De nieuwe flex-bv en doorbraak van aansprakelijkheid in concernverhoudingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De nieuwe flex-bv en doorbraak van aansprakelijkheid in concernverhoudingen"

Transcriptie

1 De nieuwe flex-bv en doorbraak van aansprakelijkheid in concernverhoudingen M r. M. G. v a n d e n B o o g e r d e n m r. E. J. L u t e n * 1 Inleiding Het zal weinigen zijn ontgaan; met ingang van 1 oktober 2012 is de Wet vereenvoudiging en flexibilisering van het bv-recht, kortweg de flex-bv, ingevoerd. Het bv-recht is met de inwerkingtreding van de flex-bv op een aantal punten ingrijpend gewijzigd. 1 Met deze wijziging is beoogd de mogelijkheid te creëren de bv meer naar de wensen van de praktijk in te richten. 2 In deze bijdrage zal één element van de wijziging in het bv-recht centraal staan, te weten de wijziging van art. 2:239 lid 4 Burgerlijk Wetboek (BW), waarbij in het bijzonder zal worden ingegaan op de uit dat artikel af te leiden instructiebevoegdheid van de algemene vergadering van aandeelhouders van een besloten vennootschap (hierna: AVA) en de daarmee samenhangende doorbraak van aansprakelijkheid in concernverhoudingen. Alvorens in te gaan op de implicaties die de wetswijziging mogelijk heeft voor de doorbraak van aansprakelijkheid in concernverband, dient aandacht te worden besteed aan de juridische status van het begrip concern, de verhoudingen tussen de diverse concernvennootschappen en de mate waarin dit invloed heeft (of zou mogen hebben) op de besluitvorming binnen de afzonderlijke concernvennootschappen (par. 2), de wettelijke regeling zoals die gold vóór 1 oktober 2012 (par. 3), en de praktijk zoals deze de afgelopen decennia is ontwikkeld in de jurisprudentie en literatuur (par. 4). Vervolgens zal het nieuwe art. 2:239 lid 4 BW en zijn ontstaansgeschiedenis worden besproken (par. 5) en ten slotte zal worden ingegaan op de vraag of, en zo ja, in hoeverre deze wetswijziging invloed zal hebben op de doorbraak van aansprakelijkheid in concernverband (par. 6). Naar onze mening zal het feit dat de door rechtspraak en literatuur reeds geconstateerde feitelijke instructiemacht thans een (meer) concrete wettelijke basis heeft gekregen, tot gevolg hebben dat aansprakelijkstelling van de moedervennootschap door schuldeisers van de dochter- * Mr. M.G. van den Boogerd en mr. E.J. Luten zijn als advocaat werkzaam bij Kneppelhout & Korthals Advocaten te Rotterdam. 1. Voor een overzicht zie bijv.: P.H.N. Quist, De Flex-bv in vogelvlucht (I), WPNR (2012) 6938, p ; P.H.N. Quist, De Flex-bv in vogelvlucht (II, slot), WPNR (2012) 6939, p Vgl. Kamerstukken II 2006/07, , p. 3 (MvT). vennootschap in de toekomst een grotere kans van slagen heeft. 2 Concernverhoudingen De Nederlandse wetgeving kent als zodanig geen regeling voor het concernrecht als uniformerend of systematisch geheel; uitgangspunt is de enkelvoudige nv of bv. In Boek 2 BW wordt wel op diverse plaatsen rekening gehouden met concernverschijnselen, zoals bijvoorbeeld in het jaarrekeningenrecht (de geconsolideerde jaarrekening en de concernvrijstelling) en de structuurregeling. Als concern kan worden aangemerkt een samenstel van meerdere in juridisch opzicht zelfstandig georganiseerde ondernemingen die binnen een grotere economische ondernemingseenheid zijn onderworpen aan een centrale leiding. 3 Gesproken wordt in dit kader ook wel van beleidsafhankelijke ondernemingen. De wet kent in art. 2:24b BW wel een definitie van het begrip groep. Dit is een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch zijn verbonden. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen en vennootschappen die met elkaar in een groep zijn verbonden. Organisatorische verbondenheid zal over het algemeen uitgedrukt worden in een directe of indirecte meerderheidsdeelneming in het kapitaal, hoewel een minderheidsdeelneming die is versterkt met bijzondere rechten ook denkbaar is. Een andere mogelijkheid is dat de organisatorische verbondenheid volgt uit bepaalde contractuele voorzieningen, zoals een samenwerkingsovereenkomst. De rechtspersoon die kort gezegd een meerderheid heeft in de AVA van een andere rechtspersoon (de dochter), of meer dan de helft van de bestuurders of commissarissen van die andere rechtspersoon kan benoemen of ontslaan, wordt aangemerkt als de moeder van de groep. 4 Reeds uit de memorie van toelichting bij de Wet tot aanpassing aan de vierde EEG-richtlijn 5 volgt dat de wetgever de aan- 3. Asser/Maeijer, Van Solinge & Nieuwe Weme 2-II*, Rechtspersonenrecht, De naamloze en besloten vennootschap, Deventer: Kluwer 2009, nr Art. 2:24a BW. 5. Kamerstukken II 1979/1980, , nr. 3, p M v V , n u m m e r 3

2 wezigheid van een centrale of gemeenschappelijke leiding wezenlijk acht voor het kunnen vaststellen van een groepsverband. Het gaat daarbij niet noodzakelijkerwijs om een centraliserende of uniformerende leiding, maar om het feit dat die centrale leiding vanuit een enkelvoudig centrum wordt gegeven. Een aanwijzing daarvoor is het voeren van een gezamenlijke strategie en het op basis hiervan plannen, coördineren en controleren van het beleid van de betrokken groepsmaatschappijen. 6 Ongeacht of een vennootschap deel uitmaakt van een groep en ongeacht haar positie binnen die groep, is de taak van het bestuur van die vennootschap eender, te weten het besturen van de vennootschap. 7 In zijn algemeenheid wordt aangenomen dat onder het besturen van de vennootschap in ieder geval wordt verstaan de dagelijkse leiding over de bedrijfsvoering en de strategiebepaling. 8 Asser verstaat onder besturen kort gezegd alle handelingen die zijn gericht op het verwezenlijken van het vennootschappelijke doel van de vennootschap zoals aangeduid in de statuten, alsmede het nemen van initiatief bij het functioneren van de inwendige structuur van de vennootschap (zoals het bijeenroepen van de AVA). 9 De Corporate Governance Code 10 laat zich in soortgelijke bewoordingen uit door te stellen dat besturen onder meer inhoudt dat het bestuur verantwoordelijk is voor de realisatie van de doelstellingen van de vennootschap. Daar wordt voorts aan toegevoegd het bepalen van de strategie met het bijbehorende risicoprofiel, de resultaatontwikkeling en de voor de onderneming relevante maatschappelijke aspecten van het ondernemen. Het bestuur dient zich bij het besturen van de vennootschap te laten leiden door het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. 11 Dit wordt ook wel aangeduid als de wettelijke instructienorm. Wat verstaan dient te worden onder het vennootschappelijk belang kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Er zijn in de literatuur ruwweg twee stromingen te onderscheiden, aangeduid als het shareholdersmodel en het stakeholdersmodel. Aanhangers van het shareholdersmodel, dat is gestoeld op Anglo-Amerikaanse leest, menen dat het vennootschappelijk belang samenvalt met het belang van de aandeelhouders als eigenaren van de vennootschap, terwijl het stakeholdersmodel het vennootschappelijk belang omschrijft als het belang dat de vennootschap heeft bij haar eigen voortbestaan, waaronder mede begrepen de belangen van andere stakeholders dan de aandeelhouders, 6. Asser 2-II*, nr. 816; M.P. van Achterberg, De juridische definitie van het economische verschijnsel concern (diss.), Serie vanwege het Van der Heijden Instituut, deel 33, 1989, p. 34, 51 en Behoudens wettelijke en statutaire beperkingen (art. 2:239 lid 1 BW). 8. Zie ook: HR 13 juli 2007, NJ 2007, Asser 2-II*, nr Zie Principe II Asser 2-II*, nr zoals bijvoorbeeld de werknemers. 12 Binnen laatstgenoemde stroming wordt het vennootschappelijk belang ook wel omschreven als de resultante van de afweging van alle betrokken deelbelangen. 13 In concernverhoudingen wordt het vennootschappelijk belang niet louter gevormd door het belang van haar aandeelhouders en/of dat van de vennootschap zelf en andere belanghebbenden, maar wordt dit mede gekleurd door het concernbelang. 14 Het bestuur zal het belang van het concern moeten meewegen in de besluitvorming, maar het concernbelang mag daarbij niet doorslaggevend zijn. 15 Het uitgangspunt is aldus dat het bestuur van een vennootschap autonoom besluiten moet nemen. Deze bestuursautonomie wordt in concernverband wel afgezwakt, maar dus niet volledig opzijgezet. 3 De situatie vóór 1 oktober 2012 Het oude art. 2:239 lid 4 BW gaf de mogelijkheid om statutair te bepalen dat het bestuur zich dient te gedragen naar de aanwijzingen van een orgaan van de vennootschap. Die aanwijzingen zouden kunnen zien op de algemene lijnen van het te voeren beleid op nader in de statuten aan te geven terreinen. In de memorie van toelichting gaf de wetgever destijds aan dat het daarbij kan gaan om bepaalde beleidsterreinen, zoals het financiële, sociale, economische, milieu- of personeelsbeleid. 16 In concernverhoudingen zal deze bevoegdheid tot het geven van aanwijzingen ten aanzien van de algemene lijnen van het te voeren beleid in de statuten veelal zijn toegekend aan de AVA. Uit de wetstekst en de memorie van toelichting lijkt reeds te volgen dat de wetgever niet heeft beoogd een ander vennootschapsorgaan een concrete instructiebevoegdheid toe te kennen. In de volgende paragraaf zal worden ingegaan op de uitwerking van de aanwijzings- c.q. instructiebevoegdheid in concernverband in de literatuur en jurisprudentie en de gevolgen die dit heeft gehad voor de doorbraak van aansprakelijkheid. 4 Instructiebevoegdheid en doorbraak van aansprakelijkheid in de praktijk In het Forumbank-arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de AVA het bestuur geen opdracht kan geven tot het verrichten van bepaalde handelingen die krachtens wettelijke of statutaire bepalingen tot de bevoegdheid van het bestuur beho- 12. J.M.M. Maeijer, Het belangenconflict in de naamloze vennootschap, oratie 1964, en verder zijn publicaties in Serie vanwege het Van der Heijden Instituut, deel 7 (1972) en 22 (1982); M.M. Mendel, Het vennootschappelijk belang, oratie E.J.J. van der Heijden, Handboek voor de naamloze en besloten vennootschap, bewerkt door W.C.L. van der Grinten, 1984: 1992, nr. 231; P. van Schilfgaarde, Van de nv en de bv, bewerkt door J.W. Winter, Deventer: Kluwer 2009, 4, p Asser 2-II*, nr OK 21 juni 1979, NJ 1980, 71 en 28 november 1991, NJ 1992, 201 (Batco); HR 7 juli 1982, NJ 1983, 35 (Enka); HR 26 oktober 2001, NJ 2002, 94 (Juno); OK 12 maart 2003, JOR 2003, Kamerstukken II 1998/1999, , nr. 3, p. 11. M v V , n u m m e r 3 75

3 ren. 17 Uit dit arrest uit 1955, in combinatie met de tekst en toelichting op art. 2:239 lid 4 (oud) BW, werd afgeleid dat de AVA (indien daartoe statutair in staat gesteld) slechts de bevoegdheid toekwam algemene aanwijzingen te geven. Het geven van concrete instructies werd algemeen aanvaard als niet toegestaan beschouwd. Dit uitgangspunt wordt in concernverband echter in belangrijke mate gerelativeerd door de ontslagbevoegdheid die de AVA toekomt. In de praktijk loopt een bestuurder die niet bereid is aanwijzingen van de AVA op te volgen het risico te worden ontslagen en te worden vervangen voor een bestuurder die een dergelijke bereidheid wel heeft. Bovendien wordt het bestuur van een dochter vaak gevormd door het management van de moeder, zodat reeds op die grond verwacht kan worden dat men zich voegt naar de wensen van de concernleiding. Ongeacht of de statuten ex art. 2:239 lid 4 (oud) BW een algemene instructiebevoegdheid bevatten, is er in concernverband dus sprake van een feitelijke instructiemacht die het gevolg is van de afhankelijkheidsverhouding van de dochter ten opzichte van de moeder. 18 Daar komt bij dat het vennootschappelijk belang van de moeder zich mede uitstrekt over het concernbelang en de belangen van de tot het concern behorende ondernemingen. 19 De moeder heeft aldus een concernleidingsplicht, in die zin dat zij toezicht dient te houden op de dochter(s) en, indien nodig, in zal moeten grijpen. 20 Deze ingrijpplicht kan zelfs met zich brengen dat de moeder zich de belangen van de schuldeisers van de dochter dient aan te trekken. 21 Indien de moeder een dusdanig dominerende invloed uitoefent op de dochter dat deze daardoor feitelijk, financieel-economisch in een positie van (nagenoeg) volledige afhankelijkheid ten opzichte van de moeder verkeert, draagt de moeder ten opzichte van de dochter een bijzondere verantwoordelijkheid die onder omstandigheden zelfs kan nopen tot het verlenen van financiële bijstand ( bijspringplicht ). 22 De hiervoor gememoreerde concernleidingsplicht brengt voor de moeder dus bepaalde verplichtingen met zich, die zich kunnen uiten in een verplichting in te grijpen in het beleid van de dochter. Dit staat niet alleen op gespannen voet met het bepaalde in art. 2:239 lid 4 (oud) BW en de heersende leer in jurisprudentie en literatuur, maar opent ook de deur van de doorbraak van aansprakelijkheid. Immers, indien de moeder zich concreet en intensief met het beleid van de dochter gaat bemoeien, kan dit leiden tot een toenemende verantwoordelijkheid ten opzichte van de schuldeisers van de dochter. Dit geldt eens te meer indien de moeder zich feitelijk als bestuurder c.q. beleidsbepaler van de dochter gedraagt. Anderzijds 17. HR 21 januari 1955, NJ 1959, 43 m.nt. HB (Forumbank). 18. HR 10 februari 1990, NJ 1990, 446 (Ogem II). 19. HR 10 februari 1990, NJ 1990, 446 (Ogem II). 20. Hof Amsterdam 6 januari 2005, JOR 2005, 6 (Ahold). 21. HR 21 december 2001, JOR 2002, 38 m.nt. Bartman (Sobi/Hurks II). 22. Hof Arnhem 16 januari 2001, JOR 2004, 8 (Scob/Van der Pol). kan ook het niet voldoen aan de concernleidingsplicht door de moeder aanleiding vormen voor aanspraken van schuldeisers van de dochter. De moeder heeft in dat geval immers nagelaten waar zij had moeten handelen. Deze in de literatuur ook wel als indirecte, oneigenlijke of quasidoorbraak aangeduide aansprakelijkheid wordt gebaseerd op art. 6:162 BW. 23 In de jurisprudentie vond de doorbraak van aansprakelijkheid richting de moeder haar aanvang met het Osby-arrest. 24 In deze casus had de moeder ten behoeve van een kredietverstrekking aan de dochter alle (toekomstige) activa in zekerheidseigendom overgedragen gekregen. Ondanks dat de moeder vervolgens tegenover nieuwe schuldeisers van de dochter de schijn van kredietwaardigheid van de dochter had gewekt, vonden deze schuldeisers door de overdracht van de activa aan de moeder geen verhaal. De Hoge Raad overwoog dat de moeder op grond van onrechtmatig handelen aansprakelijk kan zijn ten opzichte van een schuldeiser van haar dochter, zonder dat haar aansprakelijkheid beperkt is tot de inbreng op de aandelen. Voorts overwoog de Hoge Raad dat onder omstandigheden sprake kan zijn van onrechtmatig handelen indien de moeder nalaat zich de belangen van de nieuwe schuldeisers aan te trekken. Dit zal met name zo zijn indien de moeder een zodanig inzicht in en zeggenschap over het beleid van de dochter heeft, dat zij wist of behoorde te voorzien dat nieuwe schuldeisers zouden worden benadeeld. De belangrijkste criteria aan de hand waarvan de Hoge Raad tot het oordeel kwam dat sprake was van onrechtmatig handelen, waren aldus (a) het bewerken van feitelijke insolventie, (b) het wekken van de schijn van kredietwaardigheid, (c) het hebben van een overheersende beleidsinmenging, (d) het nalaten zorg te dragen voor andere schuldeisers, en (e) het verrijken van zichzelf ten koste van andere schuldeisers. Voornoemd arrest vormde het uitgangspunt voor de uitspraken die nadien inzake de doorbraak van aansprakelijkheid in concernverband zijn gewezen. In de casus die ten grondslag lag aan het arrest Albada Jelgersma II zond de moeder, naar aanleiding van de overname van de dochter, een brief aan alle toenmalige leveranciers van de dochter, waarin zij garandeerde dat uitstaande vorderingen van de dochter door de moeder zouden worden voldaan bij voortzetting van de leveranties. 25 De vermogenspositie van de dochter was bij de overname door de moeder al zorgelijk en uiteindelijk ging de dochter failliet. Een leverancier van de dochter was pas na de garantie door de moeder aangevangen met leveren aan de dochter en stelde de moeder aansprakelijk voor zijn schade. De Hoge Raad overwoog dat de moeder intensieve en indringende bemoeienis had met het beleid van haar dochter, gezien de zeggenschap over de bedrijfsvoering, met name op het terrein van de inkopen. Toen de moeder voorzag of behoorde te voorzien dat de leverancier bij voortzetting van zijn leveranties benadeeld zou worden door gebrek aan verhaal, was de moeder gehouden 23. Asser 2-II*, nr HR 25 september 1981, NJ 1982, 443 m.nt. Ma (Osby). 25. HR 19 februari 1988, NJ 1988, 487 (Albada Jelgersma II). 76 M v V , n u m m e r 3

4 maatregelen te nemen. Het hof had in hoger beroep overwogen dat het op de weg van de moeder had gelegen om de leverancier zelf te betalen of dat zij erop had moeten toezien dat de dochter de inkoop staakte. Een andere optie was uiteraard geweest dat de moeder aan de betreffende leveranciers had meegedeeld dat haar dochter niet langer in staat was aan haar verplichtingen te voldoen. In de casus die aan het arrest Nimox/Van den End ten grondslag lag, kwamen de moeder en dochter een dividenduitkering door de dochter aan de moeder overeen, waarbij de vordering uit hoofde van de dividenduitkering van de moeder op de dochter zou worden omgezet in een lening versterkt met zekerheidsrechten. 26 Door de dividenduitkering waren de reserves van de dochter verdwenen. De moeder verkocht haar vordering vervolgens aan de bank tegen de nominale waarde onder zekerheidsstelling. De Hoge Raad overwoog dat de moeder onrechtmatig handelde, aangezien zij zich de belangen van de schuldeisers niet voldoende had aangetrokken, terwijl de moeder door de dividenduitkering werd bevoordeeld in de wetenschap dat het faillissement van de dochter te verwachten was. In het Securicor-arrest overwoog de Hoge Raad dat de moeder zich de belangen van de derde als schuldeiser van de dochter had moeten aantrekken, nu zij bij deze derde vertrouwen ten aanzien van de nakoming door de dochter had gewekt. 27 Het ging om een situatie waarbij een vertegenwoordiger van de moeder tijdens onderhandelingen over beveiligingswerkzaamheden met een derde het vertrouwen had gewekt dat de dochter haar financiële verplichtingen jegens die derde na zou komen. Niet veel later ging de dochter echter failliet. In 1998 volgde het arrest Coral/Stalt. Het betrof een dochter die haar activiteiten beëindigde en al haar activa overdroeg aan de moeder. De koopsom werd verrekend met intercompanyvorderingen van de moeder op de dochter. 28 De Hoge Raad overwoog dat de moeder onrechtmatig handelde omdat zij zich intensief heeft bemoeid met de gang van zaken bij de dochter en de hand heeft gehad in de beëindiging van haar bedrijfsactiviteiten, terwijl zij bovendien heeft bewerkstelligd, althans toegestaan, dat met uitzondering van één schuldeiser alle schuldeisers van de dochter werden voldaan en de overgebleven activa werden aangewend ter voldoening van intercompany-vorderingen, terwijl de moeder ernstig rekening diende te houden met de mogelijkheid dat de vorderingen van die ene schuldeiser onbetaald zouden blijven. Ook in de casus die ten grondslag lag aan het arrest Sobi/ Hurks II was sprake van een sterke verbondenheid tussen moeder en dochter. 29 Dit kwam tot uiting in een fiscale eenheid, dezelfde rekening-courant en één kredietovereenkomst 26. HR 8 november 1991, NJ 1992, 147 m.nt. Ma (Nimox/Van den End). 27. HR 18 november 1995, NJ 1995, 170 m.nt. Ma (NBM/Securicor). 28. HR 12 juni 1998, NJ 1998, 727 (Coral/Stalt). 29. HR 21 december 2001, JOR 2002, 38 m.nt. Bartman (Sobi/Hurks II). voor het gehele concern. Daarnaast had de dochter zich jegens de bank hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor alle schulden binnen het concern en verlangden de statuten van de dochter goedkeuring van de AVA bij het nemen van ingrijpende besluiten door het bestuur. De dochter ging failliet en de schuldeisers spraken de moeder aan. Het werd de moeder aangerekend dat zij had nagelaten in te grijpen bij de dochter, terwijl de moeder wist of behoorde te weten dat de dochtermaatschappij haar verplichtingen jegens haar schuldeisers niet zou kunnen voldoen. Aan de moeder kon worden verweten dat zij niet eerder had ingegrepen in die zin dat zij in plaats van passief rapportage van de dochter af te wachten, actief toezicht had moeten uitoefenen waardoor zij zich in een veel eerder stadium gerealiseerd zou hebben dat de financiële positie van de dochter uitzichtloos was. De moeder had zich de belangen van de schuldeisers van de dochter moeten aantrekken, onder meer door hen te waarschuwen dat na de peildatum verrichte werkzaamheden niet betaald zouden kunnen worden. Met de bespreking van voornoemde jurisprudentie is geenszins gepretendeerd een volledig overzicht te geven van de rechtspraak die inzake de doorbraak van aansprakelijkheid in concernverband is verschenen. Het betreft echter wel de meest gezaghebbende arresten van de Hoge Raad op dit gebied, die in lagere rechtspraak als uitgangspunt voor het oordeel van de rechter hebben gediend. Aan de hand daarvan kan een soort stappenplan worden geformuleerd dat gevolgd dient te worden bij de beoordeling van doorbraakvorderingen in concernverband. Dit stappenplan luidt als volgt: a het vaststellen van de hechte aard van de concernstructuur en de daarbij horende ingrijpmacht van de moeder; b het concluderen tot een zorgplicht van de moeder ten opzichte van de schuldeisers van de dochter vanwege die hechte concernstructuur; c het bepalen van het tijdstip waarop de moeder van de deplorabele toestand van de dochter geacht mag worden op de hoogte te zijn en haar zorgplicht deswege werd geactiveerd (de peildatum); d het beslissen of de moeder haar zorgplicht in voldoende mate is nagekomen. 30,31 Ten aanzien van c) geldt nog dat het vaststellen van een peildatum tot op zekere hoogte arbitrair is. De rechter dient bij die vaststelling dan ook een datum te kiezen die aan de veilige kant is, derhalve onvermijdelijk ten gunste van degene aan wie het verwijt wordt gemaakt HR 21 december 2001, JOR 2002, 38 m.nt. Bartman (Sobi/Hurks II); zie ook HR 12 september 2008, JOR 2008, 297 (Van Dusseldorp q.q./ Coutts); Rb. Utrecht 24 maart 2010, JOR 2010, 126; Vzr. Rb. Groningen 5 augustus 2011, JOR 2011, 324; Vzr. Rb. Middelburg 18 augustus 2011, JOR 2011, 325; Hof Leeuwarden 6 december 2011, JOR 2012, Vgl. S.M. Bartman & A.F.M. Dorresteijn, Van het concern, Deventer: Kluwer 2009, p HR 21 december 2001, JOR 2002, 38 m.nt. Bartman (Sobi/Hurks II). Voor een casus waarbij geen peildatum werd vastgesteld, zij verwezen naar HR 11 november 2009, JOR 2009, 309. M v V , n u m m e r 3 77

5 5 Het nieuwe art. 2:239 lid 4 BW In de memorie van toelichting bij het huidige art. 2:239 lid 4 BW wordt benadrukt dat het uitgangspunt dient te zijn dat het bestuur van een vennootschap zijn taken autonoom vervult en dat zij zich daarbij dient te richten naar het belang van de vennootschap. Bij de duiding van het vennootschappelijk belang kiest de wetgever duidelijk voor het stakeholdersmodel, door te bepalen dat in de besluitvorming tevens de belangen van andere partijen die bij de vennootschap zijn betrokken, dienen te worden meegewogen. De door de wetgever aangestelde expertgroep heeft voorts geconstateerd dat er in de praktijk onduidelijkheid bestond over de vraag of het op basis van de toen geldende regeling toegestaan was dat de AVA een concrete instructiebevoegdheid toekwam. In recente rechtspraak zou het accent meer gelegen hebben op een inhoudelijke beoordeling van de vraag of het bestuur de aanwijzingen had mogen c.q. moeten opvolgen en minder op het onderscheid tussen algemene en concrete instructies. Bovendien signaleerde de expertgroep dat het in concernverhoudingen eerder regel dan uitzondering is dat de moeder concrete instructies geeft aan het bestuur van haar dochter (feitelijke instructiemacht). Het voorgaande heeft de wetgever ertoe bewogen de woorden die de algemene lijnen van het te voeren beleid op nader in de statuten aan te geven terreinen betreffen te schrappen. Het onderscheid tussen algemene en concrete aanwijzingen is daarmee komen te vervallen. Teneinde buiten iedere twijfel te verheffen dat het bestuur van de dochter zich ondanks deze instructiebevoegdheid van de AVA eerst en vooral dient te richten naar het belang van de vennootschap, is aan art. 2:239 lid 4 BW de volgende zin toegevoegd: Het bestuur is gehouden de aanwijzingen op te volgen, tenzij deze in strijd zijn met het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Het bestuur van de dochter behoudt dus zijn eigen verantwoordelijkheid aangaande zijn besluiten. Het mag niet slaafs de instructies van de moeder opvolgen, maar dient een zelfstandige belangenafweging te maken. 33 Het bestuur van de dochter dient daarbij de instructies van de moeder te toetsen aan het belang van de dochtervennootschap, zoals voorheen evenzeer gold, met het verschil dat sinds 1 oktober 2012 de belangenafweging een wettelijke basis kent. 6 Gevolgen voor doorbraak aansprakelijkheid in concernverband Door de wetswijziging krijgt de AVA, en dus de moeder, een bredere wettelijke basis om invloed uit te oefenen op het beleid van de dochter door bindende en concrete instructies aan het bestuur van de dochter te geven. Hoewel bij de totstandkoming van de wetswijziging niet stil is gestaan bij de gevolgen die de concrete aanwijzingsbevoegdheid voor de AVA zal hebben in het kader van de doorbraak van aansprakelijkheid in concernverband, komt het ons voor dat een concretere statutaire aanwijzingsbevoegdheid eerder zal moeten leiden tot de vaststelling dat sprake is van een hechte aard van de concernstructuur en de daarbij horende ingrijpmacht van de moeder, oftewel dat eerder is voldaan aan het eerste criterium van het in het slot van paragraaf 4 besproken stappenplan voor de vaststelling van de doorbraak van aansprakelijkheid. 34 Ook het niet voldoen aan de concernleidingsplicht door de moeder, terwijl daartoe wel de mogelijkheid en aanleiding bestond, zal met het opnemen van de concrete aanwijzingsbevoegdheid in de statuten van de dochter eerder kunnen leiden tot doorbraak van aansprakelijkheid richting de moeder. Gesteld zou ook kunnen worden dat, nu de concrete aanwijzingsbevoegdheid statutair kan worden vastgelegd en dus gelegitimeerd is (en ook overigens al vele jaren gangbare praktijk), kennelijk aanvaard is dat het vennootschappelijk belang van de moeder zich tevens uitstrekt over haar dochters en dit juist een aanleiding zou moeten vormen om minder snel aan te nemen dat de moeder die daadwerkelijk gebruik maakt van haar instructiemacht jegens de schuldeisers van haar dochter aansprakelijk is. Waarom zou de moeder immers (eerder) aansprakelijk zijn indien zij gebruik maakt van haar statutaire bevoegdheid tot ingrijpen? Wij verwachten echter dat de rechtspraak zoals onder het oude recht gewezen onverminderd van kracht blijft en toetsing van het handelen van de moeder ook onder het huidige recht zal plaatsvinden aan de hand van het in het slot van paragraaf 4 besproken stappenplan. 7 Afsluiting Op basis van de jurisprudentie die is gewezen onder het oude recht, in combinatie met de wetsgeschiedenis die aan het nieuwe art. 2:239 lid 4 BW ten grondslag ligt, is de verwachting gerechtvaardigd dat in de toekomst eerder tot een doorbraak van aansprakelijkheid in concernverband kan worden gekomen indien in de statuten van de dochter gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om een concrete aanwijzingsbevoegdheid op te nemen. Daarbij dient echter te worden aangetekend dat de doorbraak van aansprakelijkheid zowel onder het oude als onder het nieuwe recht de uitzondering blijft op de regel dat de aansprakelijkheid van een aandeelhouder in beginsel beperkt is tot de inbreng op zijn/haar aandelen. 33. Vgl. Kamerstukken II 2006/07, , p. 90 (MvT). 34. Vgl. N. van Dijk, Aanwijzingsbevoegdheid bij de flex-bv, Bb 2012, 64, p M v V , n u m m e r 3

Vennootschappelijk belang en instructierecht: een (on)gelukkige combinatie?

Vennootschappelijk belang en instructierecht: een (on)gelukkige combinatie? Vennootschappelijk belang en instructierecht: een (on)gelukkige combinatie? Prof. mr. drs. I.S. Wuisman Mr. dr. R.A. Wolf Leiden Revisited, 9 september 2014 Programma Introductie; Statutair instructierecht;

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers

Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers Dit artikel is gepubliceerd in het tijdschrift Juridisch up to Date, september 2008 Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers Mr. dr. S. Parijs, CMS Derks Star Busmann

Nadere informatie

College Concernrecht. mr. S. van de Griek. Universiteit van de Nederlandse Antillen. Dinsdag 20 april 2010 van 19.00-20.30 uur

College Concernrecht. mr. S. van de Griek. Universiteit van de Nederlandse Antillen. Dinsdag 20 april 2010 van 19.00-20.30 uur College Concernrecht mr. S. van de Griek Universiteit van de Nederlandse Antillen Dinsdag 20 april 2010 van 19.00-20.30 uur Groep of concern 1. We zullen vandaag het concernrecht behandelen. De literatuur

Nadere informatie

Lezing LWV. Ondernemen via een rechtspersoon: (schijn)veilig? Roermond, 7 juni 2012

Lezing LWV. Ondernemen via een rechtspersoon: (schijn)veilig? Roermond, 7 juni 2012 Lezing LWV Ondernemen via een rechtspersoon: (schijn)veilig? Roermond, 7 juni 2012 Casus 1: Een bestuurder van een BV beseft, dat het faillissement van de BV onvermijdelijk is. Hij laat de BV nog enkele

Nadere informatie

Instructiemacht in bezoeker de praktijk

Instructiemacht in bezoeker de praktijk Instructiemacht in de praktijk Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme Het bestuur is zelfstandig belast met het besturen van de vennootschap; de AVA wordt wel aangeduid

Nadere informatie

Vennootschappelijk belang

Vennootschappelijk belang Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker pelijk belang Inleiding Het belang van de vennootschap is een begrip dat in het vennootschapsrecht op verschillende

Nadere informatie

Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven'

Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven' Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven' 1 Toezicht op bestuur Op 31 mei 2011 is het wetsvoorstel bestuur en toezicht (het "Wetsvoorstel")

Nadere informatie

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering Mr. drs. KP. van Koppen Kluwer - Deventer - 1998 Voorwoord V Gebruikte afkortingen XV Algemene inleiding en verantwoording 1 Verantwoording 1 2 Een körte schets

Nadere informatie

Webinar Jurisprudentie Ondernemingsrecht. februari 2015 Adriaan F.M. Dorresteijn

Webinar Jurisprudentie Ondernemingsrecht. februari 2015 Adriaan F.M. Dorresteijn Webinar Jurisprudentie Ondernemingsrecht februari 2015 Adriaan F.M. Dorresteijn 1 Onderwerpen 1. Turboliquidatie/faillissement 2. Feitelijke bestuurder/beleidsbepaler 3. Enquêtegerechtigden 2 1. Turboliquidatie/faillissement

Nadere informatie

Aansprakelijkheid commissarissen

Aansprakelijkheid commissarissen 1 november 2012 Aansprakelijkheid commissarissen Suzan Winkels-Koerselman Turnaround Advocaten Een klein, modern en gespecialiseerd advocatenkantoor Digitaal dossier Wij bieden de inzet van ervaren onafhankelijke

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid

Nadere informatie

Bestuursreglement Zadkine

Bestuursreglement Zadkine Bestuursreglement Zadkine Dit reglement dient tot nadere uitwerking van artikel 6 lid 5 van de statuten van de Stichting voor Educatie en Beroepsonderwijs Zadkine Algemeen Artikel 1 In dit reglement wordt

Nadere informatie

WETENSCHAP. D. Mokhberolsafa. 1 Inleiding

WETENSCHAP. D. Mokhberolsafa. 1 Inleiding WETENSCHAP Instructiebevoegdheid en de aansprakelijkheid van de moedervennootschap als medebeleidsbepaler van haar dochter-bv op grond van art. 2:248 lid 7 BW: een kwestie van balans * D. Mokhberolsafa

Nadere informatie

Corporate Governance. Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015

Corporate Governance. Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015 Corporate Governance Privaatrechtelijk speelveld Master Class Corporate Governance Mr. Jaap Maris 21 april 2015 Corporate governance Relevante bronnen van regelgeving (in volgorde van belangrijkheid) (Uitgangspunt

Nadere informatie

De naamloze en besloten vennootschap. Hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen Advocaat te Amsterdam. Mr. M.P. Nieuwe Weme

De naamloze en besloten vennootschap. Hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen Advocaat te Amsterdam. Mr. M.P. Nieuwe Weme Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht Rechtspersonenrecht Deel II De naamloze en besloten vennootschap Derde druk Bewerkt door: Mr. G. van Solinge Hoogleraar aan

Nadere informatie

Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders. Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013

Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders. Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013 Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013 Programma I. Introductie II. Aansprakelijkheid Bestuurders

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen

Aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen Welkom Aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen Kasteel Terworm 21 april 2010 Michel Rompelberg Inleiding: kantoor RRA Advocaten N.V. Kerkstraat 4 6367 JE Ubachsberg 045-5620540 www.rra.nl Inleiding:

Nadere informatie

Page 1 of6. Bedrijfsfuridische berichten, Aanwijzingsbevoegdheid bij de flex-bv. Aanwi zïngsbevoegdheidb de flex-bv. 1. Inleiding

Page 1 of6. Bedrijfsfuridische berichten, Aanwijzingsbevoegdheid bij de flex-bv. Aanwi zïngsbevoegdheidb de flex-bv. 1. Inleiding Page 1 of6 Bedrijfsfuridische berichten, Aanwijzingsbevoegdheid bij de flex-bv Vindplaats: Bb 2012/64 Bijgewerkt tot: 11-12-2012 Auteun Mr. N. van Dijk m Aanwi zïngsbevoegdheidb de flex-bv 1. Inleiding

Nadere informatie

Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie.

Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie inzake het voorstel van wet Herziening van de regels over toegelaten instellingen

Nadere informatie

Highlights van de Flex BV

Highlights van de Flex BV Highlights van de Flex BV Dag van de Limburgse Financial 26 september 2012 Peter Brouns en Remco Rosbeek Waarom nieuwe BV-wetgeving? Vereenvoudiging van het BV-recht Afschaffing van als nodeloos ervaren

Nadere informatie

Het juridische lot van de Commissaris. Mr. David Dronkers 26 november 2009

Het juridische lot van de Commissaris. Mr. David Dronkers 26 november 2009 Het juridische lot van de Commissaris Mr. David Dronkers 26 november 2009 Amerikaanse toestanden? Rechtspersoon houder van rechten en plichten mythe van bestuurdersaansprakelijkheid Kentering: deep pocket-beginsel

Nadere informatie

Omzetting van een stichting naar een BV

Omzetting van een stichting naar een BV Omzetting van een stichting naar een BV 1. Voorwaarden voor omzetting naar een BV In onderstaande tabel zijn belangrijke risico's en aandachtspunten weergegeven die verband houden met de omzetting van

Nadere informatie

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014)

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend in overeenstemming

Nadere informatie

CONSOLIDATIE. Inhoudsopgave

CONSOLIDATIE. Inhoudsopgave Inhoudsopgave CONSOLIDATIE 1.0 Kennismaken 2.0 Waarom consolideren? 3.0 Wanneer consolideren? 4.0 Wat is een geconsolideerde jaarrekening? 5.0 De techniek van de integrale consolidatie 1.0 Kennismaken

Nadere informatie

College Bestuur, toezicht, vertegenwoordiging. en bestuurdersaansprakelijkheid. Deel I

College Bestuur, toezicht, vertegenwoordiging. en bestuurdersaansprakelijkheid. Deel I College Bestuur, toezicht, vertegenwoordiging en bestuurdersaansprakelijkheid Deel I Mr. K. Frielink Universiteit van de Nederlandse Antillen Dinsdag 17 maart 2009 van 19.00-21.00 uur Bestuur 1. Iedere

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5 Datum: 20 juli 2015

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5 Datum: 20 juli 2015 Hoewel de informatie in dit openbaar verslag en het bijbehorend financieel verslag zo zorgvuldig mogelijk is samengesteld, staat de curator niet in voor de volledigheid en juistheid daarvan. Mogelijk is

Nadere informatie

Positie bestuurder. Benoeming, ontslag en bevoegdheden. Marie-Louise van Kalmthout, advocaat Matthijs van Rozen, notaris

Positie bestuurder. Benoeming, ontslag en bevoegdheden. Marie-Louise van Kalmthout, advocaat Matthijs van Rozen, notaris Benoeming, ontslag en bevoegdheden Marie-Louise van Kalmthout, advocaat Matthijs van Rozen, notaris 20 mei 2014 Invloed wetswijzigingen op bestaande statuten Wet Flex B.V. op 1 oktober 2012 Wet bestuur

Nadere informatie

Welkom namens. Bestuurdersaansprakelijkheid in incassozaken. Rob Beks

Welkom namens. Bestuurdersaansprakelijkheid in incassozaken. Rob Beks Welkom namens Bestuurdersaansprakelijkheid in incassozaken Rob Beks Onderwerpen Wat is bestuurdersaansprakelijkheid Soorten bestuurdersaansprakelijkheid Uitkeringstoets (nieuwe) BV-recht Vragen Wat is

Nadere informatie

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Op 12 juni 2012 heeft de Eerste Kamer de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht en de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering

Nadere informatie

New rules New choices New opportunities. Flex BV in concernverband

New rules New choices New opportunities. Flex BV in concernverband New rules New choices New opportunities Flex BV in concernverband Ter beperking van aansprakelijkheidsrisico s valt het aan te raden om de bestuurlijke overwegingen en de besluiten over uitkeringen zorgvuldig

Nadere informatie

De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ

De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ Author : gvanpoppel Voor werknemers die statutair bestuurder zijn, gelden vaak andere regels bij onder meer ontslag, dan voor 'normale' werknemers.

Nadere informatie

Persoonlijke verwijtbaarheid en art. 2:11 BW: gaat dat samen?

Persoonlijke verwijtbaarheid en art. 2:11 BW: gaat dat samen? Persoonlijke verwijtbaarheid en art. 2:11 BW: gaat dat samen? Mr. J.P. Hellinga in zijn arrest van 1 mei 2012 1 heeft het gerechtshof s-hertogenbosch geoordeeld dat art. 2:11 BW van toepassing is bij aansprakelijkheid

Nadere informatie

Uit: VERORDENING (EG) NR. 2157/2001 VAN DE RAAD van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE):

Uit: VERORDENING (EG) NR. 2157/2001 VAN DE RAAD van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE): Uit: VERORDENING (EG) NR. 2157/2001 VAN DE RAAD van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE): TITEL III STRUCTUUR VAN DE SE Artikel 38 Onder de in deze verordening gestelde

Nadere informatie

Joint venture: groepsmaatschappij en consolidatie

Joint venture: groepsmaatschappij en consolidatie Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker Joint venture: groepsmaatschappij en consolidatie Inleiding Eerder dit jaar heeft de Rechtbank Amsterdam zich in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 483 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met kwijting aan bestuurders en commissarissen Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) De reikwijdte van medezeggenschap Zaal, I. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) De reikwijdte van medezeggenschap Zaal, I. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) De reikwijdte van medezeggenschap Zaal, I. Link to publication Citation for published version (APA): Zaal, I. (2014). De reikwijdte van medezeggenschap General rights

Nadere informatie

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht.

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht. Besluit van [datum] houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 5:81, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht (Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen Wft) Op voordracht van Onze Minister van

Nadere informatie

De Administratieplicht

De Administratieplicht De Administratieplicht 13 april 2010 Karen Harmsen Inleiding Aandacht voor administratieplicht in de zin dat wordt gekeken naar de vraag wat daaronder (minimaal) moet worden verstaan Relevant in verband

Nadere informatie

Klik om de s+jl te bewerken

Klik om de s+jl te bewerken Derde niveau Presenta+e Vierde niveau Mr D.E.A.F. Aertssen Masterclass NASH 22 mei 2013 6411 ET, Nederland 6221 BT, Nederland 1 Slide 1 Inleiding Aansprakelijkheid bestuurder wegens onjuiste toepassing

Nadere informatie

MEMORANDUM. Geachte NBA,

MEMORANDUM. Geachte NBA, MEMORANDUM Aan : de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) Van : Ellen Timmer, Pellicaan Advocaten N.V. Datum : 18 november 2014 Betreft : Consultatie NBA-handreiking over ondersteuning door

Nadere informatie

De nieuwe Flex-BV. September 2012

De nieuwe Flex-BV. September 2012 De nieuwe Flex-BV September 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten aansprakelijk

Nadere informatie

Managementvergoedingen in strijd met artikel 2:207c BW: beroepsfout advocaat

Managementvergoedingen in strijd met artikel 2:207c BW: beroepsfout advocaat Managementvergoedingen in strijd met artikel 2:207c BW: beroepsfout advocaat Enige tijd geleden heeft de rechtbank Utrecht in de nasleep van een aandelentransactie een uitspraak gewezen inzake het financiële

Nadere informatie

Het besturen van een vereniging en stichting

Het besturen van een vereniging en stichting Het besturen van een vereniging en stichting Roland van Mourik notaris Cursus Goed Bestuur Nijmegen 6 oktober 2009 Roland van Mourik 37 jaar 1990-1991 propaedeuse rechten te Leiden 1991-1996 notarieel

Nadere informatie

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting 1. Inleiding Dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid voor coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen om te kiezen voor een monistisch bestuursmodel.

Nadere informatie

Van de BV en de NV DOOR MR. P. VAN SCHILFGAARDE. Hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Groningen en Utrecht Advocaat te 's-gravenhage.

Van de BV en de NV DOOR MR. P. VAN SCHILFGAARDE. Hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Groningen en Utrecht Advocaat te 's-gravenhage. Van de BV en de NV DOOR MR. P. VAN SCHILFGAARDE Hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Groningen en Utrecht Advocaat te 's-gravenhage Negende druk De eerste t/m de vijfde druk van dit boek zijn verschenen

Nadere informatie

De gevolgen van de uitkeringstest voor tussenpersonen

De gevolgen van de uitkeringstest voor tussenpersonen De gevolgen van de uitkeringstest voor tussenpersonen M r. P. v a n d e r V e l d * Inleiding Op dit moment liggen ter behandeling bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal het wetsvoorstel Vereenvoudiging

Nadere informatie

Mr. R.G.M. Dahmen* groepshoofd. tussenholding. dochtermaatschappij. dochtermaatschappij. 1. Inleiding

Mr. R.G.M. Dahmen* groepshoofd. tussenholding. dochtermaatschappij. dochtermaatschappij. 1. Inleiding Mr. R.G.M. Dahmen* De aanwijzingsbevoegdheid van het gewijzigde artikel 2:239 lid 4 BW: toepassing, toetsing, afdwingbaarheid en aspecten van aansprakelijkheid in concernperspectief De Wet flex-bv 1 geeft

Nadere informatie

WPNR 2014(7011) Het creëren en de uitgifte van stemrechtloze aandelen als soort aandelen. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie

WPNR 2014(7011) Het creëren en de uitgifte van stemrechtloze aandelen als soort aandelen. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie Page 1 of 8 WPNR 2014(7011) Het creëren en de uitgifte van stemrechtloze aandelen als soort aandelen Publicatie Aflevering 145 afl. 7011 Paginanummers 253-258 Publicatiedatum 22 maart 2014 Auteurs Weekblad

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv NOTULEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN EEN BESLOTEN VENNOOTSCHAP NAAR NEDERLANDS RECHT, GEBASEERD OP DE WETSVOORSTELLEN INZAKE FLEXIBILISERING VAN HET BV-RECHT. Bijgaand eerst een toelichting en daarna

Nadere informatie

WIJZIGINGEN IN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ALS GEVOLG VAN DE FLEX-WET EN HET WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT

WIJZIGINGEN IN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ALS GEVOLG VAN DE FLEX-WET EN HET WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT Notariaat M&A - oktober 2012 WIJZIGINGEN IN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ALS GEVOLG VAN DE FLEX-WET EN HET WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT In het wetsvoorstel Vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2561

ECLI:NL:RBROT:2017:2561 ECLI:NL:RBROT:2017:2561 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2017 Datum publicatie 06-04-2017 Zaaknummer C/10/510679 / FT EA 16/2324 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

NOTULEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN: Vennootschap :. B.V. (hierna te noemen: de vennootschap ) gevestigd te :.

NOTULEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN: Vennootschap :. B.V. (hierna te noemen: de vennootschap ) gevestigd te :. NOTULEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN: Vennootschap :. B.V. (hierna te noemen: de vennootschap ) gevestigd te :. gehouden op : 201 te : PRESENTIELIJST AANDEELHOUDERS/ OVERIGE VERGADERGERECHTIGDEN / BESTUURDERS

Nadere informatie

CxS/oiaéi cas. Den Haag, 22 OKT 2008 AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN. Kenmerk: DGB 2008-4936

CxS/oiaéi cas. Den Haag, 22 OKT 2008 AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN. Kenmerk: DGB 2008-4936 CxS/oiaéi cas Den Haag, 22 OKT 2008 Kenmerk: DGB 2008-4936 X ^_ Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 08/03864) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 29 juli 2008, nr.

Nadere informatie

AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ENIG AANDEELHOUDER

AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ENIG AANDEELHOUDER AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ENIG AANDEELHOUDER Een studie naar het spanningsveld tussen de enig aandeelhouder en het bestuur in het kader van de kernbevoegdheden van de enig aandeelhouder en zijn beperkte

Nadere informatie

Wetsbepaling(en): Burgerlijk Wetboek Boek 1 BW BOEK 1 Artikel 88 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RBMNE:2014:2221, RO 2014/64

Wetsbepaling(en): Burgerlijk Wetboek Boek 1 BW BOEK 1 Artikel 88 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RBMNE:2014:2221, RO 2014/64 JOR 2014/307 Borgtochtovereenkomst, Uitzondering ex art. 1:88 lid 5 BW ook van toepassing op buitenlandse rechtspersoon, indien deze met Nederlandse vennootschap kan worden gelijkgesteld, Aangaan lening

Nadere informatie

COMPENDIUM VAN HET ONDERNEMINGSRECHT

COMPENDIUM VAN HET ONDERNEMINGSRECHT COMPENDIUM VAN HET ONDERNEMINGSRECHT DOOR MR. W.J. SLAGTER Emeritus hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, oud-staatsraad i.b.d. met medewerking van dr. J.C.K.W. Bartel, Staatsraad, prof. mr.

Nadere informatie

Wettelijke invulling van bestuurstaken: een verhoging van het aansprakelijkheidsrisico?

Wettelijke invulling van bestuurstaken: een verhoging van het aansprakelijkheidsrisico? schap eming Wettelijke invulling van bestuurstaken: een verhoging van het aansprakelijkheidsrisico? Inleiding In de afgelopen jaren is er veel discussie geweest over corporate governance in Nederland.

Nadere informatie

AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST

AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST DE ONDERGETEKENDEN: De heer/mevrouw..., geboren te... op... en wonende te...,..., te dezen handelende, voor zich in privé, hierna te noemen: "X"; als aandeelhouder en bestuurder

Nadere informatie

College NV en BV; Aandelen

College NV en BV; Aandelen College NV en BV; Aandelen Mr. K. Frielink Universiteit van de Nederlandse Antillen Dinsdag 23 februari 2010 van 19.00-20.30 uur NV en BV - inleiding 1. De NV is een RP met een of meer op naam of aan toonder

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 873 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verduidelijking van de artikelen 297a en 297b Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1 Het advies

Nadere informatie

1. Decertificering en dematerialisatie van aandelen

1. Decertificering en dematerialisatie van aandelen 1 TOELICHTING BEHORENDE BIJ HET VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE STATUTEN VAN ALANHERI N.V. ("ALANHERI" OF "DE VENNOOTSCHAP") Behorende bij agendapunt 8 van de op 27 mei 2011 te houden algemene vergadering

Nadere informatie

Stemrechtregeling. Finaal. aegon.com

Stemrechtregeling. Finaal. aegon.com Stemrechtregeling Finaal aegon.com Den Haag, 29 mei 2013 DEZE STEMRECHTREGELING (de Overeenkomst) is oorspronkelijk aangegaan op 26 mei 2003 en wordt hierbij gewijzigd en luidt thans als volgt. Partijen:

Nadere informatie

RELATIE OVEREENKOMST. tussen. ForFarmers N.V. als de Vennootschap. Coöperatie FromFarmers U.A. als de Coöperatie

RELATIE OVEREENKOMST. tussen. ForFarmers N.V. als de Vennootschap. Coöperatie FromFarmers U.A. als de Coöperatie RELATIE OVEREENKOMST tussen ForFarmers N.V. als de Vennootschap en Coöperatie FromFarmers U.A. als de Coöperatie 2 INHOUDSOPGAVE 1 DEFINITIES EN INTERPRETATIE... 4 1.1 Definities... 4 1.2 Interpretatie...

Nadere informatie

Uitnodiging. HLB OndernemersCafé 7 november 2011. Ondernemend, net als u. www.hlb-van-daal.nl

Uitnodiging. HLB OndernemersCafé 7 november 2011. Ondernemend, net als u. www.hlb-van-daal.nl Uitnodiging HLB OndernemersCafé 7 november 2011 Ondernemend, net als u Nieuw bv-recht: Welke kansen biedt het u? Op 1 oktober 2012 wordt een geheel nieuwe wettelijke regeling voor de bv van kracht, de

Nadere informatie

Wet Flex-BV in vogelvlucht

Wet Flex-BV in vogelvlucht Wet Flex-BV in vogelvlucht Van Wim Eikendal en Janou Briaire Plaats/Datum Maastricht, 20 juni 2012 Op 1 oktober 2012 treedt de wetgeving inzake de vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht in

Nadere informatie

Aan dtkv. Uw nummer (letter): 2012/37880 Uw brief van: 5 juli 2012 Ons nummer: Willemstad, 11 juli Afd:

Aan dtkv. Uw nummer (letter): 2012/37880 Uw brief van: 5 juli 2012 Ons nummer: Willemstad, 11 juli Afd: Aan dtkv de Raad van Ministers de Minister van Algemene Zaken de heer G. Schotte Fort Amsterdam z/n Alhier Uw nummer (letter): 2012/37880 Uw brief van: 5 juli 2012 Ons nummer: 11072012.1 Willemstad, 11

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 274 Wet van 18 juni 2012 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

RJ-Uiting 2014-7: ontwerp-richtlijn 630 Commerciële stichtingen en verenigingen

RJ-Uiting 2014-7: ontwerp-richtlijn 630 Commerciële stichtingen en verenigingen RJ-Uiting 2014-7: ontwerp-richtlijn 630 Commerciële stichtingen en verenigingen Inleiding RJ-Uiting 2014-7 bevat de ontwerp-richtlijn 630 Commerciële stichtingen en verenigingen. De Raad voor de Jaarverslaggeving

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 2 EX. ART. 73a Fw. d.d. 12 juni 2014

FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 2 EX. ART. 73a Fw. d.d. 12 juni 2014 FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 2 EX. ART. 73a Fw. d.d. 12 juni 2014 Gegevens onderneming Insolventienummer Datum uitspraak Curator Rechter-commissaris : AMAZING SPEELAUTOMATEN B.V., statutair gevestigd te Overveen

Nadere informatie

Verzetschriftuur ex artikel 10 Faillissementswet. Rechtbank Rotterdam Sector Civiel Recht te R O T T E R D A M. Geven eerbiedig te kennen:

Verzetschriftuur ex artikel 10 Faillissementswet. Rechtbank Rotterdam Sector Civiel Recht te R O T T E R D A M. Geven eerbiedig te kennen: Verzetschriftuur ex artikel 10 Faillissementswet Rechtbank Rotterdam Sector Civiel Recht te R O T T E R D A M Geven eerbiedig te kennen: 1. mr. Ronald Wilhelmus Franciscus Heijmeriks, wonende te s-gravenhage,

Nadere informatie

Terug naar de Collegebanken

Terug naar de Collegebanken Terug naar de Collegebanken Strafbaarheid van onderneming en bestuurder Prof. mr. Roan Lamp 4 september 2014 1 Terug naar de Collegebanken - Strafbaarheid van onderneming en bestuurder Inhoud Inleiding

Nadere informatie

OPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET

OPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET Advocaten Notarissen OPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET Faillissement: Faillissementsnummers: 03/164 Uitgesproken: 8 april 2003 Rechter-Commissaris: mr. A. van Dijk Curator: mr. M.I.

Nadere informatie

WPNR 2015(7049) Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één!

WPNR 2015(7049) Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! WPNR 2015(7049) Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! Het nieuwe BV-recht in social en andere media: vragen uit de praktijk 1 A. Inleiding

Nadere informatie

Certificering in Wetsvoorstel Flex-BV gevolgen voor de praktijk

Certificering in Wetsvoorstel Flex-BV gevolgen voor de praktijk Certificering in Wetsvoorstel Flex-BV gevolgen voor de praktijk S.C. van Gendt 1 Inleiding Het voorstel voor de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht 1 (hierna: Wetsvoorstel Flex-BV) is op 15

Nadere informatie

(On)gelijkheid van aandeelhouders. Updates

(On)gelijkheid van aandeelhouders. Updates (On)gelijkheid van aandeelhouders Updates TvOB- symposium 13 maart 2015 mr. dr. R.A. (Rogier) Wolf Steins Bisschop & Schepel Universiteit Leiden Universiteit Maastricht (ICGI) Wat gaan we doen? 1. Update

Nadere informatie

5 De zorgvuldige bestuurder of commissaris van een NV of BV

5 De zorgvuldige bestuurder of commissaris van een NV of BV 5 De zorgvuldige bestuurder of commissaris van een NV of BV Y.L.L.A.M. Delfos-Roy 1 INLEIDING Een bestuurder staat tot de vennootschap 1 in een vennootschappelijke betrekking. Deze verhouding is tweeledig:

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet in verband met het verbeteren van de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen alsmede de uniformering van enkele bepalingen

Nadere informatie

STATUTENWIJZIGING. d.d. 25 januari Als gevolg van het besluit tot statutenwijziging luiden de statuten met onmiddellijke ingang als volgt:

STATUTENWIJZIGING. d.d. 25 januari Als gevolg van het besluit tot statutenwijziging luiden de statuten met onmiddellijke ingang als volgt: STATUTENWIJZIGING d.d. 25 januari 2018 Als gevolg van het besluit tot statutenwijziging luiden de statuten met onmiddellijke ingang als volgt: NAAM Artikel 1 De stichting is genaamd: Stichting Zeeuwland.

Nadere informatie

BIJLAGE A BIJ DE TOELICHTING OP DE AGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V., TE HOUDEN OP 27 MAART 2013

BIJLAGE A BIJ DE TOELICHTING OP DE AGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V., TE HOUDEN OP 27 MAART 2013 BIJLAGE A BIJ DE TOELICHTING OP DE AGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V., TE HOUDEN OP 27 MAART 2013 PROFIELSCHETS RVC 1. OMVANG EN SAMENSTELLING VAN DE RVC 1.1 Uitgangspunt

Nadere informatie

Voorstel tot juridische fusie inclusief toelichting. Voorstel tot fusie NN Paraplufonds 1 N.V. en Delta Lloyd Europees Deelnemingen Fonds N.V.

Voorstel tot juridische fusie inclusief toelichting. Voorstel tot fusie NN Paraplufonds 1 N.V. en Delta Lloyd Europees Deelnemingen Fonds N.V. Voorstel tot juridische fusie inclusief toelichting Voorstel tot fusie NN Paraplufonds 1 N.V. en Delta Lloyd Europees Deelnemingen Fonds N.V. De ondergetekende:, een besloten vennootschap met beperkte

Nadere informatie

A D V O C A T E N. Aan de Wet bestuur en toezicht zal op een later tijdstip nog uitgebreid aandacht worden besteed.

A D V O C A T E N. Aan de Wet bestuur en toezicht zal op een later tijdstip nog uitgebreid aandacht worden besteed. De Flex Wet in a nutshell Op 1 oktober jl. is het veel besproken wetsvoorstel vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht ( Flex Wet ) dan eindelijk in werking getreden. Daarnaast zal op 1 januari 2013

Nadere informatie

Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment?

Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment? Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment? Mr. C.H.M. Fiévez * 1. Inleiding De vraag tot welk moment cumulatief beslag op aandelen nog mogelijk is veronderstelt dat elk beslagobject, en dus

Nadere informatie

Corporate Governance Verklaring Alumexx N.V. 2017

Corporate Governance Verklaring Alumexx N.V. 2017 Corporate Governance Verklaring Alumexx N.V. 2017 Inleiding De vigerende Nederlandse Corporate Governance Code d.d. 8 december 2016 (de Code) richt zich op de governance van beursgenoteerde vennootschappen

Nadere informatie

MAART LGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS

MAART LGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS 2019 20 MAART LGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS AGENDA AANDEELHOUDERS VAN SLIGRO FOOD GROUP N.V. WORDEN OPGEROEPEN TOT HET BIJWONEN VAN DE JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING, TE HOUDEN OP WOENSDAG 20

Nadere informatie

PROFIELSCHETS RVC. 1.2 Tot commissaris kunnen niet worden benoemd personen die direct of indirect binding hebben met:

PROFIELSCHETS RVC. 1.2 Tot commissaris kunnen niet worden benoemd personen die direct of indirect binding hebben met: BIJLAGE 1 TOELICHTING BIJ DE AGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V. OP 5 APRIL 2017 PROFIELSCHETS RVC 1. OMVANG EN SAMENSTELLING VAN DE RVC 1.1 Uitgangspunt te allen

Nadere informatie

Juridische aspecten van de stichting administratiekantoor (STAK).

Juridische aspecten van de stichting administratiekantoor (STAK). Juridische aspecten van de stichting administratiekantoor (STAK). mr. dr. R.W.F. Hendriks, Willem II stadion te Tilburg 20 juni 2012 De STAK Certificering van aandelen is een in Nederland veel voorkomende

Nadere informatie

Met RJ-Uiting zijn de ontwerp-bepalingen van RJ-Uiting definitief gemaakt, met inachtneming van ontvangen commentaren.

Met RJ-Uiting zijn de ontwerp-bepalingen van RJ-Uiting definitief gemaakt, met inachtneming van ontvangen commentaren. RJ-Uiting 2013-1: Crisisheffing Algemeen Met RJ-Uiting 2013-1 zijn de ontwerp-bepalingen van RJ-Uiting 2012-5 definitief gemaakt, met inachtneming van ontvangen commentaren. De bepalingen van deze RJ-Uiting

Nadere informatie

MAART LGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS

MAART LGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS 2018 21 MAART LGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS AGENDA AANDEELHOUDERS VAN SLIGRO FOOD GROUP N.V. WORDEN OPGEROEPEN TOT HET BIJWONEN VAN DE JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING, TE HOUDEN OP WOENSDAG 21

Nadere informatie

Uw nummer (letter): 2014/28122 Uw brief van: 29 juli 2014 Ons nummer: 14082014.01 Willemstad, 14 augustus 2014

Uw nummer (letter): 2014/28122 Uw brief van: 29 juli 2014 Ons nummer: 14082014.01 Willemstad, 14 augustus 2014 Aan De Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning. De heer Earl Balborda Seru Arrarat z/n Alhier Uw nummer (letter): 2014/28122 Uw brief van: 29 juli 2014 Ons nummer: 14082014.01 Willemstad,

Nadere informatie

STATUTAIRE INSTRUCTIEBEVOEGDHEID EN DE GEVOLGEN VOOR DE BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID EN BESTUURSAUTONOMIE

STATUTAIRE INSTRUCTIEBEVOEGDHEID EN DE GEVOLGEN VOOR DE BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID EN BESTUURSAUTONOMIE STATUTAIRE INSTRUCTIEBEVOEGDHEID EN DE GEVOLGEN VOOR DE BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID EN BESTUURSAUTONOMIE Een onderzoek naar de gevolgen van gebruikmaking van de statutaire instructiebevoegdheid conform

Nadere informatie

De beperkte bestuurder

De beperkte bestuurder Mr. M. Olaerts* De beperkte bestuurder WETENSCHAPPELIJK Het uitgangspunt is dat het bestuur belast is met het besturen van de vennootschap en dat deze bestuurstaak voor ieder type bestuur in beginsel gelijk

Nadere informatie

Arbeidsrechtelijke aspecten in geval van faillissement: een update

Arbeidsrechtelijke aspecten in geval van faillissement: een update Arbeidsrechtelijke aspecten in geval van faillissement: een update M r. L. H. v a n d e K a r * Inleiding In de huidige tijd van economische crisis is het aantal faillissementen hoog. Een faillissement

Nadere informatie

Aan de voorzitter en de leden. van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie. van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Aan de voorzitter en de leden. van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie. van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam, 14 oktober 2011 Referentie: B2011.51 Betreft:

Nadere informatie

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: Kenmerk: De Minister van Justitie, mr A.H. Korthals Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, inzake: Adviesaanvraag commissie vennootschapsrecht over het wetsvoorstel

Nadere informatie

Flex BV. Stan Commissaris Jolande van Loon. Rotterdam 17 november 2011

Flex BV. Stan Commissaris Jolande van Loon. Rotterdam 17 november 2011 Flex BV Stan Commissaris Jolande van Loon Rotterdam 17 november 2011 Onderwerpen - Inleiding - Stemrechtloze / winstrechtloze aandelen - Uitkeringstest en accountantsverklaring - Positie bestuur - Certificering

Nadere informatie

Positiebepaling van de Hoge Raad bij het ontwikkelen van maatstaven voor bestuurdersaansprakelijkheid

Positiebepaling van de Hoge Raad bij het ontwikkelen van maatstaven voor bestuurdersaansprakelijkheid Positiebepaling van de Hoge Raad bij het ontwikkelen van maatstaven voor bestuurdersaansprakelijkheid Inleiding Vanaf het midden van de jaren tachtig zijn in Nederland vele honderden, mogelijk zelfs duizenden

Nadere informatie