economisch instituut voor de bouw trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "economisch instituut voor de bouw trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche 2012-2017"

Transcriptie

1 economisch instituut voor de bouw trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche :18 omslag.indd 1

2 Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche

3 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend toegestaan met schriftelijke toestemming van het EIB. Het is geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in artikelen en dergelijke, mits daarbij de bron duidelijk en nauwkeurig wordt vermeld. April 2012

4 Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche Marktontwikkelingen in het stukadoors-, wand- en plafondmontage-, vloerenleggers-, terrazzo- en blokken- en elementenstellersbedrijf

5

6 Inhoudsopgave Leeswijzer 7 Beeld op hoofdlijnen 9 Samenvatting 11 1 Inleiding Algemeen De afbouwbranche als onderdeel van de afbouwsector Gebruikte bronnen Indeling van het rapport 27 2 Ontwikkeling van de totale bouwproductie Vooruitzichten voor 2012 en Vooruitzichten op middellange termijn 33 3 Totale afbouwbranche Marktontwikkelingen Ontwikkeling van de werkgelegenheid Bedrijfseconomische ontwikkelingen in Stukadoorswerk Marktontwikkelingen Ontwikkeling van de werkgelegenheid Bedrijfseconomische ontwikkelingen in Wand- en plafondmontage Marktontwikkelingen Ontwikkeling van de werkgelegenheid Bedrijfseconomische ontwikkelingen in Vloerenleggen Marktontwikkelingen Ontwikkeling van de werkgelegenheid Bedrijfseconomische ontwikkelingen in Terrazzowerk Marktontwikkelingen Ontwikkeling van de werkgelegenheid Bedrijfseconomische ontwikkelingen in Blokken- en elementenstellen Marktontwikkelingen Ontwikkeling van de werkgelegenheid Bedrijfseconomische ontwikkelingen in Bijlage A Activiteiten van de afbouwbranche 95 Bijlage B Begrippen en formules 97 5

7 Bijlage C Samenstelling arbeidsinzet 99 EIB-publicaties 101 6

8 Leeswijzer Voor u ligt de publicatie Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche, , waarin de recente ontwikkelingen en verwachtingen rond de productie, werkgelegenheid en bedrijfseconomische structuur van de totale afbouwbranche en de daarbinnen onderscheiden deelbranches beschreven zijn. De publicatie bevat veel informatie. Wilt u snel een overzicht hebben van de belangrijkste conclusies, dan verwijzen wij u naar het Beeld op hoofdlijnen, dat voorin de publicatie is opgenomen. Voor een complete en zelfstandig leesbare samenvatting van het beeld voor de afbouwbranche verwijzen wij u naar de Samenvatting. Wilt u meer achtergronden of detail, dan verwijzen wij u naar de verschillende hoofdstukken van de publicatie. Hoofdstuk 1 beschrijft de onderdelen van de afbouwbranche en beschrijft de positie van deze onderdelen binnen de totale bouwnijverheid. Ook worden in dit hoofdstuk de respons en de gebruikte informatiebronnen beschreven. Hoofdstuk 2 beschrijft de algemene ontwikkelingen binnen de totale bouwproductie naar type werk. In hoofdstuk 3 wordt het beeld voor de hele afbouwbranche beschreven, waarin achtereenvolgens de ontwikkelingen voor de afzetmarkt, de werkgelegenheid en het bedrijfseconomisch beeld voor 2010 worden behandeld. In de hoofdstukken 4 t/m 8 worden de afzonderlijke branches beschreven. Bent u op zoek naar gedetailleerde informatie over een specifieke branche dan verwijzen wij u naar de volgende hoofdstukken: 4. stukadoorswerk; 5. wand- en plafondmontage; 6. vloerenleggen; 7. terrazzowerk; 8. blokken- en elementenstellen. Hiernaast bevat deze publicatie drie bijlagen. In bijlage A vindt u de activiteiten van de afbouwbranche naar onderdeel, SBI-code en CAO-artikel. Voor een nadere omschrijving van een aantal begrippen en formules verwijzen wij u naar bijlage B. Bijlage C geeft een overzicht van de samenstelling van de arbeidsinzet in In tegenstelling tot voorgaande publicaties bevat deze publicatie vanwege het terugtrekken van Savantis dit jaar geen uitgebreide beschrijving van de arbeidsmarkt en de scholingsbehoefte van de totale afbouwbranche en die van de onderliggende branches. 7

9 8

10 Beeld op hoofdlijnen Omvang afbouwbranche in 2010 Medio 2010 waren er bedrijven bij het Bedrijfschap Afbouw geregistreerd. Samen behaalden zij dat jaar een omzet van 2,5 miljard (exclusief btw) en hadden zij bijna arbeidsjaren aan eigen personeel (werknemers en meewerkende eigenaren). Ongeveer van deze bedrijven bestonden uit zelfstandigen zonder personeel, die samen een omzet van 0,6 miljard realiseerden. Door de crisis kromp in 2010 zowel het aantal bedrijven met personeel als de omzet. Het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp ers) nam toe, omdat een deel van de ontslagen werknemers hun heil als zzp er zocht. Productie De totale productie van de afbouwbranche nam in 2011 met 2½% toe. Dit herstel is bescheiden na de sterke daling van 20% in de jaren 2009 en Het waren de vloerenleggers en de blokken- en elementenstellers die door hun sterke oriëntatie op de nieuwbouw het meest van het herstel profiteerden. De wand- en plafondmontagesector bleef hier nauwelijks bij achter. Door de relatief late inzet in het bouwproces konden de stukadoors en de terrazzowerkers nog niet volledig van het bouwproductieherstel profiteren. De productiedaling, die zich in de tweede helft van 2011 aandiende, zet in 2012 door. De totale productie van de afbouwbranche daalt in 2012 met 4% en bereikt daarmee een nieuw dieptepunt. De branches die in 2011 het sterkst profiteerden van de opleving, zijn ook de branches die in 2012 het sterkst worden getroffen door de productiedaling. De productie van de wand- en plafondmontagebedrijven, de vloerenleggers en de blokken- en elementenstellers daalt met ongeveer 5%. De productie van de stukadoors en de terrazzowerkers daalt minder sterk, omdat deze deels nog profiteren van de opleving van de bouwproductie in In 2013 stabiliseert de totale productie van de afbouwbranche rond het nieuwe dieptepunt van Pas vanaf 2014 zet het herstel zich over de gehele breedte in, twee jaar later dan voor de Europese schuldencrisis werd voorzien. De totale productie van de afbouwbranche groeit op middellange termijn ( ) met gemiddeld 4% per jaar. De oude productieniveaus van 2008 worden niet meer gehaald onder invloed van de structureel lagere huishoudensgroei, de beperkte investeringsmogelijkheden van corporaties, de structurele leegstand op de kantorenmarkt en de bezuinigingen van de lagere overheden. De branches met een sterke oriëntatie op de woningbouw (stukadoors, terrazzowerkers en blokken- en elementenstellers) profiteren van de relatief sterke opleving van de woningbouw. De wand- en plafondmontagebedrijven en de vloerenleggers blijven door het minder sterke herstel van de utiliteitsbouw hierbij achter. 9

11 Werkgelegenheid In 2009 en 2010 was sprake van een fors werkgelegenheidsverlies in de afbouwbranche. Slechts een deel van het productieverlies werd opgevangen door een lagere arbeidsproductiviteit. Als eerste werd de inhuur van uitzendkrachten en gedetacheerden fors ingekrompen. Vervolgens werd ook de inhuur van zzp ers beperkt om het eigen personeel nog zo goed mogelijk te benutten. Het aantal zelfstandigen nam door gebrek aan alternatieven minder sterk af en ook zocht een deel van de ontslagen werknemers hun heil als zzp er. Dit zorgde voor een lagere omzet per zzp er. De wand- en plafondmontagesector kende voorheen relatief veel inhuur van uitzendkrachten. Door deze inzet sterk te verminderen bleef de werkgelegenheid van zowel bedrijven als zzp ers in deze branche nog redelijk in stand. Nadat in 2009 en 2010 de werkgelegenheid al fors was afgenomen, nam in 2011 de totale werkgelegenheid in de afbouwbranche met 2% verder af. Het productieherstel werd vooral benut om de productiviteit van het personeel te verbeteren. De daling trof zowel de werkgelegenheid van werknemers als de zzp ers. In 2012 en 2013 neemt de totale werkgelegenheid in de afbouwbranche met respectievelijk 1½% en ½% verder af. De werkgelegenheid van de zzp ers daalt relatief sterker, omdat bedrijven de inzet van het eigen personeel zo goed mogelijk proberen te benutten. In 2013 zal de vraag naar uitzendkrachten en gedetacheerden weer toenemen, terwijl de vraag naar vast personeel nog daalt. Bedrijven benutten eerst de flexibele schil voordat zij vast personeel gaan aantrekken. Vanaf 2014 zal de historische trend van een groeiend aantal zzp ers weer doorzetten, waardoor het aantal arbeidsjaren van zzp ers jaarlijks met 2% toeneemt. Op middellange termijn neemt de werkgelegenheid bij ondernemingen nog slechts bescheiden toe ten gunste van die van zzp ers. De totale werkgelegenheid van het eigen personeel komt in 2015 uit op arbeidsjaren. Hiernaast worden dan arbeidsjaren aan uitzendkrachten en gedetacheerd personeel ingehuurd. Bedrijfseconomisch beeld in 2010 De bedrijfseconomische situatie van de afbouwbranche is in 2010 over de gehele linie onder invloed van de recessie verder verslechterd. De winstmarges zijn in alle sectoren gedaald. Ondanks het verslechterde productiebeeld laten de financiële kengetallen in 2010 verhoudingsgewijs geen slecht beeld voor de afbouwbranche zien. Met het vooruitzicht dat de afbouwproductie pas vanaf 2014 echt gaat herstellen, zal in de komende jaren veel van het weerstandsvermogen van de afbouwbedrijven worden gevergd. Het is dan ook de verwachting dat de bedrijfseconomische situatie van de afbouwbedrijven verder zal verslechteren. 10

12 Samenvatting In 2011 steeg de afbouwproductie met 2½%, nadat deze in 2009 en 2010 in totaal met 20% was gedaald. De bouwproductie vertoonde in 2011 twee gezichten. Na een duidelijk herstel in de eerste helft van het jaar sloeg het beeld halverwege het jaar om richting krimp. In 2012 valt de totale afbouwproductie terug naar een nieuw dieptepunt ( 2,4 miljard) en ook in 2013 zal nog geen sprake zijn van betekenisvol herstel. Pas vanaf 2014 nemen de productie en werkgelegenheid in de afbouwbranche weer toe. Dit is twee jaar later dan voor de eurocrisis werd voorzien. In 2017 komt de totale productie van de afbouwbranche uit op 2,8 miljard. De werkgelegenheid daalt in de jaren in totaal met arbeidsjaren tot arbeidsjaren in Vanaf 2014 trekt de werkgelegenheid pas weer aan en komt uit op arbeidsjaren in Bescheiden productieherstel in 2011 De productie in de afbouwbranche groeide in 2011 met 2½%, nadat in 2009 en 2010 de productie met in totaal bijna 20% was afgenomen. Het productieherstel mag in dit licht als bescheiden worden gezien. De bouw ontwikkelde zich gunstig in de eerste helft van Mede geholpen door de zachte winter was de groei in deze periode zelfs krachtig te noemen en ook hoger dan vorig jaar nog werd verwacht. Halverwege het jaar sloeg het beeld onverwacht om. De eurocrisis en de stroom van negatieve berichten die hiermee samenging heeft bedrijven en consumenten terughoudend gemaakt. De consumptie vertoonde voor het eerst sinds de bankencrisis zelfs weer krimp en ook de totale economische groei in ons land kwam tot stilstand, waarbij de werkloosheid weer is gaan stijgen. Deze ontwikkelingen zorgden voor een breuk in het herstel van de bouwproductie. In de tweede helft van 2011 is de bouwproductie na slechts drie kwartalen van groei weer gekrompen. De ontwikkelingen binnen de verschillende onderdelen van de bouwproductie in het afgelopen jaar liepen weinig uiteen. Het sterkste herstel vond plaats in de woningbouw. Het nieuwbouwvolume steeg met 5% en de herstel en verbouw bleef hier, mede onder invloed van de tijdelijke btw-verlaging, met 4½% nauwelijks bij achter. De utiliteitsbouw groeide over de gehele linie met 3%. Het onderhoud van woningen en utiliteitsgebouwen groeide met respectievelijk 2% en 3%, waarmee slechts een beperkt deel van de in de voorgaande jaren opgebouwde achterstand werd ingelopen. Door de sterke oriëntatie op de nieuwbouw profiteerden vooral de vloerenleggers en de blokken- en elementenstellers van het herstel in de eerste helft van het jaar en realiseerden beide branches een productiegroei van 3½%. De productiegroei van de wand- en plafondmontagebedrijven bleef hier met 3% iets bij achter. De stukadoors en terrazzowerkers profiteerden door hun relatief late inzet in het productieproces nog niet volledig van de tijdelijke productieopleving in het begin van het jaar. Productie krimpt opnieuw in 2012 en blijft in 2013 op dit niveau steken De vooruitzichten op de korte termijn zijn ongunstig. Dalende vergunningverlening bij de woningbouw en in nog sterkere mate bij de utiliteitsbouw in

13 werpen hun schaduw vooruit. Ook de ontwikkeling van de orderportefeuilles van de bouwbedrijven in de woningbouw was in de laatste maanden van 2011 ongunstig. Het Centraal Planbureau verwacht dat de Nederlandse economie in 2012 met een ½% zal krimpen. De productie zal in 2012 dan ook krimpen in zowel de woningbouw als de utiliteitsbouw. Bij de nieuwbouw van woningen wordt een krimp van 4½% verwacht, terwijl de nieuwbouw van utiliteitsgebouwen naar verwachting zelfs met 8% zal krimpen. De productie in de vorm van herstel en verbouw van woningen en andere gebouwen zal met ongeveer 3% dalen. Daarmee is de daling van deze relatief minder conjunctuurgevoelige onderdelen van de investeringen dan toch nog stevig, zeker bij de woningbouw. Het wegvallen van de stimuleringsmaatregelen, zoals de btw-maatregel rond het groot onderhoud, is hiervan de oorzaak. Figuur 1 Ontwikkeling van de economie en de totale afbouwproductie, jaarlijkse mutaties in procenten, Afbouwbranche Bruto Binnenlands Product De totale productie van de afbouwbranche daalt in 2012 naar verwachting met 4% en bereikt hiermee het laagste productieniveau na het intreden van de crisis in De branches die in 2011 het sterkst profiteerden van de opleving zijn ook de branches die in 2012 het sterkst getroffen worden. De productie van wand- en plafondmontagebedrijven en de vloerenleggers daalt met 5% het sterkst vanwege de relatief sterke daling van de utiliteitsnieuwbouw. De productie van de blokken- en elementenstellers daalt met 4½%. De stukadoors en de terrazzowerkers profiteren nog deels van de opleving van de bouwproductie in 2011, waardoor de productiedaling in deze branches relatief beperkt blijft tot respectievelijk 2½% en 3%. 12

14 Bij een gematigde groei van de Nederlandse economie is in de bouw in 2013 sprake van een pas op de plaats. Door de doorlooptijden van bouwprojecten zal de bouwproductie in 2013 nog geen betekenisvol herstel laten zien. Weliswaar wordt bij de woningbouw rekening gehouden met aantrekkende woningverkopen en toenemende vergunningverlening vanaf de tweede helft van 2012, maar dit is in 2013 alleen voldoende om tegenwicht te bieden aan de ongunstige ontwikkelingen die daarvoor hebben plaatsgevonden. De nieuwbouwproductie van woningen neemt in 2013 met een bescheiden 1% toe, waarbij het aantal voltooide woningen weer toeneemt tot 59 duizend. De herstel- en verbouwproductie blijft op hetzelfde niveau als in Bij de utiliteitsbouw is eveneens sprake van een pas op de plaats. De kleinere projecten, die relatief sneller reageren op de conjunctuur, kunnen in 2013 weer productiegroei laten zien, maar deze groei wordt gecompenseerd door enige verdere productiedaling bij grotere projecten, waarvoor de vergunningen eerder zijn teruggelopen. In lijn met de totale bouwproductie stabiliseert de totale productie van de afbouwbranche in 2013 op het nieuwe dieptepunt. De wand- en plafondmontage, de vloerenleggers en de blokken- en elementenstellers realiseren in 2013 naar verwachting een lichte productiegroei van een ½%, terwijl de stukadoors en de terrazzowerkers dat jaar een lichte productiekrimp van een ½% kunnen verwachten. Tabel 1 Ontwikkeling van de productie van de afbouwbranche, Miljoen 1 Jaarlijkse veranderingen 2 (%) Stukadoorswerk ½ -2½ -½ 4½ Wand- en plafondmontage ½ 3 Vloerenleggen ½ -5 ½ 3½ Terrazzowerk ½ 4 Blokken- en elementenstellen ½ -4½ ½ 5 Totaal ½ Bedragen in prijzen van Raming 3 Gemiddelde jaarlijkse mutatie in de periode

15 Door de verslechterde economie komt het herstel pas in 2014 op gang Pas vanaf 2014 zal de bouwproductie over een breed front gaan herstellen. Dit is twee jaar later dan voor de Europese schuldencrisis werd voorzien. Het beeld voor de periode is er één van krachtig herstel van de woningbouwproductie en een meer gematigd herstel bij de overige onderdelen van de bouw. De nieuwbouwproductie neemt hierbij met gemiddeld 6% per jaar toe. Niet alleen keert de bouw van het aantal nieuwbouwwoningen terug naar het aantal dat past bij de structurele demografische huishoudensgroei, ook wordt de tijdens de crisisjaren opgebouwde achterstand ingelopen. Het aantal opgeleverde woningen groeit geleidelijk door tot boven 70 duizend per jaar aan het einde van de periode. Door het bouwen van relatief meer (duurdere) koopwoningen is ook sprake van enige kwaliteitstoename. Ook herstel en verbouw van woningen groeit op middellange termijn relatief sterk met gemiddeld 4% per jaar. De groei van de utiliteitsbouw ligt op middellange termijn naar verwachting rond 2% per jaar. Stevige groei is het beeld voor de investeringen in zorggebouwen in samenhang met de groeiende vraag naar zorg. Gelet op de nog altijd hoge leegstand van kantoorruimte, zijn de vooruitzichten voor de kantorensector minder rooskleurig. Ook de productie van gebouwen voor sociaal-culturele doeleinden staat nog onder druk in deze periode als gevolg van overheidsbezuinigingen. De groei van de onderhoudsmarkt versnelt op middellange termijn tot gemiddeld 2½% per jaar, waarbij het onderhoud van de utiliteitsgebouwen traditioneel sterker groeit dan die van woningen. Hiermee wordt naast de trendmatige toename van het onderhoud ook de onderhoudsachterstand ingelopen. De totale productie van de afbouwbranche zal in de periode naar verwachting met gemiddeld 4% per jaar toenemen. In 2017 wordt hiermee een productieniveau bereikt van 2,8 miljard. Dit is 0,3 miljard meer dan in 2010, maar ligt nog wel 7% onder het niveau van De blokken- en elementenstellers en vloerenleggers realiseren op middellange termijn de sterkste groei nadat zij door de sterke afhankelijkheid van de nieuwbouw ook het zwaarst door de recessie getroffen waren. De blokken- en elementenstellers profiteren het meest van het dynamische herstel van de woningnieuwbouw, maar krijgen vanaf 2017 door het wegvallen van de inhaalvraag opnieuw te maken met productieverlies. Ook de stukadoors slagen er naar verwachting in om het productieverlies grotendeels te compenseren. Geen van de afbouwbranches behaalt echter op middellange termijn het productieniveau van voor de recessie. Het zijn vooral de vloerenleggers, de wand- en plafondmontagebedrijven en de blokken- en elementenstellers die het productieverlies door het beperkte herstel in de utiliteitsbouw niet meer goed kunnen maken. Naar verwachting zullen de wand- en plafondmontagebedrijven er opnieuw in slagen om jaarlijks marktaandeel te winnen door ook andere gespecialiseerde activiteiten (schilders, installatie, etc.) als onderdeel van het eigen werk aan te nemen en te coördineren. Forse terugloop in werkgelegenheid in de afbouwbranche De arbeidsmarkt in de bouw bestaat uit een vaste kern van eigen personeel (bouwplaats, uta en meewerkende eigenaren) met een flexibele schil van ingehuurd personeel. Deze schil bestaat uit ingehuurde arbeid van onderne- 14

16 Figuur 2 Ontwikkeling van de productie binnen de afbouwbranche, index 2008=100, Stukadoorswerk Wand- en plafondmontage Vloerenleggen Terrazzowerk Blokken- en elementenstellen mingen (bedrijven die bestaan uit meer dan één persoon), zelfstandigen zonder personeel en (buitenlandse) uitzendkrachten of gedetacheerd personeel. De werkgelegenheid in de afbouwbranche is in navolging van de bouwproductie in 2009 en 2010 al scherp gedaald. Een deel van het productieverlies is opgevangen door een lagere arbeidsproductiviteit. Ook is een aanzienlijk deel opgevangen door de flexibele schil, waardoor het verlies van werknemers werd beperkt. Op de inhuur van de flexibele schil kan sneller, eenvoudiger en goedkoper worden bezuinigd dan op het eigen personeel. De flexibele schil heeft in het afgelopen decennium sterk aan belang gewonnen en bedroeg in % van de totale werkgelegenheid bij ondernemingen in de afbouwbranche en 15% bij zzp ers, waardoor het verlies aan eigen personeel in relatie tot eerdere perioden met productieterugval relatief beperkt bleef. De werkgelegenheid zakte in 2011 met 2% verder weg (zie tabel 2). Het productieherstel werd meer dan volledig opgevangen door een herstel van de arbeidsproductiviteit. De totale werkgelegenheid liep in 2011 met 500 arbeidsjaren terug, waarvan 300 bij de afbouwondernemingen en 200 bij de zelfstandigen zonder personeel. Het aantal zelfstandigen nam door gebrek aan alternatieven minder sterk af dan hun arbeidsinzet. Omdat daarnaast ook een deel van de ontslagen werknemers hun heil als zzp er heeft gezocht, is de omzet van een zzp er sterk gereduceerd. Met opnieuw een daling in 2012 en een stabilisatie in 2013 van de afbouwproductie daalt de totale werkgelegenheid in 2012 en 2013 met respectievelijk 1½% en een ½%. Ook in deze jaren daalt de werkgelegenheid van zzp ers sterker dan die van het eigen personeel. Vanaf 2014 neemt de werkgelegenheid ook in de andere onderdelen van de afbouwbranche weer toe. Het zijn de uitzendkrachten en het gedetacheerd 15

17 personeel die als eerste hiervan profiteren. Al in 2013 winnen zij een fors deel van hun verlies terug. Ook de zelfstandigen zonder personeel profiteren al snel van het productieherstel. Bedrijven zullen eerst de flexibele schil benutten alvorens zij de verplichtingen van nieuw personeel aangaan. Op middellange termijn ( ) zal de historische trend naar relatief meer zzp ers doorzetten, waardoor het aantal arbeidsjaren van zzp ers jaarlijks met 2% toeneemt. De werkgelegenheid van ondernemingen neemt dan met een bescheiden ½% per jaar toe. De totale werkgelegenheid in 2017 komt uit op ongeveer arbeidsjaren, waarvan bij bedrijven met personeel en bij zzp ers. Tabel 2 Ontwikkeling van de werkgelegenheid van de afbouwbranche, Werkgelegenheid 1 Jaarlijkse veranderingen 2 (%) Stukadoorswerk ½ -1½ -1 2 Wand- en plafondmontage ½ -1½ ½ 3 Vloerenleggen ½ -2 - ½ 1 Terrazzowerk ½ ½ Blokken- en elementenstellen ½ - ½ 2½ Totaal ½ -½ 2 - Ondernemingen ½ - Zzp ers ½ -3-1½ 2 - Uitzendkrachten ½ 16½ 1 Arbeidsjaren 2 Raming 3 Gemiddelde jaarlijkse mutatie in de periode Inclusief gedetacheerden (niet-leerlingen) Onzekerheden Met welke onzekerheden moet bij de ramingen nu rekening worden gehouden? Dit betreft ten eerste het economisch klimaat. Voor de economische groei is voor dit jaar rekening gehouden met stagnatie tot lichte krimp conform de ramingen van het Centraal Planbureau. In de daaropvolgende jaren is rekening gehouden met een meer trendmatige economische groei. Bij de onzekerheden gaan de gedachten al snel uit naar nog ongunstiger scenario s, zoals het uiteenvallen van de euro. Hoewel dit niet is uit te sluiten, lijken de financiële markten de kans hierop gering te achten. Recente uitgiftes van staatsobligaties door landen als Italië en Spanje zijn relatief goed ontvangen op de markt en de 16

18 Europese beurzen vonden in de achterliggende maanden met horten en stoten de weg omhoog. Bij de groeiramingen voor de Nederlandse economie moet worden bedacht dat deze ook gunstiger kunnen uitpakken dan de vooruitzichten die thans worden gehanteerd. Het productieniveau van onze economie ligt beduidend lager dan potentieel mogelijk is op basis van het beschikbare arbeidsaanbod en de structurele productiviteit. Dit betekent dat er serieuze mogelijkheden zijn, zeker op middellange termijn, om een meer dan trendmatige economische groei te realiseren. Aan de andere kant lijken nieuwe simultane ombuigingen bij de overheden, zowel in Nederland als elders in Europa, steeds waarschijnlijker te worden. Voor de bouwsector is het beleid van de Nederlandse overheid van groot belang. Als het beleid het karakter heeft van lastenverzwaring, dan zal dit vooral gevolgen hebben voor de koopkracht van consumenten. De meest direct met de consumentenbestedingen verbonden productie betreft de woningbouw, waarbinnen de herstel- en verbouwproductie relatief weer het sterkst wordt getroffen. Als het beleid het karakter heeft van bezuinigingen, dan hangen de gevolgen voor de bouw sterk af van waar deze plaatsvinden. Bezuinigingen richting lagere overheden zullen ook de investeringen in publieke utiliteitsgebouwen raken. Negatieve gevolgen van het beleid op de werkgelegenheid werken ten slotte ook door naar de vraag naar nieuwbouwwoningen en met vertraging ook richting de vraag naar kantoorruimte. Ten slotte is de situatie op de hypotheekmarkt van groot belang voor de woningmarkt. Verdere aanscherping van de regels zal hernieuwde vraaguitval oproepen, versoepeling in de toepassing van de regels zou daarentegen een stimulans voor de woningvraag betekenen. Ook de ontwikkeling van de hypotheekrente en de hypotheekrenteaftrek is van groot belang voor de woningvraag. Ingrijpende hervormingen zullen, ook als de uitvoering over vele jaren wordt gespreid, grote negatieve effecten hebben op de woningbouwproductie. Bedrijfseconomische situatie in het tweede crisisjaar verder verslechterd Medio 2010 waren er volgens de registratiebestanden van het Bedrijfschap Afbouw bedrijven binnen de afbouw actief. Hiermee is het aantal ten opzichte van 2009 met 0,9% toegenomen. De toename wordt veroorzaakt door een forse instroom van zzp ers. Het aantal bedrijven met personeel nam met 400 af. Naast de in- en uitstroom van geregistreerde bedrijven zorgden verbeterd inzicht in de omvang van de bedrijven en een definitiewijziging 1 voor verschuivingen tussen bedrijven met personeel en zzp ers. Het merendeel van de bedrijven binnen de afbouwbranche bestaat uit zelfstandigen zonder personeel. Alleen in de vloerenleggersbranche is het aandeel zzp ers beperkt tot ongeveer de helft van het aantal geregistreerde bedrijven. De meeste van de afbouwbedrijven zijn actief als stukadoorsbedrijf, gevolgd door de wand- en plafondmontagebedrijven. Gezamenlijk vertegenwoordigen zij circa 86% van het totaal aantal bedrijven in de afbouwbranche. In 2010 bedroeg de omzet van alle afbouwbedrijven (bedrijven en zzp ers) 2,4 miljard inclusief onderlinge uitbestedingen 2 (exclusief btw). De bedrijven met personeel realiseerden hiervan het merendeel: 1,9 miljard. De zzp ers waren goed voor een omzet van 0,5 miljard. 1 Ten opzichte van voorgaande jaren worden in dit onderzoek VOF s met twee vennoten niet meer tot de bedrijven met personeel gerekend maar tot zzp ers. 2 De totale omzet van alle afbouwbedrijven exclusief onderlinge uitbestedingen bedroeg 1,9 miljard (exclusief btw). 17

19 De activiteiten van de afbouwbranche zijn geconcentreerd op de woning- en utiliteitsbouw. De afbouwbranche levert nagenoeg geen bijdrage aan de grond-, water- en wegenbouw. De omzetsamenstelling naar type werk verschilt sterk tussen de verschillende sectoren. Zo zijn de stukadoors sterk vertegenwoordigd in alle onderdelen van de woningbouw. De wand- en plafondmontagesector is daarentegen sterk in de nieuwbouw en renovatie van utiliteitsgebouwen. De activiteiten van de vloerenleggers zijn vooral gekoppeld aan nieuwbouw en in het bijzonder die van utiliteitsgebouwen. De terrazzobedrijven werken traditioneel meer aan de nieuwbouw en renovatie van woningen. De blokken- en elementenstellers zijn nog sterker gericht op de nieuwbouw, zij het dat deze branche iets sterker is gericht op woningen. Bouwbedrijven, in het bijzonder hoofdaannemers, zijn de belangrijkste opdrachtgevers voor de afbouwbranche. Ongeveer 60% van de omzet in 2010 werd in opdracht van hoofdaannemers uitgevoerd en ongeveer 10% in opdracht van afbouwbedrijven. Dit beeld geldt ook voor de onderliggende sectoren. Wel richten stukadoors zich sterker op particulieren en verenigingen van eigenaren, terwijl de wand- en plafondmontagebedrijven zich sterker richten op bedrijven. De opdrachtverlening binnen de afbouwbranche bestaat voor het merendeel uit opdrachten tegen een aanneemsom (58%) en in concurrentie verkregen werk (bijna 79%). Opdrachten met vaste tarieven per uur zijn relatief beperkt. Ook hierbij verschillen de sectoren onderling. Zo worden de opdrachten aan stukadoors minder vaak in concurrentie verleend. Aan de vloerenleggers worden opdrachten meer op basis van een tarief per meter verleend. Tabel 3 Kengetallen per werkende (x 1.000), in de afbouwbranche in 2008 en 2010 Totale Stuka- Wand- en Vloeren- Blokken- Zzp ers branche doors- plafond- leggen en elewerk montage mentenstellen Bruto omzet Verbruik Toegevoegde waarde Arbeidskosten Resultaat 2 (%) 5,2 3,1 5,6 3,2 5,5 3,6 5,2 2,5 3,4 2,2 3,1-1,4 1 Materialen en onderaanneming 2 Resultaat voor belasting na berekende lonen 18

20 Tabel 3 laat kengetallen zien van de kostenstructuur per werkende en het economisch resultaat voor de verschillende sectoren van de afbouwbranche en het totaal. De kengetallen per werkende en het resultaat in 2010 levert een verslechterd beeld op ten opzichte van de periode De bruto omzet en de toegevoegde waarde per werkende zijn onder invloed van de productieterugval gedaald. Ook de winstmarges zijn in vergelijking met 2008 in vrijwel alle sectoren gedaald. Stukadoors hebben een relatief laag verbruik van materialen en onderaanneming, waardoor de omzet per werkende lager uitvalt dan die van andere sectoren. De blokken- en elementenstellers besteden relatief een veel groter deel van hun omzet uit aan onderaannemers. Ten opzichte van de bedrijven kopen de zelfstandigen zonder personeel naar verhouding minder in. Zodoende is het verbruik per werkende voor zzp ers ook lager. De omvang van de arbeidskosten is voor zzp ers relatief hoog, maar dit is mede het gevolg van de toerekening van een vast loonbedrag aan een zelfstandige. De toegevoegde waarde, waaruit dit loon moet worden opgebracht is daarentegen relatief beperkt, hetgeen de winstgevendheid van het werk van een zelfstandige onder druk zet. Het resultaat dat hieruit volgt, is gemiddeld -1,4%. Tabel 4 laat de financiële kengetallen 3 per 31 december 2010 zien. De rentabiliteit op het totale vermogen loopt, met uitzondering van de vloerenleggers, niet sterk uiteen tussen de verschillende onderdelen. Het rendement op het eigen vermogen ligt gemiddeld op 26%. Onder invloed van de dalende winstmarges is de rentabiliteit gedaald. Tabel 4 Financiële kengetallen in de afbouwbranches in procenten, 2010 Totaal Stuka- Wand- en Vloeren- Blokken- Zzp ers doors- plafond leggen en elewerk montage mentenstellen Rentabiliteit totale vermogen 10,2 10,2 12,8 7,3 - - Rentabiliteit eigen vermogen 26,0 27,2 32,3 18,5 - - Current Ratio Solvabiliteit Door de lage respons van de blokken- en elementenstellers op de vraag naar de balansstructuur is het niet mogelijk om betrouwbare uitkomsten over de bijbehorende financiële kengetallen weer te geven. 19

21 20 De current ratio de maatstaf voor de liquiditeitspositie van het bedrijf welke de verhouding tussen de korte termijnvorderingen, kas- en banktegoeden en de korte termijnverplichtingen aangeeft lag in alle branches ruim boven de gangbare kritische ondergrens van 120%. Ook de solvabiliteit van de afbouwbranche hier gemeten als de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen is gemiddeld genomen redelijk. Met de teruglopende vraag en dalende omzetten daalt ook het totaal geïnvesteerd vermogen dat in werken vastligt. Verhoudingsgewijs laten de financiële kengetallen in 2010 nog geen slecht beeld zien. Met het vooruitzicht op pas een echt herstel van de (af)bouwproductie na 2013 zal in de komende jaren veel van het weerstandsvermogen van de bedrijven worden gevraagd. Verwachting is dat de financiële kengetallen de komende jaren verder zullen verslechteren.

22 1 Inleiding 1.1 Algemeen Deze publicatie beschrijft de recente ontwikkelingen en verwachtingen rond de productie, werkgelegenheid en bedrijfseconomische structuur van stukadoors-, wand- en plafondmontage-, terrazzo-, vloeren- en blokkenstellersbedrijven. Dit zijn de branches die bij het Bedrijfschap Afbouw zijn aangesloten en waar de CAO Afbouw betrekking op heeft. In deze publicatie noemen wij het totaal van deze bedrijven de afbouwbranche. De publicatie is opgesteld in opdracht van het Bedrijfschap Afbouw. Doel van deze publicatie is om een actueel marktbeeld te schetsen van de aangesloten bedrijven. De publicatie duidt onder andere het belang van de aangesloten branches binnen de totale Nederlandse bouwproductie en werkgelegenheid. Ook geeft de publicatie een beeld van de bedrijfseconomische prestaties van de verschillende typen bedrijven binnen de branche. In dit rapport wordt gedetailleerd ingegaan op de vooruitzichten voor de korte en middellange termijn voor de bouw in het algemeen en voor de afbouwbranche in het bijzonder. De ramingen zijn opgebouwd vanuit de ontwikkelingen van de verschillende soorten werk en typen bouwproducten. Deze zijn doorvertaald naar werkzaamheden voor de verschillende disciplines binnen de afbouwbranche. Als basisjaar is 2010 genomen en vervolgens worden ramingen beschreven van de ontwikkelingen van het afgelopen jaar (2011), voor de korte termijn (2012 en 2013) en voor de middellange termijn (gemiddelde over de jaren ). Alle productieniveaus zijn genoteerd in vaste prijzen van het basisjaar De ontwikkelingen en prognoses hebben betrekking op het volume van de productie. Als bijvoorbeeld een groei van 3% wordt geraamd, is daar de bouwkostenstijging niet bij inbegrepen. Als de bouwkostenstijging 2% bedraagt, komt de omzetgroei uit op 5%. 1.2 De afbouwbranche als onderdeel van de afbouwsector Totale bouwproductie naar type en soort bouwwerk De totale bouwproductie bestaat uit verschillende typen bouwwerken en soorten werk. In deze publicatie worden de volgende hoofd- en subcategorieën onderscheiden: woningbouw (nieuwbouw, herstel en verbouw, onderhoud); utiliteitsbouw (nieuwbouw, herstel en verbouw, onderhoud); infrastructuur (investeringen en onderhoud); externe onderaanneming. De laatste post bestaat uit onderaanneming door bouwbedrijven in opdracht van bedrijven buiten de bouwnijverheid. Het gaat hierbij vooral om werk voor projectontwikkelaars die zelf als hoofdaannemer van werken optreden. 21

23 Het EIB publiceert drie keer per jaar ramingen voor de bouwproductie voor de bovenstaande categorieën. Dit gebeurt ieder jaar in januari met de publicatie Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid, waarin uitvoerig op de recente en toekomstige ontwikkelingen van de verschillende categorieën wordt ingegaan en waarbij tevens ook aandacht aan de werkgelegenheid wordt gegeven. Verder worden in de zomer en in het najaar de ramingen geactualiseerd en beschreven in een gezamenlijke publicatie van Euroconstruct, een samenwerkingsverband van Europese onderzoeksinstituten op het gebied van de bouw. Voor deze publicatie zijn de ramingen genomen die ten grondslag liggen aan de publicatie Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid Figuur 1.1 geeft het aandeel in de totale bouwproductie 4 in 2010 ( 54 miljard) naar sector weer. Figuur 1.1 Bouwproductie naar sector, aandelen in procenten, 2010 Externe onderaanneming 4% Grond-, weg- en waterbouw 25% Woningbouw 42% Utiliteitsbouw 29% Bron: CBS, EIB Bijdrage aan de bouwproductie door de deeltakken van de bouwnijverheid De bouwproductie bestaat uit een breed pakket van activiteiten die door verschillende typen bedrijven worden gerealiseerd. De bouwnijverheid is onderverdeeld in een aantal deeltakken, die elk uit min of meer samenhangende werkzaamheden bestaan. De Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008) van het CBS gaat uit van een indeling waarbij processtappen en werksoorten naast en in combinatie met elkaar voorkomen. De SBI is bepalend voor de wijze van detaillering waarin de statistische informatie over de bouw vorm krijgt. In deze classificatie worden de volgende categorieën (sectoren) onderscheiden: bouwrijp maken (slopen, grondverzet, proefboren); burgerlijke en utiliteitsbouw (nieuwbouw, uitbreiding, renovatie, restauratie en onderhoud van gebouwen); 4 Exclusief interne leveringen, machines, overige investeringen, uitvoer, handelsmarges en btw. 22

24 grond-, water- en wegenbouw (nieuwbouw, reconstructie, herstel en onderhoud van infrastructuur); bouwinstallatie (elektrotechnische installatie, isolatie, loodgieterswerk, cv en luchtbehandeling); afwerken van gebouwen (afbouw); machineverhuur (met personeel). De sectoren b&u en gww worden samen wel aangeduid als ruwbouw. Met een productieaandeel van bijna 70% vormt de ruwbouw de grootste sector binnen de bouw. Een andere grote sector is de bouwinstallatie. Daarin gaat ruim een vijfde van de bouwproductie om. Met een productieaandeel tegen de 10% vormt de afbouwsector ook in kwantitatief opzicht een duidelijk herkenbare sector binnen de bouw. Figuur 1.2 geeft de verhoudingen weer zoals die in 2010 golden. Vooruitlopend op de beschrijving van de afbouwbranche is in deze figuur de omvang van de afbouwbranche in de totale afbouwsector aangegeven. De totale afbouwsector heeft een aandeel van 9% in de bouwproductie, waarvan bijna de helft uit activiteiten door de afbouwbranche bestaat. Figuur 1.2 Verdeling van de bouwproductie 1 per sector, 2010 Bouwinstallatie 21% Verhuur 0% Afbouw overig 5% Afbouwbranche 4% Bouwrijp maken 3% Gww 17% B&U 50% 1 Exclusief externe onderaanneming Bron: CBS, EIB De afbouw bestaat op zich zelf weer uit een aantal zelfstandige groepen van specialistische werkzaamheden. Het CBS onderscheidt binnen de sector afwerking van gebouwen (SBI code 433) op basis van technische criteria de volgende categorieën van bedrijven: stukadoren (SBI 4331); bouwtimmeren (SBI 4332); 23

25 afwerking van vloeren en wanden (SBI 4333); schilderen en glaszetten (SBI 4334); overige afwerking van gebouwen (SBI 4339). Informatie over de productieomvang en de productiesamenstelling is alleen beschikbaar op het niveau van de afbouwsector als geheel. Het CBS geeft geen nadere onderverdeling naar categorie. Bijdrage aan de bouwproductie door de afbouwbranche Centraal in deze publicatie staan de activiteiten van de bedrijven die onder de reikwijdte vallen van het Bedrijfschap Afbouw. De werkingssfeer van het bedrijfschap is vrijwel gelijk aan de werkingssfeer van de CAO Afbouw. In artikel 2 van die CAO worden de werkzaamheden, die tot de afbouwbranche worden gerekend, uitgebreid omschreven. Registratie bij het bedrijfschap is verplicht voor alle bedrijven die werkzaamheden verrichten die onder het bedrijfschap vallen. Het bedrijfschap heeft de geregistreerde bedrijven ingedeeld in één van de volgende onderdelen: Stukadoren; Wand- en plafondmontage; Vloerenleggen; Terrazzo; Blokken- en elementenstellen. De werkgevers die de CAO Afbouw toepassen zijn geregistreerd bij A&O Services. Bij de registratie bij A&O Services zijn de werkgevers niet nader onderverdeeld in onderdelen. Bij het bedrijfschap zijn de werkgevers bekend die de CAO Afbouw toepassen. Door koppeling van de bestanden van het bedrijfschap en A&O Services zijn ook de werkgevers die de CAO Afbouw toepassen ingedeeld in de hierboven genoemde onderdelen. De door het CBS gehanteerde SBI 2008-indeling sluit niet goed aan bij de activiteiten die vallen onder het Bedrijfschap Afbouw. In bijlage A wordt een koppeling gelegd tussen de door het bedrijfschap gehanteerde indeling, de CAO Afbouw en de indeling van het CBS. Van de SBI 2008-categorie (bouwtimmeren) wordt alleen het stellen, plaatsen en monteren van (systeem)scheidingswanden en -plafonds bij de wand- en plafondmontage meegenomen. Vanwege de samenhang met de activiteiten op het gebied van de aanleg van systeemwanden en plafonds, is het aanbrengen van zwevende vloeren en systeemvloeren (bijvoorbeeld computervloeren), conform de CAO, onderdeel van deze categorie en niet van de categorie vloerenleggen en terrazzowerk. Een deel van de wand- en plafondmontage wordt uitgevoerd door de fabrikanten van wand- en plafondsystemen, die de montage vaak uitbesteden aan onderaannemers. De categorie blokkenstellen behoort volgens de SBI 2008-indeling niet tot de afbouw, maar tot de subcategorie metselen en voegen (SBI ). Tot die laatste categorie rekent het CBS ook de activiteiten op het gebied van de betonreparatie die in dit onderzoek, conform de CAO, aan de categorie stukadoren zijn toegerekend. Bedrijvenpopulatie Momenteel zijn bedrijven bij het Bedrijfschap Afbouw geregistreerd, die in 2010 al actief waren. Van de bedrijven in de afbouwsector bestaat 77% uit bedrijven zonder personeel (zzp ers). Ruim de helft van de bedrijven (59%) is 24

26 Tabel 1.1 Populatie, aantal bedrijven naar sector, 2010 Zzp ers 1 Bedrijven met Totaal personeel 2 Aantal % Aantal % Aantal % Stukadoorswerk , , ,5 Wand- en plafondmontage , , ,5 Vloerenleggen 475 6, , ,5 Terrazzowerk 73 0,9 27 1, ,0 Blokken- en elementenstellen 325 4, , ,4 Totale afbouwbranche Bedrijven waarin één persoon werkzaam is, inclusief vennootschappen onder firma (VOF) met twee vennoten 2 Bedrijven waarin meer dan één persoon werkzaam is, exclusief vennootschappen onder firma (VOF) met twee vennoten Bron: Registratiebestanden Bedrijfschap Afbouw, bewerking EIB actief in de sector stukadoren, bijna een derde (27%) in de sector wand- en plafondmontage. Tabel 1.1 geeft een uitgebreider overzicht van de bedrijvenpopulatie. Zelfstandigen zonder personeel Een zelfstandige zonder personeel is geen éénduidige rechtsvorm, waarop bedrijven kunnen worden geselecteerd. Om zelfstandigen zonder personeel uit de registratiebestanden van het Bedrijfschap Afbouw te onderscheiden, worden bedrijven met meer dan één persoon in deze studie gezien als bedrijf met personeel, met uitzondering van een VOF met twee vennoten. Zij worden als één bedrijf meegerekend bij de zelfstandigen, maar als twee personen bij de werkgelegenheid van zelfstandigen. Deze behandeling van een VOF met twee vennoten wijkt af van die in voorgaande jaren. Hiervoor werden deze bedrijven nog tot de bedrijven met personeel gerekend. Het gevolg van de nieuwe aanpak is dat nu verschil is ontstaan tussen het aantal bedrijven en de werkgelegenheid van zzp ers. 1.3 Gebruikte bronnen In deze studie wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de statistieken van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Voor een lager detailniveau dan de totale afbouwsector zijn geen statistieken beschikbaar. Om toch informatie te geven 25

27 over de totale afbouwbranche en haar onderdelen, is gebruik gemaakt van de registratiebestanden van het Bedrijfschap Afbouw, registratiebestanden van Stichting Afbouwkeur, de bestanden van A&O Services voor het bij de CAO Afbouw behorend personeel en een door het EIB uitgevoerde enquête onder bedrijven uit de afbouwbranche. Hieronder volgt een beschrijving van de gehanteerde databronnen: Centraal Bureau van de Statistiek Voor de productie en werkgelegenheid van de totale bouwnijverheid, onderverdeeld naar type en soort werk en naar de zes subtakken, is aangesloten bij de CBS-statistiek Nationale rekeningen Registratiebestanden Bedrijfschap Afbouw Voor de samenstelling van de bij het bedrijfschap aangesloten bedrijven is gebruik gemaakt van de registratiebestanden van het Bedrijfschap Afbouw. De bij het Bedrijfschap Afbouw aangesloten bedrijven zijn verplicht jaarlijks hun aantal werknemers en omzet aan het Bedrijfschap door te geven. Ten tijde van deze studie waren de werknemers- en omzetcijfers tot en met 2009 bij het bedrijfschap bekend en een deel van de omzetcijfers van Registratiebestanden Afbouwkeur Voor aanvullende informatie (aantallen werknemers, omzetverdeling) is gebruik gemaakt van de registratiebestanden van Stichting Afbouwkeur. Waar mogelijk zijn deze gekoppeld met de omzetcijfers over 2010 van het Bedrijfschap Afbouw. Enquête onder geregistreerde bedrijven Voor de omzet, de omzetsamenstelling en de bedrijfseconomische gegevens in 2010 heeft het EIB in de tweede helft van 2011 een enquête gehouden onder de bedrijven die bij het Bedrijfschap Afbouw staan geregistreerd. Daarbij zijn alle bij het Bedrijfschap Afbouw geregistreerde bedrijven met personeel en bedrijven zonder personeel benaderd. De respons op de enquête bestaat uit 109 bedrijven met personeel en 116 bedrijven zonder personeel. Tabel 1.2 geeft van deze responsgegevens een uitgebreider overzicht. De respons lag 41 lager dan die van de vorige marktstudie. De lage respons laat het niet toe om voor de terrazzosector betrouwbare uitkomsten over omzetverdelingen, de balans, kostenstructuur en bijbehorende kengetallen weer te geven. Door de lage respons van de blokken- en elementenstellers op de vraag naar de balansstructuur is het niet mogelijk om betrouwbare uitkomsten over de balans en bijbehorende (financiële) kengetallen weer te geven. Niet in elke sector was de respons van zzp ers voldoende. Waar mogelijk is een onderscheid gemaakt tussen bedrijven met en zonder personeel. Dit geeft mogelijk een minder representatief maar wel een indicatief beeld van de gemeten onderwerpen. Bij het verwerken van de respons is een aantal correcties doorgevoerd. De gegevens uit de jaarrekening zijn waar nodig omgerekend naar bedrijfseconomisch onderling vergelijkbare gegevens. Daarnaast is rekening gehouden met verschillen in rechtsvorm. Voor VOF s en eenmanszaken is een gewaardeerd 26

28 loon voor de ondernemer ingebracht. Dit omdat de ondernemers bij deze rechtsvormen niet op de loonlijst staan en hun inkomen uit het resultaat verkrijgen, in tegenstelling tot bij de BV s. Tevens is een gewaardeerd loon ingebracht voor overige meewerkende personen die eveneens niet op de loonlijst staan. Uitgangspunt bij de waardering van de lonen zijn de arbeidskosten van een gediplomeerde kracht ad Voor bedrijven met meer dan vijf werknemers is een ondernemersloon van genomen. De resultaten zijn gewogen per sector, bedrijfsvorm (zzp, bedrijf met personeel) en rechtsvorm (BV, VOF, eenmanszaak). Als maatstaf hiervoor diende de verhouding tussen de omzet in 2009 in de populatie en in de responsgroep. De gepresenteerde resultaten zijn schattingen voor de totale populatie van het Bedrijfschap Afbouw in Tabel 1.2 Respons op enquête, aantal bedrijven en aandeel hiervan op de totale populatie naar sector Zzp ers Bedrijven met Totaal personeel Aantal % Aantal % Aantal % Stukadoorswerk 56 1,2 55 5, ,9 Wand- en plafondmontage 31 1,6 28 4,0 59 2,3 Vloerenleggen 13 2,7 18 5,1 31 3,7 Terrazzowerk 5 6,8 0 0,0 5 5,0 Blokken- en elementenstellen 14 4,3 8 7,2 22 5,1 Totaal afbouwbranche 119 1, , ,3 1.4 Indeling van het rapport In hoofdstuk 2 zullen eerst de algemene ontwikkelingen voor de bouwproductie naar type werk worden beschreven. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens het totaalbeeld voor de hele afbouwbranche gegeven, waarin achtereenvolgens de ontwikkelingen voor de afzetmarkt, de arbeidsmarkt en het bedrijfseconomisch beeld voor 2010 worden besproken. In de hierop volgende hoofdstukken 4 t/m 8 worden dezelfde onderwerpen voor ieder van de afzonderlijke branches (respectievelijk stukadoorswerk, wand- en plafondmontage, vloerenleggen, terrazzowerk en blokken- en elementenstellen) behandeld. 27

29 28

30 2 Ontwikkeling van de totale bouwproductie De ontwikkeling in de Nederlandse bouw vertoonde in 2011 twee gezichten. In de eerste helft van het jaar trok de bouwproductie duidelijk aan. Halverwege het jaar sloeg het beeld onverwacht om. De eurocrisis en de stroom van negatieve berichten die hiermee samenging, heeft bedrijven en consumenten terughoudend gemaakt. Op middellange termijn zijn er weer goede vooruitzichten voor herstel van de bouwproductie. Het beeld voor de periode is er één van krachtig herstel van de woningbouwproductie en een meer gematigd herstel bij de overige onderdelen van de bouw. Bouwproductie in het afgelopen jaar De bouw ontwikkelde zich gunstig in de eerste helft van Mede dankzij het zachte winterweer was sprake van stevige productiegroei. Rond de zomer vond echter een omslag plaats. Door de Europese schuldencrisis verslechterde het economische klimaat. De bouw werd opnieuw met een krimpende productie geconfronteerd. Gemiddeld nam de bouwproductie over het gehele jaar gemeten nog wel toe met 3½% naar een niveau van 56,1 miljard (in prijzen 2010), waarbij alle Figuur 2.1 Volumeontwikkeling van de toegevoegde waarde in de bouw en het overig bedrijfsleven in , mutaties in procenten I II III IV I II III IV I II III IV Bouw Overig bedrijfsleven 29

31 onderdelen van de bouw aan de groei bijdroegen. Dit herstel is in het licht van de sterke daling in 2009 en 2010 (cumulatief 15%) bescheiden te noemen. Bovendien nam het productieherstel in de loop van het jaar af (zie figuur 2.1). Het sterkste herstel vond plaats in de woningbouw. Het nieuwbouwvolume steeg met 5% en de herstel en verbouw bleef hier, mede onder invloed van de tijdelijke btw-verlaging, met 4½% nauwelijks bij achter. De utiliteitsbouw groeide over de gehele linie met 3%. Het onderhoud van woningen en utiliteitsgebouwen groeide met respectievelijk 2% en 3%, waarmee slechts een beperkt deel van de in de voorgaande jaren opgebouwde achterstand werd ingelopen. De orderportefeuilles van de woning- en de utiliteitsbouw toonden in het najaar van 2008 een ongekend scherpe daling. Vanaf het eind van 2008 tot begin 2010 daalden de orderportefeuilles in gestaag tempo verder en schommelen vanaf dat moment zonder dat er van een echte opleving sprake is. In de laatste maanden van 2010 trokken de orderportefeuilles van de woning- en de utiliteitsbouw weer aan en bereikten in de eerste maanden van 2011 een voorlopige top. Gedurende het jaar namen de orderportefeuilles onder invloed van het verslechterde economische klimaat weer af. De orderportefeuilles van de woningbouw daalden van 6,9 naar 6,0 maanden in januari De orderportefeuilles in de utiliteitsbouw daalden eerst van 6,1 tot 5,6 maanden, maar liepen vervolgens weer op tot eveneens 6,0 maanden in januari Figuur 2.2 Orderportefeuilles in de woning- en utiliteitsbouw, januari 2003 tot en met januari 2012, maanden werk Woningbouw Utiliteitsbouw 30

Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar

Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar Het CPB heeft haar vooruitzichten voor de Nederlandse economie sterk neerwaarts aangepast. Het bbp daalt volgens het CPB dit jaar met 3,5 procent en

Nadere informatie

Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche

Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend

Nadere informatie

Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Overnemen van de inhoud (of delen

Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Overnemen van de inhoud (of delen Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend toegestaan met schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Crisis en herstel in de bouwsector

Crisis en herstel in de bouwsector Crisis en herstel in de bouwsector De bouwsector verkeert in zwaar weer. Voorlopende ontwikkelingen, zoals woningverkopen en de omvang van de orderportefeuilles, kondigden anderhalf jaar geleden al de

Nadere informatie

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2012

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2012 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2012 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend

Nadere informatie

TNO Bouwprognoses SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011

TNO Bouwprognoses SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011 TNO Bouwprognoses 2011-2016 SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011 In opdracht van: Ministerie van BZK 15 december 2011 Delft, TNO 1 Miljoen Euro 1 Samenvatting De TNO Bouwprognoses zijn

Nadere informatie

Verschuiving van grootschalige nieuwbouw in buitengebied naar kleinschalige (her-) bouw in bestaande situatie;

Verschuiving van grootschalige nieuwbouw in buitengebied naar kleinschalige (her-) bouw in bestaande situatie; Bouw De sector bouwnijverheid bestaat uit een diversiteit aan bedrijven. Belangrijke bedrijfsgroepen zijn: Aannemersbedrijven Burgerlijke en Utiliteitsbouw (algemeen en gespecialiseerd)* Aannemersbedrijven

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Najaar Marien Vrolijk

Monitor Bouwketen. Najaar Marien Vrolijk Monitor Bouwketen Najaar 2014 Marien Vrolijk 2 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 5 1 Bouwketen 6 1.1 Recente ontwikkelingen 6 1.2 Conjunctuur bouwketen 8 2 Architectenbureaus 10 3 Ingenieursbureaus

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Voorjaar 2015. Marien Vrolijk

Monitor Bouwketen. Voorjaar 2015. Marien Vrolijk Monitor Bouwketen Voorjaar 2015 Marien Vrolijk 2 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 5 1 Bouwketen 6 1.1 Recente ontwikkelingen 6 1.2 Conjunctuur bouwketen 8 2 Architectenbureaus 10 3 Ingenieursbureaus

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Najaar 2015. Jerzy Straatmeijer

Monitor Bouwketen. Najaar 2015. Jerzy Straatmeijer Monitor Bouwketen Najaar 2015 Jerzy Straatmeijer 2 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 5 1 Bouwketen 7 1.1 Recente ontwikkelingen 7 1.2 Conjunctuur bouwketen 10 2 Architectenbureaus 12 3 Ingenieursbureaus

Nadere informatie

AFNL/NOA. De gespecialiseerde (af)bouwer in beeld. Taco van Hoek Directeur Economisch Instituut voor de Bouw. AFNL/NOA Den Haag, 30 maart

AFNL/NOA. De gespecialiseerde (af)bouwer in beeld. Taco van Hoek Directeur Economisch Instituut voor de Bouw. AFNL/NOA Den Haag, 30 maart AFNL/NOA De gespecialiseerde (af)bouwer in beeld Taco van Hoek Directeur Economisch Instituut voor de Bouw AFNL/NOA Den Haag, 30 maart 2016 1 Inhoud Drie vragen Wat is het profiel van de gespecialiseerde

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers Monitor Bouwketen Daan Holtackers Rapport in opdracht van BNA, Bouwend Nederland, NLingenieurs en UNETO-VNI Juli 2014 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 3 1 Bouwkolom 5 1.1 Recente ontwikkelingen

Nadere informatie

Visie op Architecten- en Ingenieursbureaus Update 2014

Visie op Architecten- en Ingenieursbureaus Update 2014 Visie op Architecten- en Ingenieursbureaus Update 2014 Daling bouwproductie raakt architecten harder dan ingenieurs, eerste herstel zichtbaar In 2013 krimpt omzet van architectenbureaus met 12,2% en van

Nadere informatie

Marktstudie AFNL. Vooruitzichten : samenvatting

Marktstudie AFNL. Vooruitzichten : samenvatting Marktstudie AFNL Vooruitzichten 2012-2017: samenvatting In opdracht van Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra december 2012 Samenvatting Deze marktstudie beschrijft recente ontwikkelingen en verwachtingen

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers Monitor Bouwketen Daan Holtackers Rapport in opdracht van BNA, Bouwend Nederland, NLingenieurs en UNETO-VNI December 2013 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 3 1 Bouwkolom 5 1.1 Recente ontwikkelingen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-010 13 februari 2007 9.30 uur Economie groeit 2,9 procent in 2006 De Nederlandse economie is in 2006 met 2,9 procent gegroeid. Dit is bijna twee keer

Nadere informatie

bouw sectormonitor november 2011

bouw sectormonitor november 2011 sectormonitor bouw november 211 > ABN AMRO verwacht na klein herstel in 211 een terugval in 212 > Daling verkoop nieuwbouwwoningen leidt tot krimp woningbouw > Ondernemers focussen in krimpende markt meer

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

Volumeontwikkeling van de toegevoegde waarde in de bouw en het overige bedrijfsleven in 2010-2012 (jaar-op-jaarmutaties in procenten)

Volumeontwikkeling van de toegevoegde waarde in de bouw en het overige bedrijfsleven in 2010-2012 (jaar-op-jaarmutaties in procenten) Algemeen beeld De bouwproductie is in 2012 met 7% gekrompen. De grootste terugval lag opnieuw bij de investeringen. Het sterkst zichtbaar was dit bij de woningbouw, waar de nieuwbouwproductie met 10% terugliep.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-011 14 februari 2013 9.30 uur Economie verder gekrompen Economie krimpt in vierde kwartaal 0,2 procent t.o.v. kwartaal eerder Ten opzichte van een jaar

Nadere informatie

Marktstudie AFNL 2012-2017

Marktstudie AFNL 2012-2017 Marktstudie AFNL 2012-2017 Marktstudie AFNL 2012-2017 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend

Nadere informatie

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018 Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014 Met een doorkijk naar 2018 Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014 Een belangrijke taak van UWV is het bij elkaar brengen van vraag en aanbod op

Nadere informatie

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei Persbericht PB14-050 14 augustus 2014 09.30 uur Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei - Economie groeit volgens de flashraming met 0,5 procent ten opzichte van eerste kwartaal 2014 - Volgens

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-038 15 mei 2009 9.30 uur Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Grootste krimp na de Tweede Wereldoorlog Export en investeringen vallen

Nadere informatie

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal Persbericht PB14 56 11 9 214 15.3 uur CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal Meer werklozen aan de slag Geen verdere daling aantal banen, lichte groei aantal vacatures Aantal banen

Nadere informatie

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2014 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2014 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw.

Nadere informatie

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik Persbericht PB14-032 15 mei 2014 9.30 uur CBS: economie krimpt door lager gasverbruik - Sterke afname binnenlands verbruik en export van aardgas door milde winter - Mede hierdoor economische krimp van

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 13 26 maart 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 CBS: Werkloosheid gedaald door afname beroepsbevolking 3 Werkloze beroepsbevolking 1) 5 2. Inkomen en bestedingen

Nadere informatie

Juni Economische Barometer Bollenstreek. Verwachting voor 2011 en 2012

Juni Economische Barometer Bollenstreek. Verwachting voor 2011 en 2012 Verwachting voor 2011 en 2012 Juni 2011 CONCLUSIES Geleidelijk herstel van Nederlandse economie in 2011 en 2012. Regionale groei van werkgelegenheid in zakelijke dienstverlening was in 2010 sterker dan

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 Bijlage II Onderdeel Economische groei Inflatie Producentenvertrouwen Consumptie Omzet detailhandel Consumentenvertrouwen Hypotheken Hypotheek- en kapitaalmarktrente

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 Bijlage II Overall conclusie De Nederlandse economie groeit naar verwachting met 1¾% in 1 en met 1½% in 11. De toename van het bbp komt bijna volledig voor

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-252 10 december 2002 9.30 uur Werkgelegenheid groeit in de zorg en daalt in het bedrijfsleven In het derde kwartaal van 2002 is het aantal banen van

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-077 14 november 2008 9.30 uur Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent Bijna een halvering in vergelijking met eerste halfjaar

Nadere informatie

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent Arbeidsmarkt in vogelvlucht Gemiddeld over de afgelopen vier maanden is er een licht stijgende trend in de werkloosheid. Het aantal banen van werknemers stijgt licht en het aantal openstaande vacatures

Nadere informatie

Toekomstperspectieven sloop- en asbestverwijderingsbranche

Toekomstperspectieven sloop- en asbestverwijderingsbranche www.sloopaannemers.nl www.eib.nl Toekomstperspectieven sloop- en asbestverwijderingsbranche Samenvatting van de resultaten van EIB onderzoek Inleiding Terugblik: 2009-2013 Toekomstperspectief: 2014-2019

Nadere informatie

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014 Eerste kwartaal 214 Herstel in de industrie zet door Samenvatting Totale industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2015

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2015 Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2015 Bedrijfseconomische kencijfers 2015 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor juni 211 (cijfers t/m maart 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt?

Nadere informatie

Monitor kredietcrisis begin 2010 Gemeente Purmerend

Monitor kredietcrisis begin 2010 Gemeente Purmerend Monitor kredietcrisis begin 2010 Gemeente Purmerend Colofon In opdracht van: De directeur Beleid Coördinatie en samenstellen rapportage: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Inhoud rapportage:

Nadere informatie

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland Tweede kwartaal 2013 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009 Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009 Economische krimp in 2009 Aantal vacatures sterk gedaald Werkloosheid in Breda stijgt me 14% Bredase bijstand daalt minimaal Bijstand onder jongeren sterk gestegen

Nadere informatie

De dip duurt niet eeuwig

De dip duurt niet eeuwig De dip duurt niet eeuwig Remko Nods (Elsevier) redactie.emedia@reedbusiness.nl De dip duurt niet eeuwig De Nederlandse bouw is in crisis door bezuinigingen van overheden en de problemen op de woningmarkt.

Nadere informatie

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-009 15 februari 2012 9.30 uur Economie 0,7 procent gekrompen In vierde kwartaal 0,7 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Consumptie 1,8 procent lager

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 70 2014 47

Statistisch Bulletin. Jaargang 70 2014 47 Statistisch Bulletin Jaargang 70 2014 47 20 november 2014 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Iets meer banen en vacatures in het derde kwartaal 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Macro-economie 5 Koerswaarde

Nadere informatie

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013 Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt

Nadere informatie

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017. Bijlage 2 Cijfers uitvoering Participatiewet Bijstandsvolume stabiliseert Er zijn duidelijke signalen dat de economie en de arbeidsmarkt zich aan het herstellen zijn van de crisis. Het aantal mensen met

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Regionaal-Economische Barometer

Regionaal-Economische Barometer Regionaal-Economische Barometer Verwachtingen voor Assen-Beilen in 2011 Januari 2011 CONCLUSIES Groeiverwachting Nederlandse economie in 2011 1½ procent Overheid en zorg goed voor 40 procent van de werkgelegenheid

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Persbericht. Economie groeit niet in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Net geen recessie.

Persbericht.   Economie groeit niet in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Net geen recessie. Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-095 17 mei 2002 9.30 uur Economie groeit niet in eerste kwartaal 2002 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2002 niet gegroeid. Dit blijkt

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 8 Overall conclusie De kredietcrisis zorgt voor een terugval van de economische bedrijvigheid in Nederland die sinds het begin van de jaren tachtig niet is voorgekomen.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-069 15 november 2011 9.30 uur Economische groei valt terug Economie 1,1 procent gegroeid op jaarbasis in derde kwartaal Kwartaal op kwartaal 0,3 procent

Nadere informatie

Regionale economische prognoses 2016

Regionale economische prognoses 2016 Regionale economische prognoses 2016 Themabericht Rogier Aalders De breed gedragen economische groei in 2016 leidt tot productiegroei in alle sectoren en in alle regio s De Randstad, en daarbinnen vooral

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen 1e kwartaal 9 Overall conclusie In de tweede helft van 8 sloeg de kredietcrisis ook in Nederland over naar de rest van de economie. De vooruitzichten voor 9 en 1 zijn in

Nadere informatie

Conjunctuurenquête Nederland

Conjunctuurenquête Nederland Nieuw: metingen op provinciaal niveau Conjunctuurenquête Nederland Rapport eerste kwartaal 212 Conjunctuurenquête Nederland I rapport eerste kwartaal 212 Inhoud rapportage COEN in het kort Economisch klimaat

Nadere informatie

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda Inleiding. 2 Globaal beeld arbeidsmarkt 2006

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda Inleiding. 2 Globaal beeld arbeidsmarkt 2006 Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2006 Herstel economie zet fors door Aantal banen neemt toe Werkloosheidsdaling Breda minder groot Daling jeugdwerkloosheid stagneert Aantal bijstandsgerechtigden daalt

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers Ad Grootenboer

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers Ad Grootenboer Monitor Bouwketen Daan Holtackers Ad Grootenboer V01 Rapport in opdracht van BNA, Bouwend Nederland, FOSAG, NLingenieurs en UNETO-VNI Juni 2011 Inhoudsopgave Inleiding 3 1 Algemeen 5 1.1 De conjunctuurontwikkeling

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers Monitor Bouwketen Daan Holtackers Rapport in opdracht van BNA, Bouwend Nederland, NLingenieurs en UNETO-VNI Juni 2013 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 3 1 Bouwkolom 5 1.1 Recente ontwikkelingen

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor februari 2012 (cijfers t/m december 2011) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en

Nadere informatie

Landelijke arbeidsmarkt prognose 2017 (update, 30 januari 2017)

Landelijke arbeidsmarkt prognose 2017 (update, 30 januari 2017) Landelijke arbeidsmarkt prognose 2017 (update, 30 januari 2017) In 2016 zette het herstel van de economie en arbeidsmarkt door In 2016 zette het economisch herstel door: de economie groeide met 2,1%. De

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven Bedrijfseconomische kencijfers Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud

Nadere informatie

OnderhoudNL Ondernemerspanel. 25 e meting Hoogseizoen 2014

OnderhoudNL Ondernemerspanel. 25 e meting Hoogseizoen 2014 OnderhoudNL Ondernemerspanel 25 e meting Hoogseizoen 2014 Rapportage T.b.v. OnderhoudNL Mark de Graaf MSc RE, drs Hanane Bouazzaoui Januari 2015 a14onlov2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Respons en bedrijfskenmerken

Nadere informatie

Kwartaalmonitor VHG 01

Kwartaalmonitor VHG 01 Kwartaalmonitor VHG 01 4 e kwartaal 2018 Aanvullend statistisch onderzoek voor VHG - Branchevereniging voor ondernemers in de groene sector VHG-leden boekten 7,8 procent meer omzet in het vierde kwartaal

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor Oktober 2010 (cijfers t/m augustus 2010) Inhoud: 1. Werkloosheid (algemeen) 2. Werkloosheid naar leeftijd (jongeren en ouderen) 3. Vacatures, bedrijven en leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor Januari 211 (cijfers t/m oktober 21) Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt? Dat leest u in deze zesde editie van de crisismonitor, die het OCD eens in de twee maanden

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkgelegenheid commerciële sector daalt. Minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkgelegenheid commerciële sector daalt. Minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-196 26 september 2002 9.30 uur Werkgelegenheid commerciële sector daalt Voor het eerst sinds 1994 is het aantal banen van werknemers in commerciële bedrijven

Nadere informatie

4.1 Ontwikkeling van de bouwmarkt

4.1 Ontwikkeling van de bouwmarkt 4.1 Ontwikkeling van de bouwmarkt 4.1.1 Conjunctuur Voor de bouwwereld relevante vakbladen/media zorgen voor een continue stroom aan informatie over de marktontwikkeling in de woning- en utiliteitsbouw.

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Duiding Arbeidsmarktontwikkelingen juni 2017

Duiding Arbeidsmarktontwikkelingen juni 2017 Duiding Arbeidsmarktontwikkelingen juni 2017 Inhoudsopgave Samenvatting: in één oogopslag 2 1. Economie 3 1.1. Nederlandse economie groeit nog steeds verder 3 1.2. Minder verleende ontslagvergunningen

Nadere informatie

CBS: Koopkracht van werknemers in de zorg gestegen

CBS: Koopkracht van werknemers in de zorg gestegen Persbericht PB14 037 02 06 2014 16.00 uur CBS: Koopkracht van werknemers in de zorg gestegen Koopkracht van werknemers in gezondheids- en welzijnszorg steeg in 2008-2012 elk jaar Zelfstandigen en pensioenontvangers

Nadere informatie

De Amsterdamse woningmarkt: voorzichtige stabilisatie

De Amsterdamse woningmarkt: voorzichtige stabilisatie De Amsterdamse woningmarkt: voorzichtige stabilisatie De problemen op de wereldwijde financiële markten hebben de economie inmiddels meer dan twee jaar in haar greep. Vanaf oktober 28 zijn de gevolgen

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Monitor ZZP ers Bouw. 2015, tweede halfjaar

Monitor ZZP ers Bouw. 2015, tweede halfjaar Monitor ZZP ers Bouw, tweede halfjaar Monitor ZZP ers Bouw Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan)

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-161 3 september 2003 9.30 uur Aantal banen in Nederland daalt Het aantal banen van werknemers in Nederland in het tweede kwartaal van 2003 is 22 duizend

Nadere informatie

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2015 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2015 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw.

Nadere informatie

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2016

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2016 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2016 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend

Nadere informatie

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-103 1 juli 2004 9.30 uur Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal 2004 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2004 met 0,9 procent

Nadere informatie

Zakelijke dienstverlening

Zakelijke dienstverlening Zakelijke dienstverlening Trends, Ontwikkelingen, Cijfers & Prognoses Juni 16 Economisch Bureau Nederland Kasper Buiting Senior sector econoom 3376 kasper.buiting@nl.abnamro.com Inhoud Onderwerp Pag Kernpunten

Nadere informatie

Vooruitzichten voor de bouw in Nederland en Europa

Vooruitzichten voor de bouw in Nederland en Europa Vooruitzichten voor de bouw in Nederland en Europa Taco van Hoek Directeur EIB Nieuwjaarsreceptie NRK - De Meern, 14 januari 2016 1 Inhoud Drie vragen Wat was het beeld tijdens de crisisjaren? Wat zijn

Nadere informatie

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid Deze vragen staan centraal in de Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2017. Koninginneweg 20 1075 CX Amsterdam t (020) 205 16 00 eib@eib.nl www.eib.nl ECONOMISCH INSTITUUT VOOR DE BOUW VERWACHTINGEN

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 17

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 17 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 17 23 april 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Vertrouwen

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

Factsheet economische crisis. 2 e kwartaal 2012

Factsheet economische crisis. 2 e kwartaal 2012 Factsheet economische crisis 2 e kwartaal 212 O&S Oktober 212 2 Kort samengevat Ieder kwartaal factsheet economische crisis Vanwege de voortdurende economische crisis is er behoefte aan inzicht in de gevolgen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-073 13 december 2012 9.30 uur Potentiële beroepsbevolking blijft straks op peil dankzij 65-plussers Geen langdurige krimp potentiële beroepsbevolking

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 1,1 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 1,1 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-032 15 mei 2012 9.30 uur Economie 1,1 procent gekrompen In eerste kwartaal 1,1 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Investeringen 4,2 procent lager Consumptie

Nadere informatie

J A N U A R i 2 0 1 1

J A N U A R i 2 0 1 1 MONITOR KREDIETCRISIS J A N U A R i 2 0 1 1 Colofon In opdracht van: De directie Coördinatie en samenstellen rapportage: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Bert Mentink Inhoud rapportage: Diverse

Nadere informatie

Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2012 en 2013

Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2012 en 2013 M201212 Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2012 en 2013 Update september drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Zoetermeer, september 2012 MKB krimpt in 2012 De afzet van het Nederlandse MKB daalt

Nadere informatie

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid, Indicator 26 februari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Uit voorlopige cijfers over

Nadere informatie

Middellangetermijn ontwikkeling MKB

Middellangetermijn ontwikkeling MKB M201108 Middellangetermijn ontwikkeling MKB Het MKB in de marktsector in de periode 2011-2015 drs. K. Bangma drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, april 2011 Middellangetermijn ontwikkeling MKB In de

Nadere informatie

HALFJAARLIJKS ONDERZOEK. Conjunctuurenquête voorjaar 2015

HALFJAARLIJKS ONDERZOEK. Conjunctuurenquête voorjaar 2015 HALFJAARLIJKS ONDERZOEK Conjunctuurenquête voorjaar 2015 Samenvatting Uit de FME Conjunctuurenquête voorjaar 2015 wordt duidelijk dat veel bedrijven een gezonde uitgangspositie hebben om de uitdagingen

Nadere informatie

Trendmonitor Hoorn. 11 e meting: eerste kwartaal 2012. Trendmonitor Hoorn. Gemeente Hoorn mei 2012

Trendmonitor Hoorn. 11 e meting: eerste kwartaal 2012. Trendmonitor Hoorn. Gemeente Hoorn mei 2012 11 e meting: eerste kwartaal 2012 Gemeente Hoorn mei 2012 Colofon Uitgave : &O Research BV van Dedemstraat 6C 1624 NN Hoorn Tel. (0229) 282555 www.ioresearch.nl Datum : Mei 2012 Opdrachtgever : gemeente

Nadere informatie

Monitor bouwketen. Voorjaar 2019

Monitor bouwketen. Voorjaar 2019 Monitor bouwketen Voorjaar 2019 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend toegestaan met

Nadere informatie

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2011

Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2011 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2011 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend

Nadere informatie

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Zzp ers in de provincie Utrecht 2013 Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Ester Hilhorst Economic Board Utrecht Februari 2014 Inhoud Samenvatting Samenvatting Crisis kost meer banen in 2013 Banenverlies

Nadere informatie