Bijlage 5 overzicht Standpunten, deel 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijlage 5 overzicht Standpunten, deel 1"

Transcriptie

1 Rapport Pakketadvies 2011 Bijlage 5 overzicht Standpunten, deel 1 Op 1 april 2011 uitgebracht aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Publicatienummer 296-b Uitgave College voor zorgverzekeringen Postbus AH Diemen Fax (020) info@cvz.nl Internet Volgnummer Afdeling Auteur ZORG-ZA Marianne den Haan en Johan de Wit Doorkiesnummer Tel. (020) /

2

3 Bijlage 5 Overzicht standpunten: (deels) te verzekeren zorg 13. Aanvraag MRI door een huisarts in de Zvw 19 april 2010 Pag.nr Prestatiebeschrijvingen farmaceutische zorg, duiding in het kader van de zorgverzekering 31 mei Preïmplantatie Genetische Diagnostiek (PGD) met exclusietest bij de ziekte van Huntington 30 augustus Proefplaatsing CPAP 20 september Endovasculaire behandeltechnieken bij stamvarices 25 oktober Continue glucose monitoring 1 november Hulpmiddelen voor Airstacken 25 november Begeleiding bij zelfmanagement chronische ziekten 25 november Multidisciplinaire behandeling van kinderen met chronische voedselweigering 20 december Autologe kraakbeencelimplantatie bij een kraakbeendefect in het kniegewricht 28 februari Casemanagement 25 maart Van grondslagen naar cliëntprofielen 1 november

4

5 Standpunt Aanvraag MRI door een huisarts in de Zorgverzekeringswet Uitgave College voor zorgverzekeringen Postbus AH Diemen Fax (020) Internet Volgnummer Afdeling Auteur Zorg Advies mw. mr. B. Blekkenhorst Doorkiesnummer Tel. (020) Bestellingen Extra exemplaren kunt u bestellen via onze website ( of telefonisch bij de servicedesk onder nummer (020)

6 Samenvatting MRI Stand wetenschap en praktijk Een MRI is een diagnostisch instrument en wordt veelal toegepast in ziekenhuizen, zelfstandige behandelcentra en commerciële instellingen die MRI s aanbieden. De beoordeling van een MRI valt onder verantwoordelijkheid van een radioloog (medisch-specialist). In zijn algemeenheid voldoet een MRI als diagnostisch instrument bij indicaties, zoals vermeld richtlijnen en standaarden van de beroepsgroep, naar het oordeel van het CVZ aan het criterium van de stand van de wetenschap en praktijk. Plegen te biedencriterium Een huisarts zal niet direct een MRI aanvragen als diagnostisch instrument. In de richtlijnen en standaarden van de beroepsgroep staat omschreven voor welke indicaties een MRI doelmatig is als diagnostisch instrument. Indien een MRI wordt aangevraagd door een huisarts voor indicaties zoals beschreven in NHG-richtlijnen en standaarden voor huisartsen, behoort dit tot het zorgarsenaal van de huisarts. De aanvraag voor een MRI door een huisarts in voorgeschreven situaties is zorg zoals huisartsen plegen te bieden. Geneeskundige zorg Nu een MRI als diagnostisch instrument bij voorgeschreven indicaties voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk en in voorgeschreven gevallen kan worden aangemerkt als zorg zoals huisartsen plegen te bieden, is het, indien is voldaan aan de voorwaarde dat dit is omschreven in de richtlijnen en standaarden, een te verzekeren prestatie (geneeskundige zorg) zoals opgenomen in de Zorgverzekeringswet. Modelovereenkomst Poortwachtersfunctie huisarts Zorgverzekeraars zijn verplicht alle te verzekeren prestaties op te nemen in hun modelovereenkomst. Uitsluiting van een MRI die is aangevraagd door de huisarts is niet mogelijk. Dit is in strijd met de poortwachtersfunctie van de huisarts die is gewaarborgd in artikel 14, tweede lid van de Zorgverzekeringswet. Hetisnietdebedoelingvandewetgevergeweestdeze poortwachtersfunctie van de huisarts te beperken tot louter formeel toegang verlenen tot de tweedelijnszorg. Uit de parlementaire behandeling van de Zorgverzekeringswet en het Besluit zorgverzekering blijkt dat de rol van de huisarts verder gaat; hij beziet welke zorg in de eerste lijn kan plaatsvinden en welke zorg een behandeling in de tweede lijn nodig heeft. Hiertoe moet een MRI als diagnostisch instrument in bepaalde gevallen tot zijn beschikking staan. Zorgverzekeraars hebben contracteervrijheid en zijn niet verplicht met elke instelling die MRI s uitvoert, contracten af te sluiten

7 Contracteervrijheid Zorgverzekeraars die naturapolissen aanbieden moeten wel voldoende zorg contracteren om ervoor te zorgen dat de toegang tot de zorg voor hun verzekerden niet wordt belemmerd

8 1. Inleiding MRI Diagnostisch instrument: stand wetenschap en praktijk Aanvraag medischspecialist Aanvraag huisarts Verwijzing medischspecialistische zorg/mri Aanvraag MRI door huisarts Een MRI (Magnetic Resonance Imaging) oftewel een magneetscan, is een beeldvormende techniek die gebruik maakt van een magnetisch veld en radiogolven. Met behulp van een computer worden afbeeldingen gemaakt van anatomische weefsels. MRI wordt veel toegepast voor de beeldvorming van hersenen en de wervelkolom, maar ook van andere weefsels zoals botten, banden, pezen en spieren (bijvoorbeeld gewrichten). Een MRI kan plaatsvinden in een ziekenhuis, maar ook in een zelfstandig behandelcentrum of een commerciële instelling. De uitvoering vindt altijd plaats onder verantwoordelijkheid van een radioloog. In zijn algemeenheid voldoet een MRI als diagnostisch instrument bij indicaties, zoals vermeld in richtlijnen en standaarden van de beroepsgroepen (huisarts, medischspecialist), naar het oordeel van het CVZ aan het criterium van de stand van de wetenschap en praktijk. Een MRI vindt plaats onder verantwoordelijkheid van een radioloog. Deze handeling valt onder zorg zoals medischspecialisten (een radioloog is een medisch-specialist) die plegen te bieden. Volgens de NHG-richtlijnen en standaarden voor huisartsen behoort het aanvragen van en MRI door de huisarts bij daarin omschreven indicaties tot zijn zorgarsenaal. De MRI behoort ook tot het zorgarsenaal van de medisch-specialist. De domeinen van de huisarts en de medisch-specialist overlappen elkaar op dit punt. Een huisarts kan een verzekerde voor behandeling verwijzen naar een tweedelijnszorgaanbieder. Deze neemt de behandeling dan in principe over. In het kader van een medischspecialistisch onderzoek kan een MRI gemaakt worden. Dit betekent dat de medisch-specialist de gegevens die uit de MRI naar voren komen, interpreteert en de behandeling daar op afstemt. Dit standpunt gaat over een andere situatie, namelijk wanneer de huisarts de verzekerde blijft behandelen en zelf een MRI aanvraagt bij een radioloog. Dit houdt in dat de huisarts een aanvraag schrijft, de radioloog de gegevens van de MRI afleest en de huisarts een beschrijving van de MRI terugkrijgt. Met deze gegevens kan hij zelf een behandelplan opstellen. De huisarts verwijst de verzekerde dan niet door voor behandeling, maar laat (een deel van) de diagnostiek door anderen uitvoeren en gebruikt de resultaten van de diagnostiek voor het stellen van een diagnose en het bepalen van de behandeling. De verantwoordelijkheid voor de interpretatie van diagnostieka en de behandeling worden in dit geval niet uit handen

9 gegeven. Aanleiding standpunt In het kader van de beoordeling van de jaarlijkse modelovereenkomsten die zorgverzekeraars hun verzekerden aanbieden, is het het CVZ opgevallen dat een aantal zorgverzekeraars in hun modelovereenkomst vermeldden dat een MRI slechts gemaakt kan worden na verwijzing door een medisch-specialist. Zorgverzekeraars beargumenteren dit door te stellen dat een MRI die door een huisarts wordt aangevraagd, niet voor vergoeding uit de zogenoemde basisverzekering in aanmerking komt. In dit standpunt verduidelijkt het CVZ dat een MRI op aanvraag van een huisarts bij indicaties zoals omschreven in de NHG-richtlijnen en standaarden onder de te verzekeren prestaties valt in het kader van de Zorgverzekeringswet. Leeswijzer In het volgende hoofdstuk wordt nader ingegaan op het systeem van de Zorgverzekeringswet. In hoofdstuk 3 wordt het standpunt uiteengezet. Hoofdstuk 4 betreft de consequenties van dit standpunt en tenslotte wordt in hoofdstuk 5 de datum van vaststelling van het standpunt vermeld. 2. Beoordeling standpunt Zorgverzekeringswet Te verzekeren risico s/prestaties 2.a Wet- en regelgeving Artikel 10, onder a van de Zorgverzekeringswet bepaalt dat de behoefte aan geneeskundige zorg verzekerde moet worden in een zorgverzekering. Artikel 11, derde lid van de Zorgverzekeringswet bepaalt dat bij algemene maatregel van bestuur de inhoud en omvang van de te verzekeren prestaties nader kunnen worden geregeld. Deze algemene maatregel van besluit is het Besluit zorgverzekering. Geneeskundige zorg Artikel 2.4, eerste lid van het Besluit zorgverzekering bepaalt dat geneeskundige zorg mede omvat de zorg zoals o.a. huisartsen en medisch-specialisten die plegen te bieden. Stand wetenschap en praktijk Artikel 2.1, tweede lid van het Besluit zorgverzekering bepaalt dat de inhoud en omvang van de zorgvormen of diensten mede wordt bepaald door de stand van de wetenschap en praktijk en, bij het ontbreken van een zodanige maatstaf, door hetgeen in het betrokken vakgebied geldt als verantwoorde en adequate zorg en diensten. Redelijkerwijs aangewezen Artikel 2.1, derde lid van het Besluit zorgverzekering bepaalt dat de verzekerde slechts recht heeft op een zorgvorm voor zover hij daarop naar inhoud en omvang redelijkerwijs is

10 aangewezen. Verwijzing medischspecialistische zorg Artikel 14, tweede lid van de Zorgverzekeringswet bepaalt dat elke zorgverzekeraar in zijn modelovereenkomst moet opnemen dat voor geneeskundige zorg zoals medischspecialisten die plegen te bieden, met uitzondering van acute zorg, een verwijzing van in ieder geval de huisarts noodzakelijk is. Vergoeding bij nietgecontracteerde zorgaanbieder Functioneel omschreven prestaties Artikel 13, eerste en tweede lid van de Zorgverzekeringswet bepaalt dat een verzekerde die zijn zorg dient te betrekken van een aanbieder met wie zijn zorgverzekeraar een overeenkomst heeft gesloten en deze zorg betrekt van een andere zorgaanbieder, slechts recht heeft op een door de zorgverzekeraar te bepalen, en in de modelovereenkomst opgenomen, vergoeding van de kosten. 2.b Plegen te bieden In de Zorgverzekeringswet zijn de te verzekeren prestaties functioneel omschreven. Dit betekent dat de wet aangeeft wat onder de te verzekeren prestaties valt en onder welke voorwaarden deze geleverd worden. Wie de zorg verleent en waar de zorg geleverd wordt, laat de wet over aan de zorgverzekeraar. De omvang van de te verzekeren zorg wordt bepaald door hetgeen de beroepsgroep aan geneeskundige zorg pleegt te bieden. Om hier invulling aan te geven moet menuitgaanvandezorgwelkedebetrokkenberoepsgroeptot het aanvaarde arsenaal van medische onderzoeks- en behandelingsmethoden rekent. Daarbij zijn zowel de stand van de wetenschap als de mate van acceptatie in de medische praktijk belangrijke graadmeters. Bij het plegen te biedencriterium gaat het kort gezegd om de zorg die de zorgverlener volgens de standaard van zijn beroepsgroep behoort aan te bieden en toe te passen (het aanvaarde zorgarsenaal) op een wijze die de beroepsgroep als professioneel juist beschouwt. Richtlijnen en standaarden Om vast te stellen wat de beroepsgroep tot het aanvaarde zorgarsenaal rekent, gaat het CVZ te rade bij de richtlijnen en standaarden van de betreffende beroepsgroep. Werkwijze CVZ: rapport Voor een uitvoerige beschrijving van de wijze waarop het CVZ beoordeelt of sprake is van zorg die pleegt te worden geboden, verwijst het CVZ naar zijn rapport Betekenis en beoordeling criterium plegen te bieden. (CVZ 2008, 268)

11 3. Standpunt Diagnostiek 3.a Te verzekeren prestatie Een huisarts zal niet snel een MRI aanvragen om een diagnose te kunnen stellen. Het ligt voor de hand dat eerst andere, minder ingrijpende en minder dure middelen worden aangewend. Stand wetenschap en praktijk In zijn algemeenheid voldoet een MRI als diagnostisch middel bij de indicaties zoals gesteld in richtlijnen en standaarden van de beroepsgroepen naar het oordeel van het CVZ aan het criterium van de stand van de wetenschap en praktijk. Geneeskundige zorg De uitvoering van een MRI behoort tot de zorg zoals een medisch-specialist die pleegt te bieden. Het CVZ is van mening dat de aanvraag van een huisarts voor een MRI bij indicaties zoals omschreven in de NHG-richtlijnen en standaarden van de beroepsgroep, behoort tot het aanvaarde zorgarsenaal van huisartsen en dat dit zorg is zoals huisartsen plegen te bieden. Daarmee behoort het aanvragen van de diagnostiek en het gebruikmaken van de resultaten ervan, indien is voldaan aan de voorwaarde dat dit is omschreven in de richtlijnen en standaarden, tot de te verzekeren prestatie geneeskundige zorg. Beoordeling modelovereenkomsten 3.b Modelovereenkomsten Het CVZ heeft tijdens de beoordeling van de modelovereenkomsten van de zorgverzekeraars al eens uitgesproken dat de bepaling dat een MRI slechts op verwijzing van een medisch-specialist gemaakt kan worden, een ongewenste beperking inhoudt van de verwijzingsbevoegdheid van de huisarts. Hieronder zet het CVZ uiteen hoe het tot dit standpunt is gekomen. MRI op aanvraag huisarts De wetgever bepaalt welke te verzekeren prestaties in ieder geval door zorgverzekeraars in de polissen als verzekerde prestaties aan hun verzekerden moeten worden aangeboden. De functiegerichte omschrijving geeft de zorgverzekeraar de ruimte om in zijn modelovereenkomst te bepalen wie deze zorg moet verlenen en waar deze zorg moet worden verleend. Gelet op het bovenstaande, zou een zorgverzekeraar kunnen bepalen dat een MRI slechts mag plaatsvinden op verwijzing van een medisch-specialist. De betreffende medisch-specialist interpreteert dan zelf de gegevens die uit de MRI naar voren komen en stelt een behandelplan op. Hooguit wordt de verzekerde teruggestuurd naar zijn huisarts om daar de behandeling (deels) voort te zetten, maar laatstgenoemde heeft dan geen bemoeienis met de MRI. Het CVZ is om de navolgende redenen van mening dat de inhoud van artikel 14,

12 tweede lid van de Zorgverzekeringswet doorslaggevend is en dat een aanvraag voor een MRI door een huisarts in nader omschreven gevallen behoort tot zijn zorgarsenaal en deel uitmaakt van de te verzekeren prestatie geneeskundige zorg. Poortwachtersfunctie huisarts Indien zorgverzekeraars vergoeding van een MRI op aanvraag van een huisarts uitsluiten in hun modelovereenkomsten, kan een huisarts daardoor een patiënt niet diagnosticeren met behulp van MRI-gegevens en niet een daarop gebaseerde behandeling inzetten terwijl dit wel tot zijn zorgarsenaal behoort. Dit is in strijd met artikel 14, tweede lid van de Zorgverzekeringswet. Dit artikel beoogt de poortwachtersfunctie van de huisarts binnen de eerstelijnszorg te waarborgen. Deze functie heeft een inhoudelijke betekenis. Uit de parlementaire behandeling van zowel de Zorgverzekeringswet als het Besluit zorgverzekering 1 blijkt dat deze poortwachtersfunctie van de huisarts zich niet beperkt tot louter formeel toegang verlenen tot de tweedelijnszorg. Zijn rol gaat verder; hij beziet welke zorg in de eerste lijn kan plaatsvinden en welke zorg een behandeling in de tweede lijn nodig heeft. Deze opvattingen rond de poortwachtersfunctie kwamen bij de parlementaire behandeling aan de orde en worden in recente documenten van de minister van VWS bevestigd: De poortwachtersrol van de eerstelijn kan en dient te worden versterkt teneinde de kwaliteit van de geleverde zorg te optimaliseren en ook de houdbaarheid van het zorgsysteem te vergroten. Teveel zorg wordt nu nog te duur verleend in een tweedelijnsomgeving, die even goed of beter in een eerstelijnsomgeving verleend zou kunnen worden. 2 Dit inhoudelijke aspect van de verwijzing geeft de zorgverzekeraar geen ruimte om de poortwachtersfunctie in te perken en zelf te bepalen tot welke medisch-specialistische zorg de huisarts wel of niet toegang mag verlenen. Verantwoordelijkheid beroepsgroep De beroepsgroep heeft bovendien zelf in richtlijnen en standaarden al aangegeven in welke gevallen een MRI kan worden ingezet als diagnostisch middel. De beroepsgroep neemt hier dus een eigen verantwoordelijkheid in en men mag er vanuit gaan dat eerst andere, minder ingrijpende en minder dure diagnostische methoden zullen worden aangewend en dat een MRI niet zomaar zal worden aangevraagd. 1 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr Minister van VWS aan de Tweede kamer, 13 juli 2009, CV/EKZ/

13 4. Consequenties Het aanvragen van een MRI door de huisarts bij indicaties zoals omschreven in de NHG-richtlijnen en standaarden is een te verzekeren prestatie (geneeskundige zorg). Hieronder zet het CVZ enkele aandachtspunten uiteen die van belang kunnen zijn voor de uitvoeringspraktijk. Modelovereenkomst Verschillende instellingen Contracteervrijheid Naturapolissen Zorgverzekeraars moeten in hun modelovereenkomst alle te verzekeren prestaties aanbieden. Uitsluiting van een MRI die door de huisarts is aangevraagd, is niet mogelijk, aangezien het een onderdeel van de te verzekeren prestatie geneeskundige zorg betreft. Overige voorwaarden, bijvoorbeeld een toestemmingsvereiste, kunnen per zorgverzekeraar verschillen. Zoals gezegd kan een MRI worden uitgevoerd in een ziekenhuis en in een zelfstandig behandelcentrum of een commerciële instelling. Uit de uitvoeringspraktijk komen signalen dat een aantal zorgverzekeraars weigert contracten af te sluiten met commerciële instellingen die MRI s aanbieden. Het CVZ merkt hier het volgende over op. Zorgverzekeraars zijn niet verplicht contracten af te sluiten met instellingen die MRI s aanbieden. Het is wel van belang dat voldoende zorgaanbieders zijn gecontracteerd zodat de toegang tot zorg voor verzekerden niet wordt geblokkeerd. Dit is met name van belang voor zorgverzekeraars die zogenaamde naturapolissen aanbieden. Indien in de polis een verzekerde prestatie is vormgegeven als naturaprestatie heeft de verzekerde voor wat betreft dat onderdeel recht op zorg. Een zorgverzekeraar voorziet daarin door contracten te sluiten met zorgverleners. Verzekerden zijn - wil de zorg onder de dekking vallen - in beginsel verplicht zich te wenden tot een gecontracteerde zorgverlener. Wendt een verzekerde zich tot een niet-gecontracteerde zorgverlener, dan krijgt hij de kosten vergoed, maar de verzekerde kan geconfronteerd worden met een korting op de vergoeding van kosten. De mogelijkheid voor zorgverzekeraars om bij een naturapolis een korting toe te passen indien een verzekerde zich tot een niet-gecontracteerde zorgverlener wendt, vindt haar grondslag in artikel 13 van de Zorgverzekeringswet. De zorgverzekeraars bepalen in hun polissen hoe hoog de korting is. Deze kan per zorgverzekeraar verschillen

14 Restitutiepolissen Toestemmingsvereiste Richtlijnontwikkeling Declaratiemethode Tariefsbeschikking NZa DBC Dubbele declaratie Een zorgverzekeraar die een naturapolis aanbiedt moet dus voldoende instellingen contracteren die MRI s uitvoeren. Zolang de zorgplicht niet in het gedrang komt (doordat er voldoende is gecontracteerd) staat het de zorgverzekeraar vrij zelf te bepalen met welke instelling hij contracteert. Ingeval van een restitutiepolis heeft een verzekerde recht op vergoeding van de kosten van zorg. Een verzekerde is in dat geval niet verplicht zich tot een door zijn zorgverzekeraar gecontracteerde zorgverlener te wenden 3. Om aanspraak te maken op volledige vergoeding van de ondergane behandeling moet wel worden voldaan aan eventuele aanvullende eisen die zijn gesteld in de modelovereenkomst. Zo hebben sommige zorgverzekeraars bijvoorbeeld de eis van voorafgaande toestemming voor bepaalde zorgvormen opgenomen. Zorgverzekeraars kunnen in hun modelovereenkomst opnemen dat voor een MRI (ongeacht de zorgverlener die de MRI aanvraagt) voorafgaande toestemming nodig is. Het is ook mogelijk in de modelovereenkomst een toestemmingsvereiste op te nemen, uitsluitend voor een MRI die door een huisarts wordt aangevraagd. Op deze manier kan een doelmatigheidstoets worden toegepast. Een aanvraag van een MRI behoort tot het zorgarsenaal van de huisarts bij indicaties zoals omschreven in de NHG-richtlijnen en standaarden. Het is van belang bij het opstellen van gewijzigde of nieuwe richtlijnen de indicaties voor beeldvormende technieken (zoals de MRI) expliciet tegen het lichttehoudenentebeoordelenofde(nogsteeds)zijn aangewezen als diagnostisch instrument bij deze indicaties. De uitvoerder van een MRI die door de huisarts wordt aangevraagd kan een rekening indienen bij de zorgverzekeraar/ verzekerde. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) stelt vast wanneer een dergelijk tarief mag worden gedeclareerd. Hier is geen sprake van het openen van een DBC, omdat de radioloog de uitvoerder van de MRI is en de resultaten afleest. De huisarts krijgt een beschrijving van de MRI retour en stelt aan de hand hiervan de behandeling vast. Indien de huisarts een verzekerde doorverwijst naar een medisch-specialist en deze laat een MRI maken in het kader van medisch-specialistisch onderzoek, wordt een DBC gedeclareerd bij de zorgverzekeraar/verzekerde. De kosten vaneenmrizijnhierinverwerkt. Het CVZ wijst nog op het volgende. Een MRI die door een 3 Overigens: ook bij een restitutiepolis kan een zorgverzekeraar bepalen dat de verzekerde zich tot bepaalde zorgverleners moet wenden met wie de zorgverzekeraar een contract heeft gesloten

15 huisarts wordt aangevraagd, wordt middels een tarief gedeclareerd (zie hierboven). Er ontstaat een risico op een dubbele declaratie indien de verzekerde daarna alsnog voor behandeling wordt verwezen naar een medisch-specialist en deze een DBC opent waarin de kosten voor een MRI al zijn verdisconteerd. Gevolgen uitvoeringspraktijk Voor een meer uitgebreide toelichting op de eventuele gevolgen van dit standpunt voor de uitvoeringspraktijk verwijst het CVZ naar zijn advies Een standpunt, en dan? van 14 januari 2010, dat ook te vinden is op de website van het CVZ: 5. Vaststelling standpunt College voor Zorgverzekeringen Hoogachtend, Dit standpunt is vastgesteld op 19 april dr.a.boer Lid Raad van Bestuur

16

17 Standpunt Prestatiebeschrijvingen farmaceutische zorg, duiding in het kader van de zorgverzekering. Op 31 mei 2010 uitgebracht aan de Nederlandse Zorgautoriteit. Uitgave College voor zorgverzekeringen Postbus AH Diemen Fax (020) Internet Volgnummer Afdeling Auteur ZORG-ZA mw dr. P.K. Cheung, apotheker mw mr. F.J.L. Roepnarain Doorkiesnummer Tel. (020) Bestellingen Extra exemplaren kunt u bestellen via onze website ( of telefonisch bij de servicedesk onder nummer (020)

18 Samenvatting De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft het document prestatiebeschrijvingen farmaceutische zorg opgesteld. Hierin is de farmaceutische zorg ondergebracht in veertien prestaties, elk met een aantal bijhorende activiteiten. De NZa heeft het CVZ verzocht te beoordelen of deze prestatiebeschrijvingen wel of niet onder de Zorgverzekeringswet vallen. Het CVZ heeft deze prestaties en activiteiten geduid in het kader van de zorgverzekering op basis van de geldende weten regelgeving die betrekking hebben op de uitvoering van farmaceutische zorg. De meeste geduide prestaties vallen onder de farmaceutische zorg in het kader van de zorgverzekering. Als het geneesmiddel zelf geen verzekerde zorg is, dan is de advisering die daarmee gepaard gaat ook geen verzekerde zorg. Sommige activiteiten kunnen zowel vallen onder geneeskundige zorg als onder farmaceutische zorg. Echter, handelingen die voorbehouden zijn aan artsen kunnen niet onder farmaceutische zorg worden geschaard. Van een aantal activiteiten is een duiding in het kader van de Zorgverzekeringswet niet aan de orde. Het gaat onder meer om organisatorische zaken en standaardvoorzieningen die nodig zijn om de zorg te kunnen leveren. Ook het onderdeel farmacotherapiebeleid op populatieniveau (FTO) valt hieronder. FTO is een integraal onderdeel van kwalitatieve zorg. Het CVZ is van mening dat FTO bekostigd kan worden uit premiegelden, maar niet als een eigenstandige prestatie

19 1. Inleiding Prestaties farmaceutische zorg Onlangs heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) het document prestatiebeschrijvingen farmaceutische zorg vastgesteld. Hierin heeft de NZa de farmaceutische zorg ondergebracht in veertien prestaties, elk met een aantal bijhorende activiteiten. De aanspraak op farmaceutische zorg is op dit moment geregeld in het Besluit zorgverzekering (Bzv) en omvat de terhandstelling van het geneesmiddel. Bij terhandstelling gaat het niet alleen om de fysieke verstrekking van het geneesmiddel, het gaat ook om het advies en begeleiding zoals apothekers die plegen te bieden. Om deze zorgtaak te verankeren in de regelgeving is aanpassing van het Bzv gewenst. Op dit moment heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een wijziging van het Bzv in voorbereiding. Bij deze prestatieomschrijvingen heeft de NZa geanticipeerd op deze aanpassing. Verzoek NZa CVZ-traject: het proces Bij brief van 22 december 2009 heeft de NZa het College voor zorgverzekeringen (CVZ) verzocht om op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw) te beoordelen welke Wmgprestaties wél en welke niet beschouwd kunnen worden als een te verzekeren prestatie. Het gaat hierbij om de farmaceutische zorg zoals apothekers die plegen te bieden en niet om het geneesmiddel zelf. In de voorbereidende fase van de duiding heeft het CVZ het concept voorgelegd aan betrokken partijen. Deze zijn vertegenwoordigers van patiënten (NPCF), apothekers (KNMP), voorschrijvers(knmgennhg)enzorgverzekeraars(zn). Een schriftelijke reactie is ontvangen van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG), de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN). In de reactie van de KNMP is de inbreng van diverse groeperingen van apothekers, waaronder de Nederlandse Ziekenhuis Apothekers (NVZA) en de Vereniging Jonge Apothekers (VJA), verwerkt. De Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie (NPCF) heeft niet gereageerd op het verzoek om commentaar. Partijen kunnen zich in beginsel vinden in het door het CVZ gehanteerde toetsingskader en de duiding die daaruit voortkomt. Op punten verschillen sommige partijen van inzicht. De belangrijkste discussiepunten richten zich op de werkgebieden van de verschillende farmaceutische zorgverleners, de mate van gedetailleerdheid in de duiding in

20 relatie tot richtlijnen en het toevoegen van nieuwe activiteiten aan de lijst. De resultaten van deze consultatie is te vinden in bijlage 2. Verder heeft de Duidingcommissie van het CVZ dit onderwerp besprokeninhaarvergaderingvan20meijl

21 2. Prestatiebeschrijvingen farmaceutische zorg, wijze van duiding Het CVZ duidt de prestatiebeschrijvingen farmaceutische zorg op basis van de huidige wet- en regelgeving. Hieronder volgt hettoetsingskaderdathetcvzbijdeduidingheefttoegepast. 2.a. Toetsingskader De aanspraak op farmaceutische zorg is geregeld in artikel 10 sub c van de Zorgverzekeringswet en artikel 2.8 van het Besluit zorgverzekering en omvat de terhandstelling van geneesmiddelen. Begrip ter hand stellen Het begrip ter hand stellen 1 is afkomstig uit de Geneesmiddelenwet en is gereserveerd voor levering van geneesmiddelen in de vorm van rechtstreekse verstrekking of verstrekking via een bezorgdienst door apotheekhoudende aan patiënten. Blijkens de toelichting is uit puur wetstechnische overwegingen besloten om met dit begrip deze handelingen in de Geneesmiddelenwet aan te duiden. De Wet op de Geneesmiddelenvoorziening (WOG) hanteerde de term afleveren voor uiteenlopende handelingen die door verschillende beroepsbeoefenaren werden verricht. Maar de Geneesmiddelenwet kent nu voor verschillende categorieën van handelingen verschillende vergunningsprocedures. Het was daarom niet praktisch om voor de verschillende procedures steeds de term afleveren te gebruiken. Om dezelfde reden is het begrip ter hand stellen ook in artikel 2.8 van het Besluit zorgverzekering opgenomen. Het is begrijpelijk dat voor uitleg over het ter hand stellen in de Zorgverzekeringswet een koppeling wordt gemaakt met de Geneesmiddelenwet. Maar om de (omvang van de) verzekerde farmaceutische zorg te duiden biedt de beperkte uitleg van dit begrip in de Geneesmiddelwet geen geschikt kader. Geneesmiddelenwet is een productwet De WOG en uitvoeringsregelingen gaven niet alleen regelgeving voor het geneesmiddel, maar ook veel gedetailleerde regelgeving over de beroepsuitoefening in de apotheek. De Geneesmiddelenwet daarentegen richt zich primair op het product geneesmiddel en de vervaardiging en distributie daarvan en is daarmee een productwet. Er zijn wel nadere voorschriften met betrekking tot bereiding, terhandstelling en etikettering van geneesmiddelen in de apotheek, maar deze voorschriften bieden een summier inzicht in de verantwoordelijkheden van de apotheker. De wetgever geeft immers aan dat de beroepsgroep zelf 1 Het rechtstreeks verstrekken of doen toekomen van een geneesmiddel aan de patiënt voor wie het geneesmiddel is bestemd, dan wel aan de arts, verloskundige, tandarts of optometrist die geneesmiddelen onder zich heeft ten behoeve van toediening aan zijn patiënten. artikel 1, eerste lid, onder ll van de Geneesmiddelenwet

22 normen met betrekking tot de beroepsuitoefening van apothekers moet ontwikkelen. De minister acht het wenselijk dat er meer ruimte ontstaat voor de toegevoegde waarde van de farmaceutische zorg. Beoogd wordt meer differentiatie te creëren in de diensten die apothekers aanbieden: specialisatie in zorginhoudelijke taken zoals medication review en farmaceutisch consult of de terhandstelling (lees: de fysieke aflevering) van geneesmiddelen 2. Zvw is functioneel omschreven Pleegttebieden Wetgeving over uitoefening beroepen gezondheidszorg De te verzekeren prestaties zijn in de Zorgverzekeringswet (Zvw) functioneel omschreven: de inhoud en omvang van de zorg en de indicatiegebieden zijn bij wet bepaald, maar de zorgverzekeraar bepaalt door wie en waar de zorg zal worden verleend. Voor bepaalde zorgvormen heeft de wetgever dit vormgegeven door te verwijzen naar bepaalde typen zorgverleners in combinatie met de term plegen te bieden. Zorg die pleegt te worden geboden betreft zorg die de betreffende beroepsgroep rekent tot het aanvaarde arsenaal van zorg en die wordt geleverd op een wijze die de betreffende beroepsgroep als professioneel handelen wordt beschouwd 3. De wettelijke grenzen kunnen worden ontleend aan de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). De wijze waarop een apotheker zijn beroep uitoefent wordt dus niet uitgewerkt in de Geneesmiddelenwet, maar in de wetgeving die betrekking heeft op de uitoefening van beroepen in de gezondheidszorg. In artikel 23 van de Wet BIG wordt uiteengezet wat tot het deskundigheidsgebied van de apotheker wordt gerekend: het bereiden van geneesmiddelen, het bewaren van geneesmiddelen onder de daarvoor volgens de stand van de wetenschap geschikte omstandigheden, het ter hand stellen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder ll van de Geneesmiddelenwet, het geven van advies aan de patiënten aan wie geneesmiddelen ter hand worden gesteld over het gebruik daarvan en het bewaken van het gebruik van de aan patiënten ter hand gestelde geneesmiddelen 4. Het geven van advies aan de patiënt als onderdeel van het deskundigheidsgebied van de apotheker is in lijn met de wijziging van artikel 7:7446 BW; de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo). Sinds 1 juli 2007 is de overeenkomst inzake geneeskundige behandeling ook van 2 Brief d.d. 8 oktober 2009 van de minister aan de Tweede Kamer n.a.v. het AO Geneesmiddelenbeleid Rapport Betekenis en Beoordeling criterium plegen te bieden, CVZ publicatienummer 268, herziene druk, 28 januari Dit artikel is aangepast bij de in 2007 in werking getreden Geneesmiddelenwet. Vóór de inwerkingtreding van de Geneesmiddelenwet was in de Wet BIG een globale omschrijving van het deskundigheidsgebied opgenomen: het verrichten van de handelingen op het gebied van de artsenijbereidkunst

23 toepassing op de apotheker 5. De terhandstelling van geneesmiddelen omvat dus meer dan alleen het verstrekken van geneesmiddelen 6. De Wet BIG, Wgbo en ook de Kwaliteitswet zorginstellingen zijn nauw met elkaar verbonden en regelen elk een deel van de kwaliteit van zorg. De Wet BIG stelt kwaliteitseisen aan de beroepsuitoefening voor de onder deze wet vallende beroepsbeoefenaren. De Kwaliteitswet maakt het mogelijk dat de kwaliteit van de geleverde zorg toetsbaar is 7.DeWgbo verduidelijkt de rechtspositie van patiënten en de relatie patiënt zorgverlener. In deze wetten ligt dus de nadruk op het leveren van verantwoorde zorg en het handelen als een goede hulpverlener. Maar wat daaronder wordt verstaan is in deze wetten niet nader uitgewerkt maar wordt aan de beroepsgroep overgelaten. Normen beroepsgroep NAN en KNMPrichtlijnen De KNMP, de overkoepelende beroeps- en brancheorganisatie van apothekers, heeft hiervoor de volgende normen en richtlijnen vastgesteld: - Beroepscode KNMP 8 - Professioneel statuut openbaar apotheker en ziekenhuisapotheker 9 - Nederlandse Apotheeknorm 2006 (NAN) 10 - Richtlijnen NAN De NAN en de KNMP-richtlijnen beschrijven wat van een deskundige en bekwaam beroepsbeoefenaar verwacht mag worden. Zoals het CVZ al eerder in het advies over het farmaceutisch consult heeft aangegeven beschrijft de NAN 2006 wat de staande praktijk is in de openbare apotheek. De NAN-normen over de behandelovereenkomst, de farmaceutische zorg- en dienstverlening en de nazorg en evaluatie van de farmaceutische zorg- en dienstverlening geven aan welke handelingen en zorg de apotheker verleent. Door de apotheker in 2007 onder de reikwijdte van de Wgbo te brengen, worden de zorginhoudelijke taken en verantwoordelijkheden van de apotheker uitgebreid. De duiding van de verschillende Wmg-prestaties - of het wel of geen te verzekeren zorg is - wordt bepaald door meerdere 5 TK, , , nr. 3, MvT wijziging hoofdstuk III van de Wet op de geneesmiddelenvoorziening en afdeling 5 van titel 7 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Het merendeel van de wettelijke bepalingen is al eerder vastgelegd in de Modelregeling openbaar apotheker patiënt (KNMP NPCF) die sinds 1995 van kracht is. 6 Zie ook In het CVZ-advies d.d.14 oktober 2008 aan de NZa over het farmaceutisch consult (kenmerk: GS/ ). 7 Zie o.a. artikelen 1-4 van de Kwaliteitswet zorginstellingen

24 factoren. Van belang zijn o.a. de normen die door de beroepsgroepen zijn ontwikkeld alsook de wet- en regelgeving die betrekking heeft op de uitoefening van beroepen in de gezondheidszorg (zorg zoals een zorgverlener dat pleegt te bieden). Daarnaast spelen de criteria uit de Zorgverzekeringswet een rol: of de zorg tot de te verzekeren prestaties behoort wordt mede bepaald door de stand van de wetenschap en praktijk 11. Verder dient de verzekerde redelijkerwijs op deze zorg te zijn aangewezen. Functionele omschrijving Zorgverzekeringswet De Zorgverzekeringswet gaat uit van een functionele omschrijving van de verzekerde prestaties. De zorg die een verloskundige pleegt te bieden hoeft niet per definitie door een verloskundige te worden uitgevoerd. Dat kan ertoe leiden dat sommige taken door verschillende zorgverleners uitgevoerd kunnen worden. In bepaalde gevallen zou dus farmaceutische zorg zowel door de arts als door een apotheker gegeven kunnen worden. De zorgverzekeraar bepaalt in de zorgverzekeringspolis welke zorgverleners onder welke voorwaarden deze zorg vervolgens leveren. 2.b. Toelichting op de duiding Aan de hand van het hiervoor geschetste toetsingskader heeft het CVZ beoordeeld of de door NZa omschreven Wmgprestaties als verzekerde (farmaceutische) zorg zijn te beschouwen op grond van de Zorgverzekeringswet. Vergoedingsstatus van het geneesmiddel is leidend NZa-traject Functioneel versus limitatief Deze duiding heeft alleen betrekking op verzekerde zorg. Hierbij gaat het CVZ uit van geneesmiddelen die ten laste komen van de basisverzekering en de hiermee gerelateerde zorg. Met andere woorden, of de zorg een te verzekeren prestatie is hangt samen met de vergoedingsstatus van het te verstrekken middel. Indien het geneesmiddel voor eigen rekening wordt verstrekt, dan is de daaraan gerelateerde zorg/advisering ook voor eigen rekening. De NZa heeft, in overleg met de betrokken partijen, prestaties van farmaceutische zorg omschreven. Deze zorgprestaties zijn bedoeld als basis voor de declarabele prestaties als nieuwe onderhandelingstaal tussen zorgverzekeraars en apothekers. De prestaties zijn - waar mogelijk - algemeen en functioneel beschreven. In sommige gevallen is gekozen voor een meer limitatieve beschrijving. Het CVZ constateert dat de beschrijvingen op het niveau van functie, taak en activiteit niet altijd consistent zijn doorgevoerd. 11 Dit artikel is aangepast bij de in 2007 in werking getreden Geneesmiddelenwet. Vóór de inwerkingtreding van de Geneesmiddelenwet was in de Wet BIG een globale omschrijving van het deskundigheidsgebied opgenomen: het verrichten van de handelingen op het gebied van de artsenijbereidkunst

25 Dit leidde in sommige gevallen tot een gedetailleerde omschrijving op het niveau van activiteiten, zonder daarin volledig te (kunnen) zijn. Voor- en nadelen Het CVZ begrijpt dat een meer gedetailleerde omschrijving nodig kan zijn voor de onderhandelingen tussen zorgverzekeraar en zorgverlener bij zorginkoop. Echter, een functioneel uitgangspunt met een beschrijvende, limitatieve uitwerking brengt spanningen met zich mee. Door het beschrijvende karakter van de activiteiten is deze duiding onderhoudsgevoelig. De (farmaceutische) zorg is permanent in ontwikkeling. Om deze zorg conform de stand van wetenschap en praktijk te laten zijn is actualisatie nodig. Enige flexibiliteit van het systeem is dan gewenst. Met het oog op toekomstbestendigheid en ruimte voor (effectieve) innovatie, dient de invulling van de activiteiten conform richtlijnenennormenvandeberoepgroepentezijn. Een limitatieve opsomming beperkt de mogelijkheden tot ontwikkeling. Mocht blijken dat andere activiteiten, door nieuwe ontwikkelingen, toegevoegd moeten worden aan een prestatie, dan is een herbeoordeling aangewezen. Aanvullingen aan NZa-document Tot slot is het CVZ van mening dat er prestatiebeschrijvingen zijn die desondanks onvoldoende duidelijk zijn, of waarbij relevante activiteiten worden gemist. In deze duiding geeft het CVZ aan bij welke prestaties hiervan sprake is en de motivatie daarbij (zie tabel 1 in paragraaf 3a en bijlage 2). 2.c. Inhoudelijke opmerkingen over de prestaties Prestatie 1 (keuze geneesmiddelen) In de notitie resultaten consultatieronde zijn alle prestaties op volgorde behandeld aan de hand van de ontvangen reacties. Voor het volledige overzicht verwijs ik u naar bijlage 2. Hieronder vindt u een aantal belangrijke discussiepunten. In prestatie 1 bevinden zich activiteiten op het grensvlak tussenhetwerkterreinvandeapothekerendievande huisarts. Soms kunnen beide professionals een eigen rol en verantwoordelijkheid hebben. In de praktijk zal de apotheker met name een signalerende en adviserende functie hebben richting de behandelende arts bij het voorschrijven van het geneesmiddel. Het collegiaal adviseren heeft als doel de voorschrijvende arts te ondersteunen in zijn taak tot het verlenen van geneeskundige zorg. In dit geval is de geneeskundige zorg de verzekerde prestatie en de onderliggende farmaceutische advisering kan dan niet als zodanig nogmaals worden aangemerkt. Over de vraag of de farmaceutische zorgverlener een apotheker moet zijn, een huisarts of een andere zorgverlener doet het CVZ geen uitspraken op voorhand, zolang het gaat om zorg die een apotheker pleegt te bieden. Gezien de

26 functionele omschrijving van de term apotheker is het niet passend de wie-vraag hier te behandelen. Alleen daar waar sprake is van een bij wet vastgelegde voorbehouden handeling geeft het CVZ aan. Prestatie 3 (verstrekking) Naast de duiding van de activiteiten bij deze prestatie spelen twee andere punten een rol: wijziging van de titel en een voorstel tot opsplitsing van de prestatie. Receptverwerking is een betere titel Het CVZ is van mening dat bij prestatie 3 de titel verstrekking niet de lading dekt. Deze prestatie is namelijk breder dan de fysieke verstrekking van het geneesmiddel zelf. Het is ook bedoeld voor die gevallen waarin men aantoonbaar wel werk heeft verricht maar gemotiveerd niet overgaat tot de verstrekking van het geneesmiddel. De geleverde zorg mag dan ten laste komen van de zorgverzekering. Een andere benaming, zoals receptverwerking, zal beter passen bij deze prestatie. Over deze wijziging van de titel zijn de partijen het eens. Opsplitsing Voor een aantal activiteiten geldt dat een duiding in het kader van de Zorgverzekeringswet niet aan de orde is. Het gaat bijvoorbeeld om algemene handelingen ten behoeve van de apotheekorganisatie of om randvoorwaarden die nodig zijn voor het leveren van zorg. In deze prestatie zijn een aantal activiteiten opgenomen die standaardvoorzieningen en administratieve handelingen zijn (zoals het bestellen), maar ook activiteiten die door de Inspectie zijn vereist. Daarnaast bevinden zich in deze prestatie activiteiten die onder de Zorgverzekeringswet vallen en geduid zijn als farmaceutische zorg. Het onderbrengen van twee soorten activiteiten (algemene handelingen enerzijds en patiëntgebonden zorgtaken anderzijds) in één prestatie is niet wenselijk en kan leiden tot uitvoeringsproblemen. Het CVZ adviseert daarom deze prestatie op te splitsen. Partijen zijn verdeeld over dit voorstel van het CVZ: het NHG steunt de splitsing en de KNMP is er tegen. Prestatie 12 (Farmacotherapie op populatieniveau) Zoals gezegd is een duiding in het kader van de Zorgverzekeringswet niet aan de orde bij een aantal activiteiten, zoals randvoorwaardelijke zaken voor het leveren van zorg. Bij prestatie 12 gaat het om farmacotherapiebeleid op populatieniveau (Farmacotherapeutisch overleg; FTO). FTO is een instrument van zorgverleners om de kwaliteit van zorg te verbeteren; dit is een integraal onderdeel van de zorg en hoort bij een goede uitvoering van het vak. Het houden van FTO is een taak die inherent is verbonden aan het kwalitatief handelen van de apotheker. Het duiden van deze activiteit op populatieniveau in het kader van de Zorgverzekeringswet is echter niet aan de orde omdat deze activiteit niet altijd te herleiden is tot de individuele verzekerde. Gezien de

27 doelstelling van deze activiteit (verbetering van de kwaliteit) betwijfelt het CVZ of een duiding in het kader van de Zorgverzekeringswet het juiste regelingsniveau is. FTO kan bekostigd worden uit premiegelden Dit neemt overigens niet weg dat het CVZ van mening is dat het gerechtvaardigd is om FTO, als randvoorwaarde voor goede zorg, te bekostigen uit premiegelden. Op dit punt zijn alle partijen het eens met het CVZ. Zoals gezegd is deze prestatie niet te herleiden tot de individuele verzekerde, daarom kan FTO niet als een zelfstandige prestatie worden bekostigd. Of het via de tarifering, als onderdeel van een abonnementstarief of via een ander systematiek moet worden bekostigd is niet aan het CVZ. 3. Uitkomsten duiding De resultaten van deze duiding vindt u in de tabel hieronder. De belangrijkste aandachtspunten zijn: De meeste prestatiebeschrijvingen vallen onder de Zorgverzekeringswet en betreffen farmaceutische zorg in het kader van de zorgverzekering. Als het geneesmiddel zelf geen verzekerde zorg is, dan is de advisering die daarmee gepaard gaat ook voor eigen rekening. Handelingen die voorbehouden zijn aan artsen kunnen niet onder farmaceutische zorg worden geschaard. Echter, sommige activiteiten kunnen zowel vallen onder geneeskundige zorg als onder farmaceutische zorg. Van een aantal activiteiten is een duiding in het kader van de Zorgverzekeringswet niet aan de orde. Het gaat onder meer om organisatorische zaken en standaardvoorzieningen. Deze zijn nodig om de zorg te kunnen leveren. Ook het onderdeel farmacotherapiebeleid op populatieniveau (FTO) valt hieronder. Dit is een integraal onderdeel van kwalitatieve zorg. Het CVZ is van mening dat FTO bekostigd kan worden uit premiegelden, maar dan niet als een eigenstandige prestatie

28 3.a. Tabel 1: duiding van de prestaties en activiteiten farmaceutische zorg De duiding wordt hieronder per prestatie, met de bijbehorende activiteiten, weergegeven. De vragen die hierbij zijn gesteld luiden: 1. Vallen deze activiteiten onder de Zorgverzekeringswet (Zvw)? 2. Gaat het daarbinnen om farmaceutische zorg (FZ) in het kader van de Zvw? Prestatie 1. Keuze geneesmiddel(groep) Activiteit Zvw? FZ? Opmerking Bespreken indicatie en verwachting patiënt Ja Nee Het stellen van de diagnose is zorg zoals artsen die plegen te bieden en behoort tot de geneeskundige zorg. Vaststellen gewenste geneesmiddelgroep op basis van diagnose en patiëntkenmerken Ja Nee De keuze voor een bepaalde geneesmiddelgroep, als onderdeel van het voorschrijfproces, betreft zorg zoals artsen die plegen te bieden en behoort tot de geneeskundige zorg. Keuze meest doelmatige geneesmiddel uit geneesmiddelgroep Ja Ja Er kan hier een onderscheid gemaakt worden tussen therapeutische substitutie (van onderling vervangbare middelen) en chemische substitutie (preferentie beleid van middelen met hetzelfde werkzame stof). De activiteit keuze meest doelmatige geneesmiddel valt zowel onder de geneeskundige zorg als onder de farmaceutische zorg. Adviseren van de voorschrijveroverde dosering en doseerfrequentie van het geneesmiddel Ja Nee Het bepalen van de dosering van een voorgeschreven geneesmiddel is zorg zoals artsen dat plegen te bieden (geneeskundige zorg). Het geven van adviezen aan de arts over de dosering is een taak die de apotheker pleegt te bieden. Deze collegiale advisering is echter geen farmaceutische zorg in het kader van de zorgverzekering. Evaluatie effect geneesmiddel Ja Ja Dit valt zowel onder de geneeskundige zorg als onder de farmaceutische zorg. Medicatiebewaking (bij keuze geneesmiddel) Ja Ja Conform richtlijnen beroepsgroepen

29 Monitoring klinischchemische parameters en bloedspiegelcontrole (aanvraag labbepaling en zo nodig aanpassing voorgeschreven of voor te schrijven geneesmiddel) Ja Nee Het aanvragen van laboratorium bepalingen behoort tot zorg zoals artsen dat plegen te bieden (geneeskundige zorg). Het bijstellen van de medicamenten is wel farmaceutische zorg en valt onder de activiteit evaluatie effect geneesmiddelen. Prestatie 2. Aanleg medicatiedossier Activiteit Zvw? FZ? Opmerking Inschrijfgesprek patiënt en aanleg medicatiedossier Ja Ja basis voorziening van ieder zorgaanbieder. Het gaat hierbij ook om het actueel houden van het dossier. Prestatie 3 Receptverwerking (conform richtlijnen beroepsgroepen) Activiteit Zvw? FZ? Opmerking Beoordelen van het recept Ja Ja Medicatiebewaking (door Ja Ja verstrekker) Bespreken verwachting Ja Ja patiënt Terugkoppeling naar of Ja Ja afstemming met voorschrijver Verstrekken geneesmiddel Ja Ja Uitgiftegesprek initieel recept Ja Ja Uitgiftegesprek herhaalrecept Ja Ja Receptcontrole Ja Ja Synchronisatie Ja Ja (Instructie voor) toediening gereed maken Ja Ja Bij onderstaande activiteiten is een duiding in het kader van de Zvw niet aan de orde (nvt). Het CVZ adviseert ze in een apart (sub)cluster te plaatsen. 3a. algemene handelingen horende bij receptverwerking Activiteit Zvw? FZ? Opmerking Machtiging Nvt Administratieve handeling Artsenverklaring Nvt Administratieve handeling Bestellen Nvt Standaardvoorziening Op voorraad houden Nvt Standaardvoorziening Recall procedure Nvt Standaardvoorziening, kwaliteitseis van de Inspectie

30 Geneesmiddelen met verhoogde aandacht voor risicomanagement (vb thalidomide) Nieuw geregistreerde geneesmiddelen [monitoren] Nvt Nvt Kwaliteitseis van de registratie autoriteit. Prestatie 4. Bereiding Activiteit Zvw? FZ? Opmerking Bijzondere magistrale Ja Ja bereiding Reguliere magistrale bereiding Ja Ja Prestatie 5. Weekdoseersysteem Activiteit Zvw? FZ? Opmerking Verpakken per Ja Ja toedienmoment/ weekdoseersysteem Controle producttechnische Ja Ja mogelijkheid weekdoseersysteem Verstrekken totaal Ja Ja medicatieoverzicht bij weekdoseersysteem Instellen van de patiënt op Ja Ja het omgaan met weekdoseersysteem Evaluatie geïndividualiseerde distributievorm Ja Ja Prestatie 6. Instructie patiënt geneesmiddel gerelateerd hulpmiddel Activiteit Zvw? FZ? Opmerking Gebruiksinstructie patiënt voor geneesmiddel gerelateerd hulpmiddel Ja Ja Prestatie 7. Medicatiebeoordeling chronisch geneesmiddelengebruik Activiteit Zvw? FZ? Opmerking Medicatiebeoordeling polyfarmacie chronisch gebruik, inclusief afstemming met andere zorgverlener(s) en patiënt Ja Ja

31 Prestatie 8. Extra begeleiding van chronische of ernstig zieke patiënten met complexe geneesmiddelenproblematiek Activiteit Zvw? FZ? Opmerking Farmaceutische zorg gericht op complexe geneesmiddelenproblematiek van specifieke patiënten Ja Ja Prestatie 9. Voorlichting farmaceutisch zelfmanagement voor patiëntgroep Activiteit Zvw? FZ? Opmerking Voorlichting Nee Nee Algemene voorlichting is niet gericht op individuele zorgvragen. Dit is geen verzekerde zorg. Prestatie 10. Begeleiding bij ontslag Activiteit Zvw? FZ? Opmerking Synchroniseren van geneesmiddelgebruik na ontslag uit het ziekenhuis Ja Ja Advies om toe te voegen: farmaceutische begeleiding Ja Ja De farmaceutische zorg bij ontslag uit het ziekenhuis is breder dan het synchroniseren van het geneesmiddelen alleen. Wanneer een patiënt ontslagen wordt uit het ziekenhuis wordt door de zorgverlener de medicatie geëvalueerd, vastgelegd en besproken met de patiënt. Deze stap gaat vooraf aan de synchronisatie. Het CVZ is van mening dat deze activiteit toegevoegd moet worden aan deze prestatie. Prestatie 11. Begeleiding bij opname/polikliniekbezoek Activiteit Zvw? FZ? Opmerking Inventarisatie van extramuraal Ja Ja geneesmiddelengebruik t.b.v. opname Inventarisatie van extramuraal geneesmiddelengebruik t.b.v. polikliniekbezoek Ja Ja

Aanvraag MRI door een huisarts in de Zorgverzekeringswet

Aanvraag MRI door een huisarts in de Zorgverzekeringswet Onderwerp: Samenvatting: Aanvraag voor een MRI door een huisarts in voorgeschreven situaties is zorg zoals huisartsen plegen te bieden Indien een MRI wordt aangevraagd door een huisarts voor indicaties

Nadere informatie

Datum: 31 mei 2010 De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) Prestatiebeschrijvingen farmaceutische zorg, duiding in het kader van de zorgverzekering.

Datum: 31 mei 2010 De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) Prestatiebeschrijvingen farmaceutische zorg, duiding in het kader van de zorgverzekering. Onderwerp: Prestatiebeschrijvingen farmaceutische zorg, duiding in het kader van de zorgverzekering Samenvatting: De NZa heeft de farmaceutische zorg beschreven in 14 prestaties, elk met een aantal bijhorende

Nadere informatie

Diagnostische technieken door optometristen gehanteerd behoren tot te verzekeren prestaties. De optometrist verricht diagnostiek in de oogheelkundige

Diagnostische technieken door optometristen gehanteerd behoren tot te verzekeren prestaties. De optometrist verricht diagnostiek in de oogheelkundige Onderwerp: Samenvatting: Soort uitspraak: Diagnostische technieken door optometristen gehanteerd behoren tot te verzekeren prestaties De optometrist verricht diagnostiek in de oogheelkundige zorg. Een

Nadere informatie

Second opinion in de Zorgverzekeringswet

Second opinion in de Zorgverzekeringswet Onderwerp: Samenvatting: Een second opinion kan onder voorwaarden worden aangemerkt als een te verzekeren prestatie Zvw Van een second opinion is sprake indien de verzekerde een verwijzing hiervoor heeft,

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, vertegenwoordigd G te H, tegen C te D en E te F Zaak : Laboratoriumonderzoek op verwijzing van een natuurgeneeskundig arts Zaaknummer : 2009.01616 Zittingsdatum

Nadere informatie

Juridische aspecten van behandel- en vergoedingsbeslissingen

Juridische aspecten van behandel- en vergoedingsbeslissingen Juridische aspecten van behandel- en vergoedingsbeslissingen NVTAG Symposium Juridische kaders van HTA 7 juni 2007 Koosje van Lessen Kloeke k.vanlessenkloeke@leijnseartz.com 1 Inleiding -Welke partijen

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B vs C te D Zaak : sportmedisch onderzoek Zaaknummer : ANO08.083 Zittingsdatum : 12 maart 2008 1/5 BINDEND ADVIES Zaak: ANO08.083 (sportmedisch onderzoek) Geschillencommissie

Nadere informatie

2. De dieetadvisering die vergoed wordt op basis van dit standpunt over artikel 2.6 lid 7 Bzv, valt onder het verplichte eigen risico binnen de Zvw.

2. De dieetadvisering die vergoed wordt op basis van dit standpunt over artikel 2.6 lid 7 Bzv, valt onder het verplichte eigen risico binnen de Zvw. 2012095565 DE UITVOERING VAN ARTIKEL 2.6 lid 7 Bzv In het bijgevoegde standpunt legt CVZ artikel 2.6 lid 7 Bzv uit. Op 1 januari 2012 is de omschrijving van de prestatie 'dieetadvisering' in het Besluit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-7073

BELEIDSREGEL BR/CU-7073 BELEIDSREGEL Stoppen-met-rokenprogramma Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

GENEESMIDDELEN Veel gestelde vragen en antwoorden. Augustus 2008

GENEESMIDDELEN Veel gestelde vragen en antwoorden. Augustus 2008 GENEESMIDDELEN Veel gestelde vragen en antwoorden Augustus 2008 Toelichting: De vragen zijn ingedeeld in drie onderdelen: -1- vergoedingen voor geneesmiddelen, -2- preferentiebeleid van zorgverzekeraars,

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B vs C te D, in deze vertegenwoordigd door E te F en G te D, in deze vertegenwoordigd door E te F Zaak : Geneeskundige zorg, preventieve bodyscan Zaaknummer : 2009.00199

Nadere informatie

Fluorideapplicaties bij jeugdige verzekerden

Fluorideapplicaties bij jeugdige verzekerden Rapport Fluorideapplicaties bij jeugdige verzekerden Op 22 november 2011 uitgebracht aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Publicatienummer Uitgave College voor zorgverzekeringen Postbus

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 24 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 24 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Uitgebreid bloed- of fecesonderzoek bij maagklachten, gericht op voedselallergie is geen te verzekeren prestatie

Uitgebreid bloed- of fecesonderzoek bij maagklachten, gericht op voedselallergie is geen te verzekeren prestatie Onderwerp: Uitgebreid bloed- of fecesonderzoek bij maagklachten, gericht op voedselallergie is geen te verzekeren prestatie Samenvatting: Soort uitspraak: Datum: 28 februari 2007 Uitgebracht aan: De vraag

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B vs C te D Zaak : Geneeskundige zorg, buitenland, Hallux Rigidus-operatie Zaaknummer : ANO07.0142 Zittingsdatum : 20 juni 2007 Zaak ANO07.0142, Geneeskundige zorg,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 2631 Vragen van het lid

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-2018

BELEIDSREGEL BR/CU-2018 BELEIDSREGEL BR/CU-2018 Weesgeneesmiddelen Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

VERDUIDELIJKING CASEMANAGEMENT

VERDUIDELIJKING CASEMANAGEMENT Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl info@zinl.nl T +31 (0)20 797 85 55 Contactpersoon drs. A.M. Hopman T +31 (0)20 797 86 01 VERDUIDELIJKING CASEMANAGEMENT

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 18 juni 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 18 juni 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-7047

BELEIDSREGEL BR/CU-7047 BELEIDSREGEL Eerstelijns psychologische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef, en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

ANONIEM Bindend advies

ANONIEM Bindend advies ANONIEM Bindend advies Partijen : A te B, in deze vertegenwoordigd door C te D, vs E te F Zaak : Paramedische zorg, dieetadvisering Zaaknummer : ANO07.159 Zittingsdatum : 4 juli 2007 1/6 Zaak: ANO07.159,

Nadere informatie

1 3 SCP VOÜ. Oi. College voor zorgverzekeringen. Eekholt 4 ni2 xh Diemen

1 3 SCP VOÜ. Oi. College voor zorgverzekeringen. Eekholt 4 ni2 xh Diemen 1 3 SCP. 2012 VOÜ. Oi College voor zorgverzekeringen Eekholt 4 ni2 xh Diemen Aan de Geschillencommissie van Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ) T.a.v. mevrouw Postbus 291 3700 AG

Nadere informatie

Reglement Farmaceutische zorg 2018

Reglement Farmaceutische zorg 2018 Reglement Farmaceutische zorg 2018 Ditzo Reglement Farmaceutische zorg 2018 1. Algemeen Dit Reglement is een uitwerking van de modelovereenkomst van de Ditzo basisverzekering welke weer een uitwerking

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 30 november 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 30 november 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Het behandelprogramma Vroege Intensieve Neurostimulatie

Het behandelprogramma Vroege Intensieve Neurostimulatie Onderwerp: Samenvatting: Soort uitspraak: Zorgvorm: Vroege intensieve neurorevalidatie bij volwassenen Het CVZ heeft een literatuuronderzoek verricht naar de stand van de wetenschap en praktijk van VIN.

Nadere informatie

Voor 2016 worden de volgende prestaties apart, dat wil zeggen naast de prestatie Terhandstelling van een URgeneesmiddel,

Voor 2016 worden de volgende prestaties apart, dat wil zeggen naast de prestatie Terhandstelling van een URgeneesmiddel, Artikel 1 Beloning van zorgprestaties Net als voorgaande jaren zal Zilveren Kruis in 2016 farmaceutische zorgprestaties separaat van de prestatie Terhandstelling van een UR-geneesmiddel belonen. Voor 2016

Nadere informatie

Zorgverzekering en Publieke Gezondheid: Een paar apart? Geert van Hoof. arts Maatschappij en Gezondheid medisch adviseur Medisch Advies Groep CZ

Zorgverzekering en Publieke Gezondheid: Een paar apart? Geert van Hoof. arts Maatschappij en Gezondheid medisch adviseur Medisch Advies Groep CZ Zorgverzekering en Publieke Gezondheid: Een paar apart? Geert van Hoof arts Maatschappij en Gezondheid medisch adviseur Medisch Advies Groep CZ Presentatie RAC, 29 september 2014 Voorstellen Geert van

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-7013

BELEIDSREGEL BR/CU-7013 BELEIDSREGEL BR/CU-7013 Eerstelijns psychologische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef, en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B vertegenwoordigd door G te H tegen C te D en E te F Zaak : Geneeskundige zorg, continue glucose monitoring Zaaknummer : 2011.01672 Zittingsdatum : 4 april 2012

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68712 20 december 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 december 2016, kenmerk

Nadere informatie

1. Algemeen. 2. Definities

1. Algemeen. 2. Definities Ditzo Reglement Farmaceutische zorg 2019 Dit Reglement is onder voorbehoud van goedkeuring door de NZa, vanaf 01-01-2019 is de definitieve versie beschikbaar op onze site. 1. Algemeen Dit Reglement is

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, vertegenwoordigd door E tegen C te D Zaak : Geneeskundige zorg, MRI, ontbreken verwijzing door huisarts of medisch specialist Zaaknummer : 2009.02007 Zittingsdatum

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU 2148 EERSTELIJNSDIAGNOSTIEK

BELEIDSREGEL BR/CU 2148 EERSTELIJNSDIAGNOSTIEK BELEIDSREGEL BR/CU 2148 EERSTELIJNSDIAGNOSTIEK Op grond van artikel 57, eerste lid, onderdeel en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

1 INLEIDING 1.1 KLANT OF PATIËNT

1 INLEIDING 1.1 KLANT OF PATIËNT DEEL I 1 INLEIDING Deze Kleine Gids begint met een korte bespreking over de wetgeving die van belang is in de apotheek. Van de twee belangrijkste wetten, de Geneesmiddelenwet en de Opiumwet, wordt een

Nadere informatie

4.1 Geneeskundige zorg in het kader van individuele zorg bij tuberculose en infectieziekten

4.1 Geneeskundige zorg in het kader van individuele zorg bij tuberculose en infectieziekten BELEIDSREGEL Beleidsregel overige geneeskundige zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen Zaak Zaaknummer : 2008.01532 Zittingsdatum : 20 mei 2009 : A te B vs C te D, in deze vertegenwoordigd door E te F : Farmaceutische zorg, PEP (postexpositieprofylaxe) startset

Nadere informatie

Bij deze brief ontvangt u de herziene Beleidsregel toezichtkader zorgplicht zorgverzekeraars Zvw.

Bij deze brief ontvangt u de herziene Beleidsregel toezichtkader zorgplicht zorgverzekeraars Zvw. Aan alle zorgverzekeraars Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres Onderwerp Datum

Nadere informatie

BINDEND ADVIES , p. 1/6

BINDEND ADVIES , p. 1/6 BINDEND ADVIES Partijen : A te B, tegen C en D, beide te E Zaak : Farmaceutische zorg, dimethylfumaraat, psoriasis Zaaknummer : 2010.02142 Zittingsdatum : 6 juli 2011 2010.02142, p. 1/6 Geschillencommissie

Nadere informatie

Experiment bekostiging verpleging en verzorging

Experiment bekostiging verpleging en verzorging BELEIDSREGEL Experiment bekostiging verpleging en verzorging Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B tegen C en E beide te D Zaak : Slenderen Zaaknummer : 2009.01692 Zittingsdatum : 13 januari 2010 1/6 Geschillencommissie Zorgverzekeringen (prof. mr. A.I.M. van

Nadere informatie

Onderdeel III sub d, aanpassing van de definitie beroepsbeoefenaar met toelichting:

Onderdeel III sub d, aanpassing van de definitie beroepsbeoefenaar met toelichting: NOTITIE 24 januari 2012 Aanpassing Gedragscode Geneesmiddelenreclame Inleiding In verband met de wijziging van de Geneesmiddelenwet per 1 januari 2012 en inwerkingtreding van nieuwe Beleidsregels gunstbetoon

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B tegen C en E beide te D Zaak : Alternatieve geneeswijzen Zaaknummer : 2009.02583 Zittingsdatum : 22 september 2010 1/6 Geschillencommissie Zorgverzekeringen (prof.

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B tegen C te D Zaak : Geneeskundige zorg, MRI, eigen risico, telefonische toezegging Zaaknummer : 2011.02529 Zittingsdatum : 18 april 2012 2011.02529, p. 1/5 Geschillencommissie

Nadere informatie

Reglement Farmaceutische zorg Restitutie 2018

Reglement Farmaceutische zorg Restitutie 2018 Postbus 2705 6401 DE Heerlen T 088-35 35 763 Postbus 2296 5600 CG Eindhoven T 088-35 35 764 www.aevitae.com info@aevitae.com Reglement Farmaceutische zorg Restitutie 2018 Inhoudsopgave pag. 1 Algemeen

Nadere informatie

Transparantie-eisen aan apotheken

Transparantie-eisen aan apotheken Transparantie-eisen aan apotheken Toelichting bij de verplichte informatieverstrekking door apotheken aan consumenten Juni 2013 2 Inhoud 1. Vooraf 5 2. Transparantie-eisen voor apotheken en zorgverzekeraars

Nadere informatie

Rapport naar aanleiding van het inspectiebezoek aan Apotheek van Maarseveen op 9 april 2019 te Hilversum. Utrecht, April 2019

Rapport naar aanleiding van het inspectiebezoek aan Apotheek van Maarseveen op 9 april 2019 te Hilversum. Utrecht, April 2019 Rapport naar aanleiding van het inspectiebezoek aan Apotheek van Maarseveen op 9 april 2019 te Hilversum Utrecht, April 2019 Inhoud 1 Inleiding 4 1.1 Onderzoeksvragen 4 1.2 Onderzoeksmethode 4 1.3 Toetsingskader

Nadere informatie

Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg

Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg BELEIDSREGEL Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst bij toetsingskader medicatieveiligheid Utrecht, oktober 2018 Begrip Verklaring Bekwaam en bevoegd Bekwaam zijn houdt in het beschikken over kennis en vaardigheid: kennis over de

Nadere informatie

Beleidsregel verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg

Beleidsregel verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg BELEIDSREGEL Beleidsregel verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

4.1 Geneeskundige zorg in het kader van individuele zorg bij tuberculose en infectieziekten

4.1 Geneeskundige zorg in het kader van individuele zorg bij tuberculose en infectieziekten BELEIDSREGEL Beleidsregel overige geneeskundige zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

Samenwerking en betaalbaarheid palliatieve zorg op maat

Samenwerking en betaalbaarheid palliatieve zorg op maat Uit een analyse van de NZa blijkt de regelgeving voor palliatieve zorg voor zorgaanbieders niet altijd helder te zijn. Hieronder geven we een toelichting op veel gestelde vragen. 1 Inzet specialistisch

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B, tegen C en D, beide te E Zaak : Geneeskundige zorg, besnijdenis, hoogte vergoeding Zaaknummer : 2013.00354 Zittingsdatum : 4 december 2013 2013.00354,

Nadere informatie

Basiszorg verzekerd?

Basiszorg verzekerd? Rapport Basiszorg verzekerd? Signalement verzekerde prestaties Zorgverzekeringswet versus aanspraken Ziekenfondswet Op 8 september 2005 uitgebracht aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nadere informatie

ANONIEM Bindend advies

ANONIEM Bindend advies ANONIEM Bindend advies Partijen : A te B vs C te D Zaak : Hulpmiddelenzorg, wijziging prothesemaker Zaaknummer : ANO07.369 Zittingsdatum : 21 november 2007 1/6 BINDEND ADVIES Zaak: ANO07.369 (Hulpmiddelenzorg,

Nadere informatie

4.1 Geneeskundige zorg in het kader van individuele zorg bij tuberculose en infectieziekten

4.1 Geneeskundige zorg in het kader van individuele zorg bij tuberculose en infectieziekten BELEIDSREGEL Beleidsregel overige geneeskundige zorg Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B tegen C te D en E te F Zaak : Geneeskundige zorg, huisartsenzorg, plegen te bieden Zaaknummer : 2010.01599 Zittingsdatum : 16 maart 2011 1/7 Geschillencommissie

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B, vertegenwoordigd door mevrouw C te D, tegen E te F en G te H Zaak : Farmaceutische zorg, vergoeding niet-gecontracteerde zorgverlener Zaaknummer : 2012.00781

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, in deze vertegenwoordigd door C te D vs E te F Zaak : Geneeskundige zorg, medisch specialistische zorg, MoM heupprothese, buitenland Zaaknummer : ANO07.202 Zittingsdatum

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5094

BELEIDSREGEL BR/CU-5094 BELEIDSREGEL Dyslexiezorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige dochter vs. C te D Zaak : geneesmiddelen (Melatonine) Zaaknummer : ANO06.88 Zittingsdatum

Nadere informatie

NAN 2006 Richtlijn 1 Behandelingsovereenkomst

NAN 2006 Richtlijn 1 Behandelingsovereenkomst NAN 2006 Richtlijn 1 Behandelingsovereenkomst Versie: 26 februari 2007 Auteur: KNMP/WINAp Leeswijzer richtlijn 1 Hoofdstuk 1 van de NAN 2006 gaat over de behandelingsovereenkomst conform de Wet op de geneeskundige

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B vs C te D Zaak : Geneeskundige zorg, buitenland, 3-D microneurolyse ten behoeve van het opheffen van een HNP op niveau L3-4 en het verwijderen van een sequester,

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, in deze vertegenwoordigd door C te D vs E te F Zaak : Geneeskundige zorg, buitenland, Metal on Metal Resurfacing techniek (MoM heupprothese) Zaaknummer : ANO07.201

Nadere informatie

Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD)

Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD) BELEIDSREGEL Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD) Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Leijten (SP) en Van Gerven (SP) over de vergoeding van een morfinepomp (2016Z00850).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Leijten (SP) en Van Gerven (SP) over de vergoeding van een morfinepomp (2016Z00850). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B tegen C te D en E te F Zaak : Geestelijke gezondheidszorg, eerstelijns psychologische zorg, vereiste BIG-registratie zorgverlener Zaaknummer : 2010.01505 Zittingsdatum

Nadere informatie

Beleidsregel experiment bekostiging verpleging en verzorging

Beleidsregel experiment bekostiging verpleging en verzorging Beleidsregel Beleidsregel experiment bekostiging verpleging en verzorging Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B vs. C te D Zaak : geneeskundige zorg, plastische chirurgie, Pure Tumescente liposculpture Zaaknummer : ANO06.154 Zittingsdatum : 20 december 2006 1/5 Zaak: ANO06.0154,

Nadere informatie

Inkoop vanuit meerdere perspectieven. Mirjam de Bruin. Perspectief kosten

Inkoop vanuit meerdere perspectieven. Mirjam de Bruin. Perspectief kosten Inkoop vanuit meerdere perspectieven Mirjam de Bruin Perspectief kosten Thema inkoopbeleid geneesmiddelen welke nieuwe middelen beheersing prijzen middelen mogelijkheden efficiënte inkoop voorkomen spillage

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B vertegenwoordigd door G, tegen C te D en E te F Zaak : Geestelijke gezondheidszorg, eerstelijns psychotherapie, vereiste BIG-registratie zorgverlener Zaaknummer

Nadere informatie

Functionele beschrijving en bekostiging en de farmacie

Functionele beschrijving en bekostiging en de farmacie Functionele beschrijving en bekostiging en de farmacie Symposium Ketenzorg, functionele beschrijvingen en Apotheekvergoeding 2011 Henk van Vliet, Raadsadviseur NZa 16 september 2010 Stand van zaken Farmacie

Nadere informatie

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders voor zover deze de prestatie Stoppen-met-rokenprogramma leveren.

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders voor zover deze de prestatie Stoppen-met-rokenprogramma leveren. REGELING Stoppen-met-rokenprogramma Gelet op de artikelen 36 derde lid, 37 eerste lid aanhef onder a, 38 derde en zevende lid van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders voor zover deze de prestatie Stoppen-met-Rokenprogramma leveren.

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders voor zover deze de prestatie Stoppen-met-Rokenprogramma leveren. Regeling CU/NR-703 Stoppen-met-Roken-programma Gelet op de artikelen 36, derde lid, 37, zevende lid, 38, derde lid, en artikel 40, vierde lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg - (Wmg), heeft de

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B tegen C en E beide te D Zaak : EU/EER, geneeskundige zorg, hoogtechnologisch draagmoederschap Zaaknummer : 2011.01779 Zittingsdatum : 22 februari 2012 2011.01779,

Nadere informatie

Bijlage bij Monitor betaalbaarheid en contractering apotheekzorg. Bronnen en methoden

Bijlage bij Monitor betaalbaarheid en contractering apotheekzorg. Bronnen en methoden Bijlage bij Monitor betaalbaarheid en contractering apotheekzorg Bronnen en methoden februari 2018 Inhoud 1. Methoden 4 2. Begrippenlijst 6 3 1. Bronnen en methoden Om deze monitor te maken heeft de NZa

Nadere informatie

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die dyslexiezorg 1 als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) leveren.

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die dyslexiezorg 1 als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) leveren. REGELING Tijdelijke regeling dyslexiezorg Gelet op: de artikelen 37, 38, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg); de beleidsregel Dyslexiezorg, kenmerk BR/CU-5076; de regeling Declaratiebepalingen

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Verrichtingenlijst ten behoeve van DBC s

BELEIDSREGEL BR/CU Verrichtingenlijst ten behoeve van DBC s BELEIDSREGEL BR/CU-2020 Verrichtingenlijst ten behoeve van DBC s Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B tegen C te D, in deze vertegenwoordigd door E te F Zaak : Verblijf, herstellingsoord Zaaknummer : 2009.00689 Zittingsdatum : 18 november 2009 1/6 Geschillencommissie

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : Mevrouw A te B, tegen C en D beide te E Zaak : Farmaceutische zorg, dimethylfumaraat (Psorinovo ), psoriasis, voorschrijvend arts Zaaknummer : 2012.02465 Zittingsdatum

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B, vertegenwoordigd door C te D, tegen E en F, beide te G Zaak : Farmaceutische zorg, medicinale cannabis Zaaknummer : 2011.02852 Zittingsdatum : 10 oktober

Nadere informatie

Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg

Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, vertegenwoordigd door E tegen C te D Zaak : EU/EER, Geneeskundige zorg, revalidatie Villa Cento Passi Zaaknummer : 2009.00990 Zittingsdatum : 10 maart 2010 1/8

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 maart 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 maart 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Bijlage 1 Uitgangspunten en inhoud van Zvw-pgb

Bijlage 1 Uitgangspunten en inhoud van Zvw-pgb Bijlage 1 Uitgangspunten en inhoud van Zvw-pgb Onderhandelingsresultaat overeengekomen door Per Saldo, ZN en VWS Uitgangspunten: Per 1 januari 2015 worden, indien de wijziging van het Besluit zorgverzekering

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, tegen C en E beide te D Zaak : Farmaceutische zorg, voorschrijvend arts Zaaknummer : 2009.01831 Zittingsdatum : 23 juni 2010 1/5 Geschillencommissie Zorgverzekeringen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 362 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten, teneinde te voorkomen dat zorgverzekeraars zelf zorg verlenen

Nadere informatie

heeft krachtens de paragrafen 2 en 4 van hoofdstuk 4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg)

heeft krachtens de paragrafen 2 en 4 van hoofdstuk 4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) PRESTATIEBESCHRIJVINGBESCHIKKING Nummer Datum ingang Datum beschikking Datum verzending TB/CU-5075-03 1 januari 2015 17 december 2014 19 december 2014 Volgnr. Geldig tot Behandeld door 3 onbepaald directie

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR-0040

BELEIDSREGEL AL/BR-0040 BELEIDSREGEL Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

Proefplaatsing CPAP: hulpmiddelenzorg of geneeskundige zorg zoals medisch-specialisten die plegen te bieden?

Proefplaatsing CPAP: hulpmiddelenzorg of geneeskundige zorg zoals medisch-specialisten die plegen te bieden? Onderwerp: Samenvatting: Proefplaatsing CPAP geneeskundige zorg Door de continue inhoudelijk deskundige inbreng en de eindverantwoordelijkheid van de medisch specialist tijdens de proefperiode is het CVZ

Nadere informatie

WORKSHOP: DE ROL VAN DE OPENBAAR APOTHEKER IN 2025

WORKSHOP: DE ROL VAN DE OPENBAAR APOTHEKER IN 2025 WORKSHOP: DE ROL VAN DE OPENBAAR APOTHEKER IN 2025 INSPIRE klantenevenement 14 november 2013 Inhoud Farmacie 2013 Workshop scenario analyse Toekomstbeeld VJA Praktijkvoorbeelden Visiedocument Jonge Zorgverleners

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Correspondentie

Nadere informatie

Beleidsregel Zorg op afroep van de patiënt en zorg geleverd in een inloopkliniek

Beleidsregel Zorg op afroep van de patiënt en zorg geleverd in een inloopkliniek BELEIDSREGEL Beleidsregel Zorg op afroep van de patiënt en zorg geleverd in een inloopkliniek Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt

Nadere informatie

In de werkgroep over DIS/TTP heeft het CBP in meerdere instanties nadrukkelijk op deze aandachtspunten gewezen.

In de werkgroep over DIS/TTP heeft het CBP in meerdere instanties nadrukkelijk op deze aandachtspunten gewezen. POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20 TEL 070-381 13 00 FAX 070-381 13 01 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en

Nadere informatie

Bijlage 1: Nadere voorwaarden en tarieven 2016

Bijlage 1: Nadere voorwaarden en tarieven 2016 Bijlage 1: Nadere voorwaarden en tarieven 2016 In aanvulling op de bepalingen uit artikel 3 lid 1 tot en met 4 van deze overeenkomst en de vigerende NZa-beleidsregels en prestatiebeschrijvingbeschikking

Nadere informatie

Nederlandse Zorgautoriteit

Nederlandse Zorgautoriteit Nederlandse Zorgautoriteit De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer dr. A. Klink Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 2870 Vragen van de leden

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG-17150

BELEIDSREGEL BR/REG-17150 BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen voor logopedie Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B vs C te D. Zaak Zaaknummer : 2008.00832 Zittingsdatum : 5 november 2008 : Telefoonkosten en verblijf en verzorging tijdens opname in Dominicaanse Republiek 1/5

Nadere informatie

Op welke vragen geeft dit digitale kaartenboek antwoord?

Op welke vragen geeft dit digitale kaartenboek antwoord? Op welke vragen geeft dit digitale kaartenboek antwoord? Wie doet wat in de bekostiging, verstrekking, financiering en het pakketbeheer van specialistische en? Hoe kan een specialistisch worden bekostigd?

Nadere informatie