Noodplan streekconcessies Stadsregio Amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Noodplan streekconcessies Stadsregio Amsterdam"

Transcriptie

1 Noodplan streekconcessies Stadsregio Amsterdam Maatregelen voor continuïteit van openbaar vervoer Significant Thorbeckelaan ED Barneveld KvK Waterland Zaanstreek Amstelland-Meerlanden Stadsregio Amsterdam Barneveld, 2 december 2014 Referentie: KI/rg/ Versie: DEFINITIEF v1.1 Auteur(s): Bob Theloesen, Koen Idzenga en Fredo Schotanus

2 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 4 1. Inleiding Achtergrond en totstandkoming Toepassingsbereik van het noodplan Leeswijzer 8 2. Kaders en achtergronden Bevoegdheden van de stadsregio in geval van faillissement van de concessiehouder De bevoegdheid tot het al dan niet verlenen van goedkeuring aan een concessieoverdracht De bevoegdheid tot het intrekken en schorsen van een verleende concessie De bevoegdheid tot het verlenen van een 'noodconcessie' Rol en taak van de curator Invloed van de taak van de curator op mogelijke oplossingen Alternatieven voor een concessieoverdracht Preventieve maatregelen Organisatorische voorbereidingen Stadsregio Organisatorische ophanging van het noodplan binnen de Stadsregio De samenstelling van een Operationeel Team Budgetreservering en (onder)mandatering ten behoeve van snelle besluitvorming Activiteiten in de dagelijkse praktijk van de Stadsregio Toepassen van lessen uit eerdere aanbestedingen Dossieropbouw in het kader van strategisch concessiebeheer Preventieve maatregelen voor continuïteit openbaar vervoer direct na faillissement Uitgangspunt: de reiziger ondervindt zo min mogelijk hinder van een faillissement Preventieve maatregelen voortzetting openbaar vervoer eerste (2) weken na een faillissement Informatiepakket voor curator Service aan de reiziger Preventieve maatregelen voor de invulling van de noodconcessie Voorkeursvariant in geval van faillissement: transparante wijze van concessieverlening Terugvalscenario indien transparante wijze van concessieverlening niet leidt tot resultaat Financiële aspecten Organisatorische kosten Inventariseren kosten continueren van abonnementen Budget voor noodconcessies vaststellen Werkinstructies financiële afdeling opstellen Continue financiële monitoring Voorbereidende maatregelen Signalen die aanleiding geven tot voorbereidende maatregelen Mogelijke maatregelen voor het afwenden van een faillissement 31 Inhoudsopgave Pagina 2 van 39

3 4.3 Activiteiten ten behoeve van voorbereidende maatregelen Installeren Operationeel Team Controle bekendheid noodplan Overleg met concessiehouder over maatregelen afwenden faillissement Communicatie naar belanghebbenden Contact leggen met Rechtbank Amsterdam Uitwerken nooddienstregelingsvarianten Strategie leveranciers en beschikbaarheid activa uitwerken Opvolging geven aan concessiespecifieke voorwaarden en bepalingen Actualiseren en aanvullen informatiepakket curator Opzet transparante wijze verlenen noodconcessie Model memo opstellen voor portefeuillehouder en dagelijks bestuur Reizigerscommunicatie voorbereiden Instrueren afdeling Financiën Communicatie aan personeel vervoerder voorbereiden Uitvoerende maatregelen In gang zetten scenario s uit noodplan en Operationeel Team fulltime activeren Structurele communicatie met portefeuillehouder en dagelijks bestuur Contact opnemen met curator Betalingen aan concessiehouder staken Informatiepakket actualiseren en overhandigen aan curator Afronden documenten procedure noodconcessie Communicatie aan personeel concessiehouder starten Nooddienstregeling activeren Start uitvoering reizigerscommunicatie Starten met de transparante wijze van concessieverlening en intrekken van de (lopende) concessie 38 Inhoudsopgave Pagina 3 van 39

4 Managementsamenvatting In de sessie Verkeer- en Vervoer, voorafgaand aan de Regioraad van 24 juni jongstleden, is er een vraag gesteld over een calamiteitenplan bij een eventueel faillissement van een vervoerder. Dit naar aanleiding van een passage in het jaarverslag en jaarrekening 2013 van de Stadsregio Amsterdam, waarin is geconstateerd dat de Stadsregio een noodplan beschikbaar moet hebben om bij een faillissement het vervoer te regelen. Met de aandacht voor de vervoerder EBS aan het begin van 2014, werd het belang van een dergelijk noodplan extra onderstreept. Dit noodplan is van toepassing op de streekconcessies die onder de bevoegdheid van de Stadsregio vallen. Het is specifiek geschreven voor de concessies die via een aanbestedingsprocedure zijn verleend. Dit noodplan is niet van toepassing op de concessie Amsterdam. Voor deze concessie, die via inbesteding aan GVB is verleend, liggen de bevoegdheden, verantwoordelijkheden en risico s anders dan bij de streekconcessies. In het noodplan zijn drie fases onderscheiden: a. De fase van preventief handelen; die aanvangt na vaststelling van dit noodplan door het dagelijks bestuur. De fase van preventief handelen gaat over te nemen acties om voorbereid te zijn op een mogelijk faillissement en worden voor alle streekconcessies doorlopen; b. De fase van voorbereidend handelen; die start nadat er concrete signalen over een faillissement zijn ontvangen door de Stadsregio. Voorbereidende maatregelen worden uitgevoerd om een mogelijk faillissement af te wenden, dan wel de gevolgen van het (mogelijk) aanstaand faillissement zoveel als mogelijk te beperken; c. De fase van en na het faillissement; hierbij wordt onderscheid gemaakt naar de dag van en de eerste dag na het uitspreken van het faillissement, de periode vlak na het uitspreken van het faillissement door de rechtbank tot en met ongeveer twee maanden nadien en de periode tot het ingaan van een nieuwe concessie, met een nieuwe vervoerder na het afronden van een reguliere aanbesteding. De preventieve fase In de preventieve fase moet ervoor worden gezorgd dat de organisatie van de Stadsregio klaar is voor de uitvoering van het noodplan. Duidelijk moet zijn wat de status is van het noodplan, wie onderdeel uitmaakt van het Operationeel Team - dat belast zal zijn met de uitvoering van het noodplan - en er moet gezorgd worden voor budgetreservering en de juiste mandatering ten behoeve van besluitvorming, zodat snel gehandeld kan worden in de voorbereidende fase en de fase van het faillissement. Daarnaast zijn er in de preventieve fase ook activiteiten die in de dagelijkse praktijk van de Stadsregio moeten worden uitgevoerd. Hierbij gaat het om het inbouwen van voldoende waarborgen bij aankomende aanbestedingen om een eventueel faillissement zo veel als mogelijk te kunnen voorkomen. Dit deed de Stadsregio altijd al, maar met de inzichten van de afgelopen periode kan dit verder worden aangescherpt. Daarnaast wordt er in het kader van het strategisch concessiebeheer relevante informatie verzameld die gebruikt kan worden in het geval van een faillissement, maar ook nuttig is in het dagelijks 0. Managementsamenvatting Pagina 4 van 39

5 concessiemanagement, zoals financiële informatie en informatie over voor de vervoerder kritische leveranciers. In de preventieve fase zal de Stadsregio een aantal relevante keuzes moeten maken die bepalend zijn voor de verder uit te voeren activiteiten bij een eventueel faillissement. Een uitgangspunt dat de Stadsregio hanteert in dit noodplan, is dat de reiziger zo min mogelijk hinder mag ondervinden van een faillissement. Continuïteit van het OV heeft dan ook de hoogste prioriteit. Hiertoe moet de Stadsregio zo goed mogelijk voorbereid zijn op haar rol richting relevante partijen bij een faillissement, waaronder de curator. Om de curator zo goed mogelijk te informeren en te ondersteunen bij het nemen van beslissingen, stelt de Stadsregio een informatiepakket voor de curator op. De Stadsregio heeft als voorkeursscenario dat de concessie (eventueel door de curator) wordt overgedragen aan een andere vervoerder. Als dat niet mogelijk blijkt te zijn, wordt in overleg met de curator geprobeerd het OV voort te zetten tot een noodconcessie is verleend na een transparante procedure. Indien de curator hier niet aan mee wil of kan werken, zal de Stadsregio de (huidige) concessie intrekken en noodmaatregelen treffen om een afgeslankte vorm van het OV zo goed mogelijk te waarborgen, totdat de noodconcessie ingaat. Communicatie naar de reizigers is essentieel in tijden van een (mogelijk) faillissement. De Stadsregio neemt na een faillissement de verantwoordelijkheid op zich om die communicatie te verzorgen. Daarnaast heeft de Stadsregio bepaald dat maand- en jaarkaarthouders in principe kunnen blijven reizen met hun abonnement mits dit technisch haalbaar is en de Stadsregio en de curator het hierover eens worden. Om de transparante procedure van concessieverlening voor de noodconcessie zo snel en goed mogelijk vorm te kunnen geven, heeft de Stadsregio keuzes gemaakt ten aanzien van opbrengstverantwoordelijkheid, omgang met het personeel, activa, het lijnennet, de looptijd van de noodconcessie, aanvullende eisen, het subsidiebedrag en de gunningssystematiek. De Stadsregio heeft er expliciet voor gekozen om nog niet alle aanbestedingsdocumentatie in conceptvorm gereed te hebben. Voorbereidende en uitvoerende maatregelen Voorbereidende maatregelen zijn erop gericht om, vanuit het perspectief van de Stadsregio, een (mogelijk) aanstaand faillissement van een concessiehouder zo goed mogelijk op te kunnen vangen met zo min mogelijk overlast voor de reiziger. Het betreft hier de fase waarin er concrete signalen zijn dat een faillissement aanstaande lijkt te zijn tot aan het moment waarop daadwerkelijk een faillissement is uitgesproken. Signalen die aanleiding geven tot het treffen van voorbereidende maatregelen zijn divers en kunnen niet uitputtend worden benoemd. Mogelijke signalen zijn bijvoorbeeld meerdere perioden achtereen een negatieve financiële trendlijn in de prestatiesheet van een concessiehouder, aanvullende eisen van financiers van de concessiehouder, geruchten in het veld of signalen van de concessiehouder zelf. Indien de signalen dusdanig concreet zijn dat het starten van de voorbereidende maatregelen nodig is, wordt eerst, veelal in samenspraak met de betreffende concessiehouder, gekeken of er maatregelen getroffen kunnen worden om een faillissement af te wenden. 0. Managementsamenvatting Pagina 5 van 39

6 Er zijn diverse activiteiten die in het kader van de voorbereidende maatregelen moeten worden uitgevoerd. Dit varieert van onder meer de organisatorische aspecten als het installeren van het Operationeel Team en communicatie met belanghebbenden tot overleg met de concessiehouder, het voorbereiden van de procedure voor het verlenen van de noodconcessie en voorbereidingen ten aanzien van reizigerscommunicatie. Tijdens de fase van en na het faillissement worden al deze voorbereidende maatregelen daadwerkelijk ten uitvoer gebracht als uitvoerende maatregelen; alle activiteiten zijn dusdanig ver voorbereid dat ze kunnen worden uitgerold bij een daadwerkelijk faillissement van de concessiehouder. Het Operationeel Team zal dan fulltime operationeel zijn. Status noodplan In het noodplan zijn de uit te voeren activiteiten allemaal benoemd, maar nog niet gedetailleerd uitgewerkt. Soms omdat activiteiten pas aanvangen bij een dreigend faillissement en soms omdat voor de uitwerking van de activiteiten, aanvullende besluiten van het dagelijks bestuur nodig zijn. Alvorens deze besluiten voor te leggen, is het logisch om eerst dit noodplan met de voorgestelde keuzes en uit te werken acties aan het dagelijks bestuur voor te leggen. Hoewel in het noodplan nog niet alle acties uitgewerkt zijn, kan er met het voorliggende plan al wel snel en tijdig worden geschakeld als er nood aan de man is. Het noodplan voorziet immers in een strategie, gedefinieerde activiteiten en in de uitwerking van een aantal ingewikkelde juridische aspecten. Op eventualiteiten is de Stadsregio dan ook al veel beter voorbereid dan voorheen. 0. Managementsamenvatting Pagina 6 van 39

7 1. Inleiding 1.1 Achtergrond en totstandkoming In de sessie Verkeer- en Vervoer, voorafgaand aan de Regioraad van 24 juni jongstleden, is er een vraag gesteld over een calamiteitenplan bij een eventueel faillissement van een vervoerder. Dit naar aanleiding van een passage in het jaarverslag en jaarrekening 2013 van de Stadsregio Amsterdam. Het jaarverslag en jaarrekening 2013 schrijft op bladzijde 83: Er is een kans dat een vervoerbedrijf, dat binnen de Stadsregio Amsterdam het openbaar vervoer verzorgt, failliet gaat. De mogelijke gevolgen kunnen zijn dat de bediening op straat in de betreffende concessie komt stil te vallen. Maatschappelijk en politiek is het niet aanvaardbaar dat bij een faillissement er geen openbaar vervoer meer zou zijn. De Stadsregio zal dus een calamiteitenplan beschikbaar moeten hebben om het vervoer te regelen en de daarvoor benodigde middelen beschikbaar houden. De vraag uit de voorsessie werd gesteld vanwege de aandacht voor de vervoerder EBS aan het begin van Daarbij werd meerdere malen in de media gezinspeeld op een mogelijk faillissement van de vervoerder EBS. Het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam (hierna: Stadregio) stelt dat vanaf het najaar van 2013 voortdurend nagedacht is over wat er kan gebeuren bij een eventueel faillissement van de vervoerder. De berichtgeving in de media was voor de Stadsregio aanleiding om op dat moment een aantal voorzorgsmaatregelen te nemen. Deze voorzorgsmaatregelen waren vooral gericht op de concessie Waterland, waren ad-hoc genomen en waren geen onderdeel van een groter noodplan. Met de passage uit het jaarverslag en jaarrekening 2013 heeft het dagelijks bestuur echter onderkend dat er een structureel plan moest komen. Dit is het voor u liggende noodplan geworden. In dit noodplan is per fase, per onderwerp en scenario gedetailleerd uitgewerkt wat er op welk moment door wie moet worden gedaan. 1.2 Toepassingsbereik van het noodplan Dit noodplan is van toepassing op de streekconcessies die onder de bevoegdheid van de Stadsregio Amsterdam vallen. Het is specifiek geschreven voor de concessies die via een aanbestedingsprocedure zijn verleend. Dit noodplan is niet van toepassing op de concessie Amsterdam. Voor deze concessie, die via een procedure van onderhandse gunning aan GVB is verleend, liggen de bevoegdheden, verantwoordelijkheden en risico s anders dan bij de streekconcessies. De gemeente Amsterdam is 100% aandeelhouder van GVB. Via de gemeente als aandeelhouder kan de Stadsregio doorslaggevende zeggenschap uitoefenen op GVB. Deze zeggenschap is een wettelijk vereiste voor onderhandse gunning en is vastgelegd in een overeenkomst tussen de Stadsregio en de gemeente Amsterdam. Ten opzichte van andere OV-bedrijven heeft GVB een lager risicoprofiel door de grote betrokkenheid van de Stadsregio in de kapitaalinvesteringen en door de langlopende concessie (tot maximaal eind 2024). 1. Inleiding Pagina 7 van 39

8 Gelet hierop is het risico van een faillissement van GVB als gering aan te merken. In het (theoretische) geval deze situatie zich toch voordoet, dan is vanwege de grote betrokkenheid van zowel de Stadsregio als de gemeente Amsterdam bij GVB, een andere aanpak vereist dan in de streekconcessies. Tot het toepassingsbereik van het noodplan horen op dit moment de navolgende concessies van de Stadsregio: a. Amstelland-Meerlanden ( ), vervoerder Connexxion; b. Zaanstreek ( ), vervoerder Connexxion; c. Waterland ( ), vervoerder EBS. Dit noodplan is toepasbaar voor alle drie de concessies onder verschillende omstandigheden. Als het noodplan in werking treedt, zullen sommige maatregelen ongeacht de concessie op één en dezelfde manier worden uitgevoerd voor alle drie de concessies. De uitvoering van andere maatregelen zijn concessiespecifiek. De concessies kennen immers hun verschillen. De ene concessie is groter dan de andere, de ene vervoerder is de andere niet. Ook in de kenmerken van het vervoer zijn er de nodige verschillen. Een alternatief zoeken voor duizenden reizigers op één busverbinding is een andere uitdaging dan een alternatief zoeken voor een beperkt aantal reizigers op minder druk bezette lijnen. En een alternatief zoeken voor reizigers buiten het invloedsgebied van bijvoorbeeld een treinstation is weer anders dan een alternatief zoeken voor reizigers in de nabijheid van een treinstation. Daarnaast heeft de Stadsregio te maken met de eisen en wensen van de verschillende stakeholders zoals de gemeenten, maar bijvoorbeeld ook de luchthaven Schiphol. Dit vraagt dus om concessiespecifieke invulling van maatregelen die generiek, voor alle drie de concessies, in dit noodplan zijn uitgewerkt. 1.3 Leeswijzer In het noodplan is onderscheid gemaakt naar drie fasen. Deze fasen en eventuele deelfasen worden hieronder toegelicht. d. De fase van preventief handelen. Deze fase wordt voor alle drie de streekconcessies doorlopen en vangt per direct aan en eindigt op het moment waarop de Stadsregio of een van haar stakeholders concrete signalen ontvangt dat de kans op een faillissement bij de vervoerder van één van de concessies aanwezig is. e. De fase van voorbereidend handelen. In deze fase moeten er voor de concessie, waarover concrete signalen over faillissement zijn ontvangen, voorbereidende maatregelen worden uitgevoerd om de gevolgen van het (mogelijk) aanstaand faillissement zoveel als mogelijk te beperken. Hierbij wordt er onderscheid gemaakt in twee perioden: i. De periode dat de Stadsregio maatregelen onderzoekt en neemt om een faillissement af te wenden. Gelijktijdig worden er voorbereidende maatregelen genomen voor het geval het faillissement daadwerkelijk een feit wordt; ii. De periode waarin duidelijk wordt dat de genomen maatregelen niet voldoende effect sorteren, waardoor het aanvragen van uitstel van betaling/faillissement onafwendbaar lijkt te zijn. Deze periode zal in de praktijk enkele dagen tot enkele weken kunnen duren. 1. Inleiding Pagina 8 van 39

9 f. De fase van en na het faillissement. Deze fase kent drie perioden: i. De dag van en de eerste dag na het uitspreken van het faillissement, waarop de Stadsregio door de rechtbank, de curator of de concessiehouder wordt geïnformeerd over het daadwerkelijk uitspreken van het faillissement door de rechtbank; ii. De periode vlak na het uitspreken van het faillissement door de rechtbank tot en met ongeveer twee maanden nadien; iii. De periode tot het ingaan van een nieuwe concessie, met een nieuwe vervoerder. Dit betreft de periode nadat de Stadsregio weer in een rustiger vaarwater is gekomen en er een vervoerder is die tot aan de gunning van de nieuwe concessie het vervoer in het concessiegebied zal verzorgen door een noodconcessie. In figuur 1 zijn de verschillende fasen en subfasen weergegeven. De duur van de verschillende fasen in verhouding tot elkaar is hierbij geen vaste afspiegeling van hoe dit in de praktijk zal zijn. Elke fase kan langer of korter duren en is weer afhankelijk van de specifieke situatie. Start concessie Maatregelen niet afdoende Noodconcessie a. Preventief b. Voorbereidend c. Faillissement Aanbesteding Figuur 1. De verschillende fasen en subfasen Signalen mogelijk faillissement Faillissement en noodmaatregelen In hoofdstuk 3 zijn de activiteiten en keuzes die in de eerste fase, de preventieve fase, uitgevoerd en gemaakt moeten worden uitgewerkt. In hoofdstuk 4 wordt de tweede, de voorbereidende fase, toegelicht en in hoofdstuk 5 wordt de derde fase, de fase van het faillissement beknopt toegelicht. Het aantal uitgewerkte activiteiten en de detaillering hiervan is nog beperkt, omdat de invulling sterk af hangt van de daadwerkelijke situatie zoals deze ontstaat na het uitspreken van het faillissement. Allereerst beschrijft hoofdstuk 2 de belangrijkste kaders en achtergronden bij een mogelijk faillissement. 1. Inleiding Pagina 9 van 39

10 2. Kaders en achtergronden Voordat we nader ingaan op de verschillende fasen zoals die beschreven zijn in de inleiding van dit noodplan, is het relevant om meer kaders en achtergronden te kennen bij de situatie van een faillissement van een vervoerder, bekend te zijn met onder meer het proces, de terminologie et cetera. Dat is het doel van dit hoofdstuk. We gaan eerst in op wat de bevoegdheden van de stadsregio in geval van faillissement van de concessiehouder (paragraaf 2.1). Vervolgens wordt achtereenvolgens stilgestaan bij de rol en de taak van een curator (paragraaf 2.2) en de invloed van de taak van de curator op mogelijke oplossingen (paragraaf 2.3). Tot slot beschrijven we enkele alternatieven voor overdracht van de concessie (paragraaf 2.4). 2.1 Bevoegdheden van de stadsregio in geval van faillissement van de concessiehouder Wanneer een concessiehouder failliet gaat, komen het dagelijks bestuur van de Stadsregio op grond van de door haar verleende concessiebesluiten verschillende bevoegdheden toe om de continuïteit van het openbaar vervoer te waarborgen. De Stadsregio is bevoegd om: a. Al dan niet haar goedkeuring te verlenen aan een concessieoverdracht door de curator; 1 b. Te besluiten tot intrekking en schorsing van de verleende concessie; 2 en c. Te besluiten tot het verlenen van een 'noodconcessie'. 3 In deze paragraaf van het noodplan worden de bevoegdheden van de Stadsregio in geval van faillissement van de concessiehouder geplaatst binnen het daarvoor geldende wettelijk kader. Naast de reeds besproken Faillissementswet, zijn in dit licht voorts van belang Verordening (EG) Nr. 1370/2007 (hierna: 'PSO- Verordening') en enkele bepalingen uit de Wet personenvervoer 2000 (hierna: 'Wp 2000'). Hoewel noch de PSO-Verordening noch de Wp 2000 artikelen bevat die uitdrukkelijk een faillissementssituatie noemen, valt uit de toelichtende stukken af te leiden dat zekere bepalingen wel zijn opgesteld tegen de achtergrond van een (mogelijk) faillissement van de concessiehouder De bevoegdheid tot het al dan niet verlenen van goedkeuring aan een concessieoverdracht Artikel 41, eerste lid, Wp 2000 bepaalt dat een concessiehouder de door hem gehouden concessie kan overdragen aan een andere vervoerder. Op grond van de verleende concessiebesluiten is de Stadsregio bevoegd om al dan niet haar goedkeuring te geven aan een dergelijke concessieoverdracht. Deze bevoegdheid volgt ook uit artikel 41, derde lid, Wp Artikel 45 Concessie Zaanstreek; artikel 44 Concessie Amstelland-Meerlanden; artikel 50 Concessie Waterland. 2 Artikel 44, eerste en tweede lid, Concessie Zaanstreek; artikel 43, eerste en tweede lid, Concessie Amstelland- Meerlanden; artikel 49, eerste en tweede lid, Concessie Waterland. 3 Artikel 44, tweede lid, Concessie Zaanstreek; artikel 43, tweede lid, Concessie Amstelland-Meerlanden; artikel 49, tweede lid, Concessie Waterland. 2. Kaders en achtergronden Pagina 10 van 39

11 Uit de wetsgeschiedenis van de Wp 2000 blijkt dat de wetgever heeft beoogd overdracht van een openbaarvervoerconcessie mogelijk te maken in geval van faillissement van de concessiehouder. 4 De PSO- Verordening bevat geen bepalingen die de overdracht van een openbaarvervoerconcessie regelen. Echter, als algemeen uitgangspunt van het (Europese) aanbestedingsrecht geldt dat er geen 'wezenlijke wijziging' mag plaatsvinden van de concessie zonder dat een nieuwe aanbestedingsprocedure georganiseerd wordt. Dit uitgangspunt geldt ook in geval van een faillissement. De Stadsregio zal bij gebruikmaking van haar bevoegdheid tot het al dan niet verlenen van goedkeuring aan een concessieoverdracht erop toezien dat de concessieoverdracht in overeenstemming is met het recht. De door de Stadsregio verleende concessies bepalen tevens dat de Stadsregio bevoegd is voorwaarden te verbinden aan haar besluit tot goedkeuring van de concessieoverdracht. 5 Dit noodplan bevat onder meer de voorwaarden waaronder de Stadsregio in beginsel bereid zal zijn haar medewerking te verlenen aan een concessieoverdracht door de curator De bevoegdheid tot het intrekken en schorsen van een verleende concessie Artikel 43, eerste lid, Wp 2000 bepaalt dat een concessie kan worden ingetrokken wanneer blijkt dat de concessiehouder de concessie niet naar behoren uitvoert. Hiervan zal in het algemeen sprake zijn in een faillissementssituatie. Dit is slechts anders indien de curator besluit om 'door te rijden' en uitvoering te (blijven) geven aan de concessie in ongewijzigde vorm. De door de Stadsregio verleende concessiebesluiten bevatten evenwel een bevoegdheid voor de Stadsregio om een concessiebesluit in te trekken indien de concessiehouder in staat van faillissement wordt verklaard. 6 Artikel 43, tweede lid, Wp 2000 bepaalt dat een besluit tot intrekking van een concessie in werking treedt dertien weken na bekendmaking van dat besluit. In de door de Stadsregio verleende concessiebesluiten is bepaald dat de concessiehouder direct na bekendmaking van een dergelijk besluit geschorst is van zijn rechten en verplichtingen die uit de concessie voortvloeien. Vanaf dat moment kan de curator niet langer rechtsgeldig uitvoering geven aan de concessie en is de Stadsregio gerechtigd alle besluiten te nemen die zij nodig acht De bevoegdheid tot het verlenen van een 'noodconcessie' Artikel 5, vijfde lid, PSO-Verordening leidt ertoe dat de Stadsregio bevoegd is om een 'noodconcessie' te verlenen, met een maximumduur van vierentwintig maanden, wanneer de dienstverlening door de concessiehouder uitvalt of dreigt uit te vallen. Dezelfde bevoegdheid is verankerd in artikel 19, tweede lid, Wp Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de Nederlandse wetgever een faillissement van de 4 Kamerstukken II, , , nr. 7, p. 25 en Kamerstukken II, , , nr. 3, p Artikel 45 Concessie Zaanstreek; artikel 44 Concessie Amstelland-Meerlanden; artikel 50 Concessie Waterland. 6 Artikel 44, eerste lid, aanhef en onder e, Concessie Zaanstreek; artikel 43, eerste lid, aanhef en onder e, Concessie Amstelland-Meerlanden; artikel 49, eerste lid, aanhef en onder e, Concessie Waterland. 2. Kaders en achtergronden Pagina 11 van 39

12 concessiehouder expliciet voor ogen heeft gehad als (voorbeeld van) een situatie waarin het verlenen van een 'noodconcessie' tot de mogelijkheden behoort. 7 Indien dat noodzakelijk blijkt om de continuïteit van het openbaar vervoer te waarborgen, zal de Stadsregio overgaan tot het verlenen van een 'noodconcessie'. Dit noodplan bevat onder meer de inhoudelijke voorwaarden die aan een 'noodconcessie' gesteld zullen worden alsmede de procedurele randvoorwaarden waarbinnen de verlening van een noodconcessie plaats zal vinden. 2.2 Rol en taak van de curator De door de rechtbank aangestelde curator is formeel belast met de afwikkeling van het faillissement van het failliet. In de praktijk komt dit op hoofdlijnen op het volgende neer: a. De curator is belast met de liquidatie van de onderneming ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers. De curator laat zich daarbij leiden door het (financiële) belang van de gezamenlijke schuldeisers. Hij kan daarbij acht slaan op zwaarwegende maatschappelijke belangen; b. De curator heeft een grote mate van beleidsvrijheid. Zijn beleid wordt slechts marginaal getoetst door een rechter-commissaris; c. De curator zet in de regel, na een korte inventarisatieperiode, de onderneming van de concessiehouder alleen voort als aannemelijk is dat het belang van de boedel of een ander zwaarwegend belang dat vergt en indien redelijkerwijs verwacht mag worden dat de meeropbrengst die als gevolg van het voortzetten van de onderneming kan worden behaald, de daarmee gepaard gaande extra kosten zal overschrijden. Een curator zal zich bij zijn besluit om de onderneming al dan niet voort te zetten veelal baseren op een begroting en een bedrijfsanalyse; d. In de praktijk bekijkt een curator vaak of een verkoop van de onderneming van de failliet (een 'doorstart') mogelijk is. Daarbij worden dan de activa van de failliet verkocht en overgedragen aan een koper, die de onderneming in een andere rechtspersoon voortzet, met achterlating van de schulden. Een dergelijke doorstart ligt bij een faillissement van een concessiehouder minder voor de hand, omdat de onderneming afhankelijk is van de concessie en de curator de concessie zonder toestemming van de Stadsregio niet zonder meer in zijn geheel kan overdragen; en e. De Rechtbank Amsterdam en een aantal andere rechtbanken werken met de zogeheten 'pre-pack' waarbij de rechtbank op verzoek van een ondernemer die een faillissement voorziet aan de ondernemer bekendmaakt wie zij voornemens is tot curator te benoemen. Hierdoor kunnen met de curator onder andere de praktische gevolgen van een faillissement en de na het faillissement te nemen stappen voorbereid worden. Een pre-pack is naar zijn aard vertrouwelijk en wordt niet bekendgemaakt. Alleen een concessiehouder kan om een pre-pack verzoeken, de Stadsregio kan dat niet. 2.3 Invloed van de taak van de curator op mogelijke oplossingen In aanvulling op de rol- en taakbeschrijving van een curator bij een faillissement, zoals beschreven in de vorige paragraaf, is er een aantal zaken die opgemerkt dienen te worden in de specifieke situatie waarbij de Stadsregio te maken krijgt met het faillissement van een van haar concessiehouders: 7 Kamerstukken II, , , nr. 11, p Kaders en achtergronden Pagina 12 van 39

13 a. De belangrijkste reden voor een curator om in geval van faillissement te besluiten om door te laten rijden, is dat daarmee een zwaarwegend maatschappelijk belang wordt gediend. Echter, volgens de heersende leer mag een curator met een dergelijke zwaarwegend maatschappelijk belang rekeninghouden; hij hoeft dat niet te doen; b. Indien een curator bereid is om na zijn eerste onderzoek (tijdelijk) door te rijden, dan blijft het relevant dat de curator (in ieder geval primair) het financiële belang van de gezamenlijke crediteuren moet dienen. Het ligt daarom voor de hand dat een curator voor het doorrijden niet alleen verlangt dat de kosten van het voortzetten van de dienstverlening voldoende zijn gedekt, maar dat hij daarnaast ook een aanvullende premie verlangt voor de boedel. De voortzetting moet immers tot een financiële 'meeropbrengst' voor de boedel leiden; c. De Stadsregio is een 'gewone' crediteur van de concessiehouder en kan de curator nergens toe dwingen. Mocht de curator echter in weerwil van de wensen van de Stadsregio besluiten om de dienstverlening voort te zetten (bijvoorbeeld omdat de Stadsregio een 'noodconcessie' wenst te verlenen aan een andere vervoerder), dan kan zij in beginsel door middel van bijvoorbeeld het opleggen van een last onder dwangsom (trachten te) verhinderen dat de curator blijft doorrijden; d. De vraag of kan worden doorgereden is vermoedelijk niet alleen afhankelijk van de opstelling van de curator, maar ook van de opstelling van andere betrokkenen, zoals het personeel en, afhankelijk van de inhoud van de relevante overeenkomsten, de eigenaar van het (bus)materieel. 2.4 Alternatieven voor een concessieoverdracht In geval overdracht van de concessie door de curator niet mogelijk blijkt, zal de Stadsregio op grond van artikel 43, eerste lid, Wp 2000 tot intrekking van de concessie kunnen overgaan. 8 Hoewel artikel 43, tweede lid, Wp 2000 bepaalt dat een besluit tot intrekking van een concessie niet eerder in werking treedt dan dertien weken na bekendmaking daarvan, wordt in verscheidene door de Stadsregio verleende concessies bepaald dat de uit de concessie voortvloeiende rechten en verplichtingen geschorst worden vanaf het moment van bekendmaking van het besluit tot intrekking. Bovendien is de Stadsregio tijdens de schorsing gerechtigd om alle besluiten te nemen en alle handelingen te verrichten die zij nodig acht. 9 Een besluit als bedoeld in de laatste volzin van voorgaande alinea kan bijvoorbeeld gevormd worden door een besluit tot het verlenen van een 'noodconcessie'. Geldende wet- en regelgeving 10 bieden ruimte om voor een periode van maximaal 24 maanden een noodmaatregel te treffen indien er sprake is van een gerede kans dat het openbaar vervoer uitvalt. Naast een mislukte aanbesteding, waardoor er niet tijdig een nieuwe vervoerder kan worden gecontracteerd is een faillissement ook een reden waarbij teruggevallen kan worden op deze bepalingen. Dit maakt het mogelijk om in beginsel uit de hand, dus zonder dat er een formele aanbestedingsprocedure doorlopen is, een concessie kan worden verleend om uitval van het openbaar 8 Dit recht bestaat overigens ook reeds op grond van de verscheidene concessiebesluiten: Artikel 44, eerste lid, Concessie Zaanstreek; artikel 43, eerste lid, Concessie Amstelland-Meerlanden; artikel 49, eerste lid, Concessie Waterland. 9 Artikel 44, tweede lid, Concessie Zaanstreek; artikel 43, tweede lid, Concessie Amstelland-Meerlanden; artikel 49, tweede lid, Concessie Waterland. 10 Art 5 lid 5 van de PSO-verordening (verordening (EG) Nr. 1370/2007 van het Europees parlement en de raad van 23 oktober 2007). 2. Kaders en achtergronden Pagina 13 van 39

14 vervoer te voorkomen. Binnen deze periode van maximaal 24 maanden wordt de concessieverlenende entiteit nauwelijks beperkingen opgelegd. Na inwinning van juridisch advies is de Stadregio geadviseerd om, indien zij voor een overbruggingsperiode van 24 maanden een maatregel wil treffen, een mogelijkheid tot concurrentiestelling in te bouwen. Dit kan worden vormgegeven door een transparante wijze van concessieverlening. Hiermee wordt geborgd dat er geen partijen die mogelijk geïnteresseerd zijn in het uitvoeren van de noodconcessie worden buitengesloten en daarbij wordt de kans op een beter resultaat verhoogd. In beginsel komen alle bekende streekvervoerders hiervoor in aanmerking. Het opdragen van de uitvoering van de concessie aan GVB is een terugvalscenario indien de transparante wijze van concessieverlening niet leidt tot het gewenste resultaat (zie ook paragraaf 3.4.2). 2. Kaders en achtergronden Pagina 14 van 39

15 3. Preventieve maatregelen De preventieve maatregelen zijn maatregelen die in de eerste fase voor alle streekconcessies worden genomen. Het strekt uiteraard de aanbeveling dat alle preventieve maatregelen zijn afgerond voordat een eventuele tweede fase start; het moment waarop de Stadsregio of een van haar stakeholders concrete signalen ontvangt dat de kans op een faillissement (of uitstel van betaling) bij een streekconcessie reëel aanwezig is. Feitelijk zijn daarmee deze preventieve maatregelen te beschouwen als standaardactiviteiten die structureel moeten worden of zijn uitgevoerd. 3.1 Organisatorische voorbereidingen Stadsregio De organisatorische voorbereidingen hebben betrekking op de ambtelijke organisatie van de Stadsregio. Het gaat om voorbereidingen die uitgevoerd moeten zijn in fase 1 en pas ingezet gaan worden op het moment dat fase 2 daadwerkelijk actueel wordt voor een concessie. Voorbereidingen die getroffen moeten worden zijn: a. De organisatorische ophanging van het noodplan binnen de Stadsregio (paragraaf 3.1.1); b. De samenstelling van een Operationeel Team (paragraaf 3.1.2); c. Ondermandatering zodat besluitvorming snel en adequaat kan plaatsvinden (paragraaf 3.1.3) Organisatorische ophanging van het noodplan binnen de Stadsregio Het draaiboek dient bij iedere betrokkene bekend te zijn, zodat er snel kan worden geschakeld. Vandaar dat het noodplan, na vaststelling van het dagelijks bestuur op 11 december 2014, in diverse ambtelijke en bestuurlijke gremia wordt besproken. In de dagelijkse praktijk hebben medewerkers van de afdeling OV van de Stadsregio met het noodplan te maken. Het betreft het hoofd van de afdeling, de coördinator, de concessiebeheerder(s) en de financieel- en juridisch beleidsmedewerker. De concessiebeheerder heeft het noodplan onder zijn of haar hoede, net als dat bij de concessiedocumenten het geval is. De concessiebeheerder moet continu nagaan of er redenen zijn om het noodplan/draaiboek te raadplegen. Dit checkt hij/zij periodiek aan de hand van de zogenaamde prestatiesheet. In deze sheet worden per kwartaal de prestaties van de vervoerder gemonitord. Het noodplan heeft een prominente plaats op de prestatiesheet. De resultaten van de prestatiesheet - waaronder het onderdeel noodplan - worden ieder kwartaal gedeeld met de coördinator De samenstelling van een Operationeel Team Wanneer uit de genoemde prestatiesheet blijkt dat het noodplan in werking moet worden gesteld, is het de taak van de coördinator om de overige betrokkenen hiervan op de hoogte te stellen en bijeen te roepen. In de praktijk zullen signalen van een dreigend faillissement ook rechtstreeks bij het hoofd van de afdeling, coördinator of concessiebeheerder terechtkomen. Ook dan is het primair de taak van de coördinator om de overige betrokkenen bijeen te roepen. Hiermee wordt fase 2 formeel gestart; de fase van voorbereidend handelen (nader beschreven in hoofdstuk 4). 3. Preventieve maatregelen Pagina 15 van 39

16 De eerste vervolgstap na het in werking treden van het noodplan, is het formeren van een Operationeel Team. In dit team zijn in ieder geval de volgende functies vertegenwoordigd: a. Coördinator OV (voorzitter); b. Concessiebeheerder; c. Communicatieadviseur; d. Vervoerkundige; e. Juridisch adviseur; f. Financieel adviseur. De coördinator OV zorgt voor een op dat moment passende wijze van communicatie en zorgt voor het voorbereiden van de besluitvorming binnen de mandaatregeling naar de portefeuillehouder OV en het hoofd van de afdeling OV. Verder zorgt de coördinator ook voor de juiste communicatie naar de stakeholders als gemeenten en de RAR Budgetreservering en (onder)mandatering ten behoeve van snelle besluitvorming Op het moment dat het faillissement is uitgesproken, is het noodzakelijk dat de Stadsregio snel kan handelen en besluiten kan nemen die op dat moment noodzakelijk zijn. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het intrekken van de concessie, het voortzetten van de concessie in afgeslankte vorm, de opdracht verstrekken aan een andere vervoerder om gedurende enkele dagen of weken een nooddienstregeling te rijden et cetera. Aan het dagelijks bestuur komt de uitoefening van de publiekrechtelijke bevoegdheden op basis van de Wet personenvervoer 2000 toe. De Regioraad heeft het dagelijks bestuur een volmacht verleend om in het kader van deze bevoegdheden ook privaatrechtelijke rechtshandelingen te kunnen verrichten. Om in geval van een faillissement snel te kunnen handelen, is het wenselijk dat het dagelijks bestuur deze bevoegdheden, specifiek in deze situatie, (onder)mandateert aan de portefeuillehouder en het afdelingshoofd Openbaar Vervoer 11. Daarnaast geldt dat in deze situatie voldoende financiële middelen aanwezig moeten zijn voor het treffen van onder meer noodmaatregelen. Dit betekent dat op zeer korte termijn een (kabinet) aanvraag voor het beschikbaar stellen van voldoende financiële middelen voor noodmaatregelen bij het dagelijks bestuur moet worden ingediend. Het dagelijks bestuur zal deze middelen dan snel, via een begrotingswijziging en vooruitlopend op definitieve besluitvorming hierover in de Regioraad, beschikbaar moeten stellen. Ook hier is (onder)mandatering van de portefeuillehouder en het afdelingshoofd Openbaar Vervoer gewenst, om de uitgaven die hieruit voortvloeien namens het dagelijks bestuur te kunnen accorderen. De hiervoor beschreven besluitvorming moet in de preventieve fase al zijn voorbereid, zodat deze in geval van een dreigend faillissement direct in gang kan worden gezet. Het moment waarop deze maatregel moet worden ingezet is het moment waarop concrete signalen over een mogelijk faillissement zijn ontvangen. Bij een reëel risico op faillissement (fase 2) zal op initiatief van het Operationeel Team een (kabinet) aanvraag voor begrotingswijziging bij het dagelijks bestuur worden ingediend om voldoende financiële middelen beschikbaar te hebben voor noodmaatregelen. 11 De beschreven situatie representeert de situatie ten tijde van het opstellen van dit noodplan. 3. Preventieve maatregelen Pagina 16 van 39

17 3.2 Activiteiten in de dagelijkse praktijk van de Stadsregio Naast de organisatorische voorbereidingen zijn er ook enkele activiteiten in de dagelijkse praktijk die in de preventieve fase moeten worden uitgevoerd. Dit zijn activiteiten die er enerzijds op gericht zijn om in een vroegtijdig stadium zoveel mogelijk te voorkomen dat er binnen een streekconcessie continuïteitsproblemen ontstaan. Anderzijds gaat het erom goed voorbereid te zijn voor het geval dat die problemen zich onverhoopt toch voordoen. De volgende activiteiten worden in deze paragraaf nader toegelicht: a. Toepassen van lessen uit eerdere aanbestedingen (paragraaf 3.2.1); b. Dossieropbouw in het kader van strategisch concessiebeheer (paragraaf 3.2.2) Toepassen van lessen uit eerdere aanbestedingen Nog voor de start van de concessie, namelijk bij de aanbesteding, kan de Stadsregio al invloed uitoefenen op de kans dat er continuïteitsproblemen optreden tijdens de uitvoering van een concessie. Hierbij gaat het met name om het waarborgen dat een bieding van een inschrijver realistisch is. Veel van deze maatregelen zijn in het verleden al in meer of mindere mate toegepast. Het is echter wel goed om deze nogmaals expliciet te benoemen en aan te scherpen, naar aanleiding van de recente ervaringen van de Stadsregio. Er dient opgemerkt te worden dat niet-realistische biedingen nooit helemaal uit te sluiten zijn. De volgende maatregelen worden in de aanbestedingen verwerkt: a. Het opstellen van een gunningsmethodiek met de juiste prikkels, waarbij er een ambitieus maar reëel maximum is gesteld ten aanzien van wat voor een vervoerder nog interessant is om aan te bieden (dus geen perverse prikkels die een vervoerder stimuleren om meer aan te bieden dan reëel is); b. Met name in het geval van een heel scherp bod is het uitvoeren van een risicoanalyse op de financiële situatie van de vervoerder van belang. Inschrijven onder de kostprijs kan een bewuste keuze van een vervoerder zijn en is in principe ook toegestaan volgens de aanbestedingsregels. Het is alleen dan wel relevant dat de betreffende vervoerder de ingecalculeerde verliezen (of marginale winsten) ook daadwerkelijk kan dragen en dat het voor de Stadsregio duidelijk is wat de risico s na gunning zijn. Om dit te kunnen beoordelen kunnen onderstaande waarborgen worden gebruikt; c. Optioneel kan een financieel economische onderbouwing worden uitgevraagd bij de inschrijving of later tijdens de beoordeling wanneer een inschrijving hier aanleiding toe geeft. Op basis van deze onderbouwing kan de Stadsregio door het vergelijken van de bieding met de andere ontvangen biedingen en met behulp van een expert opinion, toetsen of de aanbieding realistisch is. Eventueel kan deze financieel economische onderbouwing aanleiding zijn om de aanbieding conform Artikel Aanbestedingswet 2012 terzijde te leggen. In aanbestedingen kunnen ook waarborgen worden ingebouwd die (enige) zekerheid moeten geven in het geval van financiële problemen, zoals: a. Een concerngarantie van de moedermaatschappij; b. Een solvabiliteitstoets of andere financiële analyses op basis van jaarrekeningen; c. Een op te leveren bankgarantie door de inschrijver. 3. Preventieve maatregelen Pagina 17 van 39

18 Tevens zal tijdens de aanbesteding als onderdeel van het Toetsingscriterium Implementatieplan informatie opgevraagd worden bij inschrijvers, die relevant is in geval van een faillissement. Relevante informatie kan bijvoorbeeld betrekking hebben op kritische leveranciers die essentieel zijn voor de uitvoering van de concessie (zoals brandstofleveranciers). Van de nu lopende concessie zal deze informatie als onderdeel van het concessiemanagement moeten worden verzameld (zie paragraaf 3.2.2). Al tijdens de aanbesteding van een concessie neemt de Stadsregio preventieve maatregelen om eventuele continuïteitsproblemen tijdens de uitvoering van een concessie zo veel als mogelijk te voorkomen Dossieropbouw in het kader van strategisch concessiebeheer Bepaalde informatie is essentieel om als concessieverlener over te beschikken in het geval van een faillissement en is nuttig om te kunnen gebruiken in het dagelijks concessiemanagement. Daarom is het verstandig om te zorgen dat deze kennis wordt verkregen en actueel wordt gehouden. Hierbij zijn er drie mogelijkheden: a. Informatie wordt opgevraagd tijdens de aanbesteding of gunning, zodat de informatie vanaf de start van de concessie beschikbaar is (zie ook paragraaf 3.2.1); b. Informatie wordt gedurende de looptijd van de concessie verzameld via de concessiehouder; c. Informatie wordt gedurende de looptijd van de concessie verzameld via openbare bronnen zoals de jaarverslagen en jaarrekeningen et cetera. Onderstaande opsomming geeft een beeld van de informatie die per concessie wordt vastgesteld dan wel periodiek wordt geïnventariseerd. Hierbij gaat het om de volgende informatie: a. Periodieke (jaarlijks) financiële analyse op basis van jaarrekeningen van de vervoerder; b. Vaststellen of er sprake is van een concerngarantie en of deze concessiespecifieke bepalingen bevat die relevant zijn voor het beperken van (financiële) risico s; c. Vaststellen van de kritische leveranciers van de concessiehouder voor het voortzetten van de dienstverlening na een eventueel faillissement; d. Waar mogelijk overeenkomsten met de meest cruciale leveranciers achterhalen; e. Het bepalen van alternatieven voor cruciale leveranciers; f. Vaststellen welke apparatuur en systemen worden gebruikt door de concessiehouder voor de OVchipkaart; g. Inventarisatie van verkoop-/servicepunten; h. Uitzoeken onder welke rechtspersoon het personeel is ondergebracht; i. Uitzoeken of cruciale bedrijfsmiddelen (bijvoorbeeld busmaterieel en remise(s) in eigendom zijn of gehuurd/geleased; j. Vaststellen welke zekerheden verstrekt zijn aan bijvoorbeeld banken op cruciale bedrijfsmiddelen; k. Vaststellen van concessiespecifieke infrastructuur, zoals DRIS-panelen, et cetera. Bovenstaande informatie kan eventueel per concessie worden aangevuld met specifiek voor die concessie relevante onderwerpen. De informatie maakt onlosmakelijk onderdeel uit van de prestatiesheet van de concessiebeheerder (zie paragraaf 3.1.1). Per onderwerp wordt, zodra deze informatie is verkregen, een 3. Preventieve maatregelen Pagina 18 van 39

19 juridische analyse gemaakt die in elk geval omvat: (i) bij wie berust het eventuele eigendom, (ii) wat gebeurt er in geval van faillissement (blijft de overeenkomst dan nog van kracht?), en (iii) hoe lopen de geldstromen? Door de dossieropbouw in het kader van strategisch concessiebeheer goed en structureel in te vullen is dit niet alleen bruikbaar bij een faillissement, maar biedt het ook andere voordelen. Ten eerste draagt dit ertoe bij dat de Stadsregio nog beter, dan dat zij op dit moment doorgaans al is, op de hoogte is van wat er binnen de concessie bij de vervoerder speelt, maar vooral ook wat er op organisatieniveau bij de vervoerder speelt. Ten tweede zorgt dit er voor dat de Stadregio beter is voorbereid op onverwachte gebeurtenissen aan de zijde van de vervoerder, bijvoorbeeld in de situatie dat een faillissement aanstaande is. Ten derde verschaft dit de Stadsregio informatie die zij op een bredere wijze kan gebruiken in haar beleidsvorming en het verschaft de nodige informatie die noodzakelijk is bij het vormgeven van (een) volgende aanbesteding(en). De Stadsregio bouwt per concessie een dossier op met relevante informatie om als concessieverlener over te kunnen beschikken in het geval van een (aanstaand) faillissement. 3.3 Preventieve maatregelen voor continuïteit openbaar vervoer direct na faillissement Doorgaans worden strategieën over hoe om te gaan met het openbaar vervoer direct na een faillissement, pas opgesteld als er signalen zijn van een dreigend faillissement. In de praktijk kan een faillissement zich echter als een donderslag bij heldere hemel voltrekken. In een dergelijke situatie is er niet of nauwelijks tijd tussen het eerste signaal over een dreigend faillissement en het faillissement zelf. Daarom vindt de Stadsregio het verstandig dat bepaalde keuzes over de voortzetting van het openbaar vervoer na een faillissement al in de preventieve fase moeten worden gemaakt. Hieronder gaan we daarom in op de gang van zaken na een faillissement om op basis daarvan vast te stellen welke keuzes nu al moeten worden gemaakt Uitgangspunt: de reiziger ondervindt zo min mogelijk hinder van een faillissement Het standpunt dat de Stadsregio als preventieve maatregel inneemt, is dat op het moment dat een faillissement wordt uitgesproken over een concessiehouder, het de hoogste prioriteit heeft dat de reiziger hier zo min mogelijk hinder van ondervindt. Dit betekent dat het openbaar vervoer binnen die concessie operationeel blijft, dan wel zo snel mogelijk weer wordt opgestart. In deze paragraaf gaan we in op de in de preventieve fase te nemen besluiten om het openbaar vervoer direct na een faillissement zo goed mogelijk te continueren, dan wel zo spoedig mogelijk weer op te starten. Eerst gaan we in op de mogelijke noodmaatregelen, daarna gaan we in op de mogelijkheden die de Stadsregio heeft om de curator zo goed mogelijk te sturen in de richting van een oplossing die maatschappelijk gezien het meest wenselijk is en aansluit bij het standpunt van de Stadsregio. Paragraaf 3.4 gaat in op de vormgeving van de noodconcessie, nadat de eerste (2 of meer) weken na het faillissement zijn verstreken. Ter verduidelijking is in figuur 2 een gedetailleerder overzicht opgenomen van de fase na het faillissement. 3. Preventieve maatregelen Pagina 19 van 39

20 1. Preventief 2. Voorbereidend 3. Faillissement Eerste (2) weken na het faillissement Noodconcessie Start nieuwe concessie na aanbesteding Figuur 2. Gedetailleerd overzicht fase 3. Faillissement De Stadsregio besluit als preventieve maatregel dat na een faillissement de continuïteit van het vervoer de hoogste prioriteit heeft en er eventueel noodmaatregelen worden ingezet met behulp van andere (commerciële) vervoerders Preventieve maatregelen voortzetting openbaar vervoer eerste (2) weken na een faillissement De eerste (2 of meer) weken na het faillissement zijn het meest onzeker. De continuïteit van het openbaar vervoer kan in die periode nooit worden gegarandeerd. Doorgaans zal de curator proberen om in de eerste dagen de bedrijfsvoering voort te zetten, maar dit is absoluut niet zeker. Deels is het ook afhankelijk van of de Stadsregio het faillissement aan kon zien komen en of vooraf noodmaatregelen in werking konden worden gesteld. Maar bovenal is er veel afhankelijk van de opstelling van de curator. De curator wordt pas door de rechtbank aangewezen, als onderdeel van het uitspreken van het faillissement. Vanzelfsprekend heeft het de voorkeur van de Stadsregio dat een curator vanuit maatschappelijk oogpunt de failliete vervoerder de uitvoering van de concessie voorlopig laat voortzetten, totdat er een alternatief is gevonden. Hiertoe is het van belang dat de curator binnen korte tijd op de hoogte is van de stand van zaken en informatie/kennis heeft over een aantal specifieke aspecten rond de geldende wet- en regelgeving rondom OV-concessies 12. Om dit proces optimaal te faciliteren stelt de Stadsregio een informatiepakket op voor de curator met daarin alle benodigde informatie (zie paragraaf 3.3.3). Hieraan voorafgaand zal het dagelijks bestuur van de Stadsregio als preventieve maatregel een aantal besluiten moeten nemen op basis waarvan de curator snel een besluit kan nemen waardoor de continuïteit van het openbaar vervoer zo goed mogelijk gewaarborgd is. Er kunnen zich op hoofdlijnen drie verschillende scenario s voordoen, die hieronder op afnemende voorkeur van de Stadsregio worden uitgewerkt, waarbij allerlei tussenvarianten mogelijk zijn: a. De curator zet in op de overdracht van de concessie aan een andere vervoerder. De eerste dag of twee dagen kan het zijn dat er door de onderhandelingen hierover geen openbaar vervoer is. Daarna wordt het openbaar vervoer in de concessie gecontinueerd door de nieuwe vervoerder. Het grote voordeel van dit scenario is dat er geen verdere noodconcessie nodig is, omdat de concessie wordt voortgezet voor de resterende looptijd. De rol van de Stadsregio is hierin essentieel omdat de Stadsregio bij een 12 Meer specifiek: Wet Personenvervoer 2000 en het Besluit Personenvervoer Preventieve maatregelen Pagina 20 van 39

REGIORAADSESSIE Verkeer en Vervoer

REGIORAADSESSIE Verkeer en Vervoer agendapunt : B-4 vergaderdatum : 9 december 2014 onderwerp : aangemeld door : behandelend ambtenaar : Inhouse constructie GVB: bevoegdheidsverdeling en gemeente Amsterdam Portefeuillehouder Financiën Annemarie

Nadere informatie

Memorandum Wijziging contracten wegens nieuwe cao voor huishoudelijke hulp 1. Inleiding

Memorandum Wijziging contracten wegens nieuwe cao voor huishoudelijke hulp 1. Inleiding Bijlage III bij nieuwsbericht AMvB reële kostprijs Memorandum Wijziging contracten wegens nieuwe cao voor huishoudelijke hulp 1. Inleiding Gemeenten kopen regelmatig huishoudelijke hulp in ten behoeve

Nadere informatie

Zorginstellingen in zwaar weer: de do s en don ts

Zorginstellingen in zwaar weer: de do s en don ts Zorginstellingen in zwaar weer: de do s en don ts Ook zorginstellingen ondervinden last van de economische crisis en de bezuinigingsmaatregelen die daarvan het gevolg zijn. Van belang is daarom dat zij

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13672 27 mei 2013 Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 218 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling

Nadere informatie

Samen aan de IJssel Inleiding

Samen aan de IJssel Inleiding Samen aan de IJssel Samenwerking tussen de gemeenten Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel, kaders voor een intentieverklaring en voor een onderzoek. Inleiding De Nederlandse gemeenten bevinden

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Besluit mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging Lansingerland

Besluit mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging Lansingerland CVDR Officiële uitgave van Lansingerland. Nr. CVDR98852_1 30 oktober 2018 Besluit mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging Lansingerland Mandaatregeling Lansingerland 2011 Het college van burgemeester

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 059 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet, alsmede enige andere wetten in verband met de introductie van aanvullende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 845 Voorstel van wet van de leden Monasch, Bashir, Van Gent en Verhoeven tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000 teneinde inbesteding

Nadere informatie

TWEEDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET

TWEEDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET TWEEDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET In het faillissement van de besloten vennootschappen: 1. Silger B.V., statutair gevestigd te Almere en aldaar kantoorhoudende, aan de Kantjilstraat

Nadere informatie

Bewerkersovereenkomst

Bewerkersovereenkomst Bewerkersovereenkomst Datum: 25-04-2015 Versie: 1.1 Status: Definitief Bewerkersovereenkomst Partijen De zorginstelling, gevestigd in Nederland, die met een overeenkomst heeft gesloten in verband met het

Nadere informatie

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag. Algemene wet bestuursrecht Titel 4.1. Beschikkingen Afdeling 4.1.1. De aanvraag Artikel 4:1 Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk

Nadere informatie

Datum uitwerkingtreding Betreft nieuwe regeling

Datum uitwerkingtreding Betreft nieuwe regeling Gemeente Tiel Verordening op de ambtelijke bijstand 2003 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld door Onderwerp Eigen onderwerp

Nadere informatie

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Besluit personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Besluit personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd: Besluit van tot wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 in verband met de ingangsdata van de aanbestedingsverplichting in het openbaar vervoer en de verlenging van de maximale concessieduur Op de

Nadere informatie

Datum 1 februari 2018 Onderwerp Boete Tekortkomingen Concessie Uw. Amstelland-Meerlanden 2018 Ons 2018/11817/AS

Datum 1 februari 2018 Onderwerp Boete Tekortkomingen Concessie Uw. Amstelland-Meerlanden 2018 Ons 2018/11817/AS Postbus 626 1000 AP Amsterdam Jodenbreestraat 25 1011 NH Amsterdam Connexxion Openbaar Vervoer De heer B.C. Schmeink Postbus 224 1200 AE HILVERSUM T 020 527 37 00 E info@vervoerregio.nl W www.vervoerregio.nl

Nadere informatie

MANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGSREGELING

MANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGSREGELING MANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGSREGELING Het college van burgemeester en wethouders, respectievelijk de burgemeester van Oldebroek, elk voor zover daartoe bevoegd, overwegende dat er naar gestreefd wordt

Nadere informatie

VERORDENING CLIENTENPARTICIPATIE HALTE WERK GEMEENTE HEERHUGOWAARD

VERORDENING CLIENTENPARTICIPATIE HALTE WERK GEMEENTE HEERHUGOWAARD VERORDENING CLIENTENPARTICIPATIE HALTE WERK GEMEENTE HEERHUGOWAARD Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. Het bestuur: het bestuur van Halte Werk.

Nadere informatie

de hierna volgende Verordening cliëntenparticipatie Halte Werk gemeente Langedijk 2015 vast te stellen.

de hierna volgende Verordening cliëntenparticipatie Halte Werk gemeente Langedijk 2015 vast te stellen. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Langedijk. Nr. 58371 30 juni 2015 Verordening cliëntenparticipatie Halte Werk gemeente Langedijk 2015 De raad van de gemeente Langedijk gelezen het voorstel

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

BEHEERSPROTOCOL VOOR HET TOEZICHT DOOR HET OV-BUREAU GRONINGEN DRENTHE OP DE CONCESSIEHOUDERS

BEHEERSPROTOCOL VOOR HET TOEZICHT DOOR HET OV-BUREAU GRONINGEN DRENTHE OP DE CONCESSIEHOUDERS BEHEERSPROTOCOL VOOR HET TOEZICHT DOOR HET OV-BUREAU GRONINGEN DRENTHE OP DE CONCESSIEHOUDERS 21 oktober 2005 Het OV-bureau Groningen Drenthe ontwikkelt, organiseert en beheert het openbaar vervoer en

Nadere informatie

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging Vastgesteld door het bestuur op: 30 december 2014 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Inhoud Onderwerp : Toekomstvisie zwembad De Marke Indiener : d.d Reeds gestelde kaders : Raad d.d.

RAADSVOORSTEL. Inhoud Onderwerp : Toekomstvisie zwembad De Marke Indiener : d.d Reeds gestelde kaders : Raad d.d. RAADSVOORSTEL Inhoud Onderwerp Toekomstvisie zwembad De Marke Indiener d.d. 2-4-2015 Reeds gestelde kaders Raad d.d. Korte inhoud/samenvatting Het college heeft een toekomstvisie voor het zwembad De Marke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 334 Besluit van 28 juni 2011, houdende wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 in verband met de wijziging van de ingangsdatum van de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 376 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese

Nadere informatie

CONVENANT SOCIALE VEILIGHEID OPENBAAR VERVOER 2015-2020

CONVENANT SOCIALE VEILIGHEID OPENBAAR VERVOER 2015-2020 CONVENANT SOCIALE VEILIGHEID OPENBAAR VERVOER 2015-2020 CONVENANT SOCIALE VEILIGHEID OPENBAAR VERVOER PARTIJEN: 1. De Stadsregio Amsterdam, te dezen vertegenwoordigd door Portefeuillehouder Openbaar Vervoer

Nadere informatie

VOORSTEL OPSCHRIFT AANHEF MOTIVERING. Vergadering van 23 februari 2016. Onderwerp: Gunning aanbesteding Straatreiniging - Besluitvormend

VOORSTEL OPSCHRIFT AANHEF MOTIVERING. Vergadering van 23 februari 2016. Onderwerp: Gunning aanbesteding Straatreiniging - Besluitvormend VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van 23 februari 2016 Besluit nummer: 2016_BW_00157 Onderwerp: Gunning aanbesteding Straatreiniging - Besluitvormend Beknopte samenvatting: De huidige contracten voor de veegwerkzaamheden

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet in verband met het verbeteren van de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen alsmede de uniformering van enkele bepalingen

Nadere informatie

RUD UTRECHT. Besluit: vast te stellen navolgend Mandaatbesluit RUD Utrecht provincie Utrecht/gemeente )

RUD UTRECHT. Besluit: vast te stellen navolgend Mandaatbesluit RUD Utrecht provincie Utrecht/gemeente ) Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente PM/het college van gedeputeerde staten van Utrecht houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur van

Nadere informatie

ANNOTATIE. Vergadering: Algemeen Bestuur Datum vergadering: 28 november Agendapunt: 7 Onderwerp: Aanpassing Mandaat- en volmachtregeling

ANNOTATIE. Vergadering: Algemeen Bestuur Datum vergadering: 28 november Agendapunt: 7 Onderwerp: Aanpassing Mandaat- en volmachtregeling ANNOTATIE Vergadering: Algemeen Bestuur Datum vergadering: 28 november 2014 Agendapunt: 7 Onderwerp: Aanpassing Mandaat- en volmachtregeling Opsteller: J.H. Poot Datum: 21-10-2014 Omschrijving: In hun

Nadere informatie

Nota van B&W. onderwerp Convenant beschikbare wegen Portefeuilehouder dr. Derk Reneman

Nota van B&W. onderwerp Convenant beschikbare wegen Portefeuilehouder dr. Derk Reneman gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W onderwerp Convenant beschikbare wegen 2018 Portefeuilehouder dr. Derk Reneman Collegevergadering 14 juni 2016 inlichtingen W. Thon (0900-1 852) Registratienummer 2016.0027733

Nadere informatie

Bijlage 1: Europese en nationale regelgeving inzake de gunning van openbaar stads- en streekvervoer.

Bijlage 1: Europese en nationale regelgeving inzake de gunning van openbaar stads- en streekvervoer. Bijlage 1: Europese en nationale regelgeving inzake de gunning van openbaar stads- en streekvervoer. In deze bijlage wordt getracht antwoord te geven op de vraag wat de Europeesrechtelijke mogelijkheden

Nadere informatie

Het is noodzakelijk om dit proces zorgvuldig te doorlopen en de rapportages en het voorstel voor het alternatief zorgvuldig te beoordelen.

Het is noodzakelijk om dit proces zorgvuldig te doorlopen en de rapportages en het voorstel voor het alternatief zorgvuldig te beoordelen. > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN

REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN 24 november 2017 INHOUD HOOFDSTUK 1: Rol en status van het Reglement 1 HOOFDSTUK 2: Samenstelling RAC 1 HOOFDSTUK 3: Taken RAC 2 HOOFDSTUK

Nadere informatie

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 560 GEBEURTENISSEN NA DE EINDDATUM VAN DE PERIODE

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 560 GEBEURTENISSEN NA DE EINDDATUM VAN DE PERIODE INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 560 GEBEURTENISSEN NA DE EINDDATUM VAN DE PERIODE INHOUDSOPGAVE Paragraaf Inleiding... 1-3 Definities... 4 Gebeurtenissen die zich vóór de datum van de controleverklaring

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET ARTIKEL I. De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd:

VOORSTEL VAN WET ARTIKEL I. De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid van aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de doelmatige afwikkeling dan wel toepassing

Nadere informatie

Regeling betreffende de instelling van een Reizigers Advies Raad in de Stadsregio Amsterdam voor het openbaar vervoer 2010

Regeling betreffende de instelling van een Reizigers Advies Raad in de Stadsregio Amsterdam voor het openbaar vervoer 2010 Regeling betreffende de instelling van een Reizigers Advies Raad in de Stadsregio Amsterdam voor het openbaar vervoer 2010 Het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio Amsterdam, te noemen Dagelijks Bestuur;

Nadere informatie

Kader voor stichtingen

Kader voor stichtingen Kader voor stichtingen Beleidskader betrokkenheid van de Rijksoverheid bij het oprichten van stichtingen. Stichtingenkader 2017 1 2 Stichtingenkader 2017 Inhoudsopgave Algemeen 4 Uitgangspunten van het

Nadere informatie

BESTEMMINGSREGLEMENT 2018 Stichting Leefbaarheid Luchthaven Eindhoven

BESTEMMINGSREGLEMENT 2018 Stichting Leefbaarheid Luchthaven Eindhoven BESTEMMINGSREGLEMENT 2018 Stichting Leefbaarheid Luchthaven Eindhoven Het bestuur van de stichting: Stichting Leefbaarheid Luchthaven Eindhoven, gevestigd te Eindhoven ( de Stichting ), in aanmerking nemende,

Nadere informatie

Marktconsultatie aanbesteding openbaar vervoer Haarlem-IJmond

Marktconsultatie aanbesteding openbaar vervoer Haarlem-IJmond Marktconsultatie aanbesteding openbaar vervoer Haarlem-IJmond 2016-2025 Opgesteld door: A.M.M. Weijers Vastgesteld door: R. Postma, Directie Beleid, sector Verkeer en Vervoer Referentie: PNH 264871 Datum:

Nadere informatie

Algemene voorwaarden en privacy verklaring DICO Breedband B.V. Kaag en Braassem

Algemene voorwaarden en privacy verklaring DICO Breedband B.V. Kaag en Braassem Algemene voorwaarden en privacy verklaring DICO Breedband B.V. Kaag en Braassem Artikel 1: Definities ALGEMEEN Artikel 2: Onderwerp Artikel 3: Algemene bepalingen Artikel 4: Toepasselijkheid Artikel 5:

Nadere informatie

Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk

Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk Rapportage integrale risicoanalyse herziening Governance Havenschap Moerdijk 1. Inleiding Tijdens de bespreking van de voortgang van de uitwerking van de governance van Havenschap Moerdijk in de gemeenteraad

Nadere informatie

Procedure Tijdelijke buitengebruikname metrospoor

Procedure Tijdelijke buitengebruikname metrospoor Definitief Versie 1.0 Procedure Tijdelijke buitengebruikname metrospoor Versie 1.0 18 oktober 2012 Referentie: DB AMA 060 Henk Waling Directeur Eigendom & Beheer Versiebeheer Gewijzigd in de versie Versie

Nadere informatie

Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, ieder voor zover bevoegd;

Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, ieder voor zover bevoegd; Geconsolideerde tekst van het Besluit van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied van 9 januari 2013, nr. 9.2. tot vaststelling van het Besluit mandaat,

Nadere informatie

Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe

Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe 2003-55 Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe Voorgestelde behandeling: - provinciale staten op 23 april 2003 - fatale beslisdatum: n.v.t. Voorgestelde status: B-stuk Behandeld

Nadere informatie

Besluit mandaat, machtiging en volmacht. Dagelijks bestuur en voorzitter van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2018

Besluit mandaat, machtiging en volmacht. Dagelijks bestuur en voorzitter van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2018 Besluit mandaat, machtiging en volmacht Dagelijks bestuur en voorzitter van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2018 Inhoud Besluit mandaat, machtiging en volmacht Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

Nadere informatie

Besluit mandaat, volmacht en machtiging van de Veiligheidsregio Twente

Besluit mandaat, volmacht en machtiging van de Veiligheidsregio Twente Besluit mandaat, volmacht en machtiging van de Veiligheidsregio Twente Het dagelijks bestuur en de voorzitter van de Veiligheidsregio Twente, ieder voor zover het de eigen bevoegdheden betreft; Overwegende

Nadere informatie

Gemeenschappelijke regeling toezicht openbaar onderwijs gemeenten Bergen, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Grave, Mill en Sint Hubert 2015

Gemeenschappelijke regeling toezicht openbaar onderwijs gemeenten Bergen, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Grave, Mill en Sint Hubert 2015 Gemeenschappelijke regeling toezicht openbaar onderwijs gemeenten Bergen, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Grave, Mill en Sint Hubert 2015 De raden van de gemeenten Bergen, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Grave en Mill

Nadere informatie

MANDAATREGELING STICHTING SOCIAAL TEAM HOUTEN

MANDAATREGELING STICHTING SOCIAAL TEAM HOUTEN Nr. 144 4 juli 2018 van en wethouders en de van de gemeente Houten, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft; overwegende, dat het wenselijk is ter bevordering van de dienstverlening alsmede de efficiency

Nadere informatie

VERWERKERSOVEREENKOMST

VERWERKERSOVEREENKOMST VERWERKERSOVEREENKOMST Partijen: 1. Basis bedrijfskleding VOF. Gevestigd te Mollerusweg 96, 2031 BZ HAARLEM KvK-nummer: 34220214 hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door J W H D van der Meij, hierna

Nadere informatie

Een praktisch boek over contracteren en aanbesteden

Een praktisch boek over contracteren en aanbesteden 1 Introductie Een praktisch boek over contracteren en aanbesteden Dit boek gaat over het contracteren en aanbesteden van bouw- en infrastructurele projecten. Over wat er nodig is om op een doordachte en

Nadere informatie

EXPERT MEETING FAILLISSEMENT en OVERHEID

EXPERT MEETING FAILLISSEMENT en OVERHEID OVER RECHT// DE RUIMTE OM VRIJ TE KUNNEN ONDERNEMEN MR. ERIK ESHUIS EXPERT MEETING FAILLISSEMENT en OVERHEID Titel presentatie 1 2015 Behandelplan Introductie Faillissement Aansprakelijkheid bestuur Schijn

Nadere informatie

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Toekomst Promen

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Toekomst Promen COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Toekomst Promen Te besluiten om Het college van B&W besluit de volgende, in gezamenlijkheid tot stand gekomen, uitgangspunten en vragen te hanteren voor de toekomst van Promen

Nadere informatie

INKOOPPROCEDURE UITBREIDING CAMERATOEZICHT GEMEENTE LEERDAM

INKOOPPROCEDURE UITBREIDING CAMERATOEZICHT GEMEENTE LEERDAM INKOOPSTRATEGIE: INKOOPPROCEDURE UITBREIDING CAMERATOEZICHT GEMEENTE LEERDAM IBMN-2017-LEE-PH-001 1 Inhoudsopgave 1. Algemeen... 3 2. Doelstelling.....3 3. Huidige situatie... 3 4. Het juridisch kader...

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid van een civielrechtelijk bestuursverbod (Wet civielrechtelijk bestuursverbod) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij

Nadere informatie

Mandaatregeling Werkvoorzieningsschap Noord Kennemerland 2019

Mandaatregeling Werkvoorzieningsschap Noord Kennemerland 2019 Mandaatregeling Werkvoorzieningsschap Noord Kennemerland 2019 C O N C E P T WNK Personeelsdiensten Directieadviseur Compliance & Bestuurszaken Mark Geerars juli 2019 89.02.2019.07 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE...

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Bestuursreglement Zadkine

Bestuursreglement Zadkine Bestuursreglement Zadkine Dit reglement dient tot nadere uitwerking van artikel 6 lid 5 van de statuten van de Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine Algemeen Artikel 1 In dit reglement wordt

Nadere informatie

Commissie Samenleving Het college van burgemeester en wethouders Onderwerp:

Commissie Samenleving Het college van burgemeester en wethouders Onderwerp: Keuzenota Aan: Commissie Samenleving Van: Het college van burgemeester en wethouders Onderwerp: Leerlingenvervoer inkopen door de gemeente of de inwoner (ouder) Portefeuillehouder: Wethouder L. Verspuij

Nadere informatie

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Juridisch kader Op basis van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en II, dan wel aangewezen

Nadere informatie

BEWERKERSOVEREENKOMST

BEWERKERSOVEREENKOMST BEWERKERSOVEREENKOMST 1. [ORGANISATIE], statutair gevestigd te [PLAATS], kantoor houdende [ADRES], ingeschreven in het handelsregister onder nummer [KVKNR], hierbij vertegenwoordigd door [DHR/MEVR] [NAAM],

Nadere informatie

februari 2012 De volgende vormen van verbonden partijen kunnen worden onderscheiden.

februari 2012 De volgende vormen van verbonden partijen kunnen worden onderscheiden. februari 2012 Verbonden partijen en aanbesteding 1. Algemeen Het takenpakket van gemeenten en provincies is groot. Deze taken worden niet altijd door de eigen ambtelijke organisatie van de gemeenten en

Nadere informatie

VERORDENING OP DE AMBTELIJKE BIJSTAND

VERORDENING OP DE AMBTELIJKE BIJSTAND Raadsbesluitno. 2010/043/2 VERORDENING OP DE AMBTELIJKE BIJSTAND DE RAAD DER GEMEENTE ROERMOND, gezien het voorstel van de griffier en de voorzitter van 13 april 2010, raadsvoorstel no. 2010/043/1; gelet

Nadere informatie

Het kabinet is de Afdeling erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee het advies inzake het bovenvermelde voorstel is uitgebracht.

Het kabinet is de Afdeling erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee het advies inzake het bovenvermelde voorstel is uitgebracht. > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de Koningin Directie Algemene Fiscale Politiek Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Ons kenmerk AFP2011/642

Nadere informatie

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Berkelland 2015.

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Berkelland 2015. Verordening cliëntenparticipatie gemeente Berkelland 2015 De raad van de gemeente Berkelland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2014; gelet op artikel 47 van de Participatiewet;

Nadere informatie

BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING HOLLAND RIJNLAND

BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING HOLLAND RIJNLAND BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING HOLLAND RIJNLAND Het college van burgemeester en wethouders, alsmede de burgemeester afzonderlijk, van de gemeente, ieder voor zover het de eigen bevoegdheid betreft

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT BELEIDSREGEL CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT Experiment regelarme instellingen Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de

Nadere informatie

Nadere uitleg is opgenomen in de implementatiehandleiding, onderdeel van de bij deze modelverordening behorende ledenbrief.

Nadere uitleg is opgenomen in de implementatiehandleiding, onderdeel van de bij deze modelverordening behorende ledenbrief. Modelverordening cliºntenparticipatie Participatiewet Leeswijzer modelbepalingen - [...] of [iets] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel 2, derde lid. - [iets] = facultatief, zie bijvoorbeeld

Nadere informatie

EERSTE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET

EERSTE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET EERSTE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET Naam gefailleerde : Alien Fruit Faillissementsnummer : 08/96 F Datum uitspraak : 12 februari 2008 Datum verslag : 31 maart 2008 Curator : mw. mr. L.I.

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG

FAILLISSEMENTSVERSLAG FAILLISSEMENTSVERSLAG Faillissementsverslag nummer 4 d.d. 19 mei 2014 Gegevens onderneming : Rolien Vastgoed B.V. Faillissementsnummer : 10/13/357 Datum uitspraak : 9 april 2013 Curator Rechter-commissaris

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken. REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT Opgesteld door de voorzitter op 25.03.2013 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 27.05.2013 te Amstelveen HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit

Nadere informatie

Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets

Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets Betreft: Stichting Cruciaal christelijke GGZ en de activiteiten van Stichting In de Bres Zorggroep, Stichting In de Bres tweedelijns specialistische

Nadere informatie

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit Reglement is opgesteld

Nadere informatie

Interne memo. Aan : Jan ten Hoor Van : Simon Tichelaar Betreft : Aanbesteding Haderaplein Datum : 22 november Inleiding

Interne memo. Aan : Jan ten Hoor Van : Simon Tichelaar Betreft : Aanbesteding Haderaplein Datum : 22 november Inleiding 1 Interne memo Aan : Jan ten Hoor Van : Simon Tichelaar Betreft : Aanbesteding Haderaplein Datum : 22 november 2012 Inleiding In november 2011 adviseerden wij (Trip Advocaten & Notarissen) over de aanbestedingsrechtelijke

Nadere informatie

Overeenkomst inzake het uitbreiden van de NS-Dienstregeling in de nacht tussen Haarlem en Amsterdam

Overeenkomst inzake het uitbreiden van de NS-Dienstregeling in de nacht tussen Haarlem en Amsterdam Overeenkomst inzake het uitbreiden van de NS-Dienstregeling in de nacht tussen Haarlem en Amsterdam Tussen NS Reizigers B.V. en Gemeente Haarlem De ondergetekenden: 1. De besloten vennootschap met beperkte

Nadere informatie

EERSTE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET

EERSTE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET EERSTE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET In het faillissement van Kinderdagverblijf The Rainbow Holding B.V. statutair gevestigd te Almere, feitelijk gevestigd te (1339 BJ) Almere aan de

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Betreft Verslagnummer 10 Datum verslag 07-12-201 Insolventienummer F.1/15/346 Toezichtzaaknummer NL:TZ:0000001325:F001 Datum uitspraak 1-10-2015

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, kenmerk ;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, kenmerk ; AMBTELIJK CONCEPT 09-01-2015 Besluit van houdende een wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 in verband met de waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een voorziening

Nadere informatie

Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA)

Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA) (VGBA) Geldend per 1 januari 2014 Verordening gedrags- en beroepsregels accountants De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants, Gelet op artikel 19, tweede lid, aanhef en

Nadere informatie

Voorwaarden en privacy verklaring snel internet buitengebied. Gebiedscoöperatie O-Gen

Voorwaarden en privacy verklaring snel internet buitengebied. Gebiedscoöperatie O-Gen Gebiedscoöperatie O-Gen Voorwaarden en privacy verklaring snel internet buitengebied Artikel 1: Definities ALGEMEEN Artikel 2: Onderwerp Artikel 3: Algemene bepalingen Artikel 4: Toepasselijkheid Artikel

Nadere informatie

ALGEMEEN MANDATEN-, VOLMACHTEN- EN PROCESVERTEGENWOORDIGINGSBESLUIT 2015

ALGEMEEN MANDATEN-, VOLMACHTEN- EN PROCESVERTEGENWOORDIGINGSBESLUIT 2015 ALGEMEEN MANDATEN-, VOLMACHTEN- EN PROCESVERTEGENWOORDIGINGSBESLUIT 2015 Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Venray, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Nadere informatie

Het bestuur en de voorzitter van Recreatie Midden-Nederland, elk voor zover bevoegd;

Het bestuur en de voorzitter van Recreatie Midden-Nederland, elk voor zover bevoegd; CVDR Officiële uitgave van Recreatie Midden-Nederland. Nr. CVDR615659_1 11 december 2018 Mandaatbesluit Recreatie Midden-Nederland 2018.2 Het bestuur en de voorzitter van Recreatie Midden-Nederland, elk

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG

FAILLISSEMENTSVERSLAG FAILLISSEMENTSVERSLAG Faillissementsverslag nummer 3 d.d. 14 januari 2014 Gegevens onderneming : Rolien Vastgoed B.V. Faillissementsnummer : 10/13/357 Datum uitspraak : 9 april 2013 Curator Rechter-commissaris

Nadere informatie

Beleidsregels voor de toetsing van de realisatie van de eindtermen van de praktijkopleiding en het geven van een aanwijzing

Beleidsregels voor de toetsing van de realisatie van de eindtermen van de praktijkopleiding en het geven van een aanwijzing Beleidsregels voor de toetsing van de realisatie van de eindtermen van de praktijkopleiding en het geven van een aanwijzing Voor inschrijving in het accountantsregister van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie

Nadere informatie

Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) Aanvullende afspraken in het kader van de invoering van de Algemene Verordening Gegevensbescherming Op 25 mei 2018 treedt de Algemene Verordening Gegevensbescherming in werking in de EU. Deze verordening

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.10/17/240 NL:TZ:0000013044:F001 09-05-2017 mr. J. Smael mr. W.J. Geurts - de Veld Algemeen Gegevens onderneming BCom Communications

Nadere informatie

a. college: college van burgemeester en wethouders van Menterwolde;

a. college: college van burgemeester en wethouders van Menterwolde; Burgemeester en Wethouders van de gemeente Menterwolde; Gelet op artikel 2 en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregels: Beleidsregels

Nadere informatie

Intentieverklaring. Platform voor Overleg, Samenwerking en Besluitvorming. OV-Chipkaart

Intentieverklaring. Platform voor Overleg, Samenwerking en Besluitvorming. OV-Chipkaart Intentieverklaring Platform voor Overleg, Samenwerking en Besluitvorming OV-Chipkaart 1. De minister van Infrastructuur en Milieu, handelend als bestuursorgaan; 2. De gedeputeerde staten van de provincies

Nadere informatie

REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: "de stichting");

REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: de stichting); REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: "de stichting"); in aanmerking genomen het volgende: A) de statutaire

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 218 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling van een eventueel faillissement en vergroting van de kansen

Nadere informatie

1.4 Van het bestaan van dit reglement wordt melding gemaakt in het verslag van de raad van commissarissen in het jaarverslag.

1.4 Van het bestaan van dit reglement wordt melding gemaakt in het verslag van de raad van commissarissen in het jaarverslag. REGLEMENT VOOR DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN STICHTING MOZAÏEK WONEN 1. Vaststelling en reikwijdte reglement 1.1 Dit reglement is vastgesteld in de vergadering van de raad van commissarissen van 24 februari

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.15/16/215 NL:TZ:0000006393:F001 31-05-2016 mr. H.C. Scheltema mr. M.M. Kruithof Algemeen Gegevens onderneming Pro Build Purmerend

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de introductie van een regeling betreffende de rechten van de werknemer bij overgang van een onderneming in faillissement

Nadere informatie

Inventarisatie van de arbeidsongeschiktheidsrisico s.

Inventarisatie van de arbeidsongeschiktheidsrisico s. 2013.09 TOELICHTING SPECIFIEKE DIENSTEN ZOALS GENOEMD IN HET SCHADE- AOV ABONNEMENT FINANCIEEL ADVIES EN BEMIDDELING ZAKELEIJKE SCHADEVERZEKERINGEN. Inventarisatie van de arbeidsongeschiktheidsrisico s.

Nadere informatie

Collegebesluit. Onderwerp: herstructurering Paswerk BBV nr: 2014/426241

Collegebesluit. Onderwerp: herstructurering Paswerk BBV nr: 2014/426241 Collegebesluit Onderwerp: herstructurering Paswerk BBV nr: 2014/426241 1. Inleiding Naar aanleiding van de invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015 hebben drie van de vijf deelnemende gemeenten

Nadere informatie

Gescand arc^i- rt 2 5JULI2011

Gescand arc^i- rt 2 5JULI2011 Gescand arc^i- rt 2 5JULI2011 Raadsvoorstel Aan de gemeenteraad eindparaaf wathcürk:. 1 i, v-»? bou der ^Vüv^.. Van Datum Pfh. Steller tel.nr. e-mail Doelstelling Registratie nr. Stuk Onderwerp College

Nadere informatie

de stichting haar ambitieniveau heeft vastgelegd in het BIZ Activiteitenplan voor Stichting BIZ Winkelhart Ridderkerk ;

de stichting haar ambitieniveau heeft vastgelegd in het BIZ Activiteitenplan voor Stichting BIZ Winkelhart Ridderkerk ; Uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 7, lid 3 van de wet op de Bedrijveninvesteringszones Gemeente Ridderkerk / Stichting BIZ Winkelhart Ridderkerk Ondergetekenden, De gemeente Ridderkerk, hierbij

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING pagina - 1-12653 - MT GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Raad van toezicht voor Stichting Openbaar Basisonderwijs West-Brabant. De raden, colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Roosendaal, Halderberge,

Nadere informatie