Psychosociale Problemen bij Hart- en Vaatziekten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Psychosociale Problemen bij Hart- en Vaatziekten"

Transcriptie

1 Psychosociale Problemen bij Hart- en Vaatziekten Hartfalen Ischaemische Hartziekten Cerebrovasculaire Aandoeningen Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse Hartstichting. Drs. J. de Boer Dr. S. N. Boersma Dr. V. M. J. de Gucht Prof. dr. S. Maes Drs. Y.W.M. Schulte-van Maaren

2 Voorwoord De Nederlandse Hartstichting zet al haar middelen in om hart- en vaatziekten terug te dringen, zodat deze niet langer de grootste oorzaak zijn van vroegtijdige sterfte en invaliditeit. Zij doet dit door het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek, het verbeteren van de kwaliteit van de patiëntenzorg en door het geven van voorlichting over een gezonde leefstijl. Om aan bovenstaande missie uitvoering te geven zal de Nederlandse Hartstichting zich in de komende jaren binnen het programma Coping en Verwerking bij Hart- en Vaatziekten richten op het optimaliseren van de psychosociale zorg voor hart- en vaatpatiënten, zodat, waar nodig, deze zorg deel zal gaan uitmaken van het reguliere zorgaanbod. Uit een eerste globale inventarisatie door medewerkers van de Nederlandse Hartstichting is gebleken dat psychosociale aspecten van chronische ziekten nauwelijks vertegenwoordigd zijn in het bestaande zorgaanbod. Ter verdere onderbouwing van het programma Coping en Verwerking bij Hart- en Vaatziekten heeft de Nederlandse Hartstichting opdracht gegeven aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Universiteit Leiden om de aard en omvang van de ervaren psychosociale problematiek bij mensen met een hart- of vaatziekte en de ontwikkelingen op dit terrein in kaart te brengen door middel van een literatuuronderzoek. Het literatuuronderzoek is gericht op de prevalentie, de diagnostiek en de behandeling van psychosociale problematiek en op de uitkomsten van deze behandeling, bij de meest voorkomende hart- en vaatziekten: 1. Hartfalen 2. Ischaemische Hartziekten, waaronder Acuut Hartinfarct 3. Cerebrovasculaire Aandoeningen. Dit literatuuronderzoek is uitgevoerd door een werkgroep bestaande uit medewerkers van de Universiteit Leiden: Drs. J. de Boer, onderzoeker gezondheidspsychologie Dr. S. N. Boersma, universitair docent medische- en gezondheidspsychologie Dr. V. M. J. de Gucht, universitair docent gezondheidspsychologie Prof. dr. S. Maes, hoogleraar medische- en gezondheidspsychologie. Drs. Y.W.M. Schulte-van Maaren, onderzoeksmedewerker gezondheidspsychologie De begeleidingscommissie bestond uit: Dr. P. Donders, psycholoog Nederlandse Hartstichting Dr. A. A. Kaptein, universitair hoofddocent medische psychologie Leids Universitair Medisch Centrum. 2

3 Inhoud Pagina 1 Inleiding en werkwijze 1.1 Psychosociale problematiek bij hart- en vaatziekten Zoekstrategie internationale literatuur Zoekstrategie literatuur over de situatie in Nederland 8 2 Hartfalen (Internationaal) 2.1 Hartfalen algemeen Psychosociale problemen bij patiënten met hartfalen Aanpassingsproblemen bij chronische ziekte Beperkingen in de dagelijkse activiteiten en sociale interacties Angst Depressie Kwaliteit van leven Samenvatting psychosociale problemen bij hartfalen Instrumenten bij psychosociale problemen bij patiënten met hartfalen Instrumenten bij beperkingen in de dagelijkse activiteiten Instrument bij seksueel disfunctioneren Instrumenten bij sociale steun Instrument bij angst Instrumenten bij depressie Instrumenten bij kwaliteit van leven Instrument bij inventarisatie van behoeften Samenvatting instrumenten bij psychosociale problemen bij hartfalen Interventies bij psychosociale problemen bij hartfalen Cardiale revalidatie Interventies specifiek gericht op psychosociale problemen Interventies gericht op verbetering van de kwaliteit van leven Samenvatting interventies bij psychosociale problemen bij hartfalen 25 3 Hartfalen (Nederland) 3.1 Hartfalen algemeen Psychosociale problemen bij hartfalen in Nederland Beperkingen in de dagelijkse activiteiten en de sociale interacties Angst Depressie Kwaliteit van leven bij hartfalen in Nederland Samenvatting psychosociale problemen bij hartfalen in Nederland 29 3

4 Inhoud Pagina 3 Hartfalen (Nederland, vervolg) 3.3 Instrumenten bij psychosociale problemen bij patiënten met hartfalen Instrumenten bij beperkingen in de dagelijkse activiteiten Instrument bij seksueel disfunctioneren Instrumenten bij angst en depressie Instrumenten bij kwaliteit van leven Samenvatting instrumenten bij psychosociale problemen bij hartfalen Interventies bij psychosociale problemen bij hartfalen (Nederland) Samenvatting interventies bij psychosociale problemen bij hartfalen 33 Referenties hartfalen 35 4 Ischaemische Hartziekten (IHZ; Internationaal) 4.1 IHZ algemeen Psychosociale problemen bij patiënten met IHZ Functionele beperkingen bij IHZ Angst bij IHZ Depressie bij IHZ Samenvatting psychosociale problemen bij IHZ Instrumenten bij psychosociale problemen bij patiënten met IHZ Instrumenten bij globale mentale gezondheid Instrumenten bij beperkingen in de dagelijkse activiteiten Instrument bij therapietrouw Instrumenten bij angst Instrumenten bij depressie Instrumenten bij sociale steun Instrumenten bij kwaliteit van leven Samenvatting instrumenten bij psychosociale problemen bij IHZ Interventies bij psychosociale problemen bij patiënten met IHZ Samenvatting cardiale revalidatie bij IHZ 53 5 Ischaemische Hartziekten (IHZ; Nederland) 5.1 IHZ algemeen Psychosociale problemen bij IHZ in Nederland Functionele beperkingen bij IHZ Angst bij IHZ Depressie bij IHZ Samenvatting psychosociale problemen bij IHZ in Nederland 57 4

5 Inhoud Pagina 5 Ischaemische Hartziekten (IHZ; Nederland, vervolg) 5.3 Instrumenten bij psychosociale problemen bij patiënten met IHZ (Nederland) Instrumenten bij psychische gezondheid Instrumenten bij angst Instrument bij PTSS Instrumenten bij depressie Instrument bij sociale steun Instrumenten bij kwaliteit van leven Samenvatting instrumenten bij psychosociale problemen bij IHZ Interventies bij psychosociale problemen bij IHZ (Nederland) Cardiale revalidatie bij IHZ Samenvatting interventies bij psychosociale problemen bij IHZ 60 Referenties IHZ 61 6 Cerebrovasculaire Aandoeningen (Internationaal) 6.1 Cerebrovasculaire aandoeningen algemeen Psychosociale problemen bij patiënten na een beroerte Beperkingen in de dagelijkse activiteiten en sociale interactie Angst Depressie Verlaagde kwaliteit van leven Samenvatting psychosociale problemen bij patiënten met een beroerte Instrumenten bij psychosociale problemen bij patiënten met een beroerte Instrumenten bij beperkingen in het fysiek functioneren Instrumenten bij depressie Instrumenten bij kwaliteit van leven Samenvatting instrumenten bij psychosociale problemen na een beroerte Interventies bij psychosociale problemen na een beroerte Cognitieve gedragstherapie Interventies gericht op ondersteuning van mantelzorgers Samenvatting interventies bij psychosociale problemen na een beroerte 79 7 Cerebrovasculaire Aandoeningen (Nederland) 7.1 Cerebrovasculaire aandoeningen algemeen Psychosociale problemen bij patiënten met een beroerte in Nederland Beperkingen in de dagelijkse activiteit en de sociale interactie Depressie Verlaagde kwaliteit van leven Problemen bij mantelzorgers Samenvatting psychosociale problemen na een beroerte in Nederland 84 5

6 Inhoud Pagina 7 Cerebrovasculaire Aandoeningen (Nederland, vervolg) 7.3 Instrumenten bij psychosociale problemen na een beroerte (Nederland) Instrumenten bij beperkingen in de dagelijkse activiteiten Instrumenten bij depressie Instrumenten bij kwaliteit van leven Instrumenten bij problemen van mantelzorgers Instrument bij sociale steun Samenvatting instrumenten bij psychosociale problemen na een beroerte Interventies bij psychosociale problemen na een beroerte (Nederland) Nazorgprogramma s voor patiënten met een beroerte Interventies gericht op kwaliteit van leven Interventies gericht op ondersteuning van mantelzorgers Samenvatting interventies bij psychosociale problemen na een beroerte 89 Referenties CVA 91 8 Samenvatting en conclusies uit de internationale en Nederlandse literatuur met betrekking tot psyco-sociale problemen bij Hart- en Vaatziekten 8.1 Hartfalen Samenvatting van de internationale literatuur Samenvatting van de Nederlandse literatuur Algemene conclusie uit de internationale en Nederlandse literatuur m.b.t. psychosociale consequenties bij hartfalen Ischaemische hartziekten Samenvatting van de internationale literatuur Samenvatting van de Nederlandse literatuur Algemene conclusie uit de internationale en Nederlandse literatuur m.b.t. psychosociale consequenties bij ischaemische hartziekten Cerebrovasculaire aandoeningen Samenvatting van de internationale literatuur Samenvatting van de Nederlandse literatuur Algemene conclusie uit de internationale en Nederlandse literatuur m.b.t. cerebrovasculaire aandoeningen: 107 Bijlage

7 1 Inleiding en werkwijze 1.1 Psychosociale problematiek bij hart- en vaatziekten Naast de fysieke problemen, waarmee hart- en vaatpatiënten geconfronteerd worden, krijgen zij en hun naasten tevens te maken met de psychosociale gevolgen van hun ziekte. Dit zijn de psychologische en/of sociale belevingsaspecten die aan een chronische aandoening verbonden zijn. De psychologische component verwijst naar de emotionele en cognitieve beleving van het hebben van een chronische ziekte en de gevolgen daarvan. De sociale component naar het maatschappelijk functioneren. Hierbij kan de sociale component opgesplitst worden in twee domeinen. Het eerste domein is het netwerk waarvan de chronisch zieke deel uitmaakt. Het tweede domein verwijst naar de minder directe en minder persoonlijke maatschappelijke omgeving: de wereld van scholing, arbeid, zorg en politiek (Werkverband Organisaties Chronisch Zieken, 1995). Een chronische ziekte is niet van voorbijgaande aard, maar duurt levenslang, waarbij zich in de verschillende fasen van de ziekte verschillende problemen kunnen voordoen. In de beginfase, bijvoorbeeld kort na een infarct of een beroerte, is de aandacht voornamelijk gericht op herstel en het minimaliseren van de gevolgen van het incident. In latere stadia zullen zowel de patiënt als diens naasten zich realiseren welke blijvende gevolgen er zijn en moeten ze hiermee leren omgaan. Het besef van de definitieve gevolgen kan pas groeien als de patiënt is staat is om de hoop op herstel op te geven en de confrontatie aan te gaan met het verdriet en de pijn die hiervan het gevolg zijn. Oude referentiekaders zullen langzaam losgelaten en aangepast moeten worden. Er blijkt niet altijd een direct verband te zijn tussen de ernst van de ziekte (medisch gezien) en de psychosociale gevolgen. In de moeilijke en complexe situatie, die het hebben van een chronische ziekte met zich meebrengt, kunnen problemen ontstaan door verstoring van de balans tussen draagkracht en draaglast. Het verloop van het aanpassingsproces wordt onder andere beïnvloed door persoonlijke eigenschappen als flexibiliteit en zelfvertrouwen; ook steun vanuit de omgeving speelt een belangrijke rol. Wanneer het evenwicht vóór de ziekte al verstoord of wankel was, of als er onvoldoende sociale hulpbronnen aanwezig zijn, is de kans groter dat deze balans (verder) verstoord wordt (van Erp & Donders, 2004). De belangrijkste psychosociale problemen zijn: aanpassingsproblemen, beperkingen in de dagelijkse activiteiten, angst, depressie, vitale uitputting, problemen in de sociale interactie, verstoring van de rol in het gezin, de familie, op het werk en in de bredere sociale context, resulterend in een lagere kwaliteit van leven. 1.2 Zoekstrategie internationale literatuur Bij het zoeken van literatuur voor dit onderzoek genereerde een eerste search in PubMed, naar de meest voorkomende hart- en vaatziekten in combinatie met mogelijke psychosociale problemen, zeer veel treffers. Dit was reden om ons voornamelijk te richten op reviews en meta-analyses. Voor hartfalen werden 1057, voor ischaemische hartziekten 1248 en voor cerebrovasculaire aandoeningen 870 treffers gevonden. Na selectie en beoordeling van de abstracts door de werkgroep, werden vervolgens 34, respectievelijk 40 respectievelijk 26 artikelen opgevraagd. Een aanvullende search, speciaal gericht op de prevalentie van hartfalen, 7

8 ischaemische hartziekten en cerebrovasculaire aandoeningen, leverde in totaal nog vijf extra publicaties op. Aangezien de literatuur (reviews en meta-analyses) met betrekking tot interventies bij psychosociale problemen bij hartfalen beperkt bleek te zijn, is hiervoor tevens gezocht naar interventiestudies; er bleken nog drie studies relevant. Een uitgebreide beschrijving van de zoekstrategie vindt u in bijlage Zoekstrategie literatuur over de situatie in Nederland Om de situatie in Nederland in kaart te brengen is een vergelijkbare zoekstrategie gevolgd als voor de internationale literatuur, hierbij hebben we ons echter niet beperkt tot reviews en meta-analyses. Dit leverde na selectie uiteindelijk 26 publicaties op voor hartfalen, 24 voor ischaemische hartziekten en 42 voor cerebrovasculaire aandoeningen. Een uitgebreide beschrijving van de zoekstrategie vindt u in bijlage 1. 8

9 2 Hartfalen (Internationaal) 2.1 Hartfalen algemeen Hartfalen is een complex van klachten en verschijnselen ten gevolge van een tekortschietende pompfunctie van het hart. Deze klachten en verschijnselen bestaan o.a. uit kortademigheid, verminderde inspanningstolerantie, vermoeidheid, oedeem en tachycardie (Nederlandse Hartstichting & Nederlandse Verenging voor Cardiologie, 2002). De belangrijkste oorzaken van hartfalen zijn: hypertensie en coronaire hartziekten (Abdelhafiz, 2002). Voor een indeling van de ernst van het hartfalen wordt meestal de classificatie van de New York Heart Association (NYHA) gebruikt. NYHA I: geen klachten (bij behandelde patiënt) NYHA II: klachten tijdens forse inspanning NHYA III: klachten tijdens matige inspanning NYHA IV: klachten tijdens rust of lichte inspanning Zowel in de Verenigde Staten als in Engeland lijdt ongeveer één tot twee procent van de totale populatie aan hartfalen. Voor de VS komt dit neer op ongeveer tweeënhalf tot vijf miljoen patiënten. Jaarlijks worden hier vier- tot vijfhonderdduizend mensen geconfronteerd met de diagnose hartfalen (Abdelhafiz, 2002; Dunbar, Jacobson, & Deaton, 1998; Finch & Sneed, 2003; Guck, Elsasser, Kavan, & Barone, 2003; Quaglietti, Etwood, Ackerman, & Froelicher, 2000). De prevalentie loopt in de verschillende leeftijdsgroepen erg uiteen van één procent onder mensen jonger dan 65 naar 10% tot 20% bij mensen ouder dan 80 jaar (Abdelhafiz). Vijf procent van alle ziekenhuisopnamen vindt plaats vanwege hartfalen en bij patiënten ouder dan 65 jaar is hartfalen de meest frequente diagnose. In de VS resulteert dit in bijna één miljoen opnamen per jaar (Quaglietti et al., 2000; Rich, 2003). Het aantal heropnamen in verband met acute zorgbehoefte binnen een half jaar na ontslag is 25% tot 50%, waarbij dit onder oudere patiënten hoger is dan onder jongere patiënten (Dunbar et al., 1998; Rich). Er wordt geschat dat een derde tot de helft van deze heropnamen te voorkomen is (Dunbar et al.). Jaarlijks overlijden in de VS patiënten aan hartfalen (Abdelhafiz, 2002; MacMahon & Lip, 2002). Eén jaar na de diagnose is 20% van de patiënten overleden, na vijf jaar 50% tot 75% en na tien jaar meer dan 80%. De prognose is slechter voor ouderen dan voor jongeren en slechter voor mannen dan voor vrouwen (Finch & Sneed, 2003; Moser & Worster, 2000; Quaglietti et al., 2000). 9

10 2.2 Psychosociale problemen bij patiënten met hartfalen Het is opmerkelijk dat hartfalen, dat zoveel mensen treft, zo weinig onderwerp is geweest van gedragswetenschappelijk onderzoek (Linden, 2002). Terwijl bij een ziekenhuisopname standaard de fysiologische maten geïnventariseerd worden, is het minder gebruikelijk om ook gegevens te verzamelen over sociale steun, angst, depressie en kwaliteit van leven (Moser, 2002). Redenen hiervoor zouden kunnen zijn: gebrek aan overeenstemming over de definities en de instrumenten voor psychosociale problemen onderzoeksresultaten zijn nog onvoldoende bekend psychosociale problemen worden vaak nog gezien als een normale reactie op de ziekte training is nodig met betrekking tot psychosociale diagnostiek en interventies interventies zijn mogelijk tijdrovend en kostbaar (Moser) Op basis van de gevonden literatuur kan de onderstaande indeling van psychosociale problemen worden gemaakt. Aanpassingsproblemen bij chronische ziekte Beperkingen in de dagelijkse activiteiten en de sociale interactie Angst Depressie Verlaagde kwaliteit van leven Aanpassingsproblemen bij chronische ziekte Chronisch hartfalen kan het hele leven veranderen; zowel de rol in het gezin, op het werk als in de bredere sociale context kan negatief beïnvloed worden. De aanpassing aan het chronisch patiënt zijn kan gezien worden als een proces met vijf fasen (crisisgebeurtenis, diagnose, respons, acceptatie en aanpassing aan een leven met hartfalen en verder gaan met leven). Het is een periode waarin het normale dagelijkse leven verstoord wordt. De patiënt en de gezinsleden proberen duidelijkheid te krijgen over deze verstoring en een nieuw evenwicht te vinden; niet voor iedereen verloopt dit proces echter zonder problemen (Stull, Starling, Haas, & Young, 1999). Leven met hartfalen betekent veranderen van leefwijze met onder andere: gezond eten, dagelijks wegen, stoppen met roken, voldoende bewegen en vaak een combinatie van medicijnen. Om dit vol te houden, is mogelijk de steun van de partner of andere gezinsleden van belang. Onder hartpatiënten kan gebrek aan sociale steun, naast een negatief effect op het gezondheidsgedrag, ook een negatieve invloed hebben op de vaardigheid om met de ziekte om te gaan, de gezondheid, het aantal heropnamen en de mortaliteit (Richardson, 2003). Shipton (1997) vond in drie studies dat patiënten (waaronder patiënten met hartfalen) die konden terugvallen op verzorging door hun partner, gezinsleden of thuiszorg significant minder kans hadden opnieuw te worden opgenomen dan patiënten die niet op deze steun konden rekenen. Desondanks voelen mantelzorgers zich vaak genegeerd en als buitenstaander behandeld door medewerkers in de gezondheidszorg (Finch & Sneed, 2003). Bij sociale steun kunnen verschillende vormen van steun worden onderscheiden (ervaren steun, instrumentele steun, emotionele steun en structurele steun), die onderling slechts matig gecorreleerd zijn (Linden, 2002). Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de invloed van sociale steun 10

11 specifiek bij hartfalen en het lijkt met de huidige resultaten nog niet mogelijk om een definitief antwoord te geven op de vraag of sociale steun ook van vitaal belang is voor deze patiëntengroep (MacMahon & Lip, 2002). Wel is bevestiging gevonden voor een samenhang tussen sociale isolatie en functionele status, therapietrouw, heropname en mortaliteit (Moser, 2002; Saunders, 2004; Shipton, 1997) Beperkingen in de dagelijkse activiteiten en sociale interacties Eén van de gevolgen van de klachten die patiënten met hartfalen ondervinden (o.a. kortademigheid, verminderde tolerantie voor inspanning en vermoeidheid), is dat zij beperkt worden in hun dagelijkse activiteiten en hun sociale interacties (Richardson, 2003). Dit geldt voor oudere patiënten vaak nog meer dan voor jongere patiënten. In de Framingham Disability Study (Pinsky, Jette & Branch, 1990) ondervond onder hartfalenpatiënten jonger 70 jaar, 43% van de mannen en 80% van de vrouwen beperkingen in hun activiteiten en mobiliteit (zonder hartziekte gold dit voor 9% respectievelijk 25%). Onder hartfalenpatiënten van 70 tot 88 jaar ondervond 57% van de mannen en 88% van de vrouwen beperkingen (zonder hartziekte gold dit voor 27% respectievelijk 49%). Naast een fysiologische basis voor beperkingen in de mobiliteit, spelen mogelijk ook psychologische factoren een rol. Hierbij zouden patiënten (ouder dan 65 jaar) besluiten om minder mobiel te zijn omdat ze een hartprobleem hebben, terwijl het niet de symptomen van de ziekte zijn die hen de beperkingen opleggen (Ades, 1995). De beperkingen nemen meestal toe met de tijd en de inactiviteit zal de fysieke prestaties in ongunstige zin beïnvloeden. Door de verminderde mobiliteit kan sociale isolatie ontstaan, vooral bij mensen die alleen wonen. Ook hier speelt sociale steun een rol en is het hebben van een groot steunend netwerk gerelateerd aan een betere fysieke conditie (MacMahon & Lip, 2002). Ook is consistent uit onderzoek gebleken dat ouderen cognitieve beperkingen kunnen hebben ten gevolge van het hartfalen. De lage cardiac output, kan vooral bij patiënten met een toch al verminderde cerebrale doorbloeding een verdere verslechtering hiervan geven (Krum & Gilbert, 2003). Tevens kunnen cardiale problemen gepaard gaan met problemen op seksueel gebied. Meestal worden deze veroorzaakt door erectiestoornissen (bij meer dan 30% van de mannen met hartfalen tussen 40 en 70 jaar en vaker dan in de normale populatie). Hoewel medicamenteuze behandeling veelal mogelijk is, kunnen patiënten zich toch zorgen maken over de cardiale risico s bij seksuele activiteit. Seksueel disfunctioneren kan een negatief effect hebben op de gemoedstoestand, het welzijn en het interpersoonlijk functioneren (DeBusk, et al., 2000) Angst Gezien de slechte prognose van hartfalen is het zeer waarschijnlijk dat angst een rol speelt bij patiënten die hieraan lijden. In één studie (cross-sectioneel; alleen mannen) lijkt angst geen groot probleem te zijn voor patiënten met hartfalen (Majani, Pierobon, & Giardini, 1999). Verder onderzoek is echter nodig om conclusies te kunnen trekken met betrekking tot angst bij hartfalen (MacMahon & Lip, 2002). 11

12 2.2.4 Depressie Voor een aanzienlijk deel van de patiënten gaat hartfalen gepaard met een sub-syndromale of klinische depressie. Depressie wordt gezien als een tijdelijke of een chronische mentale gesteldheid, gekenmerkt door gevoelens van bedroefdheid, eenzaamheid, wanhoop, een laag gevoel van eigenwaarde en zelfverwijten. Depressie gaat ook vaak gepaard met geprikkeldheid, sociaal terugtrekken, gebrek aan eetlust en slapeloosheid (voor criteria van klinische depressie, zie par ). Vanwege de verschillende omschrijvingen die in de literatuur worden gebruikt voor depressie, wordt voor de duidelijkheid in dit rapport de term klinische depressie gehanteerd voor: majeure-, ernstige- of klinische depressie en sub-syndromale depressie voor mineure-, milde-, matige depressie of depressieve symptomen. De prevalentie van depressie loopt in de literatuur zeer uiteen doordat deze sterk beïnvloed wordt door drie variabelen: ten eerste het gebruikte instrument (verschillende instrumenten geven verschillende percentages depressieve patiënten in een zelfde populatie), ten tweede de populatie (b.v. leeftijd en mate van ziek zijn; patiënten die opgenomen zijn, zijn in de meeste studies vaker depressief dan ambulante patiënten) en ten derde de classificatie of definitie van depressie (Thomas, Friedmann, Khatta, Cook, & Lippman Lann, 2003; Richardson, 2003). In overzichtsartikelen waarin geen onderscheid is gemaakt tussen subsyndromale en klinische depressie worden percentages depressieve patiënten gevonden van 17% tot 85% (MacMahon & Lip, 2002), 24% tot 42% (Guck, 2003) en 13% tot 78% (Thomas, et al, 2003). Wanneer dit onderscheid wél wordt gemaakt, wordt sub-syndromale depressie gerapporteerd bij 21% (Richardson, 2003) en bij 34% tot 42% (Thomas et al.), terwijl klinische depressie aanwezig is bij 37% (Richardson) en bij 9% tot 37% van de patiënten (Thomas et al.). Behalve op de patiënt, kan hartfalen ook een negatieve invloed hebben op mantelzorgers. De toegenomen draaglast kan bij hen stress en een verhoogde kans op depressie tot gevolg hebben (MacMahon & Lip; Richardson, 2003; Saunders, 2004). Vergelijkend onderzoek (drie meetmomenten; DSM-III-R criteria) geeft inzicht in het verloop van een depressie over de tijd (Fulop et al., 2003). Bij ontslag uit het ziekenhuis was 22% van de patiënten depressief. Vier weken na ontslag was 20% depressief (45% van degenen die bij ontslag depressief waren, was dit nog; 15% van degenen die toen niet depressief waren, was depressief geworden). Vierentwintig weken na ontslag was 17% van de patiënten depressief (25% van degenen die depressief waren bij ontslag was dit nog en 5% van degenen die toen niet depressief waren, was depressief geworden). Koenig (1998) vond dat meer dan 40% van de depressieve hartfalenpatiënten een jaar na ontslag nog steeds depressief was Deze resultaten laten niet alleen zien dat hartfalenpatiënten die depressief worden vaak langdurig depressief blijven, maar ook dat depressiviteit nog later dan vier weken na ontslag uit het ziekenhuis kan ontstaan. Er wordt geschat dat minder dan 25% van de hartfalenpatiënten met een klinische depressie wordt gediagnosticeerd en dat ongeveer de helft van de gediagnosticeerde patiënten behandeld wordt (Musselman, Evens & Nemeroff, 1998). In een studie van Koenig (1998) werd 56% van de depressieve hartfalenpatiënten niet medicamenteus behandeld voor de depressie, ook kregen zij niet vaker psychotherapie of behandeling binnen de geestelijke gezondheidszorg dan de niet depressieve patiënten. Oorzaken hiervoor worden gezocht in de mogelijkheid dat artsen niet vragen naar symptomen van depressie, patiënten hun depressieve 12

13 symptomen niet vermelden of dat er ten onrechte wordt gedacht dat depressie een normale reactie is op hartfalen. Zowel sub-syndromale als klinische depressie (hoewel bij subsyndromale depressie in mindere mate en niet altijd significant) hangen samen met onderstaande factoren: klinische depressie in de voorgeschiedenis familiegeschiedenis met depressie geslacht, meer vrouwen dan mannen zijn depressief leeftijd, mensen jonger dan 60 jaar hebben meer kans depressief te worden dan ouderen niet kunnen werken hulp nodig hebben bij de verzorging ernstiger hartfalen Tegen de verwachting in werd bij patiënten die naast hartfalen ook een myocardinfarct hadden doorgemaakt minder vaak een depressie gevonden dan bij degenen zonder hartinfarct. Geen van de medicijnen die vaak bij patiënten met hartfalen worden gebruikt veroorzaakten significant vaker een depressie (Freedland et al., 2003). In een aantal reviews wordt geconcludeerd dat depressie een risicofactor is voor het niet opvolgen van medische adviezen ten aanzien van medicatie en leefstijl, waarbij opgemerkt wordt dat het niet volhouden van de therapie mogelijk zelfs een teken zou kunnen zijn van depressie; nader onderzoek is nodig om deze relatie verder uit te diepen (MacMahon & Lip, 2002; Richardson, 2003). Het aantal heropnamen is onder depressieve patiënten significant hoger dan onder patiënten die niet depressief zijn, ook bezoeken depressieve patiënten vaker de polikliniek (Guck et al., 2003; MacMahon & Lip; Moser & Worster; Richardson). Het zou kunnen dat het niet (volledig) volhouden van de therapie vooraf gaat aan de heropname, maar aanvullend onderzoek is nodig om daarin meer duidelijkheid te brengen (MacMahon & Lip). Thomas et al. (2003) combineerden de resultaten van vier studies. Uit de gepoolde data bleek dat de mortaliteit onder depressieve hartfalenpatiënten significant hoger was. Ook bevestigen enkele studies een lineair verband tussen de mate van depressiviteit en mortaliteit; in andere studies werd dit verband echter niet gevonden. Hoewel er dus studies zijn waarin een verhoogde mortaliteit werd gevonden bij depressieve hartfalenpatiënten (Guck et al; Richardson), zijn er nog geen definitieve conclusies te trekken ten aanzien van deze relatie. Verder (longitudinaal) onderzoek is nodig om de belangrijke relatie tussen depressie en mortaliteit verder uit te diepen (MacMahon & Lip; Moser & Worster). Niet alleen bij de aanpassing aan een leven met hartfalen kan sociale steun belangrijk zijn. Gebrek aan sociale steun kan er ook toe leiden dat een depressie langer duurt en er kunnen meer fatale en niet fatale cardiale incidenten optreden. Hoewel sociale steun vaak lager is onder depressieve patiënten met hartfalen, is het nog onvoldoende duidelijk of gebrek aan sociale steun leidt tot depressie (MacMahon & Lip, 2002) Kwaliteit van leven De eerder genoemde psychosociale consequenties kunnen leiden tot een lagere kwaliteit van leven (Krum et al., 2003). Kwaliteit van leven wordt beschreven als een multidimensionaal concept, verwijzend naar de subjectieve evaluatie (door de patiënt) van het totale welzijn van de patiënt. In relatie tot 13

14 gezondheid wordt gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven gebruikt. De dimensies die gehanteerd worden zijn niet altijd dezelfde, maar de geraadpleegde auteurs gebruiken in elk geval fysiek welbevinden, psychisch welbevinden en sociaal welbevinden. Ook worden genoemd: functionele capaciteit, ideeën over gezondheid, werk, vrijheid, financiële situatie en spiritualiteit (Finch & Sneed, 2003; Johansson, Agnebrink Dahlström, & Broström, 2004; Leidy, Renz, & Zyczynski, 1999). Uit onderzoek onder patiënten met hartfalen is consistent gebleken dat zij een significant lagere kwaliteit van leven hebben op meerdere dimensies dan de algemene populatie, maar ook dat hun kwaliteit van leven lager is dan van andere chronisch zieke patiënten met bijvoorbeeld diabetes of kanker (Finch & Sneed, 2003). Kwaliteit van leven wordt in toenemende mate gebruikt als uitkomstmaat bij (farmacotherapeutische) interventies (Johansson et al, 2004). Hoe patiënten met hartfalen met het verloop van de tijd oordelen over hun kwaliteit van leven, wordt uit de geraadpleegde literatuur niet duidelijk. Traditionele uitkomstmaten voor hartfalen zoals linker ventrikel ejectie fractie, uithoudingsvermogen en overleving correleren over het algemeen slecht met aspecten van kwaliteit van leven (Johansson et al, 2004). Patiënten die in even ernstige mate ziek zijn, kunnen anders omgaan met hun situatie en er ook anders over oordelen. Een verlaagde kwaliteit van leven hangt wél samen met een hoger risico op heropname, morbiditeit en mortaliteit (Moser, 2002). Er is echter nog veel onderzoek op dit gebied nodig om deze belangrijke relaties verder uit te diepen, evenals de verklarende mechanismen (Moser & Worster, 2000) Samenvatting psychosociale problemen bij hartfalen Het feit dat de psychosociale problemen, bij een veel voorkomend ziektebeeld als hartfalen, nog relatief weinig onderwerp zijn geweest van onderzoek, wekt verwondering. Chronisch hartfalen verandert het hele leven (gezin, werk, bredere sociale context) en de aanpassing aan chronisch patiënt zijn kan gezien worden als een gradueel proces, voor zowel de patiënt als de gezinsleden. Van de patiënten met hartfalen ondervindt 43% tot 88% beperkingen in het dagelijks leven, vrouwen meer dan mannen, die zich meestal uitbreiden naarmate patiënten ouder worden of wanneer er gebrek is aan sociale steun. Verminderde mobiliteit kan leiden tot sociale isolatie. Uit onderzoek is consistent gebleken dat vooral ouderen ook cognitieve beperkingen kunnen hebben ten gevolge van hun hartfalen. Naar angst bij patiënten met hartfalen is nog zeer weinig onderzoek gedaan. Wel blijken patiënten zich zorgen te maken over de cardiale risico s bij seksuele activiteit. De prevalentie van depressie onder patiënten met hartfalen loopt (ten gevolge van verschillende instrumenten, populaties en definities) zeer uiteen, van 9% tot 78%. Daar waar onderscheid gemaakt wordt in de mate van depressie, wordt sub-syndromale depressie gevonden bij 22% tot 35% van de patiënten en klinische depressie bij 9% tot 37%. Uit onderzoek naar het verloop in de tijd bleek dat 22% van de patiënten bij ontslag uit het ziekenhuis klinische depressief was. Een half jaar later was 17% van de patiënten klinisch depressief (25% van degenen die depressief waren bij ontslag was dit nog steeds en vijf procent van degenen die toen niet depressief waren, was depressief geworden). Koenig vond dat meer dan 40% van de depressieve hartfalenpatiënten een jaar na ontslag nog steeds depressief was. Depressie vormt een risicofactor voor het niet opvolgen van medische adviezen ten aanzien van medicatie en leefstijl. Het aantal heropnamen is onder depressieve 14

15 patiënten significant hoger dan onder patiënten die niet depressief zijn, ook bezoeken depressieve patiënten vaker de polikliniek. Ten aanzien van de relatie met mortaliteit is nog geen definitieve conclusie te trekken. Naar schatting wordt minder dan 25% van de hartfalenpatiënten met een klinische depressie gediagnosticeerd en slechts ongeveer de helft van de gediagnosticeerde patiënten wordt behandeld. In een studie van Koenig kreeg 56% van de depressieve hartfalenpatiënten niet vaker psychotherapie of behandeling binnen de geestelijke gezondheidszorg dan de niet depressieve patiënten. Oorzaken hiervoor worden gezocht in de mogelijkheid dat artsen niet vragen naar symptomen van depressie, patiënten hun depressieve symptomen niet vermelden of dat er ten onrechte wordt gedacht dat depressie een normale reactie is. Onder patiënten met een depressie is de sociale steun vaak lager dan onder niet depressieve patiënten. Wanneer patiënten weinig sociale steun krijgen kan de depressie langer duren en is er meer kans op cardiale incidenten; bovendien worden patiënten vaker opgenomen dan wanneer er wel voldoende sociale steun is. Patiënten met hartfalen hebben consistent een significant lagere kwaliteit van leven dan de algemene populatie, maar ook lager dan andere chronisch zieke patiënten met bijvoorbeeld diabetes of kanker. Kwaliteit van leven wordt in toenemende mate gebruikt als uitkomstmaat bij interventies en er is samenhang gevonden met heropname, morbiditeit en mortaliteit. Er is echter nog veel onderzoek nodig naar deze relaties. 15

16 2.3 Instrumenten bij psychosociale problemen bij patiënten met hartfalen (Internationaal) In de verschillende studies is een grote verscheidenheid aan instrumenten gebruikt. Dit geldt vooral voor het meten van depressie en kwaliteit van leven. Deze verscheidenheid vormt een probleem bij het vergelijken van onderzoeksresultaten (MacMahon & Lip, 2002). Naast instrumenten voor depressie en kwaliteit van leven, zijn bij hartfalen instrumenten gevonden ten aanzien van: beperkingen in de dagelijkse activiteiten seksueel disfunctioneren sociale steun angst depressie kwaliteit van leven behoeften ten aanzien van kwaliteit van leven. Wanneer gegevens gevonden zijn over de betrouwbaarheid en de validiteit van instrumenten, wordt in dit rapport, wanneer het instrument beoordeeld is door de COTAN, de COTAN-beoordeling weergegeven (Evers, Van Vliet-Mulder, & Groot, 2002). Wanneer de beoordeling door anderen is uitgevoerd, wordt hiernaar gerefereerd als volgens de auteur(s), met de referentie van de betreffende auteur(s). Overigens is de betrouwbaarheid en de validiteit van de gebruikte instrumenten veelal niet specifiek voor patiënten met hartfalen onderzocht Instrument bij beperkingen in de dagelijkse activiteiten De beperkingen in de dagelijkse activiteiten zijn gemeten met een deel van de Health Scale for the Aged (Rosov & Breslau, 1966). Het onderdeel bestaat uit drie vragen: Kunt u zonder hulp de trap op en neer lopen naar tweede verdieping? Kunt u zonder hulp 750 meter lopen? Kunt u zonder hulp werkzaamheden rond het huis doen, zoals sneeuw ruimen, de ramen wassen, de wanden schoonmaken of de vloer dweilen? Instrument bij seksueel disfunctioneren Een consensuswerkgroep (DeBusk et al., 2000) heeft voor hartpatiënten, waaronder ook patiënten met hartfalen, een consensus ontwikkeld met aanbevelingen aan hartpatiënten ten aanzien van seksuele activiteit. Patiënten kunnen op basis van het risico op cardiale problemen dat zij lopen bij seksuele activiteiten worden ingedeeld in één van de drie risicogroepen, zie onderstaande tabel. 16

17 Laag risico Gemiddeld risico Asymptomatisch Minder dan drie risicofactoren voor coronaire hartziekten (CHD) Milde stabiele angina Na succesvolle revascularisatie Geen complicatie na hartinfarct Milde problemen met hartkleppen Hartfalen NYHA klasse I Drie of meer risicofactoren voor CHD (inclusief geslacht) Matige stabiele angina Twee tot zes weken na hartinfarct Hartfalen NYHA klasse II Niet cardiale problemen met arteriosclerose Hoog risico Instabiele angina Hypertensie die niet onder controle is Hartfalen NYHA klasse III of IV Hartinfarct minder dan twee weken geleden Risicovolle aritmie Hypertrofische of obstructieve Cardiomyopathie Matige tot ernstige klepproblemen. Behandeling door huisarts Eerste lijns therapieën Om de zes tot 12 maanden opnieuw inventariseren Extra cardiovasculaire evaluatie Restratificatie in laagrisicoof hoogrisico groep Doorverwijzing voor gespecialiseerde cardiovasculaire behandeling Behandeling van seksuele disfunctie pas nadat cardiale situatie is gestabiliseerd en afhankelijk van de aanbevelingen van de cardioloog. De hierin genoemde risicofactoren voor coronaire hartziekten zijn: leeftijd, geslacht, hypertensie, diabetes, obesitas, roken, verhoogd cholesterol, inactieve leefstijl. Deze richtlijn is volgens de auteurs uitdrukkelijk bedoeld om gebruikt te worden naast de normale cardiologische zorg en evaluatie en kan deze niet vervangen of veranderen Instrumenten bij sociale steun De aanwezigheid van sociale steun bij patiënten met hartfalen werd gemeten met behulp van de Medical Outcome Study Social Support Survey (Sherbourne & Steward, 1991). Dit is een korte vragenlijst (19 items, met antwoordmogelijkheden op een vijfpunt-schaal, lopend van nooit tot altijd), waarmee vier dimensies van sociale steun gemeten worden (emotionele/informatieve steun, praktische steun, affectie en sociale interactie) en een overall index van sociale steun. De schalen zijn betrouwbaar en stabiel over de tijd. Het instrument is betrouwbaar en heeft volgens de auteurs een goede constructvaliditeit. Door Krumholz et al. (1998) werd emotionele steun gemeten met de twee onderstaande vragen naar de omvang van het netwerk, die met ja, nee of geen behoefte aan steun beantwoord konden worden. De tweede vraag werd alleen gesteld als de eerste vraag met ja beantwoord werd. Kunt u op iemand kan rekenen voor emotionele steun? En zo ja, Op hoeveel mensen kunt u rekenen voor emotionele steun? 17

18 Instrumentele steun werd in dit onderzoek gemeten met twee vragen, die ook met ja, nee of geen behoefte aan hulp beantwoord konden worden. Ook hier werd de tweede vraag alleen gesteld als de eerste vraag met ja beantwoord werd. Als u extra hulp nodig hebt, kunt u dan op iemand rekenen om u te helpen met de dagelijkse taken, zoals boodschappen doen, schoonmaken, koken, telefoneren of ergens heen gaan? Op hoeveel mensen kunt u rekenen voor hulp? Ook werd gevraagd hoeveel sociale contacten de patiënt had, of ze getrouwd waren, of ze vrienden hadden en familie, of ze lid waren van een religieuze gemeenschap en of ze vrijwilligerswerk deden. Er zijn geen gegevens gevonden over de betrouwbaarheid of de validiteit van deze methode Instrument bij angst In de enige studie waarin de relatie tussen hartfalen en angst is onderzocht, is de State Trait Anxiety Inventory, STAI (Spielberger, Gorsuch, Lushene, Vagg, & Jacobs, 1983) gebruikt. Dit is volgens de auteurs een betrouwbare en valide vragenlijst, met 40 items, waarmee zowel state- als trait anxiety gemeten kan worden Instrumenten bij depressie Overeenkomstig de Diagnostic and Statistical Manual for Mental Disorders (DSM-IV) (American Psychiatric Association, 1994) moeten vijf of meer van de onderstaande negen diagnostische criteria aanwezig zijn, gedurende minstens twee weken, (bijna) elke dag om iemand als klinisch depressief te diagnosticeren. Bovendien moeten de symptomen een verandering teweeg brengen in eerder functioneren op sociaal, beroepsmatig of ander levensterrein, waarbij dit niet het directe gevolg is van drugs, medicijnen, ziekte of rouw. Van de eerste twee criteria moet er in elk geval één aanwezig zijn: 1. depressieve gemoedstoestand 2. verminderde interesse in alle of bijna alle plezierige dingen 3. significant gewichts (of eetlust) verlies of toename 4. slapeloosheid of te veel slapen 5. psychomotorische agitatie of retardatie 6. moeheid of verlies van energie 7. gevoelens van waardeloosheid of erge/ongepaste schuldgevoelens 8. problemen met denken of concentratie of besluiteloosheid 9. terugkerende gedachten aan dood, verheerlijking van suïcide of poging tot suïcide Een aantal instrumenten is door Guck, et al (2003) vergeleken met de negen diagnostische criteria voor depressie uit de DSM-IV. Waarbij de verschillende instrumenten hiermee in meer of mindere mate overlappen. Beck Depression Inventory, 21 items (Beck, Ward, Mendelson, Mock, & Erbaugh, 1961) bevat acht van de negen DSM criteria. De Nederlandse vertaling (Bouman, Luteijn, Albersnagel, & v.d. Ploeg, 1985) is betrouwbaar en heeft voldoende begripsvaliditeit (Evers et al., 2002). Center for Epidemiological Studies-Depression Scale, zeven items (Radloff, 1977) bevat zeven van de negen DSM criteria. De Nederlandse vertaling (Beekman, van Limbeek, Deeg, Wouters, & van Tilburg, 1994) is voldoende 18

19 betrouwbaar, maar er zijn te weinig gegevens over de validiteit (Evers et al., 2002). General Health Questionnaire (28 items) bevat drie van de negen DSM criteria. De Nederlandse vertaling (Koeter & Ormel, 1991) is voldoende betrouwbaar; de begripsvaliditeit en de criteriumvaliditeit zijn eveneens voldoende (Evers et al., 2002). Geriatric Depression Scale (GDS, Yesavage et al., 1982) (30 items) bevat zes van de negen DSM criteria. Het is volgens de auteurs een betrouwbare en valide instrument. Zung Self Rating Depression Scale, 20 items (Zung, 1965) bevat alle negen DSM criteria. De Nederlandse vertaling (Dijkstra, 1974a) is voldoende betrouwbaar en heeft voldoende begripsvaliditeit (Evers et al., 2002). Naast de bovengenoemde instrumenten worden genoemd: Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS) is een vragenlijst met 14 items, die zowel angst als depressie meet (Zigmond and Snaith, 1983). Het voordeel hiervan is dat er geen items over somatische symptomen zijn opgenomen. De Nederlandse vertaling (Spinhoven et al., 1997) is betrouwbaar, er zijn onvoldoende gegevens over de validiteit (Evers et al., 2002). Hamilton Depression Rating Scale (Hamilton, 1967) is een vragenlijst met 17 items, waarbij een patiënt als depressief geclassificeerd wordt bij een positieve score op 11 items of meer. De Nederlandse vertaling (Dijkstra, 1974b) is voldoende betrouwbaar en heeft voldoende constructvaliditeit (Evers et al., 2002). De DSM-IV criteria zijn diagnostische criteria, waarmee met behulp van een meer of minder gestructureerd interview een diagnose kan worden gesteld, bijvoorbeeld met het Diagnostic Interview Schedule DIS (Robins, Cottler, Bucholz, Compton, & Rourke, 2000). Bij gebruik van een instrument voor zelfrapportage, zoals de Geriatric Depression Scale (GDS), dat een screeningsinstrument is (Yesavage et al., 1982), worden over het algemeen hogere percentages depressieve patienten gevonden dan bij gebruik van een interview gebaseerd op diagnostische criteria. Bij vergelijking van beide methoden (Fulop et al., 2003), is gebleken dat er in 73% van de gevallen overeenstemming is over het al dan niet depressief zijn van patiënten en dat er in 26% van de gevallen verschil is. In de praktijk worden beslissingen om tot behandeling over te gaan gebaseerd op diagnostische criteria en niet op screening. De somatische symptomen van depressie vormen in sommige instrumenten een probleem, omdat ze tegelijkertijd symptomen zijn van hartfalen (zoals vermoeidheid, slapeloosheid of gewichtstoename). Bij gebruik van dergelijke vragenlijsten moet, bij meer marginale bevindingen van depressie, de nodige voorzichtigheid in acht worden genomen. Voorbeelden van dergelijke instrumenten zijn de Center for Epidemiological Studies-Depression Scale (CES-D) (Radloff, 1977), de General Health Questionnaire (GHQ) (Koeter & Ormel, 1991), de Zung Self Rating Depression Scale (Zung, 1965) Instrumenten bij kwaliteit van leven Het aantal instrumenten dat gebruikt wordt bij het meten van kwaliteit van leven bij patiënten met hartfalen is nog groter dan bij depressie. Het is van belang dat er een richtlijn komt voor het gebruik van deze instrumenten om homogeniteit te creëren in het meten van kwaliteit van leven (Johansson et al., 2004). Johansson et al. 19

20 analyseerden 33 publicaties, waarin 32 verschillende instrumenten gebruikt werden. Bij de kwaliteit van leven instrumenten kan een indeling worden gemaakt in enerzijds globaal, multidimensionaal of domein specifiek en anderzijds generiek of ziektespecifiek. De genoemde instrumenten worden gebruikt met verschillende intenties: om kwaliteit van leven te inventariseren of te beschrijven, om het resultaat van interventies te evalueren of om predictoren van en relaties met kwaliteit van leven te onderzoeken. In de onderstaande tabel zijn de instrumenten opgenomen die, conform het overzicht van Johansson et al., het meest werden gebruikt. Globaal Multidimensionaal Domein specifiek Generiek CLL 5/33* SF-36 13/33 SIP 2/33 QLI 2/33 Items SF-36 6/33 FSQ 5/33 POMS 3/33 DASI 2/33 PAIS 2/33 Symptoms 2/33 Ziekte MLwHF 9/33 specifiek CHFQ 3/33 HFFSI 2/33 * Aantal malen dat het instrument is gebruikt in de 33 geanalyseerde publicaties Generieke globale maat Cantril s Self-Anchoring Life Satisfaction Scale (CLL). Ladder met 10 stappen, de top representeert het best mogelijk leven en onderaan staat het slechtst mogelijke leven. Patiënten wordt gevraagd zichzelf op de ladder te plaatsen (Cantril, 1965). Gebruik: bij brede vergelijking tussen patiënten met hartfalen en patiënten met andere ziektebeelden of gezonde mensen. Generieke multidimensionale maten Medical Outcomes Study 36-item Short Form (SF-36) (Ware, & Sherbourne, 1992). Sickness Impact Profile (SIP) (Bergner, Bobbitt, Cartert, & Gilson, 1981). Meet gezondheidstoestand, gebaseerd op gedrag in 12 domeinen. Quality of Life Index (QLI) (Ferrans & Powers, 1992) meet kwaliteit van leven in termen van tevredenheid en belangrijkheid in vier domeinen. Gebruik: bij inventariseren of beschrijven van kwaliteit van leven bij patiënten met hartfalen en bij vergelijking tussen patiënten met hartfalen en patiënten met andere ziektebeelden of gezonde mensen. Ziektespecifieke instrumenten Minnesota Living with Heart Failure Questionnaire (MLwHF) (Rector, Kubo, & Cohn, 1987) Gebaseerd op beperkingen die door patiënten met hartfalen frequent worden ervaren, verdeeld over vier subschalen. Chronic Heart Failure Questionnaire (CHFQ), 20 items (Guyatt, Nogradi, & Halcrow, 1989). Heart Failure Functional Status Inventory (HFFSI) 25 items (Dracup, Walden, Stevenson, 1992). Gebruik: onder andere in klinisch onderzoek bij hartfalen, om het resultaat van interventies te meten; sensitief voor ziektespecifieke symptomen. 20

Kwaliteit van leven bij hartfalen: over leven of overleven. Eva Troe, MANP Verpleegkundig Specialist Catharina ziekenhuis

Kwaliteit van leven bij hartfalen: over leven of overleven. Eva Troe, MANP Verpleegkundig Specialist Catharina ziekenhuis Kwaliteit van leven bij hartfalen: over leven of overleven Eva Troe, MANP Verpleegkundig Specialist Catharina ziekenhuis Mijn wil is sterker dan mijn grens. (Paula Niestadt) Definitie kwaliteit van leven/qol

Nadere informatie

4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria

4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria 4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria Stappen 1 t/m 4 betreffen Depressie, stappen 5 en 6 betreffen Apathiesyndroom STAP 1. Bepaal of de volgende hoofdsymptomen voorkomen.

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

Samenvatting in Nederlands

Samenvatting in Nederlands * Samenvatting in Nederlands Samenvatting in Nederlands Dit proefschrift is gebaseerd op gegevens verkregen uit het FuPro-CVA onderzoek (Functionele Prognose bij een cerebrovasculair accident (of beroerte)).

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD Schrik om het hart! Center of Research on Psychology in Somatic diseases Promotoren: Peter de Jonge, PhD Johan Denollet, PhD Dr. Annelieke Roest Anxiety and Depression In Coronary Heart Disease: Annelieke

Nadere informatie

Prevalentie en impact van symptomen bij patiënten met hartfalen NYHA III/IV in een Zuid Afrikaans ziekenhuis

Prevalentie en impact van symptomen bij patiënten met hartfalen NYHA III/IV in een Zuid Afrikaans ziekenhuis Prevalentie en impact van symptomen bij patiënten met hartfalen NYHA III/IV in een Zuid Afrikaans ziekenhuis Ineke Lokker Project groep: M.E. Lokker MSc (NL), Dr L. Gwyther (UCT ZA), Professor R. Harding

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

Symptomen bij hartfalen 24 november M. Aertsen Verpleegkundig specialist hartfalen Diakonessenhuis Utrecht/Zeist

Symptomen bij hartfalen 24 november M. Aertsen Verpleegkundig specialist hartfalen Diakonessenhuis Utrecht/Zeist Symptomen bij hartfalen 24 november 2017 M. Aertsen Verpleegkundig specialist hartfalen Diakonessenhuis Utrecht/Zeist Hartfalen Hartfalen is een complex van klachten en verschijnselen bij een structurele

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Bespreken van prognose en einde van het leven op hartfalenpoli s in Zweden en Nederland

Bespreken van prognose en einde van het leven op hartfalenpoli s in Zweden en Nederland Bespreken van prognose en einde van het leven op hartfalenpoli s in Zweden en Nederland Martje van der Wal m.h.l.van.der.wal@umcg.nl Achtergrond Behandeling van (systolisch) hartfalen verbeterd Medicatie

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht

VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht GEDRAG: De wijze waarop iemand zich gedraagt, zijn wijze van doen, optreden

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hegeman, Annette Title: Appearance of depression in later life Issue Date: 2016-05-18

Nadere informatie

Kwetsbaarheid bij ouderen: een uitdaging Risicofactoren, meetinstrumenten en samenhangende zorg

Kwetsbaarheid bij ouderen: een uitdaging Risicofactoren, meetinstrumenten en samenhangende zorg Kwetsbaarheid bij ouderen: een uitdaging Risicofactoren, meetinstrumenten en samenhangende zorg In vergrijzende samenlevingen is de zorg voor het toenemende aantal kwetsbare ouderen een grote uitdaging

Nadere informatie

Samenvatting Deel I Onderzoeksmethodologie in onderzoek naar palliatieve zorg in instellingen voor langdurige zorg

Samenvatting Deel I Onderzoeksmethodologie in onderzoek naar palliatieve zorg in instellingen voor langdurige zorg Samenvatting Palliatieve zorg is de zorg voor mensen waarbij genezing niet meer mogelijk is. Het doel van palliatieve zorg is niet om het leven te verlengen of de dood te bespoedigen maar om een zo hoog

Nadere informatie

Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening

Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening 1. Wat is stress? 2. Een aandoening als oorzaak voor stress en psychosociale problematiek 3. Problematiek

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients

Nadere informatie

5-12-2012 WELKOM. Depressieve klachten en hulpbehoefte bij diabetes. De komende 45 minuten

5-12-2012 WELKOM. Depressieve klachten en hulpbehoefte bij diabetes. De komende 45 minuten WELKOM 5 december 2012 Depressieve klachten en hulpbehoefte bij diabetes Caroline Lubach: senior verpleegkundig consulent diabetes VUmc Anita Faber: research coördinator Diabetes Research Centrum, Hoogeveen

Nadere informatie

Ondersteunende zorg voor mensen met kanker

Ondersteunende zorg voor mensen met kanker Ondersteunende zorg voor mensen met kanker Máxima Oncologisch Centrum (MOC) Inleiding Als u van uw behandelend arts te horen krijgt dat u kanker heeft, krijgen u en uw naasten veel informatie en emoties

Nadere informatie

Stappenplan depressie

Stappenplan depressie Stappenplan depressie Vroegtijdige opsporing en behandeling van depressie bij zelfstandig wonende ouderen Stap 1: Screenen op depressie in de eerste lijn (kruis aan) GDS-2 1. Heeft u zich de afgelopen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

Vermoeidheid na kanker. Anneke van Wijk, GZ psycholoog Helen Dowling Instituut Utrecht

Vermoeidheid na kanker. Anneke van Wijk, GZ psycholoog Helen Dowling Instituut Utrecht Anneke van Wijk, GZ psycholoog Helen Dowling Instituut Utrecht Helen Dowling Instituut: Begeleiding bij kanker voor (ex-) kankerpatienten en hun naasten: Onder andere: Individuele begeleiding Lotgenotengroepen

Nadere informatie

Depressie na een beroerte

Depressie na een beroerte Afdeling: Onderwerp: 6B Neurologie 1 Voor wie is deze folder bedoeld? Deze informatiefolder is bedoeld voor zowel patiënten die in het Ikazia Ziekenhuis zijn opgenomen en/of hun naasten. Door middel van

Nadere informatie

Zelfmanagement: Van model naar praktijk

Zelfmanagement: Van model naar praktijk Zelfmanagement: Van model naar praktijk Jos van Erp Psycholoog/Programmacoördinator Hart voor Mensen Nederlandse Hartstichting j.v.erp@hartstiching.nl www.hartvoormensen.nl Indeling 1. Ingrediënten 2.

Nadere informatie

Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION

Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION Leven met epilepsie: Zelfmanagement Loes Leenen, MANP PhD trainee zelfmanagement Inleiding Achtergrond Zelfmanagement Zelfmanagement & Kwaliteit van leven

Nadere informatie

Informatie over de lastmeter

Informatie over de lastmeter Longgeneeskunde Informatie over de lastmeter www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud De lastmeter... 3 Waar kunt u terecht?... 4 Overzicht diverse hulpverleners binnen het ziekenhuis... 5 Vragen... 7 Contactgegevens...

Nadere informatie

Charlotte Penders, Verpleegkundig Specialist Marc Kamps, Medisch Maatschappelijk Werker 17 december 2014

Charlotte Penders, Verpleegkundig Specialist Marc Kamps, Medisch Maatschappelijk Werker 17 december 2014 Charlotte Penders, Verpleegkundig Specialist Marc Kamps, Medisch Maatschappelijk Werker 17 december 2014 Zorgpad Casus Cervixcarcinoom Follow up Supportive care Soorten zorg in de psychosociale ondersteuning

Nadere informatie

Hartrevalidatie. CNE 10 mei Anneke Venema-Vos Verpleegkundig coördinator hartrevalidatie Werkgroeplid hartrevalidatie van de NVHVV

Hartrevalidatie. CNE 10 mei Anneke Venema-Vos Verpleegkundig coördinator hartrevalidatie Werkgroeplid hartrevalidatie van de NVHVV Hartrevalidatie CNE 10 mei 2016 Anneke Venema-Vos Verpleegkundig coördinator hartrevalidatie Werkgroeplid hartrevalidatie van de NVHVV Definiëring van Hartrevalidatie het geheel aan activiteiten dat nodig,

Nadere informatie

Psychologie Inovum. Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers

Psychologie Inovum. Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers Psychologie Inovum Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers Waarom psychologie Deze folder is om bewoners, hun naasten en medewerkers goed te informeren over de mogelijkheden

Nadere informatie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie Diagnose en classificatie in de psychiatrie Klinische Validiteit Research Betrouwbaarheid Prof dr Bert van Hemert psychiater en epidemioloog Afdelingshoofd psychiatrie DBC Kosten-baten 2 Diagnosen in de

Nadere informatie

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift 153 SAMENVATTING Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift Angst en depressie zijn de meest voorkomende psychische stoornissen, de ziektelast is hoog en deze aandoeningen brengen hoge kosten met

Nadere informatie

Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van Atomoxetine

Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van Atomoxetine Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van Atomoxetine Atomoxetine is geïndiceerd voor de behandeling van aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding en theoretische achtergrond van de studie

Samenvatting. Inleiding en theoretische achtergrond van de studie Samenvatting Jaarlijks wordt in Nederland bij meer dan 57.000 personen kanker vastgesteld en sterven 37.000 personen aan deze ziekte. Dit maakt kanker, na hart- en vaatziekten, de belangrijkste doodsoorzaak

Nadere informatie

Patient-reported outcome measures (PROMs) in de cardiologie

Patient-reported outcome measures (PROMs) in de cardiologie Patient-reported outcome measures (PROMs) in de cardiologie De beroepsgroep is aan zet! Philip van der Wees NVVC, 5 april 2017 Opbouw 1. Wat zijn PROs en PROMs? 2. De PROM-toolbox 3. PROMs in de cardiologie:

Nadere informatie

HARTFALENREVALIDATIE (IPZ)

HARTFALENREVALIDATIE (IPZ) HARTFALENREVALIDATIE (IPZ) 17571 Inleiding Deze folder geeft u informatie over het poliklinisch hartfalen revalidatieprogramma IPZ (Intensieve Poliklinische Zorg). Heeft u hartfalen, dan komt u in aanmerking

Nadere informatie

Depressie na een hartinfarct en risico op nieuwe hartklachten

Depressie na een hartinfarct en risico op nieuwe hartklachten Depressie na een hartinfarct en risico op nieuwe hartklachten Marij Zuidersma Promotoren: Peter de Jonge, Johan Ormel, Henk Jan Conradi Interdisciplinary center for psychiatric epidemiology University

Nadere informatie

Omgaan met neuropsychologische gevolgen na NAH in de chronische fase. Henry Honné

Omgaan met neuropsychologische gevolgen na NAH in de chronische fase. Henry Honné Omgaan met neuropsychologische gevolgen na NAH in de chronische fase Henry Honné februari/maart 2017 Breincafés Midden-Limburg 1 Master Neurorehabilitation and Innovation cum laude, en fysiotherapeut.

Nadere informatie

GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD

GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD RESULTATEN ANALYSE 2014 GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD De Rughuis Methode heeft aangetoond dat de gezondheidstoestand en kwaliteit van leven bij patiënten met chronische rugklachten enorm kan toenemen.

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal

Nadere informatie

UITKOMSTEN WAT IS EEN UITKOMST? 30/04/2013. A is beter dan B? C is goedkoper dan D? Uitkomst = Het effect van een bepaalde interventie op

UITKOMSTEN WAT IS EEN UITKOMST? 30/04/2013. A is beter dan B? C is goedkoper dan D? Uitkomst = Het effect van een bepaalde interventie op UITKOMSTEN WAT IS EEN UITKOMST? A is beter dan B? C is goedkoper dan D? Mijn innovatie is beter dan de concurrentie Uitkomst = Het effect van een bepaalde interventie op Bijvoorbeeld: Mortaliteit Kwaliteit

Nadere informatie

Hartfalen : diagnose en definities

Hartfalen : diagnose en definities Hartfalen : diagnose en definities Dr. Flor Kerkhof Dr. Stefan Verstraete Dr. Filip De Vlieghere Cardiologie AZ Zeno hartfalensymposium Brugge 17/1/2019 Groei van hartfalen in Europa Prevalentie in Europa

Nadere informatie

NVAB-richtlijn blijkt effectief

NVAB-richtlijn blijkt effectief NVAB-richtlijn blijkt effectief Nieuwenhuijsen onderzocht de kwaliteit van de sociaal-medische begeleiding door bedrijfsartsen van werknemers die verzuimen vanwege overspannenheid, burn-out, depressies

Nadere informatie

STAPPENPLAN DEPRESSIE IN DE EERSTE LIJN

STAPPENPLAN DEPRESSIE IN DE EERSTE LIJN STAPPENPLAN DEPRESSIE IN DE EERSTE LIJN Vroegtijdige opsporing en behandeling van bij zelfstandig wonende ouderen. STAP 1: Screenen op in de eerste lijn (kruis aan). GDS-2 1. Hebt u zich de afgelopen maand

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Registratierichtlijn. E003 Beroepsgebonden depressie

Registratierichtlijn. E003 Beroepsgebonden depressie Nederlands Centrum voor Beroepsziekten Coronel Instituut AMC/UvA Postbus 22660 1100 DD Amsterdam tel. 020 566 5387 e mail: ncvb@amc.nl 2 CAScode: P652 Van deze richtlijn is een achtergronddocument Omschrijving

Nadere informatie

Hart voor uw kind en zijn/haar kwaliteit van leven

Hart voor uw kind en zijn/haar kwaliteit van leven Hart voor uw kind en zijn/haar kwaliteit van leven 1 nov 08, Soest Mascha Kamphuis Voorstellen Jeugdarts, consultatiebureau De Lier Onderzoeker TNO Promotie KvL en hart (2002) Medisch technisch wetenschappelijk

Nadere informatie

3.3 Delirium. herkend wordt. Onduidelijk is in hoeveel procent het delirium niet, of niet volgens de gangbare richtlijnen, behandeld wordt.

3.3 Delirium. herkend wordt. Onduidelijk is in hoeveel procent het delirium niet, of niet volgens de gangbare richtlijnen, behandeld wordt. 3.3 Delirium Delirium is waarschijnlijk de meest voorkomende neuropsychiatrische stoornis in het algemeen en academisch ziekenhuis, met een prevalentie van 15 tot 50 procent bij opgenomen oudere patiënten.

Nadere informatie

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2007

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2007 Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 27 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt (M. Heijmans, NIVEL, Oktober 27). LEVEN MET COPD VRAAGT OM LEF

Nadere informatie

SCHEMA I: OVERZICHT ONCOLOGISCHE REVALIDATIE

SCHEMA I: OVERZICHT ONCOLOGISCHE REVALIDATIE SCHEMA I: OVERZICHT ONCOLOGISCHE REVALIDATIE SIGNALERING EN VERWIJZING INTAKE EN EVALUATIE ONCOLOGISCHE REVALIDATIE Gesprek plus lastmeter: Emotionele problemen Vermoeidheid Lichamelijke / functionele

Nadere informatie

Stadia chronische nierschade

Stadia chronische nierschade Factsheet Nieren en nierschade deel 3 Nierschade vraagt om continue alertheid en aandacht van de behandelaar Nierfunctie en eiwitverlies: voorspellers van complicaties Stadia chronische nierschade Nierschade

Nadere informatie

24 september 2015. Van harte welkom!

24 september 2015. Van harte welkom! 24 september 2015 Van harte welkom! Programma 20.00: Welkom Wendy de Valk, verpleegkundig specialist cardiologie 20.10: Het vrouwenhart. Is er verschil tussen mannen en vrouwen? Mw. A. Lubbert-Verberkmoes,

Nadere informatie

Helpt internettherapie bij depressieve klachten?

Helpt internettherapie bij depressieve klachten? Wetenschappelijk onderzoek naar diabetes in het VUmc, wat heeft u eraan? Helpt internettherapie bij depressieve klachten? Drs. Kim van Bastelaar Lifestyle, Overweight and Diabetes Afdeling Medische Psychologie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Chronische nierschade: hoe vaak, stadia en risico s

Chronische nierschade: hoe vaak, stadia en risico s Factsheet Nieren en nierschade deel 3 Nierschade vraagt om continue alertheid en aandacht van de behandelaar Nierfunctie en eiwitverlies: voorspellers van complicaties Chronische nierschade: hoe vaak,

Nadere informatie

Gezond ouder met een verstandelijke beperking: specialistische zorg voor hoog-risicogroepen

Gezond ouder met een verstandelijke beperking: specialistische zorg voor hoog-risicogroepen Gezond ouder met een verstandelijke beperking: specialistische zorg voor hoog-risicogroepen Prof Dr Heleen Evenhuis Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten Afd Huisartsgeneeskunde Erasmus MC Rotterdam

Nadere informatie

Risicominimalisatie-materiaal over de risico s van atomoxetine voor zorgverleners

Risicominimalisatie-materiaal over de risico s van atomoxetine voor zorgverleners Risicominimalisatie-materiaal over de risico s van atomoxetine voor zorgverleners Atomoxetine 2/6 RISICOMINIMALISATIE-MATERIAAL OVER DE RISICO S VAN ATOMOXETINE VOOR ZORGVERLENERS Dit materiaal beschrijft

Nadere informatie

Ouderen en verslaving Dick van Etten Verpleegkundig Specialist GGZ Centrum Maliebaan

Ouderen en verslaving Dick van Etten Verpleegkundig Specialist GGZ Centrum Maliebaan Ouderen en verslaving Dick van Etten Verpleegkundig Specialist GGZ Centrum Maliebaan U moet de bakens verzetten en noch sterke drank, noch bier meer gebruiken: houdt u aan een matig gebruik van een redelijke

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden.

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden. Samenvatting In hoofdstuk 1 hebben we het belang en het doel van het onderzoek in dit proefschrift beschreven. Wereldwijd vormen hart- en vaatziekten (HVZ) de belangrijkste oorzaak van sterfte. Volgens

Nadere informatie

CoRPS Kwaliteit van leven data verzamelen endelen met de PROFILES registratie: dikkedarmkanker als voorbeeld Center of Research on Psychology in Somatic diseases Dr. Floortje Mols - Tilburg University

Nadere informatie

Ondersteuning bij de diagnose kanker (de lastmeter)

Ondersteuning bij de diagnose kanker (de lastmeter) ndersteuning bij de diagnose kanker (de lastmeter) De diagnose kanker kan grote impact op u en uw naaste(n) hebben. De ziekte en de behandeling kunnen niet alleen lichamelijke klachten met zich meebrengen,

Nadere informatie

Leven met een amputatie. Chris Leegwater Vinke Psycholoog

Leven met een amputatie. Chris Leegwater Vinke Psycholoog Leven met een amputatie Chris Leegwater Vinke Psycholoog Amputatie 2 Amputatie is voor de geamputeerde meestal een ernstig trauma, niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk. Naast het verlies van de

Nadere informatie

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Vitale Vaten Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Dé Gezonde regio: waar? Dé Gezonde regio: wie? Verleiden Opbouw presentatie Inleiding hart- en vaatziekten Project Vitale Vaten Gorinchem

Nadere informatie

Signaleren, volgen en verdiepen. Werk in uitvoering

Signaleren, volgen en verdiepen. Werk in uitvoering Signaleren, volgen en verdiepen Werk in uitvoering Everlien de Graaf Verpleegkundige, Verplegingswetenschapper, Promovenda Hospicezorg & Symptomen en klachten van patiënten Expertise centrum Palliatieve

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Samenvatting In de diagnose en prognose van hartfalen hebben B-type Natriuretisch Peptide (BNP) en N-terminaal probnp (NT-proBNP) in de afgelopen jaren hun waarde bewezen. Tegenwoordig

Nadere informatie

De gevolgen van een verminderd werkvermogen voor duurzame inzetbaarheid

De gevolgen van een verminderd werkvermogen voor duurzame inzetbaarheid De gevolgen van een verminderd werkvermogen voor duurzame inzetbaarheid Tilja van den Berg & Lex Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC, Rotterdam Aanleiding Zorgsector Aanleiding

Nadere informatie

Zijn distress en ziektestatus gerelateerd aan lichamelijke en emotionele problemen bij vrouwen met ovariumkanker?*

Zijn distress en ziektestatus gerelateerd aan lichamelijke en emotionele problemen bij vrouwen met ovariumkanker?* Zijn distress en ziektestatus gerelateerd aan lichamelijke en emotionele problemen bij vrouwen met ovariumkanker?* Floor Ploos van Amstel, RN, MSc, verpleegkundig expert, afd. Medische Oncologie Maaike

Nadere informatie

De Lastmeter. Hoeveel last heeft u van problemen, klachten en zorgen? Oncologie

De Lastmeter. Hoeveel last heeft u van problemen, klachten en zorgen? Oncologie 00 De Lastmeter Hoeveel last heeft u van problemen, klachten en zorgen? Oncologie 1 Kanker is een ziekte die uw leven ingrijpend kan verstoren. De ziekte en behandeling kunnen niet alleen lichamelijke

Nadere informatie

KWETSBAARHEID VAN OUDEREN

KWETSBAARHEID VAN OUDEREN KWETSBAARHEID VAN OUDEREN MET HARTFALEN 20 november 2015 Robbert Gobbens Inholland, Zonnehuisgroep Amstelland INLEIDING Persbericht Den Haag, 4 februari 2011 Kwart van de 65-plussers kwetsbaar - Ruim een

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Dit proefschrift behandelt de relatie tussen lichamelijke beperkingen en kwaliteit van leven en het effect van sociale steun op deze relatie bij patiënten die sinds kort reumatoïde artritis hebben. Reumatoïde

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands 137 Sinds de jaren zeventig daalt de sterfte aan een beroerte, terwijl de incidentie ongeveer gelijk is gebleven. Uit een scenario-analyse

Nadere informatie

MAPPING STUDIE. Anne van den Brink. Specialist Ouderengeneeskunde, Junior Onderzoeker

MAPPING STUDIE. Anne van den Brink. Specialist Ouderengeneeskunde, Junior Onderzoeker MAPPING STUDIE Anne van den Brink Specialist Ouderengeneeskunde, Junior Onderzoeker UKON symposium 7 april 2016 A study on the characteristics, care needs and quality of life of patients with both Mental

Nadere informatie

Psychofysiologische begeleiding zinvol bij SOLK. (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijk Klachten)

Psychofysiologische begeleiding zinvol bij SOLK. (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijk Klachten) Psychofysiologische begeleiding zinvol bij SOLK. (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijk Klachten) Eveline Kempenaar Algemene Leden Vergadering VDV november 2012 In het nieuws! 1 Definitie SOLK Lichamelijke

Nadere informatie

SAMENVATTING Depressie en verzuim Voorspellers voor verzuim en werkhervatting hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

SAMENVATTING Depressie en verzuim Voorspellers voor verzuim en werkhervatting hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Samenvatting SAMENVATTING SAMENVATTING Depressie en verzuim Ongeveer 15% van de Nederlandse bevolking krijgt eens in zijn of haar leven een depressie. Het hebben van een depressie beïnvloedt het leven

Nadere informatie

Het aanpassingsproces na confrontatie met een hart- of vaataandoening

Het aanpassingsproces na confrontatie met een hart- of vaataandoening Auteur: Jos van Erp j.v.erp@hartstichting.nl Het aanpassingsproces na confrontatie met een hart- of vaataandoening Maakbaarheid en kwetsbaarheid Dood gaan we allemaal. Deze realiteit komt soms sterk naar

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

Oncologie. Lastmeter

Oncologie. Lastmeter 1/5 Oncologie Lastmeter Inleiding Bij u is kanker geconstateerd. Tijdens of na uw ziekte kunt u te maken krijgen met situaties waar u geen raad mee weet, ook wanneer de behandeling al langer geleden is.

Nadere informatie

samenvatting 127 Samenvatting

samenvatting 127 Samenvatting 127 Samenvatting 128 129 De ziekte van Bechterew, in het Latijn: Spondylitis Ankylopoëtica (SA), is een chronische, inflammatoire reumatische aandoening die zich vooral manifesteert in de onderrug en wervelkolom.

Nadere informatie

Eenzaamheid bij ouderen Brede conferentie Transformatie 6 maart Rianne van der Meer, klinisch geriater Groene Hart Ziekenhuis

Eenzaamheid bij ouderen Brede conferentie Transformatie 6 maart Rianne van der Meer, klinisch geriater Groene Hart Ziekenhuis Eenzaamheid bij ouderen Brede conferentie Transformatie 6 maart 2018 Rianne van der Meer, klinisch geriater Groene Hart Ziekenhuis Eenzaamheid bij ouderen Casus Ouderen en eenzaamheid Eenzaamheid herkennen

Nadere informatie

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Van DSM IV naar DSM 5 DSM IV - somatisatie stoornis, - somatoforme

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 12 Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene inleiding en beschrijft de achtergronden en het doel van dit proefschrift. Met het stijgen van de leeftijd nemen de incidentie en prevalentie van hart- en vaatziekten

Nadere informatie

Hartrevalidatieprogramma

Hartrevalidatieprogramma Hartrevalidatieprogramma Uw cardioloog heeft u aangemeld voor het hartrevalidatieprogramma van Flow, een samenwerkingsverband tussen Máxima Medisch Centrum en het Catharina Ziekenhuis. Dit programma start

Nadere informatie

Psychologische ondersteuning en behandeling bij interstitiële longaandoeningen

Psychologische ondersteuning en behandeling bij interstitiële longaandoeningen Psychologische ondersteuning en behandeling bij interstitiële longaandoeningen 1 oktober 2014 Marielle van den Heuvel, Gezondheidszorgpsycholoog Afdeling Medische Psychologie Orbis Medisch Centrum Inhoud

Nadere informatie

Samenvatting Richtlijn

Samenvatting Richtlijn Samenvatting Richtlijn Aanpassingsstoornis bij patiënten met kanker Multidisciplinaire richtlijn ter ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering van zorgverleners, gericht op patiënten met kanker en/of

Nadere informatie