Egevang & Francis [Page 1] RFC 1631 Network Address Translator May 1994

Transcriptie

1 Vraag 1. NAT Egevang & Francis [Page 1] RFC 1631 Network Address Translator May 1994 Status of this Memo This memo provides information for the Internet community. This memo does not specify an Internet standard of any kind. Distribution of this memo is unlimited. for a long time, we were the only ones who had had the idea). 1. Introduction The two most compelling problems facing the IP Internet are IP address depletion and scaling in routing. Vraag a. Wat is de oorzaak dat het aantal vrije IP adressen afneemt? Vraag b. Waarom gebruikt men de term IP Internet Vraag c. Beschrijf hoe het probleem scaling in routing in de praktijk merkbaar is? Long-term and short-term solutions to these problems are being developed. The short-term solution is CIDR (Classless InterDomain Routing) [2]. The long-term solutions consist of various proposals for new internet protocols with larger addresses. Vraag d. Wat is CIDR? Until the long-term solutions are ready an easy way to hold down the demand for IP addresses is through address reuse. This solution takes advantage of the fact that a very small percentage of hosts in a stub domain are communicating outside of the domain at any given time. (A stub domain is a domain, such as a corporate network, that only handles traffic originated or destined to hosts in the domain). Indeed, many (if not most) hosts never communicate outside of their stub domain. Because of this, only a subset of the IP addresses inside a stub domain, need be translated into IP addresses that are globally unique when outside communications is required. Hier, in 1994, wordt beweerd dat in een corporate network, op een bepaald moment slechts weinig computers, hosts, actief zijn met communicatie buiten het eigen domein. Noem een voorbeeld van een applicatie die, meer dan een aantal minuten lang, een stroom internetverkeer genereert? Vraag e. Vraag f. Zou een dergelijke applicatie in samenhang met NAT problemen opleveren? Pagina 1 van 6

2 Vraag g. U heeft uw laptop aan het UvA netwerk gekoppeld. U leest met een client als Outlook Express en Eudora met behulp van het POP3 protocol een box uit. In welke situatie genereert U toch verkeer buiten het UvA domein? This solution has the disadvantage of taking away the end-to-end significance of an IP address, and making up for it with increased state in the network. There are various work-arounds that minimize the potential pitfalls of this. Indeed, connection-oriented protocols are essentially doing address reuse at every hop. Vraag h. Wat is er dan op tegen om die end-to-end betekenis van het IP adres op te geven? Vraag i. Vraag j. address reuse at every hop? 2. Overview of NAT Wat is het nadeel van een toegenomen toestand, state, in het netwerk? Leg uit waarom connection-oriented protocols are essentially doing The design presented in this memo is called NAT, for Network Address Translator. NAT is a router function that can be configured as shown in figure 1. Only the stub border router requires modifications. Vraag k. Wat is een router? Vraag l. In welke OSI laag speelt het routeren van IP pakketten af? Vraag m. NAT wordt hieronder uitgelegd. Als NAT in werking wordt gesteld heeft het dan ook impact op een transportlaagprotocol zoals TCP en UDP? NAT's basic operation is as follows. The addresses inside a stub domain can be reused by any other stub domain. For instance, a single Class A address could be used by many stub domains. At each exit point between a stub domain and backbone, NAT is installed. If there is more than one exit point it is of great importance that each NAT has the same translation table. Vraag n. Wat is een exit point? Vraag o. Waarom moeten de tabellen van elke exit point gelijk zijn? Vraag p. Wat vertalen die tabellen dan? Egevang & Francis [Page 2] RFC 1631 Network Address Translator May 1994 \ /. / WAN / Regional Router Stub Router w/nat \. \. LAN Stub border Figure 1: NAT Configuration Pagina 2 van 6

3 Vraag q. Behoort de Regional Router in figuur 1 tot het domein van de firma die ook het LAN heeft? Vraag r. Wat betekent WAN? For instance, in the example of figure 2, both stubs A and B internally use class A address Stub A's NAT is assigned the class C address , and Stub B's NAT is assigned the class C address The class C addresses are globally unique no other NAT boxes can use them. Vraag s. Waarom moeten die adressen globally unique zijn? Routers mogen, volgens afspraken, pakketjes met afzender adressen van de vorm 10.X.X.X (X is van 0 tot 254 en 255) niet routeren. Waarom mag een Router met NAT functie dat wel? Vraag t. \ / Regional Router WAN WAN Stub A Stub B {s= ,^ v{s= , d= }^ v d= } Stub Router w/natstub Router w/nat LAN LAN {s= , ^ v{s= , d= }^ v d= } ---- / \ / \ Figure 2: Basic NAT Operation Vraag u. Wat betekenen s= en d= in figuur 2? Vraag v. Waarom staan er de tekentjes ^ en v naast de adressen? When stub A host wishes to send a packet to stub B host , it uses the globally unique address as destination, and sends the packet to it's primary router. Vraag w. Waar komt dat destination adres dan vandaan? The stub router has a static route for net so the packet is forwarded to the WAN-link. However, NAT translates the source address of the IP header with the globally unique Pagina 3 van 6

4 before the package is forwarded. Likewise, IP packets on the return path go through similar address translations. Vraag x. Waarom vindt die adrestranslatie plaats before the package is forwarded? Maar wat nu als stub A nog een andere host heeft, b.v. die met adres en een host vanuit Stub B will daar gelijktijdig mee communiceren, kan dat? Uitleg! Vraag y. Notice that this requires no changes to hosts or routers. For instance, as far as the stub A host is concerned, is the address used by the host in stub B. The address translations are completely transparent. Vraag z. Wat wordt met address translaties are completely transparent bedoeld? Of course, this is just a simple example. There are numerous issues to be explored. In the next section, we discuss various aspects of Vraag aa. Stel Stub A heeft een FTP ( ) en een Web server ( ). Met welke uitbreiding kan de NAT van Stub A FTP verkeer naar de FTP server sturen, en Web verkeer naar de webserver? Vraag bb. Wat betekent RFC? Vraag cc. De RFC begint met de woorden Status of this Memo en This memo provides information for the Internet community. Het is dus nog niet een IETF standaard. U mag in een naar de auteurs een comment sturen. Wat is het meest graverende probleem dat u anno 2004 ziet met dit voorstel? Vraag 2: GSM: Network Architecture The GSM technical specifications define the different entities that form the GSM network by defining their functions and interface requirements. The GSM network can be divided into four main parts: The Mobile Station (MS). The Base Station Subsystem (BSS) (Base stations zijn zendmasten). The Network and Switching Subsystem (NSS) (telefonie- en andere telecommunicatie-infrastructuur). The Operation and Support Subsystem (OSS). The architecture of the GSM network is presented in figure 1. Pagina 4 van 6

5 figure 1: Architecture of the GSM network Vraag a. Wat is het Mobile Station? Vraag b. Links in het figuur staan de blokjes met PSDN, ISDN, PSTN, en PLMN. Wat stelt deze verzameling van blokjes voor? Vraag c. In welk blokje zou computerapparatuur voor het registreren van klantklachten gedacht moeten worden? A Interface This is the interface within the GSM network architecture between the BSS (Base Station Subsystem) and an MSC (Mobile Switching Centre). The interface supports standard 64Kbps channels for signalling and traffic. The primary protocols on this interface are DTAP (Direct Transfer Application Part) and BSSMAP (Base Station Subsystem Management Application Part). Vraag d. interfaces genoemd/gedefinieerd: A, A bis, en U m.. In het figuur worden drie Operation, Administration and Maintenance (OAM) Pagina 5 van 6

6 The OAM component allows the operator to monitor and control the system as well as modify the configuration of the elements of the system. Not only the OSS is part of the OAM, but also the BSS and NSS participate in functions such as: provide the operator with all the information it needs. This information is forwarded to the OSS to control the network. perform self-test tasks in addition to the OAM functions. Pagina 6 van 6