Definitief BESPREEKDOCUMENT BETREFFENDE CAMERATOEZICHT. Programmaoverleg 8 d.d. 12 maart 2007.

Transcriptie

1 Definitief BESPREEKDOCUMENT BETREFFENDE CAMERATOEZICHT. Programmaoverleg 8 d.d. 12 maart Regelgeving met betrekking tot het invoeren van statisch en of mobiel cameratoezicht. Aanleiding: De Oriënterende notitie cameratoezicht gemeente Hengelo van augustus 2006, welke inzicht geeft in de wetgeving, bevoegdheden en toepassingsmogelijkheden van cameratoezicht op openbare plaatsen. Op grond bovengenoemde notitie is een eerste discussie gevoerd en een gerichte opdracht verstrekt voor een verdere uitwerking om tot een weloverwogen standpunt te komen over het al dan niet toepassen van cameratoezicht in de gemeente Hengelo. Werkgroep Cameratoezicht Hengelo. Vervolgens is er een werkgroep Cameratoezicht samengesteld bestaande uit afgevaardigden van Politie Twente, Stichting Criminaliteitsbeheersing Twente, Koninklijke Horeca Nederland, ondernemersverenigingen van Industrieterrein Twentekanaal en bedrijventerrein Westermaat en medewerkers van verschillende afdelingen van de Gemeente Hengelo. De door de werkgroep aangeleverde informatie is verwerkt tot dit raadsvoorstel waarbij tevens nader wordt ingegaan op het voortschrijdend inzicht in van het Cameratoezicht op zowel landelijk als regionaal gebied. Opdracht: De gestelde opdracht uit de Oriënterende notitie cameratoezicht is als volgt in te delen: 1. Maak een uitwerking voor het gebruik van (twee) mobiele camera s voor kortstondig gebruik. 2. Wat zijn tussen de Burgemeester en de Gemeenteraad de te volgen regels indien geconstateerd wordt dat er zich een situatie voordoet die om vast/statisch cameratoezicht vraagt. Om deze opdracht duidelijk te krijgen is het eerst noodzakelijk om het verschil te weten tussen mobiel cameratoezicht en vast cameratoezicht. Mobiel cameratoezicht: Kortstondig en/of mobiel cameratoezicht is mogelijk bij evenementen, rellen en grootschalige ordeverstoringen. In dergelijke gevallen, waarbij steeds een concrete aanleiding bestaat, kan de politie de bevoegdheid tot cameragebruik ontlenen aan artikel 2 van de Politiewet Het cameratoezicht beperkt zich tot een concreet kortstondig evenement, waarbij er aanwijzingen zijn dat zich hierbij ordeverstoringen of rellen voordoen. Cameratoezicht behoeft niet te worden toegepast op basis van een bewezen structureel probleem en ook niet binnen een breed pakket van andere maatregelen. Vast cameratoezicht: Vast of statisch cameratoezicht is in het belang van de handhaving van de openbare orde. In dergelijke gevallen geeft het nieuwe artikel 151c van de Gemeentewet het wettelijke kader aan voor het langdurig plaatsen van vaste camera s op openbare plaatsen. Met het begrip vast (statisch) wordt bedoeld dat de camera s nagelvast zijn bevestigd aan bijvoorbeeld palen, dakranden of gevels. De camera s mogen wel pendelen of in- en uitzoomen. Vast of statisch cameratoezicht kan ook betekenen cameratoezicht met een dynamische camera unit. Dit betekent een complete camera unit welke ook op grond van artikel 151c van de Gemeentewet kan worden ingezet maar waarbij de beelden draadloos zullen worden over gedragen. Het grote voordeel hiervan is dan bij het plaatsen van deze camera s er geen grote investeringen gemaakt hoeven te worden voor het aanleggen bekabelingen ten behoeve van dataoverdracht. De unit is zo in de gehele gemeente inzetbaar en kan op die locaties worden ingezet waar dat het meest noodzakelijk is. Indien er geen noodzaak is, kan de unit in de kast worden gehouden. 1

2 Artikel 151 C Gemeentewet 1. De raad kan bij verordening (APV) de burgemeester de bevoegdheid verlenen om, indien dat in het belang van de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is, te besluiten tot plaatsing van vaste camera s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats als bedoeld in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties en andere bij verordening aan te wijzen plaatsen die voor een ieder toegankelijk zijn. De burgemeester bepaalt de duur van de plaatsing en wijst de openbare plaats of plaatsen aan, met inachtneming van hetgeen daaromtrent in de verordening is bepaald. 2. De burgemeester stelt, na overleg met de Officier van Justitie in het overleg, bedoeld in artikel 14 van de Politiewet 1993, de periode vast waarin in het belang van de handhaving van de openbare orde daadwerkelijk gebruik van de camera s plaatsvindt en de met de camera s gemaakte beelden in elk geval rechtstreeks worden bekeken. 3. De burgemeester bedient zich bij de uitvoering van het in het eerste lid bedoelde besluit van de onder zijn gezag staande politie. 4. De aanwezigheid van camera s als bedoeld in het eerste lid is op duidelijke wijze kenbaar voor een ieder die de desbetreffende openbare plaats betreedt. 5. Met de camera s worden uitsluitend beelden gemaakt van een openbare plaats als bedoeld in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties en andere bij verordening aan te wijzen plaatsen die voor een ieder toegankelijk zijn. 6. De met de camera s gemaakte beelden mogen in het belang van de handhaving van de openbare orde worden vastgelegd en gedurende ten hoogste vier weken worden bewaard. 7. De vastgelegde beelden, bedoeld in het zesde lid, vormen een tijdelijk register in de zin van de Wet politieregisters. Met inachtneming van artikel 13, zevende lid, van de Wet politieregisters kunnen uit dat register gegevens worden verstrekt ten behoeve van de opsporing van een gepleegd strafbaar feit. 8. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden met het oog op de goede uitvoering van het toezicht, bedoeld in het eerste lid, regels gesteld omtrent: a. de vaste camera s en andere technische hulpmiddelen benodigd voor het toezicht, bedoeld in het eerste lid, en de wijze waarop deze hulpmiddelen worden aangebracht; b. de personen belast met of anderszins direct betrokken bij de uitvoering van het toezicht; en c. de ruimten waarin de waarneming of verwerking van door het toezicht vastgelegde beelden plaatsvindt. De omstandigheden waaronder de gemeente mag overgaan tot cameratoezicht. Op grond van de gemeentwet mag de gemeente cameratoezicht toepassen op openbare plaatsen indien noodzakelijk is voor de handhaving van de openbare orde. Dit betekent dat het cameratoezicht evenredig moet zijn in relatie tot het doel (proportionaliteit) en dat moet worden bezien of dit doel, namelijk de handhaving van de openbare orde, niet op een minder ingrijpende wijze kan worden bereikt (subsidiariteit). Voor een juiste afweging zijn de volgende aspecten van belang: De Gemeente moet met een veiligheidsanalyse aantonen dat er een evenwichtige verhouding bestaat tussen het doel en het middel (proportionaliteit). De mate waarin de openbare orde wordt verstoord, is bepalend voor de vaststelling van de noodzaak om cameratoezicht toe te passen. Ook moet zij nagaan of het beoogde doel met minder ingrijpende maatregelen kan worden bereikt (subsidiariteit). De noodzakelijkheids eis werkt ook door in de plaatsing, het bereik en het daadwerkelijke gebruik van de camera s. Cameratoezicht moet zodanig zijn ingericht dat niet meer plaatsen en personen worden waargenomen en vastgelegd dan voor het doel noodzakelijk is. Een andere beperking kan worden gezocht in de periode waarin de camera s beelden registreren en/of 2

3 vastleggen en de intensiteit waarmee de beelden worden vastgelegd. Periodiek moet worden beoordeeld of de doelstelling(en), die men met het plaatsen van de camera s wil behalen, zijn bereikt en of er voor het cameratoezicht nog langer een noodzaak bestaat. Daarom mag een besluit tot plaatsing slechts voor bepaalde duur zijn. Na het verstrijken van deze termijn kan het cameratoezicht, bij gebleken noodzaak, worden verlengd. Het ligt daarom voor de hand om de duur van plaatsing te koppelen aan een evaluatie. Schematisch overzicht van de taak- en rolverdeling Gemeente: De gemeenteraad - kan aan de burgemeester, bij verordening, de bevoegdheid verlenen om te besluiten tot plaatsing van camera s op openbare plaatsen in de zin van artikel 1 WOM, voor de handhaving van de openbare orde. De gemeenteraad kan deze bevoegdheid naar plaats en duur inperken, afhankelijk van de beleidsvrijheid die hij de burgemeester wil toekennen. De gemeenteraad kan de bevoegdheid van de burgemeester dus in meer of mindere mate inperken. De volgende varianten zijn bijvoorbeeld denkbaar: De gemeenteraad besluit om binnen de gemeente geen cameratoezicht toe te passen. De gemeenteraad verleent bij verordening aan de burgemeester de bevoegdheid tot het toepassen van cameratoezicht op specifieke plaatsen, bijvoorbeeld in de binnenstad, en geeft daarbij aan voor welke duur de plaatsing van camera s ten hoogste mag geschieden. De gemeenteraad verleent bij verordening zonder beperkingen de bevoegdheid aan de burgemeester tot plaatsing van camera s ten behoeve van de handhaving van de openbare orde op openbare plaatsen. Gelet op de taak van de burgemeester op het gebied van de openbare orde ligt het voor de hand om de burgemeester een grote mate van beleidsvrijheid te geven. - kan ook andere plaatsen, die voor iedereen vrij toegankelijk zijn, als openbare plaatsen aanmerken, waarna de burgemeester het recht heeft om op deze plaatsen cameratoezicht uit te voeren conform artikel 151 C Gemeentewet. De burgemeester - is verantwoordelijk voor het gemeentelijk cameratoezicht. besluit op welke openbare plaatsen en voor welke duur cameratoezicht zal plaatsvinden (afhankelijk van de beleidsvrijheid die de gemeenteraad heeft gegeven). bepaalt in overleg met de Officier van Justitie, de perioden waarin de camera s daadwerkelijk worden gebruikt en de beelden direct bekeken gaan worden. politie - Heeft de operationele regie. Is belast met het waarnemen van de beelden. Bepaalt wat er met de beelden gebeurt. Beslist over de opvolging van de signalen uit de toezichtcentrale. openbaar ministerie - Voert overleg met de burgemeester over de periode waarin de camera s daadwerkelijk worden gebruikt en de beelden direct bekeken gaan worden. - Beslist of de opgenomen beelden worden gebruikt ten behoeve van de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Tijdsinvestering: De benodigde tijd voor de invoering van cameratoezicht verschilt per situatie. Het is daarom lastig om een indicatie te geven van de tijd die nodig is om een gemeentelijk cameraproject op te 3

4 zetten. Dit hangt onder andere af van het doel dat een gemeente voor ogen heeft, het beschikbare personeel en de omstandigheden in het toezichtgebied. Ook de bestaande infrastructuur in het toezichtgebied is van grote invloed op de tijdsinvestering. Als een gemeente speciaal voor cameratoezicht een infrastructuur moet aanleggen, of hier nog verbeteringen aan moet brengen, zal dit uiteraard nog meer tijd kosten. Cameratoezicht vergt echter vooral veel mankracht. In de eerste plaats zullen de (gemeentelijke) ambtenaren die zich specifiek met cameratoezicht bezig houden, veel tijd moeten steken in de voorbereiding en implementatie. Vergeet ook niet dat de beelden bij voorkeur live bekeken moeten worden door hiervoor gekwalificeerd personeel, en dat er door de politie ook meteen opvolging moet kunnen worden gegeven als de beelden daartoe aanleiding geven. Kosten: Bij de invoering van cameratoezicht is het erg belangrijk dat de gemeente van tevoren al rekening houdt met de kosten die de maatregelen met zich meebrengen. Cameratoezicht is een dure maatregel. De gemeente doet er verstandig aan om in de begroting alvast rekening te houden met het invoeren van cameratoezicht. De kosten zijn onder meer afhankelijk van het doel dat met het toezicht wordt beoogd, de plaatselijke omstandigheden in het toezichtgebied en de beschikbaarheid van mensen. Hieronder volgt een overzicht van de kosten waar de gemeente zoal rekening mee moeten houden bij het toepassen van cameratoezicht. Vaste kosten: onderhoudskosten en vervangingskosten van verouderde apparaten (afschrijvingskosten) personeelskosten (opleiding en salaris voor toezichthouders en surveillanten, uitlezen en live bekijken van beelden, opvolgen van beelden in overleg met politie). kosten voor nevenactiviteiten (bijvoorbeeld extra verlichting, snoeien van bomen, plaatsen van masten voor de camera's en overige bouwkundige voorzieningen) schoonmaakkosten (camera's moeten ongeveer vier tot zes keer per jaar worden schoongemaakt) kosten voor datatransmissie (bijvoorbeeld het huren van een glasvezelnetwerk of UMTSbandbreedte) Incidentele kosten: aanschafkosten van apparatuur (camera's, transmitter en receiver) kosten voor infrastructurele aanpassingen (graafwerkzaamheden en bestrating voor de aanleg van glasvezelkabels of radioverbindingen) verplaatsingskosten (indien een plek veilig is kunnen camera's worden verplaatst naar andere locaties). Regionaal Platvorm Criminaliteitsbeheersing Twente: Op 14 november 2006 is er door het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Twente een bijeenkomst georganiseerd over Cameratoezicht in regionaal perspectief. Hierbij waren o.a. aanwezig de Commissaris van de Koningin van Overijssel, meerdere Burgemeesters van Twente gemeenten, medewerkers van Politie Twente en Twentse Gemeenten. Doel van de bijeenkomst was om van gedachten te wisselen en geïnformeerd te raken over: 1 Een regionaal camerabeleid in Twente. 2 De wenselijkheid van inrichting van een regionale c.q. interregionale toezichtcentrale. 3 Een integrale aanpak van de onveiligheid en criminaliteit op en langs de A1. 4 Het bundelen van publieke en private kennis en de verderen ontwikkeling van de beveiligingsconcepten. Ook werd bezien in hoeverre Twente c.q. Twente en IJsselland zich landelijk kunnen positioneren als proefgebied voor intelligent cameratoezicht en de inzet van nieuwe technieken voor toezicht, alarmering en opvolging. Tevens kwam vast te staan dat de individuele gemeentelijke cameraprojecten in gezamenlijkheid het toezicht effectiever en efficiënter kunnen maken. Voor de conclusie en aanbeveling omtrent het Regionaal Platvorm wordt verwezen naar het einde van deze notitie: Conclusies en Aanbevelingen. 4

5 A1 en A35 Problematiek. Langs de A 1 en de A 35 ontwikkelen zich veiligheidsproblemen als gevolg van mobiel banditisme. Deze mobiele landelijke bendes doen regelmatig langs de snelwegen gelegen bedrijventerreinen aan, breken in en plegen diefstallen. Een deel daarvan komt uit Oost Europese landen en vormen meer en meer een bedreiging voor de veiligheid van Twente. Ook in toenemende mate de overlast van Oost Europese vrachtwagenchauffeurs in relatie met een tekort en geoutilleerde en beveiligde parkeerplaatsen aan en langs de A1 in Twente, is een groeiend veiligheidsprobleem dat aangepakt zou moeten worden alsmede de toenemende onveiligheid in de transportsector. Inzet van nieuwe technieken binnen één aan te leggen infrastructuur van cameratoezicht op Twentse schaal kan leiden tot een verlaging van deze veiligheidsproblemen. Eventuele op te starten cameraprojecten in de Twentse gemeenten, langs de A1 kunnen dan aansluiting vinden bij cameratoezicht op Twentse schaal. Conclusies en Aanbevelingen: 1. De "Handreiking cameratoezicht uitgave 2006" door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid dient bij het invoeren van cameratoezicht als leidraad. Deze handreiking is tevens de basis geweest voor in augustus 2006 besproken oriënterende notitie cameratoezicht Hengelo. 2. Integrale aanpak van de A 1 criminaliteit heeft ertoe geleid dat het Regionaal College op maandag 29 januari 2007, heeft bepaald dat een werkgroep belast gaat worden om binnen een half jaar voorstellen te maken voor cameratoezicht op Twentse schaal. De werkgroep die hiermee wordt belast staat onderleiding van Burgemeester F. Backhuijs van Gemeente Oldenzaal. Het is dus niet zozeer de vraag of er cameratoezicht op Twentse schaal zal worden ingevoerd maar de vraag zal eerder zijn wanneer dit zal worden gerealiseerd en op welke lokaties. 3. Gezien de ontwikkelingen met betrekking tot het invoeren van Cameratoezicht op Twentse schaal wordt geadviseerd om met de eventuele invoering van cameratoezicht in de gemeente Hengelo te wachten. Op termijn aansluiten bij het invoeren van Cameratoezicht op Twentse schaal heeft de volgende voordelen: Regionale uitkijkcentrale Regelgeving op elkaar afstemmen Camera- en verbindingssystemen op elkaar afstemmen Regionale kennis opbouw Kostenbesparend door samenwerking op bovengenoemde punten Geen deelname aan Cameratoezicht op Twentse schaal geeft risico op aantrekkingskracht criminelen. 4. Het keurmerk Veilig Ondernemen is in 2006 toegekend aan de binnenstad en aan het industrieterrein Twentekanaal. Momenteel zijn in een opstart fase het Keurmerk Veilig Ondernemen voor het bedrijventerrein Westermaat en Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan voor de binnenstad van Hengelo. 5. Cameratoezicht vormt altijd het sluitstuk van de handhaving. Kijk per gebied via een veiligheidsanalyse altijd of er inderdaad alles aan is gedaan alvorens over te gaan tot cameratoezicht. 6. Geadviseerd wordt om de Burgemeester wel toestemming te geven tot het instellen van cameratoezicht als zich een daarvoor geldende situatie voordoet. Cameratoezicht moet dan worden uitgevoerd op grond van artikel 151 C van de Gemeentewet. Bijlage: Stappenplan en Cameraprotocol. 5

6 Bijlage bij bespreekdocument Cameratoezicht Hengelo. PROBLEEMANALYSE: Situatie: In afwachting van de invoering van cameratoezicht op Twentse schaal (regionaal) heeft de Burgemeester van Hengelo de wens om in de tussenliggende periode een mogelijkheid te kunnen gebruiken met betrekking tot het gebruik van dynamisch cameratoezicht (lokaal). In Hengelo zijn meerdere locaties denkbaar waar cameratoezicht volgens de wetgeving als sluitstuk van een pakket aan maatregelen een bijdrage zou kunnen leveren aan het handhaven van de openbare orde. Aan de hand van een probleemanalyse zal duidelijk worden of cameratoezicht hier mag worden ingevoerd. Overlast, vernielingen en drugsgebruik op schoolpleinen, grotere groepen die op straat intimideren en zich bedreigend en met geweld naar omstanders opstellen zijn voorbeelden van ongewenste gebeurtenissen uit oogpunt van veiligheid. Reeds genomen veiligheidsmaatregelen Uit bovenstaande is op te maken dat eerst in beeld moet worden gebracht welke veiligheidsmaatregelen er inmiddels genomen zijn om de openbare orde te herstellen. Bij een schoolplein zou men kunnen denken aan nog intensiever surveillance toezicht door politie en/of stadswachten, aanspreken van hangjongeren en deze uit de anonimiteit halen, bij negeren waarschuwingen uitdelen van gele kaarten, ophangen borden met teksten dat het schoolplein verboden toegang is na een bepaald tijdstip, extra veel verlichting aanbrengen etc. Cameratoezicht als aanvulling Overgaan tot het inzetten van camera s is het sluitstuk zoals eerder is gesteld van te nemen maatregelen. In art. 151c van de Gemeentewet is vastgelegd dat de raad een belangrijke rol speelt bij de start van cameratoezicht: de raad moet de burgemeester de bevoegdheid verlenen om voor een bepaalde duur camera s te plaatsen. Als de raad de burgemeester die bevoegdheid heeft gegeven, is het de burgemeester die binnen de door de raad gestelde kaders aanwijst op welke plekken en voor welke duur het cameratoezicht precies zal worden ingezet. Cameratoezicht heeft dus altijd een tijdelijk karakter. Doelen van cameratoezicht Het is vooral de bedoeling om door middel van het dynamisch camerasysteem sneller te kunnen reageren als er een incident dreigt of plaats vindt: het zwaartepunt van het cameratoezicht ligt dus bij het live uitkijken van en reageren op beelden en minder bij opsporing achteraf op basis van opgenomen beelden. Gebieden/Locatie Camera s kunnen worden opgehangen in daarvoor in aanmerking komende aandachtsgebieden. Dit kunnen b.v. zijn het uitgaansgebied, een stationsomgeving, een schoolplein of een winkelgebied. De exacte locatie van elke camera kan nu nog niet worden bepaald, omdat dit afhangt van een aantal factoren. Uiteraard moeten precies die plekken in beeld worden gebracht waar de meeste incidenten gebeuren. Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met zaken als verlichting en de aanwezige technische infrastructuur. De plaatsing van elke camera hangt sterk samen met het beoogde doel op die specifieke plek. Soms is het de bedoeling personen te herkennen en soms is het de bedoeling om overzichtsbeelden te maken. De gemeente zal in overleg met de politie en de leverancier de juiste locaties uitzoeken waar de camera s moeten komen te hangen. Overigens is het de bedoeling om camera s te gebruiken die kunnen draaien en in- en uitzoomen, zodat met elke camera meerdere doelen tegelijk kunnen worden bereikt (identificatie, herkenning en waarneming). 6

7 CAMERAPROTOCOL: Aandachtspunten Cameratoezicht is een technisch hulpmiddel dat menselijk toezicht en handhaving moet verbeteren, niet vervangen. Om ervoor te zorgen dat cameratoezicht aan alle wettelijke eisen voldoet en de gestelde doelen worden bereikt behoren de volgende zaken vooraf geregeld te zijn: Cameraprotocol Er moet een cameraprotocol worden opgesteld waarin afspraken worden vastgelegd voor het gebruik en het beheer van het camerasysteem. In het protocol wordt met behulp van stappenplannen en procedures beschreven hoe het live uitkijken van camerabeelden gebeurt (wie doet dat en op welke manier?). Ook worden de procedures beschreven die gevolgd moeten worden als zich een incident voordoet en op welke manier de samenwerking met de politie is geregeld. Tot slot worden ook afspraken gemaakt over beheer en onderhoud van het camerasysteem en wordt de centrale toezichtruimte (waar alle beelden binnenkomen en worden opgeslagen) beschreven. Als bijlage bij de Gemeentewet zijn twee beoordelingsrichtlijnen opgesteld: één voor camerasystemen en één voor toezichtcentrales. Deze richtlijnen hebben nog geen formeel juridische status, maar worden al wel gebruikt bij het maken van het cameraprotocol omdat ze beschrijven aan welke eisen een camerasysteem en een toezichtcentrale moeten voldoen; Privacyreglement In het privacyreglement wordt onder andere beschreven hoe lang beelden worden bewaard, wie toegang heeft tot de (opgenomen) beelden en op welke wijze en voor welke doelen beelden gebruikt mogen worden. Ook staat hierin waar burgers terecht kunnen met vragen over het cameratoezicht; Communicatie Een belangrijk onderdeel van elk cameraproject is communicatie. Communicatie is belangrijk om burgers te laten weten in hoeverre zij op straat in de gaten worden gehouden. Maar communicatie is ook van groot belang om de preventieve werking van het cameratoezicht te maximaliseren. Als successen worden geboekt met cameratoezicht, moet hierover ook worden gecommuniceerd met de bevolking; Samenwerking Evaluaties uit andere steden laten zien dat cameratoezicht kan werken. Een cruciale succesfactor is de kwaliteit van de samenwerking tussen toezichthouders achter de monitor en de politie op straat. Er zal dan ook veel tijd worden gestopt in het afstemmen van de werkzaamheden tussen beide partijen. Daarnaast is het essentieel dat mensen op straat weten en daadwerkelijk merken dat er iets met de beelden van het camerasysteem wordt gedaan. Hierover zullen in het cameraprotocol afspraken worden gemaakt. Daarnaast zal regelmatig worden overlegd in de werkgroep cameratoezicht waar vertegenwoordigers in zitten van de gemeente, de toezichthouders en de politie; Evaluatie Een integraal onderdeel van het cameraproject is een evaluatie op een vooraf afgesproken moment, bijvoorbeeld na één of twee jaar. De evaluatie maakt duidelijk wat de effecten van cameratoezicht zijn en of de baten groter zijn dan de kosten. De evaluatie zal niet alleen kijken naar het aantal aangiften dat door de politie is geregistreerd; er zullen ook enquêtes worden gehouden onder de burgers en ondernemers. Daarnaast wordt beschreven wat er achter de schermen gebeurt: hoeveel 7

8 incidenten er zijn waargenomen, hoe vaak de politie in actie is gekomen en hoe vaak beelden als bewijsmateriaal zijn gebruikt. Rol van de gemeenteraad. De raad(scommissie) zal, indien zich een situatie voordoet waar de inzet van een dynamische camera unit als noodzakelijk sluitstuk wordt geacht, worden gekend met het projectplan. In dit projectplan worden de hierboven genoemde onderwerpen opgenomen en op basis van het projectplan kunnen er nadere afspraken worden gemaakt voor de inzet, evaluatie en bekostiging van het project. De burgemeester houdt evenwel de bevoegdheid om indien naar zijn inschatting de handhaving van de openbare orde is gebaat bij de inzet van cameratoezicht het instrument in te zetten. Hierover zal hij de raad(scommissie) informeren. Kosten Een dynamisch camerasysteem aanschaffen bestaande uit een zend- en ontvangst unit, vier camera s zijnde zogenaamde Dome camera s die op afstand kunnen worden bediend en kunnen inzoomen tot op herkenningsniveau van personen en objecten alsmede de uitkijkmonitoren vraagt om een eenmalige investering van tussen de ,-- en , Euro. Deze camera s kunnen draadloos beelden versturen over een afstand van 7 kilometer waarmee een ruime dekking van Hengelo is gegarandeerd. Het aanschaffen van borden voor cameratoezicht en het plaatsen ervan op verschillende locaties kan financieel gedekt worden voor ongeveer 5.000,-- euro. Indien er gemiddeld drie avonden per week door twee personen wordt uitgekeken van uur tot uur, tegen een bruto salaris van 60 euro per uur zou dit neerkomen op een kostenpost van ongeveer ,-- euro op jaarbasis bij huidige stand van zaken. Voor een efficiënte en effectieve invoering van cameratoezicht waaronder het opstellen van een probleemanalyse en cameraprotocol wordt geadviseerd een extern deskundige in te schakelen. De kosten zullen ongeveer euro bedragen. Kosten dataoverdracht inclusief onvoorziene kosten ,-- Euro. Totale kosten voor 1 jaar cameratoezicht in de gemeente Hengelo zullen uitgaande zoals hierboven is gesteld circa Euro bedragen als de aanschaf over een periode van drie jaar wordt afgeschreven. Voor dekking van deze jaarlijkse kosten van euro kan voor de projectperiode tot en met 2009 het budget GSB/ veiligheid worden aangewend Deze kosten zijn gebaseerd op navraag bij andere gemeenten, deskundig bedrijven alsmede overige externen. Hiermee zijn deze kosten dus als indicatief te beschouwen. Uit gesprekken met de politie Twente is naar voren gekomen dat de politie Twente bereid is een ruimte als uitkijkcentrale ter beschikking te stellen en de personeelskosten voor hun rekening te nemen. 8

9 Bovenstaande kosten plaat ziet er als volgt uit: Investeringkosten (maatschappelijk nut) Borden 5.000,00 Camera's, monitoren, etc ,00 Extern adviseur , ,00 De afschrijvingstermijn is 3 jaar. De uit de investering voortvloeiende kapitaallasten zijn: afschrijvingskosten ,00 rentekosten 1.100,00 totale kapitaallasten ,00 overige kosten: kosten dataoverdracht en onvoorzien ,00 jaarlijks te dekken kosten ,00 Deze kosten kunnen worden gedekt uit het beschikbare budget voor het Grote Stedenbeleid/Veiligheid. Hiernaast zijn er voor een bedrag ad aan loonkosten verbonden aan dit project. Dit betreft live-uitkijken (camerabeelden). Deze komen rechtstreeks ten laste van het politiebudget. Conclusie Aan de hand van bovenstaande is de projectgroep van mening dat het voorgestelde dynamische cameratoezicht een waardevolle bijdrage kan leveren aan het vergroten van de veiligheid in Hengelo als sluitstuk van overige genomen maatregelen een en ander conform de Handreiking cameratoezicht uitgave 2006 door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid welke bij het invoeren van cameratoezicht als leidraad dient te worden gezien. Het is een oplossing in afwachting van het invoeren van cameratoezicht op Twentse schaal. Voorstel 1. De raad voor te stellen de Burgemeester toe te staan om op grond van artikel 151c van de Gemeentewet, de bevoegdheid, zoals opgenomen in de APV Hengelo 2006 artikel te gebruiken, voor toepassing van een dynamisch cameratoezicht systeem. 2. Een jaarlijks bedrag van ,-- euro voor de periode van drie jaar te onttrekken uit het budget GSB/ veiligheid om onder leiding van een projectleider over te gaan tot de aanschaf en invoering van cameratoezicht. 9