359. De discretionaire bevoegdheid van de werkgever bij de weigering van bonussen of andere variabele beloningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "359. De discretionaire bevoegdheid van de werkgever bij de weigering van bonussen of andere variabele beloningen"

Transcriptie

1 359. De discretionaire bevoegdheid van de werkgever bij de weigering van bonussen of andere variabele beloningen MR. M.J. KEUSS EN MR. E.I. BOUMA In de eerste helft van 2014 hebben twee gerechtshoven arresten gewezen waarin de discretionaire bevoegdheid van de werkgever bij het weigeren van een bonus centraal stond. Op 18 februari 2014 heeft Hof s-hertogenbosch geoordeeld dat een werkgever op grond van het goed werkgeverschap geen gebruik mocht maken van zijn discretionaire bevoegdheid om een bonus te weigeren. Hof Amsterdam heeft op 6 mei 2014 daarentegen geoordeeld dat een werkgever niet handelde in strijd met het goed werkgeverschap door met een beroep op zijn discretionaire bevoegdheid een bonus te weigeren. Deze twee uitspraken lenen zich voor een bespreking van de problematiek omtrent de discretionaire bevoegdheid van werkgevers bij het weigeren van bonussen of andere variabele beloningen. In dit artikel gaan wij in op de vraag wanneer sprake is van een (voorwaardelijke) discretionaire bevoegdheid en of de werkgever ook met een beroep op die bevoegdheid een bonus of andere variabele beloning mag weigeren. 1. Arresten Hof s-hertogenbosch 18 februari Bij de werkgever gold een bonusregeling op grond waarvan jaarlijks een bonus werd toegekend indien het persoonlijk presteren van de werknemer met een 2 of hoger werd beoordeeld. De directeur kon echter op basis van zijn discretionaire bevoegdheid besluiten toch geen bonus toe te kennen. De werkneemster had gedurende tien jaar (elk jaar) een bonus ontvangen. In 2009 werd de bonus, ondanks het feit dat het persoonlijk presteren was beoordeeld met een 2,5, wegens disfunctioneren geweigerd. Het hof oordeelt als volgt: Naar het oordeel van het hof gaat het hierbij weliswaar om een discretionaire bevoegdheid (van de hoogste baas in de onderneming), doch dat laat onverlet dat het gebruik van deze bevoegdheid dient te worden getoetst aan de norm als neergelegd in artikel 7:611 BW, te weten het goed werkgeverschap. Vervolgens overweegt het hof dat het persoonlijk presteren van de werkneemster ondanks de geconstateerde tekortkomingen met een 2,5 is beoordeeld, zodat zij in beginsel recht heeft op een bonus. Wanneer de werkgever desondanks gebruikmaakt van de discretionaire bevoegdheid om een bonus niet toe te kennen, moet volgens het hof sprake zijn van bijkomende omstandigheden, die maken dat het besluit om de bonus te weigeren niet in strijd is met het goed werkgeverschap. Van dergelijke bijkomende omstandigheden is volgens het hof geen sprake, omdat niet is gebleken dat de werkneemster zich had misdragen. Hierdoor heeft de werkneemster recht op een bonus. Hof Amsterdam 6 mei Hof Amsterdam kreeg met de volgende zaak te maken. In de arbeidsovereenkomst was deze bonusbepaling opgenomen: Employee is entitled to Bonus. The amount of this bonus is determined on a discretionary basis by the Management of Employer ( ). Vanaf indiensttreding heeft de werknemer jaarlijks (in totaal vijf keer) een bonus ontvangen, waarvan de hoogte steeds varieerde. De laatste bonus was toegekend onder de voorwaarde dat de werknemer dat jaar geen ontslag zou nemen. Nadat de werknemer dat jaar toch ontslag had genomen, vorderde de werkgever de bonus terug. Het hof oordeelde: Dat de beleidsvrijheid van [werkgever] uitsluitend betrekking had op de bepaling van de omvang van de bonus en niet tevens de bevoegdheid omvatte aan de toekenning daarvan voorwaarden te verbinden ( ) vindt geen steun in de bewoordingen van ( ) de arbeidsovereenkomst en evenmin in de verdere omstandigheden van het geval. De overeengekomen beleidsvrijheid ( ) brengt naar haar aard mee dat [werkgever] een bonus in beginsel voorwaardelijk mocht toekennen en daaraan 1 Hof s-hertogenbosch, ECLI:NL:GHSHE:2014: Gerechtshof Amsterdam, ECLI:NL:GHAMS:2014: SDU UITGEVERS / NUMMER 8, NOVEMBER 2014 TIJDSCHRIFT ARBEIDSRECHTPRAKTIJK

2 DE DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID VAN DE WERKGEVER BIJ DE WEIGERING VAN BONUSSEN OF ANDERE VARIABELE BELONINGEN de bedoelde voorwaarde mocht verbinden. Het hof oordeelde voorts dat de werkgever niet in strijd met het goed werkgeverschap had gehandeld door aan de toekenning van de bonus de voorwaarde te stellen dat de werknemer dat jaar geen ontslag zou nemen, omdat de bonus aanzienlijk hoger was dan eerdere bonussen, deze voorwaarde binnen de onderneming gebruikelijk was en de voorwaarde een redelijk doel diende, te weten het behouden van werknemers. 2. Tweestappenplan Uit voornoemde arresten blijkt dat de vraag in hoeverre het de werkgever vrijstaat een discretionaire bonus (of andere discretionaire variabele beloning) te weigeren, in twee stappen dient te worden beantwoord. Eerst moet de vraag worden beantwoord of sprake is van een volledige of voorwaardelijke discretionaire beloning. Wanneer de werkgever steeds achteraf bepaalt of een werknemer recht heeft op de beloning zonder dat daaraan een duidelijk systeem ten grondslag ligt, dan is er sprake van een volledige discretionaire beloning. Wanneer de werkgever daarentegen voorwaarden heeft gesteld aan de toekenning van de beloning en daarbij tevens een discretionaire bevoegdheid heeft bedongen, dan is er sprake van een voorwaardelijke discretionaire beloning. Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of de werkgever in de gegeven omstandigheden een beroep mag doen op zijn discretionaire bevoegdheid en, wanneer ook sprake is van een voorwaardelijke beloning, of de werkgever een beroep mag doen op de gestelde voorwaarden. Hierna gaan wij eerst in op de definitie van variabele beloning, daarna lichten wij dit tweestappenplan toe. 3. Definitie variabele beloning Het loonbegrip kan diverse vormen van variabele beloning omvatten. Onder variabele beloning valt te verstaan loon waarvan de hoogte afhankelijk is van een toekomstige onzekere gebeurtenis die verband houdt met het ondernemingsproces. 3 De toekenning van een variabele beloning kan bijvoorbeeld afhankelijk worden gesteld van de omzet en/of resultaten van de onderneming of van het gehele concern, maar ook van de persoonlijke prestaties van de werknemer en/of de prestaties van zijn team. De hoogte van de variabele beloning kan ook afhankelijk worden gesteld van dergelijke voorwaarden. Enkele voorbeelden van variabele beloningen zijn prestatieloon, aandelenopties, winstdelingen en, waarschijnlijk de bekendste, bonussen. Van het begrip bonus bestaat overigens geen eenduidige definitie. Zo heeft Swinkels het begrip bonus omschreven als een toelage bovenop het vastgestelde loon als bewijs van tevredenheid 4, terwijl Van Slooten de bonus ziet als een uitkering in geld die afhankelijk is van het behalen van een bepaald 3 Asser/Heerma van Voss, 7-V Arbeidsovereenkomst, 2012/82. 4 S.C. Swinkels, De bonus, een zucht of een zegen?, ArbeidsRecht 1999/10. resultaat. 5 De Kantonrechter Zwolle heeft het begrip bonus weer omschreven als een stimulans en prikkel voor de werknemer, die daarmee een premie bovenop het loon kan realiseren. 6 Hoewel een eenduidige definitie dus ontbreekt, is duidelijk dat een bonus bedoeld is om een werknemer extra te belonen voor zijn inzet. Wanneer het recht op een Onder variabele beloning valt te verstaan loon waarvan de hoogte afhankelijk is van een toekomstige onzekere gebeurtenis die verband houdt met het ondernemingsproces bonus is gekoppeld aan de bedrijfs- of concernresultaten, is de bonus echter (ook) bedoeld als middel om de uitgaven van het bedrijf of concern afhankelijk te stellen van de inkomsten en zodoende de loonkosten te beheersen. 4. Eerste stap: is er (nog steeds) sprake van een volledige of voorwaardelijke discretionaire bonus of andere variabele beloning? Het onderscheid tussen een volledige of voorwaardelijke discretionaire bonus of andere variabele beloning is hiervoor al gegeven. Interessanter is de vraag of de werkgever (nog steeds) een discretionaire bevoegdheid heeft bij de toekenning van de beloning. Bewijs en uitleg discretionaire bevoegdheid Heeft de werkgever een discretionaire bevoegdheid bedongen bij het al dan niet toekennen van een bonus of andere variabele beloning? Meestal levert het antwoord op deze vraag geen problemen op, zolang de discretionaire bevoegdheid maar schriftelijk is vastgelegd en voldoende duidelijk is omschreven. Sommige regelingen zijn echter niet schriftelijk vastgelegd. In dat geval zal de werkgever zijn discretionaire bevoegdheid moeten bewijzen om er een beroep op te kunnen doen. Dat het bestaan van een discretionaire bevoegdheid binnen de organisatie algemeen bekend is, lijkt onvoldoende. 7 Wanneer een regeling onvoldoende duidelijk is, komt het aan op de uitleg van de regeling. In het hiervoor besproken arrest van Hof Amsterdam is bijvoorbeeld sprake van een onduidelijke bonusregeling, althans, partijen verschillen van mening over de uitleg daarvan. Volgens de werknemer volgt uit de formulering van de bonusregeling dat hij recht heeft op een bonus en dat de werkgever slechts een discretionaire bevoegdheid heeft bij het bepalen van de hoogte van die bonus. Dat standpunt lijkt ons juist. In de bonusregeling staat namelijk dat de werknemer recht heeft op een bonus ( entitled to ) en dat de hoogte van die bonus op basis van een discretionaire bevoegdheid wordt vastgesteld ( The amount of this bonus is determined on a discretionary basis ). De tekst van de 5 J.M. van Slooten, Arbeid en loon, Kluwer 1999, p Ktr. Zwolle, ECLI:NL:RBZWO:2003:AN Rb. Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2011:BU9536. TIJDSCHRIFT ARBEIDSRECHTPRAKTIJK NUMMER 8, NOVEMBER 2014 / SDU UITGEVERS 413

3 bonusregeling suggereert dat de werkgever dus alleen een discretionaire bevoegdheid heeft (bedongen) ten aanzien van de vaststelling van de hoogte van de bonus. Veel schiet de werknemer daar niet mee op, want de werkgever zou op basis van zijn discretionaire bevoegdheid de hoogte van de bonus op nihil hebben kunnen stellen. Hierbij lijkt het hof niet te hebben stilgestaan. Het hof heeft de casus namelijk Hoewel de kwalificatie van de variabele beloning grote gevolgen kan hebben, is het vaak onduidelijk wanneer sprake is van een discretionaire bevoegdheid dan wel van een arbeidsvoorwaarde beoordeeld aan de hand van de vraag of de werkgever op basis van zijn discretionaire bevoegdheid ook voorwaarden mocht stellen aan de toekenning van de bonus. Het hof heeft deze vraag bevestigend beantwoord. Daarbij heeft het hof overwogen dat er sprake was van een volledige discretionaire bonus, omdat de werkgever in eerste instantie geen voorwaarden had gesteld. Een volledige discretionaire beloning lijkt dus te kunnen worden gewijzigd in een voorwaardelijke discretionaire beloning. Arbeidsvoorwaarde Bij de vraag of sprake is van een discretionaire bevoegdheid is voorts van belang dat kan worden uitgesloten dat de bonus of andere variabele beloning een arbeidsvoorwaarde is in de zin van art. 7:613 Burgerlijk Wetboek ( BW ). Het belang van het onderscheid tussen een discretionaire bevoegdheid en een arbeidsvoorwaarde is groot. Indien de variabele beloning moet worden gekwalificeerd als een arbeidsvoorwaarde staat het de werkgever immers niet vrij deze zomaar te weigeren. Een werkgever kan de variabele beloning slechts dan weigeren, indien is voldaan aan de strenge criteria die gelden voor het eenzijdig wijzigen van arbeidsvoorwaarden. Daarvan zal niet snel sprake zijn. 8 Een werkgever is in beginsel gebonden aan arbeidsvoorwaarden, wat betekent dat de werknemer de betaling van de variabele beloning relatief eenvoudig kan afdwingen. Dit kan overigens anders zijn indien is overeengekomen dat de werkgever tijdens de duur van de regeling bepaalde aanpassingen mag doorvoeren, zoals een aanpassing van de gestelde targets. De criteria die gelden voor eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden zijn dan niet aan de orde zolang de werkgever binnen de afgesproken bandbreedten blijft. 9 Hoewel de kwalificatie van de variabele beloning dus grote gevolgen kan hebben, is het vaak onduidelijk wanneer 8 C.J. Loonstra, M.E.S. Fiselier en B.R. Vink, Ontwikkelingen rechtspraak eenzijdige wijziging arbeidsvoorwaarden, SR 2007/9 en N. Gundt, Beloning in gewijzigde omstandigheden = gewijzigde beloning?, TRA 2012/14. 9 L.G. Verburg, Variabele beloning, in: Van Slooten c.s. (red.), Beloning in beweging, Den Haag: Sdu Uitgevers sprake is van een discretionaire bevoegdheid dan wel van een arbeidsvoorwaarde. Ten eerste bestaat er geen duidelijke definitie van het begrip arbeidsvoorwaarde en ten tweede kan een bonus onder omstandigheden een verworven recht en daarmee een arbeidsvoorwaarde worden. Wij lichten dit toe. Definitie arbeidsvoorwaarde Zoals al opgemerkt, bestaat er geen duidelijke definitie van het begrip arbeidsvoorwaarde. Duidelijk is wel dat het begrip ruim dient te worden uitgelegd. 10 Van Slooten omschrijft de arbeidsvoorwaarde als alle afspraken tussen werkgever en werknemer die betrekking hebben op de arbeidsovereenkomst. 11 Volgens Rutgers en Noordoven moet onder arbeidsvoorwaarde worden verstaan ieder recht, zowel voorwaardelijk als onvoorwaardelijk, waarop een werknemer aanspraak kan maken jegens zijn werkgever als gevolg van het bestaan van een arbeidsovereenkomst. 12 Deze definities zijn naar onze mening te ruim, omdat daarmee geen ruimte wordt overgelaten voor een discretionaire bevoegdheid van de werkgever om zijn werknemers te belonen, zonder dat direct een aanspraak op die beloning kan ontstaan. Dit zou in strijd komen met de ondernemersvrijheid van de werkgever. Zo oordeelde de Kantonrechter Breda al in 1994: deze vrijheid van de werkgever zou op onaanvaardbare wijze worden ingeperkt als zijn vrijgevigheid door nalaten telkenmale het onverplichte karakter van de tegemoetkoming te benadrukken in een verplichting zou veranderen, omdat zulk nalaten als afstand van recht wordt uitgelegd. 13 Naar onze mening kan daarom beter worden aangesloten bij de definitie van Van der Grinten, die het begrip arbeidsvoorwaarde omschrijft als alle aan de arbeidsovereenkomst verbonden rechten en verplichtingen, voor zover deze niet onder het instructierecht van de werkgever vallen. 14 Het woord instructierecht dient naar onze mening wel vervangen te worden door discretionaire bevoegdheid, omdat het instructierecht van de werkgever ex art. 7:660 BW ziet op voorschriften met betrekking tot het verrichten van de werkzaamheden en niet op de beloning. Wij zijn van mening dat onder het begrip discretionaire bevoegdheid moet worden verstaan een door de werkgever gemaakt voorbehoud bij het al dan niet toekennen van een aan de arbeidsovereenkomst verbonden recht of verplichting. Dat sprake is van een dergelijk voorbehoud zal de werkgever dus wel moeten kunnen aantonen. In dit kader is een uitspraak van de Kantonrechter Amsterdam interessant. 15 De kantonrechter heeft ter 10 SER-advies 94/06, Het samenstel van rechten en plichten van werkgever en werknemer tegenover elkaar ten aanzien van het verrichten van arbeid in loondienst, p Van Slooten 1999, p D.J. Rutgers en T.L.C.W. Noordoven, Is er ruimte voor claw-back van ontslagvergoedingen?, ArbeidsRecht 2011/ Ktr. Breda 16 februari 1994, «JAR» 1995/3. 14 Van der Grinten, Arbeidsovereenkomstenrecht, bewerkt door W.H.A.C.M. Bouwens en R.A.A. Duk, Deventer: Kluwer 2008, p Ktr. Amsterdam 11 maart 1999, «JAR» 2000/ SDU UITGEVERS / NUMMER 8, NOVEMBER 2014 TIJDSCHRIFT ARBEIDSRECHTPRAKTIJK

4 DE DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID VAN DE WERKGEVER BIJ DE WEIGERING VAN BONUSSEN OF ANDERE VARIABELE BELONINGEN beantwoording van de vraag of een optieregeling als arbeidsvoorwaarde of discretionaire bevoegdheid kwalificeert, de volgende vragen gesteld: Heeft de werkgever de optieregeling duidelijk als discretionaire regeling aangemerkt? 2. Heeft de werkgever bij het toekennen van de optierechten steeds duidelijk gemaakt dat die toekenning geen toekomstige aanspraken schept? 3. Heeft de werkgever het discretionaire karakter van de optieregeling gepresenteerd aan de werknemers? Indien al deze vragen bevestigend kunnen worden beantwoord, is in beginsel geen sprake van een arbeidsvoorwaarde. Verworven recht Echter, ook wanneer een werkgever kan aantonen dat hij een duidelijk voorbehoud heeft gemaakt bij het al dan niet toekennen van een bonus of andere variabele beloning, kan onder omstandigheden toch geen sprake (meer) zijn van een discretionaire bevoegdheid. Een werkgever kan een discretionaire bevoegdheid namelijk ook verliezen. Hier speelt de rechtsfiguur van de verworven rechten een rol. Ook van dit begrip bestaat geen eenduidige definitie, maar duidelijk is wel dat van een verworven recht wordt gesproken wanneer de werknemer op basis van de historie erop mag vertrouwen dat hij ook in de toekomst aanspraak maakt op een bepaalde voorwaarde. De werknemer zal dan wel moeten motiveren waaraan hij dat vertrouwen heeft mogen ontlenen. 17 Het is onduidelijk wanneer een verworven recht ontstaat, omdat het omslagpunt lastig is te bepalen. De jurisprudentie laat een grillig beeld zien. Zo werd het (onverplicht) doorbetalen van 100% van het loon tijdens ziekte na vijf jaar als verworven recht beschouwd 18, terwijl een bonus die gedurende dertien jaar was toegekend niet als verworven recht werd beschouwd. 19 Volgens Van der Kind kan het verschil in duur mogelijk worden verklaard door de aard van de voorwaarde: bij het onthouden van een extraatje is geen sprake van een inkomensachteruitgang, zodat een langere duur voor het aannemen van een verworven recht de werknemer niet schaadt. 20 Jellinghaus onderschrijft deze verschillende benaderingen van rechters ook. 21 Hij deelt de lagere jurisprudentie rondom de problematiek van verworven rechten in in drie stromingen: de snelle aanvaarding, de restrictieve aanvaarding en de gematigde aanvaarding, waarbij volgens Jellinghaus de restrictieve aanvaarding vaker voorkomt dan de snelle aanvaarding. Duidelijk is dus dat er met betrekking tot verworven rechten weinig rechtszekerheid bestaat. 16 T.J.C.M. Broekman, Overgang van onderneming en optieregeling, Bb 2000, p Hof s-gravenhage, ECLI:NL:GHDHA:2013: Ktr. Delft 1 maart 2007, «JAR» 2007/ Ktr. Amsterdam 30 juli 1998, «JAR» 1998/ O. van der Kind, noot bij Hof Arnhem-Leeuwarden 8 oktober 2013, TRA 2014/5. 21 S.F.H. Jellinghaus, Harmonisatie van arbeidsvoorwaarden, 2003, p Verschillende auteurs hebben geprobeerd hiervoor een oplossing te bedenken, maar ook daarin is geen bestendige lijn te ontdekken. Zo heeft De Wit betoogd dat pas na tien jaar sprake kan zijn van een verworven recht 22, terwijl Van Slooten heeft betoogd dat het redelijk is om een verworven recht al na drie jaar aan te nemen. 23 Jellinghaus heeft daarentegen betoogd dat na vijf jaar de bewijslast ten aanzien van het al dan niet bestaan van een verworven recht op de werkgever komt te rusten. 24 Geen van deze aangedragen oplossingen zijn in de rechtspraak overgenomen. Dat is ook weer niet zo vreemd, want net als bij rechtsverwerking is het enkele tijdsverloop onvoldoende om een verworven recht te kunnen aannemen. Alle feiten en omstandigheden zijn daarbij van belang, vooral de wijze waarop de werkgever zich in het verleden heeft gedragen bij het al dan niet toekennen van de bonus of andere variabele beloning. Zo werd een bonus die gedurende tien jaar (elk jaar) werd toegekend niet gekwalificeerd als een verworven recht, omdat steeds in de Het is onduidelijk wanneer een verworven recht ontstaat, omdat het omslagpunt lastig is te bepalen toekenningsbrieven was opgenomen dat de bonusuitkering een eenmalige blijk van waardering was die geen periodiek karakter had. 25 Een bonus op basis van een vast percentage van de nettowinst werd ook niet aangenomen, omdat de werkgever dat percentage nooit aan de werknemer had gecommuniceerd en hij het percentage steeds jaarlijks eenzijdig had vastgesteld. 26 Daarentegen werd een winstuitkering wel als een verworven recht beschouwd, omdat de werkgever de winstuitkering de afgelopen elf jaar had uitgekeerd, ook bij een slecht bedrijfsresultaat. 27 Een eenmalige winstuitkering bij een slecht bedrijfsresultaat is onvoldoende. 28 Het moet dus gaan om een herhaaldelijke gedraging van de werkgever. Ook werden optierechten die ruim tien jaar lang waren toegekend zonder dat duidelijk werd gemaakt dat het een discretionaire optieregeling betrof, als een verworven recht aangemerkt. 29 Daarbij werd geoordeeld dat onduidelijkheden over de aard van de optieregeling (discretionair of arbeidsvoorwaarde) in beginsel in de risicosfeer van de werkgever ligt. 22 M.A.C. de Wit, Het goed werkgeverschap als intermediair van normen in het arbeidsrecht, Kluwer 1999, p Van Slooten 1999, p Jellinghaus 2003, p Hof s-hertogenbosch 19 februari 2013, «JAR» 2013/ Hof s-gravenhage 18 juni 2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:2065 en HR 27 juni 2014, «JAR» 2014/ Ktr. Amersfoort 20 mei 2009, «JAR» 2009, Gerechtshof Amsterdam 9 november 2010, «JAR» 2011/ Ktr. Amsterdam 11 maart 1999, «JAR» 2000/1. TIJDSCHRIFT ARBEIDSRECHTPRAKTIJK NUMMER 8, NOVEMBER 2014 / SDU UITGEVERS 415

5 5. Tweede stap: mag de werkgever een beroep doen op zijn discretionaire bevoegdheid en/of de gestelde voorwaarden? Goed werkgeverschap bij beroep op discretionaire bevoegdheid Indien moet worden geconcludeerd dat de werkgever (nog steeds) een discretionaire bevoegdheid heeft om de werknemer een bonus of andere variabele beloning al dan niet toe te kennen, dan rijst de vraag in hoeverre de werkgever van die bevoegdheid gebruik mag maken. Bij de beantwoording van deze vraag spelen het goed werkgeverschap ex art. 7:611 BW en de redelijkheid en billijkheid ex art. 6:248 BW een doorslaggevende rol. Hierbij gaat het om de wijze waarop de werkgever besluiten neemt waarmee de belangen van de werknemer rechtstreeks zijn gemoeid. Deze besluiten kunnen worden getoetst aan beginselen die te vergelijken zijn met de beginselen uit het bestuursrecht. Heerma van Voss heeft in dat kader de volgende beginselen van goed werkgeverschap Uit de jurisprudentie blijkt dat de besluiten van werkgevers om met een beroep op een discretionaire bevoegdheid geen bonus of andere variabele beloning toe te kennen aan deze beginselen worden getoetst geformuleerd: zorgvuldigheidsbeginsel (onderzoeksplicht, hoor en wederhoor), zuiverheid van oogmerk (uitoefenen van bevoegdheden overeenkomstig het doel), motiveringsbeginsel (daadkrachtige motivering, opgave van redenen en juiste grondslag), vertrouwensbeginsel (opgewekte verwachtingen mogen niet worden beschaamd), evenredigheidsbeginsel (nadelige gevolgen voor de werknemer mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot het doel) en gelijkheidsbeginsel (gelijke gevallen moeten gelijk worden behandeld). 30 Uit de jurisprudentie blijkt dat de besluiten van werkgevers om met een beroep op een discretionaire bevoegdheid geen bonus of andere variabele beloning toe te kennen aan deze beginselen worden getoetst. Hierna volgen enkele voorbeelden. Zuiverheid van oogmerk: Een werkgever kan ondanks zijn discretionaire bevoegdheid gehouden zijn tot betaling van een bonus, indien hij de werknemer bij voorbaat de kans ontneemt om voor die bonus in aanmerking te komen. Zo had een statutair bestuurder die plotseling werd uitgesloten van deelname aan de bonusregeling toch recht op een bonus, omdat de werkgever door hem van deelname uit te sluiten vooruit was gelopen op een ontslag. 31 In deze zaak werd overigens ook geoordeeld dat een statutair bestuurder geen aanspraak maakt op een prestatiegerelateerde bonus gedurende de opzegtermijn van één jaar, omdat die 30 G.J.J. Heerma van Voss, De dynamiek van het goedwerkgeverschap, TRA 2011/ Hof s-hertogenbosch, ECLI:NL:GHSHE:2014:2236. opzegtermijn als afvloeiingsregeling werd gekwalificeerd en de statutair bestuurder gedurende die periode geen werkzaamheden hoefde te verrichten. Motiveringsbeginsel / vertrouwensbeginsel: Indien jarenlang een bonus wordt uitgekeerd, is de werkgever gehouden om eventuele wijzigingen in die praktijk op goede gronden en in redelijkheid aan te brengen. 32 Dit besluit moet de werkgever bovendien voldoende motiveren. Indien dertien jaar lang een bonus ter hoogte van ongeveer één maandsalaris wordt toegekend en vervolgens een veel lagere bonus wordt toegekend, dan kan de werkgever dat besluit niet motiveren met de enkele stelling dat hij zijn bonusbeleid wenst te structureren. Het goed werkgeverschap verzet zich ook tegen het zonder enige onderbouwing of uitleg toekennen van een ten opzichte van de voorgaande jaren substantieel lagere bonus die ook nog eens het laagste is van het voltallige personeel. 33 Evenredigheidsbeginsel: Voorts kan van belang zijn in hoeverre de werkgever de nadelige gevolgen van een weigering van een discretionaire bonus voor de werknemer wegneemt. Zo mocht de werkgever een tijdelijke en discretionaire toeslag voor het verrichten van extra werkzaamheden op grond van het goed werkgeverschap niet zonder een afbouwregeling beëindigen, ondanks dat er geen sprake was van een arbeidsvoorwaarde dan wel verkregen recht. 34 Gelijkheidsbeginsel: Tot slot dient de werkgever gelijke gevallen gelijk te behandelen. De werknemer die in verband met de slechte financiële situatie van de werkgever geen bonus had ontvangen, stelde zich op het standpunt dat de werkgever in strijd had gehandeld met het gelijkheidsbeginsel omdat collega s wel een bonus hadden ontvangen. 35 Dit standpunt werd niet gevolgd. Gezien de slechte financiële situatie van de werkgever was het namelijk niet onbegrijpelijk dat de werkgever enkele werknemers had beloond die uitzonderlijk hadden gepresteerd. Hierdoor was geen sprake van gelijke gevallen. Ook de toekenning van een bonus aan een collega met financiële problemen was niet ontoelaatbaar, want ook die situatie was voldoende onderscheidend. Het weigeren van een discretionaire kersten paasgratificatie wegens een slechte financiële situatie, terwijl die gratificatie wel was toegekend aan collega s voor wie de gratificatie een arbeidsvoorwaarde was, werd ook niet in strijd met het goed werkgeverschap geacht. 36 Deze collega s betaalden namelijk meer pensioenpremie en daarom was van gelijke gevallen geen sprake. Goed werkgeverschap bij beroep op voorwaarden In geval van een voorwaardelijke discretionaire bonus 32 Ktr. Amsterdam 30 juli 1998, «JAR» 1998/ Rb. Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2014: Ktr. Nijmegen, ECLI:NL:RBARN:2009:BI1187. Zie ook Ktr. Breda 16 februari 1994, «JAR» 1995/3, waarin werd geoordeeld dat de werkgever niet zonder afbouwregeling mocht stoppen met het vergoeden van het werknemersdeel van de pensioenpremie. 35 Rb. Amsterdam, ECLI:NL:RBAMS:2013: Ktr. Dordrecht 19 augustus 2010, «JAR» 2011/ SDU UITGEVERS / NUMMER 8, NOVEMBER 2014 TIJDSCHRIFT ARBEIDSRECHTPRAKTIJK

6 DE DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID VAN DE WERKGEVER BIJ DE WEIGERING VAN BONUSSEN OF ANDERE VARIABELE BELONINGEN of andere variabele beloning dient ook op basis van het goed werkgeverschap en de redelijkheid en billijkheid te worden beoordeeld of de werkgever zich op de gestelde voorwaarden kan beroepen. Een werkgever mag voorwaarden stellen aan de toekenning van een discretionaire bonus, zoals de voorwaarde dat de werknemer op het moment van betaling nog in dienst is. 37 Deze voorwaarde kan overigens worden vergeleken met een optievervalbeding, die kan worden getoetst aan de redelijkheid en billijkheid ex art. 6:248 lid 2 BW (wat dus wel een strengere toets is dan het goed werkgeverschap ex art. 7:611 BW). 38 De door de werkgever gestelde voorwaarde moet wel bij de werknemer bekend zijn, wil de werkgever deze kunnen inroepen. 39 In het arrest van Hof Amsterdam van 6 mei 2014 was daaraan voldaan. De voorwaarde dat de werknemer dat jaar geen ontslag mocht nemen, was namelijk uitdrukkelijk opgenomen in de toekenningsbrief. Uit dit arrest blijkt dat wanneer een werkgever voorwaarden stelt, hij ook bij het inroepen van die voorwaarden is gebonden aan het goed werkgeverschap. In dat kader was volgens Hof Amsterdam onder andere van belang dat de voorwaarde binnen de organisatie gebruikelijk was en bovendien een redelijk doel diende. 40 Indien een werkgever voorwaarden stelt aan een discretionaire bonus, dan zal hij op grond van het goed werkgeverschap ook moeten onderzoeken of al dan niet aan die voorwaarden is voldaan. Een werkgever die als voorwaarde voor het verkrijgen van een bonus stelt dat de werknemer na beëindiging van het dienstverband niet bij een concurrent in dienst mag treden, moet natuurlijk wel onderzoeken of de werknemer wel bij een concurrent in dienst was getreden. 41 Voorts is van belang, dat de werkgever die een bonus of andere variabele beloning koppelt aan bepaalde voorwaarden of targets op grond van het goed werkgeverschap is gehouden tot betaling indien hij nalaat die voorwaarden of targets concreet in te vullen. Het achterwege laten van een invulling van de gestelde voorwaarden of targets komt immers voor rekening van de werkgever. 42 Een werknemer kan er echter ook voor kiezen om in zo n geval een schadevergoeding wegens wanprestatie ex art. 6:74 BW te vorderen, in plaats van een beroep te doen op het goed werkgeverschap. 43 Volle of marginale toetsing? De verplichting van een werkgever om zich te gedragen als goed werkgever dient volgens de Hoge Raad in volle omvang te worden getoetst. 44 Hoewel het in dat arrest niet ging om een discretionaire bevoegdheid van de werkgever 37 Gerechtshof Amsterdam 19 februari 2004, «JAR» 2004/81 en Rb. Amsterdam 21 oktober 2011, ECLI:NL:RBAMS:2011:BU HR 12 juni 1998, «JAR» 1998/ Gerechtshof Amsterdam, ECLI:NL:GHAMS:2013: Zie voor een vergelijkbaar oordeel Rb. Amsterdam 21 oktober 2011, ECLI:NL:RBAMS:2011:BU Gerechtshof Amsterdam, ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ Hof s-hertogenbosch, ECLI:NL:GHSHE:2014: Hof s-gravenhage, ECLI:NL:GHDHA:2014: HR 1 juli 1993, «JAR» 1993/195. bij de toekenning van een bonus of andere variabele beloning kan het arrest daarop naar onze mening wel van toepassing zijn. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de toets op basis van goed werkgeverschap volledig dient plaats te vinden, waarbij wel rekening moet worden gehouden met alle omstandigheden van het geval en met de beoordelingsvrijheid van de werkgever. Dit betekent naar onze mening dat besluiten van werkgevers om met een beroep op een discretionaire bevoegdheid geen bonus of andere variabele beloning toe te kennen, ook vol dienen te worden getoetst. Dit voorkomt dat weliswaar goed gemotiveerde maar verder onredelijke beloningsbesluiten de toets kunnen doorstaan. Verburg ziet dat anders. 45 Volgens hem is de invulling die de werkgever geeft aan zijn discretionaire bevoegdheid voor de rechter slechts marginaal toetsbaar, afhankelijk van de feiten en omstandigheden (zoals de gemaakte afspraken, bestaand beleid, communicatie vooraf over wijzigingen daarin en de modus operandi ten aanzien van andere gerechtigden onder hetzelfde bonusplan). Wanneer naar de rechtspraak wordt gekeken, valt op dat een weigering van een bonus of andere variabele beloning met een beroep op een discretionaire bevoegdheid minder snel lijkt te zijn geoorloofd wanneer er voor de werknemer van tevoren duidelijke voorwaarden of targets zijn bepaald om voor die beloning in aanmerking te komen en de werknemer aan die voorwaarden of targets heeft voldaan. Dit volgt allereerst uit een uitspraak van de Kantonrechter Utrecht van 5 maart Op grond van een met de cao-partijen overeengekomen reglement stond het de werkgever vrij de hoogte van de variabele beloning neerwaarts aan te passen indien ongewijzigde toekenning zich niet zou verenigen met de financiële toestand van de onderneming. In hetzelfde reglement was ook bepaald dat de variabele beloning uitsluitend uitgekeerd werd indien was voldaan aan bepaalde bedrijfseconomische criteria (zoals solvabiliteit). De werkgever had de hoogte van de variabele beloning met een beroep op het reglement neerwaarts aangepast tot nihil, omdat op dat moment niet aan alle criteria was voldaan. Korte tijd daarna was echter wel aan alle criteria voldaan, reden waarom de werknemers betaling van de variabele beloning vorderden. De kantonrechter heeft de regeling uitgelegd als een alles of niets -benadering, in die zin dat is bepaald dat de variabele beloning uitsluitend uitgekeerd wordt indien aan alle criteria is voldaan. Er bestaat daarom alleen dan geen recht op uitbetaling van de variabele beloning indien als gevolg van die uitbetaling niet meer aan de criteria zou worden voldaan. Nu daarvan niet was gebleken, hadden de werknemers recht op de variabele beloning. In dit kader wordt ook verwezen naar het arrest van Hof s-hertogenbosch van 18 februari 2014, waarin werd geoordeeld dat, wanneer aan de gestelde voorwaarden is voldaan (in casu voldoende functioneren), er sprake moet zijn van bijkomende omstandigheden, zoals recent wangedrag van de werknemer, wil de werkgever zich 45 Verburg, Ktr. Utrecht, ECLI:NL:RBMNE:2014:866. TIJDSCHRIFT ARBEIDSRECHTPRAKTIJK NUMMER 8, NOVEMBER 2014 / SDU UITGEVERS 417

7 met succes op het standpunt stellen dat hij de bonus niet hoeft te voldoen. Een prestatiegerelateerde discretionaire bonus mocht worden geweigerd wegens het herhaaldelijk overtreden van het bedrijfsbeleid door de werknemer. 47 Dergelijke bijkomende omstandigheden kunnen ook bestaan uit een slechte financiële situatie. Zo mocht de werkgever met een beroep op zijn discretionaire bevoegdheid een bonus weigeren aan de werknemer die zijn targets had gehaald, omdat de werkgever aan de hand van financiële stukken had aangetoond dat de onderneming op omvallen stond. 48 Uit deze rechtspraak kan naar onze mening worden afgeleid dat wanneer een werkgever een aantal voorwaarden of targets stelt aan de discretionaire beloning, dit leidt tot een vollere toets van het goed werkgeverschap en dus tot een mindere discretionaire bevoegdheid. Dat betekent dat in geval van een volledige discretionaire beloning (dat wil zeggen een beloning zonder enige voorwaarden of targets) een minder volle toetst plaatsvindt, waardoor de werkgever een grotere vrijheid heeft zelf invulling aan de (hoogte van de) beloning te geven. De vraag is of dit wel in overeenstemming is met het oordeel van de Hoge Raad, dat de verplichting van een werkgever om zich te gedragen als goed werkgever in volle omvang dient te worden getoetst. Wij menen van wel, omdat de Hoge Raad heeft geoordeeld dat art. 7:611 BW weliswaar vol moet worden getoetst, maar er rekening kan worden gehouden met alle omstandigheden van het geval en met de beoordelingsvrijheid van de werkgever. Zo absoluut is de volle toetsing dan ook weer niet. 6. Afsluiting Uit het vorenstaande blijkt dat een werknemer meerdere mogelijkheden heeft om bij de weigering van een volledige of voorwaardelijke bonus of andere variabele beloning nakoming te vorderen. Hij kan allereerst stellen dat er geen sprake (meer) is van een discretionaire bevoegdheid van de werkgever en dat hij op die grond aanspraak maakt op de maximale bescherming die de wet biedt met betrekking tot arbeidsvoorwaarden. Indien dat standpunt geen stand houdt, kan de werknemer stellen dat de weigering van de discretionaire beloning of het inroepen van de gestelde voorwaarden aan de beloning in strijd is met het goed werkgeverschap en de redelijkheid en billijkheid. Dit betekent dat de werkgever zijn zaken op twee onderdelen op orde moet hebben, wil hij zijn vrijheid behouden om een werknemer al dan niet een bonus of andere variabele beloning toe te kennen. Indien de werkgever een zo groot mogelijke vrijheid wenst met betrekking tot het toekennen van een variabele beloning, dan verdient het aanbeveling in een schriftelijke regeling op te nemen dat de werkgever daarbij een volledige discretionaire bevoegdheid heeft, zonder dat voorwaarden of targets aan de toekenning worden gesteld. Voorts verdient het aanbeveling dat de werkgever steeds wanneer de beloning wordt uitgekeerd in een begeleidend schrijven opneemt dat geen toekomstige aanspraak bestaat op de beloning. Tot slot zal de werkgever bij een weigering van een volledige discretionaire bonus of andere variabele beloning steeds voor ogen moeten houden dat hij zich als een goed werkgever gedraagt, waarbij hij zich dient te laten leiden door de beginselen van goed werkgeverschap. De werkgever die een maximale vrijheid wenst met betrekking tot de toekenning van de variabele beloning dient zich wel te realiseren dat het effect van een variabele beloning (het stimuleren van bepaald gewenst gedrag) mogelijk minder is wanneer er helemaal geen voorwaarden of targets worden gesteld. Indien de werkgever voorwaarden wil stellen aan een discretionaire bonus of andere variabele beloning, dan dienen die voorwaarden voor de werknemer kenbaar te zijn. Daarnaast dient de werkgever de gestelde voorwaarden of targets concreet in te vullen. Voorts is van belang, dat de werkgever de beloning alleen uitkeert indien ook daadwerkelijk aan de gestelde voorwaarden is voldaan, uiteraard om zo veel mogelijk te voorkomen dat de werknemer zich met succes kan beroepen op het ontstaan van een verworven recht. De werkgever die voorwaarden stelt aan een discretionaire bonus of andere variabele beloning moet zich wel realiseren dat hij daardoor een kleinere discretionaire bevoegdheid heeft bij het al dan niet toekennen daarvan. Indien een bonus bijvoorbeeld wordt toegekend in geval van een positief bedrijfsresultaat en goed functioneren en aan die criteria is voldaan, dan zal de bonus op grond van het goed werkgeverschap niet meer kunnen worden geweigerd. Dat zal alleen anders zijn in geval van bijkomende omstandigheden, zoals ernstige misdragingen van de werknemer of een onvoorziene toekomstige winstdaling. Onder alle omstandigheden dient een werkgever zich echter te realiseren dat een absolute discretionaire bevoegdheid bij het al dan niet toekennen van een bonus of andere variabele beloning niet bestaat. Over de auteurs Mr. M.J. Keuss is advocaat bij Lexence advocaten & notarissen te Amsterdam. Mr. E.I. Bouma is advocaat bij Lexence advocaten & notarissen te Amsterdam. 47 Gerechtshof Amsterdam, ECLI:NL:GHAMS:2005:AV Ktr. Amsterdam, ECLI:NL:RBAMS:2013: SDU UITGEVERS / NUMMER 8, NOVEMBER 2014 TIJDSCHRIFT ARBEIDSRECHTPRAKTIJK

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover.

De goede werkgever. G.J.J. Heerma van Voss Leiden Vereniging voor arbeidsrecht - 26 mei 2011. Leiden University. The university to discover. Programma 13.30 uur ontvangst 14.00 uur opening prof. mr. W. (Willem) Bouwens 14.05 uur prof. mr. E. (Evert) Verhulp 14.15 uur prof. mr. G. (Guus) Heerma van Voss 15.00 uur stellingen 15.30 uur pauze 16.00

Nadere informatie

FHI HRM Actualiteitenseminar. 4 november 2009. Michiel van Dijk

FHI HRM Actualiteitenseminar. 4 november 2009. Michiel van Dijk FHI HRM Actualiteitenseminar 4 november 2009 Michiel van Dijk Actualiteiten Arbeidsrecht (ofwel: show me the money ) Kick off: twee belangrijke actualiteiten Kennelijk onredelijke ontslagen (k.o.o.): ABC

Nadere informatie

Nieuwsbrief juli 2013

Nieuwsbrief juli 2013 Nieuwsbrief juli 2013 Inhoud: Concurrentiebeding: geldigheid en uitleg Finale kwijting en fraude: valt het er wel of niet onder? Loonbetaling: wijzigen en stopzetten Oproepkrachten Wijziging Wet op de

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht Februari 2019 Jaargang 3, nummer 2 NIEUWSBRIEF Artikelen Werkgever verplicht tot opzegging slapend dienstverband met transitievergoeding WAB aangenomen door Tweede Kamer Vaststelling hoogte billijke vergoeding

Nadere informatie

Concurrentiebeding - werkgevers

Concurrentiebeding - werkgevers Concurrentiebeding - werkgevers Waarom een concurrentiebeding opnemen? Met een concurrentiebeding wordt een werknemer beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de arbeidsovereenkomst op zekere wijze

Nadere informatie

De bonus. Behoort de bonus een verworven recht te zijn voor de werknemer?

De bonus. Behoort de bonus een verworven recht te zijn voor de werknemer? De bonus Behoort de bonus een verworven recht te zijn voor de werknemer? Student: R.A. Wiebring Studentnummer: 040313 Afstudeerrichting: Arbeidsrecht Scriptiebegeleider: mevrouw mr. R.D. de Boer Oktober

Nadere informatie

Jurisprudentie Arbeidsrecht. Maandag 21 december 2015 Mr. K.J. Hillebrandt Palthe Oberman Advocaten

Jurisprudentie Arbeidsrecht. Maandag 21 december 2015 Mr. K.J. Hillebrandt Palthe Oberman Advocaten Jurisprudentie Arbeidsrecht Maandag 21 december 2015 Mr. K.J. Hillebrandt Palthe Oberman Advocaten Onderwerpen - Introductie - Jurisprudentie WWZ - Overige relevante jurisprudentie Jurisprudentie WWZ -

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat

Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat Een arbeidsovereenkomst of een zzp-er? Carl Luijken, pensioenfiscalist Armelle Tesson, arbeidsrecht advocaat 1 Onderscheid tussen werknemer en andere vormen van beschikbaar stellen van arbeid: Fiscale

Nadere informatie

Concurrentiebeding - werknemers

Concurrentiebeding - werknemers Concurrentiebeding - werknemers Wat is een concurrentiebeding? Een werkgever kan er groot belang bij hebben dat bepaalde werknemers niet bij een (directe) concurrent of als zelfstandige gaan werken. Dit

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure 1 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 162, d.d. 6 juli 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, prof. mr. drs. M.L. Hendrikse en mr. B.F. Keulen) Samenvatting Betalingsbeschermingsverzekering.

Nadere informatie

Loondoorbetaling na 104 weken ziekte

Loondoorbetaling na 104 weken ziekte Loondoorbetaling na 104 weken ziekte Brief minister Donner Datum 2 februari 2010 Bij brief van 2 juli jl. heeft u gereageerd op mijn brief van 19 december 2008. Uw reactie heeft u inmiddels ook bij brief

Nadere informatie

Ontslag na doorstart faillissement

Ontslag na doorstart faillissement Ontslag na doorstart faillissement december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden

Nadere informatie

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2006 1 Remuneratiecommissie De Raad van Commissarissen kent geen aparte remuneratiecommissie, omdat de Raad uit vier leden bestaat en de

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:196

ECLI:NL:CRVB:2015:196 ECLI:NL:CRVB:2015:196 Instantie Datum uitspraak 28-01-2015 Datum publicatie 29-01-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-2118 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 818 Wijziging van verschillende wetten in verband met de hervorming van het ontslagrecht, wijziging van de rechtspositie van flexwerkers en

Nadere informatie

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2008 1

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2008 1 Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2008 1 Remuneratiecommissie De Raad van Commissarissen kent geen aparte remuneratiecommissie, omdat de Raad uit vier leden bestaat en de

Nadere informatie

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2010

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2010 Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2010 Actualiteiten Arbeidsrecht Actualiteiten arbeidsrecht Ontwikkelingen ontslagvergoeding Overgang van onderneming (ovo) Actualiteiten 16 Ontwikkelingen

Nadere informatie

meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam &

meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & De 10 meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & Colofon De Gier Stam & Advocaten Lucasbolwerk 6 Postbus 815 3500 AV UTRECHT t: (030)

Nadere informatie

2. Conclusie Op grond van al het vorenstaande kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. Wij verzoeken Uw Raad daarom de uitspraak van het Hof te

2. Conclusie Op grond van al het vorenstaande kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. Wij verzoeken Uw Raad daarom de uitspraak van het Hof te i. Cassatiemiddelen l.i. Eerste middel Schending van het Nederlandse recht, met name van artikel 27, lid 5, Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: de Wet) (tekst tot en met 1996), van artikel 13a, lid 1,

Nadere informatie

Webinar Arbeidsrecht Jurisprudentie (procesrecht) Academie voor de Rechtspraktijk mr. P.J. Jansen 6 maart 2015

Webinar Arbeidsrecht Jurisprudentie (procesrecht) Academie voor de Rechtspraktijk mr. P.J. Jansen 6 maart 2015 Webinar Arbeidsrecht Jurisprudentie (procesrecht) Academie voor de Rechtspraktijk mr. P.J. Jansen 6 maart 2015 Bewijslastverdeling o.s.v. (I) Hof Arnhem-Leeuwarden 1 april 2014, ECLI:NL: HARL:2014:2600:

Nadere informatie

Inlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht?

Inlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht? Auteur: Michelle Maaijen a r b e i d s r e c h t Inlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht? De onderneming die uitzendkrachten inleent (inlener), kan op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk

Nadere informatie

mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten

mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten mr. H.H. Kelderhuis advocaat bij Kelderhuis Tempel Advocaten 34 LEERGANG ARBEIDSRECHT DE ARTIKELEN NADELIGE GEVOLGEN VAN DE WWZ VOOR OPVOLGEND WERKGEVERSCHAP BIJ DOORSTART NA FAILLISSEMENT Met de inwerkingtreding

Nadere informatie

Datum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014

Datum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014 > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T

Nadere informatie

Knowledge Portal. ArbeidsRecht 2014/13. Aflevering ArbeidsRecht 2014, afl. 2 Publicatiedatum 10-01-2014 Auteur Mevr. mr. J.F.

Knowledge Portal. ArbeidsRecht 2014/13. Aflevering ArbeidsRecht 2014, afl. 2 Publicatiedatum 10-01-2014 Auteur Mevr. mr. J.F. Page 1 of 5 Knowledge Portal ArbeidsRecht 2014/13 Aflevering ArbeidsRecht 2014, afl. 2 Publicatiedatum 10-01-2014 Auteur Mevr. mr. J.F. Noordzij [1] Titel Is de economische crisis een grond voor eenzijdige

Nadere informatie

Vereniging voor Arbeidsrecht

Vereniging voor Arbeidsrecht Vereniging voor Arbeidsrecht 7 maart 2013 Prof. dr. R.M. Beltzer 1 2 Een uitstervend ras? Te behandelen! 1. Het probleem: de krimpende markt en concurrentie 2. Iedereen een arbeidsovereenkomst? De elementen

Nadere informatie

Casus 4 Een dagje ouder

Casus 4 Een dagje ouder Casus 4 Een dagje ouder CAO s zijn overeenkomsten en hebben daardoor een bepaalde looptijd. Houdt hun werking op als de tijd verstreken is en CAOpartijen (nog) geen nieuwe CAO hebben kunnen afsluiten?

Nadere informatie

www.vandiepen.com Martin de Jong 24 september 2009

www.vandiepen.com Martin de Jong 24 september 2009 www.vandiepen.com Martin de Jong 24 september 2009 Arbeidsrechtelijke gevolgen Verhoging inzetbaarheid Employability en ontslag Van Baanzekerheid naar werkzekerheid Wetsvoorstel Donner / Advies Commissie

Nadere informatie

een bad hair day? De Billijke vergoeding:

een bad hair day? De Billijke vergoeding: 1. Toekenningsgronden voor de billijke vergoeding 2. Begroting billijke vergoeding na invoering WWZ 3. New-Hairstyle arrest 4. Lagere rechtspraak na New-Hairstyle 5. Conclusie De Billijke vergoeding: een

Nadere informatie

PENSIOEN IN HET ARBEIDSRECHT. Wim Thijssen. Pensioenadvocaten.nl en VU Expertisecentrum Pensioenrecht

PENSIOEN IN HET ARBEIDSRECHT. Wim Thijssen. Pensioenadvocaten.nl en VU Expertisecentrum Pensioenrecht PENSIOEN IN HET ARBEIDSRECHT Wim Thijssen Pensioenadvocaten.nl en VU Expertisecentrum Pensioenrecht Pijplijnproblematiek Arbeidsongeschiktheid Rechtbank Amsterdam 2 september 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:9387

Nadere informatie

Inleiding in het ontslagrecht

Inleiding in het ontslagrecht I Inleiding in het ontslagrecht Het Nederlandse ontslagrecht kent vier wijzen waarop een arbeidsovereenkomst kan eindigen. De eerste en meest voorkomende wijze van beëindiging is de beëindiging met wederzijds

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT

GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT E.I. Bouma 1 Inleiding In de praktijk komt het regelmatig voor dat de werkgever de kantonrechter verzoekt

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

Ik wens u veel personeel!

Ik wens u veel personeel! Ik wens u veel personeel! advocaten voor intermediairs Mr. Robin van Beem Mr. Coen Fledderus T +31 (0)70 737 0095 T +31 (0)70 737 0095 E robin@polisadvocaten.nl E coen@polisadvocaten.nl I www.polisadvocaten.nl

Nadere informatie

Bijlage 1 Jurisprudentieonderzoek in het kader van de evaluatie Wet arbeid en zorg

Bijlage 1 Jurisprudentieonderzoek in het kader van de evaluatie Wet arbeid en zorg Bijlage 1 Jurisprudentieonderzoek in het kader van de evaluatie Wet arbeid en zorg 1. Inleiding In deze notitie wordt de jurisprudentie over de Wet arbeid en zorg besproken. In deze per 1 december 2001

Nadere informatie

Drie opties Aan extern expert Absolute Advocaten is gevraagd om de opties in een juridisch kader te schetsen. Er blijken drie opties mogelijk:

Drie opties Aan extern expert Absolute Advocaten is gevraagd om de opties in een juridisch kader te schetsen. Er blijken drie opties mogelijk: BESTUUR Hertog Aalbrechtweg 32-1823 DL ALKMAAR Postbus 9150-1800 GD ALKMAAR Telefoon: (072) 567 88 90 Fax: (072) 50 37 102 Email: j.g.goet@wnk.nl Website: www.wnk.nl Alkmaar, 13 september 2018 Onderwerp:

Nadere informatie

Het Concurrentiebeding

Het Concurrentiebeding meest gestelde vragen over Het Concurrentiebeding De Gier Stam & De 10 meest gestelde vragen over Het Concurrentiebeding De Gier Stam & Colofon De Gier Stam & Advocaten Lucasbolwerk 6 Postbus 815 3500

Nadere informatie

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015 VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-09 19 10 2015 Beoordeling overeenkomst Algemeen tussenkomst De Belastingdienst heeft, in samenwerking met

Nadere informatie

2. <NAAM OPDRACHTNEMER>), gevestigd te <PLAATS EN POSTCODE> aan de <ADRES>, hierna te noemen: Opdrachtnemer ;

2. <NAAM OPDRACHTNEMER>), gevestigd te <PLAATS EN POSTCODE> aan de <ADRES>, hierna te noemen: Opdrachtnemer ; Partijen: 1. , gevestigd te aan de , rechtsgeldig vertegenwoordigd door , hierna te noemen: Opdrachtgever ; en 2. ), gevestigd

Nadere informatie

Actualiteiten arbeidsrecht. 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag

Actualiteiten arbeidsrecht. 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag Actualiteiten arbeidsrecht 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag Wet Arbeid en Zorg: Ouderschapsverlof Dwingend recht Absoluut recht Voorwaarden: 1. er moet sprake zijn van een werknemer die

Nadere informatie

Accountantskantoor de Bot B.V.

Accountantskantoor de Bot B.V. Gebruikelijk loon voor de DGA, hoe te bepalen? Door de jaren heen zijn er diverse uitspraken door rechters geweest inzake de gebruikelijkloonregeling. Mede door aanpassingen en besluiten van de wetgever

Nadere informatie

Werknemer: degene met wie werkgever een arbeidsovereenkomst is aangegaan en op wie een van de CAO s van AkzoNobel in Nederland van toepassing is

Werknemer: degene met wie werkgever een arbeidsovereenkomst is aangegaan en op wie een van de CAO s van AkzoNobel in Nederland van toepassing is Sociaal Plan AkzoNobel in Nederland 2014-2016 AkzoNobel en vakorganisaties streven naar het behouden van werkgelegenheid bij reorganisaties. Voor die situaties waar behoud van werkgelegenheid onverhoopt

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT

RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT bij stichting Primair Onderwijs Deurne Asten Someren (PRODAS) te Asten Plaats: Utrecht Bestuursnummer: 41223 Onderzoeksnummer: 288822 Onderzoeksperiode: Najaar 2016 Datum

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

Mediation in arbeidsverhoudingen. mw mr. B.M.M. Tijink. VGM Congres Provinciehuis Arnhem 12 april 2013

Mediation in arbeidsverhoudingen. mw mr. B.M.M. Tijink. VGM Congres Provinciehuis Arnhem 12 april 2013 Mediation in arbeidsverhoudingen mw mr. B.M.M. Tijink VGM Congres Provinciehuis Arnhem 12 april 2013 Waar gaat het vandaag over? Onderzoek Situatieve Arbeidsongeschiktheid Verplichtingen werkgever werknemer

Nadere informatie

Jaap van Slooten. Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017

Jaap van Slooten. Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017 Jaap van Slooten Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017 Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? Inleiding Arbeidsrechtelijke bescherming Algemeen vermogensrechtelijke bescherming

Nadere informatie

De remuneratie disclosure is conform artikel 25 van de RBB.

De remuneratie disclosure is conform artikel 25 van de RBB. Remuneratie disclosure 2013 De remuneratie disclosure betreft de remuneratie van de leden van de Raad van Bestuur, de leden van de Raad van Commissarissen en de groep functionarissen die in het nieuwe

Nadere informatie

FHI HRM Actualiteitenseminar 8 november 2007 Mr. Michiel van Dijk

FHI HRM Actualiteitenseminar 8 november 2007 Mr. Michiel van Dijk FHI HRM Actualiteitenseminar 8 november 2007 Mr. Michiel van Dijk ARBEIDSRECHT Actualiteiten: Ontslag Concurrentiebeding Gewijzigde wetgeving/rechtspraak 1. Wijziging Werkloosheidswet in relatie tot het

Nadere informatie

WNT - De topfunctionaris en zijn ontslag Damiën Berkhout (Stibbe)

WNT - De topfunctionaris en zijn ontslag Damiën Berkhout (Stibbe) WNT - De topfunctionaris en zijn ontslag Damiën Berkhout (Stibbe) Inleiding 1. Essentie van de WNT regels 2. Evaluatie van de WNT regels 3. Een voorstel tot aanpak 4. De toekomst en stellingen 1. De wettelijke

Nadere informatie

Voorwaarden. WIA AO minder dan 35%-werkgever Inkomensverzekeringen FGD-A

Voorwaarden. WIA AO minder dan 35%-werkgever Inkomensverzekeringen FGD-A Voorwaarden WIA AO minder dan 35%-werkgever Inkomensverzekeringen FGD-A 2017-1 Inhoudsopgave Algemene voorwaarden 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen 3 Artikel 2 De grondslag van uw verzekering WIA AO minder

Nadere informatie

Casus 17 Pesten op het werk

Casus 17 Pesten op het werk Casus 17 Pesten op het werk Werknemers worden op de werkvloer regelmatig gepest door collega s en door hun chefs, blijkt uit recente publicaties. Soms raken die werknemers door dat pesten zo overspannen,

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:1273

ECLI:NL:CRVB:2016:1273 ECLI:NL:CRVB:2016:1273 Instantie Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/5380 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

«**«<*«rtr wn P: 2/7. mei 2018 heb ik de eer het volgende opte. Vooraf. TOta»^ «" t(jn dbmveiplicjg' Z* T* Middel. n met 31 december 2014.

«**«<*«rtr wn P: 2/7. mei 2018 heb ik de eer het volgende opte. Vooraf. TOta»^ « t(jn dbmveiplicjg' Z* T* Middel. n met 31 december 2014. P: 2/7 8 JUNI 2018 Kenmerk: 2018-0000092206 ** **va ^G^^7ms^T(l,(ro,nUm'n5r 18/M91S) te8w fle A Z nr- 16/00543, inzake Mteaïl V8n 20 maart 2018, «**«

Nadere informatie

Remuneratierapport 2014

Remuneratierapport 2014 Remuneratierapport 2014 Het doel van dit remuneratierapport is om het remuneratiebeleid van de Raad van Commissarissen van DPA inzake de bezoldiging van de Raad van Bestuur van DPA, alsmede de uitvoering

Nadere informatie

DRIELUIK AANPASSING BEZOLDIGINGSBELEID RAAD VAN BESTUUR ORDINA N.V.

DRIELUIK AANPASSING BEZOLDIGINGSBELEID RAAD VAN BESTUUR ORDINA N.V. DRIELUIK AANPASSING BEZOLDIGINGSBELEID RAAD VAN BESTUUR ORDINA N.V. Inhoudelijke wijzigingen Art.nr. HUIDIGE TEKST VOORGESTELDE TEKST TOELICHTING 6 Er dient een evenwichtige balans te bestaan tussen vaste

Nadere informatie

Online Seminar Arbeidsrecht. mr. A.J.D. Bekius 4 april 2017

Online Seminar Arbeidsrecht. mr. A.J.D. Bekius 4 april 2017 Online Seminar Arbeidsrecht mr. A.J.D. Bekius 4 april 2017 Inhoudsopgave 1. Schriftelijkheidsvereiste ook voor relatiebeding 2. Jurisprudentie: a. Mag werkgever hoofddoek verbieden? b. Herplaatsing binnen

Nadere informatie

Remuneratierapport 2013 DPA Group N.V.

Remuneratierapport 2013 DPA Group N.V. Remuneratierapport 2013 DPA Group N.V. Remuneratierapport 2013 Het doel van dit remuneratierapport is om het remuneratiebeleid van de Raad van Commissarissen van DPA inzake de bezoldiging van de Raad van

Nadere informatie

Academie voor de Rechtspraktijk Jurisprudentie WWZ. Eugenie Nunes 9 november 2015

Academie voor de Rechtspraktijk Jurisprudentie WWZ. Eugenie Nunes 9 november 2015 Academie voor de Rechtspraktijk Jurisprudentie WWZ Eugenie Nunes 9 november 2015 Aanzegging Aanzegging einde / voortzetting tijdelijke arbeidsovereenkomst 6 maanden: > Kantonrechter Amsterdam 10 juni 2015

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2016:661

ECLI:NL:RBLIM:2016:661 ECLI:NL:RBLIM:2016:661 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer 4683113/AZ/15341 27012016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

Stamrecht: veel gestelde vragen. De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Stamrecht: veel gestelde vragen. De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten. Stamrecht Stamrecht: veel gestelde vragen De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten. De toepassing van stamrechtvrijstelling, zoals opgenomen

Nadere informatie

Nomen est omen? De grabbelton van art. 7:681 BW (oud) Rutten/Breed NJ 2010/494: rechtszekerheid door motivering:

Nomen est omen? De grabbelton van art. 7:681 BW (oud) Rutten/Breed NJ 2010/494: rechtszekerheid door motivering: Nomen est omen? De grabbelton van art. 7:681 BW (oud) Rutten/Breed NJ 2010/494: rechtszekerheid door motivering: Geen XYZ-formule, want de voorspelbaarheid "staat of valt" niet met zo'n formule: "zij neemt

Nadere informatie

2. <NAAM OPDRACHTNEMER>), gevestigd te <PLAATS EN POSTCODE> aan de <ADRES>, hierna te noemen: Opdrachtnemer ;

2. <NAAM OPDRACHTNEMER>), gevestigd te <PLAATS EN POSTCODE> aan de <ADRES>, hierna te noemen: Opdrachtnemer ; Partijen: 1. , gevestigd te aan de , rechtsgeldig vertegenwoordigd door , hierna te noemen: Opdrachtgever ; en 2. ), gevestigd

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015 Huwelijksvermogensrecht journaal September 2015 Items Vinger aan de pols: Voorstel van wet 33 987, Literatuur en wetgevingsproces Ongehuwde samenlevers en vermogensregime Ongehuwden en alimentatie Pensioen

Nadere informatie

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-160 d.d. 22 mei 2012 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, prof. mr. M.L.Hendrikse en mr. E.M. Dil-Stork, leden, en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Nadere informatie

Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober uur. Mr A.A.M. Ruys-van Essen

Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober uur. Mr A.A.M. Ruys-van Essen Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober 2015 12.30-13.30 uur Mr A.A.M. Ruys-van Essen Gerechtshof s-hertogenbosch, 24 september 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3736 EERDERE SCHENKINGEN GEEN

Nadere informatie

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015 VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015 Beoordeling overeenkomst Algemeen / geen verplichting tot persoonlijke

Nadere informatie

NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS

NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS De heeft in december 2008 wederom drie interessante arresten gewezen inzake werkgeversaansprakelijkheid voor verkeersletsel

Nadere informatie

Analyse proceskansen. Geachte heer R

Analyse proceskansen. Geachte heer R te Per e-mail Ministerie van Financiën uw ref. - inzake Analyse proceskansen 10 juli 2015 Geachte heer R 1 Inleiding 1.1 Vandaag, op 10 juli 2015, heeft de tweede aandeelhoudersvergadering van de N.V.

Nadere informatie

4 BELONING. 4.1 Beloning en inschaling

4 BELONING. 4.1 Beloning en inschaling 14 4 BELONING 4.1 Beloning en inschaling 4.1.1 Inschaling Artikel 28 1. Het niveau van de functie bij de werkgever wordt bepaald aan de hand van het systeem van functiewaardering dat is overeengekomen

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding proeftijd en concurrentiebeding Antwoord 1 In casu is een arbeidsovereenkomst tussen Gert en Plas tot stand gekomen met een proeftijd van twee maanden. Indien een proeftijd is bedongen conform artikel

Nadere informatie

Beleid methodiek (forfaitaire) schadevergoeding SNCU

Beleid methodiek (forfaitaire) schadevergoeding SNCU Beleid methodiek (forfaitaire) schadevergoeding SNCU Achtergrond Vanaf het najaar 2005 vindt door de SNCU in de uitzendbranche controle plaats op de naleving van de CAO voor Uitzendkrachten en sinds 2009

Nadere informatie

Whitepaper Regeling Compensatie transitievergoeding

Whitepaper Regeling Compensatie transitievergoeding Whitepaper Regeling Compensatie transitievergoeding VeReFi Whitepaper 31 Wet compensatie transitievergoeding - 1 - Inleiding Als een werknemer meer dan 2 jaar ziek is en er geen uitzicht is op herstel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Beëindiging van de arbeidsovereenkomst Beëindiging van de arbeidsovereenkomst Het huidige arbeidsrecht Het arbeidsrecht kent een gesloten stelsel van ontslagrecht. Dit betekent dat een arbeidsovereenkomst alleen op de in de wet geregelde manieren

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

Statutair bestuurder, tevens aandeelhouder kan tegen zijn wil en in strijd met aandeelhoudersovereenkomst ontslagen worden

Statutair bestuurder, tevens aandeelhouder kan tegen zijn wil en in strijd met aandeelhoudersovereenkomst ontslagen worden Statutair bestuurder, tevens aandeelhouder kan tegen zijn wil en in strijd met aandeelhoudersovereenkomst ontslagen worden Author : gvanpoppel Statutair bestuurder, tevens aandeelhouder kan tegen zijn

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:649 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:649 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:649 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-03-2014 Datum publicatie 06-05-2014 Zaaknummer 200.128.514-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Nieuwsbrief oktober 2014: Overgang naar de werkkostenregeling

Nieuwsbrief oktober 2014: Overgang naar de werkkostenregeling Nieuwsbrief oktober 2014: Overgang naar de werkkostenregeling Werkgevers kunnen nu nog kiezen of ze gebruik willen maken van de werkkostenregeling. Vanaf 1 januari 2015 zijn alle werkgevers echter verplicht

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015

Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015 Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015 Op 1 juli 2015 treedt het belangrijkste deel van de Wet werk en zekerheid in werking: de herziening van het ontslagrecht. Hoe die

Nadere informatie

ARBEIDSOVEREENKOMST (voor bepaalde tijd) I., gevestigd te, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer/mevrouw,

ARBEIDSOVEREENKOMST (voor bepaalde tijd) I., gevestigd te, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer/mevrouw, ARBEIDSOVEREENKOMST (voor bepaalde tijd) De ondergetekenden: I., gevestigd te, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer/mevrouw, hierna te noemen: de werkgever ; en II. de heer/mevrouw, geboren

Nadere informatie

Het ontslagrecht per 1 juli 2015

Het ontslagrecht per 1 juli 2015 Het ontslagrecht per 1 juli 2015 Noordam Advocatuur mr. dr. A.J. Noordam Het Europese en Nederlandse arbeidsrecht biedt in grote mate bescherming aan de werknemer. Met name het ontslag van werknemers is

Nadere informatie

Bijzondere voorwaarden WIA-excedentverzekering Top Metaal en Techniek

Bijzondere voorwaarden WIA-excedentverzekering Top Metaal en Techniek NVS 519 Bijzondere voorwaarden WIA-excedentverzekering Top Metaal en Techniek N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken NV Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken Den Haag,

Nadere informatie

(c) Van Delft Advocaten N.V. 2015 1

(c) Van Delft Advocaten N.V. 2015 1 1 Advocaten Mr Erik van Kregten LLM, - strafrecht (inclusief economisch strafrecht en BOPZ-zaken) Mr Wytze van Leuveren MA, - ondernemingsrecht, arbeidsrecht en faillissementsrecht Mr Anke Schellekens,

Nadere informatie

Maatwerk bij het bepalen van de ontslagvolgorde: nu en na de WWZ

Maatwerk bij het bepalen van de ontslagvolgorde: nu en na de WWZ Maatwerk bij het bepalen van de ontslagvolgorde: nu en na de WWZ Vereniging voor Arbeidsrecht Bijeenkomst 22 mei 2014 René Hampsink & Marloes Diepenbach 1 Prak:jk behoe;e aan meer flexibiliteit Wijziging

Nadere informatie

Het wijzigen van een pensioenregeling; stand van zaken

Het wijzigen van een pensioenregeling; stand van zaken Het wijzigen van een pensioenregeling; stand van zaken Bij een werkgever kan om diverse redenen de behoefte ontstaan om de met zijn werknemers overeengekomen pensioenregeling te wijzigen. De vraag die

Nadere informatie

Kan een werknemer tijdens de opzegtermijn nog een. ontbindingsverzoek indienen? Nieuwsbrief Juni 2010

Kan een werknemer tijdens de opzegtermijn nog een. ontbindingsverzoek indienen? Nieuwsbrief Juni 2010 Nieuwsbrief Juni 2010 Kan een werknemer tijdens de opzegtermijn nog een ontbindingsverzoek indienen? Een werkgever kan na verkregen toestemming van het UWV Werkbedrijf de arbeidsovereenkomst met de betrokken

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

Actualiteiten WWZ. Recente rechtspraak

Actualiteiten WWZ. Recente rechtspraak Actualiteiten WWZ Recente rechtspraak Recente rechtspraak VERGOEDINGEN - Naast transitievergoeding en billijke vergoeding geen ruimte voor een aanvullende vergoeding. Als partijen een aanvullende vergoeding

Nadere informatie

Avondje Legal. 3 Advocaten

Avondje Legal. 3 Advocaten Avondje Legal 3 Advocaten Wat gaan we doen? Werkkostenregeling en de wijziging van arbeidsvoorwaarden Wet werk en zekerheid Wijziging arbeidsvoorwaarden Werkostenregeling: Iedereen kosten arbeidsvoorwaarden

Nadere informatie

Payrolling. November 2009

Payrolling. November 2009 Payrolling November 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten aansprakelijk voor

Nadere informatie

DONDERDAG 11 AUGUSTUS Maarten van Gelderen, advocaat arbeidsrecht

DONDERDAG 11 AUGUSTUS Maarten van Gelderen, advocaat arbeidsrecht DONDERDAG 11 AUGUSTUS 2016 Maarten van Gelderen, advocaat arbeidsrecht HR Journaal uitzending later terugkijken? live op polls reageren @mvangelderen @XpertHR_nl HR Journaal HR nieuws gast van de maand

Nadere informatie

In het opschrift komt de zinsnede en deskundigheidstoetsing van commissarissen te vervallen.

In het opschrift komt de zinsnede en deskundigheidstoetsing van commissarissen te vervallen. 32 512 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht in verband met de bevoegdheid tot aanpassing en terugvordering van bonussen van bestuurders en dagelijks beleidsbepalers

Nadere informatie

150. De reikwijdte van het ECN/ Omen-arrest buiten pensioen

150. De reikwijdte van het ECN/ Omen-arrest buiten pensioen 150. De reikwijdte van het ECN/ Omen-arrest buiten pensioen MR. J.S. ENGELSMAN Op 6 september 2013 wees de Hoge Raad arrest in de zaak ECN/Omen 1. Dit arrest geeft een principiële beslissing over de rechtsverhouding

Nadere informatie