1 Planten met bladgroen produceren in het licht organische stoffen. Juist / onjuist 2 Planten met bladgroen gebruiken in het licht anorganische

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 Planten met bladgroen produceren in het licht organische stoffen. Juist / onjuist 2 Planten met bladgroen gebruiken in het licht anorganische"

Transcriptie

1 1 Planten met bladgroen produceren in het licht organische stoffen. Juist / onjuist 2 Planten met bladgroen gebruiken in het licht anorganische stoffen. Juist / onjuist 3 Neemt het zuurstofgehalte van de lucht toe als je paddestoelen in een afgesloten bakje met lucht plaatst? 4 Als je grasplanten of insecten in dat bakje plaatst, neemt het zuurstofgehalte dan toe? 5 In welk bloedvat pompt de rechter kamer bloed? 6 Is dit bloed zuurstofrijk of zuurstofarm? 7 Welke vorm hebben rode bloedcellen? 8 Wat zijn de twee taken van witte bloedcellen? 9 Tussen welke organen is de poortader een verbinding? 10 Welke bloedcellen kunnen de haarvaten verlaten? 11 Welke weg legt het bloed af, als het stroomt van de nieren naar de longen? 12 Ontstaat er in een groen blad in het licht koolstofdioxide? 13 Van welk bloedvat is de nierslagader een vertakking? 14 Noem een hormoonklier in het hoofd. 15 Door welke delen van het centrale zenuwstelsel kan een reflexbaan verlopen? 16 Welke van de volgende hormoonklieren ligt onder het middenrif: bijnieren, eilandjes van Langerhans, schildklier? 17 Waar vindt de eerste deling van de bevruchte eicel plaats? 18 Moet de pop van de huisvlieg zich voeden? 19 In een luchtdicht afgesloten bakje dat gevuld is met lucht worden op natte watten erwten gelegd. Zullen deze erwten kiemen? 20 Bevat het hoornvlies van het oog bloedvaten? 21 Van welk vlies is het hoornvlies een deel? 22 In welk deel van het oog bevinden zich spieren voor het vergroten en verkleinen van de pupil? 23 Welke klieren maken enzymen voor de vertering van eiwitten? 24 Als een diersoort een lang darmkanaal bezit, heeft het dan knobbelkiezen, knipkiezen of plooikiezen? 25 In welk deel van het darmkanaal mondt de afvoerbuis van de alvleesklier uit? 26 Gal bevat enzymen voor de vetvertering. Juist / onjuist 27 Maagsap verteert zetmeel. Juist / onjuist 28 Door de wand van een longblaasje vindt gaswisseling plaats. Juist / onjuist 29 In een spiervezel vindt gaswisseling plaats. Juist / onjuist 30 Is een haarvat naar een longblaasje een vertakking van een slagader of van een ader? 31 Bevat dit haarvat zuurstofrijk of zuurstofarm bloed? 32 Hoe kun je koolstofdioxide aantonen? 33 Ontstaat er koolstofdioxide bij de fotosynthese? 34 In welke huidlaag of huidlagen bevinden zich bloedvaten? 35 In welke huidlaag wordt pigment gevormd? 36 Wat gebeurt er met de bloedvaten in de huid als je van een warme in een koude ruimte komt? 37 Wat gebeurt er het eerst: de bevruchting of de groei van een stuifmeelbuis? 38 Wat gebeurt er het eerst: bevruchting of bestuiving? 39 Waaraan kun je zien dat rogge windbloemen heeft? 40 Waar vindt de innesteling plaats nadat de eicel bevrucht is? 41 Er zijn bloemen die geen meeldraden bevatten maar wel stampers. Welk type gameten (voortplantingscellen) produceren deze bloemen? 42 Zijn deze bloemen eenslachtig of tweeslachtig? 43 Kunnen deze bloemen bestoven worden? 44 De eicel bevat meer chromosomen dan de spermacel. Juist / onjuist 45 De eicel bevat meer reservevoedsel dan de spermacel. Juist / onjuist 46 X en Y zijn de geslachtschromosomen. Juist / onjuist 47 Als een zygote (=bevruchte eicel) XY bevat, dan ontstaat er een meisje / jongen. 48 Een cel uit de testis van een man bevat 46 chromosomen. Hoeveel chromosomen zitten er in een spermacel van deze man? 49 Hoeveel chromosomen zitten er in een huidcel van deze man? 50 De kernen van een cel van een kroonblad van een bepaalde plantensoort bevatten 24 chromosomen. Hoeveel chromosomen bevat een stuifmeelkorrel van deze plant?

2 51 Is de tussencelstof van kraakbeen zachter en veerkrachtiger dan bij been? 52 De tussencelstof van kraakbeen bevat meer kalkzouten dan de tussencelstof van been. Juist / onjuist 53 Vulweefsel kan bij planten voorkomen. Juist / onjuist 54 Hoe heet het soort gewricht tussen scheenbeen en dijbeen? 55 De buigspier van het been bevindt zich aan de achterzijde / voorzijde van het dijbeen. 56 Welke twee beenderen vormen bij de elleboog het scharniergewricht? 57 Hoe heet het proces dat in alle levende cellen plaatsvindt en waarbij energie vrijkomt? 58 Er zwemmen vissen in een afgesloten glazen bak met leidingwater. De hoeveelheid kooldioxide in het water neemt toe / neemt af. 59 Bij de gaswisseling van cellen wordt kooldioxide opgenomen en zuurstof afgegeven. Juist / onjuist 60 Hoe heet het proces waarbij uit koolstofdioxide en water glucose wordt gevormd? 61 Een bloedvat bezit een dikke gespierde wand en bevat zuurstofarm bloed. Wat is de naam van dit bloedvat? 62 In welk soort cellen bevindt zich hemoglobine? 63 Bij welk proces heeft hemoglobine een functie? 64 Er stroomt bloed door een bepaalde spier. Waar is het glucosegehalte van het bloed het hoogst: voor of na de spier? 65 En waar is het zuurstofgehalte het hoogst? 66 Behoort een halsader tot de grote of tot de kleine bloedsomloop? 67 Bevat deze zuurstofrijk of zuurstofarm bloed? 68 Is de urineblaas bij de mens een opslagplaats? 69 De onderkant van een blad aan een boom wordt ingesmeerd met was. Wat kan niet meer plaatsvinden? 70 Impulsen in een bewegingszenuw gaan van het centrale zenuwstelsel naar de zintuigen. Juist / onjuist 71 Welke delen van het centrale zenuwstelsel zijn nodig voor een voetzoolreflex? 72 Wat is vanaf de worteltop de juist volgorde: zone van celstrekking - zone van plasmagroei - zone van celdeling - zone van celdifferentiatie? 73 Van welk vlies is het hoornvlies een voortzetting? 74 Bloed in de huid van een kikker neemt zuurstof op uit het milieu. Juist / onjuist 75 De pupilreflex wordt veroorzaakt door de hoeveelheid licht die valt op: 76 Waar verlaten de impulsen, die in de zintuigcellen van het netvlies ontstaan het oog? 77 In welk orgaan ontstaat de stof die vetten in ons voedsel emulgeert? 78 Door welk spijsverteringssap begint de vertering van eiwitten in het spijsverteringskanaal van de mens? 79 Bevat maagsap een koolhydraatverterend enzym? 80 Hoe heten de kiezen van alleseters? 81 Hoe heten de kiezen van vleeseters? 82 Hoe heten de kiezen van planteneters? 83 Vindt er in de hoornlaag van de huid verbranding plaats? 84 Een atleet uit Nederland traint enkele maanden in het hooggebergte. Hierna blijkt hij in Nederland tot een grotere prestatie te komen. Welke verandering in de samenstelling van het bloed zal mede tot deze grotere prestatie geleid hebben? 85 De bevruchte eicel van een varken bevat 10 chromosomen. Hoeveel chromosomen bevatten de 2 cellen die door deling uit deze cel zijn ontstaan? 86 Waar vindt bij de vrouw de bevruchting plaats? 87 Waar ontwikkelt de placenta zich? 88 Welk type voortplantingscellen maakt de stamper? 89 Waaruit is een bevruchte eicel bij een zaadplant ontstaan? 90 Zet in de goede volgorde: bevruchting - bestuiving - stuifmeelvorming - zaadvorming. 91 Welke wijze van bestuiving wordt verhinderd als een plant alleen stamperbloemen heeft? 92 Kan bij een aardbeiplant geslachtelijke voortplanting voorkomen? 93 En ongeslachtelijke? 94 Kan bij een tulp geslachtelijke voortplanting voorkomen? 95 En ongeslachtelijke? 96 Zenuwcellen van de mens bevatten een even aantal chromosomen per kern. Juist / onjuist 97 Spermacellen bevatten een oneven aantal chromosomen per kern. Juist / onjuist

3 98 Welk geslachtschromosoom bevindt zich of bevinden zich in een bevruchte eicel van de mens? 99 In welke van de volgende organen bevindt zich in de wand spierweefsel: slokdarm -dikke darm - aorta - nierslagader? 100 In welk dierlijk weefsel bevindt zich tussencelstof? 101 Is de verbinding tussen twee kootjes van een duim een kraakbeenverbinding of een gewricht? 102 Is de verbinding tussen een wandbeen en het voorhoofdsbeen een kraakbeenverbinding of een naadverbinding? 103 Welk deel van een gewricht houdt de knobbel in de kom? 104 In een reageerbuis met groene waterplanten in water stijgen in het licht gasbelletjes op. Welk gas is dit? 105 Bij welk proces is gas ontstaan? 106 Wat gebeurt er met de hoeveelheid zetmeel in de bladeren als een groene plant in het licht gezet wordt? 107 Welke stof komt of welke stoffen komen vrij bij de verbranding van koolhydraten? 108 In een afgesloten reageerbuis met water zit een waterslak. W at gebeurt er met de hoeveelheid koolstofdioxide in de buis? 109 Voor koolstofassimilatie is een bepaalde temperatuur nodig. Juist / onjuist 110 Voor koolstofassimilatie is bladgroen nodig. Juist / onjuist 111 Waar mondt de linkernierader in uit? 112 De kleine bloedsomloop gaat via de longen. Juist / onjuist 113 In de kleine bloedsomloop van de mens wordt het koolstofdioxide gehalte gemeten bij het hart aan het begin van een slagader en aan het eind van een ader. Waar is het koolstofdioxidegehalte het hoogst? 114 Wat is de functie van de rode bloedcellen is? 115 Wat is de functie van de bloedplaatjes is? 116 Kan een groene plant koolstofdioxide uitscheiden? 117 In de nieraders is het glucosegehalte lager dan in de nierslagaders. Hoe is het verschil te verklaren? 118 In knollen kan zetmeel worden opgeslagen. Juist / onjuist 119 In de nieren wordt bloed omgezet in zouten en water. Juist onjuist 120 In zaden kunnen eiwitten worden opgeslagen. Juist / onjuist 121 In zaden kunnen vetten worden opgeslagen. Juist / onjuist 122 In zaden kan zetmeel worden opgeslagen. Juist / onjuist 123 Iemand brandt zijn hand en trekt z'n hand in een reflex terug. De weg door het zenuwstelsel van de impulsen voor de reflexbeweging is dan: gevoelszenuwcellen - ruggenmerg. Juist / onjuist 124 In welke klier(en) liggen de eilandjes van Langerhans? 125 Is voor de kieming van bonen licht nodig? En water? 126 Bij een volkomen gedaantewisseling ontwikkelt de larve zich via een pop tot een volwassen insect. Juist / onjuist 127 Hoe heet het doorzichtige deel van het harde oogvlies bij de mens? 128 In een bepaald bloedvat in de navelstreng stroomt bloed van het embryo naar de placenta. Behoort dit bloedvat tot het bloedvatenstelsel van het embryo of tot dat van de moeder? 129 Bevat dit bloedvat zuurstofrijk of zuurstofarm bloed? 130 Waar in het spijsverteringskanaal van de mens begint de vertering van eiwitten? 131 Welke spijsverteringsappen bevatten zowel enzymen voor de vertering van eiwitten als enzymen voor de vertering van koolhydraten? 132 Waar in het spijsverteringskanaal bij de mens worden vetten geëëmulgeerd? 133 Het slijmvlies in de neus vangt stofdeeltjes op. Juist / onjuist 134 Kraakbeen om de luchtpijp dient voor het openhouden ervan. Juist / onjuist 135 Het voorkomen van diep verzonken huidmondjes is een eigenschap die beschermt tegen uitdroging. Juist / onjuist 136 Een diepe inademing komt tot stand door gelijktijdige rib- en middenrifademhaling. Juist / onjuist 137 Bij de diepe inademing trekken zowel de spieren van het middenrif als de spieren tussen de ribben zich samen. Juist / onjuist 138 Waar in de huid van de mens komen uitlopers van zenuwcellen voor? 139 Wordt bij de mens reservevoedsel opgeslagen in de lederhuid of in het onderhuids bindweefsel? 140 Wat voor reservevoedsel is dit?

4 141 Waar in de uterus (=baarmoeder) vindt uitwisseling plaats van stoffen tussen het bloed van de moeder en dat van het kind? 142 In een bepaald stadium van zijn ontwikkeling heeft een kikker uitwendige kieuwen. Leeft hij dan op het land of in het water? 143 Als bij een zoogdier de spermaleiders worden dichtgebonden kunnen er geen spermacellen meer geproduceerd worden. Juist / onjuist 144 Waar in de bloem worden de voortplantingscellen gevormd? 145 Hoe groot is bij een man het percentage voortplantingscellen met een X-chromosoom? 146 Ellepijp en opperarmbeen zijn door een kogelgewricht met elkaar verbonden. Juist / onjuist 147 De wand van de slokdarm wordt verstevigd door kraakbeen. Juist / onjuist 148 Welke van de stoffen: koolstofdioxide - zuurstof - glucose - water verbruikt een organisme bij de verbranding? 149 Voor de vorming van koolhydraten hebben planten met bladgroen zouten uit de bodem nodig. Juist / onjuist 150 Na een hartslag volgt een hartpauze. Volgt deze pauze na een samentrekking van de boezems of na een samentrekking van de kamers? 151 Zijn tijdens de hartpauze de longslagader en de aorta aan het begin open of zijn ze door kleppen afgesloten? 152 Witte bloedcellen vernietigen bacteriën. Juist / onjuist 153 Hoe heet de afvoerbuis van een nier? 154 Een functie van de nieren is de opslag van e en teveel aan glucose uit het bloed. Juist / onjuist 155 Een gevoelszenuw vormt bij een reflex de verbinding tussen een zintuig en het ruggenmerg of het verlengde merg. Juist / onjuist 156 Welke van de volgende klieren vormen hormonen: hypofyse - bijnieren - talgklieren - speekselklieren? 157 De iris is een deel van het vaatvlies. Juist / onjuist 158 Het netvlies bevat zintuigcellen. Juist / onjuist 159 De blinde vlek is een deel van het harde oogvlies. Juist / onjuist 160 Een enzym uit speeksel verteert zetmeel. Juist / onjuist 161 Speeksel bevat slijmstoffen. Juist / onjuist 162 Een enzym uit speeksel verteert glucose. Juist / onjuist 163 Waar in het lichaam van de mens komt gal bij het voedsel? 164 Welke stoffen worden door gal geëëmulgeerd? 165 In welk deel van het spijsverteringsstelsel van de mens komen darmvlokken voor? 166 In een aquarium wordt het koolstofdioxidegehalte van het water gemeten. Daarna meet men het koolstofdioxidegehalte van het water dat uit de kieuwspleten komt. Welk water bevat de meeste koolstofdioxide? 167 De cellen in de kroonbladeren van een plant verbruiken overdag zuurstof. Juist / onjuist 168 Bij een plant met drijvende bladeren zitten de huidmondjes aan de bovenkant. Juist / onjuist 169 Planten met bladeren die een dikke waslaag hebben zijn niet zo geschikt om in een droge omgeving te groeien. Juist / onjuist 170 In welk stadium of in welke stadia van de ontwikkeling van de kikker kan gaswisseling via de huid plaatsvinden? 171 Een eencellig wier ontstaat door celdeling. Juist / onjuist 172 Een aardappelplant kan ontstaan uit een knol. Juist / onjuist 173 Een dovenetel kan ontstaan uit een wortelstok. Juist / onjuist 174 Een tarweplant ontstaat uit een tarwekorrel. Juist / onjuist 175 W at kan gezegd worden over het tijdstip waarop de processen ovulatie en menstruatie plaatsvinden? 176 Welke van de volgende weefsels of organen zijn van de vrouw: navelstreng, vruchtvliezen, baarmoederslijmvlies? 177 In welke van de volgende cellen van de man komen geslachtschromosomen voor: spiercellen, zenuwcellen, voortplantingscellen? 178 Welke kunnen de geslachtschromosomen in een bevruchte eicel van de mens zijn? 179 Een beencel behoort tot het dekweefsel. Juist / onjuist 180 In de opperhuidcellen van een blad kan fotosynthese plaatsvinden. Juist /onjuist 181 Door welke organen gaat het transport van water en zouten in een plantenstengel?

5 182 Gaat het transport van water en zouten in de vaatbundels die aan de binnenkant of buitenkant liggen? 183 Als een mens ouder wordt, veranderen de percentages beenaarde en lijmstof in zijn beenderen. Hoe? 184 Hoe komt de stevigheid van kruidachtige planten tot stand? 185 Voorgeweekte zaden onder water kiemen niet door een zuurstofgebrek. Juist / onjuist 186 Tijdens het samentrekken van een spier heeft in die spier stofwisseling plaats. Hierbij vindt de omzetting plaats van glucose en zuurstof in kooldioxide, water en energie. Juist / onjuist 187 Bij een plant verdampt een deel van het opgenomen water, een ander deel wordt gebruikt voor de koolstofassimilatie. Juist / onjuist 188 Een afgesneden stengel van een witbloeiende dahlia wordt in roodgekleurd water geplaatst. Na enige tijd hebben de kroonbladeren een rode schijn gekregen. De conclusie uit deze proef is: door de zuigkracht van de bladeren wordt het gekleurde water omhoog getransporteerd. Juist / onjuist 189 Bij een proefpersoon worden op drie verschillende plaatsen de bloeddruk gemeten: in de aorta, de haarvaten in de dikke teen en in de onderste holle ader. De resultaten waren 20,70 en 150 mm kwikdruk. Bij welke bloedvaten horen deze meetresultaten? 190 Als de boezems zich samentrekken zijn de hartkleppen dicht. Juist / onjuist 191 Een slagadertje vertakt zich in een stukje darmweefsel tot haarvaten. Van welk bloedvat is dit slagadertje een vertakking? 192 Bevat dit slagadertje zuurstofrijk bloed? 193 Reservestof wordt bij de mens o.a. opgeslagen als vet in het beenmerg. Juist / onjuist 194 Iemand kan blind zijn als zijn gezichtscentrum in de grote hersenen uitgeschakeld is. Juist / onjuist 195 Bij het ruggenmerg bevinden de cellichamen van de gevoelszenuwen zich aan de rugzijde van het lichaam. Juist / onjuist 196 Een paard slaat op hol. De hoeveelheid glucose in het bloed stijgt nu, doordat de bijnieren meer adrenaline produceren. Juist / onjuist 197 Wat gebeurt eerst: ontstaan van placenta of reductiedeling? 198 Wanneer we de iris van iemands oog willen bekijken kan deze iris het best zo groot mogelijk zijn. Dit kunnen we bereiken door sterk licht op zijn oog te laten vallen, zodat de pupil groot is. Juist / onjuist 199 In het maagsap van de mens bevindt zich een enzym voor de vertering van welke voedingsstof? 200 De amoebe neemt voedsel van buiten op en verteert dit inwendig. Waardoor vinden deze processen plaats? 201 Bij diepe inademing is het middenrif afgeplat. Juist / onjuist 202 Geef een korte verklaring voor het feit dat insecten zonder rode bloedcellen kunnen leven. 203 Noem 3 kenmerken van insectenbloemen. 204 Als we bij de mens eicellen vergelijken met spermacellen dan blijkt dat beide nagenoeg dezelfde grootte hebben. Juist / onjuist 205 Eicellen en spermacellen zijn even beweeglijk. Juist / onjuist 206 Eicellen en spermacellen hebben hetzelfde aantal chromosomen. Juist / onjuist 207 Eicellen en spermacellen worden in even grote aantallen geproduceerd. Juist onjuist 208 Welke van de volgende organen ligt bij de mens geheel in de buikholte: luchtpijp - slokdarm - aorta - poortader? 209 Zijn spaakbeen en opperarmbeen d.m.v. een scharniergewricht met elkaar verbonden? 210 Alleen autotrofe organismen nemen zuurstof op. Juist / onjuist 211 Bij fotosynthese komt zuurstof vrij en bij verbranding is zuurstof nodig. Juist / onjuist 212 Aan het begin van de aorta en de longslagader zitten kleppen. Juist / onjuist 213 Als de kamers zich samentrekken zijn de kleppen aan het begin van de aorta en de longslagader open. Juist / onjuist 214 De stevigheid van houtachtige plantedelen wordt voornamelijk bepaald door de verdikte wanden van deze plantendelen. Juist / onjuist 215 Wanneer een tak met bladeren in roodgekleurd water wordt geplaatst, worden de nerven in de bladeren rood. Dit gebeurt ook wanneer van tevoren een ring van de bast tot op het hout wordt weg gesneden. Wat blijkt hieruit? 216 Welk deel van het centrale zenuwstelsel regelt de samenwerking van de spieren bij het lopen?

6 217 In welke deel heeft onder normale omstandigheden de innesteling van het zich ontwikkelende embryo bij een mens plaats? 218 Bij het zenuwstelsel kunnen we een aantal centrale delen onderscheiden. Welke van deze delen kunnen betrokken zijn bij een reflex? 219 Als de ooglens een zo plat mogelijke vorm heeft, op welke afstand is het oog dan ingesteld? 220 Zit er veel of weinig koolstofdioxide in de poortader? 221 Bevat de poortader na een koolhydraatrijke maaltijd veel of weinig glucose? 222 Alle slagaders zijn zuurstofrijk. Juist / onjuist 223 Alle aders zijn koolstofdioxiderijk. Juist / onjuist 224 Welk orgaan in de buikholte is de opslagplaats van onder andere glycogeen? 225 Door welk hormoon kan glucose worden omgezet in glycogeen? 226 Iemand mist dit hormoon. Hoe heet de ziekte die deze persoon heeft? 227 Op welke manier kan deze persoon toch voldoende hormoon binnenkrijgen? 228 Waarom worden sommige medicijnen in het bloed via een spuit toegediend en kunnen zij niet in tabletvorm worden ingenomen? 229 Welk type gewricht kom je wel in de onderarm tegen maar niet in het onderbeen? 230 Hoe heten de openingen tussen de schedelplaten bij een pasgeborene? 231 Uit welke twee stoffen bestaat botweefsel? 232 Welke van de twee stoffen in botweefsel geeft stevigheid en welke zorgt voor de elasticiteit? 233 Onze huid heeft verschillende functies. Noem er drie. 234 Bevat vruchtwater cellen van de pasgeborene, van de moeder of van allebei? 235 Welke drie fasen zijn er te onderscheiden bij een geboorte? 236 Waar kan glycogeen nog meer opgeslagen worden dan in de lever? 237 Welk hormoon zorgt ervoor dat iemand binnen zeer korte tijd, na bijvoorbeeld een schrikreactie, glucose in het bloed krijgt? 238 Welk hormoon zorgt ervoor dat het hart sneller gaat kloppen als iemand schrikt? 239 Wat gebeurt er met de bloedvaten wanneer iemand een sigaret rookt? 240 De pupil is eigenlijk een gat. Juist / onjuist 241 De pupilreflex wordt aangestuurd door de kleine hersenen. Juist / onjuist 242 Een persoon die teveel alcohol heeft gedronken ademt alcoholdamp uit dat uit het bloed komt. Juist / onjuist 243 Noem een plaats in het menselijk lichaam waar naadverbindingen voorkomen. 244 Hoe heet het plantaardig materiaal dat zorgt voor een snellere darmwerking? 245 Welk onderdeel uit de wand van een plantaardige cel verteert bij mensen heel slecht? 246 Noem de zes voedingsstoffen. 247 In welke groepen worden deze voedingsstoffen ingedeeld? 248 W elke van de brandstoffen kan niet als reserve omgezet en opgeslagen worden in het menselijk lichaam? 249 Zetmeelkorrels zijn cellen. Juist / onjuist 250 Zetmeel kan met jodium aangetoond worden. Geef een andere naam voor aantoonstof 251 Welke stoffen worden door spijsverteringssappen uit de alvleesklier verteerd? 252 Waar wordt gal gemaakt? 253 Waar wordt gal opgeslagen? 254 In de dikke darm tasten bacteriën de celwanden van plantenresten aan. Juist / onjuist 255 In de dikke darm wordt het water uit de voedselbrij omgezet in uitwerpselen. Juist / onjuist 256 Voor kieming van bonen is zuurstof nodig. Juist / onjuist 257 Als de spieren van het middenrif zich samentrekken beweegt het middenrif. Wordt de borstholte dan groter of kleiner? 258 Bij eencelligen vindt gaswisseling plaats via welk orgaan? 259 De functie van het pigment in de opperhuid van de mens is bescherming tegen straling van de zon. Juist / onjuist

7 260 Als onder bepaalde omstandigheden de haarspieren de haren overeind trekken dan verwijden / vernauwen de bloedvaten in de huid zich. 261 In welke organen in het menselijk lichaam worden vetverterende enzymen geproduceerd en waar werken deze enzymen in op vetten in het voedsel? 262 Het genotype wordt bepaald door fenotype en door het milieu. Juist / onjuist 263 Wanneer noemen we een gen dominant? 264 Wat bedoelen we met: het resultaat is intermediair? 265 Als de ouders in éééén eigenschap van elkaar verschillen, hoe noemen we dan zo'n kruising? 266 Wat betekent de term recessief? 267 De man bepaalt het geslacht van het kind. Juist / onjuist 268 Kunnen uit twee planten met rode bloemen witte nakomelingen komen? 269 Waar bevinden de chromosomen zich precies? 270 Welke oogkleur kunnen kinderen hebben van een blauwogige en een homozygoot bruinogige ouder? 271 Kunnen uit twee ouders met blauwe ogen kinderen geboren worden met bruine ogen? 272 Alle cellen in het menselijk lichaam hebben 23 chromosomen. Juist / onjuist 273 Bij runderen is zwartbont dominant over rooibonte Wat is het genotype van het roodbonte rund? 274 Reductiedeling (meiose) vindt plaats bij de vorming van: 275 Bij de mens erft golvend haar intermediair over tussen krullend en stijl haar. Laat dat in een genenschema zien. 276 Wanneer alleen zijn de chromosomen zichtbaar? 277 Een bak wordt met water gevuld. Daarin worden enkele vissen gedaan en vervolgens wordt de bak luchtdicht afgesloten. De temperatuur blijft constant. W at zal er gebeuren met de hoeveelheid zuurstof in het water? 278 En met de hoeveelheid koolstofdioxide? 279 Bevat de kieuwslagader zuurstofrijk of zuurstofarm bloed? 280 Bij iemand wordt in de huid met inkt een tatoeage aangebracht. Deze blijft het gehele leven zichtbaar. In welke huidlaag wordt de inkt aangebracht? 281 Wat is de functie van de talgkliertjes? 282 Als de stuifmeelbuis ongeveer halverwege de stijl is gegroeid heeft er dan bestuiving plaats gevonden? 283 En bevruchting? 284 Wat vindt het eerst plaats: ovulatie of ontwikkeling van de eicel in het ovarium? 285 Hoe heet het proces waarbij eicel en spermacel versmelten? 286 Hoe heet het proces waarbij de bevruchte eicel zich deelt tot 2 cellen? 287 Hoe heet het proces waarbij eicellen en spermacellen ontstaan? 288 Bij een een-eiige tweeling zijn de kinderen altijd van hetzelfde geslacht. Juist / onjuist 289 Een spiercel van een volwassen man bevat een X - chromosoom en éééén Y -chromosoom. Juist / onjuist 290 Een cel in een ovarium deelt zich tot twee eicellen. De chromosomen in deze moedercel komen in placenta voor. Juist / onjuist 291 Zit in de linkerhelft van het hart zuurstofrijk of zuurstofarm bloed? 292 Spelen de nieren een rol bij de vertering van voedsel? 293 Wat is de betekenis van het kauwen? 294 In welk deel van het darmkanaal wordt het verteerde voedsel in het bloed opgenomen? 295 Welk orgaan komt na de dikke darm? 296 Welk gassen ademen we meer uit dan in? 297 Hoe heet het gewricht tussen ellepijp en spaakbeen? 298 Worden er in de dikke darm nog spijsverteringssappen afgescheiden? 299 Als je scheurbuik hebt, aan welk soort vitamine heb je dan gebrek? 300 Wat gebeurt er bij de fotosynthese? 301 Hoe heten bloedvaten die de pompwerking van het hart meekrijgen? 302 Als het middenrif omhoog gaat is er dan sprake van een inademing of van een uitademing? 303 En als de ribben omlaag gaan? 304 Wat is een enzym? 305 Waar werkt het enzym amylase in speeksel op in? 306 Waar loopt een longslagader naar toe?

8 307 Geef de reactievergelijking voor de langzame verbranding. 308 Tussen welke twee organen zit de poortader? 309 Welke kleur krijgt een longader in kleurentekeningen? 310 Wat is de vorm van een rode bloedcel? 311 Op welke voedingsstoffen werkt alvleessap in? 312 Welke functie heeft de dikke darm? 313 Wat vindt er in de longblaasjes plaats? 314 Hoe heet de scheidingswand tussen de borstholte en de buikholte? 315 Welke onwillekeurige kringspier zit aan de maaguitgang? 316 Waar treffen we een trilhaarslijmvlies aan? 317 Wat zijn stigma's? 318 Waarom hoeft glucose niet verteerd te worden? 319 Waar kan zetmeel worden verteerd? 320 Welke onderdelen in het verteringsstelsel zorgen voor een oppervlaktevergroting? 321 Vervoert het bloed van insecten zuurstof? 322 Hoe heet het soort gewricht tussen opperarmbeen en ellepijp? 323 Wat kan de huig afsluiten en wanneer gebeurt dat? 324 Vervoert bloedplasma hormonen? 325 Wat ligt in de hals aan de voorzijde: de luchtpijp of de slokdarm? 326 Wat verstaat men onder vertering? 327 Welk weefsel bij de mens heeft tussen de cellen een stof met een hoog gehalte aan beenaarde? 328 In een paddestoel worden organische stoffen omgezet in anorganische. Juist / onjuist 329 Geeft een plant met bladgroen in het donker koolstofdioxide af? 330 Fotosynthese kan alleen plaatsvinden in landplanten. Juist / onjuist 331 In een grasplant worden organische stoffen omgezet in anorganische stoffen. Juist / onjuist 332 Gaan er assimilatieproducten door de bloemsteel van de paardebloem? 333 De bloeddruk in de longslagader is hoger dan die in de longader. Juist / onjuist 334 Waardoor vermagert een egel tijdens de winterslaap sterk? 335 De energie voor de fotosynthese wordt geleverd door licht. Juist / onjuist 336 In een regenworm worden organische stoffen omgezet in anorganische. Juist / onjuist 337 Bastvaten liggen in de stengel aan de buitenkant. Juist / onjuist 338 Gaan er assimilatieproducten door de wortel van een paardebloem? 339 Een plant kan door fotosynthese in gewicht toenemen. Juist / onjuist 340 Waar is het koolstofdioxidegehalte van het bloed het hoogst: in de longslagader of in de longader? 341 In de lever wordt insuline geproduceerd. Juist / onjuist 342 Nierschors en niermerg spelen een rol bij de vorming van urine. Juist / onjuist 343 In de lever worden rode bloedcellen afgebroken. Juist / onjuist 344 Bij het ruggenmerg liggen de bewegingszenuwcellen aan de buikzijde. Juist / onjuist 345 Geslachtshormonen kunnen het uiterlijk van een mens beïnvloeden. Juist /onjuist 346 Langs welke weg worden stoffen uit de bijnieren afgevoerd? 347 Welk soort cellen worden in het cambium in de stam van een boom gevormd en in welke richting? 348 Tijdens de kieming van een zaad wordt zetmeel omgezet in glucose. Vindt dit ook plaats bij een volwassen plant? 349 Wordt bij de kieming van een zaad zuurstof opgenomen? 350 Kan licht de lengtegroei van planten remmen? 351 Waar in het oog van de mens bevinden zich spieren die de hoeveelheid binnenvallend licht regelen? 352 Een zeer belangrijke functie van eiwitten in ons voedsel is het leveren van materiaal voor de opbouw van de spieren. Juist / onjuist 353 Noem twee functies van het maagsap. 354 Bij de mens bevat de ingeademde lucht minder kooldioxide dan de uitgeademde lucht. Juist / onjuist 355 Kan er in een houtvat sprake zijn van turgor? 356 Welke beenverbinding treffen we bij ribben en borstbeen aan? 357 Vindt in de gekleurde kroonbladeren van een bloem verbranding plaats?

9 360 Het bloed stroomt van een kuitspier via de longen weer terug naar dezelfde kuitspier. Het bloed gaat daarbij minstens 2x door het hart. Juist / onjuist 361 Wat is het gevolg Als men de lange uitloper van een bewegingszenuwcel doorsnijdt? 362 Is de metamorfose van de vlinder volledig of onvolledig? 363 Iemand komt vanuit het donker in het licht. Welk deel van het oog ondergaat of welke delen ondergaan een vormverandering? 364 Als licht op de blinde vlek valt ontstaan er dan impulsen in de oogzenuw? 365 Wat wordt er onder accommoderen verstaan? 366 Als bij een mens een eicel niet bevrucht wordt, gaat deze verloren. Dit gebeurt tijdens de menstruatie. Juist / onjuist 367 Dekweefsel komt bij planten en dieren voor. Juist / onjuist 368 De luchtpijp ligt voor de slokdarm. Juist / onjuist 369 Welk soort gewricht bevindt zich tussen het opperarmbeen en de ellepijp? 370 Welk soort gewricht bevindt zich tussen het spaakbeen en de ellepijp? 371 Is er voor fotosynthese licht nodig? 372 Is er voor fotosynthese zuurstof nodig? 373 Er bestaan planten met bonte bladeren. Deze bladeren zijn dan bijvoorbeeld geel en groen. 374 In welk deel vindt fotosynthese plaats? 375 In welk deel van planten met bonte bladeren vindt verbranding plaats? 376 Ademen vissen koolstofdioxide uit? 377 Hebben aquariumplanten koolstofdioxide nodig? 378 Wat gebeurt er met het koolstofdioxidegehalte van het water in het aquarium, dat in het donker staat, zonder vissen maar met groene planten? 379 Hoe wordt een deel van een organisme met een of meerdere functies genoemd? 380 Geef een andere naam voor een groep cellen met dezelfde vorm en taak. 381 Welk deel van de microscoop regelt de hoeveelheid licht? 382 Hoe noemen we een voor microscopie klaargemaakt object? 383 Welk celonderdeel bevat vocht en heeft een vergelijkbare functie met de nieren? 384 Wat zijn plastiden? 385 Waarvoor wordt eosine gebruikt? 386 Hoe heet de stroperige vloeistof die we in een cel tegenkomen en waarin allerlei stoffen zijn opgelost? 387 Een ui bestaat uit een aantal uirokken. Wat zijn deze uirokken eigenlijk? 388 Hoe kunnen plastiden veranderen? 389 Wat is de functie van de celkern? 390 Geef een andere naam voor langgerekte dunne draadjes, die we in de celkern tegenkomen. 391 Geef een andere naam voor het oprollen van de chromosomen. 392 Bij welke celdeling wordt het aantal chromosomen gehalveerd? 393 Waarom vindt deze halvering plaats? 394 Waarom bestaan er in een lichaamscel van elk chromosoom twee stuks? 395 Zet de volgende ontwikkelingsreeks in de juiste volgorde: groei kerndeling celdeling. 396 Hoe heet de stof in een chromosoom waarin alle erfelijke eigenschappen liggen opgeslagen? 397 In welke vier rijken worden organismen ingedeeld? 398 Op welke vier kenmerken wordt gelet bij de indeling van alle organismen? 399 Wanneer behoren twee organismen tot dezelfde soort? 400 Hoe worden de gewervelde dieren verder ingedeeld? 401 Men let bij de indeling van de gewervelde dieren op een aantal kenmerken. Zo speelt de lichaamstemperatuur een belangrijke rol, evenals de manier waarop deze dieren zich voortplanten. Welke drie andere kenmerken worden gebruikt bij de indeling? 402 Wat verstaat men onder een reductiedeling? 403 Hoeveel chromosomen tref je aan in voortplantingscellen? 404 Waarom gaan de chromosomen bij een reductiedeling tegenover elkaar in het middenvlak liggen?

10 405 Welke drie functies heeft de prostaat? 406 Waar worden zaadcellen (tijdelijk) opgeslagen? 407 Uit welke drie dingen bestaat sperma? 408 Op welke plaats vindt bevruchting bij de mens plaats? 409 Is er dan ook al bekend of het nieuwe embryo een jongen of een meisje is? 410 Welke reden kun je noemen voor het feit dat de eicel zo groot is? 411 Kunnen eicellen bewegen? 412 Hoe komt een bevruchte eicel via de eileider in de baarmoeder terecht? 413 Welk deel blijft na de ovulatie achter in de eierstokken en gaat ten gronde als er geen bevruchting heeft plaatsgevonden? 414 Met welk voorbehoedmiddel kun je de ovulatie verhinderen? 415 Welke werkzame stoffen zitten er in de pil? 416 Waarom hoeft de pil maar drie weken geslikt te worden? 417 Wat doet het gele lichaam nadat een eicel bevrucht is? 418 Welke hormoonklier zorgt ervoor dat er geen nieuwe follikels meer rijpen in de eierstokken? 419 Bepaalde soa s kun je oplopen via besmette lakens. Juist / onjuist 420 In de navelstreng kom je drie bloedvaten tegen: één navelstrengslagader en twee navelstrengaders. Via welk bloedvat of welke bloedvaten krijgt het embryo voedingsstoffen? 421 Welke twee functies heeft het vruchtwater? 422 Wat wordt er verstaan onder een nageboorte? 423 Hoe wordt het uiterlijk van een organisme ook wel genoemd? 424 Wat is een gen? 425 Geef een andere term voor "sterke eigenschap die de ander overheerst". 426 Geef een andere term voor het feit dat een organisme twee dezelfde genen bezit voor een eigenschap. 427 Uit welke vier delen bestaat het centrale zenuwstelsel? 428 Wat zijn impulsen? 429 Met welke term worden veranderingen in de omgeving aangeduid? 430 Welke zenuwcellen geleiden impulsen naar het ruggenmerg toe? 431 Naar welke twee typen organen worden impulsen geleid die via een bewegingszenuw lopen? 432 Noem drie soorten stoffen die de werking van de hersenen beïnvloeden. 433 Wat is een reflex? 434 Welke twee soorten klieren kun je noemen? 435 Wat is de functie van de hypofyse? 436 Waar wordt insuline geproduceerd? 437 Welke hormoon wordt in de bijnieren gemaakt? 438 Waarvoor zorgt dit hormoon? 439 Zet de volgende begrippen in de juiste volgorde van een hoog organisatieniveau naar een laag organisatieniveau: populatie individu ecosysteem levensgemeenschap. 440 Wat versta je onder het milieu? 441 Hoe worden invloeden genoemd die afkomstig zijn van de levenloze natuur? 442 Waarmee begint elke voedselketen? 443 Hoe worden organismen genoemd die zelf hun voedsel kunnen maken? 444 Hoe worden organismen genoemd die afhankelijk zijn van andere organismen? 445 Welk celonderdeel moeten autotrofe organismen in hun bezit hebben? 446 Een voedselketen begint altijd met een producent. Juist / onjuist 447 Consumenten van de tweede orde zijn altijd afhankelijk van consumenten van de eerste orde. Juist / onjuist 448 Voedingszouten in de bodem worden door de producenten gebruikt. Juist / onjuist 449 Alle consumenten van de eerste orde zijn planteneters. Juist / onjuist

11 450 Afvaleters worden ook wel reducenten genoemd. Juist / onjuist 451 Geen twee voorbeelden van reducenten. 452 Op welke manier komt er opnieuw koolstof in de kringloop terecht? 453 Bij welk proces wordt deze koolstof gebruikt? 454 Wat is de naam van dit proces? 455 Dode resten van planten bevatten een heleboel stikstof. Op welke manier komt dit weer in de lucht? 456 Welk gas komt er vrij bij het rottingsproces van bijvoorbeeld een dood dier? 457 In welke stof komen we in de bodem stikstof tegen? 458 Waarom zal een dier dat bovenaan in de voedselpiramide staat eerder doodgaan aan gifstoffen dan de organismen eronder? 459 Geef de andere term voor opeenhoping van gifstoffen in de voedselpiramide. 460 Wat geeft een optimumkromme in feite weer? 461 Geef een andere naam voor mengsel in de bodem van organische en anorganische stoffen en reducenten. 462 De mens gebruikt zijn milieu om er bijvoorbeeld water aan te onttrekken. Ook haalt hij grondstoffen uit de bodem. Noem nog twee andere taken van ons milieu. 463 Noem een nadeel van chemische bestrijdingsmiddelen. 464 Geef een nadeel van biologische bestrijding. 465 Wat betekent de afkorting K.I.? 465 Hoe noemen we de mogelijkheid dat bijvoorbeeld een oppervlaktewatertje heeft om uit zichzelf weer schoon te worden? 466 Wanneer is er sprake van eutrofiering (=overbemesting) van het water? 467 Welk nadeel voor de andere organismen kun je noemen als er teveel algen in het water komen? 468 Noem vier manieren van conserveren van voedsel. 469 Welke functie wordt er door eiwitten vervuld? 470 Geef een andere naam voor zouten. 471 Welke van de zes voedingsstoffen vervullen een taak als bouwstof? 472 Noem vier adviezen voor een gezonde voeding. 473 Welke functie vervult de maag? 474 Uit welke vier groepen bestaat de voedingswijzer? 475 Welke voedingsstoffen doen dienst als bouwstof? 476 Noem drie functies die de lever kan vervullen. 477 Bevat weefselvloeistof rode bloedcellen? 478 Kunnen er in lymfe witte bloedcellen voorkomen? 479 Hoe noemt men de kleinste bloedvaten in een orgaan? 480 Noem twee stoffen die hoge bloeddruk kunnen veroorzaken. 481 Welk gas wordt bij de fotosynthese door een plant verbruikt? 482 Welk gas of welke gassen worden bij de verbranding door een mens aan de lucht afgegeven? 483 Welk type ademhalingsorganen kan een kikker gedurende zijn leven gebruiken? 484 Hoe heet het laatste stukje bronchus waaraan een tiental longblaasjes zitten? 485 Welke spieren trekken zich bij borstademhaling samen bij een diepe inademing? 486 Noem twee voordelen van neusademhaling boven mondademhaling. 487 Is het water dat uit een kieuwspleet komt zuurstofrijk of zuurstofarm? 488 Noem drie manieren waarop planten zich op een ongeslachtelijk wijze kunnen voortplanten. 489 Waar vindt bij een man een tijdelijke opslag van de zaadcellen plaats? 490 Is voor de kieming van zaden water nodig? 491 Is voor de kieming van zaden zuurstof nodig? 492 Hoe heten in het lichaam van een de buizen voor de afvoer van zaadcellen van de teelballen naar de urinebuizen?

12 493 Wat verstaat men onder de term bevruchting? 494 Bij een vrouw wordt een eicel bevrucht. Gaat de ovulatie daarna door? 495 En de menstruatie? 496 Hoe heet het bloedvat dat bloed vervoert vanaf de placenta naar het embryo? 497 Wordt hierin zuurstofrijk of koolstofdioxiderijk bloed vervoerd? 498 Hoe noemt men een celdeling waarbij twee nieuwe cellen ontstaan met hetzelfde aantal chromosomen als de moedercel? 499 Chlamydia is een bekende geslachtsziekte. Noem twee andere soa s die door een bacterie worden veroorzaakt. 500 Genitale herpes is een soa. Wordt deze door een virus of door een bacterie veroorzaakt?

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2009

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2009 MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU UNIFORM EINDEXAMEN MULO 009 VAK : BIOLOGIE DATUM : DONDERDAG 09 JULI 009 TIJD : 07.45 09.00 UUR DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. TENZIJ ANDERS

Nadere informatie

Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit eindexamens v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.

Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit eindexamens v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o. I M4-15 \..., EXMEN MIELR LGEMEEN VOORTGEZET ONERWIJS IN 1977 MVO4 Vrijdag 1 mei 1977, 14.00-16.00 uur IOLOGIE L Lees elke opgave in zijn geheel zorgvuldig door en kies dan het beste antwoord uit de vier

Nadere informatie

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2007

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2007 MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU VAK : BIOLOGIE DATUM : DINSDAG 0 JULI 007 TIJD : 07.5 09.00 UUR DEZE TAAK BESTAAT UIT 0 ITEMS. UNIFORM EINDEXAMEN MULO 007 Tenzij anders aangegeven,

Nadere informatie

H.6 regeling. Samenvatting

H.6 regeling. Samenvatting H.6 regeling Samenvatting Zenuwstelsel Het zenuwstelsel bestaat uit: Centrale zenuwstelsel ( bestaat uit: grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg Zenuwen Functies van zenuwstelsel: Verwerken

Nadere informatie

UNIFORM HEREXAMEN MULO 2009

UNIFORM HEREXAMEN MULO 2009 MINISTERIE VN ONERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENUREU VK : IOLOGIE TUM: INSG 11 UGUSTUS 2009 TIJ : 10.50 12.05 UUR EZE TK ESTT UIT 40 ITEMS. UNIFORM HEREXMEN MULO 2009 TENZIJ NERS NGEGEVEN, GT HET STEES

Nadere informatie

UNIFORM HEREXAMEN MULO 2007

UNIFORM HEREXAMEN MULO 2007 MINISTERIE VN ONERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENUREU VK : IOLOGIE TUM: TIJ : UNIFORM HEREXMEN MULO 2007 EZE TK ESTT UIT 40 ITEMS. TENZIJ NERS VERMEL, GT HET STEES OVER GEZONE ORGNISMEN. WEEFSELS EN ORGNEN

Nadere informatie

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2012

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2012 MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU VAK : BIOLOGIE DATUM : DINSDAG 0 JULI 0 TIJD : 07.45 9.00 UUR DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. UNIFORM EINDEXAMEN MULO 0 TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN,

Nadere informatie

Dit examen bestaat uit 40 opgaven

Dit examen bestaat uit 40 opgaven MVO-4 1 EXMEN MIELR LGEMEEN VOORTGEZET ONERWIJS IN 1982 MVO-4 insdag 11 mei, 13.30-15.30 uur IOLOGIE f it examen bestaat uit 40 opgaven Lees elke opgave in zijn geheel zorgvuldig door en kies dan het beste

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 4:

Samenvatting Biologie Thema 4: Samenvatting door L. 717 woorden 19 juni 2013 4,8 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Biologie Thema 4: Zintuig Ligging Prikkel Waarneming Gezichts~ In de ogen Licht Zien

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 6: Regeling. Basisstof 1. Zenuwstelsel regelt processen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 6: Regeling. Basisstof 1. Zenuwstelsel regelt processen: Samenvatting Thema 6: Regeling Basisstof 1 Zenuwstelsel regelt processen: - regelen werking spieren en klieren - verwerking van impulsen van zintuigen Zintuigcellen: - staan onder invloed van prikkels

Nadere informatie

PULO / MULO staatsexamen lesmateriaal Vak: Biologie Les 6

PULO / MULO staatsexamen lesmateriaal Vak: Biologie Les 6 PULO / MULO staatsexamen lesmateriaal Vak: Biologie Les 6 Tenzij anders vermeld, gaat het steeds om gezonde organismen en normale omstandigheden. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Regeling

Samenvatting Biologie Regeling Samenvatting Biologie Regeling Samenvatting door P. 1319 woorden 20 maart 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting Regeling SE2 Het zenuwstelsel Het zenuwstelsel

Nadere informatie

De romp bestaat uit een borstholte en een buikholte, gescheiden door het middenrif.

De romp bestaat uit een borstholte en een buikholte, gescheiden door het middenrif. Samenvatting Thema 1: Organen en cellen Basisstof 1 Levenskenmerken (levensverschijnselen): - stofwisseling (ademhaling, voeding, uitscheiding) - groei - voortplanting - reageren op prikkels - ontwikkeling

Nadere informatie

Ongeslachtelijke voortplanting: een deel van een organisme groeit uit tot een nieuw organisme

Ongeslachtelijke voortplanting: een deel van een organisme groeit uit tot een nieuw organisme Samenvatting Thema 2: Planten Basisstof 1 Ongeslachtelijke voortplanting: een deel van een organisme groeit uit tot een nieuw organisme - Gebeurt door mitose (gewone celdeling) - Alle nakomelingen hebben

Nadere informatie

DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. WEEFSELS EN ORGANEN. De afbeeldingen geven twee typen cellen weer. De foto geeft een plant weer.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. WEEFSELS EN ORGANEN. De afbeeldingen geven twee typen cellen weer. De foto geeft een plant weer. DEZE TAAK BESTAAT UIT 0 ITEMS. TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN, GAAT HET STEEDS OVER GEZONDE ORGANISMEN EN NORMALE OMSTANDIGHEDEN. WEEFSELS EN ORGANEN De afbeeldingen geven twee typen cellen weer. De foto geeft

Nadere informatie

Zijn er bij deze onderwerpen deficiënties, dan kun je via de volgende sites je kennis vergroten: - -

Zijn er bij deze onderwerpen deficiënties, dan kun je via de volgende sites je kennis vergroten: -  - VOORKENNIS BIOLOGIE Inhoud Organen en Cellen... 2 Voortplanting... 3 Erfelijkheid... 3 Planten... 4 Verbranding en ademhaling... 5 Voeding en vertering... 5 De cursus biologie, die je voorbereidt op het

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Planten

Antwoorden Biologie Planten Antwoorden Biologie Planten Antwoorden door een scholier 1287 woorden 21 december 2006 6,9 97 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1. Als een deel van een individu uitgroeit

Nadere informatie

UNIFORM HEREXAMEN MULO 2008

UNIFORM HEREXAMEN MULO 2008 MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU VAK : BIOLOGIE DATUM : VRIJDAG 08 AUGUSTUS 2008 TIJD : 10.50 12.05 UUR DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. UNIFORM HEREXAMEN MULO 2008 TENZIJ ANDERS

Nadere informatie

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN BASISSTOF 1 HET BLOED Bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen en bloedplaatjes. 55% is bloedplasma. 45% bloedcellen en bloedplaatjes. Er zijn twee soort bloedcellen: rode bloedcellen en witte bloedcellen.

Nadere informatie

DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. WEEFSELS EN ORGANEN. De tekening geeft een gewricht met de verschillende delen schematisch weer.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. WEEFSELS EN ORGANEN. De tekening geeft een gewricht met de verschillende delen schematisch weer. DEZE TAAK BESTAAT UIT 0 ITEMS. TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN, GAAT HET STEEDS OVER GEZONDE ORGANISMEN EN NORMALE OMSTANDIGHEDEN. WEEFSELS EN ORGANEN In welke rij zijn er alleen organen genoemd die geheel in

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen Samenvatting door M. 721 woorden 15 januari 2014 7,1 28 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Organismen Organismen is een levend wezen:

Nadere informatie

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten Hoofdstuk 1 Meerkeuzevraag 1.1 Meerkeuzevraag 1.2 Meerkeuzevraag 1.3 Meerkeuzevraag 1.4 Meerkeuzevraag 1.5 Meerkeuzevraag 1.6 Meerkeuzevraag 1.7 Waar ligt de lever in de buikholte? A. Boven rechts B. Boven

Nadere informatie

Cellen aan de basis.

Cellen aan de basis. Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema

Nadere informatie

DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. WEEFSELS EN ORGANEN. Bij de plant komen verschillende typen weefsels voor.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. WEEFSELS EN ORGANEN. Bij de plant komen verschillende typen weefsels voor. DEZE TAAK BESTAAT UIT 0 ITEMS. TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN, GAAT HET STEEDS OVER GEZONDE ORGANISMEN EN NORMALE OMSTANDIGHEDEN. WEEFSELS EN ORGANEN Bij de plant komen verschillende typen weefsels voor. Uit

Nadere informatie

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2008

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2008 MINISTERIE VN ONERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENUREU VK : IOLOGIE TUM : WOENSG 09 JULI 2008 TIJ : 07.45 09.00 UUR EZE TK ESTT UIT 40 ITEMS. UNIFORM EINEXMEN MULO 2008 TENZIJ NERS NGEGEVEN, GT HET STEES

Nadere informatie

Samenvatting Biologie 1-1 tot 1-3

Samenvatting Biologie 1-1 tot 1-3 Samenvatting Biologie 1-1 tot 1-3 Samenvatting door K. 1464 woorden 10 december 2012 5,6 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 8.1 Het werkt! Hoe werkt je lichaam? Organen: delen van het lichaam

Nadere informatie

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar 5.1 4 organen van de plant: Wortels o Opnemen water met voedingsstoffen (mineralen) o Stevigheid o Opslag van reservestoffen Stengel o o Transport van water

Nadere informatie

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen. THEMA 1 1 Stoffen worden omgezet 2 Fotosynthese 3 Glucose als grondstof 4 Verbranding 5 Fotosynthese en verbranding 1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken

Nadere informatie

Examentrainer. Vragen vmbo-bk. Scan

Examentrainer. Vragen vmbo-bk. Scan THEMA 4 REGELING EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN 3 VMBO-bk Examentrainer Vragen vmbo-bk Scan In een Engelse folder staat informatie over een bepaald apparaat. Hiermee kan het centrale zenuwstelsel onderzocht

Nadere informatie

Bouw zaadplanten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bouw zaadplanten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 16 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/87623 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

1. Bloedvatenstelsel geeft zuurstof en glucose aan spierstelsel; water aan uitscheidingstelsel; CO² aan ademhalingsstelsel.

1. Bloedvatenstelsel geeft zuurstof en glucose aan spierstelsel; water aan uitscheidingstelsel; CO² aan ademhalingsstelsel. Samenvatting door een scholier 1873 woorden 16 november 2006 6,2 205 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Nectar Hoofdstuk I par. 1 t/m 4 Par 1. ORGANEN EN ORGAANSTELSELS Orgaan = deel van lichaam

Nadere informatie

Biologie ( havo vwo )

Biologie ( havo vwo ) Tussendoelen Biologie ( havo vwo ) Biologie havo/vwo = Basis Biologische eenheid Levenskenmerk Uitleggen hoe bouw en werking van onderdelen van een organisme bijdragen aan de functies voeding, verdediging

Nadere informatie

Samenvatting Biologie, 8.1 t/m 8.5

Samenvatting Biologie, 8.1 t/m 8.5 Samenvatting Biologie, 8.1 t/m 8.5 8.1 Het werkt! Organen zijn delen van het lichaam met een bepaalde taak (hart, longen, darmen, enzovoort). De meeste organen liggen in je romp. Je kan de romp verdelen

Nadere informatie

OMSCHRIJVING LESSTOF

OMSCHRIJVING LESSTOF PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING KLAS 3 VAK : : Biologie METHODE : Biologie voor Jou KLAS: : 3 NIVEAU : KADER CONTACTUREN PER WEEK 3 X 50 MINUTEN PER WEEK STUDIEJAAR : 2017-2018 EINDCIJFER KLAS 3 MOET

Nadere informatie

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Thema: Transport HAVO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet - de bestanddelen van bloed kunnen noemen, ingecalculeerd de kenmerken

Nadere informatie

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2010

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2010 MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU VAK : BIOLOGIE DATUM: VRIJDAG 09 JULI 2010 TIJD : 07.45 09.00 UUR DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2010 TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN,

Nadere informatie

Naam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed?

Naam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed? Naam: BLOEDSOMLOOP Bloed Een volwassen persoon heeft 5 á 6 liter bloed. Dat bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen (rode en witte) en bloedplaatjes. Als bloed een paar dagen heeft gestaan, zakken de

Nadere informatie

Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou

Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou 2.1 Ongeslachtelijke voortplanting = voortplanting waarbij geen bevruchting plaats vindt; hierbij groeit een stukje van de volwassen plant uit tot een nieuwe

Nadere informatie

REGELING. 1 G o e d g e r e g e l d. 2 Z e n u w s t e l s e l

REGELING. 1 G o e d g e r e g e l d. 2 Z e n u w s t e l s e l REGELING 1 G o e d g e r e g e l d In je lichaam gebeuren veel dingen te gelijk: je haalt adem, je beweegt je spieren, je hart klopt, reservevoedsel wordt opgeslagen, enzovoort. Het zenuwstelsel en het

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen: Samenvatting Thema 1: Stofwisseling Basisstof 1 Organische stoffen: - Komen af van organismen of zitten in producten van organismen - Bevatten veel energie (verbranding) - Voorbeelden: koolhydraten, vetten,

Nadere informatie

OMSCHRIJVING LESSTOF

OMSCHRIJVING LESSTOF PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING KLAS 3 VAK : : Biologie METHODE : Biologie voor Jou KLAS: : 3 NIVEAU : KADER CONTACTUREN PER WEEK 3 X 50 MINUTEN PER WEEK STUDIEJAAR : 2017-2018 EINDCIJFER KLAS 3 MOET

Nadere informatie

5,2. Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari keer beoordeeld. Basisstof 1; samenstelling van bloed

5,2. Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari keer beoordeeld. Basisstof 1; samenstelling van bloed Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari 2003 5,2 202 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1; samenstelling van bloed Opdr.1 1. Bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen en plaatjes 2.

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen: Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid Basisstof 1 Erfelijke eigenschappen: - Genotype: o genen liggen op de chromosomen in kernen van alle cellen o wordt bepaald op moment van de bevruchting - Fenotype: o

Nadere informatie

van een muskiet weer? Leg je antwoord uit.

van een muskiet weer? Leg je antwoord uit. 30 3 VMBO KGT A BEANTWOORD DE VOLGENDE VRAGEN. Afbeelding 1 Bij een muskiet is het aantal chromosomen in een lichaamscel 6. In afbeelding 1 geven beide tekeningen schematisch een delende cel van een muskiet

Nadere informatie

DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. Tenzij anders vermeld, gaat het steeds om gezonde organismen en normale omstandigheden. WEEFSELS EN ORGANEN 1 De schematische tekeningen geven cellen van organismen weer.

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Biologie Hoofdstuk 9: vertering, ademhaling, verbranding, bloedsomloop

Samenvatting Biologie Biologie Hoofdstuk 9: vertering, ademhaling, verbranding, bloedsomloop Samenvatting Biologie Biologie Hoofdstuk 9: vertering, ademhaling, verbranding, bloedsomloop Samenvatting door Madelief 1197 woorden 7 februari 2018 5,2 16 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Paragraaf

Nadere informatie

DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. WEEFSELS EN ORGANEN STEVIGHEID. 1 De afbeelding geeft een doorsnede van een stengel schematisch weer.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. WEEFSELS EN ORGANEN STEVIGHEID. 1 De afbeelding geeft een doorsnede van een stengel schematisch weer. DEZE TAAK BESTAAT UIT 0 ITEMS. TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN, GAAT HET STEEDS OVER GEZONDE ORGANISMEN EN NORMALE OMSTANDIGHEDEN. WEEFSELS EN ORGANEN De afbeelding geeft een doorsnede van een stengel schematisch

Nadere informatie

Klas 2. Herhaling biologie klas 1

Klas 2. Herhaling biologie klas 1 Klas 2 Herhaling biologie klas 1 1 Herhaling Biologie Klas 1 De eerste lessen zullen we besteden aan een herhaling van de lesstof uit de eerste klas. Deze herhaling bestaat uit tekeningen, vragen en aantekeningen.

Nadere informatie

1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan.

1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan. 1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan. 2. Wat is een voorbeeld van een animale verrichting? A) De stofwisseling. B) De uitscheiding

Nadere informatie

GEZONDHEIDSKUNDE. Het menselijk lichaam

GEZONDHEIDSKUNDE. Het menselijk lichaam GEZONDHEIDSKUNDE Het menselijk lichaam 1 KENMERKEN VAN HET LEVEN Anatomie à wetenschap die zich bezighoudt met de bouw van het menselijk lichaam (waar ligt wat?). Fysiologie à Wetenschap die zich bezighoudt

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen Samenvatting door een scholier 1780 woorden 5 maart 2007 7,6 47 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Vier rijken vergelijken Samenvatting 1.1 1) Wat leeft

Nadere informatie

VAK: BIOLOGIE METHODE: Biologie voor jou 3VMBO- BK Deel 1 en 2 KLAS: 3 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x 50 minuten per week

VAK: BIOLOGIE METHODE: Biologie voor jou 3VMBO- BK Deel 1 en 2 KLAS: 3 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x 50 minuten per week PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING TSG VMBO CURSUSJAAR 2016-2017 NIVEAU BASIS VAK: BIOLOGIE METHODE: Biologie voor jou 3VMBO- BK Deel 1 en 2 KLAS: 3 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x 50 uten per week P periode

Nadere informatie

Capabel Examens 2011 Pagina 1

Capabel Examens 2011 Pagina 1 1. Wat is de kleinste levende eenheid van een organisme? A) Een cel. B) Een orgaan. C) Een weefsel. 2. Bij welke levensverrichting van de cel speelt chromatine een belangrijke rol? A) Bij de prikkelbaarheid.

Nadere informatie

Ongeslachtelijke voortplanting : Een deel van een individu groeit uit tot een nieuw individu.

Ongeslachtelijke voortplanting : Een deel van een individu groeit uit tot een nieuw individu. Samenvatting door H. 921 woorden 24 januari 2014 5,9 24 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 2 Planten 01 Ongeslachtelijke voortplanting : Een deel van een individu groeit

Nadere informatie

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA. Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou 4.1 Fenotype Genotype = waarneembare eigenschappen van een individu = de erfelijke informatie in het DNA Genotype + milieufactoren = fenotype Erfelijke

Nadere informatie

VAK: BIOLOGIE METHODE: Biologie voor jou 3VMBO- BK Deel 1 en 2 KLAS: 3 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x 50 minuten per week

VAK: BIOLOGIE METHODE: Biologie voor jou 3VMBO- BK Deel 1 en 2 KLAS: 3 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x 50 minuten per week PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING TSG VMBO CURSUSJAAR 205-206 NIVEAU BASIS VAK: BIOLOGIE METHODE: Biologie voor jou 3VMBO- BK Deel en 2 KLAS: 3 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x uten per week P periode C code

Nadere informatie

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden BK402: PLANTEN Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden Kader maakt de vragen 1 t/m 45. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden Beantwoord de volgende vragen. 1 Een

Nadere informatie

Basisberoepsgerichte leerweg: Wat moet je kennen voor het Centraal Eindexamen (CE) Biologie VMBO 2016. BI/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie

Basisberoepsgerichte leerweg: Wat moet je kennen voor het Centraal Eindexamen (CE) Biologie VMBO 2016. BI/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie Basisberoepsgerichte leerweg: Wat moet je kennen voor het Centraal Eindexamen (CE) Biologie VMBO 2016 BI/K/3 Leervaardigheden in het vak biologie BI/K/4 Cellen staan aan de basis BIOboek 1.1 + 1.6 + 1.7

Nadere informatie

Examen VMBO-BB. biologie CSE BB. tijdvak 1 maandag 23 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen VMBO-BB. biologie CSE BB. tijdvak 1 maandag 23 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Examen VMBO-BB 2016 tijdvak 1 maandag 23 mei 13.30-15.00 uur biologie CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen

Nadere informatie

1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan.

1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan. 1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan. 2. Wat zijn vegetatieve verrichtingen van de cel? A) Beweging en prikkelbaarheid. B) Prikkelbaarheid

Nadere informatie

Examentrainer. Vragen. Vertering. Wat is de naam van P?

Examentrainer. Vragen. Vertering. Wat is de naam van P? Examentrainer Vragen Vertering 1p 1 In de afbeelding worden organen van het verteringsstelsel weergegeven. Enkele van deze organen produceren verteringssappen met enzymen. Een orgaan is aangegeven met

Nadere informatie

Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen

Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen Samenvatting door een scholier 751 woorden 30 mei 2017 8,2 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou H3 organen en cellen iets uitleg voorbeelden

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-BB 2003

Examenopgaven VMBO-BB 2003 Examenopgaven VMBO-BB 2003 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 11.30 13.00 uur BIOLOGIE CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen

Nadere informatie

Lees eerst informatie 1 tot en met 9 en beantwoord dan vraag 37 tot en met 48. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken.

Lees eerst informatie 1 tot en met 9 en beantwoord dan vraag 37 tot en met 48. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken. Paarden Lees eerst informatie 1 tot en met 9 en beantwoord dan vraag 37 tot en met 48. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken. Informatie 1 Evolutie van paardachtigen In de

Nadere informatie

4,3. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari keer beoordeeld

4,3. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari 2014 4,3 5 keer beoordeeld Vak Biologie Bloed bestaat uit bloedplasma, in het bloedplasma drijven bloedcellen en bloedplaatjes. Waar bestaat bloedplasma

Nadere informatie

Voedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk

Voedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over voedingsleer: over voedingsstoffen en de manier waarop ons lichaam met deze stoffen omgaat. Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart

Nadere informatie

3. Wat gebeurt er met het kernmembraan in de eerste fase van de celdeling?

3. Wat gebeurt er met het kernmembraan in de eerste fase van de celdeling? 1. Welke stof beweegt zich het makkelijkst door het celmembraan? A) Eiwit. B) Vet. C) Water. 2. Waarbij zijn de centraallichaampjes van belang? A) Bij de celdeling. B) Bij de celgroei. C) Bij de celstofwisseling.

Nadere informatie

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen). Samenvatting door M. 1493 woorden 28 februari 2014 5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Genotype en fenotype Veel eigenschappen zijne erfelijk. Je hebt deze eigenschappen geërfd van

Nadere informatie

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave Werkstuk door E. 1687 woorden 25 juni 2006 6.9 23 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Inhoudsopgave Het Bloed De Bloedsomloop De bloedvaten Uitscheiding De Hartslag Weefselvloeistof

Nadere informatie

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2011

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2011 MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU VAK : BIOLOGIE DATUM: MAANDAG 11 JULI 2011 TIJD : 07.5 09.00 UUR DEZE TAAK BESTAAT UIT 0 ITEMS. UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2011 Tenzij anders vermeld

Nadere informatie

Regeling. Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: Zenuwstelsel.

Regeling. Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: Zenuwstelsel. Regeling Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: (1) Zenuwstelsel (2) Hormoonstelsel Verschillen in bouw en functie: bestaat uit functie

Nadere informatie

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING TSG VMBO CURSUSJAAR 2015-2016 NIVEAU KADER

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING TSG VMBO CURSUSJAAR 2015-2016 NIVEAU KADER PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING TSG VMBO CURSUSJAAR 2015-2016 NIVEAU KADER VAK: BIOLOGIE METHODE: Biologie voor jou 3VMBO- K Deel 1, 2, 3 en 4 KLAS: 3 CONTACTUREN PER WEEK: 4 x 50 uten per week P

Nadere informatie

Examen VMBO-BB. biologie CSE BB. tijdvak 1 woensdag 23 mei 9.00-10.30 uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen VMBO-BB. biologie CSE BB. tijdvak 1 woensdag 23 mei 9.00-10.30 uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Examen VMBO-BB 2007 tijdvak 1 woensdag 23 mei 9.00-10.30 uur biologie CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 39 vragen. Voor dit examen

Nadere informatie

OPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP. Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek.

OPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP. Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek. OPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek. Zeven organen van een normale bloedsomloop zijn: Hoofd longen hart lever darm nieren benen 1. Van de zeven

Nadere informatie

Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen

Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen Cijfer In te vullen voor docent In te vullen door leerling Beroepsprestatie B.P.1.3 S.B Naam leerling Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen Klas SB3O1A+B Versie 1 Datum Tijdsduur 60 minuten Naam docent

Nadere informatie

Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan?

Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan? De lever is gelegen in de buikholte? A. Boven rechts B. Boven links C. Onder rechts D. Onder links Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan? A. De aorta B. De holle

Nadere informatie

Samenvatting Biologie voor Jou 1B Thema 6 Waarnemen, regeling en gedrag. Zintuig = orgaan dat reageert op prikkels uit de omgeving

Samenvatting Biologie voor Jou 1B Thema 6 Waarnemen, regeling en gedrag. Zintuig = orgaan dat reageert op prikkels uit de omgeving Samenvatting Biologie voor Jou 1B Thema 6 Waarnemen, regeling en gedrag 6.1 Zintuig = orgaan dat reageert op prikkels uit de omgeving Prikkel = invloed uit de omgeving van een organisme Alle zintuigen

Nadere informatie

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11 1. Bij honden is het allel voor donkerbruine haarkleur (E) dominant over het allel voor witte haarkleur (e). Het allel voor kort haar (F) is dominant over het allel voor lang haar (f). Een aantal malen

Nadere informatie

6.5. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht 4. Boekverslag door K woorden 10 mei keer beoordeeld. Basisstof 1

6.5. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht 4. Boekverslag door K woorden 10 mei keer beoordeeld. Basisstof 1 Boekverslag door K. 1704 woorden 10 mei 2005 6.5 317 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1 Opdracht 1 1) Bloedplasma bestaat uit 90% water, opgeloste stoffen als zouten, zuurstof, voedingsstoffen, koolstofdioxide,

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling

Samenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling Samenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling Samenvatting door een scholier 1708 woorden 10 mei 2012 4,9 14 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Voorplanting en bevruchting

Nadere informatie

Oefen Repetitie KGT thema Bloedsomloop

Oefen Repetitie KGT thema Bloedsomloop Oefen Repetitie KGT thema Bloedsomloop Als er geen punten bij een vraag staan, dan is die vraag 1 punt waard. Onderdeel A: waar of niet waar? 1. Bloedplaatjes bevatten hemoglobine. 2. Het gehalte koolstofdioxide

Nadere informatie

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof Boekverslag door A. 1802 woorden 20 juni 2007 5 71 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting stofwisseling Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme

Nadere informatie

Examen VMBO-BB 2005 BIOLOGIE CSE BB. tijdvak 12. Naam kandidaat Kandidaatnummer. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen VMBO-BB 2005 BIOLOGIE CSE BB. tijdvak 12. Naam kandidaat Kandidaatnummer. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Examen VMBO-BB 2005 tijdvak 12 woensdag dinsdag 21 9 mei juni 13.30 11.30-15.00 13.00 uur BIOLOGIE CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat

Nadere informatie

6,7. Samenvatting door een scholier 1580 woorden 20 juni keer beoordeeld

6,7. Samenvatting door een scholier 1580 woorden 20 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1580 woorden 20 juni 2011 6,7 3 keer beoordeeld Vak Biologie Les 1. - Organen zorgen bijvoorbeeld voor je bloedsomloop, spijsvertering en uitscheiding. - Onder alle omstandigheden

Nadere informatie

VAK: BIOLOGIE METHODE: Biologie voor jou 4VMBO- B Deel 1 en 2 KLAS: 4 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x 50 minuten per week

VAK: BIOLOGIE METHODE: Biologie voor jou 4VMBO- B Deel 1 en 2 KLAS: 4 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x 50 minuten per week PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING TSG VMBO CURSUSJAAR 2015-2016 NIVEAU BASIS VAK: BIOLOGIE METHODE: Biologie voor jou 4VMBO- B Deel 1 en 2 KLAS: 4 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x 50 uten per week P periode

Nadere informatie

Hart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder --> hart krijgt meer voedingsstoffen

Hart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder --> hart krijgt meer voedingsstoffen Samenvatting door Jurre 1255 woorden 16 juni 2015 6,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 9.1 Hart en bloedsomloop Hart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder -->

Nadere informatie

Samenvatting Biologie voor Jou 2A Thema 4 Waarnemen en regeling

Samenvatting Biologie voor Jou 2A Thema 4 Waarnemen en regeling Samenvatting Biologie voor Jou 2A Thema 4 Waarnemen en regeling 4.1 Zintuig = orgaan dat reageert op prikkels uit de omgeving Prikkel = invloed uit de omgeving van een organisme Alle zintuigen samen =

Nadere informatie

Gaswisseling. Samenvatting voor de toets

Gaswisseling. Samenvatting voor de toets Gaswisseling Samenvatting voor de toets Inhoudsopgave Gaswisseling bij verschillende diergroepen Ademhalingsstelsel Route van ingeademde lucht Longblaasjes en haarvaten Huig en strotklepje Ribademhaling

Nadere informatie

In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen.

In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen. Samenvatting Thema 3: Ecologie Basisstof 1 In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen. Waarom leeft het ene dier hier en het andere dier daar? Alle organismen

Nadere informatie

Verslag Biologie Biologie dossier

Verslag Biologie Biologie dossier Verslag Biologie Biologie dossier Verslag door Z. 1608 woorden 16 juni 2015 6,2 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Om dit verslag volledig te kunnen begrijpen, heb je de afbeeldingen uit het

Nadere informatie

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Thema: Transport VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet 5V: blz. 215 t/m

Nadere informatie

halvemaanvormige kleppen) Doordat de hartkamers het bloed met kracht wegpompen.

halvemaanvormige kleppen) Doordat de hartkamers het bloed met kracht wegpompen. 4BASISSTOF De 2 havo vwo bloedvaten thema 3 De bloedsomloop opdracht 18 Vul het schema in. Kies bij 1 uit: van de organen weg naar het hart toe van het hart weg naar de organen toe. Kies bij 2 uit: hoog

Nadere informatie

VOORTPLANTING BIJ DE MENS

VOORTPLANTING BIJ DE MENS VOORTPLANTING BIJ DE MENS 1 Vruchtbaarheid Alle levende wezens planten zich voort om niet uit te sterven. Mensen ook. Dat is één van de redenen waarom we voortplantingsorganen en seksuele gevoelens hebben.

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Lichaamstelsels

Werkstuk Biologie Lichaamstelsels Werkstuk Biologie Lichaamstelsels Werkstuk door een scholier 2239 woorden 10 oktober 2005 3,8 23 keer beoordeeld Vak Biologie Ademhaling Als je inademt, dan neem je zuurstof uit de lucht op. Als je uitademt,geef

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5 6,8 Samenvatting door Syb 669 woorden 3 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Biologie Biologie H3 Samenvatting PARAGRAAF 1 - Wortel Functies van de wortel: Het opnemen van

Nadere informatie

Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 34 tot en met 51. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken.

Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 34 tot en met 51. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken. Zwangerschap Lees eerst informatie tot en met en beantwoord dan vraag tot en met. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken. p In de afbeelding van informatie is een deel van het

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Examen VMBO-KB 2011 tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30-15.30 uur biologie CSE KB Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 50 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 58

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Thema 4

Antwoorden Biologie Thema 4 Antwoorden Biologie Thema 4 Antwoorden door een scholier 2182 woorden 18 januari 2005 7 433 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1 In de chromosomen zit de informatie voor

Nadere informatie