Nederlands Openluchtmuseum

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nederlands Openluchtmuseum"

Transcriptie

1 apport isitatie Nederlands Openluchtmuseum

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen Inleiding Missie Stakeholders Beleidsprioriteiten van het ministerie Bestuur Operationaliseren van beleidsontwikkeling Positionering museum in samenleving Toekomstvisie 9 Hoofdstuk 2: Publiek Inleiding Vaste presentatie Tentoonstellingsprogramma Publieksbegeleiding Evenementen Marketing en PR Toegankelijkheid in nieuwe media 12 Hoofdstuk 3: Collectie Inleiding Collectiebeleid Collectiebeheer Digitale toegankelijkheid collectie Activering en mobiliteit collectie 14 Hoofdstuk 4: Wetenschap Inleiding Kwaliteit en kwantiteit onderzoek Wetenschappelijke omgeving Kwaliteitsborging en output Delen van de kennis met derden 16 Hoofdstuk 5: Bedrijf Inleiding Organisatie Personeel Planning en Control Veiligheid Kwaliteitszorg Sponsoring Huisvesting 20 2

3 Inhoudsopgave Hoofdstuk 6: Samenvatting en conclusies Inleiding Conclusies algemeen Conclusies publiek Conclusies collectie Conclusies wetenschap Conclusies bedrijf 22 Bijlage I: Visitatie basisdocumenten voor kwaliteitszorg in musea 24 Bijlage II: Programma visitatiebezoek 34 Bijlage III: Beoordelingskader t.b.v. visitatiecommissie musea 35 3

4 Voorwoord Voorwoord Voor de commissie was de aantrekkelijkheid van het Nederlands Openluchtmuseum direct duidelijk, ondanks de regen die gestaag naar beneden kwam op de visitatiedag zelf. Men weet van de instelling een attractief museum te maken en waakt er voor om een museaal attractiepark te worden. De inzet en betrokkenheid van de medewerkers en vrijwilligers voor hun museum heeft indruk gemaakt. Het Openluchtmuseum heeft zich sinds de jaren tachtig weten te ontwikkelen tot een steeds professionelere organisatie. Het proces van verdere professionalisering wordt belemmerd door beperkte middelen, maar het is bijzonder wat het museum weet te bewerkstelligen met de beschikbare menskracht en middelen. De commissie hoopt dat het Nederlands Openluchtmuseum door de bevindingen en aanbevelingen ondersteund wordt in dit proces en dat het aanknopingspunten kan vinden voor de verder ontwikkeling van de toekomstvisie. Namens de commissie, Prof. P.S.H. Leeflang, voorzitter 4

5 inleiding Inleiding Dit rapport beschrijft de bevindingen van de visitatiecommissie van het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem die de volgende vragen als leidraad heeft meegekregen: Geeft de zelfevaluatie van dit museum een getrouw beeld van de werkelijkheid in dit museum? Zo nee, op welke punten signaleert u afwijkingen en in welke zin? Geef op grond van uw bevindingen adviezen aan het museum. Om deze vragen te beantwoorden is in opdracht van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een visitatiecommissie (hierna te noemen commissie) samengesteld die bestond uit de volgende leden: - Dhr. P. De Ceuster, directeur-generaal van de operationele diensten van de Regie der Gebouwen, België, - Prof. dr. P.S.H. Leeflang, hoogleraar Marketing, Faculteit Economie en Bedrijfskunde, Rijksuniversiteit Groningen, - Mw. J.G. Stam, voorzitter Politietop Divers, naar een duurzaam perspectief, een samenwerkingsprogramma i.o. van de minister van BZK, - Dhr. drs. R.R.H.M. van der Zijl, voormalig directeur De Efteling, Als toegevoegd secretaris van de commissie en tevens opsteller van het rapport fungeerde mw. R.E. Roskam MA, MSc. De commissie heeft haar eigen werkwijze bepaald en de volgende instrumenten gekozen. Ten eerste heeft zij kennis genomen van de inhoud van de zelfevaluatie en bijlagen van juli 2010 van het museum die zijn opgesteld volgens de richtlijnen, zoals omschreven in bijlage I. Om de inhoud van het rapport te staven aan de werkelijkheid heeft ten tweede een visitatiebezoek plaatsgevonden op 17 augustus Tijdens deze dag heeft de commissie gesproken met interne betrokkenen en betrokkenen uit de omgeving van de te visiteren instelling (bijlage II). Tevens heeft zij kennis genomen van een selectie van de publicaties van het museum. Zij kon de sfeer proeven van een museum in bedrijf. Aan het einde van de dag heeft de commissie haar voorlopige bevindingen meegedeeld aan de directie van het museum. De definitieve bevindingen van de commissie zijn ten slotte neergelegd in het voorliggende rapport. De beoordeling heeft plaatsgevonden conform de richtlijnen Beoordelingskader t.b.v. visitatiecommissie musea (bijlage III). Dit kader heeft gediend als richtinggevend en zeker niet als dwingend keurslijf. In dit kader is het visitatieproces gespecificeerd rondom vijf beoordelingsgebieden, te weten: algemeen, publiek, collectie, wetenschap en bedrijf. Elk beoordelingsgebied is opgesplitst in een aantal relevante deelvragen die in de hoofdstukken 1 tot en met 5 van dit rapport aan bod zullen komen. Tevens vindt u per deelvraag, al dan niet nader uitgewerkt en toegelicht, de bevindingen en het oordeel van de commissie. In hoofdstuk 6 is een samenvattend oordeel van de commissie opgenomen. 5

6 Hoofdstuk 1: Algemeen 1 Algemeen 1.1 Inleiding In 2012 bestaat het Nederlands Openluchtmuseum (hierna Openluchtmuseum) honderd jaar. In de laatste decennia van de twintigste eeuw maakte het museum een dreigende sluiting mee waarna grote publieke weerstand ontstond tegen voorgenomen sluiting. Deze turbulente periode werd afgesloten met een verzelfstandiging. Sinds de verzelfstandiging heeft het Openluchtmuseum enorme stappen gezet in het proces van professionalisering. De commissie spreekt haar waardering uit voor de grote veranderingen die de organisatie teweeg heeft weten te brengen. De omgeving en omstandigheden veranderen continu en eisen steeds aanpassingen van het museum. Het zoeken naar mogelijkheden en het maken van bewuste keuzes zijn daarbij onontbeerlijk. Het museum zoekt naar die mogelijkheden en maakt die keuzes, steeds vanuit de eigen doelstellingen. Dat niet alleen de commissie waardering heeft voor het Openluchtmuseum blijkt ook uit de museumprijs European Museum of the Year Award die aan het museum is uitgereikt in Het Openluchtmuseum is niet uitsluitend een museum, maar nadrukkelijk ook geen attractiepark. Van dit hybride karakter en daarbij horende spanningsveld is het museum zich zeer bewust en zorgt steeds voor een balans als bezoekers het verleden aanraken. Er zijn externe factoren die elkaar beïnvloeden en die de belangen van het museum direct raken: - Ontwikkeling beleidsplannen vanaf Dit geldt niet alleen voor beleidsplannen van externe instellingen, maar juist ook voor de beleidsplannen van het museum zelf. Het Openluchtmuseum is bezig met het opstarten van nieuwe beleidsprocessen en heeft goede aanzetten gepresenteerd. Het museum heeft echter op dit moment nog te veel de horizon van 2012 voor ogen. - In de relatie met OCW en andere overheden. Beleid van overheden heeft invloed op het Openluchtmuseum en de organisatie zou het intitatief meer naar zich toe kunne trekken met betrekking tot afspraken voor de toekomst. - In 2007 heeft het museum zich goed geprofileerd met het plan voor het Nationaal Historisch Museum. De nabijheid van het nieuwe museum zal grote invloed hebben op het museum en een initiërende houding is daarbij van groot belang. De commissie is zich bewust dat de verhouding tussen het Nationaal Historisch Museum en het Openluchtmuseum precair. De commissie is van mening dat het Openluchtmuseum te afwachtend is ten aanzien van deze omgevingsfactoren. Deze terughoudendheid is begrijpelijk en getuigt van een bescheiden en diplomatieke houding, maar het museum zou het beleid en processen kunnen beïnvloeden. Juist ook omdat het museum beseft dat beide partijen kunnen profiteren van elkaars aanwezigheid. Aan het einde van de paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen die horen bij het beoordelingskader (zie bijlage 3). 1.2 Het museum heeft een relevante missie en past die bij de beleidsontwikkeling consequent toe. De missie van het Openluchtmuseum is al sinds 2003 een leidend gegeven: Ervaring delen. Voor een groot en breed publiek van oude en nieuwe Nederlanders aan de hand van authentieke objecten ware verhalen vertellen over het dagelijks leven in Nederland en bezoekers prikkelen hun ervaring met ons en met elkaar te delen. 1 Na de visitatie is het besluit genomen geen nieuw museumgebouw te realiseren in Arnhem. 6

7 Hoofdstuk 1: Algemeen Hoewel de missie goed is doorgedrongen tot de medewerkers van het Openluchtmuseum, is de commissie van mening dat ze te algemeen is. Een meer specifiek op het museum gerichte missie waarin de uniciteit van het museum naar voren komt en de bewust gemaakte keuzes zichtbaar zijn, zal meer richting geven aan de organisatie en zijn activiteiten. De vraag voor wie willen we wat zijn is daarbij van groot belang. Het Openluchtmuseum heeft dit voor een groot gedeelte al op het netvlies, maar wordt aangeraden om met de ondersteuning van goede marketingonderzoeken deze vraag nauwkeurig te onderzoeken en een antwoord te formuleren. De commissie heeft tijdens het bezoek kunnen constateren dat medewerkers goed weten wat het unieke van het Openluchtmuseum is. Het is van belang dat dit besef expliciet wordt neergelegd in de missie en beleidsplannen en documenten die daaruit voortvloeien. Samenvattend oordeel over de huidige missie: voldoende 1.3 Het museum kent zijn stakeholders en betrekt hen op relevante momenten bij de beleidsontwikkeling en evaluatie Met bezoekers rekent het museum zijn bezoekers tot de belangrijkste stakeholder. Naast het gegeven dat medewerkers en vrijwilligers dagelijks met deze belanghebbenden te maken hebben, kent het museum verschillende publieksonderzoeken en evaluaties. De resultaten van de evaluaties worden meegenomen in de ontwikkeling van nieuwe activiteiten of bij het verbeteren van bestaande activiteiten. Een andere directe stakeholder is de vriendenvereniging van het museum. Met ruim leden heeft het museum een aanzienlijk en breed maatschappelijk draagvlak, ook in geografische zin. Met andere belanghebbenden als rijks-, provinciale en gemeentelijke overheden heeft het museum een goede relatie. Ook is de directie van het Openluchtmuseum bestuurlijk actief op regionaal en plaatselijk niveau, waardoor er directe relaties zijn met de omgeving. Samenvattend oordeel over het betrekken van de stakeholders: goed 1.4 Het museum kent de beleidsprioriteiten van de bewindspersoon voor cultuur en geeft hier invulling aan. De algemene beleidsprioriteiten (cultuurbeleid) en het specifieke beleid voor musea (sectorbeleid) zijn vastgelegd in de prestatieafspraken. Dat het museum deze prioriteiten opneemt in het eigen beleid, komt naar voren in de sterke maatschappelijke verankering in de samenleving. Niet alleen staat het op de vijfde plaats van bezoekersaantallen in Nederlandse musea, maar het kent ook circa 350 vrijwilligers die zich actief inzetten en beschikt over de al eerder genoemde grote vriendenvereniging. De keuze voor het thema migratie, dat zich goed laat verbinden met de bestaande thema s in het museum, draagt bij aan het bereiken van een brede en diverse doelgroep. Migratie is sinds kort in het middelpunt van het maatschappelijk debat komen te staan. Toen het museum voor dit vierjaren thema koos, was dit nog niet in deze mate het geval en de commissie wil het museum een compliment maken voor de manier waarop de thema s worden gepresenteerd en hoe het museum oude en nieuwe Nederlanders bij het gezamenlijke erfgoed betrekt. Andere beleidsprioriteiten als het cultureel ondernemerschap en eigen inkomsten zijn door het museum de afgelopen jaren opgepakt en hoewel het museum zelf naar verdere mogelijkheden zoekt, concludeert de commissie dat de organisatie al veel gedaan heeft op deze gebieden. Samenvattend oordeel over de invulling van de beleidsprioriteiten rijksoverheid: goed 7

8 Hoofdstuk 1: Algemeen 1.5 De Raad van Toezicht (het bestuur) krijgt tijdig de relevante informatie en benut deze effectief voor de uitoefening van haar rol. De Raad van Toezicht van het Openluchtmuseum heeft de afgelopen jaren naast een toezichthoudende rol ook een actieve rol gespeeld in de relatie met het maatschappelijke/ politieke veld. Veel aandacht werd daarbij geschonken aan het proces van het Nationaal Historisch Museum. Uit de zelfevaluatie, bijlagen en de gesprekken is gebleken dat de informatie-uitwisseling zich niet alleen beperkt tot financiële aspecten en algemene beleidslijnen, maar dat tot wederzijdse tevredenheid ook specifieke museale onderwerpen worden besproken. Samenvattend oordeel over het bestuur: goed 1.6 Het museum slaagt er in de beleidsontwikkelingen te vertalen naar concrete plannen en activiteiten. Het Openluchtmuseum heeft duidelijk gemaakt dat het veel plannen heeft voor diverse aspecten van de museale bedrijfsvoering. Zo is het bijvoorbeeld, om het park in de winter aantrekkelijker te maken, gestart met een speciale winteropening met activiteiten. Deze winteropenstelling is zeer succesvol. Met betrekking tot projecten uit het verleden spreekt de commissie zijn waardering uit voor de uitvoering van deze plannen binnen de beschikbare mogelijkheden en budget. Het duidelijke stramien voor de uitwerking en uitvoering van plannen draagt zeker bij tot het neerzetten van tastbare resultaten. Moeilijker te beoordelen zijn de aanzetten tot uitvoering van toekomstige plannen, omdat de beleidshorizon van het museum tot 2012 loopt. Opvallend is het tweesporenbeleid van bestaande activiteiten en nieuw te ontwikkelen plannen en activiteiten die samenhangen met de jaarthema s. Wanneer de missie is aangescherpt, kan het museum voor de beleidsperiode vanaf 2012 nog beter zijn richting bepalen en de uitvoering van dat beleid ondersteunen door heldere keuzes. Samenvattend oordeel over de vertaling van beleidsontwikkeling: voldoende 1.7 Het museum is overtuigend in het bepalen van zijn positie in de samenleving Wanneer gekeken wordt naar de samenstelling van de bezoekers van het Openluchtmuseum, blijkt dat zestig procent van de bezoekers lager geschoold is dan HBO/universitair. Dit percentage is bij kunstmusea veel lager en geeft aan dat het museum een grote aantrekkingskracht heeft voor diverse groepen in de volle breedte van de samenleving. De steun die het museum eind jaren tachtig ontving uit de samenleving, geeft ook de stevige positie in de maatschappij aan. Het Openluchtmuseum wil nadrukkelijk een museum zijn dat attractief is voor veel verschillende doelgroepen. Daarbij is het zich ook bewust van het al eerder geschetste spanningsveld tussen attractiepark en museum. Met de verwerving van de Amsterdamse pottenbakkersgang zoekt het museum niet alleen naar een weergave van de stedelijke samenleving in het verleden, maar ook naar verbindingen met de huidige samenleving. De opbouw van de Molukse barak, de Tilburgse Huisjes en de Pottenbakkersgang met het Turkenpension getuigt van dit besef. Samenvattend oordeel over positiebepaling in de samenleving: goed 8

9 Hoofdstuk 1: Algemeen 1.8 De toekomstvisie van het museum is actueel en relevant De commissie heeft geen oordeel kunnen vellen over de actualiteit en relevantie van de toekomstvisie van het Openluchtmuseum. Uit de zelfevaluatie en de gesprekken blijkt dat het museum daar zeker ideeën over heeft, maar dit nog niet formeel heeft vastgelegd. Dit komt onder ander door de onduidelijkheid rondom het Nationaal Historisch Museum. Dit heeft mede geleid tot terughoudendheid bij het ontwikkelen van nieuw beleid voor ná Verder heeft de organisatie recent te maken gehad met een directiewisseling. Deze factoren hebben de visieontwikkeling enigszins vertraagd. De commissie heeft er vertrouwen in dat het Openluchtmuseum een goede toekomstvisie kan en zal ontwikkelen in combinatie met het aanscherpen van de missie. De vraag wat het museum wil zijn voor wie zou het uitgangspunt moeten vormen voor dit proces. De aanzetten, onder andere eigentijdse thema s verbinden met onderwerpen uit het verleden, zijn goed. Samenvattend oordeel over de actualiteit en relevantie van de visie: nu niet van toepassing 9

10 Hoofdstuk 2: Publiek 2 Publiek 2.1 Inleiding Aan het einde van de paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen die horen bij het beoordelingskader (zie bijlage 3). 2.2 De vaste presentatie biedt een relevant beeld van het verzamelgebied van het museum De collectie van het Openluchtmuseum valt uiteen in een roerend en onroerend deel. De onroerende collectie ligt verspreid in het museumpark. Aangezien het museum in het begin van de twintigste eeuw is ontstaan vanuit de behoefte om de cultuur van de verdwijnende plattelandsbevolking te behouden voor het nageslacht, ligt de nadruk in het park op agrarische gebouwen. In de loop der jaren zijn ook minder agrarische gebouwen opgenomen in het park. De collectie roerende goederen wordt voor een deel ingezet om de verschillende huizen en gebouwen in te richten. Daardoor ontstaat een mooi beeld van hoe de leefomgeving er in vroeger tijden uitzag. Andere delen van de roerende collectie worden op indrukkende wijze getoond in het HollandRama, in Spaarstation Dingenliefde en in de vaste presentaties Wat mag het zijn en Een bonte stoet. De inspirerende opstelling Spaarstation Dingenliefde functioneert als een soort open depot en toont ook vensters waarin thema s worden behandeld met objecten uit verschillende periodes. Bijzonder is de voor het publiek toegankelijke moderne bierbrouwerij waardoor de oude manier van bier brouwen met de moderne werkwijze wordt verbonden. Hoewel het museum graag meer zou willen tonen van de roerende collecties, is de commissie van mening dat de vaste presentaties van zowel de roerende als de onroerende objecten een zeer goed beeld geven van het verzamelgebied van het Openluchtmuseum. Dat het museum bij nieuwe verwervingen nadrukkelijk kijkt naar het meer recente verleden en stedelijke culturen, zal uiteindelijk leiden tot een meer evenwichtig beeld van de cultuur in Nederland. Samenvattend oordeel over de vaste presentatie: excellent 2.3 De programmering en uitvoering van tijdelijke tentoonstellingen zijn van goede kwaliteit Een aantal jaren terug heeft het Openluchtmuseum een bewuste keuze gemaakt om geen klassieke tentoonstellingen meer te maken. Deze keuze werd ingegeven door noodzakelijke bezuinigingen en de wens om het park meer dynamiek te geven over een langere periode. In plaats van tijdelijke tentoonstellingen kent het museum nu jaarthema s die aansluiten bij de vaste presentaties, het park verlevendigen en de mogelijkheid geven tot specifieke evenementen en activiteiten. Bijzonder aan deze jaarthema s is dat het museum het heden en verleden met elkaar verbindt en aansluit bij actuele onderwerpen. Voorbeelden van jaarthema s zijn: Proef het Openluchtmuseum. Eten en drinken door de jaren heen (2006), Vaarwel Nederland (2009) en Nieuwe buren door de jaren heen (2010). Naast het jaarthema heeft het museum ook wisselende exposities van particuliere verzamelaars. De keuze voor jaarthema s blijkt een juiste te zijn geweest en de commissie acht de inhoudelijke kwaliteit van de jaarthema s goed, maar heeft een klein punt van kritiek met betrekking tot de vormgeving van het huidige jaarthema in het park. Deze moderne containers sluiten niet zo mooi aan bij de authentieke sfeer die het park overigens ademt. Samenvattend oordeel over de kwaliteit van programmering en implementatie van tijdelijke tentoonstellingen: goed 10

11 Hoofdstuk 2: Publiek 2.4 De didactische kwaliteit van de publieksbegeleiding is toegesneden op de verschillende beoogde doelgroepen De educatieve programma s van het museum worden zeer vraaggestuurd ontwikkeld. De commissie is van mening dat de programma s ook meer aanbod gestuurd zouden kunnen zijn. De afdeling educatie is zeer sterk gericht op de inhoudelijke kwaliteit van de programma s en dit belemmert de flexibiliteit van de afdeling om in te spelen op de actualiteit. Sinds 2009 kent het museum educatieve programma s die op het jaarthema zijn afgestemd. De commissie adviseert het Openluchtmuseum om te onderzoeken of deze activiteiten verder kunnen worden uitgebouwd, omdat een actueel educatief aanbod het museum aantrekkelijker kan maken voor scholen. De commissie adviseert om contacten te leggen met docentenopleidingen om een bezoek aan het Openluchtmuseum op te nemen in het curriculum. Niet alleen zou dit een grotere bekendheid met het museum kunnen opleveren, maar het kan ook een duurzame feedback relatie creëren. De publieksbegeleiding in het park zelf verdient een aparte vermelding. Medewerkers in het park en zeker de vrijwilligers zijn zeer gemotiveerd om hun verhalen te vertellen aan verschillende soorten bezoekers. Door hun enthousiasme weten zij een bezoek aan het museum tot een bijzondere ervaring te maken. Deze bijzondere relatie die met bezoekers wordt gelegd is een unique selling point van het museum. De commissie constateerde dat er bij vrijwilligers een behoefte leeft om nog meer kennis over historie en objecten te verkrijgen. Samenvattend oordeel over de didactische kwaliteit van de publieksbegeleiding: voldoende/ excellent (vrijwilligers) 2.5 Evenementen passen binnen het profiel van het museum en versterken de maatschappelijke positie In het verleden kende het museum op zichzelf staande evenementen en sinds de invoering van de jaarthema s sluiten deze ook meer op elkaar aan. Dit heeft niet alleen de druk op de marketing en communicatie verminderd, maar heeft ook gezorgd voor meer eenheid in de agenda. Naast evenementen die passen in het jaarthema organiseert het museum ook andere activiteiten vanuit de gedachte dat deze het maatschappelijk draagvlak en imago versterken. Het museum biedt in beperkte mate podium voor culturele muziek- en theaterverenigingen, bijvoorbeeld in de samenwerking net het ROC RijnIJssel. Het museum is het gehele jaar open, maar de gebouwen zijn in de winter niet toegankelijk (openstelling is niet mogelijk wegens eisen van behoud en beheer). Sinds 2004 organiseert het Openluchtmuseum ook een winterprogramma. Tijdens deze periode zijn sommige gebouwen wel open en worden er allerlei passende winteractiviteiten georganiseerd. Met dit programma heeft het museum de toegankelijkheid van het museum uitgebreid en aantrekkelijk gemaakt voor het publiek. Samenvattend oordeel over evenementen: goed 11

12 Hoofdstuk 2: Publiek 2.6 Het museum benut op een effectieve manier marketing- en PR-instrumenten De commissie wil het museum een compliment maken met de effectieve manier waarop het marketing en communicatiebudget wordt ingezet. Het marketingbeleid kan echter op een aantal punten verbeterd worden. Het museum kent een groot aantal publieks- en marktonderzoeken, maar het is niet geheel duidelijk hoe en of de resultaten worden gebruikt om nieuw beleid vorm te geven. De commissie wil het museum aanbevelen om betere onderzoekmethodes in te zetten Het museum kent een actieve vriendenvereniging. De gelukkige combinatie van het lidmaatschap met de Museumjaarkaart en de actieve ledenwerving heeft geleid tot een zeer groot ledenaantal. De leden van de vriendenvereniging zijn verspreid over heel Nederland en de commissie raadt aan om van dit grote ledenbestand en grote geografische verspreiding van de leden gebruik te maken om nieuwe bezoekers te verleiden tot een bezoek. De commissie heeft geconstateerd dat de marketing en communicatieafdeling zeer open staat voor nieuwe ideeën, erg gemotiveerd is en enthousiast experimenteert met nieuwe en sociale media. Samenvattend oordeel over de marketing en PR: voldoende 2.7 Het museum is ten behoeve van diverse doelgroepen op een relevante en toegankelijke manier aanwezig in nieuwe media Op het gebied van nieuwe en sociale media wordt geëxperimenteerd, maar het gebruik staat nog in de kinderschoenen. Het Openluchtmuseum ziet de grote mogelijkheden die deze media met zich meebrengen, maar toont zich realistisch door eerst goed te willen onderzoeken welke media het beste bij het museum passen. Het maken van een koppeling tussen sociale media en leden van de Vriendenvereniging wordt aangeraden. Niet alleen vanwege de mogelijkheid de leden bij het museum te betrekken, maar ook om verder te experimenteren. De website is mooi, helder van opbouw en bevat veel informatie voor bezoekers en belangstellenden. De website is echter vrij statisch van karakter. Het toepassen van meer afbeeldingen en video s zullen de site nog aantrekkelijker maken en kunnen potentiële bezoekers verleiden. Samenvattend oordeel over de toegankelijkheid in nieuwe media: voldoende 12

13 Hoofdstuk 3: collectie 3 Collectie 3.1 Inleiding De collectie van het Openluchtmuseum bestaat uit een roerend en onroerend deel. De onroerende collectie wordt voornamelijk gevormd door objecten uit het rurale verleden van Nederland. De roerende collectie is gevormd om net als de gebouwen de verdwijnende rurale cultuur en de volkscultuur te bewaren voor toekomstige generaties. De roerende collectie werd voor de Tweede Wereldoorlog onderverdeeld in objecten voor de inrichting van de gebouwen en in voorwerpen voor het binnenmuseum. Tegenwoordig zijn de deelcollecties als volgt ingedeeld: kleding & sieraden, vlakke textiel, iconografische voorwerpen, wooncultuur, landbouw & voeding, nijverheid & techniek en handel, transport &dienstverlening. Aan het einde van de paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen die horen bij het beoordelingskader (zie bijlage 3). 3.2 Het collectiebeleid van het museum is passend bij de doelstelling en wordt consequent toegepast bij beslissingen tot aankoop of afstoot Het collectiebeleid van het Openluchtmuseum is vastgelegd in Het is ook het eerste zelfstandige document dat het beleid ten aanzien van de roerende collectie verwoordde. De in het document genoemde doelstellingen hebben richting gegeven aan de ontwikkeling van de collectie op de terreinen van collectievorming, registratie, depots, conservering en onderzoek. Het plan omvat een uitgebreide beschrijving van de vorming van de collectie en de opvattingen in verschillende periodes. Op basis van deze analyse en het gebrek aan (goede) depotruimte heeft het museum sinds 1996 een zeer strikt verwervingsbeleid gehanteerd. In het verleden heeft het museum daardoor passief gehandeld. De organisatie heeft aangegeven zich actiever op dit punt op te stellen, al zal dit wel gebeuren binnen de gestelde richtlijnen. Wat verwervingen van onroerende objecten moeizaam maakt, is de noodzaak om voor aanwinsten externe financiering te zoeken. Deze externe financiering is benodigd voor de ontmanteling en opbouw, maar ook voor de exploitatie van het object voor minimaal tien jaar. Het museum voelt nu een dringende behoefte om dit collectieplan te actualiseren. De verschuiving van het primaat van de collectie naar presentatie is op het gebied van publiek een succes geweest, maar heeft wel zijn weerslag gehad op de sector Collectie en Beheer. Inhoudelijke expertise is verdwenen en het museum voelt een sterke behoefte om aan dit onderwerp aandacht te schenken, al zijn ruime middelen niet voorhanden. In het nieuwe plan zal ditmaal ook de onroerende collectie worden opgenomen. De commissie sluit zich daarbij aan, omdat interne en externe opvatting veranderd zijn over de balans tussen collectie- en publieksgerichtheid. Niet alleen is het noodzakelijk het verzamelbeleid opnieuw te definiëren, maar ook om goede richtlijnen voor afstoting te formuleren. De commissie raadt het museum aan om een prioriteitenlijst op te stellen voor de verwerving van met name onroerend goed. Met een dergelijke lijst kan het museum zich actiever opstellen en goede keuzes maken. Positief is de goede taakafbakening en taakafstemming over verzamelgebieden tussen de verschillende musea en instellingen in Nederland. Dit strekt zich niet alleen uit tot het afstemmen van het verzamelbeleid, maar ook tot het op één lijn brengen van (wetenschappelijk) onderzoek en deelcollecties. Samenvattend oordeel over het collectiebeleid: goed 13

14 Hoofdstuk 3: collectie 3.3 Het museum heeft zijn collectiebeheer op orde, zowel qua registratie en documentatie als qua restauratie en conservering Ook hier moet een onderscheid gemaakt worden tussen de roerende en onroerende collectie. De grootste knelpunten zijn te vinden in de roerende collectie. Goede depotruimte is al een aantal jaren een punt van aandacht en het is verheugend dat er dit jaar daadwerkelijk gestart kan worden met de plannen voor een nieuw depot. Het restaureren van de collectie roerende goederen vormt een aanzienlijk knelpunt. De beschikbare middelen zijn niet toereikend om expertise voor de grote diversiteit in objecten en materialen in huis te hebben. Daarnaast spelen er bij voorwerpen uit de volkscultuur die soms generaties meegegaan zijn vraagstukken over in hoeverre een object gerestaureerd moet worden. Met andere woorden: tot welke periode moet er gerestaureerd worden. Het museum richt zicht daarom vooral op conservering om ook de zichtbare gebruiksgeschiedenis van een voorwerp te kunnen behouden. De digitale registratiegraad van de gehele collectie is met 97 procent bijna volledig. Voor de onroerende collectie zijn de restauratiemogelijkheden verbeterd door een subsidieverruiming van het rijk waardoor achterstallig onderhoud van de gebouwen weggewerkt kan worden. De staat van onderhoud van de onroerende objecten zal daarom zeer goed zijn. Samenvattend oordeel over de het collectiebeheer: goed/ excellent (onroerende goederen) 3.4 De collectie is digitaal in voldoende mate toegankelijk voor vakgenoten en publiek De onroerende collectie van het Openluchtmuseum is in zijn geheel digitaal ontsloten via de website van het museum en voorzien van een context. De roerende collectie is echter voor een klein deel toegankelijk via de website van het museum. Wel zal de deelcollectie Streekdracht worden ontsloten via de website Hetgeheugenvannederland.nl. Het museum beseft de noodzaak tot een specifiek beleid ten aanzien van digitalisering en interactiviteit en ontwikkelt op dit moment een nieuw beleidsplan waarin de verschillende (kennis) gemeenschappen worden opgenomen. Dit nieuwe plan wordt vormgegeven in combinatie met een nieuw ICT-plan. Samenvattend oordeel over de digitale toegankelijkheid: goed 3.5 Het museum slaagt er in om de toegankelijkheid van de collectie te vergroten door activering en mobiliteit daarvan Door de aard van de collectie komen de meeste bruikleenaanvragen uit Nederland. Door de samenwerkingsverbanden met Instituut Collectie Nederland en het Meertens Instituut is de collectie goed bekend. Ook door de grote naamsbekendheid van het museum is men in brede kring met de collectie voorwerpen uit de volkscultuur op de hoogte. Bruikleenvoorwaarden kunnen verschillen per type object en er wordt altijd getoetst op deskundigheid van de bruikleennemer en de klimatologische omstandigheden, veiligheid en toezicht. Het museum kent een aantal langdurig bruiklenen aan andere instellingen en een honderdtal kortlopende bruiklenen per jaar. Samenvattend oordeel over de activering van de collectie: goed 14

15 Hoofdstuk 4: wetenschap 4 Wetenschap 4.1 Inleiding De commissie heeft in dit hoofdstuk één criterium van het beoordelingskader niet van toepassing verklaard. De reden daarvoor ligt in het gegeven dat de puur wetenschappelijke taak in het Openluchtmuseum zeer gering is, waardoor een oordeel niet gegeven kan worden. Aan het einde van de paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen die horen bij het beoordelingskader (zie bijlage 3). 4.2 De kwaliteit en de kwantiteit van het wetenschappelijk onderzoek zijn passend binnen de doelstellingen van het museum Na de verzelfstandiging heeft het museum geen zuiver wetenschappelijke taak meer, maar richt het zich op toegepast (wetenschappelijk) onderzoek ten behoeve van de collectie en presentatie. De onderzoeksgebieden zijn echter zeer divers: etnologie, textiel & streekdracht en architectuur. De wetenschappelijke medewerkers zijn verdeeld over twee sectoren (Collecties & Beheer en Presentatie & Educatie) en er is een kleine formatieplaats in de staf voor een wetenschappelijk beleidsadviseur. De manier waarop het museum de wetenschappelijke taak heeft opgenomen in de organisatie is passend bij de doelstellingen. De commissie wil wel een kanttekening plaatsen bij het ambitieniveau. Het museum richt zich met onderzoek voornamelijk op de mogelijkheden voor gebruik in presentaties. De commissie is van mening dat daarin ook een risico schuilt dat onbekende collectieonderdelen niet ontsloten worden. De commissie beseft dat de middelen voor een hoog ambitieniveau te beperkt beschikbaar zijn en dat de diversiteit aan onderwerpen erg groot is. Het museum wordt aangeraden om de balans tussen onderzoek naar collectieonderdelen en presentatiegericht onderzoek permanente aandacht te geven. Samenvattend oordeel over het wetenschappelijk onderzoek: goed 4.3 Het wetenschappelijk onderzoek in het museum draagt bij aan het relevante wetenschappelijke discours De bijdrage van het Openluchtmuseum aan het relevante wetenschappelijke discours is nog beperkt, maar past bij de huidige doelstelling van het museum (zie ook 4.2). Het museum stelt zich echter wel open voor andere instellingen en werkt bijvoorbeeld veel samen met het Meertens Instituut. Daarnaast is één van de medewerkers bijzonder hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en werkt een andere medewerker aan een proefschrift aan de Universiteit Leiden. Binnen deze relaties wordt gezocht naar mogelijkheden voor (promotie)projecten. Naast deze betrekkingen bestaan er bij de sector Presentatie & Educatie drie actieve samenwerkingsverbanden met drie universiteiten (Universiteit van Amsterdam, Erasmus Universiteit en de Radboud Universiteit). Op deze manier weet het museum op een indirecte wijze toch een bijdrage te leveren aan het wetenschappelijke discours door mogelijkheden tot onderzoek te scheppen. Uitzonderingen zijn twee publicaties van het museum over de collectie tinglazuur van het 15

16 Hoofdstuk 4: wetenschap museum en over boerenwagens en karren. De commissie wil nog een speciale vermelding maken van het Vademecum van historische bouwmaterialen, installaties en infrastructuur dat door een medewerker van het museum is geschreven. Dit overzicht van bouwmaterialen is voor een veel bredere groep particulieren en instellingen interessant dan alleen openluchtmusea en erfgoedinstellingen en zal door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed met een 2.0 webapplicatie openbaar worden gemaakt. Samenvattend oordeel over de bijdrage aan het wetenschappelijk discours: voldoende 4.4 De kwaliteitsborging van de output van het wetenschappelijk onderzoek is op orde Zie inleiding 4.1. Samenvattend oordeel over de kwaliteitsborging van onderzoek: niet van toepassing 4.5 Het museum deelt haar kennis met derden open en doelgroepgericht Zoals in 4.3 is vermeld kent het museum een aantal relaties en samenwerkingsverbanden met andere instellingen en universiteiten. Het museum beseft zeer goed dat de mogelijkheden en middelen tot onderzoek naar de collecties beperkt zijn en zoekt daarom zeer doelbewust naar samenwerking met andere organisaties. Het Openluchtmuseum heeft de afgelopen jaren veel externe onderzoekers en stagiaires verwelkomd om onderzoek te doen. Samenvattend oordeel over de kennisdeling met derden: goed 16

17 Hoofdstuk 5: bedrijf 5 Bedrijf 5.1 Inleiding Aan het einde van de paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen die horen bij het beoordelingskader (zie bijlage 3). 5.2 De organisatie van het museum is effectief toegesneden op de doelstellingen van het museum Naast de 230 medewerkers (147,5 fte) heeft het museum een zeer grote groep vrijwilligers van circa 350 mensen die zich met name inzetten in het museumpark. Zij leveren een zeer grote bijdrage aan de levendigheid in het park en aan de aantrekkelijkheid van het museum voor bezoekers. De organisatie van het Openluchtmuseum heeft de afgelopen jaren ingezet op een cultuurverandering en heeft in 2008 de organisatiestructuur gewijzigd. De wens tot cultuurverandering is voortgekomen uit de behoefte om de verschillende bestaande bedrijfsculturen met elkaar te integreren. De commissie heeft kunnen constateren dat er cultuurverschillen bestaan tussen de medewerkers in het park en de medewerkers op kantoor, maar ook dat medewerkers van mening zijn dat er maatregelen zijn genomen om de communicatie te verbeteren en dat deze ook verbeterd is. Het Openluchtmuseum concludeert naar aanleiding van de zelfevaluatie dat de cultuurverandering permanente aandacht nodig heeft en de commissie sluit zich daarbij aan. Zij adviseert het museum om de tweezijdige communicatie met en tussen medewerkers in park en kantoor goed te bewaken. Juist in het proces van cultuurverandering is het tonen van waardering buitengewoon belangrijk. In een grote organisatie met verschillende afdelingen bestaat het risico dat de inzet van vrijwilligers en medewerkers te veel voor lief wordt genomen. Het museum kent twee stichtingen met eigen jaarrekeningen (in verband met de verschillende arbeidsvoorwaarden), maar de twee stichtingen zijn economisch en organisatorisch met elkaar verweven. Het horecagedeelte is ondergebracht in de Stichting de Oude Bijenkorf. Het personeel van deze stichting valt onder de Horeca-CAO. Deze CAO komt overeen met het feitelijke werk en is gunstiger voor het museum. Het personeel in de museumstichting valt onder de CAO verzelfstandigde rijksmusea. Samenvattend oordeel van de commissie over de organisatie van het museum: goed 17

18 Hoofdstuk 5: bedrijf 5.3 Het personeel van het museum is kwalitatief en kwantitatief in staat om een optimale bijdrage te leveren aan de realisatie van de doelstellingen van het museum Duidelijk is geworden dat er bij medewerkers en vrijwilligers die op het terrein werkzaam zijn behoefte bestaat tot wederzijdse kennisdeling. In 2.4 is al gemeld dat vrijwilligers graag meer willen weten om de bezoeker nog beter te kunnen bedienen. De commissie heeft vastgesteld dat er bij de parkmedewerkers (praktische) kennis en competenties beschikbaar zijn waarvan niet altijd gebruik wordt gemaakt. Aanbevolen wordt om de aanwezige kennis van parkmedewerkers en de wetenschappelijke medewerkers expliciet te benutten. Dit draagt bij aan de kennis van het museum, maar zal ook het teamgevoel stimuleren. De commissie wil bij dit criterium de rol van de Ondernemingsraad aanstippen. In de huidige Ondernemingsraad hebben medewerkers zitting uit de afdelingen kantoor, parkmedewerkers en horeca. Zowel de directie als de leden van de raad zijn tevreden over de verbeterde communicatie, maar de commissie raadt de directie en de Ondernemingsraad aan om elkaar vaker informeel te ontmoeten. Dit zal zeker bijdragen aan het proces van cultuurverandering. Ook moeten er op korte termijn goede faciliteiten gecreëerd worden voor de Ondernemingsraad om het werk goed te ondersteunen. Samenvattend oordeel van de commissie over het personeel van het museum: goed 5.4 De (financiële) planning & control-cyclus van het museum levert relevante sturingsinformatie en biedt mogelijkheden tot tijdig bijsturen De financiële planning en control-cyclus heeft een aantal verbeteringen ondergaan in de afgelopen jaren, waardoor het management nu tijdig van inhoudelijke en financiële kwartaalrapportages voorzien wordt. Ook is het museum gestart met het maken van maandelijkse rapportages waarin realisatie en budget met elkaar worden vergeleken. De gehele planning en control-cyclus is goed vormgegeven. Het Openluchtmuseum is zich steeds bewust dat sturen op kostenbewustzijn nodig is voor een gezonde bedrijfsvoering en geeft dit aspect van de bedrijfsvoering voortdurend aandacht. Samenvattend oordeel over de planning & controlcyclus: goed 5.5 De opvolging van calamiteiten, zowel in de publieksruimtes als in de depotruimtes is in de organisatie van het museum geborgd Het Bedrijfsnoodplan is van zeer recente datum en het museum heeft nog geen gelegenheid gehad oefeningen te houden. Het beschikt over verschillende documenten op het gebied van veiligheid en calamiteiten die ook van recente datum zijn (Veiligheidsbeleid en Reglement Bedrijfshulpverlening). De commissie is daarom van mening dat ze geen oordeel kan vellen over de opvolging van en borging in de organisatie van calamiteiten. Wel heeft de commissie geconstateerd dat het museum in de afgelopen jaren veel stappen heeft gezet om de veiligheidsen beveilingssituatie verder te verbeteren. Een voorbeeld daarvan zijn de acht verschillende protocollen om de veiligheid op het terrein te bevorderen die onder meer als positief gevolg hebben gehad dat het aantal incidenten in het park sterk zijn verminderd. Samenvattend oordeel over de opvolging van calamiteiten: geen oordeel mogelijk 18

19 Hoofdstuk 5: bedrijf 5.6 Het museum heeft zijn kwaliteitszorgprocessen op orde Het museum kent geen integraal kwaliteitszorgsysteem, maar heeft de afgelopen jaren wel sterk gestuurd op kwaliteit. Zo is een aantal werkprocessen en procedures verbeterd. Ook zet het in op het bereiken van een duurzaam opererende organisatie. Kort na de visitatie bleek dat het museum het keurmerk Green Key 2 mag voeren. Uit de zelfevaluatie en de gesprekken blijkt dat het museum hard werkt om de kwaliteit hoog te houden, al geeft het aan dat het een voortdurend gevecht is om met beperkte middelen de kwaliteit hoog te houden. Op de gebieden van onder meer educatie, onderhoud museale gebouwen, vrijwilligers en vrijwilligersopleiding is de kwaliteit hoog. Op het terrein van onderhoud van de niet museale publieksgebouwen zijn nog wel verbeteringen nodig, al realiseert de commissie zich goed dat de grote bezoekersstromen en de beschikbare middelen en menskracht niet altijd goed op elkaar aansluiten. Een ander verbeterpunt dat uit de bijlagen en de gesprekken naar voren kwam is het gastheerschap van de horeca. Uit evaluaties blijkt dat de horeca veelal te duur wordt gevonden in vergelijking met de kwaliteit en/of klantvriendelijkheid. Het museum heeft al gewerkt met hostmanship trainingen en de commissie raadt aan om dit verder te verspreiden in de organisatie, omdat ervaringen in de horeca een belangrijk onderdeel zijn van de beleving van de bezoeker. Het Openluchtmuseum heeft zelf het spanningsveld geconstateerd tussen de groepenmarkt en de individuele bezoekers en juist bij dit spanningsveld is kwaliteit en klantgerichtheid van doorslaggevend belang. De commissie is van mening dat het museum de kwaliteitsprocessen goed op orde heeft of werkt aan het verbeteren van processen. Samenvattend oordeel over de kwaliteitszorg: voldoende 5.7 Het sponsorbeleid van het museum is passend bij de doelstellingen en solide Het Openluchtmuseum heeft in 2010 een nieuw sponsorplan ontwikkeld. Dit omvat doelen, taakverdelingen en een rekenmodel voor te bieden tegenprestaties aan het bedrijfsleven. Om sponsoring en fondsenwerving te vergemakkelijken heeft het museum een CBF keurmerk aangevraagd en verkregen. Ook heeft het museum in 2006 een Bedrijvenkring opgericht en inmiddels heeft deze kring een kleine twintig leden. Het nieuwe sponsorplan is ingegeven door de veranderende omstandigheden en de noodzaak om eigen inkomsten te genereren. Het museum heeft nu en in het verleden voor verschillende projecten en aanwinsten fondsen weten te verwerven. De overheid verwacht dat musea zich opstellen als cultureel ondernemer. Het Openluchtmuseum heeft zich zeker van de ondernemende kant getoond met de streekproducten die onder de naam t Goeye Goet verkocht worden en die geproduceerd wordt in het museum. Bijzonder is het biologisch bier dat door de eigen brouwerij wordt gebrouwen. Het museum wordt aanbevolen om gebruik te maken van de aanwezige ondernemerszin en ideeën onder de medewerkers. Daarnaast wordt sterk aangeraden om zich niet alleen te concentreren op het verwerven van sponsorgelden, maar ook om te zoeken naar sponsoren die een grote bijdrage kunnen leveren aan de marktcommunicatie. Samenvattend oordeel over het sponsorbeleid: voldoende 2 De Green Key is hét internationale keurmerk voor bedrijven in de toerisme- en recreatiebranche die serieus en controleerbaar bezig zijn met de milieuzorg op het bedrijf. De Green Key staat garant voor de inzet van de ondernemer om meer aan het milieu te doen dan de wet- en regelgeving van hem verlangt 19

20 Hoofdstuk 5: bedrijf 5.8 De huisvesting van het museum past bij het niveau van de museale bedrijfsvoering en is van voldoende kwaliteit Het Openluchtmuseum heeft veel gebouwen op het terrein staan, waarvan het grootste deel behoort tot de collectie. In het hoofdstuk Collectie is al melding gemaakt van de jarenlange wens en noodzakelijkheid van een nieuw depotgebouw voor de roerende collectie. Ook de parkeergelegenheid voor bezoekers is al enige tijd een punt van zorg en aandacht, zonder veel resultaat. Het museum is voor beiden niet alleen afhankelijk van de beschikbare middelen, maar ook van andere partijen. De commissie hoopt dat zowel nieuwe depotruimte als parkeergelegenheid snel kunnen worden verwezenlijkt. De plannen die het museum heeft om meer ruimte te krijgen voor nieuwe onroerende objecten zijn realistisch, maar ook hier heeft de organisatie te maken met derde partijen. Over het geheel moet de commissie concluderen dat het onderhoud van de niet museale gebouwen beter kan. De grote stroom bezoekers legt een zware druk op het onderhoud van exterieur, maar vooral op het interieur. Het museum ziet in de zakelijke groepenmarkt nog zeker mogelijkheden tot groei. Een belangrijke voorwaarde om deze groei mogelijk te maken zijn goed onderhouden en verzorgde gebouwen. Samenvattend oordeel over de huisvesting: onvoldoende 20

21 Hoofdstuk 6: samenvattende conclusies 6 Samenvattende conclusies 6.1 Inleiding Het Openluchtmuseum is sinds de verzelfstandiging een proces van professionalisering ingegaan. De instelling heeft sindsdien veel veranderingen doorgemaakt. Het is zich goed bewust van de omgeving en de veranderende eisen die de samenleving stelt. Deze bewustwording komt naar voren in de keuzes en strategie. De horizon van het museum reikt op het moment niet veel verder dan 2012 en het museum heeft op dit moment een enigszins passieve houding ten opzichte van de toekomst. Dit wordt veroorzaakt door een recente directiewissel, maar ook door een nog onduidelijke toekomstsituatie met het Nationaal Historisch Museum. Het museum wordt daarom aangeraden niet langer af te wachten hoe het proces van het Nationaal Historisch Museum zich zal ontwikkelen en snel beleid te ontwikkelen voor de periode na 2012 en zich initiërend op te stellen. 6.2 Conclusies Algemeen De missie van het museum is goed doorgedrongen tot de medewerkers, maar is in zijn formulering nog te algemeen en de uniciteit van het museum komt nog te weinig naar voren. Het museum wordt aangeraden een nieuwe missie te formuleren en daarin de vraag mee te nemen voor wie willen we wat zijn en wie zijn wij zelf. In de beleidsontwikkeling en uitvoering zal de missie richting en sturing geven aan de organisatie. Het museum heeft op verschillende wijzen de beleidsprioriteiten ingebed en uit dit beleid vloeien concrete activiteiten. Het museum weet daarbij de verschillende prioriteiten met elkaar te verbinden. Hoewel de missie scherper kan worden geformuleerd, heeft het aangetoond een koers uit te kunnen zetten die recht doet aan de publieke, maar museale taken. Wel is er een tweesporenbeleid geconstateerd met betrekking tot de bestaande activiteiten en die behorende bij het jaarthema. Bij de ontwikkeling van het beleid vanaf 2012 en de verscherping van de missie wordt het museum aangeraden om de twee sporen samen te voegen. 6.3 Conclusies Publiek De roerende en onroerende collectie van het museum is in de geschiedenis van het museum gegroeid en geëvalueerd. Daarbij heeft het museum de tijdsgeest goed aangevoeld welke objecten het moest toevoegen aan de verzamelingen. Dit komt in het park goed naar voren. Ook heeft het museum gezocht naar mogelijkheden om de roerende collecties op een manier die passend zijn bij het museumpark, hetgeen heeft geresulteerd in twee mooie en aansprekende vaste opstellingen. Het museum heeft een aantal jaren geleden gekozen voor jaarthema s in plaats van klassieke tentoonstellingen. De activiteiten die voortvloeien uit deze keuze passen beter bij het Openluchtmuseum en verlevendigen het museumpark. De publieks- en educatieve begeleiding zijn van goede kwaliteit. Het Openluchtmuseum wordt aangeraden om naast de bestaande educatieve programma s ook meer programma s te ontwikkelen bij de jaarthema s. Het museum weet de beschikbare PR en communicatiemiddelen effectief in te zetten. In het verleden heeft de organisatie veel gebruik gemaakt van publieks- en marktonderzoeken, maar heeft de resultaten niet goed weten om te zetten in een marketingbeleid. Betere onderzoeksmethodes zullen echter een onmisbare ondersteuning zijn bij het beleid, waarbij ook de grote vriendenverenging ingezet kan worden. 21

22 Hoofdstuk 6: samenvattende conclusies 6.4 Conclusies Collectie Het museum heeft zich in het verleden passief opgesteld bij het verwerven van onroerende zaken, juist ook vanuit het streven om gebouwen in situ te behouden. Het museum wordt aangeraden om zich iets minder terughoudend op te stellen om het gevarieerde aanbod in het museum te handhaven. Het museum wordt aangeraden om bij het actualiseren van het collectieplan een prioriteitenlijst op te nemen aangaande verwervingen van roerende en onroerende objecten. Op het gebied van behoud en beheer moet een onderscheid gemaakt worden tussen roerende en onroerende objecten. Voor de onroerende collectie is deze goed. De roerende collectie kent echter een aantal knelpunten, waarvan goede depotruimte een belangrijke vormt. Voor het realiseren van goede depotruimte is het museum afhankelijk van stakeholders en financiële mogelijkheden en deze afhankelijkheid heeft vertragend gewerkt. De digitale registratiegraad nadert nu honderd procent en de onroerende collectie is raadpleegbaar voor derden. De roerende collectie is echter minder toegankelijk, maar sommige deelcollecties zijn wel raadpleegbaar op de website hetgeheugenvannederland.nl. Het museum heeft het belang van digitalisering als aanvulling op het museumpark ingezien en werkt nu aan een omvattend beleidsplan waarin (kennis)gemeenschappen en ICT worden gebundeld. 6.5 Conclusies Wetenschap De wetenschappelijke functie is in de loop der jaren beperkt door afvloeiing van wetenschappelijke medewerkers. Het museum richt zich, ook door de aard van de collecties (volkscultuur) meer op toegepast onderzoek. Een kanttekening wordt geplaatst bij het ambitieniveau van het museum om zich vooral te richten op onderzoek ten behoeve van presentaties. Hierin schuilt een risico dat onbekende collectieonderdelen onderbelicht blijven. In het verleden zijn mooie publicaties over collectieonderdelen verschenen en vermeldenswaardig is de zogenaamde Dikke Bot over historische bouwmaterialen. Hoewel het museum zich richt op toegepast onderzoek, gaat het wel samenwerking en relaties aan met wetenschappelijke instellingen als universiteiten en het Meertens Instituut. Daarmee stelt het museum zich open voor externe onderzoekers. 6.6 Conclusies Bedrijf Het museum kent een grote groep vrijwilligers die de vaste medewerkers ondersteunen in hun werkzaamheden en het park voor bezoekers verlevendigen. De cultuurverandering die een aantal jaren geleden is ingezet, begint zijn vruchten af te werpen. Er is nog wel een cultuurverschil voelbaar tussen medewerkers in het park en van kantoor. Het museum wordt aangeraden om de cultuurverandering aandacht te blijven schenken. Kennisdeling, wederzijdse kennisdeling en het aanspreken van het aanwezige potentieel bij de medewerkers zal zeker bijdragen aan het proces. De gebieden van planning & control, veiligheid en calamiteitenplannen zijn op orde. Er zijn grote stappen gezet in deze aspecten met positieve effecten en het museum bevindt zich midden in het proces van verdere professionalisering. Het museum stelt zich meer en meer op als ondernemer met onder andere de eigen producten en de ontwikkelingen in de organisatie met betrekking tot particuliere en zakelijke verhuur. Het bewaken van de kwaliteit van het aangebodene, ook voor reguliere bezoekers, is een punt van aandacht. Het museum onderkent het spanningsveld tussen reguliere bezoekers en verhuur en zoekt actief naar mogelijkheden om dit goed te stroomlijnen. 22

R V A ISPIPTATORI Zuiderzeemuseum T E

R V A ISPIPTATORI Zuiderzeemuseum T E APPORT ISITATIE Zuiderzeemuseum INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 7 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie 8

Nadere informatie

r V a ispiptatori Rijksmuseum Twenthe t e

r V a ispiptatori Rijksmuseum Twenthe t e apport isitatie Rijksmuseum Twenthe Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

Keramiekmuseum Princessehof

Keramiekmuseum Princessehof apport isitatie Keramiekmuseum Princessehof Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

r V a ispiptatori Persmuseum t e

r V a ispiptatori Persmuseum t e apport isitatie Persmuseum Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie 8 1.5 Bestuur

Nadere informatie

Museum de Gevangenpoort

Museum de Gevangenpoort apport isitatie Museum de Gevangenpoort Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

Joods Historisch Museum en de Hollandsche Schouwburg

Joods Historisch Museum en de Hollandsche Schouwburg apport isitatie Joods Historisch Museum en de Hollandsche Schouwburg Voorwoord Voorwoord Het Joods Historisch Museum en de Hollandsche Schouwburg zijn belangrijke instituten voor Nederland en de museale

Nadere informatie

Samenvatting Verzelfstandigingsplan Op 1 januari 2016 verzelfstandigt het Museum Jan Cunen. Zo luidt althans de planning. Verzelfstandiging van musea

Samenvatting Verzelfstandigingsplan Op 1 januari 2016 verzelfstandigt het Museum Jan Cunen. Zo luidt althans de planning. Verzelfstandiging van musea Samenvatting Verzelfstandigingsplan Op 1 januari 2016 verzelfstandigt het Museum Jan Cunen. Zo luidt althans de planning. Verzelfstandiging van musea is een trend die twintig jaar geleden is ingezet. Het

Nadere informatie

FORMAT TUSSENRAPPORTAGE CULTUURARRANGEMENT DEEL A: VERANTWOORDING GEMEENTE: Dalfsen JAAR: 2014

FORMAT TUSSENRAPPORTAGE CULTUURARRANGEMENT DEEL A: VERANTWOORDING GEMEENTE: Dalfsen JAAR: 2014 FORMAT TUSSENRAPPORTAGE CULTUURARRANGEMENT 2013-2016 DEEL A: VERANTWOORDING 2014 GEMEENTE: Dalfsen JAAR: 2014 AMATEURKUNST/BUITEN- SCHOOLSE CULTUUREDUCATIE PROJECT DOELSTELLINGEN FINANCIELE VERANTWOORDING

Nadere informatie

KBO Zeeland. beleidsplan

KBO Zeeland. beleidsplan KBO Zeeland beleidsplan 2014-2018 Vroeger was er ook een jeugd van tegenwoordig. 1 Inhoudsopgave. 1 Inleiding 3 2 Missie en opdracht 4 3 Strategische koers 5 4 Kerntaken 6 Belangenbehartiging Dienstverlening

Nadere informatie

Rijksmuseum van Oudheden

Rijksmuseum van Oudheden APPORT ISITATIE Rijksmuseum van Oudheden INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis

Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis APPORT ISITATIE Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 7 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten

Nadere informatie

Nederlandse Gedragswetenschappen Grote Kruistraat 2/1, 9712 TS Groningen. 1. Inleiding

Nederlandse Gedragswetenschappen Grote Kruistraat 2/1, 9712 TS Groningen. 1. Inleiding 1. Inleiding De geschiedenis van de Nederlandse psychologie, pedagogiek en onderwijskunde verdween uit de curricula van Nederlandse universiteiten en waardevol historisch materiaal gerelateerd aan deze

Nadere informatie

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202 Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202 Doel Zorgdragen voor de vorming van beleid voor de eigen functionele discipline, alsmede zorgdragen voor de organisatorische en personele aansturing van een of

Nadere informatie

NMV Museumcongres 2011 Musea en onderzoek

NMV Museumcongres 2011 Musea en onderzoek NMV Museumcongres 2011 Musea en onderzoek 1. In welk museum werkt u? 61 2. Type museum? Kunst 36,1% 22 Cultuurhistorisch 47,5% 29 Natuurhistorisch 3,3% 2 Bedrijf en techniek 6,6% 4 Wetenschap 3,3% 2 Volkenkundig

Nadere informatie

Stichting Rijksmuseum voor Volkenkunde. Leiden

Stichting Rijksmuseum voor Volkenkunde. Leiden apport isitatie Stichting Rijksmuseum voor Volkenkunde Leiden voorwoord Voorwoord Voor u ligt het eerste visitatierapport over een museum. Dit rapport is in opdracht van de minister van OCW, Ronald Plasterk,

Nadere informatie

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te Aanbevelingen Rekenkamer t.a.v. Drukte Amsterdam december 2016 Aanbevelingen We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te verbeteren. Vier aanbevelingen hebben betrekking op

Nadere informatie

Het museum: - beschikt over een kwaliteitslabel als museum - heeft tijdig een aanvraag ingediend voor Vlaamse indeling en subsidiëring

Het museum: - beschikt over een kwaliteitslabel als museum - heeft tijdig een aanvraag ingediend voor Vlaamse indeling en subsidiëring Museum voor Industriële Archeologie en Textiel (MIAT), Gent 1. Gemotiveerd advies van de beoordelingscommissie Collectiebeherende Cultureel-erfgoedorganisaties over indeling bij het Vlaamse niveau en toekenning

Nadere informatie

Het Scheepvaartmuseum

Het Scheepvaartmuseum apport isitatie Het Scheepvaartmuseum Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie

Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie apport isitatie Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 7 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten

Nadere informatie

Inhoudsopgave Protocol Visitatiecommissie 2 Handleiding Zelfevaluatie 5 Vragenlijst zelfevaluatie 8 Beoordelingskader 16

Inhoudsopgave Protocol Visitatiecommissie 2 Handleiding Zelfevaluatie 5 Vragenlijst zelfevaluatie 8 Beoordelingskader 16 BASISDOCUMENTEN VISITATIE 2010-2012 Inhoudsopgave Protocol Visitatiecommissie 2 Handleiding Zelfevaluatie 5 Vragenlijst zelfevaluatie 8 Beoordelingskader 16 Protocol visitatie t.b.v. museale visitatiecommissies

Nadere informatie

R V A ISPIPTATORI Afrika Museum T E

R V A ISPIPTATORI Afrika Museum T E APPORT ISITATIE Afrika Museum INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie 8 1.5

Nadere informatie

Vragenlijst Museumregister

Vragenlijst Museumregister 1. Rechtspositie, bestuur en beleid 1.0 Is uw instelling een museum in de zin van de ICOM museumdefinitie? 1.1 Beschikt het museum over een document waaruit de rechtspositie en het niet op winst-gerichte

Nadere informatie

Kröller-Müller Museum

Kröller-Müller Museum apport isitatie Kröller-Müller Museum Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 7 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

r V a ispiptatori Paleis het Loo t e

r V a ispiptatori Paleis het Loo t e apport isitatie Paleis het Loo Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie 7 1.5

Nadere informatie

Monitor Erfgoedinspectie

Monitor Erfgoedinspectie Erfgoedinspectie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Monitor Erfgoedinspectie Staat van de naleving 2011-2012 Bijlage: Integrale vragenlijst met antwoorden, toezichtveld collecties 1 Monitor

Nadere informatie

r V a ispiptatori Teylers Museum t e

r V a ispiptatori Teylers Museum t e apport isitatie Teylers Museum Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie 7 1.5

Nadere informatie

Hierbij informeren wij u over de stand van zaken met betrekking tot de transitie van het Noordelijk Scheepvaartmuseum naar een historisch museum.

Hierbij informeren wij u over de stand van zaken met betrekking tot de transitie van het Noordelijk Scheepvaartmuseum naar een historisch museum. Stand van zaken transitie Noordelijk Scheepvaartmuseum naar historisch museum M. van der Heide De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN 06 51407779 0 6714400 - Geachte heer, mevrouw,

Nadere informatie

Position Paper: Governance in het Stedelijk Museum Amsterdam, zoals ontwikkeld tussen

Position Paper: Governance in het Stedelijk Museum Amsterdam, zoals ontwikkeld tussen Position Paper: Governance in het Stedelijk Museum Amsterdam, zoals ontwikkeld tussen 2015-2018 1. Inleiding Dit position paper heeft ten doel op hoofdlijnen weer te geven op welke wijze het Stedelijk

Nadere informatie

Auditrapportage 3 e ronde Certificeringsnorm Openbare Bibliotheken

Auditrapportage 3 e ronde Certificeringsnorm Openbare Bibliotheken Auditrapportage 3 e ronde Certificeringsnorm Openbare Bibliotheken Rapportage van resultaten naar aanleiding van de certificeringsaudit gehouden op in Opgesteld door: Stichting Certificering Openbare Bibliotheken

Nadere informatie

Stichting Rijksmuseum Muiderslot. Muiden

Stichting Rijksmuseum Muiderslot. Muiden apport isitatie Stichting Rijksmuseum Muiderslot Muiden voorwoord Voorwoord Voor u ligt het visitatierapport van de Stichting Rijksmuseum Muiderslot. Dit rapport is in opdracht van de minister van OCW,

Nadere informatie

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut Opleidingsmanager Doel Ontwikkelen van programma( s) van wetenschappenlijk onderwijs en (laten) uitvoeren en organiseren van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen de faculteit, uitgaande van een faculteitsplan

Nadere informatie

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom Den Haag Ons kenmerk 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Onderwerp Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon Bijlage(n) geen Geachte heer Van

Nadere informatie

Beleidsplan. Stichting Feanetië. Beleidsplan Stichting Feanetië

Beleidsplan. Stichting Feanetië. Beleidsplan Stichting Feanetië Beleidsplan Stichting Feanetië 2019 Heerenveen, 3 december 2018 Beleidsplan Stichting Feanetië 2019 1 Inhoud 1. Inleiding: een korte beschrijving van de stichting Feanetië 3 2. Analyse sterke/zwakke punten

Nadere informatie

Het Mobiel Erfgoed Plein

Het Mobiel Erfgoed Plein Het Mobiel Erfgoed Plein 30 april 2017 Mobiele Collectie Nederland Eén van de belangrijkste doelstellingen van de stichting Mobiele Collectie Nederland (MCN) is het verhogen van de zichtbaarheid van mobiel

Nadere informatie

VISIE OP TOEZICHT Vastgesteld door Raad van Commissarissen op 15 september 2016

VISIE OP TOEZICHT Vastgesteld door Raad van Commissarissen op 15 september 2016 VISIE OP TOEZICHT Vastgesteld door Raad van Commissarissen op 15 september 2016 Woningcorporaties staan voor het huisvesten van mensen met een bescheiden inkomen en voor kwetsbare groepen. Woningcorporaties

Nadere informatie

Profiel lid Raad van Toezicht

Profiel lid Raad van Toezicht Profiel lid Raad van Toezicht De huidige Raad van Toezicht (RvT) bestaat uit zes leden. De RvT streeft naar een maatschappelijk heterogene samenstelling van leden die herkenbaar en geloofwaardig zijn in

Nadere informatie

Criteria voor goed museaal handelen

Criteria voor goed museaal handelen Uitgangspunten norm U verklaart dat uw museum: De ICOM definitie als uitgangspunt neemt voor uw museaal handelen. De Ethische code onderschrijft. De LAMO volgt bij het afstoten van uw collectie. BEDRIJFSVOERING

Nadere informatie

Functieprofiel lid Raad van Toezicht

Functieprofiel lid Raad van Toezicht Functieprofiel lid Raad van Toezicht Bestuursbureau Postbus 245, 6710 BE Ede Bovenbuurtweg 27, 6717 XA Ede 088 020 70 00 aeres.nl info@aeres.nl Doel van de functie De Raad van Toezicht staat het College

Nadere informatie

R V A ISPIPTATOR Geldmuseum I Utrecht T E

R V A ISPIPTATOR Geldmuseum I Utrecht T E APPORT ISITATIE Geldmuseum Utrecht INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

Organisatie: Samenwerkingsverband Stichting Samenwerkingsverband RiBA ( Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard)

Organisatie: Samenwerkingsverband Stichting Samenwerkingsverband RiBA ( Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard) Functie-informatie Functienaam: Directeur samenwerkingsverband Organisatie: Samenwerkingsverband 28.05 Stichting Samenwerkingsverband RiBA ( Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard) Werkterrein: Management

Nadere informatie

Sponsorplan 2014 Museum Kennemerland

Sponsorplan 2014 Museum Kennemerland Sponsorplan 2014 Museum Kennemerland Huis van de Geschiedenis in Gemeente Beverwijk Bestuur van Museum Kennemerland, januari 2014 Westerhoutplein 1, 1943 AA Beverwijk, mk@museumkennemerland.nl www.museumkennemerland.nl

Nadere informatie

Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis

Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis APPORT ISITATIE Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 7 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten

Nadere informatie

HET BEDRIJF POSITIE KANDIDAAT PROFIEL. Functie profiel. Museum Boerhaave. Directeur

HET BEDRIJF POSITIE KANDIDAAT PROFIEL. Functie profiel. Museum Boerhaave. Directeur Functie profiel Museum Boerhaave Directeur Maes & Lunau: Beyond the obvious Wij gaan in alles altijd net even verder; beyond the obvious. Want elke organisatie heeft behoefte aan inspirerend leiderschap

Nadere informatie

Adviseur Personeel en organisatie (32-36 uur)

Adviseur Personeel en organisatie (32-36 uur) De gemeente Deurne zoekt een: De afdeling Ruimte en Samenleving heeft een vacature: Adviseur Personeel en organisatie (32-36 uur) Deurne is een centrumgemeente in de Peel, gelegen in de provincie Noord-Brabant.

Nadere informatie

Projectplan EersteWereldoorlog.nu Samenvatting

Projectplan EersteWereldoorlog.nu Samenvatting 1 1. Inleiding In 2014 was het honderd jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. In 2014-2018 wordt wereldwijd stilgestaan bij de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Hoewel Nederland neutraal

Nadere informatie

INTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE

INTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE INTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE Inhoud 1. Inleiding 2. Kwaliteit gedefinieerd 3. Parameters en normen 4. Het cyclische systeem van kwaliteitszorg 5. Instrumenten 6. Planning

Nadere informatie

Binden, bewaren, bezielen en betalen

Binden, bewaren, bezielen en betalen EGH/ZHL november 2013 Binden, bewaren, bezielen en betalen voor landschap en erfgoed in Zuid-Holland Zuid-Holland heeft veel te bieden qua natuur, landschap en erfgoed. Er zijn talrijke partijen die zich

Nadere informatie

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE MANAGEMENT & BESTUURSONDERSTEUNING DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING VERSIE 3 APRIL 2017

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE MANAGEMENT & BESTUURSONDERSTEUNING DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING VERSIE 3 APRIL 2017 Directeur bedrijfsvoering Doel Zorgdragen voor de beleidsontwikkeling en, na vaststelling van het te voeren beleid door anderen, voor beleidsimplementatie en -evaluatie van (deel)processen in de bedrijfsvoering

Nadere informatie

Programma van Eisen voor de Call Verkenning Nationale Museale Voorziening Slavernijverleden

Programma van Eisen voor de Call Verkenning Nationale Museale Voorziening Slavernijverleden Gedeelde geschiedenis amsterdam.nl/gedeeldegeschiedenis Verkenning Nationale Museale Voorziening Slavernijverleden Inleiding De keuze voor een Call Vereiste gegevens Planning Procedure toetsing en beoordeling

Nadere informatie

Digitale cultuur als continuüm

Digitale cultuur als continuüm Digitale cultuur als continuüm Samenvatting Activiteitenplan 2017-2020 Stichting Digitaal Erfgoed Nederland (DEN) Den Haag, 31 januari 2016 1/5 1. Vooraf Deze samenvatting is gebaseerd op de subsidieaanvraag

Nadere informatie

Jaarbericht auditoren SCOB. Zeven signaleringen over 2015

Jaarbericht auditoren SCOB. Zeven signaleringen over 2015 Jaarbericht auditoren SCOB Zeven signaleringen over 2015 Jaarbericht auditoren SCOB Zeven signaleringen over 2015 De negentien auditoren van de Stichting Certificering Openbare Bibliotheken (SCOB) verzamelen

Nadere informatie

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE MANAGEMENT & BESTUURSONDERSTEUNING AFDELINGSHOOFD VERSIE 4 APRIL 2017

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE MANAGEMENT & BESTUURSONDERSTEUNING AFDELINGSHOOFD VERSIE 4 APRIL 2017 Afdelingshoofd Doel Zorgdragen voor de vorming van beleid voor de eigen functionele discipline, alsmede zorgdragen voor de organisatorische en personele aansturing van één of meerdere werkprocessen, binnen

Nadere informatie

Meerjarenbeleidsplan Turner Contact Nederland

Meerjarenbeleidsplan Turner Contact Nederland Meerjarenbeleidsplan 2013-2016 Turner Contact Nederland INLEIDING Turner Contact Nederland werkt vanuit een visie. Die visie is geformuleerd in het document Visie Turner Contact Nederland. Dit meerjarenbeleidsplan

Nadere informatie

Agenda. Wat is een collectie? Onderverdeling collecties Wat is een collectieplan? Wat is een collectieplan niet Overlopen van de verschillende stappen

Agenda. Wat is een collectie? Onderverdeling collecties Wat is een collectieplan? Wat is een collectieplan niet Overlopen van de verschillende stappen BASISPRESENTATIE Agenda Wat is een collectie? Onderverdeling collecties Wat is een collectieplan? Wat is een collectieplan niet Overlopen van de verschillende stappen Wat is een collectie? Gestructureerd

Nadere informatie

Het informatieplan: instrument voor een succesvolle omgang met je digitale. collecties en archieven. #informatieplan

Het informatieplan: instrument voor een succesvolle omgang met je digitale. collecties en archieven. #informatieplan Het informatieplan: instrument voor een succesvolle omgang met je digitale collecties en archieven #informatieplan Het informatieplan: instrument voor een succesvolle omgang met je digitale collecties

Nadere informatie

voorstel aan de gemeenteraad

voorstel aan de gemeenteraad voorstel aan de gemeenteraad Aan de raad van de gemeente sector ERZ afdeling oerz telefoon 0182588441 voorstelnummer steller tjan onderwerp Optima Forma project verzelfstandiging Stedelijke Musea Gouda

Nadere informatie

Normen Erkenningsregeling - versie 9 december Vastgesteld door de (Tijdelijke) Commissie Normstelling Geldig vanaf 1 januari 2017

Normen Erkenningsregeling - versie 9 december Vastgesteld door de (Tijdelijke) Commissie Normstelling Geldig vanaf 1 januari 2017 Normen Erkenningsregeling - versie 9 december 2016 Vastgesteld door de (Tijdelijke) Commissie Normstelling Geldig vanaf 1 januari 2017 INHOUDSOPGAVE Bijsluiter bij de normen... 3 Categorie A: 1. Missie/maatschappelijke

Nadere informatie

De kunst van samen vernieuwen

De kunst van samen vernieuwen De kunst van samen vernieuwen Cultuuragenda gemeente Zutphen 2016 Kunst, cultuur en erfgoed geven kleur aan Zutphen. Ze zorgen voor een leefbare en dynamische samenleving, sociale en economische vitaliteit

Nadere informatie

Casestudy Op de museale weegschaal. Op bezoek bij een verzamelaarsechtpaar

Casestudy Op de museale weegschaal. Op bezoek bij een verzamelaarsechtpaar Casestudy Op de museale weegschaal Op bezoek bij een verzamelaarsechtpaar 2 Casestudy Op de museale weegschaal Inleiding De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft de methodiek uit Op de museale

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Directeur onderwijsinstituut

Directeur onderwijsinstituut Directeur onderwijsinstituut Doel College van van Bestuur Zorgdragen voor de ontwikkeling van het facultair en uitvoering en organisatie van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen de faculteit, uitgaande

Nadere informatie

Beleidsplan 2012 t/m 2016

Beleidsplan 2012 t/m 2016 Beleidsplan 2012 t/m 2016 Mei 2012 Beleidsplan 2012 t/m 2016 Inleiding Dit beleidsplan is het resultaat van een voortgaand proces, waar we sinds twee jaar aan werken. In die periode is het volgende gebeurd.

Nadere informatie

BELEIDSPLAN voor de Vereniging PAULUS VAN DAESDONCK en de Stichting Paulus museum 29 maart 2010

BELEIDSPLAN voor de Vereniging PAULUS VAN DAESDONCK en de Stichting Paulus museum 29 maart 2010 heemkundekring P A U L U S V A N D A E S D O N C K BELEIDSPLAN 2010-2020 voor de Vereniging PAULUS VAN DAESDONCK en de Stichting Paulus museum 29 maart 2010 INHOUD: 1. MISSIE 2. VISIE 3. DOELSTELLINGEN

Nadere informatie

PR SPECIALIST RESULTAATGEBIEDEN. Wat kan ik doen om de doelen te bereiken? (Activiteiten) Wat moet ik bereiken? (Doelen)

PR SPECIALIST RESULTAATGEBIEDEN. Wat kan ik doen om de doelen te bereiken? (Activiteiten) Wat moet ik bereiken? (Doelen) Waarvoor ben ik aangenomen? (Doel) Het extern profileren van de organisatie door het in de media/via social media positioneren van de organisatie en haar activiteiten, passend bij het gewenste imago. Welke

Nadere informatie

Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen en beleidsprocessen.

Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen en beleidsprocessen. Functiebeschrijving Functienaam Adviseur IV Normfunctienaam Adviseur IV Code Peildatum N03.01.08 1-1-2013 Functiereeks Beleid Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen

Nadere informatie

Strategisch plan

Strategisch plan Strategisch plan 2016-2019 1. Inleiding Voor u ligt het strategisch plan 2016-2019. In het strategisch plan 2016-2019 wil Dress for Success Amsterdam (DfS A) u meenemen in de strategie en de keuzes die

Nadere informatie

R V A ISPIPTATORI Van Goghmuseum T E

R V A ISPIPTATORI Van Goghmuseum T E APPORT ISITATIE Van Goghmuseum INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 7 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie 8 1.5

Nadere informatie

Profiel. Strategisch HR adviseur. 8 december 2015. Opdrachtgever Stichting Openbaar Onderwijs Noord

Profiel. Strategisch HR adviseur. 8 december 2015. Opdrachtgever Stichting Openbaar Onderwijs Noord Profiel Strategisch HR adviseur 8 december 2015 Opdrachtgever Stichting Openbaar Onderwijs Noord Voor meer informatie over de functie Erik Frieling, adviseur Leeuwendaal Telefoon (070) 414 27 00 evt. mobielnummer

Nadere informatie

Het Rijksmuseum Amsterdam

Het Rijksmuseum Amsterdam apport isitatie Het Rijksmuseum Amsterdam Voorwoord Voorwoord Het Rijksmuseum bevindt zich in een uitdagende overgangsperiode. In 2008 is de nieuwe directie aangetreden en er is een grootscheepse, ingrijpende,

Nadere informatie

Stichting Geschiedenis Fysiotherapie

Stichting Geschiedenis Fysiotherapie Beleidsplan Stichting Geschiedenis Fysiotherapie 2014-2019 Opgesteld door het Bestuur van de SGF. Geaccordeerd per:2 juni 2014 Beleidsdocument 2014-2019 Stichting Geschiedenis Fysiotherapie Page 1 Inleiding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 013 Cultuurnota 1997 2000 Nr. 17 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Klant & Strategie. Plaats in de organisatie:

Klant & Strategie. Plaats in de organisatie: Functienaam: Sector: Afdeling: teammanager Klant Klant & Strategie Klant Plaats in de organisatie: De teammanager Klant verricht zijn werkzaamheden onder de verantwoordelijkheid van de manager Klant &

Nadere informatie

Beleidsplan Stichting ter behoud van de kerkelijke gebouwen van Oudehaske en Haskerhorne

Beleidsplan Stichting ter behoud van de kerkelijke gebouwen van Oudehaske en Haskerhorne Beleidsplan 2018-2022 Stichting ter behoud van de kerkelijke gebouwen van Oudehaske en Haskerhorne Plaats Oudehaske Datum 07-05-2018 Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. Organisatie... 3 3. Visie en missie... 3

Nadere informatie

Stichting Museum Catharijneconvent. Utrecht

Stichting Museum Catharijneconvent. Utrecht apport isitatie Stichting Museum Catharijneconvent Utrecht voorwoord Voorwoord Kan het eigenlijk wel, een museum visiteren? De visitatiecommissie stelde vast dat als een museum aan een dergelijke proef

Nadere informatie

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00 1 Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00 Doel Ontwikkelen, implementeren en evalueren van beleid en adviseren op één of meerdere aandachtsgebieden/beleidsterreinen ten behoeve

Nadere informatie

Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie

Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie Het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) is een kunsthistorisch kenniscentrum dat de collectie archief-, documentatie- en bibliotheekmateriaal

Nadere informatie

Stichting Vrienden van PARK VOSSENBERG

Stichting Vrienden van PARK VOSSENBERG Beleidsnotitie 2018-2022 Stichting Vrienden van PARK VOSSENBERG Opgesteld door het bestuur van Stichting Vrienden van Park Vossenberg Kaatsheuvel, 29 maart 2018 Inleiding Stichting Maasduinen vervult een

Nadere informatie

Maatschappelijke visitatie De Woonmensen/SJA: Een ondernemende en maatschappelijk gedreven corporatie die ruim voldoende tot goed presteert

Maatschappelijke visitatie De Woonmensen/SJA: Een ondernemende en maatschappelijk gedreven corporatie die ruim voldoende tot goed presteert Maatschappelijke visitatie De Woonmensen/SJA: Een ondernemende en maatschappelijk gedreven corporatie die ruim voldoende tot goed presteert Recensie Stichting de Woonmensen/SJA (woningcorporatie) werkt

Nadere informatie

ANBI-GEGEVENS INHOUD. Historische schets. Doelstellingen. Beleid en uitgeoefende activiteiten. Collectie De Ghulden Roos. Jaarboek De Ghulden Roos

ANBI-GEGEVENS INHOUD. Historische schets. Doelstellingen. Beleid en uitgeoefende activiteiten. Collectie De Ghulden Roos. Jaarboek De Ghulden Roos ANBI-GEGEVENS INHOUD Historische schets Doelstellingen Beleid en uitgeoefende activiteiten Collectie De Ghulden Roos Jaarboek De Ghulden Roos Samenwerking Financiële verantwoording Overige ANBI-gegevens

Nadere informatie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN COMMUNICEREN VANUIT JE KERN Wil je duurzaam doelen bereiken? Zorg dan voor verbonden medewerkers! Afgestemde medewerkers zijn een belangrijke aanjager voor het realiseren van samenwerking en innovatie

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG

Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG Datum 20 december 2011 Onderwerp Raadsbrief: Sociale structuurvisie Categorie B Verseonnummer 668763 / 681097 Portefeuillehouder De heer Rensen en de heer

Nadere informatie

WAARDE(N)VOL TOEZICHT IS MENSENWERK. Toezichtkader Bibliotheek Velsen

WAARDE(N)VOL TOEZICHT IS MENSENWERK. Toezichtkader Bibliotheek Velsen Vastgesteld nov 2017 WAARDE(N)VOL TOEZICHT IS MENSENWERK Toezichtkader Bibliotheek Velsen 2017-2020 AANLEIDING TOEZICHTKADER Niets duurt voort, behalve verandering Heraclitus Voor je ligt het tussentijdse

Nadere informatie

Directeur Dienstverlening en directeur Bedrijfsvoering Slachtofferhulp Nederland

Directeur Dienstverlening en directeur Bedrijfsvoering Slachtofferhulp Nederland Directeur Dienstverlening en directeur Bedrijfsvoering Slachtofferhulp Nederland Organisatie Slachtofferhulp Nederland helpt slachtoffers van misdrijven, verkeersongelukken, vermissingen en calamiteiten.

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 12 september 2006 OWB/AI-2006/12668

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 12 september 2006 OWB/AI-2006/12668 logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 12 september 2006 OWB/AI-2006/12668 Onderwerp Uitvoering motie 249, Nationaal Historisch

Nadere informatie

Actueel beleidsplan. Stichting Vrienden van Hubrecht Instituut 2014-2016

Actueel beleidsplan. Stichting Vrienden van Hubrecht Instituut 2014-2016 Stichting Vrienden van het Hubrecht Instituut Actueel beleidsplan Stichting Vrienden van Hubrecht Instituut E vrienden@hubrecht.eu 2014-2016 1.1 Inleiding Naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek

Nadere informatie

Directeur onderzoeksinstituut

Directeur onderzoeksinstituut Directeur onderzoeks Doel College van van Bestuur Zorgdragen voor de ontwikkeling van het van het en uitvoering en organisatie van onderzoek en onderzoeksondersteuning binnen het, uitgaande van het faculteitsplan

Nadere informatie

vi sio nair [-zjoo`nèr] («Frans) de -woord (mannelijk) Letterlijk iemand met een vooruitziende blik. vi si ta tie [-zie` taa(t)sie] («Frans«Latijn)

vi sio nair [-zjoo`nèr] («Frans) de -woord (mannelijk) Letterlijk iemand met een vooruitziende blik. vi si ta tie [-zie` taa(t)sie] («Frans«Latijn) vi sio nair [-zjoo`nèr] («Frans) de -woord (mannelijk) Letterlijk iemand met een vooruitziende blik. vi si ta tie [-zie` taa(t)sie] («Frans«Latijn) de -woord (vrouwelijk) Letterlijk bezoek, meestal gebruikt

Nadere informatie

Projectnota Extra Investeringsimpuls Sociaal-culturele Infrastructuur CC 2 Verbetering van museumaanbod

Projectnota Extra Investeringsimpuls Sociaal-culturele Infrastructuur CC 2 Verbetering van museumaanbod Projectnota Extra Investeringsimpuls Sociaal-culturele Infrastructuur CC 2 Verbetering van museumaanbod Projectnota 3 Project: Verkadepaviljoen Zaans Museum Totale projectkosten: 3.575.000,- Provinciale

Nadere informatie

PEIL SNEL een Quick Scan Collectiebeheer voor musea

PEIL SNEL een Quick Scan Collectiebeheer voor musea PEIL SNEL een Quick Scan Collectiebeheer voor musea Erfgoedhuis Zuid-Holland Breestraat 59, Leiden T 071 513 3739 F 071 5134144 E musea@erfgoedhuis-zh.nl www.erfgoedhuis-zh.nl INTRODUCTIE Met PEIL SNEL

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Criteria voor Cultuur subsidie

Criteria voor Cultuur subsidie Criteria voor Cultuur subsidie 1 Cultuureducatie voor iedereen Heeft u een vernieuwend plan om Ridderkerkers kennis te laten maken met cultuureducatie, dien het dan in! Het gaat om cultuureducatie in de

Nadere informatie

TREND RAPPORTAGE KWALITEITSVRAGENLIJST RAPPORTAGE 2E MONTESSORISCHOOL HET WINTERKONINKJE,

TREND RAPPORTAGE KWALITEITSVRAGENLIJST RAPPORTAGE 2E MONTESSORISCHOOL HET WINTERKONINKJE, TREND RAPPORTAGE KWALITEITSVRAGENLIJST RAPPORTAGE 2E MONTESSORISCHOOL HET WINTERKONINKJE, december 2014 1 ALGEMEEN 1.1 Inleiding Algemeen Het instrument de Kwaliteitsvragenlijst is een hulpmiddel om de

Nadere informatie

BELEIDSPLAN 2015-2020

BELEIDSPLAN 2015-2020 BELEIDSPLAN 2015-2020 Beleidsplan 2015-2020 Pagina 1 INHOUD 1. Inleiding 2. Doelstellingen Visie Missie 3. Prioriteit in de uitvoering 4. Startpunt 5. Waar willen we over 5 jaar staan? 6. Tenslotte Foto

Nadere informatie

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan 1 WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan Doorstroomtraject BBL/BOL-PW4 Kerntaak: 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkprocessen: 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering

Nadere informatie

Op weg naar een bestuursmodel met een ledenraad. Rabobank Ridderkerk Midden-IJsselmonde. Een bank die anders is. Gezocht: leden met een mening

Op weg naar een bestuursmodel met een ledenraad. Rabobank Ridderkerk Midden-IJsselmonde. Een bank die anders is. Gezocht: leden met een mening Rabobank Ridderkerk Midden-IJsselmonde Een bank die anders is Gezocht: leden met een mening Op weg naar een bestuursmodel met een ledenraad Rabobank. Een bank met ideeën. Een bank die anders is Rabobank

Nadere informatie

ALGEMENE PROFIELSCHETS ADVIESGROEP BESTUURLIJKE VRAAGSTUKKEN

ALGEMENE PROFIELSCHETS ADVIESGROEP BESTUURLIJKE VRAAGSTUKKEN NA/60009382 ALGEMENE PROFIELSCHETS ADVIESGROEP BESTUURLIJKE VRAAGSTUKKEN Profielschets Adviesgroep Bestuurlijke Vraagstukken 1 Algemeen 1.1 Leidend voor het functioneren van de Adviesgroep Bestuurlijke

Nadere informatie

Beleidsplan Stichting ter behoud van de kerkelijke gebouwen van Oudehaske en Haskerhorne

Beleidsplan Stichting ter behoud van de kerkelijke gebouwen van Oudehaske en Haskerhorne Beleidsplan 2013-2017 Stichting ter behoud van de kerkelijke gebouwen van Oudehaske en Haskerhorne Plaats Oudehaske Datum 04-07-2013 Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. Organisatie... 3 3. Visie en missie... 3

Nadere informatie

Kennisnemen van Informatie over voortgang proces Oorlogsmuseum Overloon en erfgoed van de Tweede Wereldoorlog

Kennisnemen van Informatie over voortgang proces Oorlogsmuseum Overloon en erfgoed van de Tweede Wereldoorlog Statenmededeling Onderwerp Militair erfgoed Tweede Wereldoorlog en Oorlogsmuseum Overloon Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van Informatie over voortgang proces Oorlogsmuseum Overloon

Nadere informatie