KNDB. Samenstelling Drs. Johan Krajenbrink Coördinator talentontwikkeling en topsport van de KNDB

Transcriptie

1 KNDB Samenstelling Drs. Johan Krajenbrink Coördinator talentontwikkeling en topsport van de KNDB Versie 3.1 Rheden/Nijmegen, november 2008

2 Meerjarenopleidingsplan KNDB Versie 3.1, november 2008

3 Meerjarenopleidingsplan KNDB Versie 3.1, november 2008 Opbouw Meerjarenopleidingsplan 1. Inleiding (3) 2. Visie (7) 3. Missie (8) 4. SWOT (10) 5. Trainingsgebouw KNDB (13) 6. KNDB-opleidingsmappen (16) 7. Regiogroepen (19) Normering 8. Normering opleidingsprogramma s: criteria (21) 9. Normering middelen en faciliteiten (23) 10. Normering mensen en begeleiding (27) 11. Normering programma's en resultaten (31) Realiteit 12. Realiteit middelen en faciliteiten (32) 13. Realiteit mensen en begeleiding (35) 14. Realiteit programma's en resultaten (40) Meerjarenopleidingsplan 15. Meerjarenopleidingsplan - algemeen 1 (42) 16. Meerjarenopleidingsplan - algemeen 2 (43) Invulling 17. Invulling - organisatie (47) 18. Invulling - omvang (50) 19. Invulling - fysiek (53) 20. Invulling - techniek (54) 21. Invulling - tactiek (56) 22. Invulling - mentaal (58) 23. Invulling - persoonlijke vaardigheden (60) 24. Invulling - overige (62) 25. Invulling - begeleiding (64) 26. Invulling - talentvolgsysteem (69) 27. Invulling - randvoorwaarden (72) - 1 -

4 Bijlagen Meerjarenopleidingsplan B1 IT document B2 NT document B3 Materiaallijst B4 Richtlijnen trainingsruimte B5 Format trainingsplan en toelichting B6 TVB coaches B7 TVB trainers B8 Brochure begeleiding meerdaagse toernooien B9 Overeenkomst maatschappelijke begeleiding B10 TVB mediatrainer B11 Gedragsconvenant Team KNDB - 2 -

5 1. Inleiding Totstandkoming Johan Krajenbrink, Coördinator Talentontwikkeling en Topsport KNDB, heeft het meeste geschreven, Paul Visser, bondsmedewerker KNBD, heeft interviews met trainers gehouden, hij dacht mee en werkte mee aan de inhoud en deed de eindredactie en opmaak. De Commissie Trainingen van de KNDB (CT) en het KNDB-hoofdbestuur hebben meegedacht. Daarnaast heeft Theo van den Hoek, voormalig KNDB-bestuurslid en -voorzitter, meegewerkt aan en meegedacht over veel onderdelen. Bij versie 3.0, mei 2008 In deze derde versie (mei 2008) van het Meerjarenopleidingsplan (MOP) van de KNDB zijn veel verbeteringen doorgevoerd ten opzichte van de eerste twee versies (eerste versie: najaar 2006). Hieronder volgt een kort overzicht van deze verbeteringen. In het eerste MOP was steeds sprake van T1- en T2-talenten. Deze begrippen zijn vervangen door respectievelijk IT (Internationaal Talent) en NT (Nationaal Talent). De KNDB heeft met het NOC*NSF een document getekend waarin staat wat het profiel is van een IT en een NT. Hierbij moet gedacht worden aan prestaties en aan het trainings- en wedstrijdprogramma. A. Verbeteringen talenten 1. De IT'ers zijn in 2007 een veel groter trainings- en wedstrijdprogramma gaan draaien en komen dicht bij de hoge normen die we daarvoor hebben gesteld in het MOP. 2. De IT'ers en NT'ers houden een logboek bij met daarin behalve urenregistratie ook mogelijkheden voor trainers om zelfstudie te sturen. 3. De IT'ers- en NT'ers houden reistijd naar wedstrijden/trainingen bij. 4. IT'ers en NT'ers, ouders en betrokken scholen hebben een document ondertekend betreffende onder meer het trainings- en wedstrijdpogramma en de zelfstudie-uren. 5. Er is een duidelijke materiaallijst gekomen die als norm geldt voor onze talenten. Jaarlijks wordt gekeken of iedereen aan die norm voldoet. B. Verbeteringen coördinator, trainers en coaches en overige medewerkers 1. Duidelijke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden (TVB) voor coördinator, trainers, coaches en andere medewerkers, zoals een mediatrainer. 2. Er is een duidelijke materiaallijst gekomen die als norm geldt voor onze trainers en coaches. Jaarlijks wordt gekeken of iedereen aan die norm voldoet. 3. Alle trainers en coaches beoordelen accommodaties aan de hand van de norm zoals die staat in dit MOP. 4. De beschikbaarheid van coördinator, trainers en coaches is duidelijk omhoog gegaan en staat goed beschreven. 5. Er is een duidelijke nieuwe overeenkomst met een maatschappelijk werker over sociaal-maatschappelijk begeleiding. C. Verbeteringen organisatie KNDB 1. De visie en de missie van KNDB-talentontwikkeling zijn in aparte hoofdstukken beter geformuleerd. Dit geldt ook voor de swot-ananlyse. 2. Geografische spreiding: in een apart hoofdstuk met daarin duidelijk het regionale programma geformuleerd. 3. Het digitale talentvolgsysteem is actief geworden. In dit volgsysteem komt veel samen, zoals trainings- en wedstrijdplan, materiaallijst, logboek. Met dit instrument wordt het ook mogelijk te bekijken of talenten voldoen aan het MOP. Wij hadden al jaren als technisch en tactisch volgsysteem het partijendatabaseprogramma Turbo-Dambase en de jaarlijkse (papieren) trainingsplannen, met daarin bijvoorbeeld ook aandacht voor mentale onderwerpen

6 4. Het MOP is algemeen bekend geworden door publicatie op de KNDB-website. In het document dat talenten tekenen staat ook dat zij op de hoogte zijn van, onder meer, het MOP. 5. De categorie persoonlijke vaardigheden was nog helemaal leeg, maar is nu ook ingevuld. 6. De specifieke inhoud wat betreft leeftijdsgroepen is nu veel beter ingevuld, onder meer op basis van interviews met trainers. 7. De KNDB was en is verantwoordelijk voor huisvesting tijdens trainingen en (inter)nationale toernooien. Dit blijkt uit getekende verklaringen door trainers waarin staat dat zij de trainingsruimte hebben beoordeeld op de vastgestelde criteria. Johan Krajenbrink Coördinator topsport en talentontwikkeling KNDB Mei 2008 Bij versie 3.1, november 2008 In deze nieuwste versie van het Meerjarenopleidingsplan van de KNDB zitten verschillende verbeteringen. Verbeteringen die ingegeven zijn na overleg met NOC*NSF en Valkenbosch Consultancy, belast met de audit voor de certificering van de talentontwikkelingsprogramma's. Hieronder een kort overzicht van de verbeteringen: 1. In de inleiding is aangegeven aan hoe het MOP tot stand gekomen is en wie de medewerkers zijn. 2. De eerdere aanvullingen op versie 3.0 zijn nu ingevoegd. 3. In de inleiding is de samenhang tussen verschillende relevante plannen aangegeven. 4. In de inleiding is het organogram van talentontwikkeling KNDB weergegeven. 5. Een enkele formulering bij de beschikbaarheid van locaties is aangepast aan het trainingsprogramma. 6. Verschillende onderdelen zijn beter gekwantificeerd: 1. Het maximum aantal deelnemers in de verschillende trainingsgroepen is aangegeven. 2. Er is duidelijker omschreven wanneer coaches ingezet worden en hoe dat in de praktijk gaat. 3. Bij de mediatrainer en de sociaal-maatschappelijk begeleider is nu een maximum te declareren uren aangegeven; dit is ook verwerkt in de betreffende TVB's. 6. Er is nu een beter onderscheid tussen allroundtrainers en specialistische trainers. Johan Krajenbrink Coördinator topsport en talentontwikkeling KNDB November

7 Samenhang verschillende documenten Op dit moment, november 2008, heeft de KNDB de volgende verschillende plannen met hun onderlinge samenhang of het ontbreken daarvan. 1. Meerjarenopleidingsplan (MOP) Dit betreft de nieuwste versie (3.1, november 2008) Het MOP is onder meer beschikbaar via KNDB-site Het MOP is bij uitstek geschikt voor iedereen die betrokken is bij talentontwikkeling en topsport. 2. Jaarplan 2008 Het jaarplan is een algemeen plan met hoofdstukken over topsport en talentontwikkeling. Het verwijst naar het MOP. 3. Meerjarenplan Dit meerjarenplan is inmiddels enigszins achterhaald. Hierin wordt logischerwijs niet verwezen naar het MOP, want dat is verschenen voor dat MOP. 4. Organogrammen Een weergave van de structuur van en de processen binnen talentontwikkeling, te vinden in het MOP (zie hierna). Een weergave van de organisatie binnen de KNDB. Dit is vooralsnog een geïsoleerd stuk: (nog) niet opgenomen in bijvoorbeeld het Meerjarenplan

8 Organogram Talentontwikkeling KNDB - 6 -

9 2. Visie Achtergrond Visie KNDB Nederland is een vooraanstaand damland. In de topvijftig van de wereldranglijst-2008 staan maar liefst dertien Nederlandse spelers (tegenover bijvoorbeeld negen Russen). De KNDB-competitie is de sterkste ter wereld: vrijwel alle spelers uit de wereldtop komen (ook) uit voor Nederlandse verenigingen. Er worden relatief veel internationale kampioenschappen (EK s en WK s) en prestigieuze toernooien in ons land georganiseerd. Nederland is wereldwijd toonaangevend als producent van damliteratuur en -programmatuur. Bestuurlijke sleutelrollen binnen de FMJD (werelddambond) worden van oudsher door Nederlanders vervuld. De KNDB heeft een goed ontwikkelde interne organisatie waarin groot belang wordt gehecht aan professionaliteit en kadervorming. Die prominente positie van Nederland in de damsport lijkt de verwachting te wekken dat ook de wereldtitel met enige regelmaat in Nederlandse handen valt. Gedurende een kwart eeuw was dat inderdaad het geval: tussen 1948 en 1984 waren het Piet Roozenburg, Ton Sijbrands, Harm Wiersma en Jannes van der Wal die ons land meermalen de wereldtitel bezorgden. Maar vervolgens braken 25 relatief magere jaren aan: sinds 1984 heeft de damwereld uitsluitend nog Oost-Europese wereldkampioenen gekend. En als er al eens een Nederlander tot zilver of brons of tot een Europese titel reikte, dan was dat steevast een speler van 'de gevestigde generatie' (Clerc, Sijbrands, Wiersma, Krajenbrink). 1. Het topsportbeleid van de KNDB heeft als primair doel om het tij te keren en de wereldtitel terug naar Nederland te halen. De KNDB staat klaar om voor een nieuwe generatie toptalenten die de potentie en de ambitie hebben om de absolute wereldtop te bereiken, bij voorrang alle beleidskeuzes te maken die nodig zijn om hen met succes te ondersteunen op de lange weg naar de wereldtitel. En die toptalenten zijn zeker aanwezig: Nederlandse jeugdspelers hebben in de afgelopen jaren diverse Europese en wereldtitels behaald. 2. Het programma Talentontwikkeling van de KNDB is erop gericht om Nederlandse toptalenten naar de absolute wereldtop te brengen. Met de onvoorwaardelijke en volledige inzet van het toptalent zelf en zijn omgeving. Met trainers, trainingsmethoden en trainingsmateriaal die aan de hoogste internationale kwaliteitseisen voldoen. En met, naast de sportieve prestaties, aandacht voor de persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling van de topsporter. De ambitie van het programma is dat in zestig procent van alle wereldtoernooien (WK algemeen, WK vrouwen, WK s en EK s jeugd) een Nederlandse podiumplaats wordt behaald. En dat binnen tien jaar de algemene wereldtitel weer in Nederlandse handen valt

10 3. Missie Achtergrond Missie KNDB De KNDB zorgt ervoor dat toptalenten het ideale trainings- en wedstrijdprogramma kunnen volgen: een ambitieus en intensief programma met de beste trainingen, de beste wedstrijden, de beste trainers en coaches, het beste materiaal en dus het beste budget. Zo moet er aansluiting komen van onze toptalenten bij de wereldtop en zo moet de wereldtitel behaald worden. KNDB Talentontwikkeling is een programma dat Nederlandse damtalenten naar de wereldtop wil brengen door: 1. een optimale samenwerking tussen lokale, regionale en landelijke opleiding en training; 2. de vroegtijdige herkenning van het toptalent dat de potentie en de motivatie heeft om het hoogste niveau te bereiken; 3. de voortdurende aandacht voor de samenhang tussen de sportieve, de persoonlijke en de maatschappelijke ontwikkeling van het talent; 4. het faciliteren van het talent met de - naar internationale maatstaven - best mogelijke trainers en coaches, best mogelijke trainingsomstandigheden en best mogelijke trainingsmateriaal; 5. de uitzending van het talent naar de voor zijn ontwikkeling belangrijkste nationale en internationale wedstrijden; 6. het systematisch monitoren van kwaliteit, intensiteit en effectiviteit van de trainingen van elk talent in relatie tot zijn prestatieontwikkeling

11 - 9 -

12 4. SWOT-analyse Inleiding Tijdens de eerste certificering van het talentontwikkelingsprogramma van de KNDB in 2006 bleek dat de swot-analyse niet duidelijk genoeg omschreven was en niet apart geformuleerd stond. In de verschillende (jaar)plannen stonden weliswaar meer dan genoeg sterke en zwakke punten en voorgenomen acties, maar zodanig verspreid dat ordening en samenhang leken te ontbreken. Op basis van de plannen van de afgelopen jaren en na gesprekken met de Commissie Trainingen en met de collega s van de Schaakbond en de Bridgebond is nu de hierna volgende, geactualiseerde en samenhangende swot-analyse opgesteld. Daarbij passen twee opmerkingen vooraf: Sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen van en voor Talentontwikkeling kunnen niet altijd los gezien worden van die van de (Nederlandse) damsport in het algemeen. Daarom komen ook deze algemenere aspecten in de analyse aan de orde. In een swot-analyse is er vaak een natuurlijke relatie tussen Weaknesses die perspectief bieden op Opportunities, en Strenghts die in Threats kunnen omslaan. Een dergelijke kruiselingse relatie is ook in deze swot-analyse aanwezig, en wordt mede zichtbaar gemaakt door de gekozen nummering van de onderwerpen in de afzonderlijke categorieën

13 Sterke punten (Strenghts) S1. Nederland is traditioneel een sterk damland. Nederland is een sterk damland met een grote damgeschiedenis, met de sterkste clubcompetitie ter wereld, met een groot organisatievermogen (toernooien!) en internationale bestuurlijke invloed, en met perfect dammateriaal (speelmateriaal, damliteratuur, software). S2. Het jeugdbeleid is succesvol. Er is een uitstekend ontwikkeld wedstrijden- en opleidingenpakket voor de verschillende leeftijdcategorieën. Er dienen zich enkele grote talenten aan: Nederlandse jeugdspelers behalen tegenwoordig met enige regelmaat Europese en wereldtitels. S3. Talentontwikkeling is een KNDB-prioriteit. Talentontwikkeling is een prioriteit met een integrale aanpak, gericht op de complete (sportieve en persoonlijke) ontwikkeling van het talent, met aandacht voor scouting en vroegtijdige talentherkenning en met continue aandacht voor verdere verbeterpunten zoals meer trainingsuren, meer uitzendingen naar internationale toernooien en betere registratie van gerealiseerde trainingsprogramma s. S4. De KNDB beschikt over bevlogen kader. De beschikbaarheid, de inzet en het enthousiasme van ieder die zich binnen de damwereld met jeugd en talentontwikkeling bezig houdt (jeugdleiders, trainers, coaches) zijn buitengewoon groot. Zeer positief is dat per 1 augustus 2008 een voltijds trainer/coach is aangesteld. S5. ICT-mogelijkheden worden optimaal benut. De mogelijkheden worden optimaal benut voor damtechnische en algemene informatieuitwisseling binnen de damwereld (internet), als effectief communicatiemiddel tussen trainers, coaches en talenten, als geavanceerd trainingsmateriaal (databases van partijen en partijposities, analyse-programma s) en als digitale trainingspartner. Zwakke punten (Weaknesses) W1. De damsport is internationaal niet sterk georganiseerd. Nederland is afhankelijk van de EDC en FMJD en van andere nationale bonden en moet telkens opnieuw afwachten of het ook elders in de wereld blijft lukken om voldoende toernooien van kwaliteit te organiseren en een stabiele internationale damkalender in stand te houden. W2. Nederland levert al bijna 25 jaar geen seniorenwereldkampioen. Ondanks successen bij de jeugd blijft de hoogste titel tot nu toe buiten Nederlands bereik. Er heerst in de Nederlandse damwereld ook geen echte topsportcultuur. Dammen is niet voor elk talent de passie waarvoor alles opzij wordt gezet, aan topdammer worden is geen maatschappelijk carrièreperspectief verbonden. De sport zelf heeft geen spannend en sprankelend imago en weet relatief weinig mediaaandacht te trekken. W3. Talentontwikkeling is op provinciaal en regionaal niveau nog zwak georganiseerd. De regiotrainingen voor zogenoemde beloften kennen een te beperkt programma. KNDB- Talentontwikkeling houdt deze groepen echter bewust in stand om te werken aan de noodzakelijke aanwas van talenten en doet er alles aan om de damprovincies aan te moedigen de groepen verder te ondersteunen. W4. Er is nog te weinig professioneel kader, Er zijn op dit moment binnen Talentontwikkeling uitsluitend parttime functionarissen (coördinator, trainers, coaches) beschikbaar. Een fulltime trainer is zeer wenselijk. (Helaas werd de aanvraag voor het project pilot-talentcoach afgewezen.) Daarnaast is voor het gehele kader een verdere professionaliseringsslag gewenst. W5. Talentontwikkeling heeft een (te) smalle financiële basis. De KNDB is een relatief kleine sportbond, met zeer bescheiden sponsorinkomsten. Het programma Talentontwikkeling is daarom in belangrijke mate van additionele financiering (subsidies) afhankelijk, en daarmee kwetsbaar

14 Kansen (Opportunities) O1. Nederland voelt zich mede-verantwoordelijk voor een bloeiend internationaal damleven. De KNDB kan op termijn de binnen Talentontwikkeling gegroeide expertise en producten ook inzetten voor de ondersteuning van de damsport in (bijvoorbeeld) Afrikaanse, Aziatische en andere West-Europese landen. O2. Nu zich enkele grote talenten aandienen, is dat in het kader van Talentontwikkeling hèt moment om principiële topsportkeuzes te maken: het aantal trainingsuren van de toptalenten moet verder omhoog; er komt een voorrangsbeleid voor de deelname van toptalenten aan (inter)nationale topwedstrijden (selectiebeleid, keuzeplaatsen); een gericht pr-beleid en (individuele) mediatrainingen worden structureel onderdeel van het programma Talentontwikkeling; de huidige professionaliseringstrend kan op termijn een (beperkt) nieuw beroepsperspectief binnen de damsport voor toptalenten creëren. Bedreigingen (Threats) T1. Nederland moet niet een te eenzijdigprominent damland worden. Voor de ontplooiing van Nederlandse toptalenten zou het rampzalig zijn als er tegenover de in Nederland georganiseerde toernooien niet ook een rijk gevarieerd aanbod aan hoogwaardige buitenlandse toernooien zou blijven staan. T2. De KNDB is een kleine sportbond, met een geleidelijk krimpend ledenaantal. De aanwas van talenten kan stokken wanneer er in een te kleine vijver gevist moet worden of wanneer er onvoldoende kader voor scouting beschikbaar is. Het op peil houden van het aantal jeugd- en kaderleden (door onder meer schooldamwedstrijden en het opleidingsprogramma) is dan ook een harde noodzaak. O3. Binnen het opleidings- en trainingsgebouw van de KNDB moet meer aandacht komen voor regionale programma s gericht op de allerjongsten (de toptalenten-van-morgen). Er moet een programma komen met een centrale regiefunctie vanuit KNDB-Talentontwikkeling en een intensieve samenwerking met (en vooral ook tussen) de provinciale bonden. O4. Er moet een gericht, permanent scholingsen bijscholingsprogramma (met bijbehorende certificering) voor kaderleden komen. Samenwerking met de andere denksportbonden in FND-verband ligt hierbij voor de hand. De KNDB blijft streven naar aanstelling van een fulltime trainer/coach binnen Talentontwikkeling. Zeer positief is de aanstelling van een voltijds trainer/coach bij de topsenioren. T3. Toptalenten kunnen in een levensfase waarin ook andere interesses de aandacht vragen, of waarin hun prestatiecurve lijkt te stagneren, hun motivatie voor het dammen als topsport verliezen. Een goed persoonlijk contact tussen de trainer/coach, het talent en zijn/haar sociale omgeving, en een actief beleid gericht op imagoverbetering van de damsport zijn noodzakelijk. T4. De KNDB moet zuinig zijn op haar kaderleden. Door de organisatorische complexiteit van de bond (enkele honderden verenigingen, dertien provinciale bonden, en dat voor nog geen 8000 leden ), dreigt een heilloze versnippering van de beschikbare capaciteit. O5. Een doorbraak van een nieuw Nederlands talent naar de wereldtop kan impulsen geven aan het vinden van een grote sponsor voor de damsport, en daarmee een meer structurele financiële basis voor Talentontwikkeling doen ontstaan. Dit zou ook meer aandacht van de media (TV!) voor de sport met zich meebrengen. Op beide gebieden is synergie mogelijk met de andere denkporten

15 5. Trainingsgebouw KNDB Lang waren de centrale trainingen de belangrijkste pijler van het trainingsgebouw van de KNDB. In die groepen trainen de toptalenten, maar soms ook nationale- en regiotalenten. In iedere groep zitten - altijd afhankelijk van het daadwerkelijke aanbod - ongeveer 25 deelnemers en ze komen zes keer per jaar een dag bij elkaar. De KNDB stelt jaarlijks een brochure samen met alle informatie over deze centrale trainingen ten behoeve van deelnemers, ouders en trainers. Sinds enige jaren is er een belangrijke pijler bijgekomen: de individuele trainingen in het kader van Topsport en sinds 2007 de IT'ers en NT'ers in het kader van Talentontwikkeling. Tot 2007 was Talentontwikkeling vooral flankerend en gericht op een grotere groep. IT'ers en NT'ers kunnen deelnemen aan meerdere centrale trainingsgroepen, mits het niveau dit toelaat en het in de praktijk mogelijk is. Hieronder staat een overzicht van het trainingsgebouw. Op de volgende pagina's volgt een overzicht per groepstraining of individuele training met onder meer het aantal uren dat gemaakt wordt. In dit overzicht zijn geen incidentele trainingen apart vermeld, zoals Leo van der Kar-stages, die overigens wel vallen binnen het kader van Talentontwikkeling. Dat wil zeggen: voor alle additionele, incidentele trainingen geldt dat zij worden ingepast in het trainingsprogramma van het betreffende talent. ITS Topsport Verenigingen senioren junioren aspiranten pupillen Regiogroepen NST CTG CJT CAT CPT CMT Talentontwikkeling IT / NT Legenda CMT = Centrale Meisjes Training CPT = Centrale Pupillen Training CAT = Centrale Aspiranten Training CJT = Centrale Junioren Training CTG = Centrale Talenten Groep NST = Nationale Subtop Training ITS = Individuele Top Sport IT = Internationaal Talent NT = Nationaal Talent

16 Trainingsgebouw KNDB Individuele trainingen Internationaal talent (IT) Toelichting In 2007 ging het om vier talenten. Zij hebben hiervoor getekend. Dus minimaal 160 contacturen met een individuele trainer. Dus minimaal 240 studie-uren. Totaal 400 trainingsuren. Ook in 2008 gaat het om vier talenten. 1. Trainingsprogramma meer dan 1,5 uur per dag. 2. Trainingsprogramma meer dan 10 uur per week. 3. Vier contacturen in de week met een individuele trainer. 4. Zes studie-uren gekoppeld aan iedere vier uur individuele training. 5. Stages/wedstrijden buitenland: meer dan 25 dagen. 6. Registratie en trainingssturing met daglogboek. Trainingsgebouw KNDB Individuele trainingen Nationaal talent (NT) Toelichting In 2007 ging het om elf talenten. Zij hebben hiervoor getekend. Dus minimaal 40 contacturen met een individuele trainer. Dus minimaal 200 studie-uren. Totaal 240 trainingsuren. Ook in 2008 gaat het om elf talenten. 1. Trainingsprogramma meer dan een uur per dag. 2. Trainingsprogramma meer dan acht uur per week. 3. Vier contacturen in de maand met een individuele trainer. 4. Daarbij ongeveer een studie-uur per dag. 5. Stages/wedstrijden buitenland: meer dan 25 dagen. 6. Registratie en trainingssturing met weeklogboek

17 Trainingsgebouw KNDB Groepstrainingen Centrale trainingen Toelichting De KNDB kent 7 centrale trainingsgroepen. Dus per groep 39 contacturen met een groepstrainer. Studie-uren minimaal 39. Totaal 78 trainingsuren. 1. CTG (Centrale talenten groep) - zes dagen 2. NST (Centrale subtop training) - zes dagen 3. NDT (Nationale dames training) - zes dagen 4. CJT (Centrale junioren training) - zes dagen 5. CAT (Centrale aspiranten training) - zes dagen 6. CPT (Centrale pupillen training) - zes dagen 7. CMT (Centrale meisjes training) - zes dagen Trainingsgebouw KNDB Groepstrainingen Regiogroepen (beloften) Toelichting Beloften trainen mee in regiogroepen. Twaalf regiogroepen - 10 keer 4 uur maakt 40 uur. Studie-uren minimaal 40 uur. Maakt totaal 80 uur. 12 Regiogroepen

18 6. KNDB-opleidingsmappen Een van de kernen van de KNDB-opleiding zijn de zogenaamde mappen. In 1997 was het samenstellen ervan klaar. De verschillende niveaus (mappen) zijn genoemd naar de zes Nederlandse wereldkampioenen. De diplomastructuur is hieraan gekoppeld. KNDB-opleidingsmappen Diplomastructuur Toelichting Bij vrijwel iedere map hoort ook een werkboek met veel extra oefeningen voor herhaling en voor verdieping. Daarnaast is het computerprogramma Dammentor beschikbaar met op elk niveau extra oefenstof. 1. Niveau 1 Opleiding tot het Van der Wal-diploma 2. Niveau 2 Opleiding tot het Wiersma-diploma 3. Niveau 3 Opleiding tot het Sijbrands-diploma 4. Niveau 4 Opleiding tot het Roozenburg-diploma 5. Niveau 5 Opleiding tot het Springer-diploma 6. Niveau 6 Opleiding tot het Hoogland-diploma

19 KNDB-opleidingsmappen Toelichting diplomastructuur 1. De opleidingen zitten in complete mappen. 2. Niveau 1 is voor de beginner. Niveau 6 is al bruikbaar voor sterke spelers. 3. Voor iedere opleidingsmap staat ongeveer 40 uur, maar liever meer. 4. Voor ieder werkboek staat ongeveer 40 uur, maar liever meer. 5. Behalve het Van der Wal-diploma kan elk niveau in twee stappen behaald worden. Halverwege elk niveau kan het betreffende diploma als deelcertificaat behaald worden. 6. De trainingen worden gegeven op damclubs of op zogenaamde damscholen (samenwerkingsverband jeugdtrainingen tussen damclubs) op een doordeweekse avond of in de weekeinden. 7. De KNDB-trainersopleiding is gebaseerd op de mappen. 8. De toetsen zijn gemaakt door de KNDB en worden afgenomen door een diplomaconsul of door een gediplomeerde trainer. 9. Duidelijk is wat iemand op een bepaald niveau moet kunnen op gebieden als techniek, tactiek, strategie en terminologie

20 KNDB-opleidingsmappen Conclusies 1. De mappen zijn erg populair. In heel Nederland wordt er zo getraind. De werelddambond overweegt ook om ze te laten vertalen. 2. Duidelijk is dat de KNDB de regie heeft over de opleiding van dammers: door de mappen en door de toetsen en door de diploma s. 3. Er is hierdoor eenduidigheid wat betreft methodes en terminologie. 4. De behaalde scores voor de toetsen geven een goede indicatie voor het talent dat iemand heeft. Globaal uitgangspunt is dat een groot talent zeer hoge scores behalen moet voor iedere toets

21 7. Regiogroepen Naast het talentontwikkelingsprogramma voor de IT'ers en NT'ers kent de KNDB ook een regionaal programma voor beloften. Regiogroepen Doelen 1. IT'ers en NT'ers krijgen extra regionale groepstrainingen. 2. Doorstroming van talenten uit de regio s. 3. Draagvlak talentontwikkeling KNDB in de regio s

22 Regiogroepen Opzet 1. In iedere provincie is een regiogroep. 2. De trainer is gediplomeerd. 3. De trainer stelt de groep samen in overleg met de coördinator talentontwikkeling en topsport van de KNDB. 4. De regionale jeugdleiders denken mee en geven tips voor de samenstelling van de regiogroep. 5. Aantal trainingen in een kalenderjaar: 10 keer een training van 4 uur. 6. De trainer maakt een jaarlijks trainingsplan, de coördinator talentontwikkeling en topsport van de KNDB beoordeelt dat plan en geeft advies. 7. Na afloop volgt er een evaluatie van de trainer en van de deelnemers. De coördinator talentontwikkeling en topsport van de KNDB reageert daar inhoudelijk op. 8. De trainer is verantwoordelijk voor de uitvoering en de evaluatie van het trainingsplan (inclusief het zogenaamde dekkingsplan). 9. Talentontwikkeling betaalt mee aan die regiogroepen, afhankelijk van het zogenaamde dekkingsplan in het trainingsplan. Het dekkingsplan omvat een overzicht van de uitgaven en van de inkomsten van de regiogroep. 10. De deelnemers betalen een jaarlijkse bijdrage aan de KNDB. 11. De damprovincies betalen mee aan de groep

23 8. Normering opleidingsprogramma s: criteria In dit onderdeel 8 staan de algemene criteria betreffende de normering beschreven, in de onderdelen 9 tot en met 11 zijn de normen verder uitgewerkt. In de onderdelen 12 tot en met 14 is de realiteit beschreven. Normering opleidingsprogramma s: criteria Middelen en faciliteiten Trainingsaccommodaties Materiaal voor sporters Coach-ondersteunend materiaal 1. Beschikbaarheid 2. Kwaliteit 1. Beschikbaarheid 2. Kwaliteit 1. Beschikbaarheid 2. Kwaliteit Normering opleidingsprogramma s: criteria Mensen en begeleiding Sporttechnische begeleiding 1. Trainer/coach 2. Specialisme trainers 3. Fysieke trainer Medische en paramedische begeleiding Overige begeleiding 1. Medische begeleiding 2. Paramedische begeleiding 3. Sociaal maatschappelijk 1. Huisvesting 2. Studiebegeleiding 3. Sportdiëtist 4. Sportpsycholoog 5. Inspanningsfysioloog 6. Overige specialisten

24 Normering opleidingsprogramma s: criteria Programma's en resultaten Training 1. Beschikbaarheid 2. Omvang 3. Inhoud Wedstrijden 1. Aantal 2. Niveau en format

25 9. Normering middelen en faciliteiten Trainingsaccommodaties: de gebruikte trainingsaccommodaties of locaties waar de talenten trainen in het kader van hun opleiding tot het vak van topsporter. Dit betreft locaties in binnen- en buitenland. Materiaal voor de sporters: het materiaal in het bondsprogramma dat talenten nodig hebben om hun sport te kunnen uitoefenen tijdens trainingen en wedstrijden. Dit betreft materiaal voor zelfstudie, individuele trainingen, groepstrainingen en wedstrijden. Coach-ondersteunend materiaal: het materiaal in het bondsprogramma dat nodig is om het werk van trainers en coaches te ondersteunen tijdens trainingen en wedstrijden van talenten. Dat betreft materiaal voor zelfstudie, individuele trainingen, groepstrainingen en wedstrijden. Normering middelen en faciliteiten Trainingsaccommodaties Beschikbaarheid Kwaliteit 1. Er dienen altijd goede zalen beschikbaar te zijn voor de beschreven trainingsonderdelen van de bond. 2. Bij het dammen maken we geen onderscheid in onze normering wat betreft trainingsaccommodaties per opleidingsfase: welpen, pupillen, aspiranten, junioren en senioren hebben allemaal dezelfde trainingsaccommodaties nodig. 3. Er moeten op ieder gewenst moment goede trainingsaccommodaties beschikbaar zijn voor de trainingsgroepen: regionaal, nationaal en internationaal. Dit geldt voor alle opleidingsfases. 4. Er moet op ieder gewenst moment, bij het talent of bij de trainer thuis, een goede ruimte beschikbaar zijn voor onze individuele trainingen. Dit geldt voor alle opleidingsfases 1. De trainingslocaties moeten voldoen aan de `Richtlijnen trainingsruimte' (zie bijlage), dat een samenvatting is van de brochure `Normen en richtlijnen voor denksportcentra'. Dit geldt voor alle opleidingsfases. 2. De trainers dienen de verschillende trainingsruimtes te beoordelen op basis van de richtlijnen en vervolgens het document `Richtlijnen trainingsruimte' tekenen, met eventuele opmerkingen ter

26 verbetering. Dit moeten de trainers één keer per jaar doen en het geldt voor alle trainingsruimtes: zowel voor de groepsruimtes als voor de groepslocaties.

27 Normering middelen en faciliteiten Materiaal voor sporters Beschikbaarheid Kwaliteit 1. Er is een document waarin beschreven staat wat talenten per leeftijdscategorie moeten hebben: de materiaallijst. Daarin staat een norm en daarin staat een advies per leeftijdscategorie. 2. Mochten er problemen zijn met de beschikbaarheid van bijvoorbeeld zeldzame boeken, dan zet de KNDB stappen om dat op te lossen. 3. De materiaallijst staat op de KNDB-site en is een voorbeeld voor iedereen. 1. In de materiaallijst is gekozen voor kwalitatief hoogstaande damboeken, damtijdschriften, overige damboeken, software, hardware. De indeling is per leeftijdscategorie en met een norm en een advies. Deze norm is scherp

28 Normering middelen en faciliteiten Coach-ondersteunend materiaal Beschikbaarheid Kwaliteit 1. Er is een document waarin beschreven staat wat trainers en coaches per leeftijdscategorie moeten hebben: de materiaallijst. Daarin staat een norm en daarin staat een advies per leeftijdscategorie. 2. Mochten er problemen zijn met de beschikbaarheid van bijvoorbeeld zeldzame boeken, dan zet de KNDB stappen om dat op te lossen. 3. De materiaallijst staat op de KNDB-site en is een voorbeeld voor iedereen. 1. In de materiaallijst is gekozen voor kwalitatief hoogstaande damboeken, damtijdschriften, overige damboeken, software, hardware. De indeling is per leeftijdscategorie en met een norm en een advies. De norm is scherp. De talenten en coaches nemen de diverse punten - trainingsaccommodaties, materiaal sporters en coach-ondersteunend materiaal - volop mee in hun trainingsplannen en in de logboeken. De coördinator talentontwikkeling houdt toezicht hierop en adviseert trainers en coaches en talenten als er wat dient te worden aangeschaft, bijvoorbeeld als men niet in het bezit is van boeken conform de normlijst. Van alle trainingsmateriaal (verslagen, boeken en tijdschriften) is een overzicht beschikbaar bij de KNDB voor talenten trainers en coaches. Alle trainingsmateriaal staat hun op verzoek, van henzelf of de coördinator, ter beschikking

29 10. Normering mensen en begeleiding Mensen en begeleiding: het aantal mensen en begeleiders in het bondsprogramma dat talenten nodig hebben in het kader van hun opleiding tot het vak van topsporter. Normering mensen en begeleiding Sporttechnische begeleiding Trainer/coach Specialisme trainers 1. Coördinator talentontwikkeling voltijds 2. Trainers centrale groepen voltijds, met maximaal 25 deelnemers in een centrale groep. 3. Individuele trainers in regio's voltijds, met maximaal 25 deelnemers in een regionale groep. 4. Ervaren coaches internationale wedstrijden. Onze norm wat betreft coaches en toernooien is dat bij internationale toernooien altijd coaches aanwezig moeten zijn. IT en NT talenten spelen internationale toernooien conform de norm. Dus niet alleen een EK of een WK maar ook nog minimaal twee andere internationale toernooien. Altijd als er een IT of NT in het buitenland speelt, moet er dus een coach bij zijn. De norm is verder dat één coach per vijf talenten voldoende is. Dus bij een groot jeugd EK moeten er meerdere coaches zijn. De norm bij toernooien in eigen land ligt anders: bij de meeste gewone binnenlandse toernooien is een coach niet noodzakelijk, omdat het talent contact heeft met zijn eigen trainer. Bij bijzondere binnenlandse internationale toernooien, waar bijvoorbeeld een A- status of B-status behaald kan worden, is een coach wel nodig en is dat dus de norm. 5. Hoogste diplomering coördinator en trainers en coaches 1. Er wordt onderscheid gemaakt tussen allroundtrainers en specialistische trainers. Allroundtrainers zijn breed inzetbaar op gebieden als techniek, tactiek en mentale onderwerpen. Specialismetrainers hebben materiaal en kennis over specialistische onderwerpen zoals bepaalde technische spelvormen

30 Fysieke trainer De afstemming talent en welke passende trainer of trainers ligt bij de coördinator talentontwikkeling. 2. Duidelijke cv's van de trainers zijn nodig. Op deze wijze kunnen gewenste trainercompetenties gericht ingezet worden. Niet van toepassing Normering mensen en begeleiding Medische en paramedische begeleiding Medische begeleiding Paramedische begeleiding Niet van toepassing Niet van toepassing

31 Normering mensen en begeleiding Overige begeleiding Sociaal-maatschappelijk Huisvesting Studiebegeleiding Sportdiëtist Sportpsycholoog Inspanningsfysioloog Overige specialisten 1. Er dient een sociaal-maatschappelijk werker beschikbaar te zijn om binnen een redelijke termijn in actie te komen wanneer er vraag uit het veld komt. Er is een limiet gesteld aan het aantal te declareren uren per jaar per persoon: 25 uur. De sociaal-maatschappelijk werker dient tevens beschikbaar te zijn voor groepsbijeenkomsten van onder meer ouders. Dit staat los van de bovenstaande uren. 1. KNDB ziet toe of zorgt voor adequate huisvesting van talenten/trainers/coaches tijdens trainingen en tijdens nationale en internationale toernooien. 2. Als de KNDB niet zelf organiseert, ziet zij toe op adequate huisvesting en betaalt daar ook voor. 3. Talenten hoeven niet bij speciale accommodaties te wonen. 1. IT'ers en NT'ers ondertekenen een verklaring die ze ook door hun school moeten laten tekenen. Zo is er dus medewerking voor het gevolgde programma. 2. Natuurlijk volgt de coördinator talentontwikkeling dit alles. Niet van toepassing 1. Vanwege het groter wordende trainingsen wedstrijdprogramma is iemand nodig met grote kennis van mentale begeleiding. Daarom is een (beperkte) overeenkomst met een mentale begeleider / sportpsycholoog noodzakelijk. 2. Beschikbaar indien nodig. Beschikbaar bij bepaalde activiteiten. Niet van toepassing

32 De uitstraling van het dammen in de media moet veel beter (swot). Daarom is een (beperkte) overeenkomst met een mediatrainer nodig. Er dient een mediatrainer beschikbaar te zijn om binnen een redelijke termijn in actie te komen wanneer er vraag uit het veld komt. Er is een limiet gesteld aan het aantal te declareren uren per jaar per persoon: 25 uur. De mediatrainer dient tevens beschikbaar te zijn voor groepsbijeenkomsten van onder meer ouders of talenten. Dit staat los van de bovenstaande uren.

33 11. Normering programma's en resultaten Normering programma's en resultaten Training Beschikbaarheid Omvang Inhoud 1. Altijd trainers beschikbaar contacturen met trainers per jaar zelfstudiestudie-uren per jaar 1. Een breed programma met aandacht voor techniek, tactiek, mentale vaardigheden, conditionele vaardigheden en thuisopdrachten. Normering programma's en resultaten Wedstrijden Beschikbaarheid Omvang Niveau en format 1. Bij internationale wedstrijden dient altijd een voltijdscoach beschikbaar te zijn. Dit geldt voor alle categorieën. 2. Bij nationale wedstrijden is er coaching van de persoonlijke trainer, bijvoorbeeld via telefonisch contact. 1. NK (13 dagen) 2. NK sneldammen (1 dag) 3. EK (10 dagen) 4. WK (10 dagen) 5. Nationale bondscompetitie (11 dagen) 6. Internationale toernooien (22 dagen) 7. Overige, zoals halve finales en ander voorwedstrijden (10 dagen) Totaal aantal wedstrijden Hoog/passend (finale titeltoernooien en top in categorieklassementen) 2. Internationaal/buitenland (top categorieklassementen)

34 12. Realiteit middelen en faciliteiten Realiteit middelen en faciliteiten Trainingsaccommodaties Beschikbaarheid Kwaliteit 1. Er zijn meer dan voldoende locaties beschikbaar voor de beschreven trainingsonderdelen van de bond, voor zowel de groepstrainingen als de individuele trainingen. Dit geldt voor alle opleidingsfases. 2. Er zijn goede trainingsaccommodaties beschikbaar voor de trainingsgroepen: regionaal, nationaal en internationaal. Dit geldt voor alle opleidingsfases. 3. Er is, bij het talent of bij de trainer thuis, een goede ruimte beschikbaar voor individuele trainingen. Dit geldt voor alle opleidingsfases. 1. De trainers beoordelen locaties aan de hand van `Richtlijnen trainingsruimte' en tekenen dat wanneer aan de criteria is voldaan. Ze kunnen ook aangeven of er verbeteringen moeten worden doorgevoerd. 2. Alle locaties zijn op dit moment in orde bevonden door alle trainers. Dit geldt bijvoorbeeld voor `t Koelhuis in Huissen waar de centrale trainingsgroepen trainen. Dit geldt dus voor groepstrainingen (zowel nationaal als regionaal) en ook voor individuele trainingen bij talenten of trainers thuis. Dit geldt voor alle opleidingsfases

35 Realiteit middelen en faciliteiten Materiaal voor sporters Beschikbaarheid Kwaliteit 1. Er is een document waarin beschreven staat wat talenten per leeftijdscategorie moeten hebben: de materiaallijst. Daarin staan de norm en het advies per leeftijdscategorie. 2. Alle IT'ers en NT'ers hebben de materiaallijst ingevuld. Dit instrument is in 2007 voor het eerst gebruikt om te meten en te sturen. De lat ligt zeer hoog en een behoorlijk percentage scoorde voldoende. 3. De coördinator talentontwikkeling geeft ieder talent aan de hand van de ingevulde materiaallijst een duidelijk (aanschaf)advies. 4. De KNDB heeft stappen genomen om de beschikbaarheid van moeilijk verkrijgbare boeken te vergroten: boeken zijn opgespoord en aangekocht en speciaal ter beschikking gesteld aan talenten, trainers en coaches. De verschillende dammaterialen op de materiaallijst zijn dus over het algemeen beschikbaar voor onze talenten. 5. De materiaallijst staat op de KNDB-site en is een voorbeeld voor iedereen. 1. In de materiaallijst is gekozen voor kwalitatief hoogstaande damboeken, damtijdschriften, overige damboeken, software, hardware. De indeling is per leeftijdscategorie met een norm en een advies

36 Realiteit middelen en faciliteiten Coach-ondersteunend materiaal Beschikbaarheid Kwaliteit 1. Er is een document waarin staat wat trainers en coaches moeten hebben: de materiaallijst. Daarin staan de norm en het advies per leeftijdscategorie. 2. Alle trainers en coaches hebben de materiaallijst ingevuld. Dit instrument is in 2007 voor het eerst gebruikt om te meten en te sturen. De lat ligt zeer hoog en een behoorlijk percentage scoorde voldoende. 3. De coördinator talentontwikkeling geeft iedere trainer of coach aan de hand van de ingevulde materiaallijst een duidelijk (aanschaf)advies. 4. De KNDB heeft stappen genomen om de beschikbaarheid van moeilijk verkrijgbare boeken te vergroten: boeken zijn opgespoord en aangekocht en speciaal ter beschikking gesteld aan talenten, trainers en coaches. De verschillende dammaterialen op de materiaallijst zijn dus over het algemeen beschikbaar voor de trainers en coaches. 5. De materiaallijst staat op de KNDB-site en is een voorbeeld voor iedereen. 1. In de materiaallijst is gekozen voor kwalitatief hoogstaande damboeken, damtijdschriften, overige damboeken, software, hardware. De indeling is per leeftijdscategorie met een norm en een advies

37 13. Realiteit mensen en begeleiding Realiteit mensen en begeleiding Sporttechnische begeleiding Trainer/coach Specialisme trainers 1. Er is een coördinator talentontwikkeling. Die is zeer ervaren en gediplomeerd. In 2007 heeft hij weer meer uren gekregen, maar hij is niet voltijds. 2. IT'ers trainen wekelijks. Daarvoor zijn genoeg trainers beschikbaar. 3. De trainers van de centrale groepen en individuele trainers in regio's zijn per opdracht beschikbaar. In deze groepen zitten niet meer dan 25 deelnemers. 4. Onze norm wat betreft coaches en toernooien is dat bij internationale toernooien altijd coaches aanwezig moeten zijn. Dat lukt voor honderd procent. IT en NT talenten spelen internationale toernooien conform de norm. Dus niet alleen een EK of en WK maar ook nog minimaal twee andere internationale toernooien. Altijd als er een IT of NT in het buitenland speelt is er een coach bij. Onze norm is verder dat één coach voldoende is voor vijf talenten. Dus bij een groot jeugd EK moeten er meerdere coaches bij zijn. Ook dat lukt: bij het grote jeugd EK zijn er zelfs vier coaches aanwezig. Bij binnenlandse toernooien is de realiteit ook conform onze norm: bij de meeste gewone binnenlandse toernooien is een coach niet nodig, de eigen trainer vangt het op, maar bij bijzondere binnenlandse internationale toernooien, zoals Hiltex-Zeeland en het Bijlmertoernooi-Amsterdam zijn wel KNDB-coaches aangesteld. 5. De trainers binnen talentontwikkeling zijn gediplomeerd (cv) of, bij voldoende (technisch) niveau de intentie uitspreken dat te worden. 1. De coördinator talentontwikkeling zorgt voor de afstemming: welke trainer is wanneer nodig. Hij zet trainers in die allround zijn en trainers die specialistisch zijn

38 Fysieke trainer 2. Bij de individuele trainingen van talenten bepaalt de coördinator de geschiktheid van de trainer of trainers per talent. Een rol speelt ervaring passend bij dat talent, het trainingsplan, een eventueel specialisme en ook reistijd. 3. De coördinator beschikt over een inventarisatie van trainers en hun specialismen. Deze specialismen worden ingezet waar nodig of gewenst. Niet van toepassing

39 Realiteit mensen en begeleiding Medische en paramedische begeleiding Medische begeleiding Paramedische begeleiding Niet van toepassing Niet van toepassing

40 Realiteit mensen en begeleiding Overige begeleiding Sociaal-maatschappelijk Huisvesting Studiebegeleiding Sportdiëtist Sportpsycholoog 1. De norm voor de sociaal-maatschappelijk werker is dat hij beschikbaar is om binnen een redelijke termijn in actie te komen wanneer er vraag is. Sinds met de sociaal-maatschappelijk werker een overeenkomst is gesloten (zie TVB), blijkt zij beschikbaar om te reageren binnen een redelijke termijn. Wel is er een limiet gesteld aan het aantal te declareren uren per jaar per persoon: 25 uur. De sociaalmaatschappelijk werker is daar binnen gebleven. Ook is de norm dat de sociaalmaatschappelijk werker beschikbaar is voor groepsbijeenkomsten van bijvoorbeeld ouders. Ook dat is gelukt: zij heeft presentaties gehouden op groepsbijeenkomsten. 1. De KNDB zorgt voor huisvesting bij nationale en internationale toernooien. 1. De IT'ers en NT'ers hebben een overeenkomst getekend met daarbij een akkoordverklaring van hun school. De betrokken scholen werken goed mee, hoewel het geen LOOT-scholen zijn. 2. Indien nodig is er verder contact via coördinator talentontwikkeling of de sociaal-maatschappelijk begeleider. Niet van toepassing 1. Er is geen (beperkte) overeenkomst met een mentale begeleider/sportpsycholoog gesloten, hoewel dat wel wenselijk is. 2. Talenten maken gebruik van mogelijkheden die geboden worden door bijvoorbeeld de Olympische netwerken. 3. Een sportpsycholoog is beschikbaar bij speciale activiteiten, zoals in op de jaarlijkse trainingsdag en ouderdag. Inspanningsfysioloog

41 Overige specialisten Niet van toepassing 1. Mediatrainer. De norm voor de mediatrainer is dat hij beschikbaar is om binnen een redelijke termijn in actie te komen wanneer er vraag is. Sinds met de mediatrainer een overeenkomst is gesloten, blijkt hij beschikbaar om te reageren binnen een redelijke termijn. Wel is er een limiet gesteld aan het aantal te declareren uren per jaar per persoon: 25 uur. De mediatrainer is daar binnen gebleven. Ook is de norm dat de mediatrainer beschikbaar is voor groepsbijeenkomsten van bijvoorbeeld ouders of talenten. Ook dat is gelukt: hij heeft presentaties gehouden op groepsbijeenkomsten

42 14. Realiteit programma's en resultaten Realiteit programma's en resultaten Training Beschikbaarheid De KNDB heeft geen talentcoach die voltijds in dienst is. In de huidige praktijk met veel meer trainingen voor IT'ers zijn er wel voldoende trainers beschikbaar om wekelijks (!) training te kunnen geven. Omvang Inhoud Onze belangrijkste talenten hebben getekend voor een bepaald aantal trainingsuren en zijn daarvoor dus beschikbaar. De 300 contacturen met trainers werden niet gehaald in het seizoen door onze topjunioren. Dat aantal contacturen is in het seizoen fors omhoog gegaan door wekelijkse trainingen. Samen met verschillende groepstrainingen maken IT'ers ongeveer 250 uur: de norm komt in zicht! Ook hebben de belangrijkste talenten getekend voor een fors aantal zelfstudie-uren: minimaal 6 uur per week. Dan wordt het aantal van 300 studie-uren gehaald en vastgelegd in een logboek. Sturing daarop gebeurt bijvoorbeeld door de trainers. Er is breed programma met aandacht voor techniek, tactiek, mentale en conditionele vaardigheden en thuisopdrachten. Trainers en talenten maken brede trainings- en wedstrijdprogramma's waarbij de nadruk niet alleen ligt op een passende technische en tactische inhoud

43 Realiteit programma's en resultaten Wedstrijden Beschikbaarheid Aantal De grootste talenten halen een juist aantal nationale en internationale wedstrijden. In het seizoen is extra aandacht besteed aan het bezoeken van internationale toernooien om zo de noodzakelijke ervaring op te doen die nodig is bij een EK of WK. Dat is nog weer forser doorgezet in : meer coaches zijn meegegaan naar toernooien, zowel in binnenland als buitenland. IT'ers en NT'ers hebben overigens getekend voor een bepaald minimum aan wedstrijden. Niveau en format De grootste talenten spelen in de juiste wedstrijden: we bekijken dat zorgvuldig. 1. Bij internationale wedstrijden is altijd een voltijdscoach beschikbaar. Dit geldt voor alle categorieën. 2. Bij nationale wedstrijden is er coaching van de persoonlijke trainer, bijvoorbeeld via telefonisch contact. 1. NK (13) 2. NK sneldammen (1) 3. EK (10) 4. WK (10) 5. Nationale bondscompetitie (11) 6. Internationale toernooien (22) 7. Overige (10) Totaal aantal wedstrijden Hoog en passend 2. Internationaal/buitenland

44 15. Meerjarenopleidingsplan - algemeen 1 Meerjarenopleidingsplan - algemeen senioren Winnend trainen Meerjarenopleidingsplan - algemeen senioren Omhoog trainen Meerjarenopleidingsplan - algemeen junioren Kunnen trainen Winnen Optimaliseren Uren maken met gerichte trainingsvormen Meerjarenopleidingsplan - algemeen aspiranten Leren trainen Trainingsvormen voor techniek, tactiek, mentale vaardigheden en toernooiritme Meerjarenopleidingsplan - algemeen pupillen Verwonderend trainen Combinaties en positie Meerjarenopleidingsplan - algemeen welpen Spelend trainen Schijven schuiven

45 16. Meerjaren opleidingsplan - algemeen 2 Meerjaren opleidingsplan - algemeen 2 Categorie Instroom Norm en optimale ontwikkeling senioren Wereldseniorentop Meerjaren opleidingsplan - algemeen 2 Categorie Instroom Norm en optimale ontwikkeling senioren Wereldjuniorentop

46 Meerjaren opleidingsplan - algemeen 2 Categorie Instroom Norm en optimale ontwikkeling junioren Top NK junioren In overgangsjaar finale halen; in 2e en 3e jaar topdrie Plezier Motivatie Gescout Oordeel coördinator Selectiedag CJT KNDB Springer-toets KNDB Hoogland-toets Groot plezier Sterke motivatie Positief gescout Positief oordeel % maximale score % maximale score % maximale score Mentaal: tegenslagen, toernooisituaties, voorbereiden, zelfvertrouwen Rekenvaardigheid, kunnen maken van verschillende soorten rekenopdrachten Kunnen maken van een analyse Combineren in spelvormen Strategie spelvormen Eindspelen verdieping, bijvoorbeeld tactische eindspelen Kennis van openingen Kunnen werken met T-dam en Truus Grote zelfwerkzaamheid: het bijhouden van een digitaal logboek met als doel registratie van uren en trainingssturing