Beoordelingscriteria EVC Branchestandaarden Jeugdzorgwerker

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beoordelingscriteria EVC Branchestandaarden Jeugdzorgwerker"

Transcriptie

1 Beoordelingscriteria EVC Branchestandaarden Jeugdzorgwerker Drs. E. Sijstermans-Kokx ITS Radboud Universiteit Nijmegen 4 juli 2013, versie 0.5 1

2 Competenties van de branchestandaarden jeugdzorgwerker uitgewerkt naar EVC beoordelingscriteria 2

3 1. Brengt informatie en advies op een begrijpelijke manier over De jeugdzorgwerker is in staat om informatie en (opvoedings)advies op een begrijpelijke en sensitieve manier over te brengen, zodat de jeugdige en/of opvoeders, het systeem en andere betrokken organisaties of disciplines de informatie en het advies begrijpen en er geen verwarring ontstaat. Een mondelinge of schriftelijke boodschap op de gesprekspartner af te stemmen en informatie helder en samenhangend over te brengen eventueel aangevuld met documentatie. Hierbij de kennis te benutten met betrekking tot de systeemtheorie en agogiek in de communicatie en interactie met de doelgroep. Begrijpelijke voorbeelden te gebruiken om een boodschap te verduidelijken en te controleren of dit bij de ontvanger duidelijk is. De bevindingen, discussiepunten of meningen samen te vatten waardoor de focus gericht blijft op het doel van het gesprek. Bij de gesprekspartner(s) te checken of informatie goed is overgekomen. In kritische beroepssituaties te variëren met gespreksmodellen en gesprekstechnieken en de communicatiestijl aan te passen aan de doelgroep(en). In kritische beroepssituaties in de communicatie met de doelgroep(en) door de wijze van communiceren tot de kern van het probleem te komen of onduidelijkheden te achterhalen. Hierbij de kennis te benutten met betrekking tot de systeemtheorie en agogiek in de communicatie en interactie met de doelgroep. Gevraagd advies uit te brengen. Psycho-educatie te bieden en diagnostisch onderzoek toe te lichten. Abstracte informatie voor verschillende cliënten/doelgroepen concreet te maken en in begrijpelijk taal voor de toehoorder(s) over te brengen en hierover bondig kan rapporteren. Alert te zijn op signalen en hierop in te spelen. In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma s tussen gevraagd en ongevraagd advies te geven. 3

4 2. Legt contact en heeft contact met jeugdigen en opvoeders De jeugdzorgwerker is in staat om alle jeugdigen en opvoeders op een open, toegankelijke en authentieke wijze tegemoet te treden, zodat zij zich uitgenodigd voelen hun vragen open en eerlijk te verwoorden en weten met welke vragen ze waar en wanneer terecht kunnen. Zijn activiteiten en aanbod helder uit te leggen. Bereikbaar te zijn en op een actieve, toegankelijke en transparante wijze contacten te leggen en te onderhouden. Conform de beroepscode jzw, de jeugdige tot zijn recht te laten komen en zijn handelen te baseren op beroepsinhoudelijke theorie (agogiek). In contacten met de jeugdige en opvoeders blijk te geven te handelen conform de beroepscode jzw in het tonen van betrokkenheid en het serieus nemen van betrokkenen en daar respectvol mee omgaat. Afspraken te maken over hoe vertrouwelijke informatie wordt behandeld. Zich gedegen voor te bereiden op contacten met jeugdige en opvoeders door onderzoek te verrichten naar de voorgeschiedenis van betrokkenen alvorens een gesprek aan te gaan. Met jeugdigen en opvoeders mondeling, telefonisch of digitaal contact te leggen en te onderhouden. In contacten rekening te houden met de achtergrond van de jeugdige en opvoeders, het (ontwikkel)niveau en hun verbale en nonverbaal gedrag en de communicatiestijl hierop aan te passen. De theoretische kennis m.b.t. agogiek(bijvoorbeeld empowermenttheorie) en van gespreksmodellen en gesprekstechnieken toe te passen in de contacten met jeugdige en opvoeders en te kunnen schakelen tussen diverse contacten. Diverse gesprekstechnieken toe te passen om jeugdige en opvoeders te helpen hun manifeste en latente hulpvragen uit te spreken. In kritische beroepssituaties te balanceren tussen betrokkenheid versus distantie en de contactmomenten hierop af te stemmen. In kritische beroepssituaties bestand te zijn tegen de druk die wordt uitgeoefend om inzicht te geven in manier van werken in relatie tot de problematiek versus het waarborgen van de privacy van jeugdige en opvoeders. 4

5 3. Brengt de situatie in kaart De jeugdzorgwerker is in staat om in samen met betrokkenen de behoeften, wensen, mogelijkheden en beperkingen van de jeugdige, opvoeders, het systeem en/of de (leef)groep samenhangend in kaart te brengen. Hierdoor weet hij wat er bij de jeugdige, opvoeders, het systeem en/of de (leef)groep speelt en sluit de aanpak aan bij de verwachtingen. In gesprekken met betrokkenen gericht vragen te stellen en te achterhalen hoe zij hun situatie ervaren en hierbij bewust te zijn van rolverdeling en hiërarchie in groep of gezin. Gedrag te observeren en bevindingen voor te leggen en rekening te houden met de beroepscode jzw. Relevante wetenschappelijke- en beroepsinhoudelijke theorieën te kunnen toepassen. Over kennis te beschikken op het gebied van leefpatronen, alcohol- drugs en mediagebruik. Veranderingen in de situatie van de jeugdige of in het gezin te signaleren. Op basis van vooronderzoek (deskresearch, observaties, gesprekken) de wensen, vragen en behoeften van jeugdigen en opvoeders te signaleren en overzichtelijk in kaart te brengen. Hierbij gebruik te maken van relevante wetenschappelijke- en beroepsinhoudelijke theorieën. Groeps- en gezinsverbanden te analyseren en in onderlinge samenhang te brengen en inzichtelijk te maken met specifieke opvoedingsvragen van individuen of groepen. In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma s bij het inzichtelijk maken van leefpatronen, alcohol- drugs en mediagebruik door tegenstrijdige informatie over het geobserveerd gedrag en de opvattingen van jeugdige, opvoeders of (leef)groep. Op basis van vooronderzoek, observaties en gesprekken in te schatten wat het probleemoplossend vermogen en mate van zelfstandigheid is van jeugdige, opvoeders of (leef)groep. Hierbij gebruik te maken van relevante wetenschappelijke- en beroepsinhoudelijke theorieën. In kritische beroepssituaties dilemma s te kunnen hanteren in de discrepantie tussen gedrag van jeugdige of opvoeders en de eigen analyse over psychiatrische stoornissen en gedragsproblemen die de opvoeding en ontwikkeling beïnvloeden. Dilemma s in kritische beroepssituaties te kunnen hanteren in het vinden van een balans tussen de zelfredzaamheid/probleemoplossend vermogen van de jeugdige en/of opvoeders en (leef)groep. Bijzonderheden te signaleren. 5

6 4. Stelt de hulpvraag vast of scherpt deze aan De jeugdzorgwerker is in staat om, op basis van de verzamelde informatie en in afstemming met de jeugdige en/of opvoeders, de hulpvraag te formuleren of aan te scherpen, waardoor beoogde doelen en gewenste resultaten zijn afgestemd op de specifieke situatie van de jeugdige, opvoeders en/of de (leef)groep. De kennis op het gebied van de beroepscode jzw,relevante beroepsinhoudelijke theorie en wettelijke bepalingen e.d. voor goede hulpverlening te vertalen naar een hulpverleningsvraag. Bij het (her)formuleren van de hulpvraag de gewenste situatie voor de jeugdige en/of opvoeders als uitgangspunt te nemen, niet de problemen. Gegevens te verwerken in een hulpverleningsplan. Uit een grote hoeveelheid schriftelijke of mondelinge informatie tot de kern van het probleem te kunnen komen door samenhang in beïnvloedende factoren te zien, verbindingen te leggen in het helder krijgen van of vertalen in een hulpvraag. In bekende situaties relevante wetenschappelijkeof beroepsinhoudelijke theorieën te benutten voor de vertaling naar een werkzame aanpak en doelen te stellen. In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma s om de belangen, onafhankelijkheid of zelfredzaamheid van de jeugdige of de opvoeders in balans te laten zijn met een doelgerichte en werkzame aanpak. In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma s op het gebied van informatiegebrek en er geen diagnose gesteld kan worden versus de druk vanuit de jeugdige, opvoeders of sociale omgeving van de jeugdige om een goede diagnose te stellen. In staat te zijn om op basis van kennis van relevante wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke theorieën en de analyse van een hulpvraag in diverse en complexe beroepssituaties werkbare alternatieven uit te werken die bijdragen aan een werkbare aanpak. In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma s om al dan niet en op welke moment er actie gewenst is om het plan van aanpak bij te stellen indien de situatie van de jeugdige of opvoeders daarom vraagt. In complexe kritische beroepssituaties in te kunnen schatten wanneer er een advies of beslissing van de kinderrechter nodig is. 6

7 5. Kiest een passende interventie De jeugdzorgwerker is in staat om een passende interventie te kiezen, waardoor de jeugdige en opvoeders een overzicht hebben van wat hen te wachten staat, zodat zij zich kunnen committeren aan de gekozen interventie en de hulpvraag op de best mogelijke manier wordt opgelost. Bij het (mede) vaststellen van de interventiekeuze de basiskennis op het gebied van pedagogische en sociaal agogische methoden en technieken te benutten om de (leeftijdsgebonden) problematiek te kunnen hanteren. Een helder beeld te hebben van de interventies die hij als hulpverlener zelf kan uitvoeren, wat er moet gebeuren om de interventies te realiseren en wanneer en doorverwijzing naar andere hulpverleners of disciplines nodig is. Baseert zijn oordeel op basis van kennis van complexe en multiprobleem situaties, relevante wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke theorieën (bijvoorbeeld vanuit de psychologie en psychiatrie etc.) Jeugdigen en opvoeders helder en in concrete stappen inzicht te geven in de problematiek en achterliggende oorzaken en welke behandel- of dienstverlening daarbij meest passend is. In kritische beroepssituaties de dialoog aan te gaan met jeugdige, opvoeders of (leef)groep indien er sprake is van verschillende opvattingen, meningen of ethische kwesties. In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma s om de belangen of onafhankelijkheid van de jeugdige en de opvoeders in balans te laten zijn gelet op de hulpof dienstverleningsvraag en de interventiekeuze. In complexe kritische beroepssituaties waarbij sprake is van een multiproblematiek de vereiste interventie te kiezen en in te zetten waarbij een goede inschatting wordt gemaakt van de intensiteit en de duur van de hulpverlening. In kritische beroepssituaties als hulpverlener duidelijk positie in te nemen bij de interventiekeuze indien er sprake is van verschillende opvattingen/meningen tussen jeugdige en opvoeders. De leerervaringen uit kritische beroepssituaties op het gebied van interventiemethodieken of multiproblematiek te delen met vakgenoten, belangen- of beroepsvereniging voor het bedenken en implementeren van nieuwe interventiemethodieken. 7

8 6. Werkt outreachend (systeemgericht) De jeugdzorgwerker legt en houdt op proactieve wijze contact met de jeugdige, opvoeders, het systeem en professionals uit de eigen of andere disciplines. Hiermee wordt het hulpverleningsaanbod zichtbaar en laagdrempelig aangeboden. Hij benadert mensen (waarvan het vermoeden bestaat dat) die met problemen kampen of van wie anderen problemen ondervinden. Hierdoor houdt hij zicht op situaties waar inzet van hulpverlening noodzakelijk is (of wordt), kan hij vroegtijdig ingrijpen en escalaties vóór zijn. (nog) niet aan de orde Signalen over vermoedelijke problemen waar jeugdige, opvoeders of de omgeving mee kampen serieus te nemen en initiatief te nemen met hen contact te leggen om laagdrempelige voorlichting of hulp te bieden. Hierbij blijk te geven te beschikken over relevante kennis m.b.t. wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke theorieën (bijvoorbeeld vanuit de agogiek, psychologie, psychiatrie etc.) Korte lijnen met professionals te onderhouden en serieus te nemen en op zoek te gaan naar vindplaatsen waar jeugdigen en opvoeders zich bevinden. In complexe kritische beroepssituaties met dilemma s om te kunnen gaan in de afweging op welk moment en op welke wijze actie noodzakelijk is in het leggen van contacten met jeugdigen, opvoeders, het systeem of professionals. In kritische beroepssituaties in contacten met jeugdige en opvoeders zonder directe hulpvraag weerstand bij hen te kunnen overbruggen door positie in te nemen en vasthoudend te zijn om hen te bewegen tot het nemen van actie of het formuleren van een hulpvraag. 8

9 7. Creëert een veilige omgeving (pedagogisch gericht) De jeugdzorgwerker heeft het vermogen om in een sfeer van respect en vertrouwen samen met de jeugdige en de (leef)groep normen en waarden bespreekbaar te maken, afspraken te maken over gedragsregels en grenzen te stellen. Hierdoor kan in een veilige omgeving worden gewerkt aan de ontwikkeling van de jeugdige en het hulpverleningsplan. Gevorderd beginner Bekwame professional Vakvolwassen professional In zijn beroepsmatig handelen, houding en gedrag aandacht te schenken aan het creëren van een sfeer van respect en vertrouwen met jeugdige en/of de (leef)groep en te handelen volgens de beroepscode jzw en relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorieën De jeugdige en/of (leef)groep aan te spreken op hun gedrag (normen en waarden) wat in strijd is met gedrags-, omgangs- en huisregels of te signaleren waarbij het nemen van eigen verantwoordelijkheid in het geding is. In kritische beroepssituaties met de jeugdige en/of de (leef)groep om te kunnen gaan met dilemma s op het gebied van grenzen stellen versus meer verantwoordelijkheid geven aan jeugdige of (leef)groep. In kritische beroepssituaties te kunnen balanceren tussen ingrijpen of afstand nemen. Zijn oordeel, keuzes en beroepsmatig handelen te baseren op relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorieën. In complexe kritische beroepssituaties de belangen van de opvoeders en jeugdige of (leef)groep te behartigen door tijdig in te grijpen in de situatie, positie in te nemen en de situatie te stabiliseren. In complexe kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met vraagstukken waarbij gesignaleerde problemen niet door opvoeders worden (h)erkend en al dan niet gedwongen hulpverlening dient te worden ingeschakeld (bv. Kinderbescherming). 9

10 8. Werkt samen De jeugdzorgwerker is in staat om op constructieve wijze actief samen te werken met collega s, leidinggevenden en professionals uit andere disciplines en organisaties. Beoordelingscriteria (aan te tonen met beroepsproducten) Samen te werken in een team, afspraken te maken over de eigen bijdrage en rol en afspraken na te komen. Zijn werkzaamheden af te stemmen met collega s, leidinggevenden of professionals uit andere disciplines en hen tijdig van de juiste informatie te voorzien. Respectvol om te gaan met de kennis, ervaring en deskundigheid van anderen en dit te benutten in het beroepsmatig handelen. Goede en efficiënte samenwerking te realiseren met een duidelijke verdeling van de verantwoordelijkheden in multidisciplinaire teams binnen en buiten de organisatie zodat hij of zij daarmee bijdraagt aan een transparante en eenduidige wijze van de hulpverlening. In samenwerkingsprojecten kennis en ervaring te delen en de organisatie te vertegenwoordigen. Samen te werken met partijen/disciplines met verschillende belangen en culturen en een bijdrage te leveren aan de ketenhulpverlening, de grenzen van zijn expertise te erkennen en bereid te zijn professionele oordelen ter discussie te stellen. Leiding te geven aan samenwerkingsverbanden binnen en buiten de organisatie. In samenwerkingsverbanden deelnemers aan te spreken op hun verantwoordelijkheden en uitvoering. Actief op zoek te gaan naar samenwerkingsmogelijkheden en partijen/disciplines te overtuigen van de meerwaarde van samenwerken. 10

11 9. Coördineert de zorg (systeemgerichte context) De jeugdzorgwerker heeft het vermogen contact te leggen en te onderhouden met professionals van andere disciplines en organisaties die betrokken zijn bij een jeugdige of zijn opvoeders en weet hen op overtuigende wijze tot samenwerking te motiveren, waardoor de hulpverlening plaatsvindt met optimale inzet en onderlinge afstemming van de verschillende disciplines. Door in te grijpen waarborgt hij de continuïteit van de hulpverlening en voorkomt verslechtering van de situatie. Kennis te hebben van het hulpaanbod in de keten en de aanbieders. Te beschikken over basiskennis over relevante wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke theorieën In complexe kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma s in de afweging om al dan niet gebruik te maken van doorzettingsmacht Vanuit de hulpvraag een helder beeld te kunnen schetsen van de samenwerking en bijdrage die nodig is met relevante professionals van andere disciplines en organisaties voor het hulpverleningsplan. Zijn oordeel en keuzes te baseren op relevante wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke theorieën (bijvoorbeeld vanuit de (ortho)pedagogiek en socialisatietheorie In samenspraak met relevante professionals uit andere disciplines een gemeenschappelijke visie op de best mogelijk aanpak te kunnen formuleren, de rolverdeling vast te stellen en de communicatie te coördineren. De voortgang van de zorg te volgen, afspraken te maken en te bewaken en indien nodig betrokkenen hierop aan te spreken. In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma s in het maken van een afweging om al dan niet en op welk moment gespecialiseerde zorg of crisishulpverlening in te schakelen. In complexe kritische beroepssituaties ook buiten het eigen verantwoordelijkheidgebied op eigen initiatief relevante professionals uit andere disciplines en organisatie te overtuigen dat samenwerking bijdraagt aan een optimale invulling van een hulpverleningsplan. In complexe kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma s in het maken van een afweging om al dan niet en op welk moment inschakeling van gespecialiseerde zorg, crisishulpverlening of doorverwijzing nodig is. In complexe kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma s in de afweging om al dan niet gebruik te maken van doorzettingsmacht. 11

12 10. Vormt een oordeel De jeugdzorgwerker is in staat om informatie of mogelijke aanpakken in het licht van de visie van de organisatie en de visie van zijn beroepsgroep tegen elkaar af te wegen, zodat hij tot een afgewogen oordeel kan komen. (nog) niet aan de orde Feiten van meningen, ervaringen of emoties te kunnen onderscheiden. Standpunten of visies van anderen in kaart te kunnen brengen, dit vanuit verschillende invalshoeken te benaderen alvorens een oordeel te vormen en objectieve, subjectieve, rationele en intuïtieve argumenten te gebruiken. Zijn aanpak te baseren op een realistische aanpak voor wat betreft tijd, inzet en beoogt resultaat (uitgaan van zo licht mogelijk en zo zwaar als nodig ). Zijn oordeelsvorming te baseren op relevante wetenschappelijke- en beroepsinhoudelijke theorieën bijvoorbeeld vanuit de sociologie en dit ook te kunnen verantwoorden. Fingerspitzengefühl te hebben voor zaken die niet helemaal kloppen. Ook op zijn intuïtie durven afgaan. Een situatie in zijn totaliteit in te schatten en aan te voelen wanneer het niet pluis is. Vanuit een helikopterview verbanden te kunnen leggen tussen eerdere werkervaringen en de specifieke hulpvraag of problematiek en hiervan de risico s in te schatten Hoofd- van bijzaken te kunnen onderscheiden. In te kunnen schatten wat wel en niet haalbaar is. Te kunnen zorgen voor een onderbouwde risicoanalyse bij strategische keuzen, ook al bevat de informatie veel aannames en onzekerheden. Bij de afweging van alternatieven rekening te houden met meerdere scenario s en de effecten daarvan voor de jeugdige, de opvoeders in de mate waarin doelstellingen kunnen worden gerealiseerd (risicoanalyse). 12

13 11. Neemt en beargumenteert besluiten De jeugdzorgwerker is in staat om in moeilijke situaties, bij tegengestelde belangen en zwaarwegende beslissingen, op vastberaden en constructieve wijze besluiten te nemen en genomen besluiten (zowel door hem als andere professionals) te beargumenteren, zodat twijfels worden voorkomen en er duidelijkheid heerst over de koers en de grenzen van de gekozen hulpverlening. (nog) niet aan de orde Kennis te hebben van besluitvormingsprocessen en de factoren die het nemen van besluiten al dan niet in positieve of negatieve zin kunnen beïnvloeden. In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma s in een goede afweging tussen het al dan niet bijstellen van het hulpverleningsplan en urgentie daarvan (prioriteiten). In kritische beroepssituaties betrokkenen te kunnen motiveren om mee te werken, keuzes te maken en hen te overtuigen van de noodzaak om (andere) methodieken, middelen en/of expertise in te zetten om stagnatie op te heffen. Zijn oordelen, keuzes e.d. te baseren op relevante wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke theorieën bijvoorbeeld vanuit de systeemtheorie, agogiek, psychiatrie, psychologie, sociologie. Levensbeschouwing, ethiek filosofie e.d. Aan anderen keuzes helder over te brengen door deze met argumenten te onderbouwen en oog te hebben voor de belangen en standpunten van anderen. In complexe kritische beroepssituaties tot de kern van het probleem te kunnen komen en argumenten aan te dragen die tot besluitvorming leiden. In complexe kritische beroepssituaties lef te tonen en stevig in de schoenen te staan door argumenten aan te dragen die zodanig overtuigend zijn dat anderen hierin meegaan. In onderhandelingen met meerdere (interdisciplinaire) partijen de gekozen tactiek zodanig te kunnen aanpassen dat weerstand wordt weggenomen. In complexe beroepskritische situaties zijn ideeën, visie en opvattingen helder over te brengen zodat tegenstellingen of gemeenschappelijkheden in kaart worden gebracht om tot keuzes en besluiten te komen. 13

14 12. Werkt vanuit visie op opvoeding en ontwikkeling De jeugdzorgwerker heeft een duidelijke visie op het belang van een goede opvoeding en ontwikkeling van jeugdigen, voor de jeugdige zelf, opvoeders en de samenleving. Hierdoor heeft hij een duidelijke focus tijdens het werken met jeugdigen en opvoeders. De focus van zijn werk in te richten vanuit een heldere pedagogische visie en dit in gedrag en houding richting jeugdige, opvoeders en samenleving zichtbaar te maken. Kennis te hebben van de Internationale Rechten van het kind en deze als richtlijn toe te passen in het dagelijkse werk. In zijn beroepsmatig handelen de kennis op het gebied van psychosociale problematiek toe te passen. Vanuit een duidelijke focus te werken; kiest interventies vanuit een pedagogische visie en maakt expliciet hoe deze visie en interventies aan elkaar gelinkt zijn en te verantwoorden. Inzicht te hebben in wetenschappelijke theorieën en ontwikkelingen op het gebied van opvoeding en ontwikkeling van jeugdigen en deze kennis te kunnen vertalen naar het vormgeven van een visie. Vanuit een helikopterview en op basis van leereffecten uit beroepskritische situaties een bijdrage te kunnen leveren aan het verder uitdiepen van pedagogische uitgangspunten. Met collega s, management of belangen- of beroepsvereniging kennis te delen en een visie te ontwikkelen op het gebied van opvoeding en ontwikkeling van jeugdigen. 14

15 13. Handelt methodisch De jeugdzorgwerker is in staat om planmatig, methodisch en gestructureerd te werken, waardoor de jeugdige, opvoeders of de (leef)groep zicht hebben op de aanpak en behandeldoelen, en het beoogde resultaat wordt gehaald. Voor de jeugdige, opvoeders of (leef)groep de verschillende stappen/(deel)fases te benoemen en te verhelderen. De werkzaamheden methodisch uit te voeren volgens stappen van een cyclisch proces. Benut hierbij de kennis vanuit relevante beroepsinhoudelijke theorieën (bijvoorbeeld vanuit de agogiek). In kritische beroepssituaties een goede afweging te kunnen maken van welke activiteiten met welke prioriteit op een effectieve en efficiënte wijze bijdragen in het realiseren van de gestelde doelen. Zijn oordeel en keuzes te baseren op relevante wetenschappelijke- of beroepsinhoudelijke theorieën (bijvoorbeeld vanuit de agogiek) Hulpverlening efficiënt te plannen en te organiseren. In complexe kritische beroepssituaties na incidenten of onverwachte gebeurtenissen dilemma s te kunnen hanteren in het stabiliseren van de situatie en terug te grijpen op het hulpverleningsplan en de te bereiken doelen. De leerervaringen uit beroepskritische situaties te benutten voor het verder ontwikkelen van methoden en technieken. 15

16 14. Voert passende interventies uit De jeugdzorgwerker kan het gedrag van de jeugdige met gedragsproblemen en van opvoeders met opvoedingsproblemen (gelijktijdig) beïnvloeden, zodat het gedrag, de competenties en de interactie tussen de betrokkenen verbeteren en de jeugdige in een gezonde opvoedingssituatie opgroeit. Kennis te hebben van: systeem-, sociale leeren empowermenttheorie, cognitieve gedragstherapie; evenals hechtingstheorie (systeemgerichte context of groepsdynamica (pedagogisch gerichte context). De jeugdige of opvoerder te ondersteunen bij het in kaart brengen van en het vinden van en het volhouden van onderwijs, arbeid en/of vrijetijdsbesteding en hierop accuraat te interveniëren. De doelgroep inzicht te geven in, bewust te maken van, te motiveren en te faciliteren. In te kunnen schatten in welke situatie en met welke audiovisuele hulpmiddelen het leerproces kan worden bevorderd (systeemgerichte context). In kritische beroepssituaties bij gedrags- of opvoedingsproblemen te kunnen balanceren tussen betrokkenheid en distantie. Positie in te nemen en grenzen te stellen aan het (ongewenst)gedrag van de jeugdige of opvoeders al dan niet met lichte dwang. In complexe kritische beroepssituaties actief en op het juiste moment de juiste steunbronnen te betrekken. In complexe kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met tegenstrijdige opvattingen of weerstand van jeugdige, opvoeders of (leef)groep bij incidenten of onverwachte gebeurtenissen. In staat te zijn de situatie te stabiliseren en de doelen te realiseren. De kennis en leerervaringen uit beroepskritische situaties op het gebied van gedragsbeïnvloeding te delen met vakgenoten, belangen- en beroepsvereniging voor de ontwikkeling van beïnvloedingsmethodieken. (In gedwongen kader) in overleg relevante (straf)maatregelen uit te voeren en (in overleg) toewijzingsbesluiten te effectueren. 16

17 15. Werkt verantwoord De jeugdzorgwerker is in staat zich te verantwoorden tegenover de jeugdige, zijn opvoeders, zijn organisatie, samenwerkingspartners en juridische instanties, zodat alle betrokkenen inzicht krijgen in zijn handelwijze en deze ook begrijpen. Houdt rekening met de kwaliteit van de hulpverlening, privacy en vertrouwelijkheid van cliëntgegevens. Beoordelingscriteria: ( aan te tonen met beroepsproducten) Kennis te hebben van de beroepscode jzw, het competentieprofiel jzw, de beroepsstandaard, functiebeschrijving, verantwoordelijkheden en rechten en plichten van de jeugdzorgwerker, kennis van relevante wetgeving/juridische kaders, protocollen (over kwaliteit van hulpverlening,privacy en vertrouwelijkheid etc.) In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma s om enerzijds het beroepsmatig- en beroepsethisch handelen te verantwoorden en anderzijds de vertrouwelijkheid van informatie en privacy van de cliënten te waarborgen. Met de lezer voor ogen kort bondig en objectief te rapporteren en inzicht te hebben met wie en onder welke voorwaarden informatie kan worden gedeeld. Zijn keuzes en werkwijze op uitvoerend niveau te verantwoorden en deze te baseren op relevante wetenschappelijke- en beroepsinhoudelijke theorieën. Systematisch de kwaliteit van de werkprocessen en de prestaties te reflecteren in relatie tot de doelen, de kwaliteits- en beroepsstandaarden en hierover te rapporteren. Zich staande te kunnen houden in kritische beroepssituaties waarin zowel de legitimiteit van de jeugdzorg als zijn eigen functie ter discussie zijn komen te staan. Een duidelijke visie te hebben over de plaats en functie van het beroep in relatie tot actuele maatschappelijke vraagstukken in de jeugdzorg, maar ook ten aanzien van de grenzen als de professionele standaard in het geding is (neemt positie in). 17

18 16. Reflecteert op het eigen handelen De jeugdzorgwerker is in staat op constructieve wijze en in overleg met collega s, de jeugdige, opvoeders en het systeem te reflecteren op zijn eigen normatieve kader en beroepsmatig handelen, waardoor hij weet waar zijn professionele grenzen liggen en waar verbeterpunten in het werkproces zijn. Het eigen handelen te kunnen beschrijven in termen van gedrag en houding en toetsing hiervan aan de beroepstandaard en de beroepscode van de jeugdzorg. Te kunnen reflecteren op het eigen normatieve kader en wat dit betekent voor de effecten daarvan op anderen. Structureel feedback te vragen aan anderen over het beroepsmatig handelen en houdingsaspecten (leidinggevende, collega s, cliënten). Deel te nemen aan reflectiebijeenkomsten met collega s om zijn beroepsmatig- en beroepsethisch handelen te reflecteren (supervisie, intervisie of werkbegeleiding) De feedback m.b.t. zijn beroepsmatig handelen en het professioneel en beroepsethisch oordeel van zijn collega s te benutten voor verbetering van de taakuitoefening en verdere professionalisering. Inzicht te hebben in sterke en minder sterke punten in het eigen functioneren en hieruit de leereffecten te benutten. Een Persoonlijk Ontwikkel Plan te hebben opgesteld waarin SMART acties zijn opgenomen om de verbeterpunten aan te pakken. Met collega s en leidinggevende de ervaren problemen en successen te delen. Nieuwe werkwijzen (handelingsalternatieven) in te zetten om deze na afloop te evalueren en effectieve onderdelen daarvan blijvend in te zetten. Feedback te geven en te vragen aan anderen (leidinggevende, collega s, cliënten). Verbanden te zien tussen de effecten van het eigen normatieve kader op de kwaliteit van de hulp- en dienstverlening. Met tegenslagen in de beroepsuitoefening om te kunnen gaan en om te zetten in positieve energie. Een beroepshouding te hebben ontwikkeld waarin het systematisch reflecteren op zijn normatieve kader, beroepsmatig en beroepsethisch handelen en attitude aan de beroepsstandaard en beroepscode van de jeugdzorg vanzelfsprekend is. De grenzen van de eigen deskundigheid te herkennen en te erkennen. De eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden duidelijk af te bakenen in relatie tot zijn of haar rol en de specifieke hulp- en dienstverleningsvraag. 18

19 17. Beïnvloedt eigen arbeidsomstandigheden De jeugdzorgwerker is in staat zijn eigen arbeidsomstandigheden te bewaken en te beïnvloeden, zodat hij goed kan functioneren, plezier in zijn werk houdt en zich blijft ontwikkelen. Verantwoordelijkheid te nemen om conform het Arbobeleid en de veiligheidsvoorschriften invulling te geven aan zijn werk. Zijn werk zodanig in te kunnen richten dat de gezondheid, welzijn en veiligheid van werken gewaarborgd blijft. Verbanden te kunnen zien tussen eigen lichamelijke of psychische klachten en werkgerelateerde factoren op het gebied van gezondheid, welzijn en veiligheid van het werk en dit te signaleren of op te lossen. Proactief te zijn in het waarborgen van goede arbeidsomstandigheden voor zichzelf door aanpassingen te verrichten in de werksituatie (plannen, organiseren en prioriteiten stellen). In kritische beroepssituaties aspecten te herkennen die de gezondheid, veiligheid en welzijn van zichzelf en in samenhang in gevaar kunnen brengen. Neemt actie ter voorkoming hiervan en doet aan het management voorstellen voor aanpassing van het beleid en de borging hiervan. Het welzijn, gezondheid en veiligheid voor zichzelf te bewaken en mensen hier actief op aan te spreken. Op te komen voor zijn eigen positie in de organisatie door te onderhandelen met de werkgever over de eigen arbeidsomstandigheden. 19

20 18. Draagt bij aan beleid De jeugdzorgwerker is in staat om op kritisch opbouwende wijze bij te dragen aan de vorming en de uitvoering van het beleid van de organisatie, waardoor het management van de organisatie over inzichten uit de praktijk kan beschikken voor het ontwikkelen van beleid. Deel te nemen aan interne overlegsituaties. Kennis en ervaring te delen met collega s en leidinggevende. Organisatorische knelpunten te signaleren die een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de beroepsuitoefening. Verantwoording af te leggen over de kwaliteit van zijn beroepsuitoefening en dit te registreren. Kwaliteitsgericht te zijn door organisatorische knelpunten aan te kaarten. Onderwerpen en ontwikkelingen tijdig onder de aandacht te brengen voor zover deze in overeenstemming met de beroepsstandaard en de beroepscode van de jeugdzorg. Gebruik te maken van inhoudelijke en strategische kennis van de organisatie en deze te benutten bij het leveren van een bijdrage aan de vormgeving en uitvoering van het beleid. Intern kritisch en extern loyaal te zijn in kritische beroepssituaties waarin sprake is van verschillende opvattingen over het beleid van de organisatie of tegenstrijdigheden met de beroepsstandaard of de beroepscode jzw. Gevraagd en ongevraagd structurele factoren te signaleren die een positieve of negatieve invloed hebben op de vorming en uitvoering van het beleid. Organisatorische knelpunten te benoemen en te signaleren. De organisatie als kader voor zijn beroepshouding te aanvaarden en het strategisch beleid van de organisatie centraal te stellen in kritische beroepssituaties waarin sprake is van verschillende opvattingen of visies van anderen binnen en buiten de organisatie. Beleid- en organisatiegebonden aspecten te rapporteren voor de verantwoording van de ontwikkeling en evaluatie van het beleid. 20

21 19. Ontwikkelt het eigen werk De jeugdzorgwerker is in staat om op interactieve wijze zijn visie op het werk te ontwikkelen, en verantwoordelijkheid te nemen voor zijn persoonlijke ontwikkeling als professional en voor de ontwikkeling van het werk, waardoor hij zich verder ontwikkelt, zijn vakkennis actueel blijft en zijn beroepsuitoefening herkend en erkend wordt. Zijn of haar deskundigheid te bevorderen in de beroepsuitoefening en op peil te houden conform de beroepscode jzw. De ontwikkelingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie te benutten voor de competentieontwikkeling in het beroep en het werk in de jeugdzorg. Over een leergierige attitude te beschikken om de kwaliteit van zijn werk te verbeteren. Kennis te nemen van ontwikkelingen met betrekking tot wet- en regelgeving binnen de jeugdzorg. Vakliteratuur bij te houden en dit te delen met collega s, leidinggevenden e.d. Een visie te hebben op het beroep en bij te dragen aan de ontwikkeling van het beroep jeugdzorgwerker Op te hoogte te zijn van vernieuwingen in het werkterrein (zoals inhoudelijke ontwikkelingen, wet- en regelgeving, organisatorische- en bedrijfsmatige ontwikkelingen). Actief zijn visie en kennis uit te dragen aan personen binnen en buiten de organisatie over de ontwikkelingen in het beroep en werk in de jeugdzorg (netwerken van belangen- en beroepsverenigingen). De ontwikkelingsmogelijkheden binnen en buiten de organisatie te benutten voor de verdere professionalisering in het werk. Veranderingen in de samenleving te signaleren, systematisch te onderzoeken en te vertalen naar innovatie van de eigen beroepsontwikkeling en beroepsmatig handelen. (artikelen, vakliteratuur e.d.) Deel te nemen aan (regionale) bijeenkomsten in netwerken van belangen- en beroepsverenigingen waarin kennisdeling of visieontwikkeling centraal staan Een visie te hebben op het beroep en in staat te zijn deze te verwoorden in termen van maatschappij, mens en organisatie. Te beschikken over een flexibele houding en open te staan voor nieuwe werkmethodieken en deze verder door te ontwikkelen en te borgen in de organisatie. 21

22 Themagerichte competentie 20. Omgaan met jeugdigen en opvoeders in gedwongen kaders De jeugdzorgwerker is in staat om bij het inzetten of het adviseren aan relevantie instanties (zoals de kinderrechter) van drang en dwangmaatregelen op duidelijke en respectvolle wijze om te gaan met de jeugdige en opvoeders. Past specifieke wet- en regelgeving tijdens het handelen toe, waardoor jeugdige en opvoeders weten waar ze aan toe zijn, grenzen zijn vastgesteld en er geen onrechtmatige handelingen worden verricht. Primair vanuit het belang van de cliënt te werken; verwoordt op heldere wijze waarom dwang en drang als tijdelijke maatregel een legitiem middel is. Door zijn beroepsmatig handelen en houding aan te kunnen geven wanneer welke grens is overschreden in het gedrag van de jeugdige en/of opvoeders waardoor een maatregel nodig is. Over theoretische kennis te beschikken over groepsdynamische processen bij groepen jeugdigen en in (leef)groepen (systeemtheorie). De beroepscode jzw toe te passen De noodzaak van het gedwongen kader te onderschrijven en te beargumenteren. Dit met relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorie te kunnen onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit systeemtheorie, psychiatrie, psychologie etc.). Te beschikken over een grondhouding waaruit blijkt dat hij of zij transparant is over het ingrijpen en de gevolgen daarvan voor de jeugdige en opvoeders en in staat te zijn om zijn eigen rol te verhelderen. Duidelijke afspraken te maken met de jeugdige en opvoeders over de te volgen acties, de inzet die van hun wordt verwacht en mogelijke sancties bij het overschrijden van gestelde grenzen. Iedere toepassing van drang of dwang met de jeugdige en opvoeders te evalueren op de inzet en het gewenste resultaat. Te reflecteren op het doel van het ingrijpen binnen het gedwongen kader. Dit met relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorie te kunnen onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit de systeemtheorie, psychologie, psychiatrie etc.) Waar mogelijk toe te werken naar het (gedeeltelijk) herstel van de handelingsvrijheid van de jeugdige en/of opvoeders. 22

23 Themagerichte competentie 21. Omgaan met diversiteit De jeugdzorgwerker is in staat om in zijn werk bewust en systematisch rekening te houden met het unieke referentiekader van de jeugdige, opvoeders en het systeem, dan kan afwijken van het algemene beeld, zodat er een optimale aansluiting van de hulpverlening is bij de jeugdige, opvoeders en het systeem, waardoor ongewenste verhoudingen (zoals discriminatie en uitsluitingmechanismen) worden voorkomen. (in aanvulling op bekwame professional) Te weten dat er verschillende gezinsvormen bestaan en wat de kenmerken hiervan zijn. Zijn handelen te baseren op beroepsinhoudelijke theorieën (bijvoorbeeld systeemtheorie, agogiek, psychiatrie, culturele antropologie). Om te kunnen gaan met verschillen in communicatiestijlen en codes. Door zijn beroepsmatig handelen en houding kennis te hebben van specifieke problemen die jeugdige en/of opvoeders uit minderhedengroepen ervaren zoals discriminatie, migratie, radicalisering en eergerelateerd of antihomogeweld. De sekse specifieke en normatieve gelijkwaardigheid tussen zichzelf en de jeugdige en/of opvoeders te bewaken in de beroepsuitoefening. De opvattingen en denkbeelden van de jeugdige te onderzoeken en deze te verbinden met algemeen geldende normen en waarden en het rechtssysteem van de samenleving. Zijn oordeel te baseren op relevante wetenschappelijke en beroepsinhoudelijke theorieën (bijvoorbeeld systeemtheorie, agogiek, psychiatrie, culturele antropologie). Door zijn beroepsmatig handelen en houding bewust te zijn van eigen cultureel, levensbeschouwelijk en/of seksueel referentiekader. Door zijn beroepsmatig handelen en houding zich bewust te zijn van de positie, denkbeelden en vooroordelen die spelen. Het unieke referentiekader van de jeugdige te benutten bij de hulpverlening. In te spelen op de verschillende maatschappelijke ordeningen van de jeugdige. 23

24 Themagerichte competentie 22. Omgaan met vermoedens van huiselijk geweld De jeugdzorgwerker is in staat op een zorgvuldige en heldere wijze signalen van (psychisch, fysiek of seksueel) geweld in huiselijke kring te analyseren en te handelen volgens de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Legt vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld voor, de stappen van de meldcode volgend, aan het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), respectievelijk het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG), zodat het geweld op een effectieve manier wordt aangepakt en de relatie tussen jeugdige, opvoeders en de jeugdzorgwerker op een juiste manier voortgezet kan worden. Door zijn beroepsmatige handelen in situaties met vermoedens van huiselijk geweld blijk te geven over (basale) recente kennis te beschikken over kindermishandeling en huiselijk geweld (zoals over beschermende factoren en risicofactoren, vormen en signalen en de gevolgen van het geweld voor jeugdigen). De eigen waarnemingen in concreet gedrag te kunnen beschrijven en onderbouwen met relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorie onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit de psychologie, psychiatrie, agogiek, biologie, geneeskunde of gezondheidskunde). Kennis te hebben van de beroepscode, relevante (landelijke) meldcodes, protocollen en richtlijnen op het gebied van kindermishandeling en huiselijk geweld en hiernaar te handelen. Bij andere professionals te kunnen toetsen of de signalen worden herkend en tijdig advies te vragen. Signalen te kunnen (her)erkennen rond geweld bij jeugdige en/of opvoeders (lichamelijk welzijn van de jeugdige, het gedrag van de jeugdige; het gedrag van opvoeders). Signalen te kunnen (her)erkennen rond geweld bij jeugdige en/of opvoeders (lichamelijk welzijn van de jeugdige, het gedrag van de jeugdige; het gedrag van opvoeders) en dit kan onderbouwen met relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorie onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit de psychologie, psychiatrie, agogiek, biologie, geneeskunde of gezondheidskunde etc.). Bewust te zijn van de eigen verantwoordelijkheden en mogelijkheden en deze te nemen in de aanpak van de problematiek maar hier ook grenzen aan te stellen. Te weten wanneer sprake kan zijn van een levensbedreigende situatie waarin onmiddellijk handelen nodig is. Dit te kunnen onderbouwen met relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorie onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit de psychologie, psychiatrie, agogiek, biologie, geneeskunde of gezondheidskunde etc). Zich bewust te zijn van de eigen emoties en dilemma s en eigen sterke en zwakke kanten ten aanzien van deze problematiek en in staat te zijn deze te benoemen; In kritische beroepssituaties om te kunnen gaan met dilemma s in de overwegingen om al dan niet en op welke moment in te grijpen indien er sprake is van kindermishandeling of huiselijk geweld. Zijn eigen waarnemingen en oordelen te kunnen scheiden van die van anderen (professionals en/of informanten). Op een open en respectvolle manier zorgen of vermoedens kunnen bespreken met jeugdige en/of opvoeders en daarbij om kunnen gaan met emoties, weerstand en loyaliteitsconflicten (vanuit de jeugdige en/of opvoeders). Situaties te hebben meegemaakt waarin hij of zij melding heeft gedaan van kindermishandeling of huiselijk geweld bij het AMK of ASHG. 24

25 Themagerichte competentie 23. Omgaan met verbaal geweld en (licht) agressief gedrag De jeugdzorgwerker is in staat op respectvolle en duidelijke wijze op te treden bij verbaal geweld en (licht)agressief gedrag, zodat situaties niet escaleren, zijn professionele grenzen niet worden overschreden en problemen worden voorkomen. Agressief gedrag te voorkomen door duidelijk regels te handhaven, consequent te zijn in gedrag en rechtvaardig en eerlijk te handelen. Gebruik te maken van de handelingsprotocollen rond agressie en geweld die door de organisaties zijn opgesteld. Om bij ongedurig, geïrriteerd en/of (licht) agressief gedrag zich professioneel en rustig op te stellen. Het beroepsmatig- en beroepsethisch handelen in het kader van agressief gedrag en de keuzes die hij of zij maakt kan verantwoorden op basis van kennis van beroepsinhoudelijke theorieën vanuit bijvoorbeeld de psychologie, psychiatrie, agogiek etc. In staat te zijn destructief gedrag op te merken en spanningen aan te voelen en dit met relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorie te kunnen onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit de psychologie, psychiatrie, agogiek, biologie, geneeskunde of gezondheidskunde etc.) De durf te hebben te confronteren en eerlijk te zijn door te benoemen wat moet stoppen in het belang van de jeugdige en opvoeders en op een overtuigende manier zich op te stellen. In kritische beroepssituaties met escalatie van verbaal geweld en (licht)agressief gedrag het overzicht te kunnen houden. Een inschatting te kunnen maken van de gevolgen van het (agressie) handelen van de jeugdige voor alle betrokken personen (waaronder de jeugdige, omstanders en zichzelf als professional). Dit kan onderbouwen met relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorie (bijvoorbeeld vanuit de psychologie, psychiatrie, agogiek, biologie, geneeskunde of gezondheidskunde). In gesprek te gaan met de jeugdige en/of opvoeders om gedrag en bejegening bespreekbaar te maken; De verantwoordelijkheid, regie te nemen en keuzes te maken in agressieve situaties en zelfstandig in te grijpen en te beslissen bij escalerende situaties. Dit kan onderbouwen met relevante wetenschappelijke of beroepsinhoudelijke theorie onderbouwen (bijvoorbeeld vanuit de psychologie, psychiatrie, agogiek, biologie, geneeskunde of gezondheidskunde). 25

26

27 27

Beroepsproducten EVC Branchestandaarden Jeugdzorgwerker

Beroepsproducten EVC Branchestandaarden Jeugdzorgwerker Beroepsproducten EVC Branchestandaarden Jeugdzorgwerker 1. Brengt informatie en advies op een begrijpelijke manier over Beschrijving van de competentie: De jeugdzorgwerker is in staat om informatie en

Nadere informatie

Samenvatting Competentieprofiel gedragswetenschapper in de jeugdzorg

Samenvatting Competentieprofiel gedragswetenschapper in de jeugdzorg Samenvatting Competentieprofiel gedragswetenschapper in de jeugdzorg In het kader van de toolkit professionalisering Jeugdzorg volgt hier een samenvatting van het competentieprofiel gedragswetenschapper

Nadere informatie

Samenvatting Competentieprofiel Jeugdzorgwerker

Samenvatting Competentieprofiel Jeugdzorgwerker Samenvatting Competentieprofiel Jeugdzorgwerker In het kader van de toolkit professionalisering Jeugdzorg volgt hier een samenvatting van het competentieprofiel Jeugdzorgwerker. In deze samenvatting worden

Nadere informatie

3 stadia in de ontwikkeling naar vakvolwassenheid

3 stadia in de ontwikkeling naar vakvolwassenheid Branchestandaarden Jeugdzorgwerker 3 stadia in de ontwikkeling naar vakvolwassenheid 1 Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht Postbus 2103 3500 GC Utrecht t. 030-298 53 50 www.fcb.nl contact@fcb.nl

Nadere informatie

Zelfevaluatie * Agressie

Zelfevaluatie * Agressie ben op de hoogte van agressie & beleid Ik heb inzicht in beleidsmatige zaken rondom agressie, stel (mede) beleid op voor een veilig klimaat en toon leiderschap om een veilige werkomgeving te optimaliseren.

Nadere informatie

Beroepsproducten bij niveau Gevorderd professional

Beroepsproducten bij niveau Gevorderd professional Gevorderd professional 6. Werkt outreachend (systeemgerichte contet) 9. Coördineert de zorg (systeemgerichte contet) (Eerste opzet) van hulpverleningsplan/ advies of voorstel voor de inhoud van plan n.v.t.

Nadere informatie

Proeve van bekwaamheid: Formats en formulieren 1

Proeve van bekwaamheid: Formats en formulieren 1 Proeve van bekwaamheid: Formats en formulieren 1 Karin Kleine, projectleider Ontwikkeling traineeship HBO-afgestudeerden Marlous Beijer, projectsecretaris Jeugdzorg Nederland 1 Dit document is geschreven

Nadere informatie

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker Competentieprofiel maatschappelijk werker OCMW 1. Functie Functienaam Afdeling Dienst Functionele loopbaan Maatschappelijk werker Sociale zaken Sociale dienst B1-B3 2. Context Het OCMW garandeert aan elke

Nadere informatie

Competentiematrix Master Pedagogiek

Competentiematrix Master Pedagogiek Competentiematrix Master Pedagogiek 1. Analyseren en interpreteren in staat is tot -onafhankelijke oordeelsvorming over gewenste en binnen de gegeven context haalbare pedagogische arrangementen; -analyse

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Competentieprofiel voor coaches

Competentieprofiel voor coaches Competentieprofiel voor coaches I. Visie op coaching Kwaliteit in coaching wordt in hoge mate bepaald door de bijdrage die de coach biedt aan: 1. Het leerproces van de klant in relatie tot diens werkcontext.

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

VERZAMELSCORELIJST VAN GEWENSTE EN AANWEZIGE (DEEL)KWALIFICATIES VOOR SPH ERS IN DE FUNCTIE VAN HULPVERLENER

VERZAMELSCORELIJST VAN GEWENSTE EN AANWEZIGE (DEEL)KWALIFICATIES VOOR SPH ERS IN DE FUNCTIE VAN HULPVERLENER VERZAMELSCORELIJST VAN GEWENSTE EN AANWEZIGE (DEEL)KWALIFICATIES VOOR SPH ERS IN DE FUNCTIE VAN HULPVERLENER Checklist ingevuld op: Door individuele SPH er: Door SPH-team/projectgroep: Leden: Werkwijze:

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS De ondersteuner passend onderwijs is werkzaam in een team van professionals dat wordt aangestuurd door een ondersteuningsmanager. De ondersteuner passend

Nadere informatie

Functieprofiel doktersassistent(e)

Functieprofiel doktersassistent(e) Functieprofiel doktersassistent(e) Algemene uitgangspunten Respectvol omgaan met patiënten en collega s. Je bent allround doktersassistent(e) in een team die samen verantwoordelijk is voor alle doktersassistent(e)

Nadere informatie

Spelenderwijs begeleiden bij ingrijpende levensgebeurtenissen

Spelenderwijs begeleiden bij ingrijpende levensgebeurtenissen Specificaties Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang Titel: Soort: Werksituatie: Spelenderwijs begeleiden bij ingrijpende levensgebeurtenissen Cursus PW peuterspeelzaal, kinderdagverblijf BSO 4 t/m 8 jaar

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

De ondersteuning van de Kindbehartiger bestaat uit de volgende onderdelen:

De ondersteuning van de Kindbehartiger bestaat uit de volgende onderdelen: Competentieprofiel Kindbehartiger De Kindbehartiger ondersteunt als belangenbehartiger en vertrouwenspersoon ieder kind in een scheidingssituatie, in het vrijwillig kader, aan de voorkant van de juridische

Nadere informatie

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3)

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K0137 480 SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) D1 Voorlichting en advies geven aan cliënten over technologische hulpmiddelen

Nadere informatie

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 Interpersoonlijke competentie Kern 1.2 Inter-persoonlijk competent Communiceren in de groep De student heeft zicht op het eigen communicatief gedrag in de klas

Nadere informatie

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Competentieprofiel kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Generieke Competenties... 2 Affiniteit met kaderlidmaatschap... 2 Sociale vaardigheden... 2 Communicatie... 2 Lerend vermogen... 3 Initiatiefrijk... 3

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling.

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling. Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling. 1. Sociaal beleid in breder verband Ontwikkelen beleid: een complex proces Het ontwikkelen en implementeren van beleid voor preventie en aanpak van grensoverschrijdend

Nadere informatie

Beroepscode Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking

Beroepscode Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking Beroepscode Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking 1 VOORWOORD Met trots presenteert de Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking (BCMB) de

Nadere informatie

Thema: Één meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Thema: Één meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Thema: Één meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling De deelnemers in deze groep kwamen uit zeer verschillende werksoorten en vanuit beide invalshoeken: huiselijk geweld en aanpak kindermishandeling.

Nadere informatie

Profiel personal coach WelSlagen Diversiteit

Profiel personal coach WelSlagen Diversiteit Datum 23-07- 2012 Versie: 1.0 Profiel personal coach WelSlagen Diversiteit Inleiding: De personal coach wordt ingezet om deelnemers van WelSlagen Diversiteit met een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk 2010-2013 volgens het kwalificatiedossier Jeugdzorg 2011. 1=startniveau, 2= aardig eindje op weg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak

Nadere informatie

Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen

Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen Versie 1.0 12 april 2012 Inhoudsopgave blz. Voorwoord 2 Algemeen -Visie 3 -Methodiek 4 Intake/assessment 5 Jobfinding 6 Coaching on the job 7 Definitielijst

Nadere informatie

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage. Specificaties Medewerker maatschappelijke zorg Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Coachend begeleiden en sociaal activeren Cursus Gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg,

Nadere informatie

Taak- Functieomschrijving Aandachtsfunctionaris Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Taak- Functieomschrijving Aandachtsfunctionaris Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Taak- Functieomschrijving Aandachtsfunctionaris Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Deze taak-functieomschrijving is bruikbaar voor alle sectoren welke ondersteuning, begeleiding, zorg, hulp en bescherming

Nadere informatie

Traineeship jeugdzorgwerker

Traineeship jeugdzorgwerker Bijlagen 1 proeve van bekwaamheid Traineeship jeugdzorgwerker Karin Kleine, projectleider Ontwikkeling traineeship HBO-afgestudeerden Marlous Beijer, projectsecretaris Jeugdzorg Nederland 1 Dit document

Nadere informatie

Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep

Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep (versie mei 2012) FUNCTIONERINGSGESPREK leraar basisonderwijs (LA) Naam: Geboortedatum: Huidige school: Leidinggevende: Huidige functie: Datum vorig gesprek:

Nadere informatie

basis-cv, gericht cv, profielschets, open sollicitatiebrief, gerichte sollicitatiebrief, sollicitatiegesprek en netwerkgesprek.

basis-cv, gericht cv, profielschets, open sollicitatiebrief, gerichte sollicitatiebrief, sollicitatiegesprek en netwerkgesprek. Specificaties Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang Niveau: 3 KD: Pedagogisch werk 2012-2013 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg T Instructies en procedures opvolgen Prestatie-indicatoren

Nadere informatie

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING 1 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Doelstellingen competenties Structuur en éénduidigheid Uniformiteit in formulering 2 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Generieke competenties

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

Smart Competentiemeting BSO

Smart Competentiemeting BSO Smart Competentiemeting BSO Pedagogisch medewerker Naam: Josà Persoon Email Testcode : jose_p@live.nl : NMZFIC Leeftijd (jaar) : 1990 Geslacht Organisatie Locatie : v : Okidoki : Eikenlaan Datum invoer

Nadere informatie

NB: Uit deze omschrijving kan worden afgeleid dat onder kindermishandeling ook ernstige verwaarlozing valt.

NB: Uit deze omschrijving kan worden afgeleid dat onder kindermishandeling ook ernstige verwaarlozing valt. Inleiding Dit protocol beschrijft de stappen die een medewerker in de vrouwenopvang behoort te zetten bij (vermoedens van) kindermishandeling van kinderen van cliënten die verblijven in de vrouwenopvang.

Nadere informatie

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag Keuzedeel mbo Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo Op dit moment is een wijziging van de WEB in voorbereiding waarmee

Nadere informatie

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Gedurende de opleiding werken de studenten in de praktijk aan praktijkopdrachten. Een schooljaar

Nadere informatie

Zorginnovaties en technologie

Zorginnovaties en technologie Keuzedeel mbo Zorginnovaties en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0138 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied

Nadere informatie

PROFIEL COLLEGE VAN BESTUUR

PROFIEL COLLEGE VAN BESTUUR Vastgesteld in de bestuursvergadering van 24 mei 2007 PROFIEL COLLEGE VAN BESTUUR Binnen de voor de stichting geldende statuten en reglementen, is het College van Bestuur het bevoegd gezag van de stichting,

Nadere informatie

Communiceren met de doelgroep voor OA en PW Kinderopvang

Communiceren met de doelgroep voor OA en PW Kinderopvang Specificaties Onderwijsassistent Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Communiceren met de doelgroep voor OA en PW Kinderopvang Training Kinderdagverblijf, BSO of basisschool Demonstratie Niveau: 4

Nadere informatie

Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid

Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid Toetsingskader 2019, pagina 1 Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid De Wmo-toezichthouder ziet, in opdracht van de gemeenten in Gelderland-Zuid, toe op de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

De Aandachtsfunctionaris 1

De Aandachtsfunctionaris 1 De Aandachtsfunctionaris 1 Profiel aandachtsfunctionaris kindermishandeling Functieomschrijving De aandachtsfunctionaris heeft een belangrijke rol bij de implementatie van de meldcode in de organisatie,

Nadere informatie

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen SWOT-ANALYSE Met een SWOT-analyse breng ik mijn sterke en zwakke punten in kaart. Deze punten heb ik vervolgens in verband gebracht met de competenties van en leraar en heb ik beschreven wat dit betekent

Nadere informatie

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang Grensoverschrijdend gedrag Klik Kinderopvang wijst alle vormen van grensoverschrijdend gedrag af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang grensoverschrijdend gedrag voorkomen

Nadere informatie

Protocol Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld binnen de zorgstructuur van het Karel de Grote College Nijmegen.

Protocol Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld binnen de zorgstructuur van het Karel de Grote College Nijmegen. Protocol Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld binnen de zorgstructuur van het Karel de Grote College Nijmegen. Sinds juli 2013 is het onderwijs wettelijk verplicht om op scholen met de Meldcode

Nadere informatie

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO

Nadere informatie

Trajectlijn keuzedeel Zorginnovaties en technologie Code K SBU - niveau 4 Gekoppeld aan MBO - Verpleegkundige (4) en Maatschappelijke Zorg (4)

Trajectlijn keuzedeel Zorginnovaties en technologie Code K SBU - niveau 4 Gekoppeld aan MBO - Verpleegkundige (4) en Maatschappelijke Zorg (4) Trajectlijn keuzedeel Zorginnovaties en technologie Code K0138 480 SBU - niveau 4 Gekoppeld aan MBO - Verpleegkundige (4) en Maatschappelijke Zorg (4) D1 K1 Multidisciplinair samenwerken m.b.t. de inzet

Nadere informatie

Proeve van bekwaamheid. Traineeship Jeugdzorgwerker. Handleiding 1

Proeve van bekwaamheid. Traineeship Jeugdzorgwerker. Handleiding 1 Proeve van bekwaamheid Traineeship Jeugdzorgwerker Handleiding 1 Karin Kleine, projectleider Ontwikkeling traineeship HBO-afgestudeerden Marlous Beijer, projectsecretaris Jeugdzorg Nederland 1 Dit document

Nadere informatie

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag Ondergetekenden - (naam + functie), namens Gemeente Den Haag -, namens Regiopolitie Haaglanden, -, namens Algemeen Maatschappelijk Werk Den Haag, bestaande

Nadere informatie

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Het gaat om de volgende zeven verandercompetenties. De competenties worden eerst toegelicht en vervolgens in een vragenlijst verwerkt. Veranderkundige

Nadere informatie

TRAINING VOOR VERTROUWENSPERSONEN Over integriteit en vertrouwelijkheid

TRAINING VOOR VERTROUWENSPERSONEN Over integriteit en vertrouwelijkheid TRAINING VOOR VERTROUWENSPERSONEN Over integriteit en vertrouwelijkheid Training voor medewerkers die binnen hun bedrijf als vertrouwenspersoon optimaal willen functioneren. Training vertrouwenspersonen

Nadere informatie

Model Beroepsprofiel Cliëntondersteuner voor mensen met een beperking

Model Beroepsprofiel Cliëntondersteuner voor mensen met een beperking Model Beroepsprofiel Cliëntondersteuner voor mensen met een beperking Het doel van deze beschrijving is om enerzijds houvast te geven voor het borgen van de unieke expertise van de cliëntondersteuner voor

Nadere informatie

Kerncompetenties psychotherapeut

Kerncompetenties psychotherapeut Kerncompetenties psychotherapeut 5 oktober 2006 Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie Overname is toegestaan, mits ongewijzigd en met gebruik van bronvermelding. Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie,

Nadere informatie

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is. VOORTGANGSRAPPORTAGE Praktijk PW 4 Jeugdzorg 2009-2011 naam: klas: loopbaanbegeleider: 1=startniveau, 2= aardig eindje onderweg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak 1 Opstellen van een activiteitenprogramma

Nadere informatie

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering VOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent BOL leerjaar 2 in 2011-2012 Verdiepingsfase OAS praktijk 2011-2013 volgens het Kwalificatiedossier 2010. naam: klas: Loopbaanbegeleider: 1= startniveau 2=aardig

Nadere informatie

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met Doelgericht werken De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met elkaar. Wat zien en horen we als onze

Nadere informatie

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de Multisource Feedback Er zijn drie verschillende formulierensets Multisource Feedback (MSF) beschikbaar in het digitaal portfolio: Bij de MSF (collega s) is het verplicht minimaal 3 collega s een vragenlijst

Nadere informatie

Blauwdruk Leerlijn Seksualiteit

Blauwdruk Leerlijn Seksualiteit RAAK-Pro project: ezond seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg Blauwdruk Leerlijn Seksualiteit Het project Seksueel gezond gedrag in de RJ heeft twee doelstellingen: 1. De handelingsverlegenheid

Nadere informatie

1. Opstellen van een activiteitenprogramma en een plan van aanpak

1. Opstellen van een activiteitenprogramma en een plan van aanpak Specificaties Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Opvallend gedrag Cursus Kinderopvang (kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, tienerwerk, naschoolse opvang,

Nadere informatie

Body of Knowledge. Kwalificatiedossier Sociaal Werk. Werkversie 0.1. 1/7 Sociaal Werk v0.1

Body of Knowledge. Kwalificatiedossier Sociaal Werk. Werkversie 0.1. 1/7 Sociaal Werk v0.1 Body of Knowledge Kwalificatiedossier Sociaal Werk Werkversie 0.1 1/7 Sociaal Werk v0.1 Inhoud 1 Sociaal werk basis... 3 1.1 Begeleiden... 3 1.2 Gesprekstechniek/sociale vaardigheden... 3 1.3 Planmatig

Nadere informatie

Wonen Doe Je Thuis: inhoudelijk kader van Combinatie Jeugdzorg

Wonen Doe Je Thuis: inhoudelijk kader van Combinatie Jeugdzorg Combinatie Jeugdzorg helpt kinderen en ouders vakkundig bij complexe vragen over opvoeden en opgroeien, zodat kinderen zich optimaal ontwikkelen en meedoen in de samenleving. Daarbij worden participatie

Nadere informatie

School-CJG-er voor 0 tot 12 jarigen in Breda

School-CJG-er voor 0 tot 12 jarigen in Breda School-CJG-er voor 0 tot 12 jarigen in Breda Werkomgeving De School-CJG-er werkt in een kwadrant van Breda, met de scholen en voorschoolse voorzieningen voor de jeugdigen en hun ouders in dat gebied. De

Nadere informatie

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Beroepsprofiel verzorgende IG altijd dichtbij werkt voor DE ZORG www.nu91.nl Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde Een nieuw beroepsprofiel:

Nadere informatie

Steunpunt Zorg & Onderwijs Fryslân

Steunpunt Zorg & Onderwijs Fryslân Steunpunt Zorg & Onderwijs Fryslân Kwaliteitseisen dagprogramma s met ZOAL (Zorg en Onderwijs op een andere Locatie) Kwaliteitseisen en dienstverlening voor ZOAL-aanbieders, versie 26 juli 2017 1 Inhoud

Nadere informatie

Specificaties. Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg. Creëer een veilig seksueel klimaat. Werksituatie:

Specificaties. Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg. Creëer een veilig seksueel klimaat. Werksituatie: Specificaties Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Creëer een veilig seksueel klimaat Cursus PWJ Voorlichtingsprogramma voor een specifieke doelgroep Niveau: 4 KD:

Nadere informatie

Algemene voorwaarden cultuurcoördinator

Algemene voorwaarden cultuurcoördinator 1 Algemene voorwaarden cultuurcoördinator Opleidingsniveau & denkniveau HBO denk- & werkniveau Opleiding; (Master) opleiding Richtlijn uren coördinatie; 40 uur Randvoorwaarden; Open en transparante communicatie

Nadere informatie

Verzamelformulier beroepsgerichte examens

Verzamelformulier beroepsgerichte examens Consortium Beroepsonderwijs www.consortiumbo.nl Verzamelformulier beroepsgerichte examens KD: Pedagogisch Werk Datum uitgifte KD: 24-02-2016 Crebonummer KD: 23183 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Kwalificatie:

Nadere informatie

Nationale Bijscholingsdag

Nationale Bijscholingsdag Nationale Bijscholingsdag Voor Jeugd- en Gezinsprofessionals Trainer: Anja Roosendaal Programma Vormen huiselijk geweld /kindermishandeling Signaleren en handelen Risicofactoren en beschermende factoren

Nadere informatie

Competentieprofiel. Verpleegkundige

Competentieprofiel. Verpleegkundige Competentieprofiel Verpleegkundige Overzicht competenties Flexibel gedrag Inlevingsvermogen Integriteit Kwaliteitsgerichtheid Probleemanalyse Samenwerken Sociabiliteit Stressbestendigheid Vakgerichtheid

Nadere informatie

Kwaliteitskader jeugdzorg. De norm van verantwoorde werktoedeling

Kwaliteitskader jeugdzorg. De norm van verantwoorde werktoedeling Kwaliteitskader jeugdzorg De norm van verantwoorde werktoedeling Nederlands Jeugdinstituut (NJi), Utrecht. Dit Kwaliteitskader jeugdzorg is tot stand gekomen in het kader van het Implementatieplan Professionalisering

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE PRAKTIJK KINDEROPVANG BBL vlg het Kwalificatiedossier 2011

VOORTGANGSRAPPORTAGE PRAKTIJK KINDEROPVANG BBL vlg het Kwalificatiedossier 2011 VOORTGANGSRAPPORTAGE PRAKTIJK KINDEROPVANG BBL vlg het Kwalificatiedossier 2011 K1: Pedagogisch werker = 3; de gewoon getypte onderdelen behoren bij de kwalificatie van niveau 3 en van niveau 4. K2: Gespecialiseerd

Nadere informatie

Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport. De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2

Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport. De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2 Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2 Door de inspectie Jeugdzorg en de Gezondheidszorg. Apeldoorn 26 april 2017 1 Aanleiding

Nadere informatie

Overzichtskaart 3. Opvoedingsondersteuning. voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen

Overzichtskaart 3. Opvoedingsondersteuning. voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen Overzichtskaart 3 Opvoedingsondersteuning voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen Zelfreflectie-instrument individuele opvoedingsondersteuning Sommige JGZ-professionals zullen al over

Nadere informatie

Competenties op het gebied van Management en Leidinggeven

Competenties op het gebied van Management en Leidinggeven P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Com puterw eg 1,3542 D P U trecht Postbus 1087,3600 BB Maarssen tel.0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 w w w.picom pany.nl servicedesk@ picom pany.nl Het PiCompany

Nadere informatie

Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoogeveen meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoogeveen meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoogeveen meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voorlopig vastgesteld door directeur-bestuurder 9 februari 2012 instemming PGMR 8 maart 2012 definitief

Nadere informatie

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Titel: Muzisch-creatieve vorming deel 2

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Titel: Muzisch-creatieve vorming deel 2 Specificaties Medewerker maatschappelijke zorg Titel: Muzisch-creatieve vorming deel 2 Soort: Werksituatie: Eindproduct: Niveau: 3 Training Muzisch-creatieve activiteiten kunnen op allerlei plaatsen in

Nadere informatie

Competentieprofiel medewerker BAAL

Competentieprofiel medewerker BAAL Het competentieprofiel is opgebouwd uit enerzijds de algemene competenties vanuit het ruime werkkader van vzw Jongerenwerking Pieter Simenon en anderzijds uit de beroepsspecifieke competenties gericht

Nadere informatie

Competentie scoreformulier kandidaat VVRV Examinator

Competentie scoreformulier kandidaat VVRV Examinator Competentie scoreformulier kandidaat VVRV Examinator Competenties van de VVRV Examinator: - Oordeelsvermogen - Nauwkeurigheid - Besluitvaardigheid - Onafhankelijkheid - Effectief communiceren - Reflectie/Leervermogen

Nadere informatie

Statuut onafhankelijk vertrouwenswerk in de jeugdhulp

Statuut onafhankelijk vertrouwenswerk in de jeugdhulp Statuut onafhankelijk vertrouwenswerk in de jeugdhulp Vertrouwenswerk Het AKJ vertrouwenspersonen in de jeugdhulp voert landelijk het vertrouwenswerk uit, zoals vastgelegd in de Jeugdwet. Het vertrouwenswerk

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

Toetsingskader Nieuwe toetreders jeugdhulp

Toetsingskader Nieuwe toetreders jeugdhulp Toetsingskader Nieuwe toetreders jeugdhulp Utrecht, november 2015 Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de Gezondheidszorg Ministerie

Nadere informatie

Toetsingskader Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

Toetsingskader Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen Toetsingskader Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen Utrecht, april 2016 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

Gespreksformulieren LB personeel Dommelgroep

Gespreksformulieren LB personeel Dommelgroep Gespreksformulieren LB personeel Dommelgroep (versie mei 2012) FUNCTIONERINGSGESPREK leraar basisonderwijs (LB) Naam: Geboortedatum: Huidige school: Leidinggevende: Huidige functie: Datum vorig gesprek:

Nadere informatie

Effectieve besluitvorming in onderwijs en jeugdhulp: Basis voor integraal arrangeren

Effectieve besluitvorming in onderwijs en jeugdhulp: Basis voor integraal arrangeren Effectieve besluitvorming in onderwijs en jeugdhulp: Basis voor integraal arrangeren Handvatten voor samenwerkingsafspraken en inrichting van werkprocessen. Voor scholen, samenwerkingsverbanden, jeugdhulporganisaties

Nadere informatie

Algemene competentiebeschrijving van de functie verpleegkundige

Algemene competentiebeschrijving van de functie verpleegkundige 1 Algemene competentiebeschrijving van de functie verpleegkundige Algemeen: De verpleegkundige van NivoZorg heeft uiteraard een grote affiniteit met onze doelgroep in de thuissituatie namelijk langdurige

Nadere informatie

NORMEN KWALITEITSLABEL SOCIAAL WERK

NORMEN KWALITEITSLABEL SOCIAAL WERK NORMEN KWALITEITSLABEL SOCIAAL WERK Opzet De normen zijn afgeleid van de vastgestelde Kwaliteitswaarden van de branche Sociaal Werk. Ze zijn ingedeeld in drie hoofdgroepen, die de opzet van deze Branchecode

Nadere informatie

Aantekenformulier van het assessment PDG

Aantekenformulier van het assessment PDG Aantekenformulier van het assessment PDG Kandidaat: Assessor: Datum: Een startbekwaam docent voldoet aan de bekwaamheidseisen voor leraren in het tweedegraadsgebied (zie competentie 1 t/m 7 op de volgende

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

SOVOR. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

SOVOR. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling SOVOR Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Maart 2014 1 Inleiding Het bevoegd gezag van de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Roosendaal (SOVOR) overwegende dat a. SOVOR verantwoordelijk

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289

Keuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289 Keuzedeel mbo Triage gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0289 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2016 2 van

Nadere informatie

secundaire preventie kindermishandeling

secundaire preventie kindermishandeling Bijlage 2 Meldcodes van VWS/NIZW 1 en KNMG De samenvattingen van de meldcode kindermishandeling van VWS/NIZW en van de KNMG zijn beide in deze bijlage afgedrukt. In beide meldcodes worden de stappen van

Nadere informatie

Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling . Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling Brielle, September 2015 1 Inleiding De meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (HG&K) heeft betrekking op alle vormen van geweld in de huiselijke

Nadere informatie

Meedenksessie Onderwijs over agressie

Meedenksessie Onderwijs over agressie Meedenksessie Onderwijs over agressie Opening (Gitta v/d Berg) Welkom Doel van deze bijeenkomst Programma 15.00u Opening 15.15u Inleiding Door Gitta v/d Berg (Trainer omgaan met agressie) Door Barbara

Nadere informatie

Beoordelingscriteria / leerdoelen rio-opleiding

Beoordelingscriteria / leerdoelen rio-opleiding Rio-opleiding Beoordelingscriteria / leerdoelen rio-opleiding A Thema zittingsvoorbereiding I Procedurele zaken 1 beoordelen of het dossier aan de formaliteiten voldoet en de benodigde actie ondernemen

Nadere informatie

Werktrajectbegeleider

Werktrajectbegeleider Werktrajectbegeleider Functiebeschrijving naar aanleiding van CAO-tekst Trajectbegeleider Vastgesteld door: Directeurbestuurder Datum: December 2005 Algemene kenmerken De werktrajectbegeleider richt zich

Nadere informatie

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Verdieping doelgroepen

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Verdieping doelgroepen Specificaties Medewerker maatschappelijke zorg Titel Soort Werksituatie Verdieping doelgroepen Cursus Medewerkers maatschappelijke zorg zijn werkzaam in instellingen voor wonen, dagbesteding en vrije tijd

Nadere informatie