Politieke, culturele en redistributieve rechtvaardigheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Politieke, culturele en redistributieve rechtvaardigheid"

Transcriptie

1 Politieke, culturele en redistributieve rechtvaardigheid François Levrau Promotoren Prof. dr. Patrick Loobuyck (Universiteit Antwerpen) Prof. dr. Christiane Timmerman (Universiteit Antwerpen) Steunpunt Gelijkekansenbeleid

2

3

4 Steunpunt Gelijkekansenbeleid Consortium Universiteit Antwerpen en Universiteit Hasselt 2011 ISBN Wettelijk Depot: D/2011/3680/11 NUR 763 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Druk- en bindwerk: Drukkerij Lithos ii

5 Politieke, culturele en redistributieve rechtvaardigheid Over de politiek-filosofische dimensies van erkenning in een multiculturele samenleving François Levrau Promotoren Prof. dr. Patrick Loobuyck (Universiteit Antwerpen) Prof. dr. Christiane Timmerman (Universiteit Antwerpen) Steunpunt Gelijkekansenbeleid - Consortium Universiteit Antwerpen en Universiteit Hasselt iii

6

7 If I am maltreated, I will feel humiliated, and my self-confidence will be damaged. If I am excluded from citizenship, and denied the rights to which I am entitled, then my self-respect will suffer. If the way of life with which I associate myself is denigrated, then my self-esteem is at risk (Thompson, 2006: 162). 5

8 6

9 Inhoudstafel Inhoudstafel... 7 Figuren Verantwoording & opzet I. De politiek van de erkenning & de politiek van de redistributie I.1. Inleiding I.2. Voorstelling: de politiek van de redistributie & de politiek van de erkenning I.2.1. Socio-economische onrechtvaardigheid I Kwintessens I Auteurs I.3. a) Karl Marx: de klassenloze samenleving b) John Rawls: herverdeling van sociaal-primaire goederen c) Ronald Dworkin: herverdeling van hulpbronnen d) Amartya Sen: ontplooiingsmogelijkheden e) Robert Nozick: De minimale staat I.2.2. Cultureel-symbolische onrechtvaardigheid I Kwintessens I Auteurs a) Iris Marion Young: de politiek van het verschil b) Charles Taylor: de politiek van de erkenning van verschil c) Will Kymlicka: het liberaal multiculturalisme d) Tariq Modood: erkenning van het religieuze verschil e) Joseph Carens: contextualiteit f) Chandran Kukathas: de politiek van de onverschilligheid De verhouding tussen de politiek van de redistributie en de politiek van de erkenning I.3.1. Inleiding I.3.2. Het Fraser-Honneth debat I Inleiding I Nancy Fraser en de Parity of participation a) Inleiding b) Waarom het identiteitsmodel niet deugt c) Het redistributie-erkenningsdilemma d) Frasers statusmodel e) Dualistisch perspectivisme f) Het politieke als derde dimensie I Axel Honneth en de Struggle for recognition a) Inleiding b) Het mensbeeld van Honneth c) Het erkenningsmonisme van Honneth d) De erkenningstriade van Honneth

10 e) De strijd om erkenning f) Terugblik en vooruitblik I.3.3. De erkennings-redistributie trade-off I Inleiding I Het multiculturalisme als politiek-filosofische theorie I Ondermijnt een politiek van erkenning een politiek van redistributie? I De integratie-erkenningsparadox I Multiculturalisme geflankeerd door een beleid dat inzet op sociale cohesie a) Dunne gedeelde nationaliteit b) Gedeelde participatie en sociale mix II. De quaternaire structuur van erkenning - Theorie & Illustraties II.1. Inleiding II.2. Axel Honneth: pro s & contra s II.2.1. Inleiding II.2.2. Van een ethiek van erkenning naar een politiek van erkenning II.2.3. Honneth en de eindtoestand II Eindtoestand versus toestand van weerbaarheid II Eindtoestand versus toestand van voortdurend gevecht a) Honneth, Tully & Mouffe b) Honneth, Hegel & Sartre II.2.4. Is Honneths triade voldoende voor de multiculturele samenleving? II.3. De politiek van de liefde II.3.1. Inleiding II.3.2. Liefde bij Honneth II.3.3. De subjectwording volgens de psychoanalyse II Inleiding II De ik-ander relatie volgens de Winnicottiaanse theorie II De ik-ander relatie volgens de Freudo-Lacaniaanse theorie II.3.4. Implicaties voor het beleid II.3.5. De (nieuwe) Belgische gezinsherenigingswet II Inleiding II Gezinshereniging in België II Een nieuwe wet in verband met gezinshereniging II Kritische beschouwingen ten aanzien van de nieuwe wet II Besluit II.4. De politiek van respect (voor gelijkheid) II.4.1. Inleiding II.4.2. Respect bij Honneth II.4.3. Implicaties voor het beleid

11 II.4.4. Erkenning van de islam in België II Inleiding II Algemeen kader: de Belgische kerk-staat verhouding II Institutionalisering van de islam in België II Kritische bedenkingen II Besluit II.5. De politiek van de waardering II.5.1. Inleiding II.5.2. Waardering bij Honneth II.5.3. Implicaties voor het beleid II.5.4. Beeldvorming in de multiculturele Vlaamse samenleving II Inleiding II De rol van de media in de multiculturele samenleving II Mediabeleid in Vlaanderen II Besluit II.6. De politiek van respect (voor verschil) II.6.1. Inleiding II.6.2. Gelijkheidsrespect & verschilrespect II.6.3. Het gedecentreerde subject II Racisme & anti-racisme II Multiculturalisme & kapitalisme II Het narcisme van de kleine verschillen II Kymlicka s liberaal monisme II Het metafysisch optimisme van Kymlicka II.6.4. Monumentale erkenning II De interculturele dialoog II Instituten, rituelen en symbolen II.6.5. Implicaties voor het beleid II.6.6. Multiculturalisme in Vlaanderen II Inleiding II Bevoegdheidsverdeling in België II Het Vlaams Integratiebeleid II Evaluatie van het Vlaams Integratiebeleid II Besluit Besluit: Erkenning in de multiculturele samenleving Referentielijst

12 10

13 Figuren Figuur 1: De politiek van de redistributie Figuur 2: De politiek van de erkenning Figuur 3: Overzichtstabel van de erkenningsrelaties Figuur 4: De dialectische logica van Hegels meester-slaaf verhouding Figuur 5: Top vijftien landen verblijfsvergunningen in het kader van gezinshereniging, Figuur 6: Types van rechten volgens Marshall Figuur 7: Ontwikkeling van het aantal immigraties en emigraties van vreemdelingen in België in de periode Figuur 8: Erkenningstypologie en relatie met persoonsidentiteit

14 12

15 Verantwoording & opzet Deze publicatie vormt het sluitstuk van onze bijdragen aan de Vlaamse Integratiekaart, een ruimer en meerjarig project van het Steunpunt Gelijkekansenbeleid. In eerdere publicaties lag het accent vooral op het onderwijs in een interculturele samenleving (zie o.a. Levrau & Timmerman, 2009), op de politieke filosofie van het multiculturalisme (zie o.a. Levrau, Loobuyck & Timmerman, 2010) en op een descriptieve analyse van drie minderheidsgroepen in Vlaanderen (zie o.a. Levrau, Loobuyck & Timmerman, 2011). Voorliggende publicatie zoemt nader in op de erkenningsnotie in relatie met het beleid. We gaan in het bijzonder na in welke mate erkenning in de context van een multiculturele samenleving het voorwerp kan zijn van een politiek. Waarom en hoe kan/moet erkenning in een beleid als leidraad gehanteerd worden? Deze publicatie omvat twee delen die gedrapeerd zijn rond één centrale vraag. In een eerste deel staat de vraag centraal waarvoor de politiek van de erkenning staat. We beantwoorden deze vraag op tweeërlei manieren. Ten eerste definiëren we de politiek van de erkenning door die te contrasteren met de politiek van de sociaaleconomische redistributie. We gaan daarbij tegelijk ook na welke basisauteurs bij welke vorm van politiek kunnen worden geplaatst. Ten tweede expliciteren we de verhouding tussen beide vormen van politiek. We doen daarvoor enerzijds een beroep op de inzichten van Nancy Fraser en Axel Honneth twee auteurs die dit erkenningsredistributiedebat diepgaand hebben bepaald. Volgens Fraser zijn de beiden, via het principle of parity, nauw op elkaar betrokken, maar dienen ze toch analytisch van elkaar te worden onderscheiden. Volgens Honneth ressorteert de politiek van de redistributie onder de politiek van de erkenning omdat ook de redistributieclaims op de keper beschouwd uitingen zijn van struggles for recognition. Anderzijds bekijken we hoe de verhouding tussen beide vormen van politiek geduid kan worden in de context van een multiculturele samenleving. Volgens sommige auteurs zoals Brian Barry zou er sprake zijn van een recognition-redistribution trade-off. Nadat we in een eerste deel de politiek van de erkenning hebben gedefinieerd en de verhouding met de politiek van de redistributie hebben bepaald, gaan we in het tweede deel van deze publicatie dieper in op de vraag wat de erkenning nu concreet voor het beleid betekent. Om op die vraag een antwoord te geven, ontvouwen we de erkenningsnotie eerst in vier afzonderlijke dimensies. De eerste drie dimensies (i.c. liefde, respect en waardering) zijn gebaseerd op het werk van Honneth. De vierde dimensie (i.c. respect voor verschil) is een dimensie die we, op grond van onze literatuurstudie, aan het drieluik van Honneth hebben toegevoegd. Deze vier dimensies vormen vier afzonderlijke hoofdstukken waarvan de eerste drie ongeveer dezelfde structuur hebben. We starten met een inleiding. Vervolgens expliciteren we de erkenningsdimensie vanuit de theorie van Honneth. Daarna bekijken we welke implicaties er voor het beleid zijn. In een vierde hoofdstuk illustreren we de relevantie van de erkenningsdimensie door een concreet voorbeeld uit de Vlaamse/Belgische multiculturele samenleving uit te werken. In de mate dat we in de beschrijving van de liefde een excursie maken naar de psychoanalyse, wijkt onze bespreking van deze dimensie enigszins af van die vierledige structuur. De vierde erkenningsdimensie tot slot kent een andere opbouw omdat niet langer de theorie van Honneth centraal staat. 13

16 Zoals het elke publicatie betaamt, eindigen we met een besluit waarin we de voornaamste gedachten nog eens samenbrengen. De inzichten die in de verschillende projecten van het Steunpunt Gelijkekansenbeleid zijn verzameld en uitgewerkt, vormen tegelijk de basis voor een interdisciplinair doctoraatsproject dat gecontinueerd zal worden binnen het Centrum Migratie en Interculturele Studies en verder gestalte zal krijgen onder het promotorschap van Professor Christiane Timmerman en onder het co-promotorschap van Professor Patrick Loobuyck. 14

17 15

18 16

19 I. De politiek van de erkenning & de politiek van de redistributie Het onthouden van erkenning of het geven van negatieve erkenning kan leed teweegbrengen, kan een vorm van onderdrukking zijn, die iemand gevangen houdt in een verkeerde, misvormde en beperkte wijze van zijn (Taylor, 1995: 43). 17

20 18

21 I.1. Inleiding Het politiek-filosofisch denken werd lange tijd bepaald door de vraag wat socioeconomische onrechtvaardigheid is en hoe die kan vermeden of gecompenseerd worden. Midden de jaren 80 van de vorige eeuw verschoof de aandacht echter en kwam het erkenningsidioom in het middelpunt van de belangstelling te staan. Alvorens we in het tweede deel van deze publicatie specifiek ingaan op de politieke filosofie van de erkenning, geven we in dit eerste deel kort weer wat bedoeld wordt met een politiek van socio-economische redistributie en met een politiek van erkenning. We doen dat op tweeërlei wijzen. In een eerste hoofdstuk geven we de kwintessens weer van beide referentiekaders en maken we die kwintessens wat concreter door summier enkele auteurs te bespreken die met de politiek van de redistributie of met de politiek van de erkenning kunnen worden geassocieerd. In een tweede hoofdstuk bekijken we hoe de beide vormen van politiek zich tot elkaar verhouden. Daarvoor diepen we enerzijds de discussie uit die Nancy Fraser & Axel Honneth met elkaar hebben gevoerd en gaan we anderzijds na hoe de politiek van de redistributie en de politiek van de erkenning zich tot elkaar verhouden in de multiculturele samenleving. 19

22 I.2. Voorstelling: de politiek van de redistributie & de politiek van de erkenning Volgens Nancy Fraser (1995) dienen twee vormen van onrechtvaardigheid analytisch van elkaar te worden onderscheiden: socio-economische onrechtvaardigheid en cultureel-symbolische onrechtvaardigheid. Hieronder gaan we op beide vormen van onrechtvaardigheid in. I.2.1. I Socio-economische onrechtvaardigheid Kwintessens Socio-economische onrechtvaardigheid vindt haar grondslag in de economische structuur van de samenleving. Voorbeelden van deze onrechtvaardigheid zijn socioeconomische exploitatie (mensen die door anderen economisch worden uitgebuit voor zover datgene wat hen toebehoort door anderen wordt afgenomen), socio-economische marginalisatie (mensen die ongewenst of zwak betaald werk verrichten of die niet toegelaten worden op de arbeidsmarkt) en socio-economische deprivatie (mensen die een degelijke materiële levensstandaard ontberen). De politiek van de redistributie is erop uit om, via een socio-economische herstructurering, de socio-economische kloof te verkleinen. Om dit doel te bereiken kan men onder andere denken aan een reorganisatie van de arbeidsverdeling, een aanpassing van de basisstructuren van de economie en het ondergeschikt maken van economische investeringen aan democratische besluitvormingsprocessen. Schematisch ziet de kwintessens van de politiek van de socio-economische redistributie er als volgt uit (zie Figuur 1): Figuur 1: De politiek van de redistributie Politiek van de redistributie Focus Oplossing Doelgroep Doel Socio-economische onrechtvaardigheden in de economische structuur van de samenleving (uitbuiting, marginalisatie, uitsluiting) Herstructurering van de arbeid, lonen, investeringen Klassen en groepen die een problematische relatie hebben met de markt en de productiemiddelen Verkleinen van het socio-economische verschil tussen de klassen Bron: Gebaseerd op Fraser (1995) Enkele van de meest prominente theoretici die binnen het socio-economische denkkader kunnen worden geplaatst zijn Karl Marx, John Rawls, Ronald Dworkin en Amartya Sen. 1 Iemand die zich niet verzoent met de gedachte dat de overheid zich moet inlaten met een herverdelingsbeleid is Robert Nozick. 1 Andere auteurs zijn onder andere Richard Arneson (1989) die spreekt over de gelijkheid van toegang tot welvaart (equal opportunity for welfare) en Gerarld Cohen (1989) die het heeft het over gelijkheid van toegang tot voordeel (equal access to advantage). 20

23 I Auteurs a) Karl Marx: de klassenloze samenleving In het werk van Marx staat de revolutionaire verhouding tussen twee antagonistische klassen centraal, met name de klasse van bezitters oftewel de bourgeoisie en de klasse van de bezitlozen oftewel het proletariaat. Freeman and slave, patrician and plebian, lord and serf, guild-master and journeyman, in short, oppressor and oppressed, situated in constant opposition to one another, carried on an uninterrupted, now hidden, now open conflict, a fight that each time ended, either in a revolutionary transformation of the entire society or in the common ruin of the contending classes (Marx & Engels, 1867 [2004: 62]). Die klassentegenstelling is doorheen de geschiedenis steeds het gevolg van het feit dat niet iedereen over evenveel productiemiddelen (i.c. grond, gereedschap, machines, etc.) beschikt. Wanneer mensen niet in het bezit zijn van deze middelen, dan kunnen zij met het oog op hun overleving weinig meer dan hun arbeidskracht op de arbeidsmarkt aan te bieden. Daardoor ontstaat een grote afhankelijkheidsrelatie waarvan Marx (1867 [2007]) zegt dat die enerzijds leidt tot (1) uitbuiting en anderzijds tot (2) vervreemding. (1) Diegenen met productiemiddelen (ook wel kapitalisten genoemd) buiten volgens Marx de arbeiders uit omdat ze hen minder loon voor hun arbeid geven dan hen eigenlijk op grond van de waarde van die arbeid toekomt. Het verschil tussen datgene wat de kapitalist de arbeider betaalt en de waarde die de arbeid van de arbeider de kapitalist opbrengt, is de winst oftewel de meerwaarde die de kapitalist zich dan toeeigent. Dat de kapitalist zich die meerwaarde kan toe-eigenen, is het gevolg van het feit dat hij over de productiemiddelen beschikt. Wanneer deze uitbuiting stand houdt, dan worden de rijken steeds rijker en de armen steeds armer waardoor de klassentegenstelling zich steeds scherper zal uiten. Concreet zal deze klassentegenstelling vorm krijgen in alle instituties van de samenleving. Zo zal de dominante klasse het recht domineren (klassenjustitie), de godsdienst (godsdienst als opium van het volk), de staat, de cultuur, etc. Marxistisch uitgedrukt betekent dit dat de materiële, economische basis (de onderbouw) de maatschappelijke bovenbouw bepaalt. De arbeiders zijn zich aanvankelijk niet bewust van hun ondergeschikte positie. Ze leven met een vals bewustzijn omtrent hun toestand en de verhoudingen tussen de klassen en worden om de tuin geleid door de heersende ideeën van de dominante klasse. Ze denken met andere woorden dat de uitbuiting normaal is. Om deze situatie te kunnen veranderen, dienen de arbeiders zich eerst bewust te worden van hun onderdrukking. Daarvoor dient zich een klassenbewustzijn te ontwikkelen. (2) Volgens Marx leidt deze afhankelijkheids- en uitbuitingsrelatie tot verschillende vormen van vervreemding (aliënatie). Zo vervreemdt de arbeider van het product dat hij zelf voorbrengt omdat hij geen betekenisvolle band met de goederen die hij produceert kan aangaan gezien hij ze niet produceert voor de bevrediging van zijn eigen behoeften, maar alleen voor de markt en voor de winst van de kapitalist. De arbeider vervreemdt ook ten opzichte van het arbeidsproces omdat de arbeid die hij verricht verworden is tot een plicht en een middel op grond waarvan hij andere behoeften kan bevredigen. De arbeider vervreemdt verder ook van zijn medemens omdat de arbeiders tegen elkaar worden uitgespeeld als concurrenten (wie wil/kan aan de goedkoopste prijs werken). Tot slot vervreemdt de arbeider van zichzelf omdat hij slechts een schijn is van wat hij had kunnen zijn. Hij zit immers vast in een kapitalistisch systeem waarin hij de onderdrukte is. 21

24 Nu gaat Marx ervan uit dat het kapitalisme geen eindpunt is, maar wel een voorbijgaande fase die onvermijdelijk door economische conflicten zal ten onder gaan. Doordat het proletariaat steeds talrijker en armer wordt (Verelendung) zal het in opstand komen en de burgerklasse eerst met geweld wegruimen (de dictatuur van het proletariaat). Na die overgangsperiode zal de klassenloze samenleving oftewel het communisme een feit zijn waarin de productiemiddelen van iedereen zijn en waarbij de mens niet langer wordt beheerst door het economisch systeem dat hij zelf geschapen heeft. b) John Rawls: herverdeling van sociaal-primaire goederen Rawls rechtvaardigheidstheorie is gestoeld op volgend universeel redistributieprincipe. All social values liberty and opportunity, income and wealth, and the bases of selfrespect are to be distributed equally unless an unequal distribution of any, or all, of these values is to be to everyone s advantage (Rawls, 1971: 62). Deze sociale waarden zijn de sociaal-primaire goederen, namelijk waarden of goederen waarvan mag aangenomen worden dat elk rationeel mens ze wilt, ongeacht het particuliere levensproject. Rawls (1982) zal deze goederen opsplitsen in een vijftal categorieën: (1) basisvrijheden (vrijheid van spreken), (2) vrijheid van bewegen en jobkeuze, (3) bevoegdheden en verantwoordelijke posities, (4) inkomen en rijkdom en (5) sociale basis voor zelfrespect. Zoals bovenstaand citaat laat zien, stelt Rawls dat ongelijkheden in de sociale primaire goederen slechts gerechtvaardigd zijn wanneer ze in het voordeel zijn van iedereen. Om uit te maken of dit inderdaad zo is, introduceert Rawls twee principes. Het eerste principe stelt dat iedereen een gelijk recht heeft op de meest omvangrijke basisvrijheid die compatibel is met de meest omvangrijke basisvrijheid voor een ander. Het tweede principe stelt dat sociale en economische ongelijkheden op tweeërlei manieren moeten worden geschikt. Ten eerste moet de schikking steeds zo zijn dat de aanwezigheid van de primaire goederen bij de zwakste groep gemaximaliseerd moet worden. Dit is het difference principle, ook wel maximim genoemd. Ten tweede moeten de sociaal-primaire goederen zo worden geschikt dat ze toegemeten worden aan posities die voor iedereen toegankelijk zijn. Dat betekent dat de posities in een formele, legale zin voor iedereen toegankelijk moeten zijn, maar ook dat iedereen een reële kans moet hebben om tot die posities toe te treden. Beide principes justifieert Rawls door te stellen dat binnen het gedachtenexperiment van de original position rationele mensen voor deze principes zouden kiezen. De original position gaat uit van de hypothetische situatie waarbij alle mensen in een presociale toestand bij elkaar zitten om uit te maken hoe de samenleving dient ingericht te worden. Om te garanderen dat iedereen hierover op een vrije en gelijke manier kan nadenken en dat er niet uit eigenbelang wordt gedacht, plaatst Rawls de deelnemers achter een sluier der onwetendheid (veil of ignorance) waardoor niemand weet wie hij/zij eigenlijk is noch welke positie hij in de toekomstige samenleving zal bekleden. c) Ronald Dworkin: herverdeling van hulpbronnen Het egalitair-liberaal denken van Dworkin (1981) gaat uit van een redistributie van resources (hulpbronnen zoals inkomen, materiële middelen, aangeboren talenten, handicaps, etc.). Dworkin bouwt zijn theorie op aan de hand van een parabel over schipbreukelingen op een verlaten eiland dat voorzien is van verschillende hulpbronnen 22

25 zoals eten, dieren, grond. Over deze hulpbronnen zijn de schipbreukelingen het eens dat ze gelijk verdeeld moeten worden. Omdat echter een koe niet zomaar kan gedeeld worden en omdat niet elk stukje grond even vruchtbaar is, is een zuivere opdeling onmogelijk. Dworkin stelt daarom voor om de hulpbronnen te verdelen volgens het principe van een veilingssysteem (some form of auction or other market procedure) waar iedereen de goederen en diensten kan kopen waaraan hij waarde hecht. Om dit mogelijk te maken moet iedereen eerst voorzien worden van een gelijke koopkracht. Als de startpositie van iedereen gelijk is, wanneer iedereen dus over een gelijke koopkracht beschikt, dan kan iedereen elke hulpbron kopen. In realiteit hebben mensen altijd bepaalde preferenties. Persoon x zal bijvoorbeeld meer geïnteresseerd zijn in hulpbron X en hij zal daarom meer van zijn koopkracht willen investeren dan persoon y wiens preferentie uitgaat naar hulpbron Y. Die persoon die nu het meest van zijn koopkracht wil ruilen voor hulpbron X, zal uiteindelijk ook die hulpbron verkrijgen. Wanneer dit principe voor elke persoon en voor elke hulpbron wordt toegepast, dan zal op een gegeven moment iedereen in het bezit zijn van de door hem/haar gewenste hulpbron. Dworkin (1981: 287) gaat er bij dit alles van uit dat niemand jaloers zal zijn op de hulpbronnen van de ander. No one will envy another s set of purchases because, by hypothesis, he could have purchased that bundle with his clamshells instead of his own bundle. Nor is the choice of sets arbitrary. Dat niemand de goederen van de ander benijdt, schrijft Dworkin toe aan het gegeven dat de prijzen die op de veiling zijn ontstaan door het principe van het bieden op hulpbronnen, een afspiegeling zijn van de waarde die de anderen aan het goed hebben gehecht. Natuurlijk kan het steeds gebeuren dat sommigen geen geluk hebben doordat er bijvoorbeeld op het eiland geen enkele hulpbron aanwezig is die men echt wil. Men kan tevens ook geen geluk hebben wanneer een bepaald goed door velen wordt gegeerd waardoor de prijs hoog ligt en waardoor men, als men effectief beslist het goed te kopen, snel zijn koopkracht heeft opgebruikt. Verder kan men ook geen geluk hebben wanneer men bepaalde fysieke en/of mentale mogelijkheden ontbeert om hulpbronnen te kiezen. Diegenen met een handicap zullen meer middelen moeten investeren om een normaal leven te leiden en zullen bijgevolg sneller doorheen hun hulpmiddelen zitten. Dworkin is zich hiervan bewust en introduceert daarom een verzekeringssysteem (hypothetical insurance market). De achterliggende gedachte hierbij is dat mensen zich op een bepaald moment geconfronteerd weten met de gedachte misschien ooit zelf gehandicapt te worden. Sommigen zullen zich tegen dit risico financieel willen indekken. Diegenen die in de loop van hun leven werkelijk gehandicapt worden, kunnen dan gecompenseerd worden met het gemiddelde bedrag waarvoor de mensen zich zouden hebben verzekerd. Op die manier voorziet Dworkin in compensaties voor onvrijwillige handicaps. Nadat Dworkin het systeem van de veiling en de verzekering heeft geïntroduceerd, meent hij dat een verschil in talent en een verschil in inzet tot verschillen in hulpmiddelen kunnen leiden waardoor er toch nijd ontstaat. Om dit tegen te gaan, voert Dworkin twee bijkomende principes in. Ten eerste moet de gelijke verdeling van hulpbronnen gevoelig zijn voor de ambities (ambition sensitive). Verschillen in middelen die voortvloeien uit verschillen in persoonlijke preferenties mogen dus niet zomaar weggewerkt worden. Wie bijvoorbeeld hard heeft gewerkt, mag de vruchten van zijn arbeid niet zomaar zien afgenomen worden zodat ze kunnen worden ingezet om iemand bij te staan die ervoor heeft gekozen niet hard te werken. Ten tweede moet de gelijke verdeling van hulpbronnen gevoelig zijn voor datgene waarmee men van nature 23

26 begiftigd is (endowment-sensitive). Verschillen in middelen die ontstaan door verschillen in aangeboren talent moeten weggewerkt worden. Om dit te doen zijn er twee opties. Ofwel kan men de talenten beschouwen als hulpbronnen en die dan ook verdelen volgens het veilingssysteem. Ofwel kan men opteren voor een verzekeringssysteem waar er voor de tekorten in hulpbronnen kan worden gecompenseerd. Dworkin verwerpt de eerste optie omdat deze finaal leidt tot een slavernij van de getalenteerden (the slavery of the talented). De van nature getalenteerden zullen immers veel geld moeten spenderen om hun talent dat ze van nature hebben, te kunnen kopen. Dworkin prefereert de tweede optie, maar hij maakt een onderscheid tussen hulpbronnen waarvoor men niet verantwoordelijk is en preferenties waarvoor men wel verantwoordelijk is. In het eerste geval moeten mensen gecompenseerd worden, in het tweede geval niet. Voor vrijwillige preferenties (zoals expensive tastes) moeten mensen zelf de kosten dragen en is het verzekeringssysteem niet bruikbaar. Voor onvrijwillige preferenties blijft het verzekeringssysteem zoals gezegd wel aangewezen. d) Amartya Sen: ontplooiingsmogelijkheden Sen ontwikkelde een capability-theory waarin hij de keuzes en de mogelijkheden die mensen hebben centraliseert. Met deze visie zet Sen (1980) zich af tegen de liberale rechtvaardigheidstheorieën van Rawls en Dworkin die stellen dat iedereen over de vrijheid moet beschikken om voor zichzelf te beslissen wat levenskwaliteit betekent. Een overheid moet dientengevolge enkel zorgen dat die autonomie niet in het gedrang komt. Dit kan volgens Rawls en Dworkin respectievelijk gerealiseerd worden door primary social goods of resources ter beschikking te stellen. Sen zet zich verder ook af tegen het utilitarisme dat stelt dat de levenskwaliteit een subjectief gegeven is. Utilitaristen laten de kwaliteit van een mensenleven bepalen door de aanwezigheid van geluk. Nu is voor Sen welzijn (well being) slechts één perspectief op de waarde van iemands toestand. Naast welzijn is er ook het perspectief van de handelingsbekwaamheid (agency). Deze agency gaat over iemands bekwaamheid om zelf objectieven te formuleren en te realiseren. Deze objectieven kunnen dan gerelateerd worden aan ofwel het eigen welzijn ofwel aan engagementsgerelateerde zaken (commitment). Beide perspectieven kunnen beoordeeld worden op zowel het werkelijk gerealiseerde niveau (achievement) als op de mate waarin men over de vrijheid beschikt om bepaalde niveaus te bereiken indien men dit zou willen (freedom to achieve). Sen meet die freedom of achievement aan de hand van de capability. Een capability is de reële mogelijkheid van een persoon om iets te doen of om iets te zijn. Capabilities zijn dus individuele ontplooiings- oftewel realisatiemogelijkheden. Wat hierboven staat, leidt tot een vierledige structuur van de waardevolle aspecten van iemands toestand: 1) Well-being achievement: de mate waarin men het persoonlijk welzijn realiseert. 2) Well-being freedom: de mate van vrijheid waarover men beschikt om het persoonlijk welzijn te realiseren. 3) Agency achievement: de mate waarin iemand zijn objectieven realiseert. 4) Agency freedom: de mate van vrijheid om de morele objectieven te verwerkelijken. Een gerealiseerde capability noemt Sen een functioning. It [the capabilities to function] represents the various combinations of functionings (beings and doings) that the person 24

27 can achieve. Capability is thus, a set of vectors of functions, reflecting the person s freedom to lead one type of life or another ( ) to choose from possible livings (Sen, 2003: 40). Volgens Sen dient de overheid zich te buigen over de capabilities van mensen, maar moeten mensen zelf kunnen kiezen welke capabilities ze wel/niet willen omzetten in functionings. Sen heeft zelf nergens de vraag beantwoord welke capabilities relevant zijn voor de levenskwaliteit. Volgens hem bestaat er simpelweg geen universele lijst van relevante capabilities omdat dat een uiterst individuele aangelegenheid is waar de filosoof niet a priori uitspraken kan over doen. Martha Nussbaum (2000; 2003) die werkt in de capability-traditie van Sen, zal bijvoorbeeld wel een lijst opstellen. Zij komt tot volgende menselijke capabilities: leven (niet voortijdig sterven); lichamelijke gezondheid; lichamelijke integriteit; zintuigen, creativiteit en gedachten (leren denken en creatief zijn); emoties (niet overheerst worden door angst); praktische rede; verbondenheid; kunnen leven met andere soorten (i.c. dieren, planten); spel; controle over de omgeving. e) Robert Nozick: De minimale staat Nozick s libertaire theorie grijpt terug naar het liberale individualisme van John Locke en gaat dus uit van het bestaan van enkele individuele natuurlijke vrijheidsrechten. In Anarchy, State and Utopia (1974), zijn hoofdwerk, vertrekt Nozick van een natuurtoestand om dan vanuit die toestand te komen tot een bepaalde staatsvorm die hij de minimal state noemt. Daarmee toont hij aan dat men vanuit anarchie toch tot een gemeenschappelijke beperkte overheid kan komen zonder dat er moreel onaanvaardbare argumentaties werden gehanteerd. Mensen die zich bevinden in de natuurtoestand van anarchie zullen, omwille van veiligheidsredenen, met vrienden en familie beschermende verbanden vormen (mutual protection associations). Snel zal echter ook de vraag ontstaan naar beschermende eenheden die beroepshalve vrijheid en rechtspraak aanbieden (private protective associations). De verschillende verenigingen die op die manier ontstaan zullen door een bepaald machtsoverwicht van één associatie of door een bepaalde geografische alleenheerschappij of door de aanstelling van een federale institutie in geval de associaties qua macht even sterk zijn, versmelten in een dominante bescherminggevende vereniging (dominant protective association). De aldus ontstane vereniging is de minimale staat. Deze staat ontstaat niet door een drijvende kracht, maar wel door een invisible hand (een term die Nozick ontleent aan het werk van Adam Smith). Er was met andere woorden geen a priori intentie om een staat te ontwikkelen. De staat is er gewoon gekomen als gevolg van het feit dat mensen veiligheid willen (en daarom dus niet perse een staat). Deze staat zal haar bescherming niet gelijkmatig verdelen, maar zij zal die gewoon aanbieden aan diegenen die op haar een beroep willen doen. Niet iedereen geniet dus in gelijke mate van de bescherming van de staat. Nozick stelt dat met het feit dat de staat niet iedereen beschermt, geen rechten worden geschonden. Dit omdat het dwingen van iemand ondergeschikt te maken aan de staat wel een inbreuk is op iemands recht, terwijl het niet lenigen van iemands noden geen inbreuk is op iemands recht. Nozick geeft in zijn werk niet alleen aan waarom het moreel verantwoord is om te komen tot een minimale staat, tevens verdedigt hij die minimale staat ook als de maximaal wenselijke staat. The minimal state is the most extensive state that can be justified (Nozick, 1974: 149). In casu zal hij de redistributieve rechtvaardigheid (i.c. de 25

28 Rawlsiaanse theorie) verwerpen. Volgens Nozick is het niet nodig dat een staat goederen distribueert omdat alles wat ontstaan is uit een rechtvaardige situatie rechtvaardig is. Een rechtvaardige situatie is een situatie waarbij eigendom wordt verkregen als gevolg van een rechtvaardige toeëigening of als gevolg van een rechtvaardige overdracht. Deze twee eigendomsprincipes (entitlement principles) bepalen alles wat iemand op een rechtvaardige wijze kan bezitten. Specifiek contrasteert hij zijn eigen theorie met theorieën die zich focussen op een rechtvaardige eindtoestand (end state). Deze laatste theorieën beoordelen, in contrast met wat Nozick doet, een situatie nooit vanuit de ontstaansgeschiedenis. Nozick geeft verder aan dat een redistributie steeds gebeurt vanuit een ideaal patroon dat, van zodra mensen handelen, weer verstoord geraakt waardoor de redistributie verwordt tot een onophoudelijk proces. Nozick illustreert dit overigens op een ludieke manier met het voorbeeld van Wilt Chamberlain, een beroemd basketter die van zijn club 25 cent krijgt per toegangsticket. Nadat de club veel kaarten heeft verkocht, is deze basketter op korte tijd heel rijk geworden en is de zogenaamd ideale toestand van gelijkheid weer verbroken. Dat die toestand is verbroken, is nochtans erg natuurlijk verlopen. Mensen hadden voor de start van het basketbalseizoen evenveel geld en zij hebben uit vrije wil een ticket gekocht. Om terug tot de begintoestand van gelijkheid te gaan, moet er opnieuw herverdeeld worden. Veel beter, zo stelt Nozick nu, is de verdelingssleutel te laten afhangen van iets wat geen patroon kent en dus toevallig is (vb. IQ, verdienste). Met de vrije markt is er dan ook volgens Nozick niets fout en de ongelijkheid die het gevolg zou zijn van de vrije markt dient niet bijgestuurd te worden. Hij gaat er zelfs vanuit dat hoe minder er verdeeld wordt op grond van een vooraf bepaald patroon, hoe minder er zal moeten ingegrepen worden. Nozick geeft het voorbeeld van belasting op werk dat hij vergelijkt met dwangarbeid. Mensen verplichten een bepaald deel van hun inkomsten te schenken aan een ander, is niets anders dan iemand verplichten te werken voor een ander en het loon dat hij daarmee heeft verdiend af te dragen aan die ander. Nozick gaat in zijn theorie erg ver en stelt dat Rawls niet kan aantonen waarom zijn difference principle de situatie van de zwakste groep moet maximaliseren. Men zou net zo goed kunnen denken dat men de situatie van de sterksten moet maximaliseren. Ongelijkheid, zo stelt Nozick, is niet onrechtvaardig en hoeft niet per definitie te worden aangepast. De idee dat men moet verdelen afhankelijk van iemands noden, leidt tot een impasse omdat het enerzijds niet duidelijk is wanneer een nood een nood is en anderzijds moet onderzocht worden waar het potentieel te verdelen goed vandaan komt en of het misschien niet rechtvaardig werd bekomen en dus eigendom is van iemand die volledig vrij is om ermee te doen wat hij wil. Ook het zogenaamde recht op gelijke kansen acht Nozick onvoldoende onderbouwd. Een rechtvaardige, libertaire samenleving kan het volgens Nozick doen met drie principes: (1) Mensen hebben het recht op hun natuurlijke eigenschappen (intelligentie, schoonheid, talent). (2) Indien mensen recht hebben op iets, dan hebben zij meteen ook het recht op alles wat uit dit initiële recht voortspruit, zolang de rechten van anderen worden gerespecteerd. (3) Indien mensen recht hebben op iets, dan heeft niemand het recht beperkingen aan dat iets op te leggen of om het te belasten. 26

29 I.2.2. I Cultureel-symbolische onrechtvaardigheid Kwintessens Cultureel-symbolische onrechtvaardigheid vindt haar grondslag in de sociale patronen van representatie, interpretatie en communicatie. Voorbeelden van deze onrechtvaardigheid zijn onder andere culturele dominantie, gebrek aan erkenning (groepen die onzichtbaar worden gemaakt in de gangbare representatie-, communicatie- en interpretatievormen) en disrespect (stereotiepe voorstelling van groepen). De politiek van de erkenning is erop uit om, via een cultureel-symbolische verandering, ondergewaardeerde groepsverschillen te affirmeren. Om dit doel te bereiken kan men onder andere denken aan de (her)waardering van de (culturele producten van) niet-gerespecteerde identiteiten, de erkenning en de positieve waardering van culturele diversiteit, de transformatie van de gangbare representatie-, communicatie- en interpretatiepatronen zodat ook niet-gerespecteerde groepen bestaansrecht hebben. Schematisch ziet de kwintessens van de politiek van de erkenning er als volgt uit (zie Figuur 2): Figuur 2: De politiek van de erkenning Politiek van de erkenning Focus Oplossing Doelgroep Doel Culturele onrechtvaardigheid en dominantie die geworteld is in de patronen van representatie, interpretatie en communicatie Herwaardering van culturele identiteiten en producten Statusgroepen die minder respect en prestige genieten dan andere groepen Affirmatie van groepsverschillen Bron: Gebaseerd op Fraser (1995) Enkele van de meest prominente theoretici die binnen deze strekking kunnen worden geplaatst zijn Iris Marion Young, Charles Taylor, Will Kymlicka, Tariq Modood en Joseph Carens. 2 Chandran Kukathas is ten aanzien van de politiek van de erkenning één van de belangrijkste antagonistische stemmen. Volgens hem hoeft een liberale overheid zich niet in te laten met een politiek van de erkenning. Een staat moet volledig indifferent staan. I Auteurs a) Iris Marion Young: de politiek van het verschil De rode draad doorheen het werk van Iris Marion Young is haar kritiek op de tendens dat publieke en private instituties in de moderne, liberale en democratische samenlevingen de bestaande seksuele, raciale en klasse-ongelijkheden reproduceren door het gebruik van standaards die uniform op iedereen worden toegepast. Ten aanzien van het liberalisme dat verschil negeert (difference-blind liberalism) formuleert 2 Een ander, veel aangehaald auteur is Bhikhu Parekh (2000) die het principe van de interculturele dialoog accentueert. 27

30 zij een politiek van verschil (politics of difference) dat de strijd aanbindt tegen de vijf gezichten van onderdrukking (five faces of oppression): uitbuiting (exploitation), marginalisatie (marginalization), machteloosheid (powerlessness), cultureel imperialisme (cultural imperialism) en geweld (violence) (Young, 1990). Young (2005) splitst deze politiek van het verschil op in twee varianten. Enerzijds heeft ze het over een politiek van het positionele verschil (politics of positional difference; vanaf hier PPD) en anderzijds over een politiek van het culturele verschil (politics of cultural difference; vanaf hier PCD). Beide varianten roepen op tot een realiteit waarbij, uit hoofde van de realisatie van gelijkheid en vrijheid, leden van groepen worden behandeld met respect voor hun verschil. Both worry about the domination some groups are able to exercise over public meaning in ways that limit the freedom or curtail opportunity. Second, both challenge difference-blind public principles. They question the position that equal citizenship in a common polity entails a commitment to a common public interest, a single national culture, a single set of rules that applies to everyone in the same way. They both argue that commitment to justice sometimes requires noticing social or cultural differences and sometimes treating individuals and groups differently (Young, 2005: 14). Beide varianten zijn echter ook verschillend in die zin dat de PPD ruimer is en zich vooral focust op structurele ongelijkheid, terwijl de PCD zich focust op vrijheid. De PPD stelt dat een beleid dat gelijkheid begrijpt in termen van een negatie van groepsverschillen, vaak niet in staat is om structurele groepsverschillen tegen te gaan (in tegendeel, ze worden veeleer bekrachtigd) omdat de uniforme regels, praktijken, instituties, normen, etc. verschillende groepsgedifferentieerde effecten hebben. Instituties moeten derhalve acties ondernemen om dit tegen te gaan. Dat betekent vooreerst dat de groepsverschillen erkend zullen moeten worden en dat diegenen die door hun verschil nadeel ondervinden dienen gecompenseerd te worden. Het betekent ook dat er speciale handelingen zullen moeten worden getroffen om tegemoet te komen aan de behoeftes van die personen (empowerment, reasonable accommodation). Young (2005) werkt die exclusie- en inclusiegedachten uit aan de hand van voorbeelden over handicaps, institutioneel racisme en genderongelijkheid. Het gaat daarbij telkens om onrechtvaardigheden die te maken hebben met structurele processen van arbeidsverdeling, sociale segregatie en een gebrek aan aanpassing van de normen en instituties. De PCD daarentegen gaat uit van een ongelijkheidssituatie waarbij leden van bepaalde culturele groepen worden gedomineerd door andere groepen waardoor die groepen beperkt worden in hun mogelijkheden om hun culturele identiteit te beleven. b) Charles Taylor: de politiek van de erkenning van verschil Met het essay Politics of recognition verkreeg de Canadese filosoof Charles Taylor een intellectueel dwingende stem binnen het debat over de multiculturele samenleving. In deze tekst laat hij aan de hand van een historisch-filosofische reconstructie zien dat de behoefte aan erkenning bij de mens altijd al aanwezig is geweest. Erkenning is immers in de eerste plaats een identiteitsvormende kracht. Volgens Taylor is de vorming van een identiteit een dialogische aangelegenheid. Mensen verwerven de talen die nodig zijn om zichzelf te definiëren niet vanuit zichzelf. Wij leren ze veeleer pas gebruiken door de interactie met anderen die iets voor ons betekenen wat George Herbert Mead de significante anderen noemde. De wording van de menselijke geest is in deze zin niet monologisch, niet iets dat elke persoon vanuit zichzelf volbrengt, maar dialogisch (Taylor, 1995: 50). Talen wordt door Taylor ruim opgevat. Het gaat niet alleen om de woorden die men spreekt, maar ook om de wijzen van expressie waarmee men zichzelf definieert, zoals onder meer door middel van de talen van de kunst, de liefde, de 28

31 muziek. Een groot deel van de menselijke activiteit grijpt plaats in zoverre de betrokkene zichzelf begrijpt als geconstitueerd door en als een integraal deel van een groter geheel, een wij. De zelfcreatie en de zelfevaluatie tekenen zich altijd af tegen, wat Taylor een horizon van betekenis en van morele waarden noemt (Taylor, 1989). Deze horizon van significantie houdt een betekenissysteem en een waardehiërarchie in die het individu niet zelf heeft gecreëerd. Elke mens is ontologisch een historisch en maatschappelijk gesitueerde mens die zichzelf interpreteert en vormt vanuit betekenisgehelen en beelden van het goede leven die hem door de maatschappij en cultuur waarin hij zich bevindt worden aangereikt. Iedereen voegt zich, volgens Taylor, binnen een geloofwaardig systeem van overtuigingen dat reeds voor hem bestaat. Zulks kan gebeuren via sociale mechanismen of via de traditie of zelfs via een soort socratische goeroe-relatie (Taylor, 1998). Deze bronnen van het zelf bevatten normen, waarden en antwoorden op de grote zijnsvragen. Ze bieden regels die in essentie gaan over de manier waarop iemand zich ten aanzien van het eigen lichaam en dat van de ander moet verhouden (cf. eetgewoontes, kledingvoorschriften, verwantschapsregels, genderverhoudingen). De bronnen van het zelf vormen aldus het kader (cf. de horizon) binnen dewelke mensen proberen te bepalen wat ze in concrete omstandigheden moeten doen (Taylor, 1989). Het gevolg is dat wanneer mensen zich bijvoorbeeld aangesproken voelen door een bepaald goed, zij dan het gevoel hebben dat dit goed intrinsiek waardevol is en dat het volgen van dit goed een eis is die uitgaat van de wereld waarin zij zich bevinden en niet alleen van henzelf. Het gegeven dat mensen zijn ingebed in een bepaalde betekenishorizon, impliceert dat een betekenishorizon sterk kan verschillen van cultuur tot cultuur. Er bestaan met andere woorden meerdere mogelijke betekenishorizonten. Om die reden kan volgens Taylor politiek nooit zomaar een kwestie zijn van absolute principes van waaruit er, via één of andere calculus, politieke beslissingen kunnen worden afgeleid. In contrast met het procedurele liberalisme van onder meer Ronald Dworkin, John Rawls en Brian Barry die uitgaan van de idee dat een samenleving pas liberaal kan worden genoemd wanneer er geen specifieke inhoudelijke visie wordt gehuldigd omtrent het doel van het leven, wil Taylor veeleer vertrekken van een oordeel over wat een goed leven inhoudt. Volgens Dworkin, Rawls en Barry moet de bepaling van de rechtvaardigheidsprincipes vooraf gaan aan elke meer inhoudelijke bepaling van het goede leven. Omdat elke vorm van perfectionisme/paternalisme wordt afgezworen, moet uitgegaan worden van de mogelijkheid dat mensen een autonoom vermogen hebben om voor zichzelf te bepalen wat ze een goed leven vinden. Het individu moet dus worden opgevat als een redelijke beslisser, een politiek persoon die in staat is om abstractie te maken van zijn morele identificaties en overtuigingen. Taylor stelt dat dit mensbeeld niet alleen indruist tegen het dialogisch mensbeeld, tevens wordt dit vermogen tot autonomie niet gelijkelijk gerespecteerd wanneer de overwegingen van bepaalde mensen/groepen boven die van anderen/andere worden geplaatst. Dit is het geval omdat het liberalisme zelf niet neutraal is. Het liberalisme is volgens Taylor niet een mogelijke ontmoetingsplaats voor alle culturen, maar het is de politieke expressie van een bepaalde groep culturen die niet verenigbaar is met die van een ander groep culturen (Taylor, 1995: 78). Het liberalisme acht Taylor dus niet in staat om als kader te fungeren waar de verschillende culturele groepen elkaar kunnen ontmoeten. Tegenover de kleurenblinde politics of equal dignity oftewel de politics of universalism pleit hij dan ook voor een politics of difference oftewel een politics of recognition of difference. 29

32 Voor Taylor moet een beleid rekening houden met het feit dat de cultuur van iemands voorvaderen een mens voorziet van een unieke en distincte identiteit. Het beschermen van die cultuur is daarmee meteen ook een daad van erkenning van de particuliere identiteit van die persoon. Erkenning van de culturele integriteit door de bredere samenleving is een voorwaarde om zich ook als individu erkend te voelen. Wanneer die erkenning uitblijft, dan creëert men een maatschappij met tweederangsburgers. Mensen en groepen de hen gewenste erkenning ontzeggen, is niets anders dan een daad van onderdrukking die bij deze mensen en groepen leidt tot verlies aan zelfrespect. Het onthouden van erkenning of het geven van negatieve erkenning kan leed teweegbrengen, kan een vorm van onderdrukking zijn, die iemand gevangen houdt in een verkeerde, misvormde en beperkte wijze van zijn (Taylor, 1995: 43). Omdat het niet erkennen van de culturele identiteit schadelijk is, wil Taylor de integriteit, het overleven en de collectieve uitoefening van de cultuur van de voorouders bewaren. Hij is dan ook een (communitaristisch) liberalisme toegenegen dat ervan uitgaat dat de staat, zo lang de grondrechten van de burgers ten volle worden beschermd, de overleving en de bloei van een bepaalde natie, cultuur of religie of van een beperkt aantal naties, culturen en religies actief dient te steunen. Zijn ideeën over de politics of survivance komen mooi tot uiting in zijn bespreking van Québec, de Franstalige provincie in het Engelssprekende Canada. Volgens Taylor (1995) moet de Frans- Canadese cultuur beschermd worden en mag men de burgers van Québec beperkingen opleggen. Zo gaat Taylor ermee akkoord dat Québec enkele taalwetten heeft uitgevaardigd omdat hij die bevolking wil helpen dat er ook nog in de toekomst een gemeenschap van mensen bestaat die de mogelijkheid heeft om daadwerkelijk gebruik te maken van de Franse taal. De bewoners van Québec krijgen dus in naam van de overleving van hun cultuur, door hun overheid beperkingen opgelegd die in andere delen van Canada nietig zouden worden verklaard. Het feit dat Taylor argumenteert voor een situatie waarin individuele vrijheidsrechten kunnen wijken voor de bescherming van een gemeenschappelijk cultureel goed, betekent nog niet dat Taylor daarom meteen alle culturen een zelfde waarde toeschrijft en dus alles zomaar tolereert. Een cultuur is niet a priori beschermingswaardig. Taylor poneert de gelijkwaardigheid van culturen alleen als een hypothese die moet onderzocht worden. Om te weten of een cultuur inderdaad beschermingswaardig is, is er nood aan een hermeneutisch proces van toenadering. c) Will Kymlicka: het liberaal multiculturalisme Will Kymlicka geniet internationale faam voor zijn politiek-filosofisch kader dat hij voor de kwesties van de multiculturele samenleving heeft uitgebouwd. Zo kan geredelijk worden beweerd dat de positie van Kymlicka in het debat over hoe een open en liberale samenleving zich moet opstellen ten aanzien van minderheidsgroepen binnen haar grondgebied, geldt als de locus classicus. Zijn centrale these bestaat erin dat het wel degelijk mogelijk is om tegemoet te komen aan nationalistische gevoeligheden en aan de wensen van minderheidsgroepen zonder dat men daarom buiten het liberale referentiekader hoeft te treden. Zijn theorie staat of valt met de liberale nadruk op het morele belang van gelijke persoonlijke autonomie en op de gelijke mogelijkheid om de eigen conceptie van het goede leven na te streven. Over die persoonlijke autonomie stelt hij dat die pas in gelijke mate tot ontplooiing kan komen wanneer mensen toegang hebben tot hun culturele context omdat die de voor de persoon betekenisvolle opties mogelijk maakt. Voor Kymlicka is individuele vrijheid dus afhankelijk van iemands 30

Geluk en Capabilities: een filosofische analyse. Ingrid Robeyns Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Wijsbegeerte

Geluk en Capabilities: een filosofische analyse. Ingrid Robeyns Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Wijsbegeerte Geluk en Capabilities: een filosofische analyse Ingrid Robeyns Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Wijsbegeerte Geluk: welke bijdrage door filosofen? De academische filosofie is veel heterogener

Nadere informatie

John Rawls: een pragmatisch of radicaal recept voor het politiek handelen? Frank Vandenbroucke LVSV 14 december 2011

John Rawls: een pragmatisch of radicaal recept voor het politiek handelen? Frank Vandenbroucke LVSV 14 december 2011 John Rawls: een pragmatisch of radicaal recept voor het politiek handelen? Frank Vandenbroucke LVSV 14 december 2011 John Rawls: een pragmatisch of radicaal recept voor het politiek handelen? Ronald Tinnevelt

Nadere informatie

filosofie havo 2015-I

filosofie havo 2015-I Opgave 3 Wat is de Wat 11 maximumscore 1 Een goed antwoord bevat het volgende element: een uitleg dat Eggers zich met morele vraagstukken bezighoudt: hij vraagt zich af wat hij zelf vanuit zijn eigen normen

Nadere informatie

Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn

Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn Dr. Franck L.B. Meijboom Ethiek Instituut & Faculteit Diergeneeskunde Universiteit Utrecht Welzijn We zijn niet de eerste! Welzijn

Nadere informatie

filosofie havo 2015-II

filosofie havo 2015-II Opgave 2 Het kosmopolitisme van Amartya Sen 6 maximumscore 2 een uitleg dat het volgens Cicero medemenselijk is dat de jonge Sen de zwaargewonde man helpt: de hulp van Sen aan de man levert geen nadeel

Nadere informatie

4/20/2017. Op weg met de TomTom Jac van der Klink. 19 april Jac van der Klink. 19 april vervolg op

4/20/2017. Op weg met de TomTom Jac van der Klink. 19 april Jac van der Klink. 19 april vervolg op Op weg met de TomTom Jac van der Klink 19 april 2017 Op weg met de TomTom Jac van der Klink 19 april 2017 vervolg op 1 Van sextant naar TomTom Jac van der Klink 11 april 2016 Outline 11 april 2016 De afnemende

Nadere informatie

Filosofie en actualiteit. Zevende avond

Filosofie en actualiteit. Zevende avond Filosofie en actualiteit Zevende avond Over gelijkheid Emancipatie Gelijke behandeling Beloningen Mensenrechten Confucius Racisme Vrouw zijn Crisis Emancipatie Pauline Kleingeld: huwelijk is primair vrijwillige

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie. Onderzoeksvraag: Waardoor ontstonden het liberalisme en het socialisme, en hoe dachten liberalen en socialisten over de sociale kwestie? Kenmerkende aspect: De opkomst van de politiek maatschappelijke

Nadere informatie

Capabilities Approach; Betekenis voor sociale inclusie. Janny Beernink Annica Brummel

Capabilities Approach; Betekenis voor sociale inclusie. Janny Beernink Annica Brummel Capabilities Approach; Betekenis voor sociale inclusie Janny Beernink Annica Brummel Agenda Deel I CA: kernconcepten Kritieken op CA CA: mensen met een beperking Toepassen van CA als kader Niches in CA

Nadere informatie

Programma. Tussen bedoelde insluiting en onbedoelde uitsluiting. Een capability evaluatiekader voor sociale interventies

Programma. Tussen bedoelde insluiting en onbedoelde uitsluiting. Een capability evaluatiekader voor sociale interventies Tussen bedoelde insluiting en onbedoelde uitsluiting Een capability evaluatiekader voor sociale interventies Erik Jansen, erik.jansen@han.nl Werkplaats Sociaal Domein Nijmegen Annica Brummel, a.brummel@tandemwelzijn.nl

Nadere informatie

filosofie havo 2015-II

filosofie havo 2015-II Opgave 1 Bloed, zweet en luxeproblemen 1 maximumscore 2 een argumentatie of de uitleg van het inkomensverschil tussen Benjamin en de arbeiders gerechtvaardigd is aan de hand van de Romeinse definitie van

Nadere informatie

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid individuele vrijheid participatie gelijke rechten solidariteit waardigheid Basisrechten Santé België is een rechtsstaat en een democratie die ieders mensenrechten e De Staat garandeert de naleving van

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo I

Eindexamen filosofie vwo I Opgave 3 Ramadan in de post-seculiere samenleving 12 maximumscore 4 verlichtingsfundamentalisme: laïciteit: verbannen van religie uit openbaar onderwijs en politiek 1 verlichtingsvijandig multiculturalisme:

Nadere informatie

filosofie havo 2016-II

filosofie havo 2016-II Opgave 3 2025: een ruimte-utopie 11 maximumscore 3 een uitleg dat een maatschappelijk verdrag een oplossing is voor een onhoudbare/onwenselijke natuurtoestand 1 een uitleg dat de kolonisten zich wel in

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II Opgave 2 Religie in een wetenschappelijk universum 6 maximumscore 4 twee redenen om gevoel niet te volgen met betrekking tot ethiek voor Kant: a) rationaliteit van de categorische imperatief en b) afzien

Nadere informatie

filosofie havo 2018-II

filosofie havo 2018-II Opgave 2 Gevoelswerk 9 maximumscore 2 een uitleg dat Tessa s twijfel toont dat ze zich kritisch tot zichzelf kan verhouden, waarin volgens Korsgaard de waarde van authenticiteit ligt 1 een weergave van

Nadere informatie

Identiteit in woorden Stichting St. Josephscholen Nijmegen

Identiteit in woorden Stichting St. Josephscholen Nijmegen Identiteit in woorden Stichting St. Josephscholen Nijmegen Inleiding De commissie identiteit, in opdracht van het bestuur en de directies van de Stichting St. Josephscholen, heeft de identiteit van de

Nadere informatie

De Verlichting. Maar voor de helft geslaagd?

De Verlichting. Maar voor de helft geslaagd? De Verlichting Maar voor de helft geslaagd? Moderne wetenschap Moderne filosofie Moderne cultuur De Verlichting methodische twijfel God garandeert rede scepticisme optimisme kritiek ongeduld ik denk rede

Nadere informatie

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN 3.1 Exploreren, verkennen en integreren van de mogelijkheden van de mens 3.2 Exploreren, verkennen en integreren van de grenzen van de mens 3.3 Ontdekken

Nadere informatie

Dit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

Dit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker Sanne Taekema (Tilburg) Sanne Taekema, The concept of ideals in legal theory (diss. Tilburg), Tilburg: Schoordijk Instituut 2000, vii + 226 p.; Den Haag: Kluwer Law International 2002, ix + 249 p. Idealen

Nadere informatie

Richtlijnen voor het werken in een multiculturele setting

Richtlijnen voor het werken in een multiculturele setting Richtlijnen voor het werken in een multiculturele setting Quality needs diversity 1. Inleiding Deze richtlijnen zijn een uitwerking van de kernwaarde Ruimte voor talent en groei voor iedereen, onderdeel

Nadere informatie

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen. Samenvatting door A. 1576 woorden 4 december 2014 1,3 2 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Paragraaf 2 De ethische optiek 1 inleiding Ethiek gaat over goed en kwaad in het menselijk handelen. Onderscheid

Nadere informatie

Vrijheid van de een is voorwaarde voor die van de ander

Vrijheid van de een is voorwaarde voor die van de ander Vrijheid van de een is voorwaarde voor die van de ander Amsterdam, juni 2017 Beste Axel Honneth, Iedere keer als ik in Duitsland ben zoek ik een Duits boek op. Ik ben opgegroeid met de Duitse cultuur en

Nadere informatie

Capability en opleiden? Prof. Dr. J. Van der Klink Jeannette de Boer

Capability en opleiden? Prof. Dr. J. Van der Klink Jeannette de Boer Capability en opleiden? Prof. Dr. J. Van der Klink Jeannette de Boer Disclosure belangen spreker (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Geen / Zie

Nadere informatie

Van Rechtswege(n) Politìeke en rechtsfilosofische stromingen door de eeuwen heen & DIEDERIK VANDENDRIESSCHE ACADEMIA PRESS

Van Rechtswege(n) Politìeke en rechtsfilosofische stromingen door de eeuwen heen & DIEDERIK VANDENDRIESSCHE ACADEMIA PRESS Van Rechtswege(n) Politìeke en rechtsfilosofische stromingen door de eeuwen heen KOENRAES & DIEDERIK VANDENDRIESSCHE ACADEMIA PRESS Inhoudstafel Woord vooraf. Deell HlSTORISCH OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE

Nadere informatie

Ons economische zelf. Over leven in een verdeelde wereld en hoe we samen ongedwongen naar huis kunnen gaan

Ons economische zelf. Over leven in een verdeelde wereld en hoe we samen ongedwongen naar huis kunnen gaan Ons economische zelf Over leven in een verdeelde wereld en hoe we samen ongedwongen naar huis kunnen gaan Plaatjes invoegen Contrast tussen overvloed en gebrek Contrast tussen genieten van materie en uitbuiten

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

MIRARI Van kritiek naar dialoog.

MIRARI Van kritiek naar dialoog. MIRARI Van kritiek naar dialoog. Door Tomas Serrien Verwondering is het begin van alle wijsheid. (Aristoteles) Mirari - 1 HET WAT en HET WAAROM: Het grondidee van Mirari. Het is tijd voor een filosofisch

Nadere informatie

Morele Ontwikkeling van Jongeren. Hanze Jeugdlezing 2012

Morele Ontwikkeling van Jongeren. Hanze Jeugdlezing 2012 Morele Ontwikkeling van Jongeren Hanze Jeugdlezing 2012 Wiel Veugelers Universiteit voor Humanistiek Universiteit van Amsterdam Opbouw verhaal Wat is morele ontwikkeling? Wat leert onderzoek over morele

Nadere informatie

Contract Law as Fairness. A Rawlsian Perspective on the Position of SMEs in European Contract Law J.G. Klijnsma

Contract Law as Fairness. A Rawlsian Perspective on the Position of SMEs in European Contract Law J.G. Klijnsma Contract Law as Fairness. A Rawlsian Perspective on the Position of SMEs in European Contract Law J.G. Klijnsma Samenvatting Contract Law as Fairness geeft een Rawlsiaans perspectief op de positie van

Nadere informatie

Van gunsten naar rechten voor leerlingen met beperkingen. Het VN-Verdrag over de rechten van personen met een handicap en onderwijs

Van gunsten naar rechten voor leerlingen met beperkingen. Het VN-Verdrag over de rechten van personen met een handicap en onderwijs Van gunsten naar rechten voor leerlingen met beperkingen Het VN-Verdrag over de rechten van personen met een handicap en onderwijs Feiten New York 13 december 2006 Verdrag + Optioneel Protocol (rechtsbescherming)

Nadere informatie

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg een populair recept een maatschappelijk probleem add some learning opgelost! deze bijdrage een perspectief

Nadere informatie

Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Maatschappij

Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Maatschappij Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Ma Samenvatting door Sophie 1047 woorden 6 februari 2017 8,8 3 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Levensbeschouwing Mens & Ma Mensbeeld hoe je jezelf ziet, de

Nadere informatie

WELKOM. Zehra Yildirim

WELKOM. Zehra Yildirim WELKOM Zehra Yildirim Kennismaking Mag ik vragen om recht te staan? De muziek gaat van start Loop door elkaar heen tot de muziek stopt Maak kennis met de persoon die het dichts bij je staat Ga over naar

Nadere informatie

De bevolking en de politie: een verstandshuwelijk? Dra. Anjuli Van Damme Promotor Prof.dr. Lieven Pauwels

De bevolking en de politie: een verstandshuwelijk? Dra. Anjuli Van Damme Promotor Prof.dr. Lieven Pauwels De bevolking en de politie: een verstandshuwelijk? Dra. Anjuli Van Damme Promotor Prof.dr. Lieven Pauwels Inhoud 1. Is het gezag van politie tanende? 2. Het belang van het vertrouwen 3. Waaruit vloeit

Nadere informatie

Levensbeschouwing hoofdstuk 2.

Levensbeschouwing hoofdstuk 2. Levensbeschouwing hoofdstuk 2. Boek Menswaardigheid In deze module ging het om de vraag hoe je kunt bepalen waardoor/waarom bepaalde levenshoudingen niet deugen. We hebben ontdekt dat het begrip menswaardigheid

Nadere informatie

Reciprociteit in de zorg voor Ouderen

Reciprociteit in de zorg voor Ouderen Reciprociteit in de zorg voor Ouderen Congres Ouderenpsychiatrie Leuven, 24 oktober 2013 Prof. Toon Vandevelde Hoger Instituut voor Wijsbegeerte KULeuven Mensbeeld Homo oeconomicus: mens streeft naar (maximeert?)

Nadere informatie

Prof. dr. Rudi Roose Ugent, Vakgroep Sociaal Werk en Sociale Pedagogiek Colloquium 18 mei 2018

Prof. dr. Rudi Roose Ugent, Vakgroep Sociaal Werk en Sociale Pedagogiek Colloquium 18 mei 2018 Het VN-verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap als referentiekader voor de persoonsvolgende financiering van zorg en ondersteuning: een aanzet Prof. dr. Rudi Roose Ugent, Vakgroep Sociaal

Nadere informatie

RECHT EN SAMENLEVING ANDERS BEKEKEN

RECHT EN SAMENLEVING ANDERS BEKEKEN Wim Weymans RECHT EN SAMENLEVING ANDERS BEKEKEN Filosofische perspectieven Recht en samenleving anders bekeken Filosofische perspectieven Wim Weymans Acco Leuven / Den Haag Verantwoording 13 Inleiding 17

Nadere informatie

To work or not to work? Jac van der Klink. NVAB dagen 26 mei 2016

To work or not to work? Jac van der Klink. NVAB dagen 26 mei 2016 To work or not to work? Jac van der Klink NVAB dagen 26 mei 2016 To work or not to work, that is the question To work or not to work, three times the question 1) is er wel werk? De afnemende economische

Nadere informatie

Eindexamen vwo filosofie II

Eindexamen vwo filosofie II Opgave 2 Leven vanuit vrije wil 7 maximumscore 3 een weergave van een overeenkomst tussen de Avatar-training en Sartre wat betreft de opvatting over vrijheid als zelfverwerkelijking: beiden lijken uit

Nadere informatie

filosofie havo 2016-II

filosofie havo 2016-II Opgave 1 (On)rechtvaardig internet 1 maximumscore 3 een weergave van het begrip capability: de mogelijkheid die een mens heeft om te kiezen en te handelen 1 een weergave van het begrip functioning: het

Nadere informatie

Deel 5: Maatschappelijke veranderingen

Deel 5: Maatschappelijke veranderingen Deel 5: Maatschappelijke veranderingen 5.1 Stabiliteit en verandering Maatschappelijke veranderingen zijn veranderingen in de maatschappelijke structuren. Ze kunnen variëren van een betekenisvolle overgang

Nadere informatie

Animal Rights: The Abolitionist* Approach

Animal Rights: The Abolitionist* Approach Animal Rights: The Abolitionist* Approach Presenteert *Abolitionisme is het streven naar afschaffing van slavernij Dieren als Eigendommen door Professor Gary L. Francione Er zijn maar weinig morele principes

Nadere informatie

Keurmerk: Duurzame school

Keurmerk: Duurzame school Keurmerk: Duurzame school Doorlopende leerlijn voor duurzame ontwikkeling van basisonderwijs (PO) t/m voortgezet onderwijs (VO) PO-1 Kennis en inzicht (weten) Vaardigheden (kunnen) Houding (willen) Begrippen

Nadere informatie

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte.

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Samenvatting door A. 2079 woorden 29 juni 2014 6,4 2 keer beoordeeld Vak Anders H1 Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Moraal

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Opgave 3 Vreemder dan alles wat vreemd is 12 maximumscore 3 de twee manieren waarop je vanuit zingevingsvragen religies kunt analyseren: als waarden en als ervaring 2 een uitleg van de analyse van religie

Nadere informatie

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g S e v e n P h o t o s f o r O A S E K r i j n d e K o n i n g Even with the most fundamental of truths, we can have big questions. And especially truths that at first sight are concrete, tangible and proven

Nadere informatie

Opnieuw beginnen. Amsterdam, juli Beste Donald Trump,

Opnieuw beginnen. Amsterdam, juli Beste Donald Trump, Opnieuw beginnen Amsterdam, juli 2017 Beste Donald Trump, Geschiedenis vertelt, hoop niet Aan deze kant van het graf, Maar dan, eens in een mensenleven Kan de verlangde getijdegolf Van rechtvaardigheid

Nadere informatie

PRESENTATIE DE KRACHTLIJNEN VAN STERK SOCIAAL WERK VOOR DE TOEKOMST

PRESENTATIE DE KRACHTLIJNEN VAN STERK SOCIAAL WERK VOOR DE TOEKOMST PRESENTATIE DE KRACHTLIJNEN VAN STERK SOCIAAL WERK VOOR DE TOEKOMST De globale definitie van sociaal werk Sociaal werk is een praktijk-gebaseerd beroep en een academische discipline die sociale verandering

Nadere informatie

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren Partij van de Arbeid (PvdA) Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) Christen-democratisch Appèl (CDA) Democraten

Nadere informatie

GENDERWORKSHOP. Dag van de 4 de Pijler 18/2/17

GENDERWORKSHOP. Dag van de 4 de Pijler 18/2/17 GENDERWORKSHOP Dag van de 4 de Pijler 18/2/17 GENDER & SEKSE Sekse : fysieke, fysiologisch en biologische kenmerken, bepaald door de XX-chromosomen, XY vrouw / man Gender : socioculturele aspecten van

Nadere informatie

COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK

COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK INHOUDSTAFEL INLEIDING Een integraal en solidair humanisme a) Bij het aanbreken van het derde millennium 1 b) De betekenis van dit document 3 c) Ten dienste van

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Opgave 2 Religieus recht 7 maximumscore 2 een beargumenteerd standpunt over de vraag of religieuze wetgeving en rechtspraak voor bepaalde bevolkingsgroepen tot cultuurrelativisme leidt 1 een uitleg van

Nadere informatie

GENETISCHE SELECTIE EN HET PROCREATIVE BENEFICENCE PRINCIPE

GENETISCHE SELECTIE EN HET PROCREATIVE BENEFICENCE PRINCIPE GENETISCHE SELECTIE EN HET PROCREATIVE BENEFICENCE PRINCIPE Katrien Devolder Bioethics Institute Ghent Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen Universiteit Gent katrien.devolder@ugent.be Nu zwanger

Nadere informatie

Openbaar en betekenisvol: wij dagen de 21 e eeuw uit!

Openbaar en betekenisvol: wij dagen de 21 e eeuw uit! Openbaar en betekenisvol: wij dagen de 21 e eeuw uit! zelfbewust eigentijds ambities kritisch ondersteuning open uitdaging ruimdenkend samen ondernemend betrokken oog voor de wereld vrijheid creatief daadkracht

Nadere informatie

GELIJKE KANSEN IN BELGIË

GELIJKE KANSEN IN BELGIË GELIJKE KANSEN IN BELGIË HISTORISCH ONDERZOEK 1. EEN WOORDJE UITLEG Tijdens het bezoek aan de Democratiefabriek hebben jullie kunnen vaststellen dat bepaalde elementen essentieel zijn om tot een democratie

Nadere informatie

Bijzonder procesdoel 4: beleven van de democratie

Bijzonder procesdoel 4: beleven van de democratie Bijzonder procesdoel 4: beleven van de democratie Eerste leerjaar B 4.1. Herkennen en verkennen Mijn gedrag - hoe gedraag ik mij en waarom? - mijn waarden: - aan welke waarde(n) hecht ik belang? - thuis

Nadere informatie

Verbinden vanuit diversiteit

Verbinden vanuit diversiteit Verbinden vanuit diversiteit Krachtgericht sociaal werk in een context van armoede en culturele diversiteit Studievoormiddag 6 juni 2014 Het verhaal van Ahmed Een zoektocht met vele partners Partners De

Nadere informatie

Mediasociologie Hoorcollege Iedereen is vrij! Theo Ploeg

Mediasociologie Hoorcollege Iedereen is vrij! Theo Ploeg Mediasociologie Hoorcollege Iedereen is vrij! Theo Ploeg 1 2 wat ga ik behandelen? wat is mediasociologie bij CMDA/IAM? wat gaan we doen en hoe doen we dat? wat is sociologie eigenlijk en hoe zien wij

Nadere informatie

Opvoeden in een ingewikkelde wereld.. Micha de Winter

Opvoeden in een ingewikkelde wereld.. Micha de Winter Opvoeden in een ingewikkelde wereld.. Micha de Winter Lea Dasberg (Pedagogie in de schaduw van 2000, of: Hulde aan de hoop; 1980) Kinderen hebben hoop en perspectief nodig, optimisme en levenslust De

Nadere informatie

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren (1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren (3) Ons gezelschap helpt gemeenschappen te vormen en te binden (4) De producties

Nadere informatie

Beken Kleur Gooi je troeven op tafel. handleiding

Beken Kleur Gooi je troeven op tafel. handleiding Beken Kleur Gooi je troeven op tafel handleiding Deze tool werd ontwikkeld door het Flanders DC Kennis centrum aan Antwerp Management School. Het is gebaseerd op het onderzoeksrapport Dominante denkkaders

Nadere informatie

Maatschappelijke oorzaak

Maatschappelijke oorzaak Recht-Op hanteert het maatschappelijk schuldmodel inzake armoede. De organisatie van de maatschappij, de heersende structuren en regelgevingen veroorzaken armoede, bestendigen of vergroten ze zelfs. Modaliteit

Nadere informatie

Geschiedenis en VOET

Geschiedenis en VOET Geschiedenis en VOET Per 1 september 2010 traden de nieuwe vakoverschrijdende eindtermen (VOET) in werking en vanaf 1 september 2011 zal de doorlichting de VOET meenemen in de focus van de scholen. De

Nadere informatie

Vertrouwen winnen of gezag afdwingen?

Vertrouwen winnen of gezag afdwingen? Vertrouwen winnen of gezag afdwingen? Dra. Anjuli Van Damme Promotor Prof. dr. Lieven Pauwels Inhoud 1. Is het gezag van politie tanende? 2. Het belang van het vertrouwen 3. Waaruit vloeit het vertrouwen

Nadere informatie

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw 2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw 1830 1870: Javaanse boer werkt voor Nederlandse staat: - cultuurstelsel - Herendiensten van verliespost naar wingewest Vanaf 1870: modern imperialisme particuliere bedrijven

Nadere informatie

12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU

12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU 12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU DE LOKALE RELIGIEUZE SITUATIE IN KAART BRENGEN EN BEGRIJPEN 01 Lokale overheden wordt verzocht zich bewust te zijn van het toenemende belang

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Geloof, waarden, ervaringen

Hoofdstuk 3. Geloof, waarden, ervaringen Hoofdstuk 3 Geloof, waarden, ervaringen Kennis en geloof Kennis is descriptief Heeft betrekking op feiten Is te rechtvaardigen Geloof is normatief Heeft betrekking op voorschriften Is subjectief Geldt

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Recht. Alternatieven voor recht

Hoofdstuk 1: Recht. Alternatieven voor recht Hoofdstuk 1: Recht Alternatieven voor recht Recht is zoals al gezegd een instrument om de maatschappij te ordenen. Alles is recht, kan een bepaalde houding zijn (die dan nog eens intrinsiek op alles toepasbaar

Nadere informatie

De stem verheffen. Leerlingparticipatie als pedagogische uitdaging

De stem verheffen. Leerlingparticipatie als pedagogische uitdaging De stem verheffen Leerlingparticipatie als pedagogische uitdaging Prof.dr. Micha de Winter Faculty of Social Sciences Dept. of Education Utrecht, the Netherlands Participatie: hype, hyperbool,of hyperbelangrijk?

Nadere informatie

CP IT-COMENIUS-C3PP

CP IT-COMENIUS-C3PP 114426 CP-1-2004-1-IT-COMENIUS-C3PP Elk kind heeft recht op een school met een cultuur van kwaliteitsontwikkeling gebaseerd op synergie tussen interne en externe evaluatieprocessen Deze verklaring komt

Nadere informatie

Zie de mens! Homo sapiens. Zorg om betekenis. Jaarcongres Reliëf 11 maart 2016

Zie de mens! Homo sapiens. Zorg om betekenis. Jaarcongres Reliëf 11 maart 2016 Zie de mens! Zorg om betekenis Jaarcongres Reliëf 11 maart 2016 Prof Dr Carlo Leget www.zorgethiek.nu Homo sapiens De mens (wetenschappelijke naam: Homo sapiens) is een tweevoetige primatensoort uit de

Nadere informatie

Ethiek in de ouderenzorg Over waarden, dialoog en grondhoudingen

Ethiek in de ouderenzorg Over waarden, dialoog en grondhoudingen Visies Visies Artevelde Algemene op op Hogeschool zorgrelatie zorgrelatie casus Gent Gent, 24 mei 2016 Ethiek in de ouderenzorg Over waarden, dialoog en grondhoudingen Axel Liégeois KU Leuven Broeders

Nadere informatie

2.1 Exploreren, verkennen en integreren van waarden

2.1 Exploreren, verkennen en integreren van waarden 2.1 Exploreren, verkennen en integreren van waarden Opmerking:dit procesdoel zal normaal gezien bij elke les terugkomen. Het belang ervan is dat leerlingen beseffen dat heel veel keuzes in het leven waardegeladen

Nadere informatie

Toekomst gericht toezicht in het onderwijs

Toekomst gericht toezicht in het onderwijs Toekomst gericht toezicht in het onderwijs Hans Strikwerda Nolan Norton Institute Zeist Universiteit van Amsterdam Amersfoort, 27 maart 2009 De vragen Wat zijn: Het doel van toezicht in het onderwijs?

Nadere informatie

Hoe hieraan exact wordt vormgegeven binnen onze school, wordt duidelijk in dit document.

Hoe hieraan exact wordt vormgegeven binnen onze school, wordt duidelijk in dit document. SOCIALE COHESIE EN BURGERSCHAP Inleiding Een school maakt deel uit van de maatschappij en bouwt mee aan de vorming van jonge burgers. Een groot deel van de dag, brengen jongeren door op school. Zij krijgen

Nadere informatie

Onderwijssociologie & Diversiteit

Onderwijssociologie & Diversiteit Onderwijssociologie & Diversiteit Hoorcollege 1: inleiding sociologie en burgerschap IVL Leike van der Leun Om deze presentatie te kunnen volgen op je mobiele telefoon, tablet of laptom, ga je naar: www.presentain.com

Nadere informatie

Analysedocument mens-, wereld- en godsbeelden Godsdiensten: een zegen of een vloek?

Analysedocument mens-, wereld- en godsbeelden Godsdiensten: een zegen of een vloek? Analysedocument mens-, wereld- en godsbeelden Godsdiensten: een zegen of een vloek? Tekst Centrale gedachten Mensbeeld Godsbeeld Joden in Antwerpen: video en bespreking ervan in de klas Wettisch leven

Nadere informatie

INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE. Nick Deschacht

INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE. Nick Deschacht INLEIDING TOT DE MARXISTISCHE ECONOMIE Nick Deschacht Inleiding Prof. dr. Ernest Mandel (1923-1995) Overzicht van de cursus 28/3: Basisbegrippen van de marxistische economie 18/4: De ontwikkeling van de

Nadere informatie

Actuele vragen met betrekking tot de vrijheid van onderwijs. Fenneke Zeldenrust

Actuele vragen met betrekking tot de vrijheid van onderwijs. Fenneke Zeldenrust Actuele vragen met betrekking tot de vrijheid van onderwijs Fenneke Zeldenrust Vrijheid van onderwijs, artikel 23 Grondwet - Vrijheid van stichting - Vrijheid van richting - Vrijheid van inrichting Een

Nadere informatie

opdrachtsverklaring centrum voor volwassen personen met handicap MOZAÏEK

opdrachtsverklaring centrum voor volwassen personen met handicap MOZAÏEK opdrachtsverklaring centrum voor volwassen personen met handicap MOZAÏEK Bij het begin van de jaren 70 zoeken enkele ouders een dagcentrum voor hun volwassen gehandicapt kind. Voordien was het bijna evident

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Religieuze ervaring 1 maximumscore 5 een bruikbare definitie van religie 1 drie problemen die zich kunnen voordoen bij het definiëren van religie 3 meerdere religieuze tradities;

Nadere informatie

Krisis. Tijdschrift voor actuele filosofie

Krisis. Tijdschrift voor actuele filosofie FRANÇOIS LEVRAU TARIQ MODOOD EN DE ERKENNING VAN HET RELIGIEUZE VERSCHIL Recensie van: Tariq Modood (2010) Still not easy being British. Struggles for a multicultural citizenship. Stoke on Trent, Sterling:

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken? >> Inhoudsopgave Inleiding 4 Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10 Les 2. Denken Kunnen dieren denken? 14 Les 3. Geluk Wat is het verschil tussen blij zijn en gelukkig zijn?

Nadere informatie

Eindexamen filosofie havo 2007-I

Eindexamen filosofie havo 2007-I Opgave 2 Sociale utopieën tussen fantasie en werkelijkheid 8 maximumscore 3 het noemen en uitleggen van het principe van Bloch: hoop 1 een toepassing van het principe hoop op het ontstaan van utopische

Nadere informatie

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht [Gepubliceerd in Erik Heijerman & Paul Wouters (red.) Praktische Filosofie. Utrecht: TELEAC/NOT, 1997, pp. 117-119.] Van mij Een gezicht is geen muur Jan Bransen, Universiteit Utrecht Wij hechten veel

Nadere informatie

Hoe gelukkig ben je? Opdracht 1

Hoe gelukkig ben je? Opdracht 1 Hoe gelukkig ben je? Geluk is een veranderlijk iets. Het ene moment kun je jezelf diep gelukkig voelen, maar het andere moment lijkt het leven soms maar een zware last. Toch is voor geluk ook een soort

Nadere informatie

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan De zorg en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking moet erop gericht zijn dat de persoon een optimale kwaliteit

Nadere informatie

filosofie havo 2016-I

filosofie havo 2016-I Opgave 1 Ebola 1 maximumscore 2 een uitleg dat er in tekst 1 geen sprake is van gelijke kansen voor de ebolapatiënten, omdat de farmaceutische industrie alleen medicijnen ontwikkelt waarop winst gemaakt

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Mensbeelden

Samenvatting Filosofie Mensbeelden Samenvatting Filosofie Mensbeelden Samenvatting door Sophie 819 woorden 27 oktober 2015 8,9 4 keer beoordeeld Vak Filosofie Plato (427 347 v.chr.) Als we ons op individuele katten richten, komen we nooit

Nadere informatie

filosofie havo 2015-I

filosofie havo 2015-I Opgave 1 Fort Europa 1 maximumscore 3 een uitleg van de wet van de zee als een positieve plicht: de wet van de zee spoort aan mensen in nood te helpen en is daarmee een actieve plicht die het welzijn van

Nadere informatie

Een ethische visie op het delen en geheimhouden van informatie

Een ethische visie op het delen en geheimhouden van informatie GGZ Vlaamse Ardennen Zottegem, 21 april 2016 Een ethische visie op het delen en geheimhouden van informatie Axel Liégeois KU Leuven Broeders van Liefde Morele intuïtie Probleemstelling en ethische reflectie

Nadere informatie

Zelfrespect en solidariteit in de prestatiemaatschappij. Evelien Tonkens, Universiteit van Amsterdam Filosofisch Café Hoogeveen 26 november 2013

Zelfrespect en solidariteit in de prestatiemaatschappij. Evelien Tonkens, Universiteit van Amsterdam Filosofisch Café Hoogeveen 26 november 2013 Zelfrespect en solidariteit in de prestatiemaatschappij Evelien Tonkens, Universiteit van Amsterdam Filosofisch Café Hoogeveen 26 november 2013 Prestatiedruk, Solidariteit onder druk, Zelfrespect fragiel

Nadere informatie

Maagdenhuisbezetting 2015

Maagdenhuisbezetting 2015 Maagdenhuisbezetting 2015 Genoeg van de marktwerking en bureaucratisering in de publieke sector Tegen het universitaire rendementsdenken, dwz. eenzijdige focus op kwantiteit (veel publicaties, veel studenten,

Nadere informatie

Het delicate van geven en helpen - Een filosofie van de zorg (voor ouderen)

Het delicate van geven en helpen - Een filosofie van de zorg (voor ouderen) Het delicate van geven en helpen - Een filosofie van de zorg (voor ouderen) Colloquium Provinciehuis. Leuven, 12 oktober 2017 Prof. Antoon Vandevelde Hoger Instituut voor Wijsbegeerte KULeuven De giftdimensie

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 1184 woorden 8 juni 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 1 De staat kan wetten maken, regels die voor alle

Nadere informatie

Religie, christendom en politiek vanuit filosofisch perspectief

Religie, christendom en politiek vanuit filosofisch perspectief Religie, christendom en politiek vanuit filosofisch perspectief - Het christelijke belemmert de politiek niet, maar maakt haar juist mogelijk en waardevol - Pieter Jan Dijkman Vereniging voor Wijsbegeerte

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N EU - Contractenrecht A03 Brussel, 9 december 2010 MH/SL/AS A D V I E S over DE CONSULTATIE VAN DE EUROPESE COMMISSIE OVER HET EUROPEES CONTRACTENRECHT VOOR CONSUMENTEN

Nadere informatie