1. Achtergrond en doel van deze cursus. 10 min. 2. Wat verstaan we onder activerende didactiek? 10 min

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1. Achtergrond en doel van deze cursus. 10 min. 2. Wat verstaan we onder activerende didactiek? 10 min"

Transcriptie

1 EERSTE BIJEENKOMST PROGRAMMA 1. Achtergrond en doel van deze cursus. 10 min 2. Wat verstaan we onder activerende didactiek? 10 min 3. Hoe pakt de leerling een probleem aan? 10 min 4. Uitleg didactisch model OEER 20 min 5. Oriënteren: we bedenken vragen en werkvormen in groepjes 30 min 6. De groepjes presenteren de resultaten 20 min 7. Evaluatie en afspraken maken 20 min TOELICHTING OP HET PROGRAMMA: Ad 1: Het doel van de cursus wordt uitgelegd. Ad 2: Activeren van voorkennis: ieder benoemd wat bekend is bij hem/haar. Ad 3: Aan de hand van eigen ervaringen komen we tot een structuur waarin we zien hoe we problemen aanpakken: sparren in tweetallen. Ad 4: Uitleg over de fasen: oriënteren, exploreren, evalueren, reflecteren. Ad 5: We bedenken in groepen: werkvormen die we kunnen toepassen in de O-fase. voorbeelden van verschillende soorten vragen die we kunnen stellen. Ad 6: Uitwisseling van de bedachte werkvormen en vragen. Ad 7: We evalueren en maken afspraken over hoe we allemaal de informatie krijgen en wat we in onze praktijk uitproberen. 1

2 OPDRACHTEN Je kan voor het 5 e programmaonderdeel kiezen uit twee opdrachten. Opdracht 1: Bedenk zoveel mogelijk verschillende werkvormen die je kan gebruiken in de O-fase. Opdracht 2: Je wilt een instructieles geven over een bepaald onderwerp. Daarvoor bedenk je met je groep 3 kennisvragen, 3 persoonlijke vragen, 3 opinievragen, 3 doevragen en 3 verruimende vragen. Kies met je groep een geschikt onderwerp. 2

3 THEORIE Het didactisch model OEER (Bron: STIBCO) 1. Oriënteren Aandachtspunten: Expliciteren leerdoelen (Wat, hoe, waarom, hoelang, met wie?) Activeren van de voorkennis Aanbrengen van relevante voorkennis Formuleren van eigen leervragen door leerlingen Inspelen op verscheidenheid in leren 2. Exploreren Aandachtspunten: Doel van deze leerfase Soort opdracht Keuze werkvormen Hoe lang Welke vorm van evaluatie Rollen die leerlingen vervullen Vorm van de ondersteuning door de docent 3. Evalueren Aandachtspunten: Voor zowel goede als minder goede antwoorden Voor zowel efficiënte als minder efficiënte oplossingsstrategieën 4. Reflecteren Aandachtspunten: Verwoorden van de essentie van het leren Zoeken naar toepassingen van het geleerde in andere contexten (transfer) Nadenken over de eigen bijdrage aan het realiseren van de taak 3

4 Oriënteren op de taak/voorbereiden op de realisatie. (Bron: STIBCO) Aandachtspunt: Expliciteren leerdoelen/taakanalyse Bespreek met de leerlingen de takeisen door in te gaan op het wat, hoe, waarom (zingeving), hoelang, rol docent, rol leerling en de wijze van toetsing. Geef de leerlingen gelegenheid deze taakeisen om te vormen tot persoonlijke doelen. Laat leerlingen zich uitspreken/nadenken over de complexiteit en haalbaarheid van de taak. Bespreek met de leerlingen hun inzetbepaling. Aandachtspunt: Activeren van voorkennis Door verschillende vragen te stellen, maak je bij de leerling ook verschillende kennisbestanden wakker. We onderscheiden: Kennisvragen conceptuele kennis Persoonlijke vragen episodische kennis Opinievragen episodische kennis Doe vragen procedurele kennis Verruimende vragen toepassings kennis Kies zowel mondelinge- als schriftelijke vragen. Laat het proces verlopen van individueel naar collectief. Probeer in te spelen op zowel cognitieve- als affectief/motivationele aspecten. Aandachtspunt: Aanbrengen van relevante kennis Tijdens de instructie draagt de docent vakkennis over aan de leerling en laat zien wat er met de vakspecifieke vaardigheden gedaan kan worden. De leerkracht is zich bewust van zijn eigen leerstijl en hij beseft dat die niet altijd overeenkomt met die van zijn leerlingen. Hij gebruikt zijn kennis over leerstijlen door zijn doceerstijl te variëren al naar gelang de behoefte van zijn kinderen. De leerlingen richten hun aandacht op de verwerking van de aangeboden informatie en de relevantie ervan t.a.v. de taakeisen. Tenslotte verifieert de docent of alle relevante informatie is verworven en biedt de leerlingen de gelegenheid na te gaan of de opdracht is begrepen. 4

5 TWEEDE BIJEENKOMST PROGRAMMA DOELEN: De deelnemers halen voorkennis op over de oriëntatie-fase. De deelnemers vertellen elkaar succeservaringen over de oriëntatiefase. De deelnemers kunnen het verschil uitleggen tussen Samenwerkend leren en Bij elkaar zitten. De deelnemers bedenken opdrachten voor een samenwerkend leren les, die zij gaan geven. Daarbij wordt ook de oriëntatiefase voorbereid. De deelnemers presenteren elkaar de resultaten van het groepswerk. PROGRAMMA: ORIENTEREN: 1. ophalen voorkennis oriëntatiefase. 20 min 2. uitwisselen ervaringen oriëntatiefase 15 min 3. instructie: verschil bij elkaar zitten of samenwerkend leren? 10 min EXPLOREREN: 4. opdrachten formuleren die leerlingen uitnodigen tot samenwerkend leren 45 min 5. presenteren van de resultaten 45 min EVALUEREN: 6. we kijken terug op de exploratiefase 30 min REFLECTEREN: 7. we reflecteren op wat we hebben geleerd en de betekenis daarvan voor onze lespraktijk. 20 min OPDRACHTEN: 5

6 OPDRACHT 1: Voorkennis ophalen: de oriëntatie-fase 1. Opinievragen horen bij episodische kennis. Juist/onjuist 2. Het aanbrengen van nieuwe kennis hoort bij de exploratie-fase. Juist/onjuist 3. Instructie hoort bij de O-fase. Juist/onjuist 4. Leerdoelen aangeven hoort niet bij de O-fase Juist/onjuist 5. Toepassingen van een onderwerp hoort bij de reflectie-fase Juist/onjuist 6. Hoelang je over een opdracht mag doen, hoor je in de exploratie-fase. Juist/onjuist 7. Samenvatten van de stof voor een proefwerk hoort bij oriënteren. Juist/onjuist 8. In iedere fase van OEER zit een stukje oriënteren. Juist/onjuist 9. De O-fase duurt altijd een gedeelte van de les. Juist/onjuist 10. De werkvorm voor de O-fase is een onderwijsleergesprek. Juist/onjuist OPDRACHT 2: Binnenkort wil je jouw leerlingen laten samenwerken in drietallen. Bedenk een opdracht voor jouw leerlingen die uitnodigt tot samenwerken. Aandachtspunten: 1. Verdeel de volgende rollen: schrijver, tijdbewaker/criticus, presentator. 2. Je bedenkt samen 3 opdrachten: één per deelnemer. 3. Probeer de opdracht zo concreet mogelijk onder woorden te brengen. 4. Werk de vijf sleutelbegrippen voor samenwerkend leren voor deze opdracht uit. 5. Aan welke afspraken moeten leerlingen zich houden tijdens het samenwerken? 6. Welke rollen en taken geef je de groepsleden bij deze opdracht? THEORIE: 1. De oriëntatiefase 2. Samenwerkend leren, waarom?? 6

7 3. Samenwerkend leren (uit boek: Samenwerkend leren/praktijkboek ) SAMENWERKEND LEREN (Bron: Samenwerkend leren/praktijkboek Sebo Ebbens) Wanneer we op een rijtje zetten wat we wel en niet onder samenwerkend leren verstaan, zien we belangrijke verschillen: Schema 3.1 Verschillen tussen bij elkaar zitten en samenwerkend leren 7

8 Bij elkaar zitten Weinig onderlinge afhankelijkheid Groepsleider Vaak homogeen samengesteld, doorgaans naar eigen keuze van de leerlingen Leerlingen alleen verantwoordelijk voor zichzelf groepstaak Sociale vaardigheden verondersteld Docent negeert groep als groep Weinig aandacht voor groepsprocessen Samenwerkend leren Positieve onderlinge afhankelijkheid Iedereen medeverantwoordelijk Groepjes ook heterogeen samengesteld, vaak door de docent Gedeeld leiderschap Instructie op taak, werkwijze, samenwerking en individuele bijdrage Sociale vaardigheden direct onderwezen De docent observeert en intervenieert Groepsprocessen krijgen regelmatig en systematisch aandacht Sleutelbegrippen voor succesvolle samenwerking In de (praktijk)theorie van samenwerkend leren zijn vijf sleutelbegrippen geformuleerd. Hieraan moet de samenwerking tussen leerlingen voldoen om de kans op succes voor individuele leerlingen zo groot mogelijk te laten zijn. Evenals bij directe instructie bepaalt niet alleen de samenwerkingsstructuur, maar vooral de mate waarin de sleutelbegrippen gerealiseerd worden, de effectiviteit van het samenwerken. Onder effectiviteit verstaan we dat elke leerling (mee)leert en het leerdoel haalt. De vijf sleutelbegrippen zijn: positieve wederzijdse afhankelijkheid, individuele aanspreekbaarheid, directe interactie, aandacht voor sociale vaardigheden en aandacht voor het groepsproces. In het kader van dit boek zijn vooral de eerste sleutelbegrippen belangrijk. Het sleutelbegrip individuele aanspreekbaarheid is al uitgebreid in de hoofdstukken 1 en 2 aan bod gekomen. Omdat dit een relevant sleutelbegrip is als het er om gaat leerlingen bij de les te betrekken, speelt dit sleutelbegrip in alle instructiestrategieën een belangrijke rol. Positieve wederzijdse afhankelijkheid Van positieve wederzijdse afhankelijkheid is sprake, wanneer de groepsleden zien of ervaren dat zij elkaar (wederzijds) nodig hebben om de opdracht te vervullen; samenwerken maakt dat dit beter gaat. Wanneer er geen positieve wederzijdse afhankelijk is wat de uitkomst betreft (afhankelijkheid betreffende het doel), is de kans op samenwerking veel kleiner. Leerlingen hoeven niet van nature geneigd te zijn tot samenwerking. Als ze merken dat ze de gegeven opdracht minstens zo goed in hun eentje kunnen uitwerken, zal er veel energie en tijd van de docent voor nodig zijn om die leerlingen over te halen alsnog samen te werken. Wederzijdse afhankelijkheid houdt in dat de opdracht zo geformuleerd moet zijn dat de inzet van alle betrokken groepsleden vereist is om resultaat te bereiken. Op diverse manieren kunnen docenten ervoor zorgen dat leerlingen elkaar nodig hebben. We noemen de volgende mogelijkheden: bronafhankelijkheid (verschillende personen in de groep hebben eigen informatiebronnen of kennis), taakafhankelijkheid (verschillende personen in de groep vervullen verschillende taken) en rolafhankelijkheid (verschillende personen in de groep vervullen verschillende aanvullende rollen). Positieve wederzijdse afhankelijkheid is het 8

9 belangrijkste sleutelbegrip in het begrijpen en gebruiken van vormen van samenwerkend leren. Een krachtige ondersteuning bij het realiseren van wederzijdse afhankelijkheid is het hanteren van rollen. Door elke groepslid een rol toe te wijzen, wordt een duidelijke taakverdeling tussen leerlingen vastgesteld. Dit kan het samenwerken minder rommelig maken. Tevens wordt daardoor aan bepaalde onderdelen van de taak expliciet aandacht besteed. Op deze wijze kan het doel van de opdracht beter gehaald worden. Bovendien heeft de docent de mogelijkheid om via rollen allerlei zaken uit zijn verborgen agenda te realiseren. Als voorbeeld noemen we de leerling voor wie het gunstig is een bepaalde activiteit juist wel of juist niet uit te voeren. De docent kan dit beïnvloeden door de betreffende leerling een bepaalde rol toe te kennen. In schema 3.2 noemen we een aantal rollen als voorbeeld. Welke men gebruikt, hangt af van de klas, van de opdracht en van de persoonlijke voorkeur. Schema 3.2 Voorbeelden van rollen ter bevordering van de positieve wederzijdse afhankelijkheid Rollen Schrijver Rekenaar Vrager Materiaalchef Organisator Checker Criticus Opzoeker Uitvoerder Scheidsrechter Informant Pretletter Geluidsdemper Uitwerking De enige die schrijft. Noteert bijvoorbeeld alles op het antwoordvel. De enige die rekenmachine hanteert waarmee het antwoord gecontroleerd kan worden De enige die de docent erbij mag roepen Haalt en brengt de benodigde spullen Verdeelt werk over groepsleden Controleert of iedereen het snapt/kan Mag lastige vragen stellen Raadpleegt de naslagwerken Voert de praktische handelingen uit Beslist of haalt hulp bij meningsverschil Checkt bij andere groepen Houdt de moed erin Grijpt in als de groep te veel lawaai maakt (toevoeging RB) Individuele aanspreekbaarheid Individuele aanspreekbaarheid betekt dat de leden van de groep aanspreekbaar zijn op hun bijdrage aan de groep en aanspreekbaar zijn op de gemeenschappelijke uitkomst. Hoe groter de onderlinge afhankelijkheid is, hoe meer de individuele groepsleden zich individueel aanspreekbaar voelen op hun bijdrage aan de groep. Wanneer die afhankelijkheid niet wordt gerealiseerd en leerlingen zich kunnen drukken voor taken en meeliften met de ander of opdrachten in hun eentje uitvoeren, houdt het samenwerkend leren op: de individuele leden zullen dan weinig gemotiveerd zijn om bij te dragen aan de groepsbijdrage. Individuele aanspreekbaarheid wordt dan een leeg principe, dat hooguit door een paar leerlingen serieus genomen zal worden. Maar voor hen kan dit dan door de slechte samenwerking binnen de groep tevens een bron van frustratie zijn. 9

10 Individuele aanspreekbaarheid kan op diverse manieren in de les vormgegeven worden. In hoofdstuk 2 staan voorbeelden genoemd; een aantal manieren is in schema 3.3 vermeld. Schema 3.3 Voorbeelden van individuele aanspreekbaarheid Testje Kleur Rollen Toeval Voorafgaand aan het samenwerken wordt aangekondigd: Dat iedereen na afloop van de les een later aan te wijzen som als testexemplaar krijgt voorgelegd. Het nadeel van deze manier is dat de individuele aanspreekbaarheid pas later (ruim na de lessen) wordt vormgegeven. Leerlingen in een groep met verschillende kleurstiften laten werken zodat ieders bijdrage zichtbaar wordt Door elke leerling in de groep een eigen rol toe te wijzen kan hij op de bijdrage daarin aangesproken worden Door nooit vooraf te melden met welke leerlingen uit de groep de nabespreking plaatsvindt of sterker nog, duidelijk te maken dat de docent willekeurig kiest. UITWERKING OPDRACHTEN ORIENTEREN: Verschillende soorten vragen. Onderwerp: alcohol Kennisvragen: Wie weet wat alcohol is? Hoe komt het dat je van alcohol dronken kan worden? Persoonlijke vragen: Drink je wel eens alcohol? Drink je het omdat je het lekker vindt, of omdat je er aanschoten van wilt worden? 10

11 Meningsvragen: Vind je dat jongeren onder de 16 best alcohol mogen drinken? Wat vind je ervan dat je niet met drank op mag fietsen? Doevragen: Wat doe je als iemand aangeschoten je zaak binnenkomt? Stel je bent met iemand op stap. Degene die je naar huis zou brengen is toch aan de alcohol. Wat doe je hiermee? Verruimende vragen: Wanneer denk je dat iemand alcoholist is? Wat zijn de gevaren van alcohol in het verkeer? WERKVORMEN IN DE ORIENTATIE-FASE: Woordweb/spin Vragen stellen Stellingen (meningen) voor discussie Dilemma s (probleemstellingen) Waar of niet-waar beweringen Een foto Verhaal dat leerlingen moeten afmaken Persoonlijk verhaal Muziek (songtekst) Quiz 11

12 DERDE BIJEENKOMST PROGRAMMA DOELEN: De deelnemers halen voorkennis op over de Oriëntatiefase en Exploratiefase. De deelnemers vertellen elkaar succeservaringen over samenwerkend leren in de reflectiefase. De deelnemers bedenken werkvormen voor de evaluatiefase (productmatig) De deelnemers maken een vragenblad voor de leerling die daardoor procesmatig evalueert. PROGRAMMA: ORIENTEREN: 1. ophalen voorkennis oriëntatiefase en exploratiefase dmv mindmap 20 min 2. uitwisselen ervaringen samenwerkend leren in de exploratiefase 10 min 3. instructie: de evaluatiefase 10 min EXPLOREREN: 1. we werken in 2 groepen opdrachten uit 20 min EVALUEREN: 1. de groepen presenteren hun uitkomsten 20 min 2. we evalueren het proces 20 min REFLECTEREN: 1. we reflecteren op het geleerde en de betekenis daarvan in ons werk 15 min 2. de masterproef 5 min 12

13 OPDRACHTEN: OPDRACHT 1: Voorkennis ophalen: de oriëntatie- en exploratiefase. 1. Schrijf een aantal steekwoorden op die te maken hebben met de oriëntatiefase. 2. Doe het zelfde voor de exploratiefase. OPDRACHT 2: We werken in twee groepen. Groep 1 werkt aan de volgende opdracht: De evaluatiefase is bedoeld om de antwoorden van het gemaakte werk te controleren. Bedenk zoveel mogelijk werkvormen die je daarvoor kan gebruiken. Probeer daarbij werkvormen te bedenken waarbij de leerlingen zoveel mogelijk zelfstandig werken. De uitkomsten worden na afloop gepresenteerd aan de gehele groep. Groep 2 werkt aan de volgende opdracht: Naast het controleren van het gemaakte werk (productmatig) is de evaluatiefase ook bedoeld voor het bespreken van het proces. Ontwerp met elkaar een werk(vragen)blad dat de leerlingen individueel of in een groep beantwoorden. De vragen gaan over het proces. De uitkomsten worden na afloop gepresenteerd aan de gehele groep. Voor beide groepen geldt de volgende rolverdeling: Schrijver: noteert alle informatie voor de presentatie op papier. Presentator: presenteert de uitkomsten aan de gehele groep. Criticus: mag lastige vragen stellen. Vrager: de enige die de docent erbij mag roepen. 13

14 UITGEWERKTE OPDRACHTEN EXPLORATIEFASE SAMENWERKEND LEREN Opdracht Nederlands: spelling Brief met schrijffouten aanleveren (ongeveer 10 fouten) Rollen: schrijver, opzoeker/expert en presentator Vijf sleutelbegrippen: Positieve wederzijdse afhankelijk: Leerlingen halen gezamenlijk de fouten uit de brief Rollen: 1 noteert, 1 mag raadplegen, 1 presenteert (ook benoemen groepsproces) Individuele aanspreekbaarheid: Is gewaarborgd Directe interactie: Als de leerlingen de rolverdeling strikt aanhouden dan moet wel directe interactie plaatsvinden Sociale vaardigheden: Moeten aanwezig zijn; evaluatie vindt plaats bij volgende punt. Aandacht voor het groepproces: Na afloop van de presentaties, klassikaal de groepsprocessen bespreken Opdracht HA/K 3: Klantgericht handelen (rollenspel/verkoopgesprek) Rollen: geluidsdemper, criticus, beoordelaar Verkoper en klant Verkoper verzint een winkel Klant verzint zijn product. Geluidsdemper/beoordelaar: criteria Eerst 5 minuten oefenen, daarna aan de klas (luisteren) Gezamenlijk evalueren van de beoordelingen Opdracht Motorvoertuigen: Blitz bouwen Groep 1: bestudeert handleiding en informeert 2 e groep Groep 2: demonstreert Groep carrosserie Groep onderstellen Groep motoren Gehele groep bestudeert handleiding Maken plan van aanpak en taakverdeling Plan van aanpak: taakverdeling - Tekening Oriëntatie op materiaal logboek Opdracht economie: begin een eigen zaak 14

15 Overleg wat voor soort bedrijf 1 e rol: zoeken Kamer van Koophandel 2 e rol: uitzoeken welke materialen 3 e rol: hoe kom ik aan geld vestigingsplaats Opdracht Engels: Leestekst Tekst in twee gedeeltes Leerlingen in tweetallen: allebei 1 deel van de tekst Leerlingen lezen de tekst. Ze vertellen elkaar in het Nederlands wat ze hebben gelezen. Leerlingen maken samen vragen zonder elkaars tekst. Leerlingen controleren de antwoorden mbv de hele tekst. Variatie: leerlingen tekst 1 beantwoorden vragen van tekst 2. Nabespreking. Opdracht Mens en Maatschappij: Video Werk een script uit over het onderwerp. Verdeel de rollen: regisseur, cameraman/vrouw Acteurs/actrices Samenwerken: luisteren, mening geven, feedback geven/krijgen Evaluatie: tussentijds Opdracht Bouw: Vogelhuisjes maken en verkopen Allen: voorbespreking voor welke vogel Allen: schets maken 1 tekening, 1 calculatie, bestelling materialen ZAGEN: voor/achter, zij + gat, bodem/deksel TIMMEREN: eigen SCHILDEREN: eigen Bespreking eindresultaat + vaststelling verkoopprijs Hoe verkopen? (internet/advertentie/folder/(rommel)markt Eventueel samen folder maken Opdracht: cadeautje maken Groepjes van drie Taakverdeling: bellen over informatie Uitwerken op PC Bedenk samen de surprise Opdracht: Voertuig bouwen Maak samen een ontwerp voor een voertuig 15

16 Volledig in beeld Opdracht: Maquette maken van een stad Taakverdeling: onderzoek de verschillende wijken (bouwstijlen) Per kind één wijk Samen: elkaar vertellen hoe mijn wijk eruit ziet. Plattegrond maken van je stad (eigen). Daarna driedimensionaal bouwen. 16

17 THEORIE EVALUATIEFASE Explicitering van de essentie van het geleerde Tijdens de evaluatiefase kunnen de groepsprocessen aan de orde worden gesteld. Wie heeft wat gedaan en wanneer. De leerlingen maken hun eigen rol bekend in het groepsproces. Goede communicatie is van essentieel belang. De leerling presenteert de leeruitkomsten en de wijze waarop deze gerealiseerd zijn. De docent controleert en moedigt de leerlingen aan om eigen oplossingen bespreekbaar te maken in de groep. Gaat op positieve wijze in op fouten en valkuilen. Vat samen en breng zodoende samenhang aan. Tot slot maakt de leerling de eigen rol bekend door betekenis te verlenen aan de eigen bijdrage tot realisatie van de taak/opdracht en geeft waarde aan het geleerde. Controleren van de taak of opdracht: Controle op het werk blijft belangrijk. Aan het einde van de les moet worden gecontroleerd of leerlingen de opdragen taken hebben verricht. Controle kan voor de leerling gezien worden als een beloning voor de geleverde inspanning. Dit motiveert en levert meer inzet. Voorbeelden: Laat van elk groepje een leerling het gemaakte werk op het bord presenteren. Biedt het antwoord of antwoorden aan via een overheadprojector. Laat de groepjes elkaars werk nakijken, waarbij jij het antwoord op het bord schrijft. Ga de groepjes na om te kijken of de antwoorden juist zijn (Je kunt hiermee al beginnen als je ziet dat groepjes eerder klaar zijn met de opdracht). Laat elk groepje een groepsantwoord inleveren op papier. Las verplichte leespauzes in en vertel hen vooraf dat het voor de concentratie beter is dit in stilte te doen. Wijs hen erop dat zij begrijpend moeten lezen. Laat hen de moeilijke woorden/trefwoorden uit de tekst opschrijven. Laat de leerlingen die reeds met de opdracht klaar zijn, andere groepen helpen (Hier leren de leerlingen veel van). Met elkaar nakijken. Vraag aan een groep of zij het eens zijn met het antwoord van de groep die net een beurt heeft gekregen. Stimuleer de groep die de reactie geeft om het antwoord te controleren aan de hand van een andere formule/methode. Stel dan de vraag aan de hele groep en laat de leerlingen uitmaken wie het antwoord geeft. Geef de antwoorden (klassikaal opnoemen of uitdelen via antwoordenblad) en laat de leerlingen vervolgens in hun groepje de antwoorden bespreken. Laat een leerling uit de groep met het groepswerk bij jou komen om de opgaven te controleren. Evt. fouten moet deze leerling met zijn groep bespreken. Geef aan een leerling van het groepje het antwoordenblad en zeg dat hij/zij het nakijken coördineert. 17

18 Bespreek de opgaven en schrijf vervolgens kernwoorden van de antwoorden op het bord. Geef de leerlingen een checklist, zodat zij in hun groepje over de vragen die gesteld zijn, kunnen discussiëren. Als zij de punten van de checklist begrijpen, moeten zij deze afvinken. Vraag de leerlingen tijdens het formuleren van de antwoorden naar het waarom en het hoe van het gegeven antwoord. Hierdoor nemen zij van elkaar leerstrategieën over. Laat de leerling zelf aangeven waar hij/zij nog problemen mee heeft. Ga alleen op afroep hulp geven aan de groepjes. Geef de leerlingen per groep een aantal punten die zij vervolgens zelf moeten gaan verdelen; zij geven elkaar dus een cijfer (Ga hier voorzichtig mee om). Bereken het gemiddelde cijfer per groep en vraag aan de leerlingen of zij zelf kunnen verzinnen wat nu het verschil tussen de groepen maakt. Als de opgaven gezamenlijk door de groep gemaakt zijn (en goed), beloon deze inzet dan door de leerlingen iets voor zichzelf te laten doen. Bv. proefwerk voorbereiden voor een ander vak). Geef niet meer huiswerk op. Geef aan het einde van de week een kleine overhoring. Motiveer de leerlingen door hun uitleg te geven over de4 leerstijlen. Beloon het groepsproces. Het geven van feedback Het geven van feedback in deze fase moet niet alleen gericht zijn op vakinhoudelijke kennis en vaardigheden. Meer nog moet gelet worden op cognitieve strategieën. Hoe zijn de leerlingen bij hun einddoel gekomen en wat hebben ze gedaan om er te komen. Laat de leerlingen het elkaar uitleggen en leg ook zelf uit in de samenvatting wat jouw strategie was. Probeer de leerlingen zoveel mogelijk bewust te maken van jouw denk- en leerstrategieën door hen te laten zien hoe jij zelf denkt en hoe jij je processen stuurt. Denk aan het meester-gezel principe. Wijs de leerlingen er op dat mensen verschillen in cognitieve stijl (ook docenten) en dat daarom ook de gewenste strategieën bij het oplossen van problemen kunnen verschillen. De verschillen in cognitieve stijl zorgen er voor dat tijdens het werken in groepjes leerlingen elkaar aanvullen. Dat de stof a.h.w. van verschillende zijden benaderd wordt. Dit zorgt voor een betere integratie van de nieuwe kennis. De feedback die je in dit stadium geeft moet altijd positief zijn en gericht op het bevorderen en handhaven van het zelfvertrouwen van de leerlingen. Als er cijfers genoemd moeten worden van een gemaakte toets, lees dan de cijfers niet hardop voor. De leerlingen die een slecht cijfer hebben gehaald, zal dit beslist niet stimuleren vol zelfvertrouwen verder te gaan. Beter is het de cijfers bekend te maken door tijdens het werken in groepjes even langs te lopen. Stimuleer de leerlingen zoveel mogelijk tot zelfstandig werken. Laat hen zien als meester dat leeractiviteiten niet alleen zinvol zijn, maar ook dat zij genoegen kunnen beleven aan het verkrijgen van kennis en vaardigheden. Te vaak denken leerlingen dat zij leerprocessen moeten ondergáán. Dit is niet vreemd, als wij bedenken hoe traditionele onderwijsprocessen vaak verlopen. Als hen echter de gelegenheid wordt geboden actief te participeren in het leerproces, als zij bovendien merken dat zij zelf de verantwoordelijkheid dragen voor het leren, dan zullen zij zich bij de leeractiviteiten meer betrokken voelen. 18

19 Evalueren bestaat uit: Terugkijken op exploratiefase Kijken naar oplossingen en de wijze hoe men daar is gekomen Aandacht voor effectieve én minder effectieve manieren Foutenanalyse (nog) niet oordelen, m.a.w. fouten maken mag nog steeds Pas in de laatste fase van evalueren komt een toets of beoordeling Masterproef: Doel van video in de klas is reflectie op docentgedrag zodat onderwijs effectief of effectiever kan verlopen. Eisen die gesteld worden aan de opdracht: Werk een les uit op papier volgens OERR Geef deze les en neem het op met de videocamera Kies een onderdeel uit OEER Wanneer je voor exploratie kiest, maak dan gebruik van een samenwerkingsopdracht. 19

20 VIERDE BIJEENKOMST PROGRAMMA DOELEN: De deelnemers verwoorden hun visie op leren door een definitie van leren te geven. De deelnemers leren het belang van transfer tijdens de reflectiefase. De deelnemers bedenken voorbeelden uit hun lespraktijk en passen daarop verschillende vormen van transfer toe. De deelnemers bedenken technieken om de leerlingen zelfstandig de transfer te laten maken van een onderwerp. PROGRAMMA: ORIENTEREN: 1. uitwisselen ervaringen in de praktijk 10 min 2. activeren van voorkennis: wat is leren? 10 min 3. aanbrengen van relevante voorkennis 20 min EXPLOREREN: 4. de transfer in de praktijk 40 min EVALUEREN: 5. bespreken van de resultaten REFLECTEREN: 6. nabespreking met transfer 20 min 7. afspraken over de masterproef 20 min TOELICHTING OP HET PROGRAMMA: Ad 1: we benoemen experimenten op gebied van voorkennis activeren, samenwerkend leren, evalueren. Ad 2: we komen tot een definitie over leren. Ad 3: wanneer hebben leerlingen iets geleerd? We brengen relevante voorkennis aan. Ad 4: we maken opdrachten rondom verschillende types transfer. Ad 5: we evalueren de resultaten Ad 6: wat kunnen we hiermee in onze praktijk? Ad 7: we maken afspraken over de masterproef (8 februari) 20

21 OPDRACHTEN: We werken in drie groepen van 2 of 3 personen. De groepen worden samengestel op een zo groot mogelijke diversiteit in vakken. We gaan als volgt te werk: Elke groep kiest één van de drie opdrachten. Je voert met elkaar de opdracht uit. In plaats van een rol krijg je een nummer. Je krijgt 20 minuten voor elke opdracht. Daarna gaan we uitwisselen: de nrs. 1 gaan bij elkaar zitten, de nrs. 2 en de nrs. 3. Je bespreekt met elkaar de resultaten van de uitgewerkte opdrachten op grond van de criteria. Je zorgt dat je elkaars uitgewerkte opdrachten krijgt. 21

22 OPDRACHT 1: We werken in twee- of drietallen. Vul het onderstaand schema zo volledig mogelijk in. Bedenk een aantal onderwerpen uit jouw vakgebied. Bedenk daarbij verschillende transfers die je leerlingen laat maken. Transfer continua Dichtbij ( near ) transfer: situaties zijn waarneembaar (bv. visueel) gelijk. Een reactie wordt automatisch opgeroepen. Verre ( far ) transfer: situaties zijn alleen conceptueel gelijk, dus er moet een regel afgeleid worden. Een reactie wordt automatisch opgeroepen. Dichtbij Minder dichtbij Minder ver Ver Herkennen van slaginstrumenten in een stukje popmuziek. Leerlingen hebben afbeeldingen van de slaginstrumenten voor zich. Herkennen van slaginstrumenten in een stukje klassieke muziek. Leerlingen hebben geen afbeeldingen van slaginstrumenten voor zich. Vergelijken van slaginstrumenten in de popmuziek en klassieke muziek In de klassieke muziek wordt over het algemeen van meer verschillende slaginstrumenten gebruik gemaakt dan in de popmuziek 22

23 Specifieke transfer: de vaardigheid kan in een beperkt aantal situaties worden toegepast. Algemene transfer: de vaardigheid kan in veel verschillende situaties worden toegepast Specifiek Minder specifiek Minder algemeen Algemeen De leerlingen maken alle vragen over een examentekst Nederlands Docent bespreekt met de leerlingen een aantal oplossingsstrategieën, die ze hebben gebruikt voor het maken van de tekst De docent bespreekt met de leerlingen oplossingsstrategieën die zij voor een Engelse examentekst gebruiken. De leerlingen kunnen examenteksten verklaren voor Nederlands, Engels en Duits Criteria: Alle vakken zijn ingevuld. In de eerste kolom staan gegevens die de leerling ter plekke kan waarnemen. In de 2 e t/m 4 e kolom wordt steeds meer een beroep gedaan op het voorstellingsvermogen van de leerling. 23

24 Samenleving: OPDRACHT 2: Probeer bij de volgende principes bridgings te vinden. Principe: Controle is even belangrijk als het oplossen van het probleem zelf School: Thuis: Samenleving: Principe: Werken met een plan (strategie) verhoogt de efficiëntie (spaart tijd). School: Thuis: Samenleving: Principe: Soms is het noodzakelijk beslissingen uit te stellen School: Thuis: Principe: Als de omstandigheden veranderen moet ik mijn strategie aanpassen. School: Thuis: Samenleving: Principe: Moeilijke dingen moet je niet in één keer willen kunnen. 24

25 School: Thuis: Samenleving: Principe: (bedenk zelf een principe) School: Thuis: Samenleving: Criteria: Alle vakjes zijn ingevuld De bridgings zijn zo concreet mogelijk beschreven. OPDRACHT 3: Bedenk: 3 verschillende onderwerpen die je in de les gaat behandelen 3 technieken (bv. schema) of 3 werkvormen die je inzet om de leerlingen zelfstandig transfers te laten maken. Tip: kijk naar de vorige opdrachten. Criteria: Bedenk onderwerpen uit verschillende vakken Bedenk verschillende technieken of werkvormen Aantal technieken en/of werkvormen is minimaal 3. 25

26 Krachtig leren; Metacognitie en transfer, Fogarty 14/08/05-23:53 Wanneer transfer van het geleerde centraal staat, en dat is een kenmerk van goed onderwijs, dan is het belangrijk dat leerlingen bewust aandacht besteden aan hoe ze aan het leren zijn en wat het resultaat van hun leren betekent in een andere context. Over het ontwikkelen van dat bewustzijn heeft Fogarty veel geschreven. Zij noemt dat denken over denken of leren over leren 'metacognitie' of 'metacognitieve reflectie'. Wat is het? Metacognitie is een ander woord voor reflectie over denken, voor denken over denken, of leren over leren. Er is sprake van metacognitie wanneer een leerder een vorm van bewustzijn en controle heeft over wat en hoe er op dat moment geleerd wordt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer de leerling in staat is om een gemaakte fout zelf te 'corrigeren' (omdat hij zich ervan bewust is dat er iets niet klopt). Of iets nogmaals te lezen omdat er iets onduidelijk is. Het bewust inzetten van metacognitie wordt bijzonder belangrijk geacht bij transfer: bij het overdragen (transfer dus) en gebruiken van kennis in andere situaties dan waarin die is aangeleerd. En transfer zou een belangrijk doel van onderwijs moeten zijn (anders dan "gewoon leren", waarin leerlingen vaak meer van hetzelfde doen in dezelfde situatie). Veel theorieën gaan ervan uit dat transfer pas mogelijk is wanneer er én vooraf, én tijdens én na het leren bewustzijn is over wat en hoe er geleerd wordt. Robin Fogarty heeft samen met anderen (o.a. Perkins, Barrell) die theorieën inzichtelijk gemaakt en vertaald naar de praktijk van alledag. Dat is de reden dat we ons vooral op haar baseren bij de beschrijving van metacognitie. Fogarty praat overigens zelf over metacognitieve reflectie en niet over metacognitie. Zij vindt dat haar begrip beter uitdrukt dat het gaat om het aanleren van strategieën van denken over denken (en bijvoorbeeld niet het bewust aanleren van strategieën van denken: cognitieve reflectie). We kunnen haar theorie kort als volgt beschrijven: Zij onderscheidt drie vormen van metacognitieve reflectie. Dat zijn reflectie vooraf aan de actie (plannen), reflectie tijdens de actie (monitoren) en reflectie achteraf (evalueren). Door adequaat te plannen, te monitoren en te evalueren ontstaat er bewustzijn en controle over het eigen denken. Zij onderscheidt vier niveaus van metacognitieve reflectie: onbewust gebruik (tacit use): leerlingen zetten strategieën of vaardigheden in zonder zich daar bewust van te zijn, of ze zetten ze in met "trial and error"; bewust gebruik (aware use): leerlingen zijn zich er bewust van hoe ze strategieën, vaardigheden waar inzetten; bewust strategisch gebruik (strategic use): leerlingen zetten bewust strategieën, vaardigheden in specifieke situaties in; en reflectief gebruik voor, tijdens en na (reflective use): leerlingen zijn voortdurend bewust bezig de beste strategieën en vaardigheden in te zetten die nodig zijn om een specifiek probleem op te lossen. De veronderstelling is dat onbewust gebruik niet tot transfer zal leiden, waar de andere drie dat in steeds sterkere mate wél zullen doen. Meer bewust gebruik zal de kans op transfer aanzienlijk vergroten. 26

27 Hoe ermee om te gaan? Fogarty reikt in haar boeken een groot aantal ingrediënten aan om het bewustzijn over het denken te vergroten. We noemen daar twee voorbeelden van. Zij heeft een handig schema ontwikkeld. Zie hieronder. Het schema geeft een overzicht van mogelijkheden van transfer. Het geeft aan wat transfer behoeft (kennis, vaardigheden, ); het geeft aan hoe dat kan (dichtbije transfer met een aantal technieken, of verre transfer met een aantal technieken); en waarheen de transfer plaats moet vinden (binnen het vakgebied, naar werk, ). In haar boek Teach for Transfer werkt ze elk van deze mogelijkheden uit. Met het schema geeft ze aan hoe een docent dat bewust in kan zetten. Wat Hoe Waar - Kennis - Vaardigheden - Concepten - Houding - Principes 'Omhelzen, dichtbije transfer' - Verwachtingen helder maken - Modelleren - Koppelen - Simuleren - Probleem gericht leren - Binnen eigen vakinhoud - Tussen vakken - In werk - In leren -. - 'Bruggen, verre transfer' - Anticiperen op toepassingen - Generaliseren concepten - Brug slaan - Analogieën gebruiken - Metacognitieve reflectie Zij onderscheidt in haar boek Teach for Metacognitive Reflection dertig vormen van metacognitieve reflectie: tien vormen vooraf aan het denken (de planning), tien vormen voor gedurende het denken (monitoring), en tien vormen achteraf aan het denken (evaluatie). Elk der vormen kent ook een visuele vormgever. Daarmee zijn ze gemakkelijk naar leerlingen in te zetten en voor leerlingen gemakkelijk te onthouden. In Actief Leren van Ebbens en Ettekoven zijn in bijlage 2 een aantal van haar vormgevers te vinden. Voorbeelden daarvan vooraf aan het denken zijn: dikke vragen; de volgordekaart; bekend, benieuwd, bewaard (BBB); en de wip-wap. Voorbeelden daarvan tijdens het denken: een brug slaan, vier vragen; logboek. En een voorbeeld van achteraf aan het denken: de PMI. Relevantie voor de onderwijspraktijk De relevantie voor de onderwijspraktijk lijkt groot, zoals al eerder is gesteld. Bewust inzetten van 27

28 leerlingen weten wat daarin hun sterke en zwakke kanten zijn. Goed onderwijs is in elk geval ook gericht op transfer. Fogarty biedt docenten (bijzonder) veel praktische middelen om metacognitie in het onderwijs vorm te geven. Zij levert een (bijzonder) rijke gereedschapskist. Daarbinnen moeten docenten natuurlijk hun eigen keuzes maken. Bronnen In bovenstaande hebben we twee bronnen genoemd. Dat zijn Fogarty, R. (1994). Teach for Metacognitive Reflection. Palatine: IRI/Sky Light Publishing, Inc. En Fogarty, R., Perkins, D. & Barell, J. (1992). How to Teach for Transfer. Palatine: IRI/Sky Light Publishing, Inc. In het boek Actief leren van Ebbens, S. & Ettekoven, S. (uitgegeven bij Wolters Noordhoff, 2001) is een aantal van haar vormgevers opgenomen. Een ander boek is van Boekaerts, M. & Simons, R. (1993). Leren en Instructie, Psychologie van de leerling en het leerproces. Assen: Dekker en van der Vegt. Zie hoofdstuk 4. Fogarty heeft ook een eigen website. Dat is Daarop zijn veel van haar publicaties te vinden (bovenstaande twee niet, overigens). Ook is er op haar website een afdeling waarin ze het gedachtegoed van de belangrijkste onderwijsdenkers beschrijft (architects of the intellect). Voor verder zoeken zie een van de zoekprogramma's, bijvoorbeeld Google ( en zoek naar 'metacognitie', 'leren leren' (of de Engelse begrippen: 'metacognition', 'metacognitive reflection', 'learning to learn'). Dan verschijnt een groot aantal websites. Relaties met andere theorieën/inzichten Het onderwerp van metacognitie en transfer heeft veel relaties met andere onderwerpen op deze website. De hoofdreden is dat metacognitie en transfer bij gebruik van alle leertheorieën is in te zetten. Directe verbindingen zijn er met alle leertheorieën waarbij hogere orde leren en reflectie centraal staan. En dat zijn o.a. breinvriendelijk leren, competentiegericht leren, leerstijlgericht leren, kernreflectie, leren 2 in leren 1 en leren 2, leren en ontwerpen en natuurlijk leren. Contactpersonen APS: Simon Ettekoven stichting Onderwijs Maak Je Samen (OMJS)

29 UITWERKINGEN OPDRACHTEN OPDRACHT 1 Specifiek Minder specifiek Minder algemeen Algemeen De leerlingen maken alle vragen over een examentekst Nederlands Docent bespreekt met de leerlingen een aantal oplossingsstrategieën, die ze hebben gebruikt voor het De docent bespreekt met de leerlingen oplossingsstrategieën die zij voor een Engelse examentekst gebruiken. De leerlingen kunnen examenteksten verklaren voor Nederlands, Engels en Duits Leerlingen evalueren eigen leerstrategieën maken van de tekst Vergelijk en kijk met behulp van cijfer Klassikaal zoeken strategie wiskunde algemeen Waar kan je de strategieën toepassen 29

30 OPDRACHT 2: Probeer bij de volgende principes bridgings te vinden. Principe: Controle is even belangrijk als het oplossen van het probleem zelf School: Thuis: Samenleving: Principe: Werken met een plan (strategie) verhoogt de efficiëntie (spaart tijd). School: Thuis: huiswerktijd Corveetijd/klusjestijd Samenleving: werktijd Principe: Soms is het noodzakelijk beslissingen uit te stellen School: Thuis: Samenleving Schoolkeuze: je weet nog niet wat je leuk vindt Wel of niet lenen Samen wonen, zelfstandig wonen Principe: Als de omstandigheden veranderen moet ik mijn strategie aanpassen. School: Thuis: Nieuwe docent Ouders scheiden Samenleving: Nieuwe baan 30

31 Principe: Moeilijke dingen moet je niet in één keer willen kunnen. School: Thuis: Tijd nemen om te leren Leren fietsen Samenleving: Samenleven met andere culturen/rijbewijs halen Principe: Wie werkt maakt fouten School: Thuis: Onvoldoende verwerken Straf accepteren Samenleving: Spijt erkennen TRANSFER OPDRACHT 3 Onderwerp 1: Verkooptechnieken/kassaregistratie leerlingen kassaonderdelen laten benoemen elkaar aanvullen mbv brainstormen Kassa is aanwezig: aanwijzen + uitvoeren Benoemen van kassafuncties TRANSFER DICHTBIJ ALGEMENER Binnen een bedrijf/stage: TRANSFER werkvormen: stageopdracht VERDER WEG interview met iemand van de afdeling inkoop/verkoop onderwerp 2: Presentatietechnieken; artikelpresentatie leerlingen herinrichten van de oefenwinkel in L010 SPECIFIEK vergelijkingsonderzoek laten uitvoeren in groepjes van twee; verschillende artikelpresentaties in de Langestraat MINDER SPECIFIEK bekende omgeving 31

32 onderwerp 3: procentberekening: tijdens wiskunde/economie klassikaal/individueel sommen oefenen SCHOOL beursuitslagen van de AEX-index een aantal dagen monitoren en presenteren in een aantal diagrammen (staaf + cirkel) aan de groep SAMENLEVING NB: voor mij is het principe van de transfer belangrijk en lastig. Ik maak zelf volgende week in mijn lessen de volgende transfer: van school naar samenleving binnen school naar buiten school. (Inge) 32

33 VIJFDE BIJEENKOMST PROGRAMMA DOELEN: De deelnemers maken kennis met een werkwijze om voorkennis te activeren. De deelnemers kunnen het verschil aangeven tussen de evaluatie- en reflectiefase. De deelnemers behandelen een theoretisch model m.b.v. een activerende werkvorm. De deelnemers geven elkaar feedback op de activerende werkvorm. PROGRAMMA: ORIENTEREN: 1. activeren voorkennis: verschil evaluatie- en reflectiefase 20 min 2. uitwisselen ervaringen OEER 10 min 3. instructie: samenwerkingsopdracht 10 min EXPLOREREN: 4. samenwerkend leren opdracht 30 min 5. presentaties 30 min EVALUEREN: 6. nabespreking: terugkijken 10 min REFLECTEREN: 7. nabespreking: vooruitkijken 10 min 8. afspraken over de masterproef 10 min TOELICHTING OP HET PROGRAMMA: 1. we verdelen een twintigtal vragen in evaluatie- en reflectiefase 2. we benoemen succeservaringen van onze activerende ervaringen 3. instructie over de samen werkend leren opdracht 4. we voeren de samenwerkend leren opdracht uit 5. we presenteren elkaar de resultaten 6. we evalueren de inhoud en werkwijze 7. we benoemen wat we hiermee kunnen in onze eigen praktijk 8. we maken afspraken over de masterproef 33

34 OPDRACHTEN: Hieronder zie je een aantal vragen die je de klas kan stellen in de evaluatie- of reflectiefase. Omcirkel achter elke vraag de fase waarvoor de vraag is bedoeld. 1. Wat heb je geleerd? E R 2. Waarom heb je dit geleerd? E R 3. Hoe heb je dit aangepakt? E R 4. Wat kun je hiermee bij Engels? E R 5. Hoeveel antwoorden had je goed? E R 6. Wat ga je de volgende keer anders doen? E R 7. Wat ga je vanavond thuis uitleggen over dit onderwerp? E R 8. Hoe kwam je uit met je tijd? E R 9. Welke strategie heb je toegepast? E R 10. Wie heeft een andere strategie toegepast? E R 11. Waarom is jouw strategie niet efficiënt? E R 12. Wanneer gebruik je deze strategie buiten school? E R 13. Hoe los je altijd conflicten op? E R 14. Bij welk ander vak is dit onderwerp ook behandeld? E R 15. Wat ging goed in de samenwerking? E R 16. Wat doe je een volgende keer als je weer dezelfde fout maakt? E R 17. Hoe vond je het om deze opdracht te maken? E R 18. Als ik nu een repetitie zou geven, haalt iedereen dan een voldoende? 19. Welke titel zou je boven deze les willen zetten? E R 20. Welke nieuwe woorden heb je geleerd? E R 21. Heb je eerder met dit probleem te maken gehad? Hoe heb je dat toen aangepakt? E R 22. Hoe heb je informatie verzameld? E R 23. Ben je bij het voetballen ook de leider van het team? E R 24. Wanneer kom je dit in je latere werk tegen? E R E R 34

35 THEORIE Bron: Docentenhandleiding Kag-Al Basisjaar Leerstofoverdracht/onbewust leren De docent die overneemt De laissez-faire docent De leerling die onbewust leert De leerling die zelfgestuurd onbewust leert Docent Sturing Leerling sturing De docent die via demonstreren De docent die van activeren naar activeren gaat naar delegeren gaat De leerling die docentgestuurd De leerling die zelfgestuurd bewust leert bewust leert Leerprocesbegeleiding/bewust leren 35

36 HOE WIJ LEREN: 10 % 20 % 30 % 40 % 50 % 70 % 95 % lezen horen zien zien en horen discussie persoonlijke ervaringen uitleg aan anderen 36

37 VOLGBAAR DOCENTENGEDRAG grote signalen geven systematisch oogcontact met de leerlingen attentie en alertheidsignalen geven (groep op je focussen) positie tempo eenduidige communicatie instemmend benoemen gewenst gedrag benoemen handelingen verwoorden duidelijke beurtverdeling (opening uitwisseling afronding) inhoud van de communicatie leiding geven aan de communicatie vanuit volgen. 37

3. Samenwerkend leren

3. Samenwerkend leren 3.1 Denken-Delen-Uitwisselen doel Samen nadenken over een begrip of antwoord groepssamenstelling individueel-> tweetal ->klassikaal 1. Denken: de leerling krijgt een vraag van de leerkracht of moet een

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Opbrengstgericht werken bij andere vakken Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Doel Leerkrachten kunnen een les tekenen of geschiedenis ontwerpen volgens de uitgangspunten van OGW die ze direct

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren?

Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren? Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren? w 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 1 X 2 X X 3 X X X 4 X X X X 5 X X X X X 6 X X X X X X 7 X X X X X X X 8 X X X X X X X X ö 1. D e n k e n D e

Nadere informatie

Korte of lange opdrachten die gericht zijn op beheersing van de stof.

Korte of lange opdrachten die gericht zijn op beheersing van de stof. Samenwerkend leren bij taakgericht werken 1 Samenwerkingsstructuren Check in duo's Elke leerling werkt eerst individueel aan de opdracht. Daarna vergelijkt elke leerling zijn eigen antwoorden met die van

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Vakdocumenten Frans (2004) Samenwerkend leren - Taakgericht werken 1 Samenwerkingsstructuren Check

Nadere informatie

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe. HOUT EN BOUW Activerende werkvormen? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we na 14 dagen gemiddeld slechts 10 % hebben onthouden van datgene wat we gelezen hebben en 20 % van wat we hebben gehoord.

Nadere informatie

Hoe een training in metacognitieve vaardigheden leerlingen en docenten helpt! Bijeenkomst 2

Hoe een training in metacognitieve vaardigheden leerlingen en docenten helpt! Bijeenkomst 2 Hoe een training in metacognitieve vaardigheden leerlingen en docenten helpt! Bijeenkomst 2 Rodica Ernst-Militaru R.Ernst@udenscollege.nl Plonie Nijhof nyh@hermannwesselinkcollege.nl Deze bijeenkomst 14:00-15:15

Nadere informatie

Zelfgestuurd leren met Acadin

Zelfgestuurd leren met Acadin Zelfgestuurd leren met Acadin 1. Wat is zelfgestuurd leren? Zelfgestuurd leren wordt opgevat als leren waarbij men zelfstandig en met zin voor verantwoordelijkheid de sturing voor de eigen leerprocessen

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) week 11-12 maart 2012 - hardop-denktekst schrijven B Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet.

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? Waarom is coöperatief leren belangrijk? Coöperatieve werkvormen

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? Waarom is coöperatief leren belangrijk? Coöperatieve werkvormen Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? Coöperatief leren is een onderwijsleersituatie waarin de leerlingen in kleine groepen op een gestructureerde manier samenwerken aan een leertaak met een gezamenlijk

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

HOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren

HOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren HOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren 1. Inleiding Aan de hand van een concept cartoon verdiepen leerlingen zich in de vraag hoe het komt dat een meisje een meisje is. Een concept cartoon is een visuele

Nadere informatie

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo WERKVORMEN MAGAZIJN Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo Voorwoord Voor u heeft u Thema boekje 1 Wat is netwerken? Dit themaboekje is een onderdeel van de lessenserie Netwerken.

Nadere informatie

Oriëntatie: Samen Scholen Beeldende Kunsteducatie. Helma Molenaars en Grada Buren.

Oriëntatie: Samen Scholen Beeldende Kunsteducatie. Helma Molenaars en Grada Buren. Oriëntatie: Het doel van deze lessenserie is: bestaande foto s zoeken met een eigen verhaal erbij. Dan gaan jullie mensen deze fotoserie voorleggen en vragen welk verhaal zij erin zien. Tot slot gaan jullie

Nadere informatie

Een bespreking voorbereiden, notuleren en voorzitten

Een bespreking voorbereiden, notuleren en voorzitten OPDRACHTFORMULIER Een bespreking voorbereiden, notuleren en voorzitten Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met een medestudent

Nadere informatie

Lesplan atheneum 5. Woensdag 16 mei 2007, 3 e uur, blok 6: literatuur, les 1

Lesplan atheneum 5. Woensdag 16 mei 2007, 3 e uur, blok 6: literatuur, les 1 Woensdag 16 mei 2007, 3 e uur, blok 6: literatuur, les 1 - Leerlingen weten wat er dit blok van ze wordt verwacht. - Ze vormen groepen, verdelen de taken (logboek en planning, contextonderzoek, filmen

Nadere informatie

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de

Nadere informatie

Module 9 Kennis delen en coachen

Module 9 Kennis delen en coachen OPDRACHTEN Verzorgende IG Maatschappelijke Zorg Module 9 Kennis delen en coachen Inhoudsopgave Leeropdrachten 3 Leren 5 A Hoe leer ik? 5 B Bevorderende en belemmerende factoren 7 C Plan van aanpak bij

Nadere informatie

Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs

Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs Angelique van het Kaar Risbo Erasmus Universiteit Rotterdam 7 november 2012 Overzicht onderwerpen Training Didactische

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

Herinrichting Schoolplein mavo 3

Herinrichting Schoolplein mavo 3 Herinrichting Schoolplein mavo 3 Pagina 1 van 7 Inleiding Binnenkort ga je aan de slag met het project Herinrichting van het schoolplein. Alle leerlingen van het derde leerjaar gaan ervoor zorgen dat ons

Nadere informatie

Begeleiding van studievaardigheden in het Mentoraat. Frans Ottenhof

Begeleiding van studievaardigheden in het Mentoraat. Frans Ottenhof Begeleiding van studievaardigheden in het Mentoraat Frans Ottenhof De rol van de mentor * Wat is motiverend voor leerlingen? * Aan welke studievaardigheden kun je werken? Welke niet? * Wat heb je nodig

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1)

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1) Lesplan les 1 Seksualiteit: Grenzen en Wensen Tijd: 8:30 Klas: 3HVc Aantal lln: 15 Introductie van de lessenserie: grenzen en wensen Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Thema-opdracht: Arbeiten im Tourismus

Thema-opdracht: Arbeiten im Tourismus Thema-opdracht: Arbeiten im Tourismus Je hebt gekozen voor het thema Arbeiten im Tourismus. Je gaat de komende vijf weken je woordenschat in het Duits aanvullen met relevante begrippen en je oefent in

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet. Het voordoen (modelen) van het schrijven van

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen.

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen. Bonaventuracollege Leiden Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen. Advies voor docenten Sanne Macleane 2015 Inhoudsopgave Inleiding... 3 De opbouwende leerlijn van het zelfstandig

Nadere informatie

Wiskunde: vakspecifieke toelichting en tips

Wiskunde: vakspecifieke toelichting en tips Wiskunde: vakspecifieke toelichting en tips Met deze voorbeelden van taken voor de wiskundelessen willen wij verschillende ideeën illustreren. Ten eerste geven zij een idee wat bedoeld wordt met hele-taakeerst

Nadere informatie

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Inleiding De checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die moeten leren schrijven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

Het gedragmodel. 1. Inleiding

Het gedragmodel. 1. Inleiding Het gedragmodel 1. Inleiding Het gedragmodel is een NLP-techiek, ontwikkeld door Peter Dalmeijer (zie www.vidarte.nl) en Paul Lenferink. Het model leert ons feedback te geven waarbij we anderen op hun

Nadere informatie

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding (Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding Aan de slag met lezen in beroepsgerichte vakken Voor de verbetering van leesvaardigheid is het belangrijk dat leerlingen regelmatig en veel lezen. Hoe krijg

Nadere informatie

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Welke middelen kan een docent tijdens zijn les gebruiken / hanteren om leerlingen van havo 4 op het Sophianum meer te motiveren? Motivatie

Nadere informatie

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: > Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Project Verwenmorgen voor ouderen organiseren Groepen van 5 leerlingen Totaal: 560 minuten

Project Verwenmorgen voor ouderen organiseren Groepen van 5 leerlingen Totaal: 560 minuten Project Verwenmorgen voor ouderen organiseren Groepen van 5 leerlingen Totaal: 560 minuten Inleiding en werkwijze: De meeste ouderen vinden het leuk om samen met jongeren iets te doen. Op deze manier hebben

Nadere informatie

BIJLAGE 5 ACTIVERENDE WERKVORMEN

BIJLAGE 5 ACTIVERENDE WERKVORMEN 15 BIJLAGE 5 ACTIVERENDE WERKVORMEN De zeventien activerende werkvormen uit Coöperatief leren in het basisonderwijs (CPS: M. Förrer, B. Kenter en S. Veenman). Voor een nadere uitwerking verwijzen we naar

Nadere informatie

Thema-opdracht: Arbeiten im Restaurant

Thema-opdracht: Arbeiten im Restaurant Thema-opdracht: Arbeiten im Restaurant Je hebt gekozen voor het thema Arbeiten im Restaurant. Je gaat de komende vijf weken je woordenschat in het Duits aanvullen met relevante begrippen en je oefent in

Nadere informatie

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Omschrijving Verwijzing naar Doelgroep Opsteller Intern document die uitleg geeft over het activerende directe instructiemodel. Vaardigheidsmeter Betrokken

Nadere informatie

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING: beeldende vorming De DOELSTELLING van de -opdrachten & De BEOORDELING: Doelstellingen van de opdrachten. Leren: Thematisch + procesmatig te werken Bestuderen van het thema: met een open houding Verzamelen

Nadere informatie

1. Denken-delen-uitwisselen

1. Denken-delen-uitwisselen Vijf basiswerkvormen voor activerend leren 1. Denken-delen-uitwisselen 2. Check-in-duo s 3. Genummerde-hoofden-tezamen 4. Experts 5. Drie-stappen-interview 1. Denken-delen-uitwisselen - De docent stelt

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

Thema-opdracht: Arbeiten im Hotel

Thema-opdracht: Arbeiten im Hotel Thema-opdracht: Arbeiten im Hotel Je hebt gekozen voor het thema Arbeiten im Hotel. Je gaat de komende vijf weken je woordenschat in het Duits aanvullen met relevante begrippen en je oefent in uitspraak

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Zelfstandig werken Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Visie Leerlinggericht: gericht op de mogelijkheden van

Nadere informatie

Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren

Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren Vijf basiskenmerken van coöperatief leren: 1. Positieve wederzijdse verantwoordelijkheid. De leerlingen moeten het gevoel hebben elkaar nodig

Nadere informatie

IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN

IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN 1 2 3 4 5 A Samen werken (spelen) Hierbij is het samenwerken nog vooral doel en nog geen middel. Er is nog geen sprake van taakdifferentiatie. De taak ligt vooraf

Nadere informatie

Uitwerking kerndoel 10 Nederlandse taal

Uitwerking kerndoel 10 Nederlandse taal Uitwerking kerndoel 10 Nederlandse taal Tussendoelen en leerlijnen Nederlandse taal Primair onderwijs In samenwerking met het expertisecentrum Nederlands Enschede, 1 juni 2006 Nederlands kerndoel 10 Stichting

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

Oriëntatie. Wat??? een zeepkist??? Oriëntatie. Welke. Dit ga je doen Onderzoeken wat nu eigenlijk een zeepkist is.

Oriëntatie. Wat??? een zeepkist??? Oriëntatie. Welke. Dit ga je doen Onderzoeken wat nu eigenlijk een zeepkist is. Oriëntatie Dit ga je doen Onderzoeken wat nu eigenlijk een zeepkist is. Welke Dit is een groepsopdracht. Dit doe je dus met je eigen groepje waar je de zeepkist mee gaat bouwen Aan deze vaardigheden ga

Nadere informatie

Tekst lezen en vragen stellen

Tekst lezen en vragen stellen 1. Lees de uitleg. Tekst lezen en vragen stellen Als je een tekst leest, kunnen er allerlei vragen bij je opkomen. Bijvoorbeeld: Welke leerwegen zijn er binnen het vmbo? Waarom moet je kritisch zijn bij

Nadere informatie

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent. OPDRACHTFORMULIER Gesprekken voeren 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent. 2 Kijk in de bronnen welke informatie

Nadere informatie

Wie ben jij? HANDLEIDING

Wie ben jij? HANDLEIDING HANDLEIDING Wie ben jij? Korte omschrijving lesactiviteit Iedereen legt vijf vingers op tafel. Om de beurt vertel je iets over jezelf, waarvan je denkt dat het uniek is. Als het inderdaad uniek is, dan

Nadere informatie

Leerwerktaak: Verhaaltjessom oplossen aanleren

Leerwerktaak: Verhaaltjessom oplossen aanleren Leerwerktaak: oplossen aanleren Titel Gekoppeld aan beroepstaak OWE ILS-wi 614 Gekoppeld aan de volgende competenties(s) Niveau Geschikt voor de volgende vakken Ontwerper/ ontwerpgroep/ sectie/ school

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Verslag Aardrijkskunde Lesvoorbereiding les 1

Verslag Aardrijkskunde Lesvoorbereiding les 1 Verslag Aardrijkskunde Lesvoorbereiding les 1 Verslag door J. 875 woorden 26 oktober 2016 5,5 1 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Lesvoorbereiding Verantwoording (waarom ga je dit doen) Beginsituatie

Nadere informatie

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren 1. Inleiding Een mobiele telefoon; niet meer weg te denken uit de broekzak van elke scholier. In deze opdracht kijken de leerlingen naar een

Nadere informatie

Aanbevelingen voor de leerkracht

Aanbevelingen voor de leerkracht 2012 Aanbevelingen voor de leerkracht Milou Visser Iselinge Hogeschool Goed rekenonderwijs begint bij de leerkracht! Een aantal didactische aandachtspunten die bij het werken aan een rekenverbetertraject

Nadere informatie

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties Presenteren vmbo-4 Presenteren is aan de ene kant een kunst de één is er beter in dan de ander maar aan de andere kant valt of staat elke presentatie met een goede voorbereiding en veel oefening. Bij presenteren

Nadere informatie

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling Deze schrijfles sluit aan bij het Nieuwsbegriponderwerp van deze week: Vuurwerk bij Oud en Nieuw. De schrijftaak

Nadere informatie

- Leerlijn Leren leren - CED groep. Leerlijn Leren leren CED groep

- Leerlijn Leren leren - CED groep. Leerlijn Leren leren CED groep Leerlijn Leren leren CED groep 1 1. Taakaanpak Leerlijn leren leren CED groep Groep 1 a. Luistert en kijkt naar de uitleg van een opdracht in een één op één situatie b. Wijst aan waar hij moet beginnen

Nadere informatie

12. Leerstof samenvatten

12. Leerstof samenvatten 12.1 Samenvatten van tekst(gedeelt)en doel Hoofdzaken uit een tekst halen en samenvatten in steekwoorden wanneer kern les(senserie) groepssamenstelling individueel, tweetallen voorbereiding: - De leerling

Nadere informatie

Leeromgeving en organisatie

Leeromgeving en organisatie Leeromgeving en organisatie Lesdoel Ik kan een les voorbereiden a.d.h.v. het lesplanformulier van Geerligs. Hoe word ik een goede leraar? Kunst of kunde? Kun je het leren: Ja/Nee Wat doe je hier dan nog?

Nadere informatie

De valkuilen van Samenwerkend leren. In deze workshop zullen een aantal eenvoudige samenwerkingsvormen worden uitgevoerd, waarbij mn.

De valkuilen van Samenwerkend leren. In deze workshop zullen een aantal eenvoudige samenwerkingsvormen worden uitgevoerd, waarbij mn. De valkuilen van Samenwerkend leren. In deze workshop zullen een aantal eenvoudige samenwerkingsvormen worden uitgevoerd, waarbij mn. de valkuilen aan het licht zullen komen. In de workshop zal worden

Nadere informatie

Google naar Instructieposter, kies daar goede voorbeelden uit (korte en krachtige teksten, afbeeldingen) die u in bij opdracht 2 kunt gebruiken 1.

Google naar Instructieposter, kies daar goede voorbeelden uit (korte en krachtige teksten, afbeeldingen) die u in bij opdracht 2 kunt gebruiken 1. Handleiding Les 1 Deze schrijfles is de derde waarin leerlingen oefenen in het genre instrueren. Het is een oefenles: leerlingen passen de schrijfstrategie KLUNS toe, die trouwens in deze les verkleind

Nadere informatie

HUISWERKGIDS SCHOOLJAAR 2011-2012

HUISWERKGIDS SCHOOLJAAR 2011-2012 HUISWERKGIDS SCHOOLJAAR 2011-2012 1 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk bladzijde 1. Inleiding De huiswerkgids 3 2. Hoe maak en leer je huiswerk? 4 3. Het leren van woorden (spelling/engels) 5 4. Het leren van topografie

Nadere informatie

2012-2016. Zelfstandig Leren

2012-2016. Zelfstandig Leren 2012-2016 Zelfstandig Leren 0 Inhoud Beschrijving doelgroep... 2 Visie op onderwijs... 2 Basisvisie... 2 Leerinhouden/ activiteiten... 2 Doelen voor het zelfstandig leren... 3 Definitie zelfstandig leren...

Nadere informatie

11. Rondom toetsen The do-it-yourself quiz. doel Kennis testen. wanneer einde les(senserie) groepssamenstelling vier- of vijftallen

11. Rondom toetsen The do-it-yourself quiz. doel Kennis testen. wanneer einde les(senserie) groepssamenstelling vier- of vijftallen 11.1 The do-it-yourself quiz doel Kennis testen groepssamenstelling vier- of vijftallen duur 50 minuten voorbereiding: formuleer zoveel onderwerpen als er groepjes zijn. De groepjes moeten vragen en antwoorden

Nadere informatie

Competentieprofiel voor coaches

Competentieprofiel voor coaches Competentieprofiel voor coaches I. Visie op coaching Kwaliteit in coaching wordt in hoge mate bepaald door de bijdrage die de coach biedt aan: 1. Het leerproces van de klant in relatie tot diens werkcontext.

Nadere informatie

De onderwijsmethode Directe instructie

De onderwijsmethode Directe instructie De onderwijsmethode Directe instructie 1. Wat is Directe instructie? Directe instructie is een onderwijsmethode die nadruk legt op structuur, duidelijkheid en positieve ondersteuning van de student (Ebbens

Nadere informatie

Dossier opdracht 12. Vakproject 2: Vakdidactiek

Dossier opdracht 12. Vakproject 2: Vakdidactiek Dossier opdracht 12 Vakproject 2: Vakdidactiek Naam: Thomas Sluyter Nummer: 1018808 Jaar / Klas: 1e jaar Docent Wiskunde, deeltijd Datum: 12 november, 2007 Samenvatting Dit document is onderdeel van mijn

Nadere informatie

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding Checklist Presentatie geven 2F - handleiding Inleiding De checklist Presentatie geven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een presentatie moeten kunnen geven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Groep 8 Les 1. Boeven in beeld Les 1. Boeven in beeld Nationaal Gevangenismuseum Groep 8 120 minuten Samenvatting van de les De les begint met een klassikaal

Nadere informatie

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat KIJKWIJZER PEDAGOGISCH-DIDACTISCH HANDELEN IN DE KLAS School : Vakgebied : Leerkracht : Datum : Groep : Observant : 1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat (SBL competenties 1 en 2) 1.1* is

Nadere informatie

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 4 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie bij verwerking

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 4 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie bij verwerking Opbrengstgericht omgaan met verschillen Bijeenkomst 4 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie bij verwerking Programma Doelen en programma toelichten Terugblik op huiswerkopdracht Een

Nadere informatie

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Zonder dat we het door hebben worden we steeds asocialer. Dit

Nadere informatie

Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X1 2015-2016

Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X1 2015-2016 Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X1 2015-2016 Cursusdoelen 1. De student heeft kennis van getalfuncties, inzicht in de telrij, (structuur van) getallen en getalrelaties

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning Visie Aanpassingen in de gedragingen van de leerkracht Het vertalen van een politiek besluit zoals het M- decreet in de dagelijkse praktijk is geen gemakkelijke opgave. Als leerlingen met een beperking

Nadere informatie

LES 1: VOORLEZEN met STRATEGIE WEEK 1.1 0, 1, 4 en 6

LES 1: VOORLEZEN met STRATEGIE WEEK 1.1 0, 1, 4 en 6 LES 1: VOORLEZEN met STRATEGIE WEEK 1.1 0, 1, 4 en 6 Lesdoel: De kinderen vergroten hun tekstbegrip door interactie over het verhaal en hun metacognitieve vaardigheden door het oefenen en toepassen van

Nadere informatie

Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard.

Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard. Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard. Doel: Eén van jullie groep gaat opschrijven wat jullie al weten over De Tweede Wereldoorlog (bekend). Daarna schrijven jullie op wat jullie graag willen weten over

Nadere informatie

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen Algemene gegevens Docent Evah den Boer School Helen Parkhurst Titel lessenserie Recensie schrijven CKV/NETL Klas (en niveau) 4 vwo Aantal leerlingen

Nadere informatie

Activerende didactiek

Activerende didactiek Activerende didactiek De verantwoording voor de lessenserie De activerende didactiek zorgt ervoor dat leerlingen actiever en zelfstandiger bezig zijn met leren, het laat leerlingen effectiever leren. De

Nadere informatie

Begeleide interne stage

Begeleide interne stage Ik, leren en werken Begeleide interne stage Deel 2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Marian van der Meijs Inhoudelijke redactie: Titel: Ik, leren

Nadere informatie

SECTORWERKSTUK 2013-2014

SECTORWERKSTUK 2013-2014 SECTORWERKSTUK 2013-2014 1 HET SECTORWERKSTUK Het sectorwerkstuk is een verplicht onderdeel voor alle leerlingen uit het Mavo. Het maken van een sectorwerkstuk is een manier waarop je, als eindexamenkandidaat,

Nadere informatie

Handleiding voor de leerling

Handleiding voor de leerling Handleiding voor de leerling Inhoudopgave Inleiding blz. 3 Hoe pak je het aan? blz. 4 Taken blz. 5 t/m 9 Invulblad taak 1 blz. 10 Invulblad hoofd- en deelvragen blz. 11 Plan van aanpak blz. 12 Logboek

Nadere informatie

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent Onthouden Kunnen ophalen van specifieke informatie, variërend van feiten tot complete theorieën Opslaan en ophalen van informatie (herkennen) Kennis van data, gebeurtenissen, plaatsen Kennis van belangrijkste

Nadere informatie

Voorbeeld actiepunten Aandachtspunt = bevorderen van interactie tussen kinderen tijdens de evaluatie van de les

Voorbeeld actiepunten Aandachtspunt = bevorderen van interactie tussen kinderen tijdens de evaluatie van de les 1 Lesschemaformulier (LSF) Handleiding versie 2009-2010 / Pedagogogische Hogeschool De Kempel Helmond Kop Op ieder lesschemaformulier noteer je jouw voor- en achternaam en de jaargroep op de Kempel. Je

Nadere informatie

CONCEPT TOOL ONTWERPEN IN BEELD VOOR EIGEN GEBRUIK

CONCEPT TOOL ONTWERPEN IN BEELD VOOR EIGEN GEBRUIK 1 Leerdoelen verhelderen 1A Hoe ziet de vaardigheid eruit? Neem een vaardigheid die in komende project of les belangrijk gaat zijn. Schrijf de vaardigheid op een groot vel en verdeel de rest van het vel

Nadere informatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie Leerkrachtinformatie (dubbele les) Lesduur: 2 x 50 minuten (klassikaal) Introductie van de activiteit 1. Deze klassikale les bestaat uit twee delen: Voorbereiding Uitvoering voorbereiding Lesduur: 50 minuten

Nadere informatie

Bijeenkomst 1. Opdracht 1 Doel: Aansluiten bij voorkennins en ervaring van studenten.

Bijeenkomst 1. Opdracht 1 Doel: Aansluiten bij voorkennins en ervaring van studenten. Bijeenkomst 1 Leerdoelen: Studenten kunnen Uitleggen waarom sommige informayie makkelijk vergeten wordt en welke factoren een rol spelen Expliciteren hoe hij zelf leert Opdracht 1 Doel: Aansluiten bij

Nadere informatie

Kijkwijzer formulier. Naam leerkracht. Groep leerkracht. Naam beoordelaar. Beoordeelde les. Datum. Bijzonderheden

Kijkwijzer formulier. Naam leerkracht. Groep leerkracht. Naam beoordelaar. Beoordeelde les. Datum. Bijzonderheden Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam Naam leerkracht Groep leerkracht Naam beoordelaar Beoordeelde les Datum Bijzonderheden Dit formulier is bedoeld als invulformulier voor scholen die met de Kijkwijzer

Nadere informatie

Sociale en recreatieve activiteiten

Sociale en recreatieve activiteiten Sociale en recreatieve activiteiten Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Richard Prins Inhoudelijke redactie: Patricia Streng Eindredactie: Astrid

Nadere informatie

9. Schrijfopdrachten

9. Schrijfopdrachten 9.1 Poëzie doel Creatief schrijven activeren voorkennis toepassen kennis wanneer n.v.t. groepssamenstelling individueel duur 20 minuten De leerkracht geeft leerlingen een begrip, apparaat, mening, enzovoort.

Nadere informatie