KLANTGERICHTHEID IN DE SUWIKETEN. Landelijke meting op 129 locaties

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "KLANTGERICHTHEID IN DE SUWIKETEN. Landelijke meting op 129 locaties"

Transcriptie

1 KLANTGERICHTHEID IN DE SUWIKETEN Landelijke meting op 129 locaties Projectnummer 07/437 6 september 2007 Dr. F.J.B. (Freek) Lötters Bureau AStri Stationsweg AV Leiden Tel.: Fax: astri@astri.nl Website :

2

3 INHOUDSOPGAVE 1 OPZET ONDERZOEK Inleiding Verloop onderzoek Opzet rapport 7 2 ERVARINGEN MET KLANTPRINCIPES Ontwikkeling tinstrument klantprincipes Situatie van de klanten Ervaringen totale groep klanten Drie klantgroepen 10 3 PRIORITERING DOOR KLANTEN Totale klantengroep Drie klantgroepen Indicator klantgerichtheid 14 4 BESCHOUWING VAN DE RESULTATEN Persoons- en proceskenmerken Vergelijking tussen twee metingen 22 5 CONCLUSIES Doelstellingen Onderzoeksmethode Resultaten 27 BIJLAGE 1 ONDERZOEKSOPZET EN VERLOOP VELDWERK 29 BIJLAGE 2 INSTRUMENTONTWIKKELING 35 BIJLAGE 3 DE STELLINGEN ACHTER DE KLANTPRINCIPES 45 BIJLAGE 4 VERDELING RESPONDENTEN OVER DE 129 LOCATIES 49 BIJLAGE 5 VRAGENLIJST KLANTGERICHTHEID SUWIKETEN 53

4

5 5 1 OPZET ONDERZOEK 1.1 Inleiding In dit rapport hebben we de opzet, uitvoering en resultaten beschreven van het landelijke onderzoek Klantgerichtheid Suwiketen dat op verzoek van de Werkgroep Klantgerichtheid van het AKO door AStri is uitgevoerd. Voorafgaand aan dit onderzoek is reeds een tweetal onderzoeken uitgevoerd, een landelijk onderzoek medio maart waarin het instrument Klantgerichtheid is ontwikkeld en een onderzoek waar het instrument is gemeten op zes specifieke proeflocaties. Deze onderzoeken zijn beschreven in respectievelijk: Klantgerichtheid in de Suwiketen, indicator klantprincipes uitgewerkt 1 en Ervaringen klantgerichtheid in de Suwiketen, meting op zes locaties 2. Beide onderzoeken beschrijven de ontwikkeling en resultaten van de volgende vijf klantprincipes: 1. Bereikbaarheid en toegankelijkheid. 2. Tijdigheid. 3. Persoonlijke aandacht en persoonlijke inbreng. 4. Houvast. 5. Evenwichtige behandeling. Bij deze eerste landelijke meting zijn extra stellingen toegevoegd ten aanzien van het klantprincipe persoonlijke aandacht en persoonlijk inbreng en is dit klantprincipe nader geanalyseerd. Het is de bedoeling dat alle indicatoren voor de klantprincipes ingezet worden bij toekomstige periodieke landelijke metingen van klantgerichtheid in de Suwiketen. De resultaten van deze klantgerichtheidsmeting op locaal niveau worden voor de Suwilocaties toegankelijk gemaakt door middel van een webbased rapportage. 1.2 Verloop onderzoek Landelijke meting klantgerichtheid in de Suwiketen In dit onderzoek zijn 129 Suwilocaties in Nederland betrokken. Bijlage 3 bevat een overzicht van de locaties. Het onderzoek is uitgevoerd onder klanten die zich in een bepaalde periode bij de Suwilocatie hebben aangemeld met een uitkeringsaanvraag (WW, WWB of een combinatie van deze en/of andere uitkeringen). Het ging om klanten die zich in de periode september t/m november 2006 bij een van de 129 lo- 1 2 Cuelenaere, B., F.J.B. Lötters & C.L. van der Burg (maart 2006). Leiden: AStri. Cuelenaere, B., F.J.B. Lötters (december 2006). Leiden: AStri.

6 6 caties hadden ingeschreven en een uitkering WW of WWB hebben aangevraagd. De klanten hebben de vragenlijst in mei-juni 2007 beantwoord zodat ze enige tijd ervaring kunnen hebben opgedaan met de ketendienstverlening. Respons In totaal zijn klanten benaderd met de vraag of zij een internetenquête over hun ervaringen met de dienstverlening van de Suwiketen wilde invullen. Van deze groep zijn WWB-klanten benaderd met een brief omdat van deze groep geen adres bekend was. In totaal hebben klanten (17%) de vragenlijst ingevuld. 3 Deze klanten zijn als volgt verdeeld: Tabel 1.1 Verdeling respons naar klantgroep (type uitkering) * aantal % WW-klanten ,1 WWB-klanten Klanten met rdere uitkeringen, samenlopers 385 3,7 Totaal % * gebaseerd op de uitkomst van de internetenquête Gezien het geringe aantal samenlopers (3,7%) zijn alleen op landelijk niveau uitspraken te doen over deze groep. Bij de rapportage op locatieniveau zal deze groep niet worden genomen. Voor de andere twee groepen, WW en WWB-klanten, zijn wel representatieve uitspraken te doen op locatieniveau. Respons over regio s In tabel 1.2 staat de responsverdeling over de regio s in Nederland weergegeven, onderverdeeld naar klantgroep. Hieruit is af te lezen dat Middenwest - en Oost Nederland verhoudingsgewijs de ste respondenten hebben opgeleverd. In bijlage 3 staat weergegeven wat de responsverdeling is over de 129 Suwilocaties in Nederland, eveneens onderverdeeld naar klantgroep. 3 De uitgebreide beschrijving van de opzet van het onderzoek, het verloop van het veldwerk en de respons is opgenomen in bijlage 1.

7 7 Tabel 1.2 Verdeling respons naar regio en naar type uitkering WW-uitkering WWBuitkering Samenlopers Totaal Middenwest Noord Noordwest Oost Zuidoost Zuidwest Totaal Ontwikkeling webbasedrapportages De webbased rapportage voor de locaties is ontwikkeld en vorm gegeven in nauwe samenwerking met de werkgroep Klantgerichtheid en Desan. De laatste heeft zorg gedragen voor de programmering en draagt zorg voor de hosting van de rapportages. 1.3 Opzet rapport In deze projectrapportage presenteren we de gegevens op landelijk niveau. Hoofdstuk 2 van dit rapport geeft de ervaringen met de klantprincipes weer, onderscheiden naar de verschillende klantgroepen. In hoofdstuk 3 is vervolgens weergegeven aan welk klantprincipe de klanten het ste belang hechten. Daarbij is ook de indicator voor de klantgerichtheid opgenomen: de matrix waarin per principe het verband is weergegeven tussen de ervaringen en het belang dat aan dat klantprincipe gehecht wordt. In hoofdstuk 4 beschouwen we de resultaten in het licht van persoons- en proceskenmerken. Daarnaast zullen we in dit hoofdstuk de resultaten van het huidige (derde) onderzoek vergelijken met de resultaten uit het eerste onderzoek. Het vijfde hoofdstuk geeft de conclusies weer en dient tevens als samenvatting. De bijlagen bevatten de methodologische verantwoording, de beschrijving van de tinstrumenten voor de vijf klantprincipes, de stellingen achter de klantprincipes, de responsverdeling over de 129 ketenlocaties en de gebruikte vragenlijst.

8

9 9 2 ERVARINGEN MET KLANTPRINCIPES 2.1 Ontwikkeling tinstrument klantprincipes In het eerste (maart 2006) en tweede onderzoek (oktober 2006) naar de ontwikkeling van een indicator voor klantgerichtheid in de Suwiketen is het voor vier van de vijf klantprincipes gelukt om een tinstrument te ontwikkelen. In dit (derde) onderzoek is de ontwikkeling van het tinstrument voor het klantprincipe persoonlijke aandacht en persoonlijke inbreng ook gerealiseerd: met een set van zeven stellingen kan dit klantprincipe gemeten worden 4. De instrumenten voor de klantprincipes bereikbaarheid en toegankelijkheid, tijdigheid, houvast en evenwichtige behandeling zijn niet gewijzigd ten opzichte van het tweede onderzoek Situatie van de klanten Werk en uitkering Het gaat in dit onderzoek om klanten die in september t/m november 2006 bij het CWI zijn ingeschreven en een WW- of WWB-uitkering hebben aangevraagd en die in mei-juni 2007 deze vragenlijst hebben ingevuld. Van deze klanten is inmiddels 55% weer aan het werk, waarbij dit bij de WW-groep het vaakst het geval was. Van degenen die nog niet aan het werk zijn, verwacht 56% dat dit binnen een half jaar (waarschijnlijk) wel zal lukken. Op het moment dat de vragenlijst wordt ingevuld, heeft nog 44% een uitkering. Van de WW-klanten heeft nog 42% een uitkering en van de WWB-klanten is dit 49%. Tijdigheid Wat betreft tijdigheid, blijkt dat van degenen die een uitkering toegekend kregen, 28% deze binnen 4 weken na de intake ontving en dat dit voor 52% binnen 6 weken het geval was. 67% van de klanten vond de periode tussen intake en de uitbetaling van de uitkering te lang. Ondersteuning bij werk zoeken Wat betreft de ondersteuning is onder r gevraagd naar de aanwezigheid van 4 5 Toegevoegd zijn: Ik ben bij de begeleiding naar werk in staat gesteld mijn eigen verantwoordelijkheid te nemen en zelfstandig te handelen, Ik ben in staat gesteld om mijn eigen bijdrage te leveren in het traject naar werk en Ik vind dat de dienstverlening aansluit op mijn wensen. Zie de bijlage voor een overzicht van alle stellingen per klantprincipe. Zie bijlage 2 voor een overzicht van alle stellingen per klantprincipe.

10 10 een vaste contactpersoon, de informatie over een IRO en de mogelijkheid om zelf een re-integratiebedrijf te kiezen (voor zover van toepassing). In totaal heeft 56% van de klanten een vaste contactpersoon, waarbij van de WW-klanten het grootste percentage dit aangeeft. De informatie over de mogelijkheid van een IRO is door 24% van de klanten ontvangen. Van degenen die de informatie kregen, maakt 15% daadwerkelijk gebruik van een IRO. Voor de ste klanten was een verwijzing naar een re-integratiebedrijf niet aan de orde. Slechts 13% van de klanten kreeg zo n verwijzing, waarbij dit vaker bij WWB-klanten (en samenlopers) gebeurde. 2.3 Ervaringen totale groep klanten De vijf klantprincipes zijn uitgewerkt in een set stellingen. 6 De gemiddelde waarde op de stellingen bepaalt de waarde oftewel de ervaring van die klant op een specifiek klantprincipe. We onderscheiden klanten met neutraal-positieve ervaringen en klanten met negatieve ervaringen. 7 In tabel 2.1 geven we voor de gehele groep klanten het percentage klanten met neutraal-positieve ervaringen per klantprincipe weer. Tabel 2.1 Percentage neutraal-positieve ervaringen in de totale groep Bereikbaarheid en toegankelijkheid Tijdigheid Persoonlijke aandacht en Houvast Evenwichtige behandeling - inbreng Totaal 81,4% 70,8% 80,1% 60,4% 74,2% Het klantprincipe waar de ste klanten neutraal-positieve ervaringen hebben is bereikbaarheid en toegankelijkheid. Ook met het principe persoonlijke aandacht en persoonlijke inbreng heeft 4 van de 5 klanten neutraal-positieve ervaringen. Het percentage neutraal-positieve ervaringen is het laagst bij het klantprincipe houvast. 2.4 Drie klantgroepen In tabel 2.2 zijn de percentages van klanten met neutraal-positieve ervaringen naar klantgroep weergegeven. Alle klantgroepen hebben het minst neutraal-positieve ervaringen met het klantprincipe houvast. De groep samenlopers heeft daarbij ook duidelijk minder neutraal-positieve ervaringen met het principe tijdigheid. 6 7 In bijlage 2 is aangegeven welke stellingen gebruikt zijn en welke uiteindelijk het klantprincipe meten. In bijlage 1 over de gehanteerde methode is de bepaling van deze waarde nader toegelicht.

11 11 Tabel 2.2 Percentage neutraal-positieve ervaringen, naar klantgroep Bereikbaarheid en toegankelijkheid Tijdigheid Persoonlijke aandacht & Houvast Evenwichtige behandeling - inbreng WW 82,7% 73,1% 82,5% 61,2% 77,2% WWB 79,0% 65,3% 74,5% 59,8% 66,1% Samenlopers 68,1% 59,0% 67,3% 48,6% 62,3% Totaal 81,4% 70,8% 80,1% 60,4% 74,2%

12 12

13 13 3 PRIORITERING DOOR KLANTEN 3.1 Totale klantengroep Naast de ervaringen met de verschillende aspecten van de dienstverlening is de klanten ook gevraagd welk aspect van de dienstverlening zij het belangrijkste en het één na belangrijkste vinden 8. Op basis daarvan is vastgesteld in welke volgorde de klantprincipes van belang zijn. Voor de totale groep is deze volgorde als volgt: 1. Houvast 2. Persoonlijke aandacht en inbreng 3. Evenwichtige behandeling 4. Tijdigheid 5. Bereikbaarheid en toegankelijkheid Het klantprincipe waar klanten het ste belang aan te hechten is houvast in de dienstverlening. In de vragenlijst was dit geformuleerd als: Ik weet waar ik aan toe ben en ik krijg ondersteuning als ik daar om vraag. In hoofdstuk 2 is aangegeven dat dit ook het klantprincipe is waar de minste klanten neutraal-positieve ervaringen hebben. 3.2 Drie klantgroepen Een klantprincipe dat door de klant als het belangrijkste is aangemerkt heeft 2 punten gekregen en een klantprincipe dat als één na belangrijkste uit de bus kwam kreeg 1 punt. De maximale score die een klant aan een klantprincipe kon toekennen was zodoende 2 en de minimale score was 0. 9 Voor de waarde in de tabel geldt, hoe hoger het getal, hoe hoger de prioriteit binnen de onderscheiden groep. 8 9 Voor de prioritering is per klantprincipe een algemene stelling geformuleerd. Deze staan vermeld in bijlage 2. Op deze schaal van 0 2 is de groepsmediaan (de waarde die het st voorkomt binnen de groep) berekend die in tabel 3.1 is weergegeven.

14 14 Tabel 3.1 Prioritering klantprincipes naar klantgroep Bereikbaarheid en toegankelijkheid Tijdigheid Persoonlijke aandacht en inbreng Houvast Evenwichtige behandeling Groep WW 0,32 0,39 0,50 0,66 0,55 Groep WWB 0,35 0,37 0,60 0,57 0,40 Groep samenloop 0,41 0,39 0,56 0,58 0,48 Totaal 0,33 0,39 0,52 0,64 0,51 Uit tabel 3.1 is af te lezen dat de drie klantgroepen niet evenveel belang hechten aan dezelfde klantprincipes. Voor de WW-klanten en samenlopers is houvast het belangrijkste principe, terwijl dit voor de WWB-klanten persoonlijke aandacht en persoonlijke inbreng is. Echter, de prioritering voor beide klantprincipes liggen in zowel de WWB groep als in de groep samenlopers dicht bij elkaar. 3.3 Indicator klantgerichtheid Door het combineren van de ervaringen (zoals gemeten met de stellingen) en de prioritering door de klanten ontstaat de indicator voor de klantgerichtheid van de Suwiketen. De indicator kan input leveren voor de verbetering van de dienstverlening. Per klantprincipe is het percentage klanten met neutraal-positieve ervaringen afgezet tegen het percentage klanten dat dit principe als belangrijkste had gekozen. Vervolgens zijn deze waarden in een matrix weergegeven. De matrix brengt de mogelijkheden voor de verbetering van de dienstverlening in beeld door de plaats van de klantprincipes in de verschillende kwadranten. De kwadranten dienen als volgt geïnterpreteerd te worden: - Links boven: hoge prioritering en negatieve ervaringen klantprincipes in dit kwadrant behoeven verbetering. - Links beneden: lage prioritering en negatieve ervaringen klantprincipes in dit kwadrant behoeven aandacht. - Rechts beneden: lage prioritering en neutraal-positieve ervaringen klantprincipes in dit kwadrant behoeven in eerste instantie geen extra aandacht. - Rechts boven: hoge waardering en neutraal-positieve ervaringen klantprincipes in dit kwadrant bevinden zich in de ideale situatie. De conclusies die op grond van de hier gepresenteerde indicator over de verschillende klantprincipes getrokken worden, zijn afhankelijk van de positie van de beide

15 15 assen. Hier is een voorstel gedaan; voor het percentage klanten met neutraalpositieve ervaringen is de as bij 70% gelegd. Iedere locatie kan voor zichzelf de positie van deze as bepalen zodat hier de norm wordt aangegeven die men zichzelf stelt. Voor de prioriteit is de as bij 40% gelegd omdat iedere stelling een kans had van 2/5 (=40%) om gekozen te worden. In figuur 3.1 is de matrix weergegeven voor de totale groep klanten. Figuur 3.1 Indicator klantgerichtheid klanten totaal 50 verbetering nodig klantprincipes bij alle respondenten houvast ideale situatie prioriteit (in %) evenw ichtige behandeling tijdigheid persoonlijke aandacht bereikbaarheid aandacht nodig niet direct aandacht nodig Klantprincipe: % neutraal-positief In figuur 3.1 is te zien dat met name het klantprincipe houvast verbetering behoeft.

16 16

17 17 4 BESCHOUWING VAN DE RESULTATEN In hoofdstuk 4 beschouwen we de resultaten zoals vermeld in de vorige hoofdstukken in het licht van persoons- en proceskenmerken en zullen we de resultaten vergelijken met de eerste meting die met het klantgerichtheidsinstrument is uitgevoerd Persoons- en proceskenmerken Ervaringen op de klantprincipes In de vragenlijst zijn naast de stellingen voor de klantprincipes ook persoonskenmerken- en proceskenmerken uitgevraagd. In tabel 4.1 zijn deze afgezet tegen de ervaringen die klanten hebben met ieder van de vijf klantprincipes. Elk kruisje in de grafiek geeft aan dat er een verband aanwezig is tussen het kenmerk en het betreffende klantprincipe en wel op zo n manier dat het aangegeven kenmerk samengaat met r neutraal-positieve ervaringen. Tabel 4.1 De invloed van persoons- en proceskenmerken op de ervaringen op de vijf klantprincipes Persoonskenmerken bereikbaarheid tijdigheid persoonlijke aandacht & inbreng houvast Evenwichtige Leeftijd (hogere leeftijd) X X X X X Geslacht (vrouw) X X X Opleiding (hoog) X --- X behandeling Opleiding (laag) X --- Samenwonend met partner Proceskenmerken X X X X X Contactpersoon gehad X X X X X Wachttijd tot uitkering (kort) Gebruik gemaakt van IRO X X X X X X --- X X Cuelenaere, B., F.J.B. Lötters & C.L. van der Burg (2006). Klantgerichtheid in de Suwi-keten, indicator klantprincipes uitgewerkt. Leiden: AStri.

18 18 Persoonskenmerken Kijken we naar de persoonskenmerken dan zien we dat: - ouderen over het algen wat positievere ervaringen hebben met de klantprincipes. Wel is het zo dat klanten van 50 jaar of ouder (12% van de onderzochte klantengroep) verwachten minder snel aan het werk te komen. - lager opgeleiden zijn positiever over houvast. Zij scoren met name beter op de stellingen De organisaties voor werk en inkomen bieden mij geschikte vacatures aan en Door de contacten met de organisaties voor werk en inkomen heb ik nieuwe dingen geleerd die mij helpen (of hebben geholpen) bij het vinden van werk. - samenwonend met partner leidt tot r positieve ervaringen op alle klantprincipes. - vrouwen r neutraal-positieve ervaringen hebben met klantprincipes houvast, persoonlijke aandacht en inbreng en evenwichtige behandeling. Daarnaast geven vrouwen, vaker dan mannen, aan dat de partner betaald werk heeft (87% tegen 63% bij de mannen). Het zou dus kunnen dat wanneer de (financiële) onzekerheid minder groot is men positiever zal zijn over de dienstverlening (zie ook openvraag antwoorden verderop in deze paragraaf) Proceskenmerken Met betrekking tot de proceskenmerken en de ervaringen van de klanten met de klantprincipes zien we dat: - het hebben van een eigen contactpersoon leidt tot r neutraal-positieve ervaringen op alle klantprincipes - klanten positiever zijn over het klantprincipe tijdigheid wanneer de wachttijd tot uitkering kort is. - klanten die gebruik maken van een IRO r neutraal-positieve ervaringen hebben met persoonlijke inbreng en houvast. Klanten geven aan zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid met ondersteuning wanneer nodig hierbij belangrijk te vinden (zie openvraag antwoorden verderop in deze paragraaf) Prioritering van de klantprincipes Naast de ervaringen hebben we ook gekeken wat de invloed is van persoons- en proceskenmerken op de prioritering van de klantprincipes. In tabel 4.2 staan kenmerken afgezet tegen de prioritering van de klantprincipes. Het kruisje in de grafiek geeft aan welk kenmerk bijdraagt aan een hogere prioritering van het betreffende klantprincipe.

19 19 Tabel 4.2 De invloed van persoons- en proceskenmerken op de prioritering van de vijf klantprincipes Bereikbaarheid tijdigheid persoonlijke houvast Evenwichtige en toeganke- aandacht en behandeling lijkheid inbreng Persoonskenmerken Leeftijd (hogere leeftijd) X X --- Leeftijd (lagere leeftijd) --- X X Geslacht (vrouw) Opleiding (hoog) --- X --- X --- Opleiding (laag) X X Samenwonend met partner Niet samenwonend met partner X X X Proceskenmerken Contactpersoon gehad X X --- Geen contactpersoon gehad Wachttijd tot uitkering (kort) Wachttijd tot uitkering (lang) Gebruik gemaakt van IRO Geen gebruik gemaakt van IRO --- X X X X X X De relatie van persoons- en proceskenmerken met de prioritering (tabel 4.2) is minder eenduidig dan de relatie van deze kenmerken met de ervaringen met de klantprincipes (tabel 4.1). Wel blijkt dat: - het belang dat men hecht aan houvast het sterkst relateert met persoonskenmerken als hogere leeftijd, hoge opleiding en samenwonend met partner. Daarbij blijkt dat klanten met hogere opleiding over het algen iets ouder zijn dan klanten met een lage opleiding. Klanten met een hogere opleiding hebben wel een betere verwachting bij het vinden van werk dan mensen met een lage opleiding. Het belang van houvast is tevens afhankelijk van procesvariabelen als het hebben gehad van een contactpersoon, een korte wachttijd tot uitkering en het gebruik van een IRO.

20 20 - met name bij houvast en deels ook bij tijdigheid en persoonlijke aandacht & - inbreng bepalen ervaringen die men heeft gehad in het proces het belang van een klantprincipe. Dit laatste punt blijkt ook uit de gegevens gepresenteerd in tabel 4.3. Hier is te zien dat klanten die tijdigheid en persoonlijke aandacht en persoonlijke inbreng als belangrijk scoorden minder neutraal-positieve ervaringen hadden dan die klanten die dit principe niet belangrijk vonden. Daarentegen gaven klanten die houvast belangrijk vonden aan hier juist r neutraal-positieve ervaringen te hebben. De ervaringen bij bereikbaarheid en evenwichtige behandelingen waren niet gerelateerd aan de ervaringen die men had op deze klantprincipes. Tabel 4.3 Het belang dat klanten hechten aan een klantprincipe en de ervaringen die zij met dit klantprincipe hebben opgedaan Prioritering Ervaringen (belang) Bereikbaarheid en toegankelijkheid Tijdigheid belangrijk Minder neutraal-positieve ervaringen Persoonlijke aandacht en inbreng belangrijk Minder neutraal-positieve ervaringen Houvast belangrijk Meer neutraal-positieve ervaringen Evenwichtige behandeling Klantprincipe houvast Ondanks het feit dat klanten die houvast belangrijk vinden hier r positievere ervaringen hebben, moet wel worden gerealiseerd dat over het geheel genomen alle klantgroepen het minst neutraal-positieve ervaringen hebben met dit klantprincipe. Om r inzicht te krijgen hoe klanten het principe houvast interpreteren hebben we gekeken naar de openvraag antwoorden die als toelichting werd gegeven op het scoren van houvast als belangrijkste klantprincipe. De stelling waar het belang van houvast is uitgevraagd luidde: Ik weet waar ik aan toe ben en krijg ondersteuning als ik daarom vraag. De toelichting die werd gegeven is onder te verdelen in een viertal categorieën : - Duidelijkheid over regelgeving en rechten en plichten - Zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid - Begeleiding en ondersteuning - Onzekerheid door verlies van werk Ter illustratie geven we in het navolgend kader een aantal citaten die door klanten zijn genoemd met betrekking tot deze categorieën.

21 21 Antwoorden op de (open) vraag waarom houvast als belangrijkste klantprincipe is gekozen (een kleine selectie uit de antwoorden) Duidelijkheid over regelgeving en rechten en plichten: - Door dat je weet waar je aan toe bent, weet je ook welke actie jezelf kan ondernemen en waarbij je hulp nodig heb. Als je hulp nodig heb, is het fijn als er iemand klaar staat om alles zo soepel mogelijk te laten verlopen. - Rekening houdend met mijn opleidingsniveau/achtergrond is het voor mij van belang wat mijn rechten en plichten zijn en dat er een behoorlijke mate van zelfstandigheid is. Indien dit niet lukt zou ik aan de bel kunnen trekken. - Het is belangrijk dat in eerste instantie alle vereiste procedures met je worden doorgelopen. Als alles duidelijk is dan kunnen de ste werkzoekenden wel voor zichzelf uitmaken welke vacatures passend zijn en waarop ze uiteindelijk solliciteren. Zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid: - Ik regel alles zoveel mogelijk zelfstandig en wil, indien nodig, goede ondersteuning als ik daar om vraag. - Ik zie het CWI als vangnet, als hulp, als werk zoeken me zelf niet lukt. Daarom is het belangrijk te weten wat ze voor mij kunnen doen en dat ze ter zake doende adviezen of hulp kunnen bieden. - Deze stelling benadrukt het st mijn zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid in het zoeken naar werk. Begeleiding en ondersteuning: - Ik ben oud en wijs genoeg en weet wat ik wil om zelf aan nieuw werk te komen. Als ik een keer ondersteuning of raad nodig heb, dan is die ondersteuning er ook. - Duidelijkheid geeft vertrouwen en structuur. Ondersteuning is voor mij belangrijk wanneer ik daar behoefte aan heb, anders kan het juist storend of demotiverend werken voor mij. - Ik weet wat ik moet doen om zo snel mogelijk weer aan het werk te komen en ik kan altijd bij mijn adviseuze terecht voor vragen en die mij juist ook helpt bij het vinden van een baan. Onzekerheid door verlies van werk: - Werkloos worden is een situatie van onzekerheid: duidelijkheid en ondersteuning helpen daar weer snel verandering in te kunnen brengen. - Ongevraagd of gevraagd raak je werkloos en juist op zo'n moment heeft iedereen een grote(re) behoefte aan zekerheid. - Als je zonder werk komt te zitten, is al geen prettige gebeurtenis, daarom is het heel erg prettig als je weet waar je aan toe bent, en ondersteuning krijgt.

22 Vergelijking tussen twee metingen Om de ontwikkeling van de klantprincipes te bestuderen heeft de werkgroep Klantgerichtheid gevraagd om een vergelijking uit te voeren tussen de huidige (derde) meting en de eerste meting in maart Bij de vergelijking van de resultaten van beide onderzoeken is het goed om enkele verschillen in de onderzoeken in ogenschouw te nemen; - de eerste meting betrof een telefonische enquête en de huidige meting een internetenquête; - de respons van de eerste meting bedroeg 40% en de respons van de huidige meting 17%; - het aantal respondenten in het eerste onderzoek bedroeg klanten en in het tweede onderzoek klanten 12 ; - De gebruikte stellingen voor Bereikbaarheid en toegankelijkheid en tijdigheid zijn in beide onderzoeken gelijk. Daarentegen zijn bij persoonlijke aandacht en - inbreng drie van de huidige stellingen gelijk aan het eerste onderzoek, is bij houvast één stelling toegevoegd en één stelling hergeformuleerd en zijn bij evenwichtige behandeling vier stellingen gelijk aan het eerste onderzoek. Wanneer rekening wordt gehouden met deze verschillen is het toch interessant om de beide metingen te vergelijken. Ervaringen op de klantprincipes In tabel 4.4 zijn de neutraal-positieve ervaringen op de vijf klantprincipes weergegeven zoals gemeten in de twee metingen Cuelenaere, B., F.J.B. Lötters & C.L. van der Burg (2006). Klantgerichtheid in de Suwi-keten, indicator klantprincipes uitgewerkt. Leiden: AStri. Juist dit verschil in steekproefgrootte maakt dat enkele persoons/ en proceskenmerken nu een duidelijke (statistische) relatie vertoonden, daar waar het in de eerste meting nog een (niet statistische) trend betrof.

23 23 Tabel 4.4 Percentage neutraal - positieve ervaringen totale groep, vergelijking tussen twee metingen Bereikbaar- Tijdigheid Persoonlijke Houvast Evenwichtige heid en toe- aandacht en behandeling gankelijkheid - inbreng Groep WW Eerste Meting 78,3 62,3 66,1 70,0 66,3 Huidige Meting 82,7 73,1 82,5 61,2 77,2 Groep WWB Eerste Meting 84,6 67,9 72,7 76,8 74,4 Huidige Meting 79,0 65,3 74,5 59,8 66,1 Groep samenloop Eerste Meting 74,2 50,4 67,3 69,3 60,3 Huidige Meting 68,1 59,0 67,3 48,6 62,3 Totaal Eerste Meting 81,9 66,7 69,5 72,4 64,3 Huidige Meting 81,4 70,8 80,1 60,4 74,2 Voor beide metingen geldt dat WW-klanten over het geheel genomen iets positievere ervaringen hebben met alle vijf de klantprincipes. Over de totale groep bezien hebben de klanten in zowel de eerste als tweede meting de st neutraal-positieve ervaringen met bereikbaarheid en toegankelijkheid. In de tweede meting zijn bij de WW-klanten ook duidelijk r neutraal-positieve ervaringen waar te nemen dan in de eerste meting. Kijken we naar de totale groep dan zien we dat in de eerste meting de minst neutraal - positieve ervaringen zijn opgedaan met evenwichtige behandeling ; voor de tweede meting is dit houvast. Met name de ervaringen van de WWklanten lijken in de huidige meting positiever te zijn geworden ten opzichte van de resultaten uit de eerste meting. Voor alle klantgroepen geldt dat ze in de huidige meting minder positieve ervaringen hebben met het klantprincipe houvast. Prioritering van de klantprincipes De stellingen die zijn gebruikt om het belang dat klanten hechten aan de klantprincipes te meten, zijn voor beide metingen gelijk (zie bijlage 2 voor de gebruikte stellingen). In tabel 4,5 staan de resultaten van de prioritering in beide meting weergegeven.

24 24 Tabel 4.5 metingen Prioritering klantprincipes naar klantgroep, verschil tussen twee Bereikbaar- Tijdigheid Persoonlijke Houvast Evenwichtige heid en toe- aandacht en behandeling gankelijkheid - inbreng Groep WW Eerste meting 0,43 0,28 0,71 0,52 0,72 Huidige meting 0,32 0,39 0,50 0,66 0,55 Groep WWB Eerste meting 0,41 0,32 0,93 0,40 0,52 Huidige meting 0,35 0,37 0,60 0,57 0,40 Groep samenloop Eerste meting 0,31 0,66 0,69 0,35 0,50 Huidige meting 0,41 0,39 0,56 0,58 0,48 Totaal Eerste meting 0,42 0,31 0,79 0,41 0,58 Huidige meting 0,33 0,39 0,52 0,64 0,51 De weergegeven getallen geven de groepsmediaan weer (de waarde die het st voorkomt binnen een groep). Er geldt hoe hoger het getal, hoe hoger de prioriteit van een klantprincipe. Werd in de eerste meting met name het klantprincipe persoonlijke aandacht en inbreng het belangrijkste gevonden, in de huidige meting is dit het klantprincipe houvast. Deze verschuiving zou deels kunnen komen doordat er in het huidige onderzoek vier nieuwe stellingen zijn toegevoegd voor het aspect persoonlijke inbreng. Verder geven klanten in de openvraag antwoorden (zie paragraaf 4.1) in de huidige meting aan dat zij houvast belangrijk vinden vanwege onder r het zelfstandig en verantwoordelijk kunnen handelen; hetgeen weer is terug te voeren naar een behoefte van eigen inbreng in het proces.

25 25 5 CONCLUSIES 5.1 Doelstellingen Op verzoek van de Werkgroep klantgerichtheid van het AKO is een landelijke meting klantgerichtheid in de Suwiketen uitgevoerd. In het voorjaar en najaar van 2006 zijn respectievelijk het eerste en tweede onderzoek uitgevoerd waarin een indicator voor vijf klantprincipes is uitgewerkt. Het gaat om de klantprincipes: 1. Bereikbaarheid en toegankelijkheid. 2. Tijdigheid. 3. Persoonlijk aandacht en persoonlijke inbreng. 4. Houvast. 5. Evenwichtige behandeling. Het voorliggende landelijke onderzoek kende de volgende drie doelstellingen: 1. Ontwikkeling van het aspect persoonlijke inbreng in het klantprincipe persoonlijke aandacht en persoonlijke inbreng. 2. Uitvoeren van een meting met het ontwikkelde instrument Klantgerichtheid bij de 129 ketenlocaties in Nederland. 3. Ontwikkelen van een webbased rapportage die de resultaten van het klantgerichtheidsonderzoek op locatieniveau weergeeft en toegankelijk is voor alle locaties. Alvorens in te gaan op de resultaten per doelstellingen, geven we hier de belangrijkste bevindingen over de onderzoeksmethode en het verloop van het veldwerk weer. 5.2 Onderzoeksmethode In het onderzoek zijn 129 Suwilocaties betrokken (zie bijlage 3). Van deze 129 locaties zijn alle klanten die zich in september t/m november 2006 hebben ingeschreven en die een WW- of WWB-uitkering hebben aangevraagd, aangeschreven voor deelname aan het onderzoek. Voor zover mogelijk zijn de klanten per benaderd. De circa WWB-klanten waar geen adres van bekend was, hebben een schriftelijk verzoek gehad voor het invullen van de internetenquête. De internetenquête is in april 2007 afgenomen. Tweemaal is een rappel uitgegaan om de internetenquête in te vullen. Lage respons De respons op de internetenquête was aanzienlijk lager dan in het tweede onderzoek. Hiervoor zijn een aantal oorzaken aan te geven:

26 26 - het vorige onderzoek (waarin een respons werd gehaald van bijna 40%) was gebaseerd op een aantal zuidelijke locaties. Uit ander onderzoek is bekend dat met name de zuidelijke provincies een hogere respons op onderzoek laten zien; in het huidige onderzoek zijn 129 Suwilocaties genomen. - Respondenten zijn onderzoeksmoe: veel gehoord bij de helpdesk is dat men recentelijk al een vragenlijst heeft ingevuld en geen zin heeft weer eenzelfde (soortgelijke) vragenlijst in te vullen. Er lopen verschillende onderzoeken bij dezelfde klantpopulatie die in elkaars vaarwater zitten. - Veel gehoord is ook het feit dat men al werk heeft en daarom niet genegen is de vragenlijst in te vullen. Dit correspondeert met de bevindingen uit de nonresponsanalyse (zie bijlage 1) en de gegevens uit paragraaf De tijdsspanne tussen de opmaak van het basisbestand (instroom okt t/m nov 2006) en het daadwerkelijk afnemen van de vragenlijst (mei-juni 2007) is waarschijnlijk te groot geweest. Mensen geven aan al lang niet r ingeschreven te staan als werkzoekende (dit is mogelijk op te lossen door in vervolgonderzoek nog duidelijker te maken aan de mensen dat het gaat om ervaringen die zij de afgelopen 3 maanden hebben gehad met de organisaties voor Werk en Inkomen, ongeacht of ze nu al weer werk hebben). - In het steekproefbestand (n=60.235) had 55% van de WWB-klanten geen adres. Ondanks dat deze klanten schriftelijk aangeschreven zijn met de vraag de internetenquête in te vullen, is de respons in die groep relatief klein gebleven ten opzichte van de WW-klanten (respectievelijk 10% en 23%). Al met al hebben verschillende aspecten een cumulatief negatief effect op de respons. De inschatting is dat de respons in vervolgmetingen ook relatief laag zal blijven. Hierbij moet onder r rekening worden gehouden met het feit dat de arbeidsmarkt aantrekt en er relatief minder werkzoekenden zich zullen inschrijven; het basisbestand waaruit de landelijke steekproef moet komen zal daar aanzienlijk kleiner worden. Hierdoor wordt het moeilijk om de juiste respons op locatieniveau te halen. 13 Methode afname vragenlijst Daar in het basisbestand (n= ) 40% van alle klanten geen adres had, zou overwogen kunnen worden om het onderzoek toch in zijn geheel uit te voeren met een schriftelijke vragenlijst. Zoals reeds vermeld zullen dan met name de WWBklanten beter vertegenwoordigd zijn in de steekproef. 13 Voorafgaand aan dit onderzoek was uitgegaan van een respons van 80 respondenten per klantgroep, oftewel 160 klanten per locatie (zie bijlage 1).

27 Resultaten Ervaringen en prioritering Het grootste deel van de klanten heeft neutraal-positieve ervaringen met de vijf klantprincipes, variërend van 60% ( houvast ) tot 81% ( bereikbaarheid & toegankelijkheid ). Het klantprincipe waar klanten van zeggen het ste belang aan te hechten is houvast. De interpretatie van de klant van het klantprincipe houvast (als belangrijkste gescoord, maar met de minst neutraal-positieve ervaringen) zijn te categoriseren onder: - Duidelijkheid over regelgeving en rechten en plichten - Zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid - Begeleiding en ondersteuning - Onzekerheid door verlies van werk De prestatie indicator (de matrix opgebouwd uit het belang dat klanten hechten aan een klantprincipe en de ervaringen die men daar heeft) geeft aan dat op het klantprincipe houvast verbetering wenselijk is terwijl de klantprincipes tijdigheid en evenwichtige behandeling aandacht behoeven. Samenlopers De omvang van de groep klanten met een samenloop van uitkeringen is zeer klein. Het gaat in totaal om 3,7% van het gehele bestand. Voor deze groep klanten is het vanwege hun geringe omvang niet mogelijk om representatieve uitspraken te doen op locatieniveau. Daarom is de groep samenlopers niet genomen in de webbased rapportage op locatieniveau. Op landelijk niveau is de groep hiervoor wel groot genoeg. Indicatief zien we dat deze klanten vaak slechtere ervaringen met de dienstverlening hebben dan klanten die te maken hebben met één uitkering. Persoons- en proceskenmerken De ervaringen die klanten hebben zijn veelal bepalend voor de prioriteit die men geeft aan een bepaald klantprincipe; dit geldt vooral voor tijdigheid, persoonlijke aandacht en persoonlijke inbreng en houvast. Persoonskenmerken die bepalend zijn voor de ervaringen die men heeft met de vijf klantprincipes zijn hogere leeftijd en samenwonend met een (werkende) partner. Proceskenmerken die een duidelijke invloed hebben op de ervaringen met de klantprincipes zijn: het hebben van een contactpersoon, een korte wachttijd voor uitkering en het gebruik maken van een IRO. Vergelijking tussen metingen In vergelijking tot de eerste meting zijn er in de huidige meting r positieve eva-

28 28 ringen met persoonlijke aandacht en inbreng en evenwichtige behandeling. Daarentegen hebben alle klantgroepen duidelijk minder positieve ervaringen met het klantprincipe houvast. Meetinstrument De ontwikkeling van het tinstrument voor het klantprincipe Persoonlijke aandacht en persoonlijke inbreng is gerealiseerd: met een set van zeven stellingen kunnen beide aspecten van het klantprincipe nu gemeten worden. De instrumenten voor de klantprincipes bereikbaarheid en toegankelijkheid, tijdigheid, houvast en evenwichtige behandeling zijn ongewijzigd ten opzichte van het tweede onderzoek. Webbased rapportages Alle 129 Suwilocaties zullen in de tweede helft van Augustus inzicht krijgen in de resultaten op het gebied van hun lokale klantgerichtheid via een webbased rapportage. Via een speciale inlogcode kunnen de managers van UWV, CWI en GSD s de resultaten bekijken. Gegeven de respons kunnen we op locatieniveau geen additionele analyses doen zoals splitsen naar leeftijd, splitsen naar opleidingsniveau etc. De gegevens moeten puur kwalitatief bekeken worden en geven dus per locatie een maat voor de klantgerichtheid in het algen. Daarnaast kan er een uitsplitsing worden gemaakt naar klantgroep (WW en WWB). Bij dit laatste kan het voorkomen dat de WWB groep relatief klein is. De grote van de groep waarop de cijfers zijn gebaseerd zal dan ook worden vermeld in de webbased rapportage, met de restrictie dat het bij locaties met een lage respons gaat om indicatieve aanduiding van klantgerichtheid.

29 29 BIJLAGE 1 ONDERZOEKSOPZET EN VERLOOP VELDWERK ONDERZOEKSOPZET Methode van dataverzameling Voor dit onderzoek is gekozen voor dataverzameling door middel van een internetenquête. De vragenlijst die is gebruikt voor de internetenquête is nagenoeg gelijk aan de vragenlijst die is gebruikt in het eerste 14 en tweede onderzoek 15. In het eerste onderzoek is gebruik gemaakt van telefonisch enquêteren en in het tweede onderzoek van een combinatie internetenquête en schriftelijke vragenlijst. Het is mogelijk dat deze verschillende methoden van dataverzameling op enkele punten verschillende resultaten tussen de eerste twee onderzoeken en deze landelijke meting kunnen verklaren. In bijlage 2 beschrijven we de essentiële veranderingen die zijn doorgevoerd in de vragenlijst ten opzichte van het tweede onderzoek. Basisbestand Voor het onderzoek heeft het CWI namens de keten aan AStri een basisbestand geleverd met naam en adresgegevens van werkzoekenden die zich in de maanden september t/m november 2006 hebben ingeschreven en waarvoor een WW-uitkering of een WWB-uitkering werd ge-indiceerd. Het totaal aantal cases in het basisbestand bedroeg hiervan had 59% een adres. Na correctie van het bestand hielden we bruikbare cases over verdeeld over WW-klanten en WWB-klanten. Tabel B1.2 geeft de kengetallen weer van het veldwerkbestand Cuelenaere, B., F.J.B. Lötters & C.L. van der Burg (2006). Klantgerichtheid in de Suwi-keten, indicator klantprincipes uitgewerkt. Leiden: AStri. Cuelenaere, B., F.J.B. Lötters. Ervaringen klantgerichtheid in de Suwiketen, meting op zes locaties (december 2006). Leiden: AStri.

30 30 Tabel B1.1 Basisbestand Omschrijving Aantal Basisbestand inschrijvingen CWI, sept - nov Na correctie voor aanwezigheid adres Na correctie aantal locaties (5 specifieke locaties eruit gefilterd) Na correctie dubbele sofinummers Na correct op indicering (geen uitkering, nuggers etc) Waarvan WW-klanten en WWB-klanten Om kwantitatief representatieve uitspraken te kunnen doen waren er in principe per klantgroep 80 respondenten nodig. Dat betekent per locatie 160 klanten (samenlopers zijn alleen op landelijk niveau genomen) en dus respondenten in totaal ( klanten per groep). In het bestand waren de klantgroepen niet evenredig verdeeld over de locaties: er zijn 98 locaties met 230 WW-klanten of r, terwijl dit voor de WWB-klanten maar voor slechts 5 locaties geldt. Daarnaast bleken met name in de WWB groep een groot deel van de klanten geen adres te hebben. De WWB-klanten zijn dus ondervertegenwoordigd in het bestand en daarom is besloten om WWB-klanten zonder adres aan te schrijven per brief met de vraag de internetenquête in te vullen Tabel B1.2 geeft de karakteristieken van de uiteindelijke steekproef weer. Tabel B1.2 Cluster steekproef over die locaties met minimaal 243 klanten per klantgroep (anders per locatie complete groep genomen in de steekproef) Omschrijving Aantal WW- klanten (steekproef 250 klanten per locatie indien mogelijk) WWB-klanten (met allemaal aangeschreven) WWB-klanten zonder adres voor aanschrijven per brief Totaal steekproef bestand

31 31 VERLOOP VELDWERK Internetenquête Met een digitale brief verstuurd via is aan de klanten gevraagd om een internetenquête in te vullen. De brief bevatte het logo van de ketenorganisaties en was namens de ketenorganisaties ondertekend door de raad van bestuur van het UWV. In de brief was een link naar de vragenlijst en een speciale inlogcode vermeld. De internetenquête is 4 weken online geweest. Indien de vragenlijst na 5 dagen niet was ingevuld werd er een herinneringsmail verstuurd, wederom na 5 dagen is een tweede herinneringsmail verstuurd. Schriftelijke oproep Aan circa WWB-klanten zonder adres is een brief gestuurd naar het huisadres met het verzoek om (indien men de beschikking had over internet) toch de internetenquête in te vullen. In de brief werd de weblink naar de vragenlijst en de speciale inlogcode unieke inlogcode vermeld. Respons In tabel B1.4 is weergegeven hoeveel klanten de internetenquête hebben ingevuld. Hierbij is de groep verdeeld in de klanten die benaderd zijn via en de groep van de WWB-klanten die zijn benaderd met een brief. Daarnaast is de totale respons weergegeven. Tabel B1.4 Respons (n=10.367) Aantal Percentage Respons op de Internetenquête via % Respons op de Internetenquete via brief (deel van de WWBklanten zonder adres) 649 5% Totale respons % De samenstelling van het uiteindelijke onderzoeksbestand wordt beschreven in tabel B1.5.

32 32 Tabel B1.5 Samenstelling respondenten (n=10.367) WW-klanten WWB-klanten Samenlopers Totaal % % % % Man 48% 39% 46% 46% vrouw 52% 61% 54% 54% Leeftijd 18 t/m 22 jaar 23 t/m 26 jaar 27 t/m 39 jaar 40 t/m 49 jaar >50 jaar 5% 8% 35% 29% 23% 22% 14% 32% 20% 12% 8% 11% 30% 28% 23% 9% 9% 34% 27% 21% Opleiding Laag Middel Hoog 33% 39% 28% 46% 35% 19% 39% 38% 23% 36% 38% 26% Samenwonend met partner Partner met betaald werk* 64% 22% 42% 54% 79% 43% 66% 76% * Opmerkelijk is dat 48% van alle respondenten deze vraag niet heeft ingevuld (de gepresenteerde percentages bij deze vraag zijn dan ook berekend over de helft van alle ondervraagde klanten). Nadere analyse liet zien dat van de WW-klanten 38% deze niet heeft ingevuld, van de WWBklanten 79% en van de samenlopers 60%. Uit tabel B1.5 is af te lezen dat de groep WWB-klanten in vergelijking met de WWklanten veelal jonger is, er relatief r vrouwen in de WWB-groep zitten en dat de WWB-groep lager is opgeleid.

33 33 NON-RESPONS ANALYSE In tabel B1.6 staan de resultaten weergegeven van de non-respons analyse over het steekproefbestand. Tabel B1.6 Non-respons analyse over het steekproefbestand Non-repondenten Respondenten Totaal (n=49.868) (n=10.367) (n=60.235) Geslacht Man 51% 46% 50% vrouw 49% 54% 50% Leeftijd 18 t/m 22 jaar 19% 9% 17% 23 t/m 26 jaar 15% 9% 14% 27 t/m 39 jaar 36% 33% 35% 40 t/m 49 jaar 19% 27% 21% Klantgroep * >50 jaar 11% 21% 13% WW 51% 75% 55% WWB 49% 25% 45% Inschrijfstatus Uitgeschreven 64% 53% 38% Niet uitgeschreven 36% 47% 62% * gebaseerd op de klantgroepverdeling in het oorspronkelijke steekproefbestand Uit de non-respons analyse blijkt dat in vergelijking met de oorspronkelijke verdeling in het bestand iets r vrouwen hebben geparticipeerd in het onderzoek. Daarnaast waren de non-respondenten over het algen jonger dan de respondenten. Als we naar de inschrijfstatus kijken van de respondenten (dat wil zeggen al dan niet uitgeschreven bij de Suwilocatie) dan zien we dat 64% van de non-respondenten reeds is uitgeschreven. Het lijkt erop dat, indien men niets r met de organisaties voor werk en inkomen te maken heeft, men minder geneigd is om te participeren in een klantgerichtheidsonderzoek.

34 34 STATISTISCHE ANALYSES Wanneer in de hoofdtekst van het rapport gesproken wordt van een verschil, is er sprake van statistisch significant verschil. Bij alle analyses is uitgegaan van een statistisch significantie niveau van p 0,01. Een chi-kwadraat toets is toegepast wanneer de uitkomst van een klantprincipe werd uitgedrukt in categorieën: percentage positief en percentage negatief. Voor de gebruikte analyses ten behoeve van de instrumentontwikkeling wordt verwezen naar bijlage 2.

35 35 BIJLAGE 2 INSTRUMENTONTWIKKELING ANALYSE VAN DE GEGEVENS De prestatie indicator voor klantgerichtheid bestaat uit twee delen: 1. De ervaring van de respondenten met de 5 klantprincipes. 2. Het belang dat de respondenten hechten aan de klantprincipes. KLANTPRINCIPES Interne consistentie Met de vragenlijst is het instrument ontwikkeld om de ervaring met de vijf onderscheiden klantprincipes te meten. Daartoe is elk klantprincipe als het ware vertaald in rdere stellingen die op een 5-puntsschaal beantwoord werden. De ontwikkeling van deze stellingen is in nauwe samenwerking met de opdrachtgever (werkgroep klantgerichtheid) gedaan. De veronderstelling was dat voor een adequaat instrument 4 tot 5 stellingen nodig waren. Bij het opnemen van rdere stellingen konden die stellingen verwijderd worden waarvan na analyse bleek dat het klantprincipe er onvoldoende gemeten werd. De vragenlijst in dit onderzoek is nagenoeg gelijk aan het eerste onderzoek dat is uitgevoerd voor de instrumentontwikkeling 16. De stellingen van klantprincipes zijn onveranderd overgenomen, met uitzondering van het klantprincipe persoonlijke inbreng en persoonlijke aandacht. Omdat dit klantprincipe en met name het aspect van de persoonlijke inbreng verder ontwikkeld moest worden hebben we negen stellingen opgenomen voor dit klantprincipe, waarvan 4 nieuwe (vraag 29, 31, 35 en 36 uit de vragenlijst) (zie bijlage 4 voor de gebruikte vragenlijst). Ieder klantprincipe is op zijn interne consistentie getest middels het berekenen van een Cronbach s alpha. De Cronbach s alpha geeft aan in hoeverre alle items binnen een klantprincipe hetzelfde meten, dat wil zeggen, gebaseerd zijn op eenzelfde theoretisch construct. Als vuistregel wordt gehanteerd dat bij een alpha groter dan 0,6 de gezamenlijke items wijzen op eenzelfde theoretische construct 17. Indien uit de analyse bleek dat bij verwijdering van stellingen de alpha aanzienlijk hoger werd (en de schaal dus consistenter) is de analyse nogmaals uitgevoerd zonder deze stellingen. Uiteindelijk resteerden die stellingen die het beste scoren op het onderliggende theo Cuelenaere, B., F.J.B. Lötters & C.L. van der Burg (2006). Klantgerichtheid in de Suwi-keten, indicator klantprincipes uitgewerkt. Leiden: AStri. De Heus, P, R. van der Leeden & B. Gazendam. Toegepaste Data-Analyse. Elsevier: 2002.

36 36 retische aspect. Deze methode gaat uit van vooraf gedefinieerde constructen, klantprincipes in dit geval, en analyseert of de gebruikte stellingen hetzelfde construct meten. De constructen zijn onderling niet geheel onafhankelijk van elkaar en er bestaan, soms duidelijke, correlaties tussen stellingen van de verschillende principes. Scores op de stellingen Per klantprincipe resteerden 4 of 5 stellingen. Voorafgaand aan de analyse zijn een aantal stellingen gehercodeerd zodat geldt: hoe hoger de score des te positiever oordeelt de klant over de stelling. Het betrof per klantprincipe de volgende vragen: - Bereikbaarheid en toegankelijkheid: vragen 11, 13, 14 en Tijdigheid: vragen 18, 19, Persoonlijke aandacht en persoonlijke inbreng: vragen 28, 29, 30, 34, 35 en Houvast: vragen 39, 40, 42 en Evenwichtige behandeling: vragen 49. Na hercodering kon voor ieder klantprincipe een gemiddelde worden berekend. Op basis van dit gemiddelde en na analyse van de frequentie tabellen is een onderverdeling gemaakt in het percentage respondenten dat neutraal-positief en negatief scoorde op een klantprincipe: - neutraal-positieve score: gemiddelde tussen 2,75 en 5. - negatieve score: gemiddelde tussen 2,74 en 1. Gemiddelden en percentages zijn berekend over: - De totale groep respondenten. - De drie groepen, de WW-groep, WWB-groep en de groep met r dan één uitkering (de samenlopers). De groep samenlopers zijn alleen genomen in de landelijke analyse. Waardering Om te kunnen meten welk belang de respondenten hechten aan de vijf klantprincipes is per klantprincipe een overkoepelende stelling geformuleerd: - Bereikbaarheid en toegankelijkheid: Het is duidelijk waar ik moet zijn met verschillende vragen. - Tijdigheid: De nodige acties worden snel uitgevoerd en afspraken worden op tijd nagekomen.

37 37 - Persoonlijke aandacht en persoonlijke inbreng: Er wordt naar mij geluisterd en mijn ideeën worden serieus genomen. - Houvast: Ik weet waar ik aan toe ben en ik krijg ondersteuning als ik daar om vraag. - Evenwichtige behandeling: Het is duidelijk wat ik moet doen als ik recht wil hebben op een uitkering. De respondenten werd gevraagd welke twee stellingen zij het belangrijkste vonden. Hieruit is het percentage berekend van de respondenten die dat klantprincipe het belangrijkst of één na belangrijkste vond. Dit percentage vormde de input voor de prestatie-indicator. Prestatie indicator De uiteindelijke prestatie indicator wordt gepresenteerd als een matrix waarin de ervaringen van de klant met de 5 klantprincipes wordt afgezet tegen het belang dat de klant hecht aan ieder klantprincipe. Hierbij wordt een matrix geconstrueerd met het percentage respondenten dat positief scoort op de klantprincipes. Het beeld dat de matrix weergeeft is afhankelijk van de positie van de assen en van de betekenis van de assen. In figuur B2.1 geeft de horizontale as het percentage klanten dat positief is weer. De matrix is als voorbeeld gemaakt op de afkappunten: - 70% neutraal-positieve ervaringen; - 40% prioritering van het klantprincipe (de respondenten konden 2 van de 5 stellingen kiezen, wat inhield dat iedere stelling een kans had van 2/5 oftewel 40% om gekozen te worden). De prestatie indicator op de positieve ervaringen is weergegeven in figuur B2.1. Hierbij is ook de betekenis van ieder kwadrant weergegeven.

KLANTGERICHTHEID IN DE SUWI-KETEN Indicator klantprincipes uitgewerkt

KLANTGERICHTHEID IN DE SUWI-KETEN Indicator klantprincipes uitgewerkt KLANTGERICHTHEID IN DE SUWI-KETEN Indicator klantprincipes uitgewerkt 21 juni 2006 P06/400 B. Cuelenaere F.J.B. Lötters C.L. van der Burg Bureau AStri Stationsweg 26 2312 AV Leiden Tel.: 071 512 49 03

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent

Nadere informatie

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Artemis Coaching

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Artemis Coaching Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van Artemis Coaching Juni 2008 1 Bedrijfsnaam: Artemis Coaching Inleiding Voor u ligt het rapport van het tevredenheidsonderzoek van Blik

Nadere informatie

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. InterLuceo

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. InterLuceo Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van InterLuceo Juni 2008 1 Bedrijfsnaam: InterLuceo Inleiding Voor u ligt de definitieve rapportage van het tevredenheidsonderzoek van

Nadere informatie

Klantgerichtheid Werkzoekenden Werkpleinen

Klantgerichtheid Werkzoekenden Werkpleinen Klantgerichtheid Werkzoekenden Werkpleinen Periode-rapport Werkplein Oost Achterhoek (Gelderland Midden en Zuid) tweede meting 2010 2 Resultaten werkzoekenden 1. Uw rapportcijfers vergeleken met de landelijke

Nadere informatie

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Renga B.V.

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Renga B.V. Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van Renga B.V. Juni 2008 1 Bedrijfsnaam: Renga B.V. Inleiding Voor u ligt het rapport van het tevredenheidsonderzoek van Blik op Werk

Nadere informatie

Tevredenheid WWB-klanten 2013. Dienst SoZaWe NW Fryslân

Tevredenheid WWB-klanten 2013. Dienst SoZaWe NW Fryslân Tevredenheid WWB-klanten 2013 Dienst SoZaWe NW Fryslân COLOFON Samenstelling Andrew Britt Annelieke van den Heuvel Naomi Meys Vormgeving binnenwerk SGBO Benchmarking Druk SGBO Benchmarking Maart 2014 SGBO

Nadere informatie

Klantgerichtheidmonitor UWV 1 e meting 2014

Klantgerichtheidmonitor UWV 1 e meting 2014 Uitkeringsgerechtigden Verantwoording Respons % aantal Totaal uitkeringsgerechtigden 9 5.037 Uitvoering i. steekproef: representatieve steekproef uit populatie uitkeringsgerechtigden van de diverse doelgroepen,

Nadere informatie

Klantgerichtheidmonitor UWV 2 e meting 2014

Klantgerichtheidmonitor UWV 2 e meting 2014 Uitkeringsgerechtigden Verantwoording Respons % aantal Totaal uitkeringsgerechtigden 11 7.075 Uitvoering i. steekproef: representatieve steekproef uit populatie uitkeringsgerechtigden van de diverse doelgroepen,

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek

Klanttevredenheidsonderzoek Klanttevredenheidsonderzoek Particulier 213, Leven a.s.r. Rapportcijfer 8, Rapportcijfer a.s.r., per klantgroep Kunt u met een rapportcijfer op een schaal van 1 t/m 1 uitdrukken hoe tevreden u bent over

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek

Klanttevredenheidsonderzoek Klanttevredenheidsonderzoek Particulier 13, Leven Allianz Rapportcijfer Allianz, per klantgroep Kunt u met een rapportcijfer op een schaal van 1 t/m 1 uitdrukken hoe tevreden u bent over uw verzekeraar?

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek

Klanttevredenheidsonderzoek Klanttevredenheidsonderzoek Particulier 2012, Leven Erasmus Vertrouwelijk Disclaimer Alle resultaten van het Klanttevredenheidsonderzoek Particulier 2012, sector Leven staan onder embargo tot 20 december

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek

Klanttevredenheidsonderzoek Klanttevredenheidsonderzoek Particulier 13, Leven Avéro Achmea Rapportcijfer Avéro, per klantgroep Kunt u met een rapportcijfer op een schaal van 1 t/m 1 uitdrukken hoe tevreden u bent over uw verzekeraar?

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek

Klanttevredenheidsonderzoek Klanttevredenheidsonderzoek Particulier 2013, Leven VvAA Disclaimer Alle resultaten van het Klanttevredenheidsonderzoek Particulier 2013, sector leven staan onder embargo tot 19 december 2013. De inhoud

Nadere informatie

Werkdruk in het onderwijs

Werkdruk in het onderwijs Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven dr. Eric Elphick drs. Liesbeth van der Woud Maart 2012 tel: 030-2631080 fax: 030-2616944 email:

Nadere informatie

Rapportage klanttevredenheidsonderzoek Inclusief vergelijk 2012. Koro Enveloppen & Koro PackVision

Rapportage klanttevredenheidsonderzoek Inclusief vergelijk 2012. Koro Enveloppen & Koro PackVision Rapportage klanttevredenheidsonderzoek Inclusief vergelijk 2012 Opdrachtgever: Uitvoering: Koro Enveloppen & Koro PackVision Tema BV December 2014 1 I N L E I D I N G In 2014 heeft Tema voor de vijfde

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek CBS Paadwizer In opdracht van Contactpersoon Stichting de Tjongerwerven Christelijk Primair Onderwijs de heer H. van Malsen en de heer A. Vos Utrecht, februari

Nadere informatie

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanten van Careyn over het consultatiebureau Inhoud: 1. Conclusies 2. Algemene dienstverlening 3. Het inloopspreekuur 4. Telefonische dienstverlening 5. Persoonlijk

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Rapportage levensverzekeringen 2011

Klanttevredenheidsonderzoek. Rapportage levensverzekeringen 2011 Klanttevredenheidsonderzoek Rapportage levensverzekeringen 2011 Rapportcijfer: per klantgroep 2010-2011 Kunt u met een rapportcijfer op een schaal van 1 t/m 10 uitdrukken hoe tevreden u bent over uw verzekeraar?

Nadere informatie

Klantbeleving Team Inkomen en Voorzieningen 2018

Klantbeleving Team Inkomen en Voorzieningen 2018 Klantbeleving Team Inkomen en Voorzieningen 2018 BWRI Gemeente Midden-Groningen Definitief rapport 17 mei 2018 Andrew Britt Annelieke van den Heuvel Talitha de Boer Projectnummer: P005387 Correspondentienummer:

Nadere informatie

Yes We Can Fellow onderzoek

Yes We Can Fellow onderzoek Yes We Can Fellow onderzoek Resultaten 2017 1 Inhoud Inleiding... 3 Respons... 3 Eigenschappen responsegroep... 3 Enkelvoudige of meervoudige problematiek... 4 Zorg voorafgaand aan opname... 4 Situatie

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Particulier 2012, Zorg

Klanttevredenheidsonderzoek. Particulier 2012, Zorg Klanttevredenheidsonderzoek Particulier 2012, Zorg Rapportcijfer Per klantgroep Kunt u met een rapportcijfer op een schaal van 1 t/m 10 uitdrukken hoe tevreden u bent over uw verzekeraar? Rapportcijfer

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

UWV Klantgerichtheidsmonitor Landelijk - 1e tertiaal 2013

UWV Klantgerichtheidsmonitor Landelijk - 1e tertiaal 2013 UWV Klantgerichtheidsmonitor Landelijk - 1e tertiaal 2013 Amsterdam/Heerlen, mei 2013 RMI FULLSERVICE MARKTONDERZOEK 2013 RMI. Alle rechten voorbehouden. Aan de informatie in deze presentatie kunnen geen

Nadere informatie

Bedrijfsnummer: 159. Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Matchcare re-integratie

Bedrijfsnummer: 159. Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Matchcare re-integratie Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van Matchcare re-integratie April 2009 1 Bedrijfsnaam: Matchcare re-integratie Inleiding Voor u ligt het rapport van het tevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

Bedrijfsnummer: 469. Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Stichting ActiefTalent

Bedrijfsnummer: 469. Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Stichting ActiefTalent Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van Stichting ActiefTalent Juni 2009 1 Bedrijfsnaam: Stichting ActiefTalent Inleiding Voor u ligt het definitieve rapport van het tevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Naasten op de IC bedoeld? De CQI Naasten op de IC is bedoeld is bedoeld om de kwaliteit van de begeleiding en opvang van

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Hoe UWV-klanten Werk.nl waarderen

Hoe UWV-klanten Werk.nl waarderen Hoe UWV-klanten Werk.nl waarderen Een toelichting op de ontwikkeling van de tevredenheid over de dienstverlening van UWV van onze werkzoekende klanten Hoe UWV-klanten Werk.nl waarderen Datum 2 van 10 Inhoud

Nadere informatie

Wat Vraagt de Klant Samenvatting en conclusies

Wat Vraagt de Klant Samenvatting en conclusies Wat Vraagt de Klant Samenvatting en conclusies Het onderzoek in het kort In opdracht van de Stuurgroep Arbeidsadviseur heeft TNO onderzoek verricht naar de informatie- en adviesbehoefte van (potentiële)

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion

Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion Resultaat externe tevredenheidsmeting Pagina 1 Rinske Rill en Dea Bobeldijk. 21 mei 1 Inhoud Samenvatting... 1. Inleiding... 4 2. Aantallen respondenten...

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek Basisschool Sint Martinus In opdracht van Contactpersoon Basisschool Sint Martinus de heer F. Giesen Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van

Nadere informatie

Deelrapportage "Apotheken door Cliënten Bekeken" Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn

Deelrapportage Apotheken door Cliënten Bekeken Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn Deelrapportage "Apotheken door Cliënten Bekeken" Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn E Inhoud 1. Inleiding en methode 1 1.1. Achtergrond 1 1.2. Doel van het kwaliteitstraject: meten en verbeteren

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk Inhoud Zijn je ouders nog bij elkaar? 3 Genschap van goederen: Stel je zou gaan trouwen, waarvoor zou je dan kiezen? 7 Ik zou later willen trouwen 4 Partneralimentatie: Waar gaat je voorkeur naar uit?

Nadere informatie

EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS MET JUSTITIËLE SLACHTOFFERONDERSTEUNING. Deel 1: politie. Management samenvatting

EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS MET JUSTITIËLE SLACHTOFFERONDERSTEUNING. Deel 1: politie. Management samenvatting EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS MET JUSTITIËLE SLACHTOFFERONDERSTEUNING Deel 1: politie Management samenvatting EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Schoolrapportage CBS De Windroos Leerlingtevredenheidsonderzoek In opdracht van Contactpersoon Noordkwartier Mevrouw W. Drenth Utrecht, mei 2014 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Marjan

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek In opdracht van Contactpersoon RKBS 't Valder De heer H. Hetterscheid Utrecht, april 2014 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Madelon van Duren

Nadere informatie

KLANTGERICHTHEIDSMONITOR WERKZOEKENDEN 0-3 MAANDEN 1 E PERIODE 2013

KLANTGERICHTHEIDSMONITOR WERKZOEKENDEN 0-3 MAANDEN 1 E PERIODE 2013 KLANTGERICHTHEIDSMONITOR WERKZOEKENDEN 0-3 MAANDEN 1 E PERIODE 2013 KLANTGERICHTHEIDSMONITOR WERKZOEKENDEN 0-3 MAANDEN 1 E PERIODE 2013 DESAN RESEARCH SOLUTIONS Jannes Hartkamp Amsterdam, mei 2013 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW - eindrapport - drs. L.F. Heuts drs. R.C. van Waveren Amsterdam, december 2009

Nadere informatie

Tevredenheid Abw-cliënten. Benchmark rapportage gemeente Maassluis. December 2003

Tevredenheid Abw-cliënten. Benchmark rapportage gemeente Maassluis. December 2003 Tevredenheid Abw-cliënten Benchmark rapportage gemeente Maassluis December 2003 Benchmark Werk, Inkomen en Zorg Postbus 85932 2508CP Den Haag telefoon (070) 346 93 00 e-mail: gsd.benchmark@vng.nl website:

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Jeugdgezondheidszorg

Werkinstructies voor de CQI Jeugdgezondheidszorg Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI JGZ bedoeld? De CQI Jeugdgezondheidzorg (CQI JGZ) is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond de jeugdgezondheidzorg te meten vanuit het perspectief

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Mei In opdracht van Contactpersoon Zaan Primair de heer T. Versteeg Utrecht, februari 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven Anja Schaapman MSc

Nadere informatie

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten Effecten van cliëntondersteuning Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten MEE Nederland, 4 februari 2014 1. Inleiding In deze samenvatting beschrijven

Nadere informatie

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland In april 2013 heeft TNS NIPO in opdracht van Thuiswinkel.org een herhalingsonderzoek uitgevoerd naar

Nadere informatie

Klantbeleving W&I 2018

Klantbeleving W&I 2018 Klantbeleving W&I 2018 Gemeente Hengelo Andrew Britt, Annelieke van den Heuvel, Laura Kirchner juni 2018 Projectnummer: P005387 Correspondentienummer: DH-0706-9250 INHOUD SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING

Nadere informatie

TEVREDENHEIDSONDERZOEK UWV JOBSENSE. Meetjaar 2013

TEVREDENHEIDSONDERZOEK UWV JOBSENSE. Meetjaar 2013 TEVREDENHEIDSONDERZOEK UWV JOBSENSE Meetjaar 2013 Mei 2014, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk. www.xs2quality.nl info@xs2quality.nl INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Onderzoeksvariabelen - Algemeen 4 -

Nadere informatie

Mens en Organisatie in het architectenbureau. Peiling juni 2013

Mens en Organisatie in het architectenbureau. Peiling juni 2013 Mens en Organisatie in het architectenbureau Peiling juni 2013 Inhoudsopgave Peiling Mens en Organisatie 3 Arbeidsrelaties 4 Beleid voor mens en organisatie: ontwikkeling 5 Beleid voor mens en organisatie:

Nadere informatie

Rapportage tevredenheidonderzoek onder ouders Stichting Lentekind

Rapportage tevredenheidonderzoek onder ouders Stichting Lentekind Rapportage tevredenheidonderzoek onder ouders Stichting Lentekind Versie 1.0.0 Oktober 2014 VOORWOORD Met genoegen hebben we een tevredenheidmeting onder onze ouders uitgevoerd. De resultaten van deze

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek In opdracht van Contactpersoon Basisschool Den Doelhof De heer P. Engels Utrecht, februari 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Madelon van

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Revalidatiecentra Kinderen en Jongeren

Werkinstructies voor de CQI Revalidatiecentra Kinderen en Jongeren Werkinstructies voor de Kinderen en Jongeren 1. De vragenlijsten Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond revalidatie te meten vanuit het perspectief van de jonge patiënt. Het

Nadere informatie

Rapportage tevredenheidonderzoek onder ouders Stichting Lentekind

Rapportage tevredenheidonderzoek onder ouders Stichting Lentekind Rapportage tevredenheidonderzoek onder ouders Stichting Lentekind Versie 1.0.0 November 2016 VOORWOORD Met genoegen hebben we een tevredenheidmeting onder onze ouders uitgevoerd. De resultaten van deze

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005 Resultaten tussenmeting, begin juli 2005 O&S Nijmegen 13 juli 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen

Nadere informatie

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL Meting maart 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken

Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken Samenvatting Burgerzaken is op werkdagen dagelijks open van 8.30 tot 16.00 uur, donderdag doorlopend van 8.30 tot 20.00 uur en op zaterdagochtend. Voor de bezoekuren in

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek. Meting april - mei 2013. Uw consultant Emile van Geelen. Groepsrapportage Sjaloom Zorg Cliënten. E: Emile.van.Geelen@effectory.

Cliëntenonderzoek. Meting april - mei 2013. Uw consultant Emile van Geelen. Groepsrapportage Sjaloom Zorg Cliënten. E: Emile.van.Geelen@effectory. Cliëntenonderzoek Groepsrapportage Sjaloom Zorg Cliënten Meting april - mei 2013 Uw consultant Emile van Geelen E: Emile.van.Geelen@effectory.com T: +31 (0)20 30 50 100 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Conceptrapportage Preferentie keuzes aanpak crisis van CNV leden

Conceptrapportage Preferentie keuzes aanpak crisis van CNV leden Conceptrapportage Preferentie keuzes aanpak crisis van CNV leden In opdracht van: Contactpersoon: CNV De heer P. Hazenbosch Utrecht, mei 2009 DUO MARKET RESEARCH drs. Vincent van Grinsven Henk Westerik

Nadere informatie

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012 Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 0/0 Stichting Personeelspensioenfonds Cordares (PPF) Astrid Currie, communicatieadviseur Maart 0 versie.0 Pagina versie.0 Inleiding Op initiatief

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 44 t/m 47 2015 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 23 november 2015 Projectnummer: 20645 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting

Nadere informatie

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0 Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2. Inhoud 1 Inleiding... 5 2 Werving en achtergronden deelnemers... 6 2.1 Interpretatie van de gegevens...6 2.2 Werving...6 2.3 Doelgroep...7 2.4 Kenmerken

Nadere informatie

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen Onderzoek Houten Jongeren en Wonen Juni 2007 www.adv-mr.com Utrechtseweg 101, 3702 AB Zeist Inhoud Inleiding Vanuit woonstichting Viveste en de gemeente Houten is een behoefte aan onderzoek naar de woonwensen

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018 Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch Vervolgmeting 2018 Afdeling Onderzoek & Statistiek Februari 2019 Samenvatting De gemeente geeft indicaties af voor Wmo hulpmiddelen. Welzorg verzorgt de

Nadere informatie

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga juni 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliëntervaringsonderzoek

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Warmtenet (2015)

Klanttevredenheidsonderzoek Warmtenet (2015) Klanttevredenheidsonderzoek Warmtenet (2015) In het voorjaar van 2015 is een tevredenheidsonderzoek onder de particuliere klanten van Warmtenet Hengelo gehouden. Aan alle particuliere klanten van Warmtenet

Nadere informatie

Rapportage Kindertevredenheidsonderzoek BSO. Datum: mei 2018

Rapportage Kindertevredenheidsonderzoek BSO. Datum: mei 2018 Rapportage Soort rapportage: Schngsrapportage Datum: mei 2018 Opdrachtgever: Schng GOO Dit rapport is opgesteld door DUO Onderwijsonderzoek & Advies in opdracht van Stichting GOO. DUO Onderwijsonderzoek

Nadere informatie

Casenummer: Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Stichting ActiefTalent

Casenummer: Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Stichting ActiefTalent Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van Stichting ActiefTalent Juni 2009 1 Bedrijfsnaam: Stichting ActiefTalent Inleiding Voor u ligt het definitieve rapport van het tevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek Stad en raad Een Stadspanelonderzoek Kübra Ozisik 13 Juni 2016 Laura de Jong www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Inleiding... 2 2. Resultaten... 3 2.1 Respons... 3

Nadere informatie

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3 Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek De Kornalijn

Leerlingtevredenheidsonderzoek De Kornalijn De Kornalijn srapportage In opdracht van De Kornalijn december 2015 Dit rapport is opgesteld door DUO Onderwijsonderzoek in opdracht van De Kornalijn. DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs.

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Klanttevredenheidsonderzoek Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Aanleiding, methode en respons Aanleiding Gedurende de afgelopen jaren heeft de gemeente Olst-Wijhe meerdere onderzoeken

Nadere informatie

Internetpanel Dienst Regelingen

Internetpanel Dienst Regelingen Internetpanel Dienst Regelingen Resultaten peiling 20: evaluatie panel December 2012 1. Inleiding Het Internetpanel Dienst Regelingen bestaat nu bijna vijf jaar. Dat vinden de opdrachtgever Dienst Regelingen

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Gehandicaptenzorg Lichamelijk. Gehandicapten

Werkinstructies voor de CQI Gehandicaptenzorg Lichamelijk. Gehandicapten CQI zorg Werkinstructies voor de CQI zorg In de vernieuwde werkwijze kwaliteitskader zorg heeft pijler 2B betrekking op het meten van cliëntervaringen. De CQI zorg maakt geen deel uit van een instrumentenwaaier

Nadere informatie

Klantgerichtheid SUWI-keten Werkzoekenden

Klantgerichtheid SUWI-keten Werkzoekenden Klantgerichtheid SUWI-keten Werkzoekenden Landelijke meting 2 e halfjaar 2007 op 129 locaties Rapport Marnix de Bruin René Vogels Zoetermeer, 28 januari 2008 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Rapport klanttevredenheid 2013

Rapport klanttevredenheid 2013 Rapport klanttevredenheid 2013 2014.1.73 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Procedure nieuwe verhuur 4 3. 3.1 Reparatieverzoeken Resultaten afgehandelde enquêtes Meerssen 2013 5 5 4. Procedure vertrekkende

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek. Gemeente Zutphen

Cliëntenonderzoek. Gemeente Zutphen Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2014 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Shanon klein Goldewijk Juni 2014 Inhoud Samenvatting... 2 Inleiding... 4 1. Indienen

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Locatierapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek In opdracht van Contactpersoon Pieter Brueghelschool de heer W. Leerink Utrecht, mei 2013 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Marjan den

Nadere informatie

Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ]

Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ] Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [12-3-2018 ] 1. Inleiding Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid Straus een motie ingediend om een indicator voor de tevredenheid van werkgevers

Nadere informatie

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

RE-INTEGRATIEBEDRIJF CONTENZA

RE-INTEGRATIEBEDRIJF CONTENZA RE-INTEGRATIEBEDRIJF CONTENZA VOORBEELDRAPPORTAGE KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017-2018 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING & CONCLUSIE... 3 INLEIDING... 4 METHODE... 5 RESULTATEN TRAJECT NAAR WERK... 6 ALGEMEEN...

Nadere informatie

EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING. NBPO Oktober 2012- Oktober 2014

EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING. NBPO Oktober 2012- Oktober 2014 EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING NBPO Oktober 2012- Oktober 2014 Colofon Uitgave: Research 2Evolve Tesselschadelaan 15A 1217 LG Hilversum Tel: (035) 623 27 89 info@research2evolve.nl www.research2evolve.nl

Nadere informatie

Enquête Telefonische dienstverlening

Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Colofon Titel:Enquête Enquete Telefonische dienstverlening Opdrachtgever: Gemeente Velsen Opdrachtnemer: Marieke Galesloot Datum:

Nadere informatie

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis?

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis? Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis? onderzoek naar ervaringen met de zorg Opdrachtgever: dr. D.H.M. Frijters D.J. Homberg, MSc dr. H.C.M. Kamphuis drs. S.J.W. de Kroon drs. J.J.A. Stavenuiter drs.

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Stichting toetsing verzekeraars Datum: 8 februari 2016 Projectnummer: 2015522 Auteur: Marit Koelman Inhoud 1 Achtergrond onderzoek 3 2

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelgroep 4 1.2 Methode 4 1.3 Respons 4 2. Resultaten Wmo 5 2.1 Contact en toegankelijkheid van hulp of ondersteuning

Nadere informatie

Rapportage Cliënttevredenheid 2013 Zorggroep de Bevelanden Maart 2014

Rapportage Cliënttevredenheid 2013 Zorggroep de Bevelanden Maart 2014 Rapportage Cliënttevredenheid 2013 Zorggroep de Bevelanden Maart 2014 Rapportage Cliënttevredenheid 2013 Zorggroep de Bevelanden Maart 2014 Contactgegevens: Zorggroep de Bevelanden Markteffect B.V. Postbus

Nadere informatie

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid

Nadere informatie

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Ervaringen Wmo Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Inhoud 1. Achtergrond van het onderzoek... 2 2. Het regelen van ondersteuning... 4 3. Kwaliteit van de ondersteuning... 6 4. Vergelijking regio...

Nadere informatie

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan. Burgerpeiling 2013 Eind 2013 is onder 2000 inwoners van de gemeente Noordoostpolder een enquete verspreid ten behoeve van de benchmark waarstaatjegemeente.nl. De enquete vormt een onderdeel van de benchmark.

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meander In opdracht van Contactpersoon Zaan Primair de heer T. Versteeg Utrecht, februari 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven Anja Schaapman

Nadere informatie

Anderhalf jaar in de uitkering

Anderhalf jaar in de uitkering Opdrachtgever IWI Anderhalf jaar in de uitkering Conclusie Opdrachtnemer IWI Onderzoek Anderhalf jaar in de uitkering; nota van bevindingen Startdatum 1 januari 2008 Einddatum 1 januari 2008 Categorie

Nadere informatie