Vertrouwen in kinderen, en dus in de toekomst!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vertrouwen in kinderen, en dus in de toekomst!"

Transcriptie

1 Auteurs: S.A. Looijen A.L. Baas Profielen: C&M en N&G Vakken: Biologie, aardrijkskunde, maatschappijleer School: Christelijk Lyceum Delft Klas: V6a, V6b Begeleiders: Mevr. K. van Wegen Mevr. J. Schokkenbroek Mevr. K. Vinhuizen Datum: Vertrouwen in kinderen, en dus in de toekomst! Het effect van een les over klimaat en Europese Unie, na één week op kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool 0

2 1 Wat is het effect van het geven een les over de Europese Unie en klimaat na één week op het gedrag

3 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Literatuurstudie... 6 Materiaal en methode Nuttige onderwerpen Milieubewust gedrag Europese Unie Visie Conclusie Discussie Samenvatting Planning Taakverdeling Bijlagen Resultaten enquêtes in de klas De les aan groep 5/ PowerPointpresentatie bij de les met gestelde vragen Enquête voor en na de les Brief aan het ministerie van I&M Brief aan het ministerie van Buitenlandse Zaken Resultaten onderzoek visie a. Resultaten kinderen b. Resultaten ouders c. Resultaten leerkracht groep 5/6 van de basisschool d. Resultaten Erik Vos, projectleider YES-project van Worldschool Logboek Bronnenlijst

4 Inleiding Dit profielwerkstuk gaat over het effect van een les over de Europese Unie en het klimaat op milieubewuste gedrag van kinderen uit groep 5 en 6 en hun kennis over de Europese Unie na één week. Dit onderzoek hebben wij gekozen, omdat om het bestuderen van het gedrag van kinderen ons belang wekt en omdat wij allebei hebben overwogen om les te geven op een basisschool. Het onderwerp Europese Unie en klimaat hebben wij gekozen, toen wij de keuze maakten voor het YESproject. Groep 5 en 6 zijn de doelgroep van ons onderwerp geworden, omdat deze leeftijdscategorie al wel oud genoeg is om de lesstof te kunnen bevatten, maar hier nog niet heel veel over hebben gehoord omdat er op school nog weinig aandacht aan is besteed. Wij wisten zelf nog nauwelijks over deze onderwerpen voordat we begonnen aan dit werkstuk, maar daarom leek het ons juist belangrijk om ons er in te verdiepen. Dit onderzoek is van wetenschappelijk belang, omdat hierdoor meer kennis wordt verzameld over milieubewust gedrag van deze specifieke doelgroep. Ook is dit onderzoek in het maatschappelijk belang, omdat kinderen door de les meer kennis krijgen over wat zij kunnen betekenen in de oplossing van het klimaatprobleem en hun kennis vergroot wordt op het gebied van de Europese Unie. De maatschappij heeft belang bij een schone en milieuvriendelijke leefomgeving. De Europese Unie is hierbij belangrijk omdat deze een belangrijke rol speelt in het oplossen van het klimaatprobleem. Het is dus van groot belang dat wanneer je kinderen milieubewust gedrag wilt aanleren, je de kinderen leert over het belang en de rol van de Europese Unie. Onze probleemstelling is dat kinderen te weinig betrokken worden in het bestrijden van het klimaatprobleem en zich maar nauwelijks bewust zijn van hun Europees burgerschap. Onze onderzoeksvraag is: Wat is het effect van het geven een les over de Europese Unie en klimaat na één week op het gedrag van kinderen in groep 5 en 6 van de basisschool met betrekking tot het milieu? Onze deelvragen zijn: 1. Welke onderwerpen binnen het thema klimaat en Europese Unie zijn nuttig om aan kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool te leren, zodat ze zelf hun gedrag ten opzichte van het klimaat kunnen veranderen? 2. Heeft het geven van een les over klimaat en milieu in één week effect op het milieubewuste gedrag van kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool? 3. Heeft het geven van een les over de Europese Unie in één week effect op de kennis van de Europese Unie met betrekking tot het klimaat van kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool? 4. Wat zijn de visies van betrokkenen op lessen over het klimaat en de Europese Unie? We verwachten dat de kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool weinig kennis zullen hebben van de Europese Unie en dat zij zich er niet van bewust zijn wat hun gedrag voor invloed heeft op klimaat en milieu. Wij verwachten ook dat door de les hun bewustzijn op klimaat- en milieugebied en hun kennis van de Europese Unie groeien. Verder verwachten wij dat deze kennis en deze bewustheid in een week zullen resulteren in gedrag met een positieve invloed op klimaat en milieu. Ook 3

5 verwachten wij dat de kinderen meer bewust zullen zijn van de positieve gevolgen van Europese samenwerking op klimaatgebied. De opzet van ons onderzoek is als volgt. Eerst zullen wij een enquête uit voeren onder de kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool om hun voorkennis te testen over de Europese Unie en om het gedrag ten opzichte van het klimaat te bepalen. Vervolgens zullen wij een les geven over het klimaatprobleem en de Europese Unie. Hierbij zullen wij een aantal onderwerpen noemen die de kinderen zelf kunnen veranderen in hun gedrag. Een week later voeren we dezelfde enquête uit (met een andere vraagvolgorde) om de verandering in de kennis en het gedrag te testen. Als laatste ondervragen wij verschillende personen die betrokken zijn bij de les over hun visie op dit onderwerp. Ten slotte trekken we conclusies, schrijven ons verslag en presenteren wij het resultaat in de vorm van een advies aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Ben Knapen. Als de kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool hun gedrag aanpassen en zich milieuvriendelijker zijn gaan gedragen en wanneer zij meer kennis krijgen over de Europese Unie dan is gebleken dat het geven van een les over Europese Unie en klimaat na één week positief effect heeft. Als de kinderen hun gedrag niet aanpassen en hun kennis niet veranderd dan is gebleken dat dergelijke lessen geen effect hebben. Als de kennis van de kinderen achteruit gaat en het gedrag zich op de verkeerde manier ontwikkelt dan is gebleken dat het geven van een dergelijke les een negatief effect heeft. Het maken van dit werkstuk en het doen van het onderzoek was niet mogelijk geweest zonder de hulp van heel veel mensen en organisaties. Wij zijn hen allen zeer dankbaar. Als eerste willen we de organisatoren van het YES-project, in het bijzonder Erik Vos, bedanken voor al het werk dat zij hebben verzet en alle studiedagen die zij mogelijk hebben gemaakt. Ook willen wij de volgende instanties bedanken die onder andere de studiedagen medemogelijk hebben gemaakt: European Parliament, delegaties van Groen Links en D66; Clingendael, Netherlands Institute of International Relations; Clingendael International Energy Programme; European Values Study, Universiteit Tilburg; ministerie van Infrastructuur en Milieu, Directoraat-Generaal Milieubeheer; ministerie van Economische Zaken en Innovatie; het ministerie van Buitenlandse Zaken; TU Delft; VNG, Vereniging van Nederlandse Gemeenten; Wageningen University; Jan Terlouw; GasTerra BV; De argumentenfabriek; Haagse Hogeschool / Climate and Environment; The Energy Club van de TU Delft; Fontys Hogeschool, European Values Atlas; Universiteit van Twente, faculteit Management en Bestuur/ European Studies. We willen graag onze begeleiders vanuit het Christelijk Lyceum Delft bedanken: Josje Schokkebroek, Katerina van Wegen en Karine van Vinhuizen. Ons profielwerkstuk was ook zonder hen niet mogelijk geweest. Als laatsten, maar zeker niet de minsten, Renske Smid en groep 5/6a van het schooljaar van basisschool De Akker in Rijswijk. Zonder hen was ons onderzoek niet mogelijk geweest. We vinden allebei dat de samenwerking goed is verlopen. Er was nauwelijks miscommunicatie, goed overleg en van beide zijden het trouw nakomen van de afspraken. Na deze inleiding komt het literatuuronderzoek, hierin is alle informatie die wij van te voren nodig achtten voor ons onderzoek te vinden. Daarop volgt het materiaal en de methode, waarin precies 4

6 uiteengezet wordt hoe het onderzoek is opgezet. Daarop volgt de uitwerking van de deelvragen. Elke deelvraag vormt een hoofdstuk, in de volgorde die hiervoor is vermeld. Na de deelvragen komen de conclusie en discussie aan de orde. Tot slot hebben wij onze bevindingen kort samengevat. Achteraan in het werkstuk staan de bijlagen, zoals interviews, mails en een overzicht van de enquêteresultaten, en de bronvermelding. 5

7 Literatuurstudie Onderzoeken over het onderwerp Dit onderzoek gaat over het milieuvriendelijke gedrag van Nederlanders. Milieubesef hoeft geen garantie te zijn voor milieuvriendelijk gedrag. Er zijn verschillende dingen die mensen er van zouden kunnen weerhouden milieuvriendelijk gedrag te vertonen. Een aantal hiervan zijn kennis, kosten, comfort en moeite. Er zijn ook verschillende redenen waarom mensen wel kiezen voor milieuvriendelijk gedrag, zo zijn er bijvoorbeeld mensen die solidariteit willen uiten ten opzichte van de komende generaties. Jongeren en ouderen houden beiden rekening met het milieu, wel is bij de ouderen de kennis over het milieuvriendelijke gedrag kleiner, terwijl hun motivatie groter is. Bij jongeren is dit andersom. Zij hebben meer kennis, maar minder motivatie. Een positief vooruitzicht is dat als de jongeren zich gaan gedragen als de ouderen als ze ouder zijn, ze beter milieuvriendelijk gedrag gaan vertonen omdat ze meer kennis en meer motivatie hebben. Als dit zich voortzet in volgende generaties is dit een grote vooruitgang voor het milieu. B075F04C3614/0/Milieuvanlaterwienszorgvannu.pdf Dit is een sluitstuk van Universiteit Utrecht. Dit onderzoek beslaat de vakgebieden sociologie, milieumaatschappijwetenschappen en liberal arts and sciences. Het probeert antwoord te geven op de vraag waarom mensen niet in overeenstemming met hun milieubewustzijn handelen. Er wordt hierbij een verschil gemaakt tussen milieubewust zijn (leven op een manier die geen negatieve invloed heeft op het milieu) en milieubewustzijn (weten dat er een milieuprobleem is en dat er een manier van handelen is die dat probleem vermindert). Het onderzoek is uitgevoerd door twee studenten als afsluiting van hun studie Liberal Arts & Sciences aan de Universiteit Utrecht /Scriptie%20Ilona%20Berendsen%20en%20Ellen%20Roza%20versie%202.pdf Dit is een artikel van Universiteit Utrecht. Dit artikel gaat over het milieuvraagstuk als pedagogisch probleem. Er worden verschillende manieren van onderwijs over milieu besproken. Onderwijs door waardeoverdracht en onderwijs door waardenverheldering en waardencommunicatie worden in dit artikel uitgelegd. en_waarderen_in_natuur-en_milieu-educatie Sociologie De sociologie bestudeert mensen en hun gedrag in hun sociale omgeving. Er wordt hier ook gekeken naar de moraal en de ethiek die voor bepaalde mensen belangrijk is. Politieke en filosofische gedragscodes zijn ook belangrijk voor de manier waarop mensen zich gedragen. Dit betekent dat sociologen het dagelijks leven van mensen bestuderen. Ze kijken naar hoe mensen zich gedragen in hun omgeving, sociale verbanden, gezinsstructuren, religieuze verbanden, wetten, normen en waarden, rolpatronen en culturele verbanden. 6

8 Sociologie gebruikt vaak kansrekening om te bepalen wat dat kans is dat mensen bepaald gedrag vertonen. Sociologie is een wetenschap die te maken heeft met het gedrag van mensen. Het is dus een sociale studie. In Tilburg wordt de Atlas of European values gemaakt. Dit is een atlas waarin je kunt bekijken hoe in heel Europa mensen denken over bepaalde zaken. Je kunt bijvoorbeeld vergelijken wat de mening is van Nederlandse mensen en Franse mensen over het recyclen van afval. Sociologie en milieu Milieusociologie is een onderdeel van de wetenschap sociologie die onderzoek doet naar het gedrag van mensen met betrekking tot het milieu. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar hoe mensen omgaan met afval en wat ze vinden van milieuproblemen. Mensen die veel weten van milieusociologie zijn: o o o o o Ulrich Beck Anthony Giddens Joseph Huber Martin Jänicke Ernst Ulrich von Weizsäcker Egbert Tellegen heeft een boek geschreven over de omgang van mensen met het milieu. Het is bijvoorbeeld opvallend dat er steeds meer milieubeleid komt, maar dat de aarde ook steeds meer wordt vervuild. Lessenreeksen Er zijn verschillende lessenreeksen over het klimaat. De lessenreeks van de onderstaande website behandelt klimaatverandering en seizoenen. We zouden deze lessenreeks kunnen geven op een basisschool. Een nadeel van deze lessenreeks is dat het geen oplossingen voor het milieuprobleem behandeld die de kinderen zelf kunnen toepassen. Een voordeel is dat de lessenreeks is gemaakt door een professor van de universiteit van Wageningen, de lesstof is dus kloppend en betrouwbaar. Lesbrief van Greenpeace: Klimaatverandering, gedragsverandering. Deze lesbrief van Greenpeace is bedoeld voor de basisschool om kinderen enthousiast te maken om iets aan het milieu te doen. Dit bijvoorbeeld door een warme-truiendag te organiseren. 7

9 Studiedagen Worldschool Lezing John Gelissen Deze PowerPoint hoort bij de lezing van John Gelissen op Tilburg University over hetzelfde probleem als dat waar het onderzoek van de studenten van de Universiteit Utrecht over gaat. Dit probleem is de vraag of mensen die een milieubewustzijn hebben ook milieubewust zijn. Behalve over deze vraag is ons ook verteld over sociologie en psychologie en wat dat precies is en over wat er al bekend is op deze vakgebieden over deze vraag. De lezing was op 15 mei

10 Materiaal en methode Om het onderzoek uit te voeren waren een aantal materialen nodig. Deze zijn hieronder beschreven. Ook de methode die is gebruikt om het onderzoek uit te voeren is hieronder beschreven. Materiaal: Les over de Europese Unie en het klimaatprobleem met oplossingen Papier Pen Enquêtes Groep 5/6 kinderen Computer Beamer Methode de voorbereiding van de les: We hebben gekeken wat voor lessen of lessenreeksen beschikbaar zijn over het onderwerp klimaat en EU. o We hebben hiervoor het internet, informatie van scholen en van gemeente Pijnacker gebruikt. Aangezien er geen passende les te vinden was, moesten we zelf een les maken. We hebben verzonnen welke onderwerpen er belangrijk zijn om in de les terug te laten komen. We verzonnen hoe lang de les moest gaan duren. We hebben zo veel mogelijk informatie over deze onderwerpen gezocht, hierbij was het belangrijk te letten op de betrouwbaarheid van de bronnen. Over ieder onderwerp hebben we een stukje voor de les 1 geschreven, hiervoor hebben we de gevonden informatie gebruikt. Om de onderwerpen in de les duidelijker te maken, hebben we een PowerPointpresentatie gemaakt. Bij ieder stukje hebben we twee meerkeuzevragen gemaakt die de kinderen tijdens de les moesten beantwoorden zodat de les interactief wordt. We hebben ieder goed antwoord een letter gegeven, en alle letters van de goede antwoorden vormden het woord klimaatprobleem. 1 Voor de gegeven les, zie bijlage 2 en 3 9

11 Methode het effect van de les meten: We hebben in een groep kinderen uit groep 5/6 een enquête 2 afgenomen over hun klimaatbewuste gedrag en hun kennis over de Europese Unie. Hierna hebben we een les over het klimaatprobleem en de Europese Unie aan de kinderen gegeven. Hiermee probeerden we rekening te houden met de onderstaande punten: o Zorg dat deze les is afgestemd op de leeftijd van de kinderen. o Geef in deze les tips aan de kinderen wat ze zelf aan hun gedrag kunnen veranderen, om goed te zorgen voor het klimaat. o Breng in deze les de informatie over klimaat en Europa op een begrijpelijke en speelse manier aan de kinderen, zodat ze de informatie beter kunnen onthouden. o Maak de kinderen niet bang, maar breng het probleem op een positieve manier. Een week na de les hebben we de enquête nog een keer afgenomen. De uitslagen van de twee keer enquêteren hebben we verwerkt in Excel, en de resultaten hebben we met elkaar vergeleken om conclusies te kunnen trekken. 2 Voor de gehouden enquête, zie de bijlage 10

12 1. Nuttige onderwerpen Welke onderwerpen binnen het thema klimaat en de Europese Unie zijn nuttig om aan kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool te leren, zodat ze zelf hun gedrag ten opzichte van het klimaat kunnen veranderen? Dit hoofdstuk probeert antwoord te geven op de vraag: Welke onderwerpen binnen het thema klimaat en Europa zijn nuttig om aan kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool te leren, zodat ze zelf hun gedrag ten opzichte van het klimaat kunnen veranderen? Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het handig om te kijken naar de resultaten van de enquête in de klas voordat de les gegeven is en nadat de les gegeven is. Om de nuttige onderwerpen aan te wijzen moeten de vragen in verschillende categorieën worden ingedeeld. Deze indeling is gemaakt aan de hand van de onderwerpverdeling in de les. Er zijn acht onderwerpen: - Afval - Energie - Eten - Europese Unie - Hergebruik - Vervoer - Water Per onderwerp staat tabel 1 in het kort hoeveel vragen er over zijn gesteld en wat de verandering in het aantal goede antwoorden is. Dit is bepaald door te kijken naar het sociaal wenselijke antwoord of de sociaal wenselijke antwoorden naar aanleiding van de les. Dit aantal is los vermeld per vraag en het saldo staat in de laatste kolom. Groen is vooruitgang en rood achteruitgang. Onderwerp Aantal vragen Verandering per vraag Saldo (+ = positief veranderd, - = negatief veranderd) Afval Energie Eten Europese Unie Hergebruik Vervoer Water Tabel 1 verandering aantal goede antwoorden Om te definiëren of een onderwerp nuttig is om te bespreken in de les, moet men weten wat onder nuttig wordt verstaan. Is nuttig dat het aantal goede antwoorden is toegenomen, het heeft het meeste resultaat, of dat het aantal goede antwoorden juist is afgenomen, dan is onderwijs het meest nodig? Voor dit onderzoek is de eerste optie gekozen, omdat dit meteen ook aangeeft hoe geslaagd de les is geweest in het vermeerderen van milieubewust gedrag en de kennis over het klimaat en de Europese Unie. Het kijken naar de achteruitgang is zeker ook belangrijk, maar in dit geval goed voor een suggestie voor vervolgonderzoeken, om een betere onderwijsvorm voor deze onderwerpen te zoeken. Nuttige onderwerpen zijn dus onderwerpen waarbij de resultaten verbeterd zijn. Door af te 11

13 lezen in de tabel is te vinden dat in dit geval afval, de Europese Unie en water nuttige onderwerpen zijn. Men moet bij dergelijke onderzoeken altijd kijken naar de mogelijkheid van sociaal wenselijke antwoorden, waar de kans natuurlijk extra groot op is, nu bij de herhaling van de enquête in de les verteld is hoe het moet. Hierover vindt u meer in hoofdstuk 2. Om de resultaten te proberen te verklaren, wordt eerst gekeken naar het onderwerp Europese Unie, omdat hier de stijging het grootst is. Elke vraag is in aantal toegenomen, wat aangeeft dat de kinderen voor de les nog over vrij weinig (juiste) kennis beschikten wat de Europese Unie betreft. En dat de les daar verbetering in heeft gebracht. Afval is de tweede in de rij. De grootste toename is, zoals te lezen is in de resultaten in de bijlage 1, bij de stelling Wij gooien thuis papier in een andere prullenbak dan het andere afval. Komt deze toename doordat de kinderen eerst niet wisten dat dit zo was, nee hebben geantwoord en er thuis op gingen letten, of zijn kinderen daadwerkelijk naar hun ouders gegaan met de vraag of zij een oudpapierbak mochten? Zoals geschreven is dat niet af te leiden uit dit onderzoek, maar het is een vervolgvraag. De derde verbeteraar, al dan niet discutabel, is water. Het is discutabel, omdat er maar één vraag over wordt gesteld. Weliswaar de makkelijkste aanpassing ( Ik doe de kraan uit als ik aan het tandenpoetsen ben. ), maar in zijn eentje niet betrouwbaar. Toch zijn er meer kinderen die zuinig zijn met water, al is het misschien alleen maar bij het tandenpoetsen. Kortom, de nuttigste onderwerpen om aan kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool te leren zijn de Europese Unie, afval en water.

14 2. Milieubewust gedrag Heeft het geven van een les over klimaat en milieu in één week effect op het milieubewuste gedrag van kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool? In dit hoofdstuk zal antwoord worden gegeven op de vraag: Heeft het geven van een les over de Europese Unie in één week effect op het milieubewuste gedrag van kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool? Bij het bestuderen van deze resultaten is het erg belangrijk om te bedenken dat de kans op sociaal wenselijke antwoorden aanzienlijk groter is na de les over klimaat, omdat de kinderen dan weten hoe je zo positief mogelijk kan leven ten opzichte van het klimaat. In een Amerikaans onderzoek 3 is ontdekt dat kinderen tot en met groep 7 4 sociaal wenselijker antwoorden geven dan kinderen die ouder zijn dan dat. Daar vallen kinderen in groep 5 en 6 dus binnen. Volgens dit onderzoek geven ook dommere kinderen vaker sociaal wenselijke antwoorden dan slimmere en dit geldt ook voor meisjes versus jongens en donkere versus blanke kinderen. Het is ook belangrijk om te kijken naar de invloed die kinderen (in een week tijd) hebben op het veranderen van de situatie. Bij elk onderwerp verschilt het per vraag hoeveel invloed het kind zelf hierop kan uitoefenen. Een voorbeeld van veel invloedsmogelijkheden is: Ik gooi afval in de natuur, terwijl een vraag waarbij de kinderen vrij weinig invloed hebben is: Plastic afval gaat bij mij thuis in de grote zwarte prullenbak. Voor de eerste vraag geldt dat het gedrag vooral een eigen keuze is. De tweede vraag vraagt echter ook om een actie naar de ouders van het kind. Het test dus ook: vinden de kinderen het onderwerp zo belangrijk en hebben ze er zoveel van meegekregen dat ze aan hun ouders hebben gevraagd er iets mee te doen? Hierbij is ook de mate waarin de ouders hun kinderen serieus nemen erg belangrijk. Dit is hier niet getest. Verder zijn er nog veel meer andere factoren die invloed uitoefenen op het verschil per vraag, dus kan dit verschil niet meegenomen worden in de verwerking van de resultaten. Het gedrag van kinderen komt voor een groot deel voort uit de opvoeding 5 die ze hebben gekregen. In de onderstaande alinea s is te lezen of een les over klimaat en Europese Unie na een week effect heeft op het milieubewuste gedrag van kinderen. Op een aantal punten zijn de kinderen milieubewuster gedrag gaan vertonen. Een punt waar de kinderen vooral vooruit zijn gegaan is de vraag of ze slapen met een nachtlampje of met licht op de gang aan. Voor de les zei 35,7% van de kinderen dat ze Onderwerp Voor de les Na de les Nachtlampje aan 35,7% 17,2% Papier scheiden van ander afval 42,9% 65,5% Etensresten scheiden van ander afval 42,9% 31,0% Alle boeken lenen uit de bibliotheek 7,1% 3,4% Soms boeken lenen uit de bibliotheek 60,7% 72,4% Minder dan vier dagen per week vlees eten 32,1% 39,3% Tabel 2 Veranderingen percentages gedrag genoemd in dit hoofdstuk B075F04C3614/0/Milieuvanlaterwienszorgvannu.pdf, bladzijde

15 sliepen met een lichtje aan. Na de les zei nog maar 17,2% van de kinderen dit. Dit betekent dat bijna 50% van de kinderen die met een nachtlampje aan sliepen of met licht op de gang, dit nu niet meer doet. Het scheiden van papier van ander afval bleek ook een punt dat na de les was verbeterd. Voor de les bleek 42,9% van de kinderen thuis papier in de papierbak te gooien. Na de les was het aantal kinderen dat dit deed 65,5%. Dit is dus meer dan de helft van de kinderen. Het is goed voor het milieu dat deze kinderen hun gedrag hebben veranderd. Papier in de papierbak gooien is iets dat een kind gemakkelijk zelf kan veranderen. Ook het aantal kinderen dat glas in de glasbak gooit bleek na de les te zijn gestegen. Een ander resultaat dat opviel was dat er juist een daling was in het aantal kinderen dat thuis etensresten apart van ander afval weggooide. Voor de les was dit namelijk 42,9% van de kinderen, terwijl dit na de les 31,0% van de kinderen was. Deze daling is niet te verklaren vanuit ons onderzoek, het zou een aanbeveling voor vervolgonderzoek kunnen zijn. Het aantal kinderen dat al zijn leesboeken uit de bibliotheek haalt bleek iets te zijn gedaald, namelijk van 7,1% naar 3,4%. Er is echter wel een aantal kinderen dat eerst geen leesboeken uit de bibliotheek haalde, maar dat nu zegt soms te doen. Het aantal kinderen dat af en toe een boek leent is namelijk gestegen van 60,7% naar 72,4%. Een ander positief punt is dat er na de les meer kinderen waren die minder dan vier dagen per week vlees aten bij het avondeten. Voor de les over de Europese Unie en het klimaat at 32,1% van de kinderen minder dan vier dagen per week vlees. Na de les was dit 39,3% van de kinderen. Dit is opvallend omdat het avondeten vaak niet iets is waar kinderen veel invloed op hebben. Dit zou kunnen betekenen dat de kinderen aan hun ouders hebben gevraagd minder vaak vlees te eten. Er waren in deze klas geen vegetarische kinderen. Van de zesentwintig vragen zijn gesteld in de vragenlijsten die werden gehouden onder de kinderen uit groep 5/6, zijn in dit hoofdstuk de meest opvallende resultaten besproken. Dat waren de resultaten die het meest zijn veranderd in positieve of negatieve zin. De resultaten van alle vragen, dus ook degenen die hier niet uitgebreid zijn genoemd, zijn verwerkt in grafieken. Deze zijn te vinden in bijlage 1. Er is door het Centraal Bureau Statistiek onderzoek gedaan naar het verband tussen een positieve houding ten opzichte van het milieu en milieuvriendelijk gedrag. Het onderzoek van het CBS kan worden gebruikt om te verklaren dat sommige kinderen na de les over milieu en Europese Unie hun gedrag niet aanpassen. In het onderzoek Milieu van later wiens zorg van nu 6 van het Centraal Bureau Statistiek is te lezen dat er vaak wordt gedacht dat een positieve houding tegenover milieu ook zorgt voor milieuvriendelijk gedrag. Het blijkt dat dit toch vaak niet het geval is. Dat positieve houdingen niet altijd zorgen voor milieuvriendelijk gedrag komt volgens het onderzoek omdat er om dit positieve gedrag te vertonen genoeg aantrekkelijke en goed te betalen milieuvriendelijke alternatieven voor het slechte gedrag moeten zijn. Het kan dus zijn dat de les wel een effect op de kennis van de kinderen heeft gehad, 6 B075F04C3614/0/Milieuvanlaterwienszorgvannu.pdf, blz

16 maar dat dit niet tot uiting komt in het gedrag omdat de milieuvriendelijke alternatieven voor hun huidige gedrag niet aantrekkelijk genoeg zijn. Een voorbeeld hiervan is een vraag over hoe de lunch mee wordt genomen. Aan de kinderen werd gevraagd of de lunch wordt meegenomen in een plasticzakje. Voor de les vulden vijf van de kinderen in op de enquête dat hun brood in een plastic zakje zat. Tijdens de les werd verteld dat het gebruik van een broodtrommel beter is voor het milieu en klimaat omdat er dan minder afval ontstaat. Een week na de les vulden er nog steeds vijf kinderen in dat hun brood in een plastic zakje zat. Misschien is het alternatief broodtrommel voor de kinderen niet aantrekkelijk genoeg, de broodtrommel moet mee naar school worden genomen, maar ook weer mee terug. Een plastic zakje kan worden weggegooid. Dit is maar een voorbeeld, maar het kan dus zijn dat het aanbod aan alternatieven een oorzaak is voor het niet vertonen van milieuvriendelijk gedrag. Uit de bovenstaande alinea s en uit de onderzoeksresultaten in bijlage 1 is te concluderen dat het geven van een les over klimaat en de Europese Unie na een week effect heeft op het milieuvriendelijke gedrag van kinderen uit groep 5 en 6. Zoals te zien is, is dit effect in acht gevallen positief, omdat de kinderen gedrag zijn gaan vertonen dat beter is voor het klimaat. Het aantal kinderen dat zijn of haar gedrag positief verandert is het grootst. In zeven gevallen is er geen effect en in acht gevallen negatief effect te zien (deze negatieve effecten zijn kleiner dan de positieve effecten), dit zou kunnen worden verklaard doordat de alternatieven voor dit gedrag niet aantrekkelijk genoeg zijn voor de kinderen of door het feit dat gedrag voor een groot deel wordt bepaald door de opvoeding en dus niet in een week te veranderen is. 15

17 3. Europese Unie Het effect van een les over klimaat en milieu in één week op de kennis over de EU met betrekking tot klimaat van kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool De Europese Unie is een belangrijke organisatie als het gaat om wetgeving rondom het milieu. Binnen de Europese Unie werken veel landen samen. Hierdoor kunnen er met internationale afspraken veranderingen worden gemaakt, die niet mogelijk waren geweest als er maar één land was dat zich aan deze wetten hield. Op deze manier kan de Europese Unie problemen aanpakken. Een voorbeeld hiervan is het proberen om gezamenlijk het klimaatprobleem op te lossen. Als je kinderen milieubewust gedrag wilt aanleren, is het belangrijk om hen ook te leren over de Europese Unie, omdat deze een belangrijke rol speelt in het oplossen van het klimaatprobleem. Door aan de kinderen te vertellen over de oplossingen van deze organisatie, zullen ze zien hoe belangrijk deze samenwerking tussen landen is. Ook zullen ze zien dat je door zelf samen te werken heel veel kan bereiken. De Europese Unie zelf vind het dan ook belangrijk dat kinderen leren over het klimaat, en hoe zij met dit thema verbonden zijn. Dit is de reden dat de zij in verschillende landen projecten over dit onderwerp financiert. Voor jongeren wordt bijvoorbeeld het YES-project 7 gefinancierd, een project van de Worldschool over de Europese Unie en klimaat. Ook voor kinderen van de basisschool worden er een aantal projecten gefinancierd. Op de website van de Europese Unie staat een link naar een kinderwebsite 8 met spelletjes en filmpjes over het milieu. Ook staat er op de website van de Europese Unie een boekje voor kinderen waarin het klimaatprobleem wordt uitgelegd. 9 Om te kijken wat het effect is van het geven van lessen over klimaat en de Europese Unie is er op basisschool de Akker in Rijswijk een les gegeven over deze onderwerpen. 28 kinderen uit groep 5/6 deden mee aan het onderzoek voor dit profielwerkstuk. Omdat samenwerking belangrijk is in het oplossen van het klimaatprobleem, is er in de les die is gegeven aandacht besteed aan wat de Europese Unie is en wat zij doet. In ieder deelonderwerp in de les is ook de Europese wetgeving teruggekomen. Zo is er bijvoorbeeld in het deelonderwerp energie verteld dat het de bedoeling is dat in 2020, 20% van de gebruikte energie groen is. Voordat de les werd gegeven, zijn er een aantal vragen over de Europese Unie aan de kinderen gesteld, om hun kennis te testen over dit onderwerp. Voor de les wist 14,3% van de kinderen wat de Europese Unie was. Een week nadat de les was gegeven werd er weer een enquête onder de kinderen gehouden met een aantal vragen over dit onderwerp. Uit de tweede enquête bleek dat een week na de les 72,4% van de kinderen uit groep 5/6 wist wat de Europese Unie is. Voor dat de les werd gegeven wist 35,7% van de kinderen dat de Europese Unie regels maakt om de klimaatverandering tegen te gaan. Na de les wist 58,6% dit

18 Op de vraag waar in het klimaatbeleid van de Europese Unie vooral aandacht aan wordt besteedt, wist voor de les 10,7% van de kinderen het antwoord. Toen een week na de les deze vraag nog een keer werd gesteld, wist een groter aantal kinderen het goede antwoord. 37,9% van de kinderen wist nu dat de aandacht onder andere wordt besteed aan minder broeikasgassen, klimaatneutrale veeteelt en het stimuleren van mensen om hen minder vaak met de auto te laten reizen. Wat opvalt aan de uitkomst van deze vraag, is dat er wel een stijging te zien is in het aantal kinderen dat het goede antwoord weet, maar dat het aantal kinderen met een positief antwoord nog onder de 50% ligt. De conclusie die kan worden getrokken uit de resultaten van deze drie vragen, is dat de kinderen van de les hebben geleerd. Het grootste effect van de les na een week is, dat er een stijging van 58,1% is bij het aantal kinderen in groep 5/6 dat weet wat de Europese Unie is. Op de andere geteste onderdelen was er ook een stijging te zien in het aantal kinderen dat kennis had over bepaalde functies van de Europese Unie, al was deze stijging minder groot. Er zijn dus veel kinderen die iets hebben geleerd over de Europese Unie. Aantal kinderen dat heeft geantwoord op de vraag De Europese Unie is voor de les na de les Goed antwoord 4 21 weet niet 3 0 Fout antwoord 21 8 De Europese Unie doet het volgende voor het klimaat: Goed antwoord weet niet 3 0 Fout antwoord 15 Het klimaatbeleid van de Europese Unie is vooral gericht op Goed antwoord 3 11 weet niet 3 0 Fout antwoord Tabel 3 Het aantal groep 5/6 kinderen dat een bepaald antwoord heeft gegeven op een vraag om hun kennis over de EU te testen 17

19 4. Visie Wat zijn de visies van betrokkenen op lessen over het klimaat en de Europese Unie? In dit hoofdstuk worden de visies besproken van betrokkenen op het gebied van onderwijs over het klimaat en de Europese Unie aan de hand van bovenstaande deelvraag. De betrokkenen zijn gekozen op hun vak of invloed op dit onderwerp. Ze zijn ondervraagd met open vragen, soms via een enquête, soms via de mail, soms via een interview. De ondervraagde personen en instanties zijn: - De kinderen zelf: wat vinden zij van dergelijke lessen? Hebben zij er behoefte aan om meer hierover te weten of regelmatiger lessen over dit onderwerp te krijgen? Wat is hen bijgebleven? - Hun ouders: vinden zij dit onderwerp van belang voor hun kind? Nemen zij dit mee in het opvoeden? Hebben zij iets meegekregen van de les die hun kind ontvangen heeft en merken zij verandering in het gedrag van hun kind qua milieubewustzijn? Zijn zij bereid om extra te betalen voor dit soort lessen of niet? - Erik Vos: hij is de organisator van het YES-project. Er zijn hem op de pre-conferenceday vragen gesteld over zijn eigen ervaringen op dit gebied, het belang dat hij hecht aan deze onderwerpen en wat hij verwacht dat het effect zal zijn van dergelijke lessen. Ook is hem gevraagd naar wat hij veranderd zou willen zien in het onderwijs. - Renske Smid: leerkracht bij wie het onderzoek in de les heeft plaatsgevonden. Er is haar gevraagd of ze bij de kinderen iets heeft gemerkt als gevolg van de les, of ze opmerkingen had over de les zelf en wat haar mening is over dergelijke lessen in het algemeen. - Het ministerie van Buitenlandse Zaken: wat is uw ervaring met dergelijk onderwijs? Wat ziet u graag verbeterd? Wat kan de rol van het ministerie van Buitenlandse Zaken hierin zijn? Hecht u belang aan deze onderwerpen in het onderwijs? Dergelijke vragen zijn g d naar het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hier hebben wij helaas na meerdere contactpogingen geen antwoord op ontvangen. - Het ministerie van Infrastructuur en Milieu: Dit is een van de instellingen die bezocht zijn met het YES-project. Er is gevraagd naar de visie van dit ministerie op onderwijs over klimaat en de Europese Unie, maar hier is geen bruikbaar antwoord op gegeven. De desbetreffende e- mail is te vinden in bijlage 5. Aan dit ministerie zijn dezelfde vier vragen gesteld als aan het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar dan van toepassing op het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Ook hier hebben wij helaas na meerdere contactpogingen geen antwoord op ontvangen. Deze personen en instanties geven een breed beeld van de visie van de samenleving op lessen over klimaat en de Europese Unie. De precieze vragen en de resultaten daarbij zijn te vinden in bijlage 7 (onderdeel a tot en met d). Hier wordt een korte samenvatting gegeven van de meningen. Om te beginnen met de kinderen: zij zijn unaniem positief. Ze geven twee vieren en drie vijven op een schaal van één tot vijf voor het belang van dit soort lessen en geven allemaal aan iets geleerd te hebben. Al blijkt uit een aantal korte vragen dat niet altijd de juiste informatie is onthouden. Zo is een antwoord op de vraag wat het kind heeft geleerd: Ik heb geleerd dat er door uitlaatgassen ook een laagje om de aarde komt wat zonnestralen tegenhoudt. Dit klopt helemaal. Een ander kind daarentegen schrijft een verhaal op over soorten stroom, waar duidelijk vraagtekens bij te zetten zijn: Geleerd: dat er zwarte stromen zijn (gevaarlijk), groene stromen (goed), grijze stromen (uit de 18

20 grond). Doe je dat nu nog steeds: ja. Of: Als je licht nodig hebt kun je ook het raam opendoen. Verder willen de kinderen graag vaker dergelijke lessen, maar met een kanttekening: soms maar dat we het nog kunnen onthouden! Hieruit valt af te leiden dat het onderwerp voor sommige kinderen iets te ingewikkeld is, terwijl anderen het prima kunnen bevatten. De ouders hebben een iets andere visie op dit onderwerp dan de kinderen. De kinderen hebben hun ouders over het algemeen niet bijzonder veel verteld over de les. Belangrijk hierbij om te weten is dat de ouders drie maanden na de les zijn ondervraagd en de kinderen na een week. Ouders vinden het niet onbelangrijk dat deze lessen gegeven worden, maar hebben er vaak geen geld voor over. Dit heeft verschillende redenen. De een vindt dat het schoolgeld al hoog genoeg is, terwijl de ander vindt dat het goed te combineren is met andere lessen, bv aardrijkskunde of natuur. Dit zijn ideeën die gebruikt kunnen worden bij het beter lesgeven over de onderwerpen die in hoofdstuk 1, over nuttige onderwerpen, een daling in het aantal milieuvriendelijke antwoorden hadden na de les. Wat opvalt, is dat een ouder aangeeft dat de lessen niet bijzonder belangrijk zijn (er wordt een drie op een schaal van één tot vijf gegeven), omdat de ouders zelf thuis toch nog veel moeten herhalen. Later in de enquête blijkt dat ouders die verantwoordelijkheid zelf nemen door middel van het goede voorbeeld geven (geen auto, afval scheiden) of regels te stellen (kort douchen, licht uit). Een ouder waar een gesprek mee is gevoerd, maar die geen vragenlijst heeft ingevuld, gaf aan dat hun kind veranderd was sinds de les. Het wilde het liefst niet meer met de auto, het afval moest gescheiden worden en het kind vertelde de ouders thuis uitgebreid over het gat in de ozonlaag. De visies van ouders en kinderen zijn belangrijk om te vergelijken, omdat de ouders de kinderen opvoeden en leren wat goed en wat slecht is. Een onderzoek van het Centraal Bureau voor Statistiek 10 geeft aan dat er een verschil is tussen de vorige en de huidige generatie. Hierbij maakt het Bureau onderscheid tussen milieubewustzijn en milieubewust gedrag. Het verschil is dat een milieubewust persoon alleen weet wat er speelt op het gebied van klimaat en milieu, maar dat een persoon met milieubewust gedrag daar ook wat mee doet. De huidige generatie weet vooral dat er wat speelt, terwijl de vorige meer probeert te doen. Dit heeft echter nog niet bijzonder veel effect, omdat deze generatie niet genoeg weet. Hieruit valt de conclusie te trekken dat het belangrijk is om les te geven over wat er te doen is om het milieu niet kapot te maken aan de huidige generatie, zodat zij hun kennis en hun gedrag kunnen combineren om zo zuinig om te gaan met de aarde. De visie van Erik Vos op dergelijke lessen is door hemzelf al kort samengevat: Klimaatlessen zijn belangrijk, maar het is nog belangrijker op welke manier de lessen worden gegeven. Dat moet op een positieve, goede manier gebeuren en geen bangmakerij zijn. Ze zijn jong, het zijn kinderen, ze moeten zich geen zorgen maken. Hij denkt verder dat school alleen niet genoeg is om kinderen blijvend milieubewust gedrag aan te leren. Hij verwacht dat dit komt omdat kinderen weinig keus hebben: ze kunnen alleen dicht bij huis werken. Wat opvalt, is dat hij aangeeft dat hij les over de Europese Unie vooral belangrijk vindt omdat er in de politiek zoveel over wordt gezegd, dat jonge mensen nauwelijks de kans krijgen om een eigen mening te vormen. Vos vindt eigen onderzoek hiervoor een uitgelezen kans. Het hele interview en de ideeën van Erik Vos over verandering in het onderwijs, is te lezen in bijlage 7d B075F04C3614/0/Milieuvanlaterwienszorgvannu.pdf 19

21 Renske Smid vindt het onderwerp belangrijk om onder de aandacht te brengen bij de kinderen, omdat het een belangrijk item voor je houding in de maatschappij is. Naar haar idee betekent dat echter niet dat dit onderwerp wekelijks terug moet komen op school, één à twee keer per jaar is genoeg. De kinderen hebben ook nog de jaarlijkse Afvalrace 11, georganiseerd door de gemeente Rijswijk. Bij deze race doen verschillende teams mee. Het team dat als eerste een grote berg afval het best gesorteerd heeft, heeft gewonnen. Behalve deze speelse manier om zich met afvalscheiding bezig te houden, krijgen kinderen in groep 6 bij het vak natuur ook les over het milieu

22 Conclusie Wat is het effect van het geven een les over de Europese Unie en klimaat na één week op het gedrag van kinderen in groep 5 en 6 van de basisschool met betrekking tot het milieu? Ons antwoord op de onderzoeksvraag, wat het effect is van het geven van een les over de Europese Unie en klimaat na één week op het gedrag van kinderen in groep 5 en 6 van de basisschool met betrekking tot het milieu, geven wij in de volgorde van de deelvragen. Onze eerste deelvraag was welke onderwerpen binnen het thema klimaat en Europese Unie nuttig zijn om aan kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool te leren, zodat ze zelf hun gedrag ten opzichte van het klimaat kunnen veranderen. De onderwerpen die het meest zijn verbeterd zijn Europese Unie, afval en water. Dit zijn daarmee de nuttige onderwerpen, omdat lesgeven hierover positief effect heeft. De tweede deelvraag was of het geven van een les over klimaat en milieu in één week effect op het milieubewuste gedrag van kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool heeft. Het geven van dergelijke lessen heeft in één week effect. Het percentage kinderen dat zijn of haar gedrag positief verandert is het grootst. Dit houdt in dat zij in hun gedrag meer rekening zijn gaan houden met het klimaat. Er is ook een aantal kinderen dat zijn of haar gedrag niet of negatief verandert. De derde deelvraag was of het geven van een les over de Europese Unie in één week effect op de kennis van de Europese Unie met betrekking tot het klimaat van kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool heeft. De conclusie die kan worden getrokken is dat de kinderen over de Europese Unie hebben geleerd. Het geven van een les over de Europese Unie met betrekking tot het klimaat heeft dus in één week een overwegend positief effect. De laatste deelvraag was wat de visies van betrokkenen op lessen over het klimaat en de Europese Unie zijn. Over het algemeen heeft men een positieve visie op lessen over het klimaat en de Europese Unie. Men hecht er belang aan dat dergelijke lessen vaker worden gegeven aan de kinderen. 21

23 Discussie In de inleiding schreven wij dat wij verwachtten dat de kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool weinig kennis zullen hebben van de Europese Unie en dat zij zich er niet van bewust zijn wat hun gedrag voor invloed heeft op klimaat en milieu. Wij verwachten ook dat door de les hun bewustzijn op klimaat- en milieugebied en hun kennis van de Europese Unie groeien. Verder verwachten wij dat deze kennis en deze bewustheid resulteren in gedrag met een positieve invloed op klimaat en milieu en een bewustzijn van de positieve gevolgen van Europese samenwerking op klimaatgebied. Onze hypothese klopt, onze verwachtingen zijn uitgekomen. De kinderen uit groep 5 en 6 van de basisschool hadden weinig kennis van de Europese Unie en waren zich er niet van bewust wat hun gedrag voor invloed heeft op klimaat en milieu. De les heeft hun bewustzijn op klimaat- en milieugebied en hun kennis van de Europese Unie laten groeien. Deze kennis en deze bewustheid resulteerden in gedrag met een positieve invloed op klimaat en milieu en een bewustzijn van de positieve gevolgen van Europese samenwerking op klimaatgebied. Wij hebben geprobeerd de resultaten van ons onderzoek zo betrouwbaar mogelijk te maken, maar bij de herhaling van de enquête was er een kind extra in de klas waar het onderzoek werd gehouden. Dit kind heeft dus geen les gehad en hoort dus eigenlijk niet in het onderzoek, maar heeft wel een enquête ingevuld. Helaas konden we achteraf niet meer achterhalen welke enquête van deze persoon was geweest, aangezien de enquête anoniem was. Verder zijn er deelonderwerpen waarover slechts een vraag is gesteld. Hierdoor is dit onderwerp onvolledig getest. Deze onderwerpen waren water en vervoer. Door gebrek aan tijd in de les hebben we niet over alle onderwerpen alles kunnen vertellen wat we van plan waren. De oorzaak hiervan ligt in het uitlopen van de enquête: de kinderen waren hier veel langer mee bezig dan verwacht. Achteraf bleek dat de antwoordmogelijkheden toch niet altijd volledig waren, of dat de vragen niet duidelijk genoeg geformuleerd waren. Bij herhaling van een onderzoek als deze, kan men beter de enquête op meerdere kinderen testen en meer tijd inplannen voor de les door rekening te houden met vragen en onderbrekingen. Ook is het beter om van te voren na te gaan welke kinderen er in de groep zitten die meedoen aan het onderzoek, zodat we het weten als er andere kinderen meedoen in het tweede deel van het onderzoek. Als laatste is het handig om de volgende keer te zorgen dat er bij elk onderwerp evenveel vragen zijn. Onze suggesties voor vervolgonderzoek zijn om te kijken naar een oplossing voor de achteruitgang in het aantal kinderen dat zich milieuvriendelijk gedraagt. Een andere suggestie zou kunnen zijn om de oorzaak van deze achteruitgang te onderzoeken. Hierbij kan ook worden onderzocht hoe dit milieuonvriendelijke gedrag het best aangepakt kan worden, zodat de kinderen wel milieubewust gaan leven. Suggesties hiervoor zijn bijvoorbeeld meer lessen of les in kleinere groepjes. Een ander idee is om te kijken naar het verschil in resultaat tussen jongens en meisjes of per gezinssituatie, omdat Amerikaans onderzoek heeft aangetoond dat dit invloed heeft op de sociale wenselijkheid van de antwoorden. 22

24 Samenvatting Dit onderzoek gaat over het effect van het geven van een les over de Europese Unie en klimaat na één week op het gedrag van kinderen in groep 5 en 6 van de basisschool met betrekking tot het milieu. Het resultaat is dat de kinderen het meest veranderen in positieve zin en dat hun kennis over de Europese Unie groeit. Betrokken personen hebben over het algemeen een positieve visie op dergelijke lessen. Nuttige onderwerpen om les over te geven binnen de thema s Europese Unie en klimaat zijn de Europese Unie, afval en water. 23

25 Planning Datum Wat 8 maart Studiedag voorbereiden 9 maart Studiedag Wageningen Onderwerp kiezen 10 april Studiedag voorbereiden 11 april Studiedag op het ministerie van Infrastructuur en Milieu en Instituut Clingendael 18 april Literatuuronderzoek af en onderzoeksvraag formuleren 14 mei Stappenplan onderzoek formuleren Studiedag voorbereiden 15 mei Studiedag Tilburg en Mechelen 16 mei Studiedag Brussel 24 mei Enquête opzetten 29 mei Enquête af en mailen leerkracht 17 juni Enquête testen 22 juni Enquête verbeteren Lesidee opzetten 24 juni Les maken 25 juni Les geven 30 augustus Resultaten geteld en verwerkt in Excel 31 augustus Werken aan verslag 8 september Hypothese, materiaal en methode en planning netjes uitschrijven Voorbereiden studiedag 10 september Preconference-day op het ministerie van Buitenlandse Zaken 13 september Ouders en kinderen enquêteren over visie 22 september Hele werkstuk af 29 september Presentatie af 2 oktober YES!-conferentie 20 in het World Forum 29 oktober Profielwerkstuk helemaal af hebben 1 november Profielwerkstuk inleveren 24

26 Taakverdeling Literatuuronderzoek Anne Lieke en Sarah PowerPoint Anne Lieke Les o Europese Unie Sarah o Water Anne Lieke o Vervoer Sarah o Energie Anne Lieke o Hergebruik Sarah o Afval Anne Lieke o Eten Sarah o Gassen en milieu Sarah Inhoud Anne Lieke Samenvatting Anne Lieke en Sarah Inleiding Anne Lieke en Sarah Hypothese Anne Lieke en Sarah Werkwijze: Anne Lieke o Materiaal en methode Resultaten: Anne Lieke o Meetresultaten o Verwerkte resultaten Enquête opstellen Anne Lieke en Sarah Open vragen opstellen Anne Lieke en Sarah Deelvraag 1 Sarah Deelvraag 2 Anne Lieke Deelvraag 3 Anne Lieke Deelvraag 4 Sarah Nabespreking: o Conclusie Anne Lieke en Sarah o Discussie Anne Lieke en Sarah Bronvermelding Anne Lieke Logboek Sarah Planning en taakverdeling Sarah Bijlagen Anne Lieke Lay-out Anne Lieke Advies Anne Lieke en Sarah 25

27 Aantal kinderen Aantal kinderen Wat is het effect van het geven een les over de Europese Unie en klimaat na één week op het gedrag Bijlagen 1. Resultaten enquêtes in de klas Opmerking: In het tweede deel van het onderzoek deed er een kind meer mee, dit kind staat dus ook in de grafieken verwerkt. Leeftijd deelnemende kinderen 0% 0% 0% 57% 11% 32% Ik ben jaar oud. 7 jaar Ik ben jaar oud. 8 jaar Ik ben jaar oud. 9 jaar Ik ben jaar oud. 10 jaar Ik ben jaar oud. 11 jaar Ik ben jaar oud. jaar Op de fiets naar school Ja Nee Soms Nog niet Ik ga op de fiets naar school. Gegeven antwoord Voor de les Na de les Het scheiden van papier van ander afval Ja Nee Soms Wij gooien thuis papier in een andere prullenbak dan het andere afval. Gegeven antwoord 4 1 Voor de les Na de les 26

28 Aantal kinderen Aantal kinderen Aantal kinderen Wat is het effect van het geven een les over de Europese Unie en klimaat na één week op het gedrag Het scheiden van voedselresten van ander afval Ja Nee Soms niets ingevuld Voor de les Na de les Etensresten gooien we thuis bij de rest van het afval. Gegeven antwoord Het scheiden van plastic afval van ander afval Ja Nee Soms weet niet Plastic afval gaat bij mij thuis in de grote zwarte prullenbak. Voor de les Na de les Gegeven antwoord Water niet laten stromen tijdens het tandenpoetsen Ja Nee Soms Ik doe de kraan uit als ik aan het tandenpoetsen ben. Gegeven antwoord Voor de les Na de les 27

29 Aantal kinderen Aantal kinderen Aantal kinderen Wat is het effect van het geven een les over de Europese Unie en klimaat na één week op het gedrag Het scheiden van glas van ander afval Ja Nee Soms weet niet Voor de les Na de les Bij ons thuis gaat glas in de glasbak. Gegeven antwoord Licht aan als er niemand in de kamer is 2 3 * Ja Nee Soms 5 5 Voor de les Na de les Ik laat het licht op mijn kamer aan staan als er niemand op mijn kamer is. Gegeven antwoord Het gebruik van een herbruikbare beker voor drinken Ja Nee Soms In een pakje en in een beker 0 1 niets ingevuld Mijn drinken voor naar school zit in een beker. Gegeven antwoord Voor de les Na de les 28

30 Aantal kinderen Aantal kinderen Aantal kinderen Wat is het effect van het geven een les over de Europese Unie en klimaat na één week op het gedrag 25 Het gebruik van een plastic broodzakje Ja Nee Soms niets ingevuld Mijn brood voor school zit in een plasticzakje. Gegeven antwoord Voor de les Na de les Het bezit van tweedehands kleding Ja Nee Soms Ik heb tweedehands kleding. Gegeven antwoord Voor de les Na de les Het gebruik van een broodtrommel Ja Nee Soms Mijn brood zit in een broodtrommel. Gegeven antwoord Voor de les Na de les 29

31 Aantal kinderen Aantal kinderen Aantal kinderen Wat is het effect van het geven een les over de Europese Unie en klimaat na één week op het gedrag Het gebruik van boeken uit de bibliotheek Ja Nee Soms nee en soms Ik haal al mijn leesboeken uit de bibliotheek. Gegeven antwoord 0 1 Voor de les Na de les Het 's nachts aanlaten van een lampje Ja Nee Soms Ik slaap met het licht aan. (of een nachtlampje of lamp op de gang) Gegeven antwoord 10 Buiten spelen bij regen Voor de les Na de les Ja Nee Soms Als het niet regent, speel ik buiten. Gegeven antwoord Voor de les Na de les 30

32 0 keer 1 keer 2 keer 3 keer 4 keer 5 keer 6 keer 7 keer verschilt Aantal kinderen Aantal kinderen Aantal kinderen Wat is het effect van het geven een les over de Europese Unie en klimaat na één week op het gedrag Het verbouwen van eigen groenten Voor de les Na de les 0 1 Ja Nee soms Wij hebben een tuin met groenten. Gegeven antwoord Het aantal uur televisiekijken tot 1 1 tot 2 2 tot 3 3 tot 4 4 tot 5 5 of meer Ik kijk elke dag uur televisie. Gegeven antwoord 1 tot 3 Voor de les Na de les Het aantal keer vlees per week bij het avondeten Voor de les Na de les Per week eet ik keer vlees bij het warme eten. Gegeven antwoord 31

33 Aantal kinderen Aantal kinderen Aantal kinderen Wat is het effect van het geven een les over de Europese Unie en klimaat na één week op het gedrag Het aantal keer een restje eten per week keer 1 keer 2 keer 3 keer 4 keer 5 keer 6 keer 7 keer 1 tot 2 keer Voor de les Na de les Wij eten keer per week eten dat overgebleven is van een andere dag bij het warme eten. Gegeven antwoord Het aantal dagen dat er melk wordt gedronken per week keer 1 keer 2 keer 3 keer 4 keer 5 keer 6 keer 7 keer Ik drink dagen per week melk. Gegeven antwoord Voor de les Na de les De mening over het belang van de natuur Ja Nee Een beetje geen antwoord Voor de les Na de les Ik vind het belangrijk dat de natuur blijft bestaan. Gegeven antwoord 32

34 Aantal kinderen Aantal kinderen Wat is het effect van het geven een les over de Europese Unie en klimaat na één week op het gedrag Woonplaats deelnemende kinderen * * Er wonen dus 8 kinderen in Den Haag. Den Haag Delft Rijswijk Pijnacker Voorburg Delfgauw Wateringen en Wateringseveld s-gravenzande 25 De Europese Unie is Goed antwoord weet niet Fout antwoord Gegeven antwoord voor de les na de les 20 De Europese Unie doet het volgende voor het klimaat Goed antwoord weet niet Fout antwoord Gegeven antwoord voor de les na de les 33

35 Aantal kinderen Aantal kinderen Wat is het effect van het geven een les over de Europese Unie en klimaat na één week op het gedrag 25 Het klimaatbeleid van de Europese Unie is vooral gericht op Goed antwoord weet niet Fout antwoord Gegeven antwoord voor de les na de les 25 Het gooien van afval in de natuur Ja Nee Soms Ik gooi afval in de natuur. Gegeven antwoord Voor de les Na de les 34

36 2. De les aan groep 5/6 Les: klimaat en milieu, wat kan jij doen? 25 juni 20 Inleiding Dames en heren, ja dames en heren, want jullie zijn belangrijk. Misschien weten jullie wel dat het al een tijdje niet zo goed gaat met de aarde. En als iets niet zo goed gaat, dan moet je daar wat aan doen. Natuurlijk moet je dan wel weten wat er niet goed gaat en wat je moet doen om het op te lossen. Dat is precies wat we jullie vandaag gaan uitleggen. Ook gaan we uitleggen wat de Europese Unie precies is en wat die doet voor het milieu. Europese Unie De Europese Unie is een organisatie van heel veel landen (bijna allemaal) in Europa. Het is een soort superregering. De meeste landen die lid zijn van deze organisatie hebben de Euro als geld, net als wij. De Europese Unie zorgt als superregering voor dingen die handig zijn om met alle landen samen te regelen, zoals voor het milieu zorgen. Want veel dingen van het milieu hebben met alle landen te maken. Gassen zijn slecht voor het milieu Wat je als eerste moet weten, is dat gassen vaak slecht zijn voor het milieu. Gassen zijn een soort van lucht en kun je soms niet zien. Omdat ze lucht zijn, kan je ze niet vastpakken. Ze stijgen op. Soms stijgen ze zover op, dat ze bijna in de ruimte komen. In de ruimte is geen lucht, dus ze blijven hangen in het schilletje van lucht dat om de aarde heen zit. Dit schilletje heet de dampkring. Als de zon schijnt, gaan de zonnestralen de hele ruimte door, totdat ze op de grond en op ons komen. Daarvoor moeten ze dus ook door het schilletje en door de gassen. Maar sommige gassen willen helemaal niet dat de zonnestralen door hen heen gaan, dus houden ze de zon tegen. Dat doen ze niet de eerste keer als de zon langskomt, maar wel de tweede keer. De tweede keer? Ja, want als de zonnestraal op de grond komt of op het water, gaat hij weer terug. Gelukkig maar, want anders zou het hier net zo warm worden als op de zon, met al die zonnestralen. Alleen hebben ze nu een probleempje, want ze mogen er niet meer langs van de gassen. Ze moeten in het schilletje en op de aarde blijven, dus wordt het hier warm. Dat is de aarde niet gewend en de planten en dieren ook niet. De aarde verandert erdoor en dat is niet altijd leuk. De ijsbeer houdt bijvoorbeeld niet van warmte, en zo zijn er nog wel meer. Gelukkig hebben we nog tijd om de gassen minder te maken, want er zijn ook zonnestralen die wel ontsnappen en daarom is het hier nog niet zo warm als op de zon. Filmpje: Wat kunnen we nou doen om de gassen minder te maken? Eten 13 Hoe zou eten nou slecht kunnen zijn voor de aarde, voor het milieu? Misschien vonden jullie de vraag met het koeienantwoord een beetje raar. (koeien laten winden die slecht zijn voor het milieu) Maar ;

37 het is echt waar. De lucht van koeienpoep is een andere lucht dan die jij inademt. De lucht die jij inademt is natuurlijk niet slecht, maar die van de koe wel. Dus eigenlijk zijn koeien slecht voor het milieu. Teveel koeien tenminste, want ze horen gewoon bij de natuur. Wat heeft die koe dan met jouw eten te maken? Misschien eet je wel eens biefstuk of ander vlees, grote kans dat dat van een koe komt. Of je drinkt melk of je doet boter op je brood. Ook daarvoor zijn koeien nodig. Kaas is ook van melk gemaakt. Maar deze dingen zijn niet slecht voor jou, ze zijn juist goed. Toch hoef je echt niet elke dag vlees te eten of kaas op je brood te doen. Niet alleen de winden zijn slecht. Ook het maken van al deze dingen in de fabriek is echt niet goed voor het milieu. Varkens zijn trouwens ook slecht voor het milieu. Daarom is het goed om minder vlees te eten. Eet bijvoorbeeld vis. Die laat geen vieze winden en is ook nog eens erg gezond! Maar niet alleen eten dat van dieren komt is soms slecht voor het milieu, ook groenten en zelfs brood kan slecht zijn. Als al dat eten namelijk nog op de akker groeit, zijn er genoeg beestjes die maar wat graag alvast wat willen proeven. Dat mag natuurlijk niet, want dan blijft er niets voor ons over en soms worden de planten er ook ziek van. Om de dieren weg te houden, spuit de boer een spulletje op de planten dat niet slecht is voor de planten, maar wel voor de beestjes. En voor het milieu. Maar er zijn gelukkig ook boeren die een speciaal spulletje gebruiken dat niet slecht is voor het milieu en alleen voor de diertjes. Die groenten en fruit heten biologisch. Dat betekent dat het goed voor het milieu zorgt. Deze groenten kun je ook eten in plaats van gewone groenten. Ze smaken namelijk helemaal niet anders en zien er ook niet anders uit, maar ze zijn het toch! De Europese Unie helpt boeren daarom met manieren om te zorgen dat er minder koeiengassen komen. Bijvoorbeeld door geld te geven als ze op de goede manier voor de koe zorgen, zodat ze minder winden laat. Energie 14 Het is voor iedereen heel gewoon als dat als je op het lichtknopje drukt, dat er licht uit de lamp komt. Maar eigenlijk is dat helemaal niet zo gewoon. Om licht uit de lamp te krijgen heb je stroom nodig. Er zijn verschillende soorten stroom. Je hebt als eerste de grijze stroom. Deze stroom wordt gemaakt met kolen en fossiele brandstoffen. Dat zijn stoffen die al heel lang in de aarde zitten. Deze kunnen ook op gaan. En bovendien komt er allemaal slecht gas in de lucht bij het maken van deze stroom. Door dit slechte gas wordt de aarde warmer, dat had Sarah ook al verteld. Er bestaat ook groene stroom. Groene stroom wordt gemaakt van stoffen die niet op kunnen gaan. Bijvoorbeeld zonnestralen geven stroom. Misschien heb je wel eens een windmolen gezien, door de wind gaan deze molens draaien, en zo wordt ook stroom gemaakt. Deze stroom is beter voor het html 36

38 milieu, want er komt veel minder slecht gas in de lucht, en de stoffen die je nodig hebt om stroom te maken kunnen ook niet op gaan, want de zon blijft gewoon schijnen. De Europese Unie wil dat in 2020 bijna een kwart van de energie die wordt gebruikt groene energie is. Door steeds meer groene energie te gebruiken hoef je steeds minder stofjes die al heel lang in de aarde zitten op te maken. Het is eigenlijk het beste om zo min mogelijk stroom te gebruiken. Er zijn heel veel dingen die je zelf thuis kan doen om heel zuinig te zijn met de energie. Je kunt bijvoorbeeld het licht uitdoen op je kamer als er niemand binnen is. Je kunt s nachts je nachtlampje uitdoen, maar je kunt ook iets vaker gaan buitenspelen in plaats van tv kijken, want ook de tv kost stroom. Je kunt oplader uit het stopcontact halen als je ze niet gebruikt, want zij gebruiken zelfs stroom als je niks aan het opladen bent. Water 15 Voordat water uit de kraan komt, wordt het eerst schoongemaakt. Het water wordt namelijk of uit de grond gehaald, of het water komt uit het riool. Het riool is allemaal buizen die vies water van bijvoorbeeld de wc en de douche uit huizen naar de water-schoonmaakfabrie006b brengen. Als het water niet schoongemaakt zou worden zou je natuurlijk ziek worden als je het op zou drinken. De water-schoonmaakfabrieken gebruiken speciale stofjes om het water weer schoon te maken. Dat is fijn voor ons, want dan kun je het water gewoon weer opdrinken. Voor de natuur is het niet zo fijn, want door deze stofjes gaat de natuur kapot. Het kost ook heel veel stroom om het water schoon te maken. Als het water uit de grond wordt gehaald hebben de bomen minder water, en droogt de grond uit. Als de grond uitdroogt gaan de bomen dood, en dat is natuurlijk niet goed voor het milieu. De Europese Unie maakt regels over hoe schoon het water moet zijn voor het uit de kraan komt. Ze maken ook regels zodat de water-schoonmaakfabrieken de natuur niet te veel kapot maken. Door die regels moeten landen op gaan letten hoe ze water schoon maken, want de Europese Unie wil dat in 2020 het milieu minder vies wordt gemaakt dan de landen nu doen. Wist je dat je per dag ongeveer 5 liter water gebruikt? Dat zijn 5 melkpakken vol! Zoals je misschien al snapt, het is heel belangrijk dat je je best doet om niet te veel water te gebruiken. Je kan zelf een heleboel doen om weinig water te gebruiken. Een paar dingen die je kan doen zijn: De kraan uit als je aan het tandenpoetsen bent, dat scheelt wel 20 liter water Voor ieder minuutje dat je korter douchet bespaar je 10 liter water. Geef de plantjes water met regenwater in plaats van met kraanwater. Wie weet er nog iets waardoor je water kunt besparen? Je kunt bijvoorbeeld opletten dat je de kraan niet laat druppelen

39 Vervoer 16 Als jij met de auto gaat, komt er rook uit de uitlaat. Soms zie je die, soms niet. Voor het milieu maakt het niet uit of je de rook ziet, want hij is er toch wel. En zoals je weet gaan al de gassen, de rook, in de schil zitten. En we weten dat dat niet goed is. Maar ja, jij moet toch naar school, op vakantie en naar opa en oma. Je kunt met de bus of met de trein gaan. Of natuurlijk gewoon met de fiets, maar soms is dat te ver als je bijvoorbeeld naar een ander land gaat. Misschien denk je nu: er komen toch ook gassen uit de bus? Dat is waar. Maar als alle mensen die in de bus zitten met een eigen auto gaan, komen er veel meer gassen in de lucht dan als iedereen met zijn allen gezellig in de bus zit. Er zijn hele slechte auto s en hele goede voor de natuur. De slechte auto s hebben een uitlaat die heel veel foute gassen doorlaat, terwijl sommige auto s, de goede, een soort zeef hebben, een filter, waardoor de slechte gassen er niet door kunnen. Soms zitten er zelfs stofjes in die uitlaten die ervoor zorgen dat het slechte gas verandert in een gewoon gas waarvan het niet erg is als die in de schil zit. Of de auto goed is of niet, staat erbij als je m koopt. Ze hebben allemaal een letter: de A is heel goed en de G is het slechtst. Wat kan jij doen? Natuurlijk kan je niet zomaar zeggen dat je ouders een auto met de A moeten kopen, maar je kunt wel op de fiets gaan naar school of een keertje met de bus of trein naar opa en oma. Dat is nog leuk ook! Natuurlijk doet de Europese Unie er ook wat aan om te zorgen dat er minder slechte uitlaatgassen komen, want die moet ervoor zorgen dat in 2020 (over 8 jaar) er een stuk minder foute gassen uit Europa in de lucht komen. Daarom geeft ze geld aan steden die veel bussen en treinen laten rijden en ervoor zorgen dat er minder auto s komen. In sommige steden mag je bijvoorbeeld op zondag niet met de auto. In andere steden kan je overal fietsen lenen: als je betaalt, mag je m meenemen en dan fiets je naar de volgende plek waar je m weer inlevert. Afval 17 Dingen die je niet meer gebruikt gooi je weg. Verpakkingen, kapotte spullen. Heb je er wel eens over nagedacht waar dat allemaal naar toe gaat? Als je je spullen in de prullenbak gooit gaat het naar de afvalverwerking. Alles wat je in de zwarte container hebt gegooid wordt bij de verwerking verbrand. Het kan daarna niet meer worden gebruikt. Van al het groente, fruit en tuinafval dat je in de groene container gooit wordt compost, warmte en brandstof die goed is voor de natuur gemaakt. Compost wordt gebruikt om planten goed te laten groeien, dit is dus ook een soort recycling. Eigenlijk moet je je papier, glas, plastic en kleding ook apart weggooien, veel mensen doen dat niet, maar misschien komt dat omdat ze niet weten dat dat heel belangrijk is. Door deze spullen apart weg te gooien kun je deze dingen opnieuw gebruiken. Als je je papier in de papierbak gooit, wordt er

40 bijvoorbeeld nieuw papier van gemaakt. En van al het oude plastic worden bijvoorbeeld nieuwe toetsenborden gemaakt. Dus misschien is jouw toetsenbord wel gemaakt van oude plastic zakken! Plastic wordt gemaakt van aardolie, dat is een stofje in de aarde waarvan er niet zo veel meer is. Als je je plastic opnieuw gebruikt, hoef je geen nieuwe aardolie op te maken. Dit heet recycling. Nu laten we een filmpje zien over voetbalshirts. Filmpje: De Europese Unie maakt regels zodat landen steeds beter moeten gaan opletten hoeveel afval ze recyclen. We gebruiken ook veel gevaarlijke producten, bijvoorbeeld verf is heel slecht voor het milieu. Als je dat apart weggooit kan het veilig worden opgeruimd, maar als je het gewoon bij het andere afval doet, komen de slecht stoffen in de natuur terecht en dat is niet de bedoeling. Er komt heel veel afval in de zee terecht doordat mensen dingen in de natuur gooien. Dat is helemaal niet leuk, want dan gaan er heel veel dieren dood. Als je een patatbakje in de natuur gooit duurt het wel 90 jaar voordat het verteerd is. Dus als je nu 10 bent, en je gooit een patatbakje in de natuur, is die pas weg als je 100 bent! Het is dus belangrijk om je afval in de prullenbak te stoppen en het van elkaar te scheiden. Hergebruik 18 Dit betekent dat je iets opnieuw gebruikt. Dat is erg handig, want dan hoeft het niet opnieuw gemaakt te worden en dat scheelt weer gassen en dus is het goed voor het milieu. Hoe en wat kan je hergebruiken? Eigenlijk heel veel: je kunt een broodtrommel nemen in plaats van plasticzakjes, je kan naar de bieb gaan in plaats van boeken kopen (dat is hergebruiken met zijn allen), of een flesje of bekers mee naar school in plaats van pakjes. Dat flesje moet je dan natuurlijk niet al na een keer weggooien, maar dat begrijp je wel. Anders is het natuurlijk geen hergebruik. Ook echt niet al je kleren hoeven nieuw uit de winkel te komen. Natuurlijk zijn nieuwe kleren mooi en leuk, maar dat zegt niet dat je geen kleren aan kan die je oudere zus, je buurjongen of je broer niet meer past. En natuurlijk kan je ook je kleren op de kledingbeurs kopen. Daar verkopen mensen kleren die ze zelf niet meer passen. Ze zien er gewoon net zo uit als kleren uit de winkel, maar dan is het hergebruik, dus goed voor het milieu. De Europese Unie laat mensen weten hoe ze goed kunnen hergebruiken en betaalt mensen die uitzoeken hoe er het best kan worden hergebruikt. Afsluiting Natuurlijk wordt de aarde niet opeens vannacht zo warm dat morgen alles kapot is. Hat gaat niet supersnel, we hebben nog wel ongeveer veertig jaar. Maar we moeten wel aan de slag, want we hebben deze tijd hard nodig!

41 3. PowerPointpresentatie bij de les met gestelde vragen Dia bij introductie Dia bij inleiding Dia bij Europese Unie Dia bij Europese Unie - vragen bij het onderdeel 40

42 Dia bij gassen zijn slecht voor het milieu Dia bij gassen zijn slecht voor het milieu - vragen bij het onderdeel Dia bij eten voor het milieu Dia bij eten voor het milieu vragen bij het onderdeel Dia bij energie Dia bij energie vragen bij het onderdeel 41

43 Dia bij water Dia bij water vragen bij het onderdeel Dia bij vervoer Dia bij vervoer vragen bij het onderdeel Dia bij afval 42

44 Dia bij afval scheiden Dia bij afval scheiden vragen bij het onderdeel Dia bij hergebruik! Dia bij hergebruik! vragen bij het onderdeel Dia bij afsluiting - Aan de slag! 43

Worldschool Young European Specialists. Programma voor deelnemende leerlingen. YES! in het kort. YES! Young European Specialists

Worldschool Young European Specialists. Programma voor deelnemende leerlingen. YES! in het kort. YES! Young European Specialists Worldschool Young European Specialists YES! Young European Specialists Programma voor deelnemende leerlingen YES! is een speciaal onderwijsprogramma voor leerlingen van het VWO, vijfde leerjaar. Honderd

Nadere informatie

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Pagina 1 Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Je gaat een profielwerkstuk maken. Dan is euthanasie een goed onderwerp. Het is misschien niet iets waar je dagelijks over praat of aan denkt, maar

Nadere informatie

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dagboek Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dat het klimaat verandert is een feit. Je hoort het overal om je

Nadere informatie

Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën Ga je een profielwerkstuk maken? Dan is orgaan- en weefseldonatie een goed onderwerp! Hier vind je allerlei tips, bronnen en ideeën om een profielwerkstuk

Nadere informatie

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? Wim Biemans Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie & Bedrijfswetenschappen 4 juni, 2014 2 Het doen van wetenschappelijk onderzoek Verschillende

Nadere informatie

What s up Zuiderzeeland? aardrijkskunde, praktische opdracht

What s up Zuiderzeeland? aardrijkskunde, praktische opdracht What s up Zuiderzeeland? Aardrijkskunde praktische opdracht praktisch onderzoek in zuiderzeeland 4 HV Naam: Klas: In dit onderdeel ga je zelf met je groepje op onderzoek. Je hebt geleerd dat Waterschap

Nadere informatie

8a. Wat en hoe? Het stappenplan, tips en ideeën

8a. Wat en hoe? Het stappenplan, tips en ideeën 8a. Wat en hoe? Het stappenplan, tips en ideeën Ga je een sectorwerkstuk maken? Dan is orgaan- en weefseldonatie een goed onderwerp! Hier vind je allerlei tips, bronnen en ideeën om een sectorwerkstuk

Nadere informatie

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht What s up Zuiderzeeland? Maatschappijleer/ geschiedenis praktische opdracht, 4hv Naam: Klas: Geschiedenis Chronologie In dit onderdeel ga je zelf met je groepje op onderzoek. Je hebt geleerd dat de geschiedenis

Nadere informatie

Sectorwerkstuk 2010-2011

Sectorwerkstuk 2010-2011 Sectorwerkstuk 2010-2011 Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------- Klas: -------------------- Sector: --------------------------------------------

Nadere informatie

Onderzoeksboekje. Klas: Namen:

Onderzoeksboekje. Klas: Namen: Onderzoeksboekje Klas: Namen: De onderdelen van de onderzoekscyclus: 1. Introductie 2. Verkennen 3. Opzetten onderzoek 4. Uitvoeren onderzoek 5. Concluderen 6. Presenteren 7. Verdiepen/verbreden 2 Science

Nadere informatie

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen: -1- Het profielwerkstuk 1. Inleiding Hier staat hoe u te werk gaat bij het maken van het profielwerkstuk. Ook de eisen waaraan het moet voldoen zijn opgesomd. Verder geeft het u een voorbeeld van een plan

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk Ben je op zoek naar een onderwerp voor je profielwerkstuk? Dan is het Woudagemaal misschien interessant voor je. Profielen Volg je het profiel Natuur & Techniek, dan zit je goed! Want in dit stappenplan

Nadere informatie

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag De probleemstelling is eigenlijk het centrum waar het werkstuk om draait. Het is een precieze formulering van het onderwerp dat je onderzoekt. Omdat de probleemstelling

Nadere informatie

informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016

informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016 informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016 Inhoud: Inleiding 2 Tijdsplanning 3 Logboek 4 Voorbeeld logboek 5 Verslag 6 Bronvermelding 7 Weging/ eindcijfer 8 pws-informatieboekje

Nadere informatie

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten Waar winkelen de inwoners van de gemeente? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten In opdracht van de SGP Door Studentenpool Bestuurlijke Bedrijfskunde Academie Mens & Organisatie Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

Stadsenquête Leiden 2004

Stadsenquête Leiden 2004 Hoofdstuk 16. Milieu Samenvatting Leiden heeft een Milieustraat aan de J.C. Rijpstraat. Vergeleken met voorgaande jaren zijn zowel de bekendheid als het gebruik verder toegenomen. In de Stadsenquête van

Nadere informatie

What s up Zuiderzeeland?

What s up Zuiderzeeland? What s up Zuiderzeeland? biologie praktische opdracht, 2vmbo Naam: Klas: In dit onderdeel ga je zelf met je groepje aan de slag. Bij de theoretische opdracht heb je gekeken welke dieren er voorkomen in

Nadere informatie

Pieter Jonkers Studentnummer: 695247 22 06 2011

Pieter Jonkers Studentnummer: 695247 22 06 2011 MONTESSORI LYCEUM AMSTERDAM Smartboard De mening van de Leerlingen Pieter Jonkers Studentnummer: 695247 22 06 2011 Inhoud 1. Inleiding... 3 Aanleiding... 3 Doel van het onderzoek... 3 2. Onderzoeksvraag...

Nadere informatie

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal. & OHHUOLQJHQKDQGOHLGLQJ LQOHLGLQJ Het sectorwerkstuk staat voor de deur. Misschien heb je er al slapeloze nachten van, misschien lijkt het je de leukste opdracht van je hele opleiding. Eindelijk iets leren

Nadere informatie

ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3

ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3 ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3 WAAROM ONDERZOEK? Onderzoek doen is een belangrijke wetenschappelijke vaardigheid. Tijdens de plusweek ga je leren hoe je dat moet doen. Je

Nadere informatie

WikiKids Atlas. Lerarenhandleiding Project WikiKids Atlas

WikiKids Atlas. Lerarenhandleiding Project WikiKids Atlas WikiKids Atlas Lerarenhandleiding Project WikiKids Atlas 1. Inhoudsopgave. 1. Inhoudsopgave. p. 43 2. Inleiding. p. 44 3. Uitleg en kerndoelen WikiKids Atlas. p. 46 3.1. Inleiding. p. 46 3.2. Uitleg WikiKids.

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Gemaakt door: Lysanne Wolbers Menno Akkerman Tessa Heijerman

Gemaakt door: Lysanne Wolbers Menno Akkerman Tessa Heijerman Gemaakt door: Lysanne Wolbers Menno Akkerman Tessa Heijerman FSU Oktober 2011 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Verantwoording...4 Conclusies...5 De cijfers op een rij.9 Knelpunten/oplossingen 15 Positieve punten.16

Nadere informatie

What s up Zuiderzeeland?

What s up Zuiderzeeland? What s up Zuiderzeeland? biologie praktische opdracht, 4vmbo Naam: Klas: In dit onderdeel ga je zelf met je groepje aan de slag. Bij de theoretische opdracht heb je gekeken welke dieren er voorkomen in

Nadere informatie

SECTORPROJECT 4 VMBO - T

SECTORPROJECT 4 VMBO - T SECTORPROJECT 4 VMBO - T 2016-2017 handleiding leerlingen inhoud: inleiding stappenplan logboek beoordelingsformulier tijdpad 1 INLEIDING SECTORPROJECT VOOR 4 VMBO-T Alle leerlingen van het vmbo theoretische

Nadere informatie

Stadsenquête Leiden 2003

Stadsenquête Leiden 2003 Hoofdstuk 21. Milieu Samenvatting Zeven op de tien Leidenaren kent de Milieustraat, aan de J.C. de Rijpstraat, een voorziening waar inwoners van Leiden op vertoon van een legitimatie hun grof huishoudelijk

Nadere informatie

Sectoren. Inhoud. 1. Het sectorwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Sectorwerkstuk

Sectoren. Inhoud. 1. Het sectorwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Sectorwerkstuk Ben je op zoek naar een onderwerp voor je sectorwerkstuk? Dan is het misschien interessant voor je. Sectoren Volg je de sector Techniek, dan zit je goed! Want in dit stappenplan kijken we vooral naar de

Nadere informatie

Introduceren thema Broeikaseffect. Startopdracht. gekeken. http://bit.ly/1vqs19u. Thema: Broeikaseffect. laten stoppen? centraal:

Introduceren thema Broeikaseffect. Startopdracht. gekeken. http://bit.ly/1vqs19u. Thema: Broeikaseffect. laten stoppen? centraal: Natuur & Techniek het broeikaseffect Omschrijving van de opdracht: Introductie Thema: Broeikaseffect In deze les staan de volgende hogere- orde denkvragen centraal: 1. Hoe zou je het broeikaseffect kunnen

Nadere informatie

Praktische opdracht Wiskunde A Randomized Response

Praktische opdracht Wiskunde A Randomized Response Praktische opdracht Wiskunde A Randomized Re Praktische-opdracht door een scholier 2550 woorden 10 juni 2003 5,8 26 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Inleiding We hebben de opdracht gekregen een Praktische

Nadere informatie

Sectorwerkstuk 2012-2013

Sectorwerkstuk 2012-2013 Sectorwerkstuk 2012-2013 Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------- Klas: -------------------- Sector: --------------------------------------------

Nadere informatie

SECTORWERKSTUK 4VMBO - T 2014-2015

SECTORWERKSTUK 4VMBO - T 2014-2015 SECTORWERKSTUK 4VMBO - T 2014-2015 handleiding leerlingen inhoud: inleiding stappenplan logboek beoordelingsformulier tijdpad 1 INLEIDING SECTORWERKSTUK VOOR 4 VMBO Alle leerlingen van het vmbo theoretische

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

SECTORWERKSTUK 2013-2014

SECTORWERKSTUK 2013-2014 SECTORWERKSTUK 2013-2014 1 HET SECTORWERKSTUK Het sectorwerkstuk is een verplicht onderdeel voor alle leerlingen uit het Mavo. Het maken van een sectorwerkstuk is een manier waarop je, als eindexamenkandidaat,

Nadere informatie

What s up Zuiderzeeland?

What s up Zuiderzeeland? What s up Zuiderzeeland? biologie praktische opdracht, 4hv Naam: Klas: In dit onderdeel ga je zelf met je groepje aan de slag. Bij de theoretische opdracht heb je geoefend in het werken met de microscoop

Nadere informatie

A1) Kennismakingsgesprek over sociale media en internetgebruik

A1) Kennismakingsgesprek over sociale media en internetgebruik Mediawijsheid A1) Kennismakingsgesprek over sociale media en internetgebruik Ik heb samen met de kinderen een gesprek gevoerd over de sociale media en het internet gebruik. Ik heb voor mezelf thuis een

Nadere informatie

Pepernoten warenonderzoek Groep 5&6

Pepernoten warenonderzoek Groep 5&6 Pepernoten warenonderzoek Groep 5&6 Auteur/ontwikkelaar: Suzanne Diederiks Begeleider: Welmoet Damsma (opleider Pabo HvA) Pepernoten warenonderzoek Groep 5&6 Onderwerp De kinderen gaan een vergelijkend

Nadere informatie

Hoofdstuk 31. Klimaatprogramma

Hoofdstuk 31. Klimaatprogramma Hoofdstuk 31. Klimaatprogramma Samenvatting Ruim zeven op de tien Leidenaren is van mening dat het klimaat de laatste tien jaar aan het veranderen is. Dit is iets minder dan vorig jaar. Qua belangrijkheid

Nadere informatie

Het maken van een werkstuk

Het maken van een werkstuk Het maken van een werkstuk Deze papieren geven informatie over: A. De verzorging : Hoe hoort een werkstuk er uit te zien? B. De indeling : Hoe wordt een werkstuk ingedeeld? C. Het onderwerp : Waarover

Nadere informatie

Stappenplan voor een onderzoek

Stappenplan voor een onderzoek Stappenplan voor een onderzoek Stap 1: Onderwerp * A) Kies een onderwerp Denk bij het kiezen van een onderwerp aan de volgende punten: - vind ik het onderwerp interessant - zijn er genoeg bronnen over

Nadere informatie

YES! Programma en uitnodiging. om in te schrijven voor een van de onderzoeksprogramma s

YES! Programma en uitnodiging. om in te schrijven voor een van de onderzoeksprogramma s Worldschool Young European Specialists YES! Programma en uitnodiging om in te schrijven voor een van de onderzoeksprogramma s YES! biedt onderzoeksprogramma s voor leerlingen van het VWO, vijfde leerjaar.

Nadere informatie

What s up Zuiderzeeland? aardrijkskunde, praktische opdracht

What s up Zuiderzeeland? aardrijkskunde, praktische opdracht What s up Zuiderzeeland? Aardrijkskunde praktische opdracht praktisch onderzoek in zuiderzeeland 2&4 vmbo Naam: Klas: In dit onderdeel ga je zelf met je groepje op onderzoek. Je hebt geleerd dat Waterschap

Nadere informatie

onvoldoende voldoende goed uitstekend 1 2 3 4 Er is een onderzoeksplan, maar de deelvragen kunnen niet leiden tot een goed antwoord op de hoofdvraag.

onvoldoende voldoende goed uitstekend 1 2 3 4 Er is een onderzoeksplan, maar de deelvragen kunnen niet leiden tot een goed antwoord op de hoofdvraag. Onderzoek Naam leerling:. Onderzoeksplan Er is een onderzoeksplan, maar de hoofdvraag is onduidelijk. Er is een onderzoeksplan, maar de deelvragen kunnen niet leiden tot een goed antwoord op de hoofdvraag.

Nadere informatie

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? In groep 5-6 nemen kinderen steeds vaker werk mee naar huis. Vaak vinden kinderen het leuk om thuis aan schooldingen

Nadere informatie

HANDLEIDING SECTORWERKSTUK. Naam: Klas: Begeleider: Sectorwerkstuk 2015 2016 Pagina 1 1

HANDLEIDING SECTORWERKSTUK. Naam: Klas: Begeleider: Sectorwerkstuk 2015 2016 Pagina 1 1 HANDLEIDING SECTORWERKSTUK Naam: Klas: Begeleider: Sectorwerkstuk 2015 2016 Pagina 1 1 - INHOUDSOPGAVE - -------------------- Uitleg & Theorie -------------------- Stappenplan sectorwerkstuk 3 FASE 1:

Nadere informatie

Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG. Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Begeleider: Beoordelaar:

Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG. Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Begeleider: Beoordelaar: Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Plaats en datum: Begeleider: Beoordelaar: Amsterdam, mei 15 Inhoud INHOUD... 2 VOORWOORD... 3 1. INLEIDING... 4 PROBLEEMSTELLING... 4 ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Plan van aanpak horizon verbreden Zuid-Afrika

Plan van aanpak horizon verbreden Zuid-Afrika Plan van aanpak horizon verbreden Zuid-Afrika Welk gebied heb je gekozen? Het gekozen thema voor horizon verbreden is Zuid-Afrika. Ik ben zelf 4 keer in Zuid-Afrika geweest voor vrijwilligerswerk en ga

Nadere informatie

Bijlage interview meisje

Bijlage interview meisje Bijlage interview meisje Wat moet er aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je

Nadere informatie

RSC PROFIELWERKSTUK 2015 / 2016 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK

RSC PROFIELWERKSTUK 2015 / 2016 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK Beste leerling, RSC PROFIELWERKSTUK 2015 / 2016 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK Voor je ligt het Logboek dat je gaat gebruiken bij het maken van je profielwerkstuk. Na de PWS-weken lever je een geschreven werkstuk

Nadere informatie

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Verantwoordelijkheid. Ja, ook heel belangrijk voor school!!! Het lijkt veel op zelfstandigheid, maar toch is het net iets anders. Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Wat is de Kinder Onderzoek Groep?

Wat is de Kinder Onderzoek Groep? Wat is de Kinder Onderzoek Groep? Wereldwijd doen volwassenen veel onderzoek naar de leefwereld van kinderen, maar doen kinderen dat zelf nog weinig. Terwijl zij dat heel goed kunnen en zij toch de experts

Nadere informatie

Bijlage 7 Consumentenonderzoek

Bijlage 7 Consumentenonderzoek Bijlage 7 Consumentenonderzoek Inhoudsopgave Inleiding 50 Methode 50 Resultaten 50 Conclusie 52 Discussie 52 Bijlagen 53 Enquêtevragen 53 Uitkomsten van de enquête 55 10 Inleiding B- yo 2 go! is een nieuw,

Nadere informatie

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht What s up Zuiderzeeland? Maatschappijleer/ geschiedenis praktische opdracht, 2hv Naam: Klas: Geschiedenis CHRONOLOGIE In dit onderdeel ga je zelf met je groepje op onderzoek. Je hebt geleerd dat de geschiedenis

Nadere informatie

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de SAMENVATTING Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop kinderen van 6 8 jaar het best kunnen worden geïnterviewd over hun mening van de buitenschoolse opvang (BSO). Om hier antwoord op te kunnen geven,

Nadere informatie

Sectorwerkstuk. Kandinsky College. locatie Sint Jorisschool

Sectorwerkstuk. Kandinsky College. locatie Sint Jorisschool Sectorwerkstuk Kandinsky College locatie Sint Jorisschool schooljaar 2015-2016 1 Wat is het sectorwerkstuk? Het sectorwerkstuk is een werkstuk dat je maakt in klas vier over de door jou gekozen sector.

Nadere informatie

Introduceren thema Voeding en Bewegen. Wat doe je als leerkracht? Omschrijving van de opdracht: Thema: Voeding en bewegen

Introduceren thema Voeding en Bewegen. Wat doe je als leerkracht? Omschrijving van de opdracht: Thema: Voeding en bewegen Natuur & Techniek Mijn lijf: Voeding en bewegen Omschrijving van de opdracht: Introductie Thema: Voeding en bewegen In dit thema staan de volgende hogere orde denkvragen centraal rondom voeding en bewegen:

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Hou vol! Geen alcohol. Een alcohol preventieprogramma gericht op basisschool leerlingen en hun moeders.

Onderzoeksrapport. Hou vol! Geen alcohol. Een alcohol preventieprogramma gericht op basisschool leerlingen en hun moeders. Onderzoeksrapport Hou vol! Geen alcohol Een alcohol preventieprogramma gericht op basisschool leerlingen en hun moeders. Suzanne Mares, MSc Dr. Anna Lichtwarck-Aschoff Prof. Dr. Rutger Engels Inleiding

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

RSC PROFIELWERKSTUK 2008 / 2009 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK

RSC PROFIELWERKSTUK 2008 / 2009 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK Beste leerling, RSC PROFIELWERKSTUK 2008 / 2009 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK Voor je ligt het Logboek dat je gaat gebruiken bij het maken van je profielwerkstuk. Aan het eind van de komende 2 weken lever

Nadere informatie

Ouderbetrokkenheid: interviewschema

Ouderbetrokkenheid: interviewschema Ouderbetrokkenheid: interviewschema Contactinformatie: Prof. dr. Johan van Braak, Lien Ghysens en Ruben Vanderlinde Vakgroep Onderwijskunde Universiteit Gent Inleiding Met dit interview willen we meer

Nadere informatie

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn. Werkstukwijzer Deze werkstukwijzer helpt je om een werkstuk in elkaar te zetten. Je vult eerst een formulier in. Op dit formulier komt te staan waar je werkstuk over gaat en hoe je het aanpakt. Met behulp

Nadere informatie

Milieuopdrachten Sarahs Wereld

Milieuopdrachten Sarahs Wereld Milieuopdrachten Sarahs Wereld Om de wereld milieuvriendelijker te maken, heeft Sarah zeven milieutips. 1. De ruil je rijk! tip 2. De koop tweedehands! tip 3. De kijk uit wat je koopt! tip 4. De haal het

Nadere informatie

Thema Kinderen en school

Thema Kinderen en school http://www.edusom.nl Thema Kinderen en school Lesbrief 18. Het 10-minutengesprek. Wat leert u in deze les? Vergelijkingen maken. Zeggen hoe vaak iets gebeurt. Verkleinwoordjes. Veel succes! Deze les is

Nadere informatie

Tweede wereldoorlog:

Tweede wereldoorlog: geschiedenis Tweede wereldoorlog: Een bekende Omschrijving van de opdracht: Wat doe je als leerkracht? Introductie Thema: Tweede Wereldoorlog: een bekende Introduceren thema Tweede Wereldoorlog: een bekende

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Na het bekijken van de video en het bestuderen van bovenstaande illustratie, moet je de onderstaande vragen kunnen maken.

Na het bekijken van de video en het bestuderen van bovenstaande illustratie, moet je de onderstaande vragen kunnen maken. Je hebt naar de Mythbusters video praten tegen planten gekeken. Het Mythbusterteam doet in deze video onderzoek naar de invloed van praten op de kiemsnelheid en groeisnelheid van planten. De Mythbusters

Nadere informatie

Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren.

Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren. Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren. Bij het doen van onderzoek onderscheid je vier fasen: 1 De fase van voorbereiding 2 De fase van uitvoering 3 De

Nadere informatie

Factsheet persbericht

Factsheet persbericht Factsheet persbericht Nut vakbonden onbekend bij jongeren 30 november 2011 Inleiding Van oktober 2011 tot november 2011 hield Zoekbijbaan.nl het Nationale Bijbanen Onderzoek. Aan het onderzoek deden 2464

Nadere informatie

Hoe weet je wat er van je verwacht wordt?

Hoe weet je wat er van je verwacht wordt? Het Sectorwerkstuk Hoe weet je wat er van je verwacht wordt? Je krijgt een online SWS-boekje. Daarin staat: waarom je een SWS moet maken, wat de eisen zijn waaraan je moet voldoen, wat de planning is.

Nadere informatie

Onderzoek: Studiekeuze

Onderzoek: Studiekeuze Onderzoek: Studiekeuze Publicatiedatum: 31-01- 2014 Over dit onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 29 t/m 31 januari 2014, deden 712 scholieren en 1064 studenten mee. De uitslag van de peiling

Nadere informatie

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen! 1 Wil je wel leren? Opdracht 1a Wat heb jij vanzelf geleerd? 7 Opdracht 1b Van externe naar interne motivatie 7 Opdracht 1c Wat willen jullie graag leren? 8 2 Kun je wel leren? Opdracht 2a Op wie lijk

Nadere informatie

Informatieavond over de profielkeuze in de 3 e klas

Informatieavond over de profielkeuze in de 3 e klas Informatieavond over de profielkeuze in de 3 e klas 24 november 2015 26-06-14 1 Na vanavond begrijpt en weet U: Wat profielen zijn. Welke profielen er op het Cosmicus College zijn. Hoe een profiel gekozen

Nadere informatie

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4 Handleiding profielwerkstuk Mavo 4 2019 2020 Inleiding: Je gaat dit jaar een profielwerkstuk maken. Het doel van het profielwerkstuk is dat je leert op een zelfstandige manier onderzoek te doen. Daarnaast

Nadere informatie

Onderzoek Omgekeerd Inzamelen tweede fase

Onderzoek Omgekeerd Inzamelen tweede fase Onderzoek Omgekeerd Inzamelen tweede fase Duurzaam van Afval naar Grondstof Bewonersonderzoek De vragenlijst bestaat uit verschillende delen. Het eerste deel gaat in op de situatie vóór de proef, het laatste

Nadere informatie

RESEARCH & DESIGN. keuzeonderzoeken. Verwondering: het begin van wetenschap. klas 1 havo/atheneum 2013-2014, periodeboek 1A:

RESEARCH & DESIGN. keuzeonderzoeken. Verwondering: het begin van wetenschap. klas 1 havo/atheneum 2013-2014, periodeboek 1A: RESEARCH & DESIGN klas 1 havo/atheneum 2013-2014, periodeboek 1A: Verwondering: het begin van wetenschap keuzeonderzoeken locatie Mariënburg, Leeuwarden Research & Design Project: Verwondering: het begin

Nadere informatie

Tweede wereldoorlog:

Tweede wereldoorlog: geschiedenis Tweede wereldoorlog: Auto s en wegen Omschrijving van de opdracht: Wat doe je als leerkracht? Introductie Thema: Tweede Wereldoorlog: auto s en wegen Introduceren thema Tweede Wereldoorlog:

Nadere informatie

Introduceren thema Natuurgeweld. tsunami s. centraal rondom natuurgeweld: Thema: Natuurgeweld. laten ontstaan?

Introduceren thema Natuurgeweld. tsunami s. centraal rondom natuurgeweld: Thema: Natuurgeweld. laten ontstaan? Aardrijkskunde Natuurgeweld Omschrijving van de opdracht: Introductie Thema: Natuurgeweld In dit thema staan de volgende hogere orde denkvragen centraal rondom natuurgeweld: 1. Wat zou er moeten gebeuren

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Onderwijsbegeleiding Oost Nederland

Tevredenheidsonderzoek Onderwijsbegeleiding Oost Nederland heidsonderzoek Onderwijsbegeleiding Oost Nederland Mei 2015 Inleiding Stichting Onderwijsbegeleiding biedt aan jongeren en hun ouders, van wie de inkomenssituatie en/of thuissituatie onvoldoende is, de

Nadere informatie

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, Meting juni 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl 80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, AL ZIEN MINDER

Nadere informatie

Resultaten enquête. Schriftelijke en mondelinge communicatie van Basisschool de Gansbeek naar ouders

Resultaten enquête. Schriftelijke en mondelinge communicatie van Basisschool de Gansbeek naar ouders Resultaten enquête Schriftelijke en mondelinge communicatie van Basisschool de Gansbeek naar ouders 1. Inleiding Naar aanleiding van de enquête die is gehouden onder de ouders van Basisschool de Gansbeek

Nadere informatie

Sectorproject op De Dijk: leren door te doen! Inleiding: Situatiebeschrijving 3 VMBO-TL: Situatiebeschrijving 4 VMBO-TL:

Sectorproject op De Dijk: leren door te doen! Inleiding: Situatiebeschrijving 3 VMBO-TL: Situatiebeschrijving 4 VMBO-TL: Sectorproject op De Dijk: leren door te doen! Inleiding: Alle leerlingen van het vmbo theoretische leerweg zijn verplicht een sectorproject te doen als onderdeel van het schoolexamen. Met een sectorproject

Nadere informatie

Praktische opdracht klas 3M2 sparen en lenen

Praktische opdracht klas 3M2 sparen en lenen Praktische opdracht klas 3M2 sparen en lenen Zoals de titel al doet vermoeden gaat deze PO over sparen en lenen. Dit PO is een aanvulling op de hoofdstukken 1, 2 en 3 uit het boek Pincode. Dit werkstuk

Nadere informatie

Het profielwerkstuk

Het profielwerkstuk 1 Het profielwerkstuk 2014-2015 1. Inleiding Het profielwerkstuk (pws) is een onderdeel van het examendossier. Het profielwerkstuk is een opdracht voor de studenten van de examenklas voor een van de vakken

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

ECOTEAM PROGRAMMA OP HET WERK. stad Beringen RAPPORTAGE GEDRAGSSCAN. Den Haag, 25 november 2002 Global Action Plan Nederland

ECOTEAM PROGRAMMA OP HET WERK. stad Beringen RAPPORTAGE GEDRAGSSCAN. Den Haag, 25 november 2002 Global Action Plan Nederland ECOTEAM PROGRAMMA OP HET WERK stad Beringen RAPPORTAGE GEDRAGSSCAN 21 oktober 2002-5 november 2002 Den Haag, 25 november 2002 Global Action Plan Nederland Hoofdstuk 1 Algemeen Duurzaam gedrag Duurzame

Nadere informatie

Hoofdstuk 23. Afval en milieu

Hoofdstuk 23. Afval en milieu Hoofdstuk 23. Afval en milieu Samenvatting De Milieustraat, aan de J.C. Rijpstraat, is een voorziening waar inwoners van Leiden op vertoon van een legitimatie hun grof huishoudelijk en ander afval kunnen

Nadere informatie

Onderzoek Test website door het Stadspanel Helmond

Onderzoek Test website door het Stadspanel Helmond Onderzoek Test website door het Stadspanel Helmond In januari 2012 is de nieuwe gemeentelijke website de lucht ingegaan. Maanden van voorbereiding en tests gingen daaraan vooraf. Daarbij is bij de projectgroep

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Hand-out digiboard presentatie

Hand-out digiboard presentatie Hand-out digiboard presentatie Bij werkboekje Groepen 6, 7 en 8 basisonderwijs Wie weet wat AVRI doet? Opdracht 1 In Rivierenland zamelt AVRI afval in. Wie weet wat AVRI doet? Opdracht 1 Opdracht 2 Woordweb

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving De relatie tussen leesvaardigheid en de ervaringen die een kind thuis opdoet is in eerder wetenschappelijk onderzoek aangetoond: ouders hebben een grote invloed

Nadere informatie

Draaiboek vorming oudercontact

Draaiboek vorming oudercontact Draaiboek vorming oudercontact Doel van de avond: - De juiste informatie over uw kind uit het oudercontact kunnen halen en zelf de juiste informatie aan de leerkracht tijdens het oudercontact kunnen geven

Nadere informatie

Onderzoek naar duurzame ontwikkeling in de sector Mobiliteit en Transport. Leerlijn vmbo

Onderzoek naar duurzame ontwikkeling in de sector Mobiliteit en Transport. Leerlijn vmbo Onderzoek naar duurzame ontwikkeling in de sector Mobiliteit en Transport Leerlijn vmbo 1 Kaart 1 Duurzame ontwikkeling in de sector Mobiliteit en Transport 1.1 Inleiding Tijdens deze lessen ga je je verdiepen

Nadere informatie

Profielwerkstuk. Kandinsky College. locatie Jorismavo

Profielwerkstuk. Kandinsky College. locatie Jorismavo Profielwerkstuk Kandinsky College locatie Jorismavo schooljaar 2018-2019 1 Wat is het profielwerkstuk? Het profielwerkstuk is een werkstuk dat je maakt in klas vier over het door jou gekozen profiel. In

Nadere informatie

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

Beroepenwerkstuk 3 MAVO Beroepenwerkstuk 3 MAVO 2015 2016 1 INLEIDING Het beroepenwerkstuk: Een van de onderdelen van het programma beroepenoriëntatie in 3 mavo is het maken van een beroepenwerkstuk en het presenteren hiervan

Nadere informatie

Kansen voor gemeenten in communicatie, indien recyclen kan, wil men dit vaak ook wel doen.

Kansen voor gemeenten in communicatie, indien recyclen kan, wil men dit vaak ook wel doen. Kansen voor gemeenten in communicatie, indien recyclen kan, wil men dit vaak ook wel doen. Rapport HEDRA 0-meting 11 maart 2016 Inhoudsopgave Situatie en centrale vraagstelling Conclusies en aanbevelingen

Nadere informatie

Hoofdstuk 43. Financiële situatie

Hoofdstuk 43. Financiële situatie Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 43. Financiële situatie Samenvatting Circa tweederde van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, ruim een kwart komt net rond en kan moeilijk

Nadere informatie