ADOBE APPLICATION MANAGER ENTERPRISE EDITION HANDLEIDING VOOR DISTRIBUTIE IN ONDERNEMINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ADOBE APPLICATION MANAGER ENTERPRISE EDITION HANDLEIDING VOOR DISTRIBUTIE IN ONDERNEMINGEN"

Transcriptie

1 ADOBE APPLICATION MANAGER ENTERPRISE EDITION HANDLEIDING VOOR DISTRIBUTIE IN ONDERNEMINGEN Adobe Application Manager Enterprise Edition Release 2.1 Documentversie 2.2 Documentdatum: oktober 2011

2 2011 Adobe Systems Incorporated and its licensors. All rights reserved. Adobe Application Manager Enterprise Edition Handleiding voor distributie in ondernemingen This guide is licensed for use under the terms of the Creative Commons Attribution Non-Commercial 3.0 License. This License allows users to copy, distribute, and transmit the guide for noncommercial purposes only so long as (1) proper attribution to Adobe is given as the owner of the guide; and (2) any reuse or distribution of the guide contains a notice that use of the guide is governed by these terms. The best way to provide notice is to include the following link. To view a copy of this license, visit Adobe, the Adobe logo, Acrobat, Adobe Audition, Adobe Bridge, Adobe Device Central, Adobe OnLocation, Adobe Premiere, Adobe Premiere Pro, Adobe Technical Communication Suite, After Effects, Contribute, Captivate, Creative Suite, CS Live, Dreamweaver, Encore, Fireworks, Flash, Flash Builder, Flash Catalyst, FrameMaker, Illustrator, InDesign, Photoshop, RoboHelp, SiteCatalyst, and Soundbooth are either registered trademarks or trademarks of Adobe Systems Incorporated in the United States and/or other countries. Apple, Mac, and Mac OS are trademarks of Apple Inc., registered in the United States and other countries. Microsoft, Windows, and Windows Vista are either registered trademarks or trademarks of Microsoft Corporation in the United States and/or other countries. UNIX is a registered trademark of The Open Group in the US and other countries. All other trademarks are the property of their respective owners. Adobe Systems Incorporated, 345 Park Avenue, San Jose, California 95110, USA.

3 Inhoud Voorwoord: over distributie in ondernemingen Hoe worden producten gedistribueerd in een onderneming? Voordelen van Adobe-distributiepakketten Beperkingen van Adobe-pakketten Het proces voor distributie in ondernemingen Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Hulpprogramma s voor distributie Ondersteunde suites Systeemvereisten voor Application Manager Voorbereiding voor het maken van pakketten Mac OS Windows XP Windows Vista en Windows Aanvullende componenten die beschikbaar zijn met Application Manager Adobe Update Server Setup Tool Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition Distributiepakketten Workflowopties voor het maken en aanpassen van pakketten Pakketconfiguratiebestand Distributiepakketten maken Verschil in namen van productupdates voor dvd en ESD (elektronische softwaredistributie) in een gecombineerd pakket Een pakket met alleen updates maken Namen van productupdates voor dvd en ESD (elektronische softwaredistributie) in een pakket met alleen updates Een bestaand pakket wijzigen Het bestand AAMEEPreferences.xml Pakketten in de map Exceptions installeren Logbestanden en foutberichten van Application Manager Foutberichten Producten in de map Exceptions installeren Over Adobe Application Manager, Enterprise Edition Installatiepakketten Pakketten in de map Exceptions In Windows In Mac OS

4 Pakketten installeren in Windows Lijst met payloads in de map Exceptions Componenten afzonderlijk downloaden en installeren in Windows AIR en Adobe Community Help installeren in Windows Pakketten installeren in Mac OS Lijst met payloads in de map Exceptions Componenten afzonderlijk downloaden en installeren in Mac OS Vereisten AIR en Adobe Community Help installeren Verwante koppelingen Adobe Acrobat distribueren Inleiding Acrobat Professional installeren in Windows Adobe Customization Wizard X gebruiken Acrobat Professional verwijderen in Windows Acrobat Professional installeren in Mac OS Functievergrendeling verwerken in Mac OS na toepassen van updates Het bestand FeatureLockDown bewerken Distributie plannen Gebruikersgroepen en hun behoeften identificeren Uw pakketlijst maken Hoe producten zich verhouden tot pakketten Bereken het aantal pakketten Geef elk pakket een naam Voorbeeld van een planningswerkblad Pakketten specificeren Configuratiedetails Pakketnaam Aangeschaft product / platform Naam gebruikersgroep Opslaglocatie Productinstallatiemap Ondersteunde besturingssystemen Serienummer Installatietaal Configuratie: startopties voor product Configuratie: conflictafhandeling Configuratie: opties voor installatielocatie Configuratie: opties voor updater Productcomponenten Hoofdtoepassingen Optionele gedeelde componenten

5 Systeemvereisten Voorbeeld planningswerkblad Gedeelde componenten selecteren Distributie voorbereiden De invoermedia voorbereiden Productinhoud leveren vanaf dvd s Productinhoud leveren vanuit een productinstallatiemap Kopiëren van meerdere dvd s Updates voorbereiden voor verpakken Pakketten maken Pakketten testen Installatielogbestanden Foutberichten Adobe-pakketten distribueren met ARD Voorbereiding Gebruikers toestaan de installatielocatie op te geven Pakket distribueren Updatepakketten Problemen oplossen Distribueren met Copy Items en Send Unix Command Adobe software verwijderen met een distributiepakket Verwijderen met Copy Items en Send Unix Command Adobe-pakketten distribueren met SCCM Voorbereiding Een SCCM-pakket maken Een nieuw SCCM-pakket maken Installatie- en verwijderingsprogramma s voor het SCCM-pakket maken Installatieprogramma's en verwijderingsprogramma's voor Exceptions-componenten maken Distributiepunten selecteren voor het SCCM-pakket De SCCM-pakketprogramma s aankondigen Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition De Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition gebruiken Syntaxis van hulpprogramma ReplaceSN optie voor opgeven van serienummers optie voor verwijderen van serienummers optie voor opnieuw toewijzen van serienummers MakeReplacementSN

6 Logbestanden Productidentificatie Codes voor landinstellingen Voorbeelden van serienummering Adobe Update Server Setup Tool Overzicht Uw eigen updateserver instellen met AUSST Migreren vanuit AUSST Een updateserver instellen: kort overzicht Adobe Update Server Setup Tool downloaden Een webserver voorbereiden voor gebruik als updateserver Eenmalige installatie uitvoeren De instellingen controleren Clientcomputers instellen Clientconfiguratiebestanden configureren Clientconfiguratiebestanden distribueren Updates vanaf een interne server downloaden op clients met AAMEE 2.0 of hoger Synchroniseren met de updateserver van Adobe Incrementele synchronisatie Afgedwongen synchronisatie IIS-server instellen voor gebruik met AUSST Server met IIS 6 instellen Server met IIS 7 instellen Problemen oplossen Controleer of de webserver correct is ingesteld Controleer de netwerkverbindingen Zorg dat opdrachten geen onnodige spaties bevatten Geef volledige URL s op met protocol en poortnummer Zorg dat de opslaglocatie voor de updates schrijfmachtiging heeft Zorg dat de clientconfiguratiebestanden correct worden gegenereerd op de interne server Zorg dat de clientconfiguratiebestanden correct worden gedistribueerd op de clientcomputers Zorg dat de paden zijn opgegeven als absolute paden Gebruik de optie voor afgedwongen synchronisatie als er meerdere updates zichtbaar zijn op clientcomputers Gebruik de optie voor afgedwongen synchronisatie als andere stappen voor problemen oplossen mislukken Voer een nieuwe installatie uit als alle andere oplossingen niet werken Migreren van een interne updateserver naar een andere interne updateserver Installatie en synchronisatie Clientcomputers bijwerken

7 A Conflicterende processen B Adobe Community Help Client Hulpbronnen Hulpbronnen en verwante informatie voor Community Help Client Community Help Client installeren met AAMEE Windows Mac OS Algemene informatie en problemen oplossen Knowledgebase-artikelen C Distributiedocumentatie van derden Absolute Manage Filewave JAMF Casper Munki Symantec

8 Voorwoord: over distributie in ondernemingen Hoe worden producten gedistribueerd in een onderneming? Met Adobe Application Manager Enterprise Edition kunt u pakketten maken voor de volgende ondersteunde suites: Adobe Creative Suite 5 Adobe Creative Suite 5.5 Adobe Technical Communication Suite 3.5 Adobe elearning Suite 2.5 (beperkte ondersteuning) Adobe Acrobat X Suite (beperkte ondersteuning) Zie Ondersteunde suites voor meer informatie. U kunt Adobe Application Manager Enterprise Edition gebruiken om pakketten te maken voor CS 5- en CS 5.5-media. De distributiepakketten en de daaraan gerelateerde productinstallatiemappen kunnen in één bewerking naar meerdere computers worden gekopieerd met compatibele hulpprogramma s, zoals Apple Remote Desktop (ARD) en Microsoft System Center Configuration Manager (SCCM), programma s van onafhankelijke leveranciers van distributieoplossingen of open-sourcealternatieven. Hoewel er veel onderling verschil is tussen ondernemingen als het gaat om het aantal apparaten, hoe deze apparaten zijn verbonden en geconfigureerd, hoe ze worden beheerd en gebruikt en wat hun distributiekader is, zijn er fundamentele eigenschappen die ze allemaal gemeen hebben. De informatie in deze set documenten veronderstelt de volgende gemeenschappelijke kenmerken: 1. Gebruikersgroepen: een klant heeft meer dan één groep gebruikers. Elke groep maakt gebruik van een andere set toepassingen om zijn werk te doen. Iemand in het bedrijf bepaalt welke gebruikers deel uitmaken van welke groepen, en welke toepassingen elke groep nodig heeft. 2. Aanschaf van software: iemand in het bedrijf bepaalt welke producten moeten worden aangeschaft om de dekking voor alle groepen te maximaliseren en de kosten voor het bedrijf te minimaliseren Adobe Creative Suite-producten worden in twee vormen geleverd: als afzonderlijke producten en als suiteproducten. Deze persoon beslist welk type product moet worden aangeschaft en hoeveel licenties voor elk product nodig zijn. Alle producten worden aangeschaft met een volumelicentie. Volumelicenties voor Adobe-producten zijn rechtstreeks leverbaar via Adobe of via een reseller; serienummers worden gedownload vanaf de licentiewebsite van Adobe. 3. Communicatie: de mensen die de gebruikersgroepen identificeren en de beslissingen op het gebied van softwareaanschaf nemen, geven deze informatie door aan de systeembeheerders die de software installeren. 4. Verantwoordelijkheden systeembeheerder: het is de taak van de beheerder om vanaf de door het bedrijf aangeschafte installatiemedia de juiste set toepassingen op het apparaat van elke gebruiker te installeren. Hiervoor moet de beheerder het serienummer voor elk product hebben. Om het werk te kunnen uitvoeren, moet de beheerder weten welke gebruikersgroepen zijn geïdentificeerd, wie deel uitmaakt van elke groep en hoeveel exemplaren van elk product het bedrijf heeft aangeschaft. Op basis hiervan bepaalt de beheerder welk serienummer moet worden gebruikt bij het installeren van een toepassing voor een gebruikersgroep. 8

9 Voorwoord: over distributie in ondernemingen 9 5. Mediatype: producten in de ondersteunde suites worden in twee vormen geleverd: productmedia (dvd's) en product-esd's (Electronic Software Distribution; elektronische softwaredistributie). 6. Configuratie: in bijna alle gevallen is een netwerk vereist om de distributie of een gedeelte daarvan uit te voeren. Voordelen van Adobe-distributiepakketten Als u producten installeert met distributiepakketten die zijn gemaakt met Adobe Application Manager Enterprise Edition, levert dit u een aantal voordelen op: 1. Distributiepakketten maken stille installatie mogelijk: een installatie voor de onderneming is een stille, aangepaste installatie. Een stille installatie vereist geen invoer van eindgebruikers op de systemen waarop de installatie wordt uitgevoerd. Dit betekent dat alle keuzes die van invloed zijn op wat wordt geïnstalleerd en hoe het wordt geïnstalleerd, worden gemaakt voordat de installatie wordt uitgevoerd. Deze keuzes worden opgeslagen in het pakket. Wanneer u een distributiepakket maakt, kiest u de toepassingen en componenten die u wilt installeren vanaf het product dat u verpakt. Wanneer u producten verpakt voor levering in Windows, kunt u kiezen tussen 32-bits en 64-bits versies van de toepassingen. U kunt ook eenvoudig kiezen voor installatieopties die mogelijk niet beschikbaar zijn wanneer gebruikers toepassingen rechtstreeks installeren. Zo kunt u het installatieprogramma instrueren om conflicterende processen tijdens de installatie te negeren. U kunt kiezen voor opties die het gedrag van de geïnstalleerde toepassingen beïnvloeden, zoals het onderdrukken van de weergave van de licentieovereenkomst wanneer de geïnstalleerde programma's voor het eerst op de systemen van eindgebruikers worden geopend, en het onderdrukken van registratieprompts, automatische updates en het Adobe-productverbeteringsprogramma voor de geïnstalleerde producten. 2. Pakketten kunnen eenvoudig worden gemaakt met Adobe Application Manager Enterprise Edition: Application Manager heeft een gebruiksvriendelijke interface waarmee u eenvoudig een distributiepakket maakt dat de door u opgegeven toepassingen kan installeren en verwijderen. De door Application Manager gemaakte pakketten hebben standaardindelingen (msi-indeling voor Windows, pkg-indeling voor Mac OS) die compatibel zijn met SCCM en ARD. In dezelfde indelingen kunt u ook pakketten met meerdere updates maken. 3. Voor installatie wordt het serienummer van het product gecontroleerd: Application Manager vraagt u het serienummer van het product in te voeren en controleert of het door u ingevoerde nummer een geldig serienummer voor volumelicenties is. Als een serienummer niet geldig is, geeft Application Manager aan dat er een probleem is en kunt u een ander nummer invoeren. U kunt niet doorgaan met het maken van pakketten voordat u ofwel een geldig serienummer hebt ingevoerd of de optie selecteert om een proefversie te installeren. Wanneer de installatie plaatsvindt als het pakket wordt uitgevoerd, weet u zeker dat de installatie niet zal mislukken als gevolg van problemen met het serienummer en dat het installatieprogramma op een doelsysteem nooit de eindgebruiker zal vragen een serienummer in te voeren tijdens de installatie. Als het product een proefversie is, wordt de eindgebruiker gevraagd een serienummer in te voeren wanneer deze het product voor het eerst gebruikt. 4. De systeemvereisten voor Application Manager zijn bescheiden: Application Manager kan worden gebruikt op systemen met een gemiddelde capaciteit. De Handleiding voor Application Manager, Enterprise Edition vermeldt de systeemvereisten die nodig zijn om Application Manager voor uit te voeren.

10 Voorwoord: over distributie in ondernemingen 10 OPMERKING: Adobe Application Manager Enterprise Edition voert geen installatie uit. Het hulpprogramma maakt alleen een distributiepakket waarin de installatiebeslissingen zijn vastgelegd die u van tevoren hebt genomen. De daadwerkelijke installatie wordt uitgevoerd door het Adobe-installatieprogramma (set-up.exe in Windows, Install.app in Mac OS) dat zich bevindt in de aan het pakket gekoppelde productinstallatiemap. Het installatieprogramma wordt aangeroepen door een msi-/pkg-bestand in het pakket, dat een hulpprogramma voor de inrichting en voor de configuratie aanroept. Deze hulpprogramma's gebruiken de configuratie-informatie in het pakket om de nodige configuratiebestanden voor de installatie te maken, en roepen het uitvoerbare bestand aan met de juiste opdrachtregelargumenten voor een stille installatie. Beperkingen van Adobe-pakketten Distributiepakketten van Adobe ondersteunen installatie van momentopnamen niet. Met Adobe-distributiepakketten kunt u geen andere configuratiegegevens voor systemen of toepassingen distribueren dan die expliciet in dit document worden beschreven. U kunt met name geen toepassingsspecifieke voorkeursinstellingen distribueren. De toepassingen in de ondersteunde suites implementeren de toepassingsvoorkeuren niet op een onderling consistente manier en conformeren zich ook niet aan bestaande platformstandaarden. In het algemeen kunt u het pakketbestand (MSI of PKG) dat door Application Manager is gemaakt, beter niet bewerken. De enige uitzondering is wanneer u wilt dat de gebruiker de installatielocatie in Mac OS opgeeft. In dat geval moet u het bestand Info.plist wijzigen in het gegenereerde pkg-bestand zoals staat beschreven in Gebruikers toestaan de installatielocatie op te geven op pagina 74. De pakketten die u maakt met Application Manager, hebben geen gebruikersinterface (MSI) of alleen een standaardgebruikersinterface (PKG). U kunt ze niet rechtstreeks installeren (door bijvoorbeeld te dubbelklikken op het msi- of pkg-bestand). U moet ze distribueren met een hulpprogramma van derden, zoals ARD of SCCM. Zie Hoofdstuk 6, Adobe-pakketten distribueren met ARD en Hoofdstuk 7, Adobe-pakketten distribueren met SCCM. U kunt met dit hulpprogramma geen Creative Suite 4-toepassingen, Adobe AIR -toepassingen of Adobe Acrobat verpakken. Als u in Windows op 32-bits en op 64-bits systemen wilt installeren, moet u zowel een 32-bits als een 64-bits pakket maken. Application Manager ondersteunt het installatiepunt voor beheerders niet. Application Manager ondersteunt NFS of SMB niet. Probeer niet een pkg-pakket te installeren op een Windows-systeem.

11 Voorwoord: over distributie in ondernemingen 11 Het proces voor distributie in ondernemingen Deze afbeelding is een schematische weergave van de stappen voor de distributie van Adobe Creative Suite 5.5-software met distributiepakketten: Planningsgegevens Beheersysteem 1 2 Productinstallatiemap Product- ESD distributie pakket Distributiepakket Distributiepakket Distributiepakket Testsysteem Doelsystemen 1. Planning: u moet bepaalde beslissingen nemen voordat u distributiepakketten maakt en distribueert. De planningsstap is van invloed op alle andere stappen. Hoofdstuk 1, Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen introduceert het hulpprogramma waarmee u pakketten maakt, en maakt u vertrouwd met het proces. Hoofdstuk 4, Distributie plannen helpt u met het planningsproces. 2. De installatiemedia downloaden: het platformspecifieke downloadproces resulteert in een productinstallatiemap op uw beheersysteem of in de stagingmap met daarin het productinstallatieprogramma en alles wat nodig is voor installatie van het product. Zie De invoermedia voorbereiden op pagina 68. U bepaalt tijdens het planningsproces waar u deze map plaatst. 3. Distributiepakketten maken: wanneer de productinstallatiemap zich op uw beheersysteem bevindt of daarvandaan benaderbaar is, kunt u de Adobe-distributiepakketten maken die nodig zijn om dat product te installeren. Wanneer u uw planning hebt voltooid en de productinstallatiemap hebt gemaakt, gaat u terug naar Hoofdstuk 1 om de pakketten daadwerkelijk te maken. 4. De pakketten testen: wanneer de pakketten zijn gemaakt, moet u deze testen op een testsysteem om er zeker van te zijn dat alles foutloos wordt uitgevoerd. Deze testinstallatie moet overeenkomen met de installatie waarmee u de pakketten distribueert op uw doelsystemen. Zie Pakketten testen op pagina 70 voor meer informatie.

12 Voorwoord: over distributie in ondernemingen De pakketten distribueren: u kunt de pakketten distribueren met een hulpprogramma van derden, zoals ARD of SCCM. Adobe heeft deze programma s getest met Adobe-distributiepakketten. Van andere, vergelijkbare hulpprogramma s is te verwachten dat ze werken, maar Adobe heeft ze niet getest. Zie voor meer informatie: Hoofdstuk 5, Distributie voorbereiden Hoofdstuk 6, Adobe-pakketten distribueren met ARD Hoofdstuk 7, Adobe-pakketten distribueren met SCCM 6. Installatiepakketten met updates of pakketten met alleen updates maken: u kunt een vergelijkbaar proces gebruiken om distributiepakketten te maken die updates voor eerder gedistribueerde Adobe-producten bevatten. U kunt updates rechtstreeks downloaden van de Adobe-website. Zie Een pakket met alleen updates maken op pagina 31 voor meer informatie.

13 1 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u distributiepakketten voor Ondersteunde suites kunt maken met Adobe Application Manager Enterprise Edition. In dit document is Creative Suite 5 afgekort tot CS5, is Creative Suite 5.5 afgekort tot CS5.5 en wordt het hulpprogramma Application Manager genoemd. In dit hoofdstuk wordt stapsgewijs uitgelegd hoe u de benodigde distributiepakketten voor een onderneming maakt. U maakt kennis met het hele distributieproces. Voor u daadwerkelijk aan de slag gaat met het hulpprogramma om pakketten te maken, moet u nauwkeurig plannen wat u wilt distribueren en hoe u dit wilt afleveren binnen de onderneming. In de rest van dit document worden het voorbereidings- en planningsproces meer gedetailleerd beschreven. Wanneer u het planningsproces hebt voltooid, gaat u terug naar dit hoofdstuk om uw eerste pakket te maken. Hulpprogramma s voor distributie Adobe Application Manager Enterprise Edition is een efficiënte, eenvoudig te gebruiken en betrouwbare toepassing waarmee een Adobe Creative Suite 5- of Adobe Creative Suite 5.5-productinstallatiemap kan worden verpakt als een msi- of pkg-bestand voor distributie op meerdere computers. De toepassing is beschikbaar voor Windows en Mac OS. Pakketten gemaakt met de Windows-versie, kunnen alleen worden gedistribueerd in Windows. De pakketten die zijn gemaakt met de Mac OS-versie, kunnen alleen worden gedistribueerd in Mac OS. Als u software op beide platforms wilt installeren, hebt u beide versies van Application Manager nodig. Download Adobe Application Manager Enterprise Edition vanaf Application Manager is getest op Windows Server 2003 en 2008 en op Apple Mac OS X Server. OPMERKING: u kunt Adobe Application Manager Enterprise Edition beter niet installeren op een computer waarop een Creative Suite 5- of Creative Suite 5.5-product is geïnstalleerd. Ondersteunde suites Adobe Application Manager Enterprise Edition ondersteunt de volgende suites: Adobe Creative Suite 5 Adobe Creative Suite 5.5 Adobe Technical Communication Suite 3.5 Adobe elearning Suite 2.5 Adobe Acrobat X Suite OPMERKING: Adobe Application Manager Enterprise Edition biedt beperkte ondersteuning voor Adobe elearning Suite 2.5 en Adobe Acrobat X Suite. De volgende beperkingen zijn van toepassing op het verpakken en distribueren van Adobe elearning Suite 2.5- en Adobe Acrobat X Suite-producten: (Alleen Windows) Als u Adobe elearning Suite 2.5 of Adobe Acrobat X Suite verpakt, kunt u Adobe Presenter opnemen in het pakket dat u maakt. In dat geval wordt de component ook vermeld in het venster Samenvatting. Adobe Presenter wordt echter niet gedistribueerd wanneer u het msi-pakket distribueert. Tijdens de distributie wordt geen foutbericht weergegeven. 13

14 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Systeemvereisten voor Application Manager 14 Omdat Adobe Presenter niet kan worden gedistribueerd, kunt u deze component beter niet opnemen wanneer u Adobe elearning Suite 2.5 of Adobe Acrobat X Suite verpakt. (Alleen Windows) Als u een pakket voor Adobe Acrobat X Suite distribueert dat Adobe Presenter bevat, moet op de clientcomputers Microsoft PowerPoint zijn geïnstalleerd. Dit probleem doet zich niet voor als u Adobe Presenter niet opneemt in het pakket. Omdat Adobe Presenter niet kan worden gedistribueerd, kunt u deze component beter niet opnemen wanneer u Adobe Acrobat X Suite verpakt. Zorg anders ervoor dat Microsoft PowerPoint is geïnstalleerd op de clientcomputers voordat u een pakket voor Adobe Acrobat X Suite met Adobe Presenter distribueert. Systeemvereisten voor Application Manager Het systeem waarop u Adobe Application Manager Enterprise Edition uitvoert, moet voldoen aan de volgende vereisten. Windows Voorbereiding voor het maken van pakketten In dit document wordt uitgegaan van het volgende: Mac OS Processorsnelheid 1 GHz of sneller Multicore Intel-processor Besturingssysteem Microsoft Windows XP met Service Pack 3 (32-bits) of Windows Vista Home Premium, Business, Ultimate of Enterprise met Service Pack 1 (Service Pack 2 aanbevolen) 32-bits of 64-bits of Windows 7 (64-bits) Mac OS X 10.5 tot 10.6.x Schijfruimte 175 MB beschikbare schijfruimte voor installatie 135 MB beschikbaar voor installatie RAM 512 MB 512 MB Beeldscherm Resolutie van 1024 x 768 (minimum) of 1280 x 800 (aanbevolen) met 16-bits videokaart. Randapparaten Dvd-rom-station als u productmedia gebruikt om producten te installeren U hebt de planning voltooid zoals beschreven in Hoofdstuk 4, Distributie plannen. Application Manager is geïnstalleerd op het beheersysteem. De standaardinstallatielocatie voor CS5.5 Application Manager is: In Windows 32-bits: In Windows 64-bits Mac OS: <systeemstation>:\program Files\Common Files\Adobe\OOBE\PDApp\Enterprise <systeemstation>:\program Files (x86)\common Files\Adobe\OOBE\PDApp\Enterprise /Library/Application Support/Adobe/OOBE/PDApp /Enterprise

15 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Aanvullende componenten die beschikbaar zijn met Application Manager 15 De productinstallatiemap voor de producten die u gaat verpakken, is gemaakt en is toegankelijk vanaf uw beheersysteem. De map is gekopieerd naar een lokale schijf of is gekoppeld vanaf een ander systeem en u weet het pad naar de map. Deze map moet alle bestanden bevatten die zijn gedownload vanaf de productinstallatiemedia (ESD of dvd) en moet precies één set met mediabestanden bevatten. Als u distributiepakketten maakt voor meerdere suiteproducten of losse producten, moet u voor elk product een aparte productinstallatiemap maken. Zie De invoermedia voorbereiden op pagina 68. Adobe Application Manager Enterprise Edition controleert automatisch op updates en downloadt de geselecteerde updates. Als u echter, om welke reden dan ook, zelf de updates wilt downloaden, moet u de vereiste updates downloaden vanaf de Adobe-website en de inhoud kopiëren naar een map. De gekopieerde bestanden moeten toegankelijk zijn vanaf uw beheersysteem. De gedownloade updates bevinden zich op de volgende locaties: Mac OS ~/Library/Application Support/Adobe/AAMUpdater/1.0/Install Windows XP %HOMEPATH%\Local Settings\Application Data\Adobe\AAMUpdater\1.0\Install Windows Vista en Windows 7 %HOMEPATH%\AppData\Local\Adobe\AAMUpdater\1.0\Install Aanvullende componenten die beschikbaar zijn met Application Manager Wanneer u Application Manager installeert, worden de volgende componenten ook beschikbaar: Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition, een opdrachtregelhulpprogramma waarmee u de serienummering kunt bijhouden en beheren voor Adobe Creative Suite -producten die u hebt gedistribueerd in uw onderneming Zie Hoofdstuk 8, Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition voor meer informatie over het gebruik van dit hulpprogramma. Adobe Update Server Setup Tool, een platformspecifiek opdrachtregelhulpprogramma waarmee u uw eigen updateserver kunt configureren voor automatische updates van Adobe Creative Suite -producten. Zie Hoofdstuk 9, Adobe Update Server Setup Tool voor meer informatie over het gebruik van dit hulpprogramma. Deze componenten zijn beschikbaar in de volgende mappen

16 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Aanvullende componenten die beschikbaar zijn met Application Manager 16 Adobe Update Server Setup Tool In Windows 32-bits: In Windows 64-bits Mac OS: <systeemstation>:\program Files\Common Files\Adobe\OOBE\PDApp\Enterprise\utilities\AUSST <systeemstation>:\program Files (x86)\common Files\Adobe\OOBE\PDApp\Enterprise\utilities\AUSST /Library/Application Support/Adobe/OOBE/PDApp /Enterprise/utilities/AUSST Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition In Windows 32-bits: In Windows 64-bits Mac OS: <systeemstation>:\program Files\Common Files\Adobe\OOBE\PDApp\Enterprise\utilities\APTEE <systeemstation>:\program Files (x86)\common Files\Adobe\OOBE\PDApp\Enterprise\utilities\APTEE /Library/Application Support/Adobe/OOBE/PDApp /Enterprise/utilities/APTEE Distributiepakketten Een distributiepakket biedt een automatische manier voor het aanroepen van een installatieprogramma om een installatie in een onderneming uit te voeren. De installatie is een stille, aangepaste installatie. Met elk installatiepakket kunt u een set met toepassingen installeren die deel uitmaken van één suiteproduct. Distributiepakketten worden altijd uitgevoerd op de doelsystemen. Met Adobe Application Manager Enterprise Edition kunt u pakketten maken. U kunt installatiepakketten maken voor de oorspronkelijke distributie van Creative Suite-producten. Na de oorspronkelijke distributie kunt u ervoor kiezen om updates voor eerder geïnstalleerde producten op te nemen in installatiepakketten met updates of u kunt het hulpprogramma gebruiken om pakketten met alleen updates te maken. Een van de eerste dingen die u doet wanneer u een installatiepakket maakt, is het instellen van Application Manager op de productinstallatiemap van het aangeschafte losse of suiteproduct dat u wilt verpakken. Application Manager scant deze map en stelt een lijst met toepassingen en componenten voor die kunnen worden geïnstalleerd en waaruit u kunt kiezen. Ook kunt u een aantal opties instellen die invloed hebben op het gedrag van het installatieprogramma en van de geïnstalleerde toepassingen als deze worden gestart op het systeem van de eindgebruiker. Al deze keuzes worden in het pakket vastgelegd. Als u een nieuw pakket opslaat, worden de volgende items gemaakt: Een map met de naam Build. In Windows bevat deze map het msi-bestand dat wordt gebruikt op een clientsysteem, een map met de naam Setup die de volledige distributiepakketten bevat en een map ProvisioningTool die de binaire bestanden voor de vereiste hulpprogramma s bevat. In Mac OS bevat deze map de bestanden installer.pkg en uninstaller.pkg die worden gebruikt voor de installatie op een clientsysteem.

17 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Aanvullende componenten die beschikbaar zijn met Application Manager 17 Een map met de naam Exceptions. In Windows bevat deze map alle uitzonderingspayloads. In Mac OS is deze map leeg, tenzij u een installatie op basis van SSH uitvoert. Uitzonderingspayloads zijn payloads die afzonderlijk moeten worden geïnstalleerd. Welke payloads aanwezig zijn in de map met uitzonderingen is afhankelijk van het platform en de media die u hebt geselecteerd. Hieronder vindt u de gecombineerde lijst voor alle ondersteunde suites: Adobe Help PDF-instellingen voor CS5 Adobe Flash Player 10 ActiveX Adobe Story Adobe Dreamweaver Widgetbrowser Adobe Flash Player 10-invoegtoepassing Adobe AIR Adobe Content Viewer Adobe Media Player (alleen voor CS5) Adobe Captivate Reviewer Adobe Captivate Quiz Results Analyzer Acrobat X Pro Zie Installatie- en verwijderingsprogramma s voor het SCCM-pakket maken op pagina 80 voor instructies voor het maken van afzonderlijke installatieprogramma s voor deze componenten. Workflowopties voor het maken en aanpassen van pakketten U kunt pakketten op de volgende manieren maken of aanpassen: Een nieuw pakket met producten en/of productupdates maken Gebruik deze workflow als u een of meer producten wilt verpakken voor distributie op clientcomputers. U kunt desgewenst ook productupdates opnemen in het pakket. Een nieuw pakket met alleen updates maken Gebruik deze workflow als u alleen productupdates wilt opnemen voor een of meer producten in het pakket. Doorgaans gebruikt u deze optie als de producten al zijn gedistribueerd op clientcomputers en u alleen de nieuwste updates wilt verpakken en distribueren. Een bestaand pakket aanpassen om de nieuwste productupdates op te nemen Gebruik deze workflow om een bestaand pakket uit te breiden met de nieuwste updates zonder een volledig nieuw pakket samen te stellen. Als u bijvoorbeeld een pakket gebruikt dat twee producten en de bijbehorende updates bevat, kunt u dit pakket aanpassen door de nieuwste beschikbare updates toe te voegen aan het pakket. De updates worden dan toegevoegd aan het bestaande msi- of pkg-bestand zonder dat u het volledige pakket opnieuw moet samenstellen. Zo kunt u uw pakketten eenvoudiger beheren. Als in dit geval bijvoorbeeld een update voor een van de producten beschikbaar is, kunt u de bestaande update in het pakket gewoon vervangen door de nieuwe update zonder dat u een nieuw pakket hoeft te maken en te beheren.

18 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Pakketconfiguratiebestand 18 De nieuwste updates voor de bestaande producten in het pakket worden toegevoegd en u kunt desgewenst ervoor kiezen om ook updates voor andere producten op te nemen. OPMERKING: Als u deze workflow selecteert, worden updates voor producten die al aanwezig zijn in het pakket altijd opgenomen. U kunt desgewenst ook andere productupdates opnemen. Als uw pakket bijvoorbeeld Dreamweaver en Photoshop bevat, worden de nieuwste updates voor deze producten altijd opgenomen in het pakket. Zo weet u altijd zeker dat de nieuwste updates voor de producten in het pakket zijn toegevoegd. In de lijst met updates worden de beschikbare updates voor alle ondersteunde producten weergegeven. U kunt ook updates voor andere producten selecteren. In dit geval kunt u bijvoorbeeld ervoor kiezen om ook de updates voor Adobe Illustrator en Captivate op te nemen. Deze workflows worden besproken in de sectie Distributiepakketten maken. Pakketconfiguratiebestand Als u een pakket maakt, wordt in Adobe Application Manager Enterprise Edition een pakketconfiguratiebestand met de naam <pakketnaam>.aamee gemaakt. Het bestand bevindt zich in de map die u hebt opgegeven voor het pakket. U hebt dit bestand nodig als u een bestaand pakket later wilt aanpassen om updates hieraan toe te voegen, zoals besproken in Een bestaand pakket wijzigen. Distributiepakketten maken In dit gedeelte gaat u stapsgewijs een pakket maken. Het gedeelte Logbestanden en foutberichten van Application Manager op pagina 43 bevat een lijst met foutberichten van Application Manager, uitleg over de foutberichten en informatie waarmee u de fouten kunt verhelpen. 1. Roep Adobe Application Manager Enterprise Edition aan. Start Application Manager op uw systeem. Klik in Windows op de snelkoppeling van de toepassing in het menu Start, bij Programma s > Adobe > Adobe Application Manager Enterprise Edition. Gebruik in Mac OS de alias bij /Applications/Adobe Application Manager Enterprise Edition. Hiermee wordt de licentieovereenkomst voor eindgebruikers (EULA) weergegeven. U moet deze overeenkomst accepteren om door te gaan.

19 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Pakketconfiguratiebestand Nadat u de licentieovereenkomst hebt geaccepteerd, wordt het welkomstscherm weergegeven. In de linkerbenedenhoek van de meeste vensters wordt een informatiepictogram weergegeven. U kunt tijdens het gebruik van het hulpprogramma op dit pictogram klikken om de onlinedocumentatie weer te geven. Ook worden kleinere informatiepictogrammen weergegeven naast bepaalde velden. Klik op deze pictogrammen als u meer informatie wilt over de betreffende velden. Wanneer u het pakkettype selecteert, wordt het scherm bijgewerkt zodat u de basisgegevens voor het betreffende pakkettype kunt invoeren. Zoals besproken in de vorige sectie, kunt u: een installatiepakket maken; een updatepakket maken; of een bestaand pakket bijwerken. U maakt in eerste instantie de installatiepakketten. Een installatiepakket kan ook updates voor eerder gedistribueerde producten bevatten. Later wilt u mogelijk pakketten met alleen updates maken of een bestaand pakket bijwerken. Zie Een pakket met alleen updates maken op pagina 31 en Een bestaand pakket wijzigen op pagina 38.

20 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Pakketconfiguratiebestand 20 Als er een nieuwere versie van AAMEE beschikbaar is dan de versie die u gebruikt, wordt er een dialoogvenster weergegeven wanneer u Adobe Application Manager Enterprise Edition start. In het dialoogvenster moet u aangeven of u de nieuwe versie wilt downloaden. Als u Ja kiest, gaat u naar de downloadpagina voor producten waar u de nieuwste versie kunt downloaden. Als u Nee kiest, blijft de huidige versie actief op uw computer.

21 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Pakketconfiguratiebestand Selecteer Installatiepakket maken in het welkomstscherm. 4. Voer de pakketgegevens in. Voor een installatiepakket: Voer de naam van het pakket in en de locatie waar u het nieuwe pakket wilt opslaan. U kunt op het bladerpictogram klikken om de bestemmingsmap te selecteren of het absolute pad naar de map opgeven. OPMERKING: Sla het pakket niet op in de rootmap. Als u dit wel doet, kunnen er problemen optreden tijdens het aanpassen van het pakket. Voer de locatie van de productinstallatiemap in. Dit is de locatie van de installatiebestanden die u hebt gekopieerd vanaf de distributie-dvd of -ESD (zie De invoermedia voorbereiden op pagina 68). U kunt op het bladerpictogram klikken om de productinstallatiemap te selecteren of het absolute pad naar de map opgeven. Selecteer in Windows ondersteuning voor 32-bits of 64-bits processoren. U moet afzonderlijke pakketten maken voor 32-bits en 64-bits installaties. Een 32-bits pakket kan niet worden uitgevoerd op een 64-bits computer. OPMERKING: De Windows-versies van Adobe Premiere Pro CS5/5.5 en Adobe After Effects CS5/5.5 vereisen een 64-bits editie van Microsoft Windows Vista of Windows 7. Dit geldt zowel voor zelfstandige toepassingsversies als voor de componenten van Adobe Creative Suite 5/5.5 Production Premium en Adobe Creative Suite 5/5.5 Master Collection. CS5/5.5 Production Premium en CS5/5.5 Master Collection bevatten een ondersteuningspakket met de 32-bits versies van Adobe Premiere Pro CS4 en After Effects CS4 zodat u zelf kunt bepalen wanneer u wilt overstappen op een 64-bits besturingssysteem. U kunt deze toepassingen verpakken voor distributie met de Creative Suite 4 Deployment Toolkit

22 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Pakketconfiguratiebestand 22 OPMERKING: De opties die u opgeeft in het welkomstscherm en het scherm Pakket configureren, worden opgeslagen in een xml-bestand met de naam AAMEEPreferences.xml. De volgende keer dat u een nieuw pakket maakt op dezelfde computer, zijn de opties die u hebt geselecteerd bij het maken van het vorige pakket al ingevuld in de overeenkomende velden. Zie Het bestand AAMEEPreferences.xml voor meer informatie over dit bestand. 5. Klik op Volgende. Het hulpprogramma haalt de informatie op uit de installer. Dit kan enige tijd duren. Als deze bewerking is voltooid, wordt het serienummerscherm weergegeven: 6. Voer het serienummer en de taal in. Voer het serienummer in of kies Doorgaan zonder serienummer op te geven als u een installatiepakket voor een proefversie wilt maken. Zie Serienummer op pagina 61 voor meer informatie over het serienummer dat u moet gebruiken. Een serienummer kan na distributie worden gewijzigd met de Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition. Zie Serienummering in gedistribueerde producten beheren op pagina 62. Als u een serienummer invoert, controleert Application Manager de geldigheid ervan. Als u een geldig serienummer hebt opgegeven, verschijnt rechts van het veld met het serienummer een groen vinkje, evenals de taal waarvoor het serienummer geldig is. Als het serienummer niet geldig is, kunt u het serienummer opnieuw invoeren. U kunt niet doorgaan met het maken van het pakket tot u een geldig serienummer hebt opgegeven of Doorgaan zonder serienummer op te geven hebt geselecteerd.

23 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Pakketconfiguratiebestand Klik op Volgende om naar het scherm met installatieopties te gaan. Dit scherm bevat de losse producten en componenten die kunnen worden geïnstalleerd als onderdeel van het product in de productinstallatiemap. Tijdens het planningsproces moet u bepalen welke producten en componenten u wilt opnemen in elk distributiepakket. Zie Productcomponenten op pagina Selecteer de producten of componenten die u wilt opnemen. Standaard zijn alle producten geselecteerd. Schakel de producten of componenten uit die u niet wilt opnemen. Als u ervoor hebt gekozen om geen serienummer op te geven, wordt van alle producten de proefversie geïnstalleerd. Als u pakketten maakt voor meerdere producten, ziet u dat deze lijst verschilt afhankelijk van het product dat u verpakt. Als u bijvoorbeeld Adobe InDesign CS5.5 verpakt, kunt u alleen de hoofdtoepassing InDesign selecteren. Als u Adobe CS5.5 Master Collection verpakt, wordt elke toepassing in die suite weergegeven in de keuzelijst. Als aan de linkerkant meerdere producten worden weergegeven, selecteert u een product om het optionele productonderdeel weer te geven aan de rechterkant waar u kunt selecteren welke componenten moeten worden opgenomen. Bij Totale installatie onder aan het scherm wordt aangegeven hoeveel vrije schijfruimte vereist is op het doelsysteem om de geselecteerde componenten te installeren. Deze hoeveelheid wordt gewijzigd naarmate u items selecteert en uitschakelt.

24 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Pakketconfiguratiebestand Klik op Volgende om naar het scherm met configuratieopties te gaan. 10. Selecteer de configuratieopties. Voer in dit scherm de volgende waarden in: STARTOPTIES VOOR PRODUCT: stel deze opties in op de gewenste waarden. Zie Configuratie: startopties voor product op pagina 62. AIR-COMPONENTEN UITSCHAKELEN IN PAKKET: Deze optie is alleen beschikbaar voor Mac OS-installaties. Selecteer deze optie als u geen op AIR gebaseerde pakketten zoals Adobe Community Help en Adobe Media Player wilt installeren. Dit is vereist voor bepaalde situaties, bijvoorbeeld als u een installatie op basis van SSH uitvoert of als u wilt voorkomen dat proxyreferenties handmatig worden ingevoerd. Als u deze optie selecteert, moet u de op AIR gebaseerde pakketten afzonderlijk installeren, zoals beschreven in Pakketten installeren in Mac OS. OPMERKING: ALS U DE OPTIE AIR-componenten uitschakelen in pakket niet selecteert en het pakket later distribueert via SHH, loopt de computer mogelijk vast. CONFLICTAFHANDELING: geef aan of de installatie moet worden afgebroken als er conflicterende processen worden uitgevoerd of dat er moet worden doorgegaan met de installatie. Zorg ervoor dat de eindgebruiker de instructie krijgt dat alle Adobe-toepassingen en -processen, browsers en toepassingen zoals Microsoft Office moeten worden afgesloten op de doelmachine om te voorkomen dat er problemen met conflicterende processen optreden.

25 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Pakketconfiguratiebestand 25 INSTALLATIELOCATIE: U kunt de standaardlocatie accepteren of instellen dat de gebruiker de locatie moet opgeven tijdens de installatie. Als u een ander pad wilt opgeven, selecteert u Distribueren naar: en voert u het betreffende pad in. Dit moet een absoluut pad zijn. U kunt bepaalde omgevingsvariabelen gebruiken, maar u kunt niet ~ gebruiken om de basismap aan te geven. Zie Configuratie: opties voor installatielocatie op pagina 63. OPTIES VOOR ADOBE UPDATER: U kunt bepalen hoe updates voor gedistribueerde toepassingen moeten worden verwerkt. U kunt ervoor kiezen om de automatische controle op updates toe te staan of te onderdrukken, of u kunt dit proces omleiden naar uw eigen server. Zie Configuratie: opties voor updater op pagina 64. OPMERKING: De opties die u opgeeft in dit scherm, worden opgeslagen in een xml-bestand met de naam AAMEEPreferences.xml. De volgende keer dat u een nieuw pakket maakt op dezelfde computer, zijn de opties die u hebt geselecteerd bij het maken van het vorige pakket al ingevuld in de overeenkomende velden. Zie Het bestand AAMEEPreferences.xml voor meer informatie over dit bestand. 11. Voeg updates toe Als u op Volgende klikt, hebt u de mogelijkheid om updates toe te voegen aan het pakket. In dit scherm worden de updates weergegeven die u wilt toevoegen aan uw pakket. AAMEE controleert automatisch op updates en geeft de beschikbare updates weer voor de producten en gedeelde componenten die onderdeel zijn van de media.

26 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Pakketconfiguratiebestand Vouw de productgroep uit om de producten/gedeelde componenten weer te geven waarvoor updates beschikbaar zijn. De updates worden weergegeven voor producten die onderdeel zijn van de media die u hebt geselecteerd. OPMERKING: een pijl omlaag naast een update geeft aan dat de update al is gedownload. OPMERKING: Er worden niet alleen updates weergegeven voor producten die op het scherm met productopties zijn geselecteerd, maar voor alle producten/gedeelde componenten die zich op de geselecteerde media bevinden. Als u bijvoorbeeld Photoshop hebt geselecteerd op de media van Master Collection, worden updates weergegeven voor alle producten van Master Collection en niet alleen voor Photoshop.

27 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Pakketconfiguratiebestand U kunt de lijst met updates filteren op de productnaam door de eerste letters van het product te typen in het veld Zoeken op product naast het selectievakje Alle updates. Als u bijvoorbeeld dream in het veld typt, worden alleen de producten weergegeven waarvan de naam de tekenreeks dream (niet hoofdlettergevoelig) bevat.

28 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Pakketconfiguratiebestand U kunt ook filteren op meerdere producten door een lijst op te geven met door komma s gescheiden waarden. Zo kunt u zoeken naar producten waarvan de naam de tekenreeksen dream en in bevat door in het veld dream,in op te geven, zoals aangegeven in de volgende schermopname. (U kunt ook een spatie na de komma gebruiken, bijvoorbeeld dream, in.) 15. Selecteer de updates die u wilt opnemen. Schakel het selectievakje Alle updates in om alle weergegeven updates op te nemen. OPMERKING: Als u updates installeert voor Adobe After Effects, Adobe Encore of Adobe Premiere Pro, verschillen de namen van de productupdates voor de dvd- en ESD-media. Zie de volgende sectie Verschil in namen van productupdates voor dvd en ESD (elektronische softwaredistributie) in een gecombineerd pakket voor meer informatie. Als u al een of meer updates afzonderlijk hebt gedownload, kunt u deze aan het pakket toevoegen door op de knop Update toevoegen te klikken en de updates te selecteren. OPMERKING: AAMEE controleert of de updatepakketten die u hebt gedownload, de nieuwste updates bevatten. Oudere versies van updates kunnen niet aan het pakket worden toegevoegd. 16. Klik op Samenstellen om het nieuwe pakket te maken. De geselecteerde updates worden eerst gedownload van de updateserver van Adobe en vervolgens wordt het verpakkingsproces gestart. In Windows wordt met dit proces een pakket met msi-indeling gemaakt, in Mac OS een pakket met pkg-indeling. OPMERKING: wanneer de updates voor de eerste keer worden gedownload, kan dit veel tijd in beslag nemen, afhankelijk van de grootte van de updates en de beschikbare bandbreedte.

29 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Pakketconfiguratiebestand 29 In het scherm Voortgang van het downloaden en het scherm Voortgang van build wordt een schatting weergegeven van de voortgang van dit langdurige proces.

30 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Pakketconfiguratiebestand Nadat het proces is voltooid, wordt het samenvattingsscherm weergegeven. In dit scherm wordt aangegeven welke producten of componenten zijn opgenomen in de build en welk serienummer is gebruikt voor het suiteproduct of de losse producten. Klik onder aan het scherm op de koppeling voor het logbestand van de build om een gedetailleerd voortgangsrapport, inclusief eventuele fouten, weer te geven. Klik op Nieuw pakket om terug te gaan naar het welkomstscherm als u nog een pakket wilt maken of een bestaand pakket wilt bijwerken. Klik op Sluiten om AAMEE af te sluiten. Verschil in namen van productupdates voor dvd en ESD (elektronische softwaredistributie) in een gecombineerd pakket Wanneer u een gecombineerd pakket maakt (dat een installatie- en updatepakket bevat), worden voor de volgende producten verschillende namen gebruikt voor de updates, afhankelijk van of u dvdof ESD-media (inclusief media die is gedownload van de website van Adobe) gebruikt:

31 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Een pakket met alleen updates maken 31 In de volgende tabel wordt het verschil aangegeven: Suite Creative Suite 5.0 Creative Suite 5.5 Weergegeven naam in het scherm Updates voor dvd-media Adobe After Effects CS5 Adobe Encore CS5 Adobe Premiere Pro CS5 Adobe Encore CS5 Adobe Premiere Pro CS5 Weergegeven naam in het scherm Updates voor ESD-media Adobe After Effects CS5 - Proefversie Adobe Encore CS5 - Proefversie Adobe Premiere Pro CS5 - Proefversie Adobe Encore CS5 - Proefversie Adobe Premiere Pro CS5 - Proefversie Een pakket met alleen updates maken Het proces voor het maken van een updatepakket lijkt heel erg op dat voor het maken van het oorspronkelijke installatiepakket. 1. Selecteer Updatepakket maken in het welkomstscherm. Het scherm Updatepakket wordt weergegeven. 2. Voer de pakketgegevens in: Voer een beschrijvende naam voor het updatepakket in.

32 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Een pakket met alleen updates maken 32 Voer de locatie in waar u het nieuwe updatepakket wilt opslaan. U kunt op het bladerpictogram klikken om de bestemmingsmap te selecteren of het absolute pad naar de map opgeven. OPMERKING: De opties die u opgeeft in dit scherm, worden opgeslagen in een xml-bestand met de naam AAMEEPreferences.xml. De volgende keer dat u een nieuw pakket maakt op dezelfde computer, zijn de opties die u hebt geselecteerd bij het maken van het vorige pakket al ingevuld in de overeenkomende velden. Zie Het bestand AAMEEPreferences.xml voor meer informatie over dit bestand. 3. Klik op Volgende om naar het scherm Updates te gaan. In dit scherm worden de updates weergegeven die u wilt toevoegen aan uw pakket. AAMEE controleert automatisch op updates en geeft de beschikbare updates weer voor de producten en gedeelde componenten die onderdeel zijn van de media.

33 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Een pakket met alleen updates maken Vouw de productgroep uit om de producten/gedeelde componenten weer te geven waarvoor updates beschikbaar zijn. De updates worden weergegeven voor producten die onderdeel zijn van de media die u hebt geselecteerd. OPMERKING: een pijl omlaag naast een update geeft aan dat de update al is gedownload.

34 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Een pakket met alleen updates maken U kunt de lijst met updates filteren op de productnaam door de eerste letters van het product te typen in het veld Zoeken op product naast het selectievakje Alle updates. Als u bijvoorbeeld dream in het veld typt, worden alleen de producten weergegeven waarvan de naam de tekenreeks dream (niet hoofdlettergevoelig) bevat.

35 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Een pakket met alleen updates maken U kunt ook filteren op meerdere producten door een lijst op te geven met door komma s gescheiden waarden. Zo kunt u zoeken naar producten waarvan de naam de tekenreeksen dream en in bevat door in het veld dream,in op te geven, zoals aangegeven in de volgende schermopname. (U kunt ook een spatie na de komma gebruiken, bijvoorbeeld dream, in.) 7. Selecteer de updates die u wilt opnemen. Schakel het selectievakje Alle updates in om alle weergegeven updates op te nemen. OPMERKING: Als u updates installeert voor Adobe After Effects, Adobe Encore of Adobe Premiere Pro, worden voor elk product twee updatenamen weergegeven. Selecteer de juiste productnaam zoals uitgelegd in de volgende sectie Namen van productupdates voor dvd en ESD (elektronische softwaredistributie) in een pakket met alleen updates 8. Als u al een of meer updates afzonderlijk hebt gedownload, kunt u deze aan het pakket toevoegen door op de knop Update toevoegen te klikken en de updates te selecteren. OPMERKING: AAMEE controleert of de updatepakketten die u hebt gedownload, de nieuwste updates bevatten. Oudere versies van updates kunnen niet aan het pakket worden toegevoegd. 9. Klik op Samenstellen om het nieuwe pakket te maken.

36 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Een pakket met alleen updates maken Nadat het proces is voltooid, wordt het samenvattingsscherm weergegeven. De pagina bevat een samenvatting van de updates die u hebt opgenomen in de build. U kunt onder aan de pagina op de koppeling voor het logbestand van de build klikken om een gedetailleerd voortgangsrapport weer te geven, inclusief eventuele fouten. Klik op Nieuw pakket om terug te gaan naar het welkomstscherm als u nog een pakket wilt maken of een bestaand pakket wilt bijwerken. Klik op Sluiten om AAMEE af te sluiten. Namen van productupdates voor dvd en ESD (elektronische softwaredistributie) in een pakket met alleen updates Wanneer u een pakket met alleen updates maakt, worden voor de volgende producten twee updatenamen weergegeven in het scherm Updates: Adobe After Effects Adobe Encore Adobe Premiere Pro

37 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Een pakket met alleen updates maken 37 In de volgende tabel wordt dit aangegeven: Suite Creative Suite 5.0 Productnaam Adobe After Effects Weergegeven namen in het scherm Updates Adobe After Effects CS5 Adobe After Effects CS5 - Proefversie Adobe Encore Adobe Encore CS5 Adobe Encore CS5 - Proefversie Creative Suite 5.5 Adobe Premiere Pro Adobe Encore Adobe Premiere Pro CS5 Adobe Premiere Pro CS5 - Proefversie Adobe Encore CS5.5 Adobe Encore CS5.5 - Proefversie Adobe Premiere Pro Adobe Premiere Pro CS5.5 Adobe Premiere Pro CS5.5 - Proefversie In de volgende schermopname wordt dit aangegeven:

38 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Een bestaand pakket wijzigen 38 Selecteer een van de twee namen, afhankelijk van of u het hoofdpakket hebt geïnstalleerd met dvd- of ESD-media (inclusief media die is gedownload van de website van Adobe). Als u het hoofdpakket hebt geïnstalleerd vanaf dvd-media, moet u de naam zonder de toevoeging Proefversie gebruiken. Als u het hoofdpakket hebt geïnstalleerd via ESD (elektronische softwaredistributie), moet u de naam met de toevoeging Proefversie gebruiken. Als u Adobe After Effects bijvoorbeeld hebt geïnstalleerd nadat u deze toepassing hebt gedownload van de website van Adobe (wat een vorm elektronische softwaredistributie is), moet u de update met de naam Adobe After Effects - Proefversie selecteren. Een bestaand pakket wijzigen Gebruik deze workflow om updates toe te voegen aan een bestaand pakket zonder het volledige pakket opnieuw samen te stellen. 1. Selecteer Bestaand pakket wijzigen in het welkomstscherm. Het scherm Pakket wijzigen wordt weergegeven. 2. U wordt gevraagd om de naam op te geven van het pakketconfiguratiebestand dat is gemaakt toen het pakket voor de eerste keer werd samengesteld. Het bestand heeft de naam <pakketnaam>.aamee en bevindt zich in de map van het pakket. Blader naar het pakketconfiguratiebestand dat u wilt wijzigen en klik op Volgende.

39 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Een bestaand pakket wijzigen Het scherm Updates wordt weergegeven. Hierin kunt u de updates selecteren die u wilt toevoegen aan het pakket. BELANGRIJK: De updates die al onderdeel zijn van het pakket, zijn standaard geselecteerd (en worden grijs weergegeven) in het scherm en kunnen niet worden uitgeschakeld. Als voor een dergelijke update een hogere versie beschikbaar is, wordt de update automatisch gedownload en toegevoegd aan het pakket. U kunt ook ervoor kiezen om andere updates toe te voegen die momenteel geen deel uitmaken van het pakket. 4. U kunt de lijst met updates filteren op de productnaam door de eerste letters van het product te typen in het veld Zoeken op product naast het selectievakje Alle updates. Als u bijvoorbeeld dream in het veld typt, worden alleen de producten weergegeven waarvan de naam de tekenreeks dream (niet hoofdlettergevoelig) bevat.

40 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Een bestaand pakket wijzigen 40

41 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Een bestaand pakket wijzigen U kunt ook filteren op meerdere producten door een lijst op te geven met door komma s gescheiden waarden. Zo kunt u zoeken naar producten waarvan de naam de tekenreeksen dream en in bevat door in het veld dream,in op te geven, zoals aangegeven in de volgende schermopname. (U kunt ook een spatie na de komma gebruiken, bijvoorbeeld dream, in.) 6. Selecteer de updates die u wilt opnemen. Schakel het selectievakje Alle updates in om alle weergegeven updates op te nemen. OPMERKING: Als u updates installeert voor Adobe After Effects, Adobe Encore of Adobe Premiere Pro, worden voor elk product twee updatenamen weergegeven. Selecteer de juiste productnaam zoals beschreven in de sectie, Namen van productupdates voor dvd en ESD (elektronische softwaredistributie) in een pakket met alleen updates 7. Als u al een of meer updates afzonderlijk hebt gedownload, kunt u deze toevoegen aan het pakket door op de knop Updates toevoegen te klikken en de updates te selecteren. OPMERKING: AAMEE controleert of de gedownloade updatepakketten de nieuwste updates bevatten. Oudere versies van updates kunnen niet worden toegevoegd aan het pakket. 8. Klik op Samenstellen om het bestaande pakket bij te werken met de geselecteerde updates.

42 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Het bestand AAMEEPreferences.xml Nadat het proces is voltooid, wordt het samenvattingsscherm weergegeven. De pagina bevat een samenvatting van de updates die u hebt toegevoegd aan/gewijzigd in de build. U kunt onder aan de pagina op de koppeling voor het logbestand van de build klikken om een gedetailleerd voortgangsrapport weer te geven, inclusief eventuele fouten. 10. Klik op Nieuw pakket om terug te gaan naar het welkomstscherm als u nog een pakket wilt maken of een bestaand pakket wilt bijwerken. Klik op Sluiten om AAMEE af te sluiten. Het bestand AAMEEPreferences.xml De opties die u opgeeft in het welkomstscherm en het scherm Pakket configureren, worden opgeslagen in een xml-bestand met de naam AAMEEPreferences.xml. De volgende keer dat u een nieuw pakket maakt op dezelfde computer, zijn de opties die u hebt geselecteerd bij het maken van het vorige pakket al ingevuld in de overeenkomende velden. Als u dit bestand verwijdert, wordt een nieuw bestand gemaakt wanneer u Adobe Application Manager Enterprise Edition opnieuw start. Dit nieuwe bestand bevat de standaardvoorkeuren. Het bestand AAMEEPreferences.xml wordt opgeslagen op de volgende locatie: Mac OS ~/Library/Application Support/Adobe/Enterprise Windows XP %HOMEPATH%\Local Settings\Application Data\Adobe\Enterprise Windows Vista en Windows 7 %HOMEPATH%\AppData\Local\Adobe\Enterprise

43 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Het bestand AAMEEPreferences.xml 43 Pakketten in de map Exceptions installeren Wanneer u een pakket maakt voor distributie in ondernemingen met Adobe Update Manager Enterprise Edition (AAMEE), worden er twee mappen gemaakt: De map met de build bevat het msi- (Windows) of het pkg-bestand (Mac OS) voor distributie met Microsoft SCCM of Apple ARD De map Exceptions bevat de payloads die afzonderlijk moeten worden geïnstalleerd. De inhoud van de map voor de build is afhankelijk van of u installeert voor Mac OS of Windows, of u Acrobat hebt opgenomen als onderdeel van het pakket en of u hebt ingesteld dat AIR-componenten moeten worden uitgeschakeld (voor Mac OS). Zie het hoofdstuk Producten in de map Exceptions installeren voor informatie over het installeren van producten in de map Exceptions. Zie het hoofdstuk Adobe Acrobat distribueren voor informatie over het distribueren van Acrobat voor Windows. BELANGRIJK: lees de informatie in deze hoofdstukken door voor u de pakketten distribueert op de doelcomputers. Logbestanden en foutberichten van Application Manager Wanneer u Adobe Application Manager Enterprise Edition installeert of uitvoert, maakt de toepassing nieuwe logbestanden of schrijft naar bestaande logbestanden op het beheersysteem. Deze bestanden bevinden zich op de locatie voor tijdelijke bestanden van het platform: In Windows bevinden de logbestanden zich op de locatie %temp%. In Mac OS bevinden de logbestanden zich in de map ~/Library/Logs/. PDApp.log AdobePB<tijdstempel>.log Tijdens het installeren van het hulpprogramma en het configureren van een pakket, schrijft het hulpprogramma informatie naar dit bestand. Raadpleeg dit bestand als er problemen optreden tijdens de installatie van het hulpprogramma of tijdens het maken van een pakket. Nadat u de pakketconfiguratie hebt voltooid, kunt u de buildengine starten waarmee het distributiepakket wordt gemaakt. De buildengine schrijft de informatie over de voortgang, waarschuwingen en fouten met de build naar dit bestand. Als de build mislukt, raadpleegt u dit bestand om de oorzaak te achterhalen.

44 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Het bestand AAMEEPreferences.xml 44 Foutberichten Foutbericht Oorzaak Oplossing Scherm Welkom De padnaam is niet geldig. Geef een geldige padnaam op. Er is al een map met de naam <mapnaam>. Geef een unieke mapnaam op. De pakketnaam en het pad overschrijden de maximumlengte met <x> tekens. Geef een korter pad en/of kortere pakketnaam op. U hebt onvoldoende rechten om te schrijven naar dit pad. Kan geen geldig installatieprogramma vinden. Het installatieprogramma kan niet correct worden geparseerd. U kunt geen pakket maken met een component zonder serienummer. Geef in de installatiemap voor het product een product met serienummer op. U hebt de optie voor 32-bits pakketten geselecteerd. Plaats een 32-bits medium of selecteer de optie voor 64-bits pakketten. Scherm Serienummer Dit serienummer is niet geldig voor dit product. U hebt in de naam van het pakket tekens gebruikt die niet worden ondersteund voor mapnamen in Windows of Mac OS. De opslaglocatie van het pakket bevat al een map met de opgegeven naam. Het doelpad voor het maken van pakketten overschrijdt de maximumpadlengte die is ingesteld door Microsoft Windows. De gebruiker heeft geen schrijftoegang tot de opslaglocatie. Application Manager heeft geen bestanden en uitvoerbare bestanden voor een productinstallatiemap gevonden in het pad dat u hebt ingevoerd bij Map met productinstallatie zoeken. Er is iets fout gegaan met de productinstallatiemap. Er zijn media zonder serienummer opgegeven. U hebt een 32-bits pakket geselecteerd, maar de productinstallatiemap bevat 64-bits installatiemedia. U hebt het serienummer verkeerd ingevoerd, u gebruikt het verkeerde serienummer of de landinstelling voor het serienummer komt niet overeen met de installatiemedia. Geef een nieuwe naam op die voldoet aan de platformvereisten voor mapnamen. Geef een pad op naar een map die nog niet bestaat. Gebruik een korter pad. Stel schrijftoegang in of schrijf naar een locatie waartoe u wel toegang hebt. Controleer of de opgegeven locatie verwijst naar de productinstallatiemap die u op het beheersysteem of in de stagingmap hebt geplaatst. Controleer of de opgegeven locatie voor de productinstallatiemap correct, leesbaar en volledig is en onbeschadigde productinstallatiebestanden bevat. Zorg ervoor dat de productinstallatiemap producten met serienummers bevat. Zorg dat de map 32-bits media bevat of selecteer de optie voor 64-bits pakketten. Controleer of u het serienummer correct hebt ingevoerd, of de landinstelling beschikbaar is voor het product dat u installeert en of u het nummer hebt verkregen via een volumelicentieprogramma.

45 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Het bestand AAMEEPreferences.xml 45 Foutbericht Oorzaak Oplossing Scherm Configureren Distributielocatie is vereist. Ongeldig bestand Scherm Samenvatting Er zijn onherstelbare fouten aangetroffen in uw build. Deze patch is niet verpakt omdat er al een hogere versie is opgenomen in dit pakket. Scherm Updates DMG-/ZIP-bestanden niet beschikbaar. Geen geldige DMG-/ZIP-bestanden gevonden. U hebt de optie Distribueren naar geselecteerd en op Volgende geklikt zonder een locatie in te voeren. U hebt de optie AAM Updater omleiden naar interne server geselecteerd, maar een ongeldig xml-bestand voor omleiden opgegeven. De build is mislukt. Raadpleeg het logbestand voor de build om de oorzaak te achterhalen. U hebt de verkeerde versie of meerdere versies van een update geselecteerd. Het opgegeven pad voor de zip- of dmg-bestanden is niet toegankelijk. De updatebestanden die u hebt geselecteerd, zijn geen echte zipof dmg-bestanden (hoewel ze wel zo genoemd kunnen zijn). Koppelen van DMG-bestand is mislukt. Application Manager kan het dmg-bestand niet koppelen. Dit kan de volgende oorzaken hebben: De bestanden kunnen automatisch gekoppeld zijn toen de updates werden gedownload. Als u de optie Distribueren naar selecteert, moet u een locatie opgeven. Geef een correct xml-bestand voor omleiden op. Voer de benodigde handeling uit en probeer het opnieuw. Als de fout bijvoorbeeld wordt veroorzaakt door onvoldoende schijfruimte, moet u meer schijfruimte vrijmaken. Selecteer de hoogste updateversie die beschikbaar is. Controleer of de opgegeven locatie voor de zip- of dmg-updatebestanden toegankelijk is. Selecteer de updates nogmaals nadat ze beschikbaar zijn geworden. Zorg ervoor dat de bestanden geldige zip- of dmg-bestanden zijn. Zorg ervoor dat er voldoende schijfruimte beschikbaar is en dat de mappen beschikken over de benodigde machtigingen. Dit kan het gevolg zijn van een systeemfout, onjuiste machtiging, onvoldoende schijfruimte of een andere fout.

46 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Het bestand AAMEEPreferences.xml 46 Foutbericht Oorzaak Oplossing Ongeldige DMG-/ZIP-bestanden. Dit kan de volgende oorzaken hebben: De vereiste bestanden zijn niet gevonden. De updatebestanden bevatten niet de juiste inhoud (de bestanden kunnen bijvoorbeeld beschadigd zijn). Controleer of de juiste updatebestanden zijn gedownload en voer de stappen opnieuw uit. Start zo nodig Application Manager opnieuw. Als dit niet werkt, downloadt u de bestanden opnieuw. Fout met uitpakken van ZIP-bestanden. De updateserver reageert niet. De server is mogelijk tijdelijk offline, of de instellingen voor internet of de firewall zijn wellicht onjuist. Probeer het later opnieuw. Kan de gebruiker niet verifiëren. Controleer gebruikersnaam en wachtwoord en probeer het opnieuw Er is onvoldoende ruimte op de vaste schijf om deze update te downloaden. Maak schijfruimte vrij en probeer het opnieuw. Er is een fout opgetreden bij het verwerken van de zip- of dmg-bestanden. De zip-bestanden kunnen niet worden uitgepakt in de tijdelijke map vanwege een systeemfout, machtigingsprobleem of andere fout. Er was geen netwerkverbinding beschikbaar voor AAMEE tijdens het controleren op updates of het downloaden van updates. U gebruikt een proxyserver om verbinding te maken met het netwerk en de opgegeven referenties voor verificatie van de proxyserver zijn onjuist. Er is minder schijfruimte beschikbaar dan de ruimte die vereist is voor het downloaden van de updates. Zorg ervoor dat de zip-bestanden correct kunnen worden uitgepakt in de tijdelijke map. Controleer of er een netwerk beschikbaar is of klik op Doorgaan en voeg de updates toe vanaf de locatie waarnaar u de updates handmatig hebt gedownload. Geef de juiste aanmeldingsreferenties voor verificatie van de proxyserver op. Zorg dat er voldoende schijfruimte beschikbaar is om de updates te downloaden. De updates worden gedownload naar de volgende locaties: Mac OS: ~/Library/Application Support/Adobe/AAMUpdater/1.0/Install Windows XP: %HOMEPATH%\Local Settings\Application Data\Adobe\AAMUpdater\1.0\Install Windows Vista en Windows 7: %HOMEPATH%\AppData\Local\Adobe\A AMUpdater\1.0\Install

47 Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen Het bestand AAMEEPreferences.xml 47 Foutbericht Oorzaak Oplossing Er is een fout opgetreden tijdens het downloaden van deze update. U kunt de update mogelijk verpakken door deze handmatig te downloaden van Er is een fout opgetreden tijdens het downloaden van deze update. Controleer de schrijfmachtigingen en probeer het opnieuw. Er is een fout opgetreden tijdens het downloaden van de update. De map waarnaar de updates worden gedownload, heeft geen schrijfrechten. Workflow voor het wijzigen van bestaande pakketten Ongeldig bestand Het bestand is mogelijk geen geldig pakketconfiguratiebestand (.aamee) Het geselecteerde pakket is beschadigd Dit heeft een of meer van de volgende oorzaken: Het pakket dat u wilt wijzigen, is beschadigd Probeer de update opnieuw te downloaden. Als dit niet werkt, moet u de update handmatig verpakken nadat u deze hebt gedownload van Controleer of de map waarin de updates zijn opgeslagen, schrijfrechten heeft. Mac OS: ~/Library/Application Support/Adobe/AAMUpdater/1.0/Install Windows XP: %HOMEPATH%\Local Settings\Application Data\Adobe\AAMUpdater\1.0\Install Windows Vista en Windows 7: %HOMEPATH%\AppData\Local\Adobe\A AMUpdater\1.0\Install Geef het pad op naar een geldig pakketconfiguratiebestand (.aamee). Controleer of het pakket niet is beschadigd en een geldig pakketconfiguratiebestand (.aamee) bevat. Onvoldoende schrijfrechten. Er is een fout opgetreden. Controleer het bestand opnieuw. Er zijn onherstelbare fouten aangetroffen in de build Het pakket bevat geen geldig pakketconfiguratiebestand (.aamee) Er is geen schrijftoegang beschikbaar voor de locatie van het pakket Onbekende fout Onbekende fout Controleer of voor de map met het pakket de juiste schrijfmachtigingen zijn ingesteld Controleer het logbestand van de build voor meer informatie over de fout Controleer het logbestand van de build voor meer informatie over de fout

48 2 Producten in de map Exceptions installeren BELANGRIJK: Neem dit hoofdstuk door voordat u een pakket installeert dat is gemaakt met Adobe Application Manager Enterprise Edition. Volg de instructies in dit hoofdstuk om ervoor te zorgen dat de uitzonderingspayloads correct worden geïnstalleerd en geconfigureerd. Lees de instructies in Hoofdstuk 3, Adobe Acrobat distribueren als u Adobe Acrobat X wilt installeren. Over Adobe Application Manager, Enterprise Edition AAMEE-pakketten (Adobe Application Manager Enterprise Edition) zijn Adobe Creative Suite-producten in msi- of pkg-indeling die kunnen worden gedistribueerd op meerdere computers. AAMEE biedt een automatische manier voor het uitvoeren van een stille, aangepaste installatie op meerdere computers in uw onderneming. Met elk installatiepakket kunt u een set toepassingen installeren die deel uitmaken van één suiteproduct op de doelsystemen. U kunt AAMEE gebruiken voor het volgende: Pakketten maken voor een eerste distributie. Updates opnemen in eerder geïnstalleerde producten door een pakket te maken dat zowel installatie als updates omvat. Pakketten maken die alleen updates omvatten voor eerder geïnstalleerde producten. Installatiepakketten Wanneer u een installatiepakket maakt, geeft u de locatie op van de productinstallatiemap van het aangeschafte losse of suiteproduct dat u wilt verpakken. AAMEE scant deze map en stelt een lijst met toepassingen en componenten voor die kunnen worden geïnstalleerd, waaruit u kunt kiezen. Al deze keuzes worden in het pakket vastgelegd. Wanneer u een pakket maakt voor distributie in ondernemingen met Adobe Application Manager Enterprise Edition (AAMEE), worden er twee mappen gemaakt: De map met de build bevat het msi- (Windows) of het pkg-bestand (Mac OS) voor distributie met Microsoft SCCM of Apple ARD De map Exceptions bevat de payloads die afzonderlijk moeten worden geïnstalleerd. Pakketten in de map Exceptions In Windows De map Exceptions in Windows bevat alle pakketten die afzonderlijk moeten worden geïnstalleerd. Deze map bevat ook het bestand ExceptionInfo.txt, dat informatie bevat over hoe payloads moeten worden geïnstalleerd en een koppeling naar de informatie in dit hoofdstuk. Als u in Windows ervoor kiest dat Acrobat wordt opgenomen, wordt dit programma in de map met uitzonderingen geplaatst en niet in het hoofdinstallatiepakket. De instructies voor het installeren van Acrobat vanuit de map Exceptions vindt u in de desbetreffende sectie van dit hoofdstuk. 48

49 Producten in de map Exceptions installeren Lijst met payloads in de map Exceptions 49 In Mac OS Als u in Mac OS de optie AIR-COMPONENTEN UITSCHAKELEN IN PAKKET in het venster Pakket configureren hebt geselecteerd, worden AIR-componenten en Adobe Community Help niet geïnstalleerd met het standaardpakket. In plaats daarvan worden ze gekopieerd naar de map Exceptions en kunt u ze vanuit die map installeren. De instructies voor het installeren vindt u in de volgende secties. Als u in Mac OS echter niet de optie AIR-COMPONENTEN UITSCHAKELEN IN PAKKET hebt geselecteerd in het venster Pakket configureren, worden er geen componenten gekopieerd naar de map Exceptions. Pakketten installeren in Windows Alle componenten in de map Exceptions moeten afzonderlijk worden geïnstalleerd, nadat u het hoofdpakket hebt gemaakt. Gewoonlijk kunnen alle uitzonderingspayloads in stille modus worden geïnstalleerd met de opdracht die in het bestand ExceptionInfo.txt (in de map Exceptions) wordt vermeld voor elke uitzonderingspayload. De installatie van Acrobat Professional vereist extra stappen zoals wordt toegelicht in Adobe Acrobat distribueren. Voor sommige componenten, zoals AIR en CHC, zijn de beschikbare versies op de website van Adobe nieuwer dan de versies in de map met uitzonderingen. Download deze hulpprogramma s van de website van Adobe om ervoor te zorgen dat u de nieuwste versies gebruikt. Zie Componenten afzonderlijk downloaden en installeren in Windows voor meer informatie. OPMERKING: Voor CS5.5-media of later moeten uitzonderingspayloads behalve voor Acrobat in Windows worden geïnstalleerd nadat u het msi-hoofdpakket hebt geïnstalleerd in de map met de build. Als u Acrobat in Windows installeert, moet u ervoor zorgen dat u Acrobat installeert vanuit de map Exceptions voordat u het msi-hoofdpakket installeert in de map met de build. Lijst met payloads in de map Exceptions Hier volgt de gecombineerde lijst met payloads die rechtstreeks kunnen worden gedistribueerd met de opdrachtregel die wordt vermeld in het bestand ExceptionInfo.txt. OPMERKING: er kunnen meer payloads in de map Exceptions aanwezig zijn naarmate nieuwe producten en componenten worden uitgebracht. Adobe Help PDF-instellingen voor CS5 Adobe Flash Player 10 ActiveX Adobe Story Adobe Dreamweaver Widgetbrowser Adobe Flash Player 10-invoegtoepassing Adobe AIR Adobe Content Viewer Adobe Media Player (alleen voor CS5)

50 Producten in de map Exceptions installeren Componenten afzonderlijk downloaden en installeren in Windows 50 Adobe Captivate Reviewer Adobe Captivate Quiz Results Analyzer Acrobat X Pro Componenten afzonderlijk downloaden en installeren in Windows In deze sectie vindt u de stappen die u moet volgen als u de AIR-componenten afzonderlijk wilt downloaden en installeren in plaats van met de pakketten in de map Exceptions. AIR en Adobe Community Help installeren in Windows OPMERKING: In dit document wordt aangenomen dat uw organisatie de licentieovereenkomst voor Adobe AIR-distributie heeft ontvangen en geaccepteerd. Als dit niet het geval is, gaat u naar: 1. Download het bestand AdobeAIRInstaller.exe van 2. Download de toepassing AdobeHelp AIR vanaf OPMERKING: Voer Stap 1 op de installatiepagina niet uit. U moet dus niet een product selecteren. Ga meteen naar Stap 2: Nu installeren. 3. Klik in het dialoogvenster Toepassingsinstallatie op Opslaan en sla het bestand AdobeHelp.air op in een map. OPMERKING: U kunt het bestand AdobeHelp.air alleen opslaan als Adobe AIR is geïnstalleerd op uw computer. Als u Adobe AIR nog niet hebt geïnstalleerd op uw computer, kunt u dit doen met het bestand AdobeAIRInstaller.exe dat u hebt gedownload in stap Gebruik de volgende opdracht om een stille distributie voor de binaire bestanden van CHC uit te voeren met SCCM of een vergelijkbaar programma: AdobeAIR Installer.exe -silent -eulaaccepted AdobeHelp.air Pakketten installeren in Mac OS In de meeste gevallen kunnen de uitzonderingspayloads via de stille modus worden geïnstalleerd met de opdracht die is opgenomen in het bestand ExceptionInfo.txt (beschikbaar in de map Exceptions) van de afzonderlijke payloads. OPMERKING: De installatieopdrachten in het bestand ExceptionInfo.txt voor Mac OS werken alleen als de gebruiker is aangemeld bij de clientcomputer waarop het pakket wordt gedistribueerd. Als de gebruiker niet is aangemeld, moet de opdracht worden voorafgegaan door de volgende tekenreeks: sudo launchctl bsexec `ps auwwx grep [l]oginwindow awk '{ print $2 }'` In dit voorbeeld wordt met de opdracht Adobe AIR geïnstalleerd, waarbij de gebruiker niet is aangemeld bij de clientcomputer (hierbij wordt ervan uitgegaan dat Adobe AIR onderdeel is van het pakket): sudo launchctl bsexec `ps auwwx grep [l]oginwindow awk '{ print $2 }'` Adobe\ AIR\ Installer.app/Contents/MacOS/Adobe\ AIR\ Installer -silent OPMERKING: De opdracht in het bestand ExceptionInfo.txt voor installatie van de Adobe AIR-payload van CS5 voor Mac OS bevat een extra argument silent dat niet aanwezig moet zijn en waardoor de payload niet kan worden geïnstalleerd met de opdracht (zie de vetgedrukte tekst aan het einde van de volgende opdracht). (sudo launchctl bsexec `ps auwwx grep [l]oginwindow awk '{ print $2}'` Adobe\ AIR\ Installer.app/Contents/MacOS/Adobe\ AIR\ Installer -silent silent)

51 Producten in de map Exceptions installeren Lijst met payloads in de map Exceptions 51 Gebruik in plaats daarvan de volgende opdracht (waarin het argument silent niet volgt op de parameter -silent ): (sudo launchctl bsexec `ps auwwx grep [l]oginwindow awk '{ print $2}'` Adobe\ AIR\ Installer.app/Contents/MacOS/Adobe\ AIR\ Installer -silent) Voor sommige componenten, zoals AIR en CHC, zijn de beschikbare versies op de website van Adobe nieuwer dan de versies in de map met uitzonderingen. Download deze hulpprogramma s van de website van Adobe om ervoor te zorgen dat u de nieuwste versies gebruikt. Zie Componenten afzonderlijk downloaden en installeren in Mac OS voor meer informatie. BELANGRIJK: alle opdrachten moeten worden uitgevoerd met sudo-rechten. Lijst met payloads in de map Exceptions Hier volgt de gecombineerde lijst met payloads die rechtstreeks kunnen worden gedistribueerd met de opdrachtregel in het bestand ExceptionInfo.txt. OPMERKING: er kunnen meer payloads in de map Exceptions aanwezig zijn naarmate nieuwe producten en componenten worden uitgebracht. Adobe Help Adobe AIR Adobe Captivate Reviewer Adobe Captivate Quiz Results Analyzer Adobe Dreamweaver Widgetbrowser Componenten afzonderlijk downloaden en installeren in Mac OS In deze sectie vindt u de stappen die u moet volgen als u de AIR-componenten afzonderlijk wilt downloaden en installeren in plaats van met de pakketten in de map Exceptions. Vereisten AIR en Adobe Community Help installeren Verwante koppelingen Vereisten OPMERKING: In dit document wordt aangenomen dat uw organisatie de licentieovereenkomst voor Adobe AIR-distributie heeft ontvangen en geaccepteerd. Als dit niet het geval is, gaat u naar: 1. Download het bestand AdobeAIR.dmg vanaf 2. Download de toepassing AdobeHelp AIR vanaf OPMERKING: Voer Stap 1 op de installatiepagina niet uit. U moet dus niet een product selecteren. Ga onmiddellijk naar Stap 2: Nu installeren. U kunt het CHC-installatieprogramma alleen opslaan als AIR is geïnstalleerd op de computer. 3. Klik in het dialoogvenster Toepassingsinstallatie op Opslaan en sla het bestand AdobeHelp.air op in een map.

52 Producten in de map Exceptions installeren Componenten afzonderlijk downloaden en installeren in Mac OS Deel het bestand AdobeHelp.air (dat u in stap 3 hebt opgeslagen) via een gekoppeld AFP-volume. 5. Maak verbinding met het doelsysteem via SSH of een lokaal automatiseringsproces en koppel de dmg-bestanden vanaf een netwerkopslaglocatie, dus via AFP. 6. Zorg ervoor dat het doelsysteem niet actief is in het aanmeldingsvenster. AIR en Adobe Community Help installeren BELANGRIJK: alle opdrachten moeten worden uitgevoerd met sudo-rechten. 1. Koppel de gedeelde locatie met de gedownloade bestanden AdobeAIR.dmg en AdobeHelp.air, zoals wordt beschreven in Vereisten. mount_afp afp://<gebruiker:wachtwoord>@<ip>/<gedeeldelocatie> /Volumes/<naam tijdelijk gekoppeld volume> 2. Koppel het bestand AdobeAIR.dmg vanaf de gedeelde locatie. hdiutil mount /Volumes/<naam tijdelijk gekoppeld volume>/adobeair.dmg 3. Installeer het AIR-runtimepakket. OPMERKING: als een eerdere versie wordt gevonden, wordt de bijgewerkte versie geïnstalleerd. launchctl bsexec `ps auwwx grep [l]oginwindow awk '{ print $2 }'` /Volumes/ Adobe\ AIR/Adobe\ AIR\ Installer.app/Contents/MacOS/Adobe\ AIR\ Installer -silent 4. Ontkoppel het AIR-installatieprogramma. hdiutil unmount /Volumes/Adobe\ AIR 5. Verwijder de AIR-toepassing CHC. Deze stap is alleen vereist als een eerdere versie op uw computer staat. launchctl bsexec `ps auwwx grep [l]oginwindow awk '{ print $2 }'` /Applications/Utilities/Adobe\ AIR\ Application \ Installer.app/Contents/MacOS/Adobe\ AIR\ Application\ Installer -uninstall -silent /Applications/Adobe/Adobe\ Help.app 6. Installeer de bijgewerkte toepassing Adobe Help AIR. launchctl bsexec `ps auwwx grep [l]oginwindow awk '{ print $2 }'` /Applications/Utilities/Adobe\ AIR\ Application \ Installer.app/Contents/MacOS/Adobe\ AIR\ Application\ Installer -silent -eulaaccepted -location /Applications/Adobe /Volumes/<naam tijdelijk gekoppeld volume>/adobehelp.air 7. Maak een symbolische koppeling voor Adobe Help. Dit is vereist voor een juiste configuratie van Adobe Help. ln -s /Applications/Adobe/Adobe\ Help.app /Applications/Adobe\ Help.app 8. Ontkoppel de gedeelde locatie. umount -f /Volumes/<naam tijdelijk gekoppeld volume>

53 Producten in de map Exceptions installeren Componenten afzonderlijk downloaden en installeren in Mac OS 53 Verwante koppelingen Overzicht van handleiding voor AIR-beheerders Automatische updates van Adobe AIR voorkomen 485a42d56cd ea49bd124ef17d52a-7ff2

54 3 Adobe Acrobat distribueren Inleiding Vanaf versie 2.0 van Adobe Application Manager Enterprise Edition (AAMEE) kunt u Adobe Acrobat opnemen in een installatiepakket. OPMERKING: U kunt Acrobat alleen opnemen in het installatiepakket als u Acrobat X installeert met CS 5.5-media. Deze functie is niet van toepassing op Acrobat 9 en CS 5-media. Als u Adobe Acrobat, dat beschikbaar is via een mediabestand of gedownloade updates, opneemt voor Mac OS, wordt de toepassing opgenomen in het pakketbestand dat wordt gemaakt. Ook voor Windows kunt u ervoor kiezen om Acrobat op te nemen. In dit geval wordt Acrobat echter opgenomen in de map met uitzonderingen in plaats van in het hoofdinstallatiepakket. Nadat het pakket is gemaakt, wordt het msi-bestand voor Acrobat gemaakt in het pakket met uitzonderingen. U kunt Acrobat distribueren op de clientcomputers met de instructies in het bestand ExceptionsInfo.txt. Dit bestand bevindt zich in de map Exceptions. OPMERKING: u moet Adobe Acrobat distribueren voordat u het msi-pakket installeert dat is gemaakt met AAMEE. OPMERKING: U kunt met Adobe Application Manager Enterprise Edition geen updates voor Acrobat verpakken. De updates voor Acrobat X Pro hebben echter een systeemeigen indeling (msi-indeling voor Windows en pkg-indeling voor Macintosh) en kunnen eenvoudig worden gedistribueerd met standaardhulpprogramma s voor distributie. Raadpleeg de documentatie bij Acrobat X of de distributiedocumentatie van uw leverancier voor meer informatie over het distribueren van msi- of pkg-bestanden. Deze sectie bevat de volgende informatie: Acrobat Professional installeren in Windows Adobe Customization Wizard X gebruiken Acrobat Professional installeren in Mac OS Functievergrendeling verwerken in Mac OS na toepassen van updates Acrobat Professional installeren in Windows Met de volgende opdracht installeert u de versie van Acrobat Professional die beschikbaar is op de media voor de suite: msiexec.exe /i AcroPro.msi INSTALLDIR="[INSTALLDIR]\Acrobat 10.0" EULA_ACCEPT=NO REGISTRATION_SUPPRESS=YES SUITEMODE=1 TRANSFORMS=[installLanguage].mst INSTALLLEVEL=101 AS_DISABLE_LEGACY_COLOR=1 IGNOREAAM=1 /qn [INSTALLDIR] is de installatiemap waar Adobe Acrobat moeten worden geïnstalleerd op de clientcomputer. 54

55 Adobe Acrobat distribueren Adobe Customization Wizard X gebruiken 55 [installlanguage] is de landinstelling waarvoor Adobe Acrobat moet worden geïnstalleerd. Houd er rekening mee dat Adobe Acrobat mogelijk niet in alle talen beschikbaar is. U kunt dus alleen een taalversie aanbieden die wordt ondersteund door Acrobat Professional voor de betreffende media. Als u Acrobat bijvoorbeeld in het Nederlands wilt installeren, geeft u in de opdracht nl_nl op als landinstelling. OPMERKING: deze opdracht is ook opgenomen in het bestand ExceptionInfo.txt in de map met uitzonderingen. Adobe Customization Wizard X gebruiken U kunt de Adobe Customization Wizard X gebruiken om Acrobat X te configureren voor uw Windows-installatie. Raadpleeg het volgende artikel in de knowledgebase voor meer informatie over deze wizard en andere hulpbronnen voor het beheer van Acrobat-producten in ondernemingen. OPMERKING: de instellingen voor het onderdrukken van registratie, updates en de licentieovereenkomst voor eindgebruikers (EULA) die u selecteert in de workflow van AAMEE, hebben voorrang op de instellingen in de Adobe Customization Wizard X. OPMERKING: Geef voor serienummering van Acrobat het serienummer van de suite op in het serienummerscherm van AAMEE wanneer u het pakket maakt. Na distributie wordt Acrobat gestart in de modus met serienummer. Gebruik niet de Adobe Customization Wizard X om het serienummer voor Acrobat op te geven. Acrobat Professional verwijderen in Windows Nadat u Acrobat Professional hebt gedistribueerd met het pakket in de map met uitzonderingen, kunt u de toepassing verwijderen met de gebruikelijke procedure voor het verwijderen van msi-pakketten. U kunt de volgende opdracht gebruiken om Acrobat Professional te verwijderen: msiexec /uninstall <pad naar msi-bestand van Acrobat> /quiet

56 Adobe Acrobat distribueren Functievergrendeling verwerken in Mac OS na toepassen van updates 56 Acrobat Professional installeren in Mac OS In Mac OS wordt Adobe Acrobat X Professional weergegeven in de lijst met producten voor Creative Suite 5.5. Als u Adobe Acrobat, dat beschikbaar is via een mediabestand of gedownloade updates, opneemt, wordt deze toepassing opgenomen in het pakketbestand dat wordt gemaakt. OPMERKING: De functievergrendeling voor updates van Acrobat kan op clientcomputers worden uitgeschakeld door de kwartaalupdates voor Acrobat. Raadpleeg de volgende sectie voor informatie waarmee u de functievergrendeling kunt inschakelen nadat de kwartaalupdates voor Acrobat zijn toegepast. Functievergrendeling verwerken in Mac OS na toepassen van updates In een bedrijfsomgeving wilt u mogelijk de functie voor updates uitschakelen voor de computers van eindgebruikers om ervoor te zorgen dat updates altijd centraal worden gedistribueerd op basis van het beleid voor systeembeheer. Hiervoor kan de functievergrendeling in Mac OS worden gebruikt, waarbij de systeembeheerder de betreffende vermeldingen toevoegt aan het bestand voor functievergrendeling, dat zich in de volgende map bevindt: Contents/MacOS/Preferences/FeatureLockDown Het bestand voor functievergrendeling wordt echter overschreven door de kwartaalupdates voor Acrobat X. De functievergrendeling voor updates is daarom uitgeschakeld nadat u de updates voor Acrobat hebt gedistribueerd. In de menu s op de computers van eindgebruikers worden de opties voor het bijwerken van Acrobat opnieuw weergegeven. Als u de functies voor updates opnieuw wilt vergrendelen, moet u het bestand FeatureLockDown bewerken met de stappen in de volgende sectie:

57 Adobe Acrobat distribueren Functievergrendeling verwerken in Mac OS na toepassen van updates 57 Het bestand FeatureLockDown bewerken Ga als volgt te werk om het bestand FeatureLockDown te bewerken en ervoor te zorgen dat de functie voor updates vergrendeld blijft voor gebruikers nadat u updates voor Acrobat hebt gedistribueerd: 1. Installeer Acrobat X op een testcomputer. 2. Pas alle gewenste updates toe op de testcomputer. 3. Open het bestand FeatureLockDown dat zich bevindt bij: Contents/MacOS/Preferences/FeatureLockDown in de inhoud van de Acrobat-toepassing. Open dit bestand met Teksteditor of een vergelijkbaar programma. De inhoud van het bestand is vergelijkbaar met de onderstaande informatie: << /DefaultLaunchAttachmentPerms [ /c << /BuiltInPermList [ /t (version:1.ade:3.adp:3.app:3.arc:3.arj:3.asp:3.bas:3.bat:3.bz:3.bz2:3.c ab:3.chm:3.class:3.cmd:3.com:3.command:3.cpl:3.crt:3.csh:3.desktop:3.dll :3.exe:3.fxp:3.gz:3.hex:3.hlp:3.hqx:3.hta:3.inf:3.ini:3.ins:3.isp:3.it s:3.jar:3.job:3.js:3.jse:3.ksh:3.lnk:3.lzh:3.mad:3.maf:3.mag:3.mam:3.m aq:3.mar:3.mas:3.mat:3.mau:3.mav:3.maw:3.mda:3.mdb:3.mde:3.mdt:3.mdw:3.mdz:3.msc:3.msi:3.msp:3.mst:3.ocx:3.ops:3.pcd:3.pi:3.pif:3.pkg:3.prf:3.prg:3.pst:3.rar:3.reg:3.scf:3.scr:3.sct:3.sea:3.shb:3.shs:3.sit:3.tar :3.taz:3.tgz:3.tmp:3.url:3.vb:3.vbe:3.vbs:3.vsmacros:3.vss:3.vst:3.vsw: 3.webloc:3.ws:3.wsc:3.wsf:3.wsh:3.z:3.zip:3.zlo:3.zoo:3.term:3.tool:3. pdf:2.fdf:2) ] >> ] 4. Bewerk dit bestand als volgt om de waarde voor vergrendeling van de functie voor updates toe te voegen (zie de vetgedrukte tekst): << /Updater [ /b false ] /DefaultLaunchAttachmentPerms [ /c << /BuiltInPermList [ /t (version:1.ade:3.adp:3.app:3.arc:3.arj:3.asp:3.bas:3.bat:3.bz:3.bz2:3.c ab:3.chm:3.class:3.cmd:3.com:3.command:3.cpl:3.crt:3.csh:3.desktop:3.dll :3.exe:3.fxp:3.gz:3.hex:3.hlp:3.hqx:3.hta:3.inf:3.ini:3.ins:3.isp:3.it s:3.jar:3.job:3.js:3.jse:3.ksh:3.lnk:3.lzh:3.mad:3.maf:3.mag:3.mam:3.m aq:3.mar:3.mas:3.mat:3.mau:3.mav:3.maw:3.mda:3.mdb:3.mde:3.mdt:3.mdw:3.mdz:3.msc:3.msi:3.msp:3.mst:3.ocx:3.ops:3.pcd:3.pi:3.pif:3.pkg:3.prf:3.prg:3.pst:3.rar:3.reg:3.scf:3.scr:3.sct:3.sea:3.shb:3.shs:3.sit:3.tar :3.taz:3.tgz:3.tmp:3.url:3.vb:3.vbe:3.vbs:3.vsmacros:3.vss:3.vst:3.vsw: 3.webloc:3.ws:3.wsc:3.wsf:3.wsh:3.z:3.zip:3.zlo:3.zoo:3.term:3.tool:3. pdf:2.fdf:2) ] >> ] OPMERKING: u kunt beter geen andere wijzigingen aanbrengen in het bestand FeatureLockDown. 5. Distribueer de updates naar de computers van de gebruikers. 6. Vervang op de computers van de gebruikers het bestand FeatureLockDown dat zich in <Acrobat-toepassing>/Contents/MacOS/Preferences bevindt door het bestand dat u hebt bewerkt in stap 4. TIP: stel de machtiging voor het bestand FeatureLockDown als volgt in om te voorkomen dat er problemen optreden bij gebruik van meerdere gebruikersaccounts: Machtiging: -rw-rw-r-- Eigenaar: root Groep: admin

58 4 Distributie plannen Voordat u pakketten maakt met Adobe Application Manager Enterprise Edition (Application Manager), moet u een goede planning maken. In deze sectie vindt u alle informatie die u nodig hebt voor deze planning. De Handleiding voor Adobe Application Manager Enterprise Edition (hier Handleiding voor Application Manager genoemd) begeleidt u bij het maken van pakketten met Application Manager. Vervolgens kunt u dit document opnieuw raadplegen om de laatste stap van de distributie uit te voeren: het gemaakte pakket op de juiste plaats neerzetten zodat de doelsystemen het pakket kunnen aanroepen en het product kunnen installeren. Het planningsproces bestaat uit verschillende stappen: 1. Uw gebruikersgroepen en hun toepassingsbehoeften identificeren. 2. De pakketten identificeren die u nodig hebt om deze toepassingen te installeren voor deze gebruikers, en beslissen hoe u deze pakketten gaat distribueren. 3. De pakketten zelf specificeren voordat u deze maakt. In elke sectie van dit hoofdstuk wordt een van de stappen in de planning besproken. Gebruikersgroepen en hun behoeften identificeren Voor elke unieke gebruikersgroep in uw onderneming hebt u een of meer distributiepakketten nodig. Als eerste stap in uw planning identificeert u elke gebruikersgroep die een bepaalde toepassing of verzameling toepassingen nodig heeft om de werkzaamheden uit te voeren. Als u of iemand anders in uw bedrijf al de Creative Suite 5-producten heeft aangeschaft, is deze stap ongetwijfeld al uitgevoerd. Mogelijk is de stap echter niet vastgelegd in een vorm die voor u in dit stadium van de planning nuttig is. Op dit punt moet u het volgende identificeren: GROEPSNAAM: Identificeer elke gebruikersgroep waarvoor u software hebt aangeschaft of gaat aanschaffen. De labels waarmee u uw gebruikersgroepen identificeert, zijn alleen bedoeld voor gebruik door u; ze worden nergens in het distributiepakket opgenomen en u kunt ze elke naam geven die u wilt. BENODIGDE HOOFDTOEPASSINGEN: Maak voor elke gebruikersgroep de lijst met toepassingen die de mensen in die groep nodig hebben om hun werk te kunnen doen. De hoofdtoepassingen staan in de eerste kolom van de matrix met toepassingen en suites op pagina 60. PRODUCT: Identificeer de aangeschafte of aan te schaffen producten die de toepassingen bevatten die u hebt genoteerd. Deze lijst bestaat uit losse producten en/of suiteproducten. PLATFORM: geef voor elk product het platform aan (Windows en/of Mac OS). Uw pakketlijst maken Wanneer u een volledige lijst hebt van de gebruikersgroepen en de toepassingen die elke groep nodig heeft voor de werkzaamheden, kunt u bepalen hoeveel pakketten u nodig hebt om de toepassingen te distribueren voor deze gebruikers. Er zijn een aantal concepten die Adobe hanteert bij product- en pakketontwerp die u goed moet begrijpen als u wilt bepalen hoeveel pakketten u nodig hebt en wat elk pakket moet bevatten. 58

59 Distributie plannen Hoe producten zich verhouden tot pakketten 59 Hoe producten zich verhouden tot pakketten Voordat u kunt bepalen hoeveel distributiepakketten u moet maken en wat er met elk pakket moet worden gedistribueerd, moet u de relatie begrijpen tussen een product en een pakket. Wanneer u een product aanschaft, krijgt u het product ofwel op dvd's (productmedia) of via een elektronische download (product-esd). Voor distributie in ondernemingen wordt de elektronische download aanbevolen, maar u kunt ook productmedia gebruiken. Er bestaat een één-op-één overeenkomst tussen een implementatiepakket en een product. Een pakket bevat een installatiemap voor één product, met daarin het installatieprogramma set-up.exe in Windows of Install.app in Mac OS) en alle toepassings- en componentcode, configuratiegegevens en andere informatie die nodig is om het product te installeren. Daarnaast wordt elk product geleverd met één serienummer. Omdat een installatieprogramma maar één serienummer kan verwerken, kan met een pakket maar één product worden gedistribueerd. Als gevolg van deze één-op-één relatie is een distributiepakket gekoppeld met exact één productinstallatiemap. Het is niet mogelijk één pakket te maken dat meerdere producten bevat. U kunt bijvoorbeeld Photoshop CS5.5 en Illustrator CS5.5 afzonderlijk aanschaffen, maar u kunt niet één distributiepakket maken dat beide producten bevat. U moet één pakket maken om Photoshop te installeren en een ander pakket om Illustrator te installeren. Als u InCopy CS5.5, aanschaft, moet u een pakket maken om alleen InCopy te installeren. Dit is zelfs de enige manier om InCopy CS5.5 in een pakket op te nemen, omdat het geen deel uitmaakt van een van de suiteproducten. Een pakket kan alleen meerdere toepassingen installeren als al deze toepassingen worden geïnstalleerd vanuit een suiteproduct. U kunt dus Photoshop en Illustrator alleen vanuit één pakket installeren als u een suiteproduct hebt aangeschaft dat beide toepassingen bevat. Als u het pakket maakt met een serienummer voor de suite, kan het pakket elke combinatie van toepassingen uit deze suite bevatten. U kunt meerdere distributiepakketten maken vanuit één product. Voor een suiteproduct kunnen afzonderlijke pakketten verschillende subsets gebruiken met toepassingen die in de suite zijn opgenomen. U kunt zelfs meerdere pakketten maken die dezelfde toepassing distribueren met verschillende installatie- en toepassingsopties. Alle pakketten die van een bepaald product worden gemaakt, worden echter gedistribueerd met hetzelfde serienummer en dezelfde productinstallatiemap. Bereken het aantal pakketten Als u slechts één platform hebt gekozen, is uw aantal pakketten 1. Als u beide platformen hebt gekozen, is het 2. Noteer deze cijfers in de kolom AANTAL PAKKETTEN. Geef elk pakket een naam U bent nu klaar om uw pakketten namen te geven. Kies voor elk pakket op uw lijst een korte, beschrijvende naam. Als u Mac OS- en Windows-versies van hetzelfde pakket hebt, kunt u een gezamenlijke pakketnaam kiezen en Win of Mac aan de naam toevoegen. De naam die u kiest, moet u helpen het pakket gemakkelijk te koppelen aan de bedoelde gebruikersgroep en het beoogde gebruik. OPMERKING: omdat deze pakketnaam wordt gebruikt als naam voor de map met pakketbestanden op uw systeem, zijn de beperkingen die de besturingssystemen hanteren voor mapnamen ook van toepassing op de door u gekozen pakketnamen.

60 Distributie plannen Hoe producten zich verhouden tot pakketten 60 Voorbeeld van een planningswerkblad U kunt een planningswerkblad maken zoals in het voorbeeld hieronder om alle benodigde informatie op één plaats te verzamelen. PLANNINGSWERKBLAD 1: GEBRUIKERSGROEPEN EN PAKKETTEN VOOR CS5.5-PRODUCTEN AANTAL GROEPSNAAM BENODIGDE HOOFDTOEPASSINGEN PLATFORMEN PRODUCT PAKKETTEN PAKKETNAAM/-NAMEN Schrijvers InDesign Win64 Design Premium 1 Alleen InDesign Fotografen Photoshop Mac Win32 Design Premium 2 FotoMac FotoWin Vormgevers Photoshop, Illustrator, InDesign Mac Design Premium 1 Lay-out Webontwikkelaars Dreamweaver, Flash, Fireworks Mac Win32 Design Premium 2 WebMac WebWin De volgende tabel kan van pas komen bij het invullen van de eerste vier kolommen. In de tabel worden de CS5.5-suiteproducten in de bovenste rij weergegeven en de losse CS5.5-producten in de linkerkolom. De stippen in de tabel geven aan welke losse hoofdproducten zijn opgenomen in welke suite. Als een gebruikersgroep elke toepassing in een bepaalde suite nodig heeft, kunt u <suitenaam> volledig opschrijven in de kolom BENODIGDE HOOFDTOEPASSINGEN van het voorbeeldplanningswerkblad. Design Standard CS5.5 Design Premium CS5.5 Web Premium CS5.5 Master Collection CS5.5 Production Premium CS5.5 Adobe After Effects CS5.5 Adobe Contribute CS5.5 Adobe Dreamweaver CS5.5 Adobe Encore CS5.5 Adobe Fireworks CS5.5 Adobe Flash Professional CS5.5 Adobe Flash Catalyst CS5.5 Adobe Flash Builder 4 Standard Adobe Illustrator CS5.5 Adobe InDesign CS5.5 Adobe OnLocation CS5.5 Adobe Photoshop CS5.5 Adobe Premiere Pro CS5.5 OPMERKING: De weergavenaam voor Photoshop in Application Manager is altijd Photoshop. Er wordt van uitgegaan dat de uitgebreide versie van Photoshop deel uitmaakt van alle Creative Suite-versies, behalve Design Standard CS5.5.

61 Distributie plannen Configuratiedetails 61 Pakketten specificeren U hebt nu alles wat u nodig hebt om elk pakket op uw pakkettenlijst te specificeren. Zoek voor elk pakket het volgende op. Configuratiedetails In deze velden verzamelt u de informatie die u moet invoeren of opgeven in Application Manager om een distributiepakket te maken. Pakketnaam Hier noteert u de pakketnaam uit uw pakkettenlijst. Dit zijn het schijfstation en het pad naar de locatie waarnaar het door AAMEE gemaakte pakket wordt gekopieerd. Aangeschaft product / platform Noteer de naam van het product uit de kolom PRODUCT van uw pakkettenlijst. Naam gebruikersgroep Noteer de gebruikersgroep of -groepen die dit pakket gaan gebruiken. U hebt deze informatie nodig voor uw eigen boekhouding, Application Manager maakt er geen gebruik van. Opslaglocatie Dit zijn het schijfstation en het pad naar de locatie waar de toepassingen in dit pakket worden geïnstalleerd. Als het pad niet bestaat, wordt dit gemaakt door het installatieprogramma. Productinstallatiemap In Application Manager moet u aan het begin van het proces deze locatie opgeven in het veld Map met productinstallatie zoeken. Dit is het absolute pad vanuit de ESD of de distributiemedia naar de productinstallatiemap voor het product dat u in een pakket opneemt. Zie De invoermedia voorbereiden op pagina 68. Ondersteunde besturingssystemen Als u toepassingen wilt installeren op Windows-platformen met 64-bits architectuur, kiest u voor de optie 64-bits pakket bij Ondersteuning 32-bits vs 64-bits besturingssystemen. Dit is niet van toepassing op pakketten die bedoeld zijn voor Mac OS. Serienummer Dit is het serienummer dat u hebt ontvangen bij de aanschaf van uw product. Voor een installatieprogramma voor een los product geeft u het serienummer voor dat product op. Voor een installatieprogramma voor een suite geeft u het serienummer van de suite op. U moet het serienummer opgeven dat overeenkomt met de aangeschafte installatiemedia voor dat product. U kunt niet een serienummer van een suite gebruiken om een los product te verpakken. Ook kunt u niet het serienummer van een suiteproduct gebruiken als serienummer voor een ander suiteproduct. U kunt bijvoorbeeld niet het serienummer voor Master Collection gebruiken als serienummer voor Design Premium.

62 Distributie plannen Configuratiedetails 62 U kunt ook de optie Doorgaan zonder serienummer op te geven kiezen als u een installatiepakket voor een proefversie wilt maken. In dit geval wordt een proefversie van het product geïnstalleerd die 30 dagen geldig is. De gebruiker wordt gevraagd een serienummer op te geven wanneer deze het gedistribueerde product voor het eerst opent. Serienummering in gedistribueerde producten beheren Het kan voorkomen dat u voor een gedistribueerd product een ander serienummer moet opgeven dan het serienummer dat u hebt opgegeven voor het distributiepakket, of dat u een nieuw serienummer moet opgeven voor een product dat is gedistribueerd als proefversie. U kunt hiervoor een set met opdrachtregelhulpprogramma's, Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition, gebruiken. Zie Hoofdstuk 8, De Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition gebruiken voor meer informatie over de functies van dit hulpprogramma en het gebruik ervan. Installatietaal Application Manager stelt deze waarde voor u in op basis van uw serienummer. Noteer deze waarde wanneer u uw pakketten maakt. Als u een installatiepakket voor een proefversie maakt, moet u de taal kiezen. Configuratie: startopties voor product Bepaald gedrag dat normaal is voor een installatie voor één gebruiker, is niet zinvol voor distributie in ondernemingen. Application Manager biedt u opties om dit gedrag uit te schakelen voor alle toepassingen die met een pakket worden geïnstalleerd. Deze opties worden per pakket ingesteld. Verschillende pakketten kunnen verschillende combinaties van instellingen hebben voor deze opties. Licentieovereenkomst onderdrukken: bij de eerste keer dat de toepassing na de installatie wordt gestart, wordt een dialoogvenster weergegeven waarin de gebruiker wordt gevraagd de EULA (licentieovereenkomst voor eindgebruikers) te accepteren. In een situatie met meerdere locaties, accepteert het bedrijf deze overeenkomst voor alle eindgebruikers bij de aanschaf van het product en hoeven de eindgebruikers deze niet te zien. Als u het venster met de licentieovereenkomst in de toepassingen wilt overslaan, kunt u de optie Licentieovereenkomst voor eindgebruikers (EULA) uitschakelen selecteren in de grafische gebruikersinterface van Application Manager. Productregistratieherinneringen uitschakelen: bij de eerste keer dat de toepassing wordt gestart, wordt een dialoogvenster weergegeven waarin de gebruiker wordt gevraagd een Adobe-id op te geven waarmee het product kan worden geregistreerd. Als een gebruiker dit weigert, wordt dit na een week nogmaals door de toepassing gevraagd. Als u wilt voorkomen dat uw gebruikers de producten individueel registreren, kunt u de optie Herinneringen voor productregistratie uitschakelen selecteren in de grafische interface van Application Manager. In Mac OS wordt standaard tijdens de productregistratie het Systeemvoorkeuren-paneel Growl geïnstalleerd. Wanneer u de registratie onderdrukt, wordt dit platformspecifieke hulpprogramma niet geïnstalleerd. Productverbeteringsprogramma: Adobe-toepassingen vragen de gebruiker normaal gesproken regelmatig om feedback, als onderdeel van een voortdurende inspanning om ervoor te zorgen dat producten voldoen aan de behoeften van gebruikers. Als u wilt voorkomen dat de toepassingen gebruikers om feedback vragen, kunt u de optie Adobe-productverbeteringsprogramma uitschakelen selecteren in de grafische interface van Application Manager. Inhoud voor Adobe-zelfstudies in proefversies: als het product geen serienummer heeft en is geïnstalleerd als proefversie, wordt een uitgebreide proefversie geleverd voor bepaalde producten.

63 Distributie plannen Configuratiedetails 63 De proefschermen bieden zelfstudies en trainingsmateriaal die samenhangen met het product zodat u het product kunt evalueren en gebruiken. U moet online zijn om deze functie te kunnen gebruiken. De aangeboden inhoud en zelfstudies kunnen veranderen naarmate de evaluatie vordert. Als deze optie is ingeschakeld, is Verbeterde proefversie uitgeschakeld. Configuratie: conflictafhandeling Het installatieprogramma voor Adobe functioneert niet altijd correct wanneer het tijdens de installatie detecteert dat bepaalde gebruikersprocessen worden uitgevoerd. Wanneer dergelijke conflicterende processen actief zijn, kan de installatie gedeeltelijk of volledig mislukken. Als het installatieprogramma processen tegenkomt die problemen kunnen veroorzaken, geeft het de actieve gebruiker op het systeem interactief de keuze om deze processen af te sluiten en door te gaan met de installatie of om de installatie af te breken. Hetzelfde geldt voor het verwijderen van geïnstalleerde toepassingen. Zie Bijlage A, Conflicterende processen voor een lijst met processen die mogelijk een conflict veroorzaken met de installatie van Adobe-producten. Als u wilt voorkomen dat deze interactieve tussenkomst plaatsvindt, kunt u Conflicten negeren en doorgaan met installatie selecteren bij Conflicterende processen in Application Manager wanneer u uw pakketten maakt. Deze keuze moet u voor elk pakket afzonderlijk maken. Als u deze optie selecteert, worden met het pakket nooit interactieve meldingen aan eindgebruikers weergegeven over conflicterende processen die tijdens de installatie worden gedetecteerd. WAARSCHUWING: Als u ervoor kiest om conflicten te negeren en door te gaan met de installatie, heeft dit geen invloed op de kans op een foutloze installatie op het doelsysteem wanneer conflicterende processen worden gedetecteerd. In dit geval wordt alleen geen melding weergegeven als de installatie mislukt. Adobe beveelt aan om alle doelsystemen in ruststand te plaatsen (geen actieve gebruikers of toepassingen) voordat een pakket wordt gedistribueerd. Configuratie: opties voor installatielocatie Application Manager biedt u drie opties voor de distributielocatie: Distribueren naar standaardtoepassingsmap Het standaardstation is het systeemstation. Het standaardpad is \Program Files in Windows en /Applications in Mac OS. Als u de toepassingen niet wilt distribueren naar de standaardlocatie, kunt u instellen dat de eindgebruiker een pad moet opgeven tijdens de distributie of zelf een specifiek pad opgeven. Map opgeven tijdens distributie OPMERKING: In Mac OS: als u wilt dat uw eindgebruikers het installatiepad opgeven tijdens de distributie van een Mac OS-pakket, moet u een extra handeling uitvoeren en het gemaakte pakket aanpassen voordat u het distribueert via ARD. Zie Gebruikers toestaan de installatielocatie op te geven op pagina 74. Distribueren naar <specifieke locatie> U moet u een absoluut pad opgeven (inclusief station). De installatielocatie kan geen netwerklocatie, gekoppelde schijfimage of de hoofdmap van een volume zijn. Application Manager kan de locatie niet valideren, zorg dus dat u de locatie nauwkeurig invoert. OPMERKING: In Windows is de maximumlengte voor een pad 256 tekens. De namen van de bestanden die worden geïnstalleerd, worden toegevoegd aan het pad dat u opgeeft. Als u een pad kiest dat te lang is, worden sommige producten mogelijk niet geïnstalleerd.

64 Distributie plannen Productcomponenten 64 U kunt in het pad omgevingsvariabelen gebruiken. Tijdens de installatie worden deze vervangen door de betreffende waarden op het doelsysteem. Als een variabele niet juist is opgegeven of niet kan worden gevonden op het doelsysteem, mislukt de installatie. In Windows worden de namen van omgevingsvariabelen weergegeven tussen de symbolen %: %VARNAME%. Het pad kan geen andere %-tekens bevatten. De naam van een variabele mag geen slash- of backslashtekens bevatten. In Mac OS beginnen de namen van omgevingsvariabelen met het $-symbool: $VARNAME. De naam van een variabele mag geen spaties of slashtekens bevatten. Slechts een subset van de mogelijke omgevingsvariabelen wordt ondersteund. U kunt ~ niet gebruiken om de basismap aan te geven. Configuratie: opties voor updater Bij een individuele productinstallatie start de Adobe Application Manager elke dag automatisch om 2:00 uur in de ochtend om te controleren op updates voor Adobe-producten. De gebruiker merkt niets van deze controle tenzij er een productupdate wordt gevonden. In dat geval wordt door de toepassing een ballon weergegeven waarin de gebruiker wordt geïnformeerd dat er een update beschikbaar is. Dergelijk gedrag van de toepassing wilt u bij een distributie in ondernemingen doorgaans voorkomen. Adobe Application Manager Enterprise Edition biedt u drie keuzes voor het gedrag van de controle op updates: Als u wilt voorkomen dat Application Manager op de computer van de gebruiker automatisch controleert op updates van gedistribueerde producten, selecteert u de standaardoptie Updates handmatig distribueren. Hiermee onderdrukt u niet alleen de automatische controle op updates, maar schakelt u tevens de optie Update in het menu Help van de toepassing uit. Gebruikers kunnen dan niet meer zelf zoeken naar beschikbare updates. Als u deze optie selecteert, moet u zelf de updates downloaden en distribueren. Zie Een pakket met alleen updates maken op pagina 31 en Updates voorbereiden voor verpakken op pagina 69. Met de optie Controleren op updates via AAM wordt de automatische controle op updates met Adobe Application Manager ingeschakeld. Dit is de standaardinstelling voor afzonderlijk geïnstalleerde producten. Als de computer van de gebruiker eerder was ingesteld op het onderdrukken van updates, wordt de automatische controle opnieuw ingeschakeld als u naar deze computer een pakket distribueert waarin deze optie is ingesteld. U kunt ook ervoor kiezen om het automatische controleproces voor updates om te leiden zodat u op uw eigen updateserver kunt controleren op updates in plaats van op de updateserver van Adobe. Als u deze optie wilt gebruiken, moet u een interne server instellen als host voor de updates en Adobe Application Manager omleiden zodat de toepassing op deze server naar updates zoekt. Dit kunt u doen door een pad op te geven naar een xml-configuratiebestand dat informatie bevat over de server die als host optreedt. Raadpleeg de pagina voor distributie in ondernemingen op DevNet voor meer informatie over het genereren van dit xml-bestand. Productcomponenten De volgende velden voor identificatie van componenten op het werkblad zijn nodig als u Application Manager uitvoert, maar ze zijn ook nuttig in een andere situatie. De namen van toepassingen en componenten worden binnen het pakket in een gecodeerde indeling opgeslagen waardoor u niet naar de pakketbestanden kunt kijken om te bepalen welke toepassingen en optionele componenten het pakket installeert of verwijdert. Als u de namen noteert, kunt u deze informatie bewaren voor toekomstig gebruik.

65 Distributie plannen Voorbeeld planningswerkblad 65 Hoofdtoepassingen Vermeld onder deze kop alle hoofdtoepassingen die u op uw pakketlijst voor dit pakket hebt genoteerd. Als u een los product verpakt, bestaat uw lijst uit één product. Als u een suiteproduct verpakt, staan er mogelijk meerdere toepassingen op de lijst. Optionele gedeelde componenten Vermeld eventuele optionele gedeelde componenten die u in dit pakket wilt opnemen. Dit wordt een korte lijst omdat de meeste gedeelde componenten vereist zijn of niet beschikbaar zijn voor een bepaalde toepassing. Raadpleeg de Referentie voor componenten van distributie en bepaal of u een of meer van deze optionele componenten in dit pakket wilt opnemen. Het is niet nodig componenten te noteren die vereist zijn voor een of meer van de toepassingen die u in het pakket opneemt. Deze worden automatisch opgenomen en worden niet weergegeven als opties in Application Manager. Systeemvereisten U moet de systeemvereisten controleren voor de toepassingen die u in dit pakket opneemt. Als u probeert een pakket te distribueren op een doelsysteem dat niet voldoet aan de vereisten voor de toepassingen die moeten worden geïnstalleerd, mislukt de installatie. Als u meerdere toepassingen op een systeem wilt installeren, als onderdeel van een of meer pakketten, gelden de minimale systeemvereisten van de zwaarste toepassing. Als uw gebruikers van plan zijn meerdere toepassingen tegelijk te gebruiken, is meer RAM-geheugen voor het systeem aan te raden, maar op het moment van installatie is dit niet vereist. Ga naar voor informatie over de systeemvereisten voor afzonderlijke producten. Selecteer aan de linkerzijde van deze pagina het pictogram voor het gewenste product en klik op Meer informatie. Klik op de productspecifieke pagina die wordt weergegeven op Systeemvereisten in de rechterbovenhoek van de pagina. Ga naar voor informatie over de systeemvereisten voor suiteproducten. Selecteer het suiteproduct in de keuzelijst en klik op de pagina voor het suiteproduct op Systeemvereisten in de rechterbovenhoek van de pagina. Voorbeeld planningswerkblad Hier ziet u een voorbeeld van een planningswerkblad voor een pakket. Het serienummer is natuurlijk slechts een voorbeeld. Het pad naar de PRODUCTINSTALLATIEMAP is de locatie van de productinstallatiemap die u maakt nadat u de elektronische softwaredistributie (ESD) van het product hebt gedownload of het product hebt gekopieerd van de distributiemedia. Zie De invoermedia voorbereiden op pagina 68. In dit geval zijn de standaardconfiguratieopties gebruikt. Deze zijn vet weergegeven op het planningswerkblad en zijn hier zo gelaten.

66 Distributie plannen Voorbeeld planningswerkblad 66 PLANNINGSWERKBLAD 2 VOOR DISTRIBUTIE IN ONDERNEMINGEN: SPECIFICATIE CS5.5-PAKKETTEN PAKKETNAAMBBBBBBBBLAY-OUT AANGESCHAFT CS5.5-PRODUCT / PLATFORM Design Premium voor Windows OPSLAGLOCATIE BC:\CS5.5 STAGING\CS5.5 APP MGR PACKAGES NAAM GEBRUIKERSGROEP Vormgevers PRODUCTINSTALLATIEMAP C:\CS5.5 STAGING\DESIGN PREMIUM\ADOBE CS5.5 ONDERSTEUNDE BESTURINGSSYSTEMEN Win32 Win64 Mac OS SYSTEEMVEREISTEN SERIENUMMER INSTALLATIETAAL ENGELS (INTERNATIONAAL) CONFIGURATIE Standaardopties worden vet weergegeven STARTOPTIES VOOR PRODUCT: EULA onderdrukken Ja Nee Registratie onderdrukken Ja Nee Adobe-productverbeteringsprogramma onderdrukken Ja Nee Conflictafhandeling Afbreken Doorgaan OPTIES VOOR ADOBE UPDATER: Updates handmatig distribueren Ja Nee Controleren op updates via AAM Ja Nee AAM updater omleiden naar interne server Ja Nee Locatie van configuratiebestand voor omleiden: OPTIES VOOR INSTALLATIELOCATIE: Distribueren naar standaardtoepassingsmap Map opgeven tijdens distributie Distribueren naar deze locatie: 2 GHz-processor of sneller XP met SP2 (SP3) of Windows Vista SP1 512 MB Ram (1 GB aanbevolen) 2 GB vaste schijf Beeldscherm met resolutie 1024 x 768 (1280 x 800 aanbevolen) 16-bits videokaart QuickTime 7.2 Ondersteuning op videokaart voor Shader 3.0 en OpenGL 2.0 HOOFDTOEPASSINGEN Photoshop Illustrator OPTIONELE GEDEELDE COMPONENTEN Extension Manager Adobe Media Player InDesign NAMEN DOELSYSTEMEN

67 Distributie plannen Voorbeeld planningswerkblad 67 Gedeelde componenten selecteren Sommige gedeelde componenten zijn beschikbaar bij een of meer producten. De lijst met componenten die door Application Manager wordt weergegeven, is volledig afhankelijk van het product dat wordt verpakt. De meeste van de gedeelde componenten zijn optioneel; sommige zijn vereist voor bepaalde toepassingen en optioneel voor andere. Wanneer u een toepassing hebt geselecteerd die moet worden opgenomen in uw distributiepakket, worden de optionele gedeelde componenten voor die toepassing weergegeven. U moet beslissen of u gedeelde componenten wilt opnemen die optioneel zijn voor de hoofdtoepassingen die u hebt opgenomen. Gedeelde componenten die vereist zijn voor een toepassing die u hebt gekozen, worden niet weergegeven in Application Manager. De gedeelde componenten staan vermeld en worden beschreven in Referentie voor componenten van distributie. Hierin vindt u ook informatie over welke toepassingen deze componenten vereisen of als opties bevatten.

68 5 Distributie voorbereiden In deze sectie worden de fasen van de distributie samengevat: De invoermedia voorbereiden Pakketten maken Pakketten testen De invoermedia voorbereiden AAMEE kan op de volgende manier de productinhoud lezen die u wilt verpakken: Vanaf een of meer dvd s (of cd s) Vanuit een productinstallatiemap Productinhoud leveren vanaf dvd s U kunt de productinhoud leveren vanaf een dvd (of cd). U kunt ook productinhoud op meerdere dvd s (of de iso-images of gekoppelde dmg-images van de dvd s) gebruiken. AAMEE leest de inhoud van de eerste schijf en vraagt u vervolgens om de volgende schijf te plaatsen. Ook kan AAMEE automatisch meerdere schijven in verschillende schijfstations detecteren. Als u bijvoorbeeld de mediagegevens levert via schijf 1 en schijf 2 die in verschillende stations zijn geplaatst, worden de schijven automatisch gedetecteerd en leest AAMEE automatisch eerst de inhoud van schijf 1 en vervolgens die van schijf 2. Productinhoud leveren vanuit een productinstallatiemap U kunt ook een productinstallatiemap maken voor elk product dat u wilt verpakken in de locatie die u opgeeft aan Application Manager. 1. Bepaal waar de productinstallatiemap of -mappen moeten worden geplaatst. 2. Maak één productinstallatiemap voor elk product dat u wilt verpakken. De productinstallatiemap bevat alle gedownloade installatiebestanden en resources waarmee u pakketten maakt met Application Manager. 3. Kopieer de inhoud van de distributiemedia voor elk product naar de productinstallatiemap ervan. Als u een product-esd gebruikt, koppelt u deze (in Mac OS) of pakt u deze uit (in Windows). Kopieer de inhoud van de ESD-image naar de productinstallatiemap. OPMERKING: Kopieer geen andere ESD-images zoals de Acrobat ESD of Inhoud. Sommige producten hebben aanvullende componenten ( functionele inhoud ) die geen deel uitmaken van de suite-esd maar moeten worden gedownload naar een afzonderlijke productinstallatiemap en apart van het suitepakket moeten worden verpakt. Als u productmedia gebruikt, kopieert u de volledige inhoud van alle dvd s naar de productinstallatiemap. 68

69 Distributie voorbereiden Kopiëren van meerdere dvd s 69 Kopiëren van meerdere dvd s Ga als volgt te werk om de inhoud van de distributiemedia voor elk product naar de productinstallatiemap ervan te kopiëren. 1. Koppel of plaats Schijf 1 en kopieer de inhoud naar de productinstallatiemap. Bijvoorbeeld <AbsoluutPad>/MCSuiteBuild/Adobe CS5 Master Collection/. 2. Koppel of plaats Schijf 2 en kopieer de inhoud van de map payloads/ naar de map payloads/ in de productinstallatiemap. Bijvoorbeeld <AbsoluutPad>/MCSuiteBuild/Adobe CS5 Master Collection/payloads/. Wanneer u wordt gevraagd of u de bestaande bestanden wilt overschrijven, klikt u op Ja op alles. Updates voorbereiden voor verpakken AAMEE controleert automatisch op updates en deze worden gedownload wanneer u een pakket maakt. U hoeft updates dus niet meer afzonderlijk te downloaden. Als u dat wilt, kunt u de updates ook afzonderlijk downloaden van een van de Adobe-websites: De pagina Productupdates van Adobe: Het blog voor Adobe Creative Suite-updates, waarmee u Creative Suite-updates kunt bijhouden via RSS- of Atom-readers: Updates zijn beschikbaar als platformspecifieke zip- of dmg-bestanden. Kopieer het zip- of dmg-bestand voor elke update naar de lokale schijf van het beheersysteem of naar een toegankelijke netwerklocatie. De locatie waarnaar u de bestanden kopieert, is de locatie waar u naartoe moet gaan wanneer u updates handmatig toevoegt aan uw updatepakket in Application Manager (zie Een pakket met alleen updates maken op pagina 31). Pakketten maken Voordat u pakketten maakt, moet u Hoofdstuk 1, Adobe Application Manager gebruiken voor distributie in ondernemingen lezen, waarin de stappen staan omschreven voor het aanroepen en gebruiken van Application Manager. weten waar Application Manager is geïnstalleerd op het beheersysteem. Lees Hoofdstuk 4, Distributie plannen en voer de planningsstappen uit die worden besproken in het hoofdstuk. Nadat u de planning helemaal hebt afgerond, roept u Application Manager aan en maakt u de pakketten op basis van de informatie die u tijdens de planningsfase hebt vastgelegd. Wanneer u klaar bent met het maken van de pakketten, moet u deze testen voor distributie.

70 Distributie voorbereiden Kopiëren van meerdere dvd s 70 Pakketten testen Voordat u de gemaakte pakketten overal distribueert, moet u de pakketten testen. U kunt pakketten het beste distribueren met het standaardhulpprogramma voor uw platform, Microsoft System Center Configuration Manager 2007 (SCCM) en/of Apple Remote Desktop (ARD). Als u distribueert met ARD, gaat u naar Hoofdstuk 6 voor instructies. Als u distribueert met SCCM, gaat u naar Hoofdstuk 7 voor instructies. Test uw pakket door het te installeren op een testsysteem via de volgende stappen: 1. Stel uw testsysteem zo in dat de configuratie overeenkomt met een doelsysteem. Test uw pakket op een systeem dat voldoet aan de prestatie- en systeemvereisten voor de toepassingen die u wilt installeren vanuit de pakketten. Dit systeem moet ongeveer dezelfde capaciteit hebben als de doelsystemen waarop u uw pakketten wilt distribueren. Controleer of de productinstallatiemap waarnaar het distributiepakket verwijst, de juiste locatie heeft. Maak het pakket beschikbaar op dezelfde manier als bij distributie op de doelsystemen. 2. Roep het installatieprogramma aan op het testsysteem. Als u geen SCCM- of ARD-installatieprogramma hebt gemaakt, kunt u het msi- of pkg-pakket rechtstreeks vanaf de opdrachtregel aanroepen met deze opdracht: IN WINDOWS: msiexec.exe /i <pakketnaam>.msi /quiet IN MAC OS: sudo installer -pkg <naam installatiepakket> -target / Dubbelklik niet op het msi- of pkg-bestand. 3. Controleer de logbestanden. Het installatieprogramma maakt een logbestand waarin de stappen worden vastgelegd die zijn gevolgd, met de geretourneerde afsluitcode. Als dit logbestand al bestaat, voegt het programma er de nieuwste resultaten aan toe. Zie Installatielogbestanden op pagina 71 en Foutberichten op pagina Test voor een installatiepakket de zojuist geïnstalleerde toepassingen. Controleer in de installatielocatie of de toepassingen zijn geïnstalleerd. Roep elke toepassing aan. OPMERKING: In een suiteproduct met één serienummer worden mogelijk naast de afzonderlijke producten die u als productopties hebt geselecteerd, ook enkele andere producten (zoals SoundBooth of After Effects) geïnstalleerd. 5. (Optioneel) Voer voor een installatiepakket de uninstaller voor pakketten uit op het testsysteem. Als u geen platformspecifieke uninstaller hebt gemaakt, kunt u dit doen met het msi-/pkg-pakket: In Windows gebruikt u de tomsi-installatie- of -verwijderingsopdracht: msiexec /uninstall <pakketnaam>.msi /quiet In Mac OS: sudo installer -pkg <naam verwijderpakket> -target / Controleer na afloop in de installatielocatie of de toepassingen zijn verwijderd. OPMERKING: er worden geen verwijderpakketten gemaakt voor updatepakketten.

71 Distributie voorbereiden Installatielogbestanden 71 Installatielogbestanden Wanneer u het gemaakte pakket installeert, schrijft het installatieprogramma van het platform (SCCM of ARD) logbestanden, zoals beschreven in de documentatie voor deze hulpprogramma s. Het pakket dat u hebt gemaakt met Adobe Application Manager Enterprise Edition installeert een clientversie van Application Manager op de clientcomputer, waarmee het installatieproces wordt beheerd. Wanneer u een installatie uitvoert met het distributiepakket, schrijven Application Manager en andere processen die worden aangeroepen deze logbestanden naar de clientcomputer: Naam logbestand Voor een installatiepakket: Voor een updatepakket: Locatie <productnaam><tijdstempel>.log <patchnaam><versie><tijdstempel>.log Locatie in Windows: <Adobe Common Files>\installer\ Locatie in Mac OS: /Library/Logs/Adobe/Installers/ Tijdens een stille installatie genereert de distributie-engine die de componenten installeert, een gecomprimeerd logbestand met informatie over de voortgang en het resultaat van de installatie. Zoek in dit bestand naar fout- of succesberichten die zijn gerapporteerd tijdens de installatie van uw distributiepakketten. Het bestand wordt genoemd naar het pakket dat wordt geïnstalleerd en gecomprimeerd in een platformspecifieke indeling. In Windows heet het gecomprimeerde bestand bijvoorbeeld: Creative Suite 5 Master Collection log.gz oobelib.log Locatie in Windows: %temp% Locatie in Mac OS: /tmp/ Dit logbestand wordt gegenereerd door het licentieonderdeel van Application Manager en bevat informatie die specifiek gerelateerd is aan serienummering, proefversies, activering en deactivering. Adobe Provisioning Tookit Enterprise Edition schrijft statusgegevens naar dit logbestand als u deze toepassing gebruikt om de serienummering voor gedistribueerde producten te beheren. Zie Hoofdstuk 8, Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition. PDApp.log Locatie in Windows: Als Application Manager is geïnstalleerd met beheerdersrechten via SCCM: %windir%\temp Als Application Manager is geïnstalleerd met gebruikersrechten via SCCM: %temp% Locatie in Mac OS: ~/Library/Logs/ Application Manager maakt dit logbestand of voegt eraan toe in de volgende gevallen: Wanneer Application Manager is geïnstalleerd op de clientcomputer, in het bijzonder tijdens bootstrapping. Wanneer de gebruiker producten voor het eerst gebruikt en de functionaliteit voor activering, proefversie, registratie, licentie, bijwerken of serviceverlening gebruikt.

72 Distributie voorbereiden Foutberichten 72 Foutberichten Dit zijn de foutcodes die de distributiemanager kan schrijven naar het bestand PDApp.log: Code Beschrijving Code Beschrijving 0 Toepassing is geïnstalleerd 17 Acceptatie licentieovereenkomst voor eindgebruikers mislukt 1 Kan opdrachtregel niet parseren 18 Bootstrapping voor Adobe Application Manager mislukt. Zie hieronder voor bootstrapfouten. 2 Onbekende gebruikersinterfacemodus opgegeven 19 Conflicterende processen zijn actief 3 Kan ExtendScript niet initialiseren 20 Het bronpad voor de installatie is niet opgegeven of bestaat niet 4 Werkwijze voor gebruikersinterface is mislukt 21 Versie van payload niet ondersteund door versie van RIBS 5 Kan werkwijze voor gebruikersinterface niet initialiseren 22 Controle van installatiemap mislukt 6 Stille werkwijze is voltooid met fouten 23 Controle systeemvereisten mislukt 7 Kan de stille werkwijze niet voltooien 24 Afgesloten vanwege door gebruiker geannuleerde werkwijze 8 Afsluiten en opnieuw starten vereist 25 Binaire padnaam is groter dan limiet voor MAX PATH van besturingssysteem 9 Niet-ondersteunde besturingssysteemversie 26 Verwisselen van media vereist in stille modus 10 Niet-ondersteund bestandssysteem 27 Vergrendelde bestanden gedetecteerd in doel 11 Er wordt nog een exemplaar uitgevoerd 28 Basisproduct is niet geïnstalleerd. 12 Integriteitsfout CAPS-database 29 Basisproduct is verplaatst 13 Media-optimalisering mislukt 30 Onvoldoende schijfruimte om de payload te installeren (voltooid met fouten) 14 Mislukt vanwege onvoldoende rechten 31 Onvoldoende schijfruimte om de payload te installeren (mislukt) 15 Synchronisatie media-db mislukt 32 Patch is al geïnstalleerd 16 Kan het distributiebestand niet laden 9999 Onherstelbare fout

73 Distributie voorbereiden Foutberichten 73 Dit zijn de foutcodes die de bootstrapper kan schrijven naar het bestand PDApp.log: BS_STATUS_SUCCESS 0 Bootstrapper is uitgevoerd BS_STATUS_ERROR_SELF_UPDATE 1 Fout in modus voor zelf bijwerken BS_STATUS_ERROR_INIT_OBJ -1 Initialisatie bootstrapperobject mislukt BS_STATUS_ERROR_MULT_INST -2 Er wordt meer dan één exemplaar uitgevoerd BS_STATUS_ERROR_SYSTEM_CHECK -3 Een of meer controles van het besturingssysteem zijn mislukt BS_STATUS_ERROR_REGISTER_CALLBACK -4 Registratie callback mislukt BS_STATUS_ERROR_INSTALL_PACKAGE -5 Installatie pakketten mislukt BS_STATUS_ERROR_COPY_FILE -6 Kopiëren van bestanden na installatie mislukt BS_STATUS_ERROR_LAUNCH_APP -7 Starten van toepassing mislukt BS_STATUS_ERROR_INVALID_COMMAND_LINE -8 Ongeldige opdrachtregelargumenten opgegeven BS_STATUS_ERROR_FILE_MISSING -9 Distributie- of manifestbestand ontbreekt BS_STATUS_NO_ADMIN_PRIVILEGE -10 Beheerdersrechten vereist en niet aanwezig BS_STATUS_ERROR_PARSE_MANIFEST -11 Probleem bij parseren manifestbestand BS_STATUS_ERROR_PIM -12 Fout in gebruik PIM-bibliotheek BS_STATUS_ERROR_SYSTEM_CHECK_SOFT_STOP -13 Een of meer soft-systemcontroles mislukt BS_STATUS_ERROR_INSTALLATION_CANCELLED -14 Installatie is geannuleerd BS_STATUS_ERROR_LAUNCHPATH_LONG -15 Opstartpad is langer dan 200 tekens BS_STATUS_ERROR_OTHER -999 Overige fouten

74 6 Adobe-pakketten distribueren met ARD Wanneer u een pakket voorbereidt voor distributie in Mac OS, moet dit pakket worden gemaakt en opgeslagen in Mac OS. Mogelijk kunnen de verwijzingen in een Mac OS-pakket worden beschadigd als het pakket wordt gekopieerd en opgeslagen in Windows. Voorbereiding Voor u het Adobe-distributiepakket gaat distribueren, moet u controleren of aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1. Extern beheer is ingeschakeld op alle doelsystemen. U kunt deze functie inschakelen door in het regelpaneel Systeemvoorkeuren op Delen te klikken. Selecteer Extern beheer in het linkerdeelvenster en selecteer de functies die u wilt inschakelen. Raadpleeg de documentatie bij ARD voor aanbevelingen. U moet bijvoorbeeld voor distributiepakketten de functies Onderdelen kopiëren en Onderdelen verwijderen en vervangen selecteren. 2. Het Adobe-pakket dat u wilt distribueren, bevindt zich op of is toegankelijk vanaf het beheersysteem. 3. U hebt al een ARD-groep gedefinieerd die alle doelsystemen bevat waarnaar u het Adobe-pakket wilt distribueren. 4. U hebt genoeg geheugen vrij om naar alle doelsystemen te distribueren. Een doelsysteem moet ruimte hebben voor een kopie van het distributiepakket en voor het geïnstalleerde pakket. Gebruikers toestaan de installatielocatie op te geven Als u tijdens de configuratie van een installatiepakket de optie Map opgeven tijdens distributie hebt geselecteerd, moet u het gemaakte pakket aanpassen voor u het distribueert via ARD. (Zie Configuratie: opties voor installatielocatie op pagina 63.) Breng de volgende wijziging aan in het pkg-installatiepakket: 1. Open het bestand Contents/Info.plist in het pkg-installatiepakket. 2. Wijzig de waarde voor de tag IFPkgFlagDefaultLocation in een absoluut pad naar de doelmap. Bijvoorbeeld: /Volumes/<Volumenaam>/<Mapnaam> of als u distribueert naar het rootvolume: /<Mapnaam> Als u wilt Distribueren met Copy Items en Send Unix Command, moet u de mapnaam opgeven. De volumenaam geeft u door met de opdracht installer. Nadat u deze wijziging hebt aangebracht, kunt u het pakket distribueren met ARD zoals hierna wordt beschreven. 74

75 Adobe-pakketten distribueren met ARD Gebruikers toestaan de installatielocatie op te geven 75 Pakket distribueren 1. Start ARD op uw beheersysteem. 2. Selecteer de doelsystemen. Selecteer in het linkerdeelvenster van het ARD-hoofdvenster de gewenste computerlijst en controleer of de doelsystemen worden weergegeven in het rechterdeelvenster. 3. Stel de installatiepakketten in Selecteer de optie Install Packages van ARD en voeg het installatiepakket toe dat u wilt distribueren. Kies of u opnieuw wilt starten, of u deze taak wilt uitvoeren vanuit deze applicatie- of taakserver, en andere opties die u mogelijk wenst. Als u Run this task from: Task server on this computer selecteert, verplaatst de taakserver de taak naar systemen die niet online waren toen de taak werd gestart. Als u wilt, kunt u de installatietaak plannen voor een later moment. Als u dit wilt doen, klikt uopschedule in de linkerbenedenhoek van het venster Install Packages en geef in het venster Schedule Task de tijd en datum op waarop u het pakket wilt installeren. 4. Installeer het pakket op de doelsystemen. Als u de taak niet hebt ingepland voor een later tijdstip, controleert u de beschikbaarheid van alle doelcomputers in het gedeelte onder aan het venster Install Packages. Als u op Install klikt, begint de installatie onmiddellijk op alle genoemde doelsystemen. Als u de taak voor een later tijdstip hebt gepland, klikt u op Install. Controleer voorafgaand aan het tijdstip waarop de taak wordt uitgevoerd of alle doelsystemen in het gedeelte Name van het venster Install Packages zich in de ruststand bevinden, geen actieve gebruikers hebben en opdrachten kunnen ontvangen. Wanneer de taak Install Packages wordt uitgevoerd, wordt de status ervan weergegeven in het ARD-venster. Wanneer het proces voltooid is, wordt dat weergegeven in de status. WAARSCHUWING: U moet geen installatie-/verwijdertaken beëindigen via ARD. Als u dit wel doet, kan de bewerking worden voortgezet, ook al wordt in het venster ARD aangegeven dat het proces beëindigd is. Vanwege de pakketstructuur die wordt gemaakt door Adobe Application Manager Enterprise Edition is de voortgangsbalk die tijdens de distributie via ARD wordt weergegeven, niet erg nuttig. De balk staat op 0% als de installatie is voltooid (in Mac OS 10.5) of blijft het grootste gedeelte van de tijd op 95% staan (in Mac OS 10.6). 5. Configureer Adobe Help. Selecteer de optie Send Unix Command van ARD. Selecteer Run command as: User. Geef root op in het gebruikersveld. Maak een symbolische koppeling voor Adobe Help: ln -s /Applications/Adobe/Adobe\ Help.app /Applications/Adobe\ Help.app

76 Adobe-pakketten distribueren met ARD Distribueren met Copy Items en Send Unix Command 76 Updatepakketten Updatepakketten krijgen een naam met de volgende notatie <pakketnaam>_update.pkg. Updatepakketten kunnen niet worden verwijderd. Problemen oplossen De distributie van pakketten via ARD kan mislukken als de status van de gebruiker tijdens de distributie verandert; dat wil zeggen, als een gebruiker zich aan- of afmeldt, of als u van gebruiker wisselt. Als u de taakserver gebruikt, begint de taak mogelijk hetzelfde pakket onmiddellijk na de statuswijziging te distribueren, wat kan mislukken. Dit is normaal gedrag voor ARD. Als dit optreedt, voert u de distributie opnieuw uit. Distribueren met Copy Items en Send Unix Command Als alternatief voor de optie Install Packages, kunt u ook de taak Copy Items gebruiken om het pakket te kopiëren naar het doelsysteem en vervolgens Send Unix Command uitvoeren om de installer uit te voeren en het gekopieerde pakket te distribueren. OPMERKING: Als u hebt ingesteld dat de eindgebruiker de installatiemap moet opgeven, moet u het gemaakte pakket aanpassen voor u het distribueert. Zie Gebruikers toestaan de installatielocatie op te geven op pagina Start ARD op uw beheersysteem. 2. Selecteer de doelsystemen. Selecteer in het linkerdeelvenster van het ARD-hoofdvenster de gewenste computerlijst en controleer of de doelsystemen worden weergegeven in het rechterdeelvenster. 3. Stel de installatiepakketten in Selecteer de optie Copy Items van ARD en voeg het installatiepakket toe dat u wilt distribueren. Selecteer de bestemming waarnaar u het pakket op de doelsystemen wilt kopiëren. 4. Installeer het pakket op de doelsystemen. Selecteer de optie Send Unix Command van ARD. Selecteer Run command as: User. Geef root op in het gebruikersveld. Geef de volumenaam door met de opdracht installer: sudo installer -pkg <pakketpad> -target <Locatie op volume> OPMERKING: als u het doelsysteem wilt gebruiken als opstartschijf, geeft u / op na -target 5. Configureer Adobe Help. Selecteer de optie Send Unix Command van ARD. Selecteer Run command as: User. Geef root op in het gebruikersveld. Maak een symbolische koppeling voor Adobe Help: ln -s /Applications/Adobe/Adobe\ Help.app /Applications/Adobe\ Help.app

77 Adobe-pakketten distribueren met ARD Verwijderen met Copy Items en Send Unix Command 77 Adobe software verwijderen met een distributiepakket OPMERKING: er worden geen verwijderingspakketten gemaakt voor updatepakketten. Het installatiedistributiepakket bevat een bestand met de naam <pakketnaam>_uninstall.pkg dat u gebruikt om de software te verwijderen die u hebt geïnstalleerd met het overeenkomende installatiebestand <pakketnaam>_install.pkg De stappen zijn vergelijkbaar met de stappen die u hebt gevolgd om de software te installeren. 1. Selecteer de doelsystemen. Selecteer in het linkerdeelvenster van het ARD-hoofdvenster de groep met doelsystemen waarop u software hebt geïnstalleerd met een distributiepakket. 2. Voer de taak Install Packages uit voor het verwijderingspakket op de doelsystemen. Selecteer de optie Install Packages van ARD en voeg het verwijderingspakket toe (of sleep het pakket naar het deelvenster met pakketten). Klik op Install. 3. Wanneer de taak wordt uitgevoerd, wordt de status ervan weergegeven in het ARD-venster. Wanneer het proces voltooid is, wordt dat weergegeven in de status. WAARSCHUWING: U moet geen installatie-/verwijdertaken beëindigen via ARD. Als u dit wel doet, kan de bewerking worden voortgezet, ook al wordt in het venster ARD aangegeven dat het proces beëindigd is. De verwijderbewerking verwijdert geen gebruikersvoorkeuren voor Adobe-toepassingen. Verwijderen met Copy Items en Send Unix Command Als u het pakket met deze methode hebt gedistribueerd, moet u de methode ook gebruiken om het pakket te verwijderen. In dit geval moet u het verwijderingspakket kopiëren en aanroepen in plaats van het installatiepakket: 1. Selecteer de doelsystemen. Selecteer in het linkerdeelvenster van het ARD-hoofdvenster de gewenste computerlijst en controleer of de doelsystemen worden weergegeven in het rechterdeelvenster. 2. Stel de verwijderingspakketten in. Selecteer de optie Copy Items van ARD en voeg het verwijderingspakket toe dat u wilt distribueren. Selecteer de bestemming waarnaar u het pakket op de doelsystemen wilt kopiëren. 3. Verwijder het pakket van de doelsystemen. Selecteer de optie Send Unix Command van ARD. Geef de volumenaam door met de opdracht installer: sudo installer -pkg <pad verwijderingspakket> -target <volumelocatie>

78 7 Adobe-pakketten distribueren met SCCM In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u een SCCM 2007-pakket maakt waarmee u een Adobe CS5-distributiepakket kunt distribueren. Omdat zowel Adobe als Microsoft de term pakket gebruiken en er momenteel twee versies van de Microsoft-software in gebruik zijn, hanteren we in dit hoofdstuk voor de duidelijkheid de volgende conventies voor de benaming: Wanneer we verwijzen naar een pakket dat is gemaakt met SCCM 2007, spreken we van een SCCM-pakket tenzij de context overduidelijk is; dan spreken we eenvoudig van een pakket. Wanneer we verwijzen naar een pakket dat is gemaakt door Adobe Application Manager, Enterprise Edition, spreken we van een Adobe-distributiepakket of Adobe-pakket. We gebruiken nooit alleen de term pakket als we een Adobe-pakket bedoelen. Voorbereiding SCCM is ontwikkeld voor een breed scala aan netwerkconfiguraties. De beste keuze voor de distributieconfiguratie voor het Adobe-pakket en de bijbehorende productinstallatiemap is de optie TS, waarbij het Adobe-pakket en de productinstallatiemap samen op dezelfde distributieserver of -servers worden geplaatst. Bij een pakket voor distributie in Windows maakt Adobe Application Manager Enterprise Edition twee mappen in de door u opgegeven opslaglocatie: Exceptions\ en Build\. De map Exceptions\ bevat mappen met verschillende soorten installatieprogramma's (EXE, AIR, MSI), die niet kunnen worden gedistribueerd met het standaard msi-installatieprogramma (omdat deze geen ingesloten installatieprogramma kan bevatten). U moet voor elk van deze mappen een SCCM-installatieprogramma maken volgens de instructies in het bestand ExceptionInfo.txt op het hoogste niveau van de map Exceptions\. De map kan leeg zijn als uw pakket geen afhankelijkheden van andere installatieprogramma's heeft. De map Build\ bevat een msi-bestand waarvan de bestandsnaam de door u opgegeven pakketnaam is, en twee submappen, Setup\ en ProvisioningTool\. De submappen zijn vereist om het msi-bestand uit te voeren en het product te installeren. 78

79 Adobe-pakketten distribueren met SCCM Een nieuw SCCM-pakket maken 79 OPMERKING: De pakketten die zijn gemaakt door Adobe Application Manager Enterprise Edition gebruiken het installersubsysteem van Adobe op de achtergrond. Dit systeem gebruikt het systeemeigen Windows-installatieprogramma, MSI. Daarom kunt u geen Adobe-installatiepakket verpakken in een Windows-pakket voor gebruik met MSI omdat Windows een dergelijk recursief gebruik van MSI verbiedt. Een SCCM-pakket maken Een nieuw SCCM-pakket maken 1. Open de wizard New Package. Open het SCCM-scherm. Navigeer naar Computer Management > Software Distribution > Packages. Klik met de rechtermuisknop op Packages, kies New en klik op Package. Doe het volgende in de wizard New Package: 2. Geef het nieuwe SCCM-pakket een naam. Op het tabblad General: Voer de naam in van het nieuwe SCCM-pakket in het veld Name. Dit veld is vereist. U kunt ook waarden invoeren voor de optionele velden Version, Manufacturer, Language en Comment. Klik op Next. 3. Geef de gegevensbron op voor het SCCM-pakket. Op het tabblad Data Source: Selecteer This Package Contains Source Files. Klik op Set aan de rechterkant van het veld Source Directory. Selecteer in het dialoogvenster Set Source Directory het type pad dat u wilt gebruiken (UNC of Local) en zoek of typ het pad naar de map Build\ dat het bestand <pakket_naam>.msi en de ondersteunende mappen bevat. Klik op OK. Op het tabblad Data Source wordt het pad dat u zojuist hebt geselecteerd, weergegeven in het veld Source Directory. Selecteer Always obtain files from the source directory onder dat veld. Stel de andere opties naar keuze in en klik op Next. 4. Geef aan op welke distributiepunten het SCCM-pakket wordt opgeslagen. Selecteer op het tabblad Data Access Access the Distribution Folder through Common ConfigMgr package share en klik op Next. 5. Geef distributie-instellingen op. Kies een verzendingsprioriteit op het tabblad Distribution Settings. Selecteer indien gewenst een waarde voor Preferred Sender. Selecteer andere instellingen naar keuze en klik op Next. Selecteer op het tabblad Reporting de instellingen naar keuze en klik op Next. Selecteer op het tabblad Security de instellingen naar keuze en klik op Next.

80 Adobe-pakketten distribueren met SCCM Installatie- en verwijderingsprogramma s voor het SCCM-pakket maken Bekijk de samenvatting van het nieuwe SCCM-pakket. Controleer alle instellingen voor het nieuwe SCCM-pakket. Als u iets moet wijzigen, gebruikt u de knop Previous en gaat u vervolgens weer terug naar dit scherm met de knop Next. Klik op Next. Het tabblad Confirmation wordt weergegeven. Klik op Close om het maken van pakketten te beëindigen. Installatie- en verwijderingsprogramma s voor het SCCM-pakket maken Adobe Application Manager Enterprise Edition genereert één msi-bestand in de map Build\, waarmee u het product of de suite kunt installeren en verwijderen. (Updatepakketten kunnen niet worden verwijderd, dit is alleen mogelijk bij installatiepakketten.) Als u wilt, kunt u twee afzonderlijke SCCM-programma's voor een installatiepakket maken, één voor installatie en één voor verwijdering. Geef deze programma's namen waardoor het voor de gebruikers op de doelsystemen vanzelfsprekend is wat de opdrachten doen. OPMERKING: de verwijderbewerking verwijdert geen gebruikersvoorkeuren voor Adobe-toepassingen. Met de instructies in deze sectie maakt u één opdracht. U moet deze stappen uitvoeren voor elke opdracht die u moet toevoegen aan het SCCM-pakket. 1. Open de wizard New Program. Navigeer vanuit de SCCM-console naar Computer Management > Software Distribution > Packages. Selecteer het SCCM-pakket dat u hebt gemaakt. Selecteer daaronder Programma s > New > Program. Doe het volgende in de wizard New Program: 2. Geef de opdrachtregel voor het programma op. Op het tabblad General: Geef een beschrijvende naam op (zoals PS_1_installeren of PS_1_verwijderen) in het veld Name, en een opmerking waarin wordt uitgelegd wat het programma doet. Klik op Browse. Selecteer in het dialoogvenster Open File het bestandstype All Files (*.*), blader vervolgens naar het msi-bestand en selecteer het. De details van deze stap variëren voor elke opdracht die u maakt. Blader voor het installatiepakket naar uw bestand <pakket_naam>.msi. Als u zich weer in de wizard New Program bevindt, kunt u de gewenste markeringen of opties toevoegen aan de opdracht, achter de bestandsnaam in het tekstvak Command Line. U moet altijd de markering /quiet gebruiken. Bijvoorbeeld: msiexec.exe /i PS_1.msi /quiet Als u 64-bits pakketten maakt, moet u de optie REBOOT=ReallySuppress gebruiken om een afgedwongen herstart te voorkomen: msiexec.exe /i PS_1.msi /quiet REBOOT=ReallySuppress

81 Adobe-pakketten distribueren met SCCM Installatie- en verwijderingsprogramma s voor het SCCM-pakket maken 81 Voeg voor het verwijderingspakket /uninstall /quiet toe aan de opdracht. Bijvoorbeeld: msiexec.exe /uninstall PS_1.msi /quiet Als u wilt, kunt u een bestemmingsmap opgeven met de speciale markering ADOBEINSTALLDIR. Bijvoorbeeld: msiexec.exe /i PS_1.msi ADOBEINSTALLDIR="C:Program Files\Custom Adobe Packages\" /quiet 3. Op het tabblad Environment: Selecteer in het veld Program Can Run de optie Whether or not a user is logged on. Selecteer in het gedeelte Run mode Run with administrative rights. Controleer of Allow users to interact with this program is uitgeschakeld (OFF). OPMERKING: Als u Application Manager niet uitvoert met beheerdersrechten, wordt het logbestand naar een andere locatie geschreven. Zie Installatielogbestanden op pagina Stel de velden op de tabbladen Advanced, Windows Installer en MOM Maintenance naar wens in en klik op Next. 5. Controleer de informatie in het samenvattingsscherm. Als u iets wilt wijzigen, moet u nu teruggaan en dat doen. Klik in het samenvattingsscherm op Next. Het scherm Wizard Completed wordt weergegeven. Klik op Close om het maken van het programma te beëindigen. Installatieprogramma's en verwijderingsprogramma's voor Exceptions-componenten maken Maak installatieprogramma's en verwijderingsprogramma's voor de msi-, exe- of AIR-installatieprogramma s die aanwezig zijn in de map Exceptions\ met de opdrachten die staan beschreven in het bestand ExceptionInfo.txt op het hoogste niveau van de map Exceptions\. Als u bijvoorbeeld een SCCM-installatiepakket wilt maken voor een msi-installatieprogramma voor Adobe Flash Player 10, gebruikt u deze opdracht: msiexec.exe /i AdobeFlashPlayer10_plRel_mul.msi /qn Als u het verwijderingsprogramma wilt maken, gebruikt u /uninstall in plaats van /i: msiexec.exe /uninstall AdobeFlashPlayer10_plRel_mul.msi /qn WAARSCHUWING: Voor op AIR gebaseerde installatieprogramma's kunt u op dezelfde manier een installatieprogramma maken dat op de achtergrond wordt uitgevoerd, met de opdracht die vermeld staat in het bestand ExceptionInfo.txt. Voor deze componenten kunt u echter geen verwijderingsprogramma maken dat op de achtergrond werkt. Als u deze AIR-toepassingen verwijdert, moet u dat handmatig doen: Adobe AIR Adobe Help Adobe Media Player

82 Adobe-pakketten distribueren met SCCM Distributiepunten selecteren voor het SCCM-pakket 82 Distributiepunten selecteren voor het SCCM-pakket 1. Open de wizard New Distribution Points. Navigeer vanuit de SCCM-console naar Computer Management > Software Distribution > Packages. Selecteer het SCCM-pakket dat u hebt gemaakt. Selecteer daaronder Distribution Points > New Distribution Points. Er wordt een introductiescherm weergegeven. Klik op Next. Doe het volgende in de wizard New Distribution Points: 2. Selecteer de distributiepunten waarnaar u het SCCM-pakket wilt kopiëren. Er wordt verondersteld dat de distributiepunten die u voor dit SCCM-pakket wilt gebruiken, al zijn gemaakt. U kunt een of meer distributiepunten selecteren voor dit pakket. 3. Controleer het scherm Wizard Completed en klik op Close. De SCCM-pakketprogramma s aankondigen U moet de aanwijzingen in deze sectie eenmaal opvolgen voor elk SCCM-pakketprogramma dat u wilt aankondigen. In deze aanwijzingen wordt aangenomen dat er al een verzameling bestaat met daarin de doelsystemen waarop u de SCCM-pakketprogramma's wilt aankondigen. 1. Open de wizard Distribute Software to Collection. Navigeer vanuit de SCCM-console naar Computer Management > Collections. Ga naar de verzameling die u wilt gebruiken om dit SCCM-pakket aan te kondigen. Klik met de rechtermuisknop op de naam van de verzameling en kies Distribute > Software. Doe het volgende in de wizard Distribute Software to Collection: 2. Kies het SCCM-pakket dat u wilt aankondigen. Op het tabblad Package: Schakel Select an existing package in. Klik op de knop Browse naast het tekstveld. Zoek in het dialoogvenster Select a Package het gewenste SCCM-pakket en selecteer het. Klik vervolgens op OK. Uw selectie wordt weergegeven in het tekstveld op het tabblad Package. Klik op Next. 3. Controleer of u de gewenste distributiepunten hebt geselecteerd waarnaar u het SCCM-pakket wilt kopiëren. Selecteer op het tabblad Distribution Points de distributiepunten die u wilt gebruiken om dit SCCM-pakket te distribueren. Klik op Volgende.

83 Adobe-pakketten distribueren met SCCM De SCCM-pakketprogramma s aankondigen Selecteer het SCCM-pakketprogramma dat u wilt aankondigen. Op het tabblad Select Program: De naam en de programma's van het SCCM-pakket worden weergegeven. Selecteer in het gedeelte 'Programs:' de programma's die u wilt aankondigen. Klik op Next. 5. Stel de kenmerken van de aankondiging in. Op het tabblad Advertisement Name: Geef een naam op voor de aankondiging in het veld Name. U kunt ook een opmerking invoeren die de aankondiging beschrijft in het veld Comment. Klik op Next. Op het tabblad Advertisement Subcollection: De naam van de verzameling die u voor deze aankondiging hebt gekozen, wordt weergegeven in het veld Collection. Geef aan of u wilt dat deze aankondiging wordt verzonden naar subverzamelingen van deze verzamelingen. De resultaten van uw keuze worden weergegeven in het veld onder aan het tabblad. Klik op Next. Op het tabblad Advertisement Schedule: Stel de datum en tijd in waarop u wilt dat de aankondiging wordt uitgevoerd. Geef aan of de aankondiging moet verlopen. Als u wilt dat de aankondiging verloopt, stelt u de verloopdatum en -tijd in. Voeg de gewenste andere instellingen toe en klik op Next. Op het tabblad Assign Program: Geef aan of u wilt dat het uitvoeren van dit programma verplicht is. Zo ja, dan geeft u de datum en tijd op waarop u de uitvoering wilt afdwingen. De aankondigingsdatum van het vorige tabblad wordt hier voor uw gemak weergegeven. Stel zo nodig een vervaldatum in. Kies de andere opties die u wenst. Klik op Next. 6. Bekijk het samenvattingsscherm voor de aankondiging. Controleer de informatie in het samenvattingsscherm. Als u iets wilt wijzigen, moet u nu teruggaan en dat doen. Klik in het samenvattingsscherm op Next. Het scherm Wizard Completed wordt weergegeven. Klik op Close om het maken van de aankondiging te beëindigen. Wanneer het SCCM-pakket is aangekondigd, wordt een melding op de Windows-werkbalk van de doelsystemen weergegeven, waarmee wordt aangegeven dat een programma is gepland om te worden uitgevoerd.

84 8 Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition is een opdrachtregelprogramma voor de ondersteunde platformen waarmee u de serienummering van Adobe -producten die u hebt gedistribueerd met Adobe Application Manager Enterprise Edition, kunt bijhouden en beheren. Deze toolkit kunt u downloaden via de pagina voor distributie in ondernemingen op DevNet: De toolkit levert opdrachten waarmee u een geïnstalleerd product eenvoudig kunt voorzien van een (nieuw) serienummer. U moet dit mogelijk in verschillende gevallen doen: Distributie met één serienummer komt niet overeen met gevarieerd gebruik van het product Adobe Application Manager Enterprise Edition vereist dat uw distributiepakket wordt voorzien van één serienummer. De licentie die u hiervoor gebruikt, komt mogelijk niet overeen met het werkelijke gebruik van het product binnen uw organisatie. Uw bedrijf heeft bijvoorbeeld 200 Photoshop -gebruikers, 200 InDesign -gebruikers, 200 Illustrator -gebruikers en 200 gebruikers die meerdere Design Suite Premium-producten gebruiken. Het is dan misschien erg logisch om een volledige suite payloads op alle 800 computers te installeren, maar het is niet aanvaardbaar om 800 licenties voor de suite aan te schaffen. In dit geval kunt u de Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition gebruiken om computers na distributie te voorzien van een nieuw serienummer voor precies de gewenste producten, waarbij de serienummering voor specifieke media die is gebruikt tijdens de distributie, wordt verwijderd. Licentieovereenkomsten voor termijnen Als u beschikt over een licentieovereenkomst voor een bepaalde termijn, verlopen uw serienummers aan het einde van de termijn. U moet alle computers waarop producten zijn gedistribueerd, voorzien van een nieuw serienummer wanneer u uw overeenkomst verlengt zodat deze overeenkomen met de nieuwe vervaldatum. Studentenlicentie In het onderwijs wordt een specifieke vorm van licentieovereenkomsten voor een termijn gebruikt waarbij de houder van een volumelicentie (aflopende) retaillicenties kan toewijzen of doorverkopen aan studenten. Omdat de meeste van deze instellingen deze licenties voor wederverkoop op jaarbasis verlengen, en omdat veel van de studenten elk jaar vertrekken, moet de instelling de computer van elke student voorzien van een nieuw, uniek serienummer. Tijdens dit vervangingsproces moet worden gecontroleerd of het vervangende serienummer alleen wordt toegepast als het bijbehorende origineel aanwezig is op het apparaat. Op deze manier kan een student die niet langer in aanmerking komt voor het programma, niet het nieuwe serienummer van iemand anders gebruiken. 84

85 Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition Syntaxis van hulpprogramma 85 De Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition gebruiken Het hulpprogramma zelf is een platformspecifiek uitvoerbaar bestand, adobe_prtk.exe in Windows of adobe_prtk in Mac OS. Het hulpprogramma bevat een opdracht, ReplaceSN, waarmee u serienummers kunt opgeven en verwijderen of nieuwe serienummers aan eerder gedistribueerde producten kunt toewijzen. Activeer een DOS-opdrachtshell in Windows of een Terminal in Mac OS, ga naar de map waar u het uitvoerbare bestand hebt gedownload en roep de opdracht als volgt aan: adobe_prtk --tool=replacesn --serialize=leid --serial=sn adobe_prtk --tool=replacesn --unserialize=leid [--locale=locale]adobe_prtk --tool=replacesn --reserialize=leid --replacement=pseudosn adobe_prtk --tool=makereplacementsn --old=oldsn --new=newsn Syntaxis van hulpprogramma ReplaceSN Hiermee worden serienummers vervangen voor producten die zijn geïnstalleerd op de huidige computer. De verschillende vormen kunnen worden gecombineerd om meerdere acties uit te voeren met één aanroep. optie voor opgeven van serienummers adobe_prtk --tool=replacesn --serialize=leid --serial=sn ARGUMENTEN: --serialize LEID De licentie-id van het product (zie Productidentificatie on page 87). --serial SN Het nieuwe serienummer. Hiermee wordt het serienummer toegepast op het gewenste product. Als het product alleen vooraf is voorzien van een serienummer, wordt het nieuwe nummer toegepast als vervanging voor het vooraf toegewezen serienummer. In andere gevallen wordt het serienummer gevalideerd en toegepast op de juiste landinstellingen, waarbij bestaande serienummers voor die landinstelling worden vervangen. optie voor verwijderen van serienummers adobe_prtk --tool=replacesn --unserialize=leid [ --locale=locale ] ARGUMENTEN: --unserialize LEID --locale locale De licentie-id van het product. Een optionele landcode. Zie Codes voor landinstellingen voor een lijst met de codes en de bijbehorende landinstellingen. Hiermee worden alle bestaande serienummers die niet van proefversies zijn, toegepast op het gewenste product, waaronder eventuele vooraf toegewezen serienummers. Als de landinstelling is opgegeven, worden serienummers alleen voor die landinstelling verwijderd.

86 Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition Logbestanden 86 optie voor opnieuw toewijzen van serienummers adobe_prtk --tool=replacesn --reserialize=leid --replacement=newsn ARGUMENTEN: --reserialize LEID --replacement pseudosn De licentie-id van het product (zie Productidentificatie on page 87). Er wordt een gecodeerd, vervangend serienummer gemaakt met de opdracht MakeReplacementSN. Hiermee worden alle serienummers voor het opgegeven product (inclusief vooraf toegewezen serienummers) gecontroleerd om te bepalen met welk bestaand serienummer het vervangende serienummer correct kan worden gedecodeerd. Vervolgens wordt het serienummer van het betreffende product vervangen. MakeReplacementSN Met deze hulpfunctie wordt een gecodeerde versie van een nieuw serienummer gemaakt, die kan worden gedecodeerd met het bestaande serienummer. Voer deze functie uit op het beheersysteem en sla het resultaat op zodat dit op clientcomputers kan worden gebruikt met de optie voor opnieuw toewijzen van serienummers voor de opdracht ReplaceSN. adobe_prtk --tool=makereplacementsn --old=oldsn --new=newsn ARGUMENTEN: --old=oldsn --new newsn Het serienummer dat wordt vervangen. Het nieuwe serienummer. Logbestanden RESULTAAT: Een pseudo-serienummer. Dit is een eenvoudig gecodeerde versie van het nieuwe serienummer die wordt doorgegeven aan de optie voor opnieuw toewijzen van serienummers voor de opdracht ReplaceSN. De hulpprogramma s schrijven informatie over de voortgang en het resultaat van elke opdracht naar het licentielogbestand: oobelib.log Locatie in Windows: %temp% Locatie in Mac OS: /tmp/ Deze foutcodes kunnen worden gerapporteerd als de serienummering mislukt: 1 Er zijn ongeldige opdrachtregelargumenten doorgegeven. 2 Het ingevoerde serienummer is geen geldig serienummer van Adobe. 3 Het serienummer heeft niet de juiste vorm. 4 De landinstelling van het serienummer is niet ingesteld voor het doelproduct. 5 Het ingevoerde serienummer is niet geschikt voor het huidige besturingssysteem. 6 Het product waarvoor de LEID is ingevoerd, is niet geïnstalleerd op de doelcomputer.

87 Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition Productidentificatie 87 7 De gebruiker heeft geen schrijfmachtigingen voor de cachedatabase. 8 AMTConfigPath is onjuist of ontbreekt, waarschijnlijk vanwege een mislukte of onvolledige installatie. 9 Het ingevoerde serienummer is bedoeld voor een upgrade. 10 Het oude en nieuwe serienummer zijn gelijk. 11 De cache- en/of PCD-database zijn niet toegankelijk. 12 Het ingevoerde pseudo-serienummer is geen geldige code. 13 Het doelproduct bevat niet het oude serienummer dat moet worden vervangen. Productidentificatie Een product met serienummer dat is geïnstalleerd met een distributiepakket dat u hebt gemaakt met Adobe Application Manager Enterprise Edition, heeft een unieke licentie-id (LEID). Als de productnaam bijvoorbeeld Photoshop CS5 Extended is en het product is geïnstalleerd in Mac OS, is de LEID Photoshop-CS5-Mac-GM. Gebruik de LEID om de geïnstalleerde producten te herkennen waarvan u het serienummer wilt opvragen of wijzigen. Zie voor een lijst met LEID s: Codes voor landinstellingen De volgende tabel bevat de lijst met codes voor landinstellingen die u kunt gebruiken met de optie voor verwijderen van serienummers om de serienummers voor de betreffende landinstelling te verwijderen. da_dk de_de en_gb en_us es_la es_mx es_na fi_fi fr_ca fr_fr hr_hr hu_hu it_it ja_jp Deens Duits Engels (Internationaal) Engels (V.S.) Spaans (Latijns-Amerika) Spaans (Spanje) Spaans (Noord-Amerika) Fins Frans (Canada) Frans (Frankrijk) Kroatisch Hongaars Italiaans Japans

88 Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition Voorbeelden van serienummering 88 ko_kr nb_no nl_nl pl_pl pt_br ro_ro ru_ru sk_sk sl_si sv_se tr_tr uk_ua zh_cn zh_tw Koreaans Noors Nederlands Pools Portugees (Brazilië) Roemeens Russisch Slowaaks Sloveens Zweeds Turks Oekraïens Chinees (vereenvoudigd) Chinees (traditioneel) Voorbeelden van serienummering 1. Als u bijvoorbeeld alle toepassingen van de Design Premium-suite wilt distribueren voor bepaalde gebruikers, en alleen Photoshop voor anderen, kunt u twee pakketten maken: Pakket 1: Volledige Design Premium-suite. Wanneer u dit pakket maakt, geeft u het serienummer voor de Design Premium-suite op en selecteert u alle toepassingen voor installatie. Dit betekent dat de standaarddistributie van dit pakket de suite installeert en voorziet van een serienummer, zodat de doelcomputer volledig klaar is voor gebruik. De resulterende map payloads/ in de doeldistributielocatie bevat alle toepassingspayloads. Pakket 2: Alleen Photoshop. Als u dit pakket maakt, selecteert u een proefinstallatie (geen serienummering) en selecteert u alleen Photoshop (en eventueel optionele, aanbevolen payloads) voor installatie. Plaats het resulterende pakket in dezelfde map als een exemplaar van het hulpprogramma ReplaceSN. Als u in Windows het SCCM-programma maakt om de distributie van pakket 2 uit te voeren, geeft u een standaard msiexec-opdrachtregel op om de Photoshop MSI aan te roepen die een proefversie van Photoshop distribueert. U voegt vervolgens een tweede opdrachtregel toe: adobe_prtk --tool=replacesn --serialize=photoshop-cs5-win-gm --serial=<ps-sn> Deze tweede opdrachtregel voorziet de proefversie van een licentie met het bijgeleverde serienummer van Photoshop.

89 Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition Voorbeelden van serienummering Stel dat u de videotoepassingen van de Master Collection wilt distribueren. U maakt één pakket waarin u het serienummer van de Master Collection-suite opgeeft (om beveiligde inhoud te kunnen installeren) en de gewenste producten selecteert (Photoshop, Adobe Premiere Pro en After Effects ). Als u in Windows het SCCM-programma maakt om de distributie van dit pakket uit te voeren, moet het vijf regels bevatten. De eerste is de standaard msiexec-aanroep, gevolgd door: adobe_prtk --tool=replacesn --unserialize=mastercollection-cs5-win-gm Hiermee wordt het serienummer van de Master Collection-suite verwijderd dat u hebt gebruikt om het pakket te maken. adobe_prtk --tool=replacesn --serialize=photoshop-cs5-win-gm --serial=<ps-sn> adobe_prtk --tool=replacesn --serialize=premiere-cs5-win-gm --serial=<premiere-sn> adobe_prtk --tool=replacesn --serialize=aftereffects-cs5-win-gm --serial=<ae-sn> Deze opdrachten voorzien de drie toepassingen die u werkelijk distribueert, van een serienummer. 3. Stel dat u het serienummer wilt verwijderen van Adobe Photoshop voor Mac OS voor de landinstelling Engels (V.S.). Hiervoor moet u de volgende opdracht uitvoeren: adobe_prtk --tool=replacesn --unserialize=photoshop-cs5-mac-gm [ --locale=en_us ]

90 9 Adobe Update Server Setup Tool Overzicht In dit document wordt beschreven hoe u Adobe Update Server Setup Tool (AUSST) installeert. Dit is een hulpprogramma voor het instellen van een eigen updateserver om de distributie van Adobe-productupdates in uw onderneming te beheren. Met AUSST worden updates gedownload voor producten Creative Suite 5 en Creative Suite 5.5. U kunt AUSST dus gebruiken als in uw onderneming Creative Suite 5, Creative Suite 5.5, of een combinatie van beide wordt gebruikt. De updates worden gedownload voor het Windows- en Mac OS-platform. OPMERKING: AUSST is bedoeld voor IT-beheerders in ondernemingen, die een interne updateserver willen installeren en onderhouden. Bij een individuele productinstallatie start de Adobe Application Manager elke dag automatisch om 2:00 uur in de ochtend om de updateserver van Adobe te controleren op updates voor Adobe-producten. Als een productupdate wordt gevonden, geeft de toepassing een bericht weer. De gebruiker kan vervolgens ervoor kiezen om de update te downloaden en installeren. Gebruikers kunnen ook de menuopdracht Help ->Updates gebruiken om de Adobe Application Manager aan te roepen om te controleren op productupdates, en deze te downloaden en installeren als er updates worden gevonden. Computer 1 Product Dw5 Application Manager Updateserver van Adobe Computer 2 Producten Dw5.5, Ps5 Application Manager Adobe-productupdates Computer 3 Producten Ps5, Ai5.5 Application Manager Clientcomputers downloaden productupdates rechtstreeks van de updateserver van Adobe 90

91 Adobe Update Server Setup Tool 91 Uw eigen updateserver instellen met AUSST In een bedrijfsomgeving geniet het mogelijk de voorkeur om uw eigen updateserver te hosten voor het downloaden en opslaan van updates op de updateserver van Adobe. Adobe Update Server Setup Tool (AUSST) kunt u gebruiken om uw eigen updateserver te configureren en hierop productupdates van de updateserver van Adobe te downloaden. Wanneer u uw eigen updateserver hebt geïnstalleerd, kunt u de Adobe Application Manager omleiden naar uw eigen server in plaats van naar de updateserver van Adobe. In dat geval controleert Adobe Application Manager op uw eigen server op updates en downloadt de updates van de server als u hiervoor opdracht hebt gegeven. Computer 1 Product Dw5 Application Manager Updateserver van Adobe Computer 2 Producten Dw5.5, Ps5 Application Manager Updateserver AUSST + Webserver Adobe-productupdates Computer 3 Producten Ps5, Ai5.5 Application Manager Met AUSST kunt u uw eigen updateserver instellen, waarvan de clientcomputers updates downloaden. OPMERKING: AUSST is bedoeld om u te helpen een interne updateserver te hosten, zodat de clientcomputers op deze interne server op updates kunnen controleren in plaats van op de updateserver van Adobe. AUSST is momenteel niet bedoeld voor het op afstand distribueren van updates naar systemen in uw netwerk.

92 Adobe Update Server Setup Tool 92 Migreren vanuit AUSST 1.0 Als u momenteel werkt met AUSST 1.0, raden we sterk aan om over te stappen op AUSST 2.0, en wel om de volgende redenen: AUSST 2.0 is vereist voor het downloaden van Creative Suite 5.5-updates. AUSST 2.0 bevat verbeteringen en oplossingen voor problemen U kunt AUSST 2.0 downloaden met de aanwijzingen in de sectie Adobe Update Server Setup Tool downloaden. Als u AUSST wilt uitvoeren, moet u de volgende wijzigingen aanbrengen in de configuratie van AUSST 1.0: De naam van het hulpprogramma is gewijzigd van AdobeUpdateServerSetupToolCS5 in AdobeUpdateServerSetupTool2.0 Het xml-configuratiebestand (AdobeUpdater.overrides) is aangepast. U moet de configuratiebestanden op de clientcomputers bijwerken. Zie Clientcomputers instellen voor meer informatie. Er worden twee bestanden met de naam updaterfeed.xml gegenereerd in plaats van één. Tijdens de controle van de configuratie moet u nagaan of beide bestanden op de server kunnen worden geopend met browsers op de clientcomputers. Zie De instellingen controleren voor meer informatie. Een updateserver instellen: kort overzicht Hier vindt u de belangrijkste stappen voor het instellen van uw interne updateserver met AUSST. Er moet al een HTTP-server actief zijn. Deze wordt gebruikt als de updateserver. 1. Download AUSST 1. Controleer of er een webserver beschikbaar is 2. Voer een eenmalige installatie uit via AUSST: Als onderdeel van de eenmalige installatie doet AUSST het volgende: Voert de eerste configuratie uit Stelt een mappenstructuur in die vergelijkbaar is met die op de updateserver van Adobe Kopieert updates van de updateserver van Adobe naar de webserver. Er worden zowel updates voor Windows als voor Mac OS gedownload. 3. Kopieer regelmatig de nieuwste updates van de updateserver van Adobe naar de webserver. Voer deze stap regelmatig uit om ervoor te zorgen dat uw interne server de nieuwste updates host. Deze stappen worden in de volgende secties beschreven. Het volgende diagram geeft het proces weer en biedt koppelingen naar de secties in dit document waarin de overeenkomende stappen worden uitgelegd. OPMERKING: Gebruik absolute paden voor alle opdrachtregelopties. AUSST biedt geen ondersteuning voor relatieve paden.

93 Adobe Update Server Setup Tool 93 Download AUSST Beschikbaar op: Ook beschikbaar als onderdeel van Adobe Application Manager Enterprise Edition. Zie voor meer informatie: Adobe Update Server Setup Tool downloaden Webserver instellen U kunt uw interne updateserver instellen op elke HTTP-server, zoals Apache of IIS, die de inhoud van statische bestanden kan verzorgen. Zie voor meer informatie: Een webserver voorbereiden voor gebruik als updateserver Eenmalige configuratie uitvoeren en updates downloaden Voer de volgende opdracht uit: AdobeUpdateServerSetupTool2.0 --root=<locatie_rootmap> Zorg dat er geen spaties rondom het teken = staan. Kies optie 1 als u een optie moet opgeven. De rootmap is de locatie in het bestandssysteem van uw interne updateserver waarnaar u de updates downloadt vanaf de updateserver van Adobe. Zorg dat deze locatie bereikbaar is voor de webserver. Zie voor meer informatie: Eenmalige installatie uitvoeren Configuratie controleren 1. Ga na of de startpagina van de webserver kan worden geopend met browsers op clientcomputers en of productupdates beschikbaar zijn vanaf de rootlocatie. 2. Controleer of de bestanden updaterfeed.xml op de updateserver kunnen worden geopend met browsers op de clientcomputers. Zie voor meer informatie: De instellingen controleren Clientcomputers instellen Maak een xml-configuratiebestand (AdobeUpdater.overrides) en distribueer dit naar de computers van gebruikers. De locatie voor het bestand is platformspecifiek. Zie voor meer informatie: Clientcomputers instellen Periodiek synchroniseren met updateserver van Adobe Voer de volgende opdracht uit: AdobeUpdateServerSetupTool2.0 --root=<locatie_rootmap> Zorg dat er geen spaties rondom het teken = staan. Kies optie 2 voor incrementele synchronisatie als u een optie moet opgeven. Alleen nieuwe updates worden gedownload. Kies optie 3 voor afgedwongen synchronisatie. Alle updates worden gedownload en bestaande updates worden overschreven. Zie voor meer informatie: Synchroniseren met de updateserver van Adobe

94 Adobe Update Server Setup Tool 94 Adobe Update Server Setup Tool downloaden U kunt AUSST downloaden van de pagina voor distributie van Adobe Creative Suite in ondernemingen: AUSST is beschikbaar als een exe-bestand (Windows) of een dmg-bestand (Mac OS). Als u de Adobe Application Manager Enterprise Edition gebruikt om uw Creative Suite-producten te distribueren, wordt AUSST beschikbaar gemaakt als onderdeel van de AAMEE-installatie. Hier vindt udelocaties: In Windows 32-bits In Windows 64-bits In Mac OS <systeemstation>:\program Files\Common Files\Adobe\OOBE\PDApp\Enterprise\utilities\AUSST <systeemstation>:\program Files (x86)\common Files\Adobe\OOBE\PDApp\Enterprise\utilities\AUSST /Library/Application Support/Adobe/OOBE/PDApp /Enterprise/utilities/AUSST AUSST wordt op de opdrachtregel uitgevoerd en vereist geen afzonderlijke installatiestappen. U kunt AUSST op elke gewenste locatie op de computer installeren. OPMERKING: Voer in Mac OS de toepassing (AdobeUpdateServerSetupTool2.0.app) niet uit met de opdrachtprompt of door op de toepassing te dubbelklikken. Koppel in plaats daarvan het dmg-bestand, kopieer de toepassing naar het lokale systeem en voer het bestand voor AUSST (AdobeUpdateServerSetupTool2.0) uit dat is verpakt in de toepassing. Standaard bevindt de toepassing zich in de map AdobeUpdateServerSetupTool2.0.app/Contents/MacOS. Hier ziet u een voorbeeld van de opdracht: AdobeUpdateServerSetupTool2.0 --root="/serverroot/updates/adobe/cs" waarbij AdobeUpdateServerSetupTool2.0.app/Contents/MacOS de huidige werkmap is Een webserver voorbereiden voor gebruik als updateserver U kunt uw interne updateserver instellen op elke HTTP-server, zoals Apache of IIS, die de inhoud van statische bestanden kan hosten en verzorgen. Voor installatie van AUSST is een actieve HTTP-server vereist. Als u een specifieke poort wilt configureren, stelt u het poortnummer in wanneer u de clientcomputers configureert. U hoeft het poortnummer alleen op te geven in de configuratiebestanden op de client (het bestand overrides). Als u een ISS-server (Internet Information Services) gebruikt als webserver, leest u de volgende sectie voor informatie waarmee u de IIS-server kunt configureren voor gebruik als updateserver. IIS-server instellen voor gebruik met AUSST Eenmalige installatie uitvoeren Wanneer u de oorspronkelijke installatie van de interne updateserver uitvoert, gebruikt u Adobe Update Server Setup Tool om een mappenstructuur voor de updates te maken in de door u gemaakte rootmap. Als op die locatie al bestanden of mappen aanwezig zijn, worden deze verwijderd. Vervolgens wordt een mappenstructuur gemaakt die overeenkomt met die van de updateserver van Adobe en wordt de eerste synchronisatie uitgevoerd, waarmee alle beschikbare updates vanaf de updateserver van Adobe worden gedownload naar uw interne server.

95 Adobe Update Server Setup Tool 95 Hier vindt u de stappen die moeten worden uitgevoerd voor de eerste configuratie: 1. Voer het hulpprogramma uit in een opdrachtshell of terminal en geef de rootmap voor updates op. Bijvoorbeeld: AdobeUpdateServerSetupTool2.0 --root=<locatie_rootmap> OPMERKING: zorg dat er geen spaties rondom het teken = staan. De rootmap is de locatie in het bestandssysteem van uw interne updateserver waar de updates worden opgeslagen die afkomstig zijn van de updateserver van Adobe. De locatie van de rootmap moet worden gekoppeld aan een geldige HTTP-URL. OPMERKING: zorg dat de rootmap onder de serverroot ligt, zodat de webserver update-inhoud kan verzorgen. Voorbeeld: De rootmap voor updates op uw webserver bevindt zich op de volgende locatie in het bestandssysteem /serverroot/updates/ De URL van de webserver is Binnen uw webserver kunt u de interne updateserver instellen op In dit geval is de locatie van de rootmap (die we in dit hele document als voorbeeld gebruiken) --root="/serverroot/updates/adobe/cs" In dit voorbeeld is de opdracht om de updates uit te voeren: AdobeUpdateServerSetupTool2.0 --root="/serverroot/updates/adobe/cs" Wanneer u de opdracht uitvoert, worden de volgende opties weergegeven in de shell of terminal: 1. Fresh directory structure set up and update sync 2. Incremental update sync from Adobe server 3. Forced update sync from Adobe server 4. Exit Please enter your choice: 2. Voer "1" in om de eerste optie te selecteren. AUSST maakt een mappenstructuur voor de updates in de rootmap en kopieert vervolgens de updates van de updateserver van Adobe naar uw interne updateserver. OPMERKING: Er worden zowel updates Windows als voor Mac OS gedownload. Momenteel kunt u niet selectief updates voor één platform downloaden. Nadat u deze oorspronkelijke installatie hebt uitgevoerd, is uw interne updateserver klaar om clientcomputers bij te werken. OPMERKING: Foutmeldingen, waarschuwingen en informatie voor probleemoplossing worden op de opdrachtregel weergegeven. Er worden geen extra logbestanden gegenereerd.

96 Adobe Update Server Setup Tool 96 De instellingen controleren Controleer het volgende om te bevestigen dat de eerste configuratie goed is uitgevoerd: 1. Controleer of de webserver correct functioneert: ga na of de startpagina van de webserver kan worden geopend vanaf een clientcomputer. 2. Controleer of de Adobe-productupdates beschikbaar zijn vanaf de rootlocatie. Als dat niet het geval is, controleert u of de rootlocatie de juiste schrijftoestemmingen heeft. 3. Controleer of u de updates via een browser kunt weergeven of downloaden vanaf de clientcomputers. 4. Controleer of de bestanden updaterfeed.xml op de updateserver kunnen worden geopend met browsers op de clientcomputers. De bestanden updaterfeed.xml bevinden zich op de volgende locatie, die wordt bepaald door de parameters in het bestand overrides: Stel dat het bestand Overrides de volgende items bevat <Overrides> <Application appid="webfeed"> <Domain> <URL>/Adobe/CS/webfeed/oobe/aam10/win/</URL> <Port>1234</Port> </Application> <Application appid="webfeed20"> <Domain> <URL>/Adobe/CS/webfeed/oobe/aam20/win/</URL> <Port>1234</Port> </Application> <Application appid="updates"> <Domain> <URL>/Adobe/CS/updates/oobe/aam10/win/</URL> <Port>1234</Port> </Application> <Application appid="updates20"> <Domain> <URL>/Adobe/CS/updates/oobe/aam20/win/</URL> <Port>1234</Port> </Application> </Overrides> In dit geval bevindt het bestand updaterfeed.xml zich op de volgende locatie: In Mac OS bevinden de bestanden zich dan op de volgende locatie: Opmerking: Wanneer u het bestand updaterfeed.xml in een browser weergeeft, kunt u de inhoud in het bestand niet weergeven. Dit is geen probleem. U hoeft alleen te controleren of het bestand toegankelijk is via het U kunt de inhoud van het bestand updaterfeed.xml weergeven door met de rechtermuisknop op het bestand te klikken en de broncode weer te geven.

97 Adobe Update Server Setup Tool 97 Clientcomputers instellen Adobe Application Manager op clientcomputers controleert standaard of er updates op de updateserver van Adobe aanwezig zijn. Wanneer u uw eigen updateserver host, moet u Adobe Application Manager configureren op de computer van elke gebruiker zodat op uw server op updates wordt gecontroleerd. Hiervoor moet u een xml-configuratiebestand maken (AdobeUpdater.overrides) en dit naar de computers van gebruikers distribueren. Het configuratiebestand specificeert het domein, de URL en de poort voor uw interne updateserver. De URL verschilt voor het Windows- en het Mac OS-platform. Hieronder ziet u de indeling van het bestand AdobeUpdater.Overrides met de serverinformatie uit het voorbeeld (zie Eenmalige installatie uitvoeren voor de serverinformatie uit het voorbeeld): OPMERKING: als u hebt gemigreerd naar een andere versie van AUSST, moet u de xml-configuratiebestanden op de clientcomputers bijwerken. IN WINDOWS: <?xml version="1.0" encoding="utf-8"?> <Overrides> <Application appid="webfeed"> <Domain> <URL>/Adobe/CS/webfeed/oobe/aam10/win/</URL> <Port>1234</Port> </Application> <Application appid="webfeed20"> <Domain> <URL>/Adobe/CS/webfeed/oobe/aam20/win/</URL> <Port>1234</Port> </Application> <Application appid="updates"> <Domain> <URL>/Adobe/CS/updates/oobe/aam10/win/</URL> <Port>1234</Port> </Application> <Application appid="updates20"> <Domain> <URL>/Adobe/CS/updates/oobe/aam20/win/</URL> <Port>1234</Port> </Application> </Overrides> IN MAC OS: In Mac OS geeft de URL de submap mac/ aan in plaats van de submap win/:... <URL>/Adobe/CS/webfeed/oobe/aam10/mac/</URL>... <URL>/Adobe/CS/webfeed20/oobe/aam20/mac/</URL>... <URL>/Adobe/CS/updates/oobe/aam10/mac/</URL>... <URL>/Adobe/CS/updates20/oobe/aam20/mac/</URL>...

98 Adobe Update Server Setup Tool Clientconfiguratiebestanden distribueren 98 Clientconfiguratiebestanden configureren U kunt de clientconfiguratiebestanden zelf maken met een teksteditor of het hulpprogramma gebruiken om de bestanden automatisch te genereren. U kunt dit alleen doen nadat u uw server hebt ingesteld en gesynchroniseerd met de updateserver van Adobe. Geef de volgende opdracht op in een opdrachtshell of terminal om de configuratiebestanden te genereren (gebruik de informatie van uw eigen server): AdobeUpdateServerSetupTool2.0 --genclientconf="/serverroot/config/adobeupdaterclient" --root="/serverroot/updates/adobe/cs" --url=" Met deze opdracht worden twee clientconfiguratiebestanden gemaakt (een voor Windows en een voor Mac OS), die worden weggeschreven naar platformspecifieke mappen in het pad dat is opgegeven bij --genclientconf. In dit voorbeeld zijn de nieuwe bestanden: /serverroot/config/adobeupdaterclient/win/adobeupdater.overrides /serverroot/config/adobeupdaterclient/mac/adobeupdater.overrides Clientconfiguratiebestanden distribueren Als u het clientconfiguratiebestand wilt distribueren naar Adobe Application Manager Updater op de afzonderlijke computers van gebruikers, moet u de juiste platformversie van het bestand wegschrijven naar de volgende platformspecifieke locatie: WINDOWS XP: \Documents and Settings\All Users\Application Data\Adobe\AAMUpdater\1.0\AdobeUpdater.Overrides WINDOWS 7/VISTA: \ProgramData\Adobe\AAMUpdater\1.0\AdobeUpdater.Overrides MAC OS X: /Library/Application Support/Adobe/AAMUpdater/1.0/AdobeUpdater.Overrides Updates vanaf een interne server downloaden op clients met AAMEE 2.0 of hoger Vanaf versie 2.0 van Adobe Application Manager Enterprise Edition (AAMEE) kunnen updates rechtstreeks worden gedownload vanaf de updateserver van Adobe en hoeft u dit niet meer handmatig te doen. Als op de clientcomputers versie 2.0 of hoger van AAMEE wordt uitgevoerd, kan AAMEE de updates rechtstreeks downloaden vanaf uw interne updateserver en hoeft u de updateserver van Adobe niet te gebruiken. Hiervoor moet u hetzelfde xml-configuratiebestand (AdobeUpdater.overrides) distribueren op de interne server waarna AAMEE de updates downloadt vanaf de interne server.

99 Adobe Update Server Setup Tool Incrementele synchronisatie 99 Synchroniseren met de updateserver van Adobe Nadat u de oorspronkelijke installatie hebt uitgevoerd, moet u uw interne updateserver regelmatig synchroniseren met de updateserver van Adobe om ervoor te zorgen dat u beschikt over de nieuwste updates. Hiervoor gebruikt u dezelfde opdracht, maar kiest u een andere optie in het menu: AdobeUpdateServerSetupTool2.0 --root="/serverroot/updates/adobe/cs" Met de opdracht worden de volgende opties weergegeven in de shell of terminal: 1. Fresh directory structure set up and update sync 2. Incremental update sync from Adobe server 3. Forced update sync from Adobe server 4. Exit Please enter your choice: U kunt kiezen voor een incrementele synchronisatie (optie 2) of een afgedwongen synchronisatie (optie 3) Incrementele synchronisatie Als er nieuwe updates op de updateserver van Adobe zijn geplaatst nadat u voor het laatst hebt gesynchroniseerd, worden alleen de nieuwe updates overgebracht naar de lokale server wanneer u voor optie 2 kiest. Als er geen nieuwe updates beschikbaar zijn, gebeurt er niets. Normaal gesproken is dit de optie die u het beste kunt gebruiken. Als echter blijkt dat om wat voor reden dan ook de nieuwste updates niet worden weergegeven op de clientcomputers, kunt u een afgedwongen synchronisatie uitvoeren, zoals hierna wordt uitgelegd. Afgedwongen synchronisatie Wanneer u kiest voor optie 3, worden alle beschikbare updates gedownload vanaf de updateserver van Adobe. Eerder gedownloade updates worden opnieuw gedownload vanaf de updateserver van Adobe en worden overschreven op de lokale updateserver. Beide opties hebben als resultaat dat uw interne updateserver up-to-date is en kan worden gebruikt voor het bijwerken van clientcomputers. OPMERKING: als u de synchronisatie met de updateserver van Adobe automatisch wilt uitvoeren zonder dat handmatige tussenkomst vereist is, kunt u een omsluitend script maken dat AUSST uitvoert en de benodigde invoer levert.

100 Adobe Update Server Setup Tool Server met IIS 6 instellen 100 IIS-server instellen voor gebruik met AUSST In deze sectie wordt uitgelegd hoe u een IIS-server (Internet Information Services) instelt voor gebruik met AUSST. Server met IIS 6 instellen Server met IIS 7 instellen Server met IIS 6 instellen 1. Voer AUSST uit en synchroniseer de updates die beschikbaar zijn in de standaardhoofdmap van de website van de updateserver van Adobe. 2. Configureer de eigenschappen voor de website zoals hier is aangegeven:

101 Adobe Update Server Setup Tool Server met IIS 6 instellen Selecteer het tabblad Basismap en klik op Configuratie BELANGRIJK: De wijzigingen in de configuratie worden toegepast op alle gegevens die verwijzen naar deze website (standaardwaarde in dit voorbeeld) zoals Iaas, Reports, Old. Maak daarom een aparte website voor de gegevens voor de functie voor updates en pas de configuratiewijzigingen toe op deze aparte website zodat de andere sites niet worden beïnvloed.

102 Adobe Update Server Setup Tool Server met IIS 6 instellen Voeg de ISAPI-extensie toe voor de volgende extensies: xml zip dmg sig crl

103 Adobe Update Server Setup Tool Server met IIS 6 instellen Voer extensietoewijzing uit voor het volgende uitvoerbare bestand: C:\Windows\Microsoft.NET\Framework\v \aspnet_isapi.dll zoals hier is aangegeven: OPMERKING: voer voor een 64-bits besturingssysteem de toewijzing in het pad van het 64-bits framework als volgt uit: C:\Windows\Microsoft.NET\Framework64\v \aspnet_isapi.dll.

104 Adobe Update Server Setup Tool Server met IIS 6 instellen Open het bestand web.config in de map van het framework die hierna is aangegeven: 7. Voeg vermeldingen toe voor de extensie xml,.crl,. dmg,.zip.en.sig zoals hier is aangegeven: 8. Start de website opnieuw en voer AUSST uit.

105 Adobe Update Server Setup Tool Server met IIS 7 instellen 105 Server met IIS 7 instellen 1. Voer AUSST uit en synchroniseer de updates die beschikbaar zijn in de standaardhoofdmap van de website van de updateserver van Adobe. 2. Open inetmgr en klik op de handler Toewijzing van de vereiste website zoals hier is aangegeven: BELANGRIJK: De wijzigingen in de configuratie worden toegepast op alle gegevens die verwijzen naar deze website (standaardwaarde in dit voorbeeld). Maak daarom een aparte website voor de gegevens voor de functie voor updates en pas de configuratiewijzigingen toe op deze aparte website zodat de andere sites niet worden beïnvloed. 3. Selecteer de optie Moduletoewijzing toevoegen zoals hier is aangegeven:

106 Adobe Update Server Setup Tool Server met IIS 7 instellen Voeg de moduletoewijzing voor de extensies.xml,.crl,.zip,.dmg en.sig toe. Een voorbeelddialoogvenster voor de extensie.xml wordt hier weergegeven. OPMERKING: de toewijzing voor de extensies.crl,.zip,.dmg en.sig kan op vergelijkbare wijze worden uitgevoerd zoals hier voor de extensie.xml is beschreven. 5. Wijzig in de sectie Groep van toepassingen de waarde van de pipeline-modus van de beheerfunctie in Klassiek zoals hier is aangegeven:

107 Adobe Update Server Setup Tool Controleer of de webserver correct is ingesteld Voeg de http-ingangen toe voor de extensies.zip,.xml,.crl,.dmg en.sig in het bestand web.config zoals hier is aangegeven: 7. Start de website opnieuw en voer AUSST uit. Problemen oplossen De volgende algemene stappen kunt u gebruiken om problemen met het distribueren via Adobe Update Server Setup Tool op te lossen. Controleer of de webserver correct is ingesteld Als de webserver voor de distributie van updates niet correct is ingesteld, worden de updates mogelijk wel gedownload van de updateserver van Adobe (Adobe Update Server Setup Tool doet dit automatisch), maar worden de updates niet gedistribueerd naar de clientcomputers. Updates lokaal opgeslagen Updateserver van Adobe AUSST Webserver Clients Updates worden niet geïnstalleerd op clients omdat de webserver niet correct is ingesteld

ADOBE APPLICATION MANAGER ENTERPRISE EDITION HANDLEIDING VOOR DISTRIBUTIE IN ONDERNEMINGEN

ADOBE APPLICATION MANAGER ENTERPRISE EDITION HANDLEIDING VOOR DISTRIBUTIE IN ONDERNEMINGEN ADOBE APPLICATION MANAGER ENTERPRISE EDITION HANDLEIDING VOOR DISTRIBUTIE IN ONDERNEMINGEN Adobe Application Manager Enterprise Edition Release 3.0 Documentversie 3.0 Documentdatum: mei 2012 2012 Adobe

Nadere informatie

Adobe Application Manager Enterprise Edition Release 3.1

Adobe Application Manager Enterprise Edition Release 3.1 Adobe Application Manager Enterprise Edition Release 3.1 Documentversie 3.1 Documentdatum: september 2012 Adobe Application Manager Enterprise Edition Release 3.1 Welkom bij Adobe Application Manager Enterprise

Nadere informatie

ADOBE APPLICATION MANAGER ENTERPRISE EDITION HANDLEIDING VOOR DISTRIBUTIE IN ONDERNEMINGEN

ADOBE APPLICATION MANAGER ENTERPRISE EDITION HANDLEIDING VOOR DISTRIBUTIE IN ONDERNEMINGEN ADOBE APPLICATION MANAGER ENTERPRISE EDITION HANDLEIDING VOOR DISTRIBUTIE IN ONDERNEMINGEN Adobe Application Manager Enterprise Edition Release 3.1 Documentversie 3.1 Documentdatum: september 2012 2012

Nadere informatie

Adobe Application Manager Enterprise Edition Release 3.0

Adobe Application Manager Enterprise Edition Release 3.0 Adobe Application Manager Enterprise Edition Release 3.0 Documentversie 3.0 Documentdatum: mei 2012 Adobe Application Manager Enterprise Edition Release 3.0 In dit document: Inleiding Nieuwe en gewijzigde

Nadere informatie

Lees mij voor Adobe Application Manager Enterprise Edition Release 2.1

Lees mij voor Adobe Application Manager Enterprise Edition Release 2.1 Adobe Application Manager Enterprise Edition Release 2.1 Documentversie 2.2 Documentdatum: oktober 2011 Lees mij voor Adobe Application Manager Enterprise Edition Release 2.1 Welkom bij Adobe Application

Nadere informatie

ADOBE PROVISIONING TOOLKIT ENTERPRISE EDITION TECHNISCHE OPMERKING

ADOBE PROVISIONING TOOLKIT ENTERPRISE EDITION TECHNISCHE OPMERKING ADOBE PROVISIONING TOOLKIT ENTERPRISE EDITION TECHNISCHE OPMERKING 2010 Adobe Systems Incorporated. All rights reserved. Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition Tech Note Adobe, the Adobe logo, Creative

Nadere informatie

ADOBE PROVISIONING TOOLKIT ENTERPRISE EDITION TECHNISCHE OPMERKING

ADOBE PROVISIONING TOOLKIT ENTERPRISE EDITION TECHNISCHE OPMERKING ADOBE PROVISIONING TOOLKIT ENTERPRISE EDITION TECHNISCHE OPMERKING Document Version 5.0 september 2012 2012 Adobe Systems Incorporated and its licensors. All rights reserved. Technische opmerking bij Adobe

Nadere informatie

ADOBE CREATIVE SUITE 6 IMPLEMENTATIE REFERENTIE VOOR COMPONENTEN

ADOBE CREATIVE SUITE 6 IMPLEMENTATIE REFERENTIE VOOR COMPONENTEN ADOBE CREATIVE SUITE 6 IMPLEMENTATIE REFERENTIE VOOR COMPONENTEN Adobe Creative Suites 6-implementatie 2011-2012 Adobe Systems Incorporated and its licensors. All rights reserved. Adobe Creative Suite

Nadere informatie

Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2

Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2 Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2 Fiery Extended Applications Package (FEA) v4.2 bevat Fiery-toepassingen voor het uitvoeren van taken die zijn toegewezen aan

Nadere informatie

System Updates Gebruikersbijlage

System Updates Gebruikersbijlage System Updates Gebruikersbijlage System Updates is een hulpprogramma van de afdrukserver dat de systeemsoftware van uw afdrukserver met de recentste beveiligingsupdates van Microsoft bijwerkt. Het is op

Nadere informatie

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista BEKNOPTE HANDLEIDING voor Windows Vista INHOUD Hoofdstuk 1: SYSTEEMVEREISTEN...1 Hoofdstuk 2: PRINTERSOFTWARE INSTALLEREN ONDER WINDOWS...2 Software installeren om af te drukken op een lokale printer...

Nadere informatie

VMware Identity Manager Desktop gebruiken. VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1

VMware Identity Manager Desktop gebruiken. VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1 VMware Identity Manager Desktop gebruiken VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1 VMware Identity Manager Desktop gebruiken U vindt de recentste technische documentatie op de website

Nadere informatie

ADOBE CREATIVE SUITE 5 HANDLEIDING VOOR DISTRIBUTIE IN ONDERNEMINGEN

ADOBE CREATIVE SUITE 5 HANDLEIDING VOOR DISTRIBUTIE IN ONDERNEMINGEN ADOBE CREATIVE SUITE 5 HANDLEIDING VOOR DISTRIBUTIE IN ONDERNEMINGEN Documentversie 2.5 december 2010 2010 Adobe Systems Incorporated and its licensors. All rights reserved. Adobe Creative Suite 5 Enterprise

Nadere informatie

Lees mij voor Adobe Creative Suite 5.5 Dreamweaver

Lees mij voor Adobe Creative Suite 5.5 Dreamweaver Lees mij voor Adobe Creative Suite 5.5 Dreamweaver Welkom bij Dreamweaver. Dit document bevat op het laatste moment beschikbaar gestelde productinformatie, updates en tips voor het oplossen van problemen

Nadere informatie

Installatiehandleiding FWG 3.0/2011-2012. Stand-alone / Netwerkversie. Nieuwe Installatie van FWG 3.0/2011-2012 met een MS Access database

Installatiehandleiding FWG 3.0/2011-2012. Stand-alone / Netwerkversie. Nieuwe Installatie van FWG 3.0/2011-2012 met een MS Access database Installatiehandleiding FWG 3.0/2011-2012 Stand-alone / Netwerkversie Nieuwe Installatie van FWG 3.0/2011-2012 met een MS Access database Wij willen u er op wijzen dat ons systeem FWG3.0 Cd-rom versie dit

Nadere informatie

Installatiegids Command WorkStation 5.5 met Fiery Extended Applications 4.1

Installatiegids Command WorkStation 5.5 met Fiery Extended Applications 4.1 Installatiegids Command WorkStation 5.5 met Fiery Extended Applications 4.1 Fiery Extended Applications Fiery Extended Applications (FEA) 4.1 is een pakket met de volgende toepassingen voor gebruik met

Nadere informatie

Fiery Driver Configurator

Fiery Driver Configurator 2015 Electronics For Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product. 16 november 2015 Inhoud 3 Inhoud Fiery Driver Configurator...5 Systeemvereisten...5

Nadere informatie

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING Inleiding cbox is een applicatie die u eenvoudig op uw computer kunt installeren. Na installatie wordt in de

Nadere informatie

Mac OS X 10.6 Snow Leopard Installatie- en configuratiehandleiding

Mac OS X 10.6 Snow Leopard Installatie- en configuratiehandleiding Mac OS X 10.6 Snow Leopard Installatie- en configuratiehandleiding Lees dit document voordat u Mac OS X installeert. Dit document bevat belangrijke informatie over de installatie van Mac OS X. Systeemvereisten

Nadere informatie

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 800/1000 Press, versie 1.3

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 800/1000 Press, versie 1.3 Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 800/1000 Press, versie 1.3 Dit document bevat belangrijke informatie over deze versie. Zorg dat deze informatie

Nadere informatie

2 mei 2014. Remote Scan

2 mei 2014. Remote Scan 2 mei 2014 Remote Scan 2014 Electronics For Imaging. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product. Inhoudsopgave 3 Inhoudsopgave...5 openen...5 Postvakken...5

Nadere informatie

Internet Veiligheidspakket van KPN Handleiding Windows XP, Vista, 7,8 Versie 13.04.19

Internet Veiligheidspakket van KPN Handleiding Windows XP, Vista, 7,8 Versie 13.04.19 Internet Veiligheidspakket van KPN Handleiding Windows XP, Vista, 7,8 Versie 13.04.19 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Systeemeisen... 4 3 Installatie... 5 4 Gebruik en instellingen... 12 4.1 Algemeen...

Nadere informatie

IMPLEMENTATIE VAN SOFTWARETAGS IN ADOBE-PRODUCTEN TECHNISCHE OPMERKING

IMPLEMENTATIE VAN SOFTWARETAGS IN ADOBE-PRODUCTEN TECHNISCHE OPMERKING IMPLEMENTATIE VAN SOFTWARETAGS IN ADOBE-PRODUCTEN TECHNISCHE OPMERKING 2011 Adobe Systems Incorporated. All rights reserved. Software Tag Implementation in Adobe Products Tech Note Adobe, the Adobe logo,

Nadere informatie

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken Fiery Remote Scan Met Fiery Remote Scan kunt u scantaken op de Fiery-server en de printer beheren vanaf een externe computer. Met Fiery Remote Scan kunt u het volgende doen: Scans starten vanaf de glasplaat

Nadere informatie

Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4

Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4 Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4 Fiery Extended Applications (FEA) v4.4 bevat Fiery software voor het uitvoeren van taken met een Fiery Server. In dit document wordt beschreven

Nadere informatie

LCD MONITOR SHARP INFORMATION DISPLAY GEBRUIKSAANWIJZING

LCD MONITOR SHARP INFORMATION DISPLAY GEBRUIKSAANWIJZING LCD MONITOR SHARP INFORMATION DISPLAY DOWNLOADER Versie 1.1 GEBRUIKSAANWIJZING Inleiding Deze software Kan controleren of er nieuwe versies zijn van de gebruikte software. Indien er een nieuwe versie is,

Nadere informatie

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom Windows NT 4.x In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Voorbereidende stappen" op pagina 3-24 "Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom" op pagina 3-24 "Andere installatiemethoden" op pagina

Nadere informatie

De Fiery-software installeren voor Windows en Macintosh

De Fiery-software installeren voor Windows en Macintosh 13 De Fiery-software installeren voor Windows en Macintosh Op de cd-rom met gebruikerssoftware bevinden zich softwareinstallatieprogramma s voor Fiery Link. Fiery-hulpprogrammasoftware wordt ondersteund

Nadere informatie

Qlik Sense Desktop. Qlik Sense 1.1 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden.

Qlik Sense Desktop. Qlik Sense 1.1 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Qlik Sense Desktop Qlik Sense 1.1 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Qlik, QlikTech, Qlik

Nadere informatie

1 INTRODUCTIE...5 2 SYSTEEMVEREISTEN...6. 2.1 Minimum Vereisten...6 2.2 Aanbevolen Vereisten...7

1 INTRODUCTIE...5 2 SYSTEEMVEREISTEN...6. 2.1 Minimum Vereisten...6 2.2 Aanbevolen Vereisten...7 NEDERLANDS...5 nl 2 OVERZICHT nl 1 INTRODUCTIE...5 2 SYSTEEMVEREISTEN...6 2.1 Minimum Vereisten...6 2.2 Aanbevolen Vereisten...7 3 BLUETOOTH VOORZIENINGEN...8 4 SOFTWARE INSTALLATIE...9 4.1 Voorbereidingen...10

Nadere informatie

Een upgrade uitvoeren van Windows Vista naar Windows 7 (aangepaste installatie)

Een upgrade uitvoeren van Windows Vista naar Windows 7 (aangepaste installatie) Een upgrade uitvoeren van Windows Vista naar Windows 7 (aangepaste installatie) Als u geen upgrade kunt uitvoeren voor uw computer met Windows Vista naar Windows 7 voert u een aangepaste installatie uit.

Nadere informatie

Dell Command Integration Suite for System Center

Dell Command Integration Suite for System Center Dell Command Integration Suite for System Center Versie 5.0 Installatiehandleiding Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een

Nadere informatie

Crystal Reports Gebruikershandleiding. Crystal Reports XI R2 installeren

Crystal Reports Gebruikershandleiding. Crystal Reports XI R2 installeren Crystal Reports Gebruikershandleiding Crystal Reports XI R2 installeren Crystal Reports XI R2 installeren Crystal Reports XI R2 installeren U wordt bij het installatieproces begeleid door de Crystal Reports-wizard

Nadere informatie

TOUCH DISPLAY DOWNLOADER GEBRUIKSAANWIJZING

TOUCH DISPLAY DOWNLOADER GEBRUIKSAANWIJZING LCD MONITOR TOUCH DISPLAY DOWNLOADER GEBRUIKSAANWIJZING Versie 1.0 Modellen waarop dit van toepassing is (sinds januari 2016) PN-60TW3/PN-70TW3/PN-80TC3/PN-L603W/PN-L703W/PN-L803C (De verkrijgbaarheid

Nadere informatie

Nero AG SecurDisc Viewer

Nero AG SecurDisc Viewer Handleiding SecurDisc Nero AG SecurDisc Informatie over auteursrecht en handelsmerken De handleiding en de volledige inhoud van de handleiding worden beschermd door het auteursrecht en zijn eigendom van

Nadere informatie

PUBLICATIE INFORMATIE TRIMBLE ACCESS SOFTWARE. Versie 2013.41 Revisie A December 2013

PUBLICATIE INFORMATIE TRIMBLE ACCESS SOFTWARE. Versie 2013.41 Revisie A December 2013 PUBLICATIE INFORMATIE TRIMBLE ACCESS SOFTWARE 1 Versie 2013.41 Revisie A December 2013 Legal Information Trimble Navigation Limited Engineering Construction Group 935 Stewart Drive Sunnyvale, California

Nadere informatie

Handleiding voor aansluitingen

Handleiding voor aansluitingen Pagina 1 van 6 Handleiding voor aansluitingen Windows-instructies voor een lokaal aangesloten printer Opmerking: Wanneer u een lokaal aangesloten printer installeert en het besturingssysteem niet wordt

Nadere informatie

Boot Camp Installatie- en configuratiegids

Boot Camp Installatie- en configuratiegids Boot Camp Installatie- en configuratiegids Inhoudsopgave 3 Inleiding 4 Installatie-overzicht 4 Stap 1: Controleren of er updates nodig zijn 4 Stap 2: Uw Mac voorbereiden voor Windows 4 Stap 3: Windows

Nadere informatie

Lees mij voor Adobe Dreamweaver

Lees mij voor Adobe Dreamweaver Lees mij voor Adobe Dreamweaver Welkom bij Adobe Dreamweaver CS5. Dit document bevat op het laatste moment beschikbaar gestelde productinformatie, updates en tips voor het oplossen van problemen die niet

Nadere informatie

De ontwikkelaar heeft het recht om af te zien van verdere ontwikkeling en/of ondersteuning van dit pakket.

De ontwikkelaar heeft het recht om af te zien van verdere ontwikkeling en/of ondersteuning van dit pakket. 1. Licentieovereenkomst BELANGRIJK! LEES DEZE OVEREENKOMST ALVORENS DE SOFTWARE TE INSTALLEREN! Het aanvaarden van deze overeenkomst geeft u het recht tot gebruik van deze software, de software blijft

Nadere informatie

Standaard Asta Powerproject Client Versie 12 Installatiedocument v1

Standaard Asta Powerproject Client Versie 12 Installatiedocument v1 Standaard Asta Powerproject Client Versie 12 Installatiedocument v1 4 september 2012 Voor vragen of problemen kunt u contact opnemen via telefoonnummer 030-2729976. Of e-mail naar support@powerproject.nl.

Nadere informatie

Nero ControlCenter Handleiding

Nero ControlCenter Handleiding Nero ControlCenter Handleiding Nero AG Informatie over auteursrecht en handelsmerken De handleiding Nero ControlCenter en de inhoud daarvan worden beschermd door auteursrecht en zijn eigendom van Nero

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING

INSTALLATIEHANDLEIDING INSTALLATIEHANDLEIDING Update van uw Mamut programma EEN GEDETAILLEERDE STAP-VOOR-STAP BESCHRIJVING VAN HOE U EEN UPDATE KUNT MAKEN VAN UW MAMUT BUSINESS SOFTWARE PROGRAMMA (VAN VERSIE 9.0 OF NIEUWER).

Nadere informatie

Factuur2King 2.0.3 Multi User release notes

Factuur2King 2.0.3 Multi User release notes Factuur2King 2.0.3 Multi User release notes Deze nieuwe versie van Factuur2King, versie 2.0.3, bevat nieuwe functionaliteit en oplossingen voor problemen die naar voren zijn gekomen sinds de release van

Nadere informatie

VMware Identity Manager Desktop Client gebruiken. September 2017 VMware Identity Manager 3.0 VMware AirWatch 9.2

VMware Identity Manager Desktop Client gebruiken. September 2017 VMware Identity Manager 3.0 VMware AirWatch 9.2 VMware Identity Manager Desktop Client gebruiken September 2017 VMware Identity Manager 3.0 VMware AirWatch 9.2 U vindt de recentste technische documentatie op de website van VMware: https://docs.vmware.com/nl/

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Copyright 2013 Media Security Networks BV. All rights reserved.

Gebruikershandleiding. Copyright 2013 Media Security Networks BV. All rights reserved. Gebruikershandleiding NL - Revisie 3.7 YourSafetynet home Copyright 2013 Media Security Networks BV. All rights reserved. INHOUD 1 Inleiding... 3 2 YourSafetynet gebruiken... 3 2.1 Systeemvereisten...

Nadere informatie

Boot Camp Installatie- en configuratiegids

Boot Camp Installatie- en configuratiegids Boot Camp Installatie- en configuratiegids Inhoudsopgave 3 Inleiding 4 Benodigdheden 5 Installatie-overzicht 5 Stap 1: Controleren of er updates nodig zijn 5 Stap 2: Uw Mac voorbereiden voor Windows 5

Nadere informatie

Xerox Device Agent, XDA-Lite. Beknopte installatiehandleiding

Xerox Device Agent, XDA-Lite. Beknopte installatiehandleiding Xerox Device Agent, XDA-Lite Beknopte installatiehandleiding XDA-Lite - introductie XDA-Lite is software ontwikkeld voor het verzamelen van gegevens van machines, met als voornaamste doel de automatische

Nadere informatie

Nieuwe Installatie/Factuur2King bijwerken

Nieuwe Installatie/Factuur2King bijwerken Nieuwe Installatie/Factuur2King bijwerken Volg de onderstaande stappen om een nieuwe versie van Factuur2King 2.1 te installeren of een bestaande installatie bij te werken. 1. Uitpakken zipbestanden Pak

Nadere informatie

Standaard Asta Powerproject Client Versie 13 Installatiedocument v1

Standaard Asta Powerproject Client Versie 13 Installatiedocument v1 Standaard Asta Powerproject Client Versie 13 Installatiedocument v1 22 oktober 2015 Voor vragen of problemen kunt u contact opnemen via: telefoonnummer 030-2729976. Of e-mail naar support@powerproject.nl.

Nadere informatie

Boot Camp Installatie- en configuratiegids

Boot Camp Installatie- en configuratiegids Boot Camp Installatie- en configuratiegids Inhoudsopgave 3 Inleiding 3 Benodigdheden 4 Installatie-overzicht 4 Stap 1: Controleren of er updates nodig zijn 4 Stap 2: Uw Mac voorbereiden voor Windows 4

Nadere informatie

Installatie- en gebruikshandleiding Risicoverevening. 11 april 2007 ZorgTTP

Installatie- en gebruikshandleiding Risicoverevening. 11 april 2007 ZorgTTP Installatie- en gebruikshandleiding Risicoverevening 11 april 2007 ZorgTTP Inleiding In het kader van Risicoverevening wordt gepseudonimiseerd informatie aangeleverd aan het College voor Zorgverzekeringen

Nadere informatie

voor Mac Handleiding Aan de slag

voor Mac Handleiding Aan de slag voor Mac Handleiding Aan de slag ESET Cybersecurity biedt geavanceerde beveiliging van uw computer tegen schadelijke code. Op basis van de ThreatSense -scanengine die voor het eerst werd geïntroduceerd

Nadere informatie

MEDIA NAV navigatiesysteem Handleiding voor het downloaden van content via internet

MEDIA NAV navigatiesysteem Handleiding voor het downloaden van content via internet MEDIA NAV navigatiesysteem Handleiding voor het downloaden van content via internet Dit document beschrijft hoe u de software of content van uw navigatiesysteem kunt bijwerken. De screenshots die in deze

Nadere informatie

ResponseCard AnyWhere Desktop Gebruiksaanwijzing

ResponseCard AnyWhere Desktop Gebruiksaanwijzing ResponseCard AnyWhere Desktop Gebruiksaanwijzing Systeemvereisten o Intel of AMD 600 MHz processor (1 GHz of hoger aanbevolen) o 256 MB RAM-geheugen (256 MB of meer beschikbaar geheugen aanbevolen) o 60

Nadere informatie

Problemen met HASP oplossen

Problemen met HASP oplossen Problemen met HASP oplossen Hoofdvestiging: Trimble Geospatial Division 10368 Westmoor Drive Westminster, CO 80021 USA www.trimble.com Copyright en handelsmerken: 2005-2013, Trimble Navigation Limited.

Nadere informatie

Installatie- en configuratiehandleiding. Voor WebReporter 2013

Installatie- en configuratiehandleiding. Voor WebReporter 2013 Voor WebReporter 2013 Laatst bijgewerkt: 26 juli 2013 Inhoud Vereiste onderdelen installeren... 1 Overzicht... 1 Stap 1: Internet Information Services activeren... 1 Stap 2: setup.exe uitvoeren en de

Nadere informatie

Hoe download en installeer ik de software 15.2? Lees voordat u begint dit document volledig door en sluit alle programma s af.

Hoe download en installeer ik de software 15.2? Lees voordat u begint dit document volledig door en sluit alle programma s af. Hoe download en installeer ik de software 15.2? Lees voordat u begint dit document volledig door en sluit alle programma s af. Let op! Als u nog offertes hebt opgeslagen in CBS 14.2, kunt u deze alleen

Nadere informatie

IVS-Basic 4.4 IVS-Professional 4.4 IVS-PowerPoint 1.1

IVS-Basic 4.4 IVS-Professional 4.4 IVS-PowerPoint 1.1 Handleiding IVS-Basic 4.4 IVS-Professional 4.4 IVS-PowerPoint 1.1 Toevoeging aansluiten USB Lite Base Station 1213 2 Inhoud Inhoud... 3 Het Lite Base Station aansluiten op de USB-poort... 4 Voorgeïnstalleerde

Nadere informatie

Head Pilot v Gebruikershandleiding

Head Pilot v Gebruikershandleiding Head Pilot v1.1.3 Gebruikershandleiding Inhoud 1 Installatie... 4 2 Head Pilot Gebruiken... 7 2.2 Werkbalk presentatie... 7 2.3 Profielen beheren... 13 2.3.1 Maak een profiel... 13 2.3.2 Verwijder een

Nadere informatie

Adobe Premiere CS3 downloaden en installeren

Adobe Premiere CS3 downloaden en installeren Adobe Premiere CS3 downloaden en installeren Downloaden Kijk voor het downloaden of je aan de systeemvereisten voldoet. Ga daarvoor naar de bijlagen achteraan in deze cursus. Surf naar www.adobe.com Klik

Nadere informatie

Installatie procedure BINK 9

Installatie procedure BINK 9 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Vooraf aan de installatie... 3 3 Netwerk- of stand-alone installatie... 4 4 Installatie typen... 5 4.1 Installatie typen... 5 4.2 Stand-alone... 5 4.3 Netwerk... 6 4.3.1

Nadere informatie

Versienotities voor de klant Fiery EX4112/4127, versie 2.5

Versienotities voor de klant Fiery EX4112/4127, versie 2.5 Versienotities voor de klant Fiery EX4112/4127, versie 2.5 Dit document bevat informatie over de Fiery EX4112/4127 versie 2.5. Voordat u de Fiery EX4112/4127 gebruikt, moet u een kopie maken van deze Versienotities

Nadere informatie

Novell Vibe-invoegtoepassing

Novell Vibe-invoegtoepassing Novell Vibe-invoegtoepassing 5 juni 2012 Novell Snel aan de slag Met behulp van de Novell Vibe-invoegtoepassing voor Microsoft Office kunt u werken met documenten op de Vibe-site zonder dat u Microsoft

Nadere informatie

Installatiehandleiding. Aan de slag DeskTopBinder V2 Lite installeren Bijlage

Installatiehandleiding. Aan de slag DeskTopBinder V2 Lite installeren Bijlage Installatiehandleiding 1 2 3 Aan de slag DeskTopBinder V2 Lite installeren Bijlage Woord vooraf DeskTopBinder V2 Lite kan diverse gegevens integreren en beheren, zoals bijvoorbeeld bestanden gemaakt met

Nadere informatie

Windows 8.1 Update stap voor stap

Windows 8.1 Update stap voor stap Windows 8.1 Update stap voor stap Windows 8.1 installeren en bijwerken BIOS, applicaties en stuurprogramma s bijwerken en Windows Update uitvoeren Selecteer het type installatie Windows 8.1 installeren

Nadere informatie

Netwerk licentie leesmij

Netwerk licentie leesmij Netwerk licentie leesmij Trimble Navigation Limited Engineering and Construction Division 935 Stewart Drive Sunnyvale, California 94085 U.S.A. Tel.: +1-408-481-8000 Gratis (in de VS): +1-800-874-6253 Fax:

Nadere informatie

Het downloaden, de installatie

Het downloaden, de installatie Het downloaden, de installatie en de activatie! WAARSCHUWING!! U dient de SAA-Animaties direct te installeren op de computer die u ervoor wilt gebruiken. De animaties zijn daarna slechts met veel moeite

Nadere informatie

Zeg gewoon JA. Lees verder.

Zeg gewoon JA. Lees verder. Zeg gewoon JA PartSmart Internet Updating Service is Sneller dan Ooit We zijn verheugd bekend te kunnen maken, dat de PartSmart Internet Updating Service vanaf nu beschikbaar is. Het PartSmart-team heeft

Nadere informatie

Graag voor gebruik lezen. Borduurwerk editing software. Installatiegids

Graag voor gebruik lezen. Borduurwerk editing software. Installatiegids Graag voor gebruik lezen Borduurwerk editing software Installatiegids Lees eerst het volgende voordat u het cdrompakket opent Hartelijk dank voor de aanschaf van deze software. Lees de onderstaande Productovereenkomst

Nadere informatie

Factuur2King 2.1 installeren (ook bij upgrades)

Factuur2King 2.1 installeren (ook bij upgrades) Factuur2King 2.1 installeren (ook bij upgrades) Pak het Factuur2King.zip bestand uit en plaats de bestanden op de gewenste locatie op de PC (de locatie maakt niet uit). Controleer dat de volgende twee

Nadere informatie

Windows 8.1 Update stap voor stap

Windows 8.1 Update stap voor stap Windows 8.1 Update stap voor stap Windows 8.1 installeren en bijwerken BIOS, applicaties en stuurprogramma s bijwerken en Windows Update uitvoeren Selecteer het type installatie Windows 8.1 installeren

Nadere informatie

// Mamut Business Software

// Mamut Business Software // Mamut Business Software Eenvoudige installatiehandleiding Inhoud Voor de installatie 3 Over het programma 3 Over de installatie 4 Tijdens de installatie 5 Voorwaarden voor installatie 5 Zo installeert

Nadere informatie

Sharpdesk V3.3. Installatiehandleiding Versie 3.3.07

Sharpdesk V3.3. Installatiehandleiding Versie 3.3.07 Sharpdesk V3.3 Installatiehandleiding Versie 3.3.07 Copyright 2000-2009 SHARP CORPORATION. Alle rechten voorbehouden. Het reproduceren, aanpassen of vertalen van deze publicatie zonder voorafgaande schriftelijke

Nadere informatie

Installatie handleiding Reinder.NET.Optac

Installatie handleiding Reinder.NET.Optac Installatie handleiding Reinder.NET.Optac Versie : 2012.1.0.1 Inhoudsopgave 1 Systeemvereisten... 2 2 Pincode... 2 3 Licentie... 2 4 Installatie... 2 5 Eerste gebruik... 4 Titel Pagina 1 van 6 23-1-2012

Nadere informatie

QL-500 QL-560 QL-570 QL-650TD QL-1050

QL-500 QL-560 QL-570 QL-650TD QL-1050 QL-500 QL-560 QL-570 QL-650TD QL-1050 Handleiding voor de installatie van de software Nederlands LB9153001A Inleiding Opties P-touch Editor Printerstuurprogramma P-touch Address Book (uitsluitend Windows

Nadere informatie

Resusci Anne Skills Station

Resusci Anne Skills Station MicroSim Frequently Asked Questions 1 Resusci Anne Skills Station Resusci_anne_skills-station_installation-guide_sp7012_NL.indd 1 24/01/08 13:06:06 2 Resusci_anne_skills-station_installation-guide_sp7012_NL.indd

Nadere informatie

Het installeren van Microsoft Office 2012-09-12 Versie: 2.1

Het installeren van Microsoft Office 2012-09-12 Versie: 2.1 Het installeren van Microsoft Office 2012-09-12 Versie: 2.1 INHOUDSOPGAVE Het installeren van Microsoft Office... 2 Informatie voor de installatie... 2 Het installeren van Microsoft Office... 3 Hoe te

Nadere informatie

1 Nieuw in de Filr 2.0 Desktop-toepassing

1 Nieuw in de Filr 2.0 Desktop-toepassing Versie-informatie voor de Filr 2.0 Desktop-toepassing Februari 2016 Filr 2.0 Desktop-toepassing introduceert de functie Bestanden op aanvraag. Deze functie biedt een geconsolideerde of virtuele weergave

Nadere informatie

Handleiding Sportlink Club

Handleiding Sportlink Club Handleiding Sportlink Club Dit document is automatisch gegenereerd. We raden u aan de handleiding online te raadplegen via www.sportlinkclub.nl/support. 1. Installatiehandleiding.........................................................................................

Nadere informatie

SharpdeskTM R3.1. Installatiehandleiding Versie

SharpdeskTM R3.1. Installatiehandleiding Versie SharpdeskTM R3.1 Installatiehandleiding Versie 3.1.01 Copyright 2000-2004 Sharp Corporation. Alle rechten voorbehouden. Het reproduceren, aanpassen of vertalen van deze publicatie zonder voorafgaande schriftelijke

Nadere informatie

Installatiehandleiding Windows XP / Vista / Windows 7

Installatiehandleiding Windows XP / Vista / Windows 7 Installatiehandleiding Windows XP / Vista / Windows 7 Versie 1.4 Datum 11 januari 2011 Status definitief Inhoud 1 Downloaden installatiebestand 3 2 SafeSign installeren 4 3 Certificaten toevoegen aan de

Nadere informatie

P-touch Editor starten

P-touch Editor starten P-touch Editor starten Versie 0 DUT Inleiding Belangrijke mededeling De inhoud van dit document en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden aangepast. Brother behoudt

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 2014 web2work Pagina 1 van 16

Inhoudsopgave. 2014 web2work Pagina 1 van 16 Inhoudsopgave Aanmelden bij Office 365... 2 Office 365 voor het eerste gebruiken... 2 Persoonlijke instellingen Office 365... 3 Wijzigen wachtwoord... 4 Instellen voorkeurstaal... 4 Office Professional

Nadere informatie

INSTALLATIE VAN QUEEN 5.48

INSTALLATIE VAN QUEEN 5.48 INSTALLATIE VAN QUEEN 5.48 Dit document beschrijft de installatie van Queen. Onderstaande procedure voert u uit op de computer waarop u met Queen wilt gaan werken. Aandachtspunten bij installatie onder

Nadere informatie

MEDIA NAV. Handleiding voor het online downloaden van content

MEDIA NAV. Handleiding voor het online downloaden van content MEDIA NAV Handleiding voor het online downloaden van content In deze handleiding leest u hoe u software- en contentupdates voor het navigatiesysteem kunt uitvoeren. Hoewel de schermafbeeldingen nog niet

Nadere informatie

DIT PROGRAMMA EN EEN ADOBE ID DIENT TE GEBEUREN VOORDAT U BOEKEN KOOPT!

DIT PROGRAMMA EN EEN ADOBE ID DIENT TE GEBEUREN VOORDAT U BOEKEN KOOPT! BELANGRIJKE NOOT OVER e-books: e-books in epub formaat, zijn beveiligd met DRM (Digital Rights Management) Om digitale E-Books te kopen, downloaden en lezen op uw ereader, epub formaat, heeft u het programma

Nadere informatie

Boot Camp Installatie- en configuratiegids

Boot Camp Installatie- en configuratiegids Boot Camp Installatie- en configuratiegids Inhoudsopgave 4 Inleiding 5 Benodigdheden 6 Installatie-overzicht 6 Stap 1: Controleren of er updates nodig zijn 6 Stap 2: De Boot Camp-assistent openen 6 Stap

Nadere informatie

Nederlandse Culturele Sportbond Afdeling Wedstrijdzwemmen

Nederlandse Culturele Sportbond Afdeling Wedstrijdzwemmen Nederlandse Culturele Sportbond Afdeling Wedstrijdzwemmen Nederlandse Culturele Sportbond Afdeling Wedstrijdzwemmen 2005 NCS Commissie Wedstrijdzwemmen Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

INSTALLATIE-INSTRUCTIE VIDA INHOUD

INSTALLATIE-INSTRUCTIE VIDA INHOUD VIDA INSTALLATIE-INSTRUCTIES VIDA 2015 INHOUD 1 INLEIDING... 3 2 VOOR DE INSTALLATIE... 4 2.1 Checklist Voor de installatie... 4 2.2 Producten van derden... 4 2.2.1 Adobe Reader... 5 2.3 Microsoft Windows-gebruikersaccount...

Nadere informatie

WAVIX Installatie Handleiding

WAVIX Installatie Handleiding Modelit Rotterdamse Rijweg 126 3042 AS Rotterdam Telefoon +31 10 4623621 info@modelit.nl www.modelit.nl in opdracht van RIKZ WAVIX Installatie Handleiding Modelit KvK Rotterdam 24290229 Datum 27 September

Nadere informatie

Handleiding Migratie. Bronboek Professional

Handleiding Migratie. Bronboek Professional Handleiding Migratie Bronboek Professional Laatste wijziging: 25/02/2015 Inhoudsopgave Controles en acties vooraf pag. 1 Installatie en configuratie Microsoft SQL met de Bronboek Helpdesk Tool pag. 3 Migratie

Nadere informatie

Windows 98 en Windows ME

Windows 98 en Windows ME Windows 98 en Windows ME In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Voorbereidende stappen op pagina 3-29 Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom op pagina 3-30 Andere installatiemethoden op pagina

Nadere informatie

Nieuwe Installatie/Factuur2King 2.1 MU bijwerken

Nieuwe Installatie/Factuur2King 2.1 MU bijwerken Nieuwe Installatie/Factuur2King 2.1 MU bijwerken Volg de onderstaande stappen om Factuur2King 2.1 MU te installeren of een bestaande installatie bij te werken. Werkt u op dit moment nog met Factuur2King

Nadere informatie

Handleiding Installatie Civiel 8

Handleiding Installatie Civiel 8 Handleiding Installatie Civiel 8 Met behulp van het stappenplan (pagina 2-5) kunt u de upgrade van Civiel 7 naar Civiel 8 correct uitvoeren. U dient drie verschillende bestanden te installeren: 1. Civiel

Nadere informatie

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen. Handleiding Scan+ Introductie Met Scan+ gaat een lang gekoesterde wens voor vele gebruikers van Unit 4 Multivers in vervulling: eenvoudig koppelen van documenten in relatiebeheer of documentmanagement

Nadere informatie

Werking van de Office Connector, en het oplossen van fouten.

Werking van de Office Connector, en het oplossen van fouten. Werking van de Office Connector, en het oplossen van fouten. De Office Connector zorgt ervoor dat de Microsoft Officeomgeving gebruikt kan worden als ontwerp en genereeromgeving voor documenten waarbij

Nadere informatie

Versienotities voor de klant Fiery EXP4110, versie 1.1SP1 voor Xerox 4110

Versienotities voor de klant Fiery EXP4110, versie 1.1SP1 voor Xerox 4110 Versienotities voor de klant Fiery EXP4110, versie 1.1SP1 voor Xerox 4110 Dit document beschrijft de upgrade van de Fiery EXP4110-printerstuurprogramma s voor ondersteuning van de optie Lade 6 (Extra groot).

Nadere informatie

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL VOOR MAC OSX-CLIENT GEBRUIKERSHANDLEIDING

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL VOOR MAC OSX-CLIENT GEBRUIKERSHANDLEIDING cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL VOOR MAC OSX-CLIENT GEBRUIKERSHANDLEIDING Inleiding cbox is een applicatie die u eenvoudig op uw computer kunt installeren. Na installatie wordt in de bestandsstructuur van

Nadere informatie

Handleiding. Opslag Online. voor Windows. Versie februari 2014

Handleiding. Opslag Online. voor Windows. Versie februari 2014 Handleiding Opslag Online voor Windows Versie februari 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 3 Hoofdstuk 2. Installatie 4 2.1 Systeemeisen 4 2.2 Downloaden van software 4 2.3 Installeren van de software

Nadere informatie