Nederlandse Defensie Doctrine

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nederlandse Defensie Doctrine"

Transcriptie

1 Nederlandse Defensie Doctrine

2 Colofon Illustraties Audiodvisuele Dienst Defensie (AVDD) Vormgeving & layout Grafische Dienst AVDD Den Haag Historische inleidingen Luitenant-kolonel Drs. W.J. Hagemeijer Verantwoording De NDD is onder verantwoordelijkheid van de Defensiestaf samengesteld door een werkgroep met vertegenwoordigers van de operationele commando s en enkele defensieonderdelen. De samenstelling van deze werkgroep was als volgt: 2 Luitenant-kolonel KLu E. I. de Voogt Kol b.d. A. de Munnik (redactie) Kapitein-luitenant ter zee D.J. Kuijper Luitenant-kolonel Ing H.J. Keij Luitenant-kolonel N.J. Vredegoor Luitenant-kolonel W.C. Roepers Mr. dr. M.C. Zwanenburg Majoor J.F.M. Bosman Majoor M. Geel Majoor E.M. van Gilst-de Vries, MSc Dhr F. de Boer Defensiestaf (DS), Directie Operationeel Beleid en Behoeftestellingen en Plannen (DOBBP), Ressort Operationeel Beleid, Afdeling Doctrine Vertegenwoordiger Nederlandse Defensie Academie (NLDA) Vertegenwoordiger Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) Vertegenwoordiger Commando Landstrijdkrachten (CLAS) Vertegenwoordiger Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) Vertegenwoordiger DS, Directie Operaties (DOPS) Bestuursstaf, Directie Juridische Zaken (DJZ) Vertegenwoordiger DS, Directie Aansturen Operationele Gereedstelling, (DAOG) Vertegenwoordiger Koninklijke Marechaussee (KMAR) Vertegenwoordiger Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst (MIVD) Vertegenwoordiger Internationale Militaire Samenwerking Reacties Defensiestaf (DS/DOBBP/OB; na 2013: DS/DP/K&I) Postbus ES Den Haag Defensiestaf, Den Haag, maart No parts of this book may be reproduced in any form, by print, Photo print, microfilm or any other means without written permission from the Publisher. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder de voorfgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Nederlandse Defensie Doctrine

3 Vooraf In deze jaren van financiële crisis moet Defensie zich hard inspannen om betaalbaar en relevant te blijven voor de langere termijn. Daarbij zetten we alles op alles voor een krijgsmacht die er toe doet en die zich onderscheidt in kwaliteit, bruikbaarheid en vernieuwend vermogen. Mijn principe is dat wát we doen, ook goed moeten doen. Dit kan niet zonder het simpeler maken van structuren en processen, zonder het joint plannen, voorbereiden en uitvoeren van operaties, en zonder het beschikken over interoperabel inzetbare eenheden en materieel. Toch zijn het niet deze ontwikkelingen die noodzaken tot nieuwe doctrine. Het is vooral de in korte tijd sterk toegenomen complexiteit van de omgeving waarin operaties plaatsvinden en de voortgeschreden ontwikkelingen in het denken over de inzet van instrumenten van macht, die de aanleiding vormen. Ook is het inzicht ontstaan dat bepaalde onderwerpen op joint niveau specifieke doctrine vereisen en niet meer uitgebreid in de NDD hoeven te worden behandeld. Deze betreffen de Joint Doctrine Publicatie (JDP) 5, Commandovoering, en de JDP 2, Inlichtingen. Daarmee ontstaat een meer eenduidige structuur van joint doctrine publicaties, in lijn met die van de NAVO. In deze herziene NDD ligt grotere nadruk op het hanteren van de geïntegreerde benadering als gemeenschappelijke noemer van bepaalde operationele concepten. De context van de omgeving en de situatie waarin de militair moet optreden krijgt meer aandacht. Inzicht in factoren en actoren in de steeds complexere omgeving is cruciaal voor de commandant, de planner, de militaire adviseur of diplomaat. De context kan in sommige situaties zo belangrijk zijn dat deze kan of moet prevaleren boven het hanteren van militaire principes. Kennis van de context zorgt voor een zorgvuldigere en breder afgewogen besluiten. Context is meer dan ooit een inherent onderdeel van doctrine geworden. 3 Deze NDD stelt het joint, multinationale en interagency optreden centraal en beschrijft de krijgsmachtdelen als deel van het grotere geheel, en langs de lijnen van het betreffende domein waarin zij optreden. DE COMMANDANT DER STRIJDKRACHTEN T. Middendorp Generaal

4 Inhoud Inleiding 7 Aanleiding 7 Doel en belang van de Nederlandse Defensiedoctrine (NDD) 10 Doelgroepen 12 Militaire doctrine - Begripsbepaling 12 Positie van de NDD 13 Bronnen van doctrine 13 Structuur van de NDD De (inter)nationale omgeving Inleiding Actoren en factoren Belangen Machtsmiddelen Toepassing van machtsmiddelen Comprehensive Approach (de geïntegreerde benadering) Trends Nederlands veiligheidsbeleid Inleiding Internationaal veiligheidsbeleid Nederlands buitenland- en veiligheidsbeleid Nederlands veiligheidsbeleid Strategie Nationale Veiligheid Defensiebeleid De krijgsmacht als instrument van de regering Inleiding Het internationaalrechtelijk kader Nationaalrechtelijk kader Hoofdtaken Besluitvorming over inzet Rules of Engagement Aansturing tijdens inzet 68 Nederlandse Defensie Doctrine

5 4. Militair vermogen Inleiding De componenten en hun samenhang De mentale component De fysieke component De conceptuele component Militair vermogen in de operationele omgeving Optreden in het maritieme domein Optreden in het landdomein Optreden in het luchtdomein (Airpower) Optreden in het ruimtedomein (Space) Optreden in het informatiedomein Militaire doctrine Inleiding Niveaus van militair optreden Grondbeginselen van militair optreden Joint functies van militair optreden Nationale accenten Omgaan met verwachtingen Bijzondere verantwoordelijkheid Literatuurlijst 127

6 6 Nederlandse Defensie Doctrine

7 Inleiding Aanleiding In 2005 is voor de eerste keer de Nederlandse Defensiedoctrine (NDD) uitgegeven. Deze uitgave is voortgekomen uit de toenemende samenwerking tussen de verschillende krijgsmachtdelen, de ontwikkelingen op het gebied van doctrine binnen de Noord- Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en de veranderingen in de defensieorganisatie. De toenmalige Adviescommissie Opperbevelhebberschap heeft onderstreept dat doctrine, en dan vooral joint doctrine, een van de instrumenten is die de Commandant der Strijdkrachten (CDS) ter beschikking staat om inhoud te geven aan zijn rol als Corporate Operator. Na ruim zeven jaar is de aard van het militaire optreden verder geëvolueerd. Militaire inzet, met name in Afghanistan en nabij Somalië en de daaruit voortkomende ervaringen, leert dat het optreden meer joint 1 is dan ooit. Het denken over de kern van de militaire bijdrage bij het handhaven van de internationale rechtsorde, de inzichten over bijdragen aan conflictbeheersing en het meewerken aan het ontwikkelen van duurzame oplossingen hebben zich verder ontwikkeld. Deze ontwikkelingen hebben tot deze herziene Nederlandse Defensiedoctrine (NDD) geleid. 7 Doctrine in historisch perspectief Sinds de tijd van de Verlichting groeide in Europa de overtuiging dat de aard en wijze van oorlogvoering konden worden doorgrond door studie en analyse. Eind 18e en begin 19e eeuw kwam daarom een hausse van militaire publicaties op gang. Vele (militaire) auteurs deden in deze periode een eerste aanzet tot de beschrijving van oorlogswetten en geleerde lessen van militaire operaties. De bekendste onder hen waren de Zwitser Jomini en de Pruis Von Clausewitz. Professionalisering en ontwikkelingen richting massaoorlogvoering sinds de dagen van de Franse Revolutie maakten het tegelijkertijd nodig dat krijgsmachten hun toekomstige optreden gingen vastleggen in doctrines. Hierin beschreven zij de functies van krijgsmachtonderdelen tijdens een conflict en de manier waarop (grote) formaties doelen konden verwezenlijken. Zulke omschrijvingen verschaften eenheid van opvatting en kanaliseerden het militaire denken op de diverse niveaus van organisatie. Krijgsgeschiedenis werd gezien als de voornaamste bron voor deze doctrinevorming. De eerste doctrines boden een eenduidige leidraad voor de planning, uitvoering en afronding van militaire taken. Ze kenden, ook toen al, een zekere gelaagdheid. Er waren 1 De betekenis van joint komt in par aan de orde.

8 publicaties die het optreden van grote eenheden op strategisch niveau beschreven, alsook uitgaven die het tactisch handelen van de wapen- en dienstvakken behandelden en handboeken voor het optreden op technisch niveau, de moderne tactics, techniques and procedures. De samenhang tussen de diverse publicaties en de mate van gedetailleerdheid waren nog beperkt. De Nederlandse krijgsmacht bracht in de loop van de 20e eeuw diverse doctrines uit. Die hadden vooral betrekking op het land- en luchtoptreden. In 1925 verscheen bij de Luchtvaartafdeling van de landmacht het Voorschrift voor het gebruik van Luchtstrijdkrachten, met een nadruk op het optreden van het luchtwapen in grotere legerverbanden, zoals het toenmalige Veldleger of een divisie. In 1926 voerde de landmacht de Handleiding voor het gevecht der groote eenheden (de Gevechtshandleiding) in. In de landmachtdoctrine werd uitsluitend ingegaan op het grootschalige conflict, waarbij het optreden, in alle gevechtsvormen, vooral methodisch van aard was. 8 Voor het uitvoeren van de interne en externe beveiligingstaak in Nederlands-Indië waren het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en de Koninklijke Marine (KM) verantwoordelijk. Het KNIL ontwikkelde een eigen doctrine, die ter bestrijding van het antikoloniale verzet, de contraguerrilla centraal stelde. Kern van de koloniale aanpak waren kleine groepen inheemse troepen onder leiding van een Nederlandse luitenant, die gewapend met karabijn en klewang de irreguliere tegenstander in de jungle opzochten. De aanpak met deze mobiele eenheden bleek succesvol en stond model voor het optreden van alle KNIL-infanterie. Het was vastgelegd in het Voorschrift voor de uitoefening van de politieke politionele taak van het leger (VPTL), maar de kennis daarvan raakte na het Nederlandse vertrek uit Nederlands-Indië in de vergetelheid. In de jaren vijftig werd de Nederlandse krijgsmacht opgebouwd om een defensieve rol in NAVO-verband te kunnen uitvoeren. Voor de landmacht betekende dit in eerste instantie het mede verdedigen van de IJssel-Rijnlinie. Later verschoof het toegewezen verdedigingsvak naar het Duitse grondgebied. Ook in de lucht en ter zee hadden de Nederlandse krijgsmachtdelen hun in het bondgenootschap ingebedde verdedigingstaak. De marine concentreerde zich op de bescherming van konvooien (Sea Lines of Communications, SLOC) en de luchtmacht richtte zich op het bevechten van luchtoverwicht en grondgebonden luchtverdediging. In deze periode ontwikkelde de landmacht een eigen, nationale (land)doctrine. Door de internationale inbedding van het lucht- en maritieme optreden, hebben de KM en de KLu hun optreden vooral gebaseerd op NAVO doctrine aangevuld met nationale en koninkrijkstaken. Nederlandse Defensie Doctrine

9 In de jaren zestig werden de nodige veranderingen doorgevoerd, mede door de komst van tactische kernwapens. De NAVO-doctrine was in deze periode gebaseerd op de forward defence. Hierbij zouden de NAVO-troepen de aanvaller eerst moeten vertragen en tot staan brengen, waarna een grootschalige tegenaanval, al dan niet gesteund door de inzet van tactische kernwapens, de oorspronkelijke situatie moest herstellen. Het optreden was centraal gepland en centraal aangestuurd. Eind jaren zestig voerde de NAVO de flexible response in. Dit verdedigingsconcept zou in beginsel niet-nucleair zijn. In principe bleef het NAVO optreden defensief, vooral gericht op grootschalige slijtage van de vijand en het uitvoeren van een beslissende tegenaanval. Kenmerkend voor de situatie in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw was dat de diverse krijgsmachtdelen grotendeels hun eigen oorlog zouden voeren. Het joint optreden stond nog in de kinderschoenen en multinationaal optreden was vooral een zaak van de marine en de luchtmacht. In de jaren tachtig was het conventionele overwicht van het Warschaupact aanzienlijk toegenomen. Om hier dit succesvol het hoofd aan te kunnen bieden, ontwikkelden de Amerikanen de AirLand Battle Doctrine, door de NAVO gedeeltelijk overgenomen als Follow On Forces Attack (FOFA). Hierbij zette het bondgenootschap in op het uitbuiten van haar technologische overwicht, die het mogelijk moest maken de tegenstander ook in de diepte aan te vallen. Deze manier van oorlogvoering vereiste veel planning en coördinatie tussen de diverse bevelsniveaus en eenheden. 9 De krijgsmacht was in 1989 nog steeds bezig met het aanpassen van de doctrines aan dit nieuwe concept, toen het IJzeren Gordijn plotseling viel. In de jaren daarna kwam er een einde aan zowel het Warschaupact als de Sovjet-Unie. Van de een op de andere dag hadden de NAVO-bondgenoten geen vooraf te bepalen tegenstander meer. De fixatie op het grootschalige conflict verdween. Er kwam weer aandacht voor andere vormen van militair optreden. De krijgsmachtdelen kwamen midden jaren negentig met vernieuwde doctrines, die meer aansloten bij de veranderde omstandigheden. In 1996 verscheen de Airpower Doctrine (APD) van de luchtmacht en de algemene Landmacht Doctrine Publicatie (LDP) Militaire Doctrine, overkoepelend documenten met de algemene uitgangspunten van resp. het lucht- en landoptreden. Omdat het palet aan inzetmogelijkheden aanzienlijk was toegenomen, werd de landmachtdoctrine meerdelig uitgegeven. Volgende delen

10 behandelden Gevechtsoperaties, Vredesoperaties en Nationale operaties. In deze nieuwe doctrine golden als leidende beginselen de manoeuvrebenadering en de opdrachtgerichte commandovoering. In 2005 verscheen naar aanleiding van het uitkomen van de toenmalige Nederlandse Defensiedoctrine een operationeel richtinggevend document over de maritieme component van militaire operaties, de Leidraad Maritiem Optreden. 10 Doel en belang van de Nederlandse Defensiedoctrine Eenheid van opvatting. Net als andere grote organisaties met een grote diversiteit aan werkterreinen en disciplines moet een krijgsmacht in staat zijn complexe activiteiten te beheersen en zorgen dat organisatiedoelstellingen worden gerealiseerd. Bovendien moeten strijdkrachten zich snel kunnen aanpassen aan wijzigende omstandigheden en effectief kunnen blijven werken in chaotische en levensbedreigende situaties. Militairen moeten het hoofd bieden aan complexe situaties en onder extreme omstandigheden met verstand van zaken handelen. Zij moeten onafhankelijk, mogelijk geïsoleerd van elkaar en in lijn met de door Defensie nagestreefde ethische en morele principes en verstrekte operationele en logistieke richtlijnen, kunnen optreden. Eenheid van opvatting binnen de organisatie is hiervoor een voorwaarde. Deze eenheid van opvatting is ook relevant in situaties waarin het verband tussen de Nederlandse militaire bijdrage en het nationale belang niet direct voor de hand ligt. Dit is vooral het geval bij operaties in het kader van de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. De militair en de militaire eenheid worden gesteund in hun militaire professionaliteit en vastberadenheid, doordat de Nederlandse militaire bijdrage in de juiste context wordt geplaatst. Op tactisch niveau leidt eenheid van opvatting tot handelen in de geest van de militaire organisatie in het algemeen en in de geest van de bevelvoerende commandant in het bijzonder. Stuurmiddel CDS. Met doctrine wordt eveneens de basis gelegd voor het plannen, voorbereiden en uitvoeren van militaire operaties. Hierdoor kunnen deze operaties efficiënter en effectiever worden uitgevoerd dan bij gebrek aan eenheid van opvatting. Met een joint doctrine heeft de CDS een stuurmiddel in handen, ook voor de werkzaamheden van zijn eigen stafdirecties. Sinds 2005 heeft de CDS een centrale rol bij de aansturing van de krijgsmachtdelen (operationele commando s) en de missies van de Nederlandse strijdkrachten. De NDD steunt de CDS bij het richting geven aan de wijze waarop de krijgsmacht wordt ingezet in het kader van het Nederlandse veiligheidsbeleid. Nederlandse Defensie Doctrine

11 Nationale beleidscontext. De NDD plaatst doctrine in de Nederlandse context. Hoewel de doctrine van de NAVO leidend is in het Nederlandse denken over de inzet van het militaire machtsinstrument, is deze doctrine uiteindelijk een consensusproduct. Dat betekent dat nationale accenten anders kunnen liggen dan in NAVO-doctrine is verwoord. De NDD is het document waarin deze Nederlandse accenten worden belicht. De NDD biedt het gemeenschappelijke kader dat joint inzet van de krijgsmacht mogelijk maakt. De toenemende verwevenheid bij het optreden van de eenheden van verschillende krijgsmachtdelen en de steeds groter wordende samenwerking met andere departementen en (overheids-) organisaties dwingt tot een eenduidige denkwijze over het uitvoeren van militaire operaties. De NDD geeft hieraan inhoud, en geeft richting aan het denken over het optreden van de krijgsmacht en van de afzonderlijke krijgsmachtdelen in onderlinge samenhang. Dat maakt niet alleen de samenwerking eenvoudiger; het zorgt ook voor een beter wederzijds begrip. Transparantie. De NDD is tevens een naslagwerk voor andere actoren die op enigerlei wijze betrokken zijn bij de missies van de krijgsmacht. Om samenwerking mogelijk te maken, is het nodig duidelijk te maken welke principes de basis vormen voor de inzet van de krijgsmacht en op welke manier operaties worden uitgevoerd. Daarmee wordt transparantie naar andere actoren bereikt. Deze transparantie komt ook ten goede aan iedereen die -om wat voor reden dan ook- kennis wil nemen van de Nederlandse militaire doctrine. 11 Nieuw in deze doctrine is een grote nadruk op het hanteren van de geïntegreerde benadering 2 als gemeenschappelijke noemer van bepaalde operationele concepten 3. In de NDD uit 2005 werd slechts over geïntegreerd optreden gesproken. Conflicten kenmerken zich steeds meer door het optreden van ongeregelde groepen of elementen die zich niet aan een overheid of enig (staats)gezag onderwerpen. De commandant moet in dit decennium sterker rekening houden met een steeds grotere en diverse verzameling van actoren en factoren en daarmee met een aanmerkelijk complexere omgevingscontext. Parallel aan de introductie van de geïntegreerde benadering staan joint, multinationaal en interagency 4 optreden sterker dan ooit op de voorgrond. Ten slotte is voor bepaalde onderwerpen op joint niveau (zoals commandovoering, inlichtingen) inmiddels een specifieke doctrine ontwikkeld, zodat deze onderwerpen niet meer uitgebreid worden besproken in deze NDD. 2 Deze geïntegreerde benadering of Comprehensive Approach en de instrumenten of machtsmiddelen die de regering ter beschikking staan, worden in hoofdstuk 1 behandeld. 3 Te denken valt aan informatieoperaties, het denken in effecten en Network Enabled Capabilities. 4 Samenwerking en afstemming met internationale organisaties en niet-gouvernementele organisaties, nader uitgewerkt in par

12 Doelgroepen De NDD is primair bedoeld voor commandanten en staven op het militair-strategische, operationele en hogere tactische niveau. De NDD is bovendien de basis voor het militaire onderwijs, de militaire opleidingsomgeving en voor verdere studie van aan doctrine gerelateerde onderwerpen. De doelgroep is daarbij de militaire student of cursist. De NDD is ook het uitgangspunt voor de Nederlandse inbreng in bondgenootschappelijke doctrineontwikkeling en voor de verdere ontwikkeling van afgeleide doctrinepublicaties. Deze doelgroep bestaat uit de onderzoekers en doctrineontwikkelaars. Ten slotte is in het kader van wederzijds begrip, de NDD ook bestemd voor niet-militaire medewerkers binnen het Ministerie van Defensie en voor medewerkers van andere ministeries en niet-militaire organisaties. 12 Militaire doctrine - Begripsbepaling Militaire doctrine is de formele uitdrukking van het militaire denken, geldig voor een bepaalde tijd. Doctrine is algemeen, beschrijvend en niet voorschrijvend van aard. Doctrine beschrijft grondslagen, uitgangspunten en randvoorwaarden voor militaire operaties op de verschillende niveaus van militair optreden. Doctrine is daarmee het samenbindende element dat er voor zorgt dat een eenduidig begrippenkader wordt gehanteerd en dat alle leidinggevenden een gelijksoortige benadering toepassen bij de planning en uitvoering van militaire operaties. Daarmee wordt een uitgebreide uitleg en discussie op kritieke momenten voorkomen. Doctrine biedt een gezamenlijk referentiekader voor het handelen en het zorgt voor eenheid van opvatting. Maar doctrine is zeker geen dogma of voorschrift; zij moet altijd met verstand worden toegepast. Het begrip doctrine onderscheidt zich van het begrip concept. Concepten zijn ideeën, ontwikkeld in antwoord op veranderingen in de veiligheidsomgeving of met een focus op DOCTRINE IS DOGMA NOCH VOORSCHRIFT! nieuwe technologieën. Voordat concepten kunnen worden opgenomen in doctrine, moeten zij worden bestudeerd, beproefd, geanalyseerd en gevalideerd, en uiteindelijk worden vastgesteld. Eerst dan is er sprake van doctrine. Een doctrine is grotendeels gebaseerd op ervaringen uit het verleden, maar zij bevat ook toekomstgerichte elementen. Impliciet blijkt uit doctrine waar tekortkomingen liggen. Ook kan zij de behoeftestellingen voor organisatie, personeel en uitrusting van een krijgsmacht beïnvloeden. Haar functie is niet een serie specifieke regels te geven, maar zij geeft richting aan de besluitvorming, aan het handelen van de militair en aan het denken over het meest effectieve gebruik van het militaire vermogen. Nederlandse Defensie Doctrine

13 Unité de doctrine zorgt ook voor eenheid van opvatting in bredere zin, indien in groter verband joint en multinationaal wordt opgetreden. Dit draagt bij aan interoperabiliteit 5 en daarmee ontstaat houvast voor een naadloze samenwerking. Positie van de NDD De Nederlandse defensiedoctrine staat niet op zichzelf. Uit oogpunt van interoperabiliteit is er een nauwe relatie met de doctrine van multinationale organisaties, vooral met die van de NAVO. Daarnaast vloeit doctrine ook voort uit DE BELANGRIJKSTE FUNCTIE VAN beleidsdocumenten en geleerde lessen uit de DOCTRINE IS HET BEVORDEREN VAN praktijk. De NDD is het nationale overkoepelende DE EFFECTIVITEIT VAN HET OPTREDEN; doctrinedocument 6. Dat houdt in dat alle andere EENHEID VAN OPVATTING DAARBIJ IS Nederlandse doctrinepublicaties hun basis vinden in CRUCIAAL de NDD. Daartoe is, in analogie met de NAVO, een nationale doctrinestructuur ontwikkeld. Deze structuur zorgt voor een verticale scheiding in niveaus en een horizontale scheiding naar onderwerp. Direct van de NDD afgeleide doctrinepublicaties zijn de domeinspecifieke doctrines: de Grondslagen van het Maritieme Optreden (GMO), de Doctrinepublicatie Landoptreden (DPLO) en de Airpower & Space Doctrine (APSD) 7. Deze domeinspecifieke doctrines (voor de domeinen maritiem, land, lucht) vormen op hun beurt de basis voor afgeleide doctrinepublicaties binnen de verschillende domeinen. Een nog grotere detaillering vindt plaats in handboeken en voorschriften; soms zijn deze publicaties overwegend voorschrijvend van aard waardoor ze strikt genomen niet onder de categorie doctrine vallen. 13 Naast de domeinspecifieke doctrines bestaan de krijgsmachtdeel- of domeinoverstijgende doctrines voor specifieke onderwerpen. Deze krijgen de vorm van Joint Doctrinepublicaties (JDP); voorbeelden zijn de JDP-2 Inlichtingen en de JDP-5 Commandovoering. Het gaat hierbij om onderwerpen die defensiebreed eenheid van opvatting vergen. Bronnen van doctrine Een belangrijke bron van doctrine is de praktijk. De lessen die voortkomen uit de praktische toepassing van doctrine, of in voorkomend geval uit operaties waarvoor (nog) geen doctrine bestaat, kunnen aanleiding zijn om doctrine te herzien of een nieuwe doctrine te ontwik- 5 interoperabiliteit wil zeggen dat procedures en systemen van verschillende organisaties op elkaar zijn afgestemd en kunnen samenwerken (zie ). 6 In de internationale omgeving wordt hiervoor de term capstone document gebruikt. 7 Ten tijde van de uitgifte van deze NDD waren GMO, DPLO en APSD nog in ontwikkeling.

14 kelen. De krijgsmacht treedt doorgaans op in multinationaal verband en samen met andere overheids- en niet-overheidsorganisaties. Om de vereiste interoperabiliteit te verzekeren, moeten doctrines nauw op elkaar aansluiten. De belangrijkste fora in dit verband zijn de NAVO, de EU en de VN. De doctrineontwikkeling binnen de NAVO is daarvan het meest ontwikkeld. Daarom vindt de NDD vooral haar basis in de NAVO joint doctrine, zoals verwoord in de Allied Joint Publications (AJP). De EU kent een Framework for EU Military Conceptual Documents. Dit document bevat een structuur van conceptuele en doctrinaire documenten voor de inzet van militaire middelen in EU-verband; deze structuur is op alle niveaus gebaseerd op de NAVO-doctrine. 14 Verder vindt doctrine haar basis in beleidsdocumenten, immers Doctrine follows Policy. Zoals de AJP-serie bij de NAVO gebaseerd is op NAVO-beleid, zo is de NDD ook gebaseerd op nationaal beleid, op ministeriële beleidsbrieven 8 en de Militair Strategische Visie van de CDS. Bij de ontwikkeling van joint en domeinspecifieke doctrine wordt de NAVO-doctrine zoveel mogelijk (bij voorkeur een-op-een) gevolgd; deze doctrine is immers doorgaans door Nederland geratificeerd. Een andere bron van doctrine is wetenschappelijk onderzoek, waar fundamenteel en structureel studies worden verricht naar de inzet van militair vermogen. In het daarbij behorende wetenschappelijke debat komen theorie en praktijk bij elkaar, hetgeen gevolgen kan hebben voor doctrinaire beginselen 9. Tot slot kan samenwerking met niet-militaire actoren (zoals internationale en niet-gouvernementele organisaties) verlangen dat de militaire doctrine beter aansluit op de grondslagen en werkwijze van deze niet-militaire organisaties. In toenemende mate zullen inspanningen gericht moeten zijn op kennisuitwisseling en afstemming om meer inzicht en begrip te krijgen van de principes die ten grondslag liggen aan het optreden van beide soorten organisaties. Geldigheid van doctrine voor de Nederlandse krijgsmacht Het optreden van de Nederlandse krijgsmacht is in beginsel gebaseerd op de nationale doctrine. Nationale doctrine is uit oogpunt van interoperabiliteit voornamelijk gebaseerd op -of in lijn gebracht met- geratificeerde NAVO-doctrine. Daarom wordt niet langer nationale doctrine ontwikkeld en gepubliceerd indien deze een-op-een kan worden overgenomen van de NAVO-doctrine. De Nederlandse krijgsmacht is immers zelf betrokken geweest bij de ontwikkeling en heeft met de NAVO-doctrine ingestemd. Na deze publicatie zal alleen nog Nederlandse joint doctrine worden ontwikkeld en uitgegeven voor onderwer- 8 De meest recente beleidsbrief is de nota Defensie na de kredietcrisis: een kleinere krijgsmacht in een onrustige wereld van het Ministerie van Defensie, TK nr1 van 8 april Doctrine is zelden rechtstreeks afgeleid van wetenschappelijke studies, maar zij is veelal het gevolg van een iteratief proces tussen toegepaste wetenschap en praktijk; voorbeelden zijn het denken in effecten, de manoeuvrebenadering en de geïntegreerde benadering. Nederlandse Defensie Doctrine

15 pen waar NAVO-doctrine niet in voorziet of waar specifiek Nederlandse accenten moeten worden gelegd, omdat de Nederlandse visie afwijkt van de binnen NAVO aanvaarde visie, of omdat verduidelijking nodig is voor het tactische niveau. NAVO-doctrine die een-op-een wordt overgenomen als nationale doctrine (mogelijk met enkele beschreven uitzonderingen of aanvullingen) krijgt een titel en indeling binnen de Nederlandse doctrinestructuur en wordt als zodanig vastgesteld door CDS. Structuur van de NDD De wijze waarop de Nederlandse krijgsmacht wordt ingezet, kan niet los worden gezien van de context waarin dat gebeurt. Als eerste komt daarom de (inter)nationale omgeving waarin de krijgsmacht opereert aan de orde. Vervolgens komt het product van de krijgsmacht aan de orde, namelijk militair vermogen. De NDD sluit af met de beginselen die richting geven aan de inzet van dat militaire vermogen. De NDD heeft daarom de volgende hoofdstukindeling: - Hoofdstuk 1 De (inter)nationale omgeving beschrijft de nationale en internationale actoren en factoren die invloed uitoefenen, de machtsmiddelen die de staat ter beschikking staan, de mechanismen die een rol spelen bij het omgaan met tegengestelde belangen en de conflictcyclus; - Hoofdstuk 2 Nederlands veiligheidsbeleid beschrijft in algemene termen het Nederlandse veiligheidsbeleid in de context van internationaal veiligheidsbeleid. - Hoofdstuk 3 De krijgsmacht als instrument van de regering gaat in op de rol van de krijgsmacht in het beleid van de regering en de inbedding in de staatsstructuren. - Hoofdstuk 4 Militair vermogen beschrijft de bijdrage die de krijgsmacht levert aan het realiseren van het beleid van de regering in de vorm van militair vermogen. - Hoofdstuk 5 Militaire doctrine introduceert de principes die ten grondslag liggen aan de inzet van militair vermogen. Bij ieder hoofdstuk is een militair-historische context opgenomen. Daarnaast zijn in de tekst kaders opgenomen, waarin belangrijke beginselen worden geaccentueerd. 15

16 16 Nederlandse Defensie Doctrine

17 1. De (inter)nationale omgeving 1.1 Inleiding Nederland staat in de wereld niet op zichzelf, maar oefent invloed uit op andere staten, internationale organisaties en verschillende actoren. Omgekeerd oefenen deze staten, organisaties en actoren ook invloed uit op Nederland, haar burgers en hun belangen. De krijgsmacht speelt een belangrijke rol in deze wisselwerking. Om de militaire doctrine te kunnen begrijpen is het noodzakelijk eerst de omgeving te beschrijven, waarin de Nederlandse staat en haar machtsmiddelen acteren. Dit hoofdstuk schetst deze omgeving vanuit het perspectief van de krijgsmacht. Het historische perspectief gaat vooral over staten en hun onderlinge verhoudingen. In het huidige tijdsgewricht spelen echter verschillende niet-statelijke actoren, zoals internationale organisaties, niet-gouvernementele organisaties en terreur- en strijdgroepen een toenemende rol bij conflicten en crises. Daarom wordt in dit hoofdstuk ook ingegaan op deze actoren. Verder wordt ingegaan op de Nederlandse belangen en op de machtsmiddelen die de Nederlandse regering tot haar beschikking heeft, om deze belangen veilig te stellen. Omdat het gebruik van machtsmiddelen kan escaleren, worden de begrippen confrontatie, conflict, crisis en ramp theoretisch beschreven; de mogelijke oorzaken, verschijningsvormen en fasen komen daarbij aan de orde. Omdat de militaire doctrine een uitdrukking van het militaire denken voor een bepaalde tijd is, worden ten slotte de trends beschreven die in de komende vijf à tien jaar hun invloed kunnen uitoefenen op het militaire optreden. Trends met een effect op een langere termijn worden in andere, wetenschappelijke publicaties beschreven. 17 De (inter)nationale omgeving in historische perspectief De periode vanaf de 17 e eeuw wordt beschouwd als het tijdperk van de moderne, soevereine (natie)staat, met als belangrijkste kenmerk de doorlopend wisselende coalities van staten die elkaar in een machtsbalans (balance of power) hielden en onderlinge onevenwichtigheid met oorlogvoering corrigeerden. Internationale betrekkingen draaiden om diplomatie, mercantilisme, het dreigen met geweld of het toepassen van geweld. De eerste staatkundige entiteit op het grondgebied van de Nederlanden, de Republiek der zeven Verenigde Provinciën, was in de 17 e en 18 e eeuw een mondiale grootmacht. Zij was continu verwikkeld in een gewapende concurrentieslag met grote rivalen, waarvan Spanje, Portugal, Frankrijk en Engeland de belangrijkste waren, zowel op het Europese continent als op de wereldzeeën. In het gevecht tussen de grote mogendheden delfde de Republiek -na een Gouden Eeuw wereldmacht te zijn geweest- langzaamaan het onderspit.

18 Het verschijnsel van de staat was sinds de Middeleeuwen uitgegroeid tot het belangrijkste instrument van oorlog en vrede. De overheid beloofde orde en rust, en vrede en veiligheid, in ruil voor het geweldsmonopolie, geld (belastingen) en loyaliteit. Het laatste werd sinds de Napoleontische tijd onder andere geheven in de vorm van dienstplicht. Voor het innen van belasting en de fysieke inzet van onderdanen stichtte de staat een bureaucratie. Terwijl staten voor hun burgers de beschermheren waren van rust en wettelijke orde, waren zij met hun (al dan niet ingehuurde) krijgsmachten voor andere staten de grootste bedreiging. De staat was zo zijn eigen bestaansrecht. 18 Nederland -sinds 1815 een eenheidsstaat en koninkrijk- trok zich na de afscheiding van België (1830) terug in een isolement van gewapende neutraliteit. De voormalige grootmacht laveerde onopvallend tussen de Europese grote mogendheden, het meest letterlijk tussen Groot-Brittannië en Duitsland. Omdat met name oosterbuur Duitsland een agressieve buitenlandse politiek nastreefde, vormde het bijna een eeuw lang de grootste bedreiging voor de integriteit en het voortbestaan van het Koninkrijk der Nederlanden. Ons land was inmiddels verworden tot een kleine, rijke handelsnatie, met nog altijd aanzienlijke economische invloed. In Indië en het Caribische gebied exploiteerde Nederland rendabele koloniën. Het was een van de landen in Europa waar vanaf halverwege 19 e eeuw de eerste contouren ontstonden van een democratische rechtstaat (een liberale parlementaire democratie). Na de Eerste Wereldoorlog en de Russische Revolutie -feitelijk het begin van een periode van strijd tussen grote wereldideologieën die zou duren tot het einde van de Koude Oorlog- bleek de staat de functie van beschermheer langzaamaan kwijt te raken. Dreigingen en veiligheidsvraagstukken werden steeds minder gezien als een zaak van enkel staten onderling, of als alleen kwesties van oorlog en vrede. Verder kreeg het idealistische concept van een universeel, supranationaal recht, dat de soevereiniteit van staten erodeerde, steeds meer voet aan de grond. Dat gold ook voor het idee van een supranationale ordening, eerst in de vorm van de Volkenbond, later de Verenigde Naties, voor het vreedzaam oplossen van confrontaties en het beslechten van gewapende conflicten. Daarnaast hadden de Industriële Revolutie en het Europese imperialisme een wereldeconomie doen ontstaan die in toenemende mate grensoverstijgend was. Belangrijke maatschappelijke, financiële en economische processen raakten buiten de invloed van de staat, terwijl zij tegelijkertijd een belangrijk effect bleken te hebben op de mondiale veiligheidsvraagstukken van hun tijd en op de internationale stabiliteit. Dit bleek in de 19 e eeuw bijvoorbeeld in 1847 bij de mondiale depressie die de katalysator Nederlandse Defensie Doctrine

19 werd van de revoluties van 1848, en in de 20 e eeuw na de beurscrash van 1929 en de Grote Depressie van de jaren daarna. Ten slotte leidden technologische ontwikkelingen tot massavernietigingswapens, eerst chemische en biologische, en ten slotte het kernwapen, waartegen geen staat zijn bevolking nog kon beschermen. Tegelijkertijd mengden al sinds het einde van de 19 e eeuw niet-statelijke actoren zich in het spel van de internationale betrekkingen. Sommige van deze actoren plaatsten bedreigingen en veiligheidsvraagstukken op de agenda van wat de internationale gemeenschap ging heten, zoals schendingen van de mensenrechten of door de mens veroorzaakte ontwrichtingen van het milieu. Andere actoren werden een bedreiging op zich, uit naam van een ideologie of een (vermeend) onrecht, zoals terroristische organisaties. Er groeide in de loop van de 20 e eeuw een mondiaal bewustzijn over gedeelde veiligheidsproblemen, die meer waren dan alleen zaken van oorlog en vrede, of koloniale politiek. Ondertussen bleven staten wel de centrale spelers op het wereldtoneel, alsook elkaars grootste bedreigingen. Nederland ondervond dat van 1940 tot 1945, toen het zuchtte onder de bezetting door nazi-duitsland, totdat het werd bevrijd door een coalitie van democratische landen onder leiding van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de dreiging iets verder uit het oosten, van de Sovjet- Unie. Het gevaar van deze communistische dictatuur werd als zo groot ervaren, dat Nederland zijn oude standpunt van gewapende neutraliteit losliet. Het trad toe tot de Westerse coalitie, in 1949 bestendigd in de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). En passant raakte Nederland in deze naoorlogse jaren, net als de meeste andere Europese staten,zijn koloniën kwijt. 19 Tevens gingen de staten van West-Europa, in naam van de vrede en van het ideaal om desastreuze totale oorlogen op het Europese vasteland voor eens en voor altijd uit te bannen, verregaande (op bepaalde terreinen zelfs supranationale) samenwerkingsverbanden aan. Dit gebeurde op het gebied van belangrijke industriële grondstoffen (de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal), van nucleaire energie (de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie), van belangrijke economische functies als de handel en de landbouw (de Europese Economische Gemeenschap) alsook de rechten van de mens en de waarborging van de democratische rechtstaat (de Raad van Europa). Op het gebied van Defensie kwam er de alliantie van de West-Europese Unie (WEU), een soort kleine broer van de NAVO. Na de val van de Muur in 1989 breidden deze instellingen zich uit naar de landen van Midden- en Oost-Europa en werden zij daadwerkelijk pan-europese instellingen.

20 Een teken van de tijd was ook de waarschuwing in 1972 van een groep wetenschappers (de Club van Rome) voor een dreigende catastrofe op planetaire schaal door onverantwoorde bevolkingsgroei en migratiestromen, voedselschaarste, milieuvervuiling, uitputting van grondstoffen en hongersnoden. Dergelijke onderwerpen, alsook mensenrechten en (humanitaire) interventiekwesties, werden steeds meer onderdeel van de veiligheidsproblematiek. Mensen voelden zich ook meer en meer wereldburgers in een global village. Deze ontwikkeling, mondialisering of -met een anglicisme- globalisering genoemd, kon stevig wortel schieten door de opkomst van massamedia als radio en televisie, en zou na het einde van de Koude Oorlog in een stroomversnelling raken, ook door de ontwikkeling van het internet Actoren en factoren De internationale omgeving wordt bepaald door spelers (actoren) en door omgevingskenmerken (factoren). Actoren handelen bewust en weloverwogen of onbewust en meer impulsief. Voorbeelden van actoren zijn staten, (internationale) organisaties, belangengroeperingen, religieuze instellingen, multinationals, invloedrijke personen (krijgsheren, staatshoofden en regeringsleiders, leiders van criminele en terroristische organisaties, maar ook lokale bestuurders en ondernemers). Actoren hebben altijd belangen en worden in denken en handelen geleid door opvattingen over de wijze waarop zij hun belangen het beste dienen. Niet alle actoren formuleren expliciet hun strategische doelstellingen en de wijze waarop hun belangen gediend worden. Factoren zijn omgevingskenmerken. Het kan daarbij gaan om de beschikbaarheid van energiebronnen en grondstoffen, om (veranderingen in) klimaat en milieu, om cultuur en historische aspecten, om religie, etniciteit en politiek gedreven gebeurtenissen, om demografische ontwikkelingen, om de beschikbaarheid van internationale media en de toegankelijkheid tot internet en nog vele andere factoren, waarbij ook toeval of domme pech een grote rol kan spelen. 1.3 Belangen De belangen van staten bestaan meestal uit het handhaven van de onafhankelijkheid en de integriteit van de staat en het bevorderen van de welvaart van de bevolking. Daarnaast kan een staat ook hogere ideële doelstellingen nastreven. Hieruit vloeien dan keuzen en activiteiten voort die, ook gevoed door ideële doelstellingen, dit nationale belang dienen. Het bevorderen van de internationale rechtsorde en het tegengaan van schendingen van de mensenrechten zijn voorbeelden van dergelijke strategische doelstellingen. Internationale organisaties als de VN, EU en NAVO komen op voor de gezamenlijke belangen van staten en Nederlandse Defensie Doctrine

21 bevorderen de internationale rechtsorde. Het lidmaatschap van deze organisaties en het leveren van een actieve inbreng is dan een nationaal belang. Ideële en humanitaire organisaties, belangengroeperingen (veelal non-gouvernementele organisaties), private ondernemingen, bedrijven, organisaties en personen met een ideële grondslag (Private Volunteer Organisations) hebben hun eigen belangen. Deze organisaties hebben dus hun eigen doelstellingen en ook zij gebruiken (machts)middelen om invloed uit te oefenen en hun doelstellingen te realiseren. Actoren zoals staten en organisaties verwoorden hun nationale en multinationale belangen en doelstellingen vaak in een Grand Strategy 10. Een Grand Strategy van een staat heeft een grote overlap met het buitenlandbeleid, waarin de politieke leiding focust op de implicaties van het nationale veiligheidsbeleid, in het bijzonder hoe en met welke machtsmiddelen en methoden het beleid ten uitvoer wordt gebracht. Nederland heeft geen expliciete Grand Strategy, maar in de Grondwet staat een aantal elementen van een Grand Strategy. Hoofdstuk 2 gaat hier nader op in. 1.4 Machtsmiddelen Actoren kunnen meerdere instrumenten (of machtsmiddelen) inzetten om hun doelstellingen te realiseren en hun belangen te waarborgen. Deze machtsmiddelen zijn bedoeld om een andere partij te beïnvloeden en te bewegen tot een wijze van handelen die wordt voorgestaan door de actor die het machtsmiddel gebruikt. Daarmee kan de actor (bijvoorbeeld het Koninkrijk der Nederlanden of een internationale organisatie als de VN, NAVO, EU) inhoud geven aan zijn veiligheidsbeleid. Door het ontplooien van politieke, diplomatieke, economische, sociaal-culturele, humanitaire en militaire activiteiten wordt feitelijk invloed of macht uitgeoefend, om deze doelstellingen te realiseren. 21 De machtsmiddelen worden ingedeeld in de volgende categorieën 11 : - het diplomatieke machtsmiddel, - het economische machtsmiddel, - het militaire machtsmiddel, - informatie als machtsmiddel. 10 Grand Strategy - een algemene en internationaal aanvaarde omschrijving hiervan is a comprehensive vision for the longer-term with a description of essential actions and activities by which a state or organisation plans to achieve its major objectives. Key factors of this strategy may include the areas in which to specialise or to diversify, in which to join strategic alliances or not, in which activities to prioritize. In deze NDD wordt Grand Strategy omschreven als de gecoördineerde, systematische ontwikkeling en aanwending van alle machtsmiddelen ter behartiging van nationale (of bondgenootschappelijke) belangen (zie para ). 11 Er zijn meerdere indelingen van de machtsmiddelen van een staat: zoals PMEC (politiek, militair, economisch, civiel) en DIME (diplomatie, informatie, militair en economisch).

22 1.4.1 Het diplomatieke machtsmiddel is het meest gebruikte instrument van een staat of internationale organisatie om relaties met buitenlandse mogendheden en andere actoren op het internationale speelveld aan te gaan, te onderhouden, belangen te behartigen en de eigen doelstellingen te verwezenlijken. Via de diplomatie wordt getracht andere actoren te beïnvloeden. Ook kan diplomatieke druk worden uitgeoefend, waarbij al dan niet openlijk met de inzet van andere machtsmiddelen wordt gedreigd. Internationale fora zijn een belangrijk toneel waarop actoren hun diplomatieke macht aanwenden. Een staat of een internationale actor oefent diplomatieke macht uit via politieke leiders en ambassadeurs. Andere uitingen van diplomatieke macht zijn de inzet van speciale gezanten, het voeren van onderhandelingen, het deelnemen aan of juist boycotten van allianties of coalities en het sluiten van verdragen Het economische machtsmiddel biedt meerdere toepassingsmogelijkheden ter bevordering van de eigen welvaart en ter ondersteuning of bestrijding van andere actoren. Onder het economische machtsmiddel kunnen enerzijds economische hulp worden geschaard en anderzijds ook maatregelen als een embargo of een boycot. In algemene zin wordt het economische machtsmiddel ingezet door een bepaalde handelspolitiek te volgen en een fiscaal en monetair beleid te voeren. Als economische instrumenten worden ingezet ter bestrijding van een internationale actor, heeft dit meestal pas op langere termijn effect. In de praktijk worden de beoogde effecten zelfs niet altijd bereikt, omdat het economische machtsmiddel niet consequent wordt toegepast, bijv. bij regeringswisselingen of partijen die niet instemmen met de afgekondigde maatregelen. In de tweede plaats hebben regeringen in het Westerse democratische bestel geen absolute zeggenschap over het economische machtsmiddel. Dit geldt vooral voor multinationale ondernemingen, die zich eenvoudig kunnen onttrekken aan lokale wet- en regelgeving Het militaire machtsmiddel kan worden ingezet door een regering of een coalitie van regeringen als middel om andere actoren te beïnvloeden iets te doen of te laten. Geloofwaardigheid ( use of credible force ) staat hierbij voorop. Het gaat er om aan alle partijen duidelijk te maken dat de regering of coalitie in staat en bereid is geweld te gebruiken om de gewenste eindsituatie te bereiken. Hiermee onderscheidt het militaire machtsmiddel zich kenmerkend van de andere machtsmiddelen: het dreigen met of daadwerkelijk toepassen van geweld. Het principe dat het gebruik van het militaire machtsmiddel vooral effectief is in combinatie met de andere machtsmiddelen, is een belangrijk uitgangspunt van de geïntegreerde benadering. Niet alleen omdat geen enkele crisis of conflict met het Nederlandse Defensie Doctrine

23 militaire machtsmiddel alléén kan worden opgelost 12, maar ook omdat andere machtsmiddelen minder effectief zijn bij het oplossen van gewapende conflicten. Met het gebruik van militaire macht alleen kan geen duurzame oplossing van een conflict worden bereikt. Een dergelijke oplossing ligt altijd op het terrein van andere machtsmiddelen. Het is daarom belangrijk dat militaire planners en MILITAIR OPTREDEN ALLÉÉN commandanten een veiligheidsvraagstuk in zijn volle breedte KAN NIET ZORGEN VOOR EEN bezien. Hierdoor kan het effect van de eventuele aanwending DUURZAME OPLOSSING VAN van het militaire machtsmiddel in samenhang worden EEN CONFLICT ingeschat. Dat neemt niet weg dat de dreiging met of het gebruik van geweld doorslaggevend kan zijn bij het scheppen van randvoorwaarden voor een duurzame oplossing, zoals een veilige omgeving. Door bij te dragen aan de succesvolle toepassing van andere machtsmiddelen, vervult het militaire machtsmiddel een ondersteunende en voorwaardenscheppende rol Informatie als machtsmiddel. Naast bovengenoemde machtsmiddelen kunnen staten ook informatie als machtsmiddel gebruiken. Om redenen van nationale veiligheid en privacy moet de eigen informatie worden beschermd en moet aan buitenstaanders de toegang tot belangrijke informatie over een te volgen strategie worden ontzegd. Het gecontroleerd vrijgeven van informatie is een belangrijk instrument voor het beïnvloeden van de publieke opinie en van de perceptie van andere actoren. Het machtsmiddel informatie richt zich, naast het vrijgeven van informatie, ook op het beïnvloeden van informatie en bestrijden van informatiesystemen van een tegenstander, onder gelijktijdige bescherming van de eigen informatie en informatiesystemen Civiele capaciteiten. Naast het diplomatieke en economische machtsmiddel bestaan ook andere civiele capaciteiten, maar deze worden in dit kader geen machtsmiddel genoemd omdat ze niet onder controle van de overheid staan, dan wel geen directe macht buiten het eigen territoir kunnen uitoefenen. Een staat kan de civiele capaciteiten die haar ten dienste staan, zoals het justitiële apparaat en de civiele politie, inzetten voor het realiseren van haar strategische doelstellingen. Civiele capaciteiten omvatten een zeer gevarieerd palet aan middelen, zoals de inzet van rechterlijke macht, politiemacht, bestuurlijke instanties, onderwijs, gezondheidszorg, media en nutsbedrijven. Maar ook andere organisaties met een religieuze, politieke, culturele of wetenschappelijke achtergrond, internationale organisaties en niet-gouvernementele organisaties (NGOs) kunnen 12 Stelling afkomstig uit de NATO Bucharest Summit Declaration van 2008, waarin alle lidstaten hebben verklaard bij te willen dragen aan a Comprehensive Approach by the International Community.

24 bijdragen aan het realiseren van strategische doelstellingen. Deze civiele organisaties worden niet aangestuurd door de overheid, maar kunnen wel invloed uitoefenen. De aansturing en gecoördineerde inzet van civiele capaciteiten is complex, alleen al doordat veel organisaties, en vooral niet-gouvernementele organisaties, een onafhankelijke positie ten opzichte van de overheid innemen. Ondanks de veelal specifieke en afwijkende belangen en doelstellingen van deze civiele organisaties, is het voor een effectieve oplossing van een conflict nodig, alle inspanningen zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. De overheid speelt hierin op zijn minst een stimulerende en coördinerende rol Overige groepen of entiteiten met machtsmiddelen. Het bovengenoemde overzicht van machtsmiddelen en hun indeling is niet compleet. Zoals eerder reeds aangeduid kunnen ook andere groepen of entiteiten over machtsmiddelen beschikken. Voorbeelden zijn: - internationale organisaties, zoals de VN, de EU en de NAVO, - non-gouvernementele organisaties (NGOs), zoals humanitaire noodhulporganisaties (Rode Kruis), - grote internationale ondernemingen (multinationals), - terreurgroepen en criminele organisaties, - invloedrijke of vermogende personen of groeperingen. Kleinere organisaties of groeperingen hebben over het algemeen een minder ruime keuze aan middelen, of beschikken niet over voldoende vermogens om deze met succes in te zetten. Dat maakt deze organisaties of groeperingen deze echter niet machteloos. Het gebruik van machtsmiddelen is in ieder geval niet uitsluitend voorbehouden aan staten. 1.5 Toepassing van machtsmiddelen Zoals hierboven beschreven zetten actoren hun machtsmiddelen in om hun belangen te waarborgen en hun strategische doelstellingen te behalen. Machtsmiddelen worden daarbij altijd in samenhang ingezet. Niet altijd is inzet van alle machtsmiddelen tegelijk noodzakelijk. Afhankelijk van het te beschermen belang of de te realiseren doelstelling en de heersende situatie (vrede, confrontatie of conflict) is het ene machtsmiddel meer geschikt dan het andere. Het gebruik van het militaire machtsmiddel is echter niet beperkt tot conflictsituaties en crises. Het middel kan ook preventief worden gebruikt bij belangentegenstellingen, confrontaties en rampen. Er is een trend waarneembaar van een verschuiving van militaire inzet die niet per definitie zelfstandig gebeurt naar militaire inzet die per definitie niet zelfstandig gebeurt. De algemene trend is bovendien dat altijd in een coalitie van landen of organisaties wordt opgetreden. Nederlandse Defensie Doctrine

Nederlandse Defensie Doctrine

Nederlandse Defensie Doctrine 2 Colofon Vormgeving & layout Historische inleidingen Voorzitter werkgroep/penvoerder NLDA Crossmedia MediaCentrum Defensie Den Haag Dr. A. ten Cate Luitenant-kolonel drs. C.J. Sellmeijer Verantwoording

Nadere informatie

De Nederlandse Defensie Doctrine Exponent van veiligheidsbeleid

De Nederlandse Defensie Doctrine Exponent van veiligheidsbeleid De Nederlandse Defensie Doctrine Exponent van veiligheidsbeleid Marcel de Haas Verschenen in: Atlantisch Perspectief, jaargang 29, no. 6, 2005, pp. 11-15. Met het uitbrengen van de Nederlandse Defensie

Nadere informatie

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS Q1. Denkt u dat het voor de toekomst van Nederland het beste is als wij actief deelnemen in de wereldpolitiek of moeten wij ons niet in de wereldpolitiek mengen? 1

Nadere informatie

Land Doctrine Publicatie. Militaire Doctrine voor het Landoptreden LDP-1

Land Doctrine Publicatie. Militaire Doctrine voor het Landoptreden LDP-1 Militaire Doctrine voor het Landoptreden LDP-1 Militaire Doctrine voor het Landoptreden Deze is vastgesteld door de Commandant der Strijdkrachten op 5 november 2009. Deze publicatie is een uitgave van

Nadere informatie

Nederlandse Defensie Doctrine

Nederlandse Defensie Doctrine Nederlandse Defensie Doctrine Nederlandse Defensie Doctrine NEDERLANDSE DEFENSIE DOCTRINE Defensie NEDERLANDSE DEFENSIE DOCTRINE Illustraties: Tenzij anders aangeduid, foto s: collectie Instituut voor

Nadere informatie

Vervoer gevaarlijke stoffen

Vervoer gevaarlijke stoffen Vervoer gevaarlijke stoffen binnen Defensie Edwin van de Ven Inhoud Defensie Uitzonderingspositie Defensie Voorbereidingen (Gereedstelling) We vertrekken. We doen ons werk. We gaan weer naar huis.. 2 Defensie

Nadere informatie

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad Moeilijke besluiten voor de Europese Raad Korte omschrijving: Leerlingen gaan aan de slag met actuele Europese dilemma s. Er zijn vijf dilemma s. U kunt zelf kiezen welke dilemma s u aan de orde stelt.

Nadere informatie

Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag.

Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag. Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag. Let op: Alleen het gesproken woord geldt! De lancering

Nadere informatie

Come home or go global, stupid

Come home or go global, stupid Come home or go global, stupid Een nieuwe toekomst voor de Noord Atlantische Verdragsorganisatie?! Drs. S.N. Mengelberg 1 De NAVO is een puur militaire organisatie! 2 De NAVO is niet langer de hoeksteen

Nadere informatie

Nederlandse Defensie Doctrine Instrument van buitenlands en

Nederlandse Defensie Doctrine Instrument van buitenlands en Marcel de Haas Nederlandse Defensie Doctrine Instrument van buitenlands en veiligheidsbeleid Sinds september 2005 heeft de Commandant der Strijdkrachten (CDS, voorheen Chef Defensiestaf) de aansturing

Nadere informatie

GOEDGEKEURDE VERSIE. Centrum voor Strategische Defensiestudies Zuid Amerikaanse Defensieraad Unie van Zuid Amerikaanse Naties.

GOEDGEKEURDE VERSIE. Centrum voor Strategische Defensiestudies Zuid Amerikaanse Defensieraad Unie van Zuid Amerikaanse Naties. PRELIMINAIR RAPPORT VAN HET CEED VOOR DE ZUID-AMERIKAANSE DEFENSIERAAD BETREFFENDE REFERENTIETERMEN VOOR DE CONCEPTEN VEILIGHEID EN DEFENSIE IN DE ZUID- AMERIKAANSE REGIO Het (CEED) is een kennisinstantie

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Inzetbaarheidsrapportage eerste helft 2018

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Inzetbaarheidsrapportage eerste helft 2018 Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR

Nadere informatie

Speech ter gelegenheid van de ontvangst van Nederlandse ambassadeurs door de Staten-Generaal, d.d. donderdag 29 januari 2015 Anouchka van Miltenburg, Voorzitter Tweede Kamer Het gesproken woord geldt Geachte

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I Opgave 1 Kroatië toegetreden tot de EU 1 maximumscore 2 beschrijving van het eerste kenmerk van staatsvorming (interne soevereiniteit) ondersteund door een gegeven uit de inleiding 1 beschrijving van het

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VAN DE RAAD tot wijziging en verlenging

Nadere informatie

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG! MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG! I.I De geboorte van de Europese Unie Zoals jullie waarschijnlijk wel weten zijn er de vorige eeuwen veel oorlogen in Europa geweest. Vooral de Eerste en de Tweede Wereldoorlog

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 600 X Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1998 Nr. 55 BRIEF VAN

Nadere informatie

Defensie en Nationale Veiligheid

Defensie en Nationale Veiligheid Defensie en Nationale Veiligheid Kolonel Piet Hagenaars Regionaal Militair Commandant Noord 20 februari 2018 HQ Royal Netherlands Army 1.PzDiv 11 Airmobile Brigade 13 Light Brigade 43 Mechanised Brigade

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT

Nadere informatie

A. Begrip en aard van het Internationaal Publiekrecht

A. Begrip en aard van het Internationaal Publiekrecht A. Begrip en aard van het Internationaal Publiekrecht Dit hoofdstuk is een inleiding op het internationaal publiekrecht. Er wordt ingegaan op de geschiedenis van het internationaal publiekrecht, de elementen

Nadere informatie

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum Bouwen aan de democratische veiligheid in Europa Ontwerptoespraak van de secretaris-generaal Brussel, woensdag 12 november 2014 Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

rust zetten. rust gezet) Commandant der Strijdkrachten.

rust zetten. rust gezet) Commandant der Strijdkrachten. 1 Toespraak van de komend Commandant der Strijdkrachten, generaal Middendorp, bij de aanvaarding van het commando over de Nederlandse krijgsmacht op 28 juni 2012 te Den Haag. Let op: Alleen gesproken woord

Nadere informatie

Postacademische Opleiding Militair Juridische Dienst Krijgsmacht

Postacademische Opleiding Militair Juridische Dienst Krijgsmacht Postacademische Opleiding Militair Juridische Dienst Krijgsmacht Nederlandse Defensie Academie Inleiding Sinds 2007 verzorgt de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) de Postacademische Opleiding Militair

Nadere informatie

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda DOORDRINGEN of Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting DOORDRINKEN Jos Kuppens Henk Ferwerda In opdracht van Ministerie van Veiligheid en Justitie, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum,

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 28.11.2016 JOIN(2016) 54 final 2016/0366 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

De koude oorlog Jesse Klever Groep 7

De koude oorlog Jesse Klever Groep 7 De koude oorlog Jesse Klever Groep 7 1 Voorwoord Tijdens het maken van mijn spreekbeurt over Amerika kwam ik de Koude oorlog tegen. De koude oorlog leek mij een heel interessant onderwerp waar ik niet

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak geschiedenis vwo, tweede tijdvak (2018). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

Canon en kerndoelen geschiedenis PO

Canon en kerndoelen geschiedenis PO Canon en kerndoelen geschiedenis PO bron: http://www.entoen.nu/primair-onderwijs/didactisch-concept/leerplan-(slo)/geschiedenis In dit hoofdstuk over canon en geschiedenis wordt eerst ingegaan op de recente

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in?

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in? Aanleiding voor het onderzoek Samenvatting In de 21 ste eeuw is de invloed van ruimtevaartactiviteiten op de wereldgemeenschap, economie, cultuur, milieu, etcetera steeds groter geworden. Ieder land dient

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0367 (NLE) 14996/16 VOORSTEL van: ingekomen: 28 november 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: COASI 218 ASIE 88

Nadere informatie

1. WAT VOORAFGING...1 2. HET CONGRES VAN WENEN...2 2.1. BESLISSINGEN...3 2.2. GEVOLGEN...6 2.3. BELANG VAN HET CONGRES VAN WENEN...

1. WAT VOORAFGING...1 2. HET CONGRES VAN WENEN...2 2.1. BESLISSINGEN...3 2.2. GEVOLGEN...6 2.3. BELANG VAN HET CONGRES VAN WENEN... HET CONGRES VAN WENEN 1. WAT VOORAFGING...1 2. HET CONGRES VAN WENEN...2 2.1. BESLISSINGEN...3 2.2. GEVOLGEN...6 2.3. BELANG VAN HET CONGRES VAN WENEN...7 3.1. Het Congres van Wenen en de restauratie Het

Nadere informatie

Voorwoord 9. Inleiding 11

Voorwoord 9. Inleiding 11 inhoud Voorwoord 9 Inleiding 11 deel 1 theorie en geschiedenis 15 1. Een omstreden begrip 1.1 Inleiding 17 1.2 Het probleem van de definitie 18 1.3 Kenmerken van de representatieve democratie 20 1.4 Dilemma

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Woord vooraf... 11

Inhoudsopgave. Woord vooraf... 11 Inhoudsopgave Woord vooraf... 11 Benelux... 13 1 Ontstaan en historische ontwikkeling... 13 2 Institutionele structuur en werking... 15 2.1 Benelux Secretariaat-Generaal... 16 2.1.1 Samenstelling... 16

Nadere informatie

Minister IGK SG/PSG. CZSK Bestuursstaf

Minister IGK SG/PSG. CZSK Bestuursstaf BIJLAGE: ORGANOGRAMMEN Organogrammen vraag 98 Organogram Defensie Minister IGK SG/PSG ADD BSG DBO DCo DF&C DJZ CDS HDB HDFC HDBV HDP MIVD MLA CDC DMO CLSK CLAS Operationele Commando s CZSK Bestuursstaf

Nadere informatie

HOOFDSTUK I Nadere regels betreffende de classificatie. Afdeling 1 Algemene beginselen betreffende de classificatie

HOOFDSTUK I Nadere regels betreffende de classificatie. Afdeling 1 Algemene beginselen betreffende de classificatie 21-05-2001 - RICHTLIJN VAN HET MINISTERIEEL COMITÉ VOOR INLICHTING EN VEILIGHEID BETREFFENDE DE NADERE REGELS VOOR CLASSIFICATIE, DECLASSIFICATIE EN WIJZIGING VAN HET CLASSIFICATIENIVEAU Huidige richtlijn

Nadere informatie

Wat is internationaal recht?

Wat is internationaal recht? Wat is internationaal recht? Elk land heeft wetten en regels waar iedereen zich aan moet houden. Als je naar een ander land gaat, moet je je aan andere regels en wetten houden. Als je dat niet doet, dan

Nadere informatie

De NAVO is nog net zo actueel als 60 jaar geleden

De NAVO is nog net zo actueel als 60 jaar geleden De NAVO is nog net zo actueel als 60 jaar geleden Maarten Haverkamp Dit jaar werd terecht uitgebreid stilgestaan bij de 60 e verjaardag van de NAVO. 60 jaar lang vormt het trans-atlantische bondgenootschap

Nadere informatie

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 41 Juridische aspecten van ketensamenwerking Naar een multidisciplinaire

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer Verslag door Lotte 1361 woorden 19 juni 2017 6,2 10 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van televisie

Nadere informatie

Datum 20 december 2018 Onderwerp Georganiseerde criminaliteit in relatie tot bescherming personenstelsels bewaken en beveiligen en getuigenbescherming

Datum 20 december 2018 Onderwerp Georganiseerde criminaliteit in relatie tot bescherming personenstelsels bewaken en beveiligen en getuigenbescherming 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Medio jaren negentig ontstond

Medio jaren negentig ontstond De Nederlandse Defensie Doctrine Schakel tussen defensiebeleid en militaire inzet dr. M. de Haas - luitenant-kolonel van de Koninklijke Luchtmacht* Nieuwe fase in doctrinevorming Medio jaren negentig ontstond

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

Landoperaties. Doctrine Publicatie 3.2

Landoperaties. Doctrine Publicatie 3.2 Landoperaties Doctrine Publicatie 3.2 Doctrine; de basis voor militaire inzet Doctrine Publicatie 3.2 Landoperaties Administratieve informatie Dit document is de Doctrine Publicatie 3.2: Landoperaties.

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2005

Examen VMBO-GL en TL 2005 Examen VMBO-GL en TL 2005 tijdvak 1 woensdag 25 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE GL EN TL Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 38 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

AAV 3 Januari 2016 JONGE DEMOCRATEN AMSTERDAM

AAV 3 Januari 2016 JONGE DEMOCRATEN AMSTERDAM AAV 3 Januari 2016 JONGE DEMOCRATEN AMSTERDAM INHOUDSOPGAVE Programma... 2 Agenda... 2 Locatie... 2 Bestuursverantwoording... 2 Politiek blok: resolutie werkgroep Defensie en Internationale Veiligheid....

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 10 (1992) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1993 Nr. 51 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 B. TEKST De Nederlandse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 243 Uitbreiding van de NAVO en de stabiliteit in Europa Nr. 4 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 21 501-04 Ontwikkelingsraad Nr. 180 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 1 Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 2 Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 3 Arie Quik Hou

Nadere informatie

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie 1. De levenswijze van jager-verzamelaars. 2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen. 3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden EUROPESE UNIE ~OVERZICHT~ De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden PERS 6 februari 2008 In december 2001 heeft de EU voor

Nadere informatie

Voor wie? Omschrijving

Voor wie? Omschrijving Minor MOES Voor wie? Een opleidingsgebonden minor voor studenten Geschiedenis en tevens toegankelijk voor andere BA-studenten (bijvoorbeeld van de opleiding Internationale Betrekkingen en Internationale

Nadere informatie

Baron op klompen. Baron op klompen. Wim Coster. Historia Agriculturae 40. Historia Agriculturae 40

Baron op klompen. Baron op klompen. Wim Coster. Historia Agriculturae 40. Historia Agriculturae 40 Sloet_def 18-09-2008 16:50 Page 1 S loet genoot bekendheid als een kritisch en eigenzinnig liberaal. In de beide decennia rondom 1848 was hij een buitengewoon actief lid van de Tweede Kamer. Hij zette

Nadere informatie

De nieuwe Doctrine Publicatie Landoperaties

De nieuwe Doctrine Publicatie Landoperaties KEIJ De nieuwe Doctrine Publicatie Landoperaties Basis voor de toekomst De Commandant der Strijdkrachten (CDS) heeft de nieuwe Doctrine Publicatie Landoperaties (DP 3.2 Landoperaties, kortweg DPLO) goedgekeurd.

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-II

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-II De koloniale relatie tussen Nederland(ers) en Nederlands-Indië In 1596 bereikte een Nederlandse expeditie onder Cornelis de Houtman Bantam. 2p 1 Leg uit welk verband er bestaat tussen deze expeditie en

Nadere informatie

DE GRONDWET EN HET INZETTEN VAN STRIJDKRACHTEN

DE GRONDWET EN HET INZETTEN VAN STRIJDKRACHTEN DE GRONDWET EN HET INZETTEN VAN STRIJDKRACHTEN Marnix Van Damme Luc De Vos Jan Velaers Leonard F.M. Besselink Emmanuel Vandenbossche Guy Verhofstadt Maklu Antwerpen - Apeldoorn Inhoud Inhoud De Grondwet

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-I Opgave 2 Defensiesamenwerking in Europa Bij deze opgave horen tekst 3, figuur 1 en tekst 4. Inleiding In december 2017 is in de Europese Unie (EU) op het gebied van defensie een Permanente Gestructureerde

Nadere informatie

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie:

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie: RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie: Respect voor staatssoevereiniteit versus bescherming van mensenrechten? PROEFSCHRIFT ter verkrijging van het doctoraat in

Nadere informatie

United We Stand Meer aandacht voor elkaar

United We Stand Meer aandacht voor elkaar United We Stand Meer aandacht voor elkaar Hein van Steenis Uitgever: Calbona Dit boekje is gebaseerd op ideeën uit mijn boeken Weerbaar in een woelige wereld (pseudoniem Rein Steenhuis) en Veranderen is

Nadere informatie

Aan de (plv.) leden van de vaste commissie voor Europese Zaken. Geachte leden,

Aan de (plv.) leden van de vaste commissie voor Europese Zaken. Geachte leden, Aan de (plv.) leden van de vaste commissie voor Europese Zaken. Van Anne Mulder (VVD) en Renske Leijten (SP), Voorbereidingsgroep onderzoek Nederlandse belangenbehartiging in de EU betreft Verslag met

Nadere informatie

Preadviezen Content.indd :55:32

Preadviezen Content.indd :55:32 Preadviezen 2016 Content.indd 1 01-11-16 13:55:32 Content.indd 2 01-11-16 13:55:32 Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland Preadviezen 2016 Noodtoestand in het publiekrecht

Nadere informatie

Bantopa Terreinverkenning

Bantopa Terreinverkenning Bantopa Terreinverkenning Het verwerven en uitwerken van gezamenlijke inzichten Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen en services dwingen organisaties tot samenwerking

Nadere informatie

Nationale crisisbeheersing en CIMIC. Prof. dr. Rob de Wijk Directeur HCSS en HSD Hoogleraar IB Leiden

Nationale crisisbeheersing en CIMIC. Prof. dr. Rob de Wijk Directeur HCSS en HSD Hoogleraar IB Leiden Nationale crisisbeheersing en CIMIC Prof. dr. Rob de Wijk Directeur HCSS en HSD Hoogleraar IB Leiden Van klassieke rampenbestrijding naar moderne crisisbeheersing Interne en externe veiligheid raken verweven

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I Opgave 1 Kroatië toegetreden tot de EU Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met 3 en figuur 1. Inleiding Kroatië is een van de staten in de Balkan die voorheen tot Joegoslavië behoorden. In 1991 verklaarde

Nadere informatie

Bantopa Kennismaken met Samenwerken

Bantopa Kennismaken met Samenwerken Bantopa Kennismaken met Samenwerken Vernieuwen door Samenwerken Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen en services dwingen organisaties tot samenwerking met andere bedrijven

Nadere informatie

Postacademische Opleiding Militair Juridische Dienst Krijgsmacht

Postacademische Opleiding Militair Juridische Dienst Krijgsmacht Postacademische Opleiding Militair Juridische Dienst Krijgsmacht Nederlandse Defensie Academie Inleiding Sinds 2007 verzorgt de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) de Postacademische Opleiding Militair

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 763 Toekomst van de krijgsmacht Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Protocol over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon

Protocol over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon 1796 der Beilagen XXIV. GP - Staatsvertrag - 15 Protokoll in niederländischer Sprachfassung (Normativer Teil) 1 von 10 CONFERENTIE VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN Brussel, 14

Nadere informatie

Programma Leiderschap in onverwachte en onvoorspelbare situaties. Leadership is the lifeblood of an organisation

Programma Leiderschap in onverwachte en onvoorspelbare situaties. Leadership is the lifeblood of an organisation Programma Leiderschap in onverwachte en onvoorspelbare situaties Leadership is the lifeblood of an organisation Aanleiding Het programma De laatste decennia is er sprake van een toename van complexiteit

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-KB 2004 Examenopgaven VMBO-KB 2004 tijdvak 1 dinsdag 25 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING VBO-MAVO-C Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen rond bestekken. Leidraad voor de bestekschrijver. rs.br Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam

Recente ontwikkelingen rond bestekken. Leidraad voor de bestekschrijver. rs.br Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam Recente ontwikkelingen rond bestekken Leidraad voor de bestekschrijver 133 rs.br Stichting Bouwresearch -------------------------------------------- rapporteur: ir. M.G.M. Nelissen Twijnstra Gudde N.V.

Nadere informatie

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Examen HAVO Vragenboekje Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te behalen; het examen

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II BEOORDELINGSMODEL Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 punt toegekend. MASSAMEDIA 1 maximumscore 2 Juiste antwoorden zijn (twee van de volgende redenen): De opera s (programma s) zijn

Nadere informatie

Vragen & antwoorden: de Europese Vredesfaciliteit

Vragen & antwoorden: de Europese Vredesfaciliteit 13/06/2018-10:55 FAQS Vragen & antwoorden: de Europese Vredesfaciliteit Vandaag stelt hoge vertegenwoordiger Federica Mogherini, met de steun van de Commissie, een Europese Vredesfaciliteit (EVF) voor.

Nadere informatie

13.1. De geschiedenis van de Europese Unie

13.1. De geschiedenis van de Europese Unie Hoofdstuk 13: De Europese Unie 13.1. De geschiedenis van de Europese Unie 1945 V.S. heeft West-Europa versus Sovjet-Unie heeft Oost-Europa - V.S. heeft Marshallplan voor economische steun - Oprichting

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende het onderhandelen van een cultureel samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en de Republiek China (Taiwan)

Voorstel van resolutie. betreffende het onderhandelen van een cultureel samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en de Republiek China (Taiwan) stuk ingediend op 1536 (2011-2012) Nr. 1 21 maart 2012 (2011-2012) Voorstel van resolutie van de heren Filip Dewinter, Frank Creyelman en Christian Verougstraete en mevrouw Marijke Dillen betreffende het

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Paleis der Natie. 15 november Toespraak van de heer Armand De Decker, Voorzitter van de Senaat, naar aanleiding van Koningsdag

Paleis der Natie. 15 november Toespraak van de heer Armand De Decker, Voorzitter van de Senaat, naar aanleiding van Koningsdag 1 Paleis der Natie 15 november 2003 Toespraak van de heer Armand De Decker, Voorzitter van de Senaat, naar aanleiding van Koningsdag De inzet van de Belgische strijdkrachten bij internationale militaire

Nadere informatie

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,

Nadere informatie

Wat is inter - nationaal recht?

Wat is inter - nationaal recht? Wat is inter - nationaal recht? 2 Elk land heeft wetten en regels waar iedereen zich aan moet houden. Als je naar een ander land gaat, moet je je aan andere regels en wetten houden. Als je dat niet doet,

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 72 (2009) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 96 A. TITEL Aanvullend Protocol bij het Europees Handvest inzake lokale autonomie betreffende het recht op participatie

Nadere informatie

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Examen VMBO-KB 2008 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 9.00-11.00 uur geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Gebruik het bronnenboekje Dit examen bestaat uit 38 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54 punten

Nadere informatie

en sector onder vuur Ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties strategieën in een veranderende wereld Marieke de Wal

en sector onder vuur Ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties strategieën in een veranderende wereld Marieke de Wal Als je denkt dat je te klein en onbeduidend bent om het verschil te maken, denk dan eens aan slapen met een mug Dalai Lama De wereld verandert en wordt complexer. Dat is ook merkbaar in de ontwikkeling

Nadere informatie

Schriftelijke vragen Van Bommel over de arrestatie van een Afghaanse burger in Kamp Holland en het gebruik van particuliere beveiligingsbedrijven

Schriftelijke vragen Van Bommel over de arrestatie van een Afghaanse burger in Kamp Holland en het gebruik van particuliere beveiligingsbedrijven Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Datum 29 februari 2008 Ons kenmerk D/2008003878

Nadere informatie

Grondslagen van het Maritieme Optreden

Grondslagen van het Maritieme Optreden KUIJPER Grondslagen van het Maritieme Optreden Een vernieuwende, binationale maritieme doctrine Op 9 april 2013 is de Admiraliteitsraad akkoord gegaan met de opzet en inhoud van een nieuwe maritiemmilitaire

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

Wat gaat er goed en wat kan er beter?

Wat gaat er goed en wat kan er beter? Wat gaat er goed en wat kan er beter? KVNRO Symposium 10 november 2016 Prof. dr. Rob de Wijk HCSS/Universiteit Leiden Naar een Zero Risk maatschappij Postmodern Europa Succesvol overheidsbeleid: echte

Nadere informatie

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Geachte collega's, beste studenten,

Geachte collega's, beste studenten, College van Bestuur Geachte collega's, beste studenten, Na de hectische weken met de bezetting van het Bungehuis en het Maagdenhuis, hebben we een moment van bezinning ingelast. Wij hebben tijd genomen

Nadere informatie

Nederland is helemaal geen representatieve democratie

Nederland is helemaal geen representatieve democratie 8 sept 2013 Nederland is helemaal geen representatieve democratie Politici in Nederland zeggen dat Nederland een representatieve democratie is. Dat roept een paar vragen op. Allereerst wat een representatieve

Nadere informatie

ONGERUBRICEERD/ALLEEN VOOR OFFICIEEL GEBRUIK. SBIR-pitch: Defensieverkenningen. cyberspace

ONGERUBRICEERD/ALLEEN VOOR OFFICIEEL GEBRUIK. SBIR-pitch: Defensieverkenningen. cyberspace SBIR-pitch: Defensieverkenningen in cyberspace Inhoud 2 1. Aanloop naar de ontwikkeling van CNA-capaciteit 2. Verkennen van het digitale domein 3. Concrete behoefte Adviesaanvraag regering bij AIV/CAVV

Nadere informatie

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk UAV 2012 Toegelicht Handleiding voor de praktijk prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Eerste druk s-gravenhage - 2013 1 e druk ISBN 978-90-78066-67-5 NUR 822 2013, Stichting Instituut voor Bouwrecht, s-gravenhage

Nadere informatie

Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet

Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 38 Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet prof. mr. J.M.

Nadere informatie

Samenwerkingsverbanden en de AVG

Samenwerkingsverbanden en de AVG Realisatie Handreiking Samenwerkingsverbanden en de AVG Deel 1 - Verwerkingsverantwoordelijke Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Verwerkingsverantwoordelijke...4 2.1 Wat zegt de AVG?...4 2.2 Wat betekent

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

De Europese Unie is niet alleen een munt of een markt, maar ook een Unie die gebouwd is op gemeenschappelijke waarden.

De Europese Unie is niet alleen een munt of een markt, maar ook een Unie die gebouwd is op gemeenschappelijke waarden. Debat over Polen in het Europees Parlement Interventie van de heer Koenders - minister van Buitenlandse Zaken - Nederlands voorzitterschap Dank u meneer de voorzitter, De Europese Unie is niet alleen een

Nadere informatie