voldaan Datum: Handtekening Datum: Handtekening

Transcriptie

1 Thema : ABCDE Aansluiten volwassen patiënt bewakingsapparatuur i.e. ECG, RR en SaO2 in laagcomplexe situatie Oktober Controleert of bewakingsapparatuur bedrijfsklaar is en kan bewakingsapparatuur bedrijfsklaar maken - Zorgt dat alle materialen e.d. bedrijfsklaar zijn - Bedient bewakingsapparatuur op correcte wijze - Sluit patiënt aan op ECG op monitor met de juiste materialen - Sluit patiënt aan op saturatie op monitor met de juiste materialen - Sluit patiënt aan op NIBP op monitor met juiste materialen - Informeert de patiënt en/of bijbehorend begeleider over het aansluiten aan de monitor in begrijpelijke taal - Vraagt bij patiënt na of er beperkingen zijn. - Onderhoudt professioneel contact met patiënt - Draagt duidelijk en tijdig de relevante informatie over bij overdracht naar relevante beroepsbeoefenaars - Communiceert met OK-team betreffende afwijkingen/veranderingen - Signaleert veranderingen in ECG, bloeddruk en saturatie - Geeft deze veranderingen door aan anesthesist/anesthesiemedewerker - Heeft rekening gehouden met wensen van het operatieteam - Interpreteren van gemeten waarden in relatie met elkaar op beginnersniveau - Kan aangeven waarom er operatie-afhankelijke afwijkingen zijn - Vraagt hulp aan andere deskundigen indien nodig - Hanteert protocollen qua preventiemaatregelen - Kent eigen grenzen van deskundigheid en handelt hierna - Benadert de patiënt op een respectvolle manier. - Heeft vertrouwelijke patiënten informatie geheim gehouden. - Aansluiten aan ECG - Aansluiten saturatie met verschillende materialen - Aansluiten NIBP met juiste materialen - Interpreteren vitale parameters

2

3 Thema : anesthesiologische zorg pre-operatief laag complex Klaarmaken anesthesie-apparaat pre-operatief Jan 2014 Aanzetten anesthesieapparaat Controle aansluiting en werking zuurstof Controle aansluiting en werking perslucht Controle aansluiting en werking lachgas Controle aansluiting, werking en vullingstoestand volatiele anesthetica Controle aansluiting vacuüm met bijbehorende materialen Controle kwantiteit en kwaliteit lime-absorber Controle juiste beademingsslangen en kwaliteit van beademingsslangen Controle op aanwezigheid benodigde materialen Voert zelftestsystemen uit aan anesthesieapparaat Voert nodige administratieve en schriftelijk/digitaal uit Weet bij troubleshooting juiste collegae tijdig in te schakelen Stemt binnen het team werkzaamheden adequaat af Overlegt tijdig en adequaat met anesthesioloog/anesthesiemedewerker Organiseert de zorg rond het anesthesieapparaat en stelt duidelijke vragen Maakt gebruik van de juiste materialen, protocollen en kwaliteitssystemen Checken en bedrijfsklaar maken van anesthesie-apparaat volgens protocol

4 Thema : breathing Het uitvoeren van kap/ballonbeademing bij volwassenen in laagcomplexe situaties Oktober Handelt volgens de hygieneprotocollen - Controleert of alle materialen gebruiksklaar en hygiënisch zijn - Kan patiëntconform materiaal klaarleggen ( maat kap/ballon Mayo/Guedell) - Houdt hoofd in de correcte positie - Zorgt voor vrije ademweg - Controleert of gebitsprothese uit is - Indiceert juiste moment voor starten van kapbeademing, rekening houdend met vitale parameters en respiratoire toestand en wens van anesthesioloog - Plaats kap op correcte wijze op mond-neus - Beademt volgens fysiologische waarden ( frequentie, volume) - Bedient selfinflating Ambuballon en/of Waterset op correcte wijze - Kan op adequate wijze afwijkingen corrigeren om een optimale ademhaling te waarborgen - Informeert eventueel de patiënt en/of bijbehorend familielid - Vraagt bij patiënt na of er beperkingen zijn. - Onderhoudt professioneel contact met patiënt - Draagt duidelijk en tijdig de relevante informatie over bij overdracht - Signaleert veranderingen in verloop van de kapbeademing - Geeft deze veranderingen door aan anesthesist/anesthesiemedewerker - - Hanteert protocollen - Kent eigen grenzen van deskundigheid en handelt hierna - Headtilt/chinlift - Hoofd in sniffing position - Inbrengen mayo-tube - Kapbeademing - Vrijmaken ademweg

5

6 Thema : circulatie Inbrengen intraveneuze catheter bij volwassenen in laagcomplexe situaties Oktober Desinfecteert handen volgens geldend protocol - Doet handschoenen aan - Materialen volgens protocol klaarleggen en binnen handbereik - Controleert alle materialen op beschadigingen en steriliteit en zorgt zo nodig voor vervanging - Maakt infuussysteem klaar en hangt het op - Bevestigt stuwband op de juiste wijze - Kiest de juiste punctieplaats en juiste canulemaat - Desinfecteert de punctieplaats op de juiste wijze - Prikt op de juiste wijze het vat aan - Controleert of de canule intravasaal zit. - Bevestigt de canule op de juiste wijze - Sluit het infuussyteem op de juiste wijze aan op de canule en stelt de gewenste inloopsnelheid in - Ruimt de gebruikte materialen op volgens protocol - Informeert de patiënt en/of bijbehorend familielid over het inbrengen van intraveneuze catheter in begrijpelijke taal - Vraagt bij patiënt na of er beperkingen zijn. - Onderhoudt professioneel contact met patiënt - Draagt duidelijk en tijdig de relevante informatie over bij overdracht naar relevante beroepsbeoefenaars - Communiceert met OK-team betreffende afwijkingen/veranderingen - Signaleert veranderingen ( nabloedingen, extravasale dslocatie) na inbrengen van IVC - Geeft deze veranderingen door aan anesthesist/anesthesiemedewerker - Heeft rekening gehouden met wensen van het operatieteam - - Hanteert protocollen - Kent eigen grenzen van deskundigheid en handelt hierna - venapunctie

7

8 Thema : anesthesiologische zorg pre-operatief laag complex Assisteren bij intubatie Jan 2014 Legt benodigde tubes in verschillende maten klaar, controleert op houdbaarheid en werking van cuff Zorgt voor werkende en hygiënische laryngoscoop met juiste laryngoscoopbladen in verschillende maten Zorgt voor werkende vacuüm en zuurstoftoediening Zorgt voor werkend beademingsapparaat Legt benodigde materialen klaar Geeft benodigde materialen adequaat aan op aanwijzing Heeft kennis van medicatiewerking en toediening Kan ingebrachte tube op correcte wijze fixeren Kan adequaat controles uitvoeren of de ingebrachte tube goed gelokaliseerd is Voert nodige administratieve en schriftelijk/digitaal uit Weet bij troubleshooting juiste collegae tijdig in te schakelen Stemt binnen het team werkzaamheden adequaat af Overlegt tijdig en adequaat met anesthesioloog/anesthesiemedewerker Maakt gebruik van de juiste materialen, protocollen en kwaliteitssystemen Kan hygiënisch handelen volgens protocol Controle werking tubecuff Controle werking laryngoscoop Controle werking zuurstof- en vacuumaansluiting Controle werking beademingsapparaat Fixatie tube Lichamelijk onderzoek op goede localisatie tube