Diabetes zorgtraject in de (huisartsen)praktijk:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Diabetes zorgtraject in de (huisartsen)praktijk:"

Transcriptie

1 Diabetes zorgtraject in de (huisartsen)praktijk: kwalitatieve studie naar bevorderende en belemmerende factoren voor artsen en patiënten bij het instappen in een Zorgtraject Diabetes. Ward RIGAUX, Universiteit Antwerpen Silke DE CLEYN, Katholieke Universiteit Leuven Promotor: Prof. Dr. Johan WENS, Universiteit Antwerpen Co-promotor: Dr. Johan DEWACHTER, Universiteit Antwerpen Master of Family Medicine Masterproef Huisartsgeneeskunde

2 ABSTRACT Context: Het Zorgtraject Diabetes trad op 1 september 2009 in werking, als antwoord op de groeiende nood om de huisartsgeneeskunde af te stellen op chronische hulpverlening. Het heeft de intentie om de kloof tussen de werkelijke diabeteszorg en de optimale, theoretische opvolging te verkleinen. Enkele pilootprojecten waren veelbelovend. Vanuit de media, lokale netwerken en huisartsenpraktijken ontvangen we evenwel dubbelzinnige signalen. We merken dat er in de praktijk grote individuele en regionale verschillen bestaan in het succes van dit zorgtraject. Naast de voordelen die een zorgtraject theoretisch kan bieden, bestaan er ook drempels die een belangrijke factor zijn in het al dan niet opstarten van een Zorgtraject Diabetes. Onderzoeksvraag: Wat zijn belemmerende en bevorderende factoren bij artsen en patiënten bij de opstart van een Zorgtraject Diabetes? Wat kan er gedaan worden om een concrete belemmerende factor zo te kneden dat de drempel voor het opstarten van een Zorgtraject Diabetes verlaagd wordt? Methode: Er werd een literatuurzoektocht verricht naar het Chronische Zorgmodel, dat aan de basis ligt van de ontwikkeling van het Zorgtraject Diabetes. Deze analyse stelde ons in staat om vervolgens een kwalitatief explorerend onderzoek in te stellen. Hiervoor werd gebruik gemaakt van focusgroepen met huisartsen en patiënten. De data werden verwerkt door inhoudelijke codering van de quotes en gegroepeerd tot thema s, waardoor een taxonomie ontstond. Op basis hiervan werden barrières en bevorderende factoren geformuleerd. Parallel hiermee werden tevens enquêtes opgesteld, gebaseerd op het Chronische Zorgmodel. Hiermee werd de perceptie van huisartsen en patiënten van het huidige zorgtraject geëvalueerd. Zo biedt deze studie een evaluatie-instrument aan voor vervolgonderzoek. Resultaten: In totaal namen 25 huisartsen en 15 patiënten deel aan de verschillende focusgroepen. Vanuit de focusgroepen wordt het Zorgtraject Diabetes als een positieve evolutie ervaren door het aanbieden van een structuur waarbinnen de opvolging van de patiënten kan plaatsvinden. Maatschappelijk wordt een verhoogde aandacht voor chronische zorg en empowerment van de patiënt waargenomen. Maar verandering vraagt tijd en geld. Informaticasystemen en communicatiekanalen blijken ontoereikend om een vlotte doorstroming van gegevens te garanderen. Bovendien worden administratieve belasting, het gebrek aan praktijkondersteuning bij vele huisartsen en tijdsgebrek aangehaald als belangrijke hinderpalen bij de opstart van het zorgtraject. Ook de grijze zone betreffende de inclusiecriteria vergt duiding. Het centraliseren van de zorg in ruimte en tijd zou volgens de deelnemers van het onderzoek de eerstelijnszorg bevorderen. De multidisciplinaire samenwerking wordt positief onthaald door de meeste artsen en patiënten. Initiatieven zoals de ondersteuning voor huisartsen vanuit de lokale kring en het educatieboek voor patiënten worden geprezen. De financiële voordelen die het zorgtraject biedt, worden ervaren als een stimulans. Vooral de materialen voor zelfzorg, zoals de meetstrips, motiveren de patiënt om bij te dragen aan zijn/haar eigen zorg. De balans tussen hiaten in aangereikte informatie en een overmaat aan voorlichting van de patiënt is een evenwichtsoefening. Er dient voldoende aandacht te zijn voor het bio-psycho-sociale totaalpakket. Patiënten pleiten ervoor om partners mee te betrekken in de educatie. Het grootste obstakel in de multidisciplinaire samenwerking is het gebrek aan bekendheid met andere eerstelijnsspelers zoals educatoren. Dit doet artsen neigen naar de vertrouwde samenwerking met de tweede lijn. Voortdurende bijscholing en streven naar kwalitatieve zorg is nodig om het zorgtraject te doen slagen. Goede afspraken omtrent ieders takenpakket met voldoende communicatie en overleg zijn nodig om de samenwerking te doen slagen. De meeste huisartsen hebben voorlopig slechts een beperkte ervaring met het zorgtraject kunnen opbouwen. De vaardigheid waarmee met het zorgtraject wordt gewerkt, kan nog verder verbeterd worden. Conclusie: Het Zorgtraject Diabetes betreft een relatief nieuw initiatief, dat de evolutie van de huisartsgeneeskunde naar meer chronische dienstverlening aankondigt. De ervaring van huisartsen en patiënten met de multidisciplinaire aanpak is vaak nog beperkt. Bij de opstart dienen enkele barrières overwonnen te worden. Toch kunnen we concluderen dat de globale perceptie van het Zorgtraject Diabetes door zowel huisartsen als patiënten positief uitdraait. 1

3 INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 4 LITERATUURONDERZOEK: HET CHRONISCHE ZORGMODEL VOLGENS WAGNER... 5 ZOEKVRAAG... 5 ZOEKSTRATEGIE... 5 RESULTATEN... 5 VERANTWOORDING VAN DE ONDERZOEKSMETHODIEK / METHODOLOGIE... 9 STUDIEOPZET... 9 ENQUÊTE FOCUSGROEPEN GEGEVENSANALYSE ENQUÊTE FOCUSGROEPEN RESULTATEN FOCUSGROEPEN MET ARTSEN ZORGPROGRAMMA MULTIDISCIPLINAIRE TEAM PATIËNT SOCIALE CONTEXT ORGANISATORISCHE, ADMINISTRATIEVE EN ECONOMISCHE CONTEXT SUGGESTIES TOT VERBETERING FOCUSGROEPEN MET PATIËNTEN ZORGPROGRAMMA MULTIDISCIPLINAIRE TEAM PATIËNT SOCIALE CONTEXT ORGANISATORISCHE, ADMINISTRATIEVE EN ECONOMISCHE CONTEXT SUGGESTIES TOT VERBETERING

4 DISCUSSIE BEPERKINGEN VAN DE STUDIE HUISARTSENGROEP PATIËNTENGROEP STERKTES VAN DE STUDIE BESPREKING VAN DE STUDIE FOCUSGROEP MET HUISARTSEN FOCUSGROEP MET PATIËNTEN RAAKPUNTEN EN CONTRASTEN BESLUIT DANKWOORD REFERENTIES BIJLAGEN BIJLAGE 1: TOTSTANDKOMING MASTERPROEF: SAMENWERKING TUSSEN ONDERZOEKERS BIJLAGE 2: LITERATUURONDERZOEK: ZOEKSTRATEGIE BIJLAGE 3: INFORMATIE VOOR HUISARTSEN: OPROEP TOT DEELNAME AAN STUDIE BIJLAGE 4: INFORMATIE VOOR PATIËNTEN: OPROEP TOT DEELNAME AAN STUDIE BIJLAGE 5: DOCUMENTEN BIJ AANVANG VAN DE FOCUSGROEP VOOR HUISARTSEN BIJLAGE 6: DOCUMENTEN BIJ AANVANG VAN DE FOCUSGROEP VOOR PATIËNTEN BIJLAGE 7: DRAAIBOEK FOCUSGROEPEN HUISARTSEN: GESTANDAARDISEERDE VRAGENLIJST BIJLAGE 8: DRAAIBOEK FOCUSGROEPEN PATIËNTEN: GESTANDAARDISEERDE VRAGENLIJST BIJLAGE 9: GEGEVENSANALYSE ENQUÊTES: ENKELFREQUENTIES

5 INLEIDING In onze westerse maatschappij neemt het aantal patiënten met een chronische aandoening razendsnel toe. Daarentegen kent de huisartsgeneeskunde een lange traditie van acuut georiënteerde dienstverlening. Onze zorgsystemen zijn van oudsher georganiseerd om snel en efficiënt te reageren bij een acute ziekte. Hierbij lag de focus op een onmiddellijke diagnose en aanpak. Chronische ziekten zoals diabetes mellitus type 2 vergen een fundamenteel andere aanpak. We zien de huisartsgeneeskunde dan ook evolueren; er wordt getracht een antwoord te formuleren op deze nieuwe noden. Recente vorderingen zoals het Zorgtraject Diabetes zijn hier een voorbeeld van. Dit zorgtraject voor patiënten met diabetes mellitus type 2 trad op 1 september 2009 in werking, met een viervoudig doel (1): - de aanpak, behandeling en opvolging van de patiënt te coördineren en op maat te plannen. - de dialoog te stimuleren met de patiënt zodat hij zo goed mogelijk inzicht krijgt en actief participeert in zijn ziekte en in de opvolging ervan; en dit door middel van een persoonlijk zorgplan. - een verbeterde samenwerking tussen de verschillende gezondheidsmedewerkers te bekomen om de behandeling van deze chronische diabetespatiënten te optimaliseren. - de kwaliteit van de zorg te optimaliseren. Dit alles heeft de intentie om de kloof tussen de werkelijke diabeteszorg en de optimale, theoretische opvolging te verkleinen. De zorg voor mensen met diabetes mellitus type 2 weerspiegelt de complexiteit van chronische zorg: niet alleen klachten van de patiënt, maar ook preventie en vroegdetectie van complicaties dienen in het oog te worden gehouden. Bovendien wordt de patiënt bij voorkeur mee geactiveerd om te participeren in zijn zorg. Dit vraagt een goede organisatie van de geneeskunde waarin multifactorieel en multidisciplinair gewerkt kan worden (2). Enkele pilootprojecten in het Leuvense en in Aalst waren veelbelovend (3,4,5). Vanuit de media, lokale netwerken en huisartsenpraktijken ontvangen we evenwel dubbelzinnige signalen. We merken dat er in de praktijk ook grote individuele en regionale verschillen bestaan in het succes van dit zorgtraject. Naast de voordelen die een zorgtraject theoretisch kan bieden, bestaan er drempels die een belangrijke factor zijn in het al dan niet opstarten van een Zorgtraject Diabetes. Zowel deze positieve als negatieve argumenten trachtten we via een kwalitatief focusgroeponderzoek aan het licht te brengen. De huisartsenkring Pallieterland en omgeving liet uitschijnen dat zij zich graag coöperatief zou opstellen voor dit kwaliteitsverbeterend project. Het bood ons een ingangspoort voor 4

6 deze studie. Vanuit de huisartsenkring werd met een dubbele focus gewerkt. Zo brachten we zowel huisartsen als patiënten bijeen in afzonderlijke onderzoeksgroepen om hun ervaringen te exploreren. Deze kwalitatieve insteek vormt de kern van dit onderzoek. Dit stelde ons in staat om bestaande ideeën en opvattingen aangaande het Zorgtraject Diabetes aan het licht te brengen. Dit alles heeft het doel om verbetering in de werking van het Zorgtraject Diabetes te bekomen op zowel praktijk- als regionaal niveau. Deze masterproef is het resultaat van een samenwerking tussen twee huisartsen-in-opleiding, die beiden werkzaam zijn in de betrokken huisartsenkring. Er werd gedurende het hele project intensief samengewerkt. Zowel voor de uitvoering van de focusgroep als voor de verdere analyse stond deze coöperatie en het voortdurende aftoetsen van de resultaten garant voor kwaliteitscontrole. Voor een gedetailleerde beschrijving van de afzonderlijke bijdragen van beide onderzoekers verwijzen we naar bijlage 1. LITERATUURONDERZOEK: HET CHRONISCHE ZORGMODEL VOLGENS WAGNER ZOEKVRAAG Het beleid dat ontwikkeld werd in het Zorgtraject Diabetes vindt zijn oorsprong in het chronische zorgmodel zoals voorgesteld door E. Wagner. Om de idee hierachter beter te kunnen begrijpen, gingen we in de literatuur op zoek naar dit theoretische zorgmodel, en de manier waarop deze verweven zit in de verschillende elementen van het Zorgtraject Diabetes. ZOEKSTRATEGIE Er werd gebruik gemaakt van CEBAM en Pubmed databanken, waarin de onderzoekers onafhankelijk van elkaar met de zoektermen diabetes, chronic care model, Wagner en/of Belgium aan de slag gingen. Voor een gedetailleerde zoekstrategie en de aangewende criteria verwijzen we naar bijlage 2. Bovendien gebruikten we ook rechtstreeks de onderzoeksrapporten van de pilootprojecten in Aalst en Leuven, hetgene bijkomende artikels opleverde (2,3,4,5). RESULTATEN Volgens E. Wagner wordt kwalitatieve chronische zorg gekenmerkt door productieve interacties tussen hulpverleners en patiënt, waarin voorzien wordt in evaluaties, ondersteuning voor zelfmanagement, optimalisatie van de therapie en follow-up (zie figuur 1). De interactie heeft meer kans om productief te zijn wanneer patiënten actief en geïnformeerd bij hun zorg betrokken worden. 5

7 Veel chronisch zieke mensen worstelen met zowel de lichamelijk alsook psychologische en sociale gevolgen van hun ziekte. Medische opvolging moet ervoor zorgen dat chronisch zieken over de kennis, het vertrouwen en de vaardigheden beschikken om hun eigen gezondheidstoestand mee te coördineren en actief mee een zorgplan te ondersteunen. Hierbij is een goede samenwerking tussen de verschillende hulpverleners en de patiënt een vereiste en dient de zorg in te spelen op de individuele behoeften van de patiënt. Aan de andere kant moeten de hulpverleners beschikken over de nodige deskundigheid, tijd en middelen. Uit onderzoek blijkt dat aanpassingen in de zorgverlening gebaseerd op het chronische zorgmodel een verbeterde zorg voor patiënten met diabetes tot stand kunnen brengen. Dit resulteert in zowel verbeterde uitkomstmaten bij de diabetici en in verminderde kosten van de gezondheidszorg. Het chronische zorgmodel heeft dus potentieel om de hulpverlening te verbeteren. Toch zijn er ook obstakels die dienen overwonnen te worden en die verhinderen dat het succes van dit model kan veralgemeend worden (6,7). figuur 1: het chronische zorgmodel (Chronic Care Model) volgens E. Wagner 6

8 Het model beschrijft zes belangrijke pijlers waarop interventies dienen te steunen: 1. Ondersteuning van de zelfzorg (self-management support) 2. Organisatie van de hulpverlening (delivery system design) 3. Ondersteuning van beslissingen (decision support) 4. Klinische informatiesystemen (clinical information systems) 5. Maatschappelijke ondersteuning (community resources & policies) 6. Organisatie van de gezondheidszorg (health system) Ondersteuning van de zelfzorg omvat het informeren en educeren van de patiënten, zodat ze zelf in staat worden gesteld om een actieve rol op te nemen in de behandeling van hun aandoening. Faciliterend hierbij zijn het ter beschikking stellen van materialen (zoals zelfcontrolemateriaal, websites en literatuur) en van deskundigen (zoals educatoren) (2). Bij deze ondersteuning blijkt het niet zozeer belangrijk om de patiënt te onderrichten in de ziekte en de behandeling ervan, dan wel om zijn vertrouwen en vaardigheden in het beheer van hun toestand te optimaliseren. Interventies waarbij de nadruk ligt op empowerment en zelf-management zijn bewezen effectief en werpen een nieuw licht op de ondersteuning van de patiënt (8). De organisatie van de hulpverlening vraagt om een systeem waarin de taken kunnen worden gedelegeerd binnen een team van zorgverleners, zodat expertise en tijd optimaal benut kunnen worden om de zieke te ondersteunen in zijn zelfzorg. Dit vereist ook de nodige communicatie tussen de verschillende disciplines, zodat de complementariteit van de hulpverleners kan worden geoptimaliseerd. Ook een efficiënte praktijkorganisatie van de huisarts draagt bij tot een succesvolle samenwerking. Binnen het Zorgtraject Diabetes werd een zorgprotocol ontwikkeld, dat als leidraad dient voor taakverdeling (2,8). Hulpverleners dienen voldoende ondersteund te worden om adequaat aan de noden van een kwaliteitsvolle chronische zorg te kunnen voldoen. Dit kan door middel van richtlijnen, navorming en inbreng van specialistische kennis (2). Richtlijnen zijn nuttige aanknopingspunten, maar deze zullen slechts de kwaliteit van de zorg verbeteren indien zij geïntegreerd worden in de structuur van de patiëntenzorg door middel van navorming of praktijkgerelateerde hulpmiddelen (8). In de praktijk zijn informatiesystemen nodig die toegang verlenen tot actuele en relevante data over zowel individuele patiënten als groepen van patiënten. Hierdoor kunnen hulpverleners patiënten met specifieke noden oproepen, een zorgplan opstellen, gegevens uitwisselen met andere hulpverleners en remindersystemen invoeren. Een goede (her)evaluatie en bijsturing van een zorgprogramma is slechts mogelijk als de nodige gegevens vlot beschikbaar zijn (2,8). 7

9 Maatschappelijke verschuivingen, waarin de drempel tot multidisciplinaire samenwerking wordt verlaagd, maken het mogelijk om een verscheidenheid aan diensten en middelen in te schakelen en zo de zorg te verbeteren. Huisartsenkringen en andere organisaties van hulpverleners bieden een toegangspoort om samenwerkingsinitiatieven zoals het Zorgtraject Diabetes aan de man te brengen. Er kan ook aansluiting worden gezocht bij andere initiatieven zoals patiëntenverenigingen of lifestyleprogramma s (2,8). Het welslagen van deze vernieuwde setting van de zorg is slechts mogelijk wanneer er vanuit de organisatie van de gezondheidszorg ondersteunende maatregelen, geschikte stimulansen en strategieën ontwikkeld worden om de noodzakelijke veranderingen in de zorgverlening te ondersteunen (2). Zichtbare bijstand en aanmoediging tot kwaliteitsverbetering van de chronische zorg door beleidvoerders zijn een belangrijke voorspeller van succes. Omgekeerd voorspellen gebrek aan leiderschap en ondersteuning een mislukking. Gezien huisartsen een belangrijke rol spelen in het verstrekken van zorg aan patiënten met een chronische ziekte zoals diabetes, is het noodzakelijk hen actief te betrekken bij initiatieven zoals het zorgtraject. Pas wanneer artsen hun schouders mee onder dit project zetten en een leidende rol spelen in de verdere evolutie, kan succes worden geboekt. Financiële stimulansen beïnvloeden vermoedelijk het gedrag van de hulpverleners in positieve zin, maar bewijs hiervan is schaars (8,9). Onderzoek leert ons dat het toepassen van het chronische zorgmodel bij de opvolging van diabetici zowel de kwaliteit van de zorg optimaliseert en deze meer evidence-based doet verlopen. Het zou ook klinisch meetbare eindpunten zoals de glycemiecontrole op korte termijn verbeteren. Maar de ervaringen met het zorgmodel wijzen uit dat fundamentele veranderingen in de organisatie van de huisartsgeneeskunde nodig zijn om tegemoet te komen aan de noden voor de zorg van chronisch zieken. De toepassing van kleinere interventies zoals invoering van richtlijnen of adequate ziekteregisters schieten hun doel voorbij wanneer ze niet geïntegreerd worden in een grondige reorganisatie van de zorgverlening (10). Hoewel de uitvoering van het chronische zorgmodel een investering vraagt in tijd en infrastructuur, is de haalbaarheid van deze maatregelen inmiddels bevestigd in onderzoek (6). In België zijn vooral verdere verbeteringen nodig in de ontwikkeling van klinische informatiesystemen en de organisatie van de hulpverlening (10). Belangrijke barrières die tijdens de pilootstudies met het Zorgtraject Diabetes naar boven kwamen, waren de complexiteit van de interventie, het gebrek aan kwalitatieve gegevens omtrent het zorgtraject, onvoldoende informatietechnologie, het niet-bindende karakter van de procedures en onzekerheid over een duurzame financiering van het project (11). 8

10 Om de uitvoering van het zorgtraject verder naar de eerste lijn te verschuiven, zorgen de regionale netwerken voor een aanknopingspunt. Zo is gebleken dat de oprichting van een lokale stuurgroep cruciaal is in de versterking van de eerstelijnsgezondheidszorg. De bereidheid van een groep van goed opgeleide en gemotiveerde zorgverleners om te investeren in kwaliteitsverbetering is hierbij een belangrijke facilitator. Maar het is duidelijk dat ook herstructureringen op het niveau van de gezondheidszorg nodig zijn om de nodige ondersteuning voor chronische zorg in de eerste lijn te kunnen realiseren, zoals bijkomende maatregelen om praktijkassistentie en IT-ondersteuning in de huisartsgeneeskunde te bevorderen (10,11). Het chronische zorgmodel kan worden aanzien als een synthese van systeemveranderingen die gebruikt moeten worden om kwaliteitsverbetering te bekomen. België is een land waar de inspanningen om de eerste lijn aan te passen aan de noden van chronische zieken nog in de kinderschoenen staat. Langzamerhand vinden systemen hun ingang om aan deze vernieuwde behoeften te voldoen. Of deze reorganisatie van de zorg in België zich ook weerspiegelt in een kwaliteitsverbetering op lange termijn zal in de toekomst moeten blijken. VERANTWOORDING VAN DE ONDERZOEKSMETHODIEK / METHODOLOGIE STUDIEOPZET We poogden in dit kwalitatieve onderzoek bij zowel artsen als patiënten de belemmerende en bevorderende factoren bij het opstarten van een diabetes zorgtraject te detecteren. Voor het verkrijgen van deze informatie hebben we gebruik gemaakt van focusgroepen. Deze focusgroepen werden opgezet met het doel aangrijpingspunten te vinden voor optimalisering van het Zorgtraject Diabetes, zodat dit in de toekomst een groter succes mag kennen. In een tweede luik van het praktijkproject werden tevens enquêtes afgenomen bij huisartsen en diabetespatiënten. Hiermee kon worden getoetst naar hun appreciatie van het Zorgtraject Diabetes. Zo hopen wij een evaluatieinstrument te bieden ter beoordeling van een eventuele latere interventie. Deelnemers van het onderzoek zagen hun anonimiteit gegarandeerd. Er waren geen belangenconflicten. De financiering werd voorzien door de huisartsenkring Pallieterland en omgeving, die zich zeer bereidwillig en geïnteresseerd opstelde. Op geen enkel moment is er inmenging geweest van farmaceutische bedrijven. Deze studie werd tevens goedgekeurd door de medisch-ethische commissie van het interuniversitaire centrum voor huisartsgeneeskunde. 9

11 ENQUÊTE Voor het opstellen van de enquête ter evaluatie van het Zorgtraject Diabetes hebben we ons, bij gebrek aan een gevalideerd instrument, gebaseerd op het Chronic Care Model van Wagner. Voor een beschrijving van dit zorgmodel verwijzen we naar het literatuuronderzoek. In de enquête werd gepeild naar de huidige belevingen en ideeën van artsen en patiënten aangaande het Zorgtraject Diabetes. We creëren hierdoor de mogelijkheid om aan de hand van dezelfde enquête een nameting uit te voeren wanneer in de toekomst een interventie wordt uitgevoerd. Zodoende kan beoordeeld worden of het een geslaagde interventie betreft. 1. enquête voor huisartsen: De enquête werd voorgelegd aan de deelnemers bij aanvang van de focusgroepen. Parallel hiermee werd tijdens een kringactiviteit van de huisartsenkring Pallieterland en omgeving kennis gegeven van ons project aan de aanwezige artsen. Hier werd dezelfde enquête betreffende de huidige beleving van het Zorgtraject Diabetes voorgelegd. 2. enquête voor patiënten: Gedurende een periode van vijf weken werd de enquête voor geïncludeerde patiënten ter beschikking gesteld bij de endocrinologen van het Heilig Hart ziekenhuis te Lier en bij de educatoren van het Diagnosecentrum te Lier. Bovendien werd de enquête voorgelegd aan de deelnemers bij aanvang van de focusgroepen. Deze ruimtelijke spreiding in het afnemen van de enquête heeft als doel een zo breed mogelijk beeld te schetsen van de regio. FOCUSGROEPEN Artsen en patiënten werden uitsluitend gerekruteerd in de huisartsenkring Pallieterland en omgeving. We trachtten hierbij zowel artsen en patiënten te includeren die vlot met het zorgtraject aan de slag gaan in praktijk, alsook de groep van mensen die weerstand hiertegenover biedt, om zo diverse beweegredenen en ervaringen te ontdekken en te analyseren. Opzet was om artsen en patiënten in afzonderlijke focusgroepen samen te laten zitten en dat bedenkingen over het zorgtraject op tafel worden gelegd. 1. focusgroep met huisartsen: In eerste instantie namen we contact op met de voorzitters van drie LOK-groepen uit deze huisartsenkring. Deze werden uitgekozen op basis van geografische spreiding, teneinde ook de invloed van de regionale setting te kunnen detecteren. We selecteerden een huisartsengroep in Lier, Duffel en Massenhoven/Oelegem/Schilde/Wijnegem. Mits goedkeuring van deze 10

12 voorzitters werd naar alle leden (huisartsen) van de betreffende LOK-groep een mail gezonden met de nodige informatie over ons onderzoek en een oproep voor hun vrijwillige deelname (zie bijlage 3). Hun aantal werd gelimiteerd tot twaalf deelnemers per sessie. Op deze manier namen 25 huisartsen deel aan het onderzoek. 2. focusgroep met patiënten: Zowel aan huisartsen als aan arts-specialisten werd hulp gevraagd om patiënten op te roepen. Dit gebeurde enerzijds per mail (voorbeeld in bijlage 4), alsook door persoonlijke voorstelling van ons project op een kringactiviteit. Door een lage respons op deze oproep werden huisartsen nadien persoonlijk gecontacteerd met de vraag om aan ons onderzoek mee te werken. Patiënten die in aanmerking kwamen voor de studie en die aan hun arts de toestemming gaven om hun contactgegevens aan ons door te sturen, werden telefonisch gecontacteerd. We beoogden voor elke focusgroep zes tot twaalf deelnemers. In totaal namen 15 patiënten deel aan de focusgroepen. Het focusgroeponderzoek nam per sessie maximaal 2 uur in beslag. De twee huisartsen-in-opleiding namen hierbij de rol aan van gespreksmoderator en observator. Bij aanvang werd eerst het informed consent formulier aangereikt en ondertekend door de deelnemers. Een vragenlijst omtrent de praktijksetting respectievelijk achtergrondinformatie van de patiënten werd voorgelegd. Ook de korte enquête met een kwalitatieve inkijk werd ingevuld. (zie bijlagen 5 en 6) Voor de gestandaardiseerde vragenlijst die tijdens het focusgroeponderzoek als draaiboek werd gebruikt, verwijzen we naar bijlage 7 en 8. GEGEVENSANALYSE ENQUÊTE De achtergrondinformatie en enquêtes werden voor het onderzoek voorgelegd aan twee onafhankelijke experts ter validatie. Bij het opstellen van de enquête werden de positieve en negatieve benoemingen in willekeurige volgorde geplaatst, om een halo-effect bij het invullen te vermijden. Voorafgaand aan het onderzoek werd een piloottest uitgevoerd om eventuele onduidelijkheden te detecteren en de duur voor het invullen van deze documenten na te gaan. Hierbij werden enkele zinsconstructies vereenvoudigd, zodat de ervaren onduidelijkheden bij deze pretest werden opgeheven. Na het verzamelen van de nodige gegevens, werden deze data door de onderzoekers gekwantificeerd, met een ad random controle van 10% om fouten bij het invoeren te excluderen. Uit 11

13 deze gegevens werden enkelfrequenties gehaald (zie bijlage 9). Vervolgens werden out of range waardes opgezocht en zo nodig aangepast. Gezien deze enquête enkel dient als referentiepunt voor eventueel vervolgonderzoek, wordt hier niet verder op ingegaan. FOCUSGROEPEN Alle gesprekken van de focusgroepen werden op bandopname geregistreerd. Aan de hand van deze opnames en aantekeningen van de observator werden de audiotapes uitgeschreven en door beide onderzoekers onafhankelijk van elkaar gecodeerd. Irrelevante informatie werd bij een eerste auditieve selectie reeds geweerd. De relevante quotes van beide huisartsen-in-opleiding werden nadien ter controle van de kwaliteit bijeen gelegd. Hierbij werden 97 % overeenstemmende citaten geregistreerd. In een volgende fase trachtten we stimulerende en inhiberende factoren te identificeren. Het coderen bleef semantisch dicht bij de verwoording van de deelnemers en met openheid voor wat de deelnemers te zeggen hadden. Door groepering van deze gegevens, hetgeen wederom door beide onderzoekers onafhankelijk van elkaar gebeurde, kwamen we tot grotere categorieën. Wanneer bij vergelijking van beide resultaten geen overeenstemming werd bereikt, werd teruggegaan naar de originele quotes en codes en trachtten we door verder overleg een consensus te bereiken. Op deze manier slaagden we erin de belemmerende en bevorderende factoren bij de opstart van een Zorgtraject Diabetes aan het licht te brengen. Bij de verwerking van de resultaten werd gebruik gemaakt van de matrix uit het werk van Grol en Wensing, die ook werd aangewend in de verslaggeving van het Diabetesproject Aalst (4). Suggesties van deelnemende artsen en patiënten ter verbetering van het Zorgtraject Diabetes werden ook neergeschreven. RESULTATEN FOCUSGROEPEN MET ARTSEN ZORGPROGRAMMA Uit de verschillende focusgroepen met artsen blijkt dat ze unaniem de mening zijn toegedaan dat het Zorgtraject Diabetes structuur biedt bij de opvolging van de diabetici. Hierdoor worden ze als huisarts gestimuleerd om deze groep van patiënten beter te begeleiden en gebeurt hun follow-up meer nauwgezet. 12

14 Quote focusgroep 2 ( Q): De structuur die via het Zorgtraject Diabetes wordt aangeboden en waar we maar op in te grijpen hebben, is ongetwijfeld een felle verbetering. Er is een schema, een raamwerk dat aangeboden wordt, en dat werkt stimulerend. ( ) Het is nu zeker beter. Daarnaast kwam ook de stimulerende invloed van het zorgtraject als contract naar voren. Dit werd door de artsen als een win-win situatie voor alle partijen gezien: professionals krijgen een team om op terug te vallen en ook voor de patiënt zijn er tal van voordelen. Een aantal artsen ziet deze voordelen als een middel om patiënten te motiveren om zich goed te laten opvolgen. Quote focusgroep 1 ( A): Als je als patiënt zoveel voordelen aangeboden krijgt via het zorgtraject (gratis strips en consulten, dieetadvies enzovoort), mag er zeker een engagement langs zijn kant aan vasthangen. Quote focusgroep 3 ( S): Ik vind het vooral een goed initiatief voor patiënten die niet gedisciplineerd zijn: je kan hen voordelen aanbieden zoals de gratis consulten, maar wel op voorwaarde dat ze zich aan de regels houden. Bovendien brachten de huisartsen aan dat de doelgroep uitgebreider is dan in de diabetesconventie, zodat meer patiënten kunnen genieten van een betere zorg. Artsen zien eveneens ruimte voor gezondheidswinst met het zorgtraject bij niet-mobiele patiënten, maar deze vallen uit de boot door de inclusiecriteria. Hier stuiten we evenwel op enige onduidelijkheid omtrent deze normen. De striktheid waarmee de inclusiecriteria geïnterpreteerd worden, verschilt tussen artsen onderling. Daar waar enkele artsen deze grijze zone als een opportuniteit zien om zelf als speelruimte te gebruiken, meent de meerderheid van de artsen dat meer duiding omtrent de inclusievoorwaarden nodig is. Quote focusgroep 2 ( R): Eén van de redenen om patiënten die in aanmerking komen niet te includeren, is omdat je het zelf als huisarts niet ziet dat je ze in het zorgtraject kán steken. Dat ga je dan zelf ook niet weten. Daarnaast horen we bij de deelnemers dat een aantal onder hen niet geloven in het zorgtraject. Zij ervaren deze nieuwe aanpak niet als een verbetering en voelen zich daardoor niet geneigd om patiënten die in aanmerking komen te includeren. Artsen voelen zich vaak ook niet erg vertrouwd met het zorgtraject. Dit is volgens sommige artsen het gevolg van een te klein aanbod: het aantal zorgtrajecten per huisarts ligt te laag om er vaardig mee te leren omgaan. Quote focusgroep 3 ( V): Ik denk dat we als huisarts elk te weinig mensen in een zorgtraject hebben zitten om er vlot mee te kunnen werken. ( ) Elke week een nieuwe inclusie is de beste leerschool. Zeker in regio s met een traditie van doorsturen en samenwerken met de endocrinoloog, werkt dit volgens de artsen het naar de eerste lijn brengen van de diabeteszorg tegen. Gezien bij de opstart van 13

15 een Zorgtraject Diabetes tevens het advies van een endocrinoloog vereist is, wordt de verantwoordelijkheid van de inclusie door huisartsen vaak doorgeschoven naar de tweede lijn. De drempel om zelf een zorgtraject op te starten en de diabeteszorg naar zich toe te trekken, ligt hier nog erg hoog wegens een gebrek aan bedrevenheid met het zorgprogramma. MULTIDISCIPLINAIRE TEAM Het Zorgtraject Diabetes biedt volgens heel wat artsen een vooruitgang in multidisciplinaire samenwerking. Door het combineren van tijd en kennis weet de huisarts zich ondersteund en is er een betere begeleiding van de patiënt, met een groter verantwoordelijkheidsgevoel over de eigen zorg tot gevolg. Quote focusgroep 1 ( A): Het Zorgtraject Diabetes heeft als grote voordeel dat er heel wat mensen op verschillende niveaus inwerken op de patiënt: zo heeft de endocrinoloog, huisarts, diëtist en educator elk een ander impact op de patiënt, waardoor de patiënt beter gesensibiliseerd wordt voor zijn ziekte. Door als team dezelfde boodschap uit te dragen, vinden de artsen dat je patiënten beter gemotiveerd krijgt. De meeste artsen beschouwen vooral de samenwerking met een educator als een grote meerwaarde. Paramedici worden beter toegankelijk voor de diabetici door het verlagen van de financiële drempel. Deze bieden de patiënt informatie op maat en kunnen op moeilijkere momenten worden ingeschakeld om de motivatie van de patiënt terug aan te scherpen. Quote focusgroep 1 ( F): Veel patiënten weten niet goed wat hun ziekte inhoudt. (...) De educator vind ik van ontzettend groot belang, niet alleen omwille van dieet enzovoort, maar om ook uit te leggen wat diabetes nu eigenlijk is. Dat is iets dat je als huisarts maar beperkt kan doen binnen het tijdsbestek van een consultatie. Wel merken ze hierbij dat duidelijke richtlijnen omtrent het takenpakket van elke speler ontbreken, waardoor het niet altijd duidelijk is welke verantwoordelijkheid door wie gedragen wordt. Quote focusgroep 3 ( Y): Het moeilijke in de samenwerking binnen het zorgtraject is weten wie nu wat heeft gedaan; daarin schuilt het gevaar dat er iets niet gebeurt. Bovendien horen we dat de artsen niet altijd op de hoogte zijn van de competenties van de verschillende paramedici. Zo wordt de vraag gesteld waarom een patiënt naar de educator zou moeten wanneer er nog geen sprake is van insuline, of wat een educator meer doet dan een diëtist. Quote focusgroep 3 ( U): Ik heb problemen om educatoren te vinden. Het is mij ook niet duidelijk wat de educator doet wat een diëtist niet doet. Er worden grote regionale verschillen ervaren in het succes van deze coöperatie. Op sommige plaatsen wordt de samenwerking als een grote meerwaarde ervaren. Andere artsen zijn minder lovend 14

16 wanneer zij de spelers in eerste lijn niet goed kennen of wanneer de gevestigde vertrouwdheid met andere spelers een drempel vormt, zoals een lang bestaande samenwerking met het ziekenhuis. Quote focusgroep 2 ( P): Om in deze regio educatoren te vinden, moet je echt op zoek gaan; je kent deze mensen nadien ook enkel door contact via briefjes. Quote focusgroep 2 ( M): (omtrent educatoren ) Het probleem in deze regio is dat als je moet kiezen tussen iemand die je niet kent en iemand van het ziekenhuis, je dan geneigd bent om dat pad van de tweede lijn te volgen. Ook de communicatie tussen de verschillende gezondheidsmedewerkers wordt als suboptimaal ervaren. Het ontbreken van een goede verslaggeving, blijkt voor sommige artsen een grote weerstand. Dit doet hen aarzelen om de opvolging van de patiënt in handen van een team te leggen. We merken hier weerom grote regionale verschillen. Verslagen van de endocrinoloog komen doorgaans correct toe en er wordt aangehaald dat men zelfs een toegenomen respect vanuit de specialisten naar de huisartsen toe ervaart met de invoering van het Zorgtraject Diabetes. Grotere meningsverschillen vinden we terug bij de communicatie met paramedici. Sommige hulpverleners prijzen hen om hun verslaggeving, daar waar anderen erg verbaasd opkijken en menen geen feedback te ontvangen. Quote focusgroep 3 ( W): Ik krijg geen verslagen van de consulten met een diëtist of educator; ik heb dus geen idee wat daar wordt besproken en of het een meerwaarde biedt. Sommige huisartsen vinden het positief dat ze meer centraal in de zorg komen te staan zodat ze de patiënt beter kunnen opvolgen. De artsen ondervinden zo dat ze zelf beter gemotiveerd worden. Anderen vinden dat ze al werk genoeg hebben om een centrale rol op zich te nemen. We horen enkele deelnemers suggereren dat ze zelf een actievere rol moeten gaan spelen en het initiatief in eigen handen moet nemen om verantwoordelijkheid op te nemen. Hier en daar wordt geopperd dat de specialisten de patiënten teveel naar zich toetrekken en ze in grote mate afhangen van de goodwill van de endocrinoloog. Anderen menen dan weer dat de oorzaak daarvan bij henzelf ligt door het teveel uit handen geven van de zorg. Quote focusgroep 3 ( U): Als huisarts hebben we altijd gezegd dat de specialisten teveel van ons afnemen. Maar nu we de kans ertoe krijgen, trekken we eigenlijk de verantwoordelijkheid te weinig naar ons toe. Vanuit deze invalshoek horen we suggereren dat je als huisarts zelf zou moeten kunnen beslissen om een patiënt al dan niet door te sturen naar andere hulpverleners, in plaats van dit verplicht te maken. Quote focusgroep 3 ( V): Ik vind niet dat het verplicht mag zijn om een patiënt naar de endocrinoloog en diëtist door te sturen, maar dat dit een keuze van de huisarts moet kunnen zijn. 15

17 Een slecht geregelde suiker is echter inherent aan de mensen bij wie je een zorgtraject start, zodat andere artsen menen dat net bij deze patiënten de ondersteuning van de endocrinoloog nuttig is. Het zelf moeten opstarten van insuline is voor vele huisartsen een drempel, zij zien dit eerder als een taak van de endocrinoloog. Quote focusgroep 3 ( W): Er is pas sprake van inclusie in een zorgtraject wanneer insuline in het verschiet ligt, en dat vind ik specialistenwerk; vandaar dat ik de opstart in de tweede lijn laat gebeuren. PATIËNT De huisartsen in onze studie zijn het erover eens dat de patiënt meer betrokken raakt bij zijn eigen ziekteproces met het zorgtraject. Deze responsabilisering wordt als positief ervaren door de artsengroep. Dit is volgens de huisartsen een gevolg van een betere omkadering van de patiënt: enerzijds door de materiële voordelen zoals de gratis meetstrips en gratis consulten, anderzijds dankzij de informatie op maat en individuele educatie. Hierdoor wordt hun inzicht en empowerment vergroot, wat resulteert in een betere zelfzorg. Quote focusgroep 2 ( Q): De contacten met de verschillende zorgverleners zorgen ervoor dat de patiënt beter geïnformeerd is, en dat komt de compliance zichtbaar ten goede. Enkele huisartsen merken evenwel op dat bij de opstart van een zorgtraject de patiënt overladen wordt met informatie. Hierdoor raken sommige mensen het noorden kwijt en dat werkt demotiverend. De draagkracht van de patiënt dient aldus goed mee in de gaten te worden gehouden. Quote focusgroep 3 ( T): Ik heb bij één patiënte de ervaring gehad dat er teveel verandering ineens was: naar de specialist, diëtist, educator Dat was teveel informatie bij elkaar, en die patiënte was helemaal geblokkeerd. Huisartsen zien ook voor de niet-insuline afhankelijke patiënten een positief effect. De drempel om later de overstap naar injecties te zetten, wordt op deze manier volgens hen verkleind. De motivatie van de patiënt blijft een noodzakelijke voorwaarde om een zorgtraject te doen slagen, en deze kan je a priori moeilijk inschatten. Maar ook andere factoren spelen volgens de huisartsen mee. Zo menen zij dat sommige patiënten weigerachtig zijn om naar een endocrinoloog te gaan uit schrik voor de opstart van insuline-injecties. Artsen merken ook op dat mensen die gekend zijn met een goed georganiseerde diabetesconventie niet snel geneigd zijn om over te stappen naar een voor hen onbekend Zorgtraject Diabetes. Daarnaast is het tevens van belang om patiënten meer te sensibiliseren om voor de diabetes op raadpleging te komen, en niet enkel en passant. Dit blijft volgens de artsen vaak een moeilijke opdracht. 16

18 Quote focusgroep 2 ( M): (...) Op dat vlak hebben we nog enorm veel werk voor de boeg: als mensen voor een andere reden komen, vragen ze telkens ook voorschriften voor hun suikerziekte mee. Voor vele patiënten blijft het bewaken van hun gezondheid een opdracht, terwijl het volgens de huisartsen net een geïntegreerde levensstijl zou moeten worden. Er is volgens de artsen nog veel werk voor de boeg. SOCIALE CONTEXT Er wordt opgemerkt dat huisartsen in Vlaanderen geen traditie van multidisciplinair samenwerken hebben. Dit werkt in het nadeel van nieuwe initiatieven zoals een Zorgtraject Diabetes. De artsen zien hierin wel stilaan verandering komen, waardoor er ruimte komt voor samenwerking. Maar verandering vraagt tijd. In regio s waar de samenwerking met de tweede lijn historisch gezien erg nauw is, merken de huisartsen dat ze gemakkelijk de uitwerking van een zorgtraject aan de specialist overlaten. Quote focusgroep 2 ( L): Ik heb de neiging om veel samen te werken met de endocrinologen, dat was in de voorgeschiedenis altijd zo. ( ) In het ziekenhuis hier is alles goed uitgebouwd, met educatoren en diabetesverpleegsters. We horen hierbij de argumentatie naar voren komen dat de huisartsen uit jarenlange ervaring weten dat de patiënt in de tweede lijn goede zorgen krijgt. ORGANISATORISCHE, ADMINISTRATIEVE EN ECONOMISCHE CONTEXT De huisartsen ervaren dat het Zorgtraject Diabetes een betere bovenbouw en structuur biedt voor de behandeling van diabetici. De huisartsenkring speelt hier accuraat op in door online ondersteunende informatie en een stappenplan aan te bieden. Artsen menen hierdoor efficiënter aan de slag te kunnen met het zorgtraject. Ondanks de aangenomen laagdrempeligheid van de online ondersteuning lijkt het er echter op dat hier weinig gebruik van wordt gemaakt. Quote focusgroep 1 ( F): In onze huisartsenkring staat het stappenplan heel mooi uitgewerkt op de site. Je moet enkel de weg kennen en de moeite nemen om er naartoe te gaan. De huisartsen merken bij de uitwerking van het zorgtraject evenwel een aantal organisatorische drempels. Men meent dat de praktijkondersteuning en omkadering bij vele huisartsenpraktijken nog niet voldoende op punt staat voor dit soort initiatieven. Nochtans zijn de artsen van oordeel dat de praktijkorganisatie heel bepalend is voor het welslagen van een zorgtraject. Zo faciliteren een afsprakensysteem en de aanwezigheid van een praktijkassistente/secretaresse het maken van vervolgafspraken. Hierbij wordt opgemerkt dat vooral de geldstromen binnen de gezondheidszorg 17

19 bepalend zijn voor een goede uitbouw en organisatie, en hiermede voor het succes van een project. Deze factor speelt momenteel nog in het voordeel van de tweede lijn, waar een goede omkadering en ondersteuning reeds langere tijd bestaat. Quote focusgroep 2 ( O): Om de diabeteszorg naar de eerste lijn verplaatst te krijgen, moet er voor de nodige omkadering gezorgd worden en die ontbreekt nu nog. Vooral op administratief vlak kan er heel wat worden opgevangen door een praktijkassistente, maar ook de kenbaarheid van de paramedici in de eerste lijn moet beter. Quote focusgroep 1 ( E): Wij zijn als huisarts nu nog heel vaak met praktische bekommeringen bezig: bellen voor afspraken, paperassen in orde maken Het medische krijgt hierdoor minder aandacht. Door de goede organisatie en uitbouw van de zorg in de tweede lijn, wordt de diabeteszorg op meerdere plaatsen naar de ziekenhuizen doorgeschoven. Dit lijkt voor vele artsen eenvoudiger voor de - vaak niet zo mobiele - patiënt dan van hot naar her gestuurd te worden. Quote focusgroep 2 ( P): Nu moeten we de mensen van hier naar daar sturen. Dan is de verleiding groot om alles op één centraal punt in het ziekenhuis te laten doen. We horen hierbij de twijfel rijzen of het zorgtraject niet iets te vroeg van de grond is gekomen, op een moment dat de structuur er nog niet helemaal rijp voor is. Enkele kinderziekten zoals problemen binnen de groepspraktijken waar patiënten gedeelde zorg krijgen, werden gelukkig reeds verholpen. Maar ook de procedure bij het veranderen van huisartsenpraktijk blijkt voor de artsen nog niet duidelijk. Het is onduidelijk of het niet naleven van het contract gevolgen heeft voor de patiënt aangezien de huisartsen deze consequenties nog niet heeft kunnen opmerken. Het zorgtraject brengt bovendien veel administratief werk met zich mee. Enerzijds ontbreekt het vele artsen de tijd om het papierwerk ten gronde uit te voeren, anderzijds kan het kleine aantal potentiële zorgtraject-patiënten niet zorgen voor de nodige routine om een vlotte uitvoering te bewerkstelligen. Zeker in de praktijken waar niet frequent met het zorgtraject wordt gewerkt valt deze opstart zwaar. Quote focusgroep 3 ( V): Bij mij is het vooral tijdsdruk die meespeelt bij het niet-opstarten van een Zorgtraject Diabetes bij een patiënt die wel in aanmerking zou komen. De administratieve belasting is op zo'n moment net teveel. Quote focusgroep 2 ( M): Het opstarten vind ik niet eenvoudig; het vergt veel papierwerk en vereist een zekere vaardigheid. (...) Ik heb de routine nog niet om het in een vingerknip te doen. Ook de computersystemen staan nog niet op punt om op een geschikte en veilige manier gegevens door te spelen. Artsen menen dat de elementen van het zorgtraject zouden geïntegreerd moeten kunnen worden in het programma van het dossierbeheer. Nu moet men echter nog zelf in het oog 18

20 houden dat je als arts alles goed opvolgt en geen stappen overslaat. We horen hier evenwel een kritische noot dat de huisartsen misschien zelf nog te weinig op de hoogte zijn van de mogelijkheden van hun medische programma. Quote focusgroep 2 ( M): Ik meen dat je al heel veel dingen kan plannen met mijn huidige medische programma; maar het is natuurlijk enkel hetgene dat je er zelf insteekt dat je er ook uit kan halen. De honorering die aan de artsen wordt toegekend, wordt als ondersteunend ervaren. Ze omschrijven dit als een extra stimulans om kwalitatief goed werk te leveren. Al is er enige onenigheid omtrent deze financiële compensatie. Sommige artsen beweren dat ze het meerwerk dat een zorgtraject met zich meebrengt ook zonder extra vergoeding zouden uitvoeren. Ze menen dat je de patiënten door het zorgtraject vaker op consultatie ziet, en dat je de tijd die je er bij de opstart meer insteekt, nadien weer uithaalt door de striktere opvolging. Andere huisartsen zijn hier echter niet mee akkoord en vinden dat de extra administratie en opvolging bij het zorgtraject een vergoeding rechtvaardigt. Eén arts vat de discussie als volgt samen: Quote focusgroep 2 ( M): In se is een honorering niet nodig, want je ziet de mensen vaker op raadpleging en verdient er dus je geld aan. De opstart vraagt meer tijd maar in de latere consultaties steek je minder tijd. Anderzijds komt er naar opvolging en registratie wel van alles bij kijken qua administratie, en vind ik die tachtig euro wel correct. Over het exacte bedrag valt volgens de artsen te discussiëren, maar wordt door iedereen als een correcte honorering ervaren. We horen evenwel enige twijfel rijzen of het kostenbaten plaatje van het Zorgtraject Diabetes positief uitdraait. Hiervoor is het nog wachten op de gezondheidsresultaten op langere termijn. SUGGESTIES TOT VERBETERING Huisartsen ervaren vooral de instap in een zorgtraject als erg belastend. De idee wordt geopperd om hiervoor een facilitator in te schakelen die de artsen kan helpen om de opstart te volbrengen. Dit zou een soort van educator zijn voor de huisarts die de administratieve kant begeleidt; de beschikbaarheid over een helpdesk, administratieve voorbereiding door een educator, iemand die op de praktijk komt om de administratie op te starten worden voorgesteld. Dit laatste lijkt voor andere huisartsen niet haalbaar. Quote focusgroep 1 ( C): De idee van een facilitator vind ik erg waardevol: iemand die naar de praktijk komt na afspraak met een paar patiënten die in aanmerking komen, om de opstart te ondersteunen. 19

21 Andere ideeën zijn het werken met een opstartkaft met handleiding en stappenplan, waarin alle papieren die moeten ingevuld worden gebundeld zitten. Ook de LOK-groepen zouden volgens de artsen deze thematiek aan bod kunnen laten komen om de vertrouwdheid te doen toenemen. Verder horen we dat huisartsenpraktijken dienen te herorganiseren om deze nieuwe trajecten optimaal te laten verlopen. De vraag rijst of dit uitsluitend de inbreng van de huisarts moet zijn dan wel dat er behoefte is aan meer praktijkondersteuning en omkadering. Zolang deze ondersteuning er niet is, zo stelt een arts uit de eerste focusgroep, moet de opstart simpeler kunnen verlopen. Quote focusgroep 2 ( P): De extra werkbelasting door preventieve geneeskunde dwingt ons als huisarts om ons op termijn anders te gaan organiseren: meer praktijkondersteuning nemen, dingen uit handen geven. Quote focusgroep 1 ( A): Ik denk dat het een kwestie is dat wij niet goed georganiseerd zijn. In het ziekenhuis werkt het goed omdat zij een kader hebben ( ) Praktijken met een assistent kunnen het iets beter regelen. Bovendien is er volgens de artsen nog werk aan de winkel om de computersystemen verder op punt te stellen. Zowel het integreren van het Zorgtraject Diabetes in het dossierbeheer, als het veilig beschikbaar stellen en doorgeven van gegevens biedt nog ruimte voor verbetering. Daarnaast wordt er gesuggereerd dat het centraliseren van de eerstelijnszorg in een paramedisch huis, waar huisartsen, educatoren en diëtisten samen zitten, een grote vooruitgang zou kunnen betekenen. Quote focusgroep 2 ( P): Als je een alternatief zou hebben voor het ziekenhuis, waar je alles op één plaats kan laten gebeuren, zou het beter zijn. Duidelijke richtlijnen omtrent ieders takenpakket binnen het zorgtraject lijken bovendien aan de orde. Zeker gezien de veelheid aan betrokken spelers en de steeds wisselende teams, stelt zich de vraag naar uniformiteit. Er wordt aangehaald dat zeker de psychologische begeleiding van de patiënt een duidelijkere plaats mag toegekend worden. Maar ook de persoonlijke banden en vertrouwdheid kunnen beter. Lijsten vanuit de overheid of via het lokale artsennetwerk met alle erkende paramedici, alsook persoonlijke contacten zouden de samenwerking intenser kunnen maken. Quote focusgroep 2 ( M): Er zou een kennismaking met de andere spelers vanuit de eerste lijn, zoals de educatoren moeten zijn. Onbekend is onbemind. Ik ben minder geneigd om naar mensen door te sturen waarvan ik de achtergrond niet ken. Ook de schriftelijke verslaggeving vanuit de paramedici, waarin wordt gecommuniceerd over de ervaren knelpunten of te verwachten problemen, lijkt nuttig en kan volgens sommige artsen nog beter. 20

22 Quote focusgroep 3 ( W): Het zou wel nuttig zijn moesten we ook van de paramedici verslagen toekrijgen via Medibridge. We zouden op de hoogte moeten zijn bij welke patiënten er problemen zijn. Liefst kort en bondig. Nu weten wij niet hoe de opstart verloopt. Verder horen we dat het zinvol kan zijn om bij de huisarts aparte opvolgconsulten te voorzien uitsluitend voor de diabetes, en de patiënten proberen het nut hiervan te doen inzien. Maar ook het verder informeren van patiënten via bijvoorbeeld het tijdschrift van de Vlaamse Diabetesvereniging zien artsen als een aanknopingspunt voor verbetering. Gratis lidmaatschap zou de toegang tot informatie kunnen optimaliseren. Quote focusgroep 1 ( F): Eigenlijk zouden de patiënten in het zorgtraject gratis lid moeten kunnen worden van de Vlaamse Diabetesvereniging. Hun tijdschrift is een waardevolle bron van informatie. Belangrijke boodschap van de huisartsen lijkt: herhaling is de beste leermeester. Zowel voor de huisartsen om vaardiger met het zorgtraject te leren omgaan, als voor patiënten om dankzij kennis hun empowerment te vergroten. FOCUSGROEPEN MET PATIËNTEN ZORGPROGRAMMA Over het algemeen genomen wordt het Zorgtraject Diabetes bij de patiënten ontvangen als een goed initiatief. Een patiënt uit de tweede focusgroep stelt het als volgt: Quote focusgroep 2 ( H): Eerlijk gezegd, ik volg het zorgtraject nu drie maanden, en ik vind het heel goed. Ik heb weinig opmerkingen en ben 7 kg afgevallen. Het contract dat patiënten aangaan om te mogen genieten van het zorgtraject trekt hen over de streep om zich regelmatig te laten opvolgen voor de diabetes. Quote focusgroep 1 ( A): Als je niet in het zorgtraject zit, moet het al erg zijn voordat je naar de dokter gaat. Nu ga je gemakkelijker. Een vaste structuur maakt het voor patiënten eenvoudiger om te weten wat van hen verwacht wordt. Quote focusgroep 1 ( C): Ik vind het eenvoudiger omdat je een vaste volgorde hebt. ( ) Nu zit er structuur in, vroeger dacht ik: ik zal nog eens naar de dokter gaan.. Een patiënt uit de eerste focusgroep die eerder in de conventie zat, stelt dat hij geen verschil heeft gevoeld sinds de overgang naar het zorgtraject. Quote focusgroep 1 ( A): Ik heb even in de conventie gezeten. Ik heb geen verschil gevoeld met de overstap. De overschakeling verliep zonder problemen. 21

Informatiebrochure voor hulpverleners

Informatiebrochure voor hulpverleners Informatiebrochure voor hulpverleners Hoe ervaren vrouwelijke moslimpatiënten en hulpverleners de zorg in kraamafdelingen in het Vlaamse ziekenhuis? Een interviewstudie over de ethische aspecten van interculturele

Nadere informatie

Nieuwe richtlijnen diabetes

Nieuwe richtlijnen diabetes Nieuwe richtlijnen diabetes Nieuwe richtlijnen diabetes In de loop van 2016 zijn er verschillende nieuwe richtlijnen gecommuniceerd en sinds 1 mei 2018 gelden er opnieuw nieuwe regelgevingen niet eenvoudig

Nadere informatie

Diabetes. jouw thuisverpleging. onze expertise.

Diabetes. jouw thuisverpleging. onze expertise. Diabetes jouw thuisverpleging. onze expertise. Diabetes... en nu? Diabetes is een chronische aandoening die hoe langer hoe meer Belgen treft. Een gezonde levensstijl is de beste preventie tegen uitbreiding

Nadere informatie

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten.

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Inleiding Ziekte gerelateerde ondervoeding is nog steeds een groot probleem binnen de Nederlandse

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden voor niet-ingewijden Type 2 diabetes Diabetes is een ernstige chronische ziekte, die wordt gekenmerkt door te hoge glucosespiegels (de suikers ) in het bloed. Er zijn verschillende typen diabetes, waarvan

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting SAMENVATTING. 167 Met de komst van verpleegkundigen gespecialiseerd in palliatieve zorg, die naast de huisarts en verpleegkundigen van de thuiszorg, thuiswonende patiënten bezoeken om te zorgen dat patiënten

Nadere informatie

- kiezen voor het gebruik van goede digitale informatiesystemen in de zorgpraktijk.

- kiezen voor het gebruik van goede digitale informatiesystemen in de zorgpraktijk. SAMENVATTING Het aantal mensen met een chronische aandoening neemt toe. Chronische aandoeningen leiden tot (ervaren) ongezondheid, tot beperkingen en vermindering van participatie in arbeid en in andere

Nadere informatie

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007 BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007 COORDINATEN VAN DE GDT : GDT van de regio: oostende Adres :Hospitaalstraat

Nadere informatie

EVALUATIERAPPORT LOKS ZIEKTEPREVENTIE EN GEZONDHEIDSPROMOTIE BIJ SOCIAAL KWETSBARE GROEPEN: INZICHTEN EN STRUIKELBLOKKEN 2015

EVALUATIERAPPORT LOKS ZIEKTEPREVENTIE EN GEZONDHEIDSPROMOTIE BIJ SOCIAAL KWETSBARE GROEPEN: INZICHTEN EN STRUIKELBLOKKEN 2015 EVALUATIERAPPORT LOKS ZIEKTEPREVENTIE EN GEZONDHEIDSPROMOTIE BIJ SOCIAAL KWETSBARE GROEPEN: INZICHTEN EN STRUIKELBLOKKEN 2015 dr. Kaatje Van Roy en prof. dr. Sara Willems Februari 2016 In opdracht van

Nadere informatie

Uw patiëntendossier en privacy

Uw patiëntendossier en privacy Uw patiëntendossier en privacy UZ Leuven werkt met één centraal dossier per patiënt, over alle specialisaties heen. Dit dossier is volledig elektronisch en bevat gegevens van artsen, verpleegkundigen en

Nadere informatie

7. Zorgtrajecten. Inleiding. suggestievragen

7. Zorgtrajecten. Inleiding. suggestievragen 7. Zorgtrajecten Inleiding Een zorgtraject beoogt een multidisciplinaire benadering van de chronisch zieke patiënt. De toepassing van een zorgtraject gaat echter gepaard met een aantal administratieve

Nadere informatie

Het zorgtraject diabetes type 2: evaluatie van de patiënttevredenheid en perceptie van de ervaringen

Het zorgtraject diabetes type 2: evaluatie van de patiënttevredenheid en perceptie van de ervaringen Het zorgtraject diabetes type 2: evaluatie van de patiënttevredenheid en perceptie van de ervaringen Analyse en eerste conclusies op het rapport van BSM door de Vlaamse Diabetes Vereniging vzw (VDV) en

Nadere informatie

Een geïntegreerd zorgmodel voor abnormale moeheid: Oost-en West Vlaanderen

Een geïntegreerd zorgmodel voor abnormale moeheid: Oost-en West Vlaanderen Een geïntegreerd zorgmodel voor abnormale moeheid: Oost-en West Vlaanderen Rol van de kinesitherapeut D Hooghe Simon Axxon, Physical Therapy in Belgium CVS: Voorstel van proefproject Inleiding: 2009: KCE

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Pijler 1 - beslissingsondersteuning

Pijler 1 - beslissingsondersteuning praktischer 1 Pijler 1 - beslissingsondersteuning Beschrijving - Aanreiken van evidence-based informatie en richtlijnen; - Informeren van zorgverstrekkers; - Expertisebevordering; - Praktijkondersteuning;

Nadere informatie

Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper. Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013

Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper. Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013 Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper Editors: D. Paulus, K. Van den Heede, R. Mertens Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013 Position

Nadere informatie

3 FASEN MODEL. Inhoud: - Introductie - Fase 1 - Fase 2 - Fase 3 - Verbeteren Zelfmanagement

3 FASEN MODEL. Inhoud: - Introductie - Fase 1 - Fase 2 - Fase 3 - Verbeteren Zelfmanagement 3 FASEN MODEL Inhoud: - Introductie - Fase 1 - Fase 2 - Fase 3 - Verbeteren Zelfmanagement INTRODUCTIE Het aanmoedigen van chronisch zieke patiënten door zorgverleners in het nemen van dagelijkse beslissingen,

Nadere informatie

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen Een speciale uitdaging voor het huisartsenteam en het steunnetwerk Dr. Jany Rademakers, NIVEL Drs. Jeanny

Nadere informatie

RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN

RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN Om na te gaan in welke mate de huisartsen en apothekers uit dezelfde wijk contact hebben en met elkaar overleggen, verstuurden de Apothekers van Brussel

Nadere informatie

Diabetesconventie voor kinderen en adolescenten

Diabetesconventie voor kinderen en adolescenten Diabetesconventie voor kinderen en adolescenten informatie voor patiënten INLEIDING 3 VOORSTELLING VAN HET DIABETESTEAM 5 Artsen Verpleegkundigen Diëtisten Psychologe Sociaal werkster Secretariaatsmedewerkster

Nadere informatie

Het zorgtraject diabetes: van regels naar praktijk

Het zorgtraject diabetes: van regels naar praktijk Het zorgtraject diabetes: van regels naar praktijk Dr. Frank NOBELS endocrinologie O.L.V. Aalst zorgvernieuwing nodig! Enorme toename van chronische aandoeningen De organisatie van onze gezondheidszorg

Nadere informatie

REGIOHUIZEN Inleiding: Esther Van den Bossche (LMN Schelde-Rupel) Moderator: Dr. Stefan Teughels (LMN Turnhout)

REGIOHUIZEN Inleiding: Esther Van den Bossche (LMN Schelde-Rupel) Moderator: Dr. Stefan Teughels (LMN Turnhout) REGIOHUIZEN Inleiding: Esther Van den Bossche (LMN Schelde-Rupel) Moderator: Dr. Stefan Teughels (LMN Turnhout) in Vlaanderen 45 Netwerken 27 Waarom regiohuizen Zeer ruim aanbod aan paramedici Onduidelijk

Nadere informatie

Mats Werkt! WWW.MATSWERKT.NL DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER.

Mats Werkt! WWW.MATSWERKT.NL DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER. Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER. WWW.MATSWERKT.NL Mats werkt: Dé cursus voor het begeleiden van mensen met een arbeidsbeperking op de werkvloer.

Nadere informatie

18/06/2014 GROEPSVOORLICHTING DIABETES INHOUD WAAROM INFO OVER DIABETES? Info diabetes Prevalentie Types

18/06/2014 GROEPSVOORLICHTING DIABETES INHOUD WAAROM INFO OVER DIABETES? Info diabetes Prevalentie Types INHOUD GROEPSVOORLICHTING DIABETES W E R K G R O E P D I AB E T E S L M N Z U I D E R K E M P E N Info diabetes Prevalentie Types Wat is LMN Werkgroep diabetes Conversation Maps Wat? Samenwerking lokaal

Nadere informatie

Diabetes Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg

Diabetes Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg Diabetes Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg Heldere afspraken over de manier waarop zorgverleners u helpen en ondersteunen bij uw chronische ziekte. Inleiding U hebt suikerziekte en maakt gebruik

Nadere informatie

1. Wat is het Vlaams Patiëntenplatform vzw? 2. Wat is de eerste lijn? 3. Wat is een Samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg (SEL)? 4.

1. Wat is het Vlaams Patiëntenplatform vzw? 2. Wat is de eerste lijn? 3. Wat is een Samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg (SEL)? 4. Klankbordgroep eerste lijn Gent 18 januari 2011 i.s.m. PLAZZO 1 Programma 1. Wat is het Vlaams Patiëntenplatform vzw? 2. Wat is de eerste lijn? 3. Wat is een Samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg

Nadere informatie

Werkt Guided Care in jouw huisartsenpraktijk? Resultaten van een pilot bij vijf Nederlandse huisartsenpraktijken. multi.

Werkt Guided Care in jouw huisartsenpraktijk? Resultaten van een pilot bij vijf Nederlandse huisartsenpraktijken. multi. Werkt Guided Care in jouw huisartsenpraktijk? Resultaten van een pilot bij vijf Nederlandse huisartsenpraktijken multi morbiditeit Nieuwe werkwijze voor mensen met meerdere chronische aandoeningen Werkt

Nadere informatie

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee met mensen met Diabetes! Optimale Diabeteszorg door goede samenwerking tussen zorgverleners

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee met mensen met Diabetes! Optimale Diabeteszorg door goede samenwerking tussen zorgverleners Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee met mensen met Diabetes! Optimale Diabeteszorg door goede samenwerking tussen zorgverleners Uw huisarts heeft vastgesteld dat u lijdt aan Diabetes Mellitus, een

Nadere informatie

Eindopdracht Verbeterplan zorg aan chronisch zieken

Eindopdracht Verbeterplan zorg aan chronisch zieken OEFENTOETS 2 Dit document bevat een uitwerking van de eindopdracht behorende bij de Praktijkcursus Gezondheidszorg, namelijk het schrijven van een verbeterplan voor de zorg aan chronisch zieke patiënten

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie?

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? De externe omgeving wordt voor meer en meer organisaties een onzekere factor. Het is een complexe oefening voor directieteams om

Nadere informatie

Hoe gaat het zorgtraject diabetes type 2 er in de toekomst uitzien? Stand van zaken na de evaluatie

Hoe gaat het zorgtraject diabetes type 2 er in de toekomst uitzien? Stand van zaken na de evaluatie Hoe gaat het zorgtraject diabetes type 2 er in de toekomst uitzien? Stand van zaken na de evaluatie NVKVV Oostende 27 april 2015 1 Inleiding 2 1 Wat is een zorgtraject? Nieuwe aanpak van een chronische

Nadere informatie

Y:\HZW\2017\LMN\Stuurgroep zorgtrajecten 1

Y:\HZW\2017\LMN\Stuurgroep zorgtrajecten 1 Y:\HZW\2017\LMN\Stuurgroep zorgtrajecten 1 ACTIEPLAN 2017 1. Algemeen De stuurgroep van het LMN ZWV komt om de 6 weken samen op een donderdagmiddag De stuurgroep LMN gaat door op de laatste vrijdag van

Nadere informatie

Mijn 7 grootste inzichten in ICT in de zorg uit de afgelopen 15 jaar

Mijn 7 grootste inzichten in ICT in de zorg uit de afgelopen 15 jaar Mijn 7 grootste inzichten in ICT in de zorg uit de afgelopen 15 jaar Gebaseerd op ervaringen die ik opdeed in meer dan 10 verschillende ziekenhuizen Mirjan van der Meijden Zorginformatisering Vooraf In

Nadere informatie

Organiseren van samenwerking in het jeugddomein

Organiseren van samenwerking in het jeugddomein Organiseren van samenwerking in het jeugddomein De overkoepelende resultaten van vier afstudeeronderzoeken Publiek Management In opdracht van Integraal Toezicht Jeugdzaken (ITJ) hebben vier studenten Bestuurs-

Nadere informatie

Palliatieve zorg in de eerste lijn

Palliatieve zorg in de eerste lijn Palliatieve zorg in de eerste lijn Resultaten van een landelijke behoefte-inventarisatie onder zorgverleners, patiënten en naasten en de rol van PaTz hierbij. Ian Koper Roeline Pasman Bart Schweitzer Bregje

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting amenvatting Het aantal mensen met dementie neemt toe. De huisarts speelt een sleutelrol in het (h)erkennen van signalen die op dementie kunnen wijzen en hiermee in het stellen van de diagnose dementie,

Nadere informatie

KWALITEIT VAN CHRONISCHE ZORG

KWALITEIT VAN CHRONISCHE ZORG KWALITEIT VAN CHRONISCHE ZORG Beantwoord elke vraag vanuit het perspectief van het samenwerkingsverband dat verantwoordelijk is voor het leveren van chronische zorg. Ga bij de beoordeling uit van de huidige

Nadere informatie

Ervaringen vanuit D4D. Waarvoor staan we? Aanspreekpunt voor wie? Via de website Vzw met een verhaal Eerste gegevens uit de praktijk Hoe verder

Ervaringen vanuit D4D. Waarvoor staan we? Aanspreekpunt voor wie? Via de website Vzw met een verhaal Eerste gegevens uit de praktijk Hoe verder Inleiding Doctors4Doctors (D4D) is recentelijk van start gegaan en biedt een aanspreekpunt voor artsen met een hulpvraag. We schetsen kort vanuit welke idee D4D is opgericht, en aan welke noden in het

Nadere informatie

LMN Maas en Kempen LOK Bree-Meeuwen Gruitrode 5.09.2013

LMN Maas en Kempen LOK Bree-Meeuwen Gruitrode 5.09.2013 LMN Maas en Kempen LOK Bree-Meeuwen Gruitrode 5.09.2013 Diabetes Praktische tips Chronische nierinsufficiëntie Zorgtraject chronische nierinsufficiëntie wie? GFR < 45 ml/min/1,73m 2 (MDRD-formule) EN/OF

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader Doel van de functiefamilie Leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en input geven naar het beleid teneinde een kwaliteitsvolle, klantgerichte dienstverlening te verzekeren en zodoende bij

Nadere informatie

In gesprek met je arts. In gesprek met je arts. Tips voor een echte dialoog

In gesprek met je arts. In gesprek met je arts. Tips voor een echte dialoog In gesprek met je arts In gesprek met je arts Tips voor een echte dialoog Als patiënt ontmoet je verschillende artsen in verschillende omstandigheden. Een bezoek aan de huisarts verloopt anders dan een

Nadere informatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. MVO en reorganisatie. Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. MVO en reorganisatie. Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie MVO-Control Panel Instrumenten voor integraal MVO-management MVO en reorganisatie Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie 1 Inhoudsopgave Mvo en reorganisatie Verantwoord en succesvol

Nadere informatie

dit is Pieter Informatie en educatie via internet voor mensen met diabetes in Drenthe Vita

dit is Pieter Informatie en educatie via internet voor mensen met diabetes in Drenthe Vita dit is Pieter Informatie en educatie via internet voor mensen met diabetes in Drenthe - Vita dit is Avalange dit is Eliza informatiebrochure De zorg voor mensen met diabetes is in Drenthe op een goed niveau.

Nadere informatie

Gezondheidszorg. Zorgtraject diabetes. Informatie voor diabetici en mantelzorgers. vzw

Gezondheidszorg. Zorgtraject diabetes. Informatie voor diabetici en mantelzorgers. vzw Gezondheidszorg Zorgtraject diabetes Informatie voor diabetici en mantelzorgers 1 vzw Op 1 september 2009 startte het zorgtraject diabetes type 2. Met dit zorgtraject wordt getracht om de samenwerking

Nadere informatie

WELZIJN VAN ARTSEN: ZORG VOOR ZICHZELF & DREMPELS TOT HULP. Saartje Jooris, huisarts Eline Van Tilburgh, huisarts

WELZIJN VAN ARTSEN: ZORG VOOR ZICHZELF & DREMPELS TOT HULP. Saartje Jooris, huisarts Eline Van Tilburgh, huisarts WELZIJN VAN ARTSEN: ZORG VOOR ZICHZELF & DREMPELS TOT HULP Saartje Jooris, huisarts Eline Van Tilburgh, huisarts Er was eens Jaarlijks: Ø 25,53 / 1000 artsen Ø 20,23 / 1000 advocaten Ø 15,93 / 1000 dominees

Nadere informatie

Cliëntoverleg binnen de thuiszorg

Cliëntoverleg binnen de thuiszorg = een overleg waarbij alle hulpverleners worden samengebracht die op een bepaald moment betrokken zijn bij een bepaalde zorgsituatie. * alle professionele hulpverleners (HA, TVP, GBH, PD, Kine, DVC,.)

Nadere informatie

Samenvatting R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9

Samenvatting R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9 SAMENVATTING 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 134 Type 2 diabetes is een veel voorkomende ziekte die een grote impact heeft op zowel degene waarbij

Nadere informatie

Analyse van de percepties van diabeteseducatoren t.a.v. het zorgtraject Diabetes. (regio Destelbergen-Gent-Melle-Merelbeke)

Analyse van de percepties van diabeteseducatoren t.a.v. het zorgtraject Diabetes. (regio Destelbergen-Gent-Melle-Merelbeke) Analyse van de percepties van diabeteseducatoren t.a.v. het zorgtraject Diabetes. (regio Destelbergen-Gent-Melle-Merelbeke) November 202 Stuurgroep LMN Samen in Zorg (L. Alleman, E. Beddeleem, dr. C. Besard,

Nadere informatie

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij zorg voor ouderen! Optimale zorg voor ouderen in een kwetsbare positie

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij zorg voor ouderen! Optimale zorg voor ouderen in een kwetsbare positie Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij zorg voor ouderen! Optimale zorg voor ouderen in een kwetsbare positie Nederland vergrijst. Er komen steeds meer ouderen met steeds meer en verschillende soorten

Nadere informatie

WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen. Nr. 2018, Den Haag 12 juni Samenvatting

WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen. Nr. 2018, Den Haag 12 juni Samenvatting WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen Nr. 2018, Den Haag 12 juni 2018 WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen pagina

Nadere informatie

Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme

Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme Context Definitie van case management vanuit een benadering Top-down: bijv. zorgcoördinatie in het Waalse

Nadere informatie

Slecht nieuws goed communiceren

Slecht nieuws goed communiceren Slecht nieuws goed communiceren M A N U K E I R S E F A C U L T E I T G E N E E S K U N D E, K U L E U V E N Waarheid is een van de meest krachtige medicamenten waarover men beschikt, maar men moet nog

Nadere informatie

Verslag 1 e fase project optimale transmurale voedingszorg voor de ondervoede patiënt

Verslag 1 e fase project optimale transmurale voedingszorg voor de ondervoede patiënt Verslag 1 e fase project optimale transmurale voedingszorg voor de ondervoede patiënt Amsterdam, Januari 2015 Inleiding De afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd in vroege herkenning en behandeling van

Nadere informatie

KLINISCHE STUDIES. in AZ Sint-Lucas

KLINISCHE STUDIES. in AZ Sint-Lucas KLINISCHE STUDIES in AZ Sint-Lucas KLINISCHE STUDIES in AZ Sint-Lucas Overweegt u om, al dan niet op verzoek van uw arts, deel te nemen aan een klinische studie? Het is belangrijk dat u vooraf goed geïnformeerd

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

LMN Maas en Kempen LOK

LMN Maas en Kempen LOK LMN Maas en Kempen LOK 18.11.2013 CHRONISCHE NIERINSUFFICIËNTIE Zorgtraject DIABETES verschillende programma s VARIA Zorgtraject chronische nierinsufficiëntie wie? GFR < 45 ml/min/1,73m 2 (MDRD-formule)

Nadere informatie

Informatiebrochure ParkinsonNet

Informatiebrochure ParkinsonNet Informatiebrochure ParkinsonNet voor Zorgverleners Het ParkinsonNet concept wordt ondersteund door: 2 De ziekte van Parkinson De ziekte van Parkinson is een veel voorkomende en complexe aandoening. Parkinson

Nadere informatie

Hoe kan het LMN u als arts ondersteunen?

Hoe kan het LMN u als arts ondersteunen? Hoe kan het LMN u als arts ondersteunen? 1. Inleiding Het LMN (Lokaal Multidisciplinair Netwerk) Regio Gent werd in 2010 opgericht ter ondersteuning van de zorgtrajecten en meer algemeen ter ondersteuning

Nadere informatie

Zelfmanagement, gedeelde zorg of ontzorgen. Congres Chronische zorg Jacques Loomans (ZB NH) Jeanny Engels (Vilans) 29 juni 2012

Zelfmanagement, gedeelde zorg of ontzorgen. Congres Chronische zorg Jacques Loomans (ZB NH) Jeanny Engels (Vilans) 29 juni 2012 Zelfmanagement, gedeelde zorg of ontzorgen. Congres Chronische zorg Jacques Loomans (ZB NH) Jeanny Engels (Vilans) 29 juni 2012 Programma Inleiding Inleefoefening zelfmanagement met nabespreking Rol patiëntenverenigingen

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Overzicht van apps voor het PGD

Overzicht van apps voor het PGD van apps voor het PGD November 2014 1. Inleiding Om een PGD te gaan gebruiken, moet het genoeg waarde hebben voor de gebruiker. Een PGD krijgt toevoegde waarde als het de gebruiker meer oplevert dan het

Nadere informatie

Belbin Teamrollen Vragenlijst

Belbin Teamrollen Vragenlijst Belbin Teamrollen Vragenlijst Lindecollege 2009 1/ 5 Bepaal uw eigen teamrol. Wat zijn uw eigen teamrollen, en die van uw collega s? Deze vragenlijst kan u daarbij behulpzaam zijn. Zeven halve zinnen dienen

Nadere informatie

Vermindering bijvoeding bij neonaten SAMENVATTING

Vermindering bijvoeding bij neonaten SAMENVATTING Vermindering bijvoeding bij neonaten SAMENVATTING 1) Dit project zorgt ervoor dat minder neonaten onterecht post partum bijvoeding krijgen. Hiermee gaan meer neonaten met volledig borstvoeding naar huis

Nadere informatie

Centrum klinische farmacologie: deelnemen aan een klinische studie

Centrum klinische farmacologie: deelnemen aan een klinische studie Centrum klinische farmacologie: deelnemen aan een klinische studie informatie voor gezonde proefpersonen en patïenten INLEIDING 3 KLINISCHE STUDIES: EEN INLEIDING 4 De ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel

Nadere informatie

4 Overzicht van de cursus

4 Overzicht van de cursus 4 Overzicht van de cursus In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de onderwerpen die in de cursus aan bod komen. Het uiteindelijke doel is dat mensen met diabetes in staat zijn weloverwogen beslissingen

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Hart- en vaatziekten Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg

Hart- en vaatziekten Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg Hart- en vaatziekten Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg Heldere afspraken over de manier waarop zorgverleners u helpen en ondersteunen bij uw chronische ziekte. Inleiding U hebt een hart- of

Nadere informatie

Medisch Farmaceutisch Overleg

Medisch Farmaceutisch Overleg Medisch Farmaceutisch Overleg Een MFO (medisch farmaceutisch overleg) wordt georganiseerd om de multidisciplinaire samenwerking tussen artsen en apothekers te stimuleren. Het belangrijkste doel is het

Nadere informatie

Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2

Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2 1. Toelichting op de module Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard M01 van maart 2006 (tweede herziening). Diabetes mellitus type 2 is een chronische ziekte. Voorlichting geven is belangrijk om de

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

toolkit persoons gerichte zorg Bouwen aan eerstelijns zorg op maat voor mensen met een chronische ziekte

toolkit persoons gerichte zorg Bouwen aan eerstelijns zorg op maat voor mensen met een chronische ziekte toolkit persoons gerichte zorg Bouwen aan eerstelijns zorg op maat voor mensen met een chronische ziekte Over deze toolkit Welkom in het huis van persoonsgerichte zorg! Zoals je ziet is het huis nog in

Nadere informatie

RIJBEWIJS WETGEVING, VERZEKERINGEN HOE IS HET NU?

RIJBEWIJS WETGEVING, VERZEKERINGEN HOE IS HET NU? RIJBEWIJS WETGEVING, VERZEKERINGEN HOE IS HET NU? 2 Aangepast rijbewijs: algemeen Een aangepast rijbewijs is een rijbewijs met welbepaalde geldigheidsduur Reden van beperking wordt niet vermeld op het

Nadere informatie

Interventie zelfmanagement Turkse mannen met diabetes. Monica Overmars GVO functionaris GGD Hart voor Brabant

Interventie zelfmanagement Turkse mannen met diabetes. Monica Overmars GVO functionaris GGD Hart voor Brabant Interventie zelfmanagement Turkse mannen met diabetes Monica Overmars GVO functionaris GGD Hart voor Brabant Inhoud - Aanleiding - Onderzoekspilot in Tilburg 2010/2011 - Doel - Evaluatie pilot - Sterke

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

UZ Leuven: zie bijlage 2 UZ Antwerpen: zie bijlage 3 UZ Brussel: zie bijlage 4

UZ Leuven: zie bijlage 2 UZ Antwerpen: zie bijlage 3 UZ Brussel: zie bijlage 4 Aanmelding voor de functie zeldzame ziekten versie d.d. 02/06/2016 validatie projectgroep d.d. 02/06/2016 goedkeuring begeleidingscomité d.d. 06/06/2016 Situering Deze procedure is gebaseerd op bestaande

Nadere informatie

Vroedvrouwen en prenatale counseling

Vroedvrouwen en prenatale counseling Vroedvrouwen en prenatale counseling Resultaten van de crz enquête mbt counseling voor de 1 ste trimesterscreening Sindy Helsen, stafmedewerkster crz Overzicht I. Inleiding II. crz en prenatale diagnose

Nadere informatie

Patiëntenparticipatie in Diseasemanagement & Chronic Care Model. Margo Weerts

Patiëntenparticipatie in Diseasemanagement & Chronic Care Model. Margo Weerts Patiëntenparticipatie in Diseasemanagement & Chronic Care Model Margo Weerts De Hart&Vaatgroep De nieuwe organisatie van en voor mensen met een hart- of vaatziekte Ontstaan uit: - Vereniging van Vaatpatiënten

Nadere informatie

OVERGANG ONLINE NAAR AMBULANT

OVERGANG ONLINE NAAR AMBULANT OVERGANG ONLINE NAAR AMBULANT Binnen een geïntegreerd model van geestelijke gezondheidszorg volgens het stepped care model (getrapte zorg) kan er best gestreefd worden naar een vloeiende overgang tussen

Nadere informatie

Charter van gebruiker POD MI

Charter van gebruiker POD MI Charter van gebruiker POD MI Een charter aangaan is meer dan het droogweg meedelen van de werking van een nieuw project. Het is een overeenkomst, een engagement. Het houdt verwachtingen in voor de toekomst.

Nadere informatie

De paradox van de burger als uitgangspunt

De paradox van de burger als uitgangspunt GEMEENTE WINTERSWIJK De paradox van de burger als uitgangspunt De dialoog als methodiek Rhea M. Vincent 1-11-2013 In het nieuwe zorgstelsel staat de vraag van de burger centraal. De professional en de

Nadere informatie

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Palliatieve Zorg Onderdeel: Kwalitatief onderzoek Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Inhoudsopgave Inleiding Blz 2 Zoekstrategie Blz 3 Kwaliteitseisen van Cox et al, 2005 Blz 3 Kritisch

Nadere informatie

ACTIEPLAN 2015. Lokaal Multidisciplinair Netwerk Zuid West-Vlaanderen www.lmn-zwv.be

ACTIEPLAN 2015. Lokaal Multidisciplinair Netwerk Zuid West-Vlaanderen www.lmn-zwv.be 1 ACTIEPLAN 2015 1. Huisartsen sensibiliseren Zolang het pilootproject loopt blijft het promoten van de zorgtrajecten de kerntaak van LMN ZWV. Daarom wil LMN ZWV de werking van het LMN en de ondersteuning

Nadere informatie

Specifieke doelgroepen DA

Specifieke doelgroepen DA Keuzedeel mbo Specifieke doelgroepen DA gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0101 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op:

Nadere informatie

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen Doelgroep Methodiek Thema s 11 ouders van jongeren in secundaire scholen (2014) Waarderende benadering Ouderbetrokkenheid- Communicatie Ondersteuning

Nadere informatie

De telefoon: Maak van een vijand een vriend.

De telefoon: Maak van een vijand een vriend. De telefoon: Maak van een vijand een vriend. Een efficiënte aanpak voor organisatorische problemen in uw praktijk Handleiding voor de moderator Handleiding voor kwaliteitsverbetering V.U DOMUS MEDICA Antwerpen

Nadere informatie

Bepaal je koers met het Zelfmanagementkompas. zelf. management

Bepaal je koers met het Zelfmanagementkompas. zelf. management Bepaal je koers met het Zelfmanagementkompas zelf management Bepaal je koers met het Zelfmanagementkompas Patiënten helpen zelf regie te voeren over hun gezondheid. Dat is waar zelfmanagementondersteuning

Nadere informatie

Het organiseren van een MDO

Het organiseren van een MDO Het organiseren van een MDO Handreiking voor de organisatie van Multidisciplinair Overleg i.h.k.v. de keten ouderenzorg ZIO, Zorg in ontwikkeling VERSIE 1.0, 170131 Inleiding Gezien het multidisciplinaire

Nadere informatie

Oncologisch Centrum Strategische doelstellingen ONCOLOGISCH CENTRUM ONCOLOGISCH HANDBOEK DEEL 1

Oncologisch Centrum Strategische doelstellingen ONCOLOGISCH CENTRUM ONCOLOGISCH HANDBOEK DEEL 1 Oncologisch Centrum Strategische doelstellingen ONCOLOGISCH CENTRUM ONCOLOGISCH HANDBOEK DEEL 1 OH_OC_deel 1_2017-2018 Inhoud 1. Voorwoord... 3 2. Doelstellingen... 4 Het belang van het Oncologische Centrum

Nadere informatie

Resultaten van de maturiteitsscan procesoptimalisatie in de publieke sector

Resultaten van de maturiteitsscan procesoptimalisatie in de publieke sector Resultaten van de maturiteitsscan procesoptimalisatie in de publieke sector Ann Peirs, Geert Brandt, Partners Covista 15 mei 2015 Intro maturiteitsmodel 150 medewerkers uit de publieke sector waren aanwezig

Nadere informatie

Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent

Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent Voorstel BVVS, juni 2018 1. Definitie... 2 2. Rollen... 2 2.1 Verantwoordelijk voor het zorgproces... 2 2.2 Communicator... 3 2.3 Samenwerker... 3 2.4 Professionele

Nadere informatie

Welkom. Stichting Zeldzame Ziekten Nederland. Uitslag enquete Nationaal Plan. 15 maart 2012

Welkom. Stichting Zeldzame Ziekten Nederland. Uitslag enquete Nationaal Plan. 15 maart 2012 Welkom Stichting Nederland Uitslag enquete Nationaal Plan 15 maart 2012 Agenda 1. Doel van de bijeenkomst 2. Overzicht reacties op de enquête 3. Conclusies uit de enquête t.b.v. Nationaal Plan 4. Plannen

Nadere informatie

Medisch farmaceutisch overleg voor de

Medisch farmaceutisch overleg voor de Medisch farmaceutisch overleg voor de huisarts om je rol in de eerste lijn te versterken Medisch Farmaceutisch Overleg Een MFO (medisch farmaceutisch overleg) wordt georganiseerd om de multidisciplinaire

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Projectleider A1 December 2009 PROJECTLEIDER A1 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Taken uitvoeren Projectleider

Nadere informatie

Eindevaluatie patient advocates project B-bewust in bedrijf

Eindevaluatie patient advocates project B-bewust in bedrijf Eindevaluatie patient advocates project B-bewust in bedrijf Jouw naam: Naam ziekenhuis: 1. Algemeen Je contactpersonen in het ziekenhuis (en hun functie) Startdatum project in dit ziekenhuis Hoe lang heeft

Nadere informatie

Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014

Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014 Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014 Uitgangspunten: Beweeginterventies zijn het geheel van activiteiten dat tot doel heeft een bijdrage te leveren aan het voorkomen,

Nadere informatie

PATIËNTENPARTICIPATIE IN EEN PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS Betekenisgevende processen

PATIËNTENPARTICIPATIE IN EEN PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS Betekenisgevende processen PATIËNTENPARTICIPATIE IN EEN PSYCHIATRISCH ZIEKENHUIS Betekenisgevende processen Door Annelies Verkest Verpleegkundig specialist Kliniek Sint-Jozef Pittem Inhoud van de presentatie 1. Totstandkoming 2.

Nadere informatie

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 01 JANUARI 2006 TOT 31 OKTOBER 2006 - COORDINATEN VAN DE GDT : GDT van

Nadere informatie