Waar toepasbaar? Van landbouwwegen tot autostrades Asfaltwegen en betonwegen Elk probleem andere oplossing Info : aannemers renoroad OCW CE-markering

Transcriptie

1

2 Inhoud presentatie: 1. Voorstelling van de produkten 2. Bestrijking 3. Slem 4. Bestrijking met slemafdichting 5. Welke toepassing kiezen 6. Economische benadering

3 Waar toepasbaar? Van landbouwwegen tot autostrades Asfaltwegen en betonwegen Elk probleem andere oplossing Info : aannemers renoroad OCW CE-markering

4 Voorstelling van de produkten: ASFALT Bitumen + steenslag, filler, BESTRIJKING 1. Bitumen-emulsie + steenslag 2. Vloeibitumen + steenslag SLEM 1. Bitumen-emulsie + zand, water,

5 1. Bitumen-emulsie Emulsie = mengsel van 2 niet-mengbare vloeistoffen = niet stabiel, + emulgator = stabiel een oplossing

6 Principes van de fabricatie van bitumenemulsie Bitumen (eventueel) Fluxant zeep Emulgator Water Zuur Fase bitumen 140 C 50 à 60 C Fase water (zuiver of gemodifieerd) Mechanische energie Turbine Phase bitumen Emulsie Phase water Turbine 6

7 De breking van een emulsie Klaring Floculatie Vorming massa Afronding scheiding Uitharding 4 5

8 Factoren die de breking vertragen Gebruik van basisbitumen met een verhoogde viscositeit Kleiner % bitumen Factoren die de breking versnellen Gebruik van basisbitumen met een lage viscositeit Hoger % Bitumen Hoge dosis emulgator Lagere dosis emulgator Gebruik van een Basische emulgator Gebruik van natte, zwak activerende materialen met een klein reactieoppervlak Lage temperaturen van alle Materialen ( grond, steenslag, Emulsie) Te hoge luchtvochtigheid! Gebruik van een Cationische emulgator Gebruik van droge Activerende materialen met een groot reactieoppervlak Hoge temperaturen van alle materialen ( grond, steenslag, Emulsie) Droge Lucht Geen of weinig actie tussen Emulsie en steenslag (weinig walsen) Intense menging Emulsie+steenslag (veel walsen

9 Klassering van de emulsies Ionisatie %Bindmiddel voornamelijk Cationisch Anionisch (50%-55%-60 %-65%-69%) Type (Polymeerbitumen, ) Klasse volgens NBN EN Voorbeeld : C 65 BP 2

10 Specificatie van de emulsies volgens Norm EN KENMERK C60B1 C60BP1 C60B1(AA) C67B1 C67BP1 C69BP1 Eenheid Emulsie polariteit ph, maximum bindmiddelgehalte % breekindex TBR TBR TBR TBR TBR TBR - rest op zeef van 0,5mm 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 % uitlooptijd 2mm 40 C TBR TBR TBR NR TBR NR s uitlooptijd 4mm 40 C NR NR NR TBR NR s Residuaal indringing bij 25 C, 5 s TBR TBR ,1 mm bindmiddel verwekingspunt R&K TBR 55 TBR TBR C elastische herstel bij 25 C NR 50 NR NR % Toepassing C60B1 C60BP1 C60B1(AA) C67B1 C67BP1 C69BP1 bestrijking X X kleeflaag X X X kleeflaag op vers beton X slemlaag X X visceuze kleeflaag X X X scheurremmende tussenlaag X X X Bij de specificatie van een emulsie zal de desbetreffende klasse van elke technische eis punt per punt vermeld moeten zijn.

11 2. Vloeibitumen Een bitumen die minder visceus gemaakt wordt dmv een fluxprodukt (fysische menging) petroleum flux plantaardige flux Nota : De vloeibitumina, gebruik makend van zeer vluchtige petroleumoliën en vroeger «Cut Back» worden niet meer gebruikt voor toepassingen in de wegenbouw. Liants hydrocarbonés

12 Vloeibitumen: Hechting-Cohesie Granulaat Hechting Cohesie bindmiddel ondergrond

13 Vloeibitumen: hechting bitumen-steenslag Actieve binding= vermogen tot omhulling van de steen Eau Liant Passieve binding= weerstand tegen verwijdering van de bitumenomhulling

14 Vloeibitumen: hechting bitumen-steenslag Hechting bitumen-steenslag levensduur van de bestrijking Hechting van water aan de steenslag > dan die van de bitumen Verbeteren van deze hechting: Opwarming/drogen van de steenslag Voorvertinnen van de steenslag Bitumen Laagje water of stof Omhulling met goede hechting Omhulling met slechte hechting

15 Klassificatie van de VB type flux Viscositeitsklasse Fm : Minerale flux Fv : Plantaardige flux Type bindmiddel(polymeerbitumen, ) Klasse aangepast aan de uitharding Voorbeeld : Fm 5 B 2 Fv 5 BP 3 Fm 4 BP 2

16 Vloeibitumen: Klassen Norm EN Vloeibitumen van normaal basisbitumen KENMERK Klasse Fm 5 B2 Eenheden Vloeibitumen : dynamische viscositeit bij 60 C Pa.s oplosbaarheid > 99 % vlampunt > 65 C totaal destillaat bij 360 C < 20 % destillaat bij 225 C < 15 % bij 315 C TBR % Residuaal bindmiddel (na stabilisatie) : indringing na 5 s en bij 25 C 330 0,1 mm

17 Vloeibitumen: Klassen Norm EN Vloeibitumen op basis van polymeerbitumen KENMERK Klasse Fm 4 BP2 Eenheden KENMERK Klasse Fm 6 BP6 Eenheden Vloeibitumen : Vloeibitumen : dynamische viscositeit bij 60 C Pa.s dynamische viscositeit bij 60 C Pa.s totaal destillaat bij 360 C < 20 % Residuaal bindmiddel (na terugwinning) : destillaat bij 225 C < 15 % verwekingspunt > 50 % Residuaal bindmiddel (na stabilisatie) : Residuaal bindmiddel (na stabilisatie) : indringing bij 25 C, na 5 s < 150 0,1 mm indringing bij 25 C, na 5 s < 220 0,1 mm verwekingspunt 50 C verwekingspunt 50 C cohesie-energie d.m.v. de pendulumproef TBR J/cm² cohesie-energie d.m.v. de pendulumproef 1,2 J/cm² elastische terugvering bij 25 C > 50 % elastische terugvering bij 25 C TBR %

18 Gevolgen van de eigenschappen van de producten - Emulsies te gebruiken met naakte steenslag - Vloeibitumen bij voorkeur te gebruiken met voorvertinde steenslag - Bestrijking+slem: GEEN vloeibitumen voor de bestrijking - Herstelling met gietasfalt : NIET onder bestrijking met vloeibitumen - Vloeibitumen in het najaar = gevaar voor zweten in het voorjaar

19 BESTRIJKINGEN

20 Definitie - Oppervlaktebehandeling dmv het sproeien van een bindmiddel waarop daarna een mozaïek van granulaten wordt gespreid.

21 Doel en voordelen van een bestrijking : - Het 100 % waterdicht maken van het onderliggend draagvlak - Heropwaardering asfalt - Restauratie van de ruwheid van het bestaande wegdek en vermindering van het risico op aquaplaning - Plaatselijke aanpassing van de kleur van de weg - Dunne laag (5 à 15 mm) - geen probleem met lineaire elementen - Zeer snelle uitvoering :+/ m²/dag =lage /M²

22 Nadelen : Naast de genoemde voordelen heeft een bestrijking ook enkele nadelen : De kwaliteit is afhankelijk van de weersomstandigheden (relatief korte periode van uitvoering 1 april 1 oktober). Beperkte weerstand aan tangentiële krachten (manoeuver- & remzones, scherpe bochten) Steenslagopspatting gedurende enkele dagen na de uitvoering.

23 Materialen : 1. Granulaten - Ze moeten voldoen aan een geheel van vereisten : kaliber (2/4-4/6,3-6,3/10-10/14). vorm (gebroken ronde granulaten vermijden). zuiverheid (gewassen granulaten) hechting aan bindmiddel mechanische weerstand Nodige ruwheid gladheid Kleur VPC (kalksteen verboden) Zure steenslag

24 Bitumen Emulsie + naakte steenslag 2. Bitumen Residueel bitumen na verdamping water. Steenslag strooien vóór de breking - Mengsel van bitumen met of zonder polymeren, water Wegen en met een gemiddeld oppervlakteactieve tot intensief verkeer. stof. Gebruik ook afhankelijk van kleur/gewoonte - De uiteindelijke intrinsieke kenmerken van het Van 1 april tot 1 oktober residueel bindmiddel worden snel bereikt (nadat het Vloeibitumen water + is verdampt). Residueel bitumen na verdamping olie veel voorvertinde langere tijd steenslag - Emulsies zijn vooral geschikt voor de behandeling van wegen met gemiddeld tot Van 1 april tot 1 september intensief verkeer. Beide met toevoeging van elastomeren Wegen met gering tot gemiddeld verkeer Gemodificeerde bitumen Betere weerstand tegen brosheid in de winter Betere weerstand tegen zweten in de zomer Iets betere weerstand tegen wringen

25

26 Soorten bestrijking 1.Eénlaagse bestrijking 1 laag bindmiddel + 1 laag begrinding - 2/4 ; 4/6,3 ; 6,3/10 (dit laatste kaliber enkel met vloeibitumen) - Het meest economisch. - Aan te raden oplossing voor wegen met weinig verkeer. - Af te raden bij poreuze oppervlaktes. - Preventieve toepassing.

27 Eénlaagse bestrijking

28 2. Tweelaagse bestrijking 2 lagen bindmiddelen afzonderlijk gesproeid en begrind met 2 lagen granulaten van verschillende kaliber - kaliber 4/6,3 en 2/4 ; 6,3/10 en 4/6,3 ; 10/14 en 4/6,3 - Geschikt voor wegen met gemiddeld, hoog of zwaar verkeer. - Grotere duurzaamheid en waterdichtheid. - Grotere weerstand tegen tangentiële krachten.

29 Tweelaagse bestrijking

30 3. Eénlaagse bestrijking met dubbele begrinding 1 laag bindmiddel + 2 lagen begrinding van verschillende kaliber. - kaliber 6,3/10 en 2/4 ; 10/14 en 4/6,3 - Geeft een relatief hoog geluid. - Van toepassing voor zones waar extra ruwheid gewenst is.

31 Types bestrijking Soort Kaliber Onderste laag 1-laagse met enkele begrinding 1-laagse met dubbele begrinding Tweelaagse bestrijking Bovenste laag Emulsie Vloei 2/4 / 2/4 x x 4/6,3 / 4/6,3 x x 6,3/10 / 6,3/10 x 10/14 / 10/14 x 2/10 6,3/10 2/4 x 2/6,3 4/6,3 2/4 x x 2/10 6,3/10 2/4 x x 4/10 6,3/10 4/6,3 x x 4/14 10/14 4/6,3 x x

32 Gevolg: keuze vloeibitumen of emulsie moet nog gemaakt worden: best in bestek zelf.

33 Voorbereidende werken In de meeste gevallen, om een langere duurzaamheid van de bestrijking te bereiken, zijn er voorbereidende werken nodig : - Plaatselijk gebrekkige plekken herstellen en zones van hoge porositeit en scheurvorming dmv asfalt.

34 - De zones met scheurvorming behandelen dmv emulsie & bitumenzand, of voegvulling.

35 - spoorvorming wegwerken

36 - Verwijderen van thermoplastische markeringen. - Mechanisch borstelen met een borstelwagen die een goede hechting van het bindmiddel kan verzekeren. Liefst hogedrukreiniging!

37 5) Uitvoering van de bestrijking - weersomstandigheden - sproeien van het bindmiddel - begrinden - walsen

38 Weersomstandigheden - Bestrijkingen worden uitgevoerd tussen april en oktober. - Het is belangrijk dat het weer gunstig is op de dag van uitvoering, maar ook de dag erna zodat het bindmiddel kan evolueren zoals voorzien. - De grondtemperatuur moet minimum 10 C bedragen. - Een bestrijking als het regent of op doorweekte ondergrond is uitgesloten. Water verhindert de oppervlaktebinding. - Zeer hoge temperaturen zijn eveneens niet gunstig voor een bestrijking wegens te snelle breking of zweetverschijnselen. - Lage luchtvochtigheid

39 Sproeien van het bindmiddel - Uitgevoerd door gespecialiseerde sproeiwagens voorzien van een automatisch, gecomputeriseerd doseringssysteem van het bindmiddel. - Gelijkmatige verdeling over de weg : Over de lengte (doseringspomp aangepast aan de snelheid). Over de breedte (regeling van de sproeikoppen).

40 Sproeien van het bindmiddel - Dosering is aangepast aan het type bindmiddel en aan de conditie van het wegoppervlak. - Het bindmiddel moet op de temperatuur gebracht worden die de nodige viscositeit garandeert.

41 Bestrijkingen: dosering bindmiddel & steenslag Type emulsies (kg/m²) vloeibit. (kg/m²) 2/4 (kg/m²) 4/6,3 (kg/m²) 6,3/10 (kg/m²) 10/14 (kg/m²) 1-laags 2/4 1,3 1,1 8 à 9 1-laags 4/6,3 1,5 1,2 9 à 10 1-laags 6,3/10 1,6 1,3 10 à 12 2-laags 2/6,3 2,5 2,3 8 à 9 9 à 10 2-laags 4/10 2,6 2,4 10 à 11 9 à 10 2-laags 6,3/14 2,7 2,5 10 à 11 9 à 10 Opmerking : in het kader van de CE-markering kiest de aannemer zelf zijn dosering. Bovenstaande tabel zijn richtwaardes.

42 Bestrijkingen: afwijking doseringen in % Parameters 1-laagse bestr. 2-laagse 1 laag 2-laagse 2 laag Verkeer Gering +10% +10% +10% Gemiddeld Druk -10% -10% -10% Textuur oppervlak Glad -5% -5% -5% Normaal Ruw +6% +5% +1% Zeer ruw +12% +10% +2% Porositeit opp. Niet poreus Poreus +5% +5% 0 Hardheid opp. Niet indrukbaar Indrukbaar -7% -7% 0 Ligging Zeer zonnig -5% -5% -5% Zonnig -2% -2% -2% Normaal Schaduw +5% +5% +5% Diepe schaduw (bos) +10% +10% +10% Tijdstip uitvoering Mei tot augustus April of september +5% +5% +5%

43 Begrinden - Het begrinden moet het sproeien van het bindmiddel onmiddellijk volgen. - De begrinding moet een uniform uitzicht hebben en gelijkmatig verdeeld zijn. - Uitgevoerd door vrachtwagens uitgerust met begrinders.

44 Begrinden Het is belangrijk om voldoende te begrinden : Éénlaagse : de mozaïek moet gesloten zijn Eénlaagse met dubbele begrinding: 1ste laag : open mozaïek 2de laag : gesloten mozaïek Tweelaagse : idem

45 Walsen - 1-laagse : een bandenwals. - 2-laagse : bandenwals, eventueel voorafgegaan door een stalen wals. - Hecht in 1 fase de begrinding aan het bindmiddel. Daarna wordt het verkeer toegelaten die in 2 fase de mozaïek definitief verdicht.

46 Walsen - Om een goede hechting te hebben moet de wals het begrinden heel kort volgen. - De beste verdichting is het terug in gebruik stellen van de weg via het verkeer, maar dit mag pas toegelaten worden als de emulsie volledig is gebroken, gestabiliseerd.

47 Borstelen - Het bestrijken, het begrinden van een bindmiddel, impliceert steenslagopspatting als het verkeer opnieuw wordt toegelaten. - Die steenslag dient verwijderd na stabilisatie van de bestrijking door een borstel/zuigcombinatie, en dient herhaald indien nodig. - Signalisatieborden van opspattend steenslag en snelheidsbeperking (30 km/u) enkele dagen in stand houden tot de bestrijking volledig vastzit.

48 Controles tijdens uitvoering - Visuele controles van het sproeien van het bindmiddel en van het begrinden. - Bewaken of het begrinden het sproeien goed volgt. - Het walsen verifieren. - Controleren of de begrinding voldoende vastzit alvorens het verkeer wordt toegelaten. - Indien de aanbestedende overheid het nodig acht om proeven te doen betreft de hoeveelheid bindmiddel/steenslag, korrelverdeling steenslag en/of de kritieke eigenschappen van het bitumen (indringingsvermogen, verwekingspunt, elastisch herstel), wordt er best een labo aangeduid en hiervoor een aparte post voorzien in het bijzonder bestek.

49 Controles na uitvoering - Vanaf 1 juli 2013 is, wegens de invoering van de Bouwproduktenverordening (CPR) die de Bouwproduktenlij (CPD) vervangt, de aannemer verplicht om een prestatieverklaring (DoP) op te stellen en deze met het produkt mee te leveren (mag ook elektronisch) - Rafacties : de formule is beschikbaar in het SB250 maar in de praktijk worden de gebreken die niet toelaatbaar zijn dadelijk hersteld. Dit is beter en goedkoper. - Qualiroutes : geen formule, maar herstel indien boven de max. toegelaten % schade

50 Besluit - Bestrijkingen zijn een kostprijsgunstige en efficiënte onderhoudstechniek voor wegen. - Bestrijken lijkt makkelijk maar is het niet. Een belangrijke factor in het lukken van een bestrijking ligt in de kwaliteit en de ervaring van de uitvoerder.

51 Met dank voor uw aandacht

52 BITUMINEUZE MATERIALEN «SLEMLAGEN»

53 DEFINITIES en DOEL Slem is een mortel samengesteld uit een bitumenemulsie, grindzand (of zand) kaliber 0/2, 0/4, 0/6,3 of 0/10 en diverse additieven (water, vulstof, vertrager en/of metaaloxyde in geval van een kleurmengsel). Toepassing in één, twee of zelfs drie lagen. Opnieuw verrijken van verarmd oppervlak Waterdichtheid herstellen Verbeteren van de stroefheid Egale afwerking De aannemer, voor uitvoering van deze behandeling, moet CE gecertificeerd zijn.

54 MATERIAAL MOBIELE INSTALLATIE Emulsietank Watertank Zandsilo Vulstofsilo Menger Aftrekslede met egalisatie flap (Instelbaar H & B)

55 SOORTEN SLEM EENLAAGSE : 0/4 0/6,3 TWEELAAGSE : 0/2 + 0/4 of 0/6,3 0/4 + 0/4, 0/6,3 of 0/10 Eérste laag : - homogenisering van het wegdek - lichte herprofilering - hechting voor de tweede laag KLEUR : op basis van een syntetisch bindmiddel, en gekleurde minnerale aggregaten

56 KEUZE VAN HET TYPE SLEM EENLAAGSE SLEMLAAG Toegepast op een ondergrond: - Zonder buitensporige poreusheid en schade - Met lage belastingsgraad Korrelgrootte : 0/2 op parkings 0/4 in agglomeraties 0/6,3 op druk bereden wegen

57 KEUZE VAN HET TYPE SLEM TWEELAAGSE: Toegepast op een ondergrond: - heterogeen - licht gebarsten Betere weerstand tegen schuifkracht Lichte herprofilering (max 2 cm) Korrelgrootte : 0/2, 0/4 of 0/6,3 als eerste laag 0/4 (wordt meest gebruikt) 0/4, 0/6,3 of 0/10 als tweede laag 0/10 (wordt weinig gebruikt) SOORT BINDMIDDEL: Kationische bitumenemulsie Polymeergemodificeerde kationische bitumenemulsie Polymeergemodificeerd kleurloos syntetisch bindmiddel (kleur)

58 VOORDELEN Verlenging levensduur van de weg Egaal uitzicht Snelle uitvoering Geringe dikte Laag rolgeluid Lage kostprijs

59 VOORBEREIDING: Plaatsen van de nodige signalisatie. Grondig reinigen van het te behandelen oppervlak. Plaatselijke uitvlakkingen. Treffen van de nodige voorzorgsmaatregelen voor alle wegaanhorigheden (putranden enz...). Aanbrengen van een kleeflaag; op beton (verplicht) of op aanvraag. Renoroad

60 Laden vrachtwagen met bitumenemulsie Renoroad

61 Laden vrachtwagen met zand: Renoroad

62 Uitvlakking: Renoroad

63

64 Gekleurde slemlagen Renoroad

65

66

67 Grijze fietssugestiestrook Renoroad

68 SPECIALE DOELEINDEN «SLEMLAGEN»

69 STALEN WAPENINGSNETTEN (Meshtrack) 0/6,3

70 Detail netten:

71 KASSEIVOEGVULLING Renoroad

72 BESTEK OPMAKEN Standaardbestek 250 voor de wegenbouw versie 2.2 Hoofdstuk 12 Onderhouds- en herstellingswerken 6 SLEMLAGEN (Slems) Product familie Weg categorie Hoofdwegen, primaire wegen en secundaire wegen Lokale wegen Bindmiddel B1 B2 B1 B2 B1 = kationische bitumenemulsie B2 = polymeergemodificeerde kationische bitumenemulsie, of een met polymeren gemodificeerd kleurloos syntetisch bindmiddel

73 BESTRIJKING MET SLEMAFDICHTING

74 DOEL Combinatie van een éénlaagse bestrijking als eerste laag en een afdichting met een slemlaag als toplaag Waterdichtheid, stroefheid, micro tapijt Deze uitvoering behoud het voordeel van beide technieken, en verwijdert de nadelen ervan.

75 SAMENSTELLING 1 Bestrijking 4/6,3 met een open structuur als eerste laag Impregnatie + waterdicht maken Dichten van de scheuren Aanhechting voor de slem

76 SAMENSTELLING 2 SLEM 0/4 of 0/6,3 Als tweede laag Stabiliseerd het steenslagskelet Verhinderd opspatten van de steenslag Lichte herprofilering Laag rolgeluid Verbeterd uitzicht

77 Renoroad

78

79 Renoroad

80 WELKE TOEPASSING KIEZEN?

81 IN STEDELIJK GEBIED Men zoekt : Fijnkorrelige afwerking Een geluidsarme bekleding Weinig opspattende stenen Beste keuze : Eénlaagse of tweelaagse slemlaag op een heterogene ondergrond (kaliber 0/4) Bestrijking met slemafdichting, als de ondergrond poreus en heterogeen is, met intenser verkeer (aanrader!)

82 BUITEN DE STAD Men zoekt : Goede weerstand voor drukker verkeer Snelle uitvoering Een lange levensduur met blijvende stroefheid

83 BUITEN DE STAD Beste keuze : Eénlaagse bestrijking (op een gezonde en homogene ondergrond) Tweelaagse bestrijking op een poreuze en gezonde ondergrond = beste keuze kwaliteitprijsverhouding, doordat er veel bindmiddel wordt gespoten en zodoende de weg ook volledig waterdicht wordt gemaakt. Bestrijking met slemafdichting 0/6,3 voor de wegen met meer belasting en drukker verkeer. (bochten, kruispunten, )

84

85

86 DE ECONOMISCHE BENADERING

87 KEUZE VAN ONDERHOUD Het onderhoud van uw wegen stelt de veel duurdere optie van verwijderen (uitbreken/ frezen) en herplaatsen (asfalteren) met aanzienlijke tijd uit Goedkoper, en ook geen verkommering van de wegen meer Door de regelmaat van interventie, handhaaft u de uitstekende staat van uw wegennet

88 De wegen op tijd onderhouden kost minder aan het bestuur en de gemeenschap. Een goed onderhouden weg verslijt minder snel en behoud een hoog niveau van rijcomfort en veiligheid!

89 Doel presentatie In deze financieel moeilijke tijden voor gemeentes, de verantwoordelijken voor het wegbeheer bewust maken van de bestaande onderhoudstechnieken en hun impact op de onderhoudskost per km weg.

90 Onderhoudstechnieken wegen 5 basistechnieken : (prijzen bij normale dagrendementen) 1. Bestrijking : spuiten van een bitumineus bindmiddel en dat bindmiddel onmiddellijk begrinden : 1,80 à 2,50/ m²(sb H.XII-5) 2. Slemlagen : ter plekke fabriceren en plaatsen van een koude emulsie-asfaltlaag : 2,50 à 3,00/ m²(sb H.XII-6) 3. Bestrijking met slemafdichting : combinatie van voorgaande; in feite de beste wegens opheffen nadelen 1. en 2. : 4,30 à 5,00 / m² 4. Scheurremmende lagen (SAMI s) met wapeningsnet (grids, Mesh-Track) : prijs variabel, afhankelijk van prijs wapeningsnet (SB H.XII-2.5) 5. Frezen en asfalteren 4 cm : oud wegdek uitfrezen en nieuwe asfalt plaatsen : 10 à 15 / m² afhankelijk van type asfalt. (SB H.XII-2.4)

91 Onderhoudstechnieken wegen Groot voordeel van de eerste drie technieken: veel straten in korte tijdspanne aan een goedkope prijs + belangrijke levensduurverlenging van het bestaande wegdek (5 à 10 jaar)

92 Onderhoudstechnieken wegen Wanneer moeten die technieken toegepast worden? Eerst moet de toestand van het te behandelen wegdek geëvalueerd worden. Kleine haarscheuren (< 5 mm) in wegdek : technieken 1 tem 3 Diepere, wijdere scheuren (< 25 mm) : onderzoeken of die scheuren tot in de fundering zitten. Indien ja : of alles eruit inclusief fundering (bij zware degradatie), of frezen tot op fundering, scheurremmende laag + asfalteren. Indien neen : eerst uitprofileren met een slemlaag en dan technieken 1 tem 3. Scheuren > 25 mm of gaten in wegdek : frezen & asfalteren; indien scheuren tot in de fundering zitten, zelfde opmerking als bij vorige punt.

93 Onderhoudskost wegennet Premisse Lengte wegennet 140 km Gemiddelde wegbreedte 4,50 m Oppervlakte m² Druk bereden wegen 40% of m² Minder drukke wegen 60% of m²

94 Onderhoudskost wegennet Zonder regelmatig onderhoud : curatief onderhoud Drukke wegen ( m²) Op een nieuwe wegverharding worden de volgende herstellingen uitgevoerd na: 10 jaar frezen & 12/m² of x 12 = jaar uitbraak & 30/m² of x 30 = herstellingskost na 20 jaar levensduur of op jaarbasis : / 20 = of op jaarbasis : / = 2,10/m² Minder drukke wegen ( m²) Op een nieuwe wegverharding worden de volgende herstellingen uitgevoerd na: 20 jaar frezen & 12/m² of x 12 = jaar 20/m² of x 20 = herstellingskost na 35 jaar levensduur of op jaarbasis : / 35 = of op jaarbasis : / = 0,91/m² TOTAAL WEGENNET m² op jaarbasis : = op jaarbasis : / = 1,39/m²

95 Onderhoudskost wegennet Met regelmatig onderhoud : preventief onderhoud Drukke wegen ( m²) Op een nieuwe wegverharding worden de volgende herstellingen/onderhoudstechnieken uitgevoerd na: 5 jaar 2/m² of x 2 = jaar dubbele 3/m² of x 3 = jaar bestrijking of 2,50/m² of x 2,50 = jaar frezen & 12/m² of x 12 = herstellingskost na 24 jaar levensduur of op jaarbasis : / 24 = of op jaarbasis : / = 0,81/m² Minder drukke wegen ( m²) Op een nieuwe wegverharding worden de volgende herstellingen/onderhoudstechnieken uitgevoerd na: 8 jaar 2/m² of x 2 = jaar bestrijking of 2,50/m² of x 2,50 = jaar bestrijking of 3/m² of x 3 = jaar frezen & 12/m² of x 12 = herstellingskost na 38 jaar levensduur of op jaarbasis : / 38 = of op jaarbasis : / = 0,51/m² TOTAAL WEGENNET m² op jaarbasis : = op jaarbasis : / = 0,63/m²

96 DANK U VEILIG OP WEG

97