basis EHBO opleiding Het Vlaamse Kruis vzw (eerste hulp bij ongelukken)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "basis EHBO opleiding Het Vlaamse Kruis vzw (eerste hulp bij ongelukken)"

Transcriptie

1 Het Vlaamse Kruis vzw basis EHBO (eerste hulp bij ongelukken) opleiding Algemeen secretariaat Provinciesteenweg Boechout Tel Fax E-post:

2 Voorwoord

3 Hoofdstuk 1 Bouw en werking van het lichaam 1. De cellen Zoals bij alle levende wezens, bestaat ook het menselijk lichaam uit zeer kleine, met het oog niet meer waarneembare bouwstenen, die men cellen noemt. De cel gebruikt zuurstof en voedingsstoffen als energiebron voor haar activiteiten. Deze stoffen worden aangevoerd door het bloed. Het bloed voert ook afvalstoffen (oa. koolstofdioxide) af. Die worden door de cel aan het bloed afgegeven en uitgescheiden via longen, urinewegen en huid. 2. Het ademhalingsstelstel 1.1

4 Tijdens het inademen zet de borstkas uit en spannen de middenrifspieren zich op. Op die manier wordt lucht via neus, mond en luchtpijp in de longen aangezogen. Bij het uitademen neemt de borstkas haar oorspronkelijke positie weer in. Ook de spieren van het middenrif ontspannen zich. Daardoor stroomt de lucht naar buiten. Bij ademnood worden er bijkomende spieren ingeschakeld. Dit noemen we de hulpademhalingsspieren (spieren van de hals- en schoudergordel). Een volwassene in rust ademt 12 tot 18 maal per minuut. Per keer ademt hij ongeveer 500 ml, dit is dus ongeveer 8 liter per minuut. Deze hoeveelheid kan sterk toenemen bij inspanning. In de ingeademde lucht zit 20 tot 21 % zuurstof, in de uitgeademde lucht 15 tot 16 %. Daar-door kunnen we door mond-op-mondbeademing nog zuurstof in de longen van het slachtoffer brengen, hoewel we die lucht reeds ingeademd hebben. 3. De bloedsomloop doorsnede van het hart 1.2

5 4. De huid De huid bestaat uit drie lagen. De buitenlaag (opperhuid) bestaat uit afgestorven huidcellen en is daardoor goed bestand tegen agressie. Onder de opperhuid bevindt zich de lederhuid. Die bevat levende cellen, bloedvaten, zenuwuiteinden, De derde laag is de onderhuid. Ze vormt de verbinding met de onderliggende structuren. Ze bestaat vooral uit vet- en bindweefsel. 5. Het bewegingsstelsel 5.1 Het skelet Wij zijn constant in beweging. Om deze bewegingen mogelijk te maken, beschikken we over beenderen, gewrichten en spieren. De spieren worden bestuurd door het zenuwstelsel en krijgen voedingsstoffen en zuurstof via het bloed. Bij de verbranding (energie) ontstaan afvalstoffen, die ook met het bloed worden afgevoerd. 1.3

6 5.2 De gewrichten Waar twee of meer beenderen met elkaar in aanraking komen, is één of andere vorm van gewricht aanwezig. 5.3 Het spierstelsel Spieren hechten via pezen aan de beenderen. Deze pezen zijn witte taaie banden die weinig elastisch zijn. 6. Het zenuwstelsel Het zenuwstelsel regelt de activiteiten van alle organen van het menselijk lichaam, door het uitzenden en ontvangen van prikkels en de verwerking ervan. Het zenuwstelsel bestaat uit de hersenen, het ruggenmerg en de perifere zenuwen. 6.1 De hersenen De hersenen worden beschermd door de schedel. Het ruggenmerg loopt in de wervelzuil. Prikkels die vanuit de hersenen vertrekken, gaan via het ruggenmerg naar de zenuwen. Prikkels worden eveneens van de zenuwen, via het ruggenmerg naar de hersenen gevoerd. 1.4

7 1.5

8 Hoofdstuk 2 Organisatie van de dringende geneeskundige hulpverlening (DGH) 1. De dienst 112 Nog steeds zoeken mensen in een noodgeval eerst hulp bij buren, familie, bekenden, de huisarts Die zijn niet altijd bereikbaar of beschikbaar en hun tussenkomst is misschien niet voldoende. De eerste reflex zou dus steeds moeten zijn om meteen de hulpdiensten op te roepen. 1.1 Noodnummers Sinds 1964 bestaat in België de mogelijkheid om via een eenvoudig oproepnummer de hulpdiensten te verwittigen. Dit nummer werd in de jaren 90 aangepast omwille van een Europese harmonisatie. Je kan vanaf elk vast of mobiel telefoontoestel de brandweer en de medische hulpdiensten oproepen via nummer 112 (of de vroegere 100).Wie uitsluitend politiehulp wenst, gebruikt het nummer 101. De telefoonmaatschappijen zorgen ervoor dat de oproep rechtstreeks toekomt in de desbetreffende centrale (in elke provincie + Brussel). 1.2 Centrales Het telefoonnummer van de oproeper verschijnt meteen op het computerscherm. Bij oproepen vanaf een vaste telefoon (huis, publieke cel) verschijnt ook het adres (niet voor geheime nummers). Aan de hand van de gegevens, verstrekt door de oproeper, stuurt de centralist de nodige hulpdiensten ter plaatse. Bij ongevallen op de openbare weg wordt ook de politie verwittigd. 1.3 Ziekenauto s De 112-centrale stuurt bij elke oproep voor ziekte of ongeval meteen de dichtstbijzijnde ziekenauto uit. De ziekenauto's voor Dringende Geneeskundige Hulp worden bemand door minstens twee ambulanciers. Zij kregen een basisopleiding van 160 uren en volgen jaarlijks 24 uren bijscholing in de provinciale opleidingscentra. Na de eerste zorgen ter plaatse wordt het slachtoffer door de ziekenauto naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis met een erkende spoedgevallendienst gebracht. 2.1

9 1.4 Mobiele UrgentieGroep (MUG) Indien de ernst of de omvang van de situatie reeds bij de oproep duidelijk is, dan stuurt de 112-centrale ook een MUG-team uit. Zoniet kan dit later nog gebeuren na verdere oproepen of op vraag van de toegekomen ziekenautobemanning. Een MUG-team bestaat minstens uit een arts en een verpleegkundige, beiden werkzaam op de spoedgevallendienst. In een MUG-wagen is er geen brancard voorzien, er rijdt dus nog apart een ziekenauto naar het slachtoffer. De MUG-arts start ter plaatse de eerste behandeling en beslist over het vervoer van het slachtoffer (eventueel naar een gespecialiseerd ziekenhuis). Hij begeleidt het slachtoffer in de ziekenauto. 2. Kosten Voor het vervoer per ziekenauto van de 'dienst 112' wordt een vergoeding per kilometer aangerekend (minimum forfait 10 km). Deze prijzen worden bij Ministerieel Besluit vastgelegd. De terugbetaling van vervoerskosten door het ziekenfonds behoort tot de 'vrije verzekering': elk ziekenfonds hanteert eigen tarieven. De arts van het MUG-team wordt vergoed voor elke geleverde prestatie volgens de geldende tariefcode. De terugbetaling van prestaties en erelonen door het ziekenfonds behoort tot de 'verplichte verzekering': deze tarieven liggen vast. Buiten de 'dienst 112' gelden geen vaste prijzen voor het ziekenautovervoer. Informeer bij uw ziekenfonds of bij de ziekenautodienst naar de tarieven. De kosten voor een 'nutteloze' uitruk van de ziekenauto worden gedragen door een 'Waarborgfonds'. Dit fonds wordt gevoed door een belasting van 0,5 % op de premie van de autoverzekering. Dit fonds betaalt de vervoerskosten indien: - er blijkbaar geen gekwetsten zijn; - het slachtoffer geen vervoer wenst; - de MUG-arts oordeelt dat er geen vervoer nodig is; - het slachtoffer overleden is. 3. Belangrijke telefoonnummers Dringend ziekenvervoer Brandweer 112 Politie 101 Antigifcentrum (info bij vergiftigingen)

10 Hoofdstuk 3 Benadering van een slachtoffer De benadering van een slachtoffer gebeurt in een vaste volgorde. Tijdens die benadering worden ook levensreddende handelingen gesteld. 1. Kalmte Blijf kalm en treed zelfzeker op. Door je kalmte en zelfzekerheid zal het slachtoffer meer vertrouwen hebben, zich veiliger voelen en ook kalmeren. De omstanders zullen ook vlugger bereid zijn te helpen als je het hun vraagt. 2. Veiligheid 2.1 Jezelf Zorg dat je zelf geen slachtoffer wordt als je aan het helpen bent. Beter een slachtoffer en een helper dan twee slachtoffers. Let bv. op: - bij instortingsgevaar: het gebouw niet betreden; - bij brand: enkel het gebouw betreden indien dit veilig is en jezelf beschermen met bv. een nat laken; - bij ongevallen op de openbare weg: laat een gevaarsdriehoek plaatsen (30 meter op gewone wegen, 100 meter op een autosnelweg); - bij gas- of benzinelek: geen vonken of vlammen maken; - bij elektriciteit: de stroombron uitschakelen alvorens de patiënt te benaderen; - bij agressieve patiënten: een vechtpartij vermijden; - bij vreemde lichaamsvochten: draag handschoenen als je in contact kan komen met bloed, speeksel, urine ; - bij werkende machines: de noodstop gebruiken. 2.2 Slachtoffer Naast je eigen veiligheid dien je ook in te staan voor de veiligheid van het slachtoffer. Bv.: - gevaarlijke omgeving (brandgevaar, instortingsgevaar, ongeval op een autosnelweg, werkende machines): verplaats het slachtoffer uit de gevaarlijke situatie; - verzorg het slachtoffer zoveel mogelijk ter plaatse, zonder het te verplaatsen. 3.1

11 2.3 Omgeving Vaak dien je ook nog voor de veiligheid van de omstanders te zorgen die staan toe te kijken en daarbij soms roekeloos gedrag vertonen. Dit is bv. het geval bij: - ontploffingsgevaar: laat sigaretten doven (duid iemand aan die hierop toeziet); - verkeersongevallen: let op dat men niet ondoordacht de straat oversteekt... Omstanders kunnen de hulpverleners met hun mening en commentaar aardig het leven zuur maken. Probeer deze betweters een opdracht te geven, maar laat in ieder geval je hulpverlening hierdoor niet in het gedrang brengen. 3. Vermoeden van wervelletsel Een val op het hoofd, plat op de rug of op het zitvlak, of een aanrijding kunnen een verschuiving of breuk van nek- of rugwervels veroorzaken. Om verdere schade te vermijden, moet vanaf het eerste ogenblik gezorgd worden dat het slachtoffer niet verplaatst wordt en zo min mogelijk zelf beweegt. 4. Vitale functies Na een algemene benadering van de situatie onderzoeken we het slachtoffer. Eerst controleren we de levensnoodzakelijke - vitale - functies in deze volgorde: 4.1 Bewustzijn - Geluidsprikkels: mijnheer/mevrouw, is alles in orde? - Gevoelsprikkels: zachtjes aan de schouders schudden. 4.2 Ademhaling Maak de luchtwegen vrij door het hoofd achterover te kantelen en de kin op te heffen. Houd je oor boven de mond en neus van het slachtoffer, kijk in de richting van de borstkas en: - luister: naar ademgeluiden; - kijk: naar adembewegingen van de borstkas/buik; - voel: naar uitgeademde lucht (met de wang). 3.2

12 4.3 Hartwerking Controleer op adembewegingen, hoesten of bewegen. Start reanimatie indien nodig. 5. Bloedingen Bloedingen worden gestelpt door middel van een: - drukkend verband: ter hoogte van de wonde: dit stelpt bijna iedere bloeding; - knelverband (afbinden): enkel in zeer uitzonderlijke gevallen noodzakelijk alarmeren Voor je het hulpcentrum 112 alarmeert, dien je eerst voldoende informatie verzameld te hebben om het hulpcentrum 112 alle gegevens te kunnen doorspelen. Aan het hulpcentrum 112 meld je: - wie je bent (wordt soms gevraagd); - wat er gebeurd is; - waar het gebeurd is: precieze plaatsbepaling (gemeente, straatnaam + huisnummer); - aantal slachtoffers (bepaalt mee het aantal ziekenauto's dat gestuurd wordt); - letsels (dit geeft de 112 informatie of er een MUG moet meegestuurd worden); - bijzondere omstandigheden: gekneld slachtoffer, slachtoffer in het water of een put, brand... Stuur bij voorkeur iemand anders om de 112 te bellen, zodat je zelf bij het slachtoffer kan blijven. Laat iemand de ziekenauto opwachten aan de ingang van het gebouw en laat aanwijzen waar hij binnen het gebouw moet zijn. Hou er ook rekening mee dat, als er meer dan één ziekenauto of een MUG komt, zij eveneens deze aanwijzingen krijgen. 7. Verdere verzorging - Controleer herhaaldelijk bewustzijn, ademhaling en hartwerking. - Dien verdere zorgen toe, afhankelijk van de letsels van het slachtoffer - Ondervraag het slachtoffer en controleer het op letsels. Onderzoek ruim een pijnlijke plaats; "waar het pijn doet, moet je gezien hebben". Controleer ook naar andere, misschien minder duidelijke letsels. - Roep gepaste hulp bij. - Stel het slachtoffer gerust, houd contact met het slachtoffer, laat het slachtoffer niet alleen. - Maak spannende kledij los (broekriem, stropdas). - Laat het slachtoffer niet roken, eten of drinken. De lippen bevochtigen mag wel. - Laat een staand slachtoffer minstens zitten voor een verzorging, geef het slachtoffer een comfortabele en aangepaste houding (afhankelijk van de ziektetoestand). - Zorg voor een zuurstofrijke omgeving. - Toon het slachtoffer niet onnodig zijn kwetsuren. - Bescherm het slachtoffer tegen afkoeling. - Verplaats het slachtoffer niet onnodig. 3.3

13 Hoofdstuk 4 Reanimatie volwassene (vanaf 8 jaar) De basis van het leven zijn de vitale functies: ademhaling en hartwerking*. Deze functies moeten we in de eerste plaats controleren en eventueel overnemen. Dit noemen we "reanimatie". 1 Bewustzijn Zorg voor de veiligheid van jezelf en het slachtoffer. Controleer of het slachtoffer nog reageert. Een slachtoffer dat bewust is, ademt nog en heeft nog hartwerking. Iedere bewusteloze patiënt verkeert echter in levensgevaar: hij is immers de controle kwijt over tal van mechanismen en reacties. Deze patiënt beseft bijvoorbeeld niet meer dat zijn tong de luchtweg afsluit. Hij zal geen braaksel kunnen uitspuwen, hij zal zijn gezicht niet uit het water kunnen opheffen, enz.. Nadat we onze veiligheid en die van het slachtoffer verzekerd hebben, controleren we of het slachtoffer bewust is: - Schud zachtjes aan beide schouders. - Vraag luidop: "Is alles in orde?" Indien het slachtoffer hierop niet reageert, noemen we het "bewusteloos". Evenredig met de graad van bewusteloosheid, worden de spieren slapper. Zo ook de kaakspieren en de tongspier. Daardoor kan de tong in de keelholte zakken en zo de luchtweg afsluiten: het slachtoffer stikt in zijn tong. A. Het slachtoffer antwoordt of beweegt Indien het slachtoffer antwoordt of beweegt: 1 Laat het slachtoffer liggen zoals je het vindt (zo er geen gevaar dreigt). 2 Stuur iemand om hulp.als je alleen bent, laat het slachtoffer alleen en ga zelf hulp oproepen. 3 Controleer of er verwondingen zijn. 4 Controleer regelmatig het bewustzijn. a. Slachtoffer bewust = ok * of circulatie of bloedsomloop 4.1

14 B. Het slachtoffer reageert niet 2. Ademhaling Indien het slachtoffer niet reageert: 1 Vraag een andere persoon om in de buurt te blijven. 2 Als je het slachtoffer niet volledig kan beoordelen in de positie waarin het zich bevindt, draai het slachtoffer dan op de rug. 3 Breng het hoofd in hyperstrekking. Bij een bewusteloos slachtoffer kan de tong in de keelholte zakken en zo de luchtweg afsluiten. Door het hoofd achterover te houden en de kin naar voor te trekken, heffen we de tong omhoog zodat de luchtweg vrij komt. Dit doen we als volgt: - Plaats een hand op het voorhoofd en druk het hoofd zachtjes achterover (= hyperstrekking). Hou duim en wijsvinger vrij om bij mond-op-mondbeademing de neus dicht te drukken. - Verwijder zichtbare voorwerpen uit de mond van het slachtoffer. Draag hiervoor liefst handschoenen. - Een loszittend gebit wordt verwijderd, een goed zittend gebit blijft ter plaatse. - Vloeistoffen kan je verwijderen door het hoofd van het slachtoffer van je weg te draaien, zodat de onderste mondhoek lager is dan de mondholte*. - Andere vreemde voorwerpen kan je verwijderen door het hoofd van je weg te draaien en met een vinger het voorwerp uit de mond te vegen. 4 Licht de kin op met de vingertoppen onder de kin van het slachtoffer (= kinlift) om de luchtweg te openen. Dit is vaak voldoende om de ademhaling terug op gang te brengen. Probeer het achteroverkantelen van het hoofd te vermijden als het slachtoffer een nekletsel kan hebben: gebruik in dat geval vooral de kinlift. Controleer de ademhaling: Terwijl je de luchtweg openhoudt: kijk, luister en voel naar ademhaling (meer dan af en toe eens naar adem snakken of beperkte adempogingen). - Kijk naar beweging van de borstkas. - Luister aan de mond naar ademgeluiden. - Voel met je wang naar uitademlucht. Deze controle kunnen we in één handeling verrichten: houd je oor vlak boven het gezicht van het slachtoffer terwijl je de hierboven beschreven hyperstrekking en kinlift behoudt en kijk naar de bewegingen van de borstkas. Zo kan je gelijktijdig kijken, luisteren en voelen. *Als een nekletsel vermoed wordt, wordt niet enkel het hoofd gedraaid, maar draait één persoon de patiënt in totaal, terwijl een tweede hulpverlener tijdens de draaibeweging het hoofd fixeert ten opzichte van het gehele lichaam. 4.2

15 Kijk, luister en voel maximum 10 seconden alvorens je besluit dat de ademhaling normaal is. A.Als het slachtoffer ademt 1 Leg het slachtoffer in stabiele zijligging. - Zet de bril van het slachtoffer af. - Verwijder grote voorwerpen (bv. GSM, sleutelbos) van het slachtoffer. - Kniel naast het slachtoffer en zorg er voor dat beide benen recht liggen. - Plaats de arm aan jouw kant naar boven in een rechte hoek t.o.v. het lichaam, de elleboog geplooid, de handpalm naar boven. - Trek de verstverwijderde arm over de borst en houd de rug-zijde van de hand tegen de kortstbijzijnde wang van het slachtoffer. - Grijp met je andere hand het been aan de overzijde, net boven de knie en trek dit omhoog, de voet blijft op de grond. - Trek aan het been terwijl je de hand van het slachtoffer tegen de wang gedrukt houdt en draai het slachtoffer op deze wijze naar je toe op zijn zij. - Plaats het bovenste been zo dat heup en knie in een rechte hoek opgetrokken liggen. - Kantel het hoofd achterover en zorg dat de luchtweg vrij blijft. De mond ligt hierbij naar beneden gedraaid. - Verplaats zo nodig de hand onder de wang om het hoofd achterovergekanteld te houden. 2 Stuur iemand om hulp of, als je alleen bent, laat het slachtoffer alleen en roep zelf hulp in. 3 Blijf de ademhaling controleren. 4 Als het slachtoffer meer dan 30 minuten in stabiele zijligging ligt, draai het dan op de andere zijde. NB: stabiele zijligging wordt NIET toegepast bij: - baby s; - mogelijk rug- of nekletsel; - grote breuken. 4.3

16 a. Slachtoffer bewust = ok b. Slachtoffer bewusteloos, wel ademhaling = stabiele zijligging B. Als het slachtoffer niet ademt 1 Laat de hulpdiensten alarmeren of, indien je alleen bent: laat het slachtoffer alleen en alarmeer de hulpdiensten, keer terug naar het slachtoffer en start beademing. 2 Draai het slachtoffer op de rug als dit nog niet het geval is. 3 Beadem tweemaal traag, zodat de borstkas telkens omhoogkomt en terugzakt: - Voer hyperstrekking en kinlift uit. - Knijp het zachte deel van de neus dicht met de wijsvinger en duim van de hand die op het voorhoofd ligt. - Open de mond van het slachtoffer een beetje, maar behoud de kinlift. - Adem diep in en plaats je lippen rond de mond van het slachtoffer, waarbij je de mond goed afsluit.vermijd luchtlekken. - Blaas rustig lucht in de mond van het slachtoffer terwijl je naar de beweging van de borstkas kijkt. Dit doe je in ongeveer 2 seconden, zoals bij een normale ademhaling. - Behoud hyperstrekking en kinlift, neem je mond weg van het slachtoffer en kijk naar de borstkas zodat je die weer terug tot zijn normale positie ziet zakken. 4 Adem zelf in en herhaal deze werkwijze zodat je in totaal tweemaal effectief beademt. Als je problemen hebt om te beademen (de borstkas komt niet omhoog): - Controleer opnieuw de mondholte van het slachtoffer en verwijder vreemde voorwerpen. - Zorg voor een goede hyperstrekking en kinlift. - Doe maximum 5 pogingen tot beademing met als doel 2 effectieve beademingen te kunnen uitvoeren. - Zelfs indien dit niet lukt: ga verder met de controle van de hartwerking. 3. Hartwerking Controleer of er tekens van hartwerking zijn: - Kijk, luister en voel opnieuw of er normale ademhaling aanwezig is, of het slachtoffer hoest of beweegt. A. Je bent zeker dat er tekens van hartwerking zijn - Voer verder mond-op-mondbeademing uit tot het slachtoffer terug spontaan ademt. - Telkens na ongeveer 10 beademingen (of ongeveer elke minuut) controleer je naar tekens van ademhaling en hartwerking. Dit duurt maximum 10 seconden. - Als het slachtoffer spontaan begint te ademen maar bewusteloos blijft, draai het dan in stabiele zijligging. Controleer zijn toestand en hou je klaar om het slachtoffer terug op de rug te draaien en te beademen indien het stopt met ademen. 4.4

17 a. Slachtoffer bewust = ok b. Slachtoffer bewusteloos, wel ademhaling = stabiele zijligging c. Slachtoffer geen ademhaling, wel hartwerking = mond-op-mondbeademing B. Er zijn geen tekens van hartwerking, of je bent niet zeker 1 Zorg dat het slachtoffer op een harde onderlaag ligt. 2 Start hartmassage. a Bepaal met de hand die het kortst bij het voeteinde van het slachtoffer is, de plaats van de onderste helft van het borstbeen: volg met de wijs- en middelvinger de ribbenboog tot het punt waar de ribben het borstbeen raken. Plaats hier je middelvinger en plaats je wijsvinger op het borstbeen zelf. b Glijd met de hiel van de andere hand naar beneden over het borstbeen tot aan de wijsvinger: dit is de onderste helft van het borstbeen. c Laat de hiel van je hand hier staan en plaats je tweede hand bovenop de eerste. d Strek de vingers van beide handen uit of sla ze in elkaar en trek de vingers omhoog om geen druk op de ribben uit te oefenen. Druk niet op de buik of de onderste rand van het borstbeen. e Plaats jezelf loodrecht boven de borstkas van het slachtoffer en leun met gestrekte armen voorover zodat het borstbeen 4 tot 5 cm diep ingedrukt wordt. f Richt jezelf op zonder het contact tussen hand en borstbeen te verliezen. g Herhaal deze pompbewegingen aan een snelheid van ongeveer 100 maal per minuut. Hardop tellen kan van nut zijn om het ritme te behouden. Indrukken en loslaten duren even lang. 3 Combineer beademing en hartmassage. - Na 15 maal hartmassage, voer 2 geslaagde beademingen uit (max. 5 pogingen). - Plaats je handen zonder tijdverlies op de juiste plaats op het borstbeen (zie punt 2 a-c) en voer 15 hartmassages uit.voer verder hartmassage en beademing uit in de verhouding 15:2. - De reanimatie wordt niet onderbroken tenzij het slachtoffer beweegt of spontaan ademt. a. Slachtoffer bewust = ok b. Slachtoffer bewusteloos, wel ademhaling = stabiele zijligging c. Slachtoffer geen ademhaling, wel hartwerking = mond-op-mondbeademing d. Slachtoffer geen hartwerking = mond-op-mondbeademing + hartmassage 4.5

18 Blijf verder reanimeren totdat: - Gespecialiseerde hulp overneemt. - Het slachtoffer tekens van leven vertoont. - Je uitgeput geraakt. 4. Wanneer het hulpcentrum 112 bellen in geval van reanimatie volwassene? Het hulpcentrum 112 moet zo vroeg mogelijk gebeld worden: - Als er meer dan één hulpverlener aanwezig is, start één hulpverlener de reanimatie terwijl een andere hulpverlener de 112 alarmeert zodra is vastgesteld dat het slachtoffer niet ademt. - Als er slechts één hulpverlener aanwezig is, dan gaat die er bij een ademhalingsstilstand van uit dat er een hartprobleem is en zal de 112 zelf alarmeren zodra hij deze ademhalingsstilstand vaststelt. In volgende gevallen zal er echter eerst een minuut gereanimeerd worden alvorens de 112 te bellen: - letsels door een ongeval; - verdrinking; - verstikking; - overdosis medicatie of alcohol; - als het slachtoffer een kind is. Basisreanimatie volwassene (vanaf 8 jaar) Controleer bewustzijn Open de luchtweg Aanspreken en aan schouders schudden Hyperstrekking en kinlift Controleer de ademhaling Kijk, luister en voel Er is ademhaling: stabiele zijligging Er is geen ademhaling: alarmeer 112 mond-op-mondbeademing Tweemaal effectief beademen Controleer hartwerking Ademhaling, hoesten, bewegen Er is hartwerking: verder beademen controleer elke minuut hartwerking Er is geen hartwerking: harde onderlaag hartmassage + beademen Hartmassage 100 x per minuut Verhouding 15:2 4.6

19 Hoofdstuk 5 Uitwendige bloedingen 1 Bloedstelping uitwendige bloedingen Kleine uitwendige bloedingen behoeven geen bloedstelping. Op de verzorging wordt verder ingegaan in het hoofdstuk wondverzorging. Elke bloeding die niet uit zichzelf stopt, moet gestelpt worden. EHBO: - Oefen rechtstreekse druk uit op de wonde. - Breng het lidmaat in hoogstand: hou het lidmaat hoger dan het hart om de bloeding te verminderen. Deze techniek vult vaak het drukkend verband aan. - Laat het lidmaat voldoende rusten: beweging bevordert de bloeding. Het stilhouden van het lidmaat helpt de bloedstelping. - Zorg voor vervoer naar een arts of ziekenhuis. Een hevige bloeding moet steeds door een arts verzorgd worden. Bel een ziekenauto als er veel bloedverlies was of het slachtoffer duizelig is. Het ontsmetten van een wonde met een hevige bloeding is tijdverlies. Dat kan achteraf door de arts of in het ziekenhuis gebeuren als de bloeding gestelpt is. 1.1 Rechtstreekse druk op de wonde A. Druk op de wonde dmv je handen Je kan tijdverlies beperken door met een zuiver voorwerp rechtstreeks op de wonde te drukken terwijl het lidmaat in hoogstand gebracht wordt. Om te drukken kan je gebruik maken van bij voorbeeld een zuivere zakdoek of keukenhanddoek. Om rechtstreeks contact met bloed van het slachtoffer te vermijden, draag je best verzorgingshandschoenen. Druk vervolgens de zakdoek of handdoek ter hoogte van de wonde om de bloeding voorlopig te stelpen. Intussen kan een ander persoon andere EHBO-materialen klaarleggen om een drukkend verband aan te leggen. 5.1

20 B. Druk op de wonde dmv een drukkend verband Om een drukkend verband aan te leggen, hebben we volgende materialen nodig: - Verzorgingshandschoenen: ter beveiliging van de hulpverlener. - Een stapeltje zuivere kompressen; de zakdoek of handdoek die reeds rechtstreeks op de wonde gedrukt wordt, kan echter ook verder dienst doen. - Een zwachtel van 7 of 10 cm breed. - Kleeflint om het verband te bevestigen. Werkwijze: - Draag steeds verzorgingshandschoenen als je in contact kan komen met lichaamsvochten van het slachtoffer. - Laat het slachtoffer gaan zitten of liggen. - Breng het lidmaat in hoogstand. - Verwijder kledij en juwelen. - Het stapeltje kompressen (of de zakdoek of handdoek) doet dienst als drukkussen.we plaatsen dit ter hoogte van de wonde, zodat de wonde volledig bedekt wordt door het drukkussen. - Breng het verband aan over het drukkussen. Het verband wordt in cirkelslagen ter hoogte van de bloeding aangebracht, zodat het drukkussen volledig afgedekt wordt. De windingen mogen vrij stevig aangelegd worden, zonder echter de volledige bloedstoevoer af te snoeren. - Kleef het verbandeinde vast met enkele strookjes kleeflint. - Laat het slachtoffer het gewonde lidmaat niet bewegen. De bloeding is gestelpt als de wonde niet meer sijpelt. Als vingers of tenen na aanleggen van een drukkend verband verkleuren (blauw of lijkbleek), dan is het drukkend verband te krachtig aangesnoerd en moet je het iets lossen. 5.2

21 Stopt de bloeding niet met dit drukkend verband: - Laat het eerst aangelegde drukkend verband ter plaatse. - Plaats een hard voorwerp ter hoogte van de wonde. - Geef met dit voorwerp bijkomende druk op de wonde, door het vast te leggen met een zwachtel die opnieuw vrij stevig mag aangelegd worden. - Kleef het verbandeinde vast met enkele strookjes kleeflint. Verdere hulpverlening: - Controleer op andere verwondingen. - Controleer bewustzijn, ademhaling en hartwerking van het slachtoffer. - Probeer de hoeveelheid bloedverlies te beoordelen. - Voorzie vervoer van het slachtoffer voor verdere verzorging: - vervoer per ziekenwagen naar het ziekenhuis is aangewezen in geval van: - een niet te stelpen bloeding; - problemen met de vitale functies; - veel bloedverlies; - mogelijke diepere verwondingen (bv. buik, borstkas); - duizeligheid van het slachtoffer. - vervoer met een personenwagen, naar huisarts of spoedgevallen - is toegestaan in de overige gevallen. Best laat je het slachtoffer niet zelf rijden met de wagen. 5.3

22 2. Neusbloeding Een neusbloeding kan spontaan beginnen, maar ook veroorzaakt worden door: - een slag of stoot; - neuspeuteren; - ernstige letsels van de schedelbeenderen; - ziekte (hoge bloeddruk, stollingsstoornissen...). EHBO - Informeer naar de oorzaak van de neusbloeding. Is de neusbloeding mogelijk het gevolg van een slag tegen het hoofd, handel dan zoals bij een mogelijk nek- of rugletsel (blz ) laat het slachtoffer dan niet bewegen en verwittig de 112.Was er geen slag tegen het hoofd: - Laat het slachtoffer zitten. - Draag verzorgingshandschoenen om jezelf te beschermen. - Laat het slachtoffer één maal de neus snuiten. - Laat de neusvleugels dichtdrukken vlak onder het neusbeen gedurende 15 minuten zonder te onderbreken. - Laat het hoofd voorover houden met de kin op de borstkas. - Kalmeer het slachtoffer. - Raad aan om niet te snuiten gedurende de volgende 2 tot 3 uren. - Bij herhaling of niet stoppen van de bloeding: verwijs door naar een arts. 5.7

23 Hoofdstuk 6 Wondverzorging 1 Schaafwonde en snijwonde De meest voorkomende wonden zijn de schaafwonde en de snijwonde. Schaafwonde Een schaafwonde is een oppervlakkige wonde waarbij de buitenste huidlagen gekwetst zijn. Schaafwonden bloeden nauwelijks, maar zijn vaak pijnlijk en bevatten vaak nog vuilresten. Diepere schaafwonden geven gemakkelijk vocht af. Schaafwonden die vuil bevatten dat we met eenvoudige wondreiniging niet kunnen verwijderen, laten we door een arts verzorgen. Snijwonde Een snijwonde wordt veroorzaakt door een scherp voorwerp. Dit kan een oppervlakkige, maar soms ook diepe verwonding van de huidlagen veroorzaken, waarbij andere organen (zenuwen, spieren, bloedvaten) kunnen gekwetst worden. Een snijwonde vertoont gladde wondranden en kan hevig bloeden. Bij snijwonden met een hevige bloeding komt bloedstelping op de eerste plaats: zie hiervoor hoofdstuk 5. Diepere snijwonden, snijwonden met gapende wondranden of met een vreemd voorwerp laten we door een arts verzorgen. Een oppervlakkige snijwonde kunnen we ook zelf verzorgen. Alvorens te beginnen met wondverzorging, moeten we eerst beslissen of we de wonde zelf gaan verzorgen of dat ze door een arts moet verzorgd worden. 1.1 Als we de wonde laten verzorgen door een arts Volgende wonden moeten steeds door een arts behandeld worden: - sterk bevuilde wonden; - grote of diepe wonden; - vreemd voorwerp in de wonde dat niet oppervlakkig zit; - gapende wondranden; - ontstoken wonden; - hevige bloedingen. Indien we de wonde laten verzorgen door een arts, dan beperken we onze wondzorgen tot de volgende handelingen: - Draag verzorgingshandschoenen om jezelf te beschermen. - Leg een droog kompres op de wonde. Doordrenk dit 6.1

KVK AVELGEM 01869. REANIMATIE en AED 2013-2015. Sportmedische begeleiding KVK Avelgem. Pascal D Haene

KVK AVELGEM 01869. REANIMATIE en AED 2013-2015. Sportmedische begeleiding KVK Avelgem. Pascal D Haene KVK AVELGEM 01869 REANIMATIE en AED Sportmedische begeleiding KVK Avelgem Pascal D Haene 2013-2015 D O O R N I K S E S T E E N W E G 2 2 6 8 5 8 0 A V E L G E M R E A N I M A T I E Reanimatie is het

Nadere informatie

Lesfiche : EHBO & Reanimatie

Lesfiche : EHBO & Reanimatie Lesfiche : EHBO & Reanimatie Niveau 1: (Praktijk: 2lesuren) Inschatten van een situatie: Veiligheid! Waarom? Niemand heeft nood aan meerdere slachtoffers dan er oorspronkelijk waren ( aarzel dus ook niet

Nadere informatie

BASISOPLEIDING BEDRIJFSHULPVERLENING Niet spoedeisende Eerste Hulp

BASISOPLEIDING BEDRIJFSHULPVERLENING Niet spoedeisende Eerste Hulp INHOUDSOPGAVE 3 NIET SPOEDEISENDE EERSTE HULP... - 2-3.1 Flauwte... - 2-3.2 Wonden... - 2-3.3 Neusbloeding... - 4-3.4 Letsel aan het oog... - 4-3.5 Kneuzing / verstuiking... - 4-3.6 Botbreuken / ontwrichting...

Nadere informatie

KBC-Preventie. Ongevallen thuis. we hebben het voor u

KBC-Preventie. Ongevallen thuis. we hebben het voor u KBC-Preventie Ongevallen thuis we hebben het voor u Basisprincipes van eerste hulp Handel als eerstehulpverlener. Zorg dat u de situatie niet verergert. Blijf rustig in een noodsituatie en verleen de eerste

Nadere informatie

EHBébé. Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar

EHBébé. Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar EHBébé Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar Bij baby s en peuters moet je vaak ogen op je rug hebben. Jammer genoeg ontsnappen ze al eens aan onze waakzame blik, soms met de nodige blutsen,

Nadere informatie

"EHBO" is een uitgave van CLB Externe preventie Industrieterrein Kolmen 1085 3570 Alken Tel : 011 59 83 50

EHBO is een uitgave van CLB Externe preventie Industrieterrein Kolmen 1085 3570 Alken Tel : 011 59 83 50 EHBO zon e Voor g erken eilig w d en v 1. Inleiding COLOFON "EHBO" is een uitgave van CLB Externe preventie Industrieterrein Kolmen 1085 3570 Alken Tel : 011 59 83 50 Redactie : CLB EDPB Fotografie : www.fotoben.be

Nadere informatie

EHBébé ONGEVALLENGIDS VOOR KINDEREN TUSSEN 0 EN 3 JAAR

EHBébé ONGEVALLENGIDS VOOR KINDEREN TUSSEN 0 EN 3 JAAR EHBébé ONGEVALLENGIDS VOOR KINDEREN TUSSEN 0 EN 3 JAAR Bij baby s en peuters moet je vaak ogen op je rug hebben. Jammer genoeg ontsnappen ze al eens aan onze waakzame blik, soms met de nodige blutsen,

Nadere informatie

Inkijkexemplaar. Inhoud. 1 Ongeval 3. 2 Huidwonde 13. 3 Brandwonde 20. 4 Bloedneus 23. 5 Bloeding 26

Inkijkexemplaar. Inhoud. 1 Ongeval 3. 2 Huidwonde 13. 3 Brandwonde 20. 4 Bloedneus 23. 5 Bloeding 26 1 0 6 Inhoud Elke dag gebeuren er ongevallen. Soms heel kleine, maar soms ook grotere. Als er iets gebeurt, is het handig dat je weet wat je moet doen om te helpen. Eerste hulp is niet zo moeilijk. Je

Nadere informatie

Eerstehulpinitiatie voor doven en slechthorenden

Eerstehulpinitiatie voor doven en slechthorenden Eerstehulpinitiatie voor doven en slechthorenden Inhoud Kennismaking Basisprincipes van eerste hulp Vier stappen in eerste hulp Bloeding Brandwonde Huidwonde Kennismaking Inhoud Kennismaking Basisprincipes

Nadere informatie

INKIJKEXEMPLAAR. 1. Goede zorgen. De principes van eerste hulp

INKIJKEXEMPLAAR. 1. Goede zorgen. De principes van eerste hulp Helpertje@work 1. Goede zorgen Hoe zorg je voor het comfort van een slachtoffer dat het koud heeft? Hoe bescherm je een slachtoffer tegen de zon? Wat doe je wanneer een slachtoffer honger of dorst heeft?

Nadere informatie

EHBébé. Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar

EHBébé. Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar EHBébé Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar Bij baby s en peuters moet je vaak ogen op je rug hebben. Jammer genoeg ontsnappen ze al eens aan onze waakzame blik, soms met de nodige blutsen,

Nadere informatie

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie WANNEER CPR + AED? Stilstand circulatie (hart) Stilstand ademhaling CPR bij ieder

Nadere informatie

Inkijkexemplaar. Inhoud. 6 Hoofd- en wervelletsels. 1 Ongevallen. 7 Letsels aan botten, 2 Problemen met. 8 Vergiftigingen door inslikken.

Inkijkexemplaar. Inhoud. 6 Hoofd- en wervelletsels. 1 Ongevallen. 7 Letsels aan botten, 2 Problemen met. 8 Vergiftigingen door inslikken. Inhoud Ongevallen gebeuren elke dag. Meestal gaat het om kleine ongevallen waarvan de gevolgen niet zo erg zijn: een valpartij met een schaafwonde tot gevolg, een verstuikte voet bij het sporten, of een

Nadere informatie

AG eerste hulp opleidingen Best 0499-397404 agopleiding@gmail.com

AG eerste hulp opleidingen Best 0499-397404 agopleiding@gmail.com AG eerste hulp opleidingen Best 0499-397404 agopleiding@gmail.com Algemeen De mens kan ongeveer normaal 1 minuut zonder zuurstof. Hersenen zijn het meest gevoelig voor een tekort aan zuurstof. Typerend

Nadere informatie

Inkijkexemplaar. Inhoud

Inkijkexemplaar. Inhoud Inhoud Ongevallen gebeuren elke dag. Meestal gaat het om kleine ongevallen waarvan de gevolgen niet zo erg zijn: een schaafwonde door te vallen, een verstuikte voet bij het sporten, of een bloedneus op

Nadere informatie

Behandeling van wonden en letsels

Behandeling van wonden en letsels Module 4 Behandeling van wonden en letsels Als u deze module gevolgd hebt, weet u: - Wat u moet doen bij mogelijk inwendig bloedverlies - Wat u moet doen bij uitwendig bloedverlies - Wat u moet doen bij

Nadere informatie

Het bieden van hulp bij een ademhalingsof hartstilstand

Het bieden van hulp bij een ademhalingsof hartstilstand OPDRACHTFORMULIER Het bieden van hulp bij een ademhalingsof hartstilstand Naam student: Datum: Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen.

Nadere informatie

Leeftijd Omstaanders Materiaal

Leeftijd Omstaanders Materiaal Simulatie 1 Leeftijd Omstaanders Materiaal Volwassen Kind Baby Geen Leek AED Pocketmasker VEILIGHEID Wees zeker dat het veilig is voor jezelf, het slachtoffer en de omstaanders BEWUSTZIJN Controleer of

Nadere informatie

H o c k e y E H B O. Woensdag 30 november MHC Goirle. Door Paul van den Broek

H o c k e y E H B O. Woensdag 30 november MHC Goirle. Door Paul van den Broek H o c k e y E H B O Woensdag 30 november MHC Goirle Door Paul van den Broek Inhoud Alarmeren Blaren Bloedneus Epilepsie Hersenschudding verstuikingen Schaafwond Suikerziekte Wond Bewusteloosheid Bloedhygiëne

Nadere informatie

Doel van deze presentatie: het op peil houden van kennis en vaardigheden met betrekking tot de reanimatie en als voorbereiding op een competentietest.

Doel van deze presentatie: het op peil houden van kennis en vaardigheden met betrekking tot de reanimatie en als voorbereiding op een competentietest. Deze presentatie is voor personen die in het bezit zijn van een reanimatie diploma. Doel van deze presentatie: het op peil houden van kennis en vaardigheden met betrekking tot de reanimatie en als voorbereiding

Nadere informatie

TRIVIANT BLAUW (uitprinten op blauw papier) Stoornissen in het bewustzijn, de ademhaling en de bloedsomloop

TRIVIANT BLAUW (uitprinten op blauw papier) Stoornissen in het bewustzijn, de ademhaling en de bloedsomloop TRIVIANT BLAUW (uitprinten op blauw papier) Stoornissen in het bewustzijn, de ademhaling en de bloedsomloop Welke drie functies zijn van direct levensbelang en hoe noemen we deze functies? Hersenfunctie

Nadere informatie

Inkijkexemplaar. Inhoud

Inkijkexemplaar. Inhoud Inhoud Ongevallen gebeuren elke dag. Meestal gaat het om kleine ongevallen waarvan de gevolgen niet zo erg zijn: een valpartij met een schaafwonde tot gevolg, een verstuikte voet bij het sporten, of een

Nadere informatie

Inkijkexemplaar. Inhoud. 1 Ongeval 3. 2 Flauwte 17. 3 Huidwonde 20. 4 Brandwonde 28. 5 Bloedneus 33. 6 Bloeding 36

Inkijkexemplaar. Inhoud. 1 Ongeval 3. 2 Flauwte 17. 3 Huidwonde 20. 4 Brandwonde 28. 5 Bloedneus 33. 6 Bloeding 36 Inhoud Ongevallen gebeuren elke dag. Meestal gaat het om kleine ongevallen waarvan de gevolgen niet zo erg zijn: door een valpartij met de fiets loop je een schaafwonde op, je krijgt een bloedneus tijdens

Nadere informatie

Wat is EHBO? HET VOORAL NIET ERGER MAKEN

Wat is EHBO? HET VOORAL NIET ERGER MAKEN First Aid & CPR Wat is EHBO? Situatie zo goed mogelijk inschatten Niet panikeren & gezond verstand gebruiken Hulpdiensten correct contacteren en informeren Toestand stabiliseren (in afwachting hulpdiensten)

Nadere informatie

Basale reanimatie van kinderen door niet-zorgprofessionals

Basale reanimatie van kinderen door niet-zorgprofessionals Basale reanimatie van kinderen door niet-zorgprofessionals -Gebaseerd op de 2010 richtlijnen- Introductie Indien reanimatie van een kind nodig is, wordt aan hulpverleners zonder specifieke training in

Nadere informatie

1. Zorg voor je eigen veiligheid, die van het slachtoffer en van de omstaanders

1. Zorg voor je eigen veiligheid, die van het slachtoffer en van de omstaanders Aanbevelingen van de Belgische Reanimatieraad (BRC) voor Cardiopulmonaire Reanimatie en Automatische Externe Defibrillatie, uitgevoerd door de eerste hulpverleners ter plaatse opgeleid in de technieken

Nadere informatie

11.5.3.1. EHBO-tips: Wonden en hun verzorging

11.5.3.1. EHBO-tips: Wonden en hun verzorging 11.5.3.1. EHBO-tips: Wonden en hun verzorging Voor eerste hulp maken we een onderscheid tussen : 1. lichte wonden : kunnen door de hulpverlener volledig zelf verzorgd worden. 2. ernstige wonden : worden

Nadere informatie

Competenties Eerste Hulp

Competenties Eerste Hulp Onderdeel 01. Vijf belangrijke punten bij het verlenen van Eerste Hulp de vijf belangrijke punten toepassen. maatregelen te nemen om de veiligheid van zichzelf, medehulpverleners, omstanders en slachtoffer(s)

Nadere informatie

kraamafdeling informatiebrochure Observatie, stimulatie en babyreanimatie n*-dienst

kraamafdeling informatiebrochure Observatie, stimulatie en babyreanimatie n*-dienst kraamafdeling informatiebrochure Observatie, stimulatie en babyreanimatie n*-dienst Inhoudstafel 1. Inleiding 4 2. Observatie 4 3. Stimulatie 4 4. Babyreanimatie 5 5. Contactgegevens bij vragen 10 3 1.

Nadere informatie

1. WANNEER ELKE SECONDE TELT

1. WANNEER ELKE SECONDE TELT 1. WANNEER ELKE SECONDE TELT Basale reanimatie: beademing en hartmassage bij baby s en kinderen volgens de Richtlijnen 2006 van de Nederlandse Reanimatie Raad, de NRR 2. DE NORMALE SITUATIE Longen en ademhaling

Nadere informatie

Examen bedrijfshulpverlener Eerste Hulp

Examen bedrijfshulpverlener Eerste Hulp Examen bedrijfshulpverlener Eerste Hulp Examencode: 110 Serienummer: 015 Beschikbare tijd: 45 minuten Aandachtspunten: Dit examen bestaat uit 30 meerkeuzevragen. Vraag 1 t/m 15 gaan over Niet-spoedeisende

Nadere informatie

Reanimatie Stabiele zijligging Toedienen zuurstof

Reanimatie Stabiele zijligging Toedienen zuurstof Nieuwe richtlijnen sinds 2010 Kobe Van Herwegen 1* Instructeur Reanimatie Stabiele zijligging Toedienen zuurstof E-mail: kobe.vh@gmail.com GSM: 0474/81 49 20 2 3 Probleemstelling Volgorde Veiligheid Hartstilstand

Nadere informatie

MODULE 3 Levensreddende handelingen

MODULE 3 Levensreddende handelingen MODULE 3 Levensreddende handelingen cursus brandweerman Levensreddende handelingen Hoofdstuk 1: Algemene interventieprocedures Het menselijk lichaam De eerste minuten Opbouw van het lichaam Ons lichaam

Nadere informatie

HANDLEIDING EHBO JO KST ELEN

HANDLEIDING EHBO JO KST ELEN HANDLEIDING EHBO JO KST ELEN In het kader van gezondheidsopvoeding en EHBO publiceren we enkele basisregels bij eventueel voorkomende problemen op en langs voetbalterreinen. Deze regels beogen niet een

Nadere informatie

Inkijkexemplaar. Inhoud. Ongeval Flauwte Huidwonde Brandwonde Bloedneus Bloeding Oefening. Om te onthouden!

Inkijkexemplaar. Inhoud. Ongeval Flauwte Huidwonde Brandwonde Bloedneus Bloeding Oefening. Om te onthouden! Inhoud Ongevallen gebeuren elke dag. Meestal gaat het om kleine ongevallen waarvan de gevolgen niet zo erg zijn: door een valpartij met de fiets loop je een schaafwonde op, je krijgt een bloedneus tijdens

Nadere informatie

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie WANNEER CPR + AED? Stilstand circulatie (hart) Stilstand ademhaling CPR bij ieder

Nadere informatie

E.H.B.O. bij motorongevallen

E.H.B.O. bij motorongevallen E.H.B.O. bij motorongevallen Doel Inzicht in (voorkomen) ongevallen Basiskennis van EHBO bij motorongevallen Achtergrond informatie Bestuurder < 20 jaar heeft 50% meer kans op een ongeval dan bestuurder

Nadere informatie

Dringende verzorging in afwachting van de komst van de geneesheer. (Artikel 178 van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming Bijlage)

Dringende verzorging in afwachting van de komst van de geneesheer. (Artikel 178 van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming Bijlage) Dringende verzorging in afwachting van de komst van de geneesheer (Artikel 178 van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming Bijlage) Inhoudstafel I. Wonden - Bloedingen... 5 II. Verstuiking,

Nadere informatie

CPR CARDIOPULMONAIRE RESUSCITATIE

CPR CARDIOPULMONAIRE RESUSCITATIE CPR CARDIOPULMONAIRE RESUSCITATIE Inhoud CPR standaardschema: start hartmassage CPR uitzonderingsschema: start beademing Bewusteloos en normale ademhaling: stabiele zijligging De keten van overleven Herkennen

Nadere informatie

Basisreanimatie volwassenen. CPR-werkgroep Heilig Hart Ziekenhuis Mol

Basisreanimatie volwassenen. CPR-werkgroep Heilig Hart Ziekenhuis Mol Basisreanimatie volwassenen CPR-werkgroep Heilig Hart Ziekenhuis Mol Overlevingsketen is de basis voor Advanced Life Support en een goede en snel begonnen is doorslaggevend voor het succes van de ALS en

Nadere informatie

Basale reanimatie van volwassenen

Basale reanimatie van volwassenen Basale reanimatie van volwassenen Introductie Dit hoofdstuk bevat de richtlijnen basale reanimatie van volwassenen voor de enkele hulpverlener, buiten het ziekenhuis. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op

Nadere informatie

Reanimatie bij Kinderen. David Van Grembergen Urgentie arts AZ Sint-Lucas Gent

Reanimatie bij Kinderen. David Van Grembergen Urgentie arts AZ Sint-Lucas Gent Reanimatie bij Kinderen David Van Grembergen Urgentie arts AZ Sint-Lucas Gent Doel van deze avond Herkennen van ademhalings en/of hartstilstand Tijdig hulp roepen Starten met Basic Life Support Hartmassage

Nadere informatie

Vijf belangrijke punten

Vijf belangrijke punten Vijf belangrijke punten 1. Let op gevaar 2. Nagaan wat er is gebeurd en daarna wat het kind mankeert 3. Stel het kind gerust en zorg voor beschutting 4. Zorg voor professionele hulp 5. Help het kind op

Nadere informatie

Stoornissen in het bewustzijn. AG eerste hulp opleidingen Best

Stoornissen in het bewustzijn. AG eerste hulp opleidingen Best Stoornissen in het bewustzijn AG eerste hulp opleidingen Best Beoordeel het bewustzijn Kniel naast het slachtoffer aan de gezichtszijde. Spreek het slachtoffer aan en schud voorzichtig aan de beide schouders.

Nadere informatie

CPR VOOR DE BEVOLKING met de nieuwe richtlijnen. Danny Martens

CPR VOOR DE BEVOLKING met de nieuwe richtlijnen. Danny Martens CPR VOOR DE BEVOLKING met de nieuwe richtlijnen CPR De richtlijnen zijn opgemaakt als basis voor Cardio Pulmonaire resuscitatie (CPR) van een volwassene uitgevoerd door 1 persoon op basis van de European

Nadere informatie

Aangezien dit werkstuk voor lichamelijke opvoeding is gaan ik mij baseren op de hulpen die we kunnen gebruiken in de lessen.

Aangezien dit werkstuk voor lichamelijke opvoeding is gaan ik mij baseren op de hulpen die we kunnen gebruiken in de lessen. Werkstuk door een scholier 4186 woorden 4 juni 2003 6.3 137 keer beoordeeld Vak LO Wat is EHBO De EHBO betekent Eerste Hulp Bij Ongelukken. 100 jaar geleden begon men in te zien dat er onnodig slachtoffers

Nadere informatie

Module 3 Levensbedreigende verwondingen

Module 3 Levensbedreigende verwondingen OPLEIDING HULPVERLENING VOOR REISLEIDERS OPLEIDING HULPVERLENING VOOR REISLEIDERS Module 3 Levensbedreigende verwondingen Toerisme Vlaanderen, i.s.m. AVICENNA, medische opleiding en consultancy Toerisme

Nadere informatie

EEN WONDE VERZORGEN: HOE DOE JE DAT?

EEN WONDE VERZORGEN: HOE DOE JE DAT? EEN WONDE VERZORGEN: HOE DOE JE DAT? Opgelet! Wrijf niet op een wonde, maar dep zoveel mogelijk. Wrijven is pijnlijk en kan de weefsels extra beschadigen. Gebruik nooit watten, maar bij voorkeur steeds

Nadere informatie

Informatiebrochure. Gipsverbanden

Informatiebrochure. Gipsverbanden Informatiebrochure Gipsverbanden dddd Beste patiënt, U heeft net een gipsverband gekregen, waardoor uw arm of been in een goede stand kan genezen. Een goed immobilisatieverband vermindert de pijn in belangrijke

Nadere informatie

Bedrijfshulpverlening

Bedrijfshulpverlening Proefexamen Brandbestrijding en Ontruiming 1. Een bedrijfshulpverlener moet als hij een brandmelding krijgt, werken volgens de algemene hulpverleningsregels. Wat heeft daarbij de HOOGSTE prioriteit? a.

Nadere informatie

Lesfiche: EHBO en reanimatie:

Lesfiche: EHBO en reanimatie: Lesfiche: EHBO en reanimatie: Niveau 3 : (praktijk 2 lesuren) Verbandkunde: Doel: Openwonde (zonder ernstige bloeding): opnemen van weefselvocht, aanbrengen van ontsmettende stoffen en het verhinderen

Nadere informatie

Antwoorden 2014 EHBO-K. Ascendens Opleidingen Theorievragen EHBO-K 2014 versie 006 Pagina 1 van 5. Theorievragen versie 006

Antwoorden 2014 EHBO-K. Ascendens Opleidingen Theorievragen EHBO-K 2014 versie 006 Pagina 1 van 5. Theorievragen versie 006 Antwoorden 2014 EHBO-K Theorievragen versie 006 Pagina 1 van 5 Vraag 1: Noem de vijf belangrijke punten bij het leveren van eerste hulp in juiste volgorde Vraag 2: Vraag 3: Vraag 4 : a) Let op gevaar (zn

Nadere informatie

EHBO. 4. Opdracht: bedek de antwoorden op blz. 9 en leer de 18 lichaamsonderdelen uit je hoofd benoemen.

EHBO. 4. Opdracht: bedek de antwoorden op blz. 9 en leer de 18 lichaamsonderdelen uit je hoofd benoemen. Hfd 1. Kennis van het lichaam EHBO 1. Wat is een ander woord voor geraamte? Skelet 2. Noem eens drie functies van het geraamte? Steun,stevigheid en bescherming 3. Het geraamte bestaat vooral uit hard been.

Nadere informatie

SEH bij snijwonden, brandwonden en vergiftiging

SEH bij snijwonden, brandwonden en vergiftiging SEH bij snijwonden, brandwonden en vergiftiging Handleiding voor het behandelen van snijwonden. Verschijnselen de huid is beschadigd meestal is er bloed te zien het slachtoffer heeft pijn Doel van de eerste

Nadere informatie

Initiatie REANIMATIE

Initiatie REANIMATIE Initiatie REANIMATIE Instructeur: Hermans Peter DE VITALE FUNCTIES Bewustzijn Ademhaling Bloedsomloop 21 1 CONTROLE VAN DE VITALE FUNCTIES 1 CONTROLE BEWUSTZIJN Aanspreken HOE? Zacht schudden aan beide

Nadere informatie

Zorg voor de veiligheid van het slachtoffer

Zorg voor de veiligheid van het slachtoffer Stap 1: Zorg voor veiligheid Veiligheid primeert! Je eerste taak is steeds controleren of de situatie veilig is. Niet alleen voor jou, maar ook voor het slachtoffer en de omstaanders. Bekijk het ongeval

Nadere informatie

Wat te doen in afwachting van de komst van de dokter?

Wat te doen in afwachting van de komst van de dokter? EHBO EERSTE HULP 1/6 Wat te doen in afwachting van de komst van de dokter? WONDEN Leg de persoon comfortabel Was zorgvuldig uw handen Denk eraan handschoenen aan te trekken Maak een verslag KLEINE WONDE

Nadere informatie

ABCDE methodiek Biedt een vaste volgorde van het benaderen van het slachtoffer

ABCDE methodiek Biedt een vaste volgorde van het benaderen van het slachtoffer ABCDE methodiek Biedt een vaste volgorde van het benaderen van het slachtoffer Indien een stoornis in de vitale functie wordt waargenomen direct handelen (Treat as you go) A AIRWAY AND C-SPINE (= vrije

Nadere informatie

ORANJE KRUIS JEUGDBOEKJE

ORANJE KRUIS JEUGDBOEKJE HET ORANJE KRUIS JEUGDBOEKJE OFFICIËLE HANDLEIDING VOOR EERSTE HULP DOOR JEUGD Inhoud 1 Algemeen 7 2 Bewustzijn en 13 ademhaling 2.1 Stoornissen in het bewustzijn 14 2.2 Stoornissen in de ademhaling 17

Nadere informatie

Eerste Hulp aan Kinderen: eindtermen (vastgesteld door het College van Deskundigen in mei 2006) Doelgroep

Eerste Hulp aan Kinderen: eindtermen (vastgesteld door het College van Deskundigen in mei 2006) Doelgroep Eerste Hulp aan Kinderen: eindtermen (vastgesteld door het College van Deskundigen in mei 2006) Doelgroep a. Bezitters van het diploma Eerste Hulp b. Belangstellenden die (nog) niet in het bezit zijn van

Nadere informatie

Basale reanimatie van kinderen door anderen dan gespecialiseerde zorgprofessionals

Basale reanimatie van kinderen door anderen dan gespecialiseerde zorgprofessionals Basale reanimatie van kinderen door anderen dan gespecialiseerde zorgprofessionals 28 Nederlandse Reanimatie Raad / Belgische Reanimatieraad Introductie Indien basale reanimatie van een kind nodig is,

Nadere informatie

Inleiding. Inleiding. Inleiding. Jullie vragen en inbreng zijn welkom.

Inleiding. Inleiding. Inleiding. Jullie vragen en inbreng zijn welkom. Inleiding OPLEIDING HULPVERLENING VOOR REISLEIDERS Toerisme Vlaanderen, i.s.m. Doel van deze opleiding: Erkend blijven als reisleider. In moeilijke en specifieke omstandigheden kalm en efficiënt hulp bieden.

Nadere informatie

HULPVERLENING. Handleiding voor eerste hulp

HULPVERLENING. Handleiding voor eerste hulp HULPVERLENING Handleiding voor eerste hulp 112 Amputaties 5 Belemmering luchtweg 6 Blaren 7 Bloedingen 8 Brandwonden 9 Botbreuken 10 Electrocutie 11 Epilepsie 12 Flauwvallen 12 Hartlijden 13 Hyperventilatie

Nadere informatie

Handleiding eerste hulp in afwachting van de komst van de geneesheer

Handleiding eerste hulp in afwachting van de komst van de geneesheer Handleiding eerste hulp in afwachting van de komst van de geneesheer Normen KB 00 en AED Dit document mag niet worden verkocht. INF_NL_COM_008 v /0/6 Verantwoordelijke uitgever : spmt arista vzw Koningsstraat

Nadere informatie

2014 EHBO-K. Theorievragen versie 006. Ascendens Opleidingen Theorievragen EHBO-K 2014 versie 006 Pagina 1 van 7

2014 EHBO-K. Theorievragen versie 006. Ascendens Opleidingen Theorievragen EHBO-K 2014 versie 006 Pagina 1 van 7 2014 EHBO-K Theorievragen versie 006 Pagina 1 van 7 Vraag 1: Noem de vijf belangrijke punten bij het leveren van eerste hulp in juiste volgorde 1) 2) 3) 4) 5). Vraag 2: Wat is het kenmerk van een gesloten

Nadere informatie

Infofiche Junior Helper

Infofiche Junior Helper Infofiche Junior Helper 1. Praktische gegevens + Werkboek: Junior Helper (CN0619) + Handleiding: Eerstehulpcursussen Helpertje en Junior Helper (CN0617) + Doelgroep: 13 tot 15 jaar + Duur: 16 uur + praktijktest

Nadere informatie

AG eerste hulp opleidingen 47 vragen met antwoorden.

AG eerste hulp opleidingen 47 vragen met antwoorden. AG eerste hulp opleidingen 47 vragen met antwoorden. 1 Noem de 5 punten van de EHBO 1 let op gevaar 2 ga na wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert 3 stel het slachtoffer gerust 4 zorg voor professionele

Nadere informatie

Procedure Calamiteiten tijdens Kerkdiensten Nederlandse Hervormde Kerk Stolwijk

Procedure Calamiteiten tijdens Kerkdiensten Nederlandse Hervormde Kerk Stolwijk Procedure Calamiteiten tijdens Kerkdiensten Nederlandse Hervormde Kerk Stolwijk Doel: Het zo effectief en gestructureerd mogelijk handelen bij calamiteiten tijdens kerkdiensten. Mensen: Leden van het EHBO

Nadere informatie

Europese Reanimatieraad. Basale reanimatie en het gebruik van de Automatische Externe Defibrillatior

Europese Reanimatieraad. Basale reanimatie en het gebruik van de Automatische Externe Defibrillatior Basale reanimatie en het gebruik van de Automatische Externe Defibrillatior LEERDOELEN Aan het einde van deze cursus kunt u demonstreren: Hoe u een bewusteloos slachtoffer benadert. Hoe u hartmassage en

Nadere informatie

EHBO ALGEMEEN WAT TE DOEN BIJ EEN ONGEVAL

EHBO ALGEMEEN WAT TE DOEN BIJ EEN ONGEVAL EHBO ALGEMEEN Wanneer er ergens een ongeluk(je) is gebeurd, moet je snel en goed Eerste Hulp Bij Ongelukken (= E.H.B.O.) verlenen. Natuurlijk ben je geen dokter. Maar als er iets gebeurd bij je patrouille

Nadere informatie

Toets Ziekteleer Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen

Toets Ziekteleer Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen Cijfer In te vullen voor docent In te vullen door leerling Beroepsprestatie B.P.1.3 S.B Naam leerling Toets Ziekteleer Opleiding Sport en Bewegen Klas SB3O1A+B Versie 1 Datum Tijdsduur 60 minuten Naam

Nadere informatie

EHBO op maat van ouders en leerkrachten

EHBO op maat van ouders en leerkrachten EHBO op maat van ouders en leerkrachten Wat leert u tijdens deze opleiding? Een basisstappenplan om elke EHBO handeling juist te starten Het uitvoeren van een reanimatie op een kind EHBO handelingen bij

Nadere informatie

Cursus Eerste hulp Checklists

Cursus Eerste hulp Checklists Cursus Eerste hulp Checklists Inhoudstafel Checklists: hoe gebruiken?... 3 De vier stappen in eerste hulp... 4 Benadering van bewusteloos slachtoffer dat normaal ademt... 5 Benadering van slachtoffer met

Nadere informatie

Basale reanimatie inclusief de Automatische Externe Defibrillator

Basale reanimatie inclusief de Automatische Externe Defibrillator Basale reanimatie inclusief de Automatische Externe Defibrillator LEERDOELEN Aan het einde van deze cursus kunt u demonstreren: Hoe u een bewusteloos slachtoffer benadert. Hoe u borstcompressies en beademing

Nadere informatie

Bijlage 3: structuur en vragen Ongelukslaan 13. Punt op plattegrond. Actie na antwoord. (info voor begeleider)

Bijlage 3: structuur en vragen Ongelukslaan 13. Punt op plattegrond. Actie na antwoord. (info voor begeleider) ijlage 3: structuur en vragen Ongelukslaan 13 Punt op plattegrond Opdrachtenfiche 1 Wat is de eerste stap als je eerste hulp verleent? a) el 112 b) Zorg voor veiligheid c) Neem een windel d) Loop snel

Nadere informatie

Instructies- EHBO-boekje. 1. Schaafwonden. 3. Insectenbeet. 4. Neusbloeding. 2. Splinter. Wat zie ik? Wat doe ik? Wat doe ik? Wat zie ik? Gevaren?

Instructies- EHBO-boekje. 1. Schaafwonden. 3. Insectenbeet. 4. Neusbloeding. 2. Splinter. Wat zie ik? Wat doe ik? Wat doe ik? Wat zie ik? Gevaren? Instructies- EHBO-boekje 1. Schaafwonden 3. Insectenbeet Bovenste huidlagen afgeschaafd Eventueel bloedend, vuil in de wonde Bloeding Wonde van binnenuit naar de randen reinigen met een washandje of een

Nadere informatie

LIFE SUPPORT CURSUS 2010 WTC HOUTEN 80

LIFE SUPPORT CURSUS 2010 WTC HOUTEN 80 LIFE SUPPORT CURSUS 2010 WTC HOUTEN 80 Eerste deel van de cursus: HANDLEIDING OM LETSELS T.G.V. VALPARTIJEN TE HERKENNEN EN EVT. TE HANDELEN Tweede deel van de cursus: KUNNEN HANDELEN BIJ ONWELWORDING/

Nadere informatie

Cursisten die een geldig EHBO-diploma of BHV-certificaat hebben kunnen worden vrijgesteld van de EHBSO.

Cursisten die een geldig EHBO-diploma of BHV-certificaat hebben kunnen worden vrijgesteld van de EHBSO. 3.3. EHBSO Intro Binnen de opleiding LSR niveau 3 wordt aandacht besteed aan EHBSO. Het betreft hier een basisgedeelte. Dit betekent dat niet verwacht kan worden dat tijdens de cursus een volledig EHBO-diploma

Nadere informatie

Levensreddende handelingen

Levensreddende handelingen Levensreddende handelingen Hoofdstuk 3: Het stelpen van ernstige bloedingen Anatomie van de bloedsomloop Samenstellende delen De hartspier De grote bloedsomloop De kleine bloedsomloop De aders en haarvaten:

Nadere informatie

LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad

LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad Deze PowerPoint en de afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. U mag deze PowerPoint in zijn originele hoedanigheid kosteloos gebruiken. De teksten en afbeeldingen

Nadere informatie

Wat is een acute hartritme stoornis?

Wat is een acute hartritme stoornis? AED bij de Terriërs Wat is een acute hartritme stoornis? Normale hartactie Acute hartritme stoornis: Chaotisch ritme (ventrikel fibrilleren) Probleem: Het hart pompt niet meer effectief, slachtoffer zakt

Nadere informatie

HET NEDERLANDSE RODE KRUIS DISTRICT: MIDDEN-LIMBURG AFDELING: ECHT-SUSTEREN & MAASGOUW

HET NEDERLANDSE RODE KRUIS DISTRICT: MIDDEN-LIMBURG AFDELING: ECHT-SUSTEREN & MAASGOUW HET NEDERLANDSE RODE KRUIS DISTRICT: MIDDEN-LIMBURG AFDELING: ECHT-SUSTEREN & MAASGOUW Drs. E.W.J. Ficken, Rode Kruis arts E.F./R.K.: 17.08.28 Mevr. W. Thomassen, wondverpleegkundige Datum: 27 november

Nadere informatie

Welke stelling in het geval van brandwonden is juist?

Welke stelling in het geval van brandwonden is juist? Meerkeuzevraag 8.1 Meerkeuzevraag 8.2 Meerkeuzevraag 8.3 Meerkeuzevraag 8.4 Meerkeuzevraag 8.5 Meerkeuzevraag 8.6 Meerkeuzevraag 8.7 Welke stelling in het geval van brandwonden is juist? A. De gevormde

Nadere informatie

Datum: EHBO. 3. Wat gebeurt er met de bloedvaten en zenuwen als een tand uit de mond vliegt?

Datum: EHBO. 3. Wat gebeurt er met de bloedvaten en zenuwen als een tand uit de mond vliegt? Naam: Datum: EHBO Ga naar deze website: www.klas5sintmichiel.yurls.net Klik op EHBO. Bekijk eerst het filmpje Een uitgeslagen tand en daarna het filmpje bloedneus. Een uitgeslagen tand 1. Is een tand een

Nadere informatie

Het lichaam maakt teveel warmte aan of raakt te weinig warmte kwijt.

Het lichaam maakt teveel warmte aan of raakt te weinig warmte kwijt. Leerbladen EHBO Hoofdstuk 1 + 7 + 8 Herhaling Hoofdstuk 1: 5 belangrijke punten: 1) Let op gevaar! van jezelf, omstanders en slachtoffer(s). Als het niet veilig is, kan je niet helpen. 2) Ga na wat er

Nadere informatie

EEN BRANDWOND FRANCISCUS VLIETLAND

EEN BRANDWOND FRANCISCUS VLIETLAND EEN BRANDWOND FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Uw huid kan redelijk goed tegen warmte, zoals van een warm bad. Maar bij echte hitte, bijvoorbeeld in een te heet bad, kan de huid verbranden. De huid doet

Nadere informatie

Basale reanimatie. Versie aug / 51

Basale reanimatie. Versie aug / 51 Basale reanimatie Versie aug. 2016 2015 2 / 51 LEERDOELEN Aan het einde van deze cursus kunt u demonstreren: Hoe u een bewusteloos slachtoffer benadert. Hoe u borstcompressies en beademingen uitvoert.

Nadere informatie

Instructies voor gipsverband. Gipskamer IJsselland Ziekenhuis (routenummer 73)

Instructies voor gipsverband. Gipskamer IJsselland Ziekenhuis (routenummer 73) Instructies voor gipsverband Gipskamer IJsselland Ziekenhuis (routenummer 73) Instructies voor gipsverband U heeft een gipsverband gekregen. Een gipsverband moet 24 uur drogen. Kunststofgipsverband is

Nadere informatie

Vrijmaken van geblokkeerde ademhalingswegen. of niet bij bewustzijn is Azië/Pacific

Vrijmaken van geblokkeerde ademhalingswegen. of niet bij bewustzijn is Azië/Pacific Section Three Skill Development Vrijmaken van geblokkeerde ademhalingswegen bij volwassene die wel of niet bij bewustzijn is Azië/Pacific Uitvoeringsvereiste Demonstreer hoe je een volwassen patiënt die

Nadere informatie

8.f. B1 WONDVERZORGING. Bij slachtoffers met wonden, t.t.z. letsels waar de huid doorbroken is.

8.f. B1 WONDVERZORGING. Bij slachtoffers met wonden, t.t.z. letsels waar de huid doorbroken is. INFOFICHE HD I105 PROCEDURES VOOR VERPLEEGKUNDIGEN 8.f. B1 WONDVERZORGING 1 Indicaties Wanneer bij wie? Bij slachtoffers met wonden, t.t.z. letsels waar de huid doorbroken is. Wanneer niet? Bij slachtoffers

Nadere informatie

Infobrochure. Gipsverbanden

Infobrochure. Gipsverbanden Infobrochure Gipsverbanden Beste patiënt, U heeft net een gipsverband gekregen, waardoor uw arm of been in een goede stand kan genezen. Een goed immobilisatieverband vermindert de pijn in belangrijke

Nadere informatie

Lesfiche: EHBO en reanimatie:

Lesfiche: EHBO en reanimatie: Lesfiche: EHBO en reanimatie: Niveau: 2 (praktijk: 2 lesuren) AED: Wat? De defibrillator of Defib is de enige manier om een hart terug te doen pompen. Paramedici hebben een professionele defib inde ambulance.

Nadere informatie

15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie. Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS

15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie. Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS 15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS 1 BLS 2015 Guidelines ACHTERGRONDINFORMATIE - Plots cardiaal arrest in Europa: 350.000-700.000 hartstilstanden

Nadere informatie

BLS Cursus Hulpverlener. Basisreanimatie. met het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator

BLS Cursus Hulpverlener. Basisreanimatie. met het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator BLS Cursus Hulpverlener Basisreanimatie met het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator Doelstellingen Op het einde van deze BLS/AED cursus zal je kunnen aantonen: Hoe je een gecollabeerd slachtoffer

Nadere informatie

Basale reanimatie van volwassenen

Basale reanimatie van volwassenen Basale reanimatie van volwassenen 14 Nederlandse Reanimatie Raad / Belgische Reanimatieraad Introductie Dit hoofdstuk bevat de richtlijnen basale reanimatie van volwassenen voor een hulpverlener, buiten

Nadere informatie

Eindtermen voor het diploma eerste hulp ( vastgesteld door het College van Deskundigen op 6 maart 2006)

Eindtermen voor het diploma eerste hulp ( vastgesteld door het College van Deskundigen op 6 maart 2006) Eindtermen voor het diploma eerste hulp ( vastgesteld door het College van Deskundigen op 6 maart 2006) 1. Definities Wie is het slachtoffer? Een slachtoffer is iemand die een acuut optredende, al of niet

Nadere informatie

Opleiding Reanimatie + AED bediener

Opleiding Reanimatie + AED bediener 1 Opleiding Reanimatie + AED bediener Opleiding Basisreanimatie & Automatische Externe Defibrillatie LEERDOELEN Op het einde van deze cursus zal je: een bewusteloos slachtoffer kunnen evalueren een hartmassage

Nadere informatie

Het toepassen van algemene regels voor het verlenen van eerste hulp in onvoorziene situaties

Het toepassen van algemene regels voor het verlenen van eerste hulp in onvoorziene situaties OPDRACHTFORMULIER Het toepassen van algemene regels voor het verlenen van eerste hulp in onvoorziene situaties Naam student: Datum: Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid

Nadere informatie

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad Deze PowerPoint en de afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. U mag deze PowerPoint in zijn originele hoedanigheid kosteloos gebruiken. De teksten en afbeeldingen

Nadere informatie