Bedieningshandleiding
|
|
- Christel Mulder
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Bedieningshandleiding voor de vakman VITOBLOC 200 Warmtekrachtmodule voor gebruik met aardgas Type EM-20/39 Type EM-140/207 Type EM-238/363 Type EM-50/81 Type EM-199/263 Type EM-363/498 Type EM-70/115 Type EM-199/293 Type EM-401/549 Gelieve te bewaren!
2 Impressum Het toestel voldoet aan de fundamentele vereisten van de van toepassing zijnde normen en richtlijnen. De conformiteit met de normen en de richtlijnen werd aangetoond. De bijbehorende documentatie en de originele conformiteitsverklaring zijn bij de fabrikant gedeponeerd. AANWIJZING! De warmtekrachtmodule Vitobloc 200 is niet geschikt voor bedrijf met 60 Hz. Hierdoor is deze module niet beschikbaar voor de Amerikaanse en de Canadese markt. Belangrijke algemene aanwijzingen bij het gebruik Het technische toestel reglementair en met inachtneming van de montagehandleiding, de bedieningshandleiding en de servicehandleiding gebruiken. Onderhoud en reparatie mogen alleen door geautoriseerde vakmannen worden uitgevoerd. Het technische toestel alleen in de toegestane combinaties en met de accessoires en de reserveonderdelen gebruiken die in de montagehandleiding, de bedieningshandleiding en de servicehandleiding genoemd worden. Andere combinaties, accessoires en slijtende onderdelen alleen gebruiken als deze uitdrukkelijk bestemd zijn voor de toepassing en deze de prestatiekenmerken en de veiligheidsvereisten niet beperken. Technische wijzigingen voorbehouden! Deze beschrijving is een onderdeel van de originele bedieningshandleiding. Door continue technische ontwikkelingen en wijzigingen kunnen de afbeeldingen, de stappen en de technische gegevens minimaal afwijken. Actualisering van de documentatie Heeft u voorstellen ter verbetering, of heeft u onregelmatigheden vastgesteld, neem dan contact met ons op. info@ess-landsberg.de Tel.: +49 (0) 8191 / ESS Energie Systeme & Service GmbH Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules VITOBLOC 200
3 Inhoudsopgave 1 Aanwijzingen voor de omgang met de warmtekrachtmodule Kwalificatie van het personeel Instruering over functie en bediening Waarschuwingen volgens MRL Restgevaren door het gebruik van een warmtekrachtmodule Eisen aan de bedrijfsruimte Voorschriften ter vermijding van ongevallen met lichamelijk letsel Voorbereidingen Bedrijfsstoffen Vullen van de bedrijfsstoffen Ingebruikneming Geautoriseerd personeel Meet- en instelpunten voor ingebruiknemingswerkzaamheden Ingebruiknemingshandleiding warmtekrachtmodule Programmeren Bedienings- en indicatie-eenheid van de warmtekrachtmodule Warmtekrachtmodulebesturing niveau 1: Bedrijfswaarden weergeven en wijzigen Warmtekrachtmodulebesturing niveau 2: Handmatig bedrijf Warmtekrachtmodulebesturing niveau 3: Parameters weergeven en wijzigen Gebruiken Taken van de gebruiker van de installatie Bedrijfsdagboek voor warmtekrachtmodules Algemene aanwijzingen bij ontwerp en bedrijf Noodgeval Reinigen Fouten zoeken Niet bevestigbare foutmeldingen van de warmtekrachtmodules Stillegging Tijdelijke stillegging Definitieve stillegging...54 VITOBLOC 200 Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules ESS Energie Systeme & Service GmbH 3
4 Aanwijzingen voor de omgang met de warmtekrachtmodule 1 Aanwijzingen voor de omgang met de warmtekrachtmodule 1.1 Kwalificatie van het personeel De warmtekrachtmodule is volgens de nieuwste technologische inzichten en veiligheidstechnische regels geconstrueerd en vervaardigd. Hierbij werd bijzondere aandacht aan het bedieningsgemakt geschonken. De omgang met de warmtekrachtmodule en de daarvoor nodige bedrijfsmiddelen is onproblematisch als het personeel voldoende geschoold is en actief meedenkt. Vakpersoneel is conform VDMA personeel (monteur, meester, technicus, ingenieur) met de nodige beroepskwalificatie. Deze is gekenmerkt door minstens een afgesloten industriële of ambachtelijke beroeps- of hogere opleiding op het vlak van de technische gebouwuitrusting. Voor het optimale, economische en milieuvriendelijke gebruik van de warmtekrachtmodule mag daarom alleen bedieningspersoneel toegelaten worden dat deze bedieningshandleiding precies kent en over de bediening van de installatie geïnstrueerd is. AANSPRAKELIJKHEID Worden de veiligheidsvoorschriften niet in acht genomen en de aanwijzingen niet nageleefd, dan kan de fabrikant niet aansprakelijk gesteld worden. 1.2 Instruering over functie en bediening De opsteller moet de gebruiker van de installatie of het personeel met de functie en bediening van de warmtekrachtmodule vertrouwd maken en de technische documenten overhandigen. AANWIJZING! Door de technische ontwikkeling kunnen afbeeldingen en beschrijvingen in deze bedieningshandleiding in details van de werkelijk geleverde warmtekrachtmodule afwijken. 1.3 Waarschuwingen volgens MRL De warmtekrachtmodule dient voor de gelijktijdige stroom- en warmteopwekking. Hiervoor drijft een gasottoverbrandingsmotor een synchrone draaistroomgenerator aan. De volgende tabel informeert volgens de betreffende veiligheidsbepalingen over de mogelijke gevaren die bij gebruikelijkerwijs of redelijkerwijs te voorzien gebruik bij montage en onderhoud kunnen optreden. Daarom zijn de bediening en alle onderhoudswerkzaamheden alleen door geïnstrueerd vakpersoneel toegestaan! OPGELET HOOGSPANNING! LEVENSGEVAAR! Het moduleschakelveld of andere elektrische besturings- en bedieningsinrichtingen mogen alleen door hiervoor geautoriseerde vaklui en elektrotechnici geopend worden. Zonder speciale instructie mag geen afdekking aan de warmtekrachtmodule verwijderd worden. 4 ESS Energie Systeme & Service GmbH Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules VITOBLOC 200
5 Aanwijzingen voor de omgang met de warmtekrachtmodule GPSG 5(1)1a: Welke gevaren moeten bij gebruikelijkerwijs of redelijkerwijs te voorzien gebruik in acht genomen worden? Gevarenbron: Gevaarlijke handeling: Reactie: Schakelinstallatie: Voedingsschakelaar Generatorrelais Vermogenskabel Klem X1 / 7,8,9 Relais Generator: Vermogens- en besturingsaansluitingen Afdekkingen en ventilatieplaten Motor: Motorblok Oliecarter Koelwaterleidingen Oliecontrolenippel (snelsluiting) Verwijderen van de afdekkingen Onder de afdekkingen grijpen Klemwerkzaamheden Attentie spanning! Bij klemwerkzaamheden kan ondanks uitgeschakelde voedingsschakelaar aan deze klemming spanning voorhanden zijn. Handbediening van de relais Verwijderen van de afdekplaten van de klemmenkasten Aanraken van de klempunten en besturingsprintplaten Verwijderen van de afdekkingen of onder de afdekkingen grijpen Voorwerpen in de ventilatieopeningen inbrengen Aanraken bij hete machine Openen van div. afsluit- en aftapkranen Bediening van de sluitkogel Levensgevaarlijke elektrische schok Levensgevaarlijke elektrische schok Ongedefinieerde schakelingen met aanzienlijke schade (motor/generator) Kortsluitgevaar met evt. elektrische schok Levensgevaarlijke elektrische schok Levensgevaarlijke elektrische schok Verwondingsgevaar Mechanische schade aan de generator Verbrandingsgevaar Verbranding door lekkend koelwater Verbranding door lekkende motorolie Draaiende delen aan de motor Aanraking Verwondingsgevaar Ontsteking: Ontstekingsspoelen Ontstekingskabel Bougiestekker Accu: Accupolen Lossen van de ontstekingskabels Aftrekken van de bougiestekkers Poolafdekkingen verwijderen Metalen voorwerpen op de polen leggen Levensgevaarlijke elektrische schok (hoogspanning) Motorschade Kortsluiting met verbrandingsgevaar Explosiegevaar Accuzuur Openen van de accukamers Gevaar voor bijtende stoffen Accuveiligheidsvoorschriften in acht nemen! (zie hoofdstuk 2.2.5) Ventilator: Draaiend ventilatorwiel Gasleidingen: Gasleidingschroefverbindinge n Controlenippel Rookgasleidingen: Rookgasleidingen Meetaansluiting Tafel 1 Waarschuwingen warmtekrachtmodule Openen van de afdekkingen Grijpen in het ventilatorwiel Openen van div. schroefverbindingen Openen van controlenippel Openen van div. rookgasflenzen Openen van meetaansluitingen Aanraken van blanke rookgasleidingen Aanraken van blanke meetaansluitingen Verwondingsgevaar Lekkend gas Explosiegevaar Rookgasuitlaat Gevaar voor vergiftiging Verbrandingsgevaar VITOBLOC 200 Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules ESS Energie Systeme & Service GmbH 5
6 Aanwijzingen voor de omgang met de warmtekrachtmodule 1.4 Restgevaren door het gebruik van een warmtekrachtmodule Welke actieve gevaren gaan van de warmtekrachtmodule voor het bedieningspersoneel uit? Onafhankelijk van het gebruik van een warmtekrachtmodule moeten principieel de betreffende veiligheidsvoorschriften voor het transport en de betreffende voorschriften m.b.t. installatie van technische systemen (stroom, gas, verwarming, ventilatie) in acht genomen worden. Hierna wordt op de mogelijke restgevaren door het gebruik van een warmtekrachtmodule ingegaaan, die ondanks getroffen veiligheidsmaatregelen onder bepaalde omstandigheden mogelijk kunnen zijn. Gefährdungsanalyse nach DIN EN 12100: Welche aktive Restgefahr geht vom BHKW für das Bedienungspersonal aus? Herstellen/Werkprobelauf Transportieren Lagern Zusammenbauen Installieren Inbetriebnehmen Programmieren am Bedienpane Verwenden/Betreiben Reinigen (BHKW kalt) Fehler suchen Instandhalten Außerbetriebnehmen Demontieren Entsorgen Mechanische Gefährdung Elektrische Gefährdung Thermische Gefährdung Gefährdung durch Lärm 2 2 Gefährdung durch Schwingungen Gefährdung durch Strahlung Gefährdung durch Materialien und Substanzen Gefährdung durch Vernachlässigung ergonomischer Grundsätze Gefährdung durch Ausrutschen, Stolpern, Stürzen Gefährdungskombinationen Gefährdungen in Zusammenhang mit der Einsatzumgebung Gefährdungen durch unerwarteten Anlauf, unerwartetes Durchdrehen Gefährdungen durch Stillsetzen / Not-Aus (Not-Halt) Gefährdungen durch Änderung der Umdrehungsgeschwindigkeit Gefährdungen durch Ausfall der Energieversorgung Gefährdungen durch Ausfall des Steuer- / Regelkreises Gefährdungen durch Bruch im Betrieb Gefährdungen durch Betrieb in explosionsgefährdeten Bereich 1 Hoog restrisico - niet naleving van de veiligheidsvoorschriften kan dodelijke gevolgen hebben! 2 Restrisico - niet naleving van de veiligheidsvoorschriften kan schade aan de gezondheid veroorzaken! Tafel 2 Gevarenanalyse volgens DIN EN Mechanische gevaren Mechanische gevaren treden op als bij de foutopsporing of onderhoudsmaatregelen veiligheidsafdekkingen afgenomen moeten worden. Dit betreft in hoofdzaak de afdekkingsroosters van de ventilatorbox en de afdekking van de koppeling alsook typeafhankelijk de tandriemafdekking. Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door hiervoor opgeleid vakpersoneel uitgevoerd worden! Elektrische gevaren Elektrische gevaren treden op als bij de foutopsporing of onderhoudsmaatregelen veiligheidsafdekkingen afgenomen moeten worden. Dit betreft in hoofdzaak het deksel van de generatorklemmenkast of schakelaars en veiligheidsafdekkingen in de schakelinstallatie, bijv. voor het afstellen van de synchronisatie-inrichting resp. voor metingen van generatorspanning en netspanning. Bij werkzaamheden aan de ontstekingsinstallatie moet voor geschikte veiligheidskleding gezorgd worden omdat door defecte ontstekingskabels elektrische schokken overgedragen kunnen worden. Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door hiervoor opgeleid vakpersoneel uitgevoerd worden! 6 ESS Energie Systeme & Service GmbH Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules VITOBLOC 200
7 Aanwijzingen voor de omgang met de warmtekrachtmodule Thermische gevaren Door het gebruik worden de verbrandingsmotor in de warmtekrachtmodule en de aansluitende componenten van de warmte-ontkoppeling en de rookgasgeleiding heet met temperaturen van een paar honderd graden Celsius aan blootgestelde plaatsen. De buisleidingen en de componenten zijn zoveel mogelijk geïsoleerd. Toch zijn enkele plaatsen voor de installatie en de service vrij toegankelijk. Deze kunnen tijdens het gebruik heet worden en zijn tegen het per ongeluk aanraken niet vrij toegankelijk, bijv. meetnippel voor meting rookgastegendruk. Bij een storing kan de veiligheidsdrukbegrenzer uitvallen en heet koelwater aflaten. Hier dreigt evt. gevaar voor verbrandingen. Gevaar door lawaai Bij werkzaamheden aan de warmtekrachtmodule bij geopende geluiddempingskap tijdens het bedrijf, bijv. voor het opsporen van fouten en bij onderhoudswerkzaamheden, moet de nodige gehoorbescherming gedragen worden. Gevaren door straling Van generatoren in de warmtekrachtmodule uitgaande elektromagnetische velden kunnen tijdelijke storingen aan een in de directe omgeving aanwezige pacemaker veroorzaken. Indicaties voor een mogelijke storing kunnen duizeligheid, hartkloppingen of een onregelmatige hartslag zijn. Zodra de drager zich van de generator verwijderd heeft, werkt de pacemaker in de regel opnieuw normaal. Gevaar door materiaal en stoffen Net zoals bij een personenauto wordt de warmtekrachtmodule met accu's gestart. Ook deze accu's zijn met accuzuur gevuld. Accuzuur heeft een bijtende werking. Huidcontact moet daarom absoluut vermeden worden en de betreffende veiligheidsbepalingen moeten in acht genomen worden. Hetzelfde geldt voor het glycolhoudende koelwater en de motorsmeerolie. Hierbij moeten na contact de betreffende lichaamsdelen grondig gewassen en met lichaamsverzorgingsmiddelen behandeld worden. Bij ondichtheden in het rookgassysteem kan het tot ongecontroleerde rookgaslekkages komen (gevaar voor een koolmonoxidevergiftiging) die normaal gezien door de ventilator via een afvoerluchtkanaal in de open lucht geleid wordt. Daarom moet bij onderhoudswerkzaamheden aan de open machine op lekkage en tijdens het gebruik op een gesloten geluiddempingskap gelet worden. Gevaren door breuk tijdens het gebruik Er moet bijzonder voorzichtig te werk gegaan worden bij het optillen van de warmtekrachtmodules aan de kraanhaak of de transportogen. Bij breukschade kunnen niet geplande thermisch belaste componenten lekkages vertonen. Hierbij kan het tot lekkende stralen van hete motorolie, verwarmings- of koelwater komen. Bijv. springen van slangen of uitbreken van meetnippels. Men kan niet uitsluiten dat het in erg zeldzame gevallen, zoals ook bij elke personenauto, tot een motorbreuk komt en hierbij fragmenten weggeslingerd worden. Bij breukschade of door corrosie kunnen rookgasvoerende delen ondicht worden en er kan giftig kooldioxide lekken. Gelieve onmiddellijk de warmtekrachtmodule uit te schakelen (stil te leggen) en de ventilatie in te schakelen. Tot de persoonlijke veiligheidsuitrusting behoort: Gehoorbescherming (werken met geopende geluiddempingskap tijdens gebruik) Veiligheidshandschoenen en veiligheidsbril bij de omgang met accuzuur, glycol en motorsmeerolie gebruiken VITOBLOC 200 Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules ESS Energie Systeme & Service GmbH 7
8 Aanwijzingen voor de omgang met de warmtekrachtmodule 1.5 Eisen aan de bedrijfsruimte GEVAAR Roken en open vuur zijn verboden. Ontvlambare materialen of vloeistoffen mogen niet in de buurt van de warmtekrachtmodule opgeslagen of gebruikt worden. Brandblusser en andere blusinrichtingen moeten binnen handbereik zijn. We raden aan om naar analogie met de oude stookruimteverordening in de bedrijfsruimte voor een brandblusser van voldoende groot formaat (min. 9 liter) te zorgen. Om storingen of schade te vermijden, moet een verontreiniging van de verbrandingslucht door halogeenkoolwaterstoffen (bijv. voorhanden in spuitbussen, oplos- en reinigingsmiddelen, verf, lijm) en door sterke stofontwikkeling uitgesloten worden. De bedrijfsruimte van de warmtekrachtmodule moet vorstveilig en goed geventileerd zijn. De verseluchten luchtafvoeropeningen mogen niet verkleind of gesloten worden. De kamertemperatuur mag de +10 C niet overschrijden. AANWIJZING! De volgende bordjes moeten zowel voor alsook in de bedrijfsruimte aangebracht worden: GEVAAR! De montage, de brandstof- en rookgasaansluiting, de elektrische aansluiting, de eerste ingebruikneming alsook het onderhoud en de reparatie mogen alleen door een gespecialiseerde firma met speciaal door de fabrikant van de warmtekrachtmodule voor deze taken geïnstrueerd en geautoriseerd personeel uitgevoerd worden. De werkzaamheden aan gasvoerende of spanningvoerende delen moeten door geconcessioneerde gespecialiseerde firma's uitgevoerd worden. AANSPRAKELIJKHEID De gebruiker is conform de energiespaarverordening 10 verplicht om reiniging en onderhoud te laten uitvoeren. Het onderhoiud moet conform het onderhoudsplan uitgevoerd worden. Hierbij moet de volledige installatie op perfecte werking gecontroleerd worden. Defecten moeten onmiddellijk verholpen worden. Tijdens de garantieperiode moet het onderhoud conform onderhoudsschema door geautoriseerd personeel uitgevoerd worden. AANWIJZING! We raden aan om een onderhoudscontract met een door de fabrikant geautoriseerde onderhoudsfirma af te sluiten. Verbodsteken P 06 "Verboden toegang voor onbevoegden" Verbodsteken P 02 "Vuur, open licht en roken verboden" Verbodsteken P 11 "Verbod voor personen met pacemakers" 8 ESS Energie Systeme & Service GmbH Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules VITOBLOC 200
9 Aanwijzingen voor de omgang met de warmtekrachtmodule 1.6 Voorschriften ter vermijding van ongevallen met lichamelijk letsel Bij de inbouw van de warmtekrachtmodule en voor de ingebruikneming Personen mogen zich niet onder aan de kraanhaak hangende lasten bevinden. Hefwerktuig in orde houden. Voor de ingebruikneming van de warmtekrachtmodule de bedieningshandleiding aandachtig lezen. Aan de toegang naar de bedrijfsruimte van stationaire motoren het verbodsbord "Toegang verboden voor onbevoegden" goed zichtbaar aanbrengen. Het gebruik van de warmtekrachtmodule is alleen toegestaan voor geautoriseerd personeel. Bij werkzaamheden aan de motor ervoor zorgen dat de motor niet door onbevoegde personen gestart kan worden. Roterende machinedelen (bijv. koppeling, ventilator) zijn met een contactbeveiliging omgeven. Als de motor draait, niet te dicht bij draaiende delen komen. Nauw aansluitende kleding dragen. Alleen met perfect gereedschap werken. Bedrijfswarme motor niet met blote handen aanraken: verbrandingsgevaar! Rookgasbuizen van contactbeveiliging voorzien. Isolaties moeten uit vuurvast, brandstof- en smeerolieafstotend materiaal bestaan. Rookgassen zijn giftig. Rookgasbuizen moeten gasdicht, uit geschikt materiaal vervaardigd en stabiel uitgevoerd zijn. Motoromgeving, klimladder en trappen olie- en vetvrij houden. Ongevallen door uit te glijden kunnen ernstige gevolgen hebben. Koelmiddelcircuit alleen bij afgekoelde motor openen. Is het openen bij een bedrijfswarme motor onvermijdelijk, dan moeten de aanwijzingen in het hoofdstuk "Onderhoud" in de bedieningshandleiding in acht genomen worden. Onder druk staande buisleidingen en slangen (smeeroliecircuit, koelmiddelcircuit en evt. hydraulisch oliecircuit) nieuw vastdraaien of openen: verwondingsgevaar door lekkende vloeistoffen! Roken en open vuur in de motorruimte is principieel verboden! Neem de voor de gasinstallaties geldende voorwaarden in acht! Bij het gebruik van perslucht een veiligheidsbril dragen. Bedrijfsstoffen zijn gevaarlijk voor de gezondheid en zijn ontvlambaar. Ze mogen alleen in recipiënten bewaard worden die niet verward kunnen worden met recipiënten voor dranken. Voorschriften van de fabrikant voor de omgang met accu's in acht nemen. Opgelet: Accuzuur is giftig en bijtend. Accugassen zijn explosief! Bij werkzaamheden aan de elektrische installatie eerst de massakabel van de accu afklemmen om kortsluitingen te vermijden. Bij uitvoering van laswerkzaamheden de "Gegevensbladen voor lassers" in acht nemen. VITOBLOC 200 Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules ESS Energie Systeme & Service GmbH 9
10 Voorbereidingen 2 Voorbereidingen AANSPRAKELIJKHEID Het gebruik van voorgeschreven of toegestane bedrijfsstoffen moet voor de ingebruikneming schriftelijk aan de garantie-instantie bevestigd worden (zie montagehandleiding hoofdstuk "Kennisgeving van gereedheid") en is een voorwaarde voor de erkenning van schadeclaims. Bedrijfsstoffen zijn bij ondeskundig gebruik een belasting voor het milieu. Niet in de bodem of in de riolering laten dringen. 2.1 Bedrijfsstoffen Brandstof aardgas Gasvormige brandstoffen bestaan in hoofdzaak uit methaan, propaan en butaan alsook sporen van hogere koolwaterstoffen en uit inerte componenten, zoals kooldioxide en stikstof. De voor de gasinstallaties geldende bepalingen moeten in acht genomen worden. Roken en omgaan met open vuur is verboden! Ondichte plaatsen in het gastoevoersysteem betekenen explosiegevaar en moeten onmiddellijk verholpen worden! Brandblusser en andere blusinrichtingen moeten binnen handbereik zijn. Geen brandbaar materiaal in de motorruimte bewaren. 10 ESS Energie Systeme & Service GmbH Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules VITOBLOC 200
11 Voorbereidingen Gaskwaliteit Aardgas en verbrandingslucht mogen geen fosfor en arseen, alsook geen zware metalen en stof bevatten, halogenen slechts tot aan de aangegeven grenswaarden. Het aardgas moet technisch vrij zijn van mist, stof en vloeistof en mag geen noemenswaardige corrosieve onderdelen bevatten. Het methaangetal en de stookwaarde van het aardgas moeten constant zijn. AANWIJZING! Het methaangetal (niet te verwisselen met het methaangehalte) is een maat voor de klopneiging van de betreffende gassoort. Een te laag methaangehalte veroorzaakt een kloppende verbranding en motorschade. We wijzen erop dat vooral bij vloeibare gasmengsels (propaan/lucht en butaan/lucht) een duidelijke afname van het methaangetal optreedt en raden aan te controleren dat of niet door het gasleveringsbedrijf toegepast wordt. HANDLEIDING! Verder moeten de aanwijzingen in de montagehandleiding in het hoofdstuk "Gasaansluiting" alsook de richtlijnen van het DVGW-werkblad G 260 resp. G 261 in acht genomen worden. Aan te houden brandstofwaarden Kenmerk Waarde Verwarmingswaarde H i,n > 5 kwh/nm 3 Methaangetal 1) MZ > 80 Minimale stroomdruk (overdruk) aan het gasregeltraject voorhanden Max. dynamische druk (overdruk) aan de gasregelkring grenzend Max. gasdrukschommelingen (regelschommelingen kort) Max. snelheid van veranderen van de gasdruk 20 mbar 50 mbar ± 3 mbar 3 mbar / min Relatieve vochtigheid 2) ϕ < 50 % Temperatuur van het gasmengsel na gas / luchtmengklep T G Chloorgehalte Cl Fluorgehalte F Totaal - chloor fluor Σ(CI,F) Stofgehalte < 5 μm Oliedamp Siliciumgehalte Si 10 C < T G < 30 C < 100 mg / Nm 3 CH4 < 50 mg / Nm 3 CH4 < 100 mg / Nm 3 CH4 < 10 mg / Nm 3 CH4 < 400 mg / Nm 3 CH4 < 5 mg / Nm 3 CH4 Zwavelgehalte S < 300 mg / Nm 3 Zwavelwaterstof H 2 S Ammoniakgehalte NH 3 < 200 ppm < 306 mg / Nm³ < 50 ppm < 38 mg / Nm³ Tafel 3 Brandstofwaarden bij het gebruik van een warmtekrachtmodule 1) De werking met een lager methaangetal is evt. na controle door de fabrikant van de warmtekrachtmodule mogelijk. 2) Dynamische druk aan de gasregelkring aan de module voorhanden VITOBLOC 200 Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules ESS Energie Systeme & Service GmbH 11
12 Voorbereidingen Motorsmeerolie Grondbeginselen Voor een veilig en slijtarm gebruik van de motor is het gebruik van een door de fabrikant van de warmtekrachtmodule voor de betreffende gassoort vrijgegeven smeerolie voorwaarde. Vooral met het oog op een garantievereiste bij schade wijzen we hier op de zorgvuldigheidsplicht van de gebruiker. De smeeroliestandtijd is afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden, vooral van: Gaskwaliteit Omgevingsvoorwaarden Beveiliging van de warmtekrachtmodule Smeeroliekwaliteit. Bij speciale gassen, zoals bijvoorbeeld deponie- en biogassen kan het door in het verbrandingsgas voorhanden verontreinigingen tot een duidelijk kortere standtijd van de smeerolie komen. Het is nodig om het betreffende verversingsinterval door analyse van de gebruikte olie te bepalen. Hierbij moet de eerste analyse bij het eerste onderhoud resp. bij speciale gassen na ca. 400 bh, 1000 bh en 2000 bh uitgevoerd worden. Gelieve er rekening mee te houden dat naast de naleving van de grenswaarden ook de tendens van de grenswaarden over meerdere analyses voor de beoordeling van de slijtagetoestand in acht genomen moet worden. Hierbij moeten de volgende kenwaarden geanalyseerd en geregistreerd worden: Omschrijving Eenheid Meetprocedure Viscositeit mm²/sec (cst) DIN , ASTM D 445, DIN EN ISO 3104, (DIN *) Watergehalte % DIN , ASTM D 1744, (EN ISO 12937*) Glycolgehalte ppm DIN , ASTM D 4291 TBN (Total Base Number) % resp. mgkoh**/g ISO 3771 AN (Total Acid Number) komt overeen met TBN ASTM 664 SAN (Strong Acid Number) mgkoh**/g ASTM 664 i ph (Initial ph-value) op aanvraag Oxyd. 5,8 µm (oxidation) A/cm DIN Nitr. 6,1 µm (nitration) A/cm DIN Slijtagemetaal Aluminium mg/kg DIN Chroom mg/kg DIN koper mg/kg DIN ijzer mg/kg DIN Lood mg/kg DIN Tin mg/kg DIN Silicium mg/kg DIN , ASTM D 5185 natrium mg/kg DIN Warmtekrachtmodule met sokkel ** Kaliumhydroxide Tafel 4 Kenwaarden smeerolieanalyse 12 ESS Energie Systeme & Service GmbH Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules VITOBLOC 200
13 Voorbereidingen Het smeeroliemonster moet bij lopende motor direct uit het smeeroliecircuit of onmiddellijk na motorstilstand uit de smeeroliebak genomen worden. Hierbij moeten de eerste uitgenomen kubieke centimeters in de motor teruggegeven worden. Daarna moet de schone monsterfles gevuld en onmiddellijk naar het onderzoekende laboratorium gestuurd worden. De smeeroliefilterpatronen moeten vervangen worden: volgens het onderhoudsschema minstens 1 keer per jaar. Afgewerkte olie altijd laten recycleren. Er absoluut op toezien dat er geen olie in de riolering of in de grond dringt. Opgelet: Gevaar van drinkwatervergiftiging! Gebruikte filterelementen en -patronen als speciaal afval behandelen. Voor de optimale behandeling van uw installatie en een betrouwbare beoordeling van de olieanalyses raden we aan om een onderhoudscontract af te sluiten met het ESS-Servicecenter. Toegestane gasmotorolie bij aardgaswerking We raden het gebruik van synthetische smeerolie bij warmtekrachtmodules met zuigmotor en minerale smeerolie bij warmtekrachtmodule met turbomotor aan.. Goedkeuring toegekend Productbenaming Viscositeitsklasse Synthetische gasmotorolie 1) Petro-Canada Sentron LD 5000 SAE-40 MOBIL OIL AG MOBIL Pegasus 1 SAE 15W-40 Minerale gasmotorolie 2) MOBIL OIL AG MOBIL Pegasus 705 SAE -40 1) Olieverversingsinterval onder gebruikelijke ESS-gebruiksomstandigheden bij EM-20/39 = bedrijfsuren, bij EM-70/115 en EM-238/363 = bedrijfsuren, bij EM-50/81 en EM-140/207 = bedrijfsuren 2) Olieverversingsinterval onder gebruikelijke ESS-bedrijfsomstandigheden bij EM-20/39= bedrijfsuren, EM-70/115 en EM-238/363 = bedrijfsuren, bij EM-50/81 en EM-140/207 = 900 bedrijfsuren; bij EM-199/263, EM-199/263, EM-363/398 en EM-401/549 = bedrijfsuren resp. na olieanalyse Tafel 5 Toegestane gasmotorolie voor de werking van een warmtekrachtmodule VITOBLOC 200 Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules ESS Energie Systeme & Service GmbH 13
14 Voorbereidingen Koelvloeistof Voorgeschreven onderdelen Het koelsysteem moet met een mengsel van drinkbaar tapwater en antivriesmiddel met bescherming tegen corrosie voor motorkoelsystemen gevuld worden vol.-% water Geschikt is drinkbaar tapwater met hierna beperkte analysewaarden: Uitzicht: kleurloos, helder, vrij van mechanische verontreinigingen: Hardheid: max. 20 dgh Chloriden: max. 100 ppm Sulfaten: max. 150 ppm ph-waarde bij 20 C: 6,5 tot 8,5 AANWIJZING! Analyses van het voorhanden drinkwater moeten bij de bevoegde gemeentelijke instanties aangevraagd worden. Waar de drinkwaterkwaliteit niet voldoende is, voorhanden drinkwater zolang met volledig gedemineraliseerd water of destillaat of condensaat mengen tot de hierboven genoemde analysewaarden bereikt worden vol.-% antivriesmiddel Er mogen alleen antivriesmiddelen met corrosiebescherming voor motorkoelsystemen gebruikt worden die volgens het bedrijfsmiddelvoorschrift van de fabrikant van de warmtekrachtmodule toegestaan zijn (zie Tafel 6, "Toegestane antivriesmiddelen") Een minimale concentratie van 30 vol.-% antivriesmiddel moet altijd in acht genomen worden, omdat onder 30 vol.-% niet voldoende corrosiebescherming gewaarborgd is. Omgang met antivriesmiddelconcentraat Bij de omgang met het antivriesmiddelconcentraat veiligheidshandschoenen en veiligheidsbril dragen! Veiligheidsgegevensblad volgens 91/155/EEG in acht nemen (te verkrijgen via glycolleverancier) Bij contact met het concentraat: Voorwerpen met zuigkrachtig materiaal afvegen en als speciaal afval afvoeren, Huid met water en zeep afwassen, Ogen 15 minuten met gespreide oogleden onder stromend water grondig uitspoelen en daarna een arts opzoeken. Controle en verversing van de koelvloeistof De concentratie driemaandelijks met hydrometer of refractometer controleren. Antivriesmiddelconcentratie nooit onder 30 vol-% laten dalen. Koelvloeistofverliezen altijd met een mengeling uit water en 30 vol-% antivriesmiddel aanvullen. GEVAAR Geen recipiënten voor drinkwater of levensmiddelen gebruiken! Ten laatste na 2 jaar alle koelvloeistof verversen. Koelvloeistof alsook anticorrosie- en/of antivriesmiddel bij het afvoeren als speciaal afval behandelen. Bij het afvoeren van verbruikte koelvloeistoffen moeten de voorschriften van de bevoegde plaatselijke overheden in acht genomen worden. 14 ESS Energie Systeme & Service GmbH Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules VITOBLOC 200
15 Voorbereidingen Toegelaten antivriesmiddelen Agip Deutschland AG Agip Schmiertechnik Goedkeuring toegekend Agip Antifreeze Plus Productbenaming Agip / Autol Langzeitfrostschutz Aral AG Aral Kühlerfrostschutz A Aral Kühlerschutz Extra Aral Kühlerschutz D Avia-Mineralöl AG Avia Frostschutz Avia Frostschutz APN BASF AG Glysantin G 03 Glysantin G 48 Glysantin mit Protect Plus BASF / USA BASF / USA BC Antifreeze G 9313 Bucher & Cie. AG / Zwitserland Frostschutz Motorex Caltex Services Ltd. Caltex CX Engine Coolant DEA Mineralöl AG DEA Kühlerschutz Deutsche Shell Chemie GmbH GlycoShell DOW Chemical Europe S.A. DOW Gefrierschutzmittel D F W Kühlmittel D 542/1993 Elf Lub / Frankrijk Elf Antifreeze Special Glacelf SX EUROL Mineralölhandels GmbH Eurol Afrostin EVVA / Oostenrijk EVVA Antifreeze Fina Europe S.A. Fina Termidor P 100 Fuchs Mineralölwerke GmbH Fricofin Kühlerfrostschutz Genol Genol Antifreeze Ginuoves Georges S.A. York LT 716 Henkel Härtol GmbH Frostox MB 02 Hoechst Genantin Extra B INA Industrija Zagreb / Kroatië INA Antifriz AI Super Mobil Oil AG Frostschutz 500 Frostschutz 500 Plus ÖMV AG ÖMV Frostschutzmittel Ravensberger Ravenol Alu-Kühlerfrostschutz Shell Aseol AG / Zwitserland Aseol Antifreeze Aseol FN Shell Austria AG Glycoshell AF 511 Texaco Technology Europe / Ghent Texaco Frostschutz NF (EXT 6024) Total Deutschland GmbH YACCO / Frankrijk Total Multiprotect OZO Frostschutz S Total OZO Frostschutz S Antigel Yacco Tafel 6 Antivriesmiddel met corrosiebescherming voor het motorkoelsysteem van een warmtekrachtmodule VITOBLOC 200 Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules ESS Energie Systeme & Service GmbH 15
16 Voorbereidingen Verwarmingswater Kwaliteitsvoorschriften voor verwarmingswater tot 100 C volgens VDI-richtlijn 2035 Doorslaggevend voor de kwaliteit van het verwarmingswater is de VDI-richtlijn 2035, groep 2 Richtlijnen voor het vermijden van schade door corrosie en steenvorming in warmwaterverwarmingsinstallaties met de volgende richtwaarden (zie ook de overeenkomstige verklaringen in de originele tekst van de VDI-richtlijn 2035). De verwarmingswaterkwaliteit moet jaarlijks op de standaardwaarden volgens VDI 2035 (Tafel 7) gecontroleerd worden! Kenmerk Kenwaarde voor verwarmingswater tot 100 C Som van de aardalkaliën mol/m 3 1 (max. 2) = Totale hardheid dgh 5 (max 11) ph-waarde 8 9,5 Zuurstofbinder 1) Natriumsulfietoverschot NA2SO3 mg/kg 5 tot 20 Tafel 7 Kwaliteitskenwaarden van het vul- en bijvulwater (richtwaarden) voor verwarmingsinstallaties met VITOBLOC 200 warmtekrachtmodules 1) Onder bepaalde omstandigheden vereist: zie originele tekst van de VDI-richtlijn! De door de installateur te voorziene slibafscheider moet halfjaarlijks gereinigd worden. Voor het onderhoud van de slibafscheider is de klant zelf verantwoordelijk. Vermijden van corrosie AANWIJZING! Corrosie in verwarmingsinstallaties is in het algemeen te wijten aan de aanwezigheid van zuurstof in het verwarmingswater. Mogelijke oorzaken voor de aanwezigheid van zuurstof zijn: - Slechte kwaliteit van het vul- en bijvulwater. Chemische toevoegingen bij het verwarmingswater AANWIJZING! Normaal komt in reglementair gedimensioneerde, geïnstalleerde en werkende gesloten warmwaterverwarmingen geen corrosie voor. Daarom kunnen chemische toevoegingen in het algemeen vermeden worden. - Herhaaldelijk vullen. - Onderdrukbereik(en) in het verwarmingsysteem. - Te klein gedimensioneerd expansievat. Geen chemische toevoegingen bij het verwarmingswater gebruiken zonder schriftelijk bewijs van de fabrikant van de chemicaliën dat er geen bezwaar is voor de uitvoering van de verwarmingsinstallatie en het gebruikte materiaal. 16 ESS Energie Systeme & Service GmbH Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules VITOBLOC 200
17 Voorbereidingen 2.2 Vullen van de bedrijfsstoffen Geluidskap demonteren/monteren Altijd en uitsluitend de meegeleverde originele kastsleutel gebruiken om schade aan de sloten te vermijden. Bij het openen en sluiten van de sloten absoluut op het volgende letten: Sluiten: Geluidskappplaat optillen en tegen het betreffende frame drukken. Attentie: bij het naar beneden vallen van de geluidskapplaat bestaat breukgevaar. Dragen van veiligheidskleding/-schoenen nodig! Uitgangspositie slot open (puntmarkeringen op het slot staan 180 ten opzichte van elkaar) Openen: Geluidskappplaat optillen en tegen het betreffende frame drukken. Attentie: bij het naar beneden vallen van de geluidskapplaat bestaat breukgevaar. Dragen van veiligheidskleding/-schoenen nodig! Uitgangspositie slot gesloten (puntmarkeringen op het slot staan tegenover elkaar) Geluiddempingskap vastzetten en sleutel 90 naar links draaien (puntmarkeringen op slot staan nu 90 ten opzichte van elkaar) Geluiddempingskap aandrukken!!! en hierbij sleutel 90 naar rechts draaien (puntmarkeringen op slot staan nu 90 t.o.v. elkaar) Geluiddempingskap aandrukken!!! en hierbij sleutel nog eens 90 naar links draaien (puntmarkeringen op slot staan nu tegenover elkaar) Sleutel nog eens 90 naar rechts draaien (puntmarkeringen op slot staan nu 180 t.o.v. elkaar) VITOBLOC 200 Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules ESS Energie Systeme & Service GmbH 17
18 Voorbereidingen Motorkoelsysteem vullen en ontluchten Koelvloeistof met antivriesmiddel Het koelsysteem moet met een mengsel van drinkbaar tapwater en antivriesmiddel met bescherming tegen corrosie voor motorkoelsystemen gevuld worden. Er mogen alleen antivriesmiddelen met corrosiebescherming voor motorkoelsystemen gebruikt worden die volgens het bedrijfsmiddelvoorschrift van de fabrikant van de warmtekrachtmodule toegestaan zijn. Een overzicht van de antivriesmiddelen met corrosiebescherming voor motorkoelsystemen alsook informatie over de waterkwaliteit vindt u in de paragraaf "Koelvloeistof". Omgang met antivriesmiddelconcentraat Bij de omgang met het antivriesmiddelconcentraat veiligheidshandschoenen en veiligheidsbril dragen! Veiligheidsgegevensblad volgens 91/155/EEG in acht nemen. (te verkrijgen via glycolleverancier) Koelvloeistof mengen GEVAAR Geen recipiënten voor drinkwater of levensmiddelen gebruiken! De nodige hoeveelheid koelvloeistof en de vereiste concentratie mengen. Een minimale concentratie van 30 vol.- % antivriesmiddel moet altijd in acht genomen worden, omdat onder 30 vol.- % niet voldoende corrosiebescherming gewaarborgd is. AANWIJZING! Omdat de warmtekrachtmodule in vorstvrije (min. +10 C) ruimtes opgesteld wordt, is een hogere antivriesmiddelconcentratie niet vereist. Het koelsysteem is zo ontworpen dat in Midden-Europa een koelvulling met max. 30 vol-% antivriesmiddel ook in de zomer in het systeem kan blijven zolang het koelsysteem goed functioneert. Vulhoeveelheden conform technische beschrijving warmtekrachtmodule Bij contact met het concentraat Voorwerpen met zuigkrachtig materiaal afvegen en als speciaal afval afvoeren, Huid met water en zeep afwassen, Ogen 15 minuten met gespreide oogleden onder stromend water grondig uitspoelen en daarna een arts opzoeken. 18 ESS Energie Systeme & Service GmbH Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules VITOBLOC 200
19 Voorbereidingen Koelsysteem vullen Drukslang van een elektrische pomp of handpomp met de vulaansluiting verbinden (Fig. 1, pos. 1). Afsluitkraan (Fig. 1, pos. 2) openen en koelvloeistof langzaam tot ca. 1 bar vullen. Vuldruk aan de manometer (Fig. 1, pos. 3) controleren! De druk in koude toestand moet tussen 1,1 en 1,3 bar liggen. Vulpunten zie hoofdstuk en op Fig. 7 en Fig. 8 Fig. 1 Vulaansluiting voor motorkoelvloeistof met afsluitkraan en manometer Koelsysteem ontluchten Achterste bovenste geluidswerende afdekking afnemen (Fig. 2, pos. 1). Koelsysteem aan de gasnevenstroomafscheider ontluchten (Fig. 2, pos. 2). Koelsysteem aan de koelwaterverdeler ontluchten (Fig. 2, pos. 3). Afsluitkraan aan de koelwaterverdeler (Fig. 2, pos. 3) sluiten en drukslang opnieuw verwijderen. Afsluitkraan aan de rookgaswarmtewisselaar (Fig. 2, pos. 4) sluiten en drukslang opnieuw verwijderen. Bij het ontluchten van het koelsysteem moet er absoluut op gelet worden dat het ontvlambare koelmiddel niet op hete oppervlakken spat ontbrandingsgevaar! Fig. 2 Ontluchtingsaansluiting voor motorkoelsysteem aan de gasnevenstroomafscheider VITOBLOC 200 Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules ESS Energie Systeme & Service GmbH 19
20 Voorbereidingen Motorsmeerolie vullen De verse motorsmeerolie moet gevuld worden in de motor alsook in de extra tank voor verse olie (reserve voor het gebruik van de smeerolieautomaat). Er mogen alleen motoroliën voor gasmotoren gebruikt worden die volgens het bedrijfsvoorschrift van de fabrikant van de warmtekrachtmodule toegestaan zijn (zie paragraaf 0 "Toegestane gasmotorolie"). Omgang met motorsmeerolie Bij de omgang met motorsmeerolie veiligheidshandschoenen en veiligheidsbril dragen! Veiligheidsgegevensblad volgens 91/155/EEG in acht nemen (te verkrijgen via smeerolieleverancier) Bij contact met motorolie: Voorwerpen met zuigkrachtig materiaal afvegen en als speciaal afval afvoeren. In olie gedrenkte kleding en schoenen vervangen. Oliehoudende doeken niet in de zakken steken. Huid met water en zeep of speciale handreinigingsmiddelen evt. met behulp van een nagelborstel afwassen. Benzine, oplosmiddel en dergelijke niet als wasmiddel gebruiken. Huid na het reinigen met vethoudende huidcrème verzorgen. Ogen afdekken; onmiddellijk een arts opzoeken. 20 ESS Energie Systeme & Service GmbH Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules VITOBLOC 200
21 Voorbereidingen Motorsmeerolie direct vullen Motorsmeerolie via de vulaansluiting aan de cilinderkop vullen (Fig. 3, pos. 1). Vulhoeveelheden conform "Technische beschrijving warmtekrachtmodule" Vulpunten zie hoofdstuk en op Fig. 7 en Fig. 8 Fig. 3 Smeerolievulaansluiting aan de cilinderkopkap en oliepeilstok. Motoroliepeil controleren: oliepeilstok (Fig. 3, pos. 2) - eruit trekken, - met niet pluizende, schone doek afvegen, - tot aan de aanslag er opnieuw insteken, - opnieuw uittrekken. Motorsmeerolie niet verder dan de MAX-kerf aan de oliepeilstok vullen (Fig. 4)! Het oliepeil moet tussen de beide aan de oliepeilstok ingeslagen kerven liggen. Fig. 4 Oliepeilcontrole met oliepeilstok VITOBLOC 200 Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules ESS Energie Systeme & Service GmbH 21
22 Voorbereidingen Voorste bovenste geluidswerende afdekking afnemen (Fig. 5, pos. 1). Motorsmeeroliereserve via de vulaansluiting aan de extra tank voor verse olie vullen (Fig. 5, pos. 2). - Oliebijvulkraan aan de olietank "OPEN" (Fig. 5, pos. 4) Fig. 5 Extra tank voor verse olie en smeerolieautomaat Verwarmingsinstallatie vullen en ontluchten Het vullen en ontluchten van de verwarmingsinstallatie na de installatie van de totale verwarmingsinstallatie in overeenstemming met het verwarmingsbedrijf uitvoeren. Vulpunten zie hoofdstuk en op Fig. 7 en Fig. 8 De werkdruk van de installatie mag de toegestane dimensionering niet overschrijden. Voor het vullen van de verwarmingsinstallatie moeten de bedrijfsstofvoorschriften volgens paragraaf "Verwarmingswater" in acht genomen worden. Verwarmingsinstallatie vullen - ofwel via de ketelvul- en aftapkraan aan de verwarmingsketel - ofwel via de door de installateur te plaatsen ketelvul- en aftapkraan aan de warmtekrachtmodule. 22 ESS Energie Systeme & Service GmbH Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules VITOBLOC 200
23 Voorbereidingen Accu-installatie vullen Ongevulde, geladen starteraccu's zijn zonder speciale lading na het vullen gebruiksklaar. Bij het vullen moet de temperatuur van de accu en het zuur minstens 10 C bedragen. Vulpunten zie hoofdstuk en op Fig. 7 en Fig. 8 Sluitstop afnemen. De verschillende cellen van de accu met zwavelzuur volgens VDE 0510 met de dichtheid 1,28 kg/l (voor tropische landen 1,23 kg/l) tot de max. zuurpeilmarkering resp. 15 mm boven de bovenkant van de plaat vullen. Accu 15 minuten laten staan, meermaals lichtjes kantelen en evt. zuur bijvullen. De sluitstop stevig vastschroeven of indrukken. Zuurspatten afvegen. AANWIJZING! Onderhoud Het oppervlak van de accu schoon en droog houden. Alleen vochtig reinigen Zuurpeil regelmatig controleren en indien nodig gedemineraliseerd of gedestilleerd water bijvullen. Nooit zuur bijvullen! Bij veel waterverlies moet de regelaarspanning door een vakman gecontroleerd worden. Geen zogenaamde verbeteringsmiddelen gebruiken. De laadtoestand van de accu kan door een zuurdichtheidsmeting gecontroleerd worden. Ligt de zuurdichtheid onder 1,23 kg/l (resp. 1,18 kg/l bij accumulatorzuur 1,23 kg/l), dan moet de accu bijgeladen worden. Bij deze zuurdichtheid is de accu tot -15 C tegen het bevriezen beschermd. (bij 1,28 kg/l tot -70 C). Geeft de accu als gevolg van te lage temperaturen of ongunstige opslagvoorwaarden niet voldoende startvermogen af, dan moet de accu bijgeladen worden. Waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften Oogbescherming dragen! Kinderen uit de buurt van zuur en accu's houden! Explosiegevaar Bij het laden van accu's ontstaat een hoogexplosief knalgasmengsel, daarom: - vuur, vonken, open licht en roken verboden! - Vonkvorming bij de omgang met kabels en elektrische toestellen vermijden! - Kortsluitingen vermijden! Gevaar voor brandwonden Accuzuur is heel sterk bijtend, daarom - veiligheidshandschoenen en oogbescherming dragen! - Accu niet kantelen, uit de ontgassingsopeningen kan zuur lekken. Eerste hulp - Zuurspatten in het oog onmiddellijk een paar minuten met helder water spoelen! Daarna onmiddellijk een arts opzoeken. - Zuurspatten op de huid of kleding onmiddellijk met zuuromvormer of zeepsop neutraliseren en met veel water naspoelen. - Bij gedronken zuur onmiddellijk een arts consulteren! Buiten bedrijf stellen Accu laden en koel opslaan Als de accu in de installatie blijft, minklem afnemen. Laadtoestand regelmatig controleren Accu's niet onbeschermd aan direct daglicht blootstellen! Ontladen accu's kunnen bevriezen, daarom altijd vorstvrij bewaren. Afvoer: Oude accu's bij een inzamelpunt inleveren. Bij het transport dienen de transportbepalingen (GGVS) in acht genomen te worden. Oude accu's nooit via het huisvuil afvoeren! VITOBLOC 200 Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules ESS Energie Systeme & Service GmbH 23
24 Ingebruikneming 3 Ingebruikneming 3.1 Geautoriseerd personeel AANWIJZING! De inbedrijfstelling door de fabrieksklantendienst moet met de kennisgeving van gereedheid, zie paragraaf op tijd, minstens 4 weken voor de gewenste datum, aangemeld worden. GEVAAR! De eerste ingebruikneming van de warmtekrachtmodule mag alleen door een gespecialiseerde firma met speciaal door de fabrikant van de warmtekrachtmodule voor deze taken geïnstrueerd en geautoriseerd personeel uitgevoerd worden. De voorschriften ter voorkoming van ongevallen moeten gerespecteerd worden! AANSPRAKELIJKHEID De eerste ingebruikneming van de warmtekrachtmodule moet in samenspraak met de opsteller van de installatie en de gebruiker van de installatie uitgevoerd worden. Gevolmachtigde vertegenwoordigers van de opsteller van de installatie en van de gebruiker van de installatie moeten bij de eerste ingebruikneming aanwezig zijn. Montagecontrole en inbedrijfstelling mogen alleen door geautoriseerd personeel uitgevoerd worden. De motor nooit droog, d.w.z. niet zonder smeerolieof koelmiddelvulling, laten draaien. Bij het starten geen extra starthulp (bijv. startpiloot) gebruiken. De onder vollast lopende motor niet onmiddellijk afzetten, maar ca. 5 minuten onbelast laten draaien zodat een temperatuurcompensatie, vooral aan de uitlaatgasturbocompressor, kan plaatsvinden. Nooit koude koelvloeistof in een oververhitte motor vullen! Motorolie niet verder dan de max-kerf aan de oliepeilstok vullen. Bij niet-naleving kan ernstige motorschade optreden. Er altijd voor zorgen dat de controle- en bewakingstoestellen (laadcontrole, oliedruk, koelmiddeltemperatuur) perfect functioneren. De gasvormige brandstof moet voldoen aan de min. eisen volgens Tafel 3. Alleen volgens de voorschriften goedgekeurde werkingsstoffen gebruiken, anders vervalt de aansprakelijkheid voor verborgen gebreken! 24 ESS Energie Systeme & Service GmbH Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules VITOBLOC 200
25 Ingebruikneming 3.2 Meet- en instelpunten voor ingebruiknemingswerkzaamheden De afbeeldingen geven slechts een algemene oriëntering over de positie van de meet- en instelpunten voor de meet- en instelpunten in het moduleschakelveld speciaal voor de door de fabrikant van de warmtekrachtmodule geïnstrueerde en geautoriseerde vaklui. Doorslaggevend zijn de markeringen aan de bouwgroepen en de bekabeling van de werkelijk geleverde module alsook de orderafhankelijke schakel- en montageschema's Meet- en instelpunten in het moduleschakelveld Fig. 6 Principiële positie van de meet- en instelpunten in het moduleschakelveld VITOBLOC 200 Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules ESS Energie Systeme & Service GmbH 25
26 Ingebruikneming Meet- en instelpunten aan de warmtekrachtmodule Fig. 7 Principiële positie van de meet- en instelpunten in de warmtekrachtmodule Vitobloc 200 Pos. 1: Pos. 2: Pos. 3: Pos. 4: Pos. 5: Pos. 6: Pos. 7: Pos. 8: Pos. 9: Pos. 10: Pos. 11: Pos. 12: Pos. 13: Pos. 14: Pos. 15: Pos. 16: Pos. 17: Pos. 18: Noodstopknop (in de deur van het moduleschakelveld) Bedienings- en indicatie-eenheid van de modulebesturing Afsluitkraan extra tank voor verse olie Bovenste generatoraansluitkast (spanningsregelaar - P1) Zijdelingse generatoraansluitkast (cos -regelaar P1) Toerentalopnemer (pick-up) motor Kijkglas van de smeeroliebijvulautomaat Ontluchtingsklep koelsysteem (aan de gasnevenstroomafscheider) Transportbeveiligingen (motorpoten rechts) Transportbeveiligingen (generatorpoten rechts) (aanzicht van rechts) Analoog-box Ontstekingsstuurapparaat Lambdasonde Transportbeveiligingen (motorpoten links) Toerentalopnemer (pick-up) ontsteking Koelwatertemperatuurgever Ontstekingsspoelen Smeeroliedrukopname (oliedrukgever) Pos. 19: Pos. 20: Pos. 21: Pos. 22: Pos. 23: Pos. 24: Pos. 25: Pos. 26: Pos. 27: Pos. 28: Pos. 29: Pos. 30: Pos. 31: Pos. 32: Pos. 33: Pos. 34: Pos. 35: Pos. 36: Pos. 37: Pos. 38: Pos. 39: Pos. 40: Starter Actuator (toerentalregelaar) Smoorklep gas-luchtmengklep (toerentalgever) Sluitdeksel vliegwielbehuizing Compensatieleiding naar de nuldrukregelaar Luchtfilter Transportbeveiligingen (generatorpoten links) Geluidskap-thermostaat Oliepeilindicatie Starteraccu Koelwateraftapklep Koelwatervulaansluiting met afsluitklep Koelwaterdrukgever Koelwatermanometer Koelwaterexpansievat Oliepeilstok Koelwaterpomp Veiligheidstemperatuurbegrenzer Lambdaregelventiel Nuldrukregelaar Gasdrukbewaker Gasmanometer Legende voor Fig. 7 en Fig ESS Energie Systeme & Service GmbH Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules VITOBLOC 200
27 Ingebruikneming Meet- en instelpunten aan de warmtekrachtmodule (vervolg) Fig. 8 Principiële positie van de meet- en instelpunten in de ESS warmtekrachtmodule Pos. 1: Noodstopknop (in de deur van het moduleschakelveld) Pos. 2: Bedienings- en indicatie-eenheid van de modulebesturing Pos. 3: Afsluitkraan extra tank voor verse olie Pos. 4: Bovenste generatoraansluitkast (spanningsregelaar - P1) Pos. 5: Zijdelingse generatoraansluitkast (cos - regelaar P1) Pos. 6: Toerentalopnemer (pick-up) motor Pos. 7: Kijkglas van de smeeroliebijvulautomaat Pos. 8: Ontluchtingsklep koelsysteem (aan de gasnevenstroomafscheider) Pos. 9: Transportbeveiligingen (motorpoten rechts) Pos. 10: Transportbeveiligingen (generatorpoten rechts) (aanzicht van rechts) Pos. 11: Analoog-box Pos. 12: Ontstekingsstuurapparaat Pos. 13: Lambdasonde Pos. 14: Transportbeveiligingen (motorpoten links) Pos. 15: Toerentalopnemer (pick-up) ontsteking Pos. 16: Koelwatertemperatuurgever Pos. 17: Ontstekingsspoelen Pos. 18: Smeeroliedrukopname (oliedrukgever) Pos. 19: Starter Pos. 20: Pos. 21: Pos. 22: Pos. 23: Pos. 24: Pos. 25: Pos. 26: Pos. 27: Pos. 28: Pos. 29: Pos. 30: Pos. 31: Pos. 32: Pos. 33: Pos. 34: Pos. 35: Pos. 36: Pos. 37: Pos. 38: Pos. 39: Pos. 40: Actuator (toerentalregelaar) Smoorklep gas-luchtmengklep (toerentalgever) Sluitdeksel vliegwielbehuizing Compensatieleiding naar de nuldrukregelaar Luchtfilter Transportbeveiligingen (generatorpoten links) Geluidskap-thermostaat Oliepeilindicatie Starteraccu Koelwateraftapklep Koelwatervulaansluiting met afsluitklep Koelwaterdrukgever Koelwatermanometer Koelwaterexpansievat Oliepeilstok Koelwaterpomp Veiligheidstemperatuurbegrenzer Lambdaregelventiel Nuldrukregelaar Gasdrukbewaker Gasmanometer Legende voor Fig. 7 en Fig. 8 VITOBLOC 200 Bedieningshandleiding aardgas-warmtekrachtmodules ESS Energie Systeme & Service GmbH 27
Bedieningsvoorschriften
6300 5517 05/2000 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschriften Gasgestookte verwarmingsketel Logano G334 / G334 Duo Zorgvuldig lezen alvorens het apparaat te gebruiken Voorwoord Geachte klant, De Buderus
Nadere informatieBedieningsvoorschrift
6300 4749 05/2000 BE (NL) Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Specifieke gasketel Logano G234 Zorgvuldig lezen vóór bediening Voorwoord Geachte klant, de specifieke gasketel Logano G234 van Buderus
Nadere informatieBedieningsvoorschriften
6300 5507 05/2000 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschriften Gasgestookte verwarmingsketel Logano G124 / G124 V Zorgvuldig lezen alvorens het apparaat te gebruiken Voorwoord Geachte klant, De Buderus
Nadere informatieGebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor batterijen met vloeibaar elektrolyt voor motorfietsen. (zuurpakket meegeleverd)
Gebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor batterijen met vloeibaar elektrolyt voor motorfietsen. (zuurpakket meegeleverd) Let op de aanwijzingen op de batterij, in de gebruiksaanwijzing
Nadere informatieGeachte klant, de specifieke gasketel Logano G234X TH van Buderus werd volgens de laatste technologische ontwikkelingen en de meest recente veiligheid
6301 4923-09/01 BE (NL) Bedieningsvoorschrift Specifieke gasketel Logano G234X TH met Logamatic 2105 Zorgvuldig bewaren Geachte klant, de specifieke gasketel Logano G234X TH van Buderus werd volgens de
Nadere informatieGebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor gesloten batterijen met vast elektrolyt (AGM-technologie) voor motorfietsen.
Gebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor gesloten batterijen met vast elektrolyt (AGM-technologie) voor motorfietsen. Let op de aanwijzingen op de batterij, in de gebruiksaanwijzing
Nadere informatieTijdschakelklok. Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Tijdschakelklok Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten,
Nadere informatieVIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr
Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 364 VITOTROL 300A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze
Nadere informatieBedieningsvoorschrift
6302 0071 11/2001 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Specifieke ketel voor stookolie / gas Logano G215 en Logano G215 met brander Logatop Zorgvuldig lezen vóór de bediening Voorwoord Over dit voorschrift
Nadere informatieVIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr
Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 363 VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze
Nadere informatie2. Geadviseerde omgevingstemperatuur van 0 C tot 50 C.
BT111 ACCU TESTER BT222 ACCU / LAADSTART / TESTER BEDIENINGSHANDLEIDING BELANGRIJK! 1. Voor het testen van 12 V accu's: SAE : 200~1200 CCA DIN : 110~670 CCA IEC : 130~790 CCA EN : 185~1125 CCA CA(MCA)
Nadere informatieTuincontactdoos met piket
NL Handleiding GS 2 DE GS 4 DE Belangrijk! Lees deze handleiding en bewaar ze. Neem de veiligheidsaanwijzingen in acht. Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding... 29 2 Leveringsomvang... 29 3 Conform gebruik...
Nadere informatieServicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007
Servicehandleiding voor de vakman Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud VITOCELL 100-H 3/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Gelieve deze veiligheidsvoorschriften
Nadere informatie, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH
Montagehandleiding Voor de installateur Montagehandleiding 0020028665, 0020028666, 0020057214 BEnl Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Berghauser Str. 40 D-42859 Remscheid Telefon 021 91 18 0 Telefax 021
Nadere informatieOnderhoud aan accu's. Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING!
Algemene informatie over onderhoud aan accu's Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING! De accu's bevatten bijtend zuur. De werkzaamheden moeten daarom met de grootste zorg en met geschikte
Nadere informatieNE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur
Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur Neutralisatie-eenheid NE1.1 Voor gebruik bij condensatieketels voor gas 6 720 643 494 (2010/01) BE/NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting
Nadere informatieSAFETY BULLETIN. Starten met starthulp of startkabels 1 INLEIDING
Starten met starthulp of startkabels 1 INLEIDING Nagenoeg alle voertuigen en grondverzetmachines zijn uitgerust met accu s om de elektrische systemen te voeden. Deze accu s kunnen onder bepaalde omstandigheden
Nadere informatieTECHNISCHE HANDLEIDING
Pagina 1 van 6 Pagina 2 van 6 INHOUDSOPGAVE 1. OMSCHRIJVING... 3 2. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES... 3 3. TECHNISCHE GEGEVENS... 3 4. INSTALLATIE EN BEDIENING... 3 5. ONDERHOUD... 5 6. ALGEMENE VOORWAARDEN...
Nadere informatievoor de gebruiker van de installatie Bewaren a.u.b.!
Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Rookgas/water-warmtewisselaar VITOTRANS 300 5588 604 B/fl 1/2009 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze
Nadere informatieVIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.!
Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN VITOSOL 11/2015 Bewaren a.u.b. Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming
Nadere informatieVIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 3/2009 Bewaren a.u.b.!
Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN VITOSOL 3/2009 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming
Nadere informatieVIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL-F VITOSOL-T. voor de gebruiker van de installatie. Vlakke plaatcollectoren en vacuümbuiscollectoren
Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Vlakke plaatcollectoren en vacuümbuiscollectoren VITOSOL-F VITOSOL-T 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid
Nadere informatieInnovation Protection Conseil
Pagina 1 van 7 PULVERISATEUR DORSAL AUTONOME Elektrische autonome rugsproeier met continue druk KENMERKEN : o Het reservoir is uitgerust met een membraanpomp met Viton-afdichting die wordt bediend met
Nadere informatietesto 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid
testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid www.testo-international.com/330imanuals 2 1 Inbedrijfstelling 1 Inbedrijfstelling 1.1. App installeren Voor de bediening van het meetinstrument
Nadere informatie3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi
Installatie- en gebruikershandleiding NL 3 WEG- OMSCHAKELKLEP voor warmtapwaterlading USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik
Nadere informatieALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN Blz. 19. ADVIEZEN VOOR MILIEUBESCHERMING Blz. 19. WAARSCHUWINGEN EN ALGEMENE WENKEN Blz. 19
NL INHOUD ALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN Blz. 19 ADVIEZEN VOOR MILIEUBESCHERMING Blz. 19 WAARSCHUWINGEN EN ALGEMENE WENKEN Blz. 19 ADVIEZEN VOOR ENERGIEBESPARING Blz. 20 REINIGING EN ONDERHOUD VAN
Nadere informatieSTIHL AP 100, 200, 300. Veiligheidsinstructies
{ STIHL AP 100, 200, 300 Veiligheidsinstructies Nederlands Inhoudsopgave Vertaling van de originele handleiding 1 Veiligheidsinstructies................................ 1 1.1 Waarschuwingssymbolen...........................
Nadere informatieVoor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler
Voor de gebruiker Gebruiksaanwijzing allstor Bufferboiler NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Aanwijzingen bij de documentatie... 3 1.1 Aanvullend geldende documenten... 3 1.2 Documenten bewaren... 3 1.3
Nadere informatie/2000 BE (NL)
7204 400-09/2000 BE (NL) %HGLHQLQJVYRRUVFKULIW &RQGHQVDWLHJDVNHWHO /RJDPD[SOXV*% =RUJYXOGLJEHZDUHQ Beste klant, De Buderus condensatie-gasketels Logamax plus GB2-24/29/43/60 zijn geconstrueerd en geproduceerd
Nadere informatieHalogeen lampenset. Bestnr.: 55 03 43 - wit 55 00 38 - chroom 55 00 52 - titaan. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 55 03 43 - wit 55 00 38 - chroom 55 00 52 - titaan Halogeen lampenset Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden.
Nadere informatieVIESMANN. Gebruikershandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 4/2007 Bewaren a.u.b.!
Gebruikershandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN VITOSOL 4/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming
Nadere informatieVIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter
Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-H 3/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften
Nadere informatieTerugstroombeveiliging voor ecotec/5
Installatiehandleiding Voor de installateur Installatiehandleiding Terugstroombeveiliging voor ecotec/5 VLT/VGA -systeem Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Berghauser Str. 40 D -42859 Remscheid Tel. +49
Nadere informatieVEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Pagina 1
Pagina 1 1. Identificatie van de stof of het preparaat en van de vennootschap / onderneming Productbenaming: Plasticrète deel A : P- Cast A02 Gebruik: Diverse industriële toepassingen. Verantwoordelijke
Nadere informatieNederlands 11/10/06 GSR 330 N. Gasketel 30 C. Gebruiksaanwijzing. www.oertli.fr
0 I 0 C Nederlands 11/10/0 GSR 0 N Gasketel Gebruiksaanwijzing 122 www.oertli.fr 2 Inhoud Toegepaste symbolen......................................................................... Belangrijke instructies........................................................................
Nadere informatieBestnr Toerentalregelaar voor ventilator
Bestnr. 53 73 73 Toerentalregelaar voor ventilator Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar
Nadere informatieViesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H
Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel
Nadere informatieAltijd aan uw zijde. Gebruiksaanwijzing WE 70 BM. BEnl
Altijd aan uw zijde Gebruiksaanwijzing WE 70 BM BEnl Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Veiligheid... 3 1.1 Waarschuwingen bij handelingen... 3 1.2 Reglementair gebruik... 3 1.3 Algemene veiligheidsinstructies...
Nadere informatieHANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000
HANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000 Waterkracht B.V. Postbus 65 7050 AB Varsseveld Tel. : +31 (0)315 25 81 81 Fax : +31 (0)315 25 81 91 E-Mail : info@waterkracht.nl Internet : www.waterkracht.nl 2 INHOUD:
Nadere informatieGebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL
Elektrische Infrarood Verwarming Model 93485 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL 1 Algemene veiligheidsinstructies LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING Alvorens de radiateur in bedrijf te nemen, moet u deze gebruiks
Nadere informatieOnderhoud aan accu's. Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING!
Algemene informatie over onderhoud aan accu's Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING! De accu's vevatten bijtend zuur. De werkzaamheden moeten daarom met de grootste zorg en met geschikte
Nadere informatieBatterijdiagnosetoestel voor het testen van alle types 12 V-batterijen.
CBT12XS BATTERIJTESTTOESTEL Batterijdiagnosetoestel voor het testen van alle types 12 V-batterijen. TESTVERLOOP / GEBRUIKSAANWIJZINGEN BELANGRIJK: 1. Voor het testen van de prestatie van 12 V-accu s (CCA:
Nadere informatieVIESMANN. Bedieningsaanwijzing ANALOGE SCHAKELKLOK. voor de gebruiker van de installatie. voor Vitodens 100. 5588 587 B/fl 03/2008 Bewaren a.u.b.!
Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN voor Vitodens 100 ANALOGE SCHAKELKLOK 03/2008 Bewaren a.u.b.! Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsaanwijzingen nauwkeurig op ter voorkoming
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman
Montagehandleiding voor de vakman Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften
Nadere informatieSTIHL AK 10, 20, 30. Veiligheidsinstructies
{ STIHL AK 10, 20, 30 Veiligheidsinstructies Nederlands Inhoudsopgave Vertaling van de originele handleiding 1 Veiligheidsinstructies................................ 1 1.1 Waarschuwingssymbolen...........................
Nadere informatieAard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen
1 van 8 Rzinnen & S zinnen Datum: 18032013 Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: Rzinnen R 1 R 2 R 3 R 4 R 5 R 6 R 7 R 8 R 9 R 10 R 11 R 12 R 14 R 15 R 16 R 17
Nadere informatieMontage handleiding Broilfire 4 Poot powerfire/gas komfoor 4p-01p
Montage handleiding Broilfire 4 Poot powerfire/gas komfoor 4p-01p Instructies voor het monteren en gebruik van de Powerfire: Technische data: Gas type Butaan Propaan Werk druk: mbar 30-50 37-52 Categorie
Nadere informatieExplosieveilige elektrische/ventilatie-/verlichtings-/...apparatuur gebruiken. Uitsluitend vonkvrij gereedschap gebruiken
Betekenis P-zinnen Algemeen P101 P102 P103 Bij het inwinnen van medisch advies, de verpakking of het etiket ter beschikking houden Buiten het bereik van kinderen houden Alvorens te gebruiken, het etiket
Nadere informatieServicehandleiding voor de vakman VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W. Vitocell 300-V en Vitocell 300-W type EVA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud
Servicehandleiding voor de vakman Vitocell 300-V en Vitocell 300-W type EVA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W 3/2007 Bewaren a.u.b.! Algemene informatie Veiligheidsvoorschriften
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C
Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel
Nadere informatieAanslag en beton verwijderaar voor industriele toepasingen.
1/5 Creet Aanslag en beton verwijderaar voor industriele toepasingen. Dasic International Ltd Winchester Hill Romsey Hampshire SO51 7YD UK www.dasicinter.com + (0)179 51219 + (0)179 52236 info@dasicinter.com
Nadere informatieAard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten (R-zinnen)
Document Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel Tel 02 553 03 55 - Fax 02 553 80 06 beleid@lne.vlaanderen.be Onderwerp Status versie datum auteur R-zinnen en S-zinnen
Nadere informatieF05, F15, F18 230V~AC HOT HOT OFF OFF COLD COLD
F05, F15, F18 1 1 2 3 2 3 1 230V~AC 2 3 2 4 12V DC HOT OFF 4 12V 5 DC HOT OFF COLD F15 3 5 COLD F05 3 F05, F15, F18 4 5 1 1 2 230V~AC 12V DC COLD HOT 6 OFF 2 5 3 F18 F18 4 0 6 1 7 1 F18 4 F05, F15, F18
Nadere informatieSTIHL AK 10, 20, 30. Veiligheidsinstructies
{ STIHL AK 10, 20, 30 Veiligheidsinstructies Inhoudsopgave Vertaling van de originele handleiding................................ 1 1.1 Waarschuwingssymbolen........................... 1 1.2 Gebruik conform
Nadere informatieKoelvloeistof bijvullen. Werkzaamheden aan het koelsysteem van het voertuig WAARSCHUWING!
Werkzaamheden aan het koelsysteem van het voertuig Werkzaamheden aan het koelsysteem van het voertuig WAARSCHUWING! Vóór het aanbrengen van wijzigingen aan het koelsysteem moet het koelsysteem leeggemaakt
Nadere informatieBijlage IX AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN :
Bijlage IX R 1 : In droge toestand ontplofbaar AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN : R 2 : Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken
Nadere informatieGebruiksaanwijzing FEW 200 ME FEW 300 ME. NL, BEnl
Gebruiksaanwijzing FEW 200 ME FEW 300 ME NL, BEnl Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Veiligheid... 3 1.1 Waarschuwingen bij handelingen... 3 1.2 Reglementair gebruik... 3 1.3 Algemene veiligheidsinstructies...
Nadere informatieHANDLEIDING airco diagnose gereedschap A/C Vloeistof Check artikelnummer: 501175 (complete set)
HANDLEIDING airco diagnose gereedschap A/C Vloeistof Check artikelnummer: 501175 (complete set) 1.0 Voorwoord 1) Deze handleiding richt zich tot de airco monteur, die door opleiding, of door speciale training,
Nadere informatieR-zinnen en S-zinnen. R-zinnen... 2 Gecombineerde R-zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9
-zinnen en S-zinnen Inhoud Pag. -zinnen... 2 Gecombineerde -zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9 -zinnen (aanduiding bijzondere gevaren, isk-zinnen) -nummer Gevarenaanduiding 1 2 3 4 5
Nadere informatieVIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur
Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel
Nadere informatieMontagehandleiding. voor de vakman. VITOBLOC 200 type EM-70/115 Warmtekrachtmodule voor werking met aardgas. 5848 083 NL 03/2013 Gelieve te bewaren!
Montagehandleiding voor de vakman VITOBLOC 200 type EM-70/115 Warmtekrachtmodule voor werking met aardgas Gelieve te bewaren! Impressum Het toestel voldoet aan de fundamentele vereisten van de van toepassing
Nadere informatieHoogfrequent batterijladers. KOP serie. Handleiding
Hoogfrequent batterijladers KOP serie Handleiding Inhoud. 1. Belangrijke veiligheidsinstructies 1.1 Algemeen 1.2 Voorzorgsmaatregelen bij het werken met batterijen 2. Eigenschappen 2.1 Algemene specificatie
Nadere informatieRibbelbuis voor zonnesystemen 2 in 1
Voor de installateur Montagehandleiding Ribbelbuis voor zonnesystemen 2 in Flexibel slangsysteem DN6 voor zonnesystemen Flexibel slangsysteem DN20 voor zonnesystemen Art.-nr. 302 46 Art.-nr. 302 47 BEnl
Nadere informatieH-TRONIC pendeltreinautomaat
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr. 21 65 24 H-TRONIC pendeltreinautomaat Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen
Nadere informatievoorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR
Installatie voorschrift AAN DE INSTALLATEUR Voor de installateur Installatiehandleiding Met het toestel dat u gaat plaatsen, installeert u een kwaliteitsproduct. Ondanks de bekendheid met het AWBconcept
Nadere informatieALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING
ALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING [1] b c g d f e a [2] 0,5 1 2 NL Gebruiksaanwijzing ALCT 6/24-2 VOORWOORD Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van de ANSM ANN lader ALC T 6-24/2. Deze gebruiksaanwijzing
Nadere informatieGebruiksaanwijzing. Gasbranders. 057.130.7 Gasbrander zonder vlambeveiliging 057.131.7-057.146.3 Gasbranders met vlambeveiliging.
Gasbranders Overzicht 057.130.7 gasbrander 20cm, butaan/propaan, 5 kw, zonder vlambeveiliging 057.131.5 gasbrander 30cm, butaan/propaan, 7 kw + vlambeveiliging 057.132.3 gasbrander 40cm, butaan/propaan,
Nadere informatieAanvullende documentatie bij montage- en technische handleiding
Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Service Aanvullende documentatie bij montage- en technische handleiding Industriële tandwielkasten Rechte en haakse tandwielkasten Serie
Nadere informatieHandleiding: Stroomgroep Benzine 2000 Watt
Handleiding: Stroomgroep Benzine 2000 Watt Veiligheidsvoorzieningen Plaats de stroomgroep op een vlakke ondergrond. De stroomgroep mag enkel bediend worden door volwassenen die vertrouwd zijn met de gebruiksinstructies.
Nadere informatieEnkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.
Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken. 3 Ernstig ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.
Nadere informatieVIESMANN. Bedieningshandleiding VITOVOLT 200. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2016 Bewaren a.u.b.!
Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN VITOVOLT 200 11/2016 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter
Nadere informatieBestnr Module SMD- Servotester
Bestnr. 19 01 51 Module SMD- Servotester Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt,
Nadere informatieVIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw
Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk
Nadere informatieINHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8. 2
INHOUD 1. Algemene veiligheid 3 2. Kenmerken 3 3. Beperkingen 3 4. Algemene informatie 3 5. Installatie 4 6. Werking 5 7. Elektrische specificaties 6 8. Rendement 6 9. Probleemoplossing 6 10. Onderdelenlijst
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur
Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële
Nadere informatieUniversele Werklamp GT-AL-02
Universele Werklamp GT-AL-02 GEBRUIKSAANWIJZING V/09/09 Lees deze handleiding voor het eerste gebruik van deze werklamp door en leef voor uw eigen bescherming in ieder geval de veiligheidsvoorschriften
Nadere informatieGebruikershandleiding
Gebruikershandleiding Tape dispenser M-AFT Korte omschrijving: gebruikshandleiding voor het aanbrengen van tape ten behoeve van het afwerken van stoffen die gevoelig zijn voor rafelen. Speciaal aanbevolen
Nadere informatieGebruiksaanwijzing Mini Salt
Gebruiksaanwijzing Mini Salt Informatie Elektrolyse apparaat Schrijf uw type van het elektrolyse apparaat in deze sheet Dit is belangrijk als u later vragen heeft over de werking van dit apparaat. Model
Nadere informatie2Power opslagtank. Installatie instructies
2Power opslagtank Installatie instructies Deze installatieconstructie bevat belangrijk advies voor het hanteren, installeren en opstarten van een 2Power-zonne-installatie. Lees dit advies zorgvuldig door
Nadere informatieVeiligheidsinformatieblad (MSDS)
Veiligheidsinformatieblad (MSDS) Rally black versie: 22 5 2006 / 116 Leverancier: Profclean Europe Duinweg 27 5482VR Schijndel telefoon: 073 5478265 fax: 073 5492305 telefoonnr noodgevallen : 073 5432720
Nadere informatieBedieningsvoorschrift
Bedieningsvoorschrift Condenserende gasketel Logano plus GB312 Voor de gebruiker Zorgvuldig lezen vóór de bediening. 7 747 007 480 01/2007 NL Inhoudsopgave 1 Voor uw veiligheid...............................................3
Nadere informatieAanbouw- en bedieningshandleiding
Aanbouw- en bedieningshandleiding ISOBUS-Basisuitrusting met ISOBUScabinecontactdoos Stand: V1.20150220 30322575-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor
Nadere informatieC40. Compressor Cooler Instruction Manual 4. Kompressor-Kühlbox Bedienungsanleitung 11. Glacière à compression Notice d emploi 18
.book Seite 1 Donnerstag, 14. Oktober 2004 3:22 15 GB D F E I NL DK N S FIN Compressor Cooler Instruction Manual 4 Kompressor-Kühlbox Bedienungsanleitung 11 Glacière à compression Notice d emploi 18 Nevera
Nadere informatieMT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften
Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 ARTIKEL CODE 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN
Nadere informatieVIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOSOL-F VITOSOL-T. voor de gebruiker van de installatie. Vlakke en vacuüm-buiscollectoren
Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Vlakke en vacuüm-buiscollectoren VITOSOL-F VITOSOL-T 5458 056 B/fl 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg
Nadere informatieMG 14. O Mini-massager. Gebruikshandleiding
MG 14 NL O Mini-massager Gebruikshandleiding Beurer GmbH Söflinger Str. 218 89077 Ulm, Germany Tel.: +49 (0)731 / 39 89-144 Fax: +49 (0)731 / 39 89-255 www.beurer.de Mail: kd@beurer.de nederlands 1. Reglementair
Nadere informatieVIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H
Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitvoer met veerbladen voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W
Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële
Nadere informatieVIESMANN. Gebruiksaanwijzing VITOTRONIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Verwarmingsinstallatie met ketelregeling voor verhoogde werking
Gebruiksaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Verwarmingsinstallatie met ketelregeling voor verhoogde werking VITOTRONIC 100 3/2005 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid
Nadere informatieRC030/RC035 Pneumatisch (handmatig) vloeistof afzuigapparaat. Instructies
RC030/RC035 Pneumatisch (handmatig) vloeistof afzuigapparaat Instructies Deze kunnen worden gebruikt voor het afzuigen van: Motorolie Versnellingsbak- en transmissieolie Koelvloeistof Remvloeistof Andere
Nadere informatie