Sectoranalyse WAO 2000

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Sectoranalyse WAO 2000"

Transcriptie

1 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, directie Ramingen en Analyse Sectoranalyse WAO 2000 analyse van 69 sectoren op basis van mesogegevens Marc Konings Mirjam van der Zouw dieptestudies naar arbo-, verzuim- en reïntegratiebeleid in vijf (sub)sectoren T.J. Veerman J.A. Duvekot B.C.H. de Zwart H. Bosselaar A.F. Lenderink november 2002

2

3 Sectoranalyse WAO 2000 INLEIDING DEEL 1 Analyse van mesodata DEEL 2 Dieptestudies

4

5 INLEIDING Voor u ligt de sectoranalyse van de WAO 1. De meestal gepubliceerde WAO-cijfers geven een geaggregeerde ontwikkeling weer. Achter deze cijfers gaat een zeer divers beeld schuil. Om daar inzicht in te verkrijgen, is besloten tot een jaarlijkse nadere analyse van de volumeontwikkeling van arbeidsongeschiktheid op sectorniveau 2 : de sectoranalyse WAO. Deze analyse is ook aan de Kamer toegezegd 3. De sectorale analyse is voor het eerst uitgevoerd over het jaar In dit rapport wordt de WAO in het jaar 2000 op sectorniveau onder de loep genomen. Het doel van de sectoranalyse is tweeledig. In de eerste plaats gaat het erom door verbeterd inzicht in de arbeidsongeschiktheidsproblematiek aangrijpingspunten voor sectorspecifiek beleid te vinden. Daarbij valt ook te denken aan ondersteuning van de convenantenaanpak op het terrein van arbeidsomstandigheden. In deze zogenoemde arboconvenanten worden afspraken gemaakt tussen werkgevers, werknemers en SZW om arborisico s, verzuim en WAO-instroom in de sector te verminderen. In de tweede plaats gaat het erom inzicht te creëren bij sectoren en individuele werkgevers. Individuele werkgevers kunnen hun eigen positie in dat opzicht afmeten tegen andere werkgevers in de sector waarin zij opereren (benchmarking). Ook wat betreft de mogelijkheden van sectoren en individuele werkgevers om de arbeidsongeschiktheidsproblematiek in de sector, respectievelijk hun bedrijf, te beïnvloeden kan deze analyse inzicht verschaffen. Vergelijking van sectoren op het terrein van arbeidsongeschiktheid is vanwege de grote onderlinge verschillen in termen van werkzaamheden en arbeidsongeschiktheidsrisico s met hun achterliggende oorzaken bijzonder moeilijk. Het afmeten van de eigen resultaten aan die van andere sectoren moet met voorzichtigheid gebeuren omdat de omstandigheden waaronder die gerealiseerd zijn, wezenlijk verschillen. Opbouw van de Sectoranalyse WAO 2000 De sectoranalyse WAO is opgebouwd uit twee delen, zodat een cijfermatige analyse van de sectoren gepresenteerd kan worden en bovendien de beoogde voorbeeldfunctie vorm gegeven kan worden: 1. Het eerste deel omvat een analyse van alle sectoren (inclusief de overheid) uitgevoerd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op basis van mesodata van het Lisv; 2. Een dieper gaande analyse naar achtergronden in een aantal specifieke sectoren komt in het tweede deel aan bod. In de sectoranalyse WAO van dit jaar komen de sectoren banken, bouw, beroepsgoederenvervoer en twee onderdelen van het onderwijs, te weten het basisonderwijs en beroeps- en volwassenen educatie, aan bod. Deze analyse omvat ook voorbeelden van praktijkervaringen in deze sectoren. Dit deel van het onderzoek is uitgevoerd door bureau AS/tri. 1 Er bestaan thans drie arbeidsongeschiktheidsregelingen (WAO, WAZ en Wajong). Deze analyse betreft uitsluitend de WAO i.e. de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor werknemers. 2 Sinds 1998 registreert het Lisv de gegevens over de WAO naar de sectorindeling volgens de Organisatiewet Sociale Verzekeringen. (zie ook bijlagen). 3 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 87

6

7 DEEL 1 ANALYSE VAN MESODATA

8

9 INHOUDSOPGAVE MESO-ANALYSE SAMENVATTING MESO-ANALYSE... 3 INLEIDING MESO-ANALYSE HET WAO BESTAND NAAR SECTOREN INSTROOM IN WAO Voorafgaand aan instroom in de WAO Nieuwe uitkeringen in Instroomkansen Instroomkans naar diagnose Instroomkans naar leeftijd en geslacht UITSTROOM UIT WAO Beëindigde uitkeringen in 2000 naar sectoren Uitstroomkansen Herstelkansen WERKENDE WAO-ERS PER SECTOR Werkende WAO-ers ten opzichte van verzekerde populatie Werkende WAO-ers ten opzichte van het aantal lopende uitkeringen Conclusie VERGELIJKING ANALYSE 1999 EN Lopende uitkeringen Instroom en instroomkans Uitstroom, uitstroomkans en herstelkans SUBSECTOR ANALYSES Overheid Overheid: Onderwijs en Wetenschappen Overheid: Rijk, Politie en Rechterlijke macht Overheid: Defensie Overheid: Provincies, Gemeenten en Waterschappen Gezondheid, geestelijke en maatschappelijke belangen Detailhandel en ambachten De WIW / WSW sector Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW) Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) Bijlage 1: Technische toelichting Bijlage 2: Regeling indeling van het bedrijfs- en beroepsleven in sectoren Bijlage 3: Resultaten van analyses... 73

10 2

11 SAMENVATTING MESO-ANALYSE De WAO Sectoranalyse 2000 bevat een analyse van de WAO aspecten van bijna 70 verschillende sectoren 1. Het doel is een beter inzicht te geven in de achtergrond van de gebruikelijke geaggregeerde WAO cijfers. Deze analyse is een vervolg op de WAO Sectoranalyse 1999 die destijds op verzoek van de Tweede Kamer is uitgevoerd. Het totaal aantal lopende WAO uitkeringen in 2000 bedroeg ruim Ten opzichte van 1999 is dat een groei van ruim uitkeringen. Deze groei is uiteraard de resultante van een groter aantal nieuwe ( ) dan beëindigde (75.531) uitkeringen. Vanwege hun grootte dragen met name de grote sectoren, zoals de zorgsector en de sector detailhandel en ambachten, bij aan de volume ontwikkeling van de WAO. Om inzicht te krijgen in de instroom in relatie met de grootte van de sectoren zijn instroomkansen berekend. Daaruit blijkt bijvoorbeeld dat de zorg een hoge instroomkans (1,86%) kent en de sector detailhandel en ambachten een instroomkans (1,40%) onder het landelijk gemiddelde van 1,53%. De belangrijkste redenen van instroom zijn psychische klachten en aandoeningen van het bewegingsapparaat. In een aantal sectoren wordt maar liefst de helft van de instroom door een van deze twee diagnosen veroorzaakt. De demografische opbouw van het werknemersbestand in een sector heeft een sterke invloed op de instroomkans van een sector. De kans om in de WAO terecht te komen stijgt namelijk met de leeftijd en de instroomkans van vrouwen is vrijwel altijd hoger dan die van mannen. Slechts in de twee sectoren bouwbedrijf en bakkerijen is de instroomkans van vrouwen gunstiger dan die van mannen, wat mogelijk verklaard kan worden door een ongelijke aard van de werkzaamheden van mannen en vrouwen binnen deze sectoren. De totale instroomkans van een sector (dus zonder differentiatie naar leeftijd en geslacht) is afhankelijk van zowel de instroomkansen naar leeftijd en geslacht van de sector als van de demografische opbouw van de werkende populatie in de sector. Alleen de sectoren vervoer posterijen, zorg, zakelijke dienstverlening II, culturele instellingen en onderwijs en wetenschappen laten in alle klassen van geslacht en leeftijd een lagere instroomkans zien dan gemiddeld voor alle sectoren binnen de betreffende geslacht en leeftijd klassen. Opvallend hierbij is de zorgsector. Deze sector heeft als geheel (zonder differentiatie naar leeftijd en geslacht) een hogere instroomkans dan landelijk gemiddeld. De instroomkansen binnen alle verschillende klassen van leeftijd en geslacht zijn echter beter dan gemiddeld. Dit opmerkelijk resultaat wordt veroorzaakt doordat werknemers in deze sector ouder en vaker vrouw zijn dan gemiddeld. Echter, dit beter dan gemiddeld resultaat vervalt waarschijnlijk weer 2 bij correctie voor bijvoorbeeld opleidingsniveau. Beëindiging van WAO uitkeringen kan plaatsvinden wegens pensionering, overlijden of wegens herstel. De herstelkans, die gemiddeld 3,67% bedraagt, varieert sterk tussen de sectoren. De verschillende overheidssectoren hebben allen een hoge herstelkans. Bij de rijksoverheid bedraagt de herstelkans bijvoorbeeld 7,43% en in het onderwijs 4,57%. De bouw presteert met 1,52% onder het gemiddelde evenals aan de bouw verwante sectoren. 1 Volgens de OSV-indeling. 2 Dat was met de data van dit onderzoek niet mogelijk, maar is wel gebleken uit ander onderzoek, zie paragraaf

12 Het hebben van een WAO-uitkering betekent niet dat de betrokken persoon niet deelneemt aan het arbeidsproces. Begin 2000 werkten circa WAO-ers. Van de volledig WAO-ers werkt 11,6% en van de gedeeltelijk WAO-ers 50,5%. Circa de helft van de werkende WAO-ers werkt in de sector waarin hij of zij arbeidsongeschikt is geworden, de andere helft vindt een betrekking in een andere sector. Het aantal werkende WAO-ers in een sector kan zowel gerelateerd worden aan het aantal werkenden (verzekerde populatie) als aan het aantal lopende WAO uitkeringen in een sector. Met behulp van deze laatste maat wordt nagegaan of de sectoren die meer bijdragen aan het WAO volume ook meer WAOers in dienst kan nemen of houden. De sector taxi- en ambulance vervoer heeft zeer veel WAO-ers in dienst. Zelfs meer dan het aantal lopende uitkeringen binnen deze sector. Ook binnen de WIW/WSW sector werken veel WAO-ers. Dit hangt mede samen met de doelgroep van de WSW, die binnen deze sector het grootste aantal dienstbetrekkingen heeft. In de Sectoranalyse WAO 2000 is een vergelijking gemaakt van de in- en uitstroomkansen van de sectoren in 1999 en De gemiddelde instroomkans is in die periode gestegen van 1,45% tot 1,53%. Een aantal sectoren laat een zeer sterke stijging zien van de instroomkans. Hiertoe behoren de drie openbaar vervoer sectoren, te weten vervoer KLM, vervoer NS en openbaar vervoer. Een aantal sectoren heeft in 2000 echter een lagere instroomkans dan in Een van deze sectoren is de bouw, die in het verleden een groot WAO bestand heeft opgebouwd. Ondanks de daling bleef de instroomkans van de bouw met 1,64% echter bovengemiddeld in Met een stijging in 2000 ten opzichte van 1999, van 3,35% naar 3,67%, laat de herstelkans een gunstige ontwikkeling zien. Opmerkelijk is dat de verschillende overheidssectoren, die reeds bovengemiddeld presteerden in 1999, hun herstelkans verder wisten te verbeteren in Met bijna een verdubbeling behaalt defensie in 2000 zelfs de hoogste herstelkans (7,90%) van alle sectoren. De belangrijkste constatering uit de analyse van subsectoren binnen een aantal grote sectoren is dat in de zorgsector de subsectoren verpleeghuizen, verzorgingshuizen en de gehandicaptenzorg de grote subsectoren zijn met een hoge instroomkans. De grootste winst valt binnen de zorgsector daarom te behalen met het terugdringen van de instroomkans in deze grote subsectoren. 4

13 INLEIDING MESO-ANALYSE De analyse van mesodata wordt gepresenteerd in dit eerste deel van de Sectoranalyse WAO Deze analyse heeft uitsluitend betrekking op arbeidsongeschiktheid met betrekking tot de WAO en niet op de andere arbeidsongeschiktheidsregelingen zoals de WAZ en Wajong. De gegevens die dienen als basis van deze analyse zijn afkomstig uit de bestanden van het Lisv. In de mesoanalyse komen onder andere de volgende aspecten aan bod: het WAO bestand; dertien weken zieken; WAO instroom (aantal nieuwe uitkeringen) en instroomkansen (de kans om arbeidsongeschikt te worden); WAO uitstroom (aantal beëindigde uitkeringen), uitstroomkansen en herstelkansen; werkende WAO-ers; De analyse van deze aspecten is telkens uitgevoerd voor alle sectoren. Naast de analyse van bovenstaande aspecten is bovendien binnen een aantal grote sectoren een analyse van de instroomkansen van de subsectoren uitgevoerd. De sectoren waarvoor dat is gedaan zijn de gezamenlijke overheidssectoren, de zorgsector en de sector detailhandel en ambachten. Deze analyse is uitgevoerd om na te gaan of er binnen deze sectoren spreiding is in de instroomkans. Dit betreft voornamelijk een cijfermatige analyse en is daarmee dan ook geen dieptestudie zoals de analyses in het tweede deel van de Sectoranalyse WAO De analyse van mesodata bevat tevens een aantal nadere analyses, die zijn uitgevoerd naar aanleiding van opvallende punten uit de mesoanalyse en uit de Sectoranalyse WAO Ten eerste komt een analyse aan bod over de invloed van de leeftijds- en geslachtsopbouw van het werknemersbestand van de sectoren op de sectorale instroomkans. Ten tweede wordt een nadere verdieping gegeven over de Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW) en de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), omdat de WIW/WSW sector opvalt door veel lopende uitkeringen, een hoge instroomkans en veel werkende WAO-ers. Met behulp van de Sectoranalyse WAO van 1999 en 2000 is voor het eerst een vergelijking mogelijk tussen twee opvolgende jaren. Daarmee kan inzicht worden verkregen in welke sectoren zich op WAOgebied gunstig of ongunstig ontwikkelen. Conclusies daaromtrent moeten echter met voorzichtigheid getrokken worden. Ontwikkelingen kunnen een incidenteel karakter hebben, veroorzaakt door bijvoorbeeld het oplopen of wegwerken van keuringsachterstanden. De resultaten van de analyses worden met behulp van grafieken gepresenteerd in de bijlagen. In de tekst wordt voor elk van bovengenoemde aspecten aandacht besteed aan de meest opvallende sectoren. In veel gevallen is gekozen om met name de grote sectoren te presenteren in de tekst en bijbehorende figuren en tabellen. De reden daarvoor is dat deze sectoren vanwege hun omvang de meeste invloed hebben op het volume van de WAO. Daar waar minder grote sectoren een opvallend resultaat laten zien, wordt dit natuurlijk ook in de tekst vermeld. De analyse van de mesogegevens is in de Sectoranalyse WAO 2000 als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 1 behandelt het WAO bestand dat de sectoren in het verleden hebben opgebouwd, waarna in de volgende hoofdstukken de actuele ontwikkelingen, zoals instroom en uitstroom, aan bod komen. 5

14 Hoofdstuk 2 besteedt aandacht aan de WAO instroom in De eerste paragraaf van dit hoofdstuk gaat over het traject dat vooraf gaat aan instroom in de WAO. Vervolgens komen de in 2000 nieuw verstrekte uitkeringen aan bod. Om de prestatie van de verschillende sectoren te kunnen vergelijken worden instroomkansen gepresenteerd. Daarbij komen tevens de meest gestelde diagnosen en de invloed van leeftijd en geslacht aan bod. Hoofdstuk 3 gaat nader in op de uitstroom uit de WAO, die samen met de instroom de omvang van het WAO bestand en de volume ontwikkeling bepaalt. Het aantal beëindigde uitkeringen en de uitstroomkansen worden daarbij geanalyseerd. Een aparte paragraaf wordt besteed aan de herstelkansen, omdat deze in tegenstelling tot de uitstroomkansen kunnen worden beschouwd als een prestatie indicator evenals de instroomkansen. Hoofdstuk 4 gaat in op de het aantal WAO-ers dat in de verschillende sectoren werkt. Daarbij worden het aantal werkende WAO-ers in een sector gemeten ten opzichte van zowel het totaal aantal werknemers in een sector als naar het aantal lopende uitkeringen in een sector. Hoofdstuk 5 bevat de vergelijking van de belangrijkste WAO-aspecten in de jaren 1999 en Gemiddeld is de ontwikkeling ongunstig, maar er zijn een aantal sectoren die een verbetering van hun prestaties laten zien. Hoofdstuk 6 behandelt subsectoren van drie zeer grote sectoren, te weten de gezamenlijke overheidssectoren, de zorgsector en de sector detailhandel en ambachten. Het doel daarvan is om na te gaan of er binnen deze sectoren al dan niet een grote spreiding voorkomt, zodat binnen deze sectoren gerichter beleid gemaakt kan worden. Daarnaast wordt een nadere verdieping gegeven van de Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW) en de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), vanwege de opvallende resultaten van de WIW/WSW sector. Voor een uiteenzetting van onder andere de exacte sector indeling, een aantal specifieke berekeningswijzen en wijzigingen ten opzichte van de Sectoranalyse WAO 1999 wordt verwezen naar de bijlagen. Verder worden in de bijlagen tevens alle resultaten van de analyses met behulp van grafieken gepresenteerd. 6

15 1. HET WAO BESTAND NAAR SECTOREN Het WAO bestand bestaat uit WAO uitkeringen die in het verleden zijn toegekend en nog steeds voortduren. Het lopend WAO bestand en de daarbij behorende analyses in dit hoofdstuk bieden dus hoofdzakelijk een historisch perspectief over de WAO en zeggen dus in beperkte mate iets over de huidige prestaties van de sectoren. Het totaal aantal lopende WAO uitkeringen in 2000 bedroeg ruim Ten opzichte van 1999 is dat een groei van ruim uitkeringen. Deze groei is uiteraard het resultaat van een groter aantal nieuwe dan beëindigde uitkeringen. De lasten aan WAO uitkeringen bedroegen in 2000 ruim 9 miljard euro 3, ofwel bijna 20 miljard gulden. In onderstaande Figuur 1-1 wordt een indruk gegeven van de verdeling van de lopende uitkeringen over de sectoren. Hierbij is een sterke relatie met de grootte van de sectoren aanwezig; de zorgsector met verreweg de grootste verzekerde populatie (gemiddeld in 2000) heeft ook het grootste WAO bestand ( ). Figuur 1-1 Verdeling lopende uitkeringen 2000 over sectoren (sectoren met de klok mee weergegeven) 13% Zorg, geest. en maatsch. bel. Bouwbedrijf 8% Overheid: onderwijs en wetenschappen Metaal- en technische bedrijfstakken 43% Uitzendbedrijven 6% Detailhandel en ambachten voorm. sector overheidsd. (WIW en WSW) 6% Groothandel II Metaalindustrie 4% 5% Overheid: provincies, gemeenten en waterschappen Overige sectoren 3% 4% 4% 4% De arbeidsongeschiktheidsquote, d.w.z. het aantal lopende WAO uitkeringen als percentage van het aantal verzekerde werknemers, bedroeg 11,5% in Dit betekent een lichte stijging met 0,1 procentpunt ten opzichte van Dit betekent dat het aantal lopende WAO uitkeringen in 2000 sneller 3 Sociale nota 2002, lasten aan uitkeringen, exclusief onderlinge betalingen en uitvoeringskosten 4 De hier vermelde AO-quote is afwijkend van het AO-percentage in de Sociale Nota, omdat gegevens voor gelijke definiëring niet per sector beschikbaar zijn en omdat het percentage in de Sociale Nota niet alleen betrekking heeft op de WAO, maar ook op de andere arbeidsongeschiktheidsregelingen. 7

16 is gestegen dan het aantal verzekerde werknemers. Van de grote sectoren valt de bouwsector op met een buitengewoon hoge AO-quote van ruim 30%. Een aantal sectoren hebben een opvallende ontwikkeling van de arbeidsongeschiktheidsquote doorgemaakt. De sectoren vervoer KLM en vervoer NS hadden een relatief sterke stijging van de AOquote, te weten 1,2 procentpunt voor beide sectoren. Dit werd veroorzaakt door een sterke groei in het aantal lopende uitkeringen en een lichte daling van het aantal verzekerde werknemers. Overigens hebben beide sectoren een lager dan gemiddelde AO-quote, namelijk 8,4% voor de sector vervoer KLM en 6,8% voor de sector vervoer NS. Ook opvallend is de sector uitzendbedrijven die een stijging van de AO-quote laat zien van 1,8 procentpunt tot 11,2%. Daarmee komt deze sector dichtbij het landelijk gemiddelde. Dit als gevolg van eveneens een sterke toename van het aantal lopende uitkeringen, die gepaard ging met een aanzienlijke daling van het aantal verzekerde personen. In vergelijking met andere sectoren zal het personeelsbestand van de sector uitzendbedrijven sterkere schommelingen kennen en als gevolg daarvan zal de AO-quote van deze sector ook sterker fluctueren. In Figuur 1-2 zijn een aantal sectoren opgenomen met een grote afwijking van de gemiddelde verdeling van volledig en gedeeltelijk arbeidsongeschikten. Volledig of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is de verzekerde die door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat is om met gangbare arbeid hetzelfde te verdienen als voordat de beperkingen optraden. Iemand die voor meer dan 80% arbeidsongeschikt is wordt geteld als volledig arbeidsongeschikt. Het kan voorkomen dat iemands verdiencapaciteit lager is dan iemands arbeidscapaciteit. Stel bijvoorbeeld dat iemand euro per jaar verdiende en door ziekte nog slechts 16 uur per week kan werken in een lager betaalde baan waar hij euro op jaarbasis mee verdient. Zijn verdiencapaciteit is dan minder dan 20%, dus is hij volledig arbeidsongeschikt. Daarentegen is zijn arbeidscapaciteit 40%, omdat hij in staat is om 16 uur per week te werken. Het lopend WAO bestand bestaat uit gemiddeld 30% gedeeltelijk en 70% volledig arbeidsongeschikten. 8

17 Figuur 1-2 Gedeeltelijk en volledig arbeidsongeschikten Gemiddeld 30,4% 69,6% Vervoer KLM Vervoer NS Overheid: openb. nutsbedrijven Stukadoorsbedrijf Zuivelindustrie Openbaar vervoer 61,6% 52,8% 49,5% 46,7% 44,6% 44,5% 38,4% 47,2% 50,5% 53,3% 55,4% 55,5% 18,4% 81,6% Uitzendbedrijven 17,6% 82,4% Detailhandel en ambachten 16,9% 83,1% Voorm. overh.d. (WIW, WSW) 6,7% 93,3% Reiniging 0,0% 10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0% 60,0% 70,0% 80,0% 90,0% 100,0% gedeeltelijk volledig De sector reiniging heeft met 93% een bijzonder hoog percentage volledig arbeidsongeschikten. Een reden daarvoor kan zijn dat het in de reiniging vaak laaggeschoolde en laagbetaalde arbeid betreft, waardoor er voor de arbeidsongeschikte geen alternatief werk is om nog een inkomen te verdienen. In dat geval zal iemand bij keuring namelijk vaak volledig of helemaal niet arbeidsongeschikt verklaard worden en zal het resultaat niet snel een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering zijn. Van de arbeidsongeschikten uit de sector vervoer KLM daarentegen is bijna 62% nog in staat om met gangbare arbeid een deel van het oude inkomen te verdienen. 9

18 10

19 2. INSTROOM IN WAO In dit hoofdstuk worden de sectorale aspecten van de instroom in de WAO aan de orde gesteld. In deze instroom gegevens komen de huidige ontwikkelingen tot uitdrukking. Dit in tegenstelling tot het bestand lopende uitkeringen uit het vorige hoofdstuk, dat het resultaat is van ontwikkelingen uit het verleden. In dit hoofdstuk komen niet alleen de in 2000 nieuw verstrekte uitkeringen aan bod, ook wordt aandacht besteed aan de periode vóór de instroom in de WAO en aan de kansen van verzekerden om in de WAO te geraken Voorafgaand aan instroom in de WAO Verzekerden voor de WAO lopen allen het risico vroeg of laat arbeidsongeschikt te raken. Om arbeidsrisico s zover mogelijk te beperken, bestaat er in Nederland een uitgebreide ARBO-wetgeving. Daarnaast worden er op sector niveau convenanten afgesloten waarin afspraken worden opgenomen over het terugdringen van ziekteverzuim en toestroom naar de WAO 5. Tevens voeren bedrijven steeds vaker een actief verzuimbeleid. Dit alles is preventief beleid dat gericht is op de totale werkende verzekerde populatie. Als een verzekerde werknemer ziek wordt, dan zal de werkgever in de eerste drie maanden van het ziekteverzuim afhankelijk van de aard van de ziekte en het bedrijfsbeleid, zich inspanningen getroosten om de werknemer weer in het arbeidsproces te betrekken. Als de werknemer na dertien weken nog steeds ziek is, dan wordt dit door de werkgever doorgegeven aan de uitvoeringsinstelling. Deze stelt een reïntegratieplan op voor werknemer en werkgever 6. Om voor een WAO uitkering in aanmerking te komen moet de zieke werknemer binnen negen maanden na aanvang van de arbeidsongeschiktheid een aanvraag indienen. Gemiddeld over alle sectoren was 6% van de werknemers dertien weken of langer ziek in Dit is gelijk 7 aan de situatie in 1999, het aantal dertien weken ziek meldingen als percentage van de verzekerde populatie is dus stabiel, terwijl het totale ziekteverzuim echter is toegenomen. Figuur 2-1 geeft een selectie van vooral grote sectoren met een hoog percentage dertien weken ziek meldingen. Dit percentage is het quotiënt van het aantal dertien weken ziek meldingen in 2000 en het gemiddeld aantal verzekerden van het 4 e kwartaal 1999 tot en met 3 e kwartaal Hieruit blijkt dat relatief bijzonder veel verzekerden die werkzaam zijn vanuit de WIW/WSW een dertien weken ziekteverzuim hebben. Dit is niet zo verwonderlijk gezien de aard van de WSW, die voorziet in arbeidsplaatsen voor mensen met geestelijke en/of lichamelijke beperkingen. De twee sectoren vervoer KLM en vervoer NS hebben eveneens een zeer hoog langdurig verzuim. De overheid heeft in vrijwel alle onderdelen een hoger dan gemiddeld langdurig ziekteverzuim. Uitzondering daarop is defensie dat met 5 ARBO-convenanten worden afgesloten sinds 1999, derhalve zijn over 2000 nog weinig of geen resultaten te verwachten 6 Deze procedure wijzigt per in verband met de introductie van de wet verbetering Poortwachter. 7 Vanwege data beschikbaarheid was het percentage vorig jaar gebaseerd op drie kwartalen en bedroeg 4,5%. Op jaarbasis is dit 6%. 11

20 slechts 1% het laagste langdurig ziekteverzuim heeft van alle sectoren. Gezien de trainingen en keuringen voor een groot deel van het defensie personeel wekt dit geen verbazing. Figuur 2-1 Selectie van sectoren met veel dertien weken zieken Gemiddeld 5,97% Voorm. overh.d. (WIW, WSW) Vervoer NS Vervoer KLM Vervoer Posterijen Overheid: provincies, etc Overheid: overige instellingen Overheid: rijk, etc Zorg, geest. en maatsch. bel Overheid, openb. nutsbedr Overheid: onderwijs en w Metaalindustrie ,20% 9,11% 8,57% 8,28% 7,84% 7,69% 7,67% 7,23% 11,01% 12,19% 17,79% 0,00% 2,00% 4,00% 6,00% 8,00% 10,00% 12,00% 14,00% 16,00% 18,00% 2.2. Nieuwe uitkeringen in 2000 Als na een jaar ziekte bij keuring een uitkering wordt toegewezen dan stroomt de verzekerde in de WAO. Het toekenningspercentage van uitkeringen bedroeg 72,4% in 2000 en was daarmee lager dan de 75,7% in Figuur 2-2 geeft een overzicht van de herkomst van de nieuw verstrekte WAO uitkeringen in In de figuur zijn de twaalf sectoren weergegeven die de meeste nieuwe uitkeringen genereren. Uit deze sectoren komen gezamenlijk 62% van de nieuwe uitkeringen. De overige 38% is over de ruim vijftig overige sectoren verdeeld. De sector zorg, geestelijke en maatschappelijke belangen draagt met ofwel 17% het grootste aandeel in de hoeveelheid nieuwe uitkeringen. Van de nieuwe uitkeringen in 2000 betrof 37% van de gevallen een gedeeltelijke en 63% een volledige uitkering. Een vergelijking met de instroom in 1999 laat zien dat het aandeel toekenningen van volledige uitkeringen is gedaald, de verhouding in 1999 bedroeg namelijk 67% volledig en 33% gedeeltelijk. De sector vervoer KLM die in het lopend bestand reeds zeer veel gedeeltelijk arbeidsongeschikten heeft, loopt nog verder uit met 70% instroom van gedeeltelijk arbeidsongeschikten. Ook de gezamenlijke overheidssectoren hebben een zeer opvallende verhouding tussen volledige en gedeeltelijke uitkeringen. Van de nieuwe uitkeringen was 58% gedeeltelijk en 42% volledig. Niet alleen in vergelijking met andere sectoren is dit opvallend, ook in vergelijking met het lopende bestand uitkeringen 12

21 in de overheidssectoren is dit opmerkelijk. Dit bestand laat namelijk een verhouding zien van 38% gedeeltelijk tegenover 62% volledig. Daar zijn drie mogelijke oorzaken voor. Ten eerste voelen werknemers uit de overheids- en onderwijssectoren die een WAO-uitkering aanvragen, zich gezonder, ze zijn hoger opgeleid en ze zijn veel vaker (gedeeltelijk) werkzaam in hun oude werk. Figuur 2-2, sectoren met de klok mee weergegeven Nieuwe uitkeringen in % Zorg, geest. en maatsch. bel. Uitzendbedrijven 38% 8% Overheid: onderwijs en w. Detailhandel en ambachten Metaal- en techn. bedrijf Groothandel II Reiniging 6% Zakelijke dienstverlening III Bouwbedrijf Overheid: provincies, etc. 5% Grootwinkelbedrijf Voorm. overh.d. (WIW, WSW) 3% 4% Overig 3% 3% 3% 3% 3% 4% Ten tweede is de werkwijze bij de WAO-beoordeling van USZO anders dan bij andere uitvoeringsinstellingen. USZO maakt veelvuldig gebruik van de Lisv-regeling verminderde arbeidsduur. Dit betekent dat USZO aangeeft dat de werknemer alleen voor een beperkt aantal uren werk kan uitvoeren, een zogenoemde medische urenbeperking. Deze werkwijze leidt vrijwel altijd tot een toekenning van een gedeeltelijke WAO-uitkering, zeker in het geval dat de werknemer gedeeltelijk zijn oude werk doet, wat bij werknemers uit deze sectoren relatief vaak voorkomt. Ten derde is door de speciale werkwijze van USZO de kans veel groter dat een werknemer gebruik kan maken van de herplaatsingstoelage. Dit is een bovenwettelijke regeling die het loon van een werknemer, die door ziekte slechts gedeeltelijk werkt, aanvult tot honderd procent van het oude loon. Het is in de overheids- en onderwijssectoren dus financieel aantrekkelijker om gedeeltelijk te worden afgekeurd dan helemaal, want bij een volledige arbeidsongeschiktheid krijgt de werknemer zeventig procent van zijn oude loon 8. Er bestaat een sterke relatie tussen grootte van de sector en het aantal nieuwe uitkeringen. Hoe groter de sector, hoe meer nieuwe uitkeringen er verstrekt worden. De zorgsector levert bijvoorbeeld het grootste aantal nieuwe uitkeringen en is eveneens qua aantal verzekerden de grootste sector. Aan de instroom kunnen daarom geen prestaties van sectoren worden afgelezen. Het aantal nieuwe uitkeringen 8 Informatie over de oorzaken van de opmerkelijke verhouding gedeeltelijk t.o.v. volledig arbeidsongeschikten bij de overheidssectoren ontleend aan het Ctsv rapport De uitvoering van de WAO door USZO. 13

22 ten opzichte van het aantal verzekerden, ofwel de instroomkans is daarom interessanter. Deze komt in de volgende paragraaf aan bod Instroomkansen De instroom in absolute aantallen zoals in vorige paragraaf beschreven, geven niet aan hoe goed of slecht een sector presteert met betrekking tot WAO instroom. Een betere indicator is die, welke een relatie legt tussen de instroom en de grootte van de sector. De instroomkans wordt gedefinieerd als het aantal nieuwe uitkeringen ten opzichte van het aantal verzekerden in het jaar ervoor 9. Deze is een voor de sectoren vergelijkbare grootheid, waaraan de prestatie van de sector kan worden afgelezen. Naast de instroomkans kan ook de herstelkans (zie paragraaf 3.2.1) als indicator van de prestatie van de sector worden gezien. De landelijk gemiddelde instroomkans bedroeg 1,53% in Dit is een lichte stijging ten opzichte van 1999 toen deze 1,46% bedroeg. Figuur 2-3 Grote sectoren met bovengemiddelde instroomkans Gemiddeld 1,53% Reiniging ,31% Uitzendbedrijven Voorm. overh.d. (WIW, WSW) ,09% 2,09% Zorg, geest. en maatsch. bel ,86% Bouwbedrijf Metaalindustrie Overheid: onderwijs en w ,64% 1,61% 1,57% 0,00% 0,50% 1,00% 1,50% 2,00% 2,50% Figuur 2-3 geeft een overzicht van de grote sectoren met een bovengemiddelde instroomkans. Het risico om in de WAO te raken is in de reinigingssector het grootst en met een instroomkans van 2,31% ruim anderhalf keer zo hoog als het gemiddelde. De OSB 10 constateert dat een belangrijk deel van de werknemers in de sector aan de onderkant van de arbeidsmarkt wordt gevonden. Ondanks de extra aandacht die besteed wordt aan nieuwe instromers zoals allochtonen en herintreders in de vorm van 9 Zie voor berekeningswijze de toelichting in de bijlage 10 Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten, persbericht 9 januari

23 bijvoorbeeld vak- en taalopleidingen, vertaalt zich dit toch in een hoog ziekteverzuim en WAO instroom. Na de reinigingssector volgen de WIW/WSW sector en de uitzendsector met een instroomkans van groter dan 2%. Ten opzichte van 1999 zijn de sectoren metaalindustrie en onderwijs nieuw in dit overzicht. Hoewel hun instroomkans niet ver boven het gemiddelde ligt, is deze wel aanzienlijk gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar. Zoals Figuur 2-4 laat zien, heeft de sector horeca algemeen met 0,82% de laagste instroomkans van de grote sectoren. Van de ene kant lijkt dit opmerkelijk, omdat werk in de horeca fysiek behoorlijk belastend is en meer dan de helft van de verzekerden vrouw is. Van de andere kant is bijna de helft van de verzekerden jonger dan 25 jaar, terwijl de kans om arbeidsongeschikt te raken stijgt met de leeftijd. De sectoren groothandel I en zakelijke dienstverlening II blijven eveneens onder de 1%. De sector vervoer posterijen valt ook in positieve zin op, ondanks dat een groot deel van de werkzaamheden fysiek belastend zijn en bijna de helft van de verzekerden ouder is dan 40 jaar. Figuur 2-4 Grote sectoren met lage instroomkans Gemiddeld 1,53% Overheid: rijk, etc Banken Groothandel II Metaal- en techn. bedrijf Grootwinkelbedrijf Vervoer Posterijen Groothandel I Zakelijke dienstverlening II Horeca algemeen ,30% 1,29% 1,27% 1,16% 1,14% 1,07% 0,97% 0,86% 0,82% 0,00% 0,20% 0,40% 0,60% 0,80% 1,00% 1,20% 1,40% 1,60% 1,80% De minder grote sector defensie heeft met 0,58% van alle sectoren de laagste instroomkans. In deze sector valt zowel militair als burgerpersoneel. Aangezien een groot deel van het defensie personeel regelmatig gekeurd en getraind wordt is de lage instroomkans niet verwonderlijk. Daarnaast bestaat het werknemersbestand van defensie voor slechts een beperkt deel uit vrouwen. Ten opzichte van landelijk is het werknemersbestand van defensie bovendien iets jonger. De relatief kleine sector horeca catering kent met 2,80% de hoogste instroomkans. Opvallend is de tegenstelling tussen de twee verschillende horeca sectoren. De zeer hoge instroomkans van de sector horeca catering staat namelijk in scherp contrast met de eerder genoemde goede prestatie van de sector horeca algemeen. Een oorzaak daarvan zou kunnen zijn dat in de horeca catering ruim 80% vrouwen 15

24 werkzaam zijn en dat daarvan 57% ouder is dan 40 jaar 11. Een andere oorzaak kan het zogenaamde werkgeverschap op afstand zijn waarbij, evenals in de sectoren reiniging en uitzendbedrijven, de werkplek niet bij de formele werkgever ligt, maar bij het bedrijf waar de catering wordt verzorgd. De werkgever kan daardoor minder invloed uitoefenen op de arbeidsomstandigheden en de bedrijfscultuur Instroomkans naar diagnose Het Lisv 12 registreert 19 verschillende redenen van instroom, ofwel diagnosen. Dit zijn onder andere psychische stoornissen, ziekten van het bewegingsapparaat, ziekten van het hart en vaatstelsel en letsels. De twee meest voorkomende diagnosen bij de instroom in de WAO zijn psychische stoornissen 13 (35,7% van de instroom van 2000) en ziekten van het bewegingsapparaat (25,6%). Vanuit beleidsperspectief is het nuttig om na te gaan in welke sectoren de verzekerden het grootste risico lopen om vanwege psychische aandoeningen of ziekten van het bewegingsapparaat in de WAO te stromen. Het arbeidsomstandigheden- en verzuimbeleid kan er dan op gericht worden om de oorzaken die aan deze risico s ten grondslag liggen zover mogelijk in te perken. Figuur Grote sectoren met hoge instroomkans vanwege psychische redenen Gemiddeld 0,55% 1,53% Uitzendbedrijven 0,94% 2,09% Voorm. overh.d. (WIW, WSW) 0,91% 2,09% Verzekeringsw. en ziekenf. 0,76% 1,46% Zorg, geest. en maatsch. bel. 0,69% 1,86% Banken 0,67% 1,29% Overheid: onderwijs en w. 0,66% 1,57% Algemene industrie 0,65% 1,79% Reiniging 0,64% 2,31% Zakelijke dienstverlening III 0,63% 1,32% 0,00% 0,50% 1,00% 1,50% 2,00% 2,50% Totale instroomkans van sector Instroomkans vanwege psychische redenen 11 Meer over de invloed van leeftijd en geslacht op de instroomkans in paragraaf Lisv is samen met de uitvoeringsinstellingen per opgegaan in de nieuw opgerichte organisatie UWV, Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen 13 De diagnose psychische stoornissen kan in 12 subgroepen worden verdeeld. Verreweg de belangrijkste (samen meer dan de helft van de instroom in 1999) zijn stemmingsstoornis en aanpassingsstoornis. 14 De grafiek laat de instroomkans vanwege psychische redenen zien binnen de totale instroomkans van de sector 16

25 Figuur 2-5 laat een overzicht zien van grote sectoren met een hoge instroomkans vanwege psychische redenen. De grafiek laat de instroomkans vanwege psychische redenen zien binnen de totale instroomkans van de sector. De kans om in te stromen vanwege psychische klachten bedraagt 0,55%. De grootste instroomkans vanwege psychische redenen kent de sector uitzendbedrijven met 0,94%. Met een aandeel van bijna de helft van de totale instroomkans zijn psychische klachten de belangrijkste reden van instroom binnen deze sector. Uit de figuur blijkt dat sectoren met zowel een hoge als een lage totale instroomkans een hoog risico om vanwege psychische klachten in de WAO terecht te komen kunnen hebben. De banken bijvoorbeeld hebben een lage totale instroomkans, waarbinnen een zeer hoog risico voor psychische aandoeningen. De reinigingssector daarentegen kent een zeer hoog totaal instroomrisico en een hoger dan gemiddelde instroomkans vanwege psychische redenen, maar in deze sector bepalen de psychische redenen slechts 27,7% van de instroom ten opzichte van 35,7% gemiddeld. Andere redenen van instroom komen dus relatief meer voor in deze sector. Figuur 2-6 laat zien dat de gemiddelde instroomkans vanwege aandoeningen van het bewegingsapparaat 0,39% bedraagt in Grote sectoren met een hoog instroomrisico vanwege ziekten van het bewegingsapparaat zijn onder andere de agrarische sector, de bouw, de reiniging, de metaalindustrie en de zorgsector. Uit de enquête beroepsbevolking van het CBS blijkt dat deze sectoren vrijwel allemaal fysiek belastende arbeidsomstandigheden hebben. Het is niet bekend hoeveel en in hoeverre dit ook geldt voor werknemers in de uitzendsector en de WIW/WSW sector, omdat deze voor een belangrijk deel op uitzend- of detacheerbasis werkzaam zijn. De sector agrarisch bedrijf heeft van de grote sectoren het grootste risico op instroom vanwege aandoeningen aan het bewegingsapparaat, terwijl de totale instroomkans gemiddeld is. 17

26 Figuur Grote sectoren met hoge instroomkans vanwege aandoeningen van het bewegingsapparaat Gemiddeld 0,39% 1,53% Agrarisch bedrijf 0,74% 1,52% Bouwbedrijf 0,73% 1,64% Reiniging 0,69% 2,31% Metaalindustrie 0,53% 1,61% Uitzendbedrijven 0,49% 2,09% Overig goederenvervoer 0,49% 1,38% Zorg, geest. en maatsch. bel. 0,45% 1,86% Voorm. overh.d. (WIW, WSW) 0,43% 2,09% 0,00% 0,50% 1,00% 1,50% 2,00% 2,50% Totale instroomkans van sector Instroomkans vanwege bewegingsapparaat De bouw heeft met zijn belastende werkzaamheden eveneens een zeer hoog risico op ziekten van het bewegingsapparaat, evenals een aantal aanverwante kleinere sectoren, zoals stukadoors, dakdekkers en schilders, die zelfs een hoger risico kennen. Ten opzichte van 1999 is er weinig verschil in de grote sectoren die een hoog risico hebben op instroom vanwege psychische redenen of ziekten van het bewegingsapparaat. De gemiddelde instroomkans voor beide diagnosen is in de tijd licht gestegen Instroomkans naar leeftijd en geslacht In deze paragraaf wordt de instroomkans naar leeftijd en geslacht van de sectoren onderzocht. De demografische opbouw van het werknemersbestand in een sector heeft namelijk een sterke invloed op de instroomkans van een sector. Zo is de instroomkans van mannen 1,22% terwijl die voor vrouwen 1,93% bedraagt. Voor personen jonger dan 25 jaar is de instroomkans slechts 0,34% en voor 55-plussers maar liefst 3,47%. Tabel 2-1 laat voor alle groepen de instroom risico s zien. Tabel 2-1 INSTROOMKANS < 25 jaar jaar jaar jaar > 55 jaar TOTAAL Man 0,19% 0,70% 1,22% 1,95% 3,18% 1,22% Vrouw 0,50% 1,69% 2,16% 3,12% 4,12% 1,93% TOTAAL 0,34% 1,15% 1,62% 2,40% 3,47% 1,53% 15 De grafiek laat de instroomkans vanwege psychische redenen zien binnen de totale instroomkans van de sector 18

27 Figuur 2-7 en Tabel 2-1 laten zien dat de instroomkans van vrouwen in alle leeftijdscategorieën hoger is dan die van mannen. Op sectoraal niveau geldt dit eveneens voor de meeste sectoren. In enkele sectoren echter hebben vrouwen in een bepaalde leeftijdscategorie een lagere instroomkans dan mannen. Bij de sector detailhandel en ambachten geldt dit voor de twee hoogste leeftijdsgroepen. Desalniettemin is in deze sector de instroomkans van vrouwen hoger dan die van mannen. Figuur 2-7 4,50% Instroomkans naar leeftijd en geslacht 4,00% 3,50% 3,00% 2,50% 2,00% 1,50% 1,00% 0,50% 0,00% < 25 jaar jaar jaar jaar > 55 jaar Man Vrouw TOTAAL Bij een vergelijking van de gemiddelde instroomkans van mannen en vrouwen per sector blijkt dat in slechts twee sectoren de gemiddelde instroomkans van vrouwen lager is dan de gemiddelde instroomkans van mannen. Dit zijn de sectoren bouwbedrijf en bakkerijen. In beide sectoren hebben vrouwen in drie van de vijf leeftijdscategorieën een lagere instroomkans. Een mogelijke verklaring kan zijn dat mannen in deze sectoren wellicht de zware lichamelijke arbeid verrichten terwijl vrouwen de minder zware werkzaamheden in administratieve functies en in bakkerswinkels uitvoeren. Tabel 2-2 laat de vijf sectoren zien, waarvan zowel mannen als vrouwen in alle leeftijdscategorieën een lager dan gemiddelde instroomkans hebben. Opmerkelijk daarbij zijn met name de zorgsector en in mindere mate de sector overheid onderwijs en wetenschappen. De instroomkans per leeftijdsgroep voor zowel mannen als vrouwen is in deze sectoren lager dan de instroomkans van alle sectoren tezamen voor de betreffende klasse. Toch ligt de totale instroomkans van deze sectoren boven het landelijk gemiddelde. Namelijk respectievelijk 1,86% in de zorg en 1,57% in het onderwijs ten opzichte van 1,53% landelijk gemiddeld (zie Figuur 2-3). De oorzaak daarvan ligt in de populatie opbouw van deze sectoren. Ten eerste werkt in beide sectoren een hoger percentage vrouwen dan gemiddeld, 80% van de werkenden in de zorg en 57% in het onderwijs is vrouw ten opzichte van 43% in de totale werkende populatie. Op de tweede plaats werken in beide sectoren relatief meer ouderen dan gemiddeld. Opvallend is echter dat ondanks de hogere leeftijd van mannen in de zorg, hun instroomkans lager is dan de gemiddelde instroomkans van mannen in alle sectoren (respectievelijk 1,07% en 1,22%). Voor vrouwen in het onderwijs geldt hetzelfde, hun gemiddelde instroomkans bedraagt 1,74%, terwijl de gemiddelde instroomkans van vrouwen in alle sectoren 1,93% bedraagt. 19

28 Tabel 2-2 Sectoren met lager dan gemiddelde instroomkans in alle categorieën Sector Geslacht < > 55 TOTAAL Vervoer Posterijen Man 0,04% 0,29% 0,82% 1,36% 2,21% 0,85% Vrouw 0,37% 0,91% 1,68% 2,62% 2,67% 1,54% Gezondheid, geestelijke en Man 0,08% 0,57% 1,09% 1,71% 1,50% 1,07% maatschappelijke belangen Vrouw 0,42% 1,67% 2,07% 3,09% 3,42% 2,05% Zakelijke dienstverlening II Man 0,07% 0,31% 0,62% 1,32% 2,59% 0,61% Vrouw 0,37% 1,18% 1,85% 2,48% 3,51% 1,38% Culturele instellingen Man 0,04% 0,38% 0,46% 1,47% 2,13% 0,65% Vrouw 0,22% 1,15% 1,76% 2,68% 2,47% 1,54% Overheid, onderwijs en Man 0,04% 0,24% 0,71% 1,68% 2,75% 1,35% wetenschappen Vrouw 0,11% 0,94% 1,46% 2,54% 3,58% 1,74% TOTAAL alle sectoren Man 0,19% 0,70% 1,22% 1,95% 3,18% 1,22% Vrouw 0,50% 1,69% 2,16% 3,12% 4,12% 1,93% In het Lisv rapport Vrouwen, (werk)omstandigheden en arbeidsongeschiktheid 16 wordt geconcludeerd: werknemers in de zorgsector hebben ook een verhoogd arbeidsongeschiktheidsrisico als zij gelijkgeschakeld worden op alle andere kenmerken zoals geslacht en werkomstandigheden. Dit lijkt tegenstrijdig met de hiervoor gevonden resultaten. De belangrijkste verklaring voor de verschillende conclusies is de volgende: In de Lisv analyse zijn veel verschillende persoons- en gezinskenmerken en werkomstandigheden meegenomen. Elk van deze kenmerken kan het WAO risico verhogen of verlagen. Een zeer belangrijk aspect blijkt het meenemen van het opleidingsniveau, wat in de zorgsector een sterk verhogend effect heeft 17. Dit valt kortweg als volgt te verklaren. In het algemeen geldt dat hoe lager het opleidingsniveau, hoe hoger het risico. In verhouding met andere sectoren zijn werknemers in de zorg hoog opgeleid. Bij correctie voor het hoge opleidingsniveau, wordt verondersteld dat in de zorg het aandeel hoog en laag opgeleide werknemers gelijk is aan het aandeel in de totale werknemerspopulatie. Daardoor wordt het risico verhoogd. Oftewel, bij het hoge aandeel hoog opgeleiden in de zorgsector zou een lager risico verwacht mogen worden. De beschikbare data laten niet toe om opleidingsniveau in de sectoranalyse mee te nemen, omdat dat niet integraal beschikbaar is. Via het koppelen van bestanden zou dit in toekomstig onderzoek wellicht wel mogelijk zijn. Figuur 2-8 laat de drie sectoren zien waarin zowel mannen als vrouwen in alle leeftijdscategorieën een hoger dan gemiddelde instroomkans hebben. 16 Vrouwen, (werk)omstandigheden en arbeidsongeschiktheid, Lisv, januari Zoals blijkt uit het rapport Arbeidsrisico s en arbeidsongeschiktheid in de zorgsector, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, december

29 Figuur 2-8 Sectoren met hoger dan gemiddelde instroomkans in alle categorieën 7,00% 6,00% 5,00% 4,00% 3,00% 2,00% 1,00% 0,00% < > 55 Slagers overig, Man Uitzendbedrijven, Man Overige takken van bedrijf en beroep, Man Gemiddeld, Man Slagers overig, Vrouw Uitzendbedrijven, Vrouw Overige takken van bedrijf en beroep, Vrouw Gemiddeld, Vrouw Deze drie sectoren hebben in totaal ook allemaal een hoger dan gemiddelde instroomrisico. In de grafiek is te zien dat het verschil tussen mannen en vrouwen in de hogere leeftijdsklassen in de sector uitzendbedrijven relatief klein is. In de sector slagers overig daarentegen is het verschil tussen mannen en vrouwen in vrijwel alle leeftijdsgroepen uitermate groot. Alleen in de leeftijdscategorie ouder dan 55 jaar is in deze sector het verschil minder groot, omdat het instroomrisico van vrouwen in deze leeftijd lager is dan in de leeftijd 45 tot 55 jaar terwijl het instroomrisico van mannen ouder dan 55 jaar juist extreem veel groter is dan in de leeftijd van 45 tot 55 jaar. De conclusie van de analyse naar leeftijd en geslacht is dat met de leeftijd de kans om in de WAO terecht te komen stijgt. Bovendien is de instroomkans van vrouwen vrijwel altijd hoger dan die van mannen. De totale instroomkans van een sector (dus zonder differentiatie naar leeftijd en geslacht) is afhankelijk van zowel de instroomkansen naar leeftijd en geslacht als de samenstelling naar leeftijd en geslacht van de werkende populatie in de sector. Slechts in de twee sectoren bouwbedrijf en bakkerijen is de instroomkans van vrouwen gunstiger dan die van mannen. Alleen de sectoren vervoer posterijen, zorg, zakelijke dienstverlening II, culturele instellingen en onderwijs en wetenschappen laten in alle verschillende geslacht en leeftijd combinaties een beter dan gemiddeld resultaat zien. 21

30 22

31 3. UITSTROOM UIT WAO De volumegroei van de WAO wordt enerzijds bepaald door de instroom zoals behandeld in het vorige hoofdstuk en anderzijds door de beëindigde uitkeringen. Evenals de instroom varieert ook de uitstroom sterk tussen de sectoren. In dit hoofdstuk komen de beëindigde uitkeringen, de bijbehorende uitstroomkansen en de herstelkansen aan de orde. Figuur 3-1 Reden beëindiging uitkering herbeoordeling 12,7% pensioen 38,9% herstel 24,7% overlijden 11,3% overig 12,4% Het Lisv registreert vijf redenen van uitstroom: herstel, herbeoordeling 18, overlijden, pensioen en overig 19. Uit Figuur 3-1 blijkt dat bijna 40% van de uitkeringen in 2000 werd beëindigd vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Aangezien het lopend bestand voor 41% bestaat uit personen ouder dan 55 jaar is dit niet vreemd. In totaliteit zijn 55-plussers goed voor meer dan de helft van de uitstroom. Overlijden en pensioen zijn demografische factoren waar geen invloed op uit te oefenen is, samen veroorzaakten zij de helft van de uitstroom in Herstel betekent dat de verdiencapaciteit van een WAO-uitkeringsgerechtigde zodanig is gegroeid dat het arbeidsongeschiktheidspercentage daalt tot minder dan 15%. Dit hoeft dus niet te betekenen dat iemand geheel van zijn psychische of lichamelijke aandoening is hersteld of ook daadwerkelijk aan het werk is. Herbeoordeling betekent dat bij een herkeuring wordt geconstateerd dat de arbeidsongeschiktheid is gedaald tot minder dan 15%. Aangezien herstel en herbeoordeling dus min of 18 Herbeoordeling met als resultaat dat iemand minder dan 15% arbeidsongeschikt is en dus de WAO uitkering beëindigd wordt 19 Voorbeelden overige redenen: afsluiten van een ten onrechte opgevoerd geval (voorschot), beëindiging wegens vertrek naar buitenland, beëindiging wegens detentie, geval gaat over naar andere uitvoeringsinstantie 23

32 meer dezelfde betekenis hebben worden herstel en herbeoordeling in de rest van dit rapport samen als herstel aangeduid. Beleidsmatig is het interessant om de verschillen in herstel en herbeoordeling tussen de sectoren te analyseren, omdat de sectoren een stimulerende invloed daarop kunnen uitoefenen. Figuur 3-2 laat zien dat er grote verschillen zijn in de redenen van beïndiging tussen volledige en gedeeltelijke WAO uitkeringen. Gedeeltelijke WAO uitkeringen werden voor maar liefst 63% beëindigd vanwege herstel en slechts 25% vanwege pensioen en overlijden. Van de volledige WAO uitkeringen daarentegen werd 63% beëindigd vanwege overlijden of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en slechts 24% vanwege herstel. Figuur 3-2 pensioen 21% Redenen beëindiging gedeeltelijke WAO uitkering Redenen beëindiging volledige WAO uitkering herstel en herbeoordeling 24% overlijden 4% pensioen 48% overig 12% herstel en herbeoordeling 63% overlijden 15% overig 13% 3.1. Beëindigde uitkeringen in 2000 naar sectoren De uitstroom uit de WAO bedroeg beëindigde WAO uitkeringen in Figuur 3-3 geeft een overzicht van de sectoren met de meeste beëindigde uitkeringen in Deze 12 sectoren droegen voor 62% bij aan de totale uitstroom. Het aantal beëindigde uitkeringen is sterk afhankelijk van het aantal lopende uitkeringen. De sectoren met de meeste beëindigde uitkeringen zijn dan ook vrijwel gelijk aan de sectoren met het grootste WAO bestand (zie Figuur 1-1). Bij de beëindigingen betrof het voor 30% een uitkering met diagnose psychische redenen en voor 27% de diagnose ziekten van het bewegingsapparaat. De uitstroom bestond voor 66% uit volledige en voor 34% uit gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Evenals de instroomcijfers zijn ook de uitstroomcijfers absolute getallen die niets zeggen over de prestatie van een sector. In de volgende paragraaf wordt de uitstroom in relatie gebracht met het aantal lopende uitkeringen met als resultaat de uitstroomkans. Meer nog dan de uitstroomkans zegt de herstelkans in paragraaf iets over de prestatie van een sector. Demografische factoren zoals 24

WGA-instroom grote werkgevers in 2011

WGA-instroom grote werkgevers in 2011 uwv.nl werk.nl WGA-instroom grote werkgevers in 2011 Instroomcijfers WGA 2011 Wilt u meer weten? Deze brochure geeft algemene informatie. Wilt u na het lezen preciezer weten wat voor u in uw situatie geldt?

Nadere informatie

WGA-instroom grote werkgevers in 2013

WGA-instroom grote werkgevers in 2013 uwv.nl werk.nl WGA-instroom grote werkgevers in 2013 Instroomcijfers WGA 2013 Wilt u meer weten? Deze brochure geeft algemene informatie. Wilt u na het lezen preciezer weten wat voor u in uw situatie geldt?

Nadere informatie

WGA-instroom grote werkgevers in 2012

WGA-instroom grote werkgevers in 2012 uwv.nl werk.nl WGA-instroom grote werkgevers in 2012 Instroomcijfers WGA 2012 Wilt u meer weten? Deze brochure geeft algemene informatie. Wilt u na het lezen preciezer weten wat voor u in uw situatie geldt?

Nadere informatie

WGA-instroom grote werkgevers in 2014

WGA-instroom grote werkgevers in 2014 uwv.nl werk.nl WGA-instroom grote werkgevers in 204 Instroomcijfers WGA 204 Wilt u meer weten? Deze brochure geeft algemene informatie. Wilt u na het lezen preciezer weten wat voor u in uw situatie geldt?

Nadere informatie

Informatie sociale verzekeringen naar sectoren 2011

Informatie sociale verzekeringen naar sectoren 2011 Informatie sociale verzekeringen naar sectoren 2011 Colofon Uitgave Uitvoering Werknemersverzekeringen (UWV) Concernstaf Financieel Economische Zaken (FEZ) Afdeling Datawarehouse (DWH) Postadres Postbus

Nadere informatie

Informatie sociale verzekeringen naar sectoren

Informatie sociale verzekeringen naar sectoren Informatie sociale verzekeringen naar sectoren 2014 Colofon Uitgave Uitvoering Werknemersverzekeringen (UWV) ICT BSU 4 Gegevensdiensten en Data Integratie (ICT) Afdeling ICT Data Warehouse (DWH) Postadres

Nadere informatie

WGA-instroom grote werkgevers in 2015

WGA-instroom grote werkgevers in 2015 uwv.nl werk.nl WGA-instroom grote werkgevers in 205 Instroomcijfers WGA 205 Wilt u meer weten? Deze brochure geeft algemene informatie. Heeft u na het lezen nog vragen? Kijk dan op uwv.nl/wga. U kunt ook

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

UWV Tijdreeksen 2017

UWV Tijdreeksen 2017 UWV Tijdreeksen 217 Inhoudsopgave Inleiding 2 1. WW 3 2. WIA (IVA + WGA) 4 2.1. WIA Totaal 4 2.2. IVA 5 2.3. WGA 6 3. WAO 7 4. WAZ 8 5. Wajong 9 6. Ziektewet 1 7. Uitgekeerde bedragen 11 Colofon 12 UWV

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 maart 2003, Directie Sociale Verzekeringen, nr SV/A&L/2003/17748, houdende regels omtrent

Nadere informatie

Aanvullende informatie over sociale verzekeringen naar sectoren

Aanvullende informatie over sociale verzekeringen naar sectoren Aanvullende informatie over sociale verzekeringen naar sectoren 2014 Colofon Uitgave Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Financieel Economische Zaken (FEZ) Afdeling Planning Control & Analyse

Nadere informatie

Aanvullende informatie over sociale verzekeringen naar sectoren

Aanvullende informatie over sociale verzekeringen naar sectoren Aanvullende informatie over sociale verzekeringen naar sectoren 2016 Colofon Uitgave Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Financieel Economische Zaken (FEZ) Afdeling Planning Control & Analyse

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2017

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2017 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 45432 1 september 2016 Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2017 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Nadere informatie

UWV Tijdreeksen 2018

UWV Tijdreeksen 2018 UWV Tijdreeksen 218 Inhoudsopgave Inleiding 2 1. WW 3 2. WIA (IVA en WGA) 4 2.1. WIA Totaal 4 2.2. IVA 5 2.3. WGA 6 3. WAO 7 4. WAZ 8 5. Wajong 9 6. Ziektewet 1 7. Uitgekeerde bedragen 11 Colofon 12 UWV

Nadere informatie

Aanvullende informatie over sociale verzekeringen naar sectoren

Aanvullende informatie over sociale verzekeringen naar sectoren Aanvullende informatie over sociale verzekeringen naar sectoren 2015 Colofon Uitgave Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Financieel Economische Zaken (FEZ) Afdeling Planning Control & Analyse

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I In deze economische monitor vindt u cijfers over de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt van de gemeente Ede. Van de arbeidsmarkt zijn gegevens opgenomen van de tweede helft

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon Telefax

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon Telefax Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Nadere informatie

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent Arbeidsmarkt in vogelvlucht Gemiddeld over de afgelopen vier maanden is er een licht stijgende trend in de werkloosheid. Het aantal banen van werknemers stijgt licht en het aantal openstaande vacatures

Nadere informatie

Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen jaar

Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen jaar Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen Ton Ferber In de jaren 1992 2001 was de gemiddelde looptijd van een WWuitkering elf maanden. Van de 4,3 miljoen beëindigde uitkeringen was de gemiddelde

Nadere informatie

Informatie sociale verzekeringen naar sectoren 2007

Informatie sociale verzekeringen naar sectoren 2007 Informatie sociale verzekeringen naar sectoren 2007 Colofon Uitgave Uitvoering Werknemersverzekeringen Concernstaf Financieel Economische Zaken (FEZ) Datawarehouse Postadres Postbus 58285 1040 HG Amsterdam

Nadere informatie

STATISTISCH JAARBOEK. 10 maatschappelijke zorg

STATISTISCH JAARBOEK. 10 maatschappelijke zorg 95 STATISTISCH JAARBOEK 2002 10 96 Maatschappelijke zorg Uitkeringsgerechtigden in 2002 weer lager dan voorgaande jaren Op 1 januari 2002 waren er 1.956 uitkeringsgerechtigden in Hengelo; het laagste aantal

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Midden-Holland, augustus 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Midden-Holland, augustus 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Midden-Holland, augustus 2017 Daling WW-uitkeringen in Midden-Holland minder sterk In augustus blijft het aantal lopende WW-uitkeringen in Midden-Holland nagenoeg gelijk. Van alle

Nadere informatie

Inhoudsopgave. ABP Statistische informatie deelnemerspopulatie 2018

Inhoudsopgave. ABP Statistische informatie deelnemerspopulatie 2018 ABP Statistische informatie deelnemerspopulatie 2018 Inhoudsopgave Verdeling werkzame Nederlandse beroepsbevolking en ABP-deelnemers 3 Verloop van de deelnemerspopulatie 4 Index van het aantal personen

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Trends Cijfers &Werken in de overheid- en onderwijssectoren

Trends Cijfers &Werken in de overheid- en onderwijssectoren Trends Cijfers 2018 &Werken in de overheid- en onderwijssectoren 20 85 45 45% % 30 48% 100 24 95 82% 20 52% 70 85% 80 50% 76% 46% 88 61% 52 90 70 88% 30 22% 48% 40 46% 92% 82 30% 63% 50 % 23 45% 8 0% 88

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Trends Cijfers. Werken in de publieke sector % 30% 93,5% % 32,7% 22,8% 12% 7% 85% 2,5% 23% 11% 8,1% 63,4%

Trends Cijfers. Werken in de publieke sector % 30% 93,5% % 32,7% 22,8% 12% 7% 85% 2,5% 23% 11% 8,1% 63,4% & 2% Trends Cijfers 54 Werken in de publieke sector 2016 93,5%,9% 22,8% 12% 7% 85% 8,1% 63,4% 6% 30% 8 6,6% % 32,7% 23% 2,5% 11% 54,9% 22,8% 12% 7% 85% 8,1% 63,4% 6% 2% 30% 93,5% 8 6,6% % 32,7% 23% 2,5%

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2016 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27763 1 september 2015 Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2016 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Regio Flevoland maart 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Regio Flevoland maart 2019 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Regio Flevoland maart 2019 Aandeel WW ers met lange uitkeringsduur neemt af In maart verstrekte UWV in Flevoland 7.754 WW-uitkeringen. In nagenoeg alle sectoren bleef het aantal

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, maart 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, maart 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Zeeland, maart 2018 Daling WW-uitkeringen, maar niet iedereen profiteert Het aantal WW-uitkeringen in Zeeland lag in maart 2018 3,3% lager dan een geleden. In vergelijking met

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Flevoland, September 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Flevoland, September 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Flevoland, September 2016 Aantal WW-uitkeringen daalt licht In de september 2016 is het aantal lopende WW-Uitkeringen gedaald. Landelijk waren er eind september 2.400 uitkeringen

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Haaglanden en Zuid-Holland Centraal, augustus 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Haaglanden en Zuid-Holland Centraal, augustus 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Haaglanden en Zuid-Holland Centraal, augustus 2017 Daling WW-uitkeringen vlakt af In augustus blijft het aantal lopende WW-uitkeringen in Haaglanden en Zuid- Holland Centraal nagenoeg

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Utrecht, december 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Utrecht, december 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Utrecht, december 2016 Daling nieuwe WW-uitkeringen in Utrechtse regio s In 2016 is het aantal nieuwe WW-uitkeringen in de regio s Amersfoort en Midden-Utrecht, evenals de landelijke

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, mei 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, mei 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Zeeland, mei 2017 Aantal nieuwe WW-uitkeringen blijft dalen Het aantal nieuwe WW-aanvragen lag in de eerste vijf en van dit jaar in Zeeland 19% lager dan in dezelfde periode vorig

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, maart 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, maart 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Zeeland, maart 2016 Doorstroom van WW naar bijstand in grotere gemeenten hoger Het aantal mensen dat na afloop van de WW in de bijstand terecht komt groeide de afgelopen jaren.

Nadere informatie

Diversiteit binnen de loonverdeling

Diversiteit binnen de loonverdeling Diversiteit binnen de loonverdeling Osman Baydar en Karin Hagoort Doordat meer vrouwen en niet-westerse werken, wordt de arbeidsmarkt diverser. In de loonverdeling is deze diversiteit vooral terug te zien

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2018

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2018 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 49381 1 september 2017 Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2018 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012 Nieuwsflits Arbeidsmarkt December 2012 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Flevoland, februari 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Flevoland, februari 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Flevoland, februari 2017 WW-uitkeringen in Flevoland gedaald Eind februari 2017 is het aantal WW-uitkeringen in de provincie Flevoland uitgekomen op 10.958. Dat betekent een daling

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2014 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 24667 2 september 2013 Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2014 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Utrecht, april 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Utrecht, april 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Utrecht, april 2017 WW daalt verder in regio s Amersfoort en Midden- Utrecht Eind april 2017 is het aantal lopende WW-uitkeringen in de regio Amersfoort en Midden- Utrecht uitgekomen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2020

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2020 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 48560 2 september 2019 Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2020 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Holland Rijnland, augustus 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Holland Rijnland, augustus 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Holland Rijnland, augustus 2017 WW-uitkeringen in Holland Rijnland dalen minder sterk In augustus daalt het aantal lopende WW-uitkeringen in Holland Rijnland licht. In de regio

Nadere informatie

Werkloosheidsuitkeringen (WW)

Werkloosheidsuitkeringen (WW) Horizontale as: % +/- t.o.v. jaar eerder Werkloosheidsuitkeringen (WW) Ontwikkeling aantal WW-uitkeringen 2014 en 2015-1 -7,5% 20% 15% 10% 5% - 2014-2,5% 2015 0% -5% -10% -15% -20% 2,5% 7,5% 1 Verticale

Nadere informatie

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant Regio Zuidoost-Brabant 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn Zuidoost-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio Zuidoost-Brabant.

Nadere informatie

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Juli 2012 Bijna 300.000 WW-uitkeringen - 298.000 lopende WW-uitkeringen - Aantal WW-uitkeringen gestegen ten opzichte van voorgaande maand (2,5%) - Ruim de helft meer WW-uitkeringen voor jongeren dan in

Nadere informatie

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20% Participatiewet Sinds 1 januari 215 is de Participatiewet van kracht. Deze wet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding Naar aanleiding van vragen over de hoge arbeidsongeschiktheidspercentages

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Drechtsteden, Gorinchem en Rijnmond, augustus 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Drechtsteden, Gorinchem en Rijnmond, augustus 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Drechtsteden, Gorinchem en Rijnmond, augustus 2017 WW daalt licht in augustus In de augustus 2017 is het aantal lopende WW-uitkeringen in de drie arbeidsmarktregio s van Groot

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Flevoland, januari 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Flevoland, januari 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Flevoland, januari 2017 Tijdelijke stijging WW-uitkeringen in Flevoland Eind januari 2017 is het aantal WW-uitkeringen in de provincie Flevoland uitgekomen op 11.151. Dat betekent

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-081 8 juli 2005 9.30 uur De in dit persbericht genoemde cijfers over de bijstandsuitkeringen zijn aangepast. Zie hiervoor de persmededeling van 11 augustus

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari Februari 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Regio Amersfoort, maart 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Regio Amersfoort, maart 2019 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Regio Amersfoort, maart 2019 Aandeel WW ers met lange uitkeringsduur neemt af In maart verstrekte UWV in de arbeidsmarktregio Amersfoort 4.898 WW-uitkeringen. In nagenoeg alle

Nadere informatie

bevordering reïntegratie (AMBER)

bevordering reïntegratie (AMBER) Lisv Besluit vaststelling budgetten 1998 loonsuppletie, loonkostensubsidie en inwerk- en begeleidingssubsidie en scholing Het Landelijk instituut sociale verzekeringen, Gelet op artikel 76g ; Besluit:

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Flevoland, Maart 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt Flevoland, Maart 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Flevoland, Maart 2016 Nederland Almere Dronten Lelystad Noordoostpolder Urk Zeewolde Minder nieuwe WW-uitkeringen in Flevoland UWV verstrekte in de provincie Flevoland het eerste

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen

Nadere informatie

Wajongers aan het werk met loondispensatie

Wajongers aan het werk met loondispensatie Wajongers aan het werk met loondispensatie UWV, Directie Strategie, Beleid en Kenniscentrum Dit memo gaat in op de inzet van loondispensatie bij Wajongers en op werkbehoud en loonontwikkeling. De belangrijkste

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2018 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2018 UWV Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2018 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 INDICATIES BANENAFSPRAAK... 10 WAO... 11 WIA... 12 WAZ...

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Holland Noord, April 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Holland Noord, April 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Noord-Holland Noord, April 2017 Aantal WW-uitkeringen daalt over de volle breedte De daling van het aantal verstrekte WW-uitkeringen zet door in de Noord-Hollandse regio s. Ten

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen sterk teruggelopen. Vooral minder nieuwe WAO-uitkeringen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen sterk teruggelopen. Vooral minder nieuwe WAO-uitkeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-026 6 maart 2006 9.30 uur Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen met 60 duizend gedaald In 2005 is het aantal uitkeringen van de belangrijkste sociale zekerheidsregelingen

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB

M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB A.M.J. te Peele Zoetermeer, 24 december 2004 Beperkte groei werkgelegenheid MKB in 1999-2002 De werkgelegenheid in het MKB is in 2002 met 3% toegenomen

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Holland Noord, juni 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Holland Noord, juni 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Noord-Holland Noord, juni 2016 Verdere daling WW in Noord-Hollandse regio s In juni is het aantal WW-uitkeringen in Noord-Holland Noord, Zaanstreek-Waterland en Zuid-Kennemerland

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2017 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2017 UWV Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2017 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 INDICATIES BANENAFSPRAAK... 11 WAO... 12 WIA... 13 WAZ...

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 28, zesde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 28, zesde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 60774 31 oktober 2018 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 oktober 2018, 2018-0000156354,

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Flevoland, augustus 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Flevoland, augustus 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Flevoland, augustus 2017 Afvlakking daling WW-uitkeringen in Flevoland In augustus 2017 daalde het aantal WW-uitkeringen in Flevoland nauwlijks. De stijging van de uitkeringen

Nadere informatie

12. Vaak een uitkering

12. Vaak een uitkering 12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Holland Noord, januari 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Holland Noord, januari 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Noord-Holland Noord, januari 2017 Stijging WW in januari, toenemende personeelstekorten in techniek Het aantal WW-uitkeringen is in januari toegenomen ten opzichte van december

Nadere informatie

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus September 2012 Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in ustus - - 304.400 lopende WW-uitkeringen, bijna evenveel als in ustus en 21 procent meer dan een jaar geleden Aantal lopende WW-uitkeringen voor jongeren

Nadere informatie

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) - 471.100 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Daling jonge werkzoekenden - Vooral daling agrarische beroepen en technische/industriële

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Holland Noord, Februari 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Holland Noord, Februari 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Noord-Holland Noord, Februari 2017 Daling WW zet door, ook in zorg In februari daalde het aantal WW-uitkeringen in de Noord-Hollandse arbeidsmarktregio s. Het aantal WW-uitkeringen

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2015 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2015 UWV Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2015 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 WAO... 13 WIA... 14 WAZ... 20 WAJONG (OUDE REGELING)...

Nadere informatie

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs Langdurig zieke werknemers die in aanmerking komen voor een uitkering op grond van arbeidsongeschiktheid vielen voorheen onder de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Op 1 januari 2006 maakte

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2018 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2018 UWV Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2018 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 INDICATIES BANENAFSPRAAK... 10 WAO... 11 WIA... 12 WAZ...

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2017 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2017 UWV Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2017 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 INDICATIES BANENAFSPRAAK... 11 WAO... 12 WIA... 13 WAZ...

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, september 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, september 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Zeeland, september 2017 Arbeidsmarkt ontwikkelt zich gunstig, maar niet iedereen profiteert hiervan al evenveel De economische groei zorgt ervoor dat ook de arbeidsmarkt zich positief

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Drechtsteden, Gorinchem en Rijnmond, december 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Drechtsteden, Gorinchem en Rijnmond, december 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Drechtsteden, Gorinchem en Rijnmond, december 2016 Minder nieuwe WW-uitkeringen in 2016 Het aantal nieuwe WW-uitkeringen in de arbeidsmarktregio s Rijnmond, Drechtsteden en Gorinchem

Nadere informatie

Meer ouderen langer werkzaam

Meer ouderen langer werkzaam Meer ouderen langer werkzaam Koos Arts (Centraal Bureau voor de Statistiek) Ferdy Otten (Centraal Bureau voor de Statistiek) Vooral door de instroom van jongere generaties alsmaar meer werkende vrouwen

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2017 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Augustus 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting WW 15 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Holland Noord, februari 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Holland Noord, februari 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Noord-Holland Noord, februari 2018 Vacatures zorg steeds moeilijker vervulbaar Na een kleine stijging in januari is het aantal WW-uitkeringen in de Noord-Hollandse regio s in februari

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Voortgangsrapportage Sociale Zaken Voortgangsrapportage Sociale Zaken 2e e half 2013 gemeente Landsmeer [Geef tekst op] [Geef tekst op] [Geef tekst op] Afdeling Zorg en Welzijn April 2014 1. Inleiding Voor u ligt de voortgangsrapportage

Nadere informatie

Niet-werkende werkzoekenden

Niet-werkende werkzoekenden Januari 2012 Niet-werkende werkzoekenden 2 WW-uitkeringen 3 Vacatures ingediend bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 5 Statistische bijlage 6 Toelichting NWW/WW

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt juli 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt juli 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt i 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 5 Statistische bijlage 6 Toelichting 10 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, januari 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, januari 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Zeeland, januari 2018 Daling WW-uitkeringen, kansen in techniek Het aantal lopende WW-uitkeringen in Zeeland ligt eind januari 2018 19% lager dan een jaar geleden. In vergelijking

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. WW stijgt naar 204 duizend uitkeringen. Voortdurende stijging WW-uitkeringen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. WW stijgt naar 204 duizend uitkeringen. Voortdurende stijging WW-uitkeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-071 15 april 2003 9.30 uur WW stijgt naar 204 duizend uitkeringen Het aantal WW-uitkeringen is toegenomen tot 204 duizend eind 2002. Gecorrigeerd voor

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Limburg, oktober 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Limburg, oktober 2018 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Limburg, oktober 2018 Sterke daling WW in alle leeftijdsgroepen Het aantal WW-uitkeringen in Limburg lag in oktober 2018 1% lager dan de daarvoor. In vergelijking met een jaar

Nadere informatie

Ex arbeidsongeschikten werkzaam als zelfstandige

Ex arbeidsongeschikten werkzaam als zelfstandige TNO Kwaliteit van Leven TNO-rapport 031.12851.01.04 Ex arbeidsongeschikten werkzaam als zelfstandige Arbeid Polarisavenue 151 Postbus 718 2130 AS Hoofddorp www.tno.nl/arbeid T 023 554 93 93 F 023 554 93

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal uitkeringen daalt. Daling bijstand vooral bij mannen en jongeren

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal uitkeringen daalt. Daling bijstand vooral bij mannen en jongeren Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-136 25 november 2005 9.30 uur Aantal uitkeringen daalt Het beroep op de sociale zekerheid is voor het eerst in tien jaar over de hele linie afgenomen.

Nadere informatie

Aantal medewerkers West-Brabant

Aantal medewerkers West-Brabant Regio West-Brabant 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn West-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio West-Brabant. Waar mogelijk

Nadere informatie

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden - 464.300 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - In i vrijwel evenveel werkzoekenden als in - Van de 55-plus beroepsbevolking is 9,4 procent

Nadere informatie