Aan de Middellandse Zee

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aan de Middellandse Zee"

Transcriptie

1 5 Aan de Middellandse Zee 36 Achtergrondinformatie 1 De kusten van Zuid-Europa De opkomst van het toerisme Met het begrip toerisme wordt bedoeld dat mensen langer dan 24 uur achter elkaar hun vrije tijd buiten hun eigen woonomgeving doorbrengen. Vanaf 1960 hebben we steeds meer vrije tijd gekregen en zijn we ook steeds meer tijd aan recreatie en toerisme gaan besteden. Tegelijkertijd is onze welvaart toegenomen. We hebben meer geld te besteden en zijn daardoor ook mobieler geworden. Er zijn steeds betere en snellere vervoermiddelen gekomen en we kunnen steeds verder weg. Een midweekje naar een bungalowpark, een weekendje Parijs, een luxe strandvakantie aan de Middellandse Zee: het is allemaal binnen ons bereik gekomen. De wereld lijkt steeds kleiner (globalisering) en toerisme naar verre landen wordt steeds gewoner. Gevolgen van het toerisme Dat al die miljoenen mensen op vakantie gaan, heeft grote gevolgen, zowel positieve als negatieve. Het toerisme levert natuurlijk meer werk op, maar vaak gaat het om tijdelijk werk en ontstaat er een hoge seizoenswerkloosheid. Soms gaan mensen in de toeristenbranche werken, terwijl ze op dat moment hard nodig zijn in de landbouw. Een deel van de bevolking verdient goed in de toeristensector, maar daardoor ontstaan grote verschillen in inkomen en veranderen de verhoudingen in de samenleving. De bevolking is blij met de komst van de toeristen, maar wordt ook geconfronteerd met normen en waarden die heel anders zijn dan die van henzelf. Schaars geklede toeristen of topless zonnende vrouwen worden bijvoorbeeld niet erg gewaardeerd in islamitische landen. Toeristen werken prijsverhogend op de lokale markten, maar dat betekent dat de eigen bevolking ook hogere prijzen moet betalen. De infrastructuur van het land wordt verbeterd, maar dat is tegelijk een enorme aantasting van de oorspronkelijke omgeving. 2 Leven in Zuid-Europa Kurkeiken Een kurkeik lijkt op de zomereik, die veel in Nederland groeit. Maar kurkeiken zijn aangepast aan een warm klimaat, zoals in Spanje, Portugal en Marokko. Ze komen vooral veel voor in het zuiden van Portugal. Een kurkeik moet ongeveer 20 tot 25 jaar oud zijn voor hij voor het eerst geschild kan worden. Dan is de schors zo n 5 centimeter dik. De eerste kurklaag is niet zoveel waard. Voordat de kurkeik kurk kan leveren van voldoende kwaliteit, is hij wel 40 jaar oud. De boom heeft een bijzondere eigenschap: hij maakt een nieuwe laag kurk op de plaats waar de oude is weggehaald. Dat duurt ongeveer 8 tot 10 jaar. De nieuwe kurklaag moet een aantal centi meters dik zijn voordat de kurkschillers een boom weer schillen. De beste kurk komt van zeer oude bomen. Kurkschillers houden bij wanneer ze een boom voor het laatst geschild hebben door een jaartal op de stam te verven. Het schillen vindt plaats in juli en augustus. Dan kan de kale stam weer een nieuw kurklaagje vormen. Dat laagje is nodig als bescherming tegen schadelijke schimmels en dieren. Als een kurkeik is geschild, heeft hij een rode kleur. Na een tijdje wordt de rode kleur steeds donkerder, tot de stam zwart is. Tweedeling in Cyprus Sinds 1974 is Cyprus verdeeld. Onderhandelingen over de hereniging liepen steeds vast. In 2004 verwierpen de Grieks-Cyprioten bijvoorbeeld een herenigingsplan van de Verenigde Naties. Maar sinds april 2008 is de Ledrastraat, een drukke wandelstraat in de hoofdstad Nicosia, voor het eerst in 44 jaar opengesteld voor bewoners van zowel het Turkse als het Griekse deel van het eiland. Tot dat moment waren er vijf plaatsen op Cyprus waar men van het Griekse naar het Turkse deel van het eiland kon gaan.

2 3 Wijzer door Italië Paradijs voor cultuurtoeristen Italië is een paradijs voor cultuurtoeristen. Volgens Unesco bevindt ongeveer 40% van het culturele erfgoed zich op Italiaans grondgebied. Dat erfgoed stamt voor een groot deel uit de tijd van de Romeinen. Het Romeinse Rijk heeft overal in Europa sporen nagelaten. Veel Europese wegen en steden zijn in die tijd ontstaan en sommige oude Romeinse aquaducten worden nog steeds gebruikt. In 476 stortte het Rijk ineen. Vanaf toen vielen verschillende volkeren Europa binnen, zoals de Germanen en de Arabieren. In de 12e eeuw ontstonden de stadstaten. Steden als Venetië, Florence en Genua werden onafhankelijk en heel machtig. Later kwam Italië onder Spaans en Oostenrijks bestuur, en in de tijd van Napoleon onder Frans bestuur. Al die landen hebben hun sporen nagelaten in de Italiaanse cultuur en architectuur. Noord- en Zuid-Italië Pas in 1861 werd Italië verenigd tot één natie met 21 regio s en Rome als hoofdstad. Binnen de grenzen van het land liggen twee onafhankelijke staten: Vaticaanstad in Rome, waar de paus woont, en San Marino, vlak bij Rimini. Er wordt wel gezegd dat Italië eigenlijk uit twee landen bestaat: het rijke, geïndustrialiseerde noorden met als hoofdstad Milaan en het arme, meer op landbouw gerichte zuiden. In het noorden van Italië is de afstand tot de economische centra in Duitsland, Zwitserland en Frankrijk kleiner. Dat geeft de industrie in steden als Turijn en Milaan een grote voorsprong. Mede daardoor is het noorden veel welvarender geworden dan het zuiden. Veel jonge mensen trekken daarom naar Noord-Italië om werk te vinden. De regering probeert wel om de ontwikkeling van het zuiden te stimuleren en de trek naar het noorden af te remmen, maar de verschillen blijven groot. Lega Nord is een Italiaanse politieke partij die in eerste instantie meer autonomie wilde voor het noordelijke deel van Italië, het gebied rond de Povlakte. Maar sinds enkele jaren heeft de partij aangegeven dat ze Padanië (Noord-Italië) onafhankelijk wil laten worden. 37

3 1 De kusten van Zuid Europa Leskern Centraal staan de Zuid-Europese landen die favoriet zijn om naartoe te gaan in de vakantie, omdat ze (op allerlei fronten) anders zijn dan Nederland. Lesdoelen De kinderen weten dat het Middellandse Zeegebied het meest bezochte vakantiegebied ter wereld is. Ze kunnen voor- en nadelen van massatoerisme noemen. Ze kunnen redenen noemen waarom mensen op vakantie gaan naar het Middellandse Zeegebied en Italië in het bijzonder. Ze kunnen een beschrijving geven van de bestaansmiddelen (landbouw en industrie) in het Middellandse Zeegebied. 1 Introductie 10 minuten 2 Opdrachten voorbespreken 5 minuten 3 Opdrachten maken 25 minuten 4 Kort nabespreken 5 minuten leerlingenboek bladzijde werkboek bladzijde 34-35, 40 en 70 antwoordenboek bladzijde 34-35, 40 en 70 kopieerblad Lastige woorden 5.1 Junior Bosatlas eventueel wandkaart van (Zuid-)Europa eventueel software voor extra activiteit 1: oude tijdschriften en reisgidsen Aandachtspunten Neem met de taalzwakke kinderen van tevoren de lastige woorden door. De kinderen kunnen de topografie oefenen op de computer. Sleutelbegrippen en lastige woorden het toerisme, de welvaart, de cultuur, het milieu, de costa s, het binnenland, de ruïne, de architect, de golfbaan, het massatoerisme, overwinteren, de betonkust Topografie Plaatsen: Madrid, Barcelona, Sevilla, Gibraltar (VK), Lissabon, Toulouse, Marseille, Nice, Rome, Milaan, Turijn, Venetië, Napels, Athene, Istanbul, Lefkosia Gebieden: Portugal, Spanje, Andorra, Frankrijk, Monaco, Italië, Vaticaanstad, San Marino, Griekenland, Turkije, Cyprus, Malta, Sicilië Wateren: Middellandse Zee, Po, Straat van Gibraltar, Atlantische Oceaan Gebergte: Pyreneeën 1 Introductie Vertel aan de hand van een wandkaart van (Zuid-) Europa of het kaartje op bladzijde 70 van het werkboek welke landen bij Zuid-Europa horen. Vraag aan de kinderen of zij wel eens in een Zuid-Europees land op vakantie zijn geweest. U vertelt dat de meeste mensen naar Zuid-Europa op vakantie gaan voor de stranden en de zee. Dit heeft te maken met de grote hitte. Vanwege grote aantallen mensen die op de Zuid-Europese stranden afkomen, wordt dit vaak massatoerisme genoemd. Welke kinderen zijn wel eens in Spanje op vakantie geweest? En wie van hen aan een van de costa s? Zo niet, lijkt een vakantie daar hun leuk? 2 Opdrachten voorbespreken Bespreek met de kinderen afbeelding 2 op bladzijde 53 van het leerlingenboek. Vertel vervolgens dat het strandtoerisme in veel kuststreken voor enorme veranderingen heeft gezorgd. Er verrezen hotels en appartementen. Dit kunnen de kinderen zien op afbeelding 4 op bladzijde 54 van het leerlingenboek. 3 Opdrachten maken Bespreek en maak de opdrachten in het werkboek gezamenlijk. Kinderen die het aankunnen, kunnen ook individueel of in groepjes werken. U helpt de zwakkere kinderen dan. Kinderen die klaar zijn met de opdrachten, kunnen steropdrachten 10 en 11 maken. 4 Kort nabespreken Bespreek de antwoorden eventueel kort met de kinderen. U kunt hen ook laten discussiëren naar aanleiding van opdracht 8: Wat kun je doen om het milieu beter te beschermen? 38

4 Extra activiteiten 1 Reisfolder Laat ieder kind op een vel tekenpapier een reisfolder maken van een vakantieland. Er moeten enkele aansprekende teksten op staan en enkele mooie afbeeldingen. Laat de kinderen plaatjes knippen uit oude tijdschriften en reisgidsen of laat hen zelf tekenen. 2 Maak een pictogram Een pictogram is een symbool of afbeelding in plaats van een tekst. Een voordeel is dat deze beeldtaal te begrijpen is voor mensen uit verschillende taalgebieden. Laat de kinderen zelf een pictogram bedenken en tekenen. Het pictogram dat ze ontwerpen, is bedoeld om hotelgasten milieuvriendelijker te maken. Bijvoorbeeld om minder handdoeken te gebruiken, minder lang te douchen of de kraan niet onnodig te laten lopen. 39

5 2 Leven in Zuid Europa Leskern In deze les staat centraal het multiperspectief verkennen van de Zuid-Europese landen (Portugal, Spanje, Andorra, Frankrijk, Monaco, Italië, Vaticaanstad, San Marino, Griekenland, Turkije, Cyprus, Malta). Lesdoelen De kinderen hebben een beeld van het leven in het Middellandse Zeegebied. Ze kennen een aantal landbouwproducten die typisch zijn voor het Middellandse Zeegebied. Ze weten dat de belangrijkste industriegebieden bij de grote steden liggen. Ze kennen een aantal voorbeelden van landen waar vroeger andere grenzen lagen. 1 Introductie 5 minuten 2 Opdrachten voorbespreken 5 minuten 3 Opdrachten maken 30 minuten 4 Kort nabespreken 5 minuten leerlingenboek bladzijde werkboek bladzijde en 40 antwoordenboek bladzijde en 40 kopieerblad Lastige woorden 5.2 Junior Bosatlas eventueel software voor extra activiteit 1: tijdschriften en (supermarkt-)folders, grote vellen papier Aandachtspunten Neem met de taalzwakke kinderen van tevoren de lastige woorden door. De kinderen kunnen de topografie oefenen op de computer. Sleutelbegrippen en lastige woorden de zonkant, irrigeren, het landklimaat, het industriegebied, de smog, de scholier, interessant, het kenteken, de wijngaard, de halfwoestijn, vergrijzen 1 Introductie Het dagritme van Spaanse kinderen en hun ouders verschilt erg van het dagritme dat Nederlandse gezinnen kennen. Het dagritme in Spanje ziet er als volgt uit: 9.00 uur ontbijt uur school uur lunch (warm) uur school uur einde werktijd van de ouders uur avondeten (warm) 22.00/22.30 uur naar bed Vergelijk het dagritme van het Spaanse gezin met het dagritme van de kinderen. Wat is er anders? Waarom is het anders dan bij ons? Wat vind jij ervan? Zou je willen ruilen? 2 Opdrachten voorbespreken Bekijk gezamenlijk een aantal foto s in het leerlingenboek. Op afbeelding 3 liggen bijvoorbeeld doeken onder de boom. Waarom? (Om de olijven op te vangen. Ze schudden of slaan de olijven uit de boom en dan vallen ze op de grond.) Op afbeelding 5 is duidelijk aan de kleur van de stam te zien dat de kurk nog niet zo lang geleden van de boom is geschild. In het bijschrift van afbeelding 6 staat dat Madrid een metropool is. Weten de kinderen nog wat dat is? (Herhaling uit les 1 van hoofdstuk 1: een metropool is een heel grote stad, een wereldstad. Londen en Parijs zijn ook voorbeelden van metropolen.) Op afbeelding 7 is de waas over de foto geen mist, maar vervuiling. Vertel dat veel mensen last van hun keel krijgen van de smog en daarom een kapje voor hun mond dragen. Controleer of iedereen weet hoe de grafiek bij opdracht 6 ingetekend moet worden. 3 Opdrachten maken De kinderen maken zelfstandig de opdrachten in het werkboek. Ze doen dit individueel of in groepjes. U kunt de zwakkere kinderen hierbij helpen. Kinderen die klaar zijn met de opdrachten, kunnen steropdrachten 10 en 11 maken Kort nabespreken Bespreek alleen de werkboekopdrachten als u is opgevallen dat de kinderen een bepaalde opdracht lastig vonden. Besteed extra tijd aan opdracht 1, omdat die vraagt naar de eigen mening van de kinderen. Bespreek met de kinderen waarom ze wel of niet in Zuid-Europa willen wonen.

6 Extra activiteiten 1 Collage maken van Zuid-Europese landbouwproducten De kinderen maken in groepjes van drie of vier een collage van landbouwproducten uit Zuid-Europese landen en de producten die ervan worden gemaakt. Ze verdelen een groot vel in vier vakken en zetten erbij: druiven, olijven, citrusvruchten, kurk. De producten die ervan worden gemaakt, knippen ze uit supermarktfolders of tijdschriften of ze tekenen ze zelf. 2 Smogplan bedenken De kinderen bespreken in groepjes van drie of vier de problemen van smog. Bij opdracht 7 van het werkboek hebben ze al drie manieren bedacht om het smogprobleem op te lossen. Ze proberen met elkaar nog meer manieren te bedenken. Ten slotte stellen ze een plan op dat volgens hen in een grote stad het beste in de praktijk uit te voeren is. 41

7 3 Wijzer door Italië Leskern Centraal in deze les staat het inzoomen op Italië: verschillen en overeenkomsten tussen Noord- en Zuid-Italië en tussen Italië en Nederland. Lesdoelen De kinderen weten iets van de geschiedenis van Italië. Ze kennen de namen en bijzonderheden van enkele grote steden en belangrijke regio s. Ze kunnen verschillen noemen tussen Noord- en Zuid-Italië. Ze weten dat in het Middellandse Zeegebied vulkaanuitbarstingen en aardbevingen voorkomen en waarom. 1 Introductie 10 minuten 2 Opdrachten voorbespreken 5 minuten 3 Opdrachten maken 25 minuten 4 Kort nabespreken 5 minuten leerlingenboek bladzijde werkboek bladzijde antwoordenboek bladzijde kopieerblad Lastige woorden 5.3 Junior Bosatlas eventueel filmpje over Italië ( eventueel software voor extra activiteit 2: computer met internet en printer Aandachtspunten Neem met de taalzwakke kinderen van tevoren de lastige woorden door. De kinderen kunnen de topografie oefenen op de computer. Sleutelbegrippen en lastige woorden het Romeinse Rijk, de vulkaan, de tol, de gondel, veroveren, het keizerrijk, het gerechtsgebouw, de villa, het badhuis, het belastinggeld 1 Introductie Vraag de kinderen wie er wel eens in Italië is geweest. En zo ja, in welk deel van Italië en in welke steden? Wie kan iets vertellen over Italië: hoe ziet de natuur eruit, hoe zijn de mensen, wat eten ze graag, wat voor oude gebouwen zijn er? U kunt ook samen met de kinderen op Schooltv Beeldbank ( een filmpje over Italië bekijken, bijvoorbeeld over hoe pasta wordt gemaakt. 2 Opdrachten voorbespreken Bespreek met de kinderen afbeelding 8 op bladzijde 62 in het leerlingenboek. Laat hen voordelen en nadelen van deze volksverhuizing bedenken (dorpen die leeglopen, vergrijzen, arme gebieden worden nog armer, grote ongelijkheid tussen arm en rijk). Weten alle kinderen hoe ze de kaart van opdracht 7 in de atlas kunnen vinden? 3 Opdrachten maken U verwerkt de opdrachten uit het werkboek samen met de kinderen. Kinderen die het aankunnen, kunnen ook individueel of in groepjes werken. Kinderen die klaar zijn met de opdrachten, kunnen steropdrachten 9 en 10 maken. 4 Kort nabespreken Bespreek de opdrachten eventueel kort met de kinderen. Welke opdrachten vonden ze lastig? Welke opdrachten waren gemakkelijk? Extra activiteiten 1 Teken een cultuurkaart van Italië De kinderen maken een grote tekening van Italië en tekenen enkele beroemde gebouwen bij de plaatsen waar ze te vinden zijn. Ze kunnen gebruikmaken van de foto s in het leerlingenboek, maar als ze er zelf nog meer weten, is dat helemaal mooi! 2 Bouwplaten Op internet zijn bouwplaten te vinden van allerlei wereldberoemde gebouwen. Dus ook van Italiaanse gebouwen, zoals de toren van Pisa, het Colosseum en een oude Italiaanse villa. Print enkele bouwplaten uit en laat de kinderen deze kleuren en in elkaar zetten. Maak er een kleine tentoonstelling van. 42

8 4 Toets Doel De kinderen laten hun kennis en inzicht zien in de leerstof van hoofdstuk 5: Aan de Middellandse Zee. 1 Samenvatting lezen 10 minuten 2 Toets maken 2 x 15 minuten 3 Toets bespreken 5-10 minuten kopieerblad Samenvatting 5, blad 1-2 kopieerblad Toets 5.1, blad 1-2 kopieerblad Toets 5.2, blad 1-2 kopieerblad Antwoorden toets 5.1, blad 1-2 kopieerblad Antwoorden toets 5.2, blad 1-2 eventueel software Aandachtspunten Geef de kinderen als voorbereiding op Toets 5.1 één of meer dagen van tevoren de samenvatting mee naar huis om te leren. U kunt de toetsen ook op een ander moment laten maken en nabespreken. Toets 5.1 bestaat uit kennis-, inzicht- en vaardigheidsvragen over de basisstof. Toets 5.2 checkt de kennis van de topografie en kan ook op de computer worden gemaakt. Bereid eventueel de verdiepingsopdrachten van de volgende les voor. Voor verdiepingsopdracht 5.1: eventueel een computer met Word, telefoon, mailprogramma of voicerecorder. Voor verdiepingsopdracht 5.2: een encyclopedie, boeken of tijdschriften over vulkanen, grote vellen papier. Voor verdiepingsopdracht 5.3: computer met internet en een printer, boeken, tijdschriften en reisgidsen over Andorra, Monaco en San Marino, atlas. Voor verdiepingsopdracht 5.4: computer met internet en eventueel Word, twee grote vellen papier, atlas, boeken, tijdschriften en reisgidsen over Melilla en Ceuta, een kopie van de kaart van Spanje en de noordkust van Marokko. Sleutelbegrippen alle sleutelbegrippen uit les 1, 2 en 3 Topografie alle topografie uit les 1, 2 en 3 1 Samenvatting lezen Lees samen met de kinderen de samenvatting nog een keer door. Geef hun de gelegenheid vragen te stellen. Eventueel vat u de lesstof nog even samen. 2 Toets maken Deel de toetsen uit of laat de kinderen de toets opzoeken op de computer. De kinderen maken de toetsen zelfstandig. U vindt de antwoorden op kopieerblad Antwoorden toets 5.1 en 5.2, blad 1-2. Normering toets 5.1: opdracht per goed antwoord maximaal 1 2 punten 3 x 2 = punten 7 x 2 = ,5 punten 6 x 2,5 = ,5 punten 4 x 2,5 = ,5 punten 4 x 2,5 = punten 5 x 2 = ,5 punten 4 x 2,5 = punten 8 x 2 = ,25 punten 4 x 2,25 = 9 totaal 100 Normering toets 5.2: opdracht per goed antwoord maximaal 1 2,5 punten 12 x 2,5 = ,5 punten 4 x 2,5 = ,5 punten 10 x 2,5 = ,5 punten 4 x 2,5 = ,5 punten 10 x 2,5 = 25 totaal 100 U kunt het volgende als leidraad per toets gebruiken: Aantal punten Beheersing goed voldoende minder dan 60 onvoldoende 3 Toets bespreken Het bespreken van de toetsen doet u op een later tijdstip, wanneer u de toetsen hebt nagekeken. Ga eens vanuit een andere invalshoek in op zaken die voor de meeste kinderen nog moeilijk blijken te zijn. Laat ook de kinderen aan het woord over de opdrachten. 43

9 5 Kies wijzer Doelen A Kinderen die de toetsen goed of voldoende maakten, verdiepen hun kennis en inzicht met behulp van een verdiepingsopdracht (volg de aanwijzingen onder A). B Kinderen die de toets met betrekking tot de aardrijkskundige inhoud onvoldoende hebben gemaakt, maken herhalingsopdrachten (volg de aanwijzingen onder B). C Kinderen die de topografietoets onvoldoende hebben gemaakt, maken herhalingsopdrachten (volg de aanwijzingen onder C). 1A Verdiepingsopdracht maken 45 minuten 1B Herhalingsopdrachten maken 20 minuten 1C Herhalingsopdrachten maken 25 minuten 2 Kort nabespreken 10 minuten 1A werkboek bladzijde 41 1A kopieerbladen Verdiepingsopdracht 5.1 tot en met 5.4 1A voor verdiepingsopdracht 5.1: eventueel een computer met Word, telefoon, mailprogramma of voicerecorder 1A voor verdiepingsopdracht 5.2: een encyclopedie, boeken of tijdschriften over vulkanen, grote vellen papier 1A voor verdiepingsopdracht 5.3: computer met internet en een printer, boeken, tijdschriften en reisgidsen over Andorra, Monaco en San Marino, atlas 1A voor verdiepingsopdracht 5.4: computer met internet en eventueel Word, twee grote vellen papier, atlas, boeken, tijdschriften en reisgidsen over Melilla en Ceuta, een kopie van de kaart van Spanje en de noordkust van Marokko 1A Verdiepingsopdracht maken De kinderen die de toetsen voldoende of goed hebben gemaakt, nemen bladzijde 41 van het werkboek voor zich. U vertelt kort welke vier verdiepingsopdrachten er zijn (opdracht 3 tot en met 6 van de Kies wijzer). De kinderen kiezen vervolgens een opdracht en gaan daarmee zelfstandig aan de slag. De aanwijzingen daarvoor vinden ze op de kopieerbladen Verdiepingsopdracht 5.1 tot en met 5.4. Daarna hebt u de gelegenheid om met de kinderen die de toetsen onvoldoende hebben gemaakt de herhalingsopdrachten door te nemen. U kunt er ook voor kiezen om dit op een ander tijdstip te doen. 1B Herhalingsopdrachten maken De kinderen die de toets met betrekking tot de aardrijkskundige inhoud onvoldoende hebben gemaakt, maken de opdrachten op Herhalingsblad 5.1. Ze hebben daarbij het leerlingenboek nodig. Daarna nemen ze de samenvatting nog een keer door. 1C Herhalingsopdrachten maken De kinderen die de topografietoets onvoldoende hebben gemaakt, maken de opdrachten op Herhalingsblad 5.2, blad Kort nabespreken Tot slot controleert u of de kinderen de stof nu wel voldoende beheersen. Stel hun mondeling nog enkele vragen. Laat ook de kinderen die een verdiepingsopdracht hebben gemaakt aan het woord over de opdracht. 1B kopieerblad Herhalingsblad 5.1 1B kopieerblad Antwoorden herhaling 5.1 1B leerlingenboek bladzijde B kopieerblad Samenvatting 5, blad 1-2 1C kopieerblad Herhalingsblad 5.2, blad 1-2 1C kopieerblad Antwoorden herhaling 5.2, blad 1-2 1C Junior Bosatlas Aandachtspunt De kinderen kunnen de verdiepingsopdracht op een ander moment afmaken. 44

10 6 Werken in Europa Achtergrondinformatie 1 Landbouw en visserij Beroepsbevolking De beroepsbevolking wordt ingedeeld in drie beroepsgroepen: n landbouw en visserij: akkerbouw, tuinbouw, veeteelt, bosbouw, visserij; n industrie: werknemers in fabrieken waar uit grondstoffen halfproducten en producten gemaakt worden; n dienstverlening: winkels, hotels, restaurants, toerisme, vervoer en communicatie, banken en verzekeringen, onderwijs, gezondheidszorg, politie, leger en veiligheid. 2 Industrie De hoogovens Het maken van ruwijzer verloopt via drie processen. Het eerste proces is de vervaardiging van cokes door het gas uit de steenkool te halen. Een deel van de steenkool wordt tot poederkool vermalen en (ter vervanging van cokes) rechtstreeks in de hoogovens geïnjecteerd. Het tweede proces is het voorbakken van fijn ijzererts tot brokken en knikkers, die sinter en pellets worden genoemd. Tot slot begint de eigenlijke productie van ruwijzer. Uit cokes, sinter en pellets ontstaat in de hoogovens vloeibaar ruwijzer, dat met een temperatuur van ongeveer 1500 ºC uit de hoogoven wordt getapt. Bij dit proces wordt slakzand gevormd, dat als grondstof dient voor de cementindustrie. Het ruwijzer dat uit de hoogovens komt, is nog erg bros en breekbaar. Dat komt doordat er nog resten koolstof in zitten. Deze worden verwijderd door zuurstof toe te voegen. De temperatuur loopt daarbij op tot ongeveer 2000 ºC. Om de temperatuur niet verder te laten stijgen, wordt schroot (gerecycled staal) toegevoegd aan het vloeibare ijzer. Het staal wordt vervolgens op twee manieren verder verwerkt. Het grootste deel wordt tot een plak gegoten en in de warmbandwalserij gewalst tot een dikte tussen de 1,5 en 25 millimeter, waarna het staal wordt opgerold. Een kleiner deel van het staal gaat naar de gietwalsinstallatie, waar gieten en walsen geïntegreerd zijn tot één procesgang. Het vloeibare staal wordt gegoten, gestold, direct gewalst tot ongeveer 1 millimeter dik en vervolgens opgerold. Dit staal is bedoeld als verpakkingsstaal (dikte tussen 0,12 en 0,49 millimeter) of tot staal voor auto s of vaten. Afhankelijk van de uiteindelijke toepassing krijgt het staal nog extra nabehandelingen, bijvoorbeeld tegen roest. De Zaanstreek De Zaanstreek is het oudste industriegebied van Europa. Het gebied ligt aan weerszijden van de Zaan, die via het Noordzeekanaal uitmondt in het IJ. Het gebied kende veel verschillende industrieën, die vooral tot bloei kwamen door de wind molens. In 1731 telde het gebied 256 windzaag molens, 140 windoliemolens, 62 gortpelmolens, 42 papiermolens, 13 hennepbeukmolens (zeildoekindustrie) en 12 meelmolens. Een zeer groot deel van de wereldwijde cacaooogst wordt ook nu nog in de Zaanstreek verwerkt. De cacao-industrie komt voort uit de olie-industrie. Ook was Zaandam een van de belangrijkste centra van scheepsbouw en houtzagerij in Europa. Rond het midden van de zeventiende eeuw slaagde men er in de Zaanstreek in gort te pellen met windkracht. Gort werd veel gebruikt als scheepsproviand en gortenpap als volksvoedsel. Halverwege de negentiende eeuw slaagde men erin om op een gortmolen rijst te pellen. In 1880 werd de Lassiefabriek opgericht. Men ging hier fabrieksmatig rijst pellen en daardoor ontstonden de eerste consumentenproducten, zoals Lassie toverrijst. Doordat rijst- en gortpellerijen hun producten gingen verwerken en verpakken, ontstond de moderne levensmiddelenindustrie. Dat proces vond ook plaats in de olie-industrie, waar men slaolie en bakolie ging bottelen. Ook was de Zaanstreek een belangrijk centrum voor de papierbereiding, was er verf- en stijfselindustrie en werd met behulp van molens hennep gebeukt ten behoeve van de zeildoekweverij in Krommenie en Assendelft. 45

11 3 Dienstverlening Het Europese HSL-netwerk Een hogesnelheidslijn (HSL) is een spoorweg die geschikt is voor treinen met snelheden van meer dan 200 km/uur. Het Europese hogesnelheidsnetwerk ontwikkelt zich vooral vanuit Frankrijk (TGV) en Duitsland (ICE). Sinds 1994 verbindt de Eurostar Londen met Parijs en Brussel. Deze hogesnelheidstrein maakt gebruik van de Kanaaltunnel. Ook Spanje (AVE) en Italië werken aan een HSLnet. De HSL-Zuid is het Nederlandse deel van het Europese netwerk van hogesnelheidslijnen. Vanaf 2008 kunnen hogesnelheidstreinen met een topsnelheid van 300 km/uur van Amsterdam via Rotterdam, Antwerpen en Brussel naar Parijs reizen. 46

12 1 Landbouw en visserij Leskern Deze les gaat over de primaire sector in Europa: de akkerbouw, wijnbouw, bosbouw en visserij. Lesdoelen De kinderen weten dat het werken in de landbouw de laatste tweehonderd jaar erg veranderd is. Ze kunnen uitleggen wat het verband is tussen het klimaat en de aard van de landbouw in verschillende gebieden in Europa. Ze weten het verschil tussen een natuurlijk bos en een productiebos. Ze kennen een aantal problemen van grootschalige visserij. Ze weten waarom visquota nodig zijn. 1 Introductie 10 minuten 2 Opdrachten voorbespreken 5 minuten 3 Opdrachten maken 25 minuten 4 Kort nabespreken 5 minuten leerlingenboek bladzijde werkboek bladzijde 42-43, 48 en 71 antwoordenboek bladzijde 42-43, 48 en 71 kopieerblad Lastige woorden 6.1 Junior Bosatlas eventueel software voor extra activiteit 1: oude tijdschriften en folders van supermarkten Aandachtspunten Neem met de taalzwakke kinderen van tevoren de lastige woorden door. De kinderen kunnen de topografie oefenen op de computer. Sleutelbegrippen en lastige woorden de mechanisatie, de wijngrens, de graangrens, het oerbos, het productiebos, de kotter, de trawler, de beroepsbevolking, eeuwenlang, het handwerk, de kachel, de kever, uitsterven, het schaaldier, het drijfnet Topografie Gebieden: Ardennen, Vlaanderen, Wallonië, Engeland, Schotland, Wales, Noord-Ierland, Ruhrgebied, Beieren Wateren: Atlantische Oceaan, Noordzee, Oostzee, Botnische Golf, Het Kanaal, Rhône, Rijn, Schelde, Maas, Seine, Middellandse Zee, Donau, Elbe, Po, Zwarte Zee, Kaspische Zee, Noordelijke IJszee, Volga, Straat van Gibraltar, Theems Gebergten: Alpen, Pyreneeën, Oeral, Kaukasus 1 Introductie Bespreek met de kinderen wat echt Europese producten zijn die we gebruiken in het dagelijks leven. Vraag naar eten, drinken en voorwerpen. Vraag ook hoe we aan deze producten komen. 2 Opdrachten voorbespreken Wijs de kinderen op de kaart van Europa, in het leerlingenboek bovenaan op bladzijde 64. De kaart is wit: de kinderen weten dus dat deze les over heel Europa gaat. Vraag de kinderen of ze nog weten uit welke vier onderdelen de landbouw bestaat (akkerbouw, veeteelt, tuinbouw en bosbouw). Ze kunnen spieken op afbeelding 1 op bladzijde 64 van het leerlingenboek. Bespreek de beroepen die daar te zien zijn. Waar hebben de beroepen mee te maken? (landbouw en visserij) Wijs de kinderen daarna op afbeelding 3, over het aantal mensen dat in de landbouw werkzaam is. Merk op dat door de mechanisatie in Nederland weinig mensen in de landbouw werken. Vraag dan waarom er in Albanië zo veel mensen in de landbouw werken. (Mensen zijn arm, hebben geen geld voor machines, voor handwerk heb je veel arbeiders nodig.) Controleer of alle kinderen weten waar ze de kaarten van opdracht 6 (Europa natuurkundig en Europa staatkundig) in de atlas kunnen vinden. 3 Opdrachten maken U verwerkt de opdrachten uit het werkboek samen met de kinderen. Kinderen die klaar zijn met de opdrachten, kunnen de steropdrachten 9 en 10 maken. 4 Kort nabespreken Bij opdracht 2 en 7a zijn meerdere antwoorden goed. Schenk hier wat extra aandacht aan. Check naar aanleiding van opdracht 5a of de kinderen weten wat de verschillen zijn tussen een oerbos en een productiebos. 47

13 Extra activiteiten 1 Fruitgezichten Laat de kinderen uit oude tijdschriften en folders van supermarkten plaatjes van groente en fruit knippen. Ze plakken de afbeeldingen zo op een vel papier dat het een gezicht wordt. 2 Bekende landbouwproducten Nederland staat wereldwijd bekend om de bloemen. Maar hoe zit dat met de andere landen van Europa? De kinderen maken een lijst met Europese landen en hun bekendste akkerbouw- of veeteeltproducten. 48

14 2 Industrie Leskern Deze les gaat over de industrie in Europa. Centrale vragen daarbij zijn: Wat maken ze? Waar bevindt de industrie zich? Waarom bevindt de industrie zich juist daar? Lesdoelen De kinderen kunnen het productieproces van staal beschrijven. Ze weten dat industriegebieden goede aan- en afvoerwegen nodig hebben. Ze kunnen beschrijven waar de grote industriegebieden van Europa zijn ontstaan en weten waarom daar. Ze weten wat mijnbouw is en kunnen twee soorten mijnbouw onderscheiden. Ze weten hoe steenkool is ontstaan. Ze weten het onderscheid tussen lichte en zware industrie. 1 Introductie 5 minuten 2 Opdrachten voorbespreken 5 minuten 3 Opdrachten maken 30 minuten 4 Kort nabespreken 5 minuten leerlingenboek bladzijde werkboek bladzijde en 48 antwoordenboek bladzijde en 48 kopieerblad Lastige woorden 6.2 Junior Bosatlas eventueel software eventueel het filmpje Staal op voor extra activiteit 1: stevig papier, eventueel tekenmateriaal Aandachtspunten Neem met de taalzwakke kinderen van tevoren de lastige woorden door. De kinderen kunnen de topografie oefenen op de computer. Sleutelbegrippen en lastige woorden de staalfabriek, de hoogovens, de ijzererts, de steenkool, de grondstoffen, de Industriële Revolutie, de steenkoolmijn, de fossiele brandstof, de dagbouw, de schachtbouw, de lichte industrie, het eindproduct, het halffabricaat, walsen, de stoommachine, de zware industrie 1 Introductie Laat de kinderen zoveel mogelijk voorwerpen uit de klas opnoemen die van ijzer of staal worden gemaakt. Kom tot de conclusie dat in wel heel veel voorwerpen ijzer zit. Weten de kinderen hoe we aan ijzer komen? U kunt ook samen met de kinderen het filmpje Staal op de Schooltv Beeldbank ( bekijken. Hoe wordt dat eigenlijk gemaakt? 2 Opdrachten voorbespreken Bekijk gezamenlijk afbeelding 1 tot en met 6 op bladzijde 68 van het leerlingenboek. Bekijk daarna samen in de atlas de kaart De wereld energie, mijnbouw B. mijnbouw. In welke Europese landen wordt steenkool gedolven, en in welke ijzererts? Waar zal de ijzererts vandaan komen die in de hoogovens in IJmuiden gebruikt wordt? Waarom? (Zweden, ligt dichtbij dus weinig vervoerskosten.) Laat de kinderen kijken of ze nog vragen hebben bij de opdrachten en beantwoord die zó dat de kinderen de opdrachten zelf kunnen maken. 3 Opdrachten maken De kinderen maken zelfstandig de opdrachten in het werkboek. Ze doen dit individueel of in groepjes. U kunt de zwakkere kinderen hierbij helpen. Kinderen die klaar zijn met de opdrachten, kunnen de steropdrachten 9 en 10 maken. 4 Kort nabespreken Bespreek alleen de werkboekopdrachten als u is opgevallen dat de kinderen een bepaalde opdracht lastig vonden. Bij opdracht 7b staan voorbeelden van juiste antwoorden in het antwoordenboek, maar ook andere antwoorden kunnen juist zijn. Extra activiteiten 1 Kwartet Maak samen met de kinderen een lijst van halffabricaten (staal, plastic, aluminium, hout, rubber, enzovoort). Laat hen bij ieder halffabricaat ten minste vier eindproducten bedenken. Met deze gegevens maken ze (met de hele klas, in een groepje of individueel) een set kwartetkaarten. 2 Onderzoekje over mijnbouw Schrijf de volgende woorden naast elkaar op het bord: grondstof, halffabricaat, eindproduct. Laat de kinderen elke rij aanvullen. Zo wordt duidelijk dat sommige producten direct nadat ze gewonnen zijn, kunnen worden gebruikt en dat andere grondstoffen nog vele bewerkingen nodig hebben voordat ze een eindproduct zijn. 49

15 3 Dienstverlening 50 Leskern Deze les gaat over de dienstensector in Europa. De handel, het toerisme en het vervoer staan centraal. Lesdoelen De kinderen weten dat in rijke landen zoals Nederland veel mensen in de dienstensector werken. Ze weten waarom het toerisme voor veel werk in deze sector zorgt. Ze kunnen beschrijven hoe de handel met het buitenland verloopt. Ze kennen het belang van het vervoer van goederen. Ze kennen verschillende vervoersmiddelen en kunnen daarvan voor- en nadelen noemen. 1 Introductie 10 minuten 2 Opdrachten voorbespreken 5 minuten 3 Opdrachten maken 25 minuten 4 Kort nabespreken 5 minuten leerlingenboek bladzijde werkboek bladzijde antwoordenboek bladzijde kopieerblad Lastige woorden 6.3 Junior Bosatlas eventueel software voor extra activiteit 1: boeken uit het documentatiecentrum/de bibliotheek of een computer met internet Aandachtspunten Neem met de taalzwakke kinderen van tevoren de lastige woorden door. De kinderen kunnen de topografie oefenen op de computer. Sleutelbegrippen en lastige woorden de dienstverlening, het dienstverlenend beroep, de regering, het toerisme, de handel, het verkeer, het containerschip, de duwbak, het massagoed, het bulkvervoer, de Europaweg, de TGV, het binnenvaartschip 1 Introductie Maak een lijst met vervoersmiddelen voor personen en goederen op het bord (auto, bus, trein, vliegtuig, binnenvaartschip, zeeschip, kustvaarder, pijpleiding). Zet een rood rondje om de vervoersmiddelen die geschikt zijn voor goederen en een blauw rondje om de vervoersmiddelen die geschikt zijn voor personen. 2 Opdrachten voorbespreken Bekijk samen met de kinderen afbeelding 1 op bladzijde 72 van het leerlingenboek. Vraag welke informatie je uit deze diagrammen kunt aflezen. Wijs nog eens op het verschil in aantal mensen dat in de landbouw werkt. Laat de kinderen daarna vertellen wat de mensen op afbeelding 2 tot en met 5 doen om anderen te helpen. Kunnen ze nog meer dienstverlenende beroepen opnoemen? 3 Opdrachten maken U verwerkt de opdrachten uit het werkboek samen met de kinderen. Kinderen die het aankunnen, kunnen ook individueel of in groepjes werken. Kinderen die klaar zijn met de opdrachten, kunnen de steropdrachten 9 en 10 maken. 4 Kort nabespreken De kinderen nemen afbeelding 6 op bladzijde 73 van het leerlingenboek voor zich. Laat hen vertellen welk proces hierop te zien is. Bespreek tot slot welke soorten goederen je met welk vervoersmiddel zou vervoeren. Noem een aantal goederen en laat de kinderen het vervoersmiddel erbij bedenken, bijvoorbeeld bloemen of diamanten met een vliegtuig, sportschoenen en T-shirts in containers, ijzererts in een (zee- of binnenvaart-)schip. Extra activiteiten 1 Beroepengids maken De kinderen kiezen een dienstverlenend beroep. Ze zoeken naar informatie over dat beroep: Welke opleiding heb je nodig? Wat zijn je taken? Waar kun je werken? Met deze informatie vullen ze een A4. Eventueel zoeken ze er beeldmateriaal bij. De bladen worden gebundeld tot een beroepengids. 2 Beroepenspel De kinderen hebben in dit hoofdstuk dingen geleerd over de landbouw, de industrie en de dienstverlening. Ze hebben kennis gemaakt met allerlei beroepen. Ieder kind heeft een papier voor zich. U noemt de letters waarmee de beroepen moeten beginnen. Wie weet de meeste beroepen met een... (noem een letter uit het alfabet)? Geef vijf minuten de tijd. Wie heeft de meeste beroepen bedacht?

16 4 Toets Doel De kinderen laten hun kennis en inzicht zien in de leerstof van hoofdstuk 6: Werken in Europa. 1 Samenvatting lezen 10 minuten 2 Toets maken 2 x 15 minuten 3 Toets bespreken 5-10 minuten kopieerblad Samenvatting 6, blad 1-2 kopieerblad Toets 6.1, blad 1-2 kopieerblad Toets 6.2, blad 1-2 kopieerblad Antwoorden toets 6.1, blad 1-2 kopieerblad Antwoorden toets 6.2, blad 1-2 eventueel software Aandachtspunten Geef de kinderen als voorbereiding op Toets 6.1 één of meer dagen van tevoren de samenvatting mee naar huis om te leren. U kunt de toetsen ook op een ander moment laten maken en nabespreken. Toets 6.1 bestaat uit kennis-, inzicht- en vaardigheidsvragen over de basisstof. Toets 6.2 checkt de kennis van de topografie en kan ook op de computer worden gemaakt. Bereid eventueel de verdiepingsopdrachten van de volgende les voor. Voor verdiepingsopdracht 6.1: computer met internet of boeken uit het documentatiecentrum, kopie van de kaart van Europa, groot vel papier en eventueel kopieerapparaat en printer. Voor verdiepingsopdracht 6.2: computer met internet en eventueel Word en een printer. Voor verdiepingsopdracht 6.3: materiaal om een boek te maken (bijvoorbeeld een snelhechter of ringband). Voor verdiepingsopdracht 6.4: eventueel spullen voor de handel: knikkers, dropjes of spekkies. Sleutelbegrippen alle sleutelbegrippen uit les 1, 2 en 3 Topografie alle topografie uit les 1, 2 en 3 1 Samenvatting lezen Lees samen met de kinderen de samenvatting nog een keer door. Geef hun de gelegenheid vragen te stellen. Eventueel vat u de lesstof nog even samen. 2 Toets maken Deel de toetsen uit of laat de kinderen de toets opzoeken op de computer. De kinderen maken de toetsen zelfstandig. U vindt de antwoorden op kopieerblad Antwoorden toets 6.1 en 6.2, blad 1-2. Normering toets 6.1: opdracht per goed antwoord maximaal 1 4 punten 3 x 4 = ,5 punten 4 x 2,5 = punten 4 x 3 = punten 5 x 2 = punten 5 x 2 = punten 5 x 2 = 10 7a 7b 7c 7d 3 punten 3 punten 3 punten 3 punten 1 x 3 = 3 1 x 3 = 3 1 x 3 = 3 1 x 3 = 3 8 1,5 punten 8 x 1,5 = punten 4 x 3 = 12 totaal 100 Normering toets 6.2: opdracht per goed antwoord maximaal 1 2,5 punten 10 x 2,5 = ,5 punten 10 x 2,5 = ,5 punten 4 x 2,5 = ,5 punten 8 x 2,5 = ,5 punten 8 x 2,5 = 20 totaal 100 U kunt het volgende als leidraad per toets gebruiken: Aantal punten Beheersing goed voldoende minder dan 60 onvoldoende 3 Toets bespreken Het bespreken van de toetsen doet u op een later tijdstip, wanneer u de toetsen hebt nagekeken. Besteed aandacht aan zaken die u zijn opgevallen. Ga ook eens vanuit een andere invalshoek in op zaken die voor de meeste kinderen nog lastig blijken te zijn. 51

17 5 Kies wijzer Doelen A Kinderen die de toetsen goed of voldoende maakten, verdiepen hun kennis en inzicht met behulp van een verdiepingsopdracht (volg de aanwijzingen onder A). B Kinderen die de toets met betrekking tot de aardrijkskundige inhoud onvoldoende hebben gemaakt, maken herhalingsopdrachten (volg de aanwijzingen onder B). C Kinderen die de topografietoets onvoldoende hebben gemaakt, maken herhalingsopdrachten (volg de aanwijzingen onder C). 1A Verdiepingsopdracht maken 45 minuten 1B Herhalingsopdrachten maken 20 minuten 1C Herhalingsopdrachten maken 25 minuten 2 Kort nabespreken 10 minuten 1A werkboek bladzijde 49 1A voor verdiepingsopdracht 6.1: computer met internet of boeken uit het documentatiecentrum, kopie van de kaart van Europa, groot vel papier en eventueel kopieerapparaat en printer 1A voor verdiepingsopdracht 6.2: computer met internet en eventueel Word en een printer 1A voor verdiepingsopdracht 6.3: materiaal om een boek te maken (bijvoorbeeld een snelhechter of ringband) 1A voor verdiepingsopdracht 6.4: eventueel spullen voor de handel: knikkers, dropjes of spekkies 1A Verdiepingsopdracht maken De kinderen die de toetsen voldoende of goed hebben gemaakt, nemen bladzijde 49 van het werkboek voor zich. U vertelt kort welke vier verdiepingsopdrachten er zijn (opdracht 3 tot en met 6 van de Kies wijzer). De kinderen kiezen vervolgens een opdracht en gaan daarmee zelfstandig aan de slag. De aanwijzingen daarvoor vinden ze op de kopieerbladen Verdiepingsopdracht 6.1 tot en met 6.4. Daarna hebt u de gelegenheid om met de kinderen die de toetsen onvoldoende hebben gemaakt de herhalingsopdrachten door te nemen. U kunt er ook voor kiezen om dit op een ander tijdstip te doen. 1B Herhalingsopdrachten maken De kinderen die de toets met betrekking tot de aardrijkskundige inhoud onvoldoende hebben gemaakt, maken de opdrachten op Herhalingsblad 6.1. Ze hebben daarbij het leerlingenboek nodig. Daarna nemen ze de samenvatting nog een keer door. 1C Herhalingsopdrachten maken De kinderen die de topografietoets onvoldoende hebben gemaakt, maken de opdrachten op Herhalingsblad 6.2, blad Kort nabespreken Tot slot controleert u of de kinderen de stof nu wel voldoende beheersen. Stel hun mondeling nog enkele vragen. Laat ook de kinderen die een verdiepingsopdracht hebben gemaakt aan het woord over de opdracht. 1B kopieerblad Herhalingsblad 6.1 1B kopieerblad Antwoorden herhaling 6.1 1B leerlingenboek bladzijde B kopieerblad Samenvatting 6, blad 1-2 1C kopieerblad Herhalingsblad 6.2, blad 1-2 1C kopieerblad Antwoorden herhaling 6.2, blad 1-2 1C Junior Bosatlas Aandachtspunt De kinderen kunnen de verdiepingsopdracht op een ander moment afmaken. 52

In welk land ligt Oslo? Noorwegen. Welk land is een eiland in de Noordelijke IJszee? IJsland Welke letter heeft die zee op de kaart?

In welk land ligt Oslo? Noorwegen. Welk land is een eiland in de Noordelijke IJszee? IJsland Welke letter heeft die zee op de kaart? N O P Thuistopo. Noem de letter en zeg welk land, welke zee of welke plaats het is. A = IJsland, B = Noorwegen, = Zweden, = inland, E = Rusland, = enemarken, G = Oslo, H = Stockholm, I = Helsinki, J =

Nadere informatie

5.1. Lastige woorden. De kusten van Zuid-Europa. het massatoerisme Als heel veel mensen naar dezelfde plek op vakantie gaan.

5.1. Lastige woorden. De kusten van Zuid-Europa. het massatoerisme Als heel veel mensen naar dezelfde plek op vakantie gaan. Lastige woorden 5.1 De kusten van Zuid-Europa het massatoerisme Als heel veel mensen naar dezelfde plek op vakantie gaan. de costa s De Spaanse kusten. Bijvoorbeeld de Costa del Sol en de Costa Brava.

Nadere informatie

Aardrijkskundeproefwerk Hoofdstuk 6. Vakantielanden

Aardrijkskundeproefwerk Hoofdstuk 6. Vakantielanden Aardrijkskundeproefwerk Hoofdstuk 6 Vakantielanden Het klimaat is in Zuid-Europa anders dan in Nederland. In de zomer is het er warm en droog, in de winter is het er ongeveer zoals zomers in Nederland.

Nadere informatie

Opdracht 1: Gebruik kaart 1: Europa; Landen en hoofdsteden. Opdracht 2: Gebruik kaart 2: Europa; Wateren en gebergten.

Opdracht 1: Gebruik kaart 1: Europa; Landen en hoofdsteden. Opdracht 2: Gebruik kaart 2: Europa; Wateren en gebergten. 0 1 Werkblad: Geografie van Europa. Opdracht 1: Gebruik kaart 1: Europa; Landen en hoofdsteden. -a-geef de landen van Europa allemaal een eigen kleurtje. (je mag dezelfde kleur vaker gebruiken) -b-zet

Nadere informatie

Thema 1 Onderweg. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Vakantie en vervoer. Recreatie en toerisme. Onder de loep. Frankrijk en België

Thema 1 Onderweg. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Vakantie en vervoer. Recreatie en toerisme. Onder de loep. Frankrijk en België Meander Samenvatting groep 7 Thema 1 Onderweg Samenvatting Vakantie en vervoer Reizen kun je met verschillende vervoermiddelen: de fiets, de auto, de bus, de trein, de boot of het vliegtuig. Als je op

Nadere informatie

.22. Hoe ziet een centrum eruit?

.22. Hoe ziet een centrum eruit? Hoe ziet een centrum eruit? Hoofdstuk 2 les 1 Wat ga je leren? In deze les leer je hoe een centrum eruitziet. Je leert ook hoe het komt dat sommige steden of plekken een centrum zijn geworden. Begrippen

Nadere informatie

5.1 De kaart van Nederland

5.1 De kaart van Nederland LB 0-5. De kaart van Nederland Wat betekent dit bord, denk je? Welke zin hoort bij welk woord? Trek lijnen. Een schaalstok...... geeft de vier windrichtingen op de kaart aan. Een legenda...... geeft aan

Nadere informatie

hfst. groep 5 groep 6 groep 7 groep 8 4 Rondom de stad Aan het werk Het oosten van Europa Grote verschillen in Afrika

hfst. groep 5 groep 6 groep 7 groep 8 4 Rondom de stad Aan het werk Het oosten van Europa Grote verschillen in Afrika Algemene inleiding 1 Leerstof groep 5 t/m 8 1.1 Aardrijkskundige inhoud De inhoud van Wijzer door de wereld is gebaseerd op de kerndoelen van het leergebied Oriëntatie op jezelf en de wereld uit het domein

Nadere informatie

Spanje. Portugal. Italië. Zwitserland. Oostenrijk. Polen. Tsjechië. Slowakije. Hongarije. Slovenië. Kroatië. Bosnië-Hercegovina

Spanje. Portugal. Italië. Zwitserland. Oostenrijk. Polen. Tsjechië. Slowakije. Hongarije. Slovenië. Kroatië. Bosnië-Hercegovina Kopieerblad topografie Ω uropa Ω blad Welke landen liggen bij de letters? inland M Spanje Y Servië Noorwegen N Portugal Z lbanië Zweden O talië a Roemenië enemarken P Zwitserland b ulgarije Jsland Q Oostenrijk

Nadere informatie

deeultûrele grens de natuurlijke grens onafhankelijk de open grens de $~aatkundi "" ~...de 't-aalg(ens Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1

deeultûrele grens de natuurlijke grens onafhankelijk de open grens de $~aatkundi  ~...de 't-aalg(ens Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1 Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1 Grenzen verdwijnen De schutting in jouw tuin is de grens tussen jouw tuin en die van de buren. Tussen woonwijken, gemeenten, provincies en landen zijn ook grenzen. Die grenzen

Nadere informatie

Taak 1 opdracht 1. Taak 1 opdracht 2. Taak 2. Groot-Brittannië en Frankrijk s E 16/17. de bevolkingsdichtheid in de Ardennen t B 7

Taak 1 opdracht 1. Taak 1 opdracht 2. Taak 2. Groot-Brittannië en Frankrijk s E 16/17. de bevolkingsdichtheid in de Ardennen t B 7 KOPIEERBLAD 1a les 2 - zelfcorrectie jeugdatlas oude versie Taak 1 opdracht 1 Groot-Brittannië en Frankrijk s E 16/17 de bevolkingsdichtheid in de Ardennen t B 7 het reliëf in Zuid-Amerika n W 31 Vul op

Nadere informatie

Naam: Vakantie. Vraag 1. Ben je weleens op vakantie geweest? Waarheen? Werkblad vakantie - Aardrijkskunde groep 5 - Niveau blauw.

Naam: Vakantie. Vraag 1. Ben je weleens op vakantie geweest? Waarheen? Werkblad vakantie - Aardrijkskunde groep 5 - Niveau blauw. Naam: Vakantie _ Een groot aantal Nederlanders gaat ieder jaar één keer op vakantie. Vaak gaat de reis naar het buitenland, bijvoorbeeld naar Duitsland, Frankrijk, Spanje, of nog verder. Maar Nederlanders

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting door V. 1226 woorden 30 oktober 2016 7,1 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Par. 1.2 Er zijn 2 manieren om

Nadere informatie

Opdrachten : Je moet 5 verschillende opdrachten maken. Zorg dat je daarvoor in tenminste 3 verschillende werkplekken komt.

Opdrachten : Je moet 5 verschillende opdrachten maken. Zorg dat je daarvoor in tenminste 3 verschillende werkplekken komt. Grote klus van : Opdrachten : Je moet 5 verschillende opdrachten maken. Zorg dat je daarvoor in tenminste 3 verschillende werkplekken komt. Laat de opdrachten aftekenen door een juf. Je mag natuurlijk

Nadere informatie

Week 1. Het noorden van een windroos wijst naar boven. Het zuiden wijst naar beneden. Het oosten naar rechts. Het westen naar links.

Week 1. Het noorden van een windroos wijst naar boven. Het zuiden wijst naar beneden. Het oosten naar rechts. Het westen naar links. Week 1 Info: Europa Er zijn zeven werelddelen: Noord-Amerika, Zuid Amerika, Afrika, Europa, Azië, Australië en Antarctica. Europa bestaat uit 45 landen. Nederland hoort bij Europa. Het noorden van een

Nadere informatie

Werken met de atlas. Achtergrondinformatie. 1 De kaart van Nederland. 2 Amsterdam

Werken met de atlas. Achtergrondinformatie. 1 De kaart van Nederland. 2 Amsterdam 5 Werken met de atlas Achtergrondinformatie Deze les vormt de overgang naar het schaalniveau van heel Nederland. Voor het eerst komt een gebied groter dan de regio aan bod. Les 1 begint met de verdeling

Nadere informatie

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK 7 Meander Aardrijkskunde WERKBOEK 7 Meander Aardrijkskunde WERKBOEK Eindredactie: Carla Wiechers Leerlijnen: Mark van Heck Auteurs: Meie Kiel, Jacques van der Pijl, Maril Rijks THEMA 4 thema 4 les 1 Volop

Nadere informatie

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landbouw. Subsidies van de EU. Onder de loep. Noordwest-Europa.

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landbouw. Subsidies van de EU. Onder de loep. Noordwest-Europa. Meander Samenvatting groep 7 Thema 4 Platteland Samenvatting Landbouw Boeren zijn door het gebruik van kunstmest en machines meer gaan produceren. Ook zijn ze zich steeds meer gaan specialiseren in één

Nadere informatie

GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat

GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat Naam GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat Groot Brittannië Groot-Brittannië is Schotland, Engeland en Wales samen. Engeland is het grootst van Groot-Brittannië en Wales het kleinst. Engeland heeft meer dan 46

Nadere informatie

e-book: gebonden versie: e-book: gebonden versie: Chris Oxlade

e-book: gebonden versie: e-book: gebonden versie: Chris Oxlade Chris Oxlade Chris Oxlade Anita Ganeri Anita Ganeri Boeken in deze serie e-book: 978-94-6175-825-5 gebonden versie: 978-90-5566-931-8 e-book: 978-94-6175-822-4 gebonden versie: 978-94-6175-285-7 e-book:

Nadere informatie

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november 2006 6,6 197 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Inhoud: Voorwoord 3. - Wat verwachten we van dit werkstuk? - Hoe gaan we het aanpakken?

Nadere informatie

DOCENT. Thema: architectuur WONEN: TERUG IN DE TIJD! groep 5 en 6. Tip. Stadshagen

DOCENT. Thema: architectuur WONEN: TERUG IN DE TIJD! groep 5 en 6. Tip. Stadshagen DOCENT In het thema architectuur gaan op onderzoek uit naar de oude huizen die vroeger in en rondom het gebied stonden dat nu is. Ze vergelijken de bouwstijl van verschillende oude huizen met hun eigen

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8 Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m 1.4 + 1.7, 1.8 Samenvatting door K. 958 woorden 9 november 2013 6,5 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Samenvatting aardrijkskunde paragraaf

Nadere informatie

Fossiele brandstoffen? De zon is de bron!

Fossiele brandstoffen? De zon is de bron! Energie 5 en 6 3 Fossiele brandstoffen? De zon is de bron! Filmpjes werkblad Doelen Begrippen Materialen Duur De leerlingen: weten dat fossiele brandstoffen hele oude resten van planten zijn. kunnen een

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde Samenvatting door L. 989 woorden 30 november 2016 4,6 5 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde SAMENVATTING AK HOOFDSTUK 1. VWO 2. Primaire sector: landbouw, visserij, mijnbouw, jacht. Secundaire sector: industrie,

Nadere informatie

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen

DOCENT. Thema: natuur BOMEN BIJ MIJN SCHOOL. groep 3 en 4. Stadshagen In groep 1 en 2 hebben de leerlingen binnen dit thema geleerd dat er in de natuur verschillende kleuren, vormen en texturen te vinden zijn. De leerlingen in groep 3 en 4 richten zich in dit thema op bomen.

Nadere informatie

Werkblad Meander Thema 1: Onderweg

Werkblad Meander Thema 1: Onderweg Werkblad Meander Thema 1: Onderweg 1.1 Vakantiebestemmingen Schrijf 1, 2, 3, 4, 5, en 6 1. De reis start in Nederland 2. België is klein, dat gaat snel 3. Frankrijk is groot, pffff.wat duurt het lang!!

Nadere informatie

TASTBARE TIJD, LEIDSCHE RIJN

TASTBARE TIJD, LEIDSCHE RIJN TASTBARE TIJD, LEIDSCHE RIJN WERKBLAD Tijdlaag tot 1000 Thema: verdwenen rivieren en de Limes 1. Ligt landgoed De Haar binnen het projectgebied? o ja o nee 2. Wat is zavel? 3. Zet de woorden zand, zavel

Nadere informatie

Docentenhandleiding Rijksmuseum Groep 7-8

Docentenhandleiding Rijksmuseum Groep 7-8 Docentenhandleiding Rijksmuseum Groep 7-8 1 Inhoud Voorbereidende les Afsluitende les Aanvullend materiaal bij deze lessen staat op de website: Introductiefilmpje PowerPoint presentatie Werkbladen 2 Voorbereidende

Nadere informatie

Werkblad Meander Thema 4: Platteland

Werkblad Meander Thema 4: Platteland Werkblad Meander Thema 4: Platteland 4.1 Volop voedsel Schrijf op wat er in Nederland groeit, kies uit: sinaasappel / olijf / tomaat / komkommer / mais Schrijf de naam Wat groeit er in Nederland, Zet een

Nadere informatie

Vakantiegedrag. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Factoren die van invloed zijn op vakantiegedrag. Wat is vakantiegedrag?

Vakantiegedrag. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Factoren die van invloed zijn op vakantiegedrag. Wat is vakantiegedrag? Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over vakantiegedrag van mensen. Het maakt je duidelijk waarom mensen met vakantie gaan en hoe de keuze voor een vakantie tot stand komt. Wat wordt er van jou

Nadere informatie

Help, ik moet een werkstuk maken!

Help, ik moet een werkstuk maken! Help, ik moet een werkstuk maken! Je gaat de komende tijd bezig met het maken van een werkstuk. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp?

Nadere informatie

Werkblad Introductie. 1. WAT GEBEURT HIER? Hieronder staan beelden uit de film. Maak er zelf korte bijschriften bij.

Werkblad Introductie. 1. WAT GEBEURT HIER? Hieronder staan beelden uit de film. Maak er zelf korte bijschriften bij. Werkblad Introductie 1. WAT GEBEURT HIER? Hieronder staan beelden uit de film. Maak er zelf korte bijschriften bij. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 2. PETJE OP, PETJE AF: WAAR OF NIET? Zijn de volgende zinnen

Nadere informatie

Huiswerkbladen topografie. Wijzer. door de wereld 7

Huiswerkbladen topografie. Wijzer. door de wereld 7 Huiswerkbladen topografie ijzer door de wereld 7 Huiswerkblad topografie 7.1, blad 1 van 2 est-europa Gebieden: BElgië Ederland LUxemburg FRankrijk DUitsland IErland Verenigd Koninkrijk Engeland Schotland

Nadere informatie

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dagboek Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dat het klimaat verandert is een feit. Je hoort het overal om je

Nadere informatie

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep. Meander Samenvatting groep 7 Thema 2 Om ons heen Samenvatting Landschappen Landschappen in Europa zijn heel verschillend. Nederland is een heel vlak land. Frankrijk is een land met heuvels en bergen. Zweden

Nadere informatie

.78. Zware industrie. Wat ga je leren? Begrippen

.78. Zware industrie. Wat ga je leren? Begrippen Kijkles Hoofdstuk 6 les 1 Wat ga je leren? Zware industrie In deze les leer je hoe een fabriek eruitziet. Je leert wat het verschil is tussen zware en lichte industrie. Je leert ook wat mensen van industrie

Nadere informatie

Landengids voor: Landengids

Landengids voor: Landengids We gaan een reisgids maken voor een land dat je zelf mag uitkiezen. Dat is een boekje waarin allemaal dingen staan die met dat land te maken hebben en die je zou willen weten als je op vakantie zou gaan

Nadere informatie

Dicht op elkaar. Achtergrondinformatie. 2 Zee en natuur. 1 Wonen en werken. 3 Varen en vliegen

Dicht op elkaar. Achtergrondinformatie. 2 Zee en natuur. 1 Wonen en werken. 3 Varen en vliegen 5 Dicht op elkaar Achtergrondinformatie Hoofdstuk 5 gaat over het westelijk deel van Nederland. Centraal in les 1 staat de Randstad als dichtbevolkt, economisch belangrijk deel van Nederland. In les 2

Nadere informatie

Instructie: Wat weet je van de landen van de EU?

Instructie: Wat weet je van de landen van de EU? Instructie: Wat weet je van de landen van de EU? Korte omschrijving werkvorm De leerlingen gaan in tweetallen aan de slag en krijgen een werkblad. Welk land hoort bij de omschrijving? Elke lidstaat van

Nadere informatie

Agricola Novus. (de nieuwe boer) een tentoonstelling van dertien hectare en Atelier Van Lieshout. Dit werkboek is van. ... School... Groep... Datum...

Agricola Novus. (de nieuwe boer) een tentoonstelling van dertien hectare en Atelier Van Lieshout. Dit werkboek is van. ... School... Groep... Datum... Agricola Novus (de nieuwe boer) een tentoonstelling van dertien hectare en Atelier Van Lieshout Dit werkboek is van... School... Groep... Datum... DEEL 1 Inleiding Leestekst Binnenkort ga je met de klas

Nadere informatie

PRODUCTEN APRIL 2018

PRODUCTEN APRIL 2018 PRODUCTEN HET NETWERK Brussel - Parijs 1u22 24 treinen per dag Brussel - Londen 2u01 10 treinen per dag Parijs - Turijn 5u34 3 treinen per dag Parijs - Londen 2u15 18 treinen per dag Parijs - Genève 3u05

Nadere informatie

Thema 3 Waterland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. De Rijn. Rivierenland. Onder de loep. Begrippen. bron. gemengde rivier.

Thema 3 Waterland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. De Rijn. Rivierenland. Onder de loep. Begrippen. bron. gemengde rivier. Meander Samenvatting groep 7 Thema 3 Waterland Samenvatting De Rijn De Rijn begint als een klein stroompje in de Zwitserse Alpen. Dan wordt het een snelstromende bergrivier; er komt steeds meer smeltwater

Nadere informatie

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VMBO MAASVLAKTE 2 De haven van Rotterdam wordt te klein, omdat we steeds meer goederen bestellen uit verre landen. Daarom komt er een nieuw stuk haven: Maasvlakte

Nadere informatie

Koopkracht: de waarde van geld

Koopkracht: de waarde van geld Koopkracht: de waarde van geld 1. Leerlingenblad Inleiding Wat is het doel? Wat is het onderwerp? Wat is het middel? Inzicht krijgen in de waarde van geld Koopkracht: de waarde van geld Een presentatie

Nadere informatie

Landen van Europa. IJSLAND Reykjavik NOORWEGEN DENE- MARKEN VERENIGD KONINKRIJK IERLAND POLEN DUITSLAND BELGIË TSJECHIË OOSTEN- RIJK FRANKRIJK ITALIË

Landen van Europa. IJSLAND Reykjavik NOORWEGEN DENE- MARKEN VERENIGD KONINKRIJK IERLAND POLEN DUITSLAND BELGIË TSJECHIË OOSTEN- RIJK FRANKRIJK ITALIË 1 met namen Landen van Europa IJSLAND Reykjavik ZWEDEN FINLAND NOORWEGEN Oslo Helsinki Stockholm IERLAND Dublin VERENIGD KONINKRIJK DENE- MARKEN Kopenhagen Londen Parijs NEDERLAND Brussel BELGIË Luxemburg

Nadere informatie

Topografie Europa Groep 7

Topografie Europa Groep 7 Topografie Europa Groep 7 Europa Por Sp 0 500 km IJ Ie o Fi Zw Dk VK WR e Be Du Po Lu Ts Sl Fr Zwi Oo Ho Ru Ro It Se Bu Gr Mol Tu Oe Tu Ru Hier en daar groep 7 printbladen antwoorden thema 1 Malmberg,

Nadere informatie

L E S B R I E F Onderweg, reisverhalen van Tommy Wieringa

L E S B R I E F Onderweg, reisverhalen van Tommy Wieringa L E S B R I E F Onderweg, reisverhalen van Tommy Wieringa Over het boek Bekijk en lees de voorkant, de achterkant en de inhoud.. Hoe heet het boek?................................................... Hoeveel

Nadere informatie

Reis naar andere hemellichamen

Reis naar andere hemellichamen Reis naar andere hemellichamen GROEP 5-6 44 80 minuten 1, 5, 6, 8, 23, 54 en 55 De leerling: weet welke planeten manen hebben weet welke planeten ringen hebben weet welke kleur de verschillende planeten

Nadere informatie

PRODUCTEN OKTOBER 2018

PRODUCTEN OKTOBER 2018 PRODUCTEN HET NETWERK Brussel - Parijs 1u22 24 treinen per dag Brussel - Londen 2u01 10 treinen per dag Parijs - Turijn 5u34 3 treinen per dag Parijs - Londen 2u15 18 treinen per dag Parijs - Genève 3u05

Nadere informatie

-.. c=~ áe~~~~~ het Europese platteland eruit?

-.. c=~ áe~~~~~ het Europese platteland eruit? 1 Hoe ziet het Europese platteland eruit? -.. c= áe Hoofdstuk 3 les 1 Wat ga je leren? In deze les leer je dat er overal in Europa grote stukken platteland zijn. Je leert dat het platteland er niet overal

Nadere informatie

Introduceren thema Op vakantie in Europa. centraal rondom vakantie in Europa: Thema: Op vakantie in Europa

Introduceren thema Op vakantie in Europa. centraal rondom vakantie in Europa: Thema: Op vakantie in Europa Aardrijkskunde Op vakantie in europa Omschrijving van de opdracht: Wat doe je als leerkracht? Introductie Thema: Op vakantie in Europa Introduceren thema Op vakantie in Europa In dit thema staan de volgende

Nadere informatie

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? In groep 5-6 nemen kinderen steeds vaker werk mee naar huis. Vaak vinden kinderen het leuk om thuis aan schooldingen

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info Paspoort Ik houd mijn spreekbeurt over paspoorten. Sommige van jullie zijn vast wel eens naar het gemeentehuis geweest om met jullie vader of moeder een paspoort te halen. Ik moest ook een keer mee en

Nadere informatie

Hoe maak ik een Spreekbeurt?

Hoe maak ik een Spreekbeurt? Hoe maak ik een Spreekbeurt? Stap 1: Kies een onderwerp. Voordat je kunt beginnen met het maken van een spreekbeurt, moet je natuurlijk een onderwerp kiezen. Het hoeft niet perse een hobby van je te zijn,

Nadere informatie

Samenvatting. 1 Voelt de zon overal even warm aan?

Samenvatting. 1 Voelt de zon overal even warm aan? 1 Voelt de zon overal even warm aan? Weet je nu of de zon overal even warm aanvoelt? Om die vraag te beantwoorden moet je weten hoe de stand van de zon is. Ook heeft het antwoord te maken met de temperatuur

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 Samenwerking in Europa

Hoofdstuk 7 Samenwerking in Europa Hoofdstuk 7 Samenwerking in Europa Vroeger voerden Europese landen vaak oorlog met elkaar. De laatste keer was dat met de Tweede Wereldoorlog (1940-1945). Er zijn in die oorlog veel mensen gedood en er

Nadere informatie

Toeristen in Nederland

Toeristen in Nederland Toeristen in Nederland Het is bijna zomer. Veel Nederlanders gaan lekker op vakantie naar het buitenland. Maar er komen ook heel veel buitenlandse toeristen naar Nederland. Hoeveel zijn dat er eigenlijk?

Nadere informatie

KWT opdracht Atlas gebruik

KWT opdracht Atlas gebruik Auteur Erik van Wijngaarden Laatst gewijzigd 22 September 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/65793 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Turismo en Espan a. Wat?

Turismo en Espan a. Wat? Turismo en Espan a Wat? Bekijk aandachtig het filmpje (http://www.youtube.com/watch?v=gidhjyn9h5s) en de onderstaande foto s. 1. Welke soorten toerisme komen er voor in Spanje? Landschap in Asturië La

Nadere informatie

Thema 4: Toeristische landschappen: Toerisme in Europa en België LWB p1-19

Thema 4: Toeristische landschappen: Toerisme in Europa en België LWB p1-19 Thema 4: Toeristische landschappen: Toerisme in Europa en België LWB p1-19 1. Toerisme in Europa 1.1 Aantrekkingsfactoren p6-7 Menselijke aantrekkingsfactoren Cultuurfactoren Begeleidende factoren Natuurlijke

Nadere informatie

LES 2 Aardrijkskunde

LES 2 Aardrijkskunde Dit werkblad is van: Groep: OPDRACHT 1 Weet jij waar deze steden liggen? Teken de volgende steden in op de kaart: - Londen - Barcelona - Rome - Parijs - Amsterdam LES 2 Aardrijkskunde OPDRACHT 2 De Olympische

Nadere informatie

Kwt opdracht atlas gebruik

Kwt opdracht atlas gebruik Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Erik van Wijngaarden 22 september 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/65793 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Vara - Kassa 3 Resultaten Aflevering 13 Zomervakantie 1 31 Juli 2007

Vara - Kassa 3 Resultaten Aflevering 13 Zomervakantie 1 31 Juli 2007 Vara - Kassa 3 Resultaten Aflevering 13 Zomer 1 31 Juli 2007 1 onderzoeksgegevens mogen alleen gebruikt worden onder vermelding van YoungVotes en de VARA Factsheet Jongeren en Aan 592 jongeren in de leeftijd

Nadere informatie

DOCENT. Thema: water DROOG NAAR DE OVERKANT. groep 3 en 4. Stadshagen

DOCENT. Thema: water DROOG NAAR DE OVERKANT. groep 3 en 4. Stadshagen In groep 1 en 2 hebben de leerlingen ontdekt dat er veel water in is en hebben ze onderzocht welke dieren in en bij het water leven. In groep 3 en 4 verdiepen de leerlingen hun kennis over het water in

Nadere informatie

Taakkaart 3 De ontdekking van de stoommachine: de industriële revolutie

Taakkaart 3 De ontdekking van de stoommachine: de industriële revolutie Taakkaart 3 De ontdekking van de stoommachine: de industriële revolutie Rond het jaar 1750 begon het.. de industriële resolutie. Laten we eerst eens deze twee woorden uitleggen: Industrie = spullen die

Nadere informatie

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst Groep 5 Les 1 Ik en mijn selfie Les 1 Ik en mijn selfie Samenvatting van de les De kinderen kijken naar een selectie portretten waaronder selfies. Ze analyseren

Nadere informatie

Bedrijvendag. 20 januari 2016. Scholieren in Bedrijf. Inleiding

Bedrijvendag. 20 januari 2016. Scholieren in Bedrijf. Inleiding Bedrijvendag 20 januari 2016 Scholieren in Bedrijf Inleiding Op 20 januari 2016 ga jij kennis maken met een aantal bedrijven in de regio. Je gaat die dag verschillende dingen doen om erachter te komen

Nadere informatie

Studieplanner leerlingen NAAM: Datum Weekopdracht. Doel en in: klaar Week 1 Week 2 Leren leren : Tekst 1 lezen tot aan het plaatje met de

Studieplanner leerlingen NAAM: Datum Weekopdracht. Doel en in: klaar Week 1 Week 2 Leren leren : Tekst 1 lezen tot aan het plaatje met de Studieplanner leerlingen NAAM: Opgegev Benodigde Datum Weekopdracht Doel en in: materialen klaar Week 1 Week 2 Leren leren : Tekst 1 lezen tot aan het plaatje met de ministers. Opdrachtenboekje 5 Markeer

Nadere informatie

Mijn Mokum is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het Amsterdam Museum.

Mijn Mokum is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het Amsterdam Museum. 2 INTRODUCTIE is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het. In het wordt de geschiedenis verteld aan de hand van schilderijen en voorwerpen. Je gaat met de groep naar het museum. In dit werkboekje

Nadere informatie

5.1 De kaart van Nederland

5.1 De kaart van Nederland LB 40-4 5. De kaart van Nederland Wat betekent dit bord, denk je? Je rijdt de provincie Utrecht in. Welke zin hoort bij welk woord? Trek lijnen. Een schaalstok...... geeft de vier windrichtingen op de

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!! Hoe maak ik in groep 8 een werkstuk? Jij gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in

Nadere informatie

Les 14 Bevolkingsspreiding in Europa

Les 14 Bevolkingsspreiding in Europa 5. Stedelijke landschappen 1 2e jaar aardrijkskunde Les 14 Bevolkingsspreiding in Europa Hoe onderzoek ik de bevolkingsspreiding? (gebaseerd op Geogenie2) Positieve factoren Verklaart de hoge bevolkingsdichtheid

Nadere informatie

LOGBOEK Werkweek 24 t/m 28 juni

LOGBOEK Werkweek 24 t/m 28 juni LOGBOEK Werkweek 24 t/m 28 juni Leerlingen: 1.) 2.) 3.) 4.) 5.) Coach: Groepsnaam: 1 LOGBOEK WERKWEEK Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Planning... 3 De opdrachten... 4 Reisplan... 5 Stap

Nadere informatie

Mentor Datum Groep Aantal lln

Mentor Datum Groep Aantal lln Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas Stageschool Plaats Dilia Couwenberg P14EhvADT t Startblok Eindhoven Mentor

Nadere informatie

LES 3 - Aardrijkskunde

LES 3 - Aardrijkskunde LES 3 - Aardrijkskunde Dit werkblad is van: Groep: OPDRACHT 1 Weet jij waar deze steden liggen? Teken de volgende steden in op de kaart: - Londen - Barcelona - Rome - Parijs - Amsterdam OPDRACHT 2 De Olympische

Nadere informatie

Bevolkingsgroepen DOE KAART 1. Naam van het project. Als je voor deze opdracht kiest leer je meer over een bepaalde bevolkingsgroep.

Bevolkingsgroepen DOE KAART 1. Naam van het project. Als je voor deze opdracht kiest leer je meer over een bepaalde bevolkingsgroep. DOE KAART 1 Bevolkingsgroepen Als je voor deze opdracht kiest leer je meer over een bepaalde bevolkingsgroep. Zoek 6 verschillende bevolkingsgroepen op. Kies 1 bevolkingsgroep uit waar je meer over wilt

Nadere informatie

LES 3 - Aardrijkskunde

LES 3 - Aardrijkskunde LES 3 - Aardrijkskunde Dit werkblad is van: Groep: OPDRACHT 1 Weet jij waar deze steden liggen? Teken de volgende steden in op de kaart: - Londen - Barcelona - Rome - Parijs - Amsterdam OPDRACHT 2 De Olympische

Nadere informatie

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart 2013 5,1 27 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders. Paragraaf 1 De Romeinen trekken zich terug. 1. Welke

Nadere informatie

Lesbrief ZAND BOVEN WATER OPDRACHT 1 - NEDERLAND EN WATERBOUW

Lesbrief ZAND BOVEN WATER OPDRACHT 1 - NEDERLAND EN WATERBOUW Lesbrief Primair onderwijs - BOVENBOUW ZAND BOVEN WATER Rotterdam is de belangrijkste haven van Europa. Steeds meer spullen reizen via Rotterdam. Sinds 2008 wordt hard gewerkt om de haven uit te breiden.

Nadere informatie

Dit stappenplan is ingevuld door:

Dit stappenplan is ingevuld door: STAPPENPLAN Dit stappenplan is ingevuld door: Dit is jullie opdracht: Bekijk de kranten en/of nieuwssites die je toegewezen krijgt. Ga op zoek naar een nieuwsartikel waarin techniek een belangrijke rol

Nadere informatie

Opdracht Aardrijkskunde Atlasopdracht

Opdracht Aardrijkskunde Atlasopdracht Opdracht Aardrijkskunde Atlasopdracht Opdracht door een scholier 2510 woorden 4 november 2016 6,1 14 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde 1 De juiste kaart vinden Er zijn vier verschillende soorten kaarten,

Nadere informatie

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa)

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa) Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa) Lees ter voorbereiding onderstaande teksten. Het milieu De Europese Unie werkt aan de bescherming en verbetering van

Nadere informatie

Vormen van een raket Raketten

Vormen van een raket Raketten Vormen van een raket Raketten Vgroep 1-2 17 tijdsduur 65 minuten kerndoelen 1, 23, 32, 44, 45 en 54 lesdoelen De leerling: herkent een aantal wiskundige vormen: een cirkel, een driehoek, een rechthoek

Nadere informatie

BELAND JIJ OP EEN VULKANISCH EILAND?

BELAND JIJ OP EEN VULKANISCH EILAND? BELAND JIJ OP EEN VULKANISCH EILAND? 2 TOT 4 UUR Groep 4 5 6 7 8 Begin november 1963 ontstond er een nieuw eiland in de Atlantische Oceaan, ongeveer 33 kilometer ten zuiden van IJsland. Een week eerder

Nadere informatie

Praat-plaat. aad/thema/ik werkblad 1

Praat-plaat. aad/thema/ik werkblad 1 Thema Praat-plaat aad/thema/ werkblad 1 Strip aad/thema/ werkblad 2 aad/thema/ werkblad 3 a aad/thema/ werkblad 3 b Knipblad aad aad/thema/ werkblad 4 Stripverhaal hallo ben aad ben een man ben geboren

Nadere informatie

Les Aardrijkskunde & Geschiedenis

Les Aardrijkskunde & Geschiedenis C Deze les bestaat uit 16 vragen over de zeescheepvaart. De meeste vragen hebben ook met aardrijkskunde en geschiedenis te maken. Als je deze les af hebt, weet je alles over de scheepvaart! eerkeuzevragen

Nadere informatie

Ecobel. Een reis doorheen de evolutie van de consumptie en de productie in België

Ecobel. Een reis doorheen de evolutie van de consumptie en de productie in België Ecobel Een reis doorheen de evolutie van de consumptie en de productie in België BELvue museum Paleizenplein 7 1000 Brussel t: +32 (0)2 500 45 54 info@belvue.be www.belvue.be Het BELvue is een project

Nadere informatie

Oriëntatie. je op onderzoek naar toeristische en aardrijkskundige informatie over een gebied. 6 Oriëntatie

Oriëntatie. je op onderzoek naar toeristische en aardrijkskundige informatie over een gebied. 6 Oriëntatie Oriëntatie Vroeger was vakantie bijzonder. Nu gaat in Nederland bijna iedereen op vakantie. Je vakantie kun je op honderden manieren doorbrengen. Kijk maar naar de foto s op deze bladzijden. Dit lesboek

Nadere informatie

Instructie. Werkstuk. Bovenbouw 10 e Montessori de Meidoorn Schooljaar 2013-2014

Instructie. Werkstuk. Bovenbouw 10 e Montessori de Meidoorn Schooljaar 2013-2014 Instructie Werkstuk Bovenbouw 10 e Montessori de Meidoorn Schooljaar 2013-2014 Instructie werkstuk Vanaf schooljaar 2013-14 is de invulling van het werkstuk en je spreekbeurt veranderd. Iedereen maakt

Nadere informatie

De leerlingen uit groep 7A hebben in groepjes een onderdeel uitgewerkt wat in groep 7 aan bod komt. Veel leesplezier.

De leerlingen uit groep 7A hebben in groepjes een onderdeel uitgewerkt wat in groep 7 aan bod komt. Veel leesplezier. Groep van de week 7A De leerlingen uit groep 7A hebben in groepjes een onderdeel uitgewerkt wat in groep 7 aan bod komt. Veel leesplezier. Wij doen Topo wij zijn: Didier Senna Tobias en Thom Wij begonnen

Nadere informatie

Welkom in Nederland 1

Welkom in Nederland 1 Welkom in Nederland 1 Inhoudsopgave : 1. Eisen voor de presentatie Blz. 2 2. Eisen voor het verslag 3 3. Wat geografen willen weten over een land? 4 4. De geschiedenis van een land 5 5. We zetten nu de

Nadere informatie

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - HAVO MAASVLAKTE 2 De haven van Rotterdam wordt te klein, omdat we steeds meer goederen bestellen uit verre landen. Daarom komt er een nieuw stuk haven: Maasvlakte

Nadere informatie

Hoeveel manieren worden er gebruikt bij aardrijkskunde om de welvaart in een land te meten?

Hoeveel manieren worden er gebruikt bij aardrijkskunde om de welvaart in een land te meten? Samenvatting door L. 815 woorden 10 december 2013 4,7 74 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Hoeveel manieren worden er gebruikt bij aardrijkskunde om de welvaart in een land te meten?

Nadere informatie