Avondopleiding Basis Dubbel Boekhouden. Koen Vanlommel JCI Office

Transcriptie

1 Avondopleiding Basis Dubbel Boekhouden Koen Vanlommel JCI Office 1

2 Agenda Kasboekhouding vs. Dubbele Boekhouding Activa en Passiva Kosten en Opbrengsten Balans en Resultaatrekening Grootboekrekeningen Debet en Credit Theorie Praktijk Resultaatbepaling Eindejaarsovergang Oefening T-rekeningen (onder voorbehoud) 2

3 Kasboekhouding vs. Dubbele Boekhouding Betalingen Ontvangsten Resultaten (jaar per jaar) Foutgevoelig ~ onoverzichtelijk Kosten - Opbrengsten Betalingen Ontvangsten Vorderingen - Schulden Activa (middelen) - Passiva (bronnen) Resultaten (jaar per jaar) Balans (alle jaren) Zelfcontrolerend ~ overzichtelijk 3

4 Kasboekhouding vs. Dubbele Boekhouding vb 1 : vergaderzaal voor opleiding Bankuittreksel komt binnen Betaling wordt geregistreerd Er is 150 betaald voor een zaal Aankoopfactuur komt binnen Aankoopfactuur wordt geregistreerd Zaal heeft 150 gekost Aan de leverancier moet 150 betaald worden Bankuittreksel komt binnen Betaling wordt geregistreerd Er gaat 150 van de bankrekening De schuld aan de leverancier van 150 is vereffend 4

5 Kasboekhouding vs. Dubbele Boekhouding vb 2 : factuur voor sponsoring Bankuittreksel komt binnen Ontvangst wordt geregistreerd We hebben 1000 aan sponsoring ontvangen Verkoopfactuur wordt aangemaakt Verkoopfactuur wordt geregistreerd We hebben voor 1000 aan opbrengsten uit sponsoring De sponsor moet ons 1000 betalen Bankuittreksel komt binnen Ontvangst wordt geregistreerd Er komt 1000 op de bankrekening De vordering op de klant van 1000 is vereffend 5

6 Kasboekhouding vs. Dubbele Boekhouding vb 3 : aankoop spandoeken (3 jaar bruikbaar) Bankuittreksel komt binnen Betaling wordt geregistreerd Er is 500 betaald voor spandoeken Aankoopfactuur wordt aangemaakt Aankoopfactuur wordt geregistreerd We bezitten spandoeken ter waarde van 500 Aan de leverancier moet 500 betaald worden Bankuittreksel komt binnen Betaling wordt geregistreerd Er gaat 500 van de bankrekening De schuld aan de leverancier van 500 is vereffend 6

7 Kasboekhouding vs. Dubbele Boekhouding vb 4 : jaarlijkse slijtage spandoeken (3 jaar bruikbaar) (niks) Speciale verrichting = Afschrijving Onze spandoeken zijn 1/3 e van 500, ofwel minder waard wegens slijtage De slijtage heeft ons dit jaar 1/3 e van 500, ofwel gekost 7

8 Activa en Passiva Activa = Middelen Passiva = Bronnen Wat bezitten we? Hoe zijn we er aan geraakt? Spandoeken Folders Zichtrekening Spaarrekening Vorderingen op klanten (tegoeden) Winst vorige boekjaren Schuld aan leverancier aan bank (banklening) aan aandeelhouder (eigen vermogen) 8

9 Balans Activa (middelen) Passiva (bronnen) 9

10 Kosten en Opbrengsten Kost = Uitgave Opbrengsten = Inkomst Betaling aan iemand Ontvangst van iemand 10

11 Balans en Resultaatrekening Activa (middelen) Passiva (bronnen) Kosten Opbrengsten 11

12 Activa en Passiva vb 1 : vergaderzaal voor opleiding Verwerking Aankoopfactuur Zaal heeft 150 gekost Aan de leverancier moet 150 betaald worden Kost 150 Schuld = Passiva 150 Verwerking Bankuittreksel Er gaat 150 van de bankrekening De schuld aan de leverancier van 150 is vereffend Bank = Activa 150 Schuld = Passiva

13 Activa en Passiva vb 2 : factuur voor sponsoring Verwerking Verkoopfactuur We hebben voor 1000 aan opbrengsten uit sponsoring Opbrengst 1000 De sponsor moet ons 1000 betalen Vordering = Activa 1000 Verwerking Bankuittreksel Er komt 1000 op de bankrekening De vordering op de klant van 1000 is vereffend Bank = Activa 1000 Vordering = Activa

14 Activa en Passiva vb 3 : aankoop spandoeken (3 jaar bruikbaar) Verwerking Aankoopfactuur We bezitten spandoeken ter waarde van 500 Aan de leverancier moet 500 betaald worden Bezitting = Activa 500 Schuld = Passiva 500 Verwerking Bankuittreksel Er gaat 500 van de bankrekening De schuld aan de leverancier van 500 is vereffend Bank = Activa 500 Schuld = Passiva

15 Activa en Passiva vb 4 : jaarlijkse slijtage spandoeken (3 jaar bruikbaar) Verwerking Afschrijving Onze spandoeken zijn minder waard wegens slijtage Bezitting = Activa De slijtage heeft ons dit jaar gekost Kost

16 Grootboekrekeningen Ieder element van activa, passiva, kosten & opbrengsten heeft een uniek nummer (6 cijfers lang), de grootboekrekening genoemd Opdat iedereen ongeveer dezelfde indeling zou gebruiken, is er een minimum algemeen rekeningstelsel (zie ADMINd ) Het eerste getal van een rekeningnummer is de klasse, hierdoor worden alle grootboekrekeningen logisch gegroepeerd : 1. Schulden op lange termijn 2. Activa en vorderingen op meer dan 1 jaar 3. Voorraden 4. Vorderingen en schulden op minder dan 1 jaar 5. Liquide middelen en geldbeleggingen 6. Kosten 7. Opbrengsten 16

17 Balans en Resultaatrekening Activa (middelen) Passiva (bronnen) Klasse 2 / 3 / 4 / 5 Klasse 1 / 4 Kosten Opbrengsten Klasse 6 Klasse 7 17

18 Grootboekrekeningen Voorbeelden Eigen vermogen Voorraden Vorderingen op klanten Schulden aan leveranciers Geld op zichtrekening Geld in kas Aankopen goederen Verkopen (omzet) 21% 18

19 Debet en Credit In boekhouding bestaat geen min-teken We schrijven links ( debet ) en rechts ( credit ) debet = credit Geldt voor elke verwerking : zelfcontrolerend Geldt voor de volledige boekhouding : zelfcontrolerend Wanneer debet of credit gebruiken??? Vroeger van buiten leren Thuis boekhoudpakket helpt = enkel in uitzonderingen nadenken Vandaag oefenen 19

20 Wanneer Debet of Credit gebruiken? Activa Verhogen debet Verlagen credit Passiva Verhogen credit Verlagen debet Kosten Verhogen debet Verlagen credit Opbrengsten Verhogen credit Verlagen debet 20

21 Balans en Resultaatrekening Activa (middelen) Passiva (bronnen) Klasse 2 / 3 / 4 / 5 Klasse 1 / 4 Kosten Opbrengsten Klasse 6 Klasse 7 Verhogen = Debet Verhogen = Credit 21

22 Activa en Passiva vb 1 : vergaderzaal voor opleiding Verwerking Aankoopfactuur Zaal heeft 150 gekost Aan de leverancier moet 150 betaald worden Verwerking Bankuittreksel Er gaat 150 van de bankrekening De schuld aan de leverancier van 150 is vereffend Kost rek DEBET Schuld = Passiva rek CREDIT Bank = Activa rek CREDIT Schuld = Passiva rek DEBET 22

23 Activa en Passiva vb 2 : factuur voor sponsoring Verwerking Verkoopfactuur We hebben voor 1000 aan opbrengsten uit sponsoring De sponsor moet ons 1000 betalen Opbrengst rek CREDIT Vordering = Activa rek DEBET Verwerking Bankuittreksel Er komt 1000 op de bankrekening De vordering op de klant van 1000 is vereffend Bank = Activa rek DEBET Vordering = Activa rek CREDIT 23

24 Activa en Passiva vb 3 : aankoop spandoeken (3 jaar bruikbaar) Verwerking Aankoopfactuur We bezitten spandoeken ter waarde van 500 Aan de leverancier moet 500 betaald worden Verwerking Bankuittreksel Er gaat 500 van de bankrekening De schuld aan de leverancier van 500 is vereffend Bezitting = Activa rek DEBET Schuld = Passiva rek CREDIT Bank = Activa rek CREDIT Schuld = Passiva rek DEBET 24

25 Activa en Passiva vb 4 : jaarlijkse slijtage spandoeken (3 jaar bruikbaar) Verwerking Afschrijving Onze spandoeken zijn minder waard wegens slijtage De slijtage heeft ons dit jaar gekost Bezitting = Activa rek CREDIT Kost rek DEBET 25

26 Resultaatbepaling Debet Credit Verschil Kosten Totaal Debet klasse 6 = d6 Credit klasse 6 = c6 d6 - c6 = kosten Opbrengsten Totaal Debet klasse 7 = d7 Credit klasse 7 = c7 c7 d7 = opbrengsten Opbrengsten Kosten = WINST 26

27 Eindejaarsovergang Draag winst of verlies over naar nieuw jaar Winst 69.. Overdracht naar volgend boekjaar 13.. Overgedragen reserves Verlies 79.. Overdracht naar volgend boekjaar 13.. Terugname reserves DEBET CREDIT CREDIT DEBET Alle 6- en 7- rekeningen op nul zetten voor nieuw jaar 27

28 Avondopleiding Basis Dubbel Boekhouden Koen Vanlommel JCI Office 28