Bachelorproef in een professionele bachelor opleiding. Daphne Kos Lieve Winderickx

Transcriptie

1 Bachelorproef in een professionele bachelor opleiding Daphne Kos Lieve Winderickx

2 Inhoud Stellingen Terminologie bachelorproef Beoordeling + opbouw bachelorproef Artesis Ergotherapie Kwaliteitsbewaking artesis

3 Stelling 1 De bachelorproef is per definitie een praktijkgericht project. artesis

4 Stelling 2 EBP leren studenten in de opleiding, maar hoeven ze in de praktijk niet toe te passen artesis

5 Stelling 3 Portfolio als bachelorproef is voldoende als proeve van bekwaamheid. artesis

6 Stelling 4 Het uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoeksproject is niet voor een professionele bachelor, wel voor een master. artesis

7 Stelling 5 Onderwijs over evidence based practice is evidence-based. artesis

8 artesis

9 Terminologie Bachelorproef Tijdens de bachelorproef voeren de studenten onder begeleiding een welbepaalde projecttaak uit. De bachelorproef is het sluitstuk van de bacheloropleiding. De uitwerking van de bachelorproef kan in verschillende vormen gebeuren zoals bijvoorbeeld geschreven vorm, audiovisuele vorm. Masterproef Een masterproef is het sluitstuk van een masteropleiding. De student toont met deze masterproef zijn analytisch, synthetisch en zelfstandig probleemoplossend vermogen aan op academisch niveau. Een masterproef kan verschillende vormen aannemen op gebied van onder meer omvang, aard, product. De student wordt bij deze masterproef begeleid door één of meerdere (co-) promotoren. artesis

10 Decreet 4/4/2003 (B) HOOFDSTUK II. - Zending Art Hogescholen en universiteiten zijn, in het belang van de samenleving, werkzaam op het gebied van het hoger onderwijs. 2. Universiteiten zijn werkzaam op het gebied van het wetenschappelijk onderzoek. Hogescholen nemen, in het kader van associaties deel aan wetenschappelijk onderzoek met inbegrip van het onderzoek in de kunsten. Hogescholen zijn tevens werkzaam op het gebied van het projectmatig wetenschappelijk onderzoek. De ontwikkeling en de beoefening van de kunsten maken deel uit van de opdracht van de hogescholen die opleidingen organiseren in de studiegebieden audiovisuele en beeldende kunst, en muziek en podiumkunsten. 3. Hogescholen en universiteiten zijn werkzaam op het gebied van de maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening. 4. Ter vervulling van hun zending kunnen de hogescholen en de universiteiten alle rechtshandelingen stellen, inbegrepen het sluiten van overeenkomsten met personen van privaatrecht en publiekrecht. artesis

11 WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK (WHW) (NL) Artikel 1.3. Instellingen voor hoger onderwijs 1. Universiteiten zijn gericht op het verzorgen van wetenschappelijk onderwijs en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. In elk geval verzorgen zij initiële opleidingen in het wetenschappelijk onderwijs, verrichten zij wetenschappelijk onderzoek, voorzien zij in de opleiding tot wetenschappelijk onderzoeker of technologisch ontwerper en dragen zij kennis over ten behoeve van de maatschappij. 2. Levensbeschouwelijke universiteiten zijn gericht op het verzorgen van wetenschappelijk onderwijs voor een levensbeschouwelijk ambt of beroep. Zij verrichten wetenschappelijk onderzoek op levensbeschouwelijk terrein, voorzien in de opleiding tot wetenschappelijk onderzoeker en dragen kennis over ten behoeve van de maatschappij. 3. Hogescholen zijn gericht op het verzorgen van hoger beroepsonderwijs. Zij verrichten ontwerp- en ontwikkelactiviteiten of onderzoek gericht op de beroepspraktijk. Zij verzorgen in elk geval bacheloropleidingen in het hoger beroepsonderwijs, zij verzorgen in voorkomende gevallen masteropleidingen in het hoger beroepsonderwijs en zij dragen in elk geval kennis over ten behoeve van de maatschappij. Zij dragen bij aan de ontwikkeling van beroepen waarop het onderwijs is gericht. 4. De Open Universiteit is gericht op het verzorgen van wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs, het, in overeenstemming met het profiel van de Open Universiteit, verrichten van wetenschappelijk onderzoek en onderzoek gericht op de beroepspraktijk, alsmede het leveren van een bijdrage aan de vernieuwing van het hoger onderwijs. Zij verzorgt in elk geval initiële opleidingen. Zij verzorgt deze in de vorm van afstandsonderwijs. 5. De universiteiten, levensbeschouwelijke universiteiten, hogescholen en de Open Universiteit schenken mede aandacht aan de persoonlijke ontplooiing en aan de bevordering van maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. Zij richten zich in het kader van hun werkzaamheden op het gebied van het onderwijs wat betreft Nederlandstalige studenten mede op de bevordering van artesis de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands.

12 artesis

13 Afstudeeropdracht Eindopdracht ter afronding van de opleiding, meesterproef die door de student zelfstandig is uitgevoerd. Het betreft een vraagstuk uit de praktijk en levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het vakgebied. Er zijn verschillende vormen van afstudeeropdrachten, zoals scriptie, beroepsproduct, externe opdracht, combinatie stage- afstudeeropdracht. Handleiding toetsbeleid departement Gezondheidszorg, , Artesis artesis

14 Wat leren studenten door een bachelorproef? Levenslang leren Reflecteren over volledige programma Bewustwording van eigen kennis en inzichten ( iets te zeggen hebben ) deep approach van leren Om dit te bereiken: barrières wegnemen (irrelevantie, angst, bedreiging) Minder taakgericht (externe motivatie) Zelfstandig leren (zelfregulatie/zelfsturing) Lundgren &Halvarsson, 2009 artesis

15 Hoe bouw je vaardigheden op? Vanaf start van programma In meerdere opleidingsonderdelen Opbouw van competentieniveau Veelzijdige leermethoden Maak wetenschappelijk onderzoek interessant/uitdagend/relevant en dichtbij belevingswereld vd student als professional Zelfsturing/zelfregulatie stimuleren en opbouwen: Keuzes inbouwen Verwachtingen aangeven bij aanvang Reflecteren over zelfregulatie Mattila & Eriksson, 2007 artesis

16 Vormen van bachelorproef Literatuurstudie + praktische toepassing Startpunt= onderwerp Theoretische exploratie van het onderwerp Praktische toepassing Portfolio Startpunt= competentie Cyclus van actie en reflectie Gebruik van diverse media en materialen Action research Startpunt: authentieke situatie Cyclus van actie en reflectie Systematisch onderzoek Meeus et al., 2004 artesis

17 Continuum Literatuur -studie Action research Theorie georiënteerd Porfolio Praktijk georiënteerd artesis

18 Eindwerk = afstudeeropdracht Opdracht ter afronding van de opleiding Zelfstandig uitgevoerd Vraagstuk uit de praktijk Levert bijdrage aan de ontwikkeling van het vakgebied Gebaseerd op een hypothese probleemstelling EBP-cirkel Toetsing = wijze waarop de student een voor het werkveld relevante vraag of opdracht formuleert en deze tot een goed einde brengt (Bijlage studiegids, , p. 10) artesis

19 Eindwerk: concrete uitwerking Project over evidence informed practice: Een bestaand onderwerp uit het werkveld van de gezondheidszorg en belicht een relevante ergotherapeutische invalshoek. Het beschrijft een werkmethode die in het werkveld is ontwikkeld en/ of toegepast en ondersteunt dit met casussen ontleend aan een stage. Het eindwerk behandelt een vernieuwend onderwerp uit het werkveld van de gezondheidszorg en onderzoekt en beschrijft de mogelijke toepassingen vanuit een ergotherapeutisch kader. Het eindwerk geeft een inzicht en verklaring in het nieuwe toepassingsgebied. (Projectmatig) wetenschappelijk onderzoek artesis

20 Competentieprofiel ergotherapie Artesis Leerlijn 1 : Beroepsgericht handelen 1. Situeert en profileert zich als ergotherapeut in de gezondheid- en welzijnszorg in een samenleving gekenmerkt door diversiteit en gaat professioneel om met maatschappelijke en ethische thema s.(gezondheidswerker) 2. Inventariseert en beschrijft professioneel, efficiënt en verantwoord de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt en het cliëntsysteem aan de hand van dossierstudie en assessment in de complexe en gespecialiseerde beroepscontext. (Diagnosticus) 3. Behandelt, begeleidt, adviseert en ondersteunt autonoom en kwaliteitsvol de cliënt en het cliëntsysteem tijdens het ergotherapeutisch behandelingstraject, hanteert hierbij nationale en internationale ergotherapiegerelateerde theorieën en modellen en evalueert deze interventie doelgericht.(behandelaar& Begeleider & Adviseur) 4. Gebruikt en ontwikkelt doelgericht en professioneel de eigen creatieve en technische deskundigheid en levert een bijdrage aan het beroep ergotherapie.(innovator) 5. Draagt verantwoordelijkheid vanuit principes van management en kwaliteitszorg voor de organisatie en het verloop van zijn ergotherapeutische interventies in de complexe en gespecialiseerde beroepscontext. (Kwaliteitsbewaker) artesis

21 Leerlijn 2: Communicatie 6. Draagt zorg voor een kwaliteitsvolle behandelcommunicatie, werkt vanuit principes van management en kwaliteitszorg inter-professioneel verantwoord samen met de cliënt, cliëntsysteem en alle diensten en instanties die bij zijn ergotherapeutische interventies betrokken zijn. ( Sociaal communicator & Llid van een interprofessioneel team) artesis

22 Leerlijn 3: Persoonlijke ontwikkeling 7. Heeft als beginnend beroepsbeoefenaar oog voor de maatschappelijke en internationale veranderingen van de eenentwintigste eeuw en vertoont een actieve en zelfstandige houding voor beroepsvernieuwing en levenslang professioneel leren in een complexe en gespecialiseerde beroepscontext. (Levenslang lerende & Ondernemer) 8. Vertoont vanuit de principes van management en kwaliteitszorg een actieve houding voor persoonlijke ontwikkeling en reflectie. (Levenslang lerende & Ondernemer) artesis

23 Leerlijn 4: Wetenschappelijk handelen 9. Draagt vanuit de principes van wetenschappelijke methodologie verantwoordelijkheid voor de organisatie en het verloop van zijn ergotherapeutisch handelen: hij kan wetenschappelijke onderzoeksresultaten kritisch beoordelen, synthetiseren en toepassen. (Toepasser van de wetenschappen) artesis

24 Eindwerk: competenties semester 6 De student situeert en profileert zich als ergotherapeut binnen de gezondheids- en welzijnszorg in een samenleving gekenmerkt door diversiteit en gaat professioneel om met maatschappelijke en ethische dilemma s (L1.S6. a). De student draagt verantwoordelijkheid vanuit de principes van management en kwaliteitszorg voor de organisatie en het verloop van zijn eindwerk 2 (L.1.S6. e). De student draagt zorg voor een kwaliteitsvolle interprofessionele communicatie (L2. S6). De student heeft als beginnend beroepsbeoefenaar oog voor de maatschappelijke en internationale veranderingen van de eenentwintigste eeuw en vertoont een actieve en zelfstandige houding voor beroepsvernieuwing en levenslang professioneel leren in een complexe en gespecialiseerde beroepscontext (L3. S6. a). De student draagt vanuit de principes van wetenschappelijke methodologie verantwoordelijkheid voor de organisatie en het verloop van zijn ergotherapeutisch handelen. Hij kan wetenschappelijke onderzoeksresultaten kritisch beoordelen, synthetiseren en toepassen (L4.S6). artesis

25 Leerlijnen in opleiding Beroepsgericht handelen Communicatie Persoonlijke ontwikkeling en levenslang leren Wetenschappelijk handelen artesis

26 Wetenschappelijke leerlijn in ET curriculum Journal clubs Wetenschappelijk handelen1 1 ECTS Literatuur opzoeken, basis terminologie, IMRaD, PICO Wetenschappelijk handelen 2 4 ECTS Kwantitatief en kwalitatief onderzoek en kritische beoordeling Eindwerk 13 ECTS literatuurstudie praktisch project evt. deelname in PWO Gebruik van wetenschappelijke publicaties en eigen onderzoeksresultaten in beroepsspecifieke opleidingsonderdelen EBP in 4 domeinen 1 Bachelor 2 Bachelor 3 Bachelor artesis

27 Eindwerk: traject Semester 1: introductie EBP Semester 4: onderwerp begeleiders exploratie Semester 5: literatuurstudie Semester 6: praktische uitwerking schriftelijke versie + presentatie artesis

28 Beoordeling eindwerk Proces Product (schriftelijk werk) Presentatie Door opleiding en werkveld artesis

29 Toetsmatrijs eindwerk artesis

30 Toetsmatrijs (2) artesis

31 Eindwerk 2: beoordeling proces LEERLIJN EINDCOMPETENTIE GEDRAGSINDICATOR WEGING TOTAAL OPMERKING EN / VRAGEN Beroepsgericht De student draagt verantwoordelijkheid 1. De student houdt zich aan afspraken en x 3 /12 handelen vanuit principes van management en functioneert zelfstandig. Hij levert teksten kwaliteitszorg voor de organisatie en het tijdig af en verwerkt de gegeven feedback. verloop van zijn eindwerk De student komt afspraken niet De student houdt zich aan De student houdt zich aan De samenwerking verloopt Engagement is opvallend na. Hij gaat niet aan de slag met afspraken. Hij gaat onvoldoende afspraken en functioneert aangenaam en vlot. De student aanwezig. De student handelt feedback. Het zelfstandig werken aan de slag met feedback. De zelfstandig. Hij levert teksten tijdig is kritisch ingesteld. Er is een pro-actief. Er is een interactie ontbreekt. student blijft afhankelijk van af en verwerkt de gegeven vlotte voortgang van het op niveau van een externe sturing voor de voortgang feedback. eindwerk. professional. van het eindwerk. artesis

32 Eindwerk 2: beoordeling product LEERLIJN EINDCOMPETENTIE GEDRAGSINDICATOR WEGING TOTAAL Beroepsgericht handelen Communicatie Wetenschappelijk handelen De student situeert en profileert zich als ergotherapeut in de gezondheids- en welzijnszorg in een samenleving gekenmerkt door diversiteit en gaat professioneel om met maatschappelijke en ethische thema s. De student draagt zorg voor een kwaliteitsvolle interprofessionele communicatie. De student draagt vanuit de principes van wetenschappelijke methodologie verantwoordelijkheid voor de organisatie en het verloop van zijn ergotherapeutisch handelen: hij kan wetenschappelijke onderzoeksresultaten kritisch beoordelen, synthetiseren en toepassen. 2. De student kan de ergotherapeutische interventie mbt zijn onderwerp kaderen op basis van literatuur en ervaringen. OF: 2. De student kan het onderzoek kaderen binnen het geheel van wetenschappelijk onderzoek rond het betreffende thema. 3. De student kan het methodisch handelen waarnaar zijn onderwerp verwijst maatschappelijk kaderen. 4. De student kan de verzamelde gegevens ordenen en de inhoud overzichtelijk en begrijpelijk weergeven. Wat betreft taal en layout bevat het eindwerk geen storende fouten. 5. Het eindwerk getuigt van evidence-based practice (EBP). De student gebruikt en verwerkt relevante en recente wetenschappelijke publicaties om zijn onderwerp te duiden. x 2 /8 x 1 /4 x 2,5 /10 x 9 /36 artesis

33 Gedragsindicatoren en scores productevaluatie Eindwerk 2 NR De taak van de De ergotherapeutische interventie De student kan de De ergotherapeutische Een nieuwe specifieke taak voor ergotherapeut wordt niet of wordt vermeld. ergotherapeutische interventie interventie is duidelijk een ergotherapeut wordt foutief beschreven. OF: met betrekking tot zijn omschreven en met diepgang duidelijk gedefinieerd en OF: De plaats van het eigen onderzoek onderwerp kaderen op basis uitgewerkt. gemotiveerd. Het eigen onderzoek wordt binnen het geheel van van literatuur en ervaringen. OF: OF: niet of foutief gekaderd. wetenschappelijk onderzoek rond OF (in geval van De plaats van het eigen Aanbevelingen voor toekomstig het betreffende thema of de onderzoekswerk): onderzoek wordt duidelijk onderzoek worden aangebracht doelgroep wordt vermeld. De student kan het onderzoek omschreven en met diepgang en voldoende besproken. kaderen binnen het geheel van uitgewerkt. wetenschappelijk onderzoek rond het betreffende thema. 3. De motivatie, beschrijving De methodiek is gemotiveerd De student kan het methodisch De methodiek is gemotiveerd De gemotiveerd gekozen en implementatie van de gekozen. De beschrijving en/of de handelen waarnaar zijn gekozen en duidelijk methodiek wordt duidelijk methodiek ontbreekt of is implementatie is onvoldoende en/of onderwerp verwijst omschreven; er wordt een omschreven en de verbanden onjuist. de verbanden met het werkveld maatschappelijk kaderen. duidelijk verband gelegd met die worden gelegd met het worden onvoldoende beschreven. het werkveld. werkveld zijn vernieuwend. 4. De fouten tegen taal- en Het eindwerk bevat storende taal- De student kan de verzamelde De student schrijft vanuit een Het eindwerk is klaar om naar lay-out storen de lezer en en/of lay-out fouten. gegevens ordenen en de duidelijke methode en een groter publiek verspreid te leiden af van de inhoud. Het inhoud overzichtelijk formuleert helder en kernachtig worden. eindwerk is moeilijk te weergeven. Wat betreft taal en zijn bevindingen. De essentie lezen. lay-out bevat het eindwerk geen wordt evenwichtig in kaart storende fouten. gebracht. artesis

34 Kwaliteitsbewaking eindwerk Plan: competentieprofiel + toetsing + opleidingsprogramma Richtlijnen Politiek Domeinspecifiek referentiekader Evidence Waar nodig bijsturing op diverse niveaus Act: bijsturing Do: uitvoering eindwerk IKZ: Evaluatie olod IKZ: Evaluatie door alumni & werkveld EKZ: VLHORA (benchmarking EKZ: NVAO Check: evaluatie Leeromgeving Koppeling theoriepraktijk Coaching Toetsing artesis

35 "Not everything that counts can be counted and not everything that can be counted counts. Albert Einstein artesis