biografie checklist bewijzen

Transcriptie

1

2 Inleiding bestaat uit drie delen: een biografie, een checklist en een overzicht van bewijzen. De biografie bevraagt de cursisten over hun levensloop en schoolloopbaan. In de checklist verzamelen de cursist en de lesgever informatie over de behaalde doelen NT2. Deze worden in het derde deel van het portfolio aangevuld met bewijzen die de cursisten verzamelen. In de biografie vullen de cursisten in wie ze zijn, welke leer- en schoolervaring ze hebben, wat ze weten en willen weten over de school van (hun kind) en waar ze Nederlands willen kunnen gebruiken. De cursisten vullen de biografie zelf in. Dit gebeurt niet in één keer: de verschillende onderdelen worden ingevuld, gespreid doorheen de Kaapcursus. Elk onderdeel van de biografie wordt gelinkt aan wat er eerder in de les aan bod kwam. Bijvoorbeeld het gedeelte over de hobby s van cursisten zal pas ingevuld worden wanneer er in de les rond hobby s is gewerkt. De checklist bestaat uit twee delen. Er is een checklist voor activiteiten buiten de school. Hierin kunnen cursisten neerschrijven wat ze buiten de school doen om Nederlands te leren. Daarnaast is er een checklist voor activiteiten binnen de school. Hierin staan alle NT2-doelen van 1.1 en 1.2, vertaald naar de context van school en ouders. Cursisten duiden voor de verschillende doelen aan in welke mate ze deze kunnen en noteren welk ze voor dat doel eventueel kunnen voorleggen. In het onderdeel met bewijzen verzamelen de cursisten materiaal waarmee aangetoond wordt dat ze aan de verschillende doelen gewerkt hebben. Dit kan een werkblad zijn van een taak. Het materiaal wordt verzameld per vaardigheid waaraan gewerkt werd. Bij elke vaardigheid hoort een overzichtstabel waarin de cursisten de en het onderwerp van de bewijzen kunnen noteren. In de bijlagen staan voorbeelden van ingevulde overzichten. is gebaseerd op het Portfolio voor opvoeders, Citogroep (2003). Het werd ontwikkeld door lesgeefster Annemie Van Beirendonck (SCVO Sité). Ze geeft sinds september 2007 les aan Kaapgroepen in Antwerpse basisscholen. Haar collega Monique Laenen (SCVO Sité) en het Centrum voor Taal en Onderwijs werkten mee aan de definitieve versie.

3 Naam: School: Project Kaap: Nederlands voor ouders van schoolgaande kinderen

4 BIOGRAFIE

5 Persoonlijke gegevens Naam Voornaam Adres Postcode Plaats Telefoon Geslacht man / vrouw Geboorte Geboorteplaats Geboorteland Nationaliteit In België sinds Burgerlijke staat getrouwd / gescheiden / alleenstaand / weduwe Biografie

6 Taalportret Talen die ik ken (andere dan Nederlands). moedertaal spreken schrijven lezen luisteren ++ = zeer goed + = goed - = basis o = niet taal spreken schrijven lezen luisteren Ik spreek Ik spreek Ik spreek Ik spreek Ik spreek Ik spreek Ik spreek met mijn man/vrouw. met mijn kinderen. met mijn familie. met vrienden. met collega s op het werk. met klasgenoten. op straat en in de winkel. Ik luister naar een radioprogramma in het Ik lees de krant / reclamefolders in het Ik schrijf een persoonlijke brief of in het Ik kijk naar een tv-programma in het Ik lees een boek in het Ik schrijf een officiële brief of in het Ik chat in het Biografie

7 School in geboorteland Ik ben niet naar school geweest in mijn geboorteland. Ik ben wel naar school geweest in mijn geboorteland. Van... tot... Welke school? Welk niveau? Waar? In welke taal? Wanneer? Welke leeftijd? Biografie

8 Opleidingen in België Ik heb voor deze cursus nog nooit een opleiding gevolgd in België. Ik heb voor deze cursus al een opleiding gevolgd in België. Van... tot... Welke opleiding? Waar? In welke taal? Wanneer? Welke leeftijd? Biografie

9 Computervaardigheden Ik heb thuis een computer. ja nee Ik heb thuis een internetaansluiting. ja nee Ik werk vaak met de computer. ja nee Ik moet op mijn werk met een computer werken. ja nee Met de computer kan ik chatten surfen en spelletjes spelen Nederlands oefenen Ik wil graag Nederlands leren met de computer. ja nee Ik wil het liefst Nederlands leren in contactonderwijs = enkel in de klas gecombineerd onderwijs = deels in de klas + deels thuis met de computer afstandsonderwijs = enkel thuis met de computer Biografie

10 Leren buiten de school Buiten de school leerde ik 0 5 jaar (vb: spreken) 6-12 jaar (vb: fietsen) jaar (vb: koken) Vanaf 19 jaar (vb: autorijden) Biografie

11 Wat leer jij je kinderen? Wat heb jij je kinderen al geleerd? (vb: Berbers) Wat wil jij ze nog leren? (vb: liedjes uit mijn land) Biografie

12 Beroep en werkervaring beroep huidig werk werkplaats werkervaring waar? functie? wanneer? Welk werk wil ik het liefst doen? Biografie

13 Hobby s Heb jij hobby s? ja / nee Hobby Waar doe jij dat en wanneer? Heb je foto s? Biografie

14 De school van je kind Hoeveel kinderen heb jij? Hoe oud zijn ze? Op welke school zitten ze? In welke klas zitten je kinderen? Vul het schema in: naam kind jongen/ meisje geboorte school klas Biografie

15 De school van je kind Wat wil je dat je kind leert op school? (vb: goed Nederlands spreken) Wat wil je dat de school voor je kind of voor jou doet? (vb: helpen met papieren CLB) Wat wil jij voor de school doen? (vb: helpen op het schoolfeest) Biografie

16 Mijn rollen Waar gebruik ik Nederlands buiten de school? Waar wil ik (vooral) Nederlands gebruiken? Duid aan wat voor jou (het) belangrijk(st) is. Persoonlijk en publiek domein dat doe ik al dat heb ik nodig dat heb ik niet nodig Consument in de winkel gezondheid : bij de dokter in het ziekenhuis bij de mutualiteit openbaar vervoer : op de tram of bus of trein voor mijn rij Beheerder huisvesting administratie bij officiële diensten (ocmw, districtshuis, vdab, vreemdelingenzaken, ) met de huisbaas regeling van geldzaken bij de bank of verzekeringsmaatschappij Vrijetijdsbesteder met de buren en met vrienden aan de schoolpoort van de kinderen tv, radio, kranten, tijdschriften, boeken specifieke hobby s Opvoeder in de opvoeding thuis bij kinderopvang en/of kinderdagverblijf op school van de kinderen : oudercontact inschrijvingen schoolkeuze clb gezondheid : dokter Kind en Gezin Biografie

17 Mijn rollen Educatief domein dat doe ik al dat heb ik nodig dat heb ik niet nodig Student voor een cursus of opleiding voor werk : voor hoger onderwijs Professioneel domein dat doe ik al dat heb ik nodig dat heb ik niet nodig Werkende met collega s op het werk contacten met de baas voor bijscholingen brieven, documenten, rapporten, verslagen Ondernemer als zelfstandige een zaak beginnen Werkzoekende werk zoeken bij een interimkantoor om te solliciteren : brief gesprek cv Biografie

18 CHECKLIST

19 CHECKLIST: BUITEN DE SCHOOL Hier schrijf ik wat ik buiten de school doe om Nederlands te leren. Ik bewaar mijn bewijzen (een , een brief, een spreekkaart,.. ) in mijn. Ik noteer hier ook het nummer uit het. Checklist

20 PLANNING RESULTAAT WAT GA JE DOEN? WAT HEB JE GEDAAN? WAAROM? LEZEN LUISTEREN GESPREK SCHRIJVEN WAAR? MET WIE? GEDAAN OP./.../. PROBLEMEN TOEKOMST BEWIJS NR DOSSIER dit kan ik dit moet ik nog eens doen dit kan ik dit moet ik nog eens doen dit kan ik dit moet ik nog eens doen Checklist dit kan ik dit moet ik nog eens doen dit kan ik dit moet ik nog eens doen

21 CHECKLIST: BINNEN DE SCHOOL (niveau 1.1) In de eerste kolom schrijf ik de. Ik kleur ook het vakje: Groen: Dat kan ik goed Oranje: Dat kan ik met hulp Rood: Dat kan ik nog niet Ik bewaar mijn bewijzen (een , een brief, een spreekkaart,.. ) in mijn. Ik noteer in de 3 de kolom het nummer uit het. Checklist

22 A. Spreken & kleur & kleur & kleur A1 Ik praat met de juf over mijn kind. vb: bij afhalen of brengen van mijn kind A2 A3 Ik maak een afspraak met de juf als ik dat nodig vind. vb: ik wil een gesprek over mijn kind Ik vertel problemen aan de juf/ de school. vb: als mijn kind ziek is, bel ik naar school A4 Ik reageer op een uitnodiging van de school. vb: ik zeg tegen de juf dat ik kom of niet kom A5 Ik spreek over mijn kind zijn emoties. vb: bij scheiding, verhuis, een nieuwe baby Checklist A6 A7 A8 Ik spreek met de juf op het oudercontact vb: bij een rapport, als er een schoolreis georganiseerd wordt Ik vraag info over de lessen en over wat de kinderen doen op school. vb: bij een oudercontact, bij huiswerkproblemen van mijn kind Ik vertel de kinderen wat ze moeten doen. vb: wanneer ik meehelp in de klas, wanneer mijn kind huiswerk moet maken

23 B. Schrijven & kleur & kleur & kleur B1 Ik vul formulieren van de school in. vb: invulstrookje middagoppas, religie B2 B3 Ik schrijf een briefje naar de juf of de school. vb: mijn kind is ziek, mijn kind kan zijn huiswerk niet maken Ik schrijf informatie op die ik hoor. vb: data van activiteiten C. Lezen & kleur & kleur & kleur C1 Ik herken belangrijke papieren van de school. vb: agenda, afwezigheidsformulier, schoolrekening Checklist C2 C3 C4 Ik lees papieren van de school. vb: agenda, brieven van de school, het schoolreglement Ik lees info van de school waarin staat wat ik moet doen. vb: brieven met wat mijn kind moet meenemen op uitstap Ik lees uitnodigingen van de school. vb: uitnodiging kerstmarkt, oudercontact, verjaardagsfeestje

24 D. Luisteren & kleur & kleur & kleur D1 Ik begrijp informatie over mijn kind. vb: rapportgesprek, gesprek met de juf in de klas D2 D3 D4 D5 Ik begrijp de juf als ze over de emoties van mijn kind spreekt. vb: bij problemen De juf zegt wat ik moet doen en ik begrijp dat. vb: fruit schillen op woensdag, naam op de turnpantoffels zetten Ik begrijp de juf wanneer er problemen zijn met mijn kind. vb: agenda is niet getekend, je kind vergeet altijd zijn zwemzak Ik begrijp het advies van de juf. vb: mijn kind heeft goede punten dus mijn kind mag naar de volgende klas. D6 Ik begrijp de juf wanneer ze een afspraak wil maken. vb: om te komen helpen in de school, voor een oudercontact Checklist

25 CHECKLIST: BINNEN DE SCHOOL (niveau 1.2) In de eerste kolom schrijf ik de. Ik kleur ook het vakje: Groen: Dat kan ik goed Oranje: Dat kan ik met hulp Rood: Dat kan ik nog niet Ik bewaar mijn bewijzen (een , een brief, een spreekkaart,.. ) in mijn. Ik noteer in de 3 de kolom het nummer uit het. Checklist

26 A. Spreken & kleur & kleur & kleur A1 Ik vertel een juf of een kind wat zij moeten doen. vb: medicatie tijdens de middagbewaking, een spelletje uitleggen in de klas A2 Ik reageer op een vraag/idee van de school of ik stel zelf een vraag. vb: Ik doe een voorstel voor een project op school. Ik reageer op de tips van een oudercontact, van het CLB. A3 Ik maak me zorgen over mijn kind. Ik zeg het tegen de juf. vb: Ik vraag aan de juf of mijn kind huiswerkbegeleiding kan krijgen. Ik zeg dat ik me zorgen maak over de resultaten van mijn kind. A4 A5 Ik spreek over mijn verwachtingen tegenover de juf. vb: Ik vertel de juf dat oma overleden is en dat mijn kind heel verdrietig is. Ik vraag of ze daar rekening mee wil houden. Ik ga naar de juf, directie of het secretariaat om een probleem met mijn kind/ de rekening/ de brieven van de school te regelen. vb: Ik kan de rekening voor school nu niet betalen. Ik vraag of ik de rekening in termijnen mag betalen. Checklist

27 A. Spreken - Vervolg & kleur & kleur & kleur A6 Ik telefoneer naar de school om iets te regelen. vb: mijn kind ziek melden, een afspraak met iemand van school maken. A7 Ik stel vragen over schoolactiviteiten en geef informatie over mijn kind. vb: Ik vraag hoe laat de schooluitstap is en ik zeg tegen de juf dat mijn kind medicijnen moet nemen. Checklist

28 B. Schrijven & kleur & kleur & kleur B1 Ik schrijf zelf briefjes naar de school. vb: Ik schrijf een briefje als mijn kind afwezig is. B2 B3 B4 B5 Ik vul formulieren en de schoolagenda in. vb: Ik vul het formulier voor de schooluitstap in. Ik noteer iets in de agenda als mijn kind zijn huiswerk niet kon maken. Ik kan een verloren voorwerp beschrijven in de agenda van mijn kind. vb: Mijn kind is zijn jasje kwijt. Het jasje is groen en er staat een hond op. Ik kan belangrijke info uit een moedergroep noteren voor thuis. vb: Ik schrijf op wanneer we het project op school doen en wat ik moet meebrengen. Ik kan enkele belangrijke dingen noteren voor een spiekbriefje op het oudercontact. Checklist

29 C. Lezen & kleur & kleur & kleur C1 Ik begrijp papieren van de school. vb: Ik kan commentaar uit het rapport halen. Ik kan info uit de CLB-folder en uit brieven van de school halen. C2 Ik kan de belangrijkste info uit een verslag van een moedergroep halen. C3 Ik begrijp een brief van de school, bv. over de uitstap die mijn kind zal maken. C4 C5 C6 Ik begrijp instructies. vb: bij een gezelschapsspelletje voor mijn kind, een brief over wat ik moet doen met luizen. Ik begrijp persoonlijke berichten of brieven van de school. vb: Ik begrijp wat de juf over het gedrag van mijn kind in de agenda schrijft en ik denk na of mijn kind thuis ook zo is. Ik begrijp een voorstel voor een project (openklasdag, klusjesdag, ) en kan dat in een actieplan zetten. vb: We bakken koekjes voor het goede doel. Ik kan een affiche schrijven. Checklist

30 D. Luisteren & kleur & kleur & kleur D1 Ik begrijp waarover de reportage gaat en kan het het verloop van een reportage volgen. vb: een filmpje van TV-Klasse (De Truc), een bericht op de radio, D2 Ik begrijp waarover de serie gaat en kan het het verloop volgen. vb: een TV-Klasse serie (Op de hielen van), een soap op televisie. D3 Ik haal de belangrijkste info uit een oudercontact, telefoongesprek van het secretariaat, vb: Op een oudercontact geeft de van mijn kind uitleg over de klasuitstap. Ik begrijp wanneer de uitstap is en wat mijn kind moet meebrengen. D4 D5 Ik begrijp reclame op de radio of info op het oudercontact. vb: Ik begrijp de reclame voor de rommelmarkt, de sportclubs uit de buurt en de reclame voor de leesboeken die mijn kind via school kan bestellen. Ik begrijp een aankondiging van school. vb: Ik begrijp hoe ik mijn kind kan aanmelden of hoe ik kan laten weten dat ik meehelp met de schoolactiviteit. Checklist

31 D. Luisteren - Vervolg & kleur & kleur & kleur D6 Ik begrijp een klacht over mijn kind van de juf of van andere ouders. vb: De van mijn kind zegt dat mijn kind soms veel lawaai maakt tijdens de les. Ik begrijp deze klacht en ik denk na of mijn kind thuis ook zo is. D7 Ik begrijp een waarschuwing van school. vb: Mijn kind heeft niet altijd zijn huiswerk. Ik begrijp de waarschuwing die de van mijn kind geeft. Ik denk na hoe ik mijn kind kan helpen met het huiswerk. D8 Ik kan info opzoeken in het schoolreglement. Ik lees de regels en ik weet wat ik moet doen als er een probleem is. vb: als een familielid overlijdt en ik graag mijn kind wil meenemen naar de begrafenis. Checklist

32 BEWIJZEN

33 Bewijzen in het : schrijven : wat heb je geschreven? Bewijzen

34 Bewijzen in het : lezen : wat heb je gelezen? Bewijzen

35 Bewijzen in het : spreken : over wat en met wie heb je gesproken? Bewijzen

36 Bewijzen in het : luisteren : naar wie en over wat heb je geluisterd? Bewijzen

37 Bewijzen in het : project Bewijzen

38 BIJLAGEN

39 Voorbeelden van bewijzen SCHRIJVEN : wat heb je geschreven? 1 Inschrijvingsformulier van de school 2 Medische fiche 3 Inlichtingenblad (contact bij ongeval, ineten, opvang, ) 4 Notities over emoties van kinderen 5 Boodschap i.v.m. huiswerk in de agenda 6 Notities voor telefoongesprek 7 Afwezigheidsbriefje 8 Notities bij een tv-klasse 9 Notities bij een nieuwsbericht 10 Uren/ afspraken noteren LEZEN : wat heb je gelezen? 1 Lessenrooster 2 Brief medische informatie (luizen, schoolarts, ) 3 Brief uitstappen van de school (excursie, bosklassen, ) 4 Fragmenten schoolreglement (uniform,uren, afwezigheid, ) 5 Brochures (bib, K&G, studietoelage, leerrecht/ leerplicht, ) 6 Schoolagenda 7 Rapport 8 Instructies i.v.m. veiligheid, uniform, 9 Uitnodigingen (schoolfeest, moederdag, ) 10 Documenten gezondheid herkennen (siskaart, voorschrift, ) Bijlage

40 Voorbeelden van bewijzen SPREKEN 1 Schoolpoortgesprek 2 : over wat en met wie heb je gesproken? Zeggen/vragen wat men wil (tijdens oudercontact, informeel gesprek met de, bij het secretariaat, ) 3 Sterke schouders (ouderproject van de school) 4 Kennismakingsgesprek met collega s 5 Informeel gesprek met de van het kind 6 Informatie uitwisselen (over gezinssituatie, gedrag van de kinderen, eigen schoolervaring, opvoeden, huiswerk begeleiden, ) 7 Instructies geven (begeleiden workshop kleuters, ) 8 Uitnodigen (juffen uitnodigen naar de klas, op de koffie, ) 9 Reageren op uitnodigingen en vragen (van directie, juffen, collega s, ) 10 Gevoelens uiten en vragen naar gevoelens (over opvoeden, relaties, schoolervaringen, ) 11 Afspraak maken (met de dokter, met de juf, met CLB, ) 12 Afwezigheid en probleem melden (ziekte, huiswerk, ) 13 Informatie vragen/ geven (oudercontact, reglement, dokter, ) LUISTEREN 1 2 : naar wie en over wat heb je geluisterd? Gesprek begrijpen (oudercontact, schoolpoortgesprek met juf, andere ouders, gesprek met directeur, secretariaat, ) Advies begrijpen (overgaan, schooluitstappen, gedrag, huiswerk, dokter, ) 3 Begrijpen wat iemand wil (workshop kleuters, juf, directie, ) 4 Gesprek over emoties en probleemgedrag begrijpen (CLB, andere ouders, kind,...) 5 Instructie begrijpen (schoolfeest, veiligheid, organisatie van de school, ) 6 7 Uitnodiging begrijpen (schoolfeest, workshops, begeleiden uitstappen, schoolactiviteiten, ) De belangrijkste informatie uit een videoreportage/ radionieuws begrijpen (tv-klasse, ouders actief, Radio 1 weerberichten, ) Bijlage

41 Voorbeelden van bewijzen PROJECT 1 Uitnodigingen maken 2 Affiches maken 3 Mails schrijven en sturen 4 Informatie verzamelen 5 Informatie verwerken 6 Organisaties selecteren 7 Takenlijst maken 8 Boodschappenlijst maken 9 Praktische afspraken maken met directie, juffen 10 Project zoeken 11 Project voorstellen en officiële toestemming vragen om het uit te voeren 12 Publiciteit organiseren, bekendmaking project 13 Onthaal en begeleiding organisaties 14 De juffen en het schoolpersoneel inlichten over het scenario 15 Onthaal bezoekers 16 Aankleding zaal organiseren (tekeningen van de kleuters, ) 17 Medewerking vragen aan juffen, directie, ouders, kinderen, 18 Afspraken schematiseren 19 Notities nemen bij voorbereidende gesprekken Bijlage

42