Terugblik op 8 jaar grijze data-ontsluiting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Terugblik op 8 jaar grijze data-ontsluiting"

Transcriptie

1 8 JAAR NEEDIS Terugblik op 8 jaar grijze data-ontsluiting F.G.H. van Wees en W.G. van Arkel ECN-Beleidsstudies Petten NEEDIS Postbus ZG Petten NDS telefoon: telefax : september 1998

2 6. Verantwoording Dit rapport is geschreven als onderdeel van het Nationaal Energie Efficiency Data Informatie Systeem (NEEDIS). In de stichting NEEDIS zijn het Ministerie van Economische Zaken, Sep en Gasunie vertegenwoordigd. De stichting NEEDIS heeft aan ECN opdracht verleend het data informatie systeem verder te ontwikkelen. Het doel van NEEDIS is om een algemeen erkend en in beginsel openbaar databestand samen te stellen en actueel te houden. In dit databestand wordt informatie opgenomen over het energiegebruik en verklarende factoren hierbij van verschillende sectoren in de industrie, huishoudens en overige afnemers. 2

3

4 7. Augustus jaar NEEDIS Ten geleide Samenvating 1. INLEIDING 2. NEEDIS ALS PRODUCT 2.1 De klanten 2.2 De database 2.3 De bronnen 2.4 Het product 3. EPILOOG BIJLAGEN A. LEVENSCYCLUS NEEDIS 1. INLEIDING 2. CHRONOLOGISCHE ONTWIKKELING 3. LEVENSCYCLUS NEEDIS 3.1 NEEVIS/NEEDIS Startfase 3.2 NEEDIS Consolidatiefase 3.3 NEEDIS Beheerfase B. DE NEEDIS-STRUCTUUR C. OPZET NEEDIS-RAPPORTAGE D. SAMENVATTINGEN SECTORRAPPORTAGES E. GRIJZE BRONNEN F. NASLAG Workshops en seminars Organisaties sectorraportages NEEDIS-rapporten 4

5 9. INHOUD Ten geleide Het voorliggende rapport is de laatste welke onder de NEEDIS-vlag zal verschijnen. Hiermee wordt een periode afgesloten waarin een schat van ervaring is opgedaan in het ontsluiten van grijze data. Hieronder wordt verstaan de data welke niet via het reguliere CBS-circuit wordt waargenomen, doch welke wordt aangetroffen in diverse bronnen. Het feit dat dit het laatste NEEDIS-rapport is wordt aangegrepen om in dit rapport een terugblik te werpen op de geschiedenis gedurende ca. 8 jaar, vanaf het ontstaan van het samenwerkingsverband NEEDIS in de vorm van de gelijknamige Stichting NEEDIS. Hiermee wordt tevens voorzien in de gevoelde noodzaak om de ondankbare taak uit te voeren alle betrokkenen in de afgelopen jaren een rapport mee te kunnen geven, dat als tastbare herinnering kan dienen. Het NEEDIS-team 5

6 7. Augustus jaar NEEDIS De activiteiten onder de noemer NEEDIS houden eind 1998 op. Hiermee wordt tevens een periode van 8 jaar afgesloten waarin veel ervaring is opgedaan met het in een database-systeem opslaan van energiegerelateerde numerieke gegevens. Naast de reguliere CBS-statistieken is het voor het beantwoorden van de diverse vragen noodzakelijk gebleken aanvullende gegevens op te slaan. Deze hebben soms een beschrijvend incidenteel karakter maar verschijnen ook periodiek, zodat hiermee tijdreeksen zijn te vullen. Deze laatste zijn te kenschetsen als grijze data. Het inbrengen van alle beschikbare gegevens uit het grote aanbod van grijze bronnen wordt (ook om financiële overwegingen) niet zinvol geacht. Het is tevens gebleken dat de combinatie en interpretatie hiervan tot zinvolle informatie niet via een interface gerealiseerd kan worden. Een intermediair is daarbij gewenst. Hierdoor bevat de database steeds meer meta-gegevens: de vindplaats van numerieke gegevens. Ervaring leert, dat er voor gewaakt moet worden dat het geheugen van de beheerder de rol van de digitale database gaat overnemen. De Stichting NEEDIS heeft ECN de gelegenheid gegeven de huidige vraagbaakfunctie tot eind 1999 te kunnen uitvoeren, aangestuurd vanuit het CBS. Om na deze datum de activiteiten te kunnen vervolgen is de drijfveer om nieuwe participanten hiervoor te interesseren. 6

7 10. SAMENVATTING 7

8 11. Augustus jaar NEEDIS Dit rapport bevat een terugblik op 8 jaar NEEDIS. In het oorspronkelijke databaseontwerp was opgenomen dat er naast CBS-gegevens ter aanvulling grijze data 1 zou worden opgenomen. Gezien de getrooste inspanning om het product NEEDIS tot stand te brengen - rondom een systeem met kwantitatieve energie relevante data van uiteenlopende aard - is het opportuun de positieve en negatieve ervaringen bij het opzetten van een database met grijze data vast te leggen. Het rapport is opgebouwd uit een aantal inleidende hoofdstukken, verwijzend naar bijlagen. De meeste ruimte wordt ingenomen door een samenvatting van de 23 sectorrapporten, welke onder auspiciën van NEEDIS tot stand zijn gekomen. Daarnaast is ruimte gereserveerd om een chronologisch verslag op te nemen over de geschiedenis van de afgelopen 8 jaren NEEDIS. Deze inleiding wordt tevens gebruikt om hier reeds een schot voor de boeg te geven ten aanzien van de kern van het bestaansrecht van een NEEDIS. De ervaring heeft geleerd dat het klaarleggen van gegevens of data - hetzij op de plank/schap, hetzij in een databestand - onvoldoende tegemoet komt aan de diversiteit van vragen. De vragenstellers bepalen uiteindelijk hoe de gegevens tot bruikbare informatie kunnen worden gecompileerd. Dit vergt telkenmale een ander gebruik van de gegevens, afhankelijk van de vraagstelling. Tevens is gebleken dat de rol van de beheerder niet uitgeschakeld kan worden. Zelfs na het ongebreideld vullen van een database resteren er altijd vragen die gegevens vereisen die niet zijn ingebracht. De beheerder als intermediair tussen de vragensteller en de beschikbare data biedt dan uitkomst. Er vindt daarmee een interactie plaats met een leercurve van de intermediair (maar ook de gebruiker). Daardoor zal het systeem geen dood product zijn, maar er loert wel een gevaar dat het systeem met steeds minder data gevoed gaat worden. De meta-gegevens (verwijzing naar de vindplaats) gaan steeds belangrijker worden in combinatie met het geheugen van de beheerder.!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! "!Hieronder wordt verstaan de data welke niet via reguliere CBS-statistieken wordt waargenomen, doch welke wordt aangetroffen in diverse bronnen. 8

9 INLEIDING 9

10 NEEDIS ALS PRODUCT Dit hoofdstuk heeft de titel NEEDIS als product meegekregen. Hierin wordt gedocumenteerd wat zoal in de afgelopen 8 jaar is opgebouwd. Begrippen als de hiërarchie van de data(piramide), structuurbeschrijving van de database en de aard en omvang van grijze data komen daarbij successievelijk aan de orde. Deze technische paragrafen worden voorafgegaan met de analyse: Wie zijn de klanten van NEEDIS? 2.1 De klanten Als NEEDIS als product moet worden gekarakteriseerd dan kan en mag niet vergeten worden om terug te zien op de ontstaansgeschiedenis. Het is in 1989 begonnen als een door Sep geïnitieerd systeem (NEVIS: Nationaal Elektriciteits Verbruiks Informatie Systeem), omdat er dringende behoefte bestaat aan een database met besparingsgegevens om de verschillen in interpretaties van de cijfers te verminderen. Hiermee werd nagestreefd dat partijen dezelfde uitgangspunten gebruiken als indicaties worden gegeven over de toekomstige besparingsmogelijkheden. Reeds in 1990 wordt de scope verbreed, waardoor het vastleggen van informatie zich niet meer beperkt tot elektriciteit(toepassingen). Het systeem heeft nu de naam NEEVIS: Nationaal Energie Efficiency en Verbruiks Informatie Systeem. Door de taakverbreding krijgt de database steeds meer een maatschappelijk karakter, wat er toe leidt dat samenwerking met andere belanghebbende partijen wordt gezocht. Doel van NEEVIS de hoogte en de ontwikkeling van het nationaal energiegebruik te beschrijven. Daartoe is het noodzakelijk informatie te verkrijgen over de huidige gemiddelde efficiency van het verbruik en de gemiddelde en hoogst beschikbare efficiency van nieuwe toepassingen. Pas bij de formele start van NEEVIS/NEEDIS in 1993 gaat het systeem zich meer en meer richten op externe onderzoekers, in een maatschappelijk kader: kennisdisseminatie op het gebied van energiebesparing. Omdat de database een openbaar karakter moet hebben dringt zich de noodzaak op om zeer strikte definities op te stellen om een logische structuur van de database op te kunnen zetten. (zie paragraaf 2.2). Omdat het ontwerp van de database niet voorzien was in een online toegankelijkheid, moet er altijd gebruik worden gemaakt van een intermediair. Deze interpreteert de vraag van de onderzoeker en levert vervolgens met behulp van de reeds ingebrachte data en de op het schap liggende publicaties met grijze data de gevraagde informatie. Hierbij is gebleken dat vragenstellers vaak niet op de hoogte zijn van het bestaan van de CBS-NEH of niet alle aspecten ervan doorgronden. Via deze wegen wordt de klant op zijn wenken bedient. Deze dienstverlening valt dan ook onder de maatschappelijke functie van NEEDIS. 2.2 De database Reeds eerder bij de aanduiding van de klanten - en daarmee de vraagstelling waaraan een database zou moeten voldoen - is aangegeven dat de database met prioriteit is gevuld met reguliere CBS-data. Gebleken is dat dit als kapstok fungeert om de grijze data 10

11 NEEDIS als product een plaats te geven. Omdat een van de doelstellingen van NEEDIS is om energieverbruikgegevens te kunnen koppelen aan andere (verklarende) factoren wordt naast energie minstens evenveel ruimte in de database ingenomen door deze gegevens zoals de bijbehorende activiteit (m2 vloeroppervlak, toegevoegde waarden, verzorgingsplaatsen e.d.). Voor huishoudens is het verbruik ingebracht per type alsmede naar type woning. Deze paragraaf beschrijft de opbouw van de database, waarbij het piramide-idee de sleutel is voor de basis-structuur. Beseft moet worden dat er in vele gevallen in de beschikbare data inconsistenties worden aangetroffen. Daarom heeft de database de mogelijkheid afwijkende datareeksen uit grijze bronnen naast elkaar op te nemen, waarbij de bronvermelding op zijn beurt weer telkenmale oproepbaar moet zijn. De data-piramide De beschikbaarheid van gegevens over het verbruik van energie kan schematisch worden weergegeven als een piramide (zie figuur 1). Hoog geaggregeerde gegevens zitten in de top (gegevens over heel Nederland), terwijl de bodem wordt gevormd door individueel waarneembare eenheden (een bedrijf, instelling of huishouden). Teneinde deze piramide te vullen zijn de beschikbare data gecategoriseerd naar de verschillende niveaus. NEEDIS Nationaal Hoofdsectoren Sectoren Segmenten Segment Individuele bedrijven Energiefuncties Installaties Figuur 1: Opbouw van de categorisering Daarbij is als raamwerk het begrippenhandboek De NEEDIS-structuur gehanteerd voor het vastleggen van data. Door bij het verzamelen steeds rekening te houden met zowel de definities uit het begrippenhandboek als met de opzet van de databank, werd het mogelijk de verschillende data een zodanige plaats te geven dat vragen snel zouden kunnen worden beantwoord. 11

12 14. Augustus jaar NEEDIS De onderscheiden niveaus hebben de volgende kenmerken: Het eerste niveau betreft de energiebalans voor het binnenlands verbruik met een uitsplitsing naar een aantal groepen energiedragers. Deze gegevens zijn weer opgesplitst naar verschillende type afnemers zoals energiebedrijven en energie-afnemers. Voor de verschillende soorten energiebedrijven is het verbruikssaldo opgenomen naar groepen energiedragers. In de afnemers zijn 4 hoofdsectoren te onderscheiden, respectievelijk de industrie, transport, huishoudens en de overige gebruikers. Op dit niveau (2) is er voor de afnemers onderscheid gemaakt in type verbruik (verbruikssaldo, omzettingssaldo en finaal verbruik) naar groep van energiedragers. Op het volgende niveau (3) zijn meer gedetailleerde gegevens ingebracht zowel t.a.v de energiedragers, soorten verbruik als afnemers. Met name is bij de industrie onderscheid gemaakt naar bedrijfstak (vanaf 1993: 14). Op dit niveau is ook in meer detail het verbruik van de overige afnemers, huishoudens en transport vastgelegd. Tot hier is de relatie tussen de niveau s eenduidig d.w.z. een optelling op een bepaald niveau leidt tot hetzelfde verbruik als gegeven op het naast hogere niveau. Wel moet hierbij worden opgemerkt dat bij een verdere afbouw dit niet meer het geval is. De oorzaak hiervan tweeledig. Enerzijds worden de verbruikgegevens op andere wijze waargenomen dan in de energiestatistiek. De tweede reden is dat de gegevens afkomstig worden van niet CBS-bronnen, waardoor deze een fragmentarisch karakter krijgen en niet altijd consistent zijn. In bijlage E is een overzicht opgenomen van de bronnen met grijze data waaruit wordt geput. Segmenten Om de beschikbare gegevens toch een plaats te kunnen geven in de database is reeds in de voorloper van de NEEDIS-structuur het begrip segment geïntroduceerd. Als voorwaarde geldt dat de energiegebruikers binnen een segment een redelijk homogeen karakter dienen te hebben ten aanzien van hun activiteit. Om te onderzoeken in hoeverre dit binnen de diverse sectoren opgaat zijn voor 25 sectoren (zowel industriële als overige) studies uitgevoerd. Hiermee werd het tevens mogelijk de lagere delen van de piramide te kunnen vullen. Het is gebleken dat hiermee aanvullende informatie kan worden verkregen, omdat het energiegebruik binnen segmenten doorgaans niet door het CBS wordt waargenomen. Functies Binnen zo n segment kunnen processen worden onderscheiden waarmee een bepaalde deelactiviteit wordt uitgevoerd. In het handboek is daartoe het begrip functie verder uitgewerkt. In de database is daarom de van diverse energiefuncties, zoals bijvoorbeeld drogen, indampen en reinigen, het specifiek energiegebruik vastgelegd. Een aparte functie is de opwekking van elektriciteit m.b.v. warmte/kracht. Installaties Het uitvoeren van een functie vereist installaties. Zo'n installatie eist energie in de vorm van elektriciteit of stoom of vraagt brandstof als invoer. Een installatie kan weer één of meer apparaten bevatten. Indien gegevens over het energiegebruik door installaties bekend zijn deze in de database opgenomen waarbij er steeds voor is gezorgd dat een rela- 12

13 NEEDIS als product tie met segmenten en sectoren zoals opgenomen op de hogere niveaus van de piramide aanwezig is. Het is niet de bedoeling van NEEDIS gegevens over individuele bedrijven en hun installaties op te nemen. Wel zijn de bestanden aanwezig die zijn gevormd in het kader van de EmissieRegistratie Lucht. Hierin zijn met name gegevens te vinden over het energiegebruik op installatieniveau. Vanzelfsprekend kunnen hieruit alleen op geaggregeerd niveau gegevens naar buiten worden gebracht. Slechts op In de eerste plaats zijn er publicaties waarin het energiegebruik van een bedrijf of instelling wordt genoemd. Overige gegevens Naast bovengenoemde gegevens, die altijd per categorie worden gegeven, zijn er gegevens die categorieoverschrijdend zijn. Het betreft hier dan gegevens over graaddagen, prijzen en energie-inhoud van energiedragers, subsidies en belastingen. 2.3 De bronnen Naast de CBS-data wordt dankbaar gebruik gemaakt van grijze data. Deze term is geïntroduceerd om aan te geven dat hieronder data worden verstaan welke niet via de reguliere CBS-statistieken worden waargenomen, doch welke worden aangetroffen in diverse bronnen. Als NEEDIS-bronnen worden onderscheiden: CBS-publicaties. Het merendeel betreft periodieke publicaties, daarnaast zijn er enkele met een incidenteel karakter. Overige publicaties. Hierbij zijn de meeste afkomstig uit studies, welke zijn verricht met het op dat moment specifieke doel. Gezien het doel van NEEDIS wordt in de eerste plaats gekeken naar kwantitatieve informatie. Kwalitatieve informatie is er veelal toegevoegd in de vorm van achtergrondinformatie (procesbeschrijvingen etc.). Om inzicht te krijgen in de omvang, diepgang en beschikbaarheid van grijze data zijn 23 sectoren o.a. met dit gezichtspunt aan een onderzoek onderworpen. In bijlage D zijn de samenvattingen hiervan opgenomen, waaraan een lijst van geraadpleegde bronnen met een periodiek karakter is toegevoegd. Analyse van de gehanteerde bronnen uit de sectorrapportages leverde het volgende beeld: 13

14 14. Augustus jaar NEEDIS Bron Type Aantal uniek Aantal gerefereerd 1 CBS Periodieke publicaties Incidentele publicaties 3 3 Grijze data Periodiek karakter Incidenteel karakter Overig Ondersteunende documenten Referenties Gebaseerd op 23 sectorrapporten Daarnaast worden voor de overige niet in NEEDIS-rapporten beschreven sectoren diverse bronnen aangehaald. Hierbij zijn er 31 met een periodiek karakter. In totaal kunnen er zo 128 als periodiek worden aangemerkt. In de tabel wordt melding gemaakt van 237 unieke grijze databronnen met een incidenteel karakter. In deze studies wordt op een of andere wijze melding wordt gemaakt van energieverbruik, in combinatie met de bijbehorende activiteit zoals de hoeveelheid melk die is ingedampt, het aantal stenen dat is gedroogd of de hoeveelheid papierpulp die is geproduceerd. Deze individuele gegevens zijn in de database vastgelegd met vermelding van de bron. Omdat niet alle gegevens kunnen worden overgenomen, krijgen deze verwijzingen tevens de functie van meta-gegevens. Ook zijn er studies waarin voor een groot aantal processen gegevens over energiegebruik zijn uitgezocht en beschreven. Genoemd kunnen worden SPIN (Samenwerkingsproject Procesbeschrijvingen Industrie Nederland), het onderzoek Besparingspotentieel 2015 van TNO en de rapporten uitgebracht in het kader van het Nationaal Onderzoekprogramma Hergebruik van Afvalstoffen. Opgemerkt dient te worden dat de sectoren die een meerjarenafspraak hebben afgesloten kunnen aangeduid worden met een aparte status, omdat het karakter van een mja gelegen is in het verklaren van de ontwikkeling van het energieverbruik; het hoofddoel van NEEDIS. In hoeverre de rapportages in het kader van de mja s openbaar zijn of zullen worden is momenteel onderwerp van overleg. Tot augustus 1998 zijn er 43 mja s afgesloten met 29 industriële sectoren, 9 branches en bedrijven in de utiliteitsbouw, 2 bij de energieconversiebedrijven en 3 in de agrarische sector. Hiervan kunnen er 26 (70%) gekoppeld worden aan een NEEDIS-sectorrapportage. Bij de bronvermelding in de samenvatting van deze rapportages is dit aangegeven met een. Gesignaleerd kan worden dat de huidige op gang komende reeks van milieujaarverslagen een relevante bron kan gaan vormen. Deze verslagen hebben echter betrekking op individuele bedrijven, maar de binnen de structuur van de database heeft dit een logische plaats, inclusief de meta-functie van de bronvermelding. Deze droge opsomming van aantallen bronnen moet gezien worden in het licht van het belang van grijze data. Het is gebleken dat de tijdreeksen de kracht van NEEDIS zijn, aangevuld met de reeds aangestipte additionele meta-informatie. Opgemerkt dient te worden dat in de afgelopen jaren vanuit het CBS steeds meer gegevens op detailniveau 14

15 NEEDIS als product gepubliceerd worden of op verzoek verstrekt worden. Daarbij geldt echter dat consistentie in de gegevens nog onvoldoende is, met name ten aanzien van factoren die het energiegebruik moeten verklaren. Tevens hoort hier de opmerking, dat bij teruglezing van het onderdeel adviezen voor monitoring in de samenvattingen van de sectorrapportages nagenoeg alle auteurs nader onderzoek aanbevelen. Hierbij speelt wellicht een rol dat vanuit een specialistische sectorkennis altijd de wens leeft om alles in kaart te willen brengen. Toch moet bij dit soort adviezen telkenmale een afweging gemaakt worden tussen de noodzaak voldoende verklarende factoren beschikbaar te hebben en de kosten en enquêtedruk. De beheerder van NEEDIS ECN-Beleidsstudies is - mede vanwege zijn functie in het informatienetwerk - in de gelukkige omstandigheid dat nagenoeg alle bronnen reeds op het schap voorhanden ligt. Daarnaast worden periodiek aanvullende meer op NEEDIS toegesneden publicaties aangevraagd, welke in de loop van de jaren hun nut hebben bewezen. Daarmee kan adequaat worden ingespeeld op de gestelde vragen. 2.4 Het product NEEDIS als product is voor de gebruiker herkenbaar als: De database, bereikbaar via de intermediair op de speciale NEEDIS-telefoon. De sectorstudies, gebaseerd op de NEEDIS-structuur. NEEDIS is vanuit een database-systeem geëvolueerd tot een vraagbaak, omdat wederom duidelijk is geworden dat gegevens pas informatie worden als deze in onderlinge verbanden wordt gebracht. Daarbij zijn inconsistenties zeer verstorend. NEEDIS heeft tot opdracht hier oplossingen voor aan te reiken. Deze state of the art mag niet eindigen zonder antwoord op de vraag of dit voldoet aan wat gewenst wordt. Hoe gaat de gebruiker hier mee om? Deze vraag wordt beantwoord vanuit enkele statements: Niet mag uit het oog worden verloren dat de klant de onderzoeker is, die gebaat is bij zowel gegevens als informatie. Gegevens zijn om niet beschikbaar. Dit is in zijn algemeenheid het geval met openbare data, die tegen drukkosten worden aangeboden. Resteert de vraag of bij het verkopen van het product NEEDIS de onderzoeker bereid is hier geld voor te betalen 2. Wat wordt er gemist? Het blijkt aan de hand van de enkele uitgewerkte NEEDIS-verbruiksanalyses, dat deze van groot nut zijn en een veel belangrijker rol zouden moeten spelen 3. Zijn er alternatieven?!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! 2 In de bijlage Levenscyclus NEEDIS is in 1996 de beslissing om NEEDIS onder nagenoeg gelijke condities te continueren o.a. gebaseerd op de overweging dat NEEDIS als commerciële activiteit niet kan bestaan. 15

16 14. Augustus jaar NEEDIS Zonder tussenkomst van de beheerder zou een NEEDIS-databank alleen via een verdergaande automatisering gerealiseerd kunnen worden. De inspanning om de diversiteit van grijze data in te brengen weegt echter niet op tegen de incidentele daarop toegespitste vragen. Waarom dan toch NEEDIS? Gezien de in dit rapport genoemde kenmerken is het - alles overziende - legitiem de telkenmale teruggekomende rol van de intermediair in combinatie met de meta-functie over grijze data als onlosmakelijk onderdeel van de database te beschouwen. Dit laatste kan vervolgens omkaderd worden als het product NEEDIS.!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! #!Dit paste echter niet in de doelstellingen van de participanten van NEEDIS en daarmee binnen het financiële draagvlak. 16

17 NEEDIS als product 17

18 21. Bijlage A. LEVENSCYCLUS NEEDIS Acht jaar NEEDIS heeft geleid tot een energieinformatiedienst dat z n bestaansrecht heeft bewezen. De maatschappelijke functie is in de afgelopen jaren door de energiesector met steun van de participanten in de Stichting NEEDIS (Sep, Gasunie en het Ministerie van Economische Zaken) in de lucht gehouden. Nu, medio 1998 is het besluit gevallen dat de participatie van Sep en Gasunie in de Stichting zal worden beëindigd en deze eind 1998 wordt opgeheven. Dit wordt ingegeven door de wens deze buitenschoolse activiteiten, die niet meer passen in de kernactiviteiten, af te stoten. Dit proces is versneld door de krachten rond NEEDIS (participatie, mja-gegevens) die een negatief stempel hebben gedrukt op het bereikte. Het beschikbare komende jaar zal dan ook moeten worden aangewend om vanaf het jaar 2000 met nieuw elan dit bestaansrecht waar te maken. Het is mogelijk dat delen van de database als onderdeel van de CBS Statlab-activiteiten een plaats gaan vinden. Het gebruik van grijze en/of meta-data zal hier toch op een of andere wijze een plaats in moeten vinden. Dit is wellicht weer een kern waaromheen een NEEDIS nieuwe stijl kan gaan functioneren. 1. INLEIDING Wordt vanuit de geschiedenis gekeken naar NEEDIS, dan worden achtereenvolgens aangetroffen als uitvoerende partijen: het CE (Centrum voor energiebesparing en schone technologie), BSO, Novem, Ecofys/ECN en ECN. De evolutie van de namen van het systeem wordt aangegeven door achtereenvolgens NEVIS, NEEVIS en tenslotte NEEDIS. Als start van NEEDIS is 1989 aan te geven, toen circuleerden diverse initiatieven op het gebied van de ontwikkeling van Nationale Energie Databanken : TNO in opdracht van EZ, een voorstel van Novem aan EZ (met een mogelijke participatie van Sep) en de verkennende studies van het CE. Per kenmerkende tijdsperiode (soms bepaald door de uitvoerenden, dan weer door het verschijnen van een definitief beleidsstuk zal in het volgende hoofdstuk een chronologisch verslag worden gedaan. 2. CHRONOLOGISCH ONTWIKKELING 1989: Sep-initiatief Medio 1989 is sprake van een voorstudie naar een Nationaal Elektriciteit Verbruiks Informatie Systeem (NEVIS) in opdracht van de Sep 4, uitgevoerd door het CE. De naam geeft reeds aan, dat de aandacht allereerst is gericht op: De ontwikkeling van een datasysteem over besparingsgegevens uit het verleden, opdat partijen dezelfde uitgangspunten gebruiken als indicaties worden gegeven over de toekomstige besparingsmogelijkheden. Aangeven van mogelijkheden voor gebruikers op welke wijze de elektriciteit effectiever kan worden aangewend.!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! 4 Deelnemers in deze fase: J.M. v.d. Berg en M.A.P.C. van Loon van de Sep, terwijl vanuit het CE P.H. van Gemert bij het project betrokken is. 18

19 19. Bijlage 20. Levenscyclus NEEDIS Een schatting te maken van het besparingspotentieel in Nederland. De nationale elektriciteitsvraag nauwkeuriger te prognotiseren. In het Sep-jaarverslag 1988 is aangegeven dat er dringend behoefte bestaat aan een dergelijke database om de grote verschillen in interpretatie van de cijfers te verminderen. Voorts is er een goede uniforme systematiek gewenst om besparingen te beschrijven. Door gegevens omtrent gebruik en besparing op een centrale plaats bijeen te brengen kunnen deze doelen worden verwezenlijkt. Omdat de informatie tot dan fragmentarisch bij diverse instanties aanwezig is, kan een verspilling worden voorkomen. In de concept rapportage (juli 1989) van de studie Op weg naar een nationaal elektriciteitsverbruiksinformatiesysteem komen aan de orde: Standaardindeling naar verbruikssectoren en toepassingen. Bronnen voor informatie met name t.a.v. (penetratie van) besparingsmogelijkheden. Ten aanzien van het eerste punt wordt reeds aangegeven dat de SBI-indeling 74 niet voldoet en worden voorstellen voor een herziening van de bedrijfsindeling voorgesteld. Of de huidige SBI 93-indeling hier aan tegemoet komt gaat te ver voor deze rapportage. Uit de verwijzingen naar bronnen voor het tweede punt blijkt dat hier nog veel pionierswerk verricht dient te worden. VEEN-participatie Op basis van de resultaten van de verkennende studie wordt de VEEN betrokken bij de activiteiten voor het oprichten van een Elektriciteits database. In een organisatievoorstel is er sprake van dat 3 à 4 man NEVIS zal bemannen. Naast medewerkers van Sep en VEEN zal het CE worden ingeschakeld, gelet op hun huidige werkzaamheden en affiniteit voor dit onderwerp. Informatie vanuit NEVIS zal geleverd worden aan een adviesgroep INNOVATIE, bestaande uit VEEN, Sep, CE, TNO etc, welke vervolgens weer informatie doorspeelt aan Novem en EZ. 1990: Geboorte NEEVIS In het definitieve rapport van het CE (januari 1990) wordt voor het eerst gewag gemaakt van NEEVIS: Nationaal Energie Efficiency en Verbruiks Informatie Systeem. De taakverbreding leidt tot de aanbeveling samenwerking te zoeken met andere belanghebbende partijen. Doel is nu informatie te verkrijgen over: De huidige gemiddelde efficiency van het verbruik, De gemiddelde en hoogst beschikbare efficiency van nieuwe toepassingen. Op gebied van de bestuurlijke aspecten wordt voorgesteld dat Sep/VEEN het initiatief neemt voor het oprichten van een stichting. In de concept oprichtingsstatuten van NEEVIS komt het Ministerie van Economische Zaken als participant om de hoek kijken. In de startfase van NEEVIS levert het CE een interim manager. Organisaties en personen die relevante databanken beheren (VEGIN, CPB, VvKK, CBS, ESC, ETDE, CADDET) reageren positief op het initiatief in deze fase. Wel wordt in deze meer concrete fase geconstateerd dat de verschillende informatiestromen zeer ongelijksoortig zijn en soms onvolledig en/of onbruikbaar. Met name over efficiency- en technologie-ontwikkeling is vrijwel alleen meta- en bibliografische informatie beschikbaar. 19

20 17. augustus jaar NEEDIS In dit stadium besluiten de initiatiefnemers Sep en VEEN de ontwikkeling van de elektriciteitsdatabase uit te breiden naar de ontwikkeling van een meer algemene energiedatabase met participatie van VEGIN en Gasunie. Het doel van NEEVIS blijft de hoogte en de ontwikkeling van het nationaal energiegebruik te beschrijven in de vorm van een openbare databank. Hoofddoel van NEEVIS is het verzamelen en verstrekken van gegevens over energiebesparing en energie-efficiency. Dit zal bereikt moeten worden via de volgende doelstellingen: Openbare gegevens een grotere toegankelijkheid en toepasbaarheid krijgen. Een betere afstemming over de betekenis van gegevens wordt bereikt. Een rangschikking van de gegevens op basis van een set geüniformeerde definities wordt verkregen. Definities en bouwstenen worden verkregen teneinde de participerende organisaties en andere geïnteresseerden inzicht te geven in energiebesparingen. De behoefte aan zo n als bovenbeschreven databank bestaat al geruime tijd, met als reden dat er meer eenduidig basiscijfermateriaal voorhanden komt. Cijfermateriaal is vanzelfsprekend beschikbaar via het Centraal Bureau voor de Statistiek, maar hiermee zijn niet alle levende vragen te beantwoorden. Er is daarnaast ook behoefte aan gegevens over bijvoorbeeld verbruiksgegevens, penetratiegraden en informatie over energiezuinige apparatuur. Deze laatste voorbeelden mogen echter ook weer niet op zich zelf beschouwd worden, maar dienen in samenhang met de CBS-gegevens te worden geïnterpreteerd. Op deze wijze wordt inzicht verkregen naar de effectiviteit van concrete maatregelen. De invulling van het systeem zal geschieden op basis van diverse gegevenssoorten, waarvoor een definitie van relevante kenmerken dient te worden vastgelegd. Het is reeds april 1990 geworden en de activiteiten in deze definitiefase zijn er op gericht begin 1991 NEEVIS van start te laten gaan. In een werkgroep (opgericht mei 1990) bestaande uit medewerkers van Sep, VEEN, VEGIN, Gasunie en EZ wordt het probleemgebied rond de oprichting en inrichting van NEEVIS in kaart gebracht. Als aanvullende doelstelling komt naar voren de toename in betrouwbaarheid van omzetprognose. De resultaten van de werkgroep zijn vastgelegd in een definitiestudie, waarbij gebruik wordt gemaakt van de in juli 1990 van de hand van het CE verschenen rapport Structurering van gegevens om te komen tot een NEEVIS. Het tijdschema laat nu als startdatum april 1991 zien. Tevens wordt besloten om een gefaseerde start te maken om de participanten duidelijkheid te bieden over de verwachtte meerwaarde. Op basis van de vastgelegde overwegingen wordt eind 1990 besloten tot het verlenen van een opdracht Prototyping NEEVIS aan BSO na offertevergelijking van meerdere aanbieders. 1991: BSO Op 10 december 1990 verschijnt er een gezamenlijk persbericht van het Ministerie van Economische Zaken, N.V. Nederlandse Gasunie. N.V. Sep, VEEN en VEGIN, waarin een studie wordt aangekondigd naar een Nationale Databank voor Energiebesparing. Deze 20

21 19. Bijlage 20. Levenscyclus NEEDIS haalbaarheidsstudie is door de Stuurgroep 5 NEEVIS opgedragen aan BSO te Apeldoorn. De studie dient uiterlijk in het voorjaar van 1991 te zijn voltooid. Om met NEEVIS het volgen van energiegebruik en -besparingen mogelijk te maken, alsmede inzicht te bieden in het deel van de besparingen dat bij de huidige stand van zaken nog verwezenlijkt kan worden, dient een sectorindeling, functie-indeling en een consistent definitiestelsel opgesteld te worden, dat aan het beoogde datasysteem ten grondslag ligt. Daarbij dient op elke niveau van verbijzondering aansluiting te zijn aan de CBSsystematiek. Uitgangspunt is dat in de databank historische en actuele energiegegevens worden opgenomen. De gegevens zijn afkomstig van de deelnemende organisaties en van derden, zoals brancheverenigingen en onderzoeksinstellingen. De opdracht van BSO heeft vooral betrekking op het raamwerk van de databank en het definiëren van energiegegevens in het kader van een multi-cliënt databank. Tevens dient aangegeven te worden welke bronnen ingebracht kunnen worden. Uit de verslagen van de Projectadviesgroep is te lezen dat in de eerste fase wordt gewerkt aan de producten: een energiemodel, een globaal logisch datamodel plus begrippen en definities. De contouren van het latere begrippenhandboek bekend als de NEEDIS-structuur komt hier al om de hoek kijken. Het model zal worden opgezet aan de hand van diverse interviews, waarbij o.a. aan bod komen de beschikbaarheid van informatie, de herkomst en status hiervan. Tevens blijkt dat veel aandacht wordt besteed aan de mogelijkheden van de BEK- en BAK-onderzoeken om te dienen als basis voor een prototype. Het blijkt dat bij de vormgeving in het kader van de Proefontwikkeling dat bij gebruikmaking van een op een relationeel netwerk gebaseerde database een veelheid van definitieproblemen om de hoek komt kijken. In deze periode worden ook de eerste contouren van een organisatieopzet zichtbaar. Daarbij moet worden aangetekend dat er nog steeds van wordt uitgegaan dat de bemensing van het NEEVIS-bureau door middel van detachering vanuit de participanten zal plaatsvinden. In het samenwerkingsverband wordt de advisering en goedkeuring van jaarplan en budget geregeld via respectievelijk een Begeleidingsgroep en een Stuurgroep. Nu het tot besluitvorming moet komen om een samenwerkingsverband met een eigen rechtspersoonlijkheid (in de vorm van een stichting), komen er van diverse participanten officiële standpunten dat zij positief staan ten opzichte van de nagestreefde opzet, maar dat een gefaseerde opbouw noodzakelijk wordt geacht. Tevens wordt nu reeds aangestipt dat - naast de reguliere CBS-energiegegevens - het zwaartepunt van de databank zal liggen op reeds beschikbare gegevens van de participanten. Daarbij zijn de deelbelangen (huishoudelijke versus zakelijke markt) van cruciaal belang. Om deze scheiding van belangen in stand te houden wordt zelfstandig onderzoek onder de vlag van NEEVIS dan ook als ongewenst bestempeld.!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! 5 Leden van de Stuurgroep waren: M.A.P.C. van Loon (Sep), G.G. Groenewegen (VEGIN), D. v.d. Weerd (VEEN) G.R.J. Hagevoort (Gasunie) en E.O. Weeda (EZ). Daarnaast was er een Project Adviesgroep actief met: J.M. v.d. Berg (Sep), W.A.P. Jost (VEGIN), A.T. Sypkens Smit (VEEN), G.D.A. Wolthuis (Gasunie) en A.C. v.d. Zwan (EZ). 21

22 17. augustus jaar NEEDIS Onderwijl heeft BSO eind augustus op basis van de uitgevoerde proefontwikkeling -een vervolgopdracht gekregen voor Realisatie Informatiesysteem Huishoudelijke Sector om te onderzoeken hoe een sector - waar veel over bekend is - kan worden opgenomen in het NEEVIS-systeem. Novem 6 komt nu voor het eerst in beeld doordat er opdracht wordt gegeven een onderzoek te verrichten naar relevante bronnen met gegevens voor vulling van NEEVIS. Het prototype NEEVIS is onderwijl ook reeds aan mutaties onderworpen. De functionaliteit laat o.a. op 6 niveaus het energiegebruik per energiedrager zien, maar onduidelijk is in hoeverre dit model daadwerkelijk gevuld zal raken met data. Eind 1991, een jaar na de geplande start van NEEVIS, is er nog steeds een discussie over het belang van NEEVIS in het licht van het brengen van verbetering in de onbevredigende situatie inzake informatievoorziening over energiegebruik en energiebesparing. Met name de onevenredige inbreng vanuit de vijf partners is aanleiding om een en ander nogmaals op een rijtje te zetten. Een stappenplan begin 1992 moet leiden tot het operationeel maken van NEEVIS in januari Cruciaal in het besluitvormingsproces is de vraag of de partner EnergieNed (voorheen VEGIN en VEEN) deelname aan NEEVIS zal continueren. 1992: Novem De rapportage van Novem over de beschikbare gegevensbronnen laat zien dat er vanuit de NEEVIS-participanten een inbreng van gegevens wordt voorzien van reguliere gegevens zoals: Statistisch jaarboek gasvoorziening, Elektriciteit in Nederland, CBSpublicaties, BEK en BAK en de gegevens van een nog te ontwikkelen monitoringssysteem voor de utiliteitsbouw (!). Een uitzondering is wellicht de dagbelastinggegevens (LEOBEL) van Sep en de volumegegevens van de Gasunie (op 3 of 4 digit-niveau). Naast deze inbreng van participanten is als testcase voor de sector glastuinbouw geïnventariseerd wat CBS, LEI-DLO, Gasunie, KNMI en het Centraal bureau van de tuinbouwveilingen kan bieden om verklarende factoren boven water te krijgen. Om hier handen en voeten aan te geven komt nu de voorbeeldpublicaties aan de orde en een begrippenhandboek om de daarbij gebezigde energiebegrippen gestalte te geven. Ter consultatie met het veld wordt voorgesteld om begin 1993 op basis van deze twee concrete voorbeelden een workshop te organiseren. Het genoemde stappenplan voorziet in de belangrijke bouwsteen van de database: het begrippenhandboek. Novem verzoekt de unit Beleidsstudies 7 van ECN samen met het bureau Ecofys offerte te doen. Dit resulteert in de eerste NEEVIS-versie van het handboek (december 1992). Tot slot is er in opdracht van Novem door E3T het rapport opgesteld: Aanzet tot selectiemethode voor NEEVIS. De contouren van een operationeel NEEVIS worden zichtbaar. Als voorbeeldrapportage zijn de sectoren Glastuinbouw (door LEI-DLO), Papier- en kartonindustrie van EEM Consult en Huishoudens (ECN-BS) beschikbaar. Soortgelijke sectorrapporten zouden kunnen worden opgesteld voor een groot aantal andere (sub)sectoren.!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! 6 Van de zijde van Novem wordt als contactpersoon H.J. Vreuls genoemd. 7 ECN-ESC: J.M. Bais en Ecofys: K. Blok. 22

23 19. Bijlage 20. Levenscyclus NEEDIS De situatie overziend kan een balans worden opgemaakt in het licht van De kracht van NEEVIS. Vastgesteld wordt dat drie elementen van belang zijn, met daarbij de enkele kanttekeningen: De dekking van het energiegebruik door in het begrippenhandboek beschreven (sub)sectoren: Aangezien het vullen van de database niet in de eerste jaren kan worden bereikt zal een fasering uitgewerkt moeten worden. De mate waarin de in het begrippenhandboek aangeduide verklarende factoren ontwikkelingen in het energiegebruik kunnen typeren: Voor de industrie 75%, de bouw 60%, huishoudens 90%, terwijl voor de dienstensector geen schatting kan worden opgegeven. Dit resulteert in een dekking van 60 à 70% van het totale energiegebruik De betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van de data: Onderkend wordt dat er een systeem van kwaliteitswaarborg moet zijn. 1993: De aftrap Begin januari 1993 ligt er uiteindelijk de beleidsstukken voor: Vormgeving organisatie NEEVIS en Inbreng participanten. Voorgesteld wordt de juridische vormgeving in de vorm van een stichting te gieten. Tevens wordt een conceptbegroting gepresenteerd voor de jaren 1993 en Omdat vooral in de startfase de investeringskosten relatief hoog zijn, wordt aangestipt dat het wellicht te overwegen valt voorlopig af te zien van automatisering van NEEVIS, hoewel dit afbreuk zal doen aan de aanvankelijke opzet van een goed toegankelijke direct opvraagbare, openbare databank. De startbagage wordt daarnaast gevormd door het Begrippenhandboek en de voorbeeldpublicatie (januari 1993). Onderwijl heeft de Algemene Energieraad in het jaaradvies 1992 Is meten ook weten aangegeven dat voor monitor-activiteiten nog diverse bouwstenen ontbreken om met name onderscheid te kunnen maken tussen structuur- en besparingseffecten. De aanstaande oprichting van NEEVIS wordt in dit licht kort aangestipt, met name ten aanzien van monitoring op meso-niveau. Nu is het wachten op het fiat van de beoogde participanten om over te kunnen gaan tot de operationele fase. Helaas komt op 5 maart 1993 het bericht van EnergieNed dat het hoofdbestuur heeft besloten niet te participeren in NEEVIS. De resterende participanten: Gasunie, het Ministerie van Economische Zaken en Sep gaan door en nemen de volgende stap door het uitbrengen van een offerte-aanvraag voor het beheer en de vulling van NEEVIS uitgezet bij ECN-Beleidsstudies, Ecofys, Novem en TNO-MET. Zoals bekend is de opdracht medio mei 1993 gegund aan ECN. 3. LEVENSCYCLUS NEEDIS : NEEVIS/NEEDIS Startfase 23

24 17. augustus jaar NEEDIS De opdrachtverlening aan ECN-Beleidsstudies 8 leidt er toe dat de beheerder van de database op 1 juli 1993 is begonnen met de werkzaamheden, waarbij de feitelijke werkzaamheden 1 september van dat jaar van start zijn gegaan. De problemen rond de afkorting NEEVIS heeft het produceren van het benodigde drukwerk vertraagd en daarmee het uitdragen van de eigen identiteit. NEEVIS heeft een aangepaste naam gekregen: NEEDIS, wat staat voor Nationaal Energie Efficiency Data InformatieSysteem. Met de aankondiging van een workshop eind 1993 trad NEEDIS voor het eerst naar buiten. De aansturing van NEEDIS vindt plaats via een getrapt schema: het stichtingsbestuur 9, de ondersteunende werkgroep 10 NEEDIS bestaande uit vertegenwoordigers van de participanten aangevuld met een vertegenwoordiging van Novem 11 en een werkgroep met de zelfde vertegenwoordigers, waarbij de beheerder aan de beraadslagingen deelneemt. NEEDIS is aan de doelgroepen voorgesteld op een eerste workshop in november 1993, waarbij o.a. het begrippenhandboek onder de aandacht werd gebracht. Voor de communicatie werd er naast eigen opgestelde mailinglijsten een groeiende aantal geïnteresseerden toegevoegd. Hierbij spelen de verslagen van de workshops een niet te verwaarlozen rol (voor details zie bijlage 1: Workshops en seminars). Het werkplan voor de dit startjaar en het daaropvolgende tweede jaar bestond uit: Het inrichten van de database (in het inmiddels beschikbaar gekomen softwarepakket ACCESS op een personal computer). Het vormgeven van de NEEDISk. Het ten behoeve van sectoronderzoek uitwerken van een Opzet sectorrapportage en het begeleiden van de gecontracteerde onderzoeksbureaus In zijn over de volgende sectoren rapportages opgesteld: Anorganische chemie, Kunstmestindustrie, Zuivelindustrie, Gezondheidszorg, Metaalwarenindustrie, Elektrotechnische industrie, Bouw(nijverheid en -installaties) en Veevoeder (voor details zie bijlage 2: Sectorrapporten) Tijdens de tweede NEEDIS-workshop in het voorjaar 1994 werden de eerste opzet van de uit te voeren sectoronderzoeken besproken. Dit was tevens de gelegenheid de opvolger van het begrippenhandboek: De NEEDIS-structuur aan te kondigen. Veel aandacht is besteed aan het op de juiste wijze inpassen van warmte/kracht-koppeling. Tevens is getracht in deze tweede uitgave de teksten minder wetenschappelijk te maken en op deze wijze begrijpelijker voor een breed publiek.!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! 8 Het ECN-BS team bestond uit: J.M. Bais, W.G. van Arkel, A.W.N. van Dril en J.C. Römer 9 Het stichtingsbestuur bestond bij oprichting uit: M.A.P.C. van Loon (Sep), L. Knegt (EZ) en P.L. Sterkenburgh (Gasunie). 10 De werkgroep bestond bij oprichting uit: J.M. v.d. Berg Sep (Voorzitter), F. Nobel (Sep) G.D.A. Wolthuis (Gasunie) en F.G.M. Wieleman van het Ministerie van EZ. 11 In de persoon van H.J. Vreuls 12 In de werkgroep is begin 1994 de plaats van F.G.M. Wieleman overgenomen door T. Kolkena van EZ. 24

25 19. Bijlage 20. Levenscyclus NEEDIS In een van de workshop afwijkende vorm is in het najaar een seminar georganiseerd, waarbij presentaties werden verzorgd met als onderwerpen: Een jaar NEEDIS: van haalbaarheid naar levensvatbaarheid NEEDIS en de sector studies: meer dan een invuloefening De NEEDIS-databank en de NEEDISk: gebruiks- en gebruikersmogelijkheden. Ten aanzien van de database kon geconstateerd worden dat de gehanteerde standaard database management structuur (DBMS) van het Microsoftpakket ACCESS voldeed voor de aan NEEDIS gestelde eisen. Met name de beheersbaarheid van de gegevens blijkt te voldoen. Gezien de toenmalige situatie wordt in het jaarverslag nogmaals benadrukt dat de mogelijkheid openblijft de gegevens over te dragen aan een andere beheerder In het voorjaar is een workshop georganiseerd waarbij over de op dat moment onderhanden zijnde sectorstudies van gedachten kon worden gewisseld aan de hand van tien sectorschetsen. Dit is gebeurt in vier werkgroepen: Industrie inclusief landbouw, Industrie overig en twee groepen gebouwde omgeving. Na afloop werd plenair gediscussieerd over enkele inhoudelijke punten zoals: duurzame energie, graaddagen en het genereren van energiekentallen voor ketenbeheer. Meer stof tot discussie gaf de vraag: Wat is de markt voor NEEDIS in zijn totaliteit. Wat zien de (sector)onderzoekers in NEEDIS. Dit wordt ingegeven door het gevoel dat NEEDIS wordt geraadpleegd door instanties die zich met energie- en milieubeleid bezighouden, door distributiebedrijven die beleidsonderzoek doen en door sectoronderzoekers. Er zijn echter nog veel meer instanties die zich bezighouden op dit gebied. NEEDIS bereikt deze groep nog niet goed. Daarom werd nogmaals toegelicht dat NEEDIS sectoronderzoek doet om uit te vinden welke verklarende factoren van belang zijn en wat er leeft binnen de sector. Dit leidt tot een inventarisatie van energiegegevens op een gemiddeld niveau, die worden tot stand komen door een aantal functies. Deze gebruiksgegevens worden vervolgens op een gestructureerde manier vastgelegd, zodat het energiegebruik op segment-, installatie- en functieniveau verklaart kan worden. NEEDIS tracht van boven naar onder te kijken, terwijl m.n. de distributiesector van onder naar boven via hun afnemers kijken. In hoeverre het informatiesysteem van enkele distributiebedrijven INCONU complementair is met NEEDIS blijft boven de tafel hangen. Wel wordt onderkent dat de distributiebedrijven weliswaar beschikken over data, maar niet de beschikking hebben over een goed gedefinieerde databank. Nu de eerste periode van het beheer van NEEDIS door ECN-Beleidsstudies in zicht komt, is een evaluatie over de afgelopen twee jaar op z n plaats met als centrale vraag: Geven de resultaten voldoende aanleiding om op dezelfde voet met NEEDIS door te gaan, zijn er aanpassingen nodig en zo ja waar? 25

26 17. augustus jaar NEEDIS Dit is beantwoord aan de hand van de volgende onderwerpen: Ontwerp databank De databank voldoet naar de mening van de beheerder aan de eisen consistentie, beheersbaarheid en overzichtelijkheid. De gegevens zijn voor de beheerder op toegankelijke wijze vastgelegd. Het is onder alle omstandigheden mogelijk de gegevens over te dragen aan een andere beheerder. De structuur De ombouw van Begrippenhandboek naar NEEDIS-structuur en een diepgaandere invulling ervan hebben geleid tot een acceptatie van de definities en structuren door de doelgroepen als ware het een standaard. Hiermee is een goede aanzet gegeven voor een algemene acceptatie van de NEEDIS-filosofie Sectorstudies Het karakter van de sectorstudies is na nader onderzoek veranderd. ECN-Beleidsstudies achtte het beter om ook meer aandacht te schenken aan de (historische en toekomstige) ontwikkelingen van de sector en de sectorale besparingsmogelijkheden en aan de eenheid van rapporteren. De sectorrapportages hebben daardoor nu een grote meerwaarde gekregen. De databank De databank is gevuld met data van niveau 1 tot en met niveau 3. Daarbij zijn de volgende data ingebracht voor de jaren 1983 t/m 1993 Totale energieverbruikscijfers Energiekosten Economische kentallen: Toegevoegde waarde Productiewaarde Aantal bedrijven Aantal werkzame personen Voor de industriële sectoren zijn zowel volgens SBI 74 als 93 per energiedrager de volgende energiedata vastgelegd: Verbruikssaldo Finaal verbruik voor energetische en niet energetische doeleinden Inzet en productie voor warmte/kracht-opwekking Inzet en productie voor overige opwekking Doelgroepen en -benadering en publicaties In de afgelopen twee jaar zijn er 4 mailings uitgevoerd en zijn er 4 bijeenkomsten georganiseerd. Het aantal contacten i.v.m. de databank bedroeg 175, waarbij gebruik wordt gemaakt van het eigen telefoonnummer voor NEEDIS: Het adressenbestand is uitgegroeid tot ca. 750 namen. Van de beschikbare publicaties zijn er meer dan 160 verkocht, voornamelijk aan energiedistributiebedrijven en onderzoeksinstellingen met als derde categorie de overheid. Op grond van bovenstaande resultaten heeft de Stichting NEEDIS ECN-Beleidsstudies opdracht gegeven om voor een tweede periode tot eind 1996 als beheerder op te treden. Omdat in de loop van 1995 de afgesproken reeks sectorrapporten nagenoeg gereed is, blijkt het steeds moeilijker hoogtepunten te identificeren om een mailing, workshop of seminar te organiseren. Daarom heeft er alleen in het najaar is een seminar plaatsgevon- 26

27 19. Bijlage 20. Levenscyclus NEEDIS den. Hierin zijn nieuwe uitingen van NEEDIS uitgedragen: de verbruiksanalyses. Aan de hand van drie sectoren (glastuinbouw, grafische bedrijven en detailhandel) is dit uitgewerkt met als conclusie dat bij nadere bestudering van de beschikbare cijfers en een diepgaandere confrontatie met diverse af te leiden verklarende factoren toch wel onverklaarbare afwijkingen kunnen worden vastgesteld : NEEDIS Consolidatiefase Ook de workshop voorjaar stond in het teken van verbruiksanalyses. Nu is de sector onderwijs onder de loep genomen. Als instrument voor toekomstige analyses is een prototype gedemonstreerd van een ontwikkelde applicatie in Excell. Tevens zijn de resultaten van twee sectorstudies: machine industrie, utiliteit en zakelijke dienstverlening gepresenteerd. Het moment is weer bereikt dat er besluiten moeten vallen over een verlenging van NEEDIS. Een rol speelt hierbij de oordeelsvorming over de opgebouwde (meer)waarde van NEEDIS. Daartoe is er voor het bestuur een beleidsstuk opgesteld: Evaluatie NEEDIS 1996 waarin gebruik is gemaakt van een enquête onder de gebruikers van NEEDIS, interviews van de werkgroep met enkele nauw bij NEEDIS betrokken partijen de een door de beheerder in juli opgestelde nota 3 jaar NEEDIS. Enkele opvallende punten uit de evaluatie zijn: De structuur en begrippenapparaat voldoen in ruime mate. De doelgroep is klein. Een zeer kleine groep gebruikers doet met enige regelmaat een groot beroep op NEEDIS voor het leveren van cijfers. Een groter deel van de doelgroep doet op incidentele basis een beroep op NEEDIS ten behoeve van incidentele vragen. Er moet worden vastgesteld dat de pogingen om de energiedistributiebedrijven in zijn totaliteit te betrekken bij NEEDIS geen succes hebben gehad. Vanuit het standpunt wat verliezen we hebben de volgende overwegingen een rol gespeeld om NEEDIS te continueren: Van NEEDIS als project kan nooit gesteld worden dat het af is. Wel moet geconstateerd worden dat een hoge dekkings- en verklaringsgraad niet te verkrijgen is tegen aanvaardbare kosten en medewerking van allen. De betrokkenheid van potentiële gebruikers is weliswaar gering, maar de reacties zijn positief. Er zijn duidelijke signalen dat er een dergelijke database zou moeten bestaan. Als commerciële activiteit zou NEEDIS niet kunnen bestaan. Geconstateerd wordt dat er om NEEDIS een nutsfunctie hangt. De participanten doen dit niet alleen voor eigen belang, maar ook omdat Nederland dit nodig heeft. Gezien de opgebouwde ervaring bij ECN-Beleidsstudies wordt besloten hen op exclusieve basis te verzoeken een offerte voor de periode 1997 t/m 1999 in te dienen.!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! 13 In de Stichting NEEDIS heeft begin 1996 P.A. Boot van EZ de functie overgenomen van L. de Knegt. Medio 1996 heeft in de werkgroep T. Kolkena zijn taken overgedragen aan P.J. Aubert eveneens van EZ. 27

8 JAAR NEEDIS Terugblik op 8 jaar grijze data-ontsluiting

8 JAAR NEEDIS Terugblik op 8 jaar grijze data-ontsluiting 8 JAAR NEEDIS Terugblik op 8 jaar grijze data-ontsluiting F.G.H. van Wees en W.G. van Arkel ECN-Beleidsstudies Petten NEEDIS Postbus 1 1755 ZG Petten NDS-98-002 telefoon: 0224-564750 telefax : 0224-563338

Nadere informatie

VERBRUIKSANALYSE SECTOR MACHINE-INDUSTRIE

VERBRUIKSANALYSE SECTOR MACHINE-INDUSTRIE VERBRUIKSANALYSE SECTOR MACHINE-INDUSTRIE M. Overboom, A.W.N. van Dril ECN-Beleidsstudies Petten NEEDIS Postbus 1 1755 ZG Petten telefoon: 0224-564750 telefax : 0224-563338 NDS--96-011 november 1996 Verantwoording

Nadere informatie

Energiebesparing koffieverpakkingen

Energiebesparing koffieverpakkingen Op CE Delft CE lossingen Delft voor Oplossingen milieu, econom voor ie milieu, en technolog economie ie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft 2611 HH Delft tel: tel: 015 015 2 150

Nadere informatie

Loon- en maaibedrijf De Struunhoeve BV

Loon- en maaibedrijf De Struunhoeve BV Loon- en maaibedrijf De Struunhoeve BV Review CO 2 reductiesysteem Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 2.1 In het kader van papier vermindering is de inhoudsopgave op de voorpagina afgedrukt Inhoudsopgave

Nadere informatie

De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie bij C-ITS toepassingen

De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie bij C-ITS toepassingen De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie bij C-ITS toepassingen 1e Concept Landelijke Tafel Juridische Aspecten van Smart Mobility DITCM INNOVATIONS WWW.DITCM.EU XX-XX-XXXX De 'verantwoordelijke' voor

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012)

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012) -1- Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012) 1 Aanleiding voor het project Arbeidsparticipatie is een belangrijk onderwerp voor mensen met een chronische ziekte of functiebeperking

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding tot de verkenning. 1.2 Beleidscontext

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding tot de verkenning. 1.2 Beleidscontext 1 Inleiding 1.1 Aanleiding tot de verkenning De Raad voor Cultuur (RvC) heeft in zijn Agenda Cultuur 2017 2020 en verder aangekondigd gezamenlijk met de Sociaal-Economische Raad (SER) een verkenning van

Nadere informatie

Communicatieplan. Energie- & CO 2 beleid. Van Gelder Groep

Communicatieplan. Energie- & CO 2 beleid. Van Gelder Groep Van Gelder Groep B.V. Communicatieplan Energie- & CO 2 beleid Van Gelder Groep 1 2015, Van Gelder Groep B.V. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van dit document mag worden gereproduceerd in welke

Nadere informatie

HOEBERT HULSHOF & ROEST

HOEBERT HULSHOF & ROEST Inleiding Artikel 1 Deze standaard voor aan assurance verwante opdrachten heeft ten doel grondslagen en werkzaamheden vast te stellen en aanwijzingen te geven omtrent de vaktechnische verantwoordelijkheid

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE VERORDENING VOOR DE GEMEENTELIJKE BASISADMINISTRATIE PERSOONSGEGEVENS

TOELICHTING OP DE VERORDENING VOOR DE GEMEENTELIJKE BASISADMINISTRATIE PERSOONSGEGEVENS TOELICHTING OP DE VERORDENING VOOR DE GEMEENTELIJKE BASISADMINISTRATIE PERSOONSGEGEVENS Algemeen De Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Wet GBA) is in verband met de invoering van de

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Staten de heer drs. P.F.T. Croes L.G. Smith Boulevard 72 Aruba

Aan de voorzitter van de Staten de heer drs. P.F.T. Croes L.G. Smith Boulevard 72 Aruba Aan de voorzitter van de Staten de heer drs. P.F.T. Croes L.G. Smith Boulevard 72 Aruba Betreft: Aanbieding rapportage Terugblik Publieke sector in beeld; instellingsbesluiten Ons kenmerk: 0031/13.004

Nadere informatie

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten Basisschool Aan de Bron en sporthal op het voormalige WML-terrein Onderzoeksopzet Rekenkamer Weert 16 december 2007 Inhoudsopgave 1. Achtergrond

Nadere informatie

Enquête. Gebruik bij uw antwoorden SVP de door ons aangebrachte nummering. Uw antwoorden ontvangen wij graag uiterlijk op donderdag 26 januari retour.

Enquête. Gebruik bij uw antwoorden SVP de door ons aangebrachte nummering. Uw antwoorden ontvangen wij graag uiterlijk op donderdag 26 januari retour. Enquête Instructie Deze enquête vormt een van de bouwstenen voor het ontwikkelen van een breed gedragen visie op Transparantie en Verantwoording. De enquête bestaat uit drie delen: In deel 1 vragen we

Nadere informatie

Notitie Petten, 7 november 2016

Notitie Petten, 7 november 2016 Notitie Petten, 7 november 2016 Afdeling Policy Studies ECN-N--16-020 Van Aan A.J. Plomp (ECN) J. Otten; J.P. Nauta (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) Kopie K. Schoots ; J.A.J. van der Meulen (ECN)

Nadere informatie

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein Gemeente Bronckhorst, 23 augustus 2016 1. Aanleiding We willen het beleidsplan Sociaal Domein 2015-2018 gemeente Bronckhorst tussentijds

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 1 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden Vastgesteld

Nadere informatie

VERSLAG WORKSHOP COÖRDINATIE ENERGIEDATA

VERSLAG WORKSHOP COÖRDINATIE ENERGIEDATA Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Landbouw, Nijverheid en Milieu SECTOR ENERGIE VERSLAG WORKSHOP COÖRDINATIE ENERGIEDATA 31 maart 1999 Voorburg Inhoud Woord vooraf... 3 Samenvatting en conclusies...4

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

Onderwerp: Risico inventarisatie project rwzi Utrecht Nummer: 604438. Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering

Onderwerp: Risico inventarisatie project rwzi Utrecht Nummer: 604438. Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN COMMISSIE BMZ ALGEMEEN BESTUUR Agendapunt 9A Onderwerp: Risico inventarisatie project rwzi Utrecht Nummer: 604438 In D&H: 22-01-2013 Steller: Drs. J.L.P.A. Dankaart

Nadere informatie

Offerte. Inleiding. Projectopdracht

Offerte. Inleiding. Projectopdracht Offerte aan van Directeur MEVA drs. C.E. M., Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Centrum voor Beleidsstatistiek, Centraal Bureau voor de Statistiek onderwerp Offerte Inkomenspositie Chronisch

Nadere informatie

Praktijkinstructie Oriëntatie op de informatie-analyse 4 (CIN08.4/CREBO:50131)

Praktijkinstructie Oriëntatie op de informatie-analyse 4 (CIN08.4/CREBO:50131) instructie Oriëntatie op de informatie-analyse 4 (CIN08.4/CREBO:50131) pi.cin08.4.v2 ECABO, 1 september 2003 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen

Nadere informatie

Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking

Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen - Nederland Brussel, april 2014 CVN heeft

Nadere informatie

WKK: de energiebesparingtechnologie bij uitstek!

WKK: de energiebesparingtechnologie bij uitstek! WKK: de energiebesparingtechnologie bij uitstek! Deze notitie belicht puntsgewijs de grote rol van WKK bij energiebesparing/emissiereductie. Achtereenvolgens worden de volgende punten besproken en onderbouwd:

Nadere informatie

Energiemanagementsysteem. Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV

Energiemanagementsysteem. Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV Nuth,20augustus 2015 Auteur(s): Tom Kitzen Theo Beckers Geaccordeerd door: Serge Vreuls Financieel Directeur C O L O F O N Het format voor dit

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging

Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging mr. drs. E.P.J. de Boer Rotterdam, Aanleiding en opzet van de review In opdracht van de GR Jeugdhulp Rijnmond is

Nadere informatie

Handleiding uitvoering ICT-beveiligingsassessment

Handleiding uitvoering ICT-beveiligingsassessment Handleiding uitvoering ICT-beveiligingsassessment Versie 2.1 Datum : 1 januari 2013 Status : Definitief Colofon Projectnaam : DigiD Versienummer : 2.0 Contactpersoon : Servicecentrum Logius Postbus 96810

Nadere informatie

CO2- communicatieplan

CO2- communicatieplan CO2- communicatieplan Remmits Beheer Opgesteld : Gecontroleerd: Status : E. Luiken F. Pesch Definitief Augustus 2015-1 - Inhoudsopgave: 1.0 Inleiding 1.1 Voorwoord 1.2 Marktontwikkelingen 1.3 Doelstellingen

Nadere informatie

ANALYSE ENERGIEAUDIT GROTE ONDERNEMINGEN 26/11/2018

ANALYSE ENERGIEAUDIT GROTE ONDERNEMINGEN 26/11/2018 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// ANALYSE ENERGIEAUDIT GROTE ONDERNEMINGEN

Nadere informatie

Aanbod en verbruik van elektriciteit,

Aanbod en verbruik van elektriciteit, Indicator 27 augustus 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het totale elektriciteitsverbruik

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Programmadirectie Dienstverlening Regeldruk en Informatiebeleid Afdeling

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer OC enw De heer T. Kok p/a Cool Capital BV Singel 53 1012 VD AMSTERDAM Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079) 323 Telefax (079) 323

Nadere informatie

Energiebesparing in Nederland,

Energiebesparing in Nederland, Indicator 29 juni 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het energiebesparingtempo in Nederland

Nadere informatie

Het sturend niveau: onderlinge afstemming en jaarplannen Een whitepaper van The Lifecycle Company

Het sturend niveau: onderlinge afstemming en jaarplannen Een whitepaper van The Lifecycle Company Het sturend niveau: onderlinge afstemming en jaarplannen Een whitepaper van The Lifecycle Company Met dit whitepaper lichten we de sturende processen uit het BiSL-model nader toe en laten we zien hoe jaarplannen

Nadere informatie

6. Project management

6. Project management 6. Project management Studentenversie Inleiding 1. Het proces van project management 2. Risico management "Project management gaat over het stellen van duidelijke doelen en het managen van tijd, materiaal,

Nadere informatie

Documentatierapport Relaties van baansleutels tussen nieuwe en oude baandefinities (KOPPELBAANSLEUTELSTAB)

Documentatierapport Relaties van baansleutels tussen nieuwe en oude baandefinities (KOPPELBAANSLEUTELSTAB) Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek Documentatierapport Relaties van baansleutels tussen nieuwe en oude baandefinities (KOPPELBAANSLEUTELSTAB) Datum: 18 februari 2014 Bronvermelding

Nadere informatie

Communicatieplan Energie- & CO 2

Communicatieplan Energie- & CO 2 Communicatieplan Energie- & CO beleid Versie 9 - Januari 013 Akkoord Directie: Inhoud: 1. Inleiding 1.1 Ambitie 1. Aansluiting op de marktontwikkelingen 1.3 Doelstellingen en voorgenomen acties in 01 1.4

Nadere informatie

Selectie van Meer met Minder -proefprojecten

Selectie van Meer met Minder -proefprojecten Selectie van Meer met Minder -proefprojecten Versie 10 maart 2008 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Wat is een Meer met Minder-proefproject? 4 2.1 MmM-uitgangspunten 4 2.2 MmM-aanpak 5 2.2.1 Verleiden 5 2.2.2

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Nota van B&W. Onderwerp Kredietafwikkeling Stadsdeelhart Schalkwijk. B&W-besluit:

Nota van B&W. Onderwerp Kredietafwikkeling Stadsdeelhart Schalkwijk. B&W-besluit: Onderwerp Kredietafwikkeling Stadsdeelhart Schalkwijk Nota van B&W Portefeuille J. Nieuwenburg Auteur Alex Jansen Telefoon 5113661 E-mail: a.jansen@haarlem.nl SO/PM Reg.nr. 2007/215162 Bijlage A B & W-vergadering

Nadere informatie

Plan van aanpak aanvulling Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland in verband met aansluiting gemeenten in de Rijnstreek

Plan van aanpak aanvulling Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland in verband met aansluiting gemeenten in de Rijnstreek Plan van aanpak aanvulling Regionale Holland Rijnland in verband met aansluiting gemeenten in de Rijnstreek Projectnaam/ onderwerp: Aanvulling Regionale Holland Rijnland met de Rijnstreekgemeenten Status:

Nadere informatie

Notitie chronisch zieken, gehandicapten en ouderen

Notitie chronisch zieken, gehandicapten en ouderen Notitie chronisch zieken, gehandicapten en ouderen Werk en Inkomen Gemeente Hoogeveen 15 december 2004 Inhoudsopgave blz. Inleiding 3 Huidig beleid 4 Kostensoorten 4 Hoogte kosten 5 Omvang van de doelgroep

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Meerjarenbeleidsplan Turner Contact Nederland

Meerjarenbeleidsplan Turner Contact Nederland Meerjarenbeleidsplan 2013-2016 Turner Contact Nederland INLEIDING Turner Contact Nederland werkt vanuit een visie. Die visie is geformuleerd in het document Visie Turner Contact Nederland. Dit meerjarenbeleidsplan

Nadere informatie

Regels voor gebruik van Perined data

Regels voor gebruik van Perined data Regels voor gebruik van Perined data 1. Inleiding Voor gebruik en eventuele bewerking van gegevens uit de Perinatale Registratie en Audit gelden regels. Deze regels betreffen zowel voorwaarden voor bewerking

Nadere informatie

Learnshop. EN16001: Het kader voor uw energiemanagementsysteem? Nimaris b.v. Paul van Wezel Hertog van Brabantweg 15 5175 EA Loon op Zand

Learnshop. EN16001: Het kader voor uw energiemanagementsysteem? Nimaris b.v. Paul van Wezel Hertog van Brabantweg 15 5175 EA Loon op Zand Learnshop EN16001: Het kader voor uw energiemanagementsysteem? Nimaris b.v. Paul van Wezel Hertog van Brabantweg 15 5175 EA Loon op Zand tel: 0416-543060 Fax: 0416-543098 email: Web: paul.van.wezel@nimaris.nl

Nadere informatie

Revisie energiebalans 1990 tot en met 1994

Revisie energiebalans 1990 tot en met 1994 Paper Revisie energiebalans 1990 tot en met 1994 Oktober 2016 CBS 2014 Scientific Paper 1 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Revisie per energiedrager 3 2.1 Kolen en kolenproducten 4 2.2 Olie 4 2.3 Aardgas 6 2.4

Nadere informatie

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis.

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis. BESTUURSREGLEMENT Vastgesteld door het bestuur op 6 mei 2015. Hoofdstuk I. Algemeen. Artikel 1. Begrippen en terminologie. Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten

Nadere informatie

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten Checklist Informatievoorziening Grote Projecten Najaar 2010 Rekenkamercommissie Berkelland, Bronckhorst, Lochem, Montferland 1. Inleiding De uitvoering van grote projecten in Nederland heeft nogal eens

Nadere informatie

Beheer en onderhoud GPH

Beheer en onderhoud GPH Beheer en onderhoud GPH Afkomstig van: Sandra van Beek-Jacobs Versie: 1.0 Datum: 25-7-2014 Inhoudsopgave 1. Documenthistorie 3 2. Inleiding 4 2.1 Opbouw document 4 2.2 Doel document 4 2.3 Beheer van het

Nadere informatie

Protocol dat de onafhankelijkheid van Vlaamse openbare statistieken garandeert

Protocol dat de onafhankelijkheid van Vlaamse openbare statistieken garandeert Protocol dat de onafhankelijkheid van Vlaamse openbare statistieken garandeert Dit protocol volgt de praktijkcode voor Europese statistieken, principe 1: Professionele onafhankelijkheid van statistische

Nadere informatie

Projectvoorstellen maken

Projectvoorstellen maken Projectvoorstellen maken 1. Kader 1.1. Gebruiksaanwijzing 1.2. Wat zijn de eisen aan een projectvoorstel? 2. Inleiding 2.1 Signalering 2.2 Vooronderzoek 2.3 Probleemsituatie 3. Doelstellingen en randvoorwaarden

Nadere informatie

Communicatieplan. Conform 3.C.2. 23 juni 2015. Voorbij Prefab. Voorbij Prefab Siciliëweg 61 1045 AX Amsterdam Nederland

Communicatieplan. Conform 3.C.2. 23 juni 2015. Voorbij Prefab. Voorbij Prefab Siciliëweg 61 1045 AX Amsterdam Nederland Conform 3.C.2 23 juni 2015 Voorbij Prefab Voorbij Prefab Siciliëweg 61 1045 AX Amsterdam Nederland INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING COMMUNICATIE... 3 1.1 Interne communicatie... 3 1.2 Externe communicatie...

Nadere informatie

Programma van eisen voor de Europese aanbesteding van Accountancydiensten.

Programma van eisen voor de Europese aanbesteding van Accountancydiensten. Programma van eisen voor de Europese aanbesteding van Accountancydiensten. Kenmerk: CTM 169773 Versie CONCEPT Datum 12-12-2017 1.1. Omvang van de opdracht De accountantsdiensten omvatten de volgende werkzaamheden:

Nadere informatie

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert

Nadere informatie

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan proces- kwaliteit majeure projecten. gemeente Best

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan proces- kwaliteit majeure projecten. gemeente Best Rekenkamercommissie Onderzoeksplan proces- kwaliteit gemeente Best September 2014 Rekenkamercommissie gemeente Best Drs. J. J.M. van den Heuvel, Voorzitter Drs. M.A. Koster RA, Lid J.M. van Berlo (secretaris)

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad. 12 januari Betreft: Routeplanner Right to Challenge. Geachte leden van de Gemeenteraad,

Aan de Gemeenteraad. 12 januari Betreft: Routeplanner Right to Challenge. Geachte leden van de Gemeenteraad, www.righttochallenge.nl Aan de Gemeenteraad 12 januari 2019 Betreft: Routeplanner Right to Challenge Geachte leden van de Gemeenteraad, Right to Challenge (R2C) is het recht van bewonersinitiatieven om

Nadere informatie

Hieronder vindt u de reactie van de BSMR op het concept beleidsplan tegenprestatie.

Hieronder vindt u de reactie van de BSMR op het concept beleidsplan tegenprestatie. Doesburg, 16 november 2015 Aan: Onderwerp: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Doesburg BSMR-advies nr. 2015-003 inzake concept beleidsplan tegenprestatie Gemeente Doesburg, november

Nadere informatie

CO2- communicatieplan

CO2- communicatieplan CO2- communicatieplan Remmits Beheer Opgesteld : Gecontroleerd: Status : E. Luiken F. Pesch Definitief Maart 2014-1 - Inhoudsopgave: 1.0 Inleiding 1.1 Voorwoord 1.2 Marktontwikkelingen 1.3 Doelstellingen

Nadere informatie

Reglement Gebruikersraad Standaard Digitale Nota. Reglement Gebruikersraad Standaard Digitale Nota

Reglement Gebruikersraad Standaard Digitale Nota. Reglement Gebruikersraad Standaard Digitale Nota Reglement Gebruikersraad Standaard Digitale Nota Inleiding Sinds 2 juli 2007 viel het beheer van de Standaard Digitale Nota (hierna aangeduid als SDN of de Standaard) onder de verantwoordelijkheid van

Nadere informatie

Voorstel ontwikkeling duurzaamheidsparagraaf Zoetermeer. 1. Inleiding

Voorstel ontwikkeling duurzaamheidsparagraaf Zoetermeer. 1. Inleiding Voorstel ontwikkeling duurzaamheidsparagraaf Zoetermeer 1. Inleiding Zoetermeer wil zich de komende jaren ontwikkelen tot een top tien gemeente qua duurzaam leefmilieu. In het programma duurzaam Zoetermeer

Nadere informatie

11 mei april 2017 R BIRB/2017/2575

11 mei april 2017 R BIRB/2017/2575 W GEMEENTE VELSEN Raadsbesluit Datum raadsvergadering Datum IJmond-commissie Raadsbesluitnummer Registratienummer 11 mei 2017 18 april 2017 R17.022 Onderwerp: toekomst van de IJmondsamenwerking De raad

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie bij C-ITS toepassingen. 3e Concept

De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie bij C-ITS toepassingen. 3e Concept De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie bij C-ITS toepassingen 3e Concept Landelijke Tafel Juridische Aspecten van Smart Mobility DITCM INNOVATIONS WWW.DITCM.EU 4-3-2016 De 'verantwoordelijke' voor dataprotectie

Nadere informatie

B.U.N. Boeddhistische Unie Nederland Vereniging van boeddhistische groeperingen in Nederland

B.U.N. Boeddhistische Unie Nederland Vereniging van boeddhistische groeperingen in Nederland Amsterdam, 24-11-2014 Boeddhisten in Nederland een inventarisatie Er zijn twee vragen die boeddhisten in Nederland al jaren bezig houden: 1. Wat is een boeddhist 2. Hoeveel boeddhisten zijn er in Nederland

Nadere informatie

Consultatiedocument Nieuwe Nederlandse Standaard 3001N voor directe opdrachten 21 juli 2016

Consultatiedocument Nieuwe Nederlandse Standaard 3001N voor directe opdrachten 21 juli 2016 Dit document maakt gebruik van bladwijzers Consultatiedocument Nieuwe Nederlandse Standaard 3001N voor directe opdrachten 21 juli 2016 Consultatieperiode loopt tot 27 september 2016 vóór 09.00 uur Consultatiedocument

Nadere informatie

In deze appendix wordt bekeken wat er moet gebeuren voordat

In deze appendix wordt bekeken wat er moet gebeuren voordat Normaliseren A In deze appendix wordt bekeken wat er moet gebeuren voordat een systeem kan worden gedefinieerd. Dit begint met een analyse van de gegevens die de basis vormen. Daarbij wordt gekeken naar

Nadere informatie

Planning & Control. Inleiding. Inhoudsopgave

Planning & Control. Inleiding. Inhoudsopgave Planning & Control Inleiding Planning & Control is de Engelse benaming voor coördinatie en afstemming. Het is gericht op interne plannings- en besturingsactiviteiten. Een heldere Planning & Control functie

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Meteren, 11 maart 2015 Rijksstraatweg 69 4194 SK METEREN Postbus

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Van 24 t/m 28 maart vond de Week van Passend Onderwijs plaats. De Week is een initiatief van het ministerie van OCW en 22 onderwijsorganisaties,

Nadere informatie

Samenvatting. Verkenning Prioriteiten e Justitie

Samenvatting. Verkenning Prioriteiten e Justitie Verkenning Prioriteiten e Justitie De Raad Justitie en Binnenlandse zaken van de EU heeft in november 2008 het eerste Meerjarenactieplan 2009 2013 voor Europese e justitie opgesteld. Op 6 december 2013

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR datum vergadering 17 juni 2010 auteur Daniëlle Vollering telefoon 033-43 46 133 e-mail dvollering@wve.nl afdeling Staf behandelend bestuurder drs. J.M.P. Moons onderwerp agendapunt Uitkomst en benutting

Nadere informatie

Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip Veiligheid door de inwoners van Maassluis

Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip Veiligheid door de inwoners van Maassluis Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip Veiligheid door de inwoners van Maassluis Het instrument Een Maatschappelijke Verkenning is een instrument voor de gemeenteraad

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen bij de Afdeling bestuursrechtspraak

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen bij de Afdeling bestuursrechtspraak STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 6861 12 februari 2018 Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen bij de Afdeling bestuursrechtspraak De Afdeling bestuursrechtspraak

Nadere informatie

Communicatieplan. Conform 3.C juli BR Holding BV. Waaronder de werkmaatschappijen;

Communicatieplan. Conform 3.C juli BR Holding BV. Waaronder de werkmaatschappijen; Conform 3.C.2 14 juli 2017 BR Holding BV Waaronder de werkmaatschappijen; BRControls Products BRControls Projects Telfordstraat 47 Bezoekadres: Paxtonstraat 17 8013 RL Zwolle 8013 RP Zwolle Hambakenwetering

Nadere informatie

Subsidiëring Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland ten behoeve van de Drentse Participatie Maatschappij

Subsidiëring Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland ten behoeve van de Drentse Participatie Maatschappij 2004-98 Subsidiëring Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland ten behoeve van de Drentse Participatie Maatschappij Voorgestelde behandeling: - Statencommissie Bestuur, Financiën

Nadere informatie

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase)

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase) Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase) 1. Inleiding In het collegeakkoord voor de periode 2014-2018 is als één van de doelstellingen geformuleerd: Het college zet zich in voor een florerende

Nadere informatie

Verplichtingen administratie. Brochure - Verplichtingen administratie

Verplichtingen administratie. Brochure - Verplichtingen administratie Brochure - Verplichtingen administratie Ontwikkeld door: Van der Heijde Automatisering B.V. Registratie van verplichtingen van debiteuren en aan crediteuren Uitgebreide structuur voor autorisatie van verschillende

Nadere informatie

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging Vastgesteld door het bestuur op: 30 december 2014 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge

Nadere informatie

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met

Nadere informatie

CO 2 -uitstoot 2008-2014 gemeente Delft

CO 2 -uitstoot 2008-2014 gemeente Delft CO 2 -uitstoot 28-214 gemeente Delft Notitie Delft, april 215 Opgesteld door: L.M.L. (Lonneke) Wielders C. (Cor) Leguijt 2 April 215 3.F78 CO 2-uitstoot 28-214 1 Woord vooraf In dit rapport worden de tabellen

Nadere informatie

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel, van

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel, van Verordening "Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens" De Raad van de gemeente Son en Breugel; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel, van gelet

Nadere informatie

Aantal bijlagen: 1 Agendapunt: 10. Onderwerp Vervolg kleinschalige recreatieknooppunten op het boerenerf

Aantal bijlagen: 1 Agendapunt: 10. Onderwerp Vervolg kleinschalige recreatieknooppunten op het boerenerf Adviescommissie 30 maart 2010 Dagelijks bestuur 8 april 2010 / 10 juni 2010 (mondeling) Algemeen bestuur 1 juli 2010 Aantal bijlagen: 1 Agendapunt: 10 Onderwerp Vervolg kleinschalige recreatieknooppunten

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

Economie groeit met 0,7 procent

Economie groeit met 0,7 procent Persbericht PB14 010 14 februari 08.30 uur Economie groeit met 0,7 procent Economie groeit in vierde kwartaal met 0,7 procent ten opzichte van het derde kwartaal 8 duizend banen minder dan in het derde

Nadere informatie

Methodiek conditiemeting van gebouwen én infrastructuur. conditiemeting gebouwde omgeving. Nieuwe NEN brengt twee werelden samen:

Methodiek conditiemeting van gebouwen én infrastructuur. conditiemeting gebouwde omgeving. Nieuwe NEN brengt twee werelden samen: conditiemeting gebouwde omgeving objectief inzicht meerjaren plannen prioritering Nieuwe NEN 2767-1 brengt twee werelden samen: Methodiek conditiemeting van gebouwen én infrastructuur www.nen.nl Nieuwe

Nadere informatie

BIJLAGE. bij Uitvoeringsverordening (EU).../... van de Commissie

BIJLAGE. bij Uitvoeringsverordening (EU).../... van de Commissie EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.5.2017 C(2017) 3397 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Uitvoeringsverordening (EU).../... van de Commissie tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 763/2008 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Energiemanagement Actieplan

Energiemanagement Actieplan 1 van 8 Energiemanagement Actieplan Datum 18 04 2013 Rapportnr Opgesteld door Gedistribueerd aan A. van de Wetering & H. Buuts 1x Directie 1x KAM Coördinator 1x Handboek CO₂ Prestatieladder 1 2 van 8 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR A. DOEL VAN DE FUNCTIE: Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen

Nadere informatie

Review CO2 reductiesysteem. Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 2.2

Review CO2 reductiesysteem. Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 2.2 Review CO2 reductiesysteem Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 2.2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Invalshoek A: Inzicht 4 2.1. Footprintberekening 4 2.2. Kwaliteitsmanagement (ISO 14064-1 hoofdstuk

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Bijlage bij brief De maatregel wordt hier nader uitgewerkt.

Bijlage bij brief De maatregel wordt hier nader uitgewerkt. Bijlage bij brief 17.10.304 De maatregel wordt hier nader uitgewerkt. 1. In het Energieakkoord is afgesproken dat de energie-intensieve industrie in aanvulling op de afspraken in het MEE-convenant maatregelen

Nadere informatie

Procedure voor dataverkrijging en terugkoppeling

Procedure voor dataverkrijging en terugkoppeling Procedure voor dataverkrijging en terugkoppeling Doel: In het verleden zijn er te weinig concrete afspraken gemaakt over de tijdstippen waarop de aan NCDR deelnemende centra hun data aanleveren en op welke

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 2.4.2003 COM(2003) 158 definitief 2003/0060 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 96/16/EG

Nadere informatie

Wegwijzer voor het Milieu Effecten Analyse Proces in Suriname

Wegwijzer voor het Milieu Effecten Analyse Proces in Suriname Wegwijzer voor het Milieu Effecten Analyse Proces in Suriname NIMOS September 2008 Introductie Deze wegwijzer geeft in het kort aan wat de stappen in het Milieu Effecten Analyse (MEA) proces zijn die een

Nadere informatie

17 november 2015 Corr.nr , FC Nummer 82/2015 Zaaknr

17 november 2015 Corr.nr , FC Nummer 82/2015 Zaaknr 17 november 2015 Corr.nr. 2015-49.452, FC Nummer 82/2015 Zaaknr. 603304 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen inzake het optimaliseren van de huidige Planning & Controlcyclus

Nadere informatie

Gevolgen samentelregeling voor ALT en opt-out

Gevolgen samentelregeling voor ALT en opt-out Notitie Gevolgen samentelregeling voor ALT en opt-out datum 15 november 2018 aan van auteurs Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arjan Heyma Koen van der Ven en Arjan Heyma Rapportnummer 2018-96

Nadere informatie