegd gezag Wbb stelt aan nader onderzoek, saneringsplannen, evaluatierapporten en nazorgplannen. In paragraaf 4.4 wordt verder ingegaan op het saneringsspoor. 4.2 Onderzoek Aanleidingen voor bodemonderzoek In verschillende gevallen kan het gewenst of zelfs verplicht zijn een bodemonderzoek uit te voeren. Veel voorkomende redenen voor onderzoek zijn: 1. Verkennend onderzoek ten behoeve van het aanvragen van een bouwvergunning 2. Nul- of eindsituatieonderzoek in het kader van een Wm-vergunning 3. Verkennend onderzoek bij aan- of verkoop van grond 4. Bepalen van de hergebruiksmogelijkheden van vrijkomende grond Als er al een recent (maximaal vijf jaar oud) en relevant bodemonderzoek van een locatie bekend is kan vrijstelling worden verleend van de onderzoeksplicht. Informatie over bodemonderzoeken is te vinden in het bodeminformatiesysteem van de gemeente Zwolle (zie paragraaf 3.4). De gemeente Zwolle heeft een bodemkwaliteitsklassenkaart opgesteld die in bepaalde situaties kan worden opgevoerd als kwaliteitsverklaring voor de bodem. In deze gevallen vervangt de bodemkwaliteitsklassenkaart het bodemonderzoek. In de bodemkwaliteitsklassenkaart is de gemiddelde bodemkwaliteit van gebieden met een gelijke gebruikshistorie berekend. De bodemkwaliteitsklassenkaart geeft de gemiddelde bodemkwaliteit van een gebied weer, en dus niet de kwaliteit op perceelsniveau. Bij aankoop van een perceel is het daarom nog steeds sterk aan te bevelen om een bodemonderzoek uit te voeren. Ook voor het vastleggen van de nul- en eindsituatie voor de Wm is een regulier nulsituatie-onderzoek nog steeds noodzakelijk. 26/68

27 Figuur 4.1 Bodemonderzoek De bodemkwaliteitsklassenkaart geldt niet wanneer er sprake is een verdachte locatie. Informatie over verdachte locaties is terug te vinden in het bodeminformatiesysteem van de gemeente (zie paragraaf 3.4). Naast verdachte locaties zijn er een aantal gevallen waarin de bodemkwaliteitsklassenkaart niet geldt, zoals bijvoorbeeld het hoofdwegenstelsel of boerenerven, maar ook locaties waar in de huidige situatie bodembedreigende activiteiten plaatsvinden (Wm-vergunningen). In de toelichting op de bodemkwaliteitsklassenkaart (te vinden op de website van de gemeente Zwolle) wordt beschreven in welke gevallen deze als kwaliteitsbewijs kan worden opgevoerd. Voor vragen over de noodzaak van bodemonderzoek kunt u terecht bij de afdeling Stad & Landschap. Zolang de bodemkwaliteitsklassenkaart nog niet vastgesteld is (naar verwachting tot maart 2009), volgt de gemeente Zwolle het landelijke beleid wat betreft het uitvoeren van bodemonderzoek. Bodemonderzoek moet worden uitgevoerd door een erkende bodemintermediar (te vinden op Onderzoeken die bij de gemeente worden ingediend worden getoetst aan de Nederlandse Norm voor verkennend onderzoek (NEN 5740) en vooronderzoek (NVN 5725). Indien het verkennend onderzoek daar aanleiding toe geeft moet een nader onderzoek worden uitgevoerd. In overleg met de gemeente kan hier in sommige gevallen gemotiveerd van worden afgeweken. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn indien immobiele verontreinigingen worden aangetroffen in diffuus verontreinigde gebieden. Voor onderzoek bij tijdelijke uitname of bij verontreinigingen die pas tijdens de werkzaamheden worden aangetroffen gelden aparte bepalingen (zie paragraaf 4.3.4). 27/68

28 4.2.2 Asbest in bodem In Nederland is tot 1993 asbest toegepast. Asbest kan in de bodem terecht zijn gekomen op locaties waar asbest is gebruikt in gebouwen, door het zagen of breken van asbestplaten. Veel vaker is asbesthoudend materiaal (bouwafval) gebruikt in ophooglagen, erfverhardingen of dempingen. De aanwezigheid van asbest in de bodem kan risico s opleveren voor de volksgezondheid. Om deze reden is onderzoek naar het voorkomen van asbest in de bodem in sommige gevallen verplicht. Asbestonderzoek in de bodem moet conform het onderzoeksprotocol NEN 5707 (bij minder dan 20 % puin in de bodem) of conform het onderzoeksprotocol NEN 5897 (bij meer dan 20 % puin in de bodem) worden uitgevoerd. In de beleidsbrief asbest uit 2004 (van het ministerie van VROM) is de gewogen norm voor asbest gesteld op 100 mg/kg, gewogen naar het soort asbest. Bij gehalten boven deze norm moet de bodem gesaneerd worden. De norm geldt landelijk tevens als terugsaneerwaarde. Het asbestbeleid van de gemeente Zwolle is primair gericht op het veiligstellen van de volksgezondheid. De gemeente wil echter ook, in het kader van deregulering de onderzoeksplicht voor burgers en bedrijven zoveel mogelijk beperken en hierin zo goed mogelijk adviseren. In sommige gevallen is asbestonderzoek verplicht voor bijvoorbeeld het verkrijgen van een bouwvergunning. Uit onderstaand stappenschema kan worden afgeleid welke vorm van asbestonderzoek in welke situatie verplicht is of wordt geadviseerd. In het schema duiden vetgedrukte en onderstreepte ja-tjes en neetjes op verplichte keuzes indien van toepassing. Cursief gedrukte ja s en nee s duiden op een keuze, waarvan desgewenst mag worden afgeweken. Bij afwijken geldt automatisch de overgebleven keuze. 28/68

Bodemrapportage. Dynamisch Rapport - 27-08-2014. Legenda. Bodemlocaties

Bodemrapportage. Dynamisch Rapport - 27-08-2014. Legenda. Bodemlocaties Bodemrapportage Dynamisch Rapport - 27-08-2014 Legenda Geselecteerd gebied 25-meter buffer Bodemonderzoeken Historisch Bodembestand (HBB) Bodemlocaties Coördinaten volgens RDM (Rijksdriehoeksmeting) Middelpunt:

Nadere informatie

omgevingsrapportage Thorbeckestraat 84 Omgevingsrapportage

omgevingsrapportage Thorbeckestraat 84 Omgevingsrapportage omgevingsrapportage Thorbeckestraat 84 Omgevingsrapportage Pagina 1 van 11-19-04-2017 Inhoudsopgave Voorblad Inhoudsopgave Inleiding Thorbeckestraat 88 Thorbeckestraat 80-82 Thorbeckestraat 84 Thorbeckestraat

Nadere informatie

Speerpunten Doel Actie/uitwerking Wanneer Wie Dekking kosten /financiering Vanuit zowel het provinciale (landelijke) als lokale bodembeleid

Speerpunten Doel Actie/uitwerking Wanneer Wie Dekking kosten /financiering Vanuit zowel het provinciale (landelijke) als lokale bodembeleid Vanuit zowel het provinciale (landelijke) als lokale bodembeleid Actieve Inventarisatie Afronden asbestinventarisatie 2010 ISV-2 aanpak spoedlocaties spoedlocaties afronden Volledig overzicht van locaties

Nadere informatie

Rapport bodeminformatie

Rapport bodeminformatie Rapport bodeminformatie Rapport bodeminformatie Percelen Perceelnummers Geselecteerd gebied Locatiegegevens Locatienaam Coördinaten volgens RDM (Rijksdriehoeksmeting) middelpunt: x 258014.8 y 492124.2

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 1 mei 2017 Onderwerp : Wet bodembescherming - zaaknummer 2016-013475 Locatie van verontreiniging

Nadere informatie

MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN

MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN Algemeen 1. Gegevens locatie Locatienaam 2. Melding betreft Nader onderzoek (art. 29 in samenhang met art. 37) Saneringsplan (art. 28/39) Deelsaneringsplan

Nadere informatie

MILIEUBELEIDSPLAN. ONDERDEEL BODEM visiedocument. Terneuzen gaat een schone toekomst tegemoet Koning Willem III

MILIEUBELEIDSPLAN. ONDERDEEL BODEM visiedocument. Terneuzen gaat een schone toekomst tegemoet Koning Willem III MILIEUBELEIDSPLAN ONDERDEEL BODEM visiedocument Terneuzen gaat een schone toekomst tegemoet Koning Willem III Visie* De bodem van de gemeente Terneuzen is in 2030 van zodanige kwaliteit dat maximale mogelijkheden

Nadere informatie

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/ BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: 110301.001725) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/ Nijkerk Het betreft het plangebied voor het toekomstige

Nadere informatie

Bodemrapportage. Bodemrapportage_Burg._Willemstraat_te_Hoensbroek. Geselecteerde locatie. Bodemlocaties

Bodemrapportage. Bodemrapportage_Burg._Willemstraat_te_Hoensbroek. Geselecteerde locatie. Bodemlocaties Bodemrapportage Bodemrapportage_Burg._Willemstraat_te_Hoensbroek Geselecteerde locatie 25-meter contour Bodemlocaties Onderzoek Adreslocaties Tanks Gemeente Heerlen - Pagina 1 van 10-01-06-2016 Welke informatie

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst Locatienaam: Onder dit nummer zijn de onderzoeksrapporten opgeslagen bij de gemeente Eindhoven. Indien aanvullende informatie wordt opgevraagd bij de gemeente, dat dient dit nummer

Nadere informatie

Bodem in de Omgevingswet

Bodem in de Omgevingswet Bodem in de Omgevingswet Martin van Gelderen november 2017 Herziening bodembeleid: Veranderen Minder sectoraal, meer in verbinding met andere domeinen Na voltooien spoedopgave geen zelfstandige saneringsplicht

Nadere informatie

Door te klikken op bovenstaande link komt u direct op de betreffende pagina.

Door te klikken op bovenstaande link komt u direct op de betreffende pagina. Bodem en bodemverontreiniging Een voormalige stortplaats heeft een bodemprobleem maar dit betekent niet dat automatisch de bodemregelgeving van toepassing is. Dit ligt toch wat genuanceerder. Er zijn drie

Nadere informatie

Toelichting bij het Meldingsformulier Bodemverontreiniging

Toelichting bij het Meldingsformulier Bodemverontreiniging Toelichting bij het Meldingsformulier Bodemverontreiniging De gemeente Leiden is sinds 1 januari 2002 bevoegd gezag Wet bodembescherming (Wbb) voor haar eigen grondgebied. Deze taken zijn overgenomen van

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING. Globiscode DR 173000111. Stichting Bodemsanering NS

ONTWERPBESCHIKKING. Globiscode DR 173000111. Stichting Bodemsanering NS ONTWERPBESCHIKKING Globiscode DR 173000111 Aanvrager Onderwerp Datum Kenmerk Bijlage Stichting Bodemsanering NS Bodemsanering; locatie NS-emplacement Vries, Zanderij, gemeente Tynaarlo, ontwerpbeschikking

Nadere informatie

Bijlage 1. Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming.

Bijlage 1. Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming. Bijlage 1 Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming. Datum: 3 maart 2015 0. Leeswijzer en inleiding document Met het Rijk zijn afspraken gemaakt om bodemverontreiniging

Nadere informatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 25 november 2014 Onderwerp : Wet bodembescherming - Locatie van verontreiniging :

Nadere informatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 12 april 2017 Onderwerp : Wet bodembescherming - zaaknummer 2017-003957 Locatie van verontreiniging

Nadere informatie

Bodemfunctiekaart Hof van Twente Besluit Bodemkwaliteit

Bodemfunctiekaart Hof van Twente Besluit Bodemkwaliteit projectnr. 204156 revisie 02 augustus 2011 Opdrachtgever Gemeente Hof van Twente Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling Postbus 54 7470 AB Goor datum vrijgave beschrijving revisie 02 goedkeuring

Nadere informatie

BODEMVERONTREINIGING Tot én met de bodem uitgezocht...

BODEMVERONTREINIGING Tot én met de bodem uitgezocht... BODEMVERONTREINIGING Tot én met de bodem uitgezocht... Technische toelichting 9 september 2014 ...dat vraagt om een toelichting... Sanering Lekkerkerk (1980) INHOUD Algemeen (Nederland): > Historie bodembeleid

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN Beschikking Wet bodembesclierming - geval van bodemverontreiniging

omgevingsdienst HAAGLANDEN Beschikking Wet bodembesclierming - geval van bodemverontreiniging Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00510618 ODH-2018-00022843 0 9 APR. 2018 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I

Nadere informatie

1 Inleiding. Aan: Stichting Woonvoorziening Kockengen T.a.v. P.J.R. de Jong Snoeksloot 22 3993 HL Houten. Geachte heer De Jong,

1 Inleiding. Aan: Stichting Woonvoorziening Kockengen T.a.v. P.J.R. de Jong Snoeksloot 22 3993 HL Houten. Geachte heer De Jong, 1 Afdeling Handhaving Aan: Stichting Woonvoorziening Kockengen T.a.v. P.J.R. de Jong Snoeksloot 22 3993 HL Houten Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2583877 Fax 030-2582121 http://www.provincie-utrecht.nl

Nadere informatie

2. DOELSTELLING PROTOCOL GRONDVERZET

2. DOELSTELLING PROTOCOL GRONDVERZET Onderdelen van het protocol grondverzet zijn de in de bijlage opgenomen asbeststappenplan (bijlage I), asbestkansenkaart (bijlage II) en checklist vooronderzoek asbest (bijlage III). 2. DOELSTELLING PROTOCOL

Nadere informatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 2 november 2016 Onderwerp : Wet bodembescherming - zaaknummer 2016-013199 Locatie van verontreiniging

Nadere informatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 21 februari 2014 Onderwerp : Wet bodembescherming - zaaknummer 2013-017626 Locatie

Nadere informatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 24 mei 2017 Onderwerp : Wet bodembescherming - zaaknummer 2017-006865 Locatie van verontreiniging :

Nadere informatie

Postadres Postfach 4461 Postbus ZUG 2001 DA Haarlem ZWITSERLAND

Postadres Postfach 4461 Postbus ZUG 2001 DA Haarlem ZWITSERLAND Gedeputeerde Staten Datum Ons kenmerk 2008-40156 Onderwerp Wet bodembescherming. Kruitpad 16, KNSF-terrein te Muiden. Locatiecode NH/0424/00012. Deelsanering deelgebied 3. Bezoekadres Houtplein 33 Haarlem

Nadere informatie

Meldingsformulier BODEMVERONTREINIGING / -SANERING

Meldingsformulier BODEMVERONTREINIGING / -SANERING Meldingsformulier BODEMVERONTREINIGING / -SANERING Dit formulier met bijbehorende stukken moet in viervoud worden ingediend bij het college van de gemeente Tilburg. In te vullen door melder 1 Melding volgens

Nadere informatie

Vragen & Antwoorden over bodemverontreiniging

Vragen & Antwoorden over bodemverontreiniging Vragen & Antwoorden over bodemverontreiniging Hieronder staan veel gestelde vragen en antwoorden over bodemverontreiniging en spoedlocaties. Het gaat om algemene vragen en vragen over de specifieke Rotterdamse

Nadere informatie

advies- en ingenieursbureau RPS 11 april 2013, Den Bosch Peter Moerman Peter Broers rps.nl

advies- en ingenieursbureau RPS 11 april 2013, Den Bosch Peter Moerman Peter Broers rps.nl advies- en ingenieursbureau RPS Peter Moerman Peter Broers 11 april 2013, Den Bosch Kabels, Leidingen en Bodem Introductie Peter Moerman, Peter Broers en RPS Doel van de presentatie Globaal inzicht geven

Nadere informatie

Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties

Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties Beste collega s, De Wet bodembescherming is per 1 februari ondermeer gewijzigd om belemmeringen voor

Nadere informatie

Meldingsformulier Wet bodembescherming

Meldingsformulier Wet bodembescherming Meldingsformulier Wet bodembescherming Wanneer dit formulier invullen? Als u een uitspraak wenst inzake de ernst en de noodzaak voor het het uitvoeren van een spoedige sanering Als u instemming behoeft

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Besctiikking 00496482 ODH-2017-00102959 " 6 OKT. 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 19 januari 2016 Onderwerp : Wet bodembescherming - zaaknummer 2015-017032 Locatie van verontreiniging

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00484842 ODH-2017-00059510 0 9 JUNI 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl

Nadere informatie

Informatie over bodemgesteldheid

Informatie over bodemgesteldheid gemeente Zaanstad Klantcontact Vergunningen DLA Piper Nederland N.V. T.H.R. Holslag-Broek Stadhuisplein 100 1506 MZ Zaandam Postbus 2000 1500 GA Zaandam 1070 AG Amsterdam Telefoon 14 075 antwoord@zaanstad.nl

Nadere informatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 27 november 2015 Onderwerp : Wet bodembescherming - zaaknummer 2015-010677 Locatie van verontreiniging

Nadere informatie

Asbest in de bodem. Beleidsnotitie. September 2004. Pagina 1 van 6. Beleidsnotitie asbest in de bodem

Asbest in de bodem. Beleidsnotitie. September 2004. Pagina 1 van 6. Beleidsnotitie asbest in de bodem Beleidsnotitie Asbest in de bodem September 2004 Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave 1. Aanleiding notitie Asbest in de bodem... 3 2. Wat is asbest?... 3 3. Hoe komt asbest in de bodem?... 3 4. Asbest in de bodem,

Nadere informatie

Bodemsanering, provincie Drenthe in landelijk perspectief (werkvoorraad, dekking personele kosten, kwaliteit van de handhaving)

Bodemsanering, provincie Drenthe in landelijk perspectief (werkvoorraad, dekking personele kosten, kwaliteit van de handhaving) 2005-214 Bodemsanering, provincie Drenthe in landelijk perspectief (werkvoorraad, dekking personele kosten, kwaliteit van de handhaving) Voorgestelde behandeling: - Statencommissie Omgevingsbeleid op 21

Nadere informatie

NOTITIE. 1. Inleiding. 2. Beleidsruimte. Gemeente Bunnik. J. Neyssen

NOTITIE. 1. Inleiding. 2. Beleidsruimte. Gemeente Bunnik. J. Neyssen NOTITIE aan Gemeente Bunnik t.a.v. J. Neyssen kopie aan -- opsteller M. de Jong telefoon 088 02 25 111 datum 27 maart 2015 kenmerk Z-2014-07555/9131 doc.ref NOTITIE werkafspraken bodem onderwerp Werkafspraken

Nadere informatie

Aan: Gemeente Baarn T.a.v. de heer W. Stolp Postbus 1003 3740 BA Baarn. Geachte heer Stolp,

Aan: Gemeente Baarn T.a.v. de heer W. Stolp Postbus 1003 3740 BA Baarn. Geachte heer Stolp, Dienst Water en Milieu Aan: Gemeente Baarn T.a.v. de heer W. Stolp Postbus 13 374 BA Baarn Pythagoraslaan 11 Postbus 83 358 TH Utrecht Tel. 3-2589111 Fax 3-258342 http://www.provincie-utrecht.nl Datum

Nadere informatie

Voorlichtingsbijeenkomst Regionaal bodembeleid Voorne-Putten

Voorlichtingsbijeenkomst Regionaal bodembeleid Voorne-Putten Voorlichtingsbijeenkomst Regionaal bodembeleid Voorne-Putten 3 juni 2014 Gijsbert Schuur Aanleiding voorlichting December 2011: afronding Impuls Lokaal Bodembeheer December 2012: definitief rapport regionale

Nadere informatie

Bodemkwaliteitsverklaring

Bodemkwaliteitsverklaring Bodemkwaliteitsverklaring Gemeente Hoogezand-Sappemeer Datum : 23 februari 2016 Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Beh. Ambtenaar : K. Bouwknecht Paraaf : Gegevens aanvrager Afdeling en naam Aanleiding

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00470985 ODH-2017-00008862 0 1 FEB. 2017 omgevingsdienst Beschikking Wet bodembescherming - deelsaneringsplan Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus

Nadere informatie

protocol melding activiteiten gebiedsgerichte aanpak Versie: 25 maart Inleiding 1.1 Aanleiding

protocol melding activiteiten gebiedsgerichte aanpak Versie: 25 maart Inleiding 1.1 Aanleiding protocol melding activiteiten gebiedsgerichte aanpak Versie: 25 maart 2010 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In de beschikking 1 op het saneringsplan ondergrond Utrecht gefaseerde gebiedsgerichte aanpak (ook

Nadere informatie

Gegevens aanvraag Datum aanvraag 29 jan 2015 Datum rapportage 29 jan 2015

Gegevens aanvraag Datum aanvraag 29 jan 2015 Datum rapportage 29 jan 2015 Omgevingsrapportage Kleine Houtstraat 73 te HAARLEM Gegevens aanvraag Datum aanvraag 29 jan 2015 Datum rapportage 29 jan 2015 1/16 Inleiding Voor u ligt een rapportage van de gemeente Haarlem over de milieuhygiënische

Nadere informatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit :10 juli 2012 Nummer besluit : 2012-009682 Geval van verontreiniging : voormalige stortplaats

Nadere informatie

Meldingsformulier A Wet bodembescherming

Meldingsformulier A Wet bodembescherming Meldingsformulier A Wet bodembescherming Onderzoeks- en verontreinigingsgegevens Dit formulier volledig* ingevuld, ondertekend en met de gevraagde formulieren en bijlagen in tweevoud toezenden aan: Gedeputeerde

Nadere informatie

1 Inleiding. Ministerie van Defensie Dienst Vastgoed Defensie (vml. DGW&T) T.a.v. de heer J. van Heemskerk Postbus RA UTRECHT

1 Inleiding. Ministerie van Defensie Dienst Vastgoed Defensie (vml. DGW&T) T.a.v. de heer J. van Heemskerk Postbus RA UTRECHT Dienst Water en Milieu Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Ministerie van Defensie Dienst Vastgoed Defensie (vml. DGW&T) T.a.v. de heer J. van Heemskerk Postbus 8002 3503 RA UTRECHT Tel. 030-2589111

Nadere informatie

Bodeminformatie. Vreijenpolderstraat 4 te Oostdijk. Legenda. Overzicht aanwezige ondergrondse tanks. Onderzoeken

Bodeminformatie. Vreijenpolderstraat 4 te Oostdijk. Legenda. Overzicht aanwezige ondergrondse tanks. Onderzoeken Vreijenpolderstraat 4 te Oostdijk Bodeminformatie Legenda Geselecteerde locatie 25-meter straal Perceelgrenzen Locaties Verontreinigingscontouren Saneringscontouren Historisch Bodembestand (HBB) Overzicht

Nadere informatie

Bodemsanering; locatie Monierweg 4 te Coevorden, gemeente Coevorden, ontwerpbeschikking instemming met het evaluatieverslag

Bodemsanering; locatie Monierweg 4 te Coevorden, gemeente Coevorden, ontwerpbeschikking instemming met het evaluatieverslag (ONTWERP)BESCHIKKING Globiscode Aanvrager Onderwerp Datum Kenmerk DR010900125 ISC Beheer BV Bodemsanering; locatie Monierweg 4 te Coevorden, gemeente Coevorden, ontwerpbeschikking instemming met het evaluatieverslag

Nadere informatie

datum 16 oktober 2018 onderwerp Beschikking Ernst en spoedeisendheid Opslagplaats afgewerkte olie, Volkel projectnummer C16049

datum 16 oktober 2018 onderwerp Beschikking Ernst en spoedeisendheid Opslagplaats afgewerkte olie, Volkel projectnummer C16049 MEMO aan RVB van Ko Hage (TTE Consultants) datum 16 oktober 2018 onderwerp Beschikking Ernst en spoedeisendheid Opslagplaats afgewerkte olie, Volkel projectnummer C16049 Inleiding Ter plaatse van de voormalige

Nadere informatie

SAMENVATTING GEOLOGIE / BODEM - BODEMKWALITEIT

SAMENVATTING GEOLOGIE / BODEM - BODEMKWALITEIT SAMENVATTING GEOLOGIE / BODEM - BODEMKWALITEIT Geologie Over het algemeen geldt dat de toplaag van 0,0 tot 0,5 m mv. zal bestaan uit opgebrachte zand/grond dat plaatselijk (licht) puinhoudend is. Ter plaatse

Nadere informatie

Historisch onderzoek Hoofddorp Noord. Bodemkwaliteit in relatie tot bestemmingsplan

Historisch onderzoek Hoofddorp Noord. Bodemkwaliteit in relatie tot bestemmingsplan Historisch onderzoek Hoofddorp Noord Bodemkwaliteit in relatie tot bestemmingsplan Cluster Beheer en Onderhoud Team Bodemkwaliteit en Gegevensbeheer Oktober 2012 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1: Inleiding...

Nadere informatie

Historisch onderzoek Harderwijkerweg 134a te Ermelo

Historisch onderzoek Harderwijkerweg 134a te Ermelo Notitie Contactpersoon Dennis van den Berge Datum 30 september 2014 Kenmerk N031-1222119DSB-bdv-V02-NL Historisch onderzoek Harderwijkerweg 134a te Ermelo 1 Inleiding In opdracht van de gemeente Ermelo

Nadere informatie

Handreiking bodemonderzoek gemeente Smallingerland

Handreiking bodemonderzoek gemeente Smallingerland Handreiking bodemonderzoek gemeente Smallingerland 1: Inleiding Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning, de wijziging van een bestemming, bij gemeentelijke grondtransacties en civieltechnische werken

Nadere informatie

Meldingsformulier A Wet bodembescherming

Meldingsformulier A Wet bodembescherming Meldingsformulier A Wet bodembescherming Onderzoeks- en verontreinigingsgegevens Dit formulier volledig ingevuld, ondertekend en met de gevraagde formulieren en bijlagen toevoegen aan uw zaak. 1a. Ligging

Nadere informatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 18 mei 2015 Onderwerp : Wet bodembescherming - zaaknummer 2015-005396 Locatie van verontreiniging :

Nadere informatie

Project Besluit bodemkwaliteit en Nota bodembeheer

Project Besluit bodemkwaliteit en Nota bodembeheer Project Besluit bodemkwaliteit en Nota bodembeheer Gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Heerhugowaard en Heiloo 2 december 2015 1 Te behandelen onderwerpen Besluit bodemkwaliteit Bodemfunctieklassenkaart

Nadere informatie

HUM Bbk Handhaving Uitvoeringsmethode Besluit bodemkwaliteit

HUM Bbk Handhaving Uitvoeringsmethode Besluit bodemkwaliteit HUM Bbk Handhaving Uitvoeringsmethode Besluit bodemkwaliteit Errata Velduitgave Bodem + 1 Schema 6: Verstrekken van gegevens aan een bestuursorgaan 1. Worden gegevens aan een bestuursorgaan verstrekt ter

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00502282 ODH-2017-00130677 2 7 DEC. 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl

Nadere informatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 3 november 2014 Onderwerp : Wet bodembescherming - Locatie van verontreiniging

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00496479 ODH-2017-00101104 - 5 OKT. 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070)21 899

Nadere informatie

ijmegen Datum besluit: Nummer besluit: Locatiecode: NM Adres: Waterstraat in NIJMEGEN Melder: Gemeente Nijmegen

ijmegen Datum besluit: Nummer besluit: Locatiecode: NM Adres: Waterstraat in NIJMEGEN Melder: Gemeente Nijmegen G E M E E N T E ijmegen BESLUIT VASTSTELLING ERNST BODEMVERONTREINIGING EN SPOEDEISENDHEID SANERING DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE NIJMEGEN (Artikel 2 9 Wet bodembescherming)

Nadere informatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 12 november 2018 Onderwerp : Wet bodembescherming - zaaknummer 2018-011625 Locatie van verontreiniging

Nadere informatie

HISTORISCH ONDERZOEK. conform de NEN-5725:2009 voor de locatie gelegen in het LANDGOED DE UTRECHT TE ESBEEK

HISTORISCH ONDERZOEK. conform de NEN-5725:2009 voor de locatie gelegen in het LANDGOED DE UTRECHT TE ESBEEK HISTORISCH ONDERZOEK conform de NEN-5725:2009 voor de locatie gelegen in het LANDGOED DE UTRECHT TE ESBEEK 22-10-2012 Colofon Rapport: Historisch onderzoek voor Landgoed de Utrecht te Esbeek Rapportnummer:

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004 Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004 Conclusies Door middel van het uitgevoerde bodemonderzoek is inzicht verkregen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse

Nadere informatie

Via deze website kunnen onder meer de meldingsformulieren worden gedownload.

Via deze website kunnen onder meer de meldingsformulieren worden gedownload. Algemeen deel Dit meldingsformulier is niet van toepassing voor meldingen in het kader van het Besluit en de Regeling uniforme saneringen (BUS-meldingen). Voor een melding in het kader van BUS wordt verwezen

Nadere informatie

Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015

Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015 Convenant Bodem en Bedrijfsleven 2015 PARTIJEN 1. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mevrouw W.J. Mansveld, handelend als bestuursorgaan, mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu

Nadere informatie

Bodemrapportage. Lisdoddeweg 36 LELYSTAD. HBB-locaties

Bodemrapportage. Lisdoddeweg 36 LELYSTAD. HBB-locaties Bodemrapportage Lisdoddeweg 36 LELYSTAD WBB-locaties Geselecteerd gebied HBB-locaties Coördinaten volgens RDM (Rijksdriehoeksmeting) middelpunt: X 168521 Y 500544 buffer: 250 meter Datum rapportage: 20-03-2013

Nadere informatie

Ondergronds ordenen in Arnhem

Ondergronds ordenen in Arnhem 1 Marion Visser Gemeente Arnhem Afdeling Milieu Structuurvisie Duurzame ontwikkeling, Arnhem in 2040: balans people, planet, profit Onderwerp PEOPLE PLANET 2 PROFIT / PROSPERITY Prettig toeven in een gezond

Nadere informatie

Boren zonder Zorgen Erkenningsregeling. RWS Leefomgeving / Bodem+ Jan Frank Mars

Boren zonder Zorgen Erkenningsregeling. RWS Leefomgeving / Bodem+ Jan Frank Mars Boren zonder Zorgen Erkenningsregeling RWS Leefomgeving / Bodem+ Jan Frank Mars Inhoud 1. Wet- en regelgeving 2. Erkenningsregeling 3. Rol Inspectie Leefomgeving & Transport 4. Rol toezicht & Handhaving

Nadere informatie

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 29 januari 2002 Nr , RMA Nummer 3/2002

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 29 januari 2002 Nr , RMA Nummer 3/2002 Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer 29 januari 2002 Nr. 2002-00786, RMA Nummer 3/2002 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen tot instemming met de Bodemvisie en het MeerjarenProgramma

Nadere informatie

Aan: Stichting Bodemsanering NS T.a.v. de heer T. Bussink Postbus GV Utrecht. Geachte heer Bussink,

Aan: Stichting Bodemsanering NS T.a.v. de heer T. Bussink Postbus GV Utrecht. Geachte heer Bussink, Afdeling Vergunningverlening Aan: Stichting Bodemsanering NS T.a.v. de heer T. Bussink Postbus 2809 3500 GV Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583042 http://www.provincie-utrecht.nl

Nadere informatie

GEMEENTE OLDEBROEK. Gebruik bodemkwaliteitskaart bij grondverzet. 1 Generiek beleid Besluit bodemkwaliteit

GEMEENTE OLDEBROEK. Gebruik bodemkwaliteitskaart bij grondverzet. 1 Generiek beleid Besluit bodemkwaliteit GEMEENTE OLDEBROEK Gebruik bodemkwaliteitskaart bij grondverzet 1 Generiek beleid Besluit bodemkwaliteit 1.1 Algemeen Sinds 1 juli 2008 is het Besluit bodemkwaliteit van kracht gegaan. Dit besluit geeft

Nadere informatie

Rapportage Sanscrit.nl

Rapportage Sanscrit.nl Rapportage Sanscrit.nl Instrument ter bepaling van spoedeisendheid van saneren V. Sanscrit 2.5.4 V. rapport 2.16 Algemeen Naam dossier: Waalbanddijk Nijmegen GROND Code: 20165144 Beoordelaar: buist@bioclear.nl

Nadere informatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Gegevens besluit Datum besluit : 16 maart 2010 Nummer besluit : 2007-015846 Geval van verontreiniging

Nadere informatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 11 februari 2015 Onderwerp : Wet bodembescherming - Locatie van verontreiniging : Molenstraat 123 Plaats

Nadere informatie

Bodemrapportage. Pascallaan 15 Lelystad. HBB-locaties

Bodemrapportage. Pascallaan 15 Lelystad. HBB-locaties Bodemrapportage Pascallaan 15 Lelystad WBB-locaties Geselecteerd gebied HBB-locaties Coördinaten volgens RDM (Rijksdriehoeksmeting) middelpunt: X 162746 Y 498700 buffer: 250 meter Datum rapportage: 27-03-2015

Nadere informatie

Team Referentie Doorkiesnummer Faxnummer adres Onderwerp

Team Referentie Doorkiesnummer Faxnummer  adres Onderwerp VERzm\'nr:-~1 1 2 ~OV. 2009 Afdeling Vergunningverlening Aan: Provincie Utrecht, afd. Bodem en Water T.a.v. de heer H. de Waal Postbus 80300 3508 TH UTRECHT Pythagoraslaan JO1 Postbus 80300 3508 TH Utrecht

Nadere informatie

BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 8 september 2016 Onderwerp : Wet Bodembescherming - zaaknummer 2016-009957 Locatie van verontreiniging : Ugchelseweg

Nadere informatie

Beschikking over het geval van ernstige verontreiniging en niet-spoedeisende sanering voormalige vuilstort Kromslootpark te Almere

Beschikking over het geval van ernstige verontreiniging en niet-spoedeisende sanering voormalige vuilstort Kromslootpark te Almere Beschikking over het geval van ernstige verontreiniging en niet-spoedeisende sanering voormalige vuilstort Kromslootpark te Almere Beschikking Wet bodembescherming Beschikking over het geval van ernstige

Nadere informatie

12 september : Admiraal Trompstraat 2 (voormalig Wilton Fijenoord terrein) te Schiedam

12 september : Admiraal Trompstraat 2 (voormalig Wilton Fijenoord terrein) te Schiedam Huisman Vastgoed b.v. T.a.v. de heer I. Spijker Admiraal Trompstraat 2 3115 HH SCHIEDAM gemeente Schiedam Cluster Stedelijke Ontwikkeling afdeling Ruimtelijk gebruik Postbus 1501 3100 EA SCHIEDAM Stadskantoor

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00533058 ODH-2018-00133543 7NOV 2018 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00496480 ODH-2017-00101973 - 6 OKT. 2017 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl

Nadere informatie

Rapportage Sanscrit.nl

Rapportage Sanscrit.nl Rapportage Sanscrit.nl Instrument ter bepaling van spoedeisendheid van saneren V. Sanscrit 2.5.4 V. rapport 2.16 Algemeen Naam dossier: Waalbanddijk Nijmegen GRONDWATER Code: 20165144 Beoordelaar: buist@bioclear.nl

Nadere informatie

GEMEENTE. Ons kenmerk PK40/D Datum uw brief 14 maart 2017

GEMEENTE. Ons kenmerk PK40/D Datum uw brief 14 maart 2017 Afdeling Projectmanagement en ruimtelijke kwaliteit GEMEENTE Archief Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Stichting bodembeheer Nederland T.a.v. N.J.P. van Ras Brabantlaan 3 5216 TV 's-hertogenbosch Telefoon

Nadere informatie

In tabel 1 is aangegeven in welke mate de 95-percentielwaarden van koper, lood en zink de interventiewaarden overschrijden.

In tabel 1 is aangegeven in welke mate de 95-percentielwaarden van koper, lood en zink de interventiewaarden overschrijden. In de bodemkwaliteitszones Wonen B (B2 en O2) overschrijdt de 95-percentielwaarde van koper, lood en zink de interventiewaarde. Voor deze zones moet worden vastgesteld of sprake is van een overschrijding

Nadere informatie

Ter plaatse van het hierboven genoemde perceel is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb.

Ter plaatse van het hierboven genoemde perceel is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb. 1 Afdeling Vergunningverlening Aan: De Elf Provinciën BV T.a.v. de heer G. Haverkamp Bisonspoor 4005 3605 LV MAARSSEN Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2583306 Fax 030-2582990 http://www.provincie-utrecht.nl

Nadere informatie

MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN

MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN Er kan alleen een beschikking op een saneringsplan worden genomen als ernst en spoed zijn vastgesteld in een eerdere beschikking op het nader onderzoek

Nadere informatie

vooronderzoek Eindhovensebaan 9c te Nederweert

vooronderzoek Eindhovensebaan 9c te Nederweert Rapport vooronderzoek Eindhovensebaan 9c te Nederweert Bezoekadres Jekschotstraat 12 Postcode en plaats 5465 PG Veghel Telefoon 0413 287068 e-mail info@bodem-inzicht.nl internet www.bodem-inzicht.nl Projectnaam

Nadere informatie

Convenant bodem en ondergrond

Convenant bodem en ondergrond Convenant bodem en ondergrond 2016-2020 Na 35 jaar komt een historische mijlpaal in zicht: rond 2020 zijn er geen locaties meer waar bodemverontreiniging voor onaanvaardbare risico s zorgt. Ons land begint

Nadere informatie

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Gelet op artikel 55, tweede lid, van de Wet bodembescherming;

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Gelet op artikel 55, tweede lid, van de Wet bodembescherming; Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 25 juni 2007, nr. LMV 2007058967, houdende regels voor het uniformeren van publiekrechtelijke beperkingen Wet bodembescherming

Nadere informatie

BESCHIKKING 2015011064 / CHK

BESCHIKKING 2015011064 / CHK Zaaknummer 0138912 Dossier 913198 Ons kenmerk 2015011064 / CHK BESCHIKKING De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid heeft namens Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 4 november 2014 een melding ontvangen

Nadere informatie

Omgevingsdienst West-Holland

Omgevingsdienst West-Holland Omgevingsdienst West-Holland Raad van State Afdeling bestuursrechtspraak Postbus 20019 2500EA DEN HAAG Datum: Contactpersoon: A.M. Burger A.Burger@odwh.nl Uw referentie: 201208891/1/A4 Squitnummer: ZH048400004

Nadere informatie

Gebiedsgericht Grondwater Beheer: het kan nu! Arne Alphenaar Regiobijeenkomst Kansrijke gebieden Zwolle 17 mei 2011

Gebiedsgericht Grondwater Beheer: het kan nu! Arne Alphenaar Regiobijeenkomst Kansrijke gebieden Zwolle 17 mei 2011 Gebiedsgericht Grondwater Beheer: het kan nu! Arne Alphenaar Regiobijeenkomst Kansrijke gebieden Zwolle 17 mei 2011 Kansrijke gebieden voor beheer van verontreinigd grondwater Bodemconvenant, uitvoeringsprogramma

Nadere informatie

Besluit Bodemkwaliteit Flevoland

Besluit Bodemkwaliteit Flevoland Besluit Bodemkwaliteit Jos Reijerink, 25 en 26 juni 2012 Inhoud Besluit bodemkwaliteit Wanneer van toepassing Kaarten bodemfunctiekaart bodemkwaliteitskaart Regels bij toepassing generieke toepassing grootschalige

Nadere informatie

Team Referentie Doorkiesnummer Faxnummer E-mailadres Onderwerp

Team Referentie Doorkiesnummer Faxnummer E-mailadres Onderwerp .~ provincie:: Utrecht VERZO N DEN 1 9 MRT 2010 Afdeling Handhaving Aan: Woef Hap Nederland B.V. t.a.v. de Directie Lange Uitweg J I 3998 WO SCHALK WIJK Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00501565 ODH-2017-00127320 11 december 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen(godh.nl

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00541185 ODH-2019-00009827 2 9 JAN. 2019 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 B Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Plaats: Middelburg Datum: 6 juni 2006 Kenmerk: RMW0606219 Afdeling: Milieuhygiëne Globiscode: ZL068700327, ZL068700328, ZL068700329, ZL068700330 en ZL068700331 GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Melding Op

Nadere informatie