Risico s van kortsluitstroming bij oude pompputten. December 2011 BTO (s)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Risico s van kortsluitstroming bij oude pompputten. December 2011 BTO 2011.117(s)"

Transcriptie

1 Risico s van kortsluitstroming bij oude pompputten December 2011

2 Risico s van kortsluitstroming bij oude pompputten December KWR Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Postbus BB Nieuwegein T F E info@kwrwater.nl I

3

4 Colofon Titel Projectnummer B Onderzoeksprogramma Risicobeheer bronnen Projectmanager Ir. Jan Willem Kooiman Opdrachtgever BTO Kwaliteitsborgers Dr. Ir Kees Maas Auteur Ing. Inke Leunk, Dr. Klaasjan Raat Verzonden aan Dit rapport is selectief verspreid onder medewerkers van BTO-participanten en is verder niet openbaar.

5

6 Samenvatting In het verleden zijn diverse onttrekkingsputten gebrekkig aangelegd, waarbij de ruimte tussen boorgat en stijgbuis (annulaire ruimte) met uitkomend materiaal werd aangevuld en doorboorde kleilagen niet goed werden afgedicht. Hierdoor is er bij deze putten een risico op lek van ondiep water via de omstorting naar het onttrekkingsfilter ( kortsluitstroming ), met daaraan gekoppeld risico op microbiologische en/of chemische verontreiniging van het onttrokken water. In dit rapport worden twee methoden gepresenteerd om het lekdebiet en de reistijd van maaiveld naar putfilter te berekenen, voor situaties waar een goede kleiafdichting ontbreekt. De eerste methode bestaat uit twee relatief simpele vuistregels, die te gebruiken zijn als de omstorting is aangevuld met tijdens het boren uitgekomen materiaal. Een tweede rekenmethode is ontwikkeld voor het geval dat de annulaire ruimte is aangevuld met grof, goed gesorteerd materiaal (bijvoorbeeld aanvulgrind) en daardoor een veel hogere doorlatendheid heeft. Met beide methoden zijn het potentiële lekdebiet en de reistijd voor de winningen Gasselte (WMD) en De Groeve (Waterbedrijf Groningen) berekend. Voor deze winningen waren niet alle benodigde parameters voldoende bekend en daarom is een range aangegeven voor bijvoorbeeld het stijghoogteverschil en de k-waarden. De uitkomsten geven dan ook een range van mogelijk lekdebiet en reistijd. Met de vuistregels komen we voor Gasselte en De Groeve op een potentieel lekdebiet van respectievelijk 7 en 12 m 3 /dag, ofwel 1.5 tot 2,5% van het totale putdebiet. In de verschillende scenario s komen we tot een reistijd van minimaal 5 jaar, wat betekent dat er geen risico op microbiologische verontreiniging is. In de tweede berekening hebben we gekeken naar de reistijd en het lekdebiet als de omstorting is aangevuld met aanvulgrind in plaats van met uitkomend materiaal. We zien dan dat de reistijd korter kan zijn dan dagen; de minimale reistijd om de microbiologische veiligheid te kunnen garanderen. Zelfs een winning waarvan we verwachten dat deze van nature is beschermd door de diepere ligging onder een afsluitende kleilaag, blijkt dan ineens potentieel gevoelig te zijn voor microbiologische verontreiniging. Door de onzekerheid in de parameters varieert de berekende reistijd van 10 tot 800 dagen. Hierbij moet worden opgemerkt dat dit een worst case scenario betreft en dat verwacht wordt dat in maar weinig oude putten grind gebruikt is als aanvulmateriaal. Desondanks wordt aangeraden diepe winningen waarvoor een vermoeden bestaat van kortsluitstroming aan een nadere analyse van de microbiologische veiligheid (AMVD) te onderwerpen. Dit geldt zeker voor winning De Groeve, waarvan het winveld in het kader van natuurontwikkeling in een moerasgebied wordt veranderd. De onzekerheid in berekende reistijd is groot en daarom is er de behoefte kortsluitstroming in de praktijk aan te kunnen tonen. Dit kan mogelijk door middel van passieve dan wel actieve tracerproeven. De twee onderzochte locaties zijn niet geschikt voor een passieve tracerproef, waarbij wordt gekeken of verontreinigingen vanuit het freatische grondwater in het diepere (ontrokken) grondwater voorkomen. De reden is dat op beide locaties van nature geen doorlopende scheidende laag tussen het ondiepe (freatische) pakket en het diepere winpakket voorkomt, en ondiep water naar de onttrekkingsdiepte infiltreert. Een actieve tracerproef is wellicht wel mogelijk. Daarbij moet wel rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat er (ook) lek via lekke stijgbuis of lekke verbindingen plaatsvindt. Ook moet rekening gehouden worden met de reistijd, die erg lang kan zijn, waardoor het misschien niet mogelijk is om een proef binnen een redelijke termijn af te ronden. KWR December 2011

7 KWR December 2011

8 Inhoud Samenvatting 1 Inhoud 3 1 Inleiding 5 2 Onderzoekslocaties Gasselte (WMD) De Groeve (WBGr) 10 3 Vuistregels voor het bepalen van lekdebiet en reistijd Vuistregel voor lekdebiet Vuistregel voor reistijd 13 4 Berekeningen lekdebiet en reistijd met vuistregels Berekening Gasselte met vuistregeles Berekening De Groeve met vuistregels Conclusie berekening lekdebiet en reistijd met vuistregels 19 5 Gedetailleerde methode voor berekening lekdebiet en reistijd Aanleiding gedetaileerdere berkening lekdebiet en reistijd Berekeningsmethode voor lekdebiet Berekeningsmethode voor reistijd Benodigde parameters 22 6 Gedetailleerdere berekening van lekdebiet en reistijd Schatting k-waarde van omstortingsgrind Gedetailleerde berekening Gasselte Gedetailleerde berekening De Groeve Conclusies gedetailleerde berekeningen 28 7 Conclusies en vervolg Kortsluitstroming, een risico voor de microbiële veiligheid? Vervolg onderzoek 30 8 Literatuur 31 I Vuistregels lekdebiet 33 II Vuistregels reistijd 37 KWR December 2011

9 III Bodemopbouw volgens Regis 39 IV Berekening Gasselte (uitgebreid) 41 V Berekening De Groeve (uitgebreid) 43 KWR December 2011

10 1 Inleiding In 1973 heeft het toenmalige RID het zogenaamde rode boekje (RID, 1973) uitgebracht, waarin duidelijke richtlijnen zijn opgesteld voor de aanleg van pompputten. Voor pompputten die zijn aangelegd voor die tijd, geldt dat de aanleg soms gebrekkig was. Soms werd uitkomend materiaal gebruikt om de omstorting van een pompput aan te vullen, of het hele boorgat werd aangevuld met aanvulgrind. Het kwam ook voor dat ter plaatse van doorboorde scheidende lagen geen kleiprop werd aangebracht. Er ontstaat dan een zone in de scheidende laag met een heel lage weerstand waar water doorheen kan lekken, vanuit het ondiepe naar het diepere pakket. Dit wordt ook wel kortsluitstroming genoemd. Als kortsluitstroming optreedt, kan men er niet zondermeer vanuit gaan dat een winning beschermd is tegen microbiologische besmetting. Onduidelijkheid over de staat van oude pompputten (aanleg voor midden jaren 70) en de mogelijkheid van optreden van kortsluitstroming bij diepe winningen onder een afsluitende kleilaag (spanningswater, B winningen in ABIKOU classificatie) was de aanleiding van het BTO-project Kwetsbaarheid pompputten voor kortsluitstroming. Dit project heeft als doel het inventariseren van de risico s op en detectie van kortsluitstroming. In dit rapport wordt gekeken naar de hoeveelheid water die er door een lek in de omstorting door ontbreken van een kleiprop kan stromen, en naar de reistijd van dit water. Een klein lekdebiet is in principe niet zo'n groot probleem, omdat eventuele (chemische) verontreinigingen dan worden weggemengd met het overige onttrokken water. De reistijd is vooral van belang bij een microbiologische verontreiniging, omdat kleine hoeveelheden microbiologisch besmet water al voor grote problemen kan zorgen. Een reistijd van 60 tot 100 dagen wordt voldoende geacht om microbiële veiligheid te kunnen garanderen (Van de Wielen et al., 2008). Het doel van dit onderzoek is om voor enkele voorbeeldlocaties het lekdebiet en de reistijd bij kortsluitstroming te berekenen, en zo inzicht te krijgen in de risico s voor de (microbiële) veiligheid. In dit rapport worden berekeningen uitgevoerd voor twee winvelden met putten daterend van voor 1970 (Hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 staan de vuistregels die gelden bij een situatie waar een afsluitende kleiprop ontbreekt en de annulaire ruimte (omstorting) is aangevuld met uitkomend boormateriaal. In hoofdstuk 4 worden deze vuistregels toegepast voor de twee winningen. In hoofdstuk 5 volgt een meer gedetailleerde berekeningsmethode voor als de omstorting is aangevuld met aanvulgrind. Met deze methode zijn lekdebiet en reistijd berekend in hoofdstuk 6. De implicaties van de resultaten voor de (microbiologische) veiligheid van deze berekeningen en richting van het vervolg van het onderzoek zijn onderwerp van hoofdstuk 7. KWR December 2011

11 KWR December 2011

12 2 Onderzoekslocaties Sinds de uitgave het rode boekje (RID, 1973) in 1973 zijn duidelijke richtlijnen van kracht voor de aanleg van pompputten. Voor pompputten die zijn aangelegd voor die tijd, geldt dat de aanleg soms gebrekkig was en dat doorboorde kleilagen niet altijd zijn afgedicht met een kleiprop. Door het ontbreken van een afdichtende kleiprop bestaat voor deze winningen een risico op kortsluitstroming. Door de waterbedrijven zijn vier locaties genoemd waar kortsluitstroming wordt vermoed. Voor de winningen Gasselte (WMD) en De Groeve (Waterbedrijf Groningen) zijn gegevens aangeleverd (voor zover beschikbaar) met behulp waarvan lekdebiet en reistijd van bovenliggende aquifer naar winaquifer geschat kan worden. In dit hoofdstuk geven we een algemene beschrijving van de twee winningen. 2.1 Gasselte (WMD) De winning Gasselte ligt in het noordoosten van Drenthe, vlakbij het dorp Gasselte. De onttrekking vindt plaats op een diepte van circa -45 tot -60 m NAP. Het maaiveld ligt rond +18 m NAP. Bij twee putten van Gasselte wordt kortsluitstroming vermoed, door het ontbreken van een kleilaag ter hoogte van de doorboorde klappersteen. Deze putten.zijn niet meer in gebruik (in verband met ijzerverstopping), maar wel beschikbaar voor onderzoek en daarom meegenomen in dit rapport. ±!(!( GAPP10 B12G0021!( GAPP14 Figuur 2-1 Ligging wingebied Gasselte, 2 pompputten en 1 waarnemingsput Pompputten Er is weinig informatie bekend over de pompputten op de winning. Van pompput 10 en 14 zijn de coördinaten bekend, zie Figuur 2-1. In 2007 is bij deze twee pompputten een camera-inspectie uitgevoerd om de oorzaak van troebelheid vast te stellen. Bij pompput 10 wordt melding gemaakt van kordeldraadverbindingen op 42 en 56 meter diepte. Vanwege aanslag in de put bleven ondiepere verbindingen onzichtbaar. Bij pompput 14 worden wel verbindingen gezien, maar er wordt niet vermeld om welk type verbinding het gaat. Van kordeldraadverbindingen is bekend dat deze vaak lek zijn. Als deze verbindingen ondiep in de put voorkomen, kan hierdoor ondiep water in de put lekken. KWR December 2011

13 Volgens de aangeleverde gegevens ( draaiuren GAPP10.xls ) is de pompcapaciteit van pompput m 3 /uur. In de stamkaart van pompput 10 is een capaciteitsproef weergegeven, en tijdens de camerainspectie van 2007 is de afpomping gemeten. Omgerekend naar een debiet van 24 m 3 /uur is de afpomping toegenomen van 0.79 naar 1.67 meter. Van pompput 14 is geen stamkaart en er is geen pompcapaciteit bekend. Tijdens de camera-inspectie van 2007 was sprake van een verlaging van 2.27 meter op bij een debiet van 53 m 3 /uur. In het rapport van de camera-inspectie (Haitjema, 2007) wordt vermeld dat beide bronnen erg vuil zijn. Bij pompput 10 wordt melding gemaakt van ijzeraanslag. Er wordt geadviseerd om de bronnen schoon te maken en opnieuw te inspecteren, maar het is niet duidelijk of dat gebeurd is. Ook uit de inspectie die in 2009 door Deltares (Lantman, 2009) is uitgevoerd blijkt dat de bovenkant van de twee putfilters helemaal verstopt is (ijzerverstopping). Deze twee pompputten worden niet langer gebruikt. Bij de inspectie van Deltares is een kleiafdichting aangetroffen van circa 2 tot 6 meter beneden maaiveld bij put 10, verder worden geen kleilagen, of kleiafdichtingen vermeld. Bij put 14 is een kleilaag gevonden van 55 tot 58 meter beneden maaiveld, met een kleiafdichting in de omstorting. Ook is een kleiafdichting van 3 tot 6 meter beneden maaiveld gevonden. De ijzerverstopping van pompput 10 en 14 wijst op menging van zuurstofhoudend (freatisch) grondwater met het diepere water in de winaquifer. Tijdens gesprekken met WMD (Nico van de Moot) is naar voren gekomen dat de overige putten van Gasselte geen last hebben van ijzerverstopping. Van deze putten is bekend dat wel een kleiprop is aangebracht ter hoogte van de doorboorde klappersteen. Een kleiafdichting op deze hoogte ontbreekt bij de verstopte putten 10 en 14. Met andere woorden: de ijzerverstopping van pompput 10 en 14 is mogelijk een gevolg van kortsluitstroming langs de klappersteen. Een andere mogelijkheid is dat de verstopping het gevolg is van aantrekken van freatisch grondwater via lekke kordeldraadverbindingen Geohydrologie / doorboorde weerstandslagen WMD (Nico van de Moot) heeft aangegeven dat de bodem bestaat uit circa 30 meter heel fijn zand met daaronder een laag klappersteen of ijzeroer en daaronder zeer grof zand en grind, waaruit de onttrekking plaatsvindt. Volgens de laagopbouw in DINO (REGIS) komt in een deel van het wingebied een scheidende laag voor op een diepte van -10 tot -25 m NAP met een dikte van 2 tot 10 meter. De weerstand van de laag varieert van 25 tot 150 dagen. In dit gebied zijn twee boringen beschikbaar (B12G0014 en B12G0025). Volgens de REGIS-opbouw ligt B12G0014 in het gebied met de scheidende laag en B12G0025 in het gebied zonder scheidende laag. Als we naar de twee boorbeschrijvingen kijken, dan zien we in geen van de twee boringen een scheidende laag boven de filterdiepte. Vanaf maaiveld tot -50/-55 m NAP is alleen zand aangetroffen. Ook ontbreekt een melding van de klappersteen. De boorbeschrijvingen zijn wel oud; uit respectievelijk 1941 en In de inspectie van de pompputten 10 en 14 (onderzoeksputten) is de volgende lithologische interpretatie gegeven. Bij pompput 10 is sprake van mineraalarm fijn zand van 7 tot 20,5 m-mv. Vanaf 20,5 m-mv wordt de minerale samenstelling waarschijnlijk rijker en neemt de grofheid van het zand toe. Vanaf het filtertraject, circa 44 m-mv, is sprake van grof zand. Bij pompput 14 is sprake van fijn zand tot 22 m-mv, gevolgd door matig fijn en matig grof zand tot 44,5 m-mv. Onder de kleilaag van 44,5 tot 46 m-mv neemt de korrelgrootte van het zand toe. KWR December 2011

14 Stijghoogte Op één locatie op de winning is op vier verschillende dieptes de stijghoogte/grondwaterstand gemeten: Tabel 2-1 Putten met filterdieptes van waarnemingsputten op winning Gasselte Put filter Maaiveld Bovenkant filter (mnap) Onderkant filter (m NAP) B12G B12G B12G B12G Groundwater level (m-ref) Groundwater Level Series B12G0139_1 B12G0021_3 B12G0021_2 B12G0021_ Date Figuur 2-2 Verloop van de grondwaterstand en stijghoogte op wingebied Gasselte De stand in filter 3 van B12G0021 wijkt het meest af; de stijghoogte is gemiddeld circa 50 cm hoger dan in de twee filters daar boven. De stijghoogtes van filter 1 en 2 zijn nagenoeg altijd aan elkaar gelijk. De stand in het ondiepe filter van B12G0139 is gemiddeld 6 cm hoger dan de stand bij filter 1 en 2 van B12G0021. Het kleine verschil wijst erop dat er weinig weerstand tussen de onttrekkingsdiepte en maaiveld aanwezig is. Verder wijst de hogere stand in het diepe filter erop dat er sprake is van een opwaartse stromingsrichting. Dit lijkt een vreemde situatie in een wingebied. Zeker als de pompputten aan staan, verwachten we dat de stijghoogte op de onttrekkingsdiepte lager zal zijn. Ruim 500 meter ten noorden van de winning is op drie locaties ook op meerdere dieptes gemeten. Op deze drie locaties is de stijghoogte in zeven filters gemeten; de filters liggen tussen +2 en -64 m NAP. De verschillen tussen de filters zijn klein, niet meer dan enkele centimeters. KWR December 2011

15 Conclusie Volgens de WMD en DINO is in deze omgeving wel een (dunne) scheidende laag aanwezig, maar deze laag komt niet overal voor en er zitten zones in met een lage weerstand. Het lijkt erop dat van nature water van het ondiepe pakket naar het onttrekkingspakket zal stromen. Deze stroming vindt dan via de meer doorlatende delen van de scheidende laag plaats. Door het ontbreken van kleiproppen in de omstorting zou wel extra water kunnen lekken met mogelijk een kortere reistijd. Het is met de beschikbare gegevens niet mogelijk om aan te geven wat de oorzaak is van de chemische vervuiling in de putten. Dit kan ontstaan door lek van ondiep water via een gat in de stijgbuis, of lekke verbindingen, of lek via de omstorting. Een aanwijzing voor dit laatste is dat een kleiafdichting ter hoogte van de klappersteen ontbreekt voor de verstoppende pompputten 10 en 14, terwijl putten waar deze afdichting wel is geplaatst niet verstoppen. Vervuiling kan ook ontstaan als een pomp droog komt te hangen en lucht aanzuigt. 2.2 De Groeve (WBGr) Winning De Groeve van Waterleidingmaatschappij Groningen ligt in het noorden van Drenthe, ten oosten van Zuidlaren. De onttrekking vindt plaats tussen -60 tot -100 meter NAP. Er is vergunning voor een onttrekking van 10 miljoen m 3 per jaar. De laatste 10 jaar wordt de vergunning nagenoeg maximaal benut. Het merendeel van de putten van De Groeve is aangelegd in de jaren 60 en het is onbekend of kleiafdichtingen aanwezig zijn en welk aanvulmateriaal gebruikt is. Hoewel de diepe winning momenteel geen risico s kent, kan dit in de nabije toekomst veranderen. In het kader van natuurontwikkeling (project Tusschenwater) zal de loop van de naastgelegen Hunze verlegd worden door het winveld. Het winveld zal hierdoor veranderen in een moerasgebied, met risico s op kortsluitstroming van dit oppervlakte water naar het diepe winpakket. Pompputten In dit onderzoek is gekeken naar de putten GZ-11. Als het project Tusschenwater doorgaat komen deze pompputten te vervallen. Daarom is deze pompput mogelijk geschikt als proefput in het vervolg van het project Kortsluitstroming. De pompput is aangelegd in De bovenste meters van de putten zijn van koper; daaronder van pvc. Naast de put is een koperen peilfilter geplaatst met het filter ter hoogte van de bovenkant van het pompfilter. In de boorbeschrijving staat vermeld dat omstortingsgrind is gebruikt ter hoogte van de filters, met een korrelgrootte variërend van 1,4 2,2 tot 2 3 mm. Er staat niet vermeld hoe het boorgat boven het filter is aangevuld, en of er kleiproppen zijn aangebracht. De ervaring in noord Nederland is dat in de jaren 60 pompputten werden aangevuld met uitkomend materiaal en dat kleilagen niet werden afgedicht met een kleiprop. Er is in het verleden geen onderzoek gedaan naar lek in de putten zelf, zoals naar gaten of scheuren in het pvc of koper, of lekke verbindingen. De putten hebben geen last van ijzerverstopping of het aantrekken van verontreinigingen. Geohydrologie / doorboorde weerstandslagen Volgens de informatie in DINO (REGIS) komen in de omgeving van De Groeve de volgende scheidende lagen voor: - In het noordelijk deel van het wingebied komt een scheidende laag van circa 15 dik voor op een diepte van circa 50 m beneden NAP. - Rondom het wingebied ligt omstreeks 20 meter beneden NAP een dunne scheidende laag van één tot enkele meters dikte. Deze laag ontbreekt ter plaatse van het wingebied. Volgens de REGIS-gegevens liggen de pompputten GZ-11 net buiten het gebied met een kleilaag op 50 m diepte. In de boorbeschrijvingen zien we grote verschillen, hoewel de putten slechts 100 meter uit elkaar liggen. Bij pompput GZ9 is geen kleilaag gevonden (wel kleiachtig zand en zand met kleistukken). Honderd meter noordelijk, bij GZ8, is een 7 meter dikke laag harde klei gevonden rond -40 m NAP en 100 meter naar het zuiden, bij GZ11, zijn drie kleilagen gevonden tussen -17 en -40 meter NAP. KWR December 2011

16 Uit DINO zijn de grondwaterstanden van peilbuizen op en rond de winning opgevraagd. Op de winning ligt één meetpunt met een ondiep en middeldiep filter (B12E0330, met een filter op -3 en -42 m NAP). Gemiddeld is de stand in filter 1 40 cm hoger dan in filter 2, maar het verloop van de standen lijkt wel op elkaar. Op basis van deze meting lijkt er dus wel sprake te zijn van enige weerstand boven de onttrekkingsdiepte. Als de doorboorde kleilagen niet goed zijn afgedicht, dan verwachten we hier kortsluitstroming. Specifiek debiet metingen en verstopping GZ8 is vier keer geregenereerd. De laatste jaren neemt de afpomping toe, maar de intreeweerstand blijft constant. Dit wijst op verstopping op de boorgatwand. GZ9 is één keer geregenereerd. Vanaf 2003 neemt de afpomping toe, maar de intreeweerstand blijft constant. Ook dit wijst op verstopping op de boorgatwand. GZ10 is vier keer geregenereerd. In de periode nam de afpomping toe, ondanks een regeneratie in De intreeweerstand is min of meer constant. In 2009 daalt de afpomping ineens zeer sterk, zonder dat geregenereerd is. GZ11 is tweemaal geregenereerd. Zowel de afpomping als de intreeweerstand zijn de laatste jaren stabiel. Op De Groeve wordt de afpomping gemeten, dus niet het specifiek debiet. De afpomping is het verschil tussen de waterstand in de pompput bij rust en in bedrijf. De belangrijkste invloed op de waterstand is de put zelf, maar daarnaast hebben ook de overige putten invloed op de afpomping. Het is niet duidelijk of tijdens de metingen altijd dezelfde putten aanstaan en ook het exacte debiet tijdens onttrekking is niet bekend. Fluctuaties in afpomping kunnen daarom ook een andere oorzaak hebben dan alleen meer of minder verstopping. Conclusie De ervaring in noord Nederland is dat in de jaren 60 pompputten werden aangevuld met uitkomend materiaal en dat kleilagen niet werden afgedicht met een kleiprop. Onduidelijk is of dit ook het geval was bij de aanleg van putten op winning De Groeve. Als door het ontbreken van een kleiprop kortsluitstroming kan optreden, levert de toekomstige verandering van het wingebied in een moerasgebied (natuurontwikkelingsproject Tusschenwater) een risico voor de microbiologische veiligheid van de winning. KWR December 2011

17 KWR December 2011

18 3 Vuistregels voor het bepalen van lekdebiet en reistijd 3.1 Vuistregel voor lekdebiet Diepere aquifers zijn van nature redelijk beschermd tegen verontreiniging door menselijk handelen. Verontreiniging van een diepe aquifer kan ontstaan door kortsluitstroming vanuit een bovenliggende (freatische) aquifer via de omstorting van pompputten, wanneer doorboorde kleilagen niet zijn afgedicht met een kleiprop. Een tweede manier waarop diepere aquifers geïnfecteerd kunnen raken is via lekke peilbuizen (en/of verlaten, niet afgedichte pompputten), waarbij een connectie tussen beide aquifers ontstaat via lek, peilbuis en peilfilter. Voor beide situaties worden hieronder vuistregels gepresenteerd, waarmee de grootte van het lekdebiet berekend kan worden. De grootteorde van het lekdebiet door een lekke stijgbuis kan geschat worden met Qlek k (1) Q lekdebiet (m 3 /d) lek stijghoogteverschil tussen de aquifer waarin het peilfilter staat en de aquifer waarin het lek zich bevindt (m) k doorlatendheid van de aquifer waarin het lek zich bevindt (m/d) diameter van het (cirkelvormig gedachte) lek (m) Voor gaten in kleilagen geldt een iets andere regel. De grootteorde van het lekdebiet door een gat in een scheidende laag kan geschat worden met Qlek kr (2) Q lek lekdebiet (m 3 /d) stijghoogteverschil tussen de aquifers die door het gat kortgesloten worden (m) kk k k k k (m/d) r straal van het (cirkelvormig gedachte) lek (m) Aan deze formules liggen allerlei aannamen te grondslag, die in bijlage I verder worden toegelicht. Twee ervan moet de gebruiker tenminste kennen: (1) de anisotropie (verhouding tussen horizontale en verticale doorlatendheid) van de aquifer(s) is 10:1. (2) het lek van de lekke peilbuis zit niet pal naast een sloot. Verder wordt opgemerkt dat deze vuistregels alleen opgaan als omstorting en aquifer een zelfde doorlatendheid hebben, ofwel dat het boorgat na aanleg van de put is opgevuld met het uitkomende materiaal. 3.2 Vuistregel voor reistijd Het is ook belangrijk om te weten hoe lang een verontreinigd waterdeeltje erover doet om een winput te bereiken. In onderstaande vuistregel wordt aangenomen dat het deeltje, als het eenmaal in de winningsaquifer beland is, vrijwel meteen in de put terecht komt, zodat alleen gekeken hoeft te worden naar de reistijd in de freatische aquifer. Verder wordt aangenomen dat de verontreiniging van bovenaf komt, dus er wordt gerekend vanaf de grondwaterspiegel. KWR December 2011

19 In het bovenliggende watervoerende pakket vindt voornamelijk natuurlijke grondwaterstroming plaats. Deze wordt gevoed door de nuttige neerslag. Alleen in een kleine zone, nabij het gat, vindt radiaalstroming plaats (Figuur 3-1). Op grotere afstand van het gat (meer dan enkele meters) is het effect van de radiaalstroming nagenoeg uitgewerkt. Aan het freatisch vlak staat het water dus niet onder invloed van het gat; er is géén lineair verhang tussen het freatisch pakket en het gat. Tussen het freatisch vlak en de onderkant van het pakket is nauwelijks verhang, alleen vlak bij het gat ontstaat een heel strek verhang. Samengevat wordt de reistijd van een verontreinigd waterdeeltje naar een lek gegeven door (3) met een maximum van (4). De afleiding van deze vuistregels voor reistijd staan in bijlage II. D D tz ( ) ln N D z (3) 2 D 2 ND t ln(1 ) (4) N Q Figuur 3-1 Schematische weergave lekstroom door ontbrekende kleiafdichting KWR December 2011

20 4 Berekeningen lekdebiet en reistijd met vuistregels 4.1 Berekening Gasselte met vuistregeles Voor de berekening van het lekdebiet hebben we verschillende gegevens nodig, zoals vermeld in paragraaf 3.1). Het stijghoogteverschil in de formules (1) en (2) is het verschil tussen de stijghoogte in het onttrekkingspakket en het bovenliggende watervoerende pakket. De stijghoogte zal sterk beïnvloed zijn door de onttrekking. Als alle putten aanstaan zal het stijghoogteverschil een stuk groter zijn dan wanneer de putten uitstaan. Bij de waarnemingsput op het winveld (B12G0139 en B12G0021) is de stijghoogte in het ondiepe filter gemiddeld 6 cm hoger dan in het onttrekkingspakket. Tijdens de camerainspectie van 2007 was sprake van een verlaging van 2.27 meter op bij een debiet van 53 m 3 /uur bij pompput 14. Om een idee te krijgen van het mogelijke lekdebiet, rekenen we met een stijghoogteverschil van 0.5, 1, 2 en 2,5 meter. De k-waarde van het onttrekkingspakket is de tweede benodigde parameter. WMD heeft eerder een berekening gedaan om een inschatting te maken van de lek en ging bij die berekening uit van een k- waarde van 3,3 m/dag. In REGIS wordt voor het eerste watervoerende pakket een k-waarde van circa 14 m/dag aangehouden. Omdat de gevonden k-waarden nogal uit elkaar liggen, voeren we de berekening uit voor 3,3 m/d, 8 m/d en 14 m/d. In paragraaf 3.1 is aangegeven dat we een gewogen gemiddelde van de k- waarde nodig hebben om het lekdebiet als gevolg van een lek in de omstorting te kunnen modelleren. Omdat we geen gegevens hebben over de k-waarden, gaan we er vanuit dat deze drie k- waarden voldoende range bieden. Om het lekdebiet te berekenen is tot slot ook een grootte van het lek nodig; voor lek via de omstorting met een straal van een (cirkelvormig gedachte) lek (zie paragraaf 3.1). Ook hiervoor moeten we een schatting maken, daarom doen we de berekening met een gat met een straal van 1, 2, 5, 10 en 20 cm. Tabel 4-1: verschillende parameters voor berekening van lekdebiet Nummer Stijghoogte Verschil (m) k-waarde (m/d) 1 0,5 3,3 2 0, , , , ,5 3,3 11 2, ,5 14 KWR December 2011

21 7 6 5 Lekdebiet Gasselte gat = 1cm gat = 2cm gat = 5cm gat = 10cm gat = 20cm debiet (m3/dag) berekeningnummer Figuur 4-1: Lekdebiet bij verschillende waarden voor stijghoogteverschil, k-waarde en grootte van het gat dat de lek in de kleilaag representeert (zie Tabel 4-1). Voor ieder van de 5 waarden voor de grootte van het gat, hebben we 12 berekeningen gemaakt, met de parameters volgens Tabel 4-1. De resultaten van deze berekeningen zijn weergegeven in Figuur 4-1. Het lekdebiet blijkt vooral sterk afhankelijk van de grootte van het gat. Het berekende lekdebiet varieert van 0,02 m 3 /dag bij een stijghoogteverschil van 0,5 meter, een k-waarde van 3,3 m/dag en een gat van 1 cm tot 7 m 3 /dag bij een stijghoogteverschil van 2,5 meter, een k van 14 m/dag en een gat van 20 cm. Om de reistijd bij de winning Gasselte te berekenen hebben we de volgende parameters nodig: - ε = de effectieve porositeit - D = de dikte van de aquifer - N = de nuttige neerslag (neerslag verdamping) - Q = het debiet Voor de effectieve porositeit nemen we 0,3 aan. De dikte van de aquifer is ongeveer 30 meter (zie paragraaf 2.1 en bijlage III). Om een idee te krijgen welk effect de dikte van de aquifer heeft op de reistijd, rekenen we ook met 20 in plaats van 30 meter. De nuttige neerslag is variabel per jaar. In de periode varieert de nuttige neerslag op het meteorologiestation Eelde van 0,03 meter per jaar (1996) tot 0,60 meter per jaar (1998). Voor deze berekening nemen we het gemiddelde: meter per jaar (= 0.73 mm/dag). KWR December 2011

22 1.2 Neerslag, verdamping en nuttige neerslag Neerslag / verdamping (m/jaar) Jaar Figuur 4-2 Jaarlijkse neerslag, verdamping en nuttige neerslag voor de periode Tot slot moeten we een waarde aannemen voor het lekdebiet. We hebben al berekend dat het debiet sterk varieert, afhankelijk van de verschillende parameters. Voor de berekening van de reistijd gebruiken we een debiet van 0,02; 0,1; 0,5; 1; 1,5; 2; 3; 5 en 7 m 3 /dag. In Figuur 4-3 is de reistijd weergegeven voor deze debieten. Bij een dikte van de aquifer van 30 meter is de minimale reistijd 15,6 jaar. Zelfs als we een dikte van 20 meter aanhouden blijft er een minimale reistijd van 5 jaar over Reistijd Gasselte D=30m D=20m 10 2 Reistijd (jaren) Debiet (m3/dag) Figuur 4-3 Reistijd van het freatische vlak tot in de pompput. KWR December 2011

23 4.2 Berekening De Groeve met vuistregels Er is geen meting bekend van het stijghoogteverschil tijdens onttrekking. Uit de gegevens van de waarnemingsput op het terrein blijkt een stijghoogteverschil van 40 cm (zie paragraaf 2.2). Waarschijnlijk is het stijghoogteverschil tijdens onttrekking groter. We rekenen daarom niet alleen met 40 cm maar ook met 1 en 2 meter stijghoogteverschil. Door WBGr zijn geen gegevens over de k-waarde van het onttrekkingspakket of het bovenliggende pakket doorgegeven. In REGIS worden voor de verschillende watervoerende pakketten verschillende k- waarden opgegeven (zie bijlage III). Watervoerende lagen 1a en 1b hebben een k-waarde van 20 tot 30 m/dag, laag 1c heeft een k-waarde van 20 m/dag en laag 2 heeft weer een k-waarde van 20 tot 30 meter per dag. We berekenen het debiet met een k-waarde van 20 en 30 m/dag. Net als bij Gasselte nemen we ook hier 1, 2, 5, 10 en 20 cm om de straal van het gat te simuleren. Tabel 4-2 verschillende parameters voor berekening van lekdebiet (De Groeve) Nummer Stijghoogte Verschil (m) k-waarde (m/d) 1 0, , Lekdebiet De Groeve gat = 1cm gat = 2cm gat = 5cm gat = 10cm gat = 20cm debiet (m3/dag) berekeningnummer Figuur 4-4 lekdebiet bij verschillende waarden voor stijghoogteverschil, k-waarde en grootte van het gat (zie Tabel 4-2) Het laagst berekende lekdebiet is 0,08 m 3 /dag bij een gat van 1 cm, een stijghoogteverschil van 40 cm en een k-waarde van 20 m/dag (Figuur 4-4). Het maximale debiet bij een gat van 20 cm, 2 meter stijghoogteverschil en een k-waarde van 30 m/dag is 12 m 3 /dag. KWR December 2011

24 Voor de berekening van de reistijd nemen we een porositeit van 0,3 aan. De dikte van de aquifer is ongeveer 50 meter (zie paragraaf 3.2 en bijlage III) en de nuttige neerslag gemiddeld 0.73 mm/dag (zie ook paragraaf 4.1). Tot slot moeten we een waarde aannemen voor het debiet. We hebben al gezien dat het debiet sterk varieert, afhankelijk van de verschillende parameters. Voor de berekening van de reistijd gebruiken we een debiet 0,5; 1; 2; 3; 5; 10 en 12 m 3 /dag. Uitkomsten van deze berekeningen worden gepresenteerd in Figuur 4-5. Hoewel het debiet wat hoger is dan bij de winning Gasselte, is de reistijd nog minimaal 37 jaar. Dit komt doordat de aquifer hier dikker is. 180 Reistijd De Groeve Reistijd (jaren) Debiet (m3/dag) Figuur 4-5 Reistijd van freatisch vlak naar de onttrekking voor winning De Groeve 4.3 Conclusie berekening lekdebiet en reistijd met vuistregels Voor de winningen Gasselte en De Groeve is er potentieel gevaar dat door het ontbreken van een afdoende kleiafdichting kortsluitstroming via de omstorting plaats heeft. Voor beide winningen zijn beperkte gegevens beschikbaar voor het maken van een inschatting van lekdebiet en reistijd bij optreden van kortsluitstroming. Deze gegevens zijn onvoldoende om een eenduidige schatting van het lekdebiet te maken. Daarom is een range berekend voor verschillende waarden van de doorlatendheid, het stijghoogteverschil en de grootte van het gat. Het met hulp van vuistregels berekende lekdebiet is bij zowel Gasselte als de Groeve relatief klein, maximaal respectievelijk 7 en 12 m 3 /dag. Een beetje pompput heeft al gauw een capaciteit van minimaal 20 m 3 /uur, ofwel 480 m 3 /dag. Een lekdebiet van 12 m 3 /dag is dan 2,5% van de onttrekking. Hoewel beperkt in omvang, is dit vanuit het oogpunt van microbiële veiligheid niet te verwaarlozen. Van belang daarbij is de reistijd. Deze is in alle berekende scenario s lang; minimaal 5 jaar. Een reistijd van 60 tot 100 dagen wordt voldoende geacht om microbiële veiligheid te kunnen garanderen (Van de Wielen et al., 2008). Dit betekent dat er op basis van deze berekening geen risico op microbiologische verontreiniging is. Een nadeel van het toepassen van de vuistregels is dat ze alleen opgaan als het boorgat na aanleg van de put is opgevuld met het uitkomende materiaal. Als ander (grover) materiaal gebruikt is, bijvoorbeeld KWR December 2011

25 omstortingsgrind, moet een gedetailleerdere berekening worden gemaakt. Dit is verder uitgewerkt in Hoofdstuk 5 en 6. Tenslotte wordt opgemerkt wordt dat lekkage ook kan plaatsvinden via gaten in de stijgbuis of lekke verbindingen. De kans hierop bij oude putten zoals op Gasselte en De Groeve is aanzienlijk en zou veel kortere reistijden kunnen opleveren. Voor het opsporen van lekke stijgbuizen zijn diverse beproefde technieken beschikbaar, zoals camera-inspectie of een ballonproef. KWR December 2011

26 5 Gedetailleerde methode voor berekening lekdebiet en reistijd 5.1 Aanleiding gedetaileerdere berkening lekdebiet en reistijd De uitkomsten van de berekeningen van lekdebiet en reistijd met de vuistregels zijn besproken met de begeleidingsgroep Optimalisatie winmiddelen. Tijdens de bespreking kwam naar voren dat boorgaten in het verleden soms werden aangevuld met grind, in plaats van uitkomend materiaal. Als doorboorde kleilagen niet zijn hersteld en er is (aanvul)grind gebruikt in plaats van uitkomend materiaal, dan zijn de vuistregels uit hoofdstuk 2 niet bruikbaar. De (verticale) doorlatendheid van aanvulgrind is veel groter dan die van het watervoerend pakket. Om het lekdebiet en de reistijd in een dergelijk geval te kunnen berekenen, moet rekening gehouden worden met de afwijkende verticale doorlatendheid van de omstorting. Een meer gedetailleerde afleiding om het lekdebiet en de reistijd door de omstorting te bepalen is beschreven in het BTO rapport Lek langs de stijgbuis van een put via een slecht afgedichte kleilaag (Maas, 2011; BTO (s)). In dit hoofdstuk wordt de methode kort toegelicht. 5.2 Berekeningsmethode voor lekdebiet Als het stijghoogteverschil tussen de bovenkant en de onderkant van de omstorting aangegeven wordt met h (m), dan is het lekdebiet Q (m3/d) te berekenen met: h Q W Voor de lekweerstand W (d/m 2 ) wordt in de volgende formule afgeleid: W {ln( )}.058ln( ) 0.19 r k k 1 2h 2v 2 2 r r k Hierin is 2 r k 1 0 1v v r 1 r 0 straal van het boorgat (m) straal van de stijgbuis (m) k verticale doorlatendheid van het omstortingsmateriaal (m/d) 1v k verticale doorlatendheid van de freatische watervoerende laag (m/d) 2v k horizontale doorlatendheid van de freatische watervoerende laag (m/d) 2h 5.3 Berekeningsmethode voor reistijd Om de reistijd van een waterdeeltje vanaf de bovenkant van de omstorting tot aan het lek in de kleilaag te kunnen berekenen is een programma geschreven in Matlab. Voor een toelichting op dit programma wordt verwezen naar paragraaf 8.2 in Maas (2011). KWR December 2011

27 5.4 Benodigde parameters De parameters die nodig zijn voor de twee berekeningen staan vermeld in Tabel 5-1 Tabel 5-1 Parameters voor berekening lekdebiet en reistijd Parameter Omschrijving Gebruikt voor lekdebiet en/of reistijd r straal van het boorgat (m) Lekdebiet / reistijd 1 r straal van de stijgbuis (m) Lekdebiet / reistijd 0 k verticale doorlatendheid van het omstortingsmateriaal Lekdebiet / reistijd 1v (m/d) k verticale doorlatendheid van de freatische Lekdebiet / reistijd 2v watervoerende laag (m/d) k horizontale doorlatendheid van de freatische Lekdebiet / reistijd 2h watervoerende laag (m/d) h horizontale doorlatendheid van de freatische Lekdebiet / reistijd watervoerende laag (m/d) D Dikte van de freatische aquifer (m) Reistijd Pori Porositeit van de omstorting (-) Reistijd N Grondwateraanvulling (m/d) Reistijd KWR December 2011

28 6 Gedetailleerdere berekening van lekdebiet en reistijd De belangrijkste aanleiding om een gedetailleerdere methode te bepalen was de opmerking dat boorgaten ook konden zijn opgevuld met (aanvul)grind, in plaats van uitkomend materiaal. In dat geval is de doorlatendheid van de omstorting veel groter dan die van het omliggende watervoerende pakket. Met hulp van de gedetailleerde berekeningsmethode zijn voor de winningen Gasselte en De Groeve schattingen gemaakt van lekdebiet en reistijd indien de omstorting is opgevuld met aanvulgrind. Opgemerkt wordt dat niet bekend is of er bij deze specifieke winningen is aangevuld met aanvulgrind, of dat uitkomend materiaal is gebruikt. Onderstaande berekeningen schetsen zodoende een worst case scenario voor beide winningen. 6.1 Schatting k-waarde van omstortingsgrind Bij de keuze voor filtergrind wordt gekeken naar de korrelgrootteverdeling van het watervoerende pakket en de diameter van het filtergrind wordt hierop afgestemd. In de loop van de tijd is deze diameter steeds fijner gekozen. De grofste korrelgrootte die gebruikt werd ligt rond 1,4 2 mm; we kunnen 2,5 mm aanhouden als maximale grofte. In de indelingen van korrelgroottes wordt van tot 2 mm gesproken over zand en van 2 tot 63 mm over het grind. Het gebruikte aanvulmateriaal is dus grof zand, tot fijn grind. In Van Lanen en Dijksma (2002) wordt de doorlatendheid van deze twee sedimenten gegeven (Tabel 6-1). Tabel 6-2 geeft doorlatendheden volgens Connected Water ( Tabel 6-1 Doorlatendheid verschillende sedimenten. Uit: Van Lanen en Dijksma (2002) Sediment Doorlatendheid (m/dag) Grind 250 Grof zand 100 Tabel 6-2 Korrelgrootte en doorlatendheid verschillende sedimenten volgens Connected Water. Sediment Grain Doorlatendheid (m/d) sizekorrelgrootte (mm) Grof zand 0, Grind Voor de berekening hebben we alleen de verticale doorlatendheid van het omstortingsmateriaal nodig. In sedimentaire afzettingen gaan we er meestal vanuit dat de verticale doorlatendheid 1/10 is van de horizontale doorlatendheid, maar voor omstortingsgrind gaat deze aanname niet op. Waarschijnlijker is dat de verticale doorlatendheid van omstortingsgrind gelijk is aan de horizontal doorlatendheid. Om een bandbreedte te kunnen bepalen, rekenen we met een verticale k-waarde van 100, 200 en 300 m/dag. 6.2 Gedetailleerde berekening Gasselte Er zijn berekeningen uitgevoerd met verschillende waarden voor het stijghoogteverschil en de k-waarde van het eerste watervoerende pakket (zie ook paragraaf 4.1), met drie verschillende verticale k-waarde van de omstorting (Tabel 6-3). Dit geeft in totaal 36 combinaties. Overig gebruikte parameters staan vermeld in Tabel 6-4. Tabel 6-5 geeft de nummering van de berekeningen. KWR December 2011

29 Parameter Waarden k 100, 200 en 300 m/dag 1v k 3,3, 8 en 14 m/dag 2h Tabel 6-3 Variabele parameters voor berekening Gasselte h 0,5; 1,0; 2,0; en 2,5 meter Parameter r 1 r 0 Tabel 6-4 Overige parameters voor berekening Gasselte Waarde 0,3 (m) 0,15 (m) k 1/10 e van de horizontale doorlatendheid van de 2v freatische watervoerende laag (m/d) D 30 (m) Pori 0,3 (-) N (m/d) Tabel 6-5 Berekeningnummer, met bijbehorende parameters. Deze 12 berekeningen zijn gedaan voor 3 waarden voor k 1v nummer h k 2h KWR December 2011

30 Reistijd Gasselte K1v=100 m/d K1v=200 m/d K1v=300 m/d 400 Reistijd (dagen) berekeningnummer Figuur 6-1 Reistijd voor 36 combinaties van parameters, zie Tabel 6-3 De resultaten van deze berekeningen worden weergegeven in Figuur 6-1. Bij de aangenomen waarden is er een risico op een hele korte reistijd. Voor het merendeel van de berekeningen is de reistijd korter dan 100 dagen, vaak zelfs korter dan 60 dagen. We zien dat de reistijd korter is bij een lagere horizontale doorlatendheid van het freatische pakket. De verhouding tussen de doorlatendheid van het pakket en van de omstorting is belangrijk. Bij een lage k-waarde van het pakket is de k-waarde van de omstorting in verhouding groter en krijg je snellere stroming door de omstorting K1v=100 m/d K1v=200 m/d K1v=300 m/d Lekdebiet Gasselte lekdebiet (m3/dag) berekeningnummer Figuur 6-2 Lekdebiet voor 36 combinaties van parameters, zie Tabel 6-3 KWR December 2011

31 Het berekende lekdebiet bij Gasselte varieert van circa 6 tot 104 m 3 /dag (Figuur 6-2). In tegenstelling tot de reistijd is de lekdebiet juist kleiner bij een lagere doorlatendheid van het watervoerende pakket. In bijlage IV staan de exacte berekende waarden voor alle combinaties van parameters. 6.3 Gedetailleerde berekening De Groeve In paragraaf 3.3 zijn waarden voor het stijghoogteverschil en de doorlatendheid van het eerste watervoerende pakket van winning De Groeve bepaald. Voor deze combinaties en de drie verschillende verticale doorlatendheden van de omstorting, berekenen we het lekdebiet (Tabel 6-6). Dit geeft in totaal 18 combinaties. Overig gebruikte parameters staan vermeld in Tabel 6-7; de nummering van de berekeningen is te vinden in Tabel 6-8. Parameter Waarden k 100, 200 en 300 m/dag 1v k 20 en 30 m/dag 2h h Tabel 6-6 Variabele parameters voor berekening De Groeve 0,4, 1 en 2 meter Parameter r 1 r 0 Tabel 6-7 Overige parameters voor berekening De Groeve Waarde 0,3 (m) 0,15 (m) k 1/10 e van de horizontale doorlatendheid van de 2v freatische watervoerende laag (m/d) D 50 (m) Pori 0,3 (-) N (m/d) Tabel 6-8 Berekeningnummer, met bijbehorende parameters. Deze 12 berekeningen zijn gedaan voor 3 waarden voor k 1v Nummer Stijghoogte Verschil (m) k-waarde (m/d) 1 0, , KWR December 2011

32 Reistijd De Groeve K1v=100 m/d K1v=200 m/d K1v=300 m/d 600 Reistijd (dagen) berekeningnummer Figuur 6-3 Reistijd voor 36 combinaties van parameters, zie Tabel K1v=100 m/d K1v=200 m/d K1v=300 m/d Lekdebiet De Groeve 100 lekdebiet (m/dag) berekeningnummer Figuur 6-4 Lekdebiet voor 36 combinaties van parameters, zie Tabel 6-8 De berekende reistijd en debiet worden weergegeven in Figuur 6-3 en Figuur 6-4. De reistijd varieert van 45 tot 835 dagen en het lekdebiet varieert van 12 tot 125 m 3 /dag. In bijlage V staan de exacte berekende waarden voor alle combinaties van parameters. Ook hier zien we dat de potentiële reistijd relatief kort kan zijn, hoewel slechts vier combinaties een reistijd van minder dan 100 dagen opleveren. KWR December 2011

33 6.4 Conclusies gedetailleerde berekeningen Uit de eerste berekeningen, met de vuistregels, bleek dat bij kortsluitstroming de reistijd van maaiveld naar onttrekking lang is als het boorgat gevuld is met uitkomend materiaal, omdat dan de omstorting nog voldoende weerstand heeft. Uit bovenstaande gedetailleerde berekeningen blijkt dat als het boorgat is aangevuld met goed gesorteerd aanvulgrind, de reistijd veel korter is, veelal korter dan dagen. Deze situatie zal zich in het veld niet veelvuldig voordoen, maar verdient wel onze aandacht. In het volgende hoofdstuk wordt hierop verder ingegaan. In de praktijk verwachten we bij de winning Gasselte in ieder geval geen problemen door een korte reistijd, omdat daar met geofysica is aangetoond dat in ieder geval tot 6 meter beneden maaiveld klei in de omstorting zit. Dit verlengt de reistijd aanzienlijk. Bij pompput 14 is daarnaast ook een kleiprop aanwezig boven het filter. Tevens wordt opgemerkt dat bekend is dat winveld Gasselte ook een deel freatisch water aantrekt, doordat de afsluitende van nature niet doorlopend is. Bij de winning De Groeve is niets bekend over de aanvulling die is gebruikt. Zeker als dit winveld in de toekomst verandert in een moerasgebied, dan zou een lek door de omstorting problemen kunnen geven. De lekstroom zal mogelijk deze extra groot worden door het extra grote stijghoogteverschil bij inundatie. KWR December 2011

34 7 Conclusies en vervolg 7.1 Kortsluitstroming, een risico voor de microbiële veiligheid? Uit de berekeningen in hoofdstuk 6 blijkt dat er in specifieke gevallen risico bestaat op zeer korte reistijden door de omstorting van een pompput, wat kan leiden tot microbiologische besmetting van winningen die goed beschermd worden geacht. Opvallend is dat een reistijd ook voor een winning als De Groeve kleiner kan zijn dan 100 dagen, ondanks dat onttrekking plaats heeft op een diepte van meer dan 60 meter. Voor diepe winningen onder een afsluitende kleilaag (spanningswater, B winningen in ABIKOU classificatie) kan men er dus niet zondermeer vanuit gaan dat ze volledig beschermd zijn tegen microbiologische besmetting. De staat van putten (denk aan lekke verbindingen) en kleiafdichtingen zijn cruciale factoren. Putten aangelegd voor midden jaren 70 vormen met name een risico. Verder kwam bij het onderzoek naar voren dat juist van putten die verdacht zijn, zoals in De Groeve en Gasselte, heel weinig gegevens bekend zijn. Hierdoor varieerde de berekende reistijd van 10 tot 800 dagen, ofwel van een enorm risico tot geen enkel probleem. Enkele kanttekeningen wat betreft microbiële risico s zijn op zijn plaats: - In de berekeningen in hoofdstuk 6 is ervan uitgegaan dat een kleiafdichting ontbreekt en dat de omstorting is aangevuld met grind. Dit is een worst case benadering. Voor ca was het weliswaar niet gebruikelijk kleiafdichtingen aan te brengen, maar ook niet om de omstorting geheel te vullen met aanvulgrind. Veelal werd het uitgekomen materiaal gebruikt (teruggestort) als opvulling van de annulaire ruimte. Dit materiaal heeft meestal een veel kleinere doorlatendheid dan aanvulgrind, met dientengevolge langere reistijd bij kortsluitstroming. - Diverse putten waar geen kleiafdichting is aangebracht ter hoogte van de doorboorde kleilaag hebben wel een kleiprop direct aan maaiveld. Een voorbeeld is pompput 10 van Gasselte, waarvoor met geofysica is aangetoond dat tot 6 meter beneden maaiveld klei in de omstorting zit. Dit verlengt de reistijd vanaf maaiveld naar putfilter aanzienlijk. - De voor de microbiologische veiligheid minimaal vereiste dagen reistijd van maaiveld naar putfilter is gebaseerd op het scenario van een lekkend riool in de nabijheid van een onttrekkingsput (Van der Wielen et al., 2008). Voor veel winputten is dit een onwaarschijnlijk scenario. Deze relativering gaat niet op voor winning De Groeve. De transformatie van dit winveld in een moerasgebied is een serieuze bedreiging voor de microbiële veiligheid. Het worst case scenario zoals geschetst in hoofdstuk 6 (geen kleiafdichtingen, annulaire ruimte volledig opgevuld met grind) zal waarschijnlijk niet of nauwelijks optreden bij de Nederlandse waterleidingbedrijven. Bij een aantal bedrijven wordt het als potentieel probleem gezien, maar de Begeleidingsgroep heeft geen praktijkgevallen genoemd. Toch verdient het de aanbeveling diepe winningen waarvoor een vermoeden bestaat van kortsluitstroming aan een nadere analyse van de microbiologische veiligheid (AMVD) te onderwerpen. Het is daarbij belangrijk om meer te weten te komen over de aard van het aanvulmateriaal in de annulaire ruimte, maar er zijn meer stappen die gezet kunnen worden. Deze zijn vermeld in Tabel 7-1. Tabel 7-1 Stappenplan voor analyse bij vermoeden van kortsluitstroming. Stap 1 Stap 2 Stap 3 Check de put en het ruw water. Controleer de boorbeschrijving en aanlegstaat van de put (indien voorhanden). Zijn kleiafdichtingen aangebracht? Mogelijke indicatoren voor optreden van kortsluitstroming zijn ijzerverstopping van de put en het aantreffen van organische of microbiële verontreinigingen. Check de put op het voorkomen van andere lekkages. Denk aan lekken in de haalbuis en lekke verbindingen. Een camerainspectie kan vaak al zeer verhelderend zijn. Zie ook Hygiëne bij winmiddelen (Leunk en Lieverloo, 2007; BTO ). Zoek aan de hand van de boorbeschrijving en aanlegstaat van de put (indien voorhanden) informatie over het gebruikt e aanvulmateriaal voor de annulaire ruimte. Voer berekeningen KWR December 2011

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen Notitie / Memo Aan: Kees de Vries Van: Anke Luijben en Jasper Jansen Datum: 25 januari 2017 Kopie: Ons kenmerk: WATBE5026-136N001D0.2 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Water

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van de Gemeente Utrecht voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het tot stand brengen van de Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) baan

Nadere informatie

Nut en noodzaak van het herstellen van scheidende lagen in boorgaten

Nut en noodzaak van het herstellen van scheidende lagen in boorgaten 1 Nut en noodzaak van het herstellen van scheidende lagen in boorgaten Bijeenkomst Boren zonder zorgen Martin van der Schans, Martin Bloemendal 2 Wie maakt zich druk om boorgatafdichting? Deep Water Horizon

Nadere informatie

Projectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Projectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd) MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Onderwerp: Beknopte watersysteemanalyse de Knoop, Doetinchem Arnhem, 29 juli 2015

Nadere informatie

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 25 oktober 2011 Kenmerk N001-4817394TER-mfv-V01-NL Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 1 Inleiding Autobedrijf Van den

Nadere informatie

kade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt

kade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt Notitie Aan: Waternet Van: Ben van der Wal, Geert Kerkvliet Datum: 28 mei 2015 Kopie: Gemeente Amsterdam Ons kenmerk: INFRABD3912N004F02 Classificatie: Project gerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Infrastructure

Nadere informatie

Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober 2010 300342. Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen

Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober 2010 300342. Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober 2010 300342 Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen 1 Inleiding De gemeente Wijk bij Duurstede is gestart met de ontwikkeling van een woningbouwprogramma

Nadere informatie

1 Inleiding en projectinformatie

1 Inleiding en projectinformatie Project: Groenhorst College te Velp Onderwerp: hemelwater infiltratieonderzoek Datum: 9 november 2011 Referentie: 25.515/61341/LH 1 Inleiding en projectinformatie Het Groenhorst College, gelegen aan de

Nadere informatie

Hydrology (CT2310) dr. M. Bakker. Lezing Geohydrologie

Hydrology (CT2310) dr. M. Bakker. Lezing Geohydrologie Hydrology (CT2310) dr. M. Bakker Lezing Geohydrologie Blof Harder Dan Ik Hebben Kan Het regent harder dan ik hebben kan Harder dan ik drinken kan Het regent harder dan de grond aan kan Harder dan ik hebben

Nadere informatie

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam Notitie Projectleider drs. A.J. (Arjan) Varkevisser Adviseur drs I.A. (Inger) de Groot Datum 19 november 2013 Kenmerk N001-1217942AJA-vvv-V01-NL Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt

Nadere informatie

Geohydrologische effecten afgraven voorland en terugstorten in diepe delen Gijster

Geohydrologische effecten afgraven voorland en terugstorten in diepe delen Gijster Notitie / Memo Aan: Mariëlle Cats Van: Tony Kok Datum: 30 maart 2017 Kopie: Ons kenmerk: WATBE7248-102-100N001D0.1 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Water Onderwerp: Geohydrologische

Nadere informatie

Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming

Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming NOTITIE Onderwerp Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming Project Grensmaas Opdrachtgever Projectbureau Consortium Grensmaas Projectcode HEEL14-29 Status Definitief Datum 18 mei 2016 Referentie

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

1 Kwel en geohydrologie

1 Kwel en geohydrologie 1 Kwel en geohydrologie 1.1 Inleiding Grondwater in de omgeving van de grote rivieren in Nederland wordt door verschillen in het peil sterk beïnvloed. Over het algemeen zal het rivierpeil onder het grondwatervlak

Nadere informatie

De duiker bevindt zich globaal op de volgende coördinaten: X = en Y =

De duiker bevindt zich globaal op de volgende coördinaten: X = en Y = Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Projectbureau Leidsche Rijn voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de aanleg van een duiker in de Veldhoenwetering, deelgebied

Nadere informatie

Open en gesloten WKO systemen. Open systemen

Open en gesloten WKO systemen. Open systemen Open en gesloten WKO systemen Open systemen Een kenmerk van open systemen is dat er grondwater onttrokken en geïnfiltreerd wordt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen doubletsystemen, monobronsystemen

Nadere informatie

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 2 februari 2006 Kenmerk N001-4425137TER-pla-V01-NL 1.1 Bodemopbouw De regionale bodemopbouw is afgeleid uit de Grondwaterkaart van Nederland 1 en boorgegevens

Nadere informatie

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg Notitie Contactpersoon Johannes Weemstra Datum 21 november 2012 Kenmerk N003-1210450WEJ-rrt-V01-NL Geohydrologische situatie Burg. Slompweg 1 Inleiding In opdracht van de gemeente Steenwijkerland heeft

Nadere informatie

1 Aanleiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water

1 Aanleiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water Notitie / Memo Aan: Waterschap Hunze & Aa's Van: Carolien Steinweg/Martijn van Houten Datum: 15 januari 2018 Kopie: Ons kenmerk: WATBF7316N001F1.0 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y = Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Bouwbedrijf De Waal voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een kelder aan de Duwboot 2 te Houten. De projectlocatie

Nadere informatie

Het centrum van het gebied is gelegen op de coördinaten: X = 168.480 en Y = 448.450

Het centrum van het gebied is gelegen op de coördinaten: X = 168.480 en Y = 448.450 Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het bouwrijp maken van deelgebied De Buurtstede

Nadere informatie

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1.

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1. Notitie Datum: 17 juni 2015 Betreft: Afkoppelen nieuwbouw Handelstraat, Apeldoorn Kenmerk: BP30, NOT20150617 Bestemd voor: Bun Projectontwikkeling BV Ter attentie van: de heer J. Spriensma Opgesteld door:

Nadere informatie

Beheer en onderhoud van winmiddelen in de drinkwatersector

Beheer en onderhoud van winmiddelen in de drinkwatersector Utrecht, 22 nov 2018 1 Beheer en onderhoud van winmiddelen in de drinkwatersector Martin van der Schans 2 Hoe ziet een drinkwaterput eruit? verticale putten ( binnenlanden ) Putten strengen (kunstmatige

Nadere informatie

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde). Projectnummer 2013-11-002: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw Landgoed Huize Winfried Natuurbegraven Nederland T.a.v. de heer W. Peters Postbus 29 5201 AA s-hertogenbosch Betreft: Variatie in

Nadere informatie

Het centrum van het bouwrijp te maken gebied ligt op de coördinaten: X = , Y =

Het centrum van het bouwrijp te maken gebied ligt op de coördinaten: X = , Y = Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsbedrijf Vathorst voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het bouwrijp maken van deelgebied Boulevard Oost van Vinex

Nadere informatie

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 Memo Aan Port of Rotterdam, T.a.v. de heer P. Zivojnovic, Postbus 6622, 3002 AP ROTTERDAM Datum Van Johan Valstar, Annemieke Marsman Aantal pagina's 5 Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 E-mail johan.valstar

Nadere informatie

voor het onttrekken van grondwater op de locatie Eerste Helmersstraat 130 in Amsterdam.

voor het onttrekken van grondwater op de locatie Eerste Helmersstraat 130 in Amsterdam. Funderingsherstel Amsterdam B.V. Datum 10 juli 2018 Kenmerk DMS2018-0026148 Zaaknummer WN2018-004430 Maatwerkbesluit voor het onttrekken van grondwater op de locatie Eerste Helmersstraat 130 in Amsterdam.

Nadere informatie

Op basis van bovenstaande figuur zou de kwel circa 1 à 2 mm/dag bedragen bij een hoogwatergolf in de rivier die één keer per jaar voorkomt.

Op basis van bovenstaande figuur zou de kwel circa 1 à 2 mm/dag bedragen bij een hoogwatergolf in de rivier die één keer per jaar voorkomt. Kwel te Zuilichem Van waterschap Rivierland zijn kwelkaarten verkregen waarvan in deze bijlage enkele uitsneden zijn opgenomen. Figuur 10: Kwel bij T=1 hoogwatergolf Op basis van bovenstaande figuur zou

Nadere informatie

E Van. Hydrologisch onderzoek invloed bemaling tunnelbak op VOCL verontreiniging

E Van. Hydrologisch onderzoek invloed bemaling tunnelbak op VOCL verontreiniging Aan Omgevingsdienst West-Holland Behandeld door Eline Heemskerk T.a.v. De heer H.M. de Boo E eline.heemskerk@mwhglobal.com Van E. Heemskerk T 015-7511880 Betreft Actualiserend bodemonderzoek Van Leeuwenpark

Nadere informatie

Grondwaterstanden juni 2016

Grondwaterstanden juni 2016 Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand

Nadere informatie

Documentnummer AMMD

Documentnummer AMMD MEMO Kopie aan V. Friedrich-Drouville Van H. Meuwese Onderwerp impact aanleg Oeverdijk en peilbeheer Tussenwater op grondwaterstand dijk en achterland Datum 20 december 2016 Inleiding In dit memo is de

Nadere informatie

Ontwerp besluit ingevolge de Grondwaterwet / Verordening Waterhuishouding Limburg 1997

Ontwerp besluit ingevolge de Grondwaterwet / Verordening Waterhuishouding Limburg 1997 Ontwerp besluit ingevolge de Grondwaterwet / Verordening Waterhuishouding Limburg 1997 Nummer : 2006-1489 Venlo, 4 augustus 2006 Bijlage(n) : 1 Op 10 maart 2006 is een verzoek binnengekomen van de Gemeente

Nadere informatie

Verrassende uitkomsten in stromingen

Verrassende uitkomsten in stromingen Verrassende uitkomsten in stromingen Deel 1 G.A. Bruggeman De wiskundige theorie van de grondwaterstroming leidt nu en dan tot uitkomsten die opvallen door hun eenvoud of anderszins door hun bijzondere

Nadere informatie

SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen

SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen SAMENVATTING Aanleiding In het westelijke deel van het Schilderskwartier zijn de woningen gefundeerd op houten palen met betonopzetters. Uit onderzoeken in de jaren 90 is gebleken dat de grondwaterstand

Nadere informatie

20 jaar radiaalput Roosteren

20 jaar radiaalput Roosteren 20 jaar radiaalput Roosteren Door Maria Juhász sz-holterman 1 Radiaalput Roosteren 2 lastig?... of valt het wel mee Inhoud Situatie Kengetallen Winplaats Kosten en reden RP Afwerkingsgegevens RP Kwaliteit

Nadere informatie

Startpunt Wonen. Caspar Cluitmans Bert Hage (verificatie) Peter Geerts (validatie)

Startpunt Wonen. Caspar Cluitmans Bert Hage (verificatie) Peter Geerts (validatie) Memo Aan Startpunt Wonen Van Caspar Cluitmans Bert Hage (verificatie) Peter Geerts (validatie) Betreft Herontwikkeling Viteliaterrein te Neer Onderdeel: Watertoets Projectnummer: LEU139-0002 Datum 23-06-2016

Nadere informatie

Berekening van effecten voor WKO systemen tot 50 m³/uur. Begeleidingscommissie BUM Bodemenergie provincies 17 Januari 2012

Berekening van effecten voor WKO systemen tot 50 m³/uur. Begeleidingscommissie BUM Bodemenergie provincies 17 Januari 2012 Berekening van effecten voor WKO systemen tot 50 m³/uur Begeleidingscommissie BUM Bodemenergie provincies 17 Januari 2012 1 Hypothese Een onttrekking van 10 m³/uur met één bron heeft dezelfde hydrologische

Nadere informatie

Voor het onttrekken van grondwater tijdens funderingsherstel ter hoogte van De Lairessestraat 15 in Amsterdam.

Voor het onttrekken van grondwater tijdens funderingsherstel ter hoogte van De Lairessestraat 15 in Amsterdam. Funderingsherstel Amsterdam B.V. Datum 30 maart 2018 Kenmerk DMS2018-0011541 Zaaknummer WN2018-001331 Maatwerkbesluit Voor het onttrekken van grondwater tijdens funderingsherstel ter hoogte van De Lairessestraat

Nadere informatie

Verrassende uitkomsten in stromingen

Verrassende uitkomsten in stromingen Verrassende uitkomsten in stromingen Deel 2 G.A. Bruggeman De wiskundige theorie van de grondwaterstroming biedt nu en dan uitkomsten die opvallen door hun eenvoud of anderszins door hun bijzonder structuur,

Nadere informatie

HUISSENSCHE WAARDEN AANVULLENDE GRONDWATERBEREKENING

HUISSENSCHE WAARDEN AANVULLENDE GRONDWATERBEREKENING HUISSENSCHE WAARDEN AANVULLENDE GRONDWATERBEREKENING BASAL TOESLAGSTOFFEN BV 12 december 2013 077461453:0.1 - Definitief C01012.100037.0120 Inhoud 1 Inleiding... 4 2 Rivierwaterstanden... 5 2.1 Rivierwaterstanden

Nadere informatie

Rapport Infiltratiegeschiktheidsadvies Nieuwbouw Brede school Coevering aan de Amundsenstraat te Geldrop

Rapport Infiltratiegeschiktheidsadvies Nieuwbouw Brede school Coevering aan de Amundsenstraat te Geldrop Opdrachtgever: Gemeente Geldrop-Mierlo Postbus 10101 5660 GA Geldrop Rapportnummer: 91880-XG Datum rapport: 1 juni 2011 Status rapport: Versie rapport: Status onderzoek: Gecontroleerd Revisie 0 compleet

Nadere informatie

Ons Kenmerk: IBZ7339. Versie. Definitief. Datum: 1 mei Kopiën aan:

Ons Kenmerk: IBZ7339. Versie. Definitief. Datum: 1 mei Kopiën aan: MEMO Onderwerp: IO 08-Me-70 Bepalen waterbezwaar voor bemaling Piet Kranenbergpad Opgesteld door: L.F.M. van Beek Van: IBZ Aan: Gemeente Amsterdam Ons Kenmerk: IBZ7339 Versie Definitief Datum: 1 mei 2017

Nadere informatie

Doetinchem, 21 juli 2014

Doetinchem, 21 juli 2014 Doetinchem, 21 juli 2014 Deze notitie over het risico op verzakking van bebouwing als gevolg van de plannen is opgesteld in 2011. In de notitie wordt een verwachte grondwaterstandstijging in de bebouwde

Nadere informatie

Kenmerk BGS Doorkiesnummer +31(0)

Kenmerk BGS Doorkiesnummer +31(0) Memo Aan HDSR: Harrie Kosterman, Wijnand van Geloven, Johan Feenstra, RWS: Bob Beuving, Lieneke Zuilhof, Deltares: Anouk Creusen, Derk van Ree, Hans van Meerten Datum Van Derk van Ree Kenmerk Doorkiesnummer

Nadere informatie

Formatie Samenstelling Geohydrologische betekenis mv. tot 5 Nuenen Groep fijn en matig fijn zand,

Formatie Samenstelling Geohydrologische betekenis mv. tot 5 Nuenen Groep fijn en matig fijn zand, Memo memonummer 1 datum 4 mei 2016 aan K. Willemsen Bureau Verkuylen van A. Schuphof Antea Group kopie M. Booijink Antea Group project Infiltratieonderzoek te Dorst projectnr. 409915 betreft Resultaten

Nadere informatie

DE EGYPTISCHE POORT TE BLADEL

DE EGYPTISCHE POORT TE BLADEL FUGRO INGENIEURSBUREAU B.V. Regio Oost Briefrapport betreffende DE EGYPTISCHE POORT TE BLADEL Opdrachtnummer: 6010-0391-000 Kermisland 110, Postbus 5251, 6802 EG, Arnhem, Tel: 026-3698444., Fax: 026-3629961

Nadere informatie

Toetsing effecten Theemswegtracé op grondwaterverontreinigingen

Toetsing effecten Theemswegtracé op grondwaterverontreinigingen Toetsing effecten Theemswegtracé op grondwaterverontreinigingen Toetsing effecten Theemswegtracé op grondwaterverontreinigingen Johan Valstar Annemieke Marsman 1230118-004 Deltares, 2017, B Deltares Titel

Nadere informatie

Infiltratievoorzieningen meten, modelleren, dimensioneren

Infiltratievoorzieningen meten, modelleren, dimensioneren Infiltratievoorzieningen meten, modelleren, dimensioneren Harry van Luijtelaar Stichting RIONED Utrecht, 2 februari 2012 Overzicht presentatie Dimensioneren (module C2200) Weten begint met meten! Modelleren

Nadere informatie

Bodemverontreiniging en grondwaterbeheerssysteem Chemours, Baanhoekweg Dordrecht.

Bodemverontreiniging en grondwaterbeheerssysteem Chemours, Baanhoekweg Dordrecht. Memo Dossier Zaaknummer 200433 Kenmerk D-16-1539473 Datum 17 maart 2016 Onderwerp Bodemverontreiniging en grondwaterbeheerssysteem Chemours, Baanhoekweg Dordrecht. Inleiding In deze memo wordt uitleg gegeven

Nadere informatie

Modelberekeningen. 1 Geohydrologische berekeningen

Modelberekeningen. 1 Geohydrologische berekeningen Modelberekeningen 1 Geohydrologische berekeningen 1.1 Inleiding Ter onderbouwing van de beheersmaatregel zijn geohydrologische berekeningen uitgevoerd, waarmee de grondwaterstroming door het scherm kan

Nadere informatie

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Gegevens opdrachtgever: Kellerberg Bosgoed B.V. Helenaveenseweg 45 5985 NL Grashoek 0493-536068 Contactpersoon: De heer

Nadere informatie

2. KORTE TOELICHTING EERDERE ONDERZOEKEN

2. KORTE TOELICHTING EERDERE ONDERZOEKEN leeswijzer In deze onderbouwing wordt achtereen volgens ingegaan op: - een beknopt overzicht van uitgevoerde waterhuishoudkundige onderzoeken en de wijze waarop rekening is gehouden met de natuurgebieden;

Nadere informatie

ACHTERGRONDDOCUMENT. Ontwikkelingsvisie en Beheerplan voor de landgoederen Nieuw- en Oud Amelisweerd en Rhijnauwen. Juni 2008

ACHTERGRONDDOCUMENT. Ontwikkelingsvisie en Beheerplan voor de landgoederen Nieuw- en Oud Amelisweerd en Rhijnauwen. Juni 2008 ACHTERGRONDDOCUMENT Ontwikkelingsvisie en Beheerplan voor de landgoederen Nieuw- en Oud Amelisweerd en Rhijnauwen Juni 2008 Inhoud deel I BASISGEGEVENS 1. Bodem, grondwater en hydrologie 2. Historie van

Nadere informatie

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige

Nadere informatie

Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december 2012. Postbus 1 6400 AA Heerlen

Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december 2012. Postbus 1 6400 AA Heerlen Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen Opdrachtnummer: Versie: Uw referentie: Projectnr.: GA-120338-2 V01 Definitief HL091704901 79A Datum rapport: 17 december 2012

Nadere informatie

Opdracht : Plaats : Zelhem Project : Nieuwbouw gebouw A + B en C De Zonnekamp. Nieuwbouw gebouw A + B en C De Zonnekamp te ZELHEM.

Opdracht : Plaats : Zelhem Project : Nieuwbouw gebouw A + B en C De Zonnekamp. Nieuwbouw gebouw A + B en C De Zonnekamp te ZELHEM. Betreft : Nieuwbouw gebouw A + B en C De Zonnekamp te ZELHEM Opdrachtgever : Klaassen Groep B.V. T.a.v. Dhr. M.H.M. te Molder Postbus 39 7090 AA DINXPERLO Behandeld door : dr. W.T. Sommer (088 51 30 237)

Nadere informatie

voor het onttrekken (en retourbemalen) van grondwater op de locatie Keizersgracht 27 D in Amsterdam.

voor het onttrekken (en retourbemalen) van grondwater op de locatie Keizersgracht 27 D in Amsterdam. Bouwbedrijf Steenbeek B.V. Datum 1 mei 2018 Kenmerk DMS2018-0013507 Zaaknummer WN2018-001899 Maatwerkbesluit voor het onttrekken (en retourbemalen) van grondwater op de locatie Keizersgracht 27 D in Amsterdam.

Nadere informatie

KWR 05.026 april 2005

KWR 05.026 april 2005 KWR 05.026 april 2005 Kiwa N.V. - 1 - april 2005 KWR 05.026 april 2005 2005 Kiwa N.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,

Nadere informatie

Temperaturen in de Nederlandse ondergrond

Temperaturen in de Nederlandse ondergrond Temperaturen in de Nederlandse ondergrond April-2004, Introductie In de jaren 2002-2003 is er in samenwerking met de N.V. Tilburgsche Waterleiding-Maatschappij (TWM) door Victor Bense een serie temperatuurmetingen

Nadere informatie

Betreft: k-waarde bepaling Molenweg 2 te Epe 1/3

Betreft: k-waarde bepaling Molenweg 2 te Epe 1/3 Kruse Milieu BV Bezoekadres: Huyerenseweg 33 7678 SC Geesteren Internet: info@krusegroep.nl www.krusegroep.nl Ad Fontem T.a.v. de heer J. Klompmaker Hoofdstraat 43 7625 PB Zenderen Postadres: Postbus 51

Nadere informatie

Notitie. Karla Kampman (gemeente Delft) Pepijn Abink Spaink (gemeente Delft) Gerard Bloemhof (gemeente Delft) Aanleiding

Notitie. Karla Kampman (gemeente Delft) Pepijn Abink Spaink (gemeente Delft) Gerard Bloemhof (gemeente Delft) Aanleiding Notitie aan: Karla Kampman (gemeente Delft) Pepijn Abink Spaink (gemeente Delft) Gerard Bloemhof (gemeente Delft) Project: Quickscan rapportage voorafgaand aan de afbouwstap van 2017 Datum: 24-04-2016

Nadere informatie

Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden

Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden Opdrachtnummer : 1220128 Opdrachtgever : Wooncorporatie ProWonen Postbus 18 7270 AA BORCULO Coördinaten: X = 218.040 Y = 457.210 Datum : 14 december

Nadere informatie

Boringen voor bodemenergiesystemen correct afdichten.

Boringen voor bodemenergiesystemen correct afdichten. Boren zonder gevolgen Boringen voor bodemenergiesystemen correct afdichten. Ton Timmermans Utrecht 29 juni 2018 Boren zonder gevolgen. Waarom boorgaten aanvullen en waarom afdichten? Aanvullen van boorgaten:

Nadere informatie

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE VERSLAG BETREFFENDE DE MOGELIJKHEID TOT WINNING VAN GRONDWATER IN PERIODES VAN LAGE GRONDWATERSTAND VOOR HET DOMEIN " TER DUINEN " TE NIEUWPOORT.&i6EL.

Nadere informatie

In de onderstaande tabel zijn de scenario s voor de Bypassdijken noord opgesomd. scenario omschrijving kans van voorkomen

In de onderstaande tabel zijn de scenario s voor de Bypassdijken noord opgesomd. scenario omschrijving kans van voorkomen A. Bypassdijken noord Stap 1 bestaat volgens het stappenplan [lit. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.] uit het opstellen van de basisschematisatie en het ontwerp. Voor de noordelijke bypassdijk is gekeken

Nadere informatie

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten Achtergrondartikel grondwatermeetnetten Wat is grondwater Grondwater is water dat zich in de ondergrond bevindt in de ruimte tussen vaste deeltjes, zoals zandkorrels. Indien deze poriën geheel met water

Nadere informatie

Hydrology (CT2310) dr. M. Bakker. Lezing Geohydrologie: grondwaterproblemen

Hydrology (CT2310) dr. M. Bakker. Lezing Geohydrologie: grondwaterproblemen Hydrology (CT2310) dr. M. Bakker Lezing Geohydrologie: grondwaterproblemen Geohydrologie, hoofdstuk 7 CT 2310 Henry Darcy Fountains of Dijon Mark Bakker Water Resources Section Civil Engineering, TU Delft

Nadere informatie

voor het onttrekken van grondwater tijdens funderingswerkzaamheden en de bouw van een kelder ter hoogte van Andrea Schelfhoutstraat 39A/B in Amsterdam

voor het onttrekken van grondwater tijdens funderingswerkzaamheden en de bouw van een kelder ter hoogte van Andrea Schelfhoutstraat 39A/B in Amsterdam N.C.T. Betonwerken B.V. Datum 17 januari 2018 Kenmerk DMS2017-0026281 Zaaknummer WN2017-004814 Maatwerkbesluit voor het onttrekken van grondwater tijdens funderingswerkzaamheden en de bouw van een kelder

Nadere informatie

GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering

GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering Wijziging algemene regel: Zaaknr. Datum vastgesteld: Omschrijving wijziging 2017147654 23-1-2018 Wijze van melden en rapporteren, tekstuele aanpassingen,

Nadere informatie

5 Fase III: Granulaire analyses

5 Fase III: Granulaire analyses 5 Fase III: Granulaire analyses Op een selectie van de boringen zijn granulaire analyses uitgevoerd, meestal meerdere monsters per boring. Bij het bepalen van de korrelgrootteverdelingen is gebruik gemaakt

Nadere informatie

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)

Nadere informatie

RIJKSUNIVERSITEIT GENT

RIJKSUNIVERSITEIT GENT .W.. DE BaE LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE HYDROGEOLOGISCH ONDERZOEK VAN DE BEDRIJFSTERREINEN VAN DE N.V. SOPAR TE ZELZATE VERSLAG VAN DE DROGE BORING.AFL. 111111 RIJKSUNIVERSITEIT

Nadere informatie

1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 4 1.3 Gebruikte gegevens 4

1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 4 1.3 Gebruikte gegevens 4 Pagina 2 van 12 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 4 1.3 Gebruikte gegevens 4 2 Geologie 5 2.1 Opbouw 5 2.1.1 Boringen 5 2.1.2 Sonderingen 6 2.2 Doorlatendheden 7 2.3 Ondergrond van

Nadere informatie

GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering

GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering Wijziging algemene regel: Zaaknr. Datum vastgesteld: omschrijving wijziging: Artikel 1. Criteria Vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld

Nadere informatie

HISTORISCH ONDERZOEK. conform de NEN 5725:2009 STEEG 13 TE SEVENUM

HISTORISCH ONDERZOEK. conform de NEN 5725:2009 STEEG 13 TE SEVENUM HISTORISCH ONDERZOEK conform de NEN 5725:2009 STEEG 13 TE SEVENUM 20 februari 2017 Colofon Rapport: Historisch bodemonderzoek Steeg 13 te Sevenum Projectnummer: 5348bo0117 Status: definitief Datum: 20

Nadere informatie

Hydrology (CT2310) dr. M. Bakker. Lezing Geohydrologie: tijdsafhankelijke stromen

Hydrology (CT2310) dr. M. Bakker. Lezing Geohydrologie: tijdsafhankelijke stromen Hydrology (CT2310) dr. M. Bakker Lezing Geohydrologie: tijdsafhankelijke stromen Geohydrologie, hoofdstuk 7 CT 2310 Henry Darcy Fountains of Dijon Mark Bakker Water Resources Section Civil Engineering,

Nadere informatie

Tussen Theis en Hantush

Tussen Theis en Hantush Tussen Theis en Hantush C. van den Akker 1 In de publicatie Tussen Dupuit en De Glee in Stromingen wordt een geohydrologische situatie beschouwd met stationaire grondwaterstroming in een gedeeltelijk afgesloten

Nadere informatie

HYDROGEOLOGISCHE VERKENNING VAN DE FREATISCHE LAAG

HYDROGEOLOGISCHE VERKENNING VAN DE FREATISCHE LAAG HYDROGEOLOGSCHE VERKENNNG VAN DE FREATSCHE LAAG N DE VESTGNG GENT VAN VAMO MLLS N.V. Leerstoel voor Toegepaste Geologie Rijksuniversiteit Gent 1982 HYDROGEOLOGSCHE VERKENNNG VAN DE FREATSCHE LAAG N DE

Nadere informatie

BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN

BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN i BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN-EIND RESULTATEN VELDWERK EN INFILTRATIEBEREKENINGEN Uitgebracht aan:

Nadere informatie

Grondwater in stedelijk gebied

Grondwater in stedelijk gebied Grondwater in stedelijk gebied Kruisbestuiving met de afdeling riolering 29 mei 2013 Jacqueline Flink Waterbalans Grondwateraanvulling uit neerslag??? Grondwateraanvulling GBKA (~ BGT) goede info over

Nadere informatie

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda *OMWB524761* Postbus 75 5000 AB Tilburg 013 206 01 00 info@omwb.nl http://www.omwb.nl Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda Vooronderzoek

Nadere informatie

Analyse infiltratie en mogelijke grondwateroverlast, Tortellaan 4, Den Haag Bruning / Gemeente Den Haag (20140884)

Analyse infiltratie en mogelijke grondwateroverlast, Tortellaan 4, Den Haag Bruning / Gemeente Den Haag (20140884) Analyse infiltratie en mogelijke grondwateroverlast, Tortellaan 4, Den Haag Bruning / Gemeente ter plaatse van de Tortellaan 4, Vogelwijk, Den Haag drs. J.T. Buma 1209486-005 Deltares, 2014, B Deltores

Nadere informatie

Fugro GeoServices B.V. Hydrologie. BK Bodem bv T.a.v. de heer E. van der Most Koraalrood 131 2718 SB ZOETERMEER : 1112-0132-000.

Fugro GeoServices B.V. Hydrologie. BK Bodem bv T.a.v. de heer E. van der Most Koraalrood 131 2718 SB ZOETERMEER : 1112-0132-000. Fugro GeoServices B.V. Hydrologie Veurse Achterweg 10 Postbus 63 2260 AB Leidschendam tel.: 070-3111333 BK Bodem bv T.a.v. de heer E. van der Most Koraalrood 131 2718 SB ZOETERMEER Onze ref : 1112-0132-000.B01/VL/HGW

Nadere informatie

Freatische bemaling fundaties bestaande brug over de Gaasp (KW022) fase 2

Freatische bemaling fundaties bestaande brug over de Gaasp (KW022) fase 2 Memo Freatische bemaling fundaties bestaande brug over de Gaasp (KW022) fase 2 Revisie 2.0 Auteur Peter Kramer Controleur Simon Hoitsema Autorisator Malou van der Pal Citeertitel - Object Activiteittype

Nadere informatie

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Logo MEMO Aan : Henrike Francken Van : Michiel Krutwagen Kopie : Dossier : BA1914-112-100 Project : SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Ons

Nadere informatie

The Freshmaker. 1. Inleiding. 2. Beschrijving van de maatregel. 3. Hydrologische haalbaarheid Methoden Metingen Modellen. 4.

The Freshmaker. 1. Inleiding. 2. Beschrijving van de maatregel. 3. Hydrologische haalbaarheid Methoden Metingen Modellen. 4. The Freshmaker 1. Inleiding 2. Beschrijving van de maatregel 3. Hydrologische haalbaarheid Methoden Metingen Modellen 4. Resultaten 1 1 Inleiding The Freshmaker Zoetwateroverschotten inzetbaar bij droogte

Nadere informatie

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld Notitie Contactpersoon Inkie Goijer Datum 1 augustus 2008 Kenmerk N002-4579913IGO-evp-V03-NL 1.1 Inleiding De watertoets De watertoets is een instrument dat ruimtelijke plannen toetst op de mate waarin

Nadere informatie

Workshop bodemenergiesystemen. Maarten Busstra

Workshop bodemenergiesystemen. Maarten Busstra Workshop bodemenergiesystemen Presentatie: Functie: Dick Nijhof Maarten Busstra Inspecteur Inspectie art. 18; 2101/11.001 2 Bodemenergie artikel 18 - Uitvoering ondergronds deel Terrein Werkwater in orde?

Nadere informatie

Effectenstudie. Onderwerp: WKO woontoren HAUT te Amsterdam Datum: Referentie: 16BB128

Effectenstudie. Onderwerp: WKO woontoren HAUT te Amsterdam Datum: Referentie: 16BB128 Effectenstudie Onderwerp: WKO woontoren HAUT te Amsterdam Datum: 1-2-2017 Referentie: 16BB128 Inhoudsopgave Effectenstudie...1 Inhoudsopgave...2 1. Inleiding...3 1.1. Aanleiding...3 1.2. Leeswijzer...3

Nadere informatie

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/ BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: 110301.001725) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/ Nijkerk Het betreft het plangebied voor het toekomstige

Nadere informatie

Mogelijkheden om de juiste afdichting van scheidende lagen te detecteren. Marco de Kleine, Rein Lantman en Pieter Doornenbal

Mogelijkheden om de juiste afdichting van scheidende lagen te detecteren. Marco de Kleine, Rein Lantman en Pieter Doornenbal Mogelijkheden om de juiste afdichting van scheidende lagen te detecteren Marco de Kleine, Rein Lantman en Pieter Doornenbal Mogelijkheden om de juiste afdichting van scheidende lagen te detecteren met

Nadere informatie

Aanleg en installatie van Brandputten

Aanleg en installatie van Brandputten Aanleg en installatie van Brandputten Scope presentatie Soorten brandputten Richtlijn brandputten met zuigleiding Eisen aan brandputten Procesbeheersing Vergunningen Voorbereiding werkzaamheden Uitvoering

Nadere informatie

Aanleg en verlengen duikers en aanleg watergang te Almere Poort. Kwelberekening (KWEL) 150011 150011-KWEL-GE-v2.0 Defintief 01-07-2015

Aanleg en verlengen duikers en aanleg watergang te Almere Poort. Kwelberekening (KWEL) 150011 150011-KWEL-GE-v2.0 Defintief 01-07-2015 Projectnaam Aanleg en verlengen duikers en aanleg watergang te Almere Poort Projectonderdeel Projectnummer Kenmerk Status Datum Opdrachtnemer Opdrachtgever Kwelberekening (KWEL) 150011 150011-KWEL-GE-v2.0

Nadere informatie

Schijf Houthandel en Sloopwerken B.V. Maatwerkbesluit. voor het onttrekken van grondwater ter hoogte van Van Oldenbarneveldtstraat 53 in Amsterdam.

Schijf Houthandel en Sloopwerken B.V. Maatwerkbesluit. voor het onttrekken van grondwater ter hoogte van Van Oldenbarneveldtstraat 53 in Amsterdam. Schijf Houthandel en Sloopwerken B.V. Datum 5 september 2018 Kenmerk DMS2018-0033646 Zaaknummer WN2018-005636 Maatwerkbesluit voor het onttrekken van grondwater ter hoogte van Van Oldenbarneveldtstraat

Nadere informatie

Memo. Inleiding. Huidige situatie

Memo. Inleiding. Huidige situatie Memo nummer Water-01 aan BAM Woningbouw Martijn Stabel Oranjewoud van Arjan van Beek Oranjewoud datum 24 mei 2011 project Valkenswaard, opstellen bestemmingsplan en uitvoeren onderzoeken locatie Geenhovensedreef

Nadere informatie

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer

Nadere informatie