WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID NPP-RICHTLIJN HUISHOUDELIJKE HULP INTERVIEW MET DE HEER F. WANSINK. Nederlands Instituut van Schaderegelaars

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID NPP-RICHTLIJN HUISHOUDELIJKE HULP INTERVIEW MET DE HEER F. WANSINK. Nederlands Instituut van Schaderegelaars"

Transcriptie

1 WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID NPP-RICHTLIJN HUISHOUDELIJKE HULP INTERVIEW MET DE HEER F. WANSINK 13e Jaargang Nr. 3 November 2004 Nederlands Instituut van Schaderegelaars

2 Colofon KenNIS is een uitgave van het Nederlands Instituut van Schaderegelaars (NIS) en verschijnt vier keer per jaar. Postadres Postbus 75475, 1070 AL Amsterdam Website: NIS Bestuur J.J. Noorman: voorzitter Mw. C.P.M. Mastop: secretaris E.M. Budwilowitz: penningmeester Mw. L.T.M. Taat-de Groot: lid F.G. van Cuijk: lid R. Berghout: lid H. Brink: lid W.S. Doetjes: lid T. Ellenbroek: lid B.K.G. Brugman: adviseur Redactie Frank Emmerig Hans Noordsij Marc Punt Bob Rodenburg Paul Schillings Cees Smith Fred Zwarts Ernst van Strien Ontwerp Manten Grafisch Ontwerpbureau bv Website: Druk Offsetdrukkerij Haveka bv Website: Abonnement Aanvragen abonnementen uitsluitend aan het postadres van het NIS. Bij aanmelding s.v.p. opgave van naam, adres, telefoonnummer en functie, alsmede of men zelfstandig dan wel in loondienst werkzaam is en bij welk bedrijf. Het blad wordt automatisch toegezonden aan alle leden van het NIS. Advertenties en kopij aanleveren voor het volgende nummer vóór 1 januari 2005 Nederlands Instituut van Schaderegelaars Van de redactie Voor u ligt de derde editie van KenNIS met ditmaal ruime aandacht voor de relatie tussen werknemer en werkgever na een ongeval. Als eerder al vermeld in dit blad een gebied dat wat fors in beweging is. Ook de regelingen op het gebied van werk en inkomen na arbeidsongeschiktheid verdienen veel aandacht, dergelijke toekomstige ontwikkelingen vormen vaak een aanzet tot lange discussies in de afronding van een afdoening ineens. Waar de overheid denkt een goede stop te zetten, wordt het in de schaderegeling vaak als een kwade kans aangemerkt. De redactie vraag zich af of goede bestudering er toe zal leiden dat deze verwikkelingen gebagatelliseerd worden. Bijzondere dank voor de belangwekkende bijdrage van mr. A.C. van Ooijen. Na een, wat je kunt noemen een sabbatical periode voor wat betreft het meedraaien in de redactie is Hans Noordsij weer terug als vast redactielid. Als medeoprichter van het blad heeft hij doorlopend deel uitgemaakt van de redactie en daarom was het, na al die jaren, tijd om even wat afstand te nemen. Gelukkig is het geen definitief afscheid geworden en we kunnen in deze uitgave weer een bijdrage van zijn hand aantreffen. De redactie neemt zich voor in elke editie de inzichten van een aantal centrale spelers in personenschadeveld aan bod te laten komen. In deze editie een interview met de heer F. Wansink, directeur Schade bij de Generali. Wij zullen wederom rond oud en nieuw de laatste editie van dit jaar ter perse laten gaan. De redactie wenst u veel leesplezier. Een jaarabonnement voor niet-leden kost 7 30,- ISSN: Copyright NIS 2004 Alle rechten voorbehouden. Het overnemen evenals het vermenigvuldigen van artikelen en mededelingen is alleen geoorloofd na schriftelijke toestemming van de redactie. Ingezonden artikelen van niet-nis-leden vallen buiten verantwoordelijkheid van het NIS bestuur en de redactie! 2 KENNIS NO 3 NOVEMBER 2004

3 Inhoud In dit nummer... Van de redactie 2 Nieuwe arbeidsongeschiktheidsregels, kwade kans of zwarte piet? 4 Art. 7:658 BW van toepassing op WSW-dienstverband? 7 Aansprakelijkheid wegbeheerder voor niveauverschil tussen trottoir en fietspad 8 Quasimodo 9 In gesprek met F. Wansink 10 Repeterende bewegingen meest voorkomende arbeidsrisico 12 Vliegtuig-jetblast werpt vrouw omver: voldoende veiligheidsmaatregelen getroffen? 13 Medische fout: omkeringsregel? 14 Nieuwe Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen vervangt WAO 16 Werkgever niet aansprakelijk voor uitglijden vrachtwagenchauffeur 17 No cure no pay nog éénmaal 18 Overlijdensschade en behoeftigheidsvereiste 20 Nieuwe NPP aanbeveling in werking 21 Subsidie voor veilige en gezonde werkplek 22 WAO ers en WW ers krijgen regie over terugkeer naar werk 23 KENNIS NO 3 NOVEMBER

4 Nieuwe arbeidsongeschiktheidsregels, kwade kans of zwarte piet? In de dagelijkse praktijk van de letselschaderegeling worden partijen regelmatig geconfronteerd met arbeidsongeschikte slachtoffers die langdurig zijn aangewezen op een gehele of gedeeltelijke WAO-uitkering. Zoals bekend, wordt in de praktijk een zeer aanzienlijk deel van de letselschadeclaims zonder tussenkomst van de rechter afgewikkeld, dat wil zeggen: partijen stellen in onderling overleg de al verschenen en toekomstige schade vast. Dit resulteert doorgaans in een vaststellingsovereenkomst. Deze verplicht enerzijds de (verzekeraar van) de aansprakelijke partij tot betaling van een som geld, en anderzijds het slachtoffer tot het verlenen van definitieve kwijting. Bij de vaststelling van het toekomstig verlies van arbeidsvermogen baseren partijen zich op het actuele systeem van sociale verzekeringen, -voorzieningen en belastingen. In het verlengde hiervan rijst de vraag voor wiens risico de, doorgaans nadelige, consequenties van een toekomstige herziening van de betreffende regels (zouden behoren te) komen. Deze vraag wordt door de per 1 oktober 2004 en 1 januari 2006 veranderende WAO-regels meer dan relevant. Met nadruk merk ik op dat ik mij in dit artikel baseer op de stand van zaken op 7 september Met eventuele latere wetswijzigingen is derhalve geen rekening gehouden. Gevolgen van de nieuwe regels voor bestaande gevallen Per 1 januari 2006 treedt een volledig nieuw WAO-stelsel in werking. Op de inhoud van de veranderingen ga ik hier niet in. Het nieuwe stelsel gaat gelden voor mensen die op of na 1 januari 2004 langdurig ziek zijn geworden. Bestaande WAO-uitkeringen zullen er derhalve niet onder vallen. Niettemin kunnen de huidige uitkeringsgerechtigden op grond van de WAO (en WAZ/Wajong) nog steeds niet opgelucht ademhalen. Vooruitlopend op de wijzigingen per 1 januari 2006 geldt per 1 oktober 2004 al een nieuw, aangescherpt, arbeidsongeschiktheidscriterium als gevolg van het zogenaamde aangepast SchattingsBesluit. Het nieuwe criterium gaat ook gelden voor op 1 oktober al arbeidsongeschikte personen, geboren na 1 juli Voor arbeidsongeschikten die bij de vorige stelselherzieningen zijn ontzien, blijven ook nu de nieuwe regels buiten toepassing. Kort samengevat betreffen de voornaamste wijzigingen : De situaties waarin, wegens het ontbreken van psychische zelfredzaamheid, geen arbeidsdeskundige beoordeling nodig is, zijn nauwkeuriger geformuleerd; Er wordt uitgegaan van het ruimere begrip geaccepteerde arbeid. Hiervan is sprake indien er drie functies kunnen worden geduid met elk ten minste drie (in plaats van tien) concrete arbeidsplaatsen Het ontbreken van algemeen gebruikelijke bekwaamheden -zoals eenvoudige mondelinge taalbeheersing en computergebruik- mag niet leiden tot arbeidsongeschiktheid, voorzover die bekwaamheid alsnog binnen zes maanden kan worden verworven; Bij het bepalen van de urenomvang mogen ook functies worden gebruikt met een omvang groter dan de maatman, tenzij betrokkene voor een geringer aantal uren belastbaar is; Bij berekening van de restverdiencapaciteit wordt uitgegaan van een urenomvang van de gezonde soortgelijke uitgeoefende arbeid tot maximaal 38 uur per week, tenzij betrokkene voor een geringer aantal uren belastbaar is; De mogelijkheden tot (af)schatting op basis van feitelijke arbeid worden vergroot. De zittende WAO-ers worden in twee leeftijdgerelateerde groepen -zogenaamde cohorten- herbeoordeeld volgens de nieuwe regels. Vanaf peildatum 1 oktober 2004 worden gedurende ongeveer 1 1/2 jaar alle personen tot 48 jaar herbeoordeeld. In de daarop volgende periode van 1 jaar volgt de resterende groep in de leeftijd van jaar. Daarbij gelden dus nadrukkelijk niet de nieuwe uitkeringsregels (die per 1 januari 2006 voor nieuwe gevallen gaan gelden). De overgangsperiode betreft derhalve het tijdvak 1 oktober 2004 tot 1 maart 2007, althans wanneer men niet uitloopt. Het beoogde effect van de per 1 oktober voorgestelde maatregelen, liegt er niet om: in totaal 25 % van de zittende uitkeringsgerechtigden (ingevolge de WAO/WAZ/WAJONG) zal 2 tot 3 arbeidsongeschiktheidsklassen lager uitkomen. Ongeveer tot mensen verliezen naar verwachting hun uitkering. De voorgestelde compenserende uitkering met een duur van maximaal zes maanden biedt natuurlijk nauwelijks soelaas. Wie draagt het risico? In het kader van een mogelijke eindafwikkeling van een letselschadekwestie met langdurige arbeidsongeschiktheid, kunnen partijen ten aanzien van de gevolgen van de veranderde regels voor de WAO-uitkering vier alternatieve afspraken maken: 4 KENNIS NO 3 NOVEMBER 2004

5 het slachtoffer draagt het risico zonder aparte vergoeding; het slachtoffer draagt het risico met vergoeding; de aansprakelijke partij draagt het risico [garantie of voorbehoud]; partijen stellen regeling van het toekomstig verlies van arbeidsvermogen uit. Optie A Optie (a) wordt door verzekeraars met enige regelmaat bepleit. Daarbij wordt dan vaak verwezen naar de goede en kwade kansen in lid 1 van artikel 6: 105 BW. Een dergelijk betoog heeft de kennelijk onjuiste strekking dat partijen over en weer de goede en kwade kansen tegen elkaar wegstrepen en dus feitelijk voor eigen rekening nemen. Dit is uiteraard niet de bedoeling van voormeld artikel. Ook indien de schade op voorhand wordt geschat blijft het uitgangspunt immer dat de schade volledig wordt vergoed. [Vergelijk Tekst & Commentaar Burgerlijk Wetboek, 3e druk, Kluwer, blz aantekening 1 en blz aantekening 5]. Dit houdt in dat de rechter de gunstige en ongunstige invloed van toekomstige onzekere gebeurtenissen verdisconteert [Tekst & Commentaar Burgerlijk Wetboek, 3e druk, Kluwer, blz. 1666, nr.2]. In dit scenario krijgt het slachtoffer ondubbelzinnig de zwarte piet toegespeeld: hij wordt zonder enige vorm van compensatie met een aanzienlijk financieel risico opgezadeld. Dit is uiteraard volstrekt onverdedigbaar. Optie B In optie (b) onderkennen beide partijen het aanzienlijke risico dat het slachtoffer zijn/haar WAO-uitkering geheel of gedeeltelijk verliest. Daarnaast bestaat bij de laedens ook de bereidheid om hier een op geld gewaardeerde voorziening voor aan te bieden. Het grote probleem in dit verband is dat -zelfs niet bij benaderingkan worden voorspeld wat de uiteindelijke hoogte van de uitkering in de nieuwe situatie is. Dit maakt betalende partijen -mogelijk terecht- terughoudend bij de begroting van een vergoeding op voorhand. Daarmee krijgt deze vergoeding een welhaast symbolisch karakter en is van het op voorhand verdisconteren van een voor het slachtoffer kwade kans natuurlijk geen sprake meer. Immers, een doordachte relatie tussen de aan te bieden vergoeding en de waarschijnlijke toekomstige extra schade door het gehele of gedeeltelijke verlies van de WAO-uitkering ontbreekt. Als het slachtoffer overweegt op een dergelijke regeling in te gaan, dan dient hij of zij zeer goed te zijn geïnformeerd over de potentiële consequenties. Ook in deze optie (b) ligt het gevaar van het zwarte pieten dus nog op de loer. Optie C Hiervoor heb ik al vastgesteld dat (1) de negatieve gevolgen van de per 1 oktober 2004 gewijzigde WAO-regels voor de uitkering van het individuele slachtoffer, voor rekening komen van de aansprakelijke partij en (2) dat het vrijwel onmogelijk is om deze gevolgen op voorhand in klinkende munt te vertalen. Het volledig definitief regelen van het verlies van arbeidsvermogen is vanuit het oogpunt van het slachtoffer dus niet verantwoord. Indien partijen over alle overige schadeposten volledige overeenstemming hebben, dan ligt een vaststellingsovereenkomst met een gerichte garantstelling van de aansprakelijke partij, dan wel tenminste een voorbehoud, sterk voor de hand. Een dergelijk voorbehoud is niet in strijd met artikel 6: 105 BW lid 1. Ook is het -mits voldoende duidelijk geformuleerd zonder twijfel verenigbaar met de strekking van de vaststellingsovereenkomst.[vergelijk par Handboek Personenschade, door mw. mr. M.M. Mac Lean, september 2003, zie ook J. Sap in Letsel & Schade 2004, nr. 1, blz. 3 en 4]. In de praktijk worden voorbehouden veelvuldig toegepast voor bijvoorbeeld extra schade door voorzienbare medische toekomstrisico s, zoals verhoogde slijtage na een fractuur in een (dragend) gewricht. Daarnaast dringt zich de parallel met de belastinggarantie op. Een dergelijke garantie pleegt in de praktijk door verzekeraars zonder noemenswaardige discussie te worden verstrekt. Waarom zouden deze verzekeraars dan geen vergelijkbare garantie -of tenminste een voorbehoudaccepteren voor herziene WAO-regels? Immers, de kans op belastingheffing over het verlies van arbeidsvermogen lijkt op voorhand geringer dan de kans dat het slachtoffer zijn WAO-uitkering geheel of gedeeltelijk verliest. >> KENNIS NO 3 NOVEMBER

6 In PIV-verband is geadviseerd om voorbehoud voor de duur van 2 jaar in de vaststellingsovereenkomst op te nemen, te rekenen vanaf het moment van ondertekening. Gelet op het hiervoor genoemde overgangsrecht, sluit deze beperking in de looptijd van het voorbehoud zeker niet zonder meer aan bij het overgangsrecht. Op grond van het overgangsrecht dient het slachtoffer zich tenminste tot 1 maart liever nog een ruimere periode- op een dergelijk voorbehoud te kunnen beroepen. Het slachtoffer heeft op dit punt immers recht op zekerheid. Beter nog is een in looptijd onbeperkte WAO-garantie, vergelijkbaar met de in de praktijk gangbare belastinggarantie. Ook in de rechtspraak worden een dergelijke fiscale, en een WAO -garantie vaak in één adem genoemd. [Vergelijk bijvoorbeeld Rechtbank Arnhem, uiteindelijk vonnis d.d. 15 februari 1996, VR 1996/208, r.o en, meer recentelijk, Rechtbank Groningen, 22 januari 2003, Letsel & Schade 2004, nr. 1, blz. 50 e.v.] Optie D Het is uiteraard ook mogelijk om het toekomstig verlies van arbeidsvermogen tot (tenminste) 1 maart 2007 ongeregeld te laten. De overige schade, met inbegrip van het al verschenen verlies van arbeidsvermogen kan dan uiteraard wel definitief -al dan niet met VSO- worden geregeld. Dit leidt uiteraard wel, zij het tijdelijk, tot doorlopende transactiekosten. Samenvatting en conclusie De stelselwijziging WAO per 1 januari 2006 heeft eerbiedigende werking. De wijzigingen per 1 oktober 2004 hebben dat -uitzonderingen daargelaten- helaas niet. Regeling tegen finale kwijting van een letselzaak in een WAO-situatie is vooralsnog dus geen redelijke optie. Zelfs niet indien hiervoor een aparte vergoeding wordt aangeboden, nu een redelijke relatie tussen deze vergoeding en het financiële risico, waarop deze betrekking heeft, vrijwel altijd ontbreekt. Een gericht voorbehoud in de VSO tot (tenminste) 1 maart 2007 ligt het meest voor de hand. Bij wijze van alternatief kan worden overwogen om de regeling van het toekomstig verlies van arbeidsvermogen volledig op te schorten tot na deze periode. Vanuit het oogpunt van de terechte behoefte aan financiële zekerheid van het slachtoffer is een in looptijd onbeperkte gerichte garantie echter nog steeds de meest correcte oplossing. Immers, de afgelopen 15 jaar is door diverse wetswijzigingen duidelijk gebleken dat een WAO-uitkering een verre van rustig bezit is. Lang niet altijd werden oude gevallen volledig gerespecteerd. Eén keer slachtoffer worden is meer dan genoeg. mr. A.C. van Ooijen* * registerexpert in loondienst van Korevaar Van Dijk te Capelle aan den IJssel 6 KENNIS NO 3 NOVEMBER 2004

7 Art. 7:658 BW van toepassing op WSW-dienstverband? (Rechtbank Den Bosch d.d , zaaknr /HA ZA ) Benadeelde was sinds 1979 in dienst van een bedrijf dat viel onder de Wet Gemeenschappelijke Regelingen Samenwerkingsverband. Hierdoor was op de arbeidsrelatie de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) van toepassing. In juni 1996 overkwam benadeelde een bedrijfsongeval waarvoor zij haar werkgever aansprakelijk stelde op grond van art. 7a:1638x BW (oud) hierna te noemen 7:658 BW. De kantonrechter overwoog dat ingevolge art. 19 van de WSW-oud de bepalingen in het BW niet van toepassing waren op de arbeidsrelatie. Daardoor was art. 7:658 BW niet van toepassing op de dienstbetrekking zodat slechts een vordering op basis van art. 6:162 BW mogelijk is. Hiertegen werd hoger beroep ingesteld. De WSW van 23 november 1967 (hierna: WSW-oud) is per 1 januari 1998 vervangen door de nieuwe WSW van 11 september 1997 (hierna: WSW-nieuw). In art. 2 van de nieuwe WSW is bepaald dat de onder deze wet vallende dienstbetrekkingen wel een arbeidsovereenkomst vormen als bedoeld in boek 7 van het BW. Verder is in art. 16 van de WSW-nieuw een overgangsregeling opgenomen welke bepaalt dat de dienstbetrekkingen die zijn gesloten onder de WSW-oud onder de nieuwe wet blijven voortbestaan doch als dienstbetrekking in de zin van de WSW-nieuw. Uit de overgangsregeling blijkt dat de oude dienstbetrekking met ingang van 1 januari 1998 wordt aangemerkt als een dienstbetrekking in de zin van boek 7 BW. Doordat het ongeval plaatsvond vóór de inwerkingtreding van WSW-nieuw moeten de aanspraken van benadeelde worden beoordeeld naar het recht dat ten tijde van het ongeval van toepassing was. Daardoor is toepassing van het in het BW opgenomen regeling voor de arbeidsovereenkomst uitgesloten. Het vonnis van de kantonrechter blijft in stand en de vordering moet worden beoordeeld naar de strekking van art. 6:162 BW. KENNIS NO 3 NOVEMBER

8 Aansprakelijkheid wegbeheerder voor niveauverschil tussen trottoir en fietspad (Rechtbank Den Haag 25 februari 2004, rolnr. 2002/2826; Letsel en Schade 2004, 112) Op 11 april 2001 fietste benadeelde op het fietspad langs de Prins Clauslaan te Den Haag alwaar zij werd geconfronteerd met werkzaamheden die midden op het fietspad werden uitgevoerd. Daardoor werd de doorgang belemmerd zodat de fietser ervoor koos om naar rechts uit te wijken en haar weg te vervolgen via het trottoir. Hierbij zag zij de rand tussen fietspad en trottoir over het hoofd waardoor zij ten val kwam. Het hoogteverschil bedroeg circa 2 cm. De gemeente werd als wegbeheerder aansprakelijk gesteld op grond van art. 6:174 BW: de wegbeheerder is aansprakelijk voor schade door gebreken aan (onder andere) de openbare weg. Er is sprake van een gebrek wanneer de aanleg, inrichting of het onderhoud van de weg niet voldoet aan de eisen die daaraan mogen worden gesteld uit het oogpunt van veiligheid. Er is onderzoek gedaan naar de (her)kenbaarheid van het niveauverschil en naar de vraag of het een gevaarlijke situatie betrof. Het fietspad en het trottoir waren in dezelfde steensoort aangelegd en er was geen trottoirband tussen beide paden gelegd. De tegels op het fietspad en het trottoir waren onder verschillende hoeken gelegd zodat visueel wel een scheidslijn aanwezig was. Deze werd geaccentueerd doordat daarlangs op regelmatige afstand zwarte siertegels waren gelegd. Tevens waren aan de rechterzijde van het fietspad in de lengterichting (eveneens op regelmatige afstand) zwarte stroken aangebracht. Hierdoor was het fietspad duidelijk afgebakend van het trottoir. Volgens de rechtbank was echter het niveauverschil onvoldoende duidelijk aangegeven. Door gebruikmaking van hetzelfde materiaal was dit verschil alleen zichtbaar door schaduwwerking, doch door het geringe hoogteverschil was deze werking dermate gering dat deze samenviel met de zwarte markering. Vooral op enige afstand lijken fietspad en trottoir op gelijke hoogte te liggen. Mede gezien het feit dat rekening moet worden gehouden met het feit dat verkeersdeelnemers niet steeds de nodige voorzichtigheid betrachten acht de rechtbank de gemeente aansprakelijk. Van eigen schuld (bekendheid met de situatie, niet afgestapt) is geen sprake. Ook het feit dat benadeelde het voetgangersgebied wilde gaan berijden levert geen eigen schuld of matiging op. Het is weliswaar een overtreding maar die acht de rechtbank van onvoldoende gewicht om een beroep op eigen schuld te rechtvaardigen. Hoewel incorrect, was de uitwijkmanoeuvre een menselijke en logische reactie. Het letsel betrof snijwonden boven het oog en onder de kin, schaafwonden op een knie, gekneusde ribben en twee losgeslagen c.q. gebroken tanden waarvoor tandartsbehandeling (e 2.238,--) nodig was. De rechtbank waardeerde het smartengeld op e 250,- - en achtte de schade voor definitieve regeling vatbaar. Dit ondanks de stelling van benadeelde dat de kosten slechts zijn opgevoerd ter bepaling van het gevorderde voorschot en er in de toekomst wellicht nog medische behandelingen nodig kunnen zijn. Mede gelet op de aard van het letsel acht de rechtbank deze niet onderbouwde stelling te vaag om zelfs maar de mogelijkheid van toekomstige schade aannemelijk te laten zijn. Benadeelde werd op grond van haar rechtsbijstandverzekering bij SRK Rechtsbijstand bijgestaan door een loondienstadvocaat van SRK. Deze vorderde buitengerechtelijke kosten ad e 250,-- welk bedrag werd toegewezen omdat de advocaat meer heeft gedaan dan het versturen van een enkele sommatie en uit de polisvoorwaarden blijkt dat deze kosten daadwerkelijk vermogensschade van de verzekerde vormen. Er behoeft echter geen wettelijke rente over te worden betaald als gevolg van de in de polisvoorwaarden gehanteerde voorschotconstructie. 8 KENNIS NO 3 NOVEMBER 2004

9 Quasimodo Column In deze roerige tijden is het moeilijk ons op ons specifieke vakgebied te concentreren. Burgerrechten als vrije meningsuiting en het recht om, hoe afwijkend ook, altijd jezelf te mogen zijn in uiterlijk, gedrag en religieuze zin, gaan verloren. Zullen deze veranderingen in maatschappij en cultuur ook hun invloed krijgen op de mores van de schaderegelingpraktijk? Vanuit de klokkentoren roept Q heel hard neen!!! Maar er wordt wel meer vanuit torens geroepen en niet goed geluisterd. Q. vernam van de heren die het weten kunnen, dat er een forse toename is van het aantal dossiers dat ten langen leste aan de rechter wordt voorgelegd. Een eerste teken van het aanscherpen van de verhoudingen? Dat, terwijl wij juist zo trots hadden uitgelegd dat het onze beroepseer te na is dat een zaak uit onze vingers glijdt en de hogere instanties om een voorziening wordt gevraagd. Was het niet zo dat we een score hebben van slechts ongeveer 3%, ook Donner oogde verrast. Een verzakelijking van de schaderegelingpraktijk lijkt het gevolg. De toegevoegde waarde van een schaderegelaar, in Q s ogen een bemiddelaar die vanuit de discipline en zijn deskundigheid het tracé van schadebegeleiding en begroting feilloos en met de juiste bejegening van het slachtoffer uitstippelt, dreigt dus verloren te gaan. Dat dus nooit! De bal zal wel gekaatst worden want overheid en private sector zitten niet te wachten op een dergelijke verzwaring van last op de schouders van de belanghebbenden (stakeholders) en van rechters. Al eerder riep de branche op om tot een meer pro actieve benadering te komen. Pro actief ook in de zin dat aan de grootste belanghebbende, het slachtoffer, snel en transparant duidelijk wordt gemaakt welk rechten en vooral verwachtingen realiseerbaar zijn. Dit maakt de kans op een latere verslechtering van de verhoudingen en ontsporing veel kleiner. Gezien de huidige tendens zou je ook uit een ander vaatje kunnen tappen. In elke kwestie ligt een procedure in het verschiet, de basis van de schaderegeling is immers het conflict dat bestaat tussen leadens en geleadeerde, laat dat helder zijn en start elke dossier met een inleidende concept dagvaarding. De aansprakelijkstelling en de vordering moeten helder en gedetailleerd omschreven zijn en zo aan de rechter voorgelegd kunnen worden. Alleen indien de leadens erkent en de vordering honoreert hoeft er geen procedure gevoerd te worden, anders wel. Q is benieuwd hoe snel we dan weer tot het misschien wel ouderwetse maar veel doeltreffender minnelijke, polder, overleg zullen komen. KENNIS NO 3 NOVEMBER

10 In gesprek In gesprek met de heer F(reek) Wansink, sinds enige tijd directeur schade en leven bij GENERALI verzekeringsgroep. De affiniteit met schade aan de mens heeft hij mede gekregen via jarenlange ervaring binnen Nationale-Nederlanden en als bestuurslid van het PIV. Genereus letselschaderegelen Visitekaartje Letselschaderegeling is het visitekaartje van een maatschappij. Het is de meest emotionele vorm van schade-verzekeren. Dat moet ieder zich terdege voorhouden. Uit een niet aflatende woordenstroom blijkt zijn enthousiasme over ons vak en de gedrevenheid waarmee hij zijn bedrijf in de markt wil laten profileren. De snelheid van je (interne) proces, de inhoudelijke manier waarop je reageert en de bejegening, zijn de drie pijlers waarop je als maatschappij wordt afgerekend. Scoor je op één van de drie onvoldoende dan ga je af. Ik ben blij dat de PIV-audit in dat opzicht sturend wil optreden. We ontwikkelen als branche daarmee een soort keurmerk. Noem het een NEN norm of ISO o.i.d. Er wordt hard gewerkt door de gezamenlijke verzekeraars samenwerkend in het PIV om dat van de grond te krijgen. Het zou een geweldige sprong voorwaarts zijn als dat keurmerk er komt. Veranderingen Nu jullie dat zo vragen realiseer ik me dat, als je vooruit kijkt, de ontwikkelingen eigenlijk traag gaan. Maar kijk je eens achterom dan is er de afgelopen decennia heel veel ten goede gebeurd. Kijk maar eens een willekeurig gearchiveerd dossier van een jaar of 10 geleden er op na. Dan zie je dat er ten opzichte van de bejegening, de snelheid van handelen en de inhoudelijke motivering vandaag de dag duidelijke verbeteringen zijn bereikt. N importe welke maatschappij. Gedragscode Ik ben van mening dat verzekeraars zich veel meer moeten richten op het managen van de buitenwereld'. Negatieve beelden van onze branche moeten veel genuanceerder voor het voetlicht komen. Als je in de audit (de drie pijlers van behoorlijke schaderegeling) een positief resultaat scoort zou je elke journalist met een machtiging van het slachtoffer het complete dossier moeten kunnen geven. Zo van: Gaat u maar lezen en trek uw conclusie. De gejuridiseerde haarkloverij is gewoon hartstikke fout. Daarmee verwijder je het slachtoffer van de realiteit. Behandelaars vinden dat best lastig. Realiseer je wel wat een brief teweegbrengt. Want hij zal bij het slachtoffer terecht (kunnen) komen. Meer stress? Nog meer verkramping? Een nog beroerder onderhandelingsklimaat? Mijn credo luidt: wees zacht voor de relatie en standvastig op de inhoud. Daarbinnen is er voldoende speelruimte voor een correcte regeling. Wij zijn overigens ook bereid, desnoods zonder kwijting, het bedrag betaalbaar te stellen dat wij redelijk vinden. Neem zelf initiatief en overleg met het slachtoffer en/of diens belangenbehartiger op een faire manier. Normering Veel verzekeraars zijn nadrukkelijk met veel inzet bezig de procesgang te verbeteren. Ik kan dat niet zeggen van de belangenbehartigers. Bij hen bestaat ook geen belangstelling voor normering, zelfs niet van marginale posten. Medische beoordeling Het NPP is druk bezig geweest het medisch traject te optimaliseren. Van wezenlijk belang daarbij is dat alle partijen over dezelfde medische informatie beschikken zodat het proces niet onnodig wordt vertraagd. Dan kan de medische adviseur een goed advies uitbrengen. Ik ben er voorstander van dat indien nodig de medische expertises worden verricht door een alom gerespecteerd corps van ongebonden deskundigen. Als dat lukt kan nl. van objectieve schaderegeling gesproken worden. Immers, wij zijn gebonden aan de vergoeding van ongevalgerelateerde gevolgen. Als we daarin de pré existentie niet mogen meewegen dan krijg je ernstige problemen met de schaderegeling. En als we ons gecommitteerd hebben aan de neutrale rapportage van een deskundige dan moeten beide partijen zich daaraan houden. Kosten buiten rechte Aan belangenbehartiging zijn uiteraard kosten verbonden. Hoewel normering een goede zaak zou zijn, zie ik dat er persoonlijk nog niet van komen. 10 KENNIS NO 3 NOVEMBER 2004

11 Is het wel zo dat no-cure-no-pay kostenverhogend werkt? Bedenk bij dit alles dat niet de verzekeraar de norm stelt voor wat redelijk en billijk is. Dat doet de rechter en dat blijkt uit jurisprudentie en aanverwante regelgeving. Wij zijn dus feitelijk uitvoerders. In dat verband maken we buitensporige discussies mee: in Nederland hebben we een ruim aanbod van gespecialiseerde zorginstellingen. Daar is in ons land voor gekozen en dat vinden we kennelijk adequaat. Is het dan redelijk dat het slachtoffer schadevergoeding eist voor een soort privékliniek aan huis? Waarom moet dan de aansprakelijke derde ineens de duurst mogelijke oplossing betalen? Wij financieren geen ongevallen. Wij betalen de redelijke kosten van de gevolgen en dat doen we met het geld van vele premiebetalers. Wij herverdelen dus het geld op basis van normen. Dicht jezelf geen rol toe die je niet toebehoort. Mee leven Laat in een vroeg stadium van het schaderegelingsproces weten dat je je empathisch opstelt. Zorg dat de mensen (slachtoffers) hun verhaal kwijt kunnen. Een dominante rol is hier weggelegd voor de letselschaderegelaar. Verharding veroorzaakt een onzichtbare vijand: de secundaire victimisatie. Daarna komt het tussen de partijen nooit meer goed. Bovendien is met het acceptatieproces voor het slachtoffer alleen maar beroerder gesteld. Looptijd Veel zaken lopen, in mijn ogen, veel te lang. Wat is het verschil tussen: nog meer weten en regelen? Verzekeraars hebben, vrijwel allen, een eigen brochure ontwikkeld waarin de schaderegeling wordt uitgelegd. Mede om de perceptie van het slachtoffer te managen. Zorg dat je transparant bent in je proces en laat het slachtoffer zelf regisseur zijn. Ga op een redelijke manier om met goede en kwade kansen. In principe zal de belangenbehartiger het slachtoffer afschermen voor ons. Hij beseft alleen niet dat hij daarmee het slachtoffer allerminst een dienst bewijst. Dat vergt dus voor de verzekeraar een nadrukkelijke uitdaging daarmee om te gaan. Tot slot Creëer een vacuüm voor hen die niet willen meewerken aan een keurmerk. Daarmee isoleren zij zichzelf. Als je bewust niet wilt voldoen aan de eisen die een keurmerk stelt, heb je op z n minst wat uit te leggen. Dat geldt zowel voor verzekeraars als voor belangenbehartigers. Wij zullen als branche de eerste stappen moeten zetten. Blijf daarbij redelijk, want het beste wapen is redelijkheid. De schaderegelaar moet daarbij beseffen dat hij de verpersoonlijking is van de verzekeraar. Dat vak kun je mijns inziens alleen maar uitoefenen als je ècht belangstelling hebt voor mensen en beschikt over sociale vaardigheden en kennis van zaken en je betrouwbaar bent. Ook bij het verdere regelingsproces is hij/zij uiteraard nadrukkelijk betrokken. Cees Smith Frank Emmerig KENNIS NO 3 NOVEMBER

12 Repeterende bewegingen meest voorkomende arbeidsrisico (persbericht Min. SZW d.d ) Repeterende bewegingen, zoals werk aan de lopende band, vormen het meest voorkomende arbeidsrisico. Ongeveer 57% van de werknemers heeft hier regelmatig mee te maken. Verder werken veel mensen langdurig in dezelfde houding (43%), of worden regelmatig blootgesteld aan gevaarlijke stoffen (35%). Andere veel voorkomende risico s zijn werkdruk (31%) en intimiderend gedrag door klanten (25%). Van alle werknemers moet 22% regelmatig kracht zetten, heeft 13% vaak met schadelijk geluid te maken en tilt 11% regelmatig zware lasten. Dit staat in de Arbobalans 2004, een jaarlijks overzicht van de stand van zaken op het gebied van arbeidsomstandigheden. Het rapport is gebaseerd op gegevens uit onder andere de Arbomonitor 2003 van de Arbeidsinspectie. Het ziekteverzuim bij werknemers van bedrijven is in 2003 ten opzichte van het jaar ervoor gedaald van 5,4 naar 4,8%. Vooral bij bedrijven met minder dan tien werknemers is het verzuim teruggelopen. Bij de Rijksoverheid nam het verzuim af van 5,6% in 2002 tot 5,4% in Het aantal nieuwe WAO-uitkeringen daalde in 2003 tot Dit is minder dan in Ruim 34% van de nieuwe uitkeringen gaat naar mensen met een psychische aandoening en 25% naar diegenen met een aandoening aan het bewegingsapparaat (bijvoorbeeld armen, benen en rug). Ongeveer evenveel mannen als vrouwen krijgen een nieuwe WAO-uitkering. Aandoeningen aan het houdings- en bewegingsapparaat worden bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten het meest gemeld. Het gaat om 39% van de gevallen, waaronder veel RSI. Voorts heeft ruim 25% van de meldingen te maken met gehoor. Vooral oudere werknemers hebben hier last van. In ongeveer 23% van de gevallen gaat het om psychische aandoeningen als overspannenheid en burnout. Het aantal dodelijke slachtoffers van arbeidsongevallen is gedaald van 119 (2000) naar 115 (2001) en 91 in Het percentage bedrijven dat een getoetste risico-inventarisatie en -evaluatie heeft waarin belangrijke arbeidsrisico s worden beschreven is toegenomen van 46 (2000) tot 76 (2003). Van de bedrijven die met zo n instrument de risico s in kaart hebben gebracht, beschikt tweederde over een plan van aanpak dat door een gecertificeerde arbodienst is goedgekeurd. Voor bedrijven in het midden- en kleinbedrijf is op de website een vragenlijst beschikbaar die hulp biedt bij het opstellen van een risicoinventarisatie en -evaluatie. Dit instrument wordt verder ontwikkeld voor zo n 40 branches. Ruim driekwart van de bedrijven heeft maatregelen genomen om arbeidsrisico s te verminderen. De Arbeidsinspectie vindt deze in ongeveer 85% van de gevallen voldoende. Vaak wordt gebruik gemaakt van persoonlijke beschermingmiddelen, terwijl veel minder vaak de oorzaak van het probleem bij de bron wordt aangepakt. Bij het werken met gevaarlijke stoffen stelt 69% van de bedrijven die maatregelen namen beschermingsmiddelen beschikbaar. Bij maatregelen tegen blootstelling aan schadelijk geluid was dit 93%. De meeste werknemers noemen werkdruk als arbeidsrisico waartegen (aanvullende) maatregelen moeten worden genomen. Het gaat om 52% van de ondervraagden. Verder vindt 40% dat maatregelen tegen RSI nodig zijn. Vooral in de gezondheidszorg en in het onderwijs is het personeel van mening dat de werkdruk moet worden verminderd. Maatregelen tegen RSI zijn vooral gewenst in de ICT-sector, de zakelijke en financiële dienstverlening en in het hoger onderwijs. 12 KENNIS NO 3 NOVEMBER 2004

13 Vliegtuig-jetblast werpt vrouw omver: voldoende veiligheidsmaatregelen getroffen? (Hoge Raad d.d , RvdW 2004, 76) Op het Antillen-eiland Sint Maarten bevindt zich vliegveld Prinses Juliana. Dit vliegveld grenst aan het openbare strand (Maho beach) en aan de openbare weg. Het vliegveld is afgezet met een hek zodat mensen niet vanaf het strand of de weg het vliegveld kunnen betreden. Aan het hek hangt een bord dat waarschuwt tegen de gevolgen van jetblast en dat die jetblast tot buiten het hek kan reiken. Mevrouw Hartmann stond op 6 mei 2000 vanaf de openbare weg te kijken naar het vertrek van een vliegtuig en zij stond in het verlengde van de startbaan. Door de jetblast werd Hartmann door de lucht geblazen en tegen rotsen geworpen. Hierbij liep zij letsel op en hiervoor stelde zij het vliegveld aansprakelijk. Het vliegveld stelde dat door middel van borden was gewaarschuwd voor jetblast en voor beoordeling van de aansprakelijkheid is de vraag: was dat voldoende? De Hoge Raad haalde de criteria van het Kelderluikarrest nog maar eens naar voren: Bij de beantwoording van de vraag in hoeverre aan iemand die een situatie in het leven roept of laat voortbestaan die voor onoplettende of onvoorzichtige personen gevaarlijk is, de eis kan worden gesteld dat hij met het oog daarop bepaalde veiligheidsmaatregelen neemt (en of derhalve het achterwege laten van die maatregelen in strijd is met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt ten aanzien van eens anders persoon of goed) moet worden gelet op: de mate van waarschijnlijkheid dat er zich ongevallen voordoen; de mate van voorzienbaarheid dat derden niet voldoende oplettend en voorzichtig zijn; de hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan; de ernst en omvang van de schade indien zich een ongeval voordoet; de mate van bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen ter opheffing van het gevaar. Het hof oordeelde dat het vliegveld geen zeggenschap had over de plaats waar Hartmann stond toen haar het ongeval overkwam. Dit acht de Hoge Raad onvoldoende gemotiveerd: degene die de zorg heeft over een terrein kan ook onrechtmatig handelen jegens diegenen die zich buiten dat terrein bevinden maar in de directe nabijheid van de plaats waartoe een op het terrein voorkomend gevaar zich uitstrekt, indien onvoldoende maatregelen worden genomen. Of een waarschuwingsbord voldoende is om het publiek tegen een gevaar te waarschuwen hangt af van de verwachtbaarheid dat de waarschuwing zal leiden tot dusdanig handelen of nalaten bij het publiek dat het gevaar wordt vermeden. Aangezien is gebleken dat veel toeristen zich achter het hek opstellen om naar vliegtuigen te kijken kon het vliegveld weten dat de borden weinig effect sorteerden. Hartmann stelt verder dat uit de borden niet duidelijk blijkt om welk concreet gevaar het gaat en zonder hierop in te gaan neemt het hof aan dat zij op de hoogte kon zijn van het gevaar waaraan zij zich blootstelde. Het enkele gegeven dat het vliegveld geen zeggenschap had over de openbare ruimte achter het hek is een onvoldoende motivering van het arrest van het hof en de zaak wordt naar een ander hof verwezen om verder te worden beoordeeld. KENNIS NO 3 NOVEMBER

14 Medische fout: omkeringsregel? (Hoge Raad d.d. 19 maart 2004; RvdW 2004, 53) Huisarts J. had waarnemersdienst op 4 september 1996 en tijdens die dienst is er telefonisch contact geweest met B. over de medische toestand van haar echtgenoot K. De waarnemende huisarts kon niet meteen komen omdat hij bezig was met een patiënt, maar toen hij arriveerde vertelde B. dat haar echtgenoot al ongeveer een 18 uur sliep na het innemen van 2 tabletten Seresta. De huisarts onderzocht hem en K. bleek niet aanspreekbaar en in diepe slaap. Hij verwachtte dat K. binnen enkele uren zou ontwaken, maar als dat niet zou gebeuren moest B. weer contact opnemen. Dat heeft zij niet gedaan. De volgende ochtend haalde zij incontinentieluiers bij de eigen huisarts, aan wie zij vertelde dat haar echtgenoot nog steeds niet wakker was. Gealarmeerd belde de huisarts de ambulancedienst: K. bleek overleden. Er is geen post mortem onderzoek verricht. B. heeft tegen waarnemend huisarts J. een klacht ingediend bij het Medisch Tuchtcollege, stellende dat hij de ernst van de situatie te lichtvaardig heeft opgevat en daarmee K. de kans op overleven door opname in een ziekenhuis heeft onthouden. De klacht werd gegrond verklaard en J. kreeg een waarschuwing. Deze beslissing is in hoger beroep bij het Centraal Tuchtcollege bevestigd: het door J. aan B. gegeven advies was laakbaar onzorgvuldig en tuchtrechtelijk verwijtbaar. B. stelde een civiele vordering in op J. voor gederfd levensonderhoud en shockschade. Volgens de rechtbank was met het oordeel van het Tuchtcollege de civielrechtelijke aansprakelijkheid gegeven. Voor beoordeling van de vraag of er causaal verband bestaat tussen het handelen/nalaten van J. en de schade van B. hanteerde de rechtbank de omkeringsregel. Nu het risico zich heeft verwezenlijkt acht de rechtbank causaal verband aanwezig. In hoger beroep bevestigde het hof dat J. in beginsel een hem toe te rekenen fout heeft gemaakt, maar dat J. in de gelegenheid zal worden gesteld om te bewijzen dat hij heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam huisarts onder gelijke omstandigheden mocht worden verwacht. Dit uitgaande van de kennis en ervaring in 1996 en van de professionele standaard zoals die destijds binnen de beroepsgroep van huisartsen gold. Ten aanzien van de omkeringsregel oordeelde het hof dat de rechtbank deze in principe juist heeft gehanteerd maar dat de doodsoorzaak niet kon worden vastgesteld. Voor J. was het niet mogelijk om een post mortem onderzoek te (doen) verrichten, maar wel voor B. die dit evenwel niet heeft gedaan. Daardoor is J. in bewijsnood gebracht en dit dient voor rekening van B. te komen, reden waarom de omkeringsregel in dit specifieke geval niet opgaat. B. dient (kort gezegd) te bewijzen dat de dood van K. een rechtstreeks gevolg is van het handelen of nalaten van J. B. legde de kwestie voor aan de Hoge Raad waarbij zij toepassing van de omkeringsregel verdedigde. De Hoge Raad gaf hierop nog eens zijn visie: De omkeringsregel is een voor bepaalde gevallen aanvaarde bijzondere, uit de redelijkheid en billijkheid voortvloeiende regel die inhoudt dat een uitzondering dient te worden gemaakt op de hoofdregel van art. 150 Rv. in dier voege dat het bestaan van causaal verband (in de zin van conditio sine qua non verband) tussen de onrechtmatige gedraging of tekortkoming en het ontstaan van de schade wordt aangenomen, tenzij degene die wordt aangesproken, bewijst c.q. aannemelijk maakt dat de bedoelde schade ook zonder die gedraging of tekortkoming zou zijn ontstaan. Er moet sprake zijn van een gedraging in strijd met een norm die strekt tot het voorkomen van een specifiek gevaar ter zake van het ontstaan van schade en degene die zich op schending van deze norm beroept moet ook bij betwisting aannemelijk maken dat in het concrete geval het specifieke gevaar waartegen de norm bescherming beoogt te bieden, zich heeft verwezenlijkt. Indien een arts een beroepsfout wordt verweten, zal in vele gevallen als norm die de arts zou hebben geschonden, slechts 14 KENNIS NO 3 NOVEMBER 2004

15 kunnen worden aangewezen de in art. 7:453 BW neergelegde algemene norm dat de arts bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht moet nemen en daarbij moet handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid voortvloeiende uit de voor artsen geldende professionele standaard. Dit brengt mee dat met betrekking tot het bewijs van de stelling dat de fout tot een bepaalde schade voor de patiënt heeft geleid, in die zin dat tussen de fout en die schade csqn-verband bestaat, in die gevallen geen plaats zal zijn voor toepassing van de omkeringsregel. Dit laat onverlet dat: a. de rechter anders kan oordelen in het specifieke geval b. de arts die het causaal verband tussen fout en schade betwist heeft een informatieplicht die meebrengt dat van hem mag worden verlangd dat hij ter motivering van zijn betwisting aan de patiënt de gegevens verschaft waarover hij als arts de beschikking heeft of kan hebben. c. er zich een situatie kan voordoen dat er wel een norm bestaat die een patiënt tegen een specifiek gevaar beoogt te beschermen (zoals wanneer in een protocol gedragsregels zijn neergelegd) in welk geval de omkeringsregel wel toepassing kan vinden indien dit specifieke gevaar zich heeft verwezenlijkt. De Hoge Raad oordeelde dat het hof terecht heeft aangenomen dat in het onderhavige geval geen specifieke norm kon worden vastgesteld hetgeen ook niet nodig was omdat de omkeringsregel in deze kwestie niet toepasbaar is. De vordering is afgewezen. KENNIS NO 3 NOVEMBER

16 Nieuwe Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen vervangt WAO (persbericht Min. SZW d.d ) De WAO wordt op 1 januari 2006 vervangen door de WIA, de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. In deze wet staat werk voorop. Door middel van financiële prikkels worden werkgevers en werknemers gestimuleerd er alles aan te doen om gedeeltelijk arbeidsgeschikten aan het werk te helpen of te houden. Tegelijkertijd is er inkomensbescherming voor mensen die echt niet meer aan de slag kunnen komen. Dit betekent een breuk met de bestaande arbeidsongeschiktheidswetgeving, waarin de nadruk vooral ligt op inkomensondersteuning. Dat blijkt uit het wetsvoorstel dat nu voor advies is voorgelegd aan de Raad van State. Aanleiding voor het wetsvoorstel is het grote aantal mensen in Nederland dat een beroep doet op de WAO. Bij ongewijzigd beleid zal het aantal arbeidsongeschikten in de toekomst waarschijnlijk weer gaan stijgen. De nieuwe wet legt het accent op wat mensen nog wel kunnen in plaats van wat zij niet meer kunnen. De wet bestaat uit twee delen: de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) de Regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA). Het kabinet verwacht dat door de nieuwe wet alle betrokkenen - werknemers, werkgevers, verzekeraars en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) - er alles aan zullen doen om gedeeltelijk arbeidsgeschikten aan de slag te helpen of te houden. Dat begint in het eerste en tweede ziektejaar. De werkgever is sinds 1 januari 2004 verplicht een werknemer bij ziekte gedurende twee jaar 70% van het loon door te betalen. Bovendien zijn de werkgever en werknemer beiden verantwoordelijk voor acties die leiden tot de hervatting van het werk. Aan het eind van het tweede ziektejaar beoordeelt het UWV of beide partijen er alles aan gedaan hebben om een gedeeltelijk arbeidsgeschikte aan het werk te houden of te krijgen. Als dat het geval is heeft een gedeeltelijk arbeidsgeschikte (dat is iemand die minder dan 65% arbeidsgeschikt is) recht op een uitkering op grond van de WGA. Deze regeling stimuleert werknemers om (meer) te gaan werken omdat het totale inkomen altijd stijgt naarmate iemand meer werkt. De WGA stimuleert ook werkgevers. Zo zijn werkgevers die een gedeeltelijk arbeidsgeschikte aan het werk helpen of houden niet verplicht het loon door te betalen als de betrokkene binnen vijf jaar opnieuw ziek wordt (no risk polis). Het UWV neemt in dat geval de loondoorbetaling over. Ook krijgt een werkgever korting op de premies voor de sociale verzekeringen als hij een gedeeltelijk arbeidsgeschikte in dienst neemt of houdt. Ook de flexibele premie voor de WGA moet werkgevers prikkelen: de premie gaat omlaag naarmate een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer meer werkt, maar de premie kan ook stijgen als iemand juist minder gaat werken. De WGA kent allereerst een op het laatst verdiende loon gebaseerde uitkering. Na afloop hiervan bestaat eventueel recht op een vervolguitkering. In de vervolguitkering wordt een onderscheid gemaakt tussen gedeeltelijk arbeidsgeschikten die werken en die niet werken. Een gedeeltelijk arbeidsgeschikte die niet of niet voldoende werkt, heeft recht op een vervolguitkering van 70% van het minimumloon vermenigvuldigd met het arbeidsongeschiktheidspercentage (dit wordt bepaald aan de hand van de mate van loonverlies dat iemand heeft als gevolg van arbeidsongeschiktheid). Iemand die werkt, krijgt een loonaanvulling van 70% van het verschil tussen het laatstverdiende loon en het met werken verdiende loon. Daarvoor moet wel in voldoende mate gewerkt worden. Op die manier is het altijd lonend om (meer) te werken. Het kabinet laat werkgevers de keuze of ze het risico van gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid van hun werknemers zelf dragen, onderbrengen bij een private verzekeraar of bij het UWV. Om eerlijke concurrentie tussen UWV en verzekeraars mogelijk te maken heeft het kabinet besloten dat er een toeslag komt op de UWV-premie voor de WGA. Verzekeraars moeten vooraf kapitaal reserveren om tien jaar lang de uitkeringen te kunnen betalen. Ze moeten dit doorberekenen in de premies. Het UWV hoeft niet zo'n buffer aan te leggen en zou dus lagere premies kunnen hanteren. De toeslag op de WGA-premie betekent overigens niet dat werkgevers in totaal meer aan premie kwijt zijn, omdat tegenover deze toeslag een verlaging staat van de premie voor de IVA. Evenals in de huidige WAO betalen alleen werkgevers premie. Overigens zal de premie de komende jaren ook nog dalen als gevolg van de verlenging van de loondoorbetalingsverplichting van werkgevers van één naar twee jaar. Voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, is werkhervatting niet aan de orde. Een werknemer is volledig en duurzaam arbeidsongeschikt als hij niet meer dan 20% van zijn laatstverdiende loon kan verdienen en hij ook niet meer beter kan worden. Voor deze groep wordt een redelijke, toekomstbestendige inkomensvoorziening geboden. De IVA kent een uitkering die is gebaseerd op het laatstverdiende loon (maximaal 70% van het dagloon) en daarna een vervolguitkering (70% van het minimumloon, verhoogd met een bedrag dat toeneemt naarmate iemand langer heeft gewerkt). Mensen die tijdelijk volledig arbeidsongeschikt zijn - dus niet duurzaam - vallen onder de regeling voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten. Zij krijgen een uitkering van 70% van hun oude loon zolang ze volledig arbeidsongeschikt zijn. Werknemers die minder dan 35% loonverlies lijden, vallen niet onder de regeling voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten, maar blijven zo veel mogelijk in dienst van de werkgever. De huidige WAO blijft gelden voor bestaande gevallen. Zo'n van hen worden wel opnieuw beoordeeld. De volgorde van herbeoordeling vindt onder meer plaats op basis van leeftijd. Op die manier wordt bereikt dat jonge mensen met de beste kansen om weer aan het werk te gaan, het eerst aan de beurt komen. Mensen van 55 jaar en ouder worden niet opnieuw gekeurd. De herbeoordeling gebeurt op basis van nieuwe eisen, die op 1 oktober 2004 ingaan. Het streven is om de nieuwe wet op 1 januari 2006 te laten ingaan. 16 KENNIS NO 3 NOVEMBER 2004

17 Werkgever niet aansprakelijk voor uitglijden vrachtwagenchauffeur (Hoge Raad d.d , LJN-nr. AO8171) Benadeelde was sinds 1994 in loondienst bij zijn werkgever. In het verleden had hij een ernstig ongeval meegemaakt met blijvende rugklachten. Hiervoor ontving hij een WAO-uitkering in de klasse 25-35% arbeidsongeschiktheid. Zijn functie omvatte het vervoeren van allerlei bouwmaterialen, het laden en lossen hiervan en het laden en lossen van containers met puin. Op haalde benadeelde een container op van een bouwterrein. Hij had hem een dag eerder leeg geplaatst. In de container werd bouwafval verzameld, afkomstig van renovatiewerkzaamheden. Toen hij de container wilde opladen, is hij gevallen, met enkelletsel tot gevolg. Er waren geen getuigen. De dag daarna (zaterdag) is benadeelde gevallen terwijl hij uit bed stapte. Hierbij bezeerde hij zijn pols. Aan zowel enkel als pols ontwikkelde zich een posttraumatische dystrofie. Dit in combinatie met de al bestaande rugklachten zorgden voor een volledige arbeidsongeschiktheid. Benadeelde vordert op grond van art. 7:658 BW schadevergoeding van zijn werkgever in verband met het hem overkomen bedrijfsongeval. Volgens benadeelde is hij bij het laden van de container uitgegleden over een meer dan normale hoeveelheid puin, onder andere bestaande uit geglazuurde tegels. Zowel kantonrechter als rechtbank wezen de vordering af. De rechtbank oordeelde dat de werkgever de arbeid en de werkplek van de werknemer zodanig dient te organiseren dat deze in de uitoefening van zijn werkzaamheden geen schade lijdt: "Deze verplichting is beperkt tot datgene wat redelijkerwijs noodzakelijk is. Het artikel beoogt derhalve geen absolute waarborg te scheppen voor de werknemer. De aansprakelijkheid van de werkgever berust uiteindelijk op een hem toerekenbare tekortkoming in de nakoming van zijn zorgplicht. Voor zover benadeelde heeft beoogd te stellen dat uit het enkele feit dat hem tijdens werktijd een ongeval kon overkomen, voortvloeit dat de werkgever niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan, moet deze stelling derhalve als onjuist van de hand worden gewezen". De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank terecht tot uitgangspunt heeft genomen dat de werkgever op grond van art. 7:658 BW slechts gehouden is die maatregelen te treffen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om ongevallen te voorkomen, waarbij het gaat om ongevallen die zich zouden kunnen voordoen bij de werkzaamheden die benadeelde voor zijn werkgever moest verrichten. De werkgever hield voldoende toezicht op de naleving van de veiligheidsmaatregelen. Benadeelde voerde nog aan dat de werkgever de zorgplicht had om werkplekken dagelijks te controleren op aanwezige hoeveelheden puin. Dit wijzigde niets aan het oordeel, nu de rechtbank heeft overwogen dat regelmatig voorlichtingsbijeenkomsten plaatsvinden waarin met het personeel klachten, verbetervoorstellen en preventieve maatregelen worden besproken, dat aan iedere medewerker een handboek is uitgereikt waar onder meer het veiligheidsaspect zeer uitvoerig aan de orde komt, dat voldoende toezicht wordt gehouden op de naleving van de veiligheidsmaatregelen, alsmede dat iedere medewerker verplicht is de cursus Basisveiligheid 1 te volgen. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat vóór en na het ongeval door de werkgever werkplekinspecties zijn uitgevoerd en dat de werkplek daarbij telkens in orde is bevonden. Benadeelde betoogt terecht dat het dagelijks verkeren in een bepaalde werksituatie leidt tot een vermindering van de ter voorkoming van ongelukken raadzame voorzichtigheid en dat dit in het bijzonder geldt in gevallen waarin aanzienlijke risico's zijn verbonden aan de door de werknemer verrichte werkzaamheden. Echter, de stelling dat daarom hogere eisen aan de zorgplicht van de werkgever moeten worden gesteld faalt: de betrokken werkzaamheden zouden niet dagelijks door benadeelde zijn verricht en er waren geen aanzienlijke risico s verbonden aan de door benadeelde verrichte werkzaamheden. Voorzover benadeelde meent dat een werkgever op grond van art. 7:658 BW te allen tijde gehouden is specifieke schriftelijke veiligheidsinstructies te geven en op de naleving daarvan toe te zien, gaat hij uit van een onjuiste rechtsopvatting. Het hangt van de omstandigheden van het geval af welke veiligheidsmaatregelen van de werkgever moeten worden verwacht en dus ook op welke manier en hoe veelvuldig hij de werknemer moet instrueren en op de naleving toezien. De vordering werd ontzegd. KENNIS NO 3 NOVEMBER

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene.

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-233 d.d. 6 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mevrouw mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting Consument en Aangeslotene hebben

Nadere informatie

Eigenrisicodragers roepen WGA'ers op voor keuringen

Eigenrisicodragers roepen WGA'ers op voor keuringen Regelingen en voorzieningen CODE 1.3.4.93 Eigenrisicodragers roepen WGA'ers op voor keuringen bronnen Antwoord staatssecretaris SZW d.d. 27.4.2011 op Kamervragen, Vergaderjaar 2010-2011, 2354 Een aantal

Nadere informatie

WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen

WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen De WIA De WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) zorgt ervoor dat werknemers die na de periode van twee

Nadere informatie

Uitvoeringsovereenkomst WGA-Hiaat Verzekeringen voor medewerkers van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)

Uitvoeringsovereenkomst WGA-Hiaat Verzekeringen voor medewerkers van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) Voorwaarden: 790-09 Uitvoeringsovereenkomst WGA-Hiaat Verzekeringen voor medewerkers van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) Artikel 790-09 Uitvoeringsovereenkomst WGA-Hiaat Verzekeringen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257 Rapport Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257 2 Klacht Op 3 november 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer O. te 's-hertogenbosch, met een klacht over een gedraging van

Nadere informatie

Ziekte en arbeidsongeschiktheid: wat is er voor jou geregeld?

Ziekte en arbeidsongeschiktheid: wat is er voor jou geregeld? Ziekte en arbeidsongeschiktheid: wat is er voor jou geregeld? Toekomstplannen. Een andere woning, een verre reis of kinderen die gaan studeren. Je hebt uitdagend werk, een inkomen en ambities. Je moet

Nadere informatie

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217 Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: 4498796 UE VERZ 15-500 MAR/1217 Beschikking van 23 december 2015 hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND inzake [VERZOEKSTER], wonende te Wijk

Nadere informatie

Het werk van de verzekeringsarts

Het werk van de verzekeringsarts Het werk van de verzekeringsarts Wat doen een verzekeringsarts en een bedrijfsarts? Taken verzekeringsarts bij UWV (= uitvoeringsinstituut werknemers verzekeringen) WAO/WIA Rob Mohanlal Landelijk adviseur

Nadere informatie

Casus 9 Passief roken

Casus 9 Passief roken Casus 9 Passief roken Eerder (zie casus 6) is ingegaan op de situatie dat een werknemer al langer dan twee jaar ziek is. In casus 9 gaat het om een werknemer die binnen twee jaar weer hersteld is van zijn

Nadere informatie

Bijlage: Vergelijking WIA en Appa

Bijlage: Vergelijking WIA en Appa Bijlage: Vergelijking WIA en Appa 1. Inleiding In deze notitie wordt een vergelijking gemaakt tussen de sregeling op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA ) en de verlengde uitkering

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Klaverblad Verzekeringen. Wat te doen bij letselschade?

Klaverblad Verzekeringen. Wat te doen bij letselschade? Klaverblad Verzekeringen Wat te doen bij letselschade? Klaverblad Verzekeringen Afrikaweg 2 2713 AW Zoetermeer Postbus 3012 2700 KV Zoetermeer sinds 1850 Telefoon 079-3 204 204 Fax 079-3 204 291 Internet

Nadere informatie

: N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken, gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar

: N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken, gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-323 (mr. P.A. Offers, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden en mr. W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-346 d.d. 2 december 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris)

Nadere informatie

1.2 De Bank heeft een op 22 mei 2014 gedateerd verweerschrift ingediend en daarbij incidenteel beroep ingesteld.

1.2 De Bank heeft een op 22 mei 2014 gedateerd verweerschrift ingediend en daarbij incidenteel beroep ingesteld. Uitspraak Commissie van Beroep 2014-029 d.d. 23 september 2014 (mr. C.A. Joustra, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. W.J.J. Los en mr. F.H.J. Mijnssen, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland te Leiden. Datum: Rapportnummer: 2014/025

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland te Leiden. Datum: Rapportnummer: 2014/025 Rapport Rapport over een klacht over de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland te Leiden. Datum: Rapportnummer: 2014/025 2 Klacht Verzoekster klaagt er over dat haar over het

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 Rapport Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 2 Klacht Op 26 juni 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw B. te Drachten, met een klacht over een gedraging van Gak Nederland

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-855 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 23 mei 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TAF B.V., gevestigd te Eindhoven, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TAF B.V., gevestigd te Eindhoven, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-344 d.d. 26 november 2013 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mr. M. van Pelt, secretaris)

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Convenant met BSA Schaderegelingsbureau B.V. inzake het standaardiseren van processen van werkgeversregres

Convenant met BSA Schaderegelingsbureau B.V. inzake het standaardiseren van processen van werkgeversregres Convenant met BSA Schaderegelingsbureau B.V. inzake het standaardiseren van processen van werkgeversregres Convenant tussen BSA en Verbond van Verzekeraars Overwegingen: BSA pleegt voor werkgevers (waaronder

Nadere informatie

WIA door de Tweede Kamer. Stand van zaken juli 2005

WIA door de Tweede Kamer. Stand van zaken juli 2005 WIA door de Tweede Kamer. Stand van zaken juli 2005 Van WAO naar WIA. Het kabinet wil de WAO per 1 januari 2006 vervangen door de nieuwe Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). De WIA benadrukt

Nadere informatie

Convenant loonregres

Convenant loonregres Overwegingen: Aon pleegt voor werkgevers onder meer loonregres ex. artikel artikel 6:107a BW; Aon is van mening dat er op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b en c BW voor de zogenaamde buitengerechtelijke

Nadere informatie

Wia Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (verdiencapaciteit)

Wia Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (verdiencapaciteit) Wia Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (verdiencapaciteit) De oude WAO regeling geldt alleen nog voor mensen die op 01-01-2006 een WAO uitkering ontvingen Doel is dat de werkgever en werknemer er

Nadere informatie

Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-381 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.E. du Perron en mr. E.M. Dil-Stork, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:1273

ECLI:NL:CRVB:2016:1273 ECLI:NL:CRVB:2016:1273 Instantie Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/5380 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-205 d.d. 19 mei 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en R.H.G. Mijné, leden en mr. I.M.M. Vermeer, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een met naam genoemde verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen te Heerlen (UWV) bij het vaststellen van de belastbaarheid

Nadere informatie

Deskundigenoordeel Een onderzoek naar de manier waarop het UWV. (de klacht over) een deskundigenoordeel heeft afgehandeld.

Deskundigenoordeel Een onderzoek naar de manier waarop het UWV. (de klacht over) een deskundigenoordeel heeft afgehandeld. Rapport Deskundigenoordeel Een onderzoek naar de manier waarop het UWV (de klacht over) een deskundigenoordeel heeft afgehandeld. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat partijen haar advies als bindend zullen aanvaarden.

De Commissie stelt vast dat partijen haar advies als bindend zullen aanvaarden. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-082 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. W. Dullemond, leden en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. U I T S P R A A K Nr. 2000/111 Mo. i n d e k l a c h t nr. 019.00. hierna te noemen 'klager',

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. U I T S P R A A K Nr. 2000/111 Mo. i n d e k l a c h t nr. 019.00. hierna te noemen 'klager', RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 019.00 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Loondoorbetaling na 104 weken ziekte

Loondoorbetaling na 104 weken ziekte Loondoorbetaling na 104 weken ziekte Brief minister Donner Datum 2 februari 2010 Bij brief van 2 juli jl. heeft u gereageerd op mijn brief van 19 december 2008. Uw reactie heeft u inmiddels ook bij brief

Nadere informatie

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling 9 september 2015 Alex Ter Horst Advocaat pensioenrecht Achtergrond Indien verplichtstelling van toepassing is leidt dat voor wg en bpf tot allerlei

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-132 d.d. 6 mei 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. S.N.W. Karreman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-132 d.d. 6 mei 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. S.N.W. Karreman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-132 d.d. 6 mei 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. S.N.W. Karreman, secretaris) Samenvatting Rechtsbijstandverzekering. In een geval

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-294 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mr. S. Riemens en mr. drs. S.F. Van Merwijk, leden en mr. M. van Pelt, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-072 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris) Klacht ontvangen op : 29 juni 2015 Ingesteld door : Consument

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 162 d.d. 2 september 2010 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. D.F. Rijkels) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 52 d.d. 14 juli 2009 (mr R.J. Verschoof, voorzitter, mr drs M.L. Hendrikse en mr M.M. Mendel) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

c. de vergoeding in geld voor wacht- en storingsdienst, gemiddeld per maand over de voorafgaande periode van 12 maanden;

c. de vergoeding in geld voor wacht- en storingsdienst, gemiddeld per maand over de voorafgaande periode van 12 maanden; Hoofdstuk 11 Sociale zekerheid en Pensioen Artikel 11.1 Algemene bepalingen Artikel 11.1.1 Definities In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. volledig en duurzaam arbeidsongeschikt: is hij/zij die als

Nadere informatie

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes Arbeidsomstandigheden Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes De afvalbranche Wijzigingen per 1 juli 2015 > 60 miljoen ton afval per jaar +/- 15.000 werknemers Relatief hoog aantal

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

Drie opties Aan extern expert Absolute Advocaten is gevraagd om de opties in een juridisch kader te schetsen. Er blijken drie opties mogelijk:

Drie opties Aan extern expert Absolute Advocaten is gevraagd om de opties in een juridisch kader te schetsen. Er blijken drie opties mogelijk: BESTUUR Hertog Aalbrechtweg 32-1823 DL ALKMAAR Postbus 9150-1800 GD ALKMAAR Telefoon: (072) 567 88 90 Fax: (072) 50 37 102 Email: j.g.goet@wnk.nl Website: www.wnk.nl Alkmaar, 13 september 2018 Onderwerp:

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, tegen. Arag SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, tegen. Arag SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-322 d.d. 8 september 2014 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars, leden en mr. I.M.L. Venker) Samenvatting

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-160 d.d. 22 mei 2012 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, prof. mr. M.L.Hendrikse en mr. E.M. Dil-Stork, leden, en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Nadere informatie

De no-riskpolis: compensatie voor de werkgever bij de loondoorbetaling bij ziekte

De no-riskpolis: compensatie voor de werkgever bij de loondoorbetaling bij ziekte De no-riskpolis: compensatie voor de werkgever bij de loondoorbetaling bij ziekte In Nederland zijn werkgevers verplicht gedurende 104 weken het loon van hun zieke werknemers tot minimaal zeventig procent

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Feiten In 2007 vindt een ongeval plaats tussen twee auto s. De ene wordt

Nadere informatie

: Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, verder te noemen Verzekeraar

: Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-208 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, en mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars R.A., leden en mr. A. Westerveld, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 02.0175 (005.02) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Conflictverlof bij situatieve arbeidsongeschiktheid lost niets op.

Conflictverlof bij situatieve arbeidsongeschiktheid lost niets op. Conflictverlof bij situatieve arbeidsongeschiktheid lost niets op. oktober 2008 De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

Wijziging op de Verordening Re-integratie en Tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Borsele

Wijziging op de Verordening Re-integratie en Tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Borsele Wijziging op de Verordening Re-integratie en Tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Borsele Citeertitel: Re-integratieverordening 2015 De raad van de gemeente Borsele, gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam &

meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & De 10 meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & Colofon De Gier Stam & Advocaten Lucasbolwerk 6 Postbus 815 3500 AV UTRECHT t: (030)

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Ik ben ziek Wat nu? Informatiebrochure voor werknemers November 2007

Ik ben ziek Wat nu? Informatiebrochure voor werknemers November 2007 Ik ben ziek Wat nu? Informatiebrochure voor werknemers November 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 3 De Wet Verbetering Poortwachter (WVP).. 4 Contact met de arbodienst 4 Opstellen Plan van Aanpak 5 Uitvoeren

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.5040 (157.06) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Arbeidsongeschiktheidsverzekering voor Personeel Speciale afspraken voor werknemers in het Uitgeverijbedrijf Logo [BedrijfX]

Arbeidsongeschiktheidsverzekering voor Personeel Speciale afspraken voor werknemers in het Uitgeverijbedrijf Logo [BedrijfX] Een gegarandeerd inkomen bij arbeidsongeschiktheid. Arbeidsongeschiktheidsverzekering voor Personeel Speciale afspraken voor werknemers in het Uitgeverijbedrijf Logo [BedrijfX] Inhoud Een goede basis bij

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-059 d.d. 23 februari 2015 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en C.E. Polak, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

WIA Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

WIA Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen WIA Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen WIA-bodemverzekering WGA-aanvullingsverzekering WIA-excedentverzekering Meer bestedingsruimte bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Welkom bij de workshop Wet en Regelgeving. Maria van Nies Coach en Supervisor MS Coach voor MS Vereniging Nederland

Welkom bij de workshop Wet en Regelgeving. Maria van Nies Coach en Supervisor MS Coach voor MS Vereniging Nederland Welkom bij de workshop Wet en Regelgeving Maria van Nies Coach en Supervisor MS Coach voor MS Vereniging Nederland 1 Onderwerpen Wet Verbetering Poortwachter Rechten en Plichten Wanneer ontslag Wia keuring

Nadere informatie

Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, hierna te noemen Aangeslotene.

Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-445 d.d. 18 december 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Consument ontvangt een arbeidsongeschiktheidsuitkering

Nadere informatie

W etopdearbeidsongeschiktheidsverzekering. W etwerkeninkomennaararbeidsvermogen

W etopdearbeidsongeschiktheidsverzekering. W etwerkeninkomennaararbeidsvermogen W etopdearbeidsongeschiktheidsverzekering De W etopdearbeidsongeschiktheidsverzekering(wao) is een Nederlandse wet die is bedoeld voor werknemers die langdurig ziek of gehandicapt zijn en niet meer (volledig)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-323 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 27 juli 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.5331 (171.05) ingediend door: hierna te noemen klaagster, tegen: hierna te noemen verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

Inkomensgarantieplan. De oplossing voor inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid

Inkomensgarantieplan. De oplossing voor inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid Inkomensgarantieplan De oplossing voor inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid Inhoud Neem geen risico met uw inkomen 4 Wettelijke regelingen 5 OHRA Inkomensgarantieplan Basis 7 OHRA Inkomensgarantieplan

Nadere informatie

Convenant (buitengerechtelijke) kosten Medische aansprakelijkheid

Convenant (buitengerechtelijke) kosten Medische aansprakelijkheid Convenant (buitengerechtelijke) kosten Medische aansprakelijkheid Convenant tussen de afdelingscommissies Algemene Aansprakelijkheid en Rechtsbijstand van het Verbond van Verzekeraars inzake CONVENANT

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. tegen: hierna te noemen de tussenpersoon'.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. tegen: hierna te noemen de tussenpersoon'. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.4211 (126.06) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster 1', hierna te noemen klager en klaagster 2, allen tezamen hierna

Nadere informatie

Convenant verhaalsrecht BSA en Verbond 2015 Convenant verhaalsrecht BSA en Verbond

Convenant verhaalsrecht BSA en Verbond 2015 Convenant verhaalsrecht BSA en Verbond Convenant verhaalsrecht BSA en Verbond 2015 Vertrouwelijk 1 Alleen voor intern gebruik Overwegingen: BSA pleegt voor werkgevers (waaronder de overheid) onder meer loonregres ex. artikel 2 Verhaalswet ongevallen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 3 mei 2007 Rapportnummer: 2007/084

Rapport. Datum: 3 mei 2007 Rapportnummer: 2007/084 Rapport Datum: 3 mei 2007 Rapportnummer: 2007/084 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Belastingdienst niet de hem bekende inkomensgegevens over het jaar 2005 heeft gebruikt als basis voor het bepalen

Nadere informatie

1. Procedure. 2. Feiten

1. Procedure. 2. Feiten Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 144 d.d. 20 juli 2010 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mr. J.W.H. Offerhaus en mr. J.Th. De Wit) 1. Procedure De Commissie beslist met

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.1733 (052.03) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Regeling melding misstand woningcorporaties

Regeling melding misstand woningcorporaties Regeling melding misstand woningcorporaties Regeling van de procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand en van de (rechts)bescherming van de melder en de vertrouwenspersoon integriteit.

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.2274 (047.06) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen Inkomen

WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen Inkomen Verzekeringen Makelaardij Hypotheken Pensioenen Employment Benefits Bankzaken WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen Inkomen vrieling adviesgroep De WIA De WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen)

Nadere informatie

Nierpatiënten Vereniging Nederland. Biedt perspectief!

Nierpatiënten Vereniging Nederland. Biedt perspectief! Nierpatiënten Vereniging Nederland Biedt perspectief! PROCEDURE Wet verbetering poortwachter Week 1: ziekmelding bij werkgever en arbodienstverlening. Week 6: probleemanalyse bedrijfsarts (evaluatie/bijstelling

Nadere informatie

www.avansplus.nl Welkom

www.avansplus.nl Welkom Welkom Tot 1 oktober 2006 kon werknemer niet instemmen met einde dienstverband zonder verlies WW-rechten. Heeft geleid tot pro-forma praktijk. Vanaf 1 oktober 2006 is deze mogelijkheid er wel. Voorwaarde

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J. 107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen

Nadere informatie

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-382 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

Voorhangprocedure van het ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (29544)

Voorhangprocedure van het ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (29544) Voorhangprocedure van het ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (29544) Schriftelijke reactie op het verslag Met belangstelling heeft de regering kennis

Nadere informatie

Werkwijzer Handelen van de bedrijfsarts op verzoek van eigenrisicodragers WGA

Werkwijzer Handelen van de bedrijfsarts op verzoek van eigenrisicodragers WGA Werkwijzer Handelen van de bedrijfsarts op verzoek van eigenrisicodragers WGA Opgesteld door: Commissie Wet- en Regelgeving van de Nederlandse vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde April 2014

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 446 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 25 april 2013 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster,

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster, TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK 18-015 in de zaak nr. [nummer] ingediend door: met betrekking tot: mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster, [naam aangeslotene

Nadere informatie

Verhaal van uw persoonlijke schade bij letsel

Verhaal van uw persoonlijke schade bij letsel Persoonlijke bijstand Verhaal van uw persoonlijke schade bij letsel 1 Juridische hulp met een warm hart Bent u buiten uw schuld slachtoffer van een ongeval? Zijn er bij een medische behandeling fouten

Nadere informatie

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde

Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde Toelichting Bedrijfsregeling 7: Schaderegeling schuldloze derde De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft in een groot aantal uitspraken stelling genomen tegen de verwijzing van een schuldloze derde door

Nadere informatie

M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers

M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers drs. F.M.J. Westhof Zoetermeer, december 2005 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers

Nadere informatie

Individuele WIA werknemersverzekering

Individuele WIA werknemersverzekering Individuele WIA werknemersverzekering Inhoud Individuele WIA werknemersverzekering 3 Waar is deze verzekering voor? 3 Voor wie is deze verzekering? 3 Welke risico s verzekeren we? 3 Welke uitkering krijgt

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065

Rapport. Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065 Rapport Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065 2 Klacht Op 25 augustus 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw V. te IJmuiden, met een klacht over een gedraging van

Nadere informatie

Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Consument heeft met het door haar ondertekende

Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Consument heeft met het door haar ondertekende Niet-bindende uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-50 d.d. 16 februari 2012 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. S.N.W. Karreman,

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening 2014-446 d.d. 22 december 2014 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. E.M. Dil-Stork, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

WIA Opvang Polis. op de WIA. Het antwoord van de. Van Kampen Groep. (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen)

WIA Opvang Polis. op de WIA. Het antwoord van de. Van Kampen Groep. (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) WIA Opvang Polis Het antwoord van de Van Kampen Groep op de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) Pagina 1 WIA Opvang Polis. Hoe wordt de hoogte van de WIA-uitkering berekend? De hoogte van de

Nadere informatie

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 12 maart 2012.

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 12 maart 2012. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-157 d.d. 21 mei 2012 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. B.C. de Vries, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2016-004 d.d. 2 februari 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. A. Smeeing-van Hees en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. G.A. van de Watering,

Nadere informatie

Convenant. motorrijtuigenverzekering. 1 oktober 2013

Convenant. motorrijtuigenverzekering. 1 oktober 2013 Convenant schaderegeling schadeverzekering inzittenden en motorrijtuigenverzekering 1 oktober 2013 Convenant tussen aangesloten leden van de afdelingscommissie Motorrijtuigen van het Verbond van Verzekeraars

Nadere informatie

u hebt letselschade 38114 12.14

u hebt letselschade 38114 12.14 u hebt letselschade 2 Een gespecialiseerde letselschadejurist behandelt uw zaak In de rij voor het verkeerslicht rijdt iemand achterop uw auto. Bij het voetballen breekt u een been na een tackle van een

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het Servicecentrum PGB van de Sociale Verzekeringsbank te Utrecht. Datum: Rapportnummer: 2013/0008

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het Servicecentrum PGB van de Sociale Verzekeringsbank te Utrecht. Datum: Rapportnummer: 2013/0008 Rapport Rapport over een klacht betreffende het Servicecentrum PGB van de Sociale Verzekeringsbank te Utrecht. Datum: Rapportnummer: 2013/0008 2 Klacht Op 20 juni 2012 ontving de Nationale ombudsman een

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-209 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. dr. S.O.H. Bakkerus, mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder.

Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder. Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder. ANWB en verkeersslachtoffers Naast de inzet voor meer verkeersveiligheid is de ANWB ook betrokken bij de afwikkeling

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 6 maart 2015 Rapportnummer: 2015/049

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 6 maart 2015 Rapportnummer: 2015/049 Rapport Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 6 maart 2015 Rapportnummer: 2015/049 2 Klacht Verzoeker, die werkzoekend was en een WW-uitkering ontving, klaagt over de wijze van informatieverstrekking

Nadere informatie