Er was eens Activiteitencyclus. De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Er was eens Activiteitencyclus. De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2"

Transcriptie

1 De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Er was eens Activiteitencyclus Dorien Stolwijk Annie van der Beek José Hillen Willy van Elsäcker

2 Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie 3 Activiteitencyclus Er was eens Voorbeeld van een planningsrooster 5 Voorbereiding 9 Fase 1 Introductie 14 Fase 2 Interactief voorlezen 18 Fase 3 Werken met verhalen 23 Fase 4 Werken met leervragen 27 Fase 5 Presentatie/evaluatie 31 Eindevaluatie 33 EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 2

3 Belangrijke achtergrondinformatie Waarom is de Taallijn ontwikkeld? Het Expertisecentrum Nederlands en Sardes hebben de afgelopen jaren de Taallijn VVE ontwikkeld in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het doel van de Taallijn VVE is de effectiviteit van de taalstimulering van leidsters en leerkrachten te vergroten. De Taallijn biedt handreikingen voor het beperken van de achterstand in taalontwikkeling op jonge leeftijd. Onderzoeksresultaten geven aan dat een vroege aanpak van taalachterstanden effect heeft. De Taallijn is gebaseerd op de principes van interactief taalonderwijs, zoals die in eerdere publicaties van het Expertisecentrum Nederlands uitgebreid beschreven zijn. De vijf speerpunten van de Taallijn zijn Mondelinge taal, Werken aan woordenschat, Beginnende geletterdheid, ICT en multimedia en Ouderbetrokkenheid. De Taallijn voor peuters De Taallijn voor peuters is ondertussen landelijk ingevoerd. Door Sardes zijn verschillende cursussen voor peuterleidsters ontwikkeld, variërend van aparte modules voor de speerpunten tot een geïntegreerde cursus waarbij alle speerpunten aan de orde komen. In het boek Peuters Interactief met Taal (Stoep & Van Elsäcker, 2005) wordt de Taallijn uitgebreid beschreven. Bij de Taallijn voor peuters zijn tevens drie cd-roms ontwikkeld met praktijkvoorbeelden: Interactief voorlezen aan peuters, Gesprekken met peuters en Werken aan woordenschat. Dit schooljaar verschijnt op de website een serie uitgewerkte, concrete activiteitencycli voor peuters. Werken met de Taallijn houdt in dat leidsters eerst deelnemen aan een cursus, en vervolgens zelfstandig kunnen werken met de activiteitencycli. De Taallijn voor kleuters De Taallijn biedt een doorgaande lijn van peuterspeelzaal naar basisonderwijs. Sardes heeft voor groep 1 en 2 een geïntegreerde cursus ontwikkeld waarin alle vijf speerpunten van de Taallijn aan bod komen. Nadat de leerkrachten bekend zijn gemaakt met de principes en speerpunten van de Taallijn, kunnen ze zelf aan de slag. Binnen de Taallijn is een aantal kant-en-klare activiteitencycli ontwikkeld. Leerkrachten kunnen deze geheel of gedeeltelijk uitvoeren. Met behulp van een checklist kunnen ze bijvoorbeeld bepalen welke Taallijn-speerpunten in hun eigen programma's nog onderbelicht zijn en aanvullende activiteiten kiezen uit een Taallijn-thema. Ook voor kleuters verschijnt dit schooljaar op de website een serie uitgewerkte, concrete activiteitencycli. De uitgewerkte thema's voor groep 1 en 2 zijn ook bruikbaar in groep 3, zeker in de eerste helft van het schooljaar. Voordat leerkrachten aan de slag kunnen met een thema van de Taallijn, dienen zij eerst een nascholingscursus te volgen. Daarnaast is het boek (Van Elsäcker, Van der Beek, Hillen & Peters, 2006) onmisbaar bij het uitvoeren van een activiteitencyclus. In dit boek staat achtergrondinformatie over de Taallijn, de vijf speerpunten, en de opbouw en uitvoering van een activiteitencyclus. Bij het boek hoort een dvd met video-opnames van diverse activiteiten in groep 1 en 2 (Praktijkvoorbeelden van de Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2). Op de dvd staat tevens een aantal instrumenten dat bruikbaar is bij de uitvoering, zoals een planningsrooster, een checklist om een sterkte/zwakte analyse te maken en een aantal observatieinstrumenten. EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 3

4 De Taallijn in het (speciaal) basisonderwijs Diverse activiteitencycli worden momenteel uitgeprobeerd in een aantal scholen voor het speciaal basisonderwijs. Scholen die interesse hebben in het uitproberen van de Taallijn kunnen contact opnemen met Sardes ( ). Peuter- en kleutertv De Taallijn werkt samen met het kleuterprogramma Koekeloere en de Vereniging Openbare Bibliotheken (VOB). Hierdoor is het werken met de activiteitencycli afgestemd op de afleveringen van het programma en ook wordt gebruik gemaakt van dezelfde prentenboeken. Diverse thema s zoals Hier wonen wij!, Kriebelbeestjes, Uit de kunst!, Er was eens en Beweeg je mee? zijn geïntegreerd. Daardoor wordt het gebruik van de Taallijn en het kijken naar Koekeloere nog aantrekkelijker en effectiever. Sylvia Peters Nijmegen, januari 2007 Meer informatie over de bijbehorende boeken en dvd s of over scholing in de Taallijn in de diverse regio s is te vinden op Boeken, cd-roms en de dvd zijn te bestellen via Informatie over cursussen in de diverse regio's is ook te verkrijgen bij Sardes ( ) Expertisecentrum Nederlands Deze uitgave is voorbehouden aan begeleiders en deelnemers van het trainings- en ondersteuningstraject van de Taallijn (zie Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag voor commerciële doeleinden worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnames, of op enige andere wijze, zonder nadrukkelijke verwijzing naar Sardes en het Expertisecentrum Nederlands. EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 4

5 Voorbeeld van een planningsrooster Mondelinge taal Werken aan woordenschat Beginnende geletterdheid Ict en multimedia Ouderbetrokkenheid Tijd Fase en activiteit Speerpunten Voorbereiding Vooraf Leerkracht bereidt thema voor. Voorbereiden anker: poppentheater voorbereiden fase 3: een toneelspeler vragen ouders inlichten over het thema woorden selecteren bij thema en prentenboek boeken en materialen verzamelen voorbereiden gezinsportfolio en woordenmap prentenboek digitaliseren planning maken voor activiteiten stimulerende leeromgeving creëren Fase 1: Introductie Week 1 Maandag Start van het thema: een poppentheater (digitale) foto's maken Samen beeldwoordenweb maken van het anker Foto's bekijken op digitaal schoolbord of computer Een kasteel bouwen Week 1 Dinsdag Drama rond het kasteel Taalspelletjes uit de schatkist Lettermuur Leervragen over draken Week 1 Woensdag Schrijfhoekactiviteiten: schrijven of stempelen bij foto's, sprookjesfiguur tekenen, verhaal tekenen, woordkaarten maken, labels stempelen Werkje in gezinsportfolio EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 5

6 Portfoliogesprek Week 1 Donderdag Fase 2: Interactief voorlezen Pre-teaching: introductie prentenboek in kleine kring Introductie prentenboek in grote groep Kernwoorden van Kleine Draak Tweede keer lezen: wie-waar-wat picto's De boekenmuur Voorlezen met verteltas of vertelkoffer Herhaald voorlezen met een luistervraag Week 1 Vrijdag Het verhaal naspelen Het prentenboek in de boekenhoek en luisterhoek Digitaal prentenboek Schrijfhoek Dagelijks Week 2 Maandag Week 2 Dinsdag Vertellen of voorlezen met ondersteuning van het digitaal schoolbord Herhaald voorlezen in de kleine kring met gebruik van wie-waar-wat-picto's Betekenisvolle activiteiten in hoeken met de kernwoorden, zoals tekenen, stempelen, schrijven, taal- en woordspelletjes op de computer, spelen met de voorwerpen van de thematafel of in boekenhoek of luisterhoek lezen of luisteren Fase 3: Werken met verhalen Startactiviteit: sprookjesboeken Terugkijken op het bezoek Voorlezen van nieuwe boeken Waar gaat een sprookje over Een verhalenbundel Week 2 Woensdag De sprookjesmuur uitbreiden Klank- en taalspelletjes Zeg Roodkapje Sprookjes vertellen Gesprek met de ouders EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 6

7 Dagelijks Week 2 Donderdag Zelf prentenboeken of informatieve boekjes lezen, liedjes of versjes, naspelen verhalen, verhalen luisteren op computer, schrijfhoekactiviteiten Fase 4: Werken met leervragen Startactiviteit: Spiegeltje, spiegeltje aan de wand Het sprookjesbos Voeldoos Een sprookjeskijkdoos Week 2 Vrijdag Een onderzoek Sprookje uit een ander land Een muzikaal sprookje Week 3 Maandag Koekeloere over sprookjes Portfoliogesprek Een uitnodiging maken Dagelijks Dagelijks Week 3 Dinsdag Week 3 Woensdag Week 3 Donderdag Week 3 Vrijdag Werken in hoeken: betekenisvolle lees- en schrijfactiviteiten, rollenspel, verhalen naspelen, digitaal prentenboek, zelf onderzoek doen in onderzoekshoek Fase 5: Presentatie/Evaluatie De leerkracht observeert in deze fase dagelijks bij enkele kinderen het gebruik van kernwoorden, het verhaalbegrip en de letterkennis van de kinderen tijdens de activiteiten Werken in hoeken: betekenisvolle lees- en schrijfactiviteiten, onderzoekshoek, themahoeken, rollenspel, verhaal naspelen, digitaal prentenboek, werkbladen zoals Welke letters ken ik al? Samen nadenken over eindpresentatie Voorbereiden van de eindpresentatie die samen bedacht is: samen oefenen van het toneelstuk, de liedjes, versjes, de poppenkastvoorstelling, het navertellen van het prentenboek Voorbereiden van de eindpresentatie die samen bedacht is: samen oefenen van het toneelstuk, de liedjes, versjes, de poppenkastvoorstelling, het navertellen van het prentenboek Voorbereiden van de eindpresentatie die samen bedacht is: samen oefenen van het toneelstuk, de liedjes, versjes, de poppenkastvoorstelling, het navertellen van het prentenboek Feestelijke eindpresentatie van het werk met publiek: gezamenlijke afronding van het thema, bijvoorbeeld tijdens de ochtendinloop EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 7

8 Na afloop Reflectiegesprek met de kinderen in kleine kring: werk/foto kiezen uit gezinsportfolio en hierover vertellen Eindevaluatie van het thema met de kinderen in grote kring: Wat hebben we geleerd? Wat hebben we samen heel goed gedaan? Wat vond je het leukst? Eindevaluatie Leerkrachten bespreken na wat goed en minder goed liep Verslaglegging en bewaren van materialen voor volgend jaar EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 8

9 Activiteitencyclus Er was eens Thema: Anker: Sprookjes Poppentheater Alle thema's van de Taallijn voor groep 1 en 2 bieden talige activiteiten rondom de vijf speerpunten mondelinge taal, werken aan woordenschat, beginnende geletterdheid, ICT en multimedia en ouderbetrokkenheid. Elke activiteitencyclus duurt ongeveer drie weken en heeft een aantal fasen, waarin het centrale prentenboek een grote rol speelt. Dit prentenboek wordt meerdere malen voorgelezen, zodat woordenschat, zinsconstructies en verhaalbegrip de kans krijgen zich te ontwikkelen. Bij de uitvoering van dit thema is het boek De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 (Van Elsäcker, Van der Beek, Hillen & Peters, 2006) onmisbaar. In dit boek is uitgebreide achtergrondinformatie te vinden over de vijf speerpunten van de Taallijn, de opbouw en de fasen van een activiteitencyclus en de benodigde leerkrachtvaardigheden. Voorbereiding Voorbereiden van het anker: poppentheater Voorbereiden van fase 3: een toneelspeler vragen Ouders inlichten over het thema Er was eens Woorden selecteren bij thema en prentenboek Boeken en materialen verzamelen Voorbereiden van een gezinsportfolio en woordenmap Het prentenboek digitaliseren Planning maken voor activiteiten Stimulerende leeromgeving creëren Voorbereiden van het anker: poppentheater Het anker voor deze cyclus is een poppentheater over sprookjes. Dit kan een bestaand sprookje of een zelf bedacht sprookje zijn. Belangrijk is dat het sprookje aansluit bij de beleving en het niveau van de kinderen en dat het de kinderen enthousiast maakt voor de activiteitencyclus Er was eens. De leerkracht neemt contact op met een poppentheater, met de vraag of zij een optreden over een sprookje willen verzorgen. Ze kan het poppentheater Binky Babbelkous van Sylvia van den Hoek, Annette Albers en Paula Zaal benaderen, die voor deze activiteitencyclus het verhaal Klik & Klak hebben geschreven; zie ook de website Natuurlijk kunnen leerkrachten, assistenten, ouders of verwanten ook zelf een sprookje in een poppentheater spelen. Toneelspeler vragen Om het werken met andere verhalen rondom het thema Er was eens in fase 3 in te leiden, vraagt de leerkracht een ouder of bekende om een toneelstukje te spelen. Deze verkleedt zich als bijvoorbeeld oude heer of dame, een sprookjesfiguur, een heks of een kabouter. De toneelspeler neemt veel sprookjesboeken mee. Hij vertelt dat hij al jaren sprookjesboeken verzamelt en dat hij hoorde dat ze op school bezig zijn met het thema Er was eens. Daarom mogen de kinderen zijn sprookjesboeken lenen. In ruil hiervoor vraagt hij een eigen sprookjesboek met de klas te maken en dit in de hal van de school EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 9

10 tentoon te stellen. Samen met de toneelspeler zoekt de leerkracht naar boeken over sprookjes (bijvoorbeeld in de bibliotheek) en maakt concrete afspraken over de dag en de tijd waarop deze toneelspeler in de groep komt. Ouders inlichten over het thema Er was eens De leerkracht geeft een ouderbrief voor de ouders mee naar huis over het thema Er was eens (zie voor een voorbeeldbrief bijlage 1). In deze brief worden ouders geïnformeerd over de activiteiten die zullen plaatsvinden op school binnen dit thema. De kinderen kunnen zelf iets tekenen op deze brief of er (de eerste letter van) hun naam op zetten. De brief kan een onderdeel van het gezinsportfolio zijn dat later in dit hoofdstuk besproken wordt. In de brief kunnen de ouders worden uitgenodigd om mee te helpen met het verzamelen van materialen bij het thema of te assisteren bij diverse activiteiten. Selectie van kernwoorden bij het thema Tijdens het thema komen de kinderen in aanraking met nieuwe woorden. Een aantal kernwoorden bij het thema wordt bewust aangeleerd en geoefend. Er zijn kernwoorden geselecteerd bij het thema en ook bij het prentenboek; beide groepen kernwoorden worden in de verwerkingsactiviteiten gebruikt. De leerkracht maakt een keuze uit de kernwoorden; ze kan hierbij gebruik maken van de toetsgegevens van kinderen of eerder gemaakte observaties. Wanneer er in de klas kinderen zijn die deze woorden al kennen is het raadzaam om voor hen aanvullende of moeilijkere woorden te selecteren. Bij de selectie van woorden kan gebruik gemaakt worden van de thematische woordenlijst van Kienstra (2003). Kernwoorden bij het thema er was eens, ze leefden nog lang en gelukkig, het sprookje, het sprookjesboek, het sprookjesbos, de fantasie, de heks, het kasteel, de kroon, het muiltje, de prins, de prinses, het paleis, de ridder, de reus, de held, de toren, bang (zijn), schrijven, vertellen, blij (zijn), boos (zijn), fout, geheimzinnig, gelukkig, gevaarlijk, oud, spannend, verboden, verdrietig, verliefd, voorzichtig, vrolijk, waargebeurd De leerkracht maakt een selectie uit bovenstaande lijst. Ze selecteert ongeveer vijftien eenvoudige woorden voor de minder taalvaardige leerlingen en vijftien moeilijke kernwoorden voor de meer taalvaardige leerlingen. Natuurlijk kan er overlap tussen beide lijsten zijn. Aan het begin van de cyclus is het doel dat de kinderen de geselecteerde woorden receptief (passief) beheersen. Aan het einde van de cyclus moeten ze de meeste kernwoorden ook productief (actief) beheersen. Selectie van kernwoorden bij het prentenboek Bij het thema Er was eens staat het prentenboek Kleine Draak van Lieve Baeten (2005) centraal. In de onderstaande lijst wordt een aantal kernwoorden uit het prentenboek gegeven. Dit zijn vooral de woorden die belangrijk zijn voor het begrip van het verhaal. Kernwoorden bij het prentenboek de draak, groeien, vliegen, vuur spuwen, oefenen, trots, de bangerd, een kind, de staart, de vleugel, de hand, de tand, het vel, zacht, vlug, trillen, beven, schrik, het dorp, ruiken, snuiven, verstoppen, omhoog (kijken), stomverbaasd, bleek, verschrikkelijk, de burcht, gespannen, blazen, driftig, fladderen, schreeuwen, radeloos, angstaanjagend, plotseling, vreselijk, brullen, krijsen, de vriend, klein, groot, fijn, opzoeken, goede nacht, jubelen EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 10

11 De leerkracht selecteert uit bovenstaande lijst welke woorden zij wil behandelen en houdt daarbij rekening met het taalniveau van de kinderen. Evenals bij de themawoorden, maakt ze zowel voor de minder taalvaardige als voor de meer taalvaardige kinderen een lijst met ongeveer vijftien kernwoorden. Er kan weer overlap tussen beide lijsten zijn. Koekeloere In het schooljaar 2006/2007 is er een samenwerking tussen de Taallijn en het kleuterprogramma 'Koekeloere'. Het thema Er was eens is uitgewerkt in enkele afleveringen van het programma. De afleveringen 323 en 324 rondom het thema Er was eens worden uitgezonden op 14, 15 en 16 mei Voor meer informatie zie Boeken verzamelen De leerkracht informeert bij de bibliotheek naar de mogelijkheden voor het lenen van een leskist. In deze leskist kunnen aan het thema verwante boeken, maar ook speel- en leermaterialen zitten. De leerkracht verzamelt zelf ook prentenboeken en informatieboeken over het thema en de kinderen mogen boeken meenemen van thuis. In bijlage 2 zijn suggesties opgenomen voor boeken. Materialen verzamelen De leerkracht verzamelt verschillende foto's, afbeeldingen, concrete voorwerpen en materialen die bij het thema en het centrale prentenboek horen voor de thematafel, fototafel/fotowand of boekenmuur. Bij de voorwerpen worden woordlabels opgehangen. Ict De leerkracht maakt een digitale versie van het prentenboek. Een stappenplan voor het maken van een digitaal prentenboek staat in het boek De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 en op de website De leerkracht maakt veel digitale foto s, die in diverse activiteiten worden gebruikt. Daarnaast wordt in de klas indien mogelijk gebruik gemaakt van het digitaal schoolbord. Gezinsportfolio Voor alle kinderen komt er een eigen gezinsportfolio. De leerkracht kan hiervoor het bijgevoegde voorbeeld van een gezinsportfolio gebruiken (bijlage 4) of een eigen versie maken. Als de leerkracht of de school al werkt met een gezinsportfolio is het beter de eigen versie te gebruiken. De kinderen verzamelen gedurende het thema een aantal werkjes in het gezinsportfolio. In het gezinsportfolio uit de bijlage is op enkele bladzijdes al voorgedrukt wat de bedoeling is. Zowel ouders als leerkrachten kunnen met een gezinsportfolio de ontwikkeling van het kind volgen. Met behulp van het gezinsportfolio kunnen er gesprekken plaatsvinden tussen leerkracht en kinderen, tussen leerkracht en ouders en tussen ouders en kinderen. Woordenmap De leerkracht kan tijdens het thema een woordenmap aanleggen. In deze map wordt per kind genoteerd welke kernwoorden het kind actief gebruikt tijdens gesprekken en speelleersituaties. Het prentenboek in de luisterhoek Voor fase 2 kan de leerkracht het prentenboek Kleine Draak op een cassetterecorder, MP3 of voicerecorder inspreken. Ze kan dit via de computer doen, waarna het verhaal op een cd wordt gebrand. De kinderen kunnen in de luisterhoek naar het prentenboek luisteren terwijl zij meekijken in het boek. Digitaliseren van het prentenboek EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 11

12 De leerkracht kan het prentenboek Kleine Draak digitaliseren op de computer. Het maken van een digitaal prentenboek is beschreven in het boek De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 en op de website De kinderen kunnen dit verhaal zelf op de computer beluisteren als zij op de luidspreker in het digitale prentenboek drukken waar de gesproken tekst aan gekoppeld is. De leerkracht kan ook een luidspreker toevoegen aan bijvoorbeeld de draak die in het boek staat. Op het moment dat een kind op de luidspreker bij de draak klikt, hoort het kind bijvoorbeeld het geluid van de draak of iets anders wat de draak zegt. Ook kan de leerkracht de kinderen zelf de platen van het prentenboek laten (na)tekenen en op dezelfde wijze het verhaal met de kinderen inspreken. (NB: Het maken van een digitaal prentenboek van een bestaand prentenboek is toegestaan voor eigen gebruik in de klas, maar mag niet op grotere schaal verspreid worden zonder auteursrechten te betalen). Planning maken voor activiteiten De leerkracht selecteert verwerkingsactiviteiten voor de speerpunten waaraan zij gedurende de cyclus aandacht wil besteden. Het voorbeeld van een planningsrooster dat aan het begin van dit document staat afgedrukt, kan een hulpmiddel bij de planning zijn. In het voorbeeld wordt voor elke activiteit met pictogrammen aangegeven op welk speerpunt de nadruk ligt. Stimulerende leeromgeving creëren De leerkracht denkt erover na hoe het lokaal kan worden ingericht in de sfeer van het thema. Dit hoeft niet allemaal van tevoren te gebeuren. Het inrichten van het lokaal is ook een verwerkingsactiviteit voor de kinderen. Door samen met de kinderen over het inrichten te praten, en daarna samen het lokaal in te richten, wordt de betrokkenheid bij het thema vergroot. Tijdens de duur van het thema komen er steeds meer werkjes bij, waardoor het lokaal stapsgewijs ingericht wordt in de sfeer van het thema. Hoofdstuk 9 van het boek heeft betrekking op de inrichting van de leeromgeving. Hierin staan veel tips over plekjes in het lokaal, zoals een leeshoek, een boekenmuur, een woordmuur, een lettermuur, een thematafel, een computerhoek, een schrijfhoek of een ontdekhoek. Hieronder staan enkele concrete tips voor het inrichten van het lokaal bij het thema Er was eens Tips voor het inrichten van het lokaal bij het thema Er was eens Een schrijfhoek met verschillende schrijfmaterialen. In de schrijfhoek kunnen de kinderen bijvoorbeeld brieven of uitnodigingen schrijven voor de ouders. Ook kunnen ze de namen van sprookjesfiguren naschrijven, of een eigen sprookjesboek tekenen. Sprookjeshoek: in een hoek van de klas wordt een ruimte sfeervol ingericht met bijvoorbeeld fluwelen doeken, mooie kopjes, een spiegel en een sjieke stoel. In deze hoek liggen verkleedkleren om een sprookjesverhaal (na) te spelen, zoals kleding voor een prins en prinses, ridders en dergelijke. De buitenkant van de sprookjeshoek kan van karton gemaakt worden. De kinderen maken bijvoorbeeld een kasteel of een mooi huis van dit karton. Kastelenhoek: in een hoek van de klas wordt een ruimte ingericht als kasteel. Met behulp van bijvoorbeeld ribkarton kan een kasteel gemaakt worden. In het kasteel liggen verkleedkleren van de personages uit Kleine Draak. Voor de draak kan een stokpop gebruikt worden (zoals een stokpaard) zodat de kinderen er ook op kunnen zitten. Ook kleding van bijvoorbeeld ridders en jonkvrouwen kunnen hier een plaats krijgen, waardoor kinderen verschillende eigen bedachte verhalen kunnen uitspelen. In deze hoek kan de leerkracht informatieve boeken en verhalen over kastelen leggen. Poppenkast: bij de poppenkast kunnen de kinderen voor elkaar poppenkastverhalen (na) spelen. Zij kunnen voor het bedenken van het verhaal gebruik maken van de wie-, waar-, wat- boeken waarin van alle poppen een foto zit en waarin verschillende gebeurtenissen staan afgebeeld. EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 12

13 Vertel- en luisterhoek: een kind gaat op een stoel zitten en vertelt middels een stokpop of praatpop een eigen bedacht verhaal of een bestaand sprookje. De leerkracht heeft dit de eerste keer voorgedaan. De kinderen kunnen gebruik maken van de wie-, waar-, wat- boeken om een verhaal te bedenken. De hoek kan sfeervol ingericht worden met hangende fluwelen doeken, een mooie stoel en gekleurde lampen. Ook bandjes waarop sprookjes zijn ingesproken (door de kinderen, ouders of door de leerkracht) kunnen hier een plaats krijgen. Bouwhoek: de kinderen bouwen hun eigen kasteel van grote bouwblokken of dozen. Vervolgens bedenken zij bijvoorbeeld het verhaal bij hun kasteel, over wat er in en rondom het kasteel gebeurt. Ze kunnen een tekening maken over de gebeurtenissen of dit met behulp van de leerkracht opschrijven. Zij kunnen ridders, paarden en prinsessen tekenen en deze bij het kasteel plakken. Ook kunnen zij door zich te verkleden als iemand uit een sprookje, zelf een verhaal spelen in het eigen gebouwde kasteel. Geef de kinderen een extra stimulans door boeken over kastelen bij de bouwhoek te leggen. Een fotomuur of sprookjesmuur met foto s van de kinderen waarop zij bijvoorbeeld als een bepaald sprookjesfiguur verkleed zijn, plaatjes uit folders en tijdschriften van sprookjesfiguren, en labels bij de kernwoorden. Op deze muur kunnen ook knutselwerkjes van eigen bedachte sprookjesfiguren komen, met daarbij de zelfbedachte naam die de kinderen aan het sprookjesfiguur geven. Deze muur blijft in ontwikkeling, nieuwe woorden kunnen worden toegevoegd, de ordening kan worden aangepast en er kunnen plaatjes of foto s bij worden gehangen. EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 13

14 Fase 1 Introductie Anker Poppentheater Verwerkingsactiviteiten 1. Foto's bekijken op digitaal schoolbord of computer 2. Beeldwoordenweb maken 3. Een kasteel bouwen 4. Drama rond het kasteel 5. Taalspelletjes uit de schatkist 6. Lettermuur 7. Leervragen over draken 8. Schrijfhoekactiviteiten 9. Werkje in gezinsportfolio 10. Portfoliogesprek Anker Poppentheater Het anker voor deze cyclus is een poppentheater over een sprookje. Het poppentheater Binky Babbelkous heeft voor deze activiteitencyclus het verhaal Klik & Klak geschreven. Dit wordt gespeeld door Sylvia van den Hoek, Annette Albers en Paula Zaal (zie ook de website Het poppenverhaal Klik & Klak wordt gespeeld door poppen en levensgrote figuren die zich in en om de poppenkast begeven. Het verhaal gaat over een prinses. Haar gouden eendjes Klik & Klak worden gestolen. Gelukkig wil de verliefde prins Roderick de gouden eendjes gaan zoeken. De prins vindt zichzelf erg stoer, maar is dit eigenlijk niet. Hij komt vele figuren tegen in zijn zoektocht door het sprookjesbos. Uiteindelijk weet hij Klik & Klak te redden uit de handen van heks Anja Piranja. En iedereen leeft nog lang en gelukkig. Tijdens het poppentheater maakt de leerkracht digitale foto s van de poppen die het verhaal spelen en van luisterende kinderen. Ook kan de leerkracht foto s maken van de kinderen samen met een pop die ze heel bijzonder vinden. De foto s kunnen later gebruikt worden voor allerlei doeleinden, zoals voor een digitale fotoshow, bij de lettermuur of de woordmuur en bij verschillende verwerkingsactiviteiten. De leerkracht kan het poppenverhaal opnemen met een digitale videocamera waardoor de kinderen het poppentheater later nog eens kunnen bekijken en over het verhaal kunnen praten. EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 14

15 Verwerkingsactiviteiten 1. Beeldwoordenweb maken De leerkracht bespreekt met de kinderen waar ze aan denken bij het woord sprookje. Ze schrijft alle woorden die de kinderen noemen op een flap, een digitaal schoolbord of een groot vel papier. Zo ontstaat er een beeldwoordenweb rondom het thema Er was eens. Bij elk woord komt een afbeelding of tekening, zodat de kinderen het woord zelf kunnen lezen. De leerkracht biedt de kernwoorden die niet worden genoemd zelf aan. Het beeldwoordenweb krijgt een plaats in de klas zodat de kinderen het steeds kunnen zien, en de woorden eventueel zelf kunnen stempelen of schrijven. Als het beeldwoordenweb op een digitaal schoolbord wordt gemaakt, kan het worden geprint. De leerkracht kan er ook voor kiezen om de kinderen, nadat ze een woord hebben genoemd, dit woord eerst zelf te laten tekenen. De leerkracht schrijft het woord erbij. Alle tekeningen met woorden worden gegroepeerd opgehangen, zodat de kinderen ze steeds kunnen zien. 2. Foto's bekijken op digitaal schoolbord of computer De kinderen bekijken de foto's (of eventueel delen van de digitale videofilm) van het poppentheater op het digitaal schoolbord of op de computer. De leerkracht praat er met de kinderen over wat zij van het poppentheater vonden. Inleidende vragen die de leerkracht kan stellen zijn: Over wie ging het verhaal? Wat gebeurde er in het verhaal? Vertel eens hoe jullie het poppentheater vonden. De leerkracht probeert zo veel mogelijk op een natuurlijke manier gebruik te maken van de kernwoorden. 3. Een kasteel bouwen Het poppentheater Klik & Klak speelt zich af in het sprookjesbos bij het kasteel van de prinses. Op het decor is het kasteel te zien waarin zij woont. De leerkracht gaat samen met de kinderen een kasteel bouwen in het lokaal. Samen bekijken ze boeken met afbeeldingen van kastelen en bespreken ze hoe een kasteel eruit ziet. Ook heeft de leerkracht verschillende materialen verzameld: blokken, cilinders, dozen, kokers en dergelijke. Met een steeds wisselend klein groepje kinderen bespreekt ze welke materialen er zijn en hoe ze daarmee een kasteel kunnen bouwen. De leerkracht laat de kinderen zo veel mogelijk eigen initiatieven nemen, en stimuleert hen om samen te overleggen hoe het kasteel eruit komt te zien. Alle kinderen komen aan de beurt bij het bouwen van het kasteel. Het kasteel kan voortdurend worden uitgebreid, en blijft gedurende het thema staan, zodat de kinderen er steeds in kunnen spelen. 4. Drama rond het kasteel Met een klein groepje kinderen bekijkt de leerkracht de digitale videofilm van het poppenverhaal Klik & Klak nog een keer. Met de kinderen bespreekt zij wat er gebeurde in het verhaal. De leerkracht bedenkt samen met de kinderen een toneelstuk of poppenverhaal rondom een kasteel. De kinderen mogen zelf bedenken wat er gebeurt in het verhaal en wie er in het verhaal voorkomen. Omdat het erg moeilijk kan zijn om zelf personages te bedenken, kunnen ook dezelfde figuren gebruikt worden die in Klik & Klak voorkomen. In verkleedkleren spelen de kinderen het verhaal. Ze kunnen het verhaal meerdere keren oefenen. De leerkracht kan een video-opname maken van het toneelstuk. Door dit samen met de kinderen op de tv of op het digitale schoolbord te bekijken ontstaan nieuwe interactieve gesprekken. 5. Taalspelletjes uit de schatkist In het midden van de kring staat een schatkist. De leerkracht kan de kist op spannende wijze introduceren, door bijvoorbeeld een brief van een ridder voor te lezen die in de schatkist zit. In de brief staat dat er delen van een schatkaart in de schatkist zitten. Op elk deel van de schatkaart staat een opdracht, die steeds door een klein groepje kinderen moet worden uitgevoerd. Als alle opdrachten door de groepjes zijn uitgevoerd, is de EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 15

16 schatkaart compleet, en kunnen de kinderen op zoek gaan naar de schat, die ergens is verborgen. Dit kan bijvoorbeeld het prentenboek zijn dat in fase 2 aan de orde komt. De volgende opdrachten staan op de stukjes van de schatkaart: - Rijmen op woorden die bij sprookjes horen, bijvoorbeeld: Kasteel veel Zwaard kaart Prinses fles Draak vaak - Losse klanken samenvoegen tot een woord: Welk woord is dit: k-a-s-t-ee-l, d-r-aa-k - Een woord in klanken splitsen: Kun je het woord in stukjes knippen: draak (d-r-aa-k) - Welk woord klinkt het langst, bijvoorbeeld: ophaalbrug of draak, fee of prinsessenjurk, prins of poppentheater? 6. Lettermuur Binnen het thema Er was eens krijgt één letter extra aandacht, bijvoorbeeld de letter k van kasteel. De leerkracht maakt een keuze uit de volgende suggesties, voor activiteiten rondom deze letter. De kinderen bedenken woorden met de letter. Ze schrijven, tekenen of stempelen de woorden. Dit wordt opgehangen bij de letter op de lettermuur. De kinderen verzamelen voorwerpen of materialen die beginnen met de letter, of waarin de letter voorkomt. De materialen krijgen een plaats bij de lettermuur. Kinderen van wie de naam begint met de letter, mogen een (gekopieerde) pasfoto met de naam erbij bij de letter op de lettermuur hangen. 7. Leervragen over draken De leerkracht bekijkt met de kinderen enkele boeken over draken. Samen ontdekken ze dat er allerlei soorten draken zijn: grote en kleine, draken met allerlei kleuren, aardige en enge draken, en dergelijke. De leerkracht schrijft op een grote flap of het digitaal schoolbord wat de kinderen over draken weten. Ze zet de kinderen tot het bedenken van leervragen. Zo nodig helpt ze de kinderen op gang door een voorbeeld te geven: Welk geluid zouden draken maken? Honden blaffen, vogels fluiten, maar wat zouden draken doen? Op deze manier stimuleert ze de kinderen om zelf met vragen te komen. Als er te weinig vragen over draken worden bedacht, kan de leerkracht er ook andere fantasiedieren bij betrekken. 8. Schrijfhoekactiviteiten De leerkracht kan enkele van onderstaande activiteiten uitkiezen die kinderen kunnen uitvoeren in de schrijfhoek. Introductie ervan vindt plaats in de kleine kring of in de schrijfhoek. Doordat kinderen na afloop hun werkje in de kring mogen laten zien, brengt dit anderen weer op ideeën om ook dezelfde of net iets andere activiteiten te ondernemen. De kinderen schrijven/stempelen of typen bij een afdruk van een foto die gemaakt is tijdens het poppentheater. De foto s van Klik & Klak staan ook op De kinderen tekenen op een groot vel papier een zelf bedacht sprookjesfiguur dat in een kasteel woont en geven dit een naam. Ze schrijven of stempelen eventueel ook kenmerken van deze figuur erbij. De kinderen tekenen zelf een verhaal dat begint met Er was eens. Het verhaal speelt zich af in een kasteel. De leerkracht kan hier woorden en zinnen bij schrijven waarna het kind, als het daaraan toe is, de woorden of zinnen nastempelt, naschrijft of plakt. De kinderen maken woordkaarten van de woorden voor de woordspin of de lettermuur. Ze stempelen, typen, schrijven of plakken de kernwoorden na. Er kunnen labels gestempeld worden voor bij de nieuwe hoeken in de klas (zelf een naam 9. Werkje in gezinsportfolio EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 16

17 In de kleine kring bekijkt de leerkracht met enkele kinderen de foto s van het poppentheater. De leerkracht kan voor twee verwerkingen voor in het gezinsportfolio kiezen: Aan de hand van de digitale foto s kiezen de kinderen wat zij de meest leuke of spannende pop vonden. De leerkracht drukt de foto van deze pop af. Ze bespreekt samen met de kinderen waarom ze voor deze pop hebben gekozen, of bijvoorbeeld welke pop ze het leukst of het spannendst vonden. De leerkracht laat de kinderen op elkaar reageren. De leerkracht schrijft samen met het kind bij de foto de naam van de pop en wat er zo bijzonder aan was. De foto en de geschreven tekst krijgen een plaats in het gezinsportfolio. Afhankelijk van het niveau van het kind kan het kind de woorden ook zelf naschrijven of nastempelen. Zie voor een voorbeeld bijlage 4. Aan de hand van de digitale foto s kiezen de kinderen in tweetallen wat zij de meest leuke of spannende gebeurtenis vonden in het verhaal. De leerkracht praat hier met hen over. Vervolgens tekenen de kinderen hierover in het eigen gezinsportfolio. Deze tekening kan ook op een los blad worden gemaakt en later ingeplakt worden. Wanneer de tekeningen klaar zijn gaat de leerkracht met vier kinderen bekijken wat ze hebben gekozen. De leerkracht laat de kinderen op elkaar reageren en vragen aan elkaar stellen wat zij van de gebeurtenis vonden en waarom. De leerkracht schrijft samen met het kind erbij waarom het deze gebeurtenis kiest en wat er gebeurde in die situatie. Afhankelijk van het niveau van het kind kan het de woorden ook zelf naschrijven of nastempelen. Zie voor een voorbeeld bijlage Portfoliogesprek Als de kinderen het gezinsportfolio mee naar huis krijgen of als ze weer op school komen met hun portfolio maakt de leerkracht gebruik van de gelegenheid om met de ouders en de kinderen over de werkjes in het portfolio te praten. De kinderen zitten in de kring met hun portfolio op schoot. De kinderen die dat willen mogen vertellen over wat er thuis of op school is ingeplakt en bijgeschreven. Gespreksonderwerpen kunnen zijn: Zijn er kinderen die iets in het portfolio hebben geplakt over sprookjes? Hebben de ouders of verzorgers er wat bijgeschreven? Heeft het kind met de ouders gepraat over wat het op school heeft gedaan? Vertel er eens iets over! EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 17

18 Fase 2 Interactief voorlezen In deze fase komen de kinderen door het prentenboek tot meer verdieping, meer verdieping in de vorm van woordenschat behorende bij het anker en meer verdieping door een andere invalshoek dan de foto's. Interactief voorlezen is een belangrijk onderdeel van deze fase. De leerkracht start deze fase met het introduceren van het prentenboek en de bijbehorende kernwoorden aan de taalzwakke kinderen (preteaching). Bij het voorlezen in de grote kring zullen deze kinderen van de voorkennis profiteren. Startactiviteiten Introductie prentenboek in de kleine kring (pre-teaching) Introductie prentenboek in de grote groep Verwerkingsactiviteiten 1. Kernwoorden van Kleine Draak 2. Tweede keer lezen: wie-waar-wat picto s 3. De boekenmuur 4. Voorlezen met verteltas of vertelkoffer 5. Herhaald voorlezen met een luistervraag 6. Het verhaal naspelen 7. Het prentenboek in de boekenhoek en de luisterhoek 8. Digitaal prentenboek 9. Schrijfhoek 10. Vertellen of voorlezen met ondersteuning van het digitaal schoolbord Startactiviteiten Prentenboek voorlezen Kleine Draak Lieve Baeten (2005) Inhoud: Wat doet een kleine verschrikkelijke Draak als het nog niet zo goed lukt om verschrikkelijk te zijn? Hij oefent met een mensenkind! Want mensenkinderen zijn echte bangerds zegt zijn moeder. Wanneer ze nog maar een glimp opvangen van een Draak, beginnen ze al te trillen en te beven. Maar het kind dat Mamadraak meebrengt, is heel anders. Kernwoorden bij het prentenboek de draak, de bangerd, het kind, de staart, de vleugels, de hand, de tand, het vel, het dorp, de burcht, het drakenbed, de vriend, klein, groot, zacht, goede nacht, bang, bleek, blij, de schrik, radeloos, angstaanjagend, stomverbaasd, groeien, vliegen, fladderen, vuur spuwen, blazen, oefenen, trillen, ruiken, snuiven, beven, opzoeken, trots, fijn EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 18

19 Introductie prentenboek in de kleine kring Pre-teaching: de leerkracht kiest een introductie uit de volgende suggesties 1. Prentenboek vertellen in de eigen taal 2. Prentenboek verkennen met behulp van een handpop Introductie 1: Prentenboek vertellen in de eigen taal (Kleuterlezen) Een leerling van groep 6, 7, of 8 vertelt het verhaal van Kleine Draak in de moedertaal aan een groepje van één tot drie kinderen. Hij/zij gaat daarbij in op moeilijke woorden en begrippen en controleert of de kinderen het verhaal in de moedertaal begrijpen. De leerkracht van groep 1 en 2 of de eigen leerkracht van de voorlezer geeft de kinderen tips mee, bijvoorbeeld: Prentenboek vertellen in moedertaal 1. Zorg dat je het verhaal goed kent, schrijf het eventueel in je eigen woorden, in je moedertaal op. 2. Ga zo zitten dat de kleuter goed mee kan kijken. 3. Vertel het verhaal spannend en praat met de kleuters over de plaatjes. 4. Vraag aan het eind: 'Welke bladzijde vond jij het leukst?' Zoek deze bladzijde samen op en praat erover. Introductie 2: Prentenboek verkennen met behulp van een handpop De leerkracht gebruikt een handpop van een dier (bijvoorbeeld een draak) of een figuur (bijvoorbeeld een kabouter) die het verhaal met een groepje taalzwakke kinderen gaat verkennen. Later kan de handpop ook bij andere sprookjesboeken worden gebruikt. Samen met de handpop bekijken de kinderen de prenten in het boek en praten erover. Het boek wordt nog niet voorgelezen. Het gebruik van een handpop maakt de activiteit levendig en stimuleert de interactie met kinderen die niet zo makkelijk het woord nemen. De handpop kan bijvoorbeeld wijzen op de context en de illustraties, hij kan woorden uitleggen door een meegebracht voorwerp te laten zien of voelen of door een woord te noemen dat ongeveer hetzelfde betekent. De handpop laat de kinderen zelf het verhaal verzinnen bij de illustraties. De leerkracht kan zelf ook verbazing en bewondering tonen om reacties van de kinderen uit te lokken, zoals Oh, wat is dat nou?, Hee dat is vreemd. of Oh jee.. Introductie prentenboek in de grote groep De leerkracht introduceert het prentenboek Kleine Draak in de grote groep. Ze bespreekt de voorkant en de achterkant met de kinderen. Bij het bespreken van de kaft van het boek laat ze de kinderen aan de hand van de illustratie voorspellen wat er zal gebeuren. Enkele voorbeeldvragen zijn: Waar denken jullie dat het verhaal over gaat? Waarom denk je dat? Dan leest de leerkracht de titel van het boek en vraagt aan de kinderen of ze nu beter weten waar het boek over zal gaan en waarom ze dat denken. Vervolgens bekijkt de leerkracht het boek samen met de kinderen waarbij ze de kernwoorden verduidelijkt die ze heeft gekozen bij de prenten. Dit doet ze door middel van uitbeelden (met behulp van concrete voorwerpen, afbeeldingen, foto s en voordoen), uitleggen of uitbreiden. De leerkracht zoekt bijvoorbeeld een knuffel van een draak of een draak van plastic. Voor woorden als vliegen of vuur spuwen, kan de leerkracht afbeeldingen laten zien of ze kan dit uitbeelden of uitleggen. De materialen ondersteunen EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 19

20 het voorlezen van het prentenboek en later ook het naspelen of navertellen van het verhaal door de kinderen. Nadat het hele boek is bekeken, leest de leerkracht het prentenboek letterlijk voor. Tijdens het voorlezen geeft ze de kinderen steeds de ruimte om te reageren op het verhaal of op de prenten. De kinderen mogen ook op elkaar reageren. Verder kunnen de kinderen door het stellen van open vragen worden aangezet om na te denken over het verhaal. De leerkracht kan bijvoorbeeld halverwege het verhaal stoppen en vragen naar de afloop van het verhaal. Verwerkingsactiviteiten 1. Kernwoorden van Kleine Draak De leerkracht heeft van te voren de kernwoorden op stroken papier gezet. Met de woordstroken erbij, bespreekt ze met de kinderen welke belangrijke woorden ze in het verhaal zijn tegengekomen. De kinderen maken op losse kaartjes tekeningen van de woorden op de woordstroken. Samen met de leerkracht kijken ze naar de beginletter van het woord, en zoeken meer woorden met dezelfde beginletter. De woordstroken worden samen met de tekeningen op de lettermuur gehangen, bij de letter waarbij het woord hoort. De kinderen kunnen de kernwoorden op een later tijdstip nastempelen, naschrijven of natekenen bij eigen werkjes. 2. Tweede keer lezen: wie-waar-wat picto's De volgende dag leest de leerkracht het boek een tweede keer voor. Ze gaat eerst op de volgende vragen in om het verhaal terug te halen: Over wie gaat het verhaal? Waar speelt het verhaal zich af? Wat gebeurt er in het verhaal? Wat is het probleem? De leerkracht schrijft de antwoorden kort op een flap, met behulp van deze picto's of de picto s in bijlage 3: Wie Waar Wat? Als de kinderen iets niet meer zeker weten zegt de leerkracht dat zij het verhaal nog een keer gaat voorlezen en de antwoorden daarna achter de picto's zal opschrijven. Nadat het boek de tweede keer is voorgelezen, bespreekt de leerkracht het probleem in het boek en praat er samen met de kinderen over hoe dit opgelost werd. 3. De boekenmuur De leerkracht heeft een kopie gemaakt van een aantal bladzijdes (acht à tien platen) waarop duidelijk te zien is wat er gebeurt in het boek Kleine Draak. Samen met de leerkracht leggen de kinderen de platen van het verhaal in de juiste volgorde. De leerkracht laat de kinderen het verhaal met behulp van de platen navertellen. Ze geeft de kinderen de ruimte om op elkaar te reageren over de volgorde waarop de platen moeten liggen. Als alle kinderen tevreden zijn kijkt de leerkracht samen met de kinderen of het klopt. De leerkracht kan op een strook heel kort een begeleidende zin schrijven die zij samen met de kinderen bedenkt. De leerkracht stelt bijvoorbeeld de vraag wat er gebeurt op de plaat en schrijft dan bijvoorbeeld op: Kleine Draak oefent of Kleine Draak spuwt vuur. De leerkracht hangt de platen en de begeleidende tekst op bij de boekenmuur, waardoor kinderen vaak terug kunnen kijken naar het verhaal en ook ouders zien waar het boek over gaat en dit met hun kind kunnen bespreken. Deze activiteit kan de leerkracht daarna in tweetallen uit laten voeren. De kinderen leggen de platen in de juiste volgorde en vertellen elkaar het verloop van het verhaal. EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS, pagina 20

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Er was eens Activiteitencyclus toveren Dorien Stolwijk en Willy van Elsäcker Redactie José Hillen en Annie van der Beek Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie 3 Voorbeeld van een planningsrooster

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Hier wonen wij! Activiteitencyclus Dorien Stolwijk en Willy van Elsäcker Redactie José Hillen en Annie van der Beek Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie 3 Voorbeeld van een planningsrooster

Nadere informatie

De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2

De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Hier wonen wij! Activiteitencyclus José Hillen, Annie van der Beek, Willy van Elsäcker en Sylvia Peters Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie

Nadere informatie

Horen doe je met je Activiteitencyclus voor groep 1 en 2. De Taallijn Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2

Horen doe je met je Activiteitencyclus voor groep 1 en 2. De Taallijn Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 De Taallijn Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Horen doe je met je Activiteitencyclus voor groep 1 en 2 Annie van der Beek en Dorien Stolwijk Met medewerking van Marit Persoon en Karlijn Brouwers

Nadere informatie

CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN

CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN Binnen de Taallijn staat de deskundigheidsbevordering van (toekomstige) leidsters centraal. De nadruk in de scholing ligt dan ook

Nadere informatie

De Taallijn Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Beweeg je mee? Activiteitencyclus voor groep 1 en 2 Dorien Stolwijk Expertisecentrum Nederlands

De Taallijn Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Beweeg je mee? Activiteitencyclus voor groep 1 en 2 Dorien Stolwijk Expertisecentrum Nederlands De Taallijn Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Beweeg je mee? Activiteitencyclus voor groep 1 en 2 Dorien Stolwijk Expertisecentrum Nederlands Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie 3 Voorbeeld

Nadere informatie

Post voor Piet! Activiteitencyclus

Post voor Piet! Activiteitencyclus De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Post voor Piet! Activiteitencyclus José Hillen, Annie van der Beek en Willy van Elsäcker Met medewerking van Mira Hilhorst en Monique Rovers Inhoudsopgave

Nadere informatie

De Voorleesvogel voor ouders en peuters. Workshop voor leid(st)ers

De Voorleesvogel voor ouders en peuters. Workshop voor leid(st)ers De Voorleesvogel voor ouders en peuters Workshop voor leid(st)ers 1 Gemeentebibliotheek Utrecht Bureau Educatieve Ondersteuning 030-2861943 gbu.beo2@utrecht.nl 2 Inhoud Inleiding... 4 Opzet van de workshop...

Nadere informatie

Uit de kunst! Activiteitencyclus

Uit de kunst! Activiteitencyclus De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Uit de kunst! Activiteitencyclus José Hillen, Annie van der Beek en Willy van Elsäcker Met medewerking van Mira Hilhorst en Monique Rovers Inhoudsopgave

Nadere informatie

Logeer boeken. Groep 1-2

Logeer boeken. Groep 1-2 Logeer boeken Groep 1-2 INHOUD 1 Inleiding... 1 1.1 Doelstelling... 1 2 Logeerboeken... 2 2.1 Organisatie... 2 2.2 Voorbereiding... 4 2.3 Algemene Lessuggesties... 5 3 Bijlagen... 8 3.1 Informatiebrief

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Kriebelbeestjes! Activiteitencyclus voorjaar Dorien Stolwijk en Willy van Elsäcker Redactie José Hillen en Annie van der Beek Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie 3 Voorbeeld van een planningsrooster

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Beweeg je mee? Activiteitencyclus Dorien Stolwijk en Willy van Elsäcker Redactie Annie van der Beek Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie 3 Voorbeeld van een planningsrooster 5 Voorbereiding

Nadere informatie

TAAL EN LEESMETHODEN Aanbod voor Jonge Kinderen Doe meer met Bas

TAAL EN LEESMETHODEN Aanbod voor Jonge Kinderen Doe meer met Bas TAAL EN LEESMETHODEN Aanbod voor Jonge Kinderen Doe meer met Bas Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl.

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Hier wonen wij! Bijlagen activiteitencyclus Dorien Stolwijk en Willy van Elsäcker Redactie José Hillen en Annie van der Beek Op de volgende pagina: Bijlage 1 Voorbeeld

Nadere informatie

F3.3 Ouderbetrokkenheid Draaiboek bijeenkomst werken met een portfolio

F3.3 Ouderbetrokkenheid Draaiboek bijeenkomst werken met een portfolio F3.3 Ouderbetrokkenheid Draaiboek bijeenkomst werken met een portfolio F3.3 DRAAIBOEK OUDERBETROKKENHEID Bijeenkomst werken met een portfolio Door Kees Broekhof (Sardes) Draaiboek bijeeenkomst werken met

Nadere informatie

De Voorleesvogel. Tips bij interactief voorlezen

De Voorleesvogel. Tips bij interactief voorlezen De Voorleesvogel Tips bij interactief voorlezen 1 Dienst Openbare Bibliotheek Den Haag Onderwijsbureau 070-3534552 hwi@dobdenhaag.nl 2 Interactief voorlezen Het is de kunst van interactief voorlezen om

Nadere informatie

Druk de A, B en C vragen op hetzelfde kleur papier af (v.b. op geel papier) Druk de P-vragen op een afwijkende kleur papier af en de D vragen ook.

Druk de A, B en C vragen op hetzelfde kleur papier af (v.b. op geel papier) Druk de P-vragen op een afwijkende kleur papier af en de D vragen ook. Praten over boeken Kaartjes van iden hambers Handleiding bij onderstaande kaartjes: llereerst treft u een aantal pagina s aan met kaartjes met vragen. Deze zijn per categorie ingedeeld. -vragen: Eerste

Nadere informatie

De inrichting van de speelleeromgeving bij In elke hoek een boek.

De inrichting van de speelleeromgeving bij In elke hoek een boek. De inrichting van de speelleeromgeving bij In elke hoek een boek. Een rijke speelleeromgeving biedt kinderen volop kansen om zich spelenderwijs te ontwikkelen. Het werken met thema s is een aanleiding

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Brrr wat is het koud! Kikker in de kou Activiteitencyclus Ontwikkeld door Annie van der Beek, de Taallijn in samenwerking met de werkgroep peuterleidsters Stichting Kinderopvang Nijmegen (KION) en studenten

Nadere informatie

Spelen met prentenboeken - Les en lessuggesties. Groep 1 & 2. Ridder Ratjetoe en de Drakameel

Spelen met prentenboeken - Les en lessuggesties. Groep 1 & 2. Ridder Ratjetoe en de Drakameel Spelen met prentenboeken - Les en lessuggesties Groep 1 & 2 Ridder Ratjetoe en de Drakameel Stefan Wolters - Uitgeverij Sjaloom In dit lespakket: - lesinhoud - lessugesties - spelletjes - creatieve verwerking

Nadere informatie

In deze lesbrief vindt u lesideeën bij een selectie van onze Klavertjesboeken. - voor groep 3/4 en 5/6

In deze lesbrief vindt u lesideeën bij een selectie van onze Klavertjesboeken. - voor groep 3/4 en 5/6 In deze lesbrief vindt u lesideeën bij een selectie van onze Klavertjesboeken. - voor groep 3/4 en 5/6 Klavertje Een: De hut van Marion van de Coolwijk, AVI 2 Klavertje Twee: De draak van Harmen van Straaten,

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Horen doe je met je Activiteitencyclus voor peuters Dorien Stolwijk en José Hillen Expertisecentrum Nederlands Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie 3 Voorbeeld van een Planningsrooster 4 Voorbereiding

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Er was eens Bijlagen activiteitencyclus toveren Dorien Stolwijk en Willy van Elsäcker Redactie José Hillen en Annie van der Beek Op de volgende pagina: Bijlage

Nadere informatie

Begrijpend Luisteren

Begrijpend Luisteren WORKSHOP PRENTENBOEKEN Begrijpend Luisteren in de onderbouw van de basisschool Doel Een theoretische verdieping en praktische voorbereiding om een prentenboek interactief voor te kunnen lezen. Begrijpend

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Brrr wat is het koud! Ik wil een diamant Activiteitencyclus Ontwikkeld door Annie van der Beek, de Taallijn in samenwerking met de werkgroep peuterleidsters Stichting Kinderopvang Nijmegen (KION) en studenten

Nadere informatie

Woorden in prenten. 5 Voorwoord 6 Inleiding

Woorden in prenten. 5 Voorwoord 6 Inleiding Inhoud Woorden in prenten 5 Voorwoord 6 Inleiding Prentenboeken 2 38 Wil je mijn vriendje zijn? 66 Plons! 94 Nandi s verrassing 22 Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft Bijlagen

Nadere informatie

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Linda Willemsen www.klasvanjuflinda.nl www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Spelenderwijs rijmen Tekst & vormgeving: Linda Willemsen 2014 www.klasvanjuflinda.nl Linda Willemsen

Nadere informatie

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs. R.K. Basisschool Anselderlaan 10 6471 GL Eygelshoven Tel: 045-5351434 De fijne kneepjes van het voorlezen Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Kriebelbeestjes! Activiteitencyclus najaar Dorien Stolwijk en Willy van Elsäcker Redactie Annie van der Beek Inhoudsopgave Belangrijke achtergrondinformatie 3 Voorbeeld van een planningsrooster 5 Activiteitencyclus

Nadere informatie

Aanvulling Woordenschat NT2

Aanvulling Woordenschat NT2 Aanvulling Woordenschat NT2 Woordenschat Kinderen die net beginnen met Nederlands leren, moeten meteen aan de slag met het leren van woorden. Een Nederlandstalig kind begrijpt in groep 1 minimaal 2000

Nadere informatie

Voorlezen en vertellen - ROC 4. Voorlezen en vertellen ROC 4

Voorlezen en vertellen - ROC 4. Voorlezen en vertellen ROC 4 Voorlezen en vertellen ROC 4 135 136 Voorlezen en vertellen - ROC 4 1. Interactief voorlezen Waar gaat het over? Tijdens je stage heb je vast wel eens een juf zien voorlezen aan de klas. Tijdens het voorlezen

Nadere informatie

Lessuggest. ties Tim. op de tegels voor groep

Lessuggest. ties Tim. op de tegels voor groep Lessuggest ties Tim op de tegels voor groep 1 2 Tips voor de vijf stappen van interactief voorlezen. 1. Voorbereiding Door het boek te lezen en de illustraties op u in te laten werken komt u in de sfeer

Nadere informatie

Begeleide interne stage

Begeleide interne stage Ik, leren en werken Begeleide interne stage Deel 2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Marian van der Meijs Inhoudelijke redactie: Titel: Ik, leren

Nadere informatie

Boekje voor: spreekbeurt, boekenkring en werkstuk

Boekje voor: spreekbeurt, boekenkring en werkstuk Boekje voor: spreekbeurt, boekenkring en werkstuk Dit boekje is van: Datum spreekbeurt Datum boekenkring Inleverdatum werkstukken (groep 6 t/m 8) Werkstuk 1: woensdag 22 november Werkstuk 2: woensdag 18

Nadere informatie

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Zwijsen Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Inhoud Inleiding 3 Materialen 3 Voor het eerst naar school 4 Doelstelling 4 Opbouw prentenboek en plakboek 4 Werkwijze 5 Ouders 5 2 Inleiding Voor

Nadere informatie

Horen doe je met je. Activiteitencyclus peuters Thema zintuigen

Horen doe je met je. Activiteitencyclus peuters Thema zintuigen Vversterk Horen doe je met je Activiteitencyclus peuters Thema zintuigen Deze activiteitencyclus is ontwikkeld door Dorien Stolwijk, Expertisecentrum Nederlands Met medewerking van Annie van der Beek,

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe?

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe? Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe? Deze opdracht doe je alleen, in tweetallen of in een Maak een woordveld bij de tekst. Je mag

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

ISBN 978-90-78688-03-7 Eerste druk, derde oplage

ISBN 978-90-78688-03-7 Eerste druk, derde oplage 2008 Leskist.nl, Noordhorn Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Beweeg je mee? Activiteitencyclus Dorien Stolwijk en Willy van Elsäcker Redactie Annie van der Beek Op de volgende pagina: Bijlage 1 Voorbeeld van een informatiebrief

Nadere informatie

Rol van de leerkracht

Rol van de leerkracht Rol van de leerkracht Beweging Doormiddel van interessante vragen oriënteer je samen met de leerlingen op het onderwerp van de les. Samen met de leerlingen bekijk je wat er zou gebeuren tijdens de les.

Nadere informatie

De Voorleesvogel voor ouders en kleuters. Draaiboek voor de leerkracht

De Voorleesvogel voor ouders en kleuters. Draaiboek voor de leerkracht De Voorleesvogel voor ouders en kleuters Draaiboek voor de leerkracht 1 Openbare Bibliotheek Amsterdam Team Educatie 020-5230786 / 780 g.vanderbijl@oba.nl 2 Inhoud In het kort... 4 Een planning... 6 1.

Nadere informatie

Kleine Ezel. Handleiding voor de bibliotheek Groep 1-2

Kleine Ezel. Handleiding voor de bibliotheek Groep 1-2 Kleine Ezel Handleiding voor de bibliotheek Groep 1-2 Colofon Cubiss Tilburg, 2009 Samenstelling: Marion Bolte, Cubiss J:\klantenservice\Rode Draad\handleiding bibliothecaris\kleine Ezel groep 1-2 bibl.290609

Nadere informatie

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar Overzicht Doelen Leerlingen vormen een beeld bij het onderzoek van de professor Leerlingen vergroten hun woordenschat door het leren van nieuwe vaktermen

Nadere informatie

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4 Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Leerlingen raken vertrouwd met het presenteren voor een groep Leerlingen raken vertrouwd

Nadere informatie

Lespakket. Ssst de tijger slaapt. Door: Maike Douglas jufmaike.nl. De lessen met een * ervoor zijn alleen geschikt voor kleuters. ã jufmaike.

Lespakket. Ssst de tijger slaapt. Door: Maike Douglas jufmaike.nl. De lessen met een * ervoor zijn alleen geschikt voor kleuters. ã jufmaike. pakket Ssst de tijger slaapt De lessen met een * ervoor zijn alleen geschikt voor kleuters. Door: Maike Douglas jufmaike.nl 1. Dieren uit het boek Sorteren van de dieren die in het boek voorkomen Woordenschat

Nadere informatie

Tabel 1: Weekrooster voor de instructie in het Programma Interactief Taalonderwijs

Tabel 1: Weekrooster voor de instructie in het Programma Interactief Taalonderwijs Evaluatieonderzoek naar Programma Interactief Taalonderwijs ER ZIT PIT IN Het Expertisecentrum Nederlands heeft een evaluatieonderzoek uitgevoerd op negen scholen die het Programma Interactief Taalonderwijs

Nadere informatie

10. Rondleiding in het museum

10. Rondleiding in het museum 10. Rondleiding in het museum Tijdens deze activiteit: bedenken en maken de kinderen een spelscript voor een rondleiding door het museum en spelen deze uit. Daarbij is aandacht voor het begrip tijd en

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2

De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Er was eens Bijlagen activiteitencyclus Dorien Stolwijk Annie van der Beek José Hillen Willy van Elsäcker Nijmegen, januari 2007 Bijlage 1 Informatiebrief

Nadere informatie

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling 0 1;6 2 2;6 3 3,6 4 4;6 1. Praat in één-woordzinnen ( bal? betekent bijvoorbeeld: ik wil de bal hebben). 2. Kent de betekenis van ongeveer 70 3. Kan woorden

Nadere informatie

Kleine school, groot engagement!

Kleine school, groot engagement! Kleine school, groot engagement! 1. De hele dag taal, met het kind centraal: zowel mondelinge als schriftelijke taalvaardigheid, ook als ondersteuning in andere leergebieden We eindigen de dag met een

Nadere informatie

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

Kern 3: doos-poes-koek-ijs Kern 3: doos-poes-koek-ijs In deze kern leert uw kind: Letters: d - oe - k - ij z Woorden: doos, poes, koek, ijs, zeep Herhaling van de letters van kern 1 en 2 Deze nieuwe woorden en letters worden aangeboden

Nadere informatie

Voorlees- en doetips. Niet alleen voor op school, maar ook voor thuis. Omdat het fijn is om meer met het boek te doen dan het alleen voor te lezen.

Voorlees- en doetips. Niet alleen voor op school, maar ook voor thuis. Omdat het fijn is om meer met het boek te doen dan het alleen voor te lezen. Voorlees- en doetips Niet alleen voor op school, maar ook voor thuis. Omdat het fijn is om meer met het boek te doen dan het alleen voor te lezen. Wilma Degeling: tekst (boek en deze lesbrief) Helen van

Nadere informatie

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? In groep 5-6 nemen kinderen steeds vaker werk mee naar huis. Vaak vinden kinderen het leuk om thuis aan schooldingen

Nadere informatie

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering

Activiteit Doel Beschrijving doel Planning Uitvoering Hier vind je een overzicht van de lesdoelen die worden aangeboden in dit project. Houd er rekening mee dat je tijdens de uitvoering van de lessen waarschijnlijk met méér doelen bezig zult zijn, voortkomend

Nadere informatie

aartenbak tekenen Tekenlessen met: Kleurpotlood Ideeën verzameld door Demy van der Ham

aartenbak tekenen Tekenlessen met: Kleurpotlood Ideeën verzameld door Demy van der Ham aartenbak tekenen Tekenlessen met: Kleurpotlood Ideeën verzameld door Demy van der Ham Bron: www.lesidee.nl FANTASIEDIER Opdracht voor groep 3 tot 5 Benodigdheden: - Wit papier op A4 formaat - Kleurpotloden

Nadere informatie

Hoe maak je een werkstuk?

Hoe maak je een werkstuk? Hoe maak je een werkstuk? Je gaat een werkstuk maken. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp? Op deze vragen en nog vele anderen krijg

Nadere informatie

De Dans van de Kraanvogel

De Dans van de Kraanvogel Lang geleden in China De Dans van de Kraanvogel Lesbrief Primair Onderwijs 1 Beste leerkracht, De kinderen gaan naar de voorstelling De Dans van de Kraanvogel, een prachtig sprookje uit China. Wang, een

Nadere informatie

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal De Taallijn. Peuters Interactief met Taal Kriebelbeestjes! Bijlagen activiteitencyclus najaar Dorien Stolwijk en Willy van Elsäcker Redactie Annie van der Beek Op de volgende pagina: Bijlage 1 Voorbeeld

Nadere informatie

Lesbrief Hartsvriendjes. Avonturen van Kris Krokodil.

Lesbrief Hartsvriendjes. Avonturen van Kris Krokodil. Lesbrief Hartsvriendjes. Avonturen van Kris Krokodil. Kris Krokodil is een beetje anders, want hij heeft een aangeboren hartafwijking. Daarom is hij geopereerd. Dat is te zien aan een groot litteken op

Nadere informatie

Informatieboekje (voor)lezen

Informatieboekje (voor)lezen Informatieboekje (voor)lezen Welkom op basisschool Het Mozaïek Algemeen Uw kind is in een ontwikkelingsfase gekomen waarbij hij/zij met regelmaat in contact komt te staan met andere kinderen / volwassenen.

Nadere informatie

Spelen met letters. Groep 3

Spelen met letters. Groep 3 Spelen met letters Groep 3 Inhoud Suggesties bij de boeken... 3 Het letterwinkeltje... 4 Introductie van de vertelling... 4 Verwerkingssuggesties... 5 Wat staat daar?... 6 Introductie van de vertelling...

Nadere informatie

Kriebelbeestjes! Activiteitencyclus. De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2

Kriebelbeestjes! Activiteitencyclus. De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Kriebelbeestjes! Activiteitencyclus José Hillen, Annie van der Beek en Willy van Elsäcker Met medewerking van Monique Rovers en Mira Hilhorst Inhoudsopgave

Nadere informatie

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien. Foto s uitbeelden 1 Doel: de leerlingen kunnen een eenvoudige handeling uitbeelden in houding en mimiek Benodigdheden: een fototoestel De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan

Nadere informatie

klas gewerkt aan de hand van thema s. Die thema s is in allerlei activiteiten terug te zien.

klas gewerkt aan de hand van thema s. Die thema s is in allerlei activiteiten terug te zien. Welkom Welkom in groep 1van de Willem Teellinckschool. Uw kind zit voor het eerste of tweede jaar op de basisschool. In het begin is het voor kinderen vaak even wennen. Het gaat anders dan op de peuterspeelzaal

Nadere informatie

Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers

Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers bijlage 6 2 Theorie Aidan Chambers wil met de Vertel eens-aanpak kinderen helpen goed te praten over wat zij hebben gelezen en goed naar elkaar te leren luisteren.

Nadere informatie

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME Algemene opzet van de les Doelen: - Kinderen kunnen gedachten, gevoelens en houdingen bij thema s uit de film Gods Lam uitdrukken in dramavorm. - Kinderen

Nadere informatie

ZELF AAN DE SLAG MET DE TAALLIJN?

ZELF AAN DE SLAG MET DE TAALLIJN? ZELF AAN DE SLAG MET DE TAALLIJN? MATERIALEN EN INFORMATIE Het boek Peuters interactief met taal van het Expertise centrum Nederlands is te bestellen via www.lcowijzer.nl. Het boek Interactief met taal:

Nadere informatie

2.1 FaVoriete leestips

2.1 FaVoriete leestips Verhalend 2.1 FaVoriete leestips Van klasgenoten heb ik de volgende tips gekregen van boeken/tijdschriften die mij leuk lijken: 1.... 2.... 3.... Van de leraar heb ik de volgende tips gekregen van boeken/tijdschriften

Nadere informatie

lezen de kinderen samen met u wat er in de brief staat en schrijven gezamenlijk een brief terug. Groep 1 Groep 2

lezen de kinderen samen met u wat er in de brief staat en schrijven gezamenlijk een brief terug. Groep 1 Groep 2 1. Een brief van Tom Tijdens deze activiteit: lezen de kinderen samen met u wat er in de brief staat en schrijven gezamenlijk een brief terug. Taal Ontluikende en beginnende geletterdheid Oriëntatie op

Nadere informatie

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015. Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015. Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015 Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-stap 1 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

www.vclb-koepel.be www.vclb-koepel.b Voorbeelden van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: Groeiboek Groeiboe

www.vclb-koepel.be www.vclb-koepel.b Voorbeelden van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: Groeiboek Groeiboe van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: [...] De kleuter staat open voor hulp van juf bij De kleuter imiteert andere kleuters bij De kleuter vertelt aan andere kleuters hoe hij De

Nadere informatie

Praten leer je niet vanzelf

Praten leer je niet vanzelf jeugdgezondheidszorg Praten leer je niet vanzelf... hier ben ik www.icare.nl Over de spraak-taalontwikkeling van kinderen van 0-4 jaar Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

Taxonomie van. Bloom in de praktijk van de kleuterklas

Taxonomie van. Bloom in de praktijk van de kleuterklas Taxonomie van Bloom in de praktijk van de kleuterklas De taxonomie van Bloom kan worden toegepast als praktisch hulpmiddel bij de ontwikkeling van lesmateriaal en activiteiten. Het model gaat ervan uit

Nadere informatie

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Leeftijd: 12-16 jaar Tijdsduur: 1 uur Doelen - De jongeren denken na over de betekenis van de muur tussen Israël en de Palestijnse gebieden in het dagelijks

Nadere informatie

Bijlage Stoere Schildpadden

Bijlage Stoere Schildpadden Bijlage Stoere Schildpadden Deze bijlage hoort bij de beschrijving van de interventie Stoere Schildpadden, zoals die is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies. Meer informatie: www.nji.nl/jeugdinterventies

Nadere informatie

lezen veilig leren Kinderboekenweek 2010 Tips voor regio zuid Zinnen maken met woorden én beeldtaal zijn Les 1

lezen veilig leren Kinderboekenweek 2010 Tips voor regio zuid Zinnen maken met woorden én beeldtaal zijn Les 1 veilig leren lezen Kinderboekenweek 2010 Tips voor regio zuid Auteur: Josée Warnaar Zinnen maken met woorden én beeldtaal Regio noord en midden hebben kern 2 behandeld als de Kinderboekenweek begint. Regio

Nadere informatie

Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3

Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3 1. Ontluikende- en beginnende geletterdheid Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3 Boekoriëntatie Verhaalbegrip - Tonen belangstelling voor boekjes het boek goed vasthouden - Doen ervaring

Nadere informatie

Voor de leerkracht van groep 1 en 2

Voor de leerkracht van groep 1 en 2 Voor de leerkracht van groep 1 en 2 Handleiding Taaltas voor de leerkracht van groep 1 en 2 Taaltas is een educatief programma dat ontwikkeld is door de Bibliotheek Hoogeveen, OBS Apollo Hoogeveen en Stap-in

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Speels oefenen. Relaties tussen vermenigvuldigsommen. Vermenigvuldigen

Speels oefenen. Relaties tussen vermenigvuldigsommen. Vermenigvuldigen Speels oefenen Relaties tussen vermenigvuldigsommen Vermenigvuldigen Speels oefenen Relaties tussen vermenigvuldigsommen Auteur Els van Herpen www.fi.uu.nl/speciaalrekenen Freudenthal Instituut, Utrecht

Nadere informatie

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Modelen WWW.CPS.NL Contactgegevens Willem Rosier w.rosier@cps.nl 06 55 898 653 Hoe ziet het modelen er in de 21 ste eeuw uit? Is flipping the classroom dan

Nadere informatie

Algemene informatie groep 1-2. Ontwikkeling van kleuters:

Algemene informatie groep 1-2. Ontwikkeling van kleuters: Algemene informatie groep 1-2 Ontwikkeling van kleuters: Van kleuters is bekend dat de ontwikkeling veel sprongsgewijs verloopt. Niet alle kinderen ontwikkelen dezelfde gebieden op hetzelfde moment. We

Nadere informatie

Beoordeling power-point groep 5

Beoordeling power-point groep 5 Beoordeling power-point groep 5 Leerkracht: Leerling: Onderdeel 2 4 6 8 10 Opmerkingen Titeldia: Duidelijke titel met onderwerp/naam/groep Inhoudsopgave: Puntsgewijs wat ga je behandelen. Plaatjes: Functioneel

Nadere informatie

Doel. Doelgroep. Een film in je hoofd

Doel. Doelgroep. Een film in je hoofd Doel Het op gang brengen of houden van leesplezier! Van wat voor soort boeken houden de kinderen en waarom? Zouden ze zelf graag de hoofdpersoon zijn in één van hun lievelingsboeken? Welke omslagen spreken

Nadere informatie

Lesbrief Hartsvriendjes

Lesbrief Hartsvriendjes Lesbrief Hartsvriendjes Kris Krokodil is een beetje anders, want hij heeft een aangeboren hartafwijking. Daarom is hij geopereerd. Dat is te zien aan een groot litteken op zijn borst. Gelukkig kan hij

Nadere informatie

Werkwijzer Verslagkring:

Werkwijzer Verslagkring: Werkwijzer Verslagkring: 1. Je maakt een tweetal. 2. Met zijn tweeën kies je een onderwerp, waarin jullie je willen verdiepen en waarover jullie meer willen weten. 3. Samen ga je op zoek naar informatie

Nadere informatie

Handleiding voor de medewerkers van de peuterspeelzaal en kinderopvang

Handleiding voor de medewerkers van de peuterspeelzaal en kinderopvang Handleiding voor de medewerkers van de peuterspeelzaal en kinderopvang Handleiding Puktas voor medewerkers peuterspeelzaal en kinderopvang Puktas is een educatief programma dat ontwikkeld is door de Bibliotheek

Nadere informatie

Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4

Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4 bas Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4 In deze lesbrief staan een aantal ideeën die u na de voorstelling met de kinderen kunt doen. U krijgt deze lesbrief voorafgaand

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest

Nadere informatie

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken.

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken. Weekschema maken Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken. Leer en oefen: Neem samen me de docent/assistent het fotoboek de

Nadere informatie

Dieren deel 1 luisteren en noteren X Muziek noteren X Luisteren O Individueel X Duo 1. Inleiding: Oriëntatie: 3. Delen oefenen:

Dieren deel 1 luisteren en noteren X Muziek noteren X Luisteren O Individueel X Duo 1. Inleiding: Oriëntatie: 3. Delen oefenen: Dieren deel 1 luisteren en noteren Groep 3-6 Eindproduct Kinderen maken grafische notaties van muziek die over dieren gaat. Onderdeel O Zingen O Muziek maken X Muziek noteren X Luisteren O Bewegen Leerdoelen

Nadere informatie

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de

Nadere informatie