Financieel Jaarverslag 2011 Vastgesteld door CvB op 29 mei 2012 Stichting Wellant

Transcriptie

1 Financieel Jaarverslag 211 Vastgesteld door CvB op 29 mei 212 Stichting Wellant Stichting Wellant Houten

2 INHOUDSOPGAVE PAGINA Toelichting op de jaarrekening door bestuur Toelichting op de jaarrekening I t/m XVI JAARREKENING Geconsolideerde balans per 31 december Geconsolideerde staat van baten en lasten over 21] 4 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over Algemene toelichting 6 Toelichting behorende tot de geconsolideerde jaarrekening 21] 9 Enkelvoudige balans per 31 december Enkelvoudige staat van baten en lasten over 21] 17 Toelichting behorende tot de enkelvoudige jaarrekening over 21] 18 OVERIGE GEGEVENS Controleverklaring 28 Bestemming van het resultaat na belastinger 31 BDLAGEN 1 Gegevens over rechtspersoon 32 2 Notitie helderheid 33

3 Toelichting op de Jaarrekening Algemeen De jaarrekening is opgesteld volgens de "Regeling jaarverslaggeving onderwijs". In deze regeling is opgenomen dat de bepalingen van titel 9 Boek 2BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 66 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De Stichting Wellant sloot het jaar 211 financieel af met een resultaat van 6,6 miljoen negatief bij een begroting van 2,1 miljoen negatief. Wellantcollege boekte een resultaat van 3 miljoen negatief, IPC Groene Ruimte B.V. sloot af met een resultaat van 3,6 miljoen negatief. Stichting Wellant heeft een strikte scheiding tussen de publieke en private activiteiten. De private activiteiten vinden plaats bij IPC Groene Ruimte B.V. Op de balans van de Stichting Wellant is het eigen vermogen gesplitst in een algemene reserve (publiek) en vijf bestemmingsreserves waarvan er twee privaat zijn. De resultaten van IPC Groene Ruimte B.V. worden ten gunste / ten laste gebracht van de private bestemmingsreserve m.b.t. IPC Groene Ruimte B.V. Er is voor gekozen het resultaat van Wellantcollege (publiek) en IPC Groen Ruimte B.V. (privaat) apart toe te lichten. Het resultaat van Wellantcollege is 1 miljoen lager dan begroot en komt uit op een resultaat van 3 miljoen negatief. Dit verschil wordt met name veroorzaakt door het niet realiseren van een begrote verkoop van onroerend goed en bijzondere waardeverminderingen van materiële vaste activa met betrekking tot huisvesting. Deze incidentele afwijkingen zijn overigens in een vroegtijdig stadium door het Bestuur aan de Raad van Toezicht gemeld. Om beter voorbereid te zijn op de toekomst heeft het management van IPC Groene Ruimte B.V. tezamen met haar aandeelhouder Stichting Wellant in het najaar van 211 gewerkt aan een nieuwe strategie met als doelstelling IPC gezond en vitaal te maken. De tot dan toe vigerende strategie dateerde uit 28. Gezien de snelheid van de veranderingen in de markt, de structurele verlieslatendheid als ook de economische ontwikkelingen, was er een absolute noodzaak om een nieuwe strategie te definiëren. Dit heeft ertoe geleid dat in het resultaat 211 incidentele lasten zijn opgenomen. De voornaamste hiervan zijn het treffen van een voorziening reorganisatie alsmede incidentele afboekingen van immateriële vaste activa, materiële vaste activa en voorraden. Door deze incidentele posten en een dalende omzet die niet gepaard is gegaan met een evenredige daling van de personeelsbezetting en personeelskosten bedraagt het resultaat van IPC 3,6 miljoen negatief bij een begroting van,1 miljoen negatief. Hiermee komt het geconsolideerde resultaat uit op 6,6 miljoen negatief bij een begroting van 2,1 miljoen negatief. De Stichting Wellant heeft in 211, evenals vorige boekjaren, bewust negatief begroot. Door de hoge solvabiliteit, is het mogelijk om extra middelen in te zetten voor innovatie en ontwikkelprojecten in het kader van de strategie. Met het negatieve resultaat en het aantrekken van vreemd vermogen is de solvabiliteit in het boekjaar gedaald van 72,6% naar 58,7%. Dit is in overeenstemming met de verwachting in de begroting 211. Hiermee blijft de financiële positie gezond. Bestuursverslag jaarrekening 211 Pagina I

4 Deze gezonde solvabiliteit is van belang met betrekking tot de voorgenomen investeringen in gebouwen en organisatieontwikkeling in de komende jaren. Als gevolg van deze investeringen en financiering hiervan gedeeltelijk via vreemd vermogen, zal de solvabiliteit in de periode dalen van 6% naar 45%. In het boekjaar zijn de eerste twee tranches ontvangen van 18 miljoen van een totale lening van 27 miljoen van het Ministerie van Financiën. Tevens is een nog lopende lening van de Rabobank geheel vervroegd afgelost. In april 211 heeft IPC Groene Ruimte B.V. een belang van 51% verworven in Aequator Groen & Ruimte B.V. Op termijn zal dit belang worden uitgebreid tot 1%. Door de samenwerking ontstaat een unieke kennisorganisatie die advies en scholing op een hoogwaardig niveau verankert. Hierdoor zullen veel meer innovatieve ideeën en concepten hun toepassing vinden bij de klant. Ook Wellantcollege zal profiteren van de samenwerking. Het verkort de lijnen voor gastdocentschappen, faciliteert het delen van kennis en stimuleert de voortdurende modernisering van het groene onderwijs. Aequator Groen & Ruimte B.V. heeft in het boekjaar een break even resultaat behaald. Bestuursverslag jaarrekening 211 Pagina II

5 f.1 Resultaat 211 In tegenstelling tot voorgaand jaar wordt in deze paragraaf niet de geconsolideerde maar de enkelvoudige staat van baten en lasten besproken van de Stichting Wellant. Het enkelvoudige resultaat wordt afgezet tegen de begroting over 211. De reden hiervoor is gelegen in: 1) Het feit dat het negatieve resultaat van IPC dusdanig is dat dit te veel de vergelijking met de geconsolideerde begrotingsposten verstoort; 2) Het benadrukken van zowel de publieke als de private resultaatontwikkeling; 3) Het effect van de integrale consolidatie van het verworven belang in Aequator Groen & Ruimte B.V. op de geconsolideerde cijfers ten opzichte van de posten in de geconsolideerde begroting. Vervolgens wordt het resultaat van deelneming IPC Groene Ruimte B.V. nader besproken. Het enkelvoudige resultaat van de Stichting Wellant bestaat uit de resultaatposten van Wellantcollege, en de post "resultaat deelneming" bestaande uit het resultaat van IPC Groene Ruimte, waarin is opgenomen het 51% belang in het resultaat van Aequator Groen & Ruimte B.V. Enkelvoudige resultaat Stichting Wellant Een samenvatting van het resultaat wordt in onderstaande tabel weergegeven. Hierbij wordt opgemerkt dat het resultaat op innovatieprojecten uit het instellingsplan apart wordt weergegeven. Deze projecten worden verderop in deze paragraaf besproken. In 1. Realisatie 211 Begroting 211 Verschil Totaal baten Totaal lasten Resultaat op projecten Saldo haten en lasten Cl) Financiële baten en lasten (2) Resultaat Wellantcollege Resultaat deelneming (3) Resultaat na belastingen ) Het saldo van baten en lasten is 1,1 miljoen negatiever dan begroot. Dit kent een aantal oorzaken die in het vervolg worden besproken. 2) Het saldo van de post financiële baten en lasten is beter dan begroot doordat de aangetrokken financiering, als gevolg van lagere investeringen dan begroot, niet geheel is uitgenut. Hierdoor is het saldo liquide middelen hoger dan begroot, waardoor er rentebaten zijn verkregen, terwijl de rentelasten conform begroting waren. 3) Op pagina VII wordt het resultaat van IPC nader besproken. Bestuursverslag jaarrekening 211 Pagina I

6 Baten Wellantcollege Baten in 1. Realisatie 211 Begroting 211 Verschil Normatieve Rijksbijdrage Additionele Rijksbijdrage Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten Over de baten is in hoofdlijnen het volgende te melden: De lagere realisatie aan baten wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere normatieve rijksbijdrage (,8 miljoen) en lagere overige baten ( 1,7 miljoen). Deze worden gedeeltelijk gecompenseerd door hogere additionele rijksbijdrage en hogere overige overheidsbijdragen (samen,5 miljoen). Rijksbijdrage Weüantcollege De normatieve rijksbijdrage is,8 miljoen lager dan begroot. Voor het MBO is zowel het aantal deelnemers (t2) als het tarief nagenoeg gelijk aan begroting. Voor het VMBO waren de bekostigde leerlingaantallen (t1),5% lager dan begroot. Het tarief voor het VMBO is,5 miljoen lager dan begroot als gevolg van een eenmalige verschuiving vanuit de overheidsmiddelen 211 naar 21 (kasschuif). De additionele rijksbijdragen zijn,3 miljoen hoger dan begroot. De specificatie luidt als volgt: Additionele rijksbijdrage in 1. Wachtgeld VOA middelen Praktijkleren Leerlinggebonden financiering Postcodesubsidies Conjuncturele effecten Salarismix Overige Realisatie Begroting Verschil Totaal additionele rijksbijdrage De lagere lasten m.b.t. praktijkleren hebben tot lagere baten praktijkleren geleid. De begrote bate aan leerlinggebonden financiering was voorzichtig begroot, namelijk aan de hand van de 1 e schooljaarbeschikkingen VMBO en MBO. De begrote bate aan conjuncturele effecten was foutief begroot en is niet beschikt. Aangezien de regeling salarismix niet geoormerkt is en bovendien structureel is, zijn de baten ingeboekt conform begroting en conform het bedrag wat ontvangen is over 211. Vanaf juni 211 worden er kosten gemaakt m.b.t. deze regeling. In juni zijn 15 docenten uit schaal LB overgezet naar schaal LC. In december zijn met terugwerkende kracht tot oktober 69 docenten overgezet van LB naar LC, en 14 docenten van LC naar LD. Deze aantallen zijn in nauw overleg met OCW tot stand gekomen. Hiermee wordt geheel voldaan aan de betreffende regeling. Bestuursverslag jaarrekening 211 Pagina IV

7 De post "overige" is,6 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt met name verklaard door hogere baten dan begroot m.b.t. maatschappelijke stage ( 2k) en aan de niet begrote subsidie "Prestatiesubsidie voor de convenanten 211 (VSV)" ( 3k). Overige overheidsbijdrage Wellantcollege De overige overheidsbijdragen zijn,2 miljoen hoger dan begroot met name als gevolg van hogere baten uit de diverse samenwerkingsverbanden die onder deze post mede worden verantwoord. Overige baten Wellantcollege De overige baten zijn 1,7 miljoen lager dan begroot, voornamelijk veroorzaakt door de volgende drie posten: o Hieronder was een niet gerealiseerde begrote bijzondere bate opgenomen ( 1, miljoen) voor de verkoop van het onroerend goed op de locatie Hoogland. Gezien de situatie op de onroerend goed markt is de verkoop aangehouden. o De deelnemerbijdragen zijn lager dan begroot. o Tevens was onder deze post een bate begroot van,5 miljoen m.b.t. "lumpsumvergoeding IPC" inzake een compensatie voor de afkoop van wachtgeldrisico, reistijdvergoeding en een vergoeding voor boventallig personeel dat door Wellant van IPC is overgenomen, evenals kosten voor directievoering en bestuur. Op deze lumpsum is in 211 slechts 13K gerealiseerd. Lasten Weüantcollege Een overzicht van de lasten geeft het volgende beeld: Lasten in 1. Realisatie 211 Begroting 211 Verschil loonkosten eigen personeel* kosten personeel niet in loondienst overige personele lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten * exclusief loonkosten t.b.v. projecten Over de lasten is in hoofdlijnen het volgende te melden: De lagere realisatie aan lasten wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere personeelslasten (,8 miljoen) en lagere huisvestingslasten (,4 miljoen). De afschrijvingen (,8 miljoen) en de overige lasten (,1 miljoen) zijn hoger dan begroot. De lagere personele lasten worden veroorzaakt door lagere loonkosten eigen personeel (,3 miljoen) en lagere overige personele lasten (,5 miljoen). Personeelslasten Wellantcollege De loonkosten eigen personeel (exclusief loonkosten m.b.t. innovatieprojecten) bedraagt 7,2 miljoen. Begroot is 7,5 miljoen. Bestuursverslag jaarrekening 211 Pagina V

8 De gemiddelde bezetting in 211 bedroeg FTE (regulier FTE, projecten 35 FTE), over de periode januarijuli was deze FTE en over de periode augustusdecember 1.29 FTE. De begrote formatie 211 was 1.29 FTE, waarvan 4 FTE ten behoeve van projecten. De lagere loonkosten ad,3 miljoen kunnen per saldo verklaard worden door a) lagere wachtgeldkosten dan begroot (/,1 miljoen); b) hogere ontvangen uitkeringen van het UWV (/,2 miljoen); c) een hogere gemiddelde reguliere bezetting van 14 FTE dan begroot (,8 miljoen); d) een lagere gemiddelde personeelslast dan begroot ( /,8 miljoen). De lagere loonkosten ad,8 miljoen als gevolg van een lagere GPL worden veroorzaakt doordat: a) in de begroting rekening was gehouden met een pensioenlastenstijging van 2% punt, terwijl deze echter slechts is gestegen met,1% in januari, gevolgd door een stijging tot,5% punt in april, (een 2% punt stijging betekent,6 miljoen); b) de verzekering WGA eigen risico is opgezegd (,2 miljoen); De lagere overige personele lasten worden voornamelijk veroorzaakt door lagere out of pocket scholingskosten. Hiertegenover staan hogere wervingskosten als gevolg van de werving van unit en regiodirecteuren. Afschrijvingen Wellantcoilege De afschrijvingslasten zijn,8 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door bijzondere waardeverminderingen (,8 miljoen) van materiële vaste activa met betrekking tot huisvesting (onder andere als gevolg van sloop). Het betreft de locaties Klaaswaal, Rijnsburg, Hoogland in Amersfoort en het servicecentrum 1 e etage aan de Randhoeve in Houten. Huisvestingslasten Wellantcoilege De huisvestingslasten zijn,4 miljoen lager dan begroot voornamelijk veroorzaakt door lagere energielasten. De oorzaak hiervan is tweeledig. De tarieven 211 voor gas en elektra waren 1% lager dan in 21. Tevens zijn er in 211 creditnota's geweest m.b.t. 21. Resultaat op proiecten biï Wellantcoilege In de tabel hieronder zijn de baten en lasten opgenomen met betrekking tot innovatie en ontwikkelactiviteiten n.a.v. het instellingsplan en de overige projecten. resultaat op projecten in 1. loonkosten inhuur derden overige kosten totaal kosten projectbaten saldo Realisatie Begroting Verschil De baten worden verantwoord op basis van de gemaakte kosten ten behoeve van projecten uit het instellingsplan en de overige projecten. De gerealiseerd projecturen liggen met 35 FTE iets onder de begrote projectformatie (4 FTE). De out of pocket kosten (inhuur derden en overige kosten), welke lopen via de projectadministratie, onderschrijden de begroting ruimschoots met 1,8 miljoen. Bestuursverslag jaarrekening 211 Pagina VI

9 Dit kent 2 oorzaken:» Een deel van de kosten m.b.t. het instellingsplan is in 211 in de lijn gemaakt en verantwoord (niet gekoppeld aan een project) en is daarmee niet separaat geadministreerd via de projectadministratie.» Een deel van de outofpocket kosten is vooraf te hoog ingeschat. Resultaat IPC Groene Ruimte B.V. Het management van IPC Groene Ruimte B.V. heeft tezamen met haar aandeelhouder Stichting Wellant in het najaar van 211 gewerkt aan een nieuwe strategie met als doelstelling IPC weer gezond en vitaal te maken. Dit heeft ertoe geleid dat in het resultaat 211 incidentele lasten zijn opgenomen: 9 er is een voorziening reorganisatie getroffen van 1,1 miljoen; 9 een bijzondere waardevermindering van de geactiveerde goodwill met betrekking tot de verwerving van Aequator Groen & Ruimte B.V. van 528K; vervroegde afschrijvingen op materiële vaste activa van 246K; afwaardering van de voorraad boeken van 274K. De omzet bedroeg in 211 7,7 miljoen (21: 9, miljoen). Deze daling is te wijten aan bezuinigingen in de (semi)overheidsmarkt, minder afname door Wellantcollege en de afbouw van de Rijksbijdragen. De lagere omzet in 211 is niet gepaard gegaan met een evenredige daling van de personeelsbezetting en de personeelskosten. Door deze incidentele posten en de dalende omzet bedraagt het resultaat van IPC Groene Ruimte B.V. 3,6 miljoen negatief bij een begroting van,1 miljoen negatief. Resultaatbestemming Stichting Wellant Het College van bestuur heeft in overleg met de Raad van Toezicht besloten het resultaat 211 als volgt te verwerken: Bestemming van het resultaat Wellantcollege IPC Groene Ruimte B.V. Stichting Wellant Onttrekking aan algemene reserve Onttrekking aan de private bestemmingsreserve Totaal / / Bestuursverslag jaarrekening 211 Pagina VII

10 1.2. Balans per 31 december 211 Het geconsolideerde balanstotaal is in 211 toegenomen van 14 miljoen naar 117 miljoen. Dit wordt voor,7 miljoen verklaard door de integrale consolidatie van het verworven belang in Aequator Groen & Ruimte B.V. In het boekjaar heeft effectuering plaatsgevonden tot een bedrag van 18 miljoen op een totaal arrangement van 27 miljoen van het in juni 21 met het Ministerie van Financiën overeengekomen financieringsarrangement voor het huisvestingsplan van Wellant. Door deze toename van het vreemd vermogen en door het negatieve resultaat stijgt het balanstotaal met 13 miljoen. Aan de activazijde van de balans is zichtbaar dat deze financiering is geïnvesteerd in een toename van de vaste activa ad 8 miljoen en een toename van de vlottende activa van 5 miljoen. Hieronder volgt een toelichting per onderdeel van de belangrijkste verschuivingen en wijzigingen. Vaste activa De kasstroom in 211 aan investeringen bedroeg 18 miljoen, bestaande uit verwerving van het 51% belang in Aequator Groen & Ruimte B.V. ( 1 miljoen); investeringen in materiële vaste activa van 17 miljoen. In het boekjaar zijn investeringen voor een bedrag ad 1 miljoen geactiveerd en in gebruik genomen. De afschrijvingen bedroegen 9,6 miljoen, waaronder bijzondere waardeverminderingen op activa m.b.t. huisvesting ad,8 miljoen en een bijzondere afwaardering van de geactiveerde goodwill m.b.t. de overname van Aequator Groen & Ruimte B.V. van,5 miljoen. Vlottende activa De voorraad gebruiksgoederen is afgenomen met,3 miljoen voornamelijk als gevolg van afwaardering van de voorraad boeken bij IPC Groene Ruimte B.V. De posten "debiteuren", "deelnemers/cursisten" en "overige overheden" betreffen gefactureerde bedragen en zijn afgenomen met 1,1 miljoen. Hierop is een voorziening dubieuze debiteuren getroffen van 34.. De liquide middelen zijn toegenomen met 5,8 miljoen doordat niet de gehele financiering van het Ministerie van Financiën is gebruikt voor investeringen in huisvesting, als gevolg van het feit dat deze zijn achtergebleven bij de begroting.(zie de treasuryparagraaf onder 1.5) Eigen vermogen Door het negatieve resultaat 211 is het eigen vermogen afgenomen met 6,6 miljoen. De publieke bestemmingsreserves "reserve ten behoeve van vestigingen" ad 3 miljoen, en de "reserve innovatie onderwijs en organisatie" ad 2 miljoen worden de komende jaren ingezet voor verbeter en vernieuwingsactiviteiten bij Wellantcollege. De publieke reserve m.b.t. BAPO is per ultimo boekjaar gelijk gebleven aan vorig jaar ad 6,9 miljoen. Enerzijds is er een stijging van het huidige percentage deelnemers (t.o.v. de "rechthebbenden") dat hier gebruik van maakt van 54,5% naar 57,2%. Anderzijds is er een dalende tendens doordat het aantal "rechthebbenden" is afgenomen, en doordat de gehanteerde salarisindexering is gedaald t.o.v. vorig jaar. Deze effecten heffen elkaar op waardoor de reserve gelijk is gebleven. De private bestemmingsreserve "deelneming IPC groene Ruimte B.V." is gedaald met het verlies van IPC. Een nieuwe post in het geconsolideerde eigen vermogen is het "minderheidsbelang derden". Deze post is ontstaan doordat het verworven belang van 51% in Aequator Groen & Ruimte B.V. integraal (voor 1%) is geconsolideerd, waardoor derden een 49% belang hebben in het eigen vermogen van Aequator. Aangezien in de enkelvoudige balans de waarde van Bestuursverslag jaarrekening 211 Pagina VIII

11 deze deelneming is gewaardeerd op 51% van het eigen vermogen, wijkt het enkelvoudige eigen vermogen af van het geconsolideerde eigen vermogen voor een bedrag van het 49% belang ad Voorzieningen Wellantcollege heeft een tweetal (personele) voorzieningen: de voorziening reorganisatie en de voorziening onderwijsjubileum. In het verslagjaar is bij IPC Groene Ruimte B.V. een voorziening reorganisatie getroffen. In 21 is bij Wellantcollege een voorziening reorganisatie gevormd als gevolg van een aangepaste organisatiestructuur naar aanleiding van het ingezette strategietraject vanaf het kalenderjaar 211 waarbij de aansturing van de diverse locaties niet meer geschiedt via vestigingsdirecteuren maar door vijf regiodirecties. Het totaal aantal directieleden is hiermee substantieel verlaagd. In 211 is voor een bedrag ad 232. ten laste van de voorziening gebracht. Daarnaast is een voorziening opgenomen voor financiële verplichtingen rond onderwijsjubilea. Langlopende schulden In 211 is de schuld aan de Rabo bank geheel afgelost. In 211 is een bedrag van 18 miljoen ontvangen op een totaal financieringsarrangement van 27 miljoen met het Ministerie van Financiën. Aflossing vindt lineair plaats in 3 jaar, voor het eerst in 213. Er zijn hypothecaire zekerheden verstrekt. De rente bedraagt 3,43% 3 jaar vast. Kortlopende schulden De kortlopende schulden zijn met 1,4 miljoen gestegen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door voorfinanciering van additionele rijksbijdrage en een hoger crediteurensaldo. Dit wordt gedeeltelijk gecompenseerd door een lagere kortlopende schuld aan kredietinstellingen (Rabo lening geheel afgelost in 211) De schuld aan spaarverlof onder de post "schulden inzake spaarverlof en compensatieplan" bedraagt,3 miljoen voor 31 werknemers. (21:,4 miljoen voor 34 werknemers). 1.3 Kasstroom overzicht 211 Het liquiditeitssaldo is toegenomen met 5,8 miljoen. Deze afname wordt veroorzaakt door een positieve kasstroom uit operatie van 6,1 miljoen, een investeringskasstroom van / 18, miljoen, en een kasstroom uit financiering van 17,7 miljoen. Bestu ursverslag jaarrekening 211 Pagina IX

12 1.4 Financiële ratio's 31 december 211 De Stichting Wellant hanteert twee financiële ratio's, met de volgende definities en minimum en maximum streefwaarden Minimum Maximum Solvabiliteit percentage eigen vermogen van het totaal vermogen 35% 6% Rentabiliteit Genormaliseerd resultaat uit gewone bedrijfsvoering gedeeld door totale baten uit gewone bedrijfsvoering Leidraad die hierbij gehanteerd wordt Per jaar vast te stellen 3% +3% De cijfers in de jaarrekening 211 geven de volgende stand van zaken voor de Stichting Wellant. Solvabiliteit enkelvoudig Solvabiliteit geconsolideerd Rentabiliteit Wellantcollege Rentabiliteit geconsolideerd Cijfers op basis van jaarrekening 21 71,% 72,6% 72,9% 73,3% Cijfers op basis van jaarrekening ,6% 58,7% 72,7% 75,6% Cijfers op basis van begroting ,8% 71,8% 71,7% Uit bovenstaande tabel blijkt dat de rentabiliteit onder de minimale streefwaarde is uitgekomen. Zoals al eerder genoemd wordt dit vooral verklaard door het verlies van IPC Groene Ruimte B.V. ad 3,6 miljoen (begroot,2 miljoen negatief). Indien het resultaat van IPC conform begroting was geweest was de rentabiliteit 72,6% geweest. Door een daling van het eigen vermogen van 6,6 miljoen en een stijging van het vreemd vermogen ad 18,9 miljoen is de solvabiliteit gedaald van 72,6% per ultimo 21 naar 58,7% per ultimo 211. Dit is in overeenstemming met de verwachting in de begroting 211. De solvabiliteit is tevens onder de gestelde maximale grens van 6% gekomen. Volgens het "financieringsplan 21222", waarin een doorrekening is gemaakt van de exploitatie, investeringen en financiering hiervan, zal de solvabiliteit in de periode dalen van 6% naar 45%. De solvabiliteit ultimo 22 van 45% blijft ruim boven de door de Raad van Toezicht vastgestelde minimum solvabiliteit van 35%. Hierbij wordt tevens verwezen naar de toekomstparagraaf onder 1.6. Bestuursverslag jaarrekening 211 Pagina X

13 1.5 Treasurybeleïd Risicomijdend beleggen In de ""Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek" van het Ministerie van OCW wordt voorgeschreven dat tijdelijk overtollige liquiditeiten beheerd dienen te worden op een wijze die zo veel mogelijk garandeert dat de hoofdsom intact blijft, bijvoorbeeld door te beleggen in vastrentende waarden voor de gehele looptijd van die waarden. De regeling schrijft daarom voor om risicomijdend te beleggen. Transacties worden alleen aangegaan met financiële instellingen met minimaal een A rating. De in 211 tijdelijk overtollige liquiditeiten zijn risicoloos aangehouden bij het Ministerie van Financiën en bij de huisbankier. Geïntegreerd middelenbeheer Vanaf juni 21 is Wellantcollege overgegaan op schatkistbankieren bij het Ministerie van Financiën. Dagelijks worden drie aangewezen rekeningen bij de ING bij dan wel afgeroomd ten laste resp. ten gunste van de rekeningcourant met het Ministerie. De kredietfaciliteit bedraagt 1% van de Rijksbijdrage, met als voorwaarde dat er minimaal 1 dag in een jaar een positief saldo op de rekeningcourant positie bestaat. De rente is gebaseerd op dagrente Eonia fixing; bij debetstand verhoogd met 25 basispunten. De kredietfaciliteit is in het boekjaar niet gebruikt. Geldlening bij het Ministerie van Financiën In juni 21 is een financieringsarrangement getekend met het Ministerie van Financiën voor het huisvestingsplan van Wellantcollege. De totale lening bedraagt 27 miljoen, te ontvangen in 4 tranches tussen maart 211 en september 212. De eerste twee tranches ad 18 miljoen zijn in het boekjaar ontvangen. Het rentetarief bedraagt 3,43%, 3 jaar vast. Aflossing vindt lineair plaats in 3 jaar, voor het eerst in 213. Voor de lening is zekerheid verstrekt voor 27 miljoen voor een vijftal panden met percelen grond. Intercompany geldlening In oktober 21 is door IPC Groene Ruimte B.V. een lening verstrekt aan Stichting Wellant van 5 miljoen. Er zijn geen zekerheden verstrekt. Het rentepercentage wordt jaarlijks bepaald door het 12 maands Euribor tarief, verhoogd met een opslag van 2 basispunten. Er mag onbeperkt worden afgelost, dan wel aflossing worden opgeëist, mits drie maanden van te voren schriftelijk aangekondigd. In het boekjaar is 1 miljoen afgelost. Treasu rvcom m issie Na de goedkeuring van het treasurystatuut in juni 21 door de Raad van Toezicht is de treasurycommissie drie maal bijeengekomen. De samenstelling van deze commissie bestaat uit de directeur Finance & Control, de controller en de treasurer. De commissie doet schriftelijk verslag van dit treasuryoverleg aan het lid College van Bestuur met F&C in portefeuille. Standaard komen de volgende onderwerpen minimaal aan de orde: a) Externe ontwikkeling voor zover van belang voor de treasury van Wellant; b) Voldoet Wellant nog steeds aan wet en regelgeving m.b.t. treasury?; c) Jaarplanning liquiditeiten op maandbasis; d) Financieringskosten; e) Relatiemanagement (geldverstrekkers/bankiers). Enkele belangrijke items die in de overleggen zijn behandeld: Bestuursverslag jaarrekening 211 Pagina XI

14 A) De geldlening bij het Ministerie van Financiën is indertijd op basis van een renteforward afgesloten. Het rentevoordeel van deze forward dat uiteindelijk behaald is, kan als volgt worden weergegeven: 1) Door te anticiperen op een verwachte rentestijging die ook gerealiseerd is, heeft Wellant ondanks een forward premie van,21% een rentevoordeel bereikt van,31 %. De looptijd van de lening is 3 jaar; 2) Wellant bespaart hiermee in totaal aan rentekosten over de looptijd van de lening; 3) In contante waarde naar startdatum van de lening op 1 maart 211 is dit Tevens is berekend wat het voordeel is ten opzichte van financiering via een financiële instelling. Hierbij is uitgegaan van een rentepercentage dat 1,5% hoger is dan bij Geïntegreerd Middelen Beheer. Het nominale rentevoordeel over de gehele looptijd bedraagt 6,6 miljoen. De contante waarde hiervan is 4,6 miljoen. B) In het financieringsplan en de liquiditeitsprognose over het jaar 211 was uitgegaan van een saldo liquide middelen per ultimo 211 van nihil. Het werkelijke saldo liquide middelen bedraagt per ultimo 211 8,7 miljoen. Analyse van dit verschil heeft ertoe geleid dat het verschil voor een bedrag ad 7,4 miljoen wordt veroorzaakt door te hoog begrote investeringen, in met name huisvesting. Om deze investeringen vanaf de aankomende meerjarenbegroting 213 beter te kunnen plannen is in het laatste treasuryoverleg besloten om een werkgroep in te stellen bestaande uit directeur F&C, treasurer, hoofd accounting, directeur ICTF en 2 medewerkers ICTF. De eerste bijeenkomst is gepland in juni 212, met als belangrijkste actiepunten: * Concrete jaarplanning 213, waarbij alle huisvestingsprojecten worden onderbouwd. «Concrete maandplanning 213 door de verplichtingenadministratie volledig te vullen en daarin de investeringen op maandbasis te begroten. Hiermee wordt voldaan aan de aanbevelingen uit de management letter 211 van januari 212. C) In het laatste treasuryoverleg is besloten om in de treasuryparagraaf van het geïntegreerd jaardocument een samenvatting op te nemen van de liquiditeitsrealisatie 211. Dit zal in beknopte vorm op kwartaalbasis worden gedaan. Deze verantwoording wordt op de volgende pagina weergegeven. Bestuursverslag jaarrekening 211 Pagina XII

15 Liquiditeitsrealisatie in 1. Rijksbijdrage Overige ontvangsten Totaal operationele ontvangsten K K K K Netto Salaris Afdrachten Overige uitgaven Totaal operationele uitgaven Kasstroom uit operatie Kasstroom investeringen Aangegane leningen Aflossingen op leningen Saldo betaaldeontvangen rente Financiële kasstroom Netto kasstroom Beginstand liquide middelen Netto kasstroom Eindstand liquide middelen Bestuursverslag jaarrekening 211 Pagina XIII

16 1.6 Toekomstparagraaf De (enkelvoudige) begrotingscijfers voor het jaar 212 zijn als volgt vastgesteld door het College van Bestuur. Begroting 212 (in 1.) Begroting 212 Realisatie Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten Lasten 4.1 Personeelslasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resyltaat Wellantcollege Resultaat deelneming Resultaat na belastingen Hoofdlijnen Wellantcollege blijft in 212 werken met een negatieve begroting. Vanaf 213 wordt een omslag gemaakt naar een kostendekkende begroting die in 214 zijn beslag zal krijgen. Op deze wijze kan de druk op het primair proces die de implementatie van de strategie met zich meebrengt, worden opgevangen. Dit is mogelijk en verantwoord door de hoge solvabiliteit en reserves; Wellantcollege blijft investeren in nieuwe opleidingen en het verder invulling geven aan de strategie; Ondanks een door OCW voorspelde daling van de leerlingaantallen in het groene onderwijs zet het College van Bestuur in op minimaal een stabilisering van de leerlingaantallen; Bezuinigingen treffen de gehele organisatie, dus zowel de uitvoeringslocaties als de ondersteunende diensten. Resultaat De komende periode van drie jaar werkt Wellantcollege met een negatief resultaat na belastingen van in totaal / 4,7 miljoen. Begroting Resultaat Wellantcollege Resultaat deelneming Resultaat na belastingen p.m p.m. 8 Bestuursverslag jaarrekening 211 Pagina XIV

17 Het negatieve begrote resultaat over 212 wordt vooral veroorzaakt door: niet door rijksbijdrage vergoede stijging van de werkgeversbijdrage zorgverzekering; innovatieactiviteiten naar aanleiding van het instellingsplan 212; stijgende lasten met betrekking tot huisvesting; het bewust voortzetten van de inzet van extra middelen om de druk van de implementatie van de strategie te verlichten. De rentabiliteit stijgt vanaf 213 voornamelijk als gevolg van ingeboekte bezuinigingen in 213 en 214. Vanaf 214 zullen de innovatieactiviteiten zijn opgenomen in het reguliere proces van Wellantcollege en zal worden begroot op een kostendekkend exploitatieresultaat. Bezuinigingen Om in 214 te komen op een kostendekkend exploitatieresultaat wordt in 213 een bezuiniging ingeboekt van 2 miljoen, aangevuld in 214 met een bezuiniging van 3 miljoen. Deze structurele bezuiniging van 5 miljoen is nodig vanwege het terugbrengen van het resultaat tot een kostendekkend niveau en vanwege het opvangen van de stijging van de lasten m.b.t. huisvesting. De bezuiniging worden als volgt vormgegeven: in 213 wordt 5% bezuinigd op de materiële lasten (,8 miljoen) en 1,2 miljoen op de personeelslasten, totaal 2 miljoen. In 214 wordt 3 miljoen extra bezuinigd tot in totaal 5 miljoen, de verdeling is hierbij 1% op de materiële lasten ( 1,6 miljoen) en het restant ad 3,4 miljoen op de personeelslasten. Leerlingaantallen Ten opzichte van het voorgaand schooljaar zijn de leerlingaantallen in het VO met 1 % gestegen. In het MBO is er een daling geweest van 1,8%. leerlingaantallen Totaal VMBO Totaal MBO Totaal 29/ / / / / Voor de komende 2 schooljaren gaat Wellant uit van een stabilisering van de leerlingaantallen in het VO en het MBO BOL. Voor de BBL opleiding wordt uitgegaan van een stijging van 2%. Deze prognoses zijn positiever dan de prognose vanuit OCW voor het groene onderwijs. Aangezien Wellant in de Randstad opereert zet het College van Bestuur in op minimaal een stabilisering van de leerlingaantallen. Baten De bekostiging vanuit de rijksoverheid wordt voor het overgrote deel bepaald door het aantal leerlingen. De normatieve rijksbijdrage stijgt in 212 met 1,4 miljoen voornamelijk als gevolg van meer leerlingen in het VO (,5 miljoen) en als gevolg van het feit dat de loonbijstelling 211 niet in 211 maar in 21 is uitgekeerd (,5 miljoen). Deze loonbijstelling wordt naar verwachting in 212 weer uitgekeerd. Lasten De reguliere formatie van de vestigingen is bepaald aan de hand van de leerlingaantallen. Hieraan is toegevoegd het aantal FTE corresponderend met 25% van de subsidie m.b.t. regeling salarismix, dat volgens deze regeling ingezet dient te worden voor meer personeel in het primaire proces De formatie voor 212 komt op FTE. Dit is inclusief projectformatie. Bestuursverslag jaarrekening 211 Pagina XV

18 De formatie 212 is 1 FTE lager dan de huidige bezetting. Dit betekent dat de bezetting in het nieuwe schooljaar met plm. 2 FTE moet dalen, terwijl de leerlingaantallenontwikkeling dit niet rechtvaardigen. Conclusie is dan dat er op dit moment een overformatie bestaat. Acties hierop zijn meegenomen in de budgetten voor 212. Formatie in FTE bezetting 21 bezetting sept 211 formatie 212 formatie 213 formatie 214 Regulier Projecten Te bezuinigen 2 57 Totaal formatie De bezuiniging van 1,2 miljoen in 213 en 3,4 miljoen in 214 op de personeelskosten leidt tot een bezuiniging van respectievelijk 2 en 57 FTE. Als gevolg van het effect op de exploitatie van de investeringen in huisvesting is er, afgezet ten opzichte van de totale baten, een verschuiving zichtbaar tussen het aandeel van de lasten m.b.t. de huisvesting en de personele lasten. De lasten m.b.t. huisvesting stijgen van 1,8% naar 15,1%. De personeelskosten dalen van 74,4% naar 68,6%. (begroting 214 ten opzichte van realisatie 21) Investeringen in huisvesting en financiering Het huisvestingsplan wordt jaarlijks aangepast aan de meest recente leerlingprognoses, verwachte prijsstijgingen en concrete nieuwbouw en renovatieplannen. Het totale beschikbare bedrag is gelijk gebleven op 83,3 miljoen voor de periode Voor de jaren is een investering begroot van 39 miljoen. Voor onderhoud gebouwen is voor deze periode begroot 13 miljoen. Uitgedrukt in een percentage van de baten komen de investeringen in huisvesting voor de komende 3 jaar uit op 16,3%. (de afschrijvingen huisvesting bedragen 5,5% van de baten) In de kredietbehoefte tot en met 212 is al geheel voorzien door een lening van 27 miljoen bij het Ministerie van Financiën. Vanaf 213 dient jaarlijks,9 miljoen te worden afgelost op de lening van het Ministerie van Financiën. In 213 en 214 bestaat er, als gevolg van voortgaande investeringen die de afschrijvingen overtreffen, en herfinanciering van de te starten aflossing van de lening bij het Ministerie van Financiën, een financieringsbehoefte van 24 miljoen. In de periode bestaat er een financieringsbehoefte van 1 miljoen. Bestuursverslag jaarrekening 211 Pagina XVI

19 Geconsolideerde balans per 31 december 211 (na bestemming van het resultaat over 211) STICHTING WELLANT, Houten Statutair gevestigd te Houten Alle bedragen in euro's x 1 1 Activa 31 december december 21 Vaste activa 1.1 Immateriële vaste activa 1.2 Materiële vaste activa 1.3 Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa 1.4 Voorraden 1.5 Vorderingen 1.7 Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa Passiva 31 december december Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totas il passiva Pagina 3

20 Geconsolideerde staat van baten en lastert over 211 STICHTING WELLANT, Houten Statutair gevestigd te Houten Alle bedragen in euro's x 1 Realisatie 211 Begroting 211 Realisatie 21 3 Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overheidsbijdragen 3.4 Baten werk in opdracht van derden 3.5 Overige baten Totaal baten Lasten 4.1 Personeelslasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat Belastingen 8 Aandeel derden in het resultaat Resultaat na belastingen Pagina 4

21 Geconsolideerd Kasstroomoverzicht over 211 Alle bedragen in euro's x Saldo baten en lasten Gecorrigeerd voor: * Afschrijvingen * Mutatie voorzieningen Mutaties werkkapitaal * Voorraden * Vorderingen * Kortlopende schulden Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen intrest Betaalde intrest Belastingen Kasstroom uit operationele activiteiten Verwerving Aequtor Groen en Ruimte B.V. (51%) Investeringen materiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen Eindstand liquide middelen Pagina 5

22 Algemene toelichting Toegepaste standaarden Vanaf het verslagjaar 28 zijn de inrichtingsvereisten voor het jaarverslag voor onderwijsinstellingen niet meer gebaseerc op de OCW/CFI brochures met de richtlijnen voor het (financieel) jaarverslag. De jaarrekening is opgesteld volgens de "regeling Jaarverslaggeving Onderwijs". In deze regeling is bepaald dat de bepalinger van titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 66 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerc op historische kosten. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resuitaatbepaling Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naai de organisatie zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaar met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. In deze jaarrekening worden de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht gepresenteerd ir euro's * 1.. De toelichting op posten binnen deze opstellingen worden gepresenteerd in euro's. De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellinger maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtinger en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft, Grondslagen voor consolidatie De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van de organisatie en haar groepsmaatschappijen er andere rechtspersonen waarop overheerdende zeggenschap kan worden uitgeoefend dan wel waarover de centrale leiding bestaat. Groepsmaatschappijen zijn deelnemingen waarin de organisatie een meerderheidsbelang heeft, of waarin op een andere wijze een beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Bij de bepaling of beleidsbepalende invloec kan worden uitgeoefend, worden financiële instrumenten die potentiële stemrechten bevatten en direct kunnen worden uitgeoefend, betrokken. Participates die worden aangehouden om ze te vervreemden worden niet geconsolideerd, In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderlingen schulden, vorderingen en transacties geëlimineerd, evenals de binnen de Groep gemaakte winsten. De groepsmaatschappijen zijn integraal geconsolideerd. Voor een overzicht van de geconsolideerde groepsmaatschappijen wordt verwezen naar de toeliching behorende tot de enkelvoudige jaarrekening, onder "financiële vaste activa". Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten bij Stichting Wellant vorderingen, liquide middelen en langlopende en kortlopende schulden. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, inclusief direct toerekenbare transactiekosten. Na de eerste opname worden financiële instrumenten gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Indien er geen sprake is van agio of disagio en direct toerekenbare transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde. Op vorderingen wordt een noodzakelijke geachte voorziening getroffen voor risico van oninbaarheid, Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa betreft de goodwill ontstaan bij de verwerving door IPC Groene Ruimte B.V. van de meerderheidsdeelneming (51%) Aequator Groen & Ruimte B.V. per 1 januari 211. De goodwill is gewaardeerd tegen de kostprijs, verminderc met lineair vanstgestelde afschrijvingen van 2%. In geval de jaarlijkse toetsing van de waarde van de goodwill leidt tot een dooi te voeren waardeverandering, wordt deze in de staat van baten en lasten gepresenteerd. Pagina 6

23 Materiële vaste activa De gebouwen en terreinen, inventaris en apparatuur, andere vaste bedrijfsmiddelen, vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen hierop worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis var de verwachte economische levensduur. Op terreinen (met uitzondering van geactiveerde erfpacht), materiele vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen hierop wordt niet afgeschreven. De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn als volgt: Gebouwen 6,12,18,24 en 3 jaar op basis van de componentenmethode: Casco dakbedekking, plafonds, dekvloeren werktuigbouwkundige installaties liftlnstallaties elektrische installaties binnenwerk glas en schilderwerk Verbouwingen (van voor 28) Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfsmiddelen 3 jaar 24 jaar 183 jaar 18 jaar 243 jaar 12 jaar 6 jaar 1 jaar tusen 3 en 2 jaar 5 jaar Onderhoudsuitgaven worden geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. Investeringen > 1., komen in aanmerking voor activering, (voor fungibele investeringen ligt de grens bij 45,] De grond en gebouwen overgedragen door de overheid in het kader van de OKFoperatie zijn per 1 januari 1997 geactiveerd tegen de waarde zoals vastgesteld door het ministerie van EU, In 27 heeft er een stelselwijziging plaatsgevonden met betrekking tot de waardering van de gebouwen. Ultimo 27 is er een waardeaanpassing geweest waarbij de afschrijvingen op de gebouwen worden bepaald volgens de componentenmethode. Investeringssubsidies worden vanaf 1 januari 28 zichtbaar in mindering gebracht op de materiele vaste activa Financiële vaste activa Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijk en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worder gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op bais van de netto vermogenswaarde. Bij de bepaling van de netto vermogenswaarde worden de waarderingsgrondslagen van Stichting Wellant gehanteerd. De overige financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde, Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Van vaste activa met een lange levensduur wordt periodiek beoordeeld of sprake is van mogelijke bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de toekomstige nettokasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte toekomstige kasstroom, wordt een bedrag voor impairment ten laste van het resultaat geboekt voor het verschil tussen de boekwaarde en de actuele waarde van het actief. Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere actuele waarde, onder aftrek van verkoopkosten. Voorraden De voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, eventueel onder aftrek van een voorziening voor incouranti'e Vorderingen Voor de waardering van vorderingen wordt verwezen naar de paragraaf inzake financiële instrumenten. Eigen vermogen Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves, de bestemmingsreserves en de bestemmingsfondsen gepresenteerd. De algemene reserve bestaat uit de reserves die ter vrije beschikking staan van het College van Bestuur Indien een beperktere bestedingsmogelijkheid door de organisatie is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. Indien de beperktere bestedingsmogelijkheid door derden is aangebracht, dan wordt dit deel aangemerkt als bestemmingsfonds. Voorts is binnen het eigen vermogen een onderscheid gemaakt naar publieke en private middelen. Pagina 7

24 Voorzieningen Een voorziening in verband met verplichtingen als bedoeld in artikel 2:374 lid 1, eerste volzin BW wordt uitsluitend opgenomen indien op de balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. de rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbaar of feitelijk); b. het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is; en c. er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting. Onder de voorzieningen worden de personele voorzieningen gepresenteerd. Toevoegingen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van de staat van baten en lasten. Uitgaven vinden rechtstreeks plaats ten laste van de voorzieningen. De voorzieningen zijn opgenomen tegen de nominale waarde. Langlopende schulden Schulden met een resterende looptijd van meer dan een jaar worden aangeduid als langlopend. Het aflossingsbedrag van het lopende jaar wordt onder de kortlopende schulden opgenomen. Voor de waardering van langlopende schulden wordt verwezen naar de paragraaf inzake financiële instrumenten. Kortlopende schulden Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste een jaar worden aangeduid als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa, indien hiertoe geen contractueel recht en geen voornemen tot saldering bestaat. Voor de waardering van kortlopende schulden wordt verwezen naar de paragraaf inzake financiële instrumenten. Overlopende passiva betreffen vooruitontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en nog te betalen bedragen terzake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding. Personeelsbeloningen/pensioenen Voor de medewerkers van de organisatie is een pensioenregeling getroffen die kwalificeert als een toegezegde pensioenregeling. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (ABP) en wordt overeenkomstig de in de RJ aangereikte vereenvoudiging in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord. De risico's van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risicio's komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening. Informatie over eventuele tekorten en de gevolgen hiervan voor de pensioenpremies in de toekomstige jaren is niet beschikbaar. De dekkingsgraad van het pensioenfonds per 31 december 211 bedraagt 94%.(ultimo 21: 15%) Resuitaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Rijksbijdragen, overige overheidbijdragen en subsidies uit hoofde van basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord. Het niet bestede gedeelte wordt op de balans gepassiveerd. Belastingen Belastingen omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare winstbelastinger en latente belastingen. De belastingen worden in de staat van baten en lasten opgenomen, behoudens voor zover deze betrekking hebben op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen, in welk geval de belasting in het eigen vermogen wordt verwerkt. De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar, berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum, dan wel waartoe materieel al op verslagdatum is besloten, en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting Voor latente belastingen wordt een voorziening getroffen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarde van die posten. Er wordt uitsluitend een actieve belastinglatentie opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van het tijdelijke verschil kunnen worden aangewend. Actieve belastinglatenties worden per iedere verslagdatum herzien en verlaagd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Pagina 8