Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Transcriptie

1 Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw OVERZICHT AUTOPSIES RUNDVEE 2008 In onderstaande tabellen wordt het aantal diagnoses weergegeven op dierniveau. FOETI/DOODGEBOREN KW 1 KW2 KW3 KW4 TOTAAL aantal inzendingen aantal dieren geen etiologische diagnose anoxie isolatie reincultuur (longen/lebmaag) gisten/schimmels Listeria sp Salmonella sp opportunistische bacteriën BT BVD Neospora caninum sepsis* leptospirose IBR-vermoeden congenitale afwijking *sepsis: bij 5 foeti werden in de bloedvaten van longen en hersenen ontstekingscellen teruggevonden. Dit wijst op een septicemie. Maatschappelijke zetel Administratie Deinse Horsweg Drongen BTW BE KBC Identificatie & Registratie Deinse Horsweg Drongen Laboratorium West Industrielaan Torhout Laboratorium Oost Gezondheidsadministratie Hagenbroeksesteenweg Lier

2 Van de 275 foeti die voor autopsie werden aangeboden, kon in 32% van de gevallen geen enkel agens aangetoond worden. De laatste jaren werd het abortusprotocol sterk uitgebreid, waardoor een daling in het percentage zonder etiologische diagnose kon gerealiseerd worden. Dit cijfer bedroeg in 2006 nog 61% en in %. Bij een autopsie van een foetus wordt standaard bacteriologie uitgevoerd op de longen en de lebmaag. In 31% van de gevallen werd een reincultuur geïsoleerd, in minder dan de helft van die reinculturen werd alveolitis gezien op histologie van de long. Meer gegevens zijn terug te vinden in onderstaande tabel. De alveolitis toont aan dat de geïsoleerde kiemen wel degelijk aan de basis (kunnen) liggen van een incidentele abortus. Longen en lebmaag werden ook geënt voor Salmonella sp., Listeria sp. en gisten/schimmels. In 60% van de listeriosegevallen werd Listeria monocytogenes geïsoleerd, in de overige gevallen werd vooral Listeria innocua geïsoleerd. Bij de schimmels ging het meestal om Aspergillus fumigatus. Verder wordt standaard ook histologisch onderzoek verricht op hart en hersenen om de letsels van Neospora caninum op te sporen. In 12% van de foeti was er een sterk vermoeden van verwerping door neosporose (antistoffen in thoracaal vocht en/of serum moederdier), in bijna 65% van de vermoedens werd de diagnose bevestigd op histologie. Er wordt bij elk dossier tevens milt onderzocht voor BVD-antigen: in 4% van de gevallen was dit positief. Van de 10 gevallen met een sterk vermoeden voor blauwtong, kon slechts in 3 gevallen het virus aangetoond worden via PCR. Tabel: overzicht reinculturen opportunistische kiemen uit longen/lebmaag isolaties in reincultuur waarbij alveolitis (histologie) Staphylococcus sp Bacillus sp. 9 9 Escherichia coli 29 9 Arcanobacter pyogenes 20 8 Pseudomonas aeruginosa 1 0 Klebsiella sp. 2 0 Globicatella sp. 1 1 Aeromonas sp. 1 1 Histophilus somnus 1 1 overige 11 2 geen isolatie 0 1

3 KALVEREN <1 MAAND KW1 KW2 KW3 KW4 TOTAAL aantal inzendingen aantal dieren: -volledig organen geen etiologische diagnose enteritis Escherichia coli Clostridium perfringens coccidiose Salmonella sp rotavirus coronavirus cryptosporidiose Giardia (broncho)pneumonie met pleuritis met uitgebreid emfyseem RSV Mannheimia haemolytica Pasteurella multocida Mycoplasma sp verslikkingspneumonie algemene aandoening schurft peritonitis sepsis torsie/invaginatie/obstructie abomasitis/lebmaagulcera pensdrinker navelabces/arthritis Histophilus somnus spierdegeneratie endocarditis BVD bloedingsneiging - onbekende etiologie congenitale afwijking afwijking centraal zenuwstelsel anencephalie/hydrancephalie BT meningo-encephalitis (L. monocytogenes)

4 Bij het grootste aantal kalveren jonger dan een maand, was de doodsoorzaak enteritis. Daarbij werden vooral cryptosporidiose en rota aangetoond. Bij de longproblematiek werd bij deze leeftijd het meest Pasteurella multocida geïsoleerd. Bij de algemene infecties is vooral BVD en in tweede instantie sepsis van belang. Opmerkelijk in 2008 werden een 7-tal kalveren jonger dan een 1 maand aangeboden met bloedingsneiging zonder dat een etiologie kon aangetoond worden.

5 KALVEREN 1-3 MAANDEN KW1 KW2 KW3 KW4 TOTAAL aantal inzendingen aantal dieren: -volledig organen geen etiologische diagnose enteritis Escherichia coli coccidiose nematodeninfestatie Clostridium perfringens Giardia rota-/coronavirus cryptosporidiose (broncho)pneumonie met pleuritis met uitgebreid emfyseem RSV Pasteurella sp Histophilus somnus Mannheimia haemolytica Mycoplasma sp algemene aandoening leverbot endocarditis/pericarditis leknavel mesenteriumtorsie/darminvaginatie peritonitis pensdrinker verbloeding BVD sepsis schurft trauma cachexie polyserositis congenitale afwijking

6 Bij deze leeftijdscategorie is het percentage long- en darmproblemen ongeveer even groot. Bij de darmproblemen werd voornamelijk een clostridiuminfectie vastgesteld, bij de longaandoeningen werd vooral Pasteurella sp. geïsoleerd.

7 KALVEREN 3-6 MAANDEN KW1 KW2 KW3 KW4 TOTAAL aantal inzendingen aantal dieren: -volledig organen geen etiologische diagnose enteritis Clostridium perfringens coccidiose Giardia (broncho)pneumonie met pleuritis met bulleus emfyseem RSV Mannheimia hemolytica Mycoplasma sp Histophilus somnus Pasteurella multocida IBR necrobacillose algemene aandoening pericarditis/endocarditis peritonitis darminvaginatie/torsie sepsis botulisme vermoeden BT BVD ectoparasieten lebmaagulcera congenitale afwijking

8 Het percentage kalveren met diagnose enteritis is bij deze leeftijdscategorie lager terwijl het percentage kalveren met als doodsoorzaak een ademhalingsstoornis hoger ligt. Bij pneumonie werden vooral Mycoplasma sp. en Pasteurella multocida geïsoleerd.

9 RUNDEREN 6 MAAND-2 JAAR KW1 KW2 KW3 KW4 TOTAAL aantal inzendingen aantal dieren: - volledig organen geen etiologische diagnose enteritis Salmonella sp Clostridium perfringens coccidiose Giardia (broncho)pneumonie met pleuritis met uitgebreid emfyseem RSV Mycoplasma sp Pasteurella sp Histophilus somnus tracheïtis + fibrinonecrotiserende pneumonie IBR Mannheimia haemolytica longwormen algemene aandoening schimmelinfectie huid BT BVD traumatische reticuloperitonitis intoxicatie-vermoeden septicemie-vermoeden endocarditis/pericarditis afwijking centraal zenuwstelsel meningitis

10 Bij deze leeftijd zijn longpathologie, darmpathologie en algemene aandoeningen ongeveer gelijkmatig vertegenwoordigd. Longproblemen zijn divers, met onder andere isolatie van Histophilus somnus en positieve PCR-testen voor IBR.

11 RUNDEREN > 2 JAAR KW1 KW2 KW3 KW4 TOTAAL aantal inzendingen aantal dieren: - volledig organen geen etiologische diagnose enteritis (broncho)pneumonie met pleuritis met bulleus emfyseem Mannheimia haemolytica Histophilus somnus Mycoplasma bovis Pasteurella multocida IBR verslikkingspneumonie algemene aandoening sepsis cachexie shock BVD BT traumatische reticuloperitonitis leverbot leververvetting baarmoederruptuur/-ontsteking/-prolaps verbloeding peritonitis pensacidose botulisme-vermoeden mastitis beeld hemorrhagic bowel disease longbloeding perforerende lebmaag-/darmulcus lebmaagdilatie links sarcosporidiose taxusintoxicatie fractuur/trauma/wonde

12 Bij de volwassen runderen worden meer algemene aandoeningen gediagnosticeerd. Hierbij zijn sepsis, baarmoederruptuur/ontsteking/prolaps en shock de belangrijkste. In 2008 waren er in totaal 17 gevallen met vermoeden van sterfte ten gevolge van botulisme maar slechts in 1 geval werd dit vermoeden bevestigd. Belangrijk hierbij is dat een negatief resultaat voor C. botulinum-toxine niet toelaat om botulisme als doodsoorzaak uit te sluiten.