Verantwoordingsdocument Voorkeursbeleid

Transcriptie

1 Verantwoordingsdocument Voorkeursbeleid Arterieel vaatlijden van de onderste extremiteit (PAV)

2 Verantwoordingsdocument Voorkeursbeleid Arterieel vaatlijden van de onderste extremiteit (PAV) 5 oktober 2012, versie 1.0 1

3 Inhoud 1. Toelichting voorkeursbeleid Selectieve inkoop en voorkeursbeleid volop in ontwikkeling Algemeen kader voorkeursbeleid Vertaling naar voorkeursbeleid PAV Arterieel vaatlijden van de onderste extremiteit Classificatie volgens Fontaine Diagnostiek Behandeling Leefstijlbegeleiding Gesuperviseerde looptraining Dotteren Bypass operatie Indicatoren Minimaal kwaliteitscriterium Vaatkeurmerk Aanvullende kwaliteitscriteria Samenwerking met ClaudicatioNet Multidisciplinair team (MDT) Stoppen met Roken (SMR) Alle niet invasieve diagnostische onderzoeken op 1 dag Samenvatting indicatoren, weging en transparantie Dynamisch model Bronnen

4 1. Toelichting voorkeursbeleid Onder het motto "Alles voor betere zorg" helpen wij onze verzekerden bij het maken van de beste keuze uit het zorgaanbod. De introductie van een voorkeursbeleid per 1 januari 2011 voor borstkankerzorg was hier een verdere concretisering van. In 2012 zijn hier de blaasverwijderingsoperaties en bariatrische chirurgie aan toegevoegd en heeft de eerste update van borstkankerzorg plaatsgevonden. 1.1 Selectieve inkoop en voorkeursbeleid volop in ontwikkeling Sinds ons eerste initiatief om borstkankerzorg op basis van kwaliteitsnormen selectief in te kopen is er veel gebeurd. Enerzijds heeft de ontwikkeling van normen van de beroepsgroep een versnelling doorgemaakt en anderzijds wordt de inkoop op de minimumnormen van de beroepsgroep landelijk vormgegeven op ZN-niveau. *CZ verzekeringsbedrijf koopt voor PZP de zorg in, waaronder de zorg voor borstkanker, blaasverwijdering, bariatrische chirurgie, PAV en colorectale carcinoom. Positieve ontwikkelingen waardoor de kwaliteit van zorg in Nederland een belangrijke slag heeft gemaakt. Maar er is nog veel werk te verzetten. Waar nodig willen wij, bij voorkeur samen met de wetenschappelijke verenigingen, patiëntenorganisaties en andere zorgverzekeraars, blijven bouwen aan transparantie in de zorg en zorginkoop op basis van kwaliteitsinformatie. Dit betekent dat wij jaarlijks zullen evalueren en beoordelen voor welke aandoeningen/behandelingen aanvullend selectief inkoopbeleid door ons wenselijk is en op welke manier. Voor borstkankerzorg, blaasverwijderingsoperaties en bariatrische chirurgie is het geen automatisme dat er jaarlijks een nieuwe indeling van ziekenhuizen wordt gemaakt, resulterend in een lijstje per categorie. Als de landelijke inkoop op kwaliteitsnormen de kwaliteitsverbeteringen voldoende stimuleert, zullen wij ons 3

5 daarbij aansluiten. Het is dan niet meer nodig categorieën te gaan benoemen, deze zullen wij dan ook verwijderen van onze website. Daarentegen blijven wij wel voor onze verzekerden deze zorg transparant maken door de onderliggende kwaliteitsindicatoren te blijven tonen op onze website. Mochten wij tot de conclusie komen dat door de landelijke inkoop op kwaliteitsnormen er nog steeds aantoonbaar inhoudelijk effect te behalen is (bijvoorbeeld door indicatorenontwikkeling te stimuleren of op basis van gerichte aanwijzingen in literatuur of wetenschappelijk onderzoek), zullen wij aanvullend selectief inkoopbeleid formuleren en blijven uitvoeren. Zo zullen wij jaarlijks evalueren en beoordelen voor welke aandoeningen/behandelingen een aanvullend voorkeursbeleid wenselijk is. 1.2 Algemeen kader voorkeursbeleid Ons voorkeursbeleid betreft een generiek model, in principe bedoeld voor alle zorgsoorten die zich voor selectieve inkoop en voorkeursbeleid lenen. Het generieke model is in eerste instantie uitgewerkt voor de ziekenhuiszorg op aandoeningsniveau. Voor elk van de door ons geselecteerde aandoeningen worden de prestaties van de ziekenhuizen gewaardeerd op basis van: 1. medische kwaliteit (waaronder volumenormen); 2. patiëntervaringen. Overigens moet worden geconstateerd dat in de praktijk het onderscheid 'medische kwaliteit' versus 'patiëntervaringen' moeilijk blijkt te maken. De indicator "aanwezigheid van een gespecialiseerd verpleegkundige" bijvoorbeeld, kan zowel als een teken van medische kwaliteit als van patiëntgerichtheid worden uitgelegd. De scores op deze indicatoren worden vervolgens weer geverifieerd bij de ziekenhuizen zelf. Indicatoren die niet met bestaande registraties worden uitgevraagd maar wel cruciaal zijn voor het voorkeursbeleid, worden opgenomen in een vragenlijst die rechtstreeks bij het ziekenhuis wordt uitgezet. Voor zelfstandige behandelcentra (ZBC's) geldt dat afhankelijk van het onderwerp en de beschikbare kwaliteitsinformatie, wordt bepaald of deze wel of niet in het voorkeursbeleid kunnen worden betrokken. Ingeval van PAV blijven de buitenlandse instellingen vooralsnog buiten beschouwing omdat deze instellingen niet meedoen aan de registratie van kwaliteitsindicatoren zoals die in Nederland verplicht is gesteld. 1.2 Vertaling naar voorkeursbeleid PAV In ZN-verband wordt per 1 januari 2013 PAV ingekocht op basis van de NVvH-normen 2.0, dit is het hebben van het Vaatkeurmerk. Voor wat betreft het Vaatkeurmerk van De Hart&Vaatgroep volgen wij het landelijk beleid van de NVvH en Zorgverzekeraars Nederland door in 2013 de contractering te beperkingen tot de zorginstellingen de voldoen aan de voorwaarden van het Vaatkeurmerk. Er zijn echter nog andere belangrijke kwaliteitsindicatoren (zoals samenwerking met ClaudicatioNet en doorverwijzen naar gekwalificeerde Stoppen-met-roken begeleiders). Niet alle indicatoren die wij 4

6 belangrijk vinden voor goede behandeling van PAV zijn op dit moment, met uitzondering van het Vaatkeurmerk, eenduidig beschikbaar. Hierdoor is het niet mogelijk om tot een strikte categorieindeling te komen. Door de indicatoren met een eigen vragenlijst bij de ziekenhuizen uit te vragen ontstaat informatie die primair zal worden gebruikt om onze klanten optimaal te informeren over de keuzemogelijkheden. Daarnaast wordt deze informatie in de inkoopgesprekken met de ziekenhuizen ingebracht met het doel voor 2013 verbeterafspraken te maken die vooruit lopen op toepassing van de overige voorwaarden in de contractering voor Voorkeursbeleid PAV Voldoet aan onze minimale kwaliteitsnormen Ziekenhuizen die voldoen aan de minimale kwaliteitsnormen worden als zodanig vermeld op onze website. Voldoet niet aan onze minimale kwaliteitsnormen Ziekenhuizen die volgens onze kwaliteitskaders te ver achterblijven bij onze normen voor goede zorg. Wij zullen deze ziekenhuizen geen contract aanbieden voor PAV. Ook deze ziekenhuizen worden getoond op onze website. Voert behandeling niet (meer) uit De ziekenhuizen die aangeven de betreffende behandeling niet (meer) uit te voeren, worden niet getoond. 5

7 2. Arterieel vaatlijden van de onderste extremiteit Een chronische belemmering van de bloedstroom naar de benen en voeten wordt in medische termen aangeduid als 'arterieel vaatlijden van de onderste extremiteit'. Hiervoor worden verschillende afkortingen gebruikt. Bijvoorbeeld PAV, dat wil zeggen Perifeer Arterieel Vaatlijden 1. Of de afkorting PAOD, dit staat voor de engelse omschrijving Peripheral Arterial Occlusive Disease. In dit document is gekozen voor de afkorting PAV. Bij patiënten met deze aandoening zijn de bloedvaten (arteriën) vernauwd door vetachtige ophopingen in de wand van deze vaten. Deze aandoening wordt ook wel aangeduid met de term 'slagaderverkalking'. Door de vernauwing van de slagaders gaat er onvoldoende bloed naar de benen en de voeten. Het gevolg is dat de huid en spieren onvoldoende zuurstof en voedingsstoffen krijgen. Eén van de eerste klachten is dan spierkramp in de kuiten tijdens het lopen. Die kramp verdwijnt weer na rusten. Bijvoorbeeld door even voor een etalage van een winkel te blijven staan. Daarom wordt voor deze klachten ook wel de term 'etalagebenen' gebruikt. De medische term is 'claudicatio intermittens' en betekent: 'onderbroken hinken'. Bron: De Hart &Vaatgroep De vernauwing van de bloedvaten is een chronische aandoening die geleidelijk erger wordt. Factoren die daarbij een rol spelen zijn met name: roken, te hoog cholesterolgehalte in het bloed, verhoogde bloeddruk, suikerziekte en te weinig lichaamsbeweging. 1 De meest recente Nederlandse richtlijn voor PAV (Diagnostiek en behandeling van arterieel vaatlijden van de onderste extremiteit) dateert uit Voor dit verantwoordingsdocument is daarnaast gebruik gemaakt van de recente NICE richtlijn 'Lower limb peripheral arterial disease' uit augustus

8 In een vergevorderd stadium kan de bloedvatvernauwing zo ernstig zijn dat, ook in rust of 's nachts in bed, pijn ontstaat door zuurstofgebrek in de benen en voeten. Dat kan zelfs leiden tot chronische wonden en soms is zelfs een amputatie niet te vermijden. 2.1 Classificatie volgens Fontaine De ernst van perifeer arterieel vaatlijden in de benen kan worden onderscheiden in vier stadia (volgens Fontaine): Stadium I: angiografische afwijkingen, geen klachten Stadium II: claudicatio intermittens, vnl. in de kuit. IIa: pijnvrije loopafstand tenminste 100m IIb: pijnvrije loopafstand minder dan 100m Stadium III: rustpijn en/of nachtelijke pijn Stadium IV: ischemische ulcera en/of gangreen. In het kader van dit verantwoordingsdocument gaat het vooral om patiënten met claudicatio intermittens, dus stadium II volgens de indeling van Fontaine. Claudicatio intermittens komt vaker voor naarmate de leeftijd stijgt. Afhankelijk van de leeftijd tussen de 1% en 9%. Bij ongeveer 5% van de patiënten met claudicatio zal op den duur een ingreep noodzakelijk blijken. Claudicatio komt op oudere leeftijd vaak voor, hoewel precieze aantallen niet bekend zijn (1). Ook over het aantal patiënten met kritieke ischaemie zijn geen directe gegevens, maar indirect kan worden berekend dat er ongeveer 300 nieuwe gevallen per jaar per miljoen inwoners zijn. In Nederland spreken we dan over circa 5000 nieuwe gevallen per jaar. 2.2 Diagnostiek De diagnostiek is primair gebaseerd op anamnese en lichamelijk onderzoek. Daarnaast kan aanvullende diagnostiek noodzakelijk zijn. In eerste instantie vindt niet-invasief onderzoek plaats in het zogenaamde vaatlaboratorium. Bijvoorbeeld in de vorm van een doppleronderzoek. Dit is een looptest waarbij de bloedvoorziening naar de benen wordt onderzocht. Dit gebeurt door de bloeddruk van de armen te vergelijken met de bloeddruk van de benen, zowel in rust als na inspanning (lopen). Vandaar de naam looptest. Dit onderzoek wordt ook wel een Enkel-Arm Index (EAI) met belasting genoemd. Bij ernstige klachten kan aanvullend invasief onderzoek nodig zijn door middel van een MRA (dit is een MRI van de bloedvaten), een CT scan met contrast of een angiografie (hierbij wordt contrastvloeistof in (meestal) de lies ingespoten waardoor de bloedvaten en vernauwingen zichtbaar worden op een monitor). De niet-invasieve onderzoeken kunnen vaak op één dag worden gecombineerd met het consult bij de vaatchirurg en vaatverpleegkundige. Als blijkt dat meer invasieve onderzoeken nodig zijn wordt daar meestal een aparte afspraak voor gemaakt. 2.3 Behandeling 7

9 PAV is een uiting van hart- en vaatziekten. De behandeling is daarom primair gericht op het voorkomen van de bloedvatvernauwing door oorzakelijke factoren weg te nemen of te reduceren Leefstijlbegeleiding Veruit de belangrijkste risicofactor is roken, het effectief begeleiden van stoppen met roken is nodig. Daarnaast is behandeling van andere risicofactoren (suikerziekte, hoge bloeddruk, hoog cholesterol) van belang om verdere achteruitgang te voorkomen. Wanneer deze maatregelen onvoldoende effect hebben of wanneer de vaatvernauwing al in een verder gevorderd stadium is, kunnen stapsgewijs de volgende behandelingen worden ingezet Gesuperviseerde looptraining Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat lopen de bloeddoorstroming naar de benen en voeten ook bij patiënten met claudicatio intermittens sterk kan verbeteren. In Nederland wordt looptherapie vaak voorgeschreven in de vorm van een eenmalig mondeling advies. De therapietrouw is in dat geval laag, omdat lopen pijn en kramp in de benen veroorzaakt. Daarom wordt de gesuperviseerde looptraining geadviseerd: lopen onder begeleiding van een gespecialiseerde fysiotherapeut. Uit onderzoeken blijkt dat de maximale pijnvrije loopafstand en kwaliteit van leven na gesuperviseerde looptherapie duidelijk verbetert (2). Een loopprogramma waarbij minimaal 2 tot 3 keer per week, gedurende 30 minuten, gedurende minimaal 3 maanden tegen de maximale pijngrens aan wordt gelopen, geeft het beste resultaat (3). Tevens moet de patiënt dagelijks zelfstandig oefenen. De maximale loopafstand kan zo tot meer dan 200% toenemen Dotteren Soms is de vernauwing van dien aard dat er bekeken moet worden of het met behulp van een ballonnetje mogelijk is het bloedvat ter plaatse van de vernauwing als het ware op te rekken. Hierdoor wordt het bloedvat weer beter doorgankelijk. Deze procedure wordt in ons land 'dotteren' genoemd, naar de Amerikaanse hartspecialist Charles T. Dotter, die deze procedure heeft uitgevonden. Alvorens een vernauwing te kunnen dotteren moet het desbetreffende bloedvat eerst beoordeeld worden door middel van een angiografie. Via hetzelfde onderzoek wordt soms direct de vernauwing gedotterd. Als dotteren onvoldoende resultaat heeft, kan tijdens de behandeling een stent in de slagader worden geplaatst. Deze verstevigt de slagader en zorgt ervoor dat deze open blijft Bypass operatie Een operatie kan een optie zijn als de klachten als onacceptabel of invaliderend worden ervaren. In het algemeen zijn vaatchirurgen terughoudend met een operatieve ingreep. Er zijn verschillende operaties mogelijk, zoals het schoonmaken van het vat ter plaatse van de vernauwing (= endarteriëctomie) of het langs chirurgische weg verwijden van de vernauwing. Meestal zal bij verstopte beenslagaders een omleiding worden gemaakt met een bypass. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een vaatprothese of een ader van de patiënt zelf. 8

10 3. Indicatoren Gesprekken met De Hart&Vaatgroep en ClaudicatioNet hebben mede bepaald welke indicatoren volgens ons van doorslaggevend belang zijn m.b.t. de zorg rondom PAV: Minimaal kwaliteitscriterium a. Ziekenhuis heeft een Vaatkeurmerk. Aanvullende kwaliteitscriteria a. Ziekenhuis werkt samen met ClaudicatioNet. b. Aanwezigheid van multidisciplinair team. c. Stoppen met roken via gekwalificeerde zorgverlener. d. Alle niet-invasieve diagnostische onderzoeken op één dag. Sommige ziekenhuizen kennen meerdere locaties waar behandelingen plaatsvinden, of zij gaan samenwerkingsafspraken aan met andere ziekenhuizen voor bepaalde behandelingen. Als een ziekenhuis op alle locaties de behandelingen waarvoor wij een voorkeursbeleid hanteren wil blijven uitvoeren, of op de locatie(s) van de samenwerkende ziekenhuizen wil blijven uitvoeren, stellen wij steeds dezelfde eisen aan al deze afzonderlijke locaties of samenwerkende ziekenhuizen. Deze zullen dus steeds individueel getoetst worden aan de criteria zoals vastgelegd in het verantwoordingsdocument. Alleen als sprake is van zorg verleend door steeds hetzelfde MDO team en dezelfde medisch specialisten, over de locaties heen of in de verschillende samenwerkende ziekenhuizen, kunnen de aantallen ingrepen/behandelingen getotaliseerd worden en wordt het totale ziekenhuis of de samenwerkende ziekenhuizen als één behandellocatie beoordeeld. 3.1 Minimaal kwaliteitscriterium Een basisvoorwaarde voor de uitvoering van de zorg voor patiënten met PAV is voor het ziekenhuis het hebben van het Vaatkeurmerk van De Hart&Vaatgroep. Ziekenhuizen die hier niet aan voldoen vinden wij te ver achterblijven bij de kwaliteitsnormen voor PAV Vaatkeurmerk Het Vaatkeurmerk van De Hart&Vaatgroep geeft een geïntegreerde weergave van de kwaliteit van zorg dat een ziekenhuis verleent aan patiënten met perifeer arterieel vaatlijden. 2 Een ziekenhuis met een vaatkeurmerk moet aan een aantal eisen voldoen. Het keurmerk bestaat uit twaalf criteria waarvan er negen verplicht aanwezig moeten zijn en van de overige drie moet er minimaal nog één aanwezig zijn. Voorkeursbeleid Wij zijn van mening dat het Vaatkeurmerk een minimum, toetsbare voorwaarde is om kwalitatief goede zorg voor patiënten met perifeer arterieel vaatlijden te kunnen leveren. Ziekenhuizen die niet over het Vaatkeurmerk beschikken worden in 2013 niet meer gecontracteerd voor diagnostiek en behandeling van perifeer arterieel vaatlijden. (De data zijn afkomstig van De Hart&Vaatgroep) 2 De Hart&Vaatgroep definieert perifeer arterieel vaatlijden als aandoeningen in de slagaders van benen, bekken, buik, aorta en hals. In dit verantwoordingsdocument gaat het primair om diagnostiek en behandeling van claudicatio intermittens: perifeer arterieel vaatlijden van de benen. 9

11 3.2 Aanvullende kwaliteitscriteria De volgende vier kwaliteitscriteria vinden wij belangrijke indicatoren om de ontwikkelingen in de kwaliteit van zorg op te kunnen monitoren Samenwerking met ClaudicatioNet Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat bij patiënten met claudicatio intermittens na looptherapie een toename in loopafstand wordt gevonden van % vergeleken met een placebo. Daarnaast is aangetoond dat looptherapie ook een gunstig effect heeft op cardiovasculaire risicofactoren, zoals hypertensie, hypercholesterolemie en diabetes mellitus. Uit verder onderzoek is gebleken dat niet looptherapie, maar gesuperviseerde looptherapie vergeleken met een mondeling loopadvies significant effectiever was op zowel loopafstand als kwaliteit van leven bij patiënten met claudicatio intermittens. Gesuperviseerde looptraining is daarom voor veel patiënten met etalagebenen de voorkeursbehandeling, daar deze effectief en niet invasief is. In Nederland zijn sinds juli 2011 de eerste regionale netwerken voor gesuperviseerde looptraining actief. Onder de naam ClaudicatioNet wordt de looptraining aangeboden door gespecialiseerde fysiotherapeuten. Fysiotherapeuten die zijn aangesloten bij ClaudicatioNet dienen via een specialisatietraject te voldoen aan toetsbare kwaliteitseisen om opgenomen te blijven in de online Zorgzoeker. Aanvullend op de inkoopafspraken met ziekenhuizen hebben wij het voornemen om gesuperviseerde looptherapie alleen nog in te kopen bij fysiotherapeuten aangesloten bij ClaudicatioNet. Voorkeursbeleid Wij vinden gesuperviseerde looptraining voor patiënten met perifeer arterieel vaatlijden een belangrijke eerste stap in een stepped care traject. Daarnaast vertrouwen wij erop dat ClaudicatioNet borg staat voor hoogwaardige kwaliteit van zorg. Om die reden pleiten wij er bij ziekenhuizen voor om patiënten die daarvoor in aanmerking komen te verwijzen naar een gespecialiseerde fysiotherapeut die is aangesloten bij ClaudicatioNet. (De data zijn afkomstig van onze eigen uitvraag) Multidisciplinair team (MDT) Multi- en interdisciplinaire samenwerking, eenheid in diagnostiek, behandeling, zorg en nazorg en onderlinge afstemming zijn belangrijke voorwaarden voor optimale zorg rondom vaatpatiënten. Wij zijn van mening dat een multidisciplinair team moet bestaan uit minimaal een vaatchirurg en een interventieradioloog met daarnaast nog een gespecialiseerde verpleegkundige (dit kan een vaatverpleegkundige, een verpleegkundig specialist of een NP zijn). Deze verpleegkundige neemt met name de begeleiding en de coördinatie van het zorgpad voor zijn/haar rekening. Voorkeursbeleid Wij vinden het belangrijk dat een ziekenhuis een MDT heeft met een vaatchirurg, radioloog en een gespecialiseerde verpleegkundige. (Data zijn afkomstig uit ZiZo, klantpreferentievraag 1) 10

12 3.2.3 Stoppen met Roken (SMR) Roken is een belangrijke factor bij het ontstaan van slagadervernauwing (4). Bovendien blijkt dat roken een belemmerende factor is bij herstel na een bypassoperatie (5). Stoppen met roken is daarom een essentieel onderdeel van de behandeling van patiënten met perifeer arterieel vaatlijden. De patiënt kan volgens ons daarbij het beste verwezen worden naar een Stoppen-met-roken begeleider die ingeschreven staat in het landelijk kwaliteitsregister. Het kwaliteitsregister is een lijst waarop gekwalificeerde Stoppen-met-roken begeleiders staan. Dit zijn professionals (zorgverleners) die speciaal zijn opgeleid en ervaring hebben om mensen intensief te begeleiden bij het stoppen met roken. Het kwaliteitsregister maakt duidelijk welke professionals intensieve stoppen-metrokeninterventies aanbieden waarvan bewezen is dat het werkt. De eisen voor het kwaliteitsregister komen uit de Zorgmodule Stoppen met Roken'(6). Daarin staat beschreven welke hulp bij stoppen met roken werkt. Het Partnership Stop met Roken beheert het Kwaliteitsregister Stoppen met Roken. Voorkeursbeleid Wij vinden het belangrijk dat een ziekenhuis patiënten met perifeer arterieel vaatlijden die roken verwijst naar een gekwalificeerde Stoppen-met-roken begeleider. In 2013 zal op onze Zorgvergelijker worden getoond of een ziekenhuis patiënten met PAV doorverwijst naar een Stoppen-met-roken begeleider. Om te kunnen toetsen of de Stoppen-met-roken begeleider voldoende is gekwalificeerd stellen wij vanaf 2014 inschrijving in het Kwaliteitsregister Stoppen-met-Roken als voorwaarde. (Data zijn afkomstig uit onze eigen uitvraag) Alle niet invasieve diagnostische onderzoeken op 1 dag Voor een patiënt is het van meerwaarde dat alle niet invasieve diagnostische onderzoeken op 1 dag plaatsvinden. Hierdoor hoeft hij niet vaak terug naar het ziekenhuis te gaan voordat hij meer duidelijkheid omtrent zijn diagnose heeft. Onder de niet invasieve onderzoeken wordt verstaan: Algemeen en specieel bloedonderzoek. Doppler- en duplexonderzoek. Enkel arm index, zo nodig in combinatie met een looptest. Invasief onderzoek (MRA, CT scan met contrast of een angiografie) kan op dezelfde dag worden uitgevoerd, maar zal vanwege de belasting voor de patiënt en de getrapte diagnostiek in veel gevallen op een later tijdstip plaatsvinden. Voorkeursbeleid Wij vinden het belangrijk dat een ziekenhuis alle niet-invasieve onderzoeken op één dag kan aanbieden. (Data afkomstig uit ZiZo, klantpreferentievraag 4) 11

13 3.3 Samenvatting indicatoren, weging en transparantie Voldoet aan onze minimale kwaliteitsnorm Vaatkeurmerk Ziekenhuis heeft een zelfstandig of samenwerkingskeurmerk zoals toegekend door De Hart&Vaatgroep (peildatum 1 oktober 2012). Van bovenstaande én de andere vier kwaliteitscriteria worden de data gepubliceerd op de website van de zorgverzekeraar Ziekenhuis werkt samen met ClaudicatioNet (ja/nee, data van onze eigen uitvraag). Aanwezigheid van multidisciplinair team (ja/nee, data van ZiZo). Stoppen met roken via gekwalificeerde zorgverlener (ja/nee, data van onze eigen uitvraag). Alle niet-invasieve diagnostische onderzoeken op één dag (ja/nee, data van ZiZo). Voldoet niet aan onze minimale kwaliteitsnorm Vaatkeurmerk Ziekenhuis heeft GEEN zelfstandig of samenwerkingskeurmerk zoals toegekend door De Hart&Vaatgroep (peildatum 1 oktober 2012). Van bovenstaande én de andere vier kwaliteitscriteria worden de data gepubliceerd op de website van de zorgverzekeraar Ziekenhuis werkt samen met ClaudicatioNet (ja/nee, data van onze eigen uitvraag). Aanwezigheid van multidisciplinair team (ja/nee, data van ZiZo). Stoppen met roken via gekwalificeerde zorgverlener (ja/nee, data van onze eigen uitvraag). Alle niet-invasieve diagnostische onderzoeken op één dag (ja/nee, data van ZiZo). 4. Dynamisch model De scores van de ziekenhuizen op de verschillende indicatoren kunnen in de loop van de tijd veranderen. Wij hopen natuurlijk op een continue verbetering van de kwaliteit van zorg aan onze verzekerden. Op het moment dat er nieuwe data beschikbaar komen kunnen de scores worden aangepast. Ziekenhuizen kunnen desgewenst nieuwe (of verbeterde) scores op indicatoren aan ons doorgeven. Deze zullen zo snel mogelijk worden beoordeeld en vervolgens uiterlijk per de eerste dag van ieder kwartaal worden verwerkt. 12

14 Bronnen 1. Vaatlijden in het been, een richtlijn voor patiënten De Hart&Vaatgroep, Gesuperviseerde looptherapie effectiever dan loopadvies bij patiënten met claudicatio intermittens; gerandomiseerde multicentrische studie Saskia P.A. Nicolaï, Martin H. Prins, en Joep A.W. Teijink Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A The impact of supervised exercise therapy on intermittent claudication Dissertatie S.P.A. Nicolaï, Influence of smoking on incidence and prevalence of peripheral arterial disease E.M. Wilgendael c.s. J Vasc Surg Dec;40(6): Smoking and the patency of lower extremity bypass grafts: a meta-analysis. Wilgendael c.s. J Vasc Surg Jul;42(1): Zorgmodule Stoppen met Roken. Partnership Stop met Roken, Den Haag december

15 Disclaimer Wij hebben de grootst mogelijke zorg besteed aan de samenstelling van de toetsen en indicatoren. De criteria en normen die zijn gebruikt, zijn waar mogelijk gebaseerd op de laatste standaarden en inzichten. Wij aanvaarden echter geen aansprakelijkheid voor onjuistheden of onvolledigheden van informatie afkomstig van derden, hoewel die informatie wel zoveel mogelijk door ons is gevalideerd. Wij aanvaarden derhalve geen aansprakelijkheid voor schade, overlast, ongemak of andersoortige gevolgen die voortvloeien uit of samenhangen met het gebruik van de door ons verstrekte informatie. Gebruikers kunnen geen rechten ontlenen aan de inhoud van de rangschikking. Hoewel de rangschikking na een zorgvuldig proces tot stand is gekomen, kunnen wij aan onze verzekerden geen resultaten van behandelingen garanderen. 5 oktober