Totale O&O-intensiteit in Vlaanderen % nota

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Totale O&O-intensiteit in Vlaanderen 2003-2013. 3% nota"

Transcriptie

1 Totale O&O-intensiteit in Vlaanderen % nota juni 2015 Koenraad Debackere, Julie Delanote, Machteld Hoskens, ECOOM & Pascale Dengis, Peter Viaene, EWI

2 Inhoudstafel Inhoudstafel Inleiding De gebruikte O&O-indicatoren De O&O-uitgaven Het O&O-personeel O&O-activiteit in Vlaanderen De O&O-uitgaven Totale O&O-uitgaven per uitvoeringssector O&O-intensiteit: GERD als % van het BBPR voor Vlaanderen Het O&O-personeel Totale O&O-uitgaven: private versus publieke uitvoeringssector Trends in de O&O-cijfers Private versus publieke financiering van de O&O-activiteiten in Vlaanderen Totale O&O-uitgaven per financieringssector O&O-overheidsuitgaven als % van BBPR Conclusies Appendix 1: Overzicht van de Collectieve Onderzoekscentra (BERD Collectieve Centra), Publieke Onderzoekscentra (GOVERD), en Particuliere Non-profit Instellingen (PNP) (wijzigingen ten opzichte van vorige berekeningen zijn in toegevoegd) Appendix 2: Herberekening historische O&O-uitgaven als % van BBPR

3 1. Inleiding Vlaanderen heeft zich ten volle geëngageerd in de Europese Lissabon-ambitie en de recente Europa 2020 doelstellingen om de 3% O&O-norm te realiseren. Deze 3% O&O-norm heeft als doel om ten minste 3% van het Bruto Binnenlands Product aan O&O uit te geven en is gekaderd in de ruimere doelstellingen om de competitieve en innovatieve positie van Europa te versterken. In het kader van deze 3% O&O-norm wordt vandaag algemeen aanvaard dat de diverse Europese overheden ernaar streven om 1% van de O&O-financiering voor hun rekening te nemen, terwijl het bedrijfsleven ernaar streeft 2% van de O&O-financiering voor zijn rekening te nemen. Dit streven heeft in verschillende Europese landen en regio s geleid tot het afsluiten van zogenaamde innovatiepacten of innovatieplatformen tussen publieke en private O&O-actoren. Deze doelstelling vertaalde zich voor het eerst naar de Vlaamse context via het Innovatiepact. Dit pact werd ondertekend in maart 2003 en omvatte een formeel engagement van alle betrokken actoren in het Vlaamse innovatielandschap (overheid, bedrijfsleven, universiteiten en onderzoeksinstellingen) om door gezamenlijke en complementaire inspanningen deze 3% O&O-norm te realiseren. De ambitie deze norm te behalen werd herbevestigd bij de ondertekening van het Pact 2020 op 20 januari Momenteel is het doel binnen Vlaanderen deze 3% O&O-norm tegen 2020 te bereiken. Ter ondersteuning van deze beleidsoptie, is een continue opvolging van de O&O-uitgaven aan de hand van recent en internationaal vergelijkbaar cijfermateriaal nodig. Deze nota levert de meest recent, doch voorlopig, beschikbare cijfers over de totale O&O-uitgaven in Vlaanderen (die ook worden opgenomen in het Vlaams Indicatorenboek WT&I 2015, te verschijnen in het najaar 2015). 2. De gebruikte O&O-indicatoren 2.1. De O&O-uitgaven 3

4 De bruto binnenlandse uitgaven voor O&O of GERD (Gross Expenditures on Research and Development) worden geanalyseerd per uitvoeringssector, waarbij de uitgaven geïdentificeerd worden volgens locatie van activiteit, met name: Bedrijven: BERD of Business Expenditures on R&D: de bedrijvencomponent en de Collectieve Onderzoekscentra (COC) Overheden: GOVERD of Government Expenditures on R&D Hoger Onderwijs: HERD of Higher Education Expenditures on R&D (zowel universiteiten, als onderzoeksinstellingen verbonden aan universiteiten, als hogescholen) Instellingen zonder winstoogmerk: PNP of Not for Profit Organisations Expenditures on R&D (zowel semi-publieke als private organisaties en internationale organisaties) In Appendix 1 geven we een overzicht van de Collectieve Onderzoekscentra (BERD Collectieve Centra), de Publieke Onderzoekscentra (GOVERD), en de Particuliere Non-profit Instellingen (PNP) die in deze analyses worden opgenomen. Ten opzichte van de vorige enquête (cijfers tot en met 2011) zijn voor wat de non-profit sectoren betreft een aantal aanpassingen gebeurd in overleg met de federale overheid: zo werd het repertorium (lijst van O&O instellingen uit de publieke sector) verder uitgebreid (zie Appendix 1) op basis van een aantal externe databronnen, wat voor een kleinere sector als de PNP een relatief grotere impact heeft. Daarnaast werden twee instellingen aan een andere sector toegewezen vanaf 2012: het JRC- IRMM werd verplaatst van PNP naar GOVERD en UNU-CRIS van GOVERD naar HERD. De data van deze twee instellingen werden retroactief gecorrigeerd in de volledige tijdreeks. Bij de GERD gaat het telkens om de O&O-activiteiten die worden uitgevoerd binnen de statistische eenheid. Naar bestemming worden enkel de intramurale uitgaven in rekening genomen, ongeacht de herkomst van de middelen. De gezamenlijke inspanningen van alle sectoren leveren de totale bruto-uitgaven voor O&O in een beschouwd geografisch gebied. Dit zijn de Bruto Binnenlandse Uitgaven voor O&O of GERD (Gross Expenditures on R&D). Deze staat voor de som van de BERD, GOVERD, HERD en PNP: GERD = BERD + GOVERD + HERD + PNP 4

5 De O&O-intensiteit drukt de GERD uit relatief ten opzichte van het Bruto Binnenlands Product van de Regio (BBPR). Deze indicator schakelt de invloed van de grootte van een gebied uit en is dus geschikt voor internationale vergelijkingen. De internationale afspraken specifiëren dat de allocatie naar de regio s gebeurt via de geografische locatie van de responderende entiteit. De Gewestbenadering is de internationaal gehanteerde procedure om alle componenten van de GERD en het BBPR op éénzelfde eenheid, in casu het Gewest, toe te passen. In de eigen Belgische context dient men evenwel rekening te houden met de specifieke federale staatsstructuur, die gewest- en gemeenschapsmateries onderscheidt. Binnen CFS-STAT, dat de coördinatie tussen het federale en het regionale niveau voor zijn rekening neemt, is afgesproken dat, hoewel voor de BERD, de GOVERD, de PNP en het BBPR het Gewest als territoriale entiteit gehanteerd wordt, de HERD, de O&O-uitgaven in het hoger onderwijs, gemeenschapsmaterie zijn. De O&O-activiteiten van de Vlaamse gemeenschapsinstellingen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn gevestigd, horen volgens deze benadering dus bij de Vlaamse Gemeenschap. In de hierna volgende analyses hanteren we de standaard internationale procedure, namelijk een rapportering op gewestniveau. Desondanks rapporteren we ter vergelijking ook de Gemeenschapsbenadering. Het verschil tussen beide benaderingen, zijnde de uitgaven in Vlaamse instellingen uit het hoger onderwijs gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, geeft aldus een licht verschil voor de totale GERD cijfers Het O&O-personeel Naast de O&O-budgetten geeft ook het O&O-personeel een belangrijke indicatie van de O&Oactiviteit van een land of regio. Bij het verzamelen van de O&O-personeelsgegevens wordt gewerkt volgens dezelfde dimensies als bij de O&O-budgetten. Het totale O&O-personeel is dus samengesteld uit het O&O-personeel van de bedrijven (inclusief de Collectieve Onderzoekscentra), de overheden, de instellingen voor hoger onderwijs en de instellingen zonder winstoogmerk. Opnieuw zijn er twee benaderingen mogelijk voor de berekening van de HERD: op basis van gemeenschap of van gewest. 5

6 3. O&O-activiteit in Vlaanderen De O&O-uitgaven en het O&O-personeel voor Vlaanderen die in deze nota gerapporteerd worden, zijn de meest recent beschikbare gegevens, voortvloeiend uit de resultaten van de O&O-enquête , uitgevoerd zowel in de Vlaamse profit als in de Vlaamse non-profit sector De O&O-uitgaven Totale O&O-uitgaven per uitvoeringssector In een eerste onderdeel wordt een overzicht gegeven van alle componenten van de GERD voor Vlaanderen. Het betreft de BERD (met enerzijds de bedrijvencomponent BERDbedrijven en anderzijds de collectieve onderzoekscentra BERDcollectievecentra), de GOVERD (O&O-uitgaven van de overheid), de HERD (Hoger Onderwijs) en de PNP (Instellingen zonder winstoogmerk). De berekening van de HERD kan, zoals eerder aangegeven, op twee manieren gebeuren: volgens Gewest en volgens Gemeenschap. Tabel 1 geeft de internationaal vergelijkbare gewestbenadering in lopende prijzen. We merken op dat O&O-uitgaven in alle sectoren, in lopende prijzen, opnieuw stegen in de periode , met uitzondering van een lichte daling in de PNP tussen 2012 en Tabel 1: GERD voor het Vlaamse Gewest in miljoen euro (in lopende prijzen) BERD bedrijven BERD collectieve centra GOVERD HERD PNP GERD Bron: Eigen berekeningen in coördinatie met Commissie Federale Samenwerking, CFS/STAT 1 in miljoen euro 1 De BERDbedrijven-cijfers bevatten extrapolaties bij de ontbrekende cijfers die enkel gebaseerd zijn op Vlaamse gegevens. Wanneer later op het jaar de cijfers voor België beschikbaar zullen zijn, kunnen de extrapolaties verder verfijnd worden, wat nog een lichte verandering in de BERDbedrijven tijdsreeks kan geven, conform met de Belgisch BERDbedrijven tijdsreeks. Deze laatste aanpassing is de zogenaamde top-down aanpassing van de tijdsreeks, in aanvulling op de bottom-up extrapolaties die nu gebeurd zijn. 6

7 Om een correcte vergelijking over de tijd mogelijk te maken en aldus de reële trends te identificeren, drukken we de GERD-cijfers ook uit in constante prijzen (met als basis het jaar 2005). Deze cijfers worden getoond in tabel 2. De deflator die binnen de overleggroep CFS- STAT gebruikt wordt om de O&O-uitgaven te herrekenen in constante prijzen is de OESO MSTI-deflator, specifiek voor O&O-uitgaven (Bron: OECD, Main Science and Technology Indicators, 2014/2). 2 Ook in constante prijzen observeren wij een stijging voor alle sectoren over de periode De bedrijven nemen zoals steeds het overgrote deel van de totale O&O-uitgaven voor hun rekening: in 2013 werden volgens de gewestbenadering 68% van de totale O&O-uitgaven gerealiseerd door de bedrijven. 3 De universiteiten en hogescholen (HERD) zijn de tweede grootste uitvoerder met (voor 2013) 19% van de totale GERD op gewestniveau. Tabel 2: GERD voor het Vlaamse Gewest in miljoen euro (in constante prijzen, op basis van 2005, MSTI-deflator) BERD bedrijven BERD Collectieve centra GOVERD HERD PNP GERD Bron: Eigen berekeningen in coördinatie met Commissie Federale Samenwerking, CFS/STAT in miljoen euro Voor de volledigheid wordt in tabel 3 de gemeenschapsbenadering 4 weergegeven in lopende prijzen. In tabel 4 volgt dezelfde benadering in constante prijzen (met opnieuw 2005 als basisjaar). 2 Deze MSTI deflator is niet specifiek voor Vlaanderen. De door de VRWI ontwikkelde specifieke O&O-deflator voor Vlaanderen is niet beschikbaar voor de meest recente jaren. Specifiek voor Vlaanderen en beschikbaar voor de gehele tijdsperiode is de BBPR deflator, maar deze is niet specifiek voor O&O (cf. infra). 3 De O&O-uitgaven binnen de populatie van Vlaamse bedrijven zijn (zoals reeds lang bekend) zeer scheef verdeeld. Zowel in 2012 als in 2013 waren de top-50 O&O-actieve bedrijven gezamenlijk verantwoordelijk voor 59% van de O&O-uitgaven, de volgende 50 bedrijven uit de top-100 gezamenlijk voor iets meer dan 10% van de O&O-uitgaven, en de volgende 100 bedrijven uit de top-200 gezamenlijk voor nog eens 10% van deze O&Ouitgaven. 4 Het verschil tussen de gewest- en de gemeenschapscijfers voor de HERD zijn de instellingen gelokaliseerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: de Vrije Universiteit Brussel, de HUBrussel (vroeger K.U.Brussel), de Erasmushogeschool Brussel, LUCA-School of Arts en Odisee-HUB-Ehsal. Deze instellingen zijn niet opgenomen in de HERDgewest, maar wel in de HERDgemeenschap. 7

8 Tabel 3: GERD voor de Vlaamse Gemeenschap in miljoen euro (in lopende prijzen) BERD bedrijven BERD Collectieve centra GOVERD HERD PNP GERD Bron: Eigen berekeningen in coördinatie met Commissie Federale Samenwerking, CFS/STAT in miljoen euro Tabel 4: GERD voor de Vlaamse Gemeenschap in miljoen euro (in constante prijzen, op basis van 2005, MSTI-deflator) BERD bedrijven BERD Collectieve centra GOVERD HERD PNP GERD Bron: Eigen berekeningen in coördinatie met Commissie Federale Samenwerking, CFS/STAT in miljoen euro O&O-intensiteit: GERD als % van het BBPR voor Vlaanderen Een van de meest gebruikte indicatoren om de O&O-activiteit van een regio (BBPR) weer te geven, is de O&O-intensiteit: het percentage van het BBPR dat besteed wordt aan O&O. Voor het BBPR is ondertussen het nieuwe ESR rekenstelsel in gebruik. Dit vormt een update van het ESR1995 rekenstelsel waarop de vorige BBPR waren gebaseerd. Over het algemeen werden de grondslagen en algemene principes van het ESR1995 overgenomen in het ESR2010 rekenstelsel. De doorgevoerde wijzigingen hebben als doel de huidige economische omgeving beter te weerspiegelen. Deze verandering brengt met zich mee dat het BBPR voor Vlaanderen stijgt relatief tot de ESR1995-berekening. Volgens dit nieuwe rekenstelsel bedroeg het BBPR voor Vlaanderen in lopende prijzen ,3 miljoen euro in 2012 en ,2 miljoen euro in 2013 (bron: INR, februari 2015) in vergelijking met ,0 miljoen euro in 2012, en ,7 miljoen euro in 2013 volgens het oude ESR1995 rekenstelsel (Bron: Hermreg, juni 2014). Gezien de verhoging van deze cijfers voor het BBPR verwachten we een daling van de O&O-intensiteit. 5 De cijfers voor het BBPR volgens dit nieuwe rekenstelsel zijn voorlopig enkel beschikbaar vanaf De voorlopig beschikbare reeks van het BBPR volgens het ESR2010 kan teruggevonden worden in Appendix 2. 8

9 Wanneer we de totale O&O-uitgaven (GERD) uitdrukken als % van het BBPR bekomen we voor 2013 een percentage van 2,54% voor de GERD op gewestniveau en 2,59% voor de GERD op gemeenschapsniveau. Tabel 5 geeft een overzicht van deze nieuwe cijfers. We zien dat de stijging van de totale O&O-uitgaven als percentage van het BBPR zich verder en versterkt doorzet in de periode , zelfs met een herijking van het BBPR. Tabel 5 : GERD als percentage van het BBPR (volgens ESR2010) voor Vlaams Gewest/Vlaamse Gemeenschap GERDgew/BBPR 2,06 2,21 2,32 2,51 2,54 GERDgem/BBPR 2,12 2,27 2,38 2,57 2,59 In % In tabel 6 zien we de cijfers voor 2012 en 2013 volgens het oude rekenstelsel samen met de historische cijfers zoals reeds gepubliceerd in de vorige 3% nota (i.e. tabel B uit Appendix 2 in de vorige nota) en in het Vlaams Indicatorenboek WTI Hier bekomen we voor 2013 een percentage van 2,64% voor de GERD op gewestniveau en 2,70% voor de GERD op gemeenschapsniveau. Tabel 6: GERD als percentage van het BBPR voor Vlaams Gewest/Vlaamse Gemeenschap GERDgew/BBPR 2,07 2,00 2,05 1,96 1,98 2,06 2,12 2,29 2,40 2,62 2,64 GERDgem/BBPR 2,11 2,04 2,09 1,98 2,00 2,11 2,18 2,35 2,46 2,68 2,70 In % Een internationale vergelijking leert dat Vlaanderen met beide berekeningswijzen van de O&Ointensiteit ver boven het gemiddelde van de EU zit, maar binnen de EU wel nog onder de percentages blijft van de toplanden zoals onder meer Finland, Zweden en Denemarken (Tabel 7). De internationale vergelijking moet wel met de nodige voorzichtigheid gebeuren. Voor de meeste landen zijn er immers nog geen cijfers beschikbaar uit de O&O-enquête en zijn de hier gerapporteerde cijfers gebaseerd op (voorspellingen uit) de vroegere enquêtes. Wanneer er al cijfers voor 2013 beschikbaar zijn, dan zijn deze bovendien vaak nog provisioneel of geschat. Ook is het niet zeker of in de cijfers van de andere landen reeds consequent het BBPR volgens het nieuwe rekenstelsel werd gebruikt. 9

10 Tabel 7: Internationale vergelijking van GERD/BBPR (gewestniveau) DK DE ES FR IE IT NL FI SE UK US EU28 BE VL VL ESR2010 ESR1995 GERDgew/BBPR 3,06(cp) 2,94(cp) 1,24(p) 2,23(p) 1,58(c) 1,25(p) 1,98(p) 3,32 3,30(m) 1,63(cp) 2,81(jp) 1,92(b) 2,28(p) 2,54 2,64 Referentiejaar Bron: OECD, Main Science and Technology Indicators, 2014/2 in % a= breuk met historische cijfers; b= schatting door Eurostat; c=nationale schatting; j=(meeste) kapitaaluitgaven niet meegerekend; m = onderschatting of gebaseerd op onderschatte data; p=provisioneel 10

11 3.2. Het O&O-personeel In tabel 8 wordt de opsplitsing van het totale O&O-personeel gegeven (in voltijdse equivalenten). In lijn met de vorige jaren zien we dat het meeste O&O-personeel actief is in de bedrijven. De instellingen voor hoger onderwijs zijn een tweede belangrijke tewerkstellingsplaats voor O&O-personeel. Voor bijna alle categorieën van de GERD zien we een duidelijke stijging van het O&O-personeel in 2012 en 2013 ten opzichte van De enige uitzondering hierop zijn de PNP, Instellingen zonder winstoogmerk, die in 2012 een daling tonen ten opzichte van 2011 gevolgd door een lichte stijging in Uiteraard is deze sector kleiner qua onderzoekscapaciteit zodat wijzigingen met de nodige voorzichtigheid bekeken moeten worden. Tabel 8: Totaal O&O-personeel in voltijdse equivalenten ONDERNEMINGEN Bedrijven Collectieve Centra PUBLIEKE ONDERZOEKSCENTRA INSTELLINGEN ZONDER WINSTOOGMERK HOGER ONDERWIJS (gemeenschap) HOGER ONDERWIJS (gewest)* TOTAAL (gemeenschapsbenadering) TOTAAL (gewestbenadering)

12 3.3. Totale O&O-uitgaven: private versus publieke uitvoeringssector Naast de GERD als % van het BBPR, wordt de ratio BERD/GERD als één van de belangrijke indicatoren continu opgevolgd binnen de EU, in het kader van de Lissabon- en Barcelonadoelstellingen, zowel in de European Innovation Scoreboard van DG Enterprise als in het 3% Action Plan van DG Research. Deze ratio geeft aan wat de bijdrage is van de private sector als uitvoeringssector van de O&O uitgaven. Typisch ligt deze private bijdrage (als sector van uitvoering) in de EU lager dan in de VS en Japan. Tabel 9 splitst de GERD op in twee categorieën van uitvoerders: privaat versus publiek. De eerste categorie omvat de BERD (bedrijvencomponent en collectieve onderzoekscentra 6 ). De tweede categorie omvat de GOVERD, de HERD en de PNP. De O&O-uitgaven van beide categorieën worden eerst in absolute getallen weergegeven en daarna procentueel ten opzichte van de totale GERD. Uit de resultaten blijkt dat het aandeel van de BERD ten opzichte van de nonberd vrij constant blijft. Tabel 9: Het aandeel van de BERD en nonberd in de GERD voor het Vlaamse Gewest (gebaseerd op lopende prijzen) BERD nonberd GERDgew In miljoen euro BERD/GERDgew nonberd/gerdgew In % De twee componenten van de GERD (namelijk het BERD- en het nonberd-gedeelte) kunnen ook voorgesteld worden als percentage van het BBPR. 7 Deze cijfers kunnen opnieuw berekend worden zowel op basis van het ESR2010 rekenstelsel als van het oude ESR1995 rekenstelsel. Tabel 10 geeft de berekening weer op basis van het ESR2010 rekenstelsel en tabel 11 op basis 6 In afspraak met de CFS-STAT worden de collectieve onderzoekscentra bij de private uitvoerders gerekend. 7 Deze cijfers worden zowel berekend op basis van het ESR1995 rekenstelsel als van het nieuwe ESR2010 rekenstelsel. Appendix 2 geeft de percentages weer gebaseerd op de cijfers van het BBPR berekend volgens het retroactief aangepaste ESR1995 rekenstelsel, zoals reeds uitgelegd hiervoor. 12

13 van het ESR1995 rekenstelsel. In beide gevallen zien we een grote stijging van de BERD/BBPR-ratio in de periode Ook de nonberd/bbpr-ratio vertoont een stijging in de periode Op basis van het nieuwe ESR2010 rekenstelsel verkrijgen we een percentage van 1,75% van het BBPR uitgevoerd door de private sector en 0,78% door de publieke sector. Ter vergelijking, op basis van het vorige rekenstelsel verkrijgen we op gewestniveau, voor 2013 een percentage van 1,82% van het BBPR uitgevoerd door de private sector en 0,82% uitgevoerd door de publieke sector. We zien dus opnieuw, zelfs met een herijking van het BBPR, een sterke evolutie in de O&O-uitgaven in Vlaanderen. Tabel 10: BERD, nonberd en GERD als percentage van het BBPR voor het Vlaams Gewest (ESR2010 rekenstelsel) BERD/BBPR 1,35 1,48 1,59 1,75 1,75 nonberd/bbpr 0,71 0,74 0,74 0,76 0,78 GERDgew/BBPR 2,06 2,21 2,32 2,51 2,54 in % Tabel 11: BERD, nonberd en GERD als percentage van het BBPR voor het Vlaams Gewest (ESR1995 rekenstelsel) BERD/BBPR 1,50 1,40 1,43 1,35 1,36 1,40 1,39 1,53 1,64 1,83 1,82 nonberd/bbpr 0,57 0,59 0,62 0,60 0,62 0,66 0,73 0,76 0,76 0,79 0,82 GERDgew/BBPR 2,07 2,00 2,05 1,96 1,98 2,06 2,12 2,29 2,40 2,62 2,64 In % 3.4. Trends in de O&O-cijfers Over het algemeen vinden we dat de stijgende trend van de voorbije jaren in GERD zich doorzet voor de periode , zowel in de publieke als de private sector. Wanneer we de totale GERD-cijfers als percentage van het BBPR bekijken, zien we in 2012 en 2013 een verdere stijging ten opzichte van Deze periode wordt gekenmerkt door een stijgende O&O-intensiteit, zowel wanneer deze O&O-intensiteit berekend wordt op basis van het nieuwe ESR2010 rekenstelsel als van het vorige ESR1995 rekenstelsel. Het is interessant te kijken in welke mate we in de andere landen ook een dergelijke evolutie observeren. Tabel 12 geeft de totale GERD-cijfers als percentage van het BBP voor een aantal Europese landen voor de periode Deze tabel leert ons dat, alhoewel het EU28-gemiddelde lichtjes stijgt ten opzichte van 2011, deze stijging veel beperkter is dan in Vlaanderen. Ook hier moet de internationale vergelijking wel met de nodige voorzichtigheid gebeuren. Voor de meeste 13

14 landen zijn er nog geen cijfers beschikbaar uit de O&O-enquête en zijn de cijfers bijgevolg gebaseerd op (predicties uit) de vroegere enquêtes. Wanneer er al cijfers beschikbaar zijn voor 2013, dan zijn deze vaak nog provisioneel of geschat. Tabel 12: GERD als percentage van het BBP voor enkele Europese landen België 1,78 1,81 1,84 1,92 1,97 2,05 2,15 (c) 2,24 (p) 2,28 Denemarken 2,39 2,40 (a) 2,51 2,78 3,07 2,94 2,97 3,02 (cp) 3,06 Duitsland 2,43 2,46 2,45 2,60 2,73 2,72 2,80 2,88 (cp) 2,94 Finland 3,33 3,34 3,35 3,55 3,75 3,73 3,64 3,43 3,32 Frankrijk 2,04 2,05 2,02 2,06 2,21 (a) 2,18 2,19 2,23 (p) 2,23 Griekenland 0,58 (c) 0,56 (c) 0,58 (ac) 0,66 (c) 0,63 (c) 0,60 0,67 0,69 (p) 0,78 Hongarije 0,93 0,99 0,97 0,99 1,14 1,15 1,20 1,27 1,41 Ierland 1,20 1,21 1,24 1,39 (c) 1,63 (c) 1,62 (c) 1,53 (c) 1,58,, Italië 1,05 1,09 1,13 1,16 1,22 1,22 1,21 1,26 (p) 1,25 Luxemburg 1,59 1,69 (c) 1,65 1,65 1,72 1,50 1,41 (a) 1,16 (p) 1,16 Nederland 1,81 1,77 1,70 1,65 1,69 1,72 (a) 1,89 1,97 (p) 1,98 Oostenrijk (c) 2,38 2,37 2,43 (c) 2,59 2,61 (c) 2,74 2,68 (c) 2,81 (cp) 2,81 Polen 0,57 0,55 0,56 0,60 0,67 0,72 0,75 0,89 0,87 Portugal 0,76 (c) 0,95 1,12 (a) 1,45 1,58 1,53 1,46 1,37 (p) 1,36 Slowakije 0,49 0,48 0,45 0,46 0,47 0,62 0,67 0,81 0,83 Spanje 1,10 1,17 1,23 (a) 1,32 1,35 1,35 1,32 1,27 (p) 1,24 Tsjechië 1,17 1,23 1,31 1,24 1,30 1,34 1,56 1,79 (p) 1,91 Zweden (a) 3,39 3,50 3,26 (c) 3,50 3,42 (c) 3,22 3,22 (c) 3,28 (m) 3,30 EU28 (b) 1,67 (b) 1,70 (b) 1,70 (b) 1,77 (b) 1,84 (b) 1,84 (b) 1,88 (b) 1,92 (b) 1,92 a=breuk met historische cijfers; b=schatting door Eurostat; c=nationale schatting; d= uitgezonderd defensie; m=onderschatting; p=provisioneel Bron: OECD, Main Science and Technology Indicators, 2014/2 In % 4. Private versus publieke financiering van de O&O-activiteiten in Vlaanderen In de vorige secties werd een opsplitsing gemaakt tussen publieke en private uitvoerders van de O&O-activiteiten. Het is eveneens belangrijk te kijken hoe deze activiteiten gefinancierd worden. In het kader van de 3% O&O-norm wordt vandaag algemeen aanvaard dat de diverse Europese overheden ernaar streven om 1% van de O&O-uitgaven te financieren, terwijl het 14

15 bedrijfsleven ernaar streeft 2% voor zijn rekening te nemen. Er kunnen diverse benaderingen gevolgd worden om deze 1/3-2/3 verdeling te meten. 1) De enquête voor de profit sector die peilt naar O&O-uitgaven bevat informatie over het gedeelte van de BERD dat gefinancierd wordt door de publieke overheden. Het gedeelte van de non-berd dat gefinancierd wordt door de private sector kan benaderd worden via de non-profit enquête. Aan de hand van deze ratio s kan de opsplitsing publiekprivaat naar financieringsbron gebeuren. Dit wordt weergegeven in sectie ) De publieke financiering van O&O kan ook benaderd worden vanuit de budgetten voorzien door de Vlaamse overheid voor O&O, namelijk de GBAORD. Het gaat hier om geplande budgetten, en dus niet noodzakelijk om gerealiseerde uitgaven. Deze benadering wordt weergegeven in sectie Totale O&O-uitgaven per financieringssector Een eerste benadering om het aandeel van de publieke en private sector in de financiering van de O&O-uitgaven te bepalen, is de toepassing van de procentuele verdeling per financieringsbron, zoals gerapporteerd in de O&O-enquêtes. We gebruiken de ratio s voor 2013 (bekomen aan de hand van de schattingen en extrapolaties op basis van de gegevens uit de O&O-enquête ) zoals weergegeven in tabel 13. We passen ze toe op de meest recente O&O-uitgaven per uitvoeringssector voor 2013 (Vlaams Gewest), uitgedrukt in lopende prijzen (zie tabel 1). 8 Voor 2013 werden schattingen van deze aantallen gemaakt op basis van 496 volledige antwoorden. Voor deze editie van de 3%-nota beschikken wij slechts over één jaar financieringsdata voor de BERDbedrijven, namelijk

16 Tabel 13: BERD, HERD, GOVERD en PNP - Percentage Private versus Publieke financiering, voor Privaat Publiek BERD bedrijven 91,20 8,80 BERD collectieve centra 41,31 58,69 HERDgew 16,03 83,97 GOVERD 41,43 58,57 PNP 29,10 70,90 in % De totale opsplitsing van de GERD op Vlaams gewestniveau naar private versus publieke financiering voor 2013 wordt op die manier 70% voor de private financiering versus 30% voor de publieke financiering: 70% = 91,20% ,31% 69+41,43% ,03% ,10% 15 ( ) 30% = 8,80% ,69% 69+58,57% ,97% ,90% 15 ( ) Ter vergelijking: in de vorige 3% nota (verschenen in 2013) werd voor 2011 een percentage van 71% private financiering gerapporteerd versus 29% publieke financiering. Hoewel op het eerste gezicht vrij constant, is er over de laatste jaren heen toch een lichte stijging van het aandeel publieke financiering merkbaar. Als we Vlaanderen internationaal vergelijken voor wat betreft de private financiering van de O&O-uitgaven, dan blijkt Vlaanderen ver boven het EU-gemiddelde te scoren (54% voor EU- 28 in 2012), en zelfs boven de andere koplopers zoals Duitsland (66% in 2012), Finland (61% in 2013), en Zwitserland (61% in 2012). Tabel 14 geeft een overzicht van dit percentage private financiering voor enkele Europese landen alsook de Verenigde Staten. 16

17 Tabel 14: Internationale vergelijking van percentage van private financiering in totale GERD DK DE ES FR IE IT NL FI SE UK US EU28 BE VL %private financiering GERD 60(cp) (c) 44 47(p) (cp) 59(jp) 54(b) Referentiejaar Bron: OECD, Main Science and Technology Indicators, 2014/2 a= breuk met historische cijfers; b= schatting door Eurostat; c=nationale schatting; j=(meeste) kapitaaluitgaven niet meegerekend; m = onderschatting of gebaseerd op onderschatte data; p=provisioneel in % Het privaat en publiek gefinancierd deel van de totale O&O-uitgaven wordt in tabel 15 afgewogen ten opzichte van het BBPR. We krijgen voor 2013 een percentage van 1,78% van het BBPR gefinancierd door de private sector en 0,75% door de publieke sector met de noemer volgens het ESR2010 rekenstelsel. Wanneer als noemer het BBPR volgens het vorige ESR1995 rekenstelsel genomen wordt vinden we een percentage van 1,86% van het BBPR gefinancierd door de private sector en 0,79% door de publieke sector. Ter vergelijking: in de vorige 3% nota (verschenen in 2013) bedroeg voor 2011 de privaat gefinancierde uitgaven voor O&O 1,70% van het BBPR, en de publiek gefinancierde uitgaven 0,70% van het BBPR. We kunnen derhalve stellen dat zowel de private als de publieke financiering van O&O een beduidende stap voorwaarts zetten in de richting van de 2% norm, respectievelijk de 1% norm. Tabel 15: GERDgewest --- Private versus Publieke financiering, 2013 GERDgewest2013 %GERDgewest/BBPR 2013 ESR2010 %GERDgewest/BBPR 2013 ESR1995 Privaat gefinancierd % 1,78% 1,86% Publiek gefinancierd % 0,75% 0,79% In miljoen euro 4.2 O&O-overheidsuitgaven als % van BBPR Een tweede benadering die de financiering door de publieke sector weergeeft, is de bepaling van de overheidsinspanningen aan de hand van de GBAORD (Government Appropriations or Outlays for R&D). Dit zijn de budgetten die door de overheid specifiek worden uitgetrokken voor O&O. Wanneer we deze O&O-budgetten, gefinancierd door de overheid, voorstellen als percentage van het BBPR, kunnen we eveneens nagaan of de 1%-norm voor de publieke sector bereikt wordt. Uit tabel 16 blijkt dat, in het meest optimistische geval, dit percentage 0,78 % 17

18 wordt voor zowel 2012 als De vergelijking met de 1% -norm voor de publieke sector dient hier wel steeds met de nodige voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd, aangezien de GBAORD O&O-budgetten betreft (en dus geen uitgaven), gefinancierd door de overheid. Tabel 16: De O&O-overheidsbudgetten (GBAORD), uitgedrukt in % BBPR voor Vlaanderen (Bron: EWI, Speurgids Ondernemen & Innoveren, 2014) GBAORD Vlaamse overheid stricto sensu * 0,57 0,57 GBAORD Vlaamse overheid + Vlaams aandeel federale GBAORD (ESA 35,5% Vl. + rest 56% Vl.) ** 0,71 0,70 GBAORD Vlaamse overheid + Vlaams aandeel federale GBAORD + Vlaams aandeel EU-KP *** 0,78 0,78 in % *Inspanningen van de Vlaamse overheid alleen (uitgavenbegroting Vlaamse overheid: definitieve kredieten 2012 en 2013). **Bron federale GBAORD: CFS/STAT overleggroep, bewerkingen Federaal Wetenschapsbeleid. Voor 2013: initiële kredieten Deze variant is het meest geschikt voor internationale vergelijking van de GBAORD. ***EU-KP: raming op basis van de tussentijdse resultaten voor het Zevende Kaderprogramma voor Onderzoek, Technologische Ontwikkeling en Demonstratieactiviteiten (tussentijdse status oktober 2012). Bron: De Vlaamse deelname aan de Europese programma s voor Onderzoek en Innovatie ( ), EWI. 5. Conclusies In lijn met een stijgende trend in de GERD-cijfers over de voorbije jaren tonen ook de meest recente berekeningen voor de periode aan dat deze stijging zich over het algemeen doorzet, zowel in de publieke als de private sector. Wanneer we de totale GERD-cijfers als percentage van het BBPR bekijken, zien we in 2012 en 2013 een verdere stijging ten opzichte van Deze laatste vijf jaar wordt gekenmerkt door een stijgende O&O-intensiteit, zowel wanneer deze O&O-intensiteit berekend wordt op basis van het oude ESR1995 rekenstelsel (2,64% in 2013) als van het nieuwe ESR2010 rekenstelsel (2,54% in 2013). Vlaanderen zit hiermee ver boven het EU-gemiddelde. Zowel de BERD/BBPR-ratio als de nonberd/bbpr-ratio vertonen een verdere stijging over de ganse periode Deze nota evalueert ook in welke mate de streefnorm van 2/3 e private financiering versus 1/3 e publieke financiering van O&O-activiteiten gehaald wordt in Vlaanderen. We zien dat het Vlaamse percentage van de O&O-uitgaven door private financiering boven het EU-gemiddelde ligt. Bovendien zit de verhouding van private financiering tot BBPR voor 2013 opnieuw in de lift, met 1,86% volgens het ESR1995 rekenstelsel en 1,78% volgens het ESR2010 rekenstelsel 18

19 van het BBPR. De norm om 1% van het BBPR publiek te financieren noodzaakt verdere inspanningen. Wanner het BBPR berekend wordt volgens het ESR1995 en ESR2010 rekenstelsel ligt deze verhouding op respectievelijk 0,79% en 0,75%. Deze cijfers berekend op basis van de gerapporteerde gegevens van de O&O-enquête liggen in lijn met de GBAORD gegevens (0,78% voor 2013). Algemeen kunnen we evenwel stellen dat het volgehouden Vlaamse O&O- en innovatiebeleid zijn vruchten lijkt af te werpen. 19

20 Appendix 1: Overzicht van de Collectieve Onderzoekscentra (BERD Collectieve Centra), Publieke Onderzoekscentra (GOVERD), en Particuliere Non-profit Instellingen (PNP) (wijzigingen ten opzichte van vorige berekeningen zijn in toegevoegd) Collectieve onderzoekscentra Collectieve centra bevatten zowel sectorale centra (die uitgesplitst worden naar de drie gewesten), autonome centra als competentiepolen Centexbel (textielnijverheid) Vlaams Gewest Sirris (technologische industrie) Vlaams Gewest OCW (wegenbouw) Vlaams Gewest WTCB (bouw) Vlaams Gewest Wetenschappelijk en Technisch onderzoekscentrum voor Diamant (WTOCD) CRM (metallurgie) - Vlaams Gewest Belgisch verpakkingsinstituut Belgische instituut voor de Lastechniek Koninklijk Belgisch Instituut tot verbetering van de biet Proefcentrum Fruitteelt vzw Proefcentrum voor de Sierteelt Proefstation voor de Groententeelt vzw BECETEL Inagro Proefcentrum voor Groententeelt - O.-Vlaanderen Nationale Proeftuin Witloof Vlaams Centrum voor de bewaring van tuinbouwproducten VCBT Proefcentrum voor de aardappelteelt Flanders Plastics' Vision (onderdeel van FISCH) Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) Flanders DRIVE vzw Flanders Mechatronics Technology Center (FMTC) Strategisch Initiatief Materialen (SIM) Flanders in Shape Flanders District of Creativity (Flanders DC) Clusta vzw Vlaams Instituut voor de Mobiliteit Flanders Synergy Publieke Onderzoekscentra Deze omvatten de vier grote onderzoekscentra, de Vlaamse wetenschappelijke instellingen gelegen in het Vlaams Gewest, de federale onderzoeksinstellingen die in het Vlaams Gewest gelegen zijn, en de lokale onderzoeksinstellingen die aan de provincie gelinkt zijn. Departement Toegepaste Elektronika Landmacht Alg. Rijksarchief en het Rijksarchief in de Provinciën - Vlaams Gewest Belgisch Historisch Instituut te Rome Bodemkundige dienst van België Studiecentrum voor Kernenergie Mol 20

21 Koninklijk Museum voor Midden-Afrika Plantentuin van Meise Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen Flanders Hydraulics Research Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek (ILVO) Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek IMEC VIB Iminds Vlaams Instituut voor de Zee Hooibeekhoeve Proefbedrijf voor de veehouderij Joint Research center Institute for Reference Materials and Measurements (JRC-IRMM)- Geel (vroeger PNP nu GOVERD) Onderstaande Vlaamse onderzoeksinstellingen zijn gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Geweest en hun O&O inspanningen worden dan ook bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest opgenomen in plaats van bij het Vlaams Gewest Studiedienst Vlaamse Regering Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) Agentschap Onroerend Erfgoed VRWI Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België Stichting Innovatie & Arbeid -SERV Instituut Samenleving & Technologie Kenniscentrum Welzijn Particuliere non-profit Instellingen. De particuliere non-profit instellingen bevatten semi-publieke instellingen, particuliere instellingen en internationale instellingen uit het Vlaams Gewest. Vlaamse compostorganisatie (VLACO) Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Mobiel 21 vzw Vormingscentrum voor de begeleiding van het jonge kind (toegevoegd aan repertorium) Transfusion Research Center (toegevoegd aan repertorium) Onderzoekcentrum kind en samenleving (toegevoegd aan repertorium) Passiefhuis Platform (toegevoegd aan repertoruim) Orpheus Instituut vzw OLV Ziekenhuis Aalst (toegevoegd aan repertorium) Von Karman Institute for Fluid Dynamics (toegevoegd aan repertorium) Waterstofnet (toegevoegd aan repertorium) Hoger onderwijs Het hoger onderwijs omvat naast de universiteiten en de hogescholen de zelfstandige universitaire onderzoekscentra uit het Vlaamse Gewest. Katholieke Universiteit Leuven Universiteit Gent Universiteit Antwerpen 21

22 Universiteit Hasselt Stichting Born-Bunge Instituut voor Tropische Geneeskunde Life Research Foundation Vlerick Management School UNU-CRIS (vroeger GOVERD nu HERD) Centrum voor Agrarische Geschiedenis (toegevoegd aan repertoium) Centrum voor Innovatie en Stimulatie van Medicijnontwikkeling (CISTIM) (toegevoegd aan repertorium) Research in Advanced Medical Informatics and Telematics (RAMIT)_ (toegevoegd aan repertorium) Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen Karel de Grote-Hogeschool - Katholieke Hogeschool Antwerpen Thomas More Kempen/Mechelen/Antwerpen Katholieke Hogeschool Leuven Hogeschool Gent Odisee - Katholieke Hogeschool Sint-Lieven PXL Hogeschool Katholieke Hogeschool Limburg Hogeschool West-Vlaanderen - Vlaamse autonome hogeschool Vives Noord/Zuid Groep T-Hogeschool Leuven Hogere Zeevaartschool Arteveldehogeschool Voor het hoger onderwijs wordt er ook soms een gemeenschapsbenadering gebruikt (niet voor internationale vergelijkingen), waarbij ook de cijfers van Vlaamse instellingen uit het hoger onderwijs uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bijkomend opgenomen zijn: Vrije Universiteit Brussel HUB (luik vroeger KUB) Erasmushogeschool Brussel LUCA- School of Arts Odisee- HUB-Ehsal 22

23 Appendix 2: Herberekening historische O&O-uitgaven als % van BBPR Tabellen 5 en 10 geven de berekening van O&O intensiteit weer op basis van een nieuwe reeks van BBPR volgens het ESR2010 rekenstelsel. De op basis van dit rekenstelsel gebaseerde cijfers voor het BBPR worden weergegeven in tabel A. Deze cijfers zijn voorlopig enkel beschikbaar voor maar zullen retroactief aangevuld worden voor alle jaren voorafgaand aan Tabel A: Bruto Binnenlands Product van Vlaanderen (in lopende prijzen), volgens ESR , , , , ,2 In miljoen euro De berekening van de O&O-intensiteit in tabellen 6 en 11 is gebaseerd op de historische cijfers voor het BBPR, aangevuld met de nieuwe cijfers voor 2012 en De historische cijfers voor het BBPR volgens het ESR1995 rekenstelsel worden tot op heden continu, ook retroactief, aangepast door de Studiedienst van de Vlaamse Regering. Tabel A hieronder geeft de meest recente versie weer. Tabel A: Bruto Binnenlands Product van Vlaanderen (in lopende prijzen), volgens ESR , , , , , , , , , , ,7 In miljoen euro Indien de historische cijfers voor het BBPR herzien worden, dan betekent dit ook dat alle indicatoren waarvoor het BBPR een deelcomponent vormt, retroactief herberekend kunnen of moeten worden. Meer bepaald kunnen de historische cijfers uit tabellen 6 en 11 herberekend worden op basis van de recentere BBPR-cijfers gebaseerd op het ESR1995 rekenstelsel hierboven weergegeven (zie tabel A). Deze herberekende cijfers worden getoond in tabel B. Tabel B: BERD, nonberd en GERD als percentage van het BBPR voor het Vlaams Gewest en GERD als percentage van het BBPR voor de Vlaamse Gemeenschap (ESR1995, Hemreg juni 2014) BERD/BBPR 1,50 1,40 1,43 1,35 1,36 1,40 1,39 1,52 1,63 1,83% 1,82% nonberd/bbpr 0,57 0,59 0,62 0,60 0,62 0,66 0,73 0,76 0,76 0,79% 0,82% GERDgew/BBPR 2,07 2,00 2,05 1,96 1,97 2,06 2,12 2,28 2,39 2,62% 2,64% GERDgem/BBPR 2,11 2,04 2,09 1,98 2,00 2,10 2,18 2,33 2,45 2,68% 2,70% In % 23

Totale O&O-intensiteit in Vlaanderen % nota. Mei 2017

Totale O&O-intensiteit in Vlaanderen % nota. Mei 2017 Totale O&O-intensiteit in Vlaanderen 2005-2015 3% nota Mei 2017 Koenraad Debackere, Julie Delanote, Machteld Hoskens, Laura Verheyden, ECOOM & Peter Viaene, EWI Inhoudstafel 1. Inleiding... 3 2. De gebruikte

Nadere informatie

Totale O&O-intensiteit in Vlaanderen % nota light

Totale O&O-intensiteit in Vlaanderen % nota light Totale O&O-intensiteit in Vlaanderen 1998-2012 3% nota light 3 april 2014 Petra Andries, Koenraad Debackere, Pascale Dengis, Machteld Hoskens, Peter Viaene Inhoudstafel 1. Inleiding... 3 2. De gebruikte

Nadere informatie

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17 2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/11/043 ADVIES NR 10/23 VAN 5 OKTOBER 2010, GEWIJZIGD OP 5 APRIL 2011, BETREFFENDE HET MEEDELEN VAN ANONIEME

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O15 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING Deel INTERNATIONALE VERGELIJKING INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit

Nadere informatie

Eerste Snapshot: tussentijdse analyse van de Vlaamse deelname aan het Europese Zesde Kaderprogramma voor Onderzoek (7 november 2005)

Eerste Snapshot: tussentijdse analyse van de Vlaamse deelname aan het Europese Zesde Kaderprogramma voor Onderzoek (7 november 2005) Eerste Snapshot: tussentijdse analyse van de Vlaamse deelname aan het Europese Zesde Kaderprogramma voor Onderzoek (7 november 2005) 1. Inleiding Deze snapshot is een momentopname die in een oogopslag

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN Werk, Economie, Innovatie en Sport NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot het economisch-, wetenschaps-

Nadere informatie

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING Deel INTERNATIONALE VERGELIJKING INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit

Nadere informatie

Europese feestdagen 2019

Europese feestdagen 2019 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 01-02

Nadere informatie

Europese feestdagen 2018

Europese feestdagen 2018 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O16 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O14 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

Europese feestdagen 2017

Europese feestdagen 2017 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03 Denemarken

Nadere informatie

Onderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda

Onderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda Onderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda Inleiding Nederland werkt, net als de andere Europese landen aan de Lissabon-doelstellingen van de EU om te komen tot een dynamische en concurrerende

Nadere informatie

Sociale bescherming in belgië

Sociale bescherming in belgië Sociale bescherming in belgië data 2O13 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 12 mei 2017 (OR. en) 9046/17 ADD 1 EF 97 ECOFIN 351 AGRIFIN 50 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 8 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers EDITIE 2007 [ ] De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers OK 2 Final DOS FICHES.qxd 19/12/07 17:34 Page 1 Territoriale besturen % 8 25 0,0 0,04 1 ste niveau 2 de niveau 3 de niveau Federale

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks ANNEX Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 21 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks 1. Deelname voor- en vroegschoolse educatie (VVE) De Nederlandse waarde voor

Nadere informatie

BIJLAGE 2.3 STATISTISCHE TABELLEN

BIJLAGE 2.3 STATISTISCHE TABELLEN BIJLAGE 2.3 STATISTISCHE TABELLEN Tabel 1 Europa in het wetenschappelijk onderzoek op wereldvlak: O&O-indicatoren voor de EU15, de USA en Japan EU15 USA JAPAN Totale O&O-uitgaven (miljoen ecu) 1994 121

Nadere informatie

De Belgische farmaceutische industrie in een internationale context

De Belgische farmaceutische industrie in een internationale context As % of total European pharmaceutical industry De Belgische farmaceutische industrie in een internationale context Terwijl België slechts 2,6 % vertegenwoordigt van het Europees BBP, heeft de farmaceutische

Nadere informatie

kennis en economie 2013 statistische bijlage

kennis en economie 2013 statistische bijlage ICT, kennis en economie 2013 statistische bijlage ICT, kennis en economie 2013 statistische bijlage Deze bijlage bevat enkele tabellen met aanvullend cijfermateriaal bij de publicatie ICT, kennis en economie

Nadere informatie

DEEL 1: Mobiliteit en Verkeersveiligheid in Vlaanderen. Universiteit Hasselt Bachelor- en master Verkeerskunde

DEEL 1: Mobiliteit en Verkeersveiligheid in Vlaanderen. Universiteit Hasselt Bachelor- en master Verkeerskunde DEEL 1: Mobiliteit en Verkeersveiligheid in Vlaanderen Universiteit Hasselt Bachelor- en master Verkeerskunde www.uhasselt.be/verkeerskunde Algemene situatie Wereldwijd: ± 1 milj. verkeersdoden/jaar 11

Nadere informatie

Bijlage 1: Gekozen regio s en hun sterke kanten. Meest innovatieve regio s

Bijlage 1: Gekozen regio s en hun sterke kanten. Meest innovatieve regio s Bijlage 1: Gekozen regio s en hun sterke kanten Meest innovatieve regio s Het Europese Innovatie Scoreboord op regionaal schaalniveau geeft in 2003 zes regio s aan als de leiders van Europa. Deze zijn

Nadere informatie

R&D-uitgaven en capaciteit naar wetenschapsgebied

R&D-uitgaven en capaciteit naar wetenschapsgebied R&D-uitgaven en capaciteit naar wetenschapsgebied In Nederland werd in 2014 in totaal 13,3 miljard uitgegeven aan R&D: wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling (de voorlopige cijfers 2015 laten een groei

Nadere informatie

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid INBURGERINGSPROGRAMMA Trajectbegeleider: TB Nederlands als Tweede Taal: NT2 Maatschappelijke Oriëntatie: MO Toekomstplannen

Nadere informatie

Hotels en gelijkgestelde inrichtingen

Hotels en gelijkgestelde inrichtingen Hotels en gelijkgestelde inrichtingen Hotels en gelijkgestelde inrichtingen HET AANBOD IN 2006 Aantal inrichtingen Gemiddelde grootte Dagcapaciteit Bezettingsgraden 2006 1.900 64 121.662 34,8% Januari

Nadere informatie

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 311 E van 31/10/2000 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

Toerisme in Cijfers Tourism in Figures. Aantal aankomsten per maand, 2016 Number of arrivals by month, 2016

Toerisme in Cijfers Tourism in Figures. Aantal aankomsten per maand, 2016 Number of arrivals by month, 2016 2016 Toerisme in Cijfers Tourism in Figures XL Aantal aankomsten per maand, 2016 Number of arrivals by month, 2016 Juli 2017 AANTAL AANKOMSTEN PER MAAND, 2016 Tabel P. Table NUMBER OF ARRIVALS BY MONTH,

Nadere informatie

VANDAAG IN VLAANDEREN INDUSTRIEËN CREATIEVE MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE

VANDAAG IN VLAANDEREN INDUSTRIEËN CREATIEVE MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE CREATIEVE INDUSTRIEËN IN VLAANDEREN VANDAAG MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE WAT? WAA 2 WAT ZIJN CREATIEVE INDUSTRIEËN? Het geheel van sectoren en activiteiten die een beroep doen op de input van

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving

Nadere informatie

toerisme vlaanderen Toerisme in Kerncijfers 2010

toerisme vlaanderen Toerisme in Kerncijfers 2010 toerisme vlaanderen Toerisme in Kerncijfers 2010 Toerisme in Vlaanderen Aantal overnachtingen en aankomsten in België (2010) overnachtingen % aankomsten % gemiddelde verblijfsduur (nachten) Vlaamse Gewest

Nadere informatie

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR Raad van de Europese Unie Brussel, 17 juni 2016 (OR. en) 9586/16 BUDGET 15 TOELICHTING Betreft: Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 bij de algemene begroting 2016: Boeking van het overschot van het

Nadere informatie

2.1 O&O-ACTIVITEITEN VAN DE VLAAMSE BEDRIJVEN

2.1 O&O-ACTIVITEITEN VAN DE VLAAMSE BEDRIJVEN 14 2.1 O&O-ACTIVITEITEN VAN DE VLAAMSE BEDRIJVEN Door Petra Andries (U Gent), Julie Delanote (KU Leuven), Sarah Demeulemeester (KU Leuven), Machteld Hoskens (KU Leuven), Nima Moshgbar (KU Leuven), Kristof

Nadere informatie

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt Luc Sels Luc.Sels@econ.kuleuven.be WSE Conferentie 2008 17 december 2008 1. De evolutie vervat in conjunctuurindicatoren 2. (Prognose van de) werkzaamheid 3. Evolutie

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-april

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-april Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-april 2016-2017 Bron: Cijfers FOD Economie-Algemene Directie Statistiek 2016: definitieve cijfers 2017: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen,

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juli

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juli Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juli 2016-2017 Bron: Cijfers FOD Economie-Algemene Directie Statistiek 2016: definitieve cijfers 2017: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen,

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september 2016-2017 Bron: Cijfers FOD Economie-Algemene Directie Statistiek 2016: definitieve cijfers 2017: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen,

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE 13.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 334/37 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 december 2013 tot wijziging van Besluit 2012/226/EU betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen

Nadere informatie

KENNISPRODUCTIE IN BELGIË ANALYSE VAN DE O&O-ACTIVITEITEN IN DE NON-PROFITSECTOR

KENNISPRODUCTIE IN BELGIË ANALYSE VAN DE O&O-ACTIVITEITEN IN DE NON-PROFITSECTOR KENNISPRODUCTIE IN BELGIË ANALYSE VAN DE O&O-ACTIVITEITEN IN DE NON-PROFITSECTOR André Spithoven O&O en innovatie in België Studiereeks 08 08 Belpress 8 Wetenschapsstraat B - 1000 Brussel T : 02 238 34

Nadere informatie

OVERZICHT. Inleiding... 4 Organisatie van het hoger onderwijs in Vlaanderen... 5 Tabel 1: Aantal inschrijvingen in het hoger onderwijs...

OVERZICHT. Inleiding... 4 Organisatie van het hoger onderwijs in Vlaanderen... 5 Tabel 1: Aantal inschrijvingen in het hoger onderwijs... HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS - BEKNOPT /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// ACADEMIEJAAR 2016-2017 OVERZICHT Inleiding...

Nadere informatie

TOERISTISCHE AANKOMSTEN EN OVERNACHTINGEN IN 2010

TOERISTISCHE AANKOMSTEN EN OVERNACHTINGEN IN 2010 UPDATE CIJFERS TOERISTISCHE AANKOMSTEN EN OVERNACHTINGEN IN 2010 Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Verwerking: Stad Genk, Dienst Beleidsplanning Aankomsten en overnachtingen

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-augustus

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-augustus Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-augustus 2016-2017 Bron: Cijfers FOD Economie-Algemene Directie Statistiek 2016: definitieve cijfers 2017: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen,

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juni

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juni Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juni 2016-2017 Bron: Cijfers FOD Economie-Algemene Directie Statistiek 2016: definitieve cijfers 2017: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen,

Nadere informatie

De regionale impact van de economische crisis

De regionale impact van de economische crisis De regionale impact van de economische crisis Damiaan Persyn Vives Beleidspaper 11 Juli 2009 VIVES Naamsestraat 61 bus 3510 3000 Leuven - Belgium Tel: +32 16 32 42 22 www.econ.kuleuven.be/vives De regionale

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012D0226 NL 13.12.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

ANTWOORD. Vraag nr. 483 van 5 april 2012 van GOEDELE VERMEIREN

ANTWOORD. Vraag nr. 483 van 5 april 2012 van GOEDELE VERMEIREN VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 483 van 5 april 2012 van GOEDELE VERMEIREN Hoger onderwijs Werkstudenten Onder

Nadere informatie

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING Deel INTERNATIONALE VERGELIJKING INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit

Nadere informatie

Deel 8. internationale vergelijking

Deel 8. internationale vergelijking Deel internationale vergelijking INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit

Nadere informatie

Toerisme in Vlaanderen

Toerisme in Vlaanderen Toerisme in Kerncijfers 2011 Toerisme in Vlaanderen Aantal overnachtingen en aankomsten in België (2011) overnachtingen % aankomsten % gemiddelde verblijfsduur (nachten) Vlaams Gewest 23.466.371 65% 8.041.529

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/13/165 ADVIES NR. 13/71 VAN 2 JULI 2013 INZAKE DE MEDEDELING VAN ANONIEME GEGEVENS DOOR DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie

H O G E R O N D E R W I J S in beeld

H O G E R O N D E R W I J S in beeld 2008-2009 H O G E R O N D E R W I J S in beeld S T U D E N T E N HOGESCHOLENONDERWIJS aantal inschrijvingen (bachelor- en masteropleidingen, en basisopleidingen en initiële lerarenopleidingen (afbouw))

Nadere informatie

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten HOGER ONDERWIJS Studenten A Hoger beroepsonderwijs 1 cursisten HBO5 verpleegkunde (1) 3 inschrijvingen in de specifieke lerarenopleiding (1) 1 inschrijvingen naar finaliteit (1)(2) go vgo ogo Totaal cursisten

Nadere informatie

Indicatoren competitiviteitspact

Indicatoren competitiviteitspact Indicatoren competitiviteitspact 1 Loonkost per eenheid product 2 Marktaandelen 3 Globale werkzaamheidsgraad 4 Jeugdwerkloosheidsgraad 5 Aandeel langdurig werklozen 6 Bruto binnenlandse uitgaven aan O&O

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot het economisch, wetenschapsen innovatiebeleid

Voorontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot het economisch, wetenschapsen innovatiebeleid Voorontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot het economisch, wetenschapsen innovatiebeleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie,

Nadere informatie

Voorpublicatie Totale investeringen in Wetenschap en INnovatie (TWIN)

Voorpublicatie Totale investeringen in Wetenschap en INnovatie (TWIN) Voorpublicatie Totale investeringen in Wetenschap en INnovatie (TWIN) 2013 2019 Voorpublicatie Totale investeringen in Wetenschap en INnovatie (TWIN) 2013 2019 Februari 2015 Jaarlijks stelt het Rathenau

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 september 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 september 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 september 2015 (OR. en) 11695/15 BUDGET 27 TOELICHTING Betreft: Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 bij de algemene begroting 2015: Eigen Middelen, Trustfondsen

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat Nederland (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 0,6 % (laatste verslag: 0,6%) stabiel, nog steeds beter dan het EU-gemiddelde

Nadere informatie

nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Justitiehuizen - Werklastmeting

nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Justitiehuizen - Werklastmeting SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Justitiehuizen - Werklastmeting De minister liet heeft eerder

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Bron: Cijfers FOD Economie-ADSEI 2015: definitieve cijfers 2016: voorlopige (!

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Bron: Cijfers FOD Economie-ADSEI 2015: definitieve cijfers 2016: voorlopige (! Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen 2016 Bron: Cijfers FOD Economie-ADSEI 2015: definitieve cijfers 2016: voorlopige (!) cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen, april 2017 1 ALGEMEEN OOST-

Nadere informatie

nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen

nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen Ten gevolge van de

Nadere informatie

CONCLUSIES EN NABESCHOUWINGEN. Door Koenraad Debackere (KU Leuven) en Reinhilde Veugelers (KU Leuven)

CONCLUSIES EN NABESCHOUWINGEN. Door Koenraad Debackere (KU Leuven) en Reinhilde Veugelers (KU Leuven) CONCLUSIES EN NABESCHOUWINGEN 233 Door Koenraad Debackere (KU Leuven) en Reinhilde Veugelers (KU Leuven) 234 14 Dit zesde Vlaams Indicatorenboek WTI biedt een bundeling van de inzet en de resultaten die

Nadere informatie

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen

Nadere informatie

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1 Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2017/0900 (E) 2013/0900 (E) EUCO 7/1/18 REV 1 INST 92 POLGEN 23 CO EUR 8 RECHTSHANDELINGEN Betreft: BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD

Nadere informatie

Katholieke Universiteit. Vrije Universiteit. Universiteit Gent. te Leuven. Brussel

Katholieke Universiteit. Vrije Universiteit. Universiteit Gent. te Leuven. Brussel Universiteiten en Hogescholen Begrotingsaanpassing 2018 (in duizend euro) Universiteiten en Hogescholen - Onverdeeld Katholieke Universiteit te Leuven 08.10 Opnemingen uit reservefondsen 30.281 8.548 08.21

Nadere informatie

CIJFERS BELGIË OVERNIGHT STAYS

CIJFERS BELGIË OVERNIGHT STAYS OVERNACHTINGEN 2015-2016 - 9 maanden VOORLOPIGE CIJFERS BELGIË OVERNIGHT STAYS 2015-2016 - 9 months PRELIMINARY FIGURES BELGIUM België 15 668 923 15 878 478 +209 555 +1,3% Belgium Nederland 4 071 014 3

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Organisation for Economic Coöperation and Development (2002), Education at a Glance. OECD Indicators 2002, OECD Publications, Paris, 382 p. Onderwijs speelt een

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING. Vlaamse bijdragen voor ontwikkelingssamenwerking (ODA) en internationale klimaatfinanciering in 2018.

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING. Vlaamse bijdragen voor ontwikkelingssamenwerking (ODA) en internationale klimaatfinanciering in 2018. DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Vlaamse bijdragen voor ontwikkelingssamenwerking (ODA)

Nadere informatie

ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9

ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9 ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9 Tom Vandenbrande Op het vlak van de gelijke vertegenwoordiging van kansengroepen op de arbeidsmarkt bengelt Vlaanderen aan de staart van het Europese peloton.

Nadere informatie

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA Nederlandstalig onderwijs Brussel Capaciteit

Nadere informatie

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING

Deel 8 INTERNATIONALE VERGELIJKING Deel INTERNATIONALE VERGELIJKING INTERNATIONALE VERGELIJKING Internationale onderwijsstatistieken zijn gebaseerd op een standaardterminologie, standaardconcepten, -definities en -classificaties, en dit

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2015

De arbeidsmarkt in april 2015 De arbeidsmarkt in april 2015 Datum: 12 mei 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR De procedures in de verschillende lidstaten SAMENVATTING In de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie luidt het dat één van de doelstellingen

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk - 24 februari 2015 Jan Smets A. De stand van

Nadere informatie

Trendbarometer hotels 2012 Finaal rapport

Trendbarometer hotels 2012 Finaal rapport Trendbarometer hotels 2012 Finaal rapport Trendbarometer hotels 2012 Inlichtingen Dagmar.Germonprez@toerismevlaanderen.be Tel +32 (0)2 504 25 15 Verantwoordelijke uitgever: Peter De Wilde - Toerisme Vlaanderen

Nadere informatie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen

Nadere informatie

Arbeidsmarkt allochtonen

Arbeidsmarkt allochtonen Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt allochtonen Samenvatting 1.176 werkzoekende allochtone Kempenaren (2012) vaak man meestal

Nadere informatie

Vraag nr. 219 van 14 januari 2013 van ANN BRUSSEEL

Vraag nr. 219 van 14 januari 2013 van ANN BRUSSEEL VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 219 van 14 januari 2013 van ANN BRUSSEEL Geïntegreerde lerarenopleiding Aandacht

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat België (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 1,1% (laatste verslag: 0,8%) voor het eerst sinds mei 2014 weer in de

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

Kortcyclische arbeid, Op de teller!

Kortcyclische arbeid, Op de teller! Kortcyclische arbeid, Op de teller! 1 Doel Doel van dit instrument is inzicht bieden in de prevalentie (mate van voorkomen) en de effecten van kortcylische arbeid. Dit laat toe een duidelijke definiëring

Nadere informatie

De Vlaamse woonmarkt in Europees perspectief

De Vlaamse woonmarkt in Europees perspectief De Vlaamse woonmarkt in Europees perspectief Sien Winters Coördinator Steunpunt Wonen Onderzoeksleider HIVA KU Leuven www.steunpuntwonen.be Inhoud 1. Erg verschillende woningmarkten 2. Woningkwaliteit

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in november 2015

De arbeidsmarkt in november 2015 De arbeidsmarkt in november 2015 Datum: 7 december 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche november 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

16707/14 ADD 13 as 1 DG G 2A

16707/14 ADD 13 as 1 DG G 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 11 december 2014 (OR. en) 16707/14 ADD 13 FIN 988 INST 616 PE-L 94 NOTA I/A-PUNT van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de

Nadere informatie

Moedige overheden. Stille kampioenen = ondernemingen. Gewone helden = burgers

Moedige overheden. Stille kampioenen = ondernemingen. Gewone helden = burgers Moedige overheden Stille kampioenen = ondernemingen Gewone helden = burgers Vaststellingen Onze welvaart kalft af Welvaartscreatie Arbeidsparticipatie Werktijd Productiviteit BBP Capita 15-65 Bevolking

Nadere informatie

Het is dan ook belangrijk dat jongeren bewust kiezen voor STEM-opleidingen.

Het is dan ook belangrijk dat jongeren bewust kiezen voor STEM-opleidingen. VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 219 van 14 januari 2013 van ANN BRUSSEEL Geïntegreerde lerarenopleiding Aandacht

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018. Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 2 juli 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen BESLUITEN Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van

Nadere informatie

B.S.T. Beperkte statistische telling van de studenten in het hoger onderwijs op 31 oktober 2003. Academiejaar 2003-2004

B.S.T. Beperkte statistische telling van de studenten in het hoger onderwijs op 31 oktober 2003. Academiejaar 2003-2004 B.S.T. Beperkte statistische telling van de studenten in het hoger onderwijs op 31 oktober 2003 Academiejaar 2003-2004 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap departement Onderwijs Inhoudsopgave Hoger onderwijs

Nadere informatie

Welzijn, meer dan bruto binnenlands product. Horizon 2050 13 februari 2015 Edwin De Boeck, Hoofdeconoom KBC Groep

Welzijn, meer dan bruto binnenlands product. Horizon 2050 13 februari 2015 Edwin De Boeck, Hoofdeconoom KBC Groep Welzijn, meer dan bruto binnenlands product Horizon 2050 13 februari 2015 Edwin De Boeck, Hoofdeconoom KBC Groep Bruto binnenlands product (bbp) Maatstaf van materiële welvaart Wikipedia : Het bbp is de

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september 2016 Bron: Cijfers FOD Economie-ADSEI 2015: definitieve cijfers 2016: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen, januari 2017

Nadere informatie

Changes in employment in the pharmaceutical industry 31.745 30.729. 1995 2000 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011e

Changes in employment in the pharmaceutical industry 31.745 30.729. 1995 2000 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011e Tewerkstelling In 2011e werkten in de sector bijna 32.200 personen. Dat is 6,4 % van de totale tewerkstelling in de verwerkende industrie en 1,3 % van de totale tewerkstelling in de private sector. In

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2015

De arbeidsmarkt in maart 2015 De arbeidsmarkt in maart 2015 Datum: 9 april 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

ONDERZOEK EN ONTWIKKELING DOOR DE NON-PROFITORGANISATIES IN BELGIË

ONDERZOEK EN ONTWIKKELING DOOR DE NON-PROFITORGANISATIES IN BELGIË Overleggroep Commissie Federale Samenwerking Inventaris en statistieken inzake O&O (CFS/STAT) ONDERZOEK EN ONTWIKKELING DOOR DE NON-PROFITORGANISATIES IN BELGIË 2002 en 2003 Samenwerkingsverband: Federaal

Nadere informatie

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS De tabellen hieronder tonen basisstatistieken met betrekking tot verschillende gebieden van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), namelijk: de vissersvloten van de

Nadere informatie