Biologische agentia. Onderzoek naar de blootstelling aan biologische agentia bij de brandweer. Auteur: B. van Veen. Plaats: Yde. Datum:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Biologische agentia. Onderzoek naar de blootstelling aan biologische agentia bij de brandweer. Auteur: B. van Veen. Plaats: Yde. Datum: 17-11- 2002"

Transcriptie

1 Biologische agentia Onderzoek naar de blootstelling aan biologische agentia bij de brandweer Auteur: B. van Veen Plaats: Yde Datum: Organisatie: Hulpverleningsdienst Groningen

2 Voorwoord Deze werkopdracht is gemaakt in het kader van module 3 van de opleiding Hogere Veiligheidskunde. Module 3 staat in het teken van het herkennen en beoordelen van gezondheidsrisico s. Als arbo-coördinator van de regionale brandweer Groningen heb ik gekozen voor het onderwerp Biologische Agentia omdat de brandweer tijdens repressief optreden met deze agentia in contact kan komen en er nog weinig over is geschreven. Het is geen diep wetenschappelijk onderzoek, maar een handreiking hoe om te gaan met biologische agentia. De werkopdracht kan dienen als onderdeel voor het opstellen van een risico-inventarisatie (RI) of een aanvulling op een bestaande RI en als basis voor een voorlichtingstraject voor de brandweer. Voor deze werkopdracht heb ik, naast literatuuronderzoek, deskundigen van de GGD, Arbodiensten en brandweercollega s geraadpleegd. Zij hebben mij voorzien van voldoende informatie en handvatten om deze werkopdracht te kunnen maken. Graag wil ik ze bedanken voor de tijd die ze hiervoor hebben vrijgemaakt. B. van Veen 2

3 Inhoudsopgave VOORWOORD... 2 INHOUDSOPGAVE... 3 SAMENVATTING... 4 VERKLARENDE WOORDENLIJST INLEIDING BIOLOGISCHE AGENTIA WAT WORDT VERSTAAN ONDER BIOLOGISCHE AGENTIA CATEGORIE-INDELING VAN BIOLOGISCHE AGENTIA INDELING NAAR AARD VAN DE WERKZAAMHEDEN INVLOED VAN BIOLOGISCHE AGENTIA OP DE MENS Het menselijk afweersysteem Besmettingswegen ZIEKTEVERSCHIJNSELEN ALS GEVOLG VAN EEN BESMETTING DOOR BIOLOGISCHE AGENTIA INFECTIES ALLERGIEËN TOXINEN DE WET- EN REGELGEVING ARTIKELEN UIT HET ARBOBESLUIT BIOLOGISCHE AGENTIA IN RELATIE TOT BRANDWEERTAKEN BIOLOGISCHE AGENTIA EN DE BRANDWEERTAKEN PREVENTIEVE MAATREGELEN NAZORG BIJ EEN MOGELIJKE BESMETTING CONCLUSIES/AANBEVELINGEN CONCLUSIES AANBEVELINGEN LITERATUURLIJST BIJLAGE BIJLAGE B. van Veen 3

4 Samenvatting Tijdens repressief optreden kan de brandweer in contact te komen met biologische agentia(ba). Door de vele uit te voeren taken kunnen deze contacten ook divers zijn. Direct bloedcontact, zoals bij slachtoffers die betrokken zijn bij een verkeers- of bedrijfsongeval, is het meest bekend, maar ook slachtoffers met ernstige brandwonden, het redden van vee uit gierkelders en het wegpompen van rioolwater tijdens wateroverlast vormen een risico. Het risico wordt bepaald door de kans op besmetting maal het effect dat zal optreden. Het risico s is moeilijk te kwantificeren omdat dit van diverse factoren afhankelijk is. Zo spelen de hoeveelheid micro-organismen, die men in het lichaam krijgt en de lichamelijke gesteldheid een grote rol. Deze werkopdracht is geen diep wetenschappelijk onderzoek maar een handreiking waarin wordt aangegeven bij welke werkzaamheden de brandweer met BA in contact kan komen, hoe contact kan worden voorkomen en hoe te handelen bij een mogelijke besmetting. Er heeft geen onderzoek plaatsgevonden bij welke concentraties ziekteverschijnselen optreden omdat de werkzaamheden van de brandweer in steeds wisselende omstandigheden plaatsvinden. Uit gesprekken met korpsleden en leidinggevenden van een vijftal brandweerkorpsen kwam naar voren dat men onvoldoende kennis heeft van BA. De aanwezige kennis over BA bestaat uit het nemen van preventieve maatregelen om een mogelijke besmetting door het hepatitis B, C- en HIVvirus te voorkomen. Echter ook hierbij is het, door het ontbreken van een protocol, voor velen onduidelijk hoe te handelen indien toch sprake is van een mogelijke besmetting. Uit de inventarisatie die bestond uit literatuuronderzoek en gesprekken met deskundigen 1 kan worden opgemaakt dat de brandwacht een infectie, virus of allergie op kan lopen. Echter door het gebruik van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen, de juiste hygiënische maatregelen en door niet te roken, eten en drinken wordt het risico om een besmetting op te lopen klein geacht. Het grootste risico loopt men bij het redden/bevrijden van slachtoffers met ernstige brandwonden en/of die bloed verliezen. De mogelijkheid dat een slachtoffer reeds is geïnfecteerd met het hepatitis B, C- en HIV-virus kan niet worden uitgesloten. Bij direct contact, waarbij contact plaatsvindt tussen het bloed of lichaamsvocht van het slachtoffer en bloed of speeksel van de hulpverlener moet aandacht worden geschonken aan een nazorgtraject. Hoewel de Arbo-diensten een accidentenprotocol hebben is dit voor de regionale brandweer Groningen niet verder uitgewerkt en is het onduidelijk hoe te handelen na een incident, waarbij sprake is van direct contact. Omdat, bij het nemen van de juiste voorzorgsmaatregelen, de kans klein is om besmet te raken en omdat de juiste medische handelingen ook na een incident kunnen worden genomen wordt door de hiervoor genoemde deskundigen geadviseerd om niet preventief te vaccineren tegen het hepatitis B, C- en HIV-virus, zoals wel gebruikelijk is in de gezondheidszorg. Naast de hiervoor genoemde BA bestaat de mogelijkheid om besmet te raken tijdens hulpverleningswerkzaamheden in open water en dan met name in de omgeving van riooloverstorten en tijdens hulpverleningstaken waarbij men in contact komt met afvalstoffen van mens, dier en micro-organismen, zoals op agrarische bedrijven. Uit informatie van de deskundigen van de GGD, Arbo-diensten en van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten is gebleken dat BA bij de brandweer niet aantoonbaar hebben geleid tot arbeidsongeschiktheid. Ook is bij de Arbo-dienst niet bekend hoeveel brandweermensen wel eens een infectie oplopen als gevolg van hulpverleningswerkzaamheden die zij voor de brandweer uitvoeren. De verwachting is dat dit komt omdat het overgrote deel als vrijwillig brandweerman/vrouw optreedt en deze taak dus uitvoert naast het reguliere werk. Door de incubatietijd van circa drie dagen tot drie weken wordt er vaak niet bij stil gestaan waar de infectie is opgelopen: bij de brandweer, eigen werk of zelfs thuis. Aanbevolen wordt om de informatie uit deze werkopdracht te betrekken bij de risico-inventarisaties van de korpsen en conform de Arbo-wet te gebruiken bij het geven van voorlichting en onderricht. 1 Medisch milieukundige van de GGD te Groningen en keuringsartsen van de arbodiensten Ardyn en ArboUnie B. van Veen 4

5 Om bij een mogelijke besmetting juist te handelen dient er een protocol te worden opgesteld, waar men 24 uur per dag mee uit de voeten kan. B. van Veen 5

6 Verklarende woordenlijst Agens Aërosol Allergie Bacterie Biologische agentia (BA) Endotoxine Exotoxine Fecaliën Incubatietijd Infectie Mycotoxinen Parasiet Pathogeen Profylaxe Respiratoir Subklinisch Toxine Virus Zoönosen werkende oorzaak of kracht toestand van een stof die zich verdeelt in kleine deeltjes verspreid in een gas. overgevoeligheidsreactie van het immuunsysteem als gevolg van herhaalde blootstelling aan een lichaamsvreemd molecuul. organisme dat behoort tot een groep van zeer diverse eencellige microorganismen. menselijke endoparasieten of micro-organismen al dan niet genetisch gemodificeerde celstructuren. stof, afkomstig uit de celwand van Gram-negatieve bacteriën die vergiftigingsverschijnselen kan veroorzaken. giftig stofwisselingsproduct dat wordt uitgescheiden door diverse (micro-) organismen. ontlasting. tijd waarbij het micro-organisme zich vermenigvuldigt totdat er voldoende aantallen zijn om een infectieziekte te veroorzaken. besmetting van het lichaam met ziektekiemen en vermeerdering daarvan in het lichaam, vaak gevolgd door een reactie van het immuunsysteem. groep van giftige stofwisselingsproducten die door bepaalde schimmels worden uitgescheiden. afkomstig van, of met kenmerken van een levend organisme dat zich voedt in of op en ten koste van het lichaam van een ander organisme (de gastheer). ziekteverwekkend. preventieve maatregel. met betrekking tot het ademhalingssysteem. met milde ziekteverschijnselen. giftige stof. infectueuze levende organismen die zich alleen in en ten koste van cellen van andere organismen kunnen handhaven en vermenigvuldigen. groep van ziekten bij mensen, die worden veroorzaakt door micro-organismen die van dieren op mensen worden overgedragen. B. van Veen 6

7 1. Inleiding Op een morgen rukt de brandweer uit voor het redden van drie koeien uit een gierkelder. Ze gaan ter plaatse en treffen in de gierkelder drie koeien aan die door de roosters van de stal zijn gezakt. De mobiele kraan van de brandweer kan er niet bij en er moet veel worden geïmproviseerd. Na twee uur zwoegen en de brandwachten besmeurt met mest, is de klus geklaard. Buiten de stal wordt de mest met water van de kleding gespoten en de ploeg keert weer terug naar de kazerne voor een volgende uitruk. Enkele dagen later moet er worden uitgerukt om tijdens wateroverlast overtollig rioleringswater te verpompen en wederom staan ze tot de knieën in afval van anderen. In het kader zijn twee voorbeelden genoemd van een repressieve inzet waarbij brandweermensen in contact staan met biologische agentia (BA) en waar het voor de meeste brandwachten onduidelijk is welke gezondheidsrisico s ze lopen. In Artikel 5 van de Arbo-wet is vastgelegd dat de werkgever verplicht is om een risico-inventarisatie (RI&E) op te stellen. De informatie uit deze werkopdracht kan gebruikt worden bij het hoofdstuk BA van de RI&E. Het doel van deze opdracht is om informatie voor de brandweer te verstrekken over de werkzaamheden waarmee men met BA in contact kan komen, hoe contact met BA kan worden voorkomen en hoe te handelen bij een mogelijke besmetting. Naast het voorlichtingsaspect is de informatie bedoeld voor op te stellen risico-inventarisaties (RI) of als aanvulling op bestaande RI s. De gehanteerde werkwijze voor deze werkopdracht is als volgt: als eerste heeft een verdieping van de theorie plaatsgevonden. Daarbij is gebruik gemaakt van de les- en leerstof van de opleiding Hogere Veiligheidskunde en zijn diverse internetsites (zie literatuurlijst) bezocht. Na het vergaren van deze kennis zijn gesprekken gevoerd met twee keuringsartsen van twee Arbo-diensten. Daarbij was het doel om informatie te verzamelen over ziekteverzuimcijfers die worden veroorzaakt door BA. Verder is informatie ingewonnen bij de medisch milieukundige van de GGD, het NIBRA (Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding) en brandweercollega s. Leeswijzer: Na de inleiding wordt in hoofdstuk 2 informatie over BA gegeven. Zo wordt aandacht geschonken aan de categorie-indeling, de indeling naar de aard van de werkzaamheden en de invloed van BA op de mens. In hoofdstuk 3 worden de ziekteverschijnselen als gevolg van een besmetting door BA beschreven. De van toepassing zijnde wet- en regelgeving komt in hoofdstuk 4 aan de orde. Hoofdstuk 5 vormt de kern van deze werkopdracht en daarin wordt de relatie tussen BA en de taken van de brandweer gelegd. De conclusie en aanbevelingen zijn te vinden in hoofdstuk 6. Vervolgens is de literatuurlijst na hoofdstuk 6 weergegeven en tenslotte worden in bijlage 1 alle relevante ziekten, met toelichting, gerubriceerd. In bijlage 2 zijn de gegevens van bijlage 1 in tabelvorm te vinden. B. van Veen 7

8 2. Biologische agentia Om een juiste beeld te krijgen van de relatie BA en het werk van de brandweer is het van belang, om in zijn algemeenheid, achtergrondkennis over BA te hebben. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat onder BA wordt verstaan, de categorie-indeling en de invloed en ziekteverschijnselen van BA op de mens. 2.1 Wat wordt verstaan onder biologische agentia Biologische agentia zijn werkende stoffen die bestaan uit micro-organismen en die (direct of indirect) drie verschillende soorten gezondheidseffecten kunnen veroorzaken: een infectie, een allergie of een vergiftiging. Afhankelijk van het agens kan men één of meer van deze typen reacties vertonen. Micro-organismen zijn met het blote oog niet zichtbaar. De bekendste zijn virussen en bacteriën, maar ook schimmels en gisten, algen en protozoën (eencellige diertjes) behoren tot de micro-organismen. BA worden onderverdeeld in levende organismen en dode stoffen of structuren afkomstig van levende organismen. Levende organismen zijn o.a. : dieren, planten, bacteriën en virussen, die een aparte groep vormen omdat ze zich niet zelfstandig kunnen voortplanten, maar afhankelijk zijn van cellen van andere organismen. De groep van dode stoffen of structuren van levende organismen omvat uitscheiding- en stofwisselingsproducten van micro-organismen te weten exotoxines, endotoxines en mycotoxines. Verder omvat de groep dode bacterieresten en afgestorven cellen. Daarnaast kan er sprake zijn van stoffen afkomstig van giftige planten, pollen, zaden en andere allergieveroorzakende plantendelen, zoals graanstof. Een speciale plaats nemen genetisch gemodificeerde (micro-)organismen in. Door genetische modificatie wordt het erfelijk materiaal van verschillende organismen gekoppeld en werkzaam gemaakt in één organisme. Hierbij ontstaan nieuwe combinaties van erfelijke eigenschappen, die niet in de natuur voorkomen. Hierdoor kunnen nieuwe micro-organismen ontstaan die schadelijk zijn voor mens en dier. 2.2 Categorie-indeling van biologische agentia BA worden ingedeeld in vier categorieën: Categorie 1. Een agens waarvan het onwaarschijnlijk is dat het bij de mens ziekten zal veroorzaken. Categorie 2. Een agens dat bij mensen een ziekte kan veroorzaken en een gevaar voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers kan opleveren. Hierbij is het onwaarschijnlijk dat het zich onder de bevolking verspreidt en waarvoor een effectieve preventieve maatregel of behandeling bestaat. Categorie 3. Een agens dat bij mensen een ernstige ziekte kan veroorzaken en een groot gevaar voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers kan opleveren, waarvan het waarschijnlijk is dat het zich onder de bevolking verspreidt en waarvoor een effectieve preventieve maatregel of behandeling bestaat. Categorie 4. Een agens dat bij mensen een ernstige ziekte kan veroorzaken en een groot gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers oplevert en waarvan het zeer waarschijnlijk is dat het zich onder de bevolking verspreidt en waarvoor geen effectieve preventieve maatregel of behandeling bestaat. Onwaarschijnlijk dat ziekte wordt Ziekte mogelijk Gevaar werknemers Verspreiding bevolking Effectieve profylaxe of B. van Veen 8

9 veroorzaakt behandeling Categorie 1 ja nee nee Nee nvt Categorie 2 nvt ja ja Nee ja Categorie 3 nvt ja (ernstig) ja (groot) Waarschijnlijk ja Categorie 4 nvt ja (ernstig) ja (groot) zeer nee waarschijnlijk Overzicht categorie-indeling. 2.3 Indeling naar aard van de werkzaamheden Bij het werken met BA zijn grofweg twee soorten werkzaamheden te onderscheiden: 1. Arbeid gericht op het werken met BA zoals in laboratoria en in de zuivelindustrie. 2. Werk dat niet is gericht op het werken met BA, maar waarbij BA wel een reëel risico vormen zoals in de agrarische sector, ziekenhuizen en rioolwaterzuiveringen. De uit te voeren taken van de brandweer vallen in principe onder de tweede categorie. Een uitzondering vormt een repressieve inzet in een omgeving waar gericht met BA wordt gewerkt, echter bij een dergelijke inzet wordt gebruik gemaakt van een aanvalsplan en is er een bedrijfsdeskundige ter plaatse. Op deze kunnen de juiste preventieve maatregelen worden genomen. 2.4 Invloed van biologische agentia op de mens De effecten van blootstelling aan BA kunnen variëren van weinig klachten, zoals chronische verkoudheid, tot ernstige ziekten die de dood tot gevolg kunnen hebben. Een deel van de mensen heeft amper of geen klachten bij (geringe)blootstelling aan BA. Het ziektebeeld dat optreedt is afhankelijk van het agens en kan heel verschillend zijn in verloop en ernst. Of een infectieus agens na binnendringen in het lichaam echt in staat is om ziekteverschijnselen te veroorzaken, hangt onder andere af van de hoeveelheid binnengedrongen (micro-)organisme en de manier van opname in het lichaam. In de volgende paragraven wordt ingegaan op het menselijk afweersysteem en de besmettingswegen Het menselijk afweersysteem Als micro-organismen in contact komen met het menselijk lichaam is er sprake van besmetting. In principe is ons afweersysteem zo ingericht dat het organisme sterft. Pas bij besmetting van het lichaam en wanneer het micro-organisme blijft leven en de kans krijgt om zich sterk te vermeerderen, spreekt men van een infectie. Een infectie is een proces waarbij een microorganisme zich in een weefsel of aan het oppervlak van de huid of slijmvliezen vermenigvuldigt tegen de weerstand van de gastheer in (in ons geval de brandwacht) en daarbij ziekteverschijnselen veroorzaakt. Dit wordt een micro-organisme genoemd die pathogeen (ziekmakend) voor de mens is. Voordat een micro-organisme in staat is om het lichaam te infecteren moet er verschillende verdedigingslinies worden genomen. De mens bezit drie verdedigingslinies in de strijd tegen potentiële ziekteverwekkers: de huid en slijmvliezen, fagocyten (cellen die de binnendringers opeten) en specifieke antilichamen De besmettingswegen Besmetting en de daarop volgende infectie kan plaatsvinden via de huid of slijmvliezen, via de longen en via het maag-darmstelsel. Huid. Besmetting via een gezonde huid is van weinig belang omdat vreemde micro-organismen nauwelijks kunnen overleven op een gezonde huid. De huid is wel kwetsbaar bij riskante werkzaamheden waarbij gevaar bestaat van verwonding door scherpe voorwerpen. Via sneetjes in de huid en schaafwondjes kunnen gemakkelijk infecties optreden. Wanneer de huidbarrière wordt genomen spreekt men van bloed overdraagbare aandoeningen. Voorbeelden zijn hepatitis B, C en HIV (AIDS). Overdracht van deze microorganismen kan ook rechtstreeks plaatsvinden door bloed/bloed contact. Luchtwegen Micro-organismen kunnen ook via de luchtwegen in ons lichaam binnenkomen. Het trilhaar epitheel van de bovenste luchtwegen zorgt ervoor dat het grootste deel de longen niet bereikt omdat ze weer naar buiten worden gewerkt. Indien micro-organismen toch doordringen tot in de longen is daar nog een actief afweersysteem aanwezig die de toch nog binnengedrongen micro- B. van Veen 9

10 organismen onschadelijk maakt. Voorbeelden van besmetting via de longen zijn: legionella en Influenza. Maag/darm Micro-organismen kunnen door inslikken, hand-mond gedrag en onvoldoende persoonlijke hygiëne via de mond in het lichaam terecht komen. De meeste worden in de maag onschadelijk gemaakt. Een gedeelte overleeft echter en kan dan ziekteverschijnselen veroorzaken. Voorbeelden zijn: salmonella en ziekte van Weil B. van Veen 10

11 3. Ziekteverschijnselen als gevolg van besmetting door biologische agentia Ziekteverschijnselen kunnen voortkomen uit diverse soorten infecties, allergieën en toxinen. Deze zullen nader worden toegelicht. 3.1 Infecties Deze vallen grofweg in drie categorieën uiteen: zoönosen, andere infectieziekten en infectieziekten bij mensen met een gestoorde afweer. Zoönosen. Zoönosen zijn ziekten die overdraagbaar zijn van dier op mens, bijvoorbeeld door het eten van besmet vlees, door het inademen van aërosolen van urine van varkens of koeien, of door beten van insecten die besmet bloed van een dierlijke drager bij zich hebben. Voorbeelden zijn: ziekte van Weil, de ziekte van Lyme en Rabiës (hondsdolheid). Andere infectieziekten. Andere infectieziekten zijn onder andere hepatitis A, B en C; Aids, griep, legionella besmetting, mazelen en nekkramp. Infectieziekten bij personen met een gestoorde afweer. Indien micro-organismen al in het lichaam aanwezig zijn door een eerdere infectie, maar niet in actieve vorm, kunnen deze zich opnieuw ontwikkelen. Voorbeelden zijn gordelroos en tuberculose. 3.2 Allergieën Allergenen zijn stoffen die een sterke en specifieke reactie van het menselijk afweersysteem kunnen veroorzaken. De mate waarin een bepaalde stof allergeen is, is mede afhankelijk van de moleculaire complexiteit: hoe groter en complexer de moleculen, des te sterker de allergene werking. Allergische aandoeningen worden veroorzaakt doordat het lichaam onder invloed van de allergene stof antilichamen gaat produceren. Een groot aantal agentia die allergieën veroorzaakt is afkomstig van plantaardige of dierlijke herkomst. Daarnaast produceert een groot aantal micro-organismen allergenen. Allergische reacties komen veel voor op stuifmeel, afkomstig van planten en bomen, en op uitscheidingsproducten van huisstofmijt. In de beroepssfeer kunnen meel- en graanstof en houtstof allergische reacties veroorzaken. 3.3 Toxinen Toxinen zijn in het algemeen een door een organisme geproduceerde giftige stof. Met het woord toxine zonder nadere aanduiding wordt meestal een toxine van een bacterie bedoeld. Bij toxinen kan onderscheid worden gemaakt tussen een exotoxine, endotoxine en mycotoxine. Exotoxine. Een exotoxine wordt geproduceerd en uitgescheiden door de levende bacterie en kan al in zeer kleine hoeveelheid zijn giftige werking uitoefenen. Voorbeelden van ziekten, veroorzaakt door de werking van exotoxinen, zijn: difterie, tetanus, botulisme en sommige vormen van voedselvergiftiging. Endotoxinen Endotoxinen zijn bestanddelen van Gramnegatieve bacteriën en komen daaruit vrij wanneer de celwand kapot gaat; meestal is dat bij het afsterven van de bacterie. Alle endotoxinen hebben ongeveer een zelfde chemische opbouw (het zijn lipopolysachariden) en ook het toxische effect van alle endotoxinen (onafhankelijk van het feit of dit afkomstig is van Escherichia coli, een Salmonella of een andere Gramnegatieve bacterie) is in principe gelijk: alle endotoxinen zijn pyrogeen, dwz. koortsverwekkend. Ook kunnen ze bloeddrukdaling en shock veroorzaken. Mycotoxinen mycotoxinen zijn gifstoffen die worden geproduceerd door schimmels. Een voorbeeld hiervan zijn de aflatoxinen die frequent voorkomen in (bedorven) pinda's. B. van Veen 11

12 4. De Wet- en regelgeving In de Arbo-wet worden BA speciaal benoemd. De in het Arbobesluit genoemde regelgeving is gebaseerd op Europese richtlijnen. In dit hoofdstuk wordt de, op de brandweer van toepassing zijnde, wet- en regelgeving behandeld. 4.1 Artikelen uit het Arbobesluit In onderstaande overzicht worden de artikelen weergegeven die gelden voor werk met kans op blootstelling aan BA. Deze worden vervolgens toegelicht. Art en 4.97 Uitvoeren RI&E Art en 4.89 Nemen van maatregelen Art Registratie/ informatieverstrekking Art Voorlichting Art Informatieplicht AI bij incident met BA Art. 9.2 en 9.3 Naleving regelgeving door werkgever/nemer Art Inwilligen eis tot naleving Art en 4.97 Uitvoeren RI&E Het is verplicht om de BA, waarmee men in contact kan komen, te inventariseren. Daarbij moet de mate en duur van de blootstelling worden beoordeeld. Art en 4.89 Nemen van maatregelen Doeltreffende maatregelen moeten worden genomen om te voorkomen dat personeel wordt blootgesteld aan BA dat schade toe kan brengen aan hun veiligheid of gezondheid. Daarbij dient rekening gehouden te worden met de arbeidshygiënische strategie. Op plaatsen waar gevaar bestaat voor blootstelling aan BA mag niet worden gerookt en er mag geen voedsel of drank worden genuttigd. Art Informatieverstrekking Op verzoek moet aan belanghebbenden, zoals OR en werknemers, informatie worden verstrekt over de totstandkoming van de RI&E en de te nemen maatregelen om blootstelling te voorkomen. Art Voorlichting Aan werknemers die worden blootsgesteld aan BA moet men voorlichting en onderricht geven over onder andere de mogelijke gevaren en de te nemen voorzorgsmaatregelen. Art Informatieplicht AI bij incident met BA Bij een ongeval of incident en dat heeft geleid tot het vrijkomen van een agentia van categorie 3 of 4. Art. 9.2 en 9.3 Naleving regelgeving door werkgever/nemer Men is verplicht als werkgever om de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking te stellen en de werknemer is verplicht om deze te gebruiken. Art Inwilligen eis tot naleving De inspecteur van de Arbeidsinspectie kan een eis opleggen om aan de wetgeving te voldoen. B. van Veen 12

13 5. Biologische agentia in relatie tot brandweertaken Als gevolg van een verkeersongeval is de bestuurder van het voertuig zwaar gewond geraakt. De brandweer is voor de ambulance ter plaatse en omdat de toestand van het slachtoffer snel verslechterd wordt besloten om mond op mond beademing toe te passen. Door de gezichtsverwonding komt de hulpverlener in direct contact met het bloed van het slachtoffer. Na de komst van de ambulance vraagt de hulpverlener aan het ambulancepersoneel hoe te handelen omdat hij bloed in de mond heeft gekregen. Het advies was een prik in het ziekenhuis te halen. Het resultaat was dat hij van het kastje naar de muur werd gestuurd en onvoldoende duidelijkheid kreeg over hoe er medisch gehandeld moet worden na daadwerkelijk bloedbloed of bloed speeksel-contact. Uiteindelijk heeft de bedrijfsarts een monitoring programma opgesteld en is vastgesteld dat er geen besmetting met het hepatitis B, C- of HIV-virus heeft plaatsgevonden. In bovenstaand kader en in de inleiding zijn praktijkvoorbeelden gegeven van situaties waarbij de brandweer in contact kan komen met BA. Om risico s te vermijden is het van belang om te weten bij welke werkzaamheden men in contact met BA kan komen, hoe contact kan worden voorkomen en hoe te handelen bij een mogelijke besmetting. Deze onderwerpen worden achtereenvolgens in dit hoofdstuk behandeld. 5.1 taken De taken van de brandweer kunnen worden afgeleid uit de brandweerwet. In grote lijnen komt het er op neer dat de brandweer de zorg heeft voor: a.) het voorkomen, beperken en bestrijden van brand; b.) het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en c.) het beperken en bestrijden van gevaar voor mens en dier bij ongevallen en rampen, anders dan bij brand. De daadwerkelijke bestrijding, het repressieve optreden, heeft betrekking op het redden van mens en/of dier en overige hulpverleningstaken. Voorbeelden van repressief optreden zijn: 1. het redden van mens en/of dier uit: brandende percelen met rook of andere giftige gassen/dampen gevulde ruimten open water voertuigen gierkelders bomen 2. overige hulpverleningstaken zoals: verkeersongevallen wateroverlast opruimen bomen na stormschade De risico s die de hulpverlener loopt kunnen worden onderverdeeld in de volgende groepen: 1. besmetting door direct contact met geïnfecteerde personen en dieren 2. besmetting door besmette voorwerpen van geïnfecteerde personen en dieren 3. besmetting door BA in water en in van mensen en dieren afkomstige afvalstoffen Ad 1. Van overdracht, door direct contact, bij mensen onderling is sprake bij het Hepatis B, C- en HIV- virus. Onder direct contact wordt verstaan: bloed-bloed, bloed-bloedplasma, bloed-lichaamsvocht en speeksel-bloed contact. Het risico om besmet te worden met het Hepatitis B, C- en HIV-virus is aanwezig bij: het bevrijden van slachtoffers bij verkeers- en bedrijfsongevallen hulpverlening bieden aan gewonde slachtoffers na een ongeval en het redden van slachtoffers met ernstige brandwonden. Bij overdracht door direct contact tussen geïnfecteerde dieren en mens, is sprake bij een besmetting met de Borrelia burgdorferi bacterie, die de veroorzaker is van de Lyme- B. van Veen 13

14 Ad 2. Ad 3. ziekte, miltvuur, de bacterie Coxiella burnetii, die de Q-koorts veroorzaakt en de bacterie Erysipeloïd die de varkensvlekziekte veroorzaakt. Bij overdracht door besmette voorwerpen van geïnfecteerde personen moet men denken aan injectiespuiten en naalden van drugsverslaafden. Deze kunnen besmet zijn met het hepatitis B, C- en HIV-virus. Onder besmetting door BA in water en, van mensen en dieren afkomstige, afvalstoffen worden micro-organismen verstaan die zich bevinden in water, mest, rioleringssystemen en open water. Overdracht vindt plaats door het via de mond binnen krijgen van de bacteriën Het risico om besmet te worden met BA die zich bevinden mest, rioleringswater en open water is aanwezig bij: duikwerkzaamheden redden van dieren uit gierkelders hulpverleningswerkzaamheden bij kippenmesterijen het verpompen van rioleringswater (bijvoorbeeld bij wateroverlast) blussen met hoge druk stralen. Voorbeelden van ziekten die men op kan lopen bij de hiervoor genoemde werkzaamheden zijn: Ziekte van Weil, Cryposporidiose, Hepatitis A, Legionellose, Campylobacteriose, Tetanus, Salmonellose en Escherichia coli. 5.2 Preventieve maatregelen Om gevaren terug te dringen moet men volgens de Arbo-wet de arbeidshygiënische strategie volgen. Dit betekent dat de bron als eerste moet worden aangepakt en als laatste stap gebruik mag worden gemaakt van persoonlijke beschermingsmiddelen. Ten aanzien van BA en de relatie met het repressief optreden van de brandweer gaat deze strategie niet op en is men aangewezen op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Zoals in de paragrafen en 5.1 is aangegeven kan besmetting plaatsvinden door direct contact, via de mond en maag-darmkanaal en via de luchtwegen. Te allen tijde mag men niet roken, eten en drinken bij werkzaamheden waarbij men in contact kan komen met BA. Om te voorkomen dat men besmet raakt door direct contact, zoals bloedbloed contact, moet uitrukkleding, inclusief handschoenen, worden gedragen. Bij verkeersongevallen moeten tevens, onder de brandweerhandschoenen, latex handschoenen worden gedragen. Bij mond op mond-beademing dient men gebruik te maken van een hulpstuk dat direct contact vermijdt. Men dient zich te bedenken dat kleine verwondingen bij de hulpverlener een toegang kunnen zijn voor bacteriën en virussen. Om besmetting te voorkomen wordt in bepaalde beroepen gebruik gemaakt van preventieve vaccinatie. Preventieve vaccinatie heeft voor- en nadelen. Het voordeel is dat men gedurende een bepaalde periode gevrijwaard is van de ziekte waarvoor men is ingeënt. De nadelen zijn de kosten en de onbekendheid hoe de betrokkene op de vaccinatie zal reageren. Omdat, bij het nemen van de juiste voorzorgsmaatregelen, de kans klein wordt geacht om besmet te raken en omdat de juiste medische handelingen ook na een incident kunnen worden genomen wordt door de geraadpleegde deskundigen 2 geadviseerd om niet preventief te vaccineren. Bij werkzaamheden waarbij men in aanraking komt met open water, rioleringswater en mest is het van belang om te zorgen dat water, mest e.d. niet via de mond in het maag-darmkanaal terechtkomen. Bij duikwerkzaamheden moet naast het duikpak gebruik gemaakt worden van een volgelaatmasker. Bij reddingswerkzaamheden in een gierkelder moet ook gebruik gemaakt worden van adembescherming. Dit voor zowel mogelijk opspattende fecaliën als schadelijke dampen. 2 Medisch milieukundige van de GGD te Groningen en keuringsartsen van de arbodiensten Ardyn en ArboUnie B. van Veen 14

15 Een goed gesloten waadpak, dat na afloop makkelijk kan worden gereinigd, is ook van belang. Bij werkzaamheden in bossen of onder bomen moet de uitrukkleding gesloten worden gedragen. 5.3 Nazorg bij een mogelijke besmetting Bij een mogelijke besmetting met het Hepatitis B, C- of HIV-virus moet bij bloedcontact op een intacte huid, onmiddellijk het bloed goed worden afgewassen met ruim water. Bij verwondingen met voorwerpen, waaraan zich bloed bevindt, de wond goed door laten bloeden, zo mogelijk onder lauwwarm stromend water en niet uitzuigen! Is de mond in contact geweest met bloed of bloedbevattende lichaamsvochten, dan moet de getroffen plaats gespoeld worden met veel water. Vervolgens moet in overleg met de bedrijfsarts een monitoring traject worden afgebroken Over het uitvoeren van een monitoring-programma bestaat momenteel onvoldoende duidelijkheid. Omdat de brandweer 24 uur per dag in aanraking kan komen met de hiervoor genoemde agentia is het gewenst dat er een protocol wordt opgesteld hoe de eerste uren/dagen na en incident moet worden gehandeld. Bij het opstellen van het protocol moeten zowel brandweer als Arbo-diensten worden betrokken. Bij werkzaamheden waarbij men in contact komt met open water, rioleringswater of mest en dit per ongeluk in de mond krijgt moet men de mond goed spoelen met water. Omdat de mogelijkheid aanwezig is dat er toch water en/of mest in het maag-darmkanaal komt is het mogelijk dat er alsnog besmetting optreedt. Het tijdstip waarop ziekteverschijnselen zich openbaren is afhankelijk van de incubatietijd. Deze kan uiteen lopen van 3 dagen tot 3 weken, afhankelijk van de bacterie. Het is dus van belang om eventuele ziekteverschijnselen in de gaten te houden, zodat eventuele informatie over de plaats waar een mogelijke besmetting is opgelopen door kan worden gegeven aan de arts. Deze kan de juiste medische handelingen nemen. De meeste ziekten die worden veroorzaakt door vervuild water genezen op natuurlijke wijze of met antibiotica. Het is van belang dat de kleding, inclusief de handschoenen, na een inzet met BA grondig wordt gereinigd. Uitrukkleding moet naar de wasserij en waadpakken moeten, met name indien ze in contact met mest zijn geweest met warm water en zeep worden gereinigd. Lichaamsdelen die in contact zijn geweest met BA moeten goed met warm water en zeep worden gereinigd. B. van Veen 15

16 6. Conclusies/aanbevelingen 6.1 Conclusies Uit gesprekken met leden en leidinggevenden van een vijftal brandweerkorpsen blijkt dat er onvoldoende bekendheid is met betrekking tot BA. In de les- en leerstof van het NIBRA (Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding) wordt in de module Gevaarlijke stoffen, op het niveau brandwacht 1, aandacht aan BA geschonken en dan betreft het alleen stoffen die worden opgeslagen en/of vervoerd en die voorzien zijn van de juiste etikettering. Ondanks dat het werk van de brandweer niet is gericht op het werk met BA is de kans om een infectie, vergiftiging of allergie op te lopen aanwezig. Hoe groot die kans is, is niet zondermeer aan te geven omdat dit van meerdere factoren afhankelijk is. De hoeveelheid micro-organismen, de wijze van besmetting en de fysieke gesteldheid spelen daarbij een rol. Er heeft geen diepgaand onderzoek plaatsgevonden omdat de werkzaamheden van de brandweer in steeds wisselende omstandigheden plaatsvinden. Bij het gebruik van de juiste persoonlijke beschermings-middelen en de juiste hygiënische maatregelen, zoals niet roken, eten, drinken en het reinigen van de kleding wordt het risico om een besmetting op te lopen door deskundigen 3 klein geacht. Mogelijke besmetting door het hepatitis B, C- en HIV-virus vormt momenteel het grootste risico. Direct contact met een slachtoffer via bloed of speeksel hoeft echter nog geen besmetting te betekenen, wel moet aandacht worden geschonken aan het nazorgtraject. Er is geconstateerd dat er bij de regionale brandweer Groningen geen nazorgprotocol bestaat. Omdat, bij het nemen van de juiste voorzorgsmaatregelen, de kans klein wordt geacht om besmet te raken en omdat de juiste medische handelingen ook na een incident kunnen worden genomen wordt door de geraadpleegde deskundigen 2 geadviseerd om niet preventief te vaccineren tegen het hepatitis B, C- en HIV-virus, zoals wel gebruikelijk is in de gezondheidszorg. Naast de besmetting, door het hepatitis B en C -en HIV-virus, loopt de brandweer de kans om besmet te raken tijdens hulpverleningswerkzaamheden in open water en dan met name in de omgeving van riooloverstorten en tijdens hulpverleningstaken waarbij men in contact komt met afvalstoffen van mens, dier en micro-organismen, zoals op agrarische bedrijven. Er is tijdens brandweeroptreden nog onvoldoende bekend over een mogelijke besmetting door de legionella-bacterie. Momenteel vindt onderzoek plaats naar de aanwezigheid van de legionellabacterie in de watertank van de autospuiten. Theoretisch is het mogelijk dat de legionella-bacterie zich in de watertank ontwikkelt. Dit kan plaatsvinden indien een voertuig in een verwarmde stallingruimte staat en het water niet regelmatig wordt ververst. Uit informatie van de deskundigen van de GGD, Arbo-diensten en van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten is gebleken dat BA wel een risico vormen, maar dat deze niet hebben geleid tot arbeidsongeschiktheid. Ook is bij de Arbo-dienst niet bekend hoeveel brandweermensen wel eens een infectie oplopen als gevolg van hulpverleningswerkzaamheden die zij voor de brandweer uitvoeren. De verwachting is dat dit komt omdat het overgrote deel als vrijwillig brandweerman/vrouw optreedt en deze taak dus uitvoert naast het reguliere werk. Door de incubatietijd die varieert van enkele dagen tot zelfs maanden wordt er vaak niet bij stil gestaan waar de infectie is opgelopen: bij de brandweer, eigen werk of zelfs thuis. 6.2 Aanbevelingen 1) Voorlichting. Door de onvoldoende kennis over BA wordt geadviseerd om actief voorlichting aan de korpsen te geven. Deze voorlichting dient, naast informatie over BA, te bestaan uit de onderdelen: wat kan gebeuren ; hoe kan het worden voorkomen en als het toch gebeurt. Omdat bij mondelinge voorlichting niet iedereen wordt bereikt en omdat regelmatig nieuwe brandwachten 3 Medisch milieukundige van de GGD te Groningen en keuringsartsen van de arbodiensten Ardyn en ArboUnie B. van Veen 16

17 bij de korpsen komen wordt aanbevolen om ook schriftelijk informatie, als naslagwerk, te verstrekken. 2) Les- en leerstof. Tot op heden wordt er nagenoeg geen aandacht in de les- en leerstof aan BA besteedt. Aanbevolen wordt om met name in de modules persoonlijke bescherming, niveau brandwacht en hulpverlener, niveau brandwacht 1 e klasse, hier aandacht aan te schenken. 3) Opstellen nazorgprotocol. Te allen tijde moet worden voorkomen dat brandweermensen in onzekerheid blijven of ze een besmetting met het Hepatitis B, C- of HIV-virus hebben opgelopen. Geadviseerd wordt om een nazorgprotocol op te stellen dat aansluit bij het zgn. accidentenprotocol van de Arbo-dienst en waar de brandweer-organisatie 24 uur per dag mee uit de voeten kan. 4) De Risico Inventarisatie en Evaluatie s (RI&E s) aanvullen De blootstelling aan biologische agentia vormt een apart onderdeel van de risico inventarisatie. Slechts incidenteel wordt, naast een mogelijke besmetting door Hepatitis B en HIV, gesproken over andere BA. Geadviseerd wordt om de RI&E s aan te vullen, zodat er een completer beeld ontstaat over de risico s die men loopt en welke maatregelen genomen moeten worden bij blootstelling aan BA 5) Legionella Bij een steekproef is geconstateerd dat in de watertank van de autospuit zich de legionellabacterie had gevormd. Weliswaar niet in grote hoeveelheden, maar het verdient de nodige aandacht. Momenteel vindt nader onderzoek plaats. Geadviseerd wordt om tot het moment dat nadere gegevens bekend zijn regelmatig het water in de tank te vervangen om op die manier de vorming van de bacterie tegen te gaan B. van Veen 17

18 Literatuurlijst Arbo- informatieblad 9, van SDU Uitgevers Arbo-wet 1998 Arbobesluit, Art.4.84 t/m Jaarboek Arbo en binnenmilieu 2001, hoofdstuk 18 en 19. Uitgeverij Samsom Rapport Oriëntatie op volksgezondheid en water in de stad, opgesteld door de Grontmij, in opdracht van het Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling. Risico-inventarisatie en evaluatie gericht op biologische agentia, hoofdstuk E1-1. Uitgever onbekend. Signaleringsrapport Beroepsziekten 1999 van het Nederlands centrum voor beroepsziekten. Brochure Modelbeheersplan Legionella-preventie in leidingwater van het ministerie van VROM Internet-site Internet-site Internet-site Internet-site Internet-site B. van Veen 18

19 Bijlage 1 Ziekteverschijnselen door biologische agentia in relatie tot brandweertaken Infectieziekten Hepatitis A Hepatitis-A (categorie 2) wordt veroorzaakt door het hepatitis A-virus. De aandoening verloopt meestal goedaardig en duurt zes tot acht weken. Er is geen behandeling met medicijnen. De ziekte moet een natuurlijk beloop hebben. De verschijnselen treden na de incubatietijd van twee tot zes weken op en doen denken aan griep. Hepatitis A gaat meestal gepaard met geelzucht, het donker worden van de urine en het ontkleuren van de ontlasting. Hepatitis-A wordt overgebracht door het eten en drinken van voedsel of water dat verontreinigd is met fecaliën. Tijdens blussingswerkzaamheden waar gebruik wordt gemaakt van open water, het verpompen van water tijdens wateroverlast en tijdens duikwerkzaamheden. Om besmetting met het hepatitis-a virus te voorkomen moet er voor worden gezorgd dat men geen vervuild water binnenkrijgt. Duikers moeten gebruik maken van een volgelaat masker. Nazorg. Na een inzet goede persoonlijke hygiëne toepassen en rekening houden met de incubatietijd. Hepatitis B Hepatitis-B (categorie 3) is een ernstige vorm van leverontsteking. Hepatitus-B kan chronisch worden en besmettelijk blijven. Het hepatitis B-virus is zeer besmettelijk en 100 maal besmettelijker dan het HIV-virus. Voor acute hepatitis B bestaat er geen behandeling met medicijnen. De incubatietijd is twee tot zes maanden. Door een infectie kan men zich erg ziek voelen. Maar het kan ook zijn dat men er niets van merkt. Men kan het virus onder de leden hebben en dus besmettelijk zijn voor anderen. Het virus verdwijnt in de meeste gevallen binnen een half jaar. Hepatitis-B wordt overgedragen door bloedcontact met geïnfecteerd menselijk bloed, bloedplasma en lichaamsvocht, seksueel contact, snijwonden en prikverwondingen. Het risico voor de brandweer om besmet te worden met hepatitis-b is vooral bij direct bloedcontact met slachtoffers, die reeds besmet zijn met het virus (dragers). Verder vormen slachtoffers met brandwonden, waarbij direct contact kan optreden met bloedplasma en lichaamsvocht een risico. Om een besmetting van het hepatitis B-virus te voorkomen wordt er van uitgegaan dat de standaard uitrukkleding wordt gedragen. Op deze wijze blijft het lichaam beschermd tegen direct contact. Het dragen van geschikte handschoenen is tevens van belang, met name omdat kleine wondjes aan de handen regelmatig voorkomen en juist die potentiële besmettingsplaatsen zijn. Tijdens een hulpverleningsinzet moeten latexhandschoenen onder de gebruikelijke werkhandschoenen worden gedragen. Bij een inzet bij brand is dit vanwege de hitte niet mogelijk en dient men te vertrouwen op de brandweerhandschoen, die overigens in veel situaties voldoende is. Bij mond op mond beademing moet men gebruik maken van hulpmiddelen, waardoor direct contact wordt vermeden. Nazorg. B. van Veen 19

20 Bij bloedcontact op een intacte huid, het bloed goed afwassen met ruim water. Bij verwondingen met voorwerpen, waaraan zich bloed bevindt, de wond goed door laten bloeden, zo mogelijk onder lauw-warm stromend water en niet uitzuigen! Daarna de huid drogen en behandelen met een ontsmettingsmiddel. Is de mond in contact geweest met bloed of bloedbevattende lichaamsvochten, dan moet de getroffen plaats gespoeld worden met veel water. In overleg met de bedrijfsarts wordt een monitoring traject opgezet. Hepatitis C Hepatitis-C (categorie 3) is een ernstige vorm van leverontsteking. Het is een veel voorkomende vorm van hepatitis en spuitende drugsgebruikers. Besmetting kan plaatsvinden via bloedcontact. De klachten zijn meestal vermoeidheid, soms vage buikklachten en misselijkheid en bij uitzondering geelzucht. Voor de wijze van overdracht, de relatie met de brandweer en de te nemen voorzorgsmaatregelen zijn gelijk aan hepatitits B. AIDS AIDS wordt veroorzaakt door het HIV-virus (categorie 3). De ziekte is veel minder besmettelijk dan het hepatitis-b virus.de incubatietijd is lang en wordt geschat op gemiddeld acht of negen jaar. HIV dringt vooral cellen van het afweersysteem binnen, en dwingt die cellen het virus te vermenigvuldigen. Het heeft een afname van de specifieke afweer tot gevolg, hetgeen zich openbaart in een scala van symptomen. Het meest opvallend is het optreden van infecties, neurologische verschijnselen en kwaadaardige gezwellen. Gelijk aan hepatitis-b en C Gelijk aan hepatitis-b en C Gelijk aan hepatitis-b en C Nazorg. Gelijk aan hepatitis-b en C Bijzonderheden. Gelijk aan hepatitis-b en C Zoönosen Lyme-ziekte Lyme-ziekte wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi (categorie 2) en valt onder de groep zoönosen. De bacterie wordt overgebracht door een tekenbeet. Rond de plaats van de beet van een besmette teek ontstaat in ongeveer de helft van de gevallen een rode verkleuring van de huid; later (soms na maanden tot zelfs jaren) kunnen ziekteverschijnselen ontstaan van de hersenen (met name een soort hersenvliesontsteking), van de gewrichten en van het hart. Het heeft een afname van de specifieke afweer tot gevolg, hetgeen zich openbaart in een scala van symptomen. Het meest opvallend is het optreden van infecties, neurologische verschijnselen en kwaadaardige gezwellen. Door met het virus besmette teken. Teken zetten zich met hun monddelen vast in de huid, waar ze een klein gat maken en bloed opzuigen en zo een besmetting veroorzaken. Werken onder bomen en struiken en het opruimen van omgewaaide bomen. Het dragen van uitrukkleding en deze goed gesloten te houden is voldoende. B. van Veen 20

21 Nazorg. Plek waar de teek is verwijderd regelmatig controleren en indien verkleuring optreedt direct contact met een arts opnemen. Bijzonderheden. Bestrijding van teken kan in de meeste gevallen slechts geschieden op de gastheer zelf, waarbij moet worden zorggedragen de teek niet fijn te knijpen of in tweeën te trekken. De inhoud kan bij ziekteoverdragende soorten zeer infectieus zijn. Het is aan te bevelen om voor de verwijdering van de teek een tekentang te gebruiken om te voorkomen dat delen in de huid achterblijven. Ziekte van Weil De ziekte van Weil wordt veroorzaakt door de bacterie Leptospirose. (categorie 2). Leptospirose is een verzamelnaam voor een groep ziekten die door het geslacht Leptospira worden veroorzaakt. De bacterie kan o.a. door de bruine rat in de urine worden uitgescheiden en zo in water (kanalen, plassen, enz.) terechtkomen. Door in besmet water te zwemmen kan de mens de ziekte oplopen (m.n. 's zomers, de bacterie overleeft slecht in koud water). De incubatietijd bedraagt één tot drie weken, daarna begint de acute fase van de infectie. De ziekte wordt gekenmerkt door koorts, hoofdpijn en spierpijn, gevolgd door bindvliesontsteking. In ernstige gevallen kunnen verstoring in nier- en leverfunctie optreden. In enkele gevallen is de ziekte fataal. De meeste patiënten herstellen spontaan na ongeveer twee weken. De infectieroute loopt van de urine van besmette dieren via water, voorwerpen of grond naar wonden of slijmvliezen van de mens. Bij duikwerkzaamheden, het gebruik van open water als bluswater, en het verpompen van rioleringswater tijdens perioden van wateroverlast is de kans op besmetting aanwezig. Niet roken, eten en drinken. Bij duikwerkzaamheden een volgelaatmasker en handschoenen gebruiken. Voor de niet brandweerduiker geldt dat naast de uitrukkleding een waadbroek moet dragen. Cryptosporidiose Cryptosporidiose (categorie 2) is een infectie en de incubatietijd is drie tot zes dagen. Na de incubatietijd ontstaat acute diarree, die gepaard gaat met puikpijn. De ziekte duurt ca. drie weken en gaat spontaan weer over. Besmetting kan plaatsvinden omdat fecaliën in het maag-darm kanaal komen. Redden van vee uit mestkelders Niet roken, eten en drinken. Dragen van waadpak. Nazorg. Kleding en lichaamsdelen die in contact zijn gekomen met mest goed reinigen. Varkensvlekziekte Erysipeloïd (categorie 2) is een bacterie die bij varkens voorkomt. Na besmetting wordt de huid rood en de onderliggende gewrichten kunnen pijnlijk worden. De infectie blijft meestal lokaal. Genezing treedt op na behandeling met antibiotica. Besmetting kan plaatsvinden tussen besmet vlees en wondjes. Algemene hulpverlening met dieren. Niet roken, eten en drinken. Dragen van uitrukkleding en handschoenen. Nazorg. B. van Veen 21

22 Kleding en lichaamsdelen die contact hebben gemaakt goed reinigen. Q-koorts Coxiella burnetii (categorie 3)is de veroorzaker van Q-koorts. De incubatietijd duurt gemiddeld twee of drie weken. Bij de mens verloopt de infectie vaak onschuldig. Het kan zich manifesteren met een plotseling optreden van koortsaanvallen, hevige hoofdpijn en algehele malaise. In de acute fase kunnen stoornissen van het maag-darmkanaal voorkomen. De infectie kan overgebracht worden door direct contact met geïnfecteerde dieren. Maar ook door besmet stof en stro. Algemene hulpverlening waarbij dieren zijn betrokken. Niet roken, eten en drinken. Dragen van uitrukkleding. Nazorg. Kleding en lichaamsdelen die contact hebben gemaakt reinigen. Miltvuur Miltvuur (anthrax) (categorie 3) wordt veroorzaakt door de bacterie Bacillus anthracis. De sporen kunnen zeer lang overleven en na vele jaren in de grond te hebben gezeten kunnen ze nog besmettelijk zijn voor vee en mensen. In Nederland komt miltvuur sporadisch voor, maar wordt in dit overzicht meegenomen naar aanleiding van de onrust die in 2001 is ontstaan over mogelijke opzettelijke besmettingen. Er zijn drie soorten: Cutane anthrax, Respiratoire anthrax en Intestinale anthrax. Cutane anthrax komt het meest voor. Er ontstaan zweren op de plaats van besmetting en soms gevolgd door bloedvergiftiging. Respiratoire anthrax veroorzaakt een ontsteking van de borstholte, kortademigheid en het ophoesten van bloed. Deze vorm is zeer gevaarlijk. Intestinale anthrax komt in Nederland nagenoeg niet voor. Cutane anthrax treedt op als de besmetting plaatsvindt door direct contact van besmette dieren of dierlijke producten met de huid. Deze vorm van ziekte komt het meest van de drie soorten voor. Respiratoire anthrax kan als gevolg zijn van inhalatie van bacteriesporen. Intestinale anthrax ontstaat door het eten van onvoldoende verhit vlees. Algemene hulpverlening met dieren en het zeker stellen van verdachte pakketjes met wit poeder. Niet roken, eten en drinken. Afhankelijk van de soort: minimaal dragen van uitrukkleding eventueel met adembescherming. Nazorg. Kleding en lichaamsdelen die in contact zijn gekomen goed reinigen. Legionellose Legionellose of veteranenziekte (categorie 2) wordt veroorzaakt door de legionella-bacterie en kan longontsteking tot gevolg hebben. De bacterie bevindt zich in leidingwater en kan zich vermeerderen in stilstaand water met een temperatuur tussen 25 en 55 graden Celsius. Na besmetting is de incubatietijd twee tot tien dagen. De ziekte begint met een snel opkomende hoofdpijn, spierpijn en een ziek gevoel, gevolgd door longontsteking. Door directe toediening van antibiotica is de ziekte goed te behandelen. B. van Veen 22

Omgaan met biologische agentia

Omgaan met biologische agentia Omgaan met biologische agentia Hoe omgaan met BA Werknemer Werkgever Instructie Procedure Besmettingswijze Besmettingsincident Informatie (RA) Communicatie Hygiëne-voorzieningen PBM BA Gezondheidstoezicht

Nadere informatie

Basisinspectiemodule

Basisinspectiemodule Basisinspectiemodule Blootstelling aan biologische agentia Deze BasisInspectieModule (BIM) is opgesteld aan de hand van de stand van de wetenschap en is geschreven voor intern gebruik door de Inspectie

Nadere informatie

Ziek van water? Verdiepende risico-inventarisatie en -evaluatie biologische agentia bij het werken met proceswater binnen Vlisco Netherlands B.V.

Ziek van water? Verdiepende risico-inventarisatie en -evaluatie biologische agentia bij het werken met proceswater binnen Vlisco Netherlands B.V. Ziek van water? Verdiepende risico-inventarisatie en -evaluatie biologische agentia bij het werken met proceswater binnen Vlisco Netherlands B.V. Man-So Wong Maart 2014 Opbouw presentatie Aanleiding Onderzoeksvraag

Nadere informatie

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen:

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen: IMMUNITEIT 1 Immuniteit Het lichaam van mens en dier wordt constant belaagd door organismen die het lichaam ziek kunnen maken. Veel van deze ziekteverwekkers zijn erg klein, zoals virussen en bacteriën.

Nadere informatie

GEZONDHEIDSINFORMATIE

GEZONDHEIDSINFORMATIE GEZONDHEIDSINFORMATIE voor risicovolle beroepsgroepen vaccinatie DTP en Hepatitis A/B www.vggm.nl GEZONDHEIDSINFORMATIE VOOR RISICOVOLLE BEROEPSGROEPEN Als medewerker kunt u via uw werk risico lopen op

Nadere informatie

SAMENVATTING UITVOERDER P&O-BELEID, UITVOERDER ARBOBELEID EN LEIDINGGEVENDE INFORDOCUMENT TOOL

SAMENVATTING UITVOERDER P&O-BELEID, UITVOERDER ARBOBELEID EN LEIDINGGEVENDE INFORDOCUMENT TOOL INFORDOCUMENT TOOL SAMENVATTING UITVOERDER P&O-BELEID, UITVOERDER ARBOBELEID EN LEIDINGGEVENDE 1 SAMENVATTING Wat zijn biologische agentia? Biologische agentia zijn levende of niet levende organismen van

Nadere informatie

Toolbox-meeting Het gevaar van naalden (van junks) in de liftput

Toolbox-meeting Het gevaar van naalden (van junks) in de liftput Toolbox-meeting Het gevaar van naalden (van junks) in de liftput Inleiding Monteurs van vooral de service en reparatie&renovatie lopen een kans geïnfecteerd te raken met een virus, tengevolge van het (per

Nadere informatie

SAMENVATTING MEDEWERKER

SAMENVATTING MEDEWERKER INFORDOCUMENT TOOL SAMENVATTING MEDEWERKER 1 ARBOCATALOGUS BIOLOGISCHE AGENTIA SAMENVATTING MEDEWERKER SAMENVATTING Wat zijn biologische agentia? Biologische agentia zijn levende of niet levende organismen

Nadere informatie

Biologische agentia bij waterschappen. Algemene inleiding. Biologische agentia: Werken met oppervlakte water 2013 v1.1

Biologische agentia bij waterschappen. Algemene inleiding. Biologische agentia: Werken met oppervlakte water 2013 v1.1 Biologische agentia bij waterschappen Algemene inleiding Afbakening van de Toolboxmeeting Definities (toolbox, onderwerp)..... Doel / doelgroep......... Afbakening........... Tijdsduur en frequentie......

Nadere informatie

Biologische agentia bij waterschappen. Algemene inleiding. Biologische agentia_werken met kadavers & zieke dieren 2013 v1.1

Biologische agentia bij waterschappen. Algemene inleiding. Biologische agentia_werken met kadavers & zieke dieren 2013 v1.1 Biologische agentia bij waterschappen Algemene inleiding Afbakening van de Toolboxmeeting Definities (toolbox, onderwerp)..... Doel / doelgroep......... Afbakening........... Tijdsduur en frequentie......

Nadere informatie

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Besmetting met hepatitis C. rkz.nl

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Besmetting met hepatitis C. rkz.nl Patiënteninformatie Besmetting met hepatitis C rkz.nl Inleiding Door een ongeluk, waarbij u mogelijk in contact bent gekomen met het bloed van iemand met hepatitis C, loopt u kans om met hepatitis C besmet

Nadere informatie

inhoud 1. Wat? 2. Waar? 3. Waarom? 4. Hoe?

inhoud 1. Wat? 2. Waar? 3. Waarom? 4. Hoe? Biologische agentia inhoud 1. Wat? 2. Waar? 3. Waarom? 4. Hoe? 2 3 Wat? De definitie Biologische agentia: (art. 3.) 1 "biologische agentia": micro-organismen, met inbegrip van die welke genetisch zijn

Nadere informatie

Doel van deze opleiding:

Doel van deze opleiding: Doel van deze opleiding: Wat zijn biologische agentia? Hoe kan men besmet geraken? Waar zijn biologische agentia te vinden? Wat zit er in rioolwater? Wat zijn risicovolle werkzaamheden mbt biologische

Nadere informatie

Wat te doen na een Prik of Snij-ongeval

Wat te doen na een Prik of Snij-ongeval Wat te doen na een Prik of Snij-ongeval Wat te doen na een Prik of Snij-ongeval in de St. Anna Zorggroep Voorlichtingsbrochure betreffende bloedoverdraagbare aandoeningen op en door het werk. Algemeen

Nadere informatie

Wat zijn infectieziekten

Wat zijn infectieziekten Wat zijn infectieziekten Infectieziekten zijn ziekten die veroorzaakt worden door micro-organismen. Dit zijn hele kleine, levende deeltjes zoals virussen en bacteriën. Ze worden meestal van de ene mens

Nadere informatie

Hoe groot is het probleem? Om welke stoffen gaat het? Wat zegt de wet er over?

Hoe groot is het probleem? Om welke stoffen gaat het? Wat zegt de wet er over? Samenvatting Dossier Biologische agentia Wat zijn biologische agentia? Definitie Het begrip biologische agentia omvat: kleine levende organismen (bijvoorbeeld bacteriën of schimmels) materiaal van biologische

Nadere informatie

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Besmetting met hepatitis B. rkz.nl

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Besmetting met hepatitis B. rkz.nl Patiënteninformatie Besmetting met hepatitis B rkz.nl Inleiding Door een ongeluk, waarbij u mogelijk in contact bent gekomen met het bloed van iemand met Hepatitis B, loopt u kans om met Hepatitis B besmet

Nadere informatie

VERDIEPENDE CHECKLIST

VERDIEPENDE CHECKLIST INFORDOCUMENT TOOL VERDIEPENDE CHECKLIST 1 Kruis per werksituatie aan of Werken met (zieke) dieren of kadavers komt voor, zoals bijvoorbeeld bij het verwijderen van (dode) dieren uit een val of voor een

Nadere informatie

Hepatitis B vaccinatie voor medewerkers in niet zorgberoepen

Hepatitis B vaccinatie voor medewerkers in niet zorgberoepen Hepatitis B vaccinatie voor medewerkers in niet zorgberoepen Inleiding Hoe belangrijk is een gezonde lever? De lever speelt een centrale rol bij de energiehuishouding, de stofwisseling en de zuivering

Nadere informatie

Besmetting met HIV Inleiding Wat is HIV Wat is AIDS

Besmetting met HIV Inleiding Wat is HIV Wat is AIDS Besmetting met HIV Inleiding Door een ongeluk, waarbij u mogelijk in contact bent gekomen met het bloed van iemand met HIV of AIDS, loopt u kans om met HIV besmet te raken. Juist bij een ongeluk gaat alles

Nadere informatie

Wat zijn infectieziekten en hoe te handelen op school.

Wat zijn infectieziekten en hoe te handelen op school. Wat zijn infectieziekten en hoe te handelen op school. Infectieziekten Infectieziekten zijn ziekten die veroorzaakt worden door micro-organismen. Dit zijn hele kleine, levende deeltjes zoals virussen en

Nadere informatie

Wat is Legionella? Legionella heeft een voorkeur voor temperaturen van C (onder 20 C overleeft de bacterie; boven 50 C sterft deze af)

Wat is Legionella? Legionella heeft een voorkeur voor temperaturen van C (onder 20 C overleeft de bacterie; boven 50 C sterft deze af) Wat is Legionella? Legionella is een bacterie Legionella komt voor in water en vochtige bodem Legionella heeft een voorkeur voor temperaturen van 20-50 C (onder 20 C overleeft de bacterie; boven 50 C sterft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 925 Terroristische aanslagen in de Verenigde Staten Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

WAT ZIJN DE VERSCHIJNSELEN VAN HEPATITIS B?

WAT ZIJN DE VERSCHIJNSELEN VAN HEPATITIS B? WAT IS HEPATITIS Hepatitis is een ontsteking van de lever. Er zijn verschillende soorten leverontsteking. Ooit wereldwijd waargenomen zijn hepatitis A t/m H, waarvan hepatitis A, B en C de meest bekenden

Nadere informatie

Legionella pneumophila (veteranenziekte)

Legionella pneumophila (veteranenziekte) Legionella pneumophila (veteranenziekte) Inleiding De legionella-uitbraak in 1999 op de bloemententoonstelling in Bovenkarspel was voor de overheid aanleiding om maatregelen te nemen om een nieuwe uitbraak

Nadere informatie

RABIËS VIRUSKENNER. Onderzoeksverslag 29 MAART 2017

RABIËS VIRUSKENNER. Onderzoeksverslag 29 MAART 2017 RABIËS VIRUSKENNER Onderzoeksverslag 29 MAART 2017 CHRISTELIJK LYCEUM DELFT HT3k, Groep 2 Stijn van der Kolk, Thomas Vlug, Nanne Kluivingh en Oscar Wishaupt INHOUD INLEIDING... 2 OPDRACHT 1 ORIËNTATIE

Nadere informatie

Risico-inventarisatie & evaluatie

Risico-inventarisatie & evaluatie Risico-inventarisatie & evaluatie Dit is een uitgave van: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl September 2013 Deze brochure is ontwikkeld door het voormalig

Nadere informatie

PLANTAARDIGE MATERIALEN EN ALLERGISCHE REACTIES

PLANTAARDIGE MATERIALEN EN ALLERGISCHE REACTIES PLANTAARDIGE MATERIALEN EN ALLERGISCHE REACTIES Gezondheidsrisico s kunnen ontstaan door contact met planten (sap, steel, bladeren, bloem, stuifmeel of pollen, etc.) en zaden (bijvoorbeeld wortelzaden).

Nadere informatie

Informatie over Clostridium difficile

Informatie over Clostridium difficile Informatie over Clostridium difficile 2 Clostridium difficile is een bacterie die bij elk mens in de dikke darm voorkomt. Door toediening van antibiotica kan het evenwicht in de darmen verstoord raken.

Nadere informatie

MICRO-ORGANISMEN A: BACTERIËN

MICRO-ORGANISMEN A: BACTERIËN Naam: Klas: VERWERKING van AGRARISCHE PRODUCTEN MICRO-ORGANISMEN A: BACTERIËN INLEIDING De komende lessen gaan over micro-organismen. In deze les gaan we in op bacteriën. De lessen hierna kijken we ook

Nadere informatie

Wat te doen na een prik of snij-ongeval

Wat te doen na een prik of snij-ongeval Wat te doen na een prik of snij-ongeval Wat te doen na een Prik of Snij-ongeval in de St. Anna Zorggroep Voorlichtingsfolder betreffende bloedoverdraagbare aandoeningen op en door het werk. Algemeen Deze

Nadere informatie

WAT IS HEPATITIS A? Algemene informatie. Dit is een uitgave van: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Postbus BA Bilthoven

WAT IS HEPATITIS A? Algemene informatie. Dit is een uitgave van: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Postbus BA Bilthoven WAT IS HEPATITIS A? Algemene informatie Dit is een uitgave van: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl mei 2013 Deze brochure is ontwikkeld door het voormalig

Nadere informatie

GRIEPVACCINATIE 2012. Waardoor komt het? Wat zijn de verschijnselen? Adviezen

GRIEPVACCINATIE 2012. Waardoor komt het? Wat zijn de verschijnselen? Adviezen GRIEPVACCINATIE 2012 De griepprik zal dit jaar op woensdag 14 november worden gegeven, tussen 15 en 18 uur. Mensen die ervoor in aanmerking komen krijgen ongeveer 2 weken van tevoren een uitnodiging toegestuurd.

Nadere informatie

Micro-organismen. organismen

Micro-organismen. organismen Micro-organismen organismen Agenda Wat zijn micro-organismen? Verschil tussen bacteriën en virussen Wat zijn micro-organismen? Een micro-organisme is niet zichtbaar met het blote oog: Bacteriën (gram positief/negatief)

Nadere informatie

PROTOCOL TER PREVENTIE VAN BLOEDOVERDRAAGBARE AANDOENINGEN. Met instemming PGMR mei 2013 MET INSTEMMING

PROTOCOL TER PREVENTIE VAN BLOEDOVERDRAAGBARE AANDOENINGEN. Met instemming PGMR mei 2013 MET INSTEMMING PROTOCOL TER PREVENTIE VAN BLOEDOVERDRAAGBARE AANDOENINGEN Met instemming PGMR mei 2013 MET INSTEMMING INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 1 INLEIDING... 2 2 VOORKOMEN VAN BLOEDBLOEDCONTACT... 2 2.1 Specifieke

Nadere informatie

INFECTIEZIEKTEN. H.H. TAN, arts 2015

INFECTIEZIEKTEN. H.H. TAN, arts 2015 INFECTIEZIEKTEN H.H. TAN, arts 2015 INFECTIEZIEKTEN 2 - PANDEMIE * Als een epidemie zich naar andere landen verspreidt * Spaanse griep 1918 (20-40miljoen slachtoffers, vnl. jonge, gezonde mensen van

Nadere informatie

Bloedvergiftiging (sepsis)

Bloedvergiftiging (sepsis) Bloedvergiftiging (sepsis) Albert Schweitzer ziekenhuis december 2014 pavo 0661 Inleiding De arts heeft u verteld dat u of uw familielid een bloedvergiftiging heeft. Een bloedvergiftiging wordt meestal

Nadere informatie

PRAKTISCH Hondsdolheid (rabiës)

PRAKTISCH Hondsdolheid (rabiës) PRAKTISCH Hondsdolheid (rabiës) l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n over houden van huisdieren Rabiës oftewel hondsdolheid is één van de bekendste zoönosen

Nadere informatie

Vaccineren van honden Voorkomen is beter dan genezen!

Vaccineren van honden Voorkomen is beter dan genezen! INFORMATIE Vaccineren van honden Voorkomen is beter dan genezen! Vaccineren Als eigenaar verzorgt u uw hond natuurlijk zo goed mogelijk. Immers, een goede voeding en de juiste verzorging houden uw dier

Nadere informatie

Niet altijd treden ziekteverschijnselen op. Als er ziekteverschijnselen optreden, gebeurt dat meestal 3-4 dagen na de besmetting.

Niet altijd treden ziekteverschijnselen op. Als er ziekteverschijnselen optreden, gebeurt dat meestal 3-4 dagen na de besmetting. E. coli infecties (EHEC = Enterohemorragische Escherichia coli ) 1 Wat is het De E-coli bacterie is meestal een onschuldige darmbewoner bij de mens. Er zijn echter ook E.coli bacteriën waarvan je ziek

Nadere informatie

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A Naast deze infokaart over hepatitis zijn er ook infokaarten beschikbaar over: infectieziekten algemeen, tuberculose, seksueel overdraagbare aandoeningen, jeugd en onveilig vrijen en jeugd en vaccinatie.

Nadere informatie

Hepatitis A en B. informatie over hepatitis A en B en andere vakantietips. Gezond op reis. Gezond weer thuis.

Hepatitis A en B. informatie over hepatitis A en B en andere vakantietips. Gezond op reis. Gezond weer thuis. Hepatitis A en B informatie over hepatitis A en B en andere vakantietips Gezond op reis. Gezond weer thuis. Waarom is het verstandig u te beschermen tegen hepatitis A en B? Hepatitis A en B zijn infecties

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 2 biologie CSE GL en TL Deze bijlage bevat informatie. 800045-2-617b Ziek van de natuur Lees eerst informatie 1 tot en met 4 en beantwoord dan vraag 36 tot en met 52.

Nadere informatie

Nationaal Hepatitis Centrum Kenniscentrum voor Hepatitis. Hepatitis A

Nationaal Hepatitis Centrum Kenniscentrum voor Hepatitis. Hepatitis A Nationaal Hepatitis Centrum Kenniscentrum voor Hepatitis Hepatitis A Hepatitis Hepatitis is een ontsteking van de lever. Als de ontsteking ontstaat door een virus, spreekt men van virale hepatitis. Virale

Nadere informatie

BCOU PROTOCOL NIEUWE INFLUENZA A H1N1, DE ZOGENAAMDE MEXICAANSE GRIEP, VERSIE 26 AUGUSTUS 2009 / IVK

BCOU PROTOCOL NIEUWE INFLUENZA A H1N1, DE ZOGENAAMDE MEXICAANSE GRIEP, VERSIE 26 AUGUSTUS 2009 / IVK BCOU PROTOCOL NIEUWE INFLUENZA A H1N1, DE ZOGENAAMDE MEXICAANSE GRIEP, VERSIE 26 AUGUSTUS 2009 / IVK MEDE OP BASIS VAN NOTITIE NUOVO Teksten voor website PCOU en Willibrord Het H1N1-influenzavirus (de

Nadere informatie

Hoe lang en hoe vaak op een dag krijgt u de antibiotica?

Hoe lang en hoe vaak op een dag krijgt u de antibiotica? Antibiotica Antibiotica Antibiotica zijn medicijnen die worden gebruikt bij infecties die worden veroorzaakt door bacteriën. Deze infecties ontstaan doordat bacteriën het lichaam binnendringen en zich

Nadere informatie

13. Gevaarlijke stoffen: biologische factoren

13. Gevaarlijke stoffen: biologische factoren Het arbothemablad Gevaarlijke stoffen: biologische factoren is onderdeel van de Arbocatalogus Tuincentra. Het is bedoeld voor werkgevers en medewerkers om te voldoen aan de verplichtingen uit de Arbo-wet.

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Bloedvergiftiging. of sepsis

PATIËNTEN INFORMATIE. Bloedvergiftiging. of sepsis PATIËNTEN INFORMATIE Bloedvergiftiging of sepsis 2 PATIËNTENINFORMATIE Inleiding De arts heeft u verteld dat u of uw naaste een bloedvergiftiging heeft, ook wel sepsis genoemd. Een sepsis is een complexe

Nadere informatie

Hoe krijg je hepatitis B?

Hoe krijg je hepatitis B? Hepatitis B Hepatitis B is een infectie van de lever, veroorzaakt door het hepatitis B-virus. In Nederland wordt dit virus vooral overgedragen door seksueel contact. Het dringt via de slijmvliezen van

Nadere informatie

INFECTIES VOORKOMEN KANKERCENTRUM UZ GENT. Onco_hemato_015

INFECTIES VOORKOMEN KANKERCENTRUM UZ GENT. Onco_hemato_015 INFECTIES VOORKOMEN KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_015 INHOUDSTAFEL 01 Wat is een infectie? 3 02 Verhoogd risico op infectie 3 03 U beschermen tegen infecties 4 04 Belangrijke aandachtspunten bij het

Nadere informatie

Protocol handelen bij besmettelijke ziekten

Protocol handelen bij besmettelijke ziekten Marsstraat 2, 1716 WH Opmeer Postbus 53, 1715 ZH Spanbroek Tel: 0226 352552 directie.ruimteschip@skowestfriesland.nl R.K. Basisschool t Ruimteschip www.bsruimteschip.nl Protocol handelen bij besmettelijke

Nadere informatie

Hepatitis B vaccinatie

Hepatitis B vaccinatie Hepatitis B vaccinatie De lever speelt een centrale rol bij de stofwisseling van eiwitten, vetten en suikers en de zuivering van het bloed. Soms raakt de lever ontstoken. In zo n geval is er sprake van

Nadere informatie

MRSA Ongevoelige of resistente bacterie

MRSA Ongevoelige of resistente bacterie MRSA Ongevoelige of resistente bacterie Via deze folder proberen wij u antwoord te geven op enkele van de meest gestelde vragen over MRSA. Wat is MRSA? Staphylococcus aureus, is een bacterie die in veel

Nadere informatie

WEES WIJS, GA BESCHERMD OP REIS

WEES WIJS, GA BESCHERMD OP REIS WEES WIJS, GA BESCHERMD OP REIS Gezondheidsinformatie voor de Hadj en Umrah www.vggm.nl WEES WIJS, GA BESCHERMD OP REIS GEZONDHEIDSINFORMATIE VOOR DE HADJ EN UMRAH Tijdens de jaarlijkse bedevaart reizen

Nadere informatie

H.40009.1115. Bloedvergiftiging (Sepsis)

H.40009.1115. Bloedvergiftiging (Sepsis) H.40009.1115 Bloedvergiftiging (Sepsis) Inleiding De arts heeft u verteld dat u of uw familielid een bloedvergiftiging heeft. Een bloedvergiftiging wordt ook wel sepsis genoemd. Een sepsis is een complexe

Nadere informatie

Spoelwormen leven in de darmen van honden en katten.

Spoelwormen leven in de darmen van honden en katten. Darmparasieten komen zowel bij honden als bij katten zeer regelmatig voor. De vaakst voorkomende besmettingen zijn die met spoelwormen en lintwormen. Af en toe zien we ook infecties met giardia. Ook aan

Nadere informatie

PRAKTISCH Toxoplasmose

PRAKTISCH Toxoplasmose PRAKTISCH Toxoplasmose l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n over houden van huisdieren Toxoplasmose is een belangrijke zoönose. Dat betekent dat deze ziekte

Nadere informatie

Informatieblad. Veilig en gezond werken. Lyme-ziekte. bron: website RIVM

Informatieblad. Veilig en gezond werken. Lyme-ziekte. bron: website RIVM Informatieblad Lyme-ziekte Veilig en gezond werken bron: website RIVM Wat u moet weten van tekenbeten en Lyme- ziekte Iedereen die op de één of andere manier met de natuur in aanraking komt, moet rekening

Nadere informatie

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten (R-zinnen)

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten (R-zinnen) Document Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel Tel 02 553 03 55 - Fax 02 553 80 06 beleid@lne.vlaanderen.be Onderwerp Status versie datum auteur R-zinnen en S-zinnen

Nadere informatie

Allereerst wensen wij iedereen natuurlijk een beestachtig en gelukkig 2014 toe!

Allereerst wensen wij iedereen natuurlijk een beestachtig en gelukkig 2014 toe! Nieuwsbrief Januari 2014 Allereerst wensen wij iedereen natuurlijk een beestachtig en gelukkig 2014 toe! Wij staan in het nieuwe jaar weer voor u en uw huisdieren klaar! Ik wilde het over het nut en het

Nadere informatie

Hepatitis B vaccinatie

Hepatitis B vaccinatie Hepatitis B vaccinatie De lever speelt een centrale rol bij de stofwisseling van eiwitten, vetten en suikers en de zuivering van het bloed. Soms raakt de lever ontstoken. In zo n geval is er sprake van

Nadere informatie

l s c h a p s d i e r e n PRAKTISCH ZOÖNOSEN l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e www.licg.nl over houden van huisdieren

l s c h a p s d i e r e n PRAKTISCH ZOÖNOSEN l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e www.licg.nl over houden van huisdieren PRAKTISCH ZOÖNOSEN l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n over houden van huisdieren Zoönosen: ziekten bij dieren die overgedragen kunnen worden op mensen

Nadere informatie

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen 1 van 8 Rzinnen & S zinnen Datum: 18032013 Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: Rzinnen R 1 R 2 R 3 R 4 R 5 R 6 R 7 R 8 R 9 R 10 R 11 R 12 R 14 R 15 R 16 R 17

Nadere informatie

Informatie over het norovirus

Informatie over het norovirus Informatie over het norovirus 2 Net als in andere Nederlandse ziekenhuizen en zorginstellingen komt er in het Ommelander Ziekenhuis Groningen af en toe buikgriep onder patiënten voor. Vaak is het norovirus

Nadere informatie

1. Vragen over de hepatitis B aandachtscampagne

1. Vragen over de hepatitis B aandachtscampagne VRAAG EN ANTWOORD Hepatitis B aandachtscampagne: Zeg Nee!...Tegen hepatitis B 1. Vragen over de hepatitis B aandachtscampagne Q. Wat is het doel van de campagne? A. We willen Chinezen woonachtig in Rotterdam

Nadere informatie

Biologische agentia. in de pluimveeverwerkende industrie

Biologische agentia. in de pluimveeverwerkende industrie Biologische agentia in de pluimveeverwerkende industrie Wat zijn Biologische agentia? Biologische agentia is een verzamelnaam voor allerlei micro-organismen. Denk aan bacteriën, virussen, parasieten en

Nadere informatie

Bijlage IX AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN :

Bijlage IX AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN : Bijlage IX R 1 : In droge toestand ontplofbaar AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN : R 2 : Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken

Nadere informatie

Clostridium difficile

Clostridium difficile Clostridium difficile 2 Inleiding U heeft van uw arts gehoord dat bij u de ziekenhuisbacterie Clostridium difficile aanwezig is. Deze folder geeft informatie over deze bacterie. Ook leest u in deze folder

Nadere informatie

alles over rsv (respiratoir synctieel virus) een handleiding voor ouders

alles over rsv (respiratoir synctieel virus) een handleiding voor ouders alles over rsv (respiratoir synctieel virus) een handleiding voor ouders 1 2 Wat is RSV? RSV staat voor Respiratoir Syncytieel Virus, de meest voorkomende oorzaak van ernstige luchtweginfecties bij baby

Nadere informatie

Module Infectieziekten

Module Infectieziekten Module Infectieziekten De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL Colofon Auteur Esther van Schuur Henriëtte

Nadere informatie

Bloedvergiftiging. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl

Bloedvergiftiging. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl Bloedvergiftiging Informatie voor patiënten F0907-1225 juni 2010 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam 070 357 44

Nadere informatie

Eerste Hulp en infectieziekten

Eerste Hulp en infectieziekten Eerste Hulp en infectieziekten Richtlijnen en adviezen voor de eerstehulpverlener, opgesteld door de Stichting Koninklijke Nationale Organisatie voor Reddingwezen en Eerste Hulp bij Ongelukken Het Oranje

Nadere informatie

> < Veel voorkomende gevaarlijke stoffen. Voorbeelden van gevaarlijke stoffen

> < Veel voorkomende gevaarlijke stoffen. Voorbeelden van gevaarlijke stoffen Voorbeelden van gevaarlijke stoffen Er zijn verschillende soorten gevaarlijke stoffen, met elk hun specifieke schadelijke effecten. Voorbeelden zijn: organische oplosmiddelen cyclische verbindingen zware

Nadere informatie

Hepatitis A. informatie over hepatitis A en andere vakantietips. Gezond op reis. Gezond weer thuis.

Hepatitis A. informatie over hepatitis A en andere vakantietips. Gezond op reis. Gezond weer thuis. Hepatitis A informatie over hepatitis A en andere vakantietips Gezond op reis. Gezond weer thuis. Waarom is het verstandig u te beschermen tegen hepatitis A? Hepatitis A is een infectie van de lever, veroorzaakt

Nadere informatie

BIoLoGIscHE AGENTIA. in de pluimveeverwerkende industrie. biologische agentia brochure.indd :51

BIoLoGIscHE AGENTIA. in de pluimveeverwerkende industrie. biologische agentia brochure.indd :51 BIoLoGIscHE AGENTIA in de pluimveeverwerkende industrie biologische agentia brochure.indd 1 26-05-15 10:51 WAT zijn BIoLoGIscHE AGENTIA? biologische agentia brochure.indd 2 26-05-15 10:51 Biologische agentia

Nadere informatie

Voor meldingen kunt u het formulier downloaden, invullen en opsturen naar de inspectie in uw regio.

Voor meldingen kunt u het formulier downloaden, invullen en opsturen naar de inspectie in uw regio. Legionella is een bacterie die de veteranenziekte kan veroorzaken. De ziekteverschijnselen kunnen variëren van een fikse verkoudheid tot een flinke griep met longontsteking. Infectie vindt plaats door

Nadere informatie

PRAKTISCH VACCINATIE VAN DE HOND

PRAKTISCH VACCINATIE VAN DE HOND l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n PRAKTISCH VACCINATIE VAN DE HOND over houden van huisdieren Vaccinatie is een belangrijke en effectieve manier om ziekten

Nadere informatie

Toolbox-meeting Gevaarlijke stoffen

Toolbox-meeting Gevaarlijke stoffen Toolbox-meeting Gevaarlijke stoffen Unica installatietechniek B.V. Schrevenweg 2 8024 HA Zwolle Tel. 038 4560456 Fax 038 4560404 Inleiding In het dagelijks leven kunnen we niet meer zonder chemische stoffen.

Nadere informatie

Bescherm je kind tegen infectieziekten

Bescherm je kind tegen infectieziekten Bescherm je kind tegen infectieziekten Bijna 95% van alle kinderen in Nederland is gevaccineerd tegen infectieziekten. Door betere hygiëne, een betere gezondheidszorg én door vaccinaties komt sterfte door

Nadere informatie

Inentingen bij huisdieren deel 2: honden

Inentingen bij huisdieren deel 2: honden Inentingen bij huisdieren deel 2: honden Door Marije Blok Het is verstandig uw huisdier(en) te laten inenten tegen verschillende dierziekten. Maar waartegen worden ze nu eigenlijk ingeënt? En waarom is

Nadere informatie

Samenvatting. Een complex beeld

Samenvatting. Een complex beeld Samenvatting Een complex beeld Vroeg herkende lymeziekte na een tekenbeet is goed te behandelen met antibiotica. Het beeld wordt echter complexer als de symptomen minder duidelijk zijn of als de patiënt

Nadere informatie

Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap?

Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap? Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap? De vragen en antwoorden zijn onderverdeeld in vijf groepen: 1 Algemene vragen over de folder...1

Nadere informatie

10 jaar veiligheidsinformatiebladen biologische agentia

10 jaar veiligheidsinformatiebladen biologische agentia 10 jaar veiligheidsinformatiebladen biologische agentia een instrument dat zich heeft bewezen in de praktijk Jolanda Willems en Hans Francken, Expertise centrum toxische stoffen Hans Bos, Intervet U bent

Nadere informatie

ja, tot diarree over is (nee bij toxine) uren tot enkele weken 1 tot 4 dagen van 1 dag vóór tot 6 dagen na het begin van de ziekteverschijnselen

ja, tot diarree over is (nee bij toxine) uren tot enkele weken 1 tot 4 dagen van 1 dag vóór tot 6 dagen na het begin van de ziekteverschijnselen INFECTIEZIEKTESCHEMA VOOR OUDERS Algemeen: een kind dat zich ziek voelt (koorts, hangerig, geen eetlust) behoort thuis te blijven Ziekte Ziekteverschijnselen Incubatietijd Besmettelijk? Wering school Risicogroepen

Nadere informatie

Infobrochure. Bloedtransfusie

Infobrochure. Bloedtransfusie Infobrochure Bloedtransfusie Geachte heer/mevrouw, Tijdens uw opname in het ziekenhuis kan uw arts het noodzakelijk vinden dat u een bloedtransfusie ondergaat. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een

Nadere informatie

Hygiëne Algemeen. Nemen van Hygiënische maatregelen

Hygiëne Algemeen. Nemen van Hygiënische maatregelen Hygiëne Algemeen Nemen van Hygiënische maatregelen Dieren in het wild houden nest, vacht enz schoon Dieren die gehouden worden op veehouderijbedrijven of voor gezelschap Door dieren in huizen en/of hokken

Nadere informatie

Samenvatting. Nederlandse samenvatting

Samenvatting. Nederlandse samenvatting Page 143 Samenvatting Onder normale omstandigheden inhaleert een volwassen menselijke long zo n 11.000 liter lucht per dag. Naast deze normale lucht worden er ook potentieel toxische stoffen en micro-organismen,

Nadere informatie

Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Informatiemap Leptospirosen. Map voor professionals. A.P. Nauta, bedrijfsarts juli 1997 ACHTERGROND DIAGNOSE

Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Informatiemap Leptospirosen. Map voor professionals. A.P. Nauta, bedrijfsarts juli 1997 ACHTERGROND DIAGNOSE Nederlands Centrum voor Beroepsziekten Informatiemap Leptospirosen Map voor professionals A.P. Nauta, bedrijfsarts juli 1997 ACHTERGROND DIAGNOSE PREVENTIE Referenties en nuttige adressen ACHTERGROND Inleiding

Nadere informatie

R-zinnen en S-zinnen. R-zinnen... 2 Gecombineerde R-zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9

R-zinnen en S-zinnen. R-zinnen... 2 Gecombineerde R-zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9 -zinnen en S-zinnen Inhoud Pag. -zinnen... 2 Gecombineerde -zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9 -zinnen (aanduiding bijzondere gevaren, isk-zinnen) -nummer Gevarenaanduiding 1 2 3 4 5

Nadere informatie

14u05-14u50 Geef griep geen kans op de werkvloer. Els De Pinnewaert, verpleegkundig ziekenhuishygiënist

14u05-14u50 Geef griep geen kans op de werkvloer. Els De Pinnewaert, verpleegkundig ziekenhuishygiënist 14u05-14u50 Geef griep geen kans op de werkvloer Els De Pinnewaert, verpleegkundig ziekenhuishygiënist GRIEPVACCINATIE VAN ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden? 1. Griep quiz 2. Wat is seizoensgriep?

Nadere informatie

Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.

Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken. Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken. 3 Ernstig ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.

Nadere informatie

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 1495 woorden 3 april keer beoordeeld

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 1495 woorden 3 april keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 1495 woorden 3 april 2007 6,9 19 keer beoordeeld Vak ANW Inhoud 1. Wat is AIDS? 2. Wat is HIV? 3. Hoe werkt het ziekteverloop van AIDS? 4. Wat doet het immuunsysteem

Nadere informatie

Infecties : Er is een verschil tussen virusziektes en bacteriã«le ziektes. Bij de hond

Infecties : Er is een verschil tussen virusziektes en bacteriã«le ziektes. Bij de hond Infecties : Er is een verschil tussen virusziektes en bacteriã«le ziektes. Bij de hond A virus: Hondenziekte ; HCC ; Parvo ; Aujeszky ; Rabiës ; Corona B bacterie: Ziekte van Weil ; TBC ; Tetanus ; Salmonella

Nadere informatie

Frans vd Veen

Frans vd Veen Kinderen ziek geworden na zwemmen in de Vecht! Recreanten niet meezwemmen M. v.d. Weijden! Zwemtocht A.L.S. Amsterdamse grachten gaat niet door! Botulisme in Ploosche plas Den Bosch. Toename ratten in

Nadere informatie

tuberculose en contactonderzoek

tuberculose en contactonderzoek tuberculose en contactonderzoek Inhoudsopgave p. 3 Waarom ontvangt u deze folder? Meedoen is belangrijk! p. 4 Belangrijk om te weten over tuberculose p. 5 Word ik nu ziek p. 6 Contactonderzoek: meedoen!

Nadere informatie

GRIEPVACCINATIE VOOR ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden?

GRIEPVACCINATIE VOOR ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden? GRIEPVACCINATIE VOOR ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden? WAT IS SEIZOENSGRIEP? WAT IS SEIZOENSGRIEP? > Een acute luchtweginfectie: Plots begin met koorts en rillingen Hoofdpijn Spierpijn Keelpijn

Nadere informatie

Ziekenhuishygiëne en infectiepreventie MRSA

Ziekenhuishygiëne en infectiepreventie MRSA Ziekenhuishygiëne en infectiepreventie MRSA Via deze folder geven wij u antwoorden op de enkele van de meest gestelde vragen over MRSA. Wat is MRSA? Staphylococcus aureus, is een bacterie die in veel gevallen

Nadere informatie

INFECTIERISICO VERMINDEREN

INFECTIERISICO VERMINDEREN INFECTIERISICO VERMINDEREN In deze folder leest u welke maatregelen het UCCZ Dekkerswald treft om de kans op een infectie voor u zo klein mogelijk te maken. Wat is een infectie? Infecties w orden veroorzaakt

Nadere informatie

Hygiëne/infectiepreventie

Hygiëne/infectiepreventie Hygiëne/infectiepreventie Hoe we ervoor zorgen dat u bij een verblijf in het ziekenhuis geen infectie oploopt. Van elke honderd patiënten, die in de Nederlandse ziekenhuizen worden opgenomen, lopen ongeveer

Nadere informatie