Sociaal Economische Effectrapportage stadsregio Rotterdam (nulmeting)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Sociaal Economische Effectrapportage stadsregio Rotterdam (nulmeting)"

Transcriptie

1 Sociaal Economische Effectrapportage stadsregio Rotterdam (nulmeting) Uitgevoerd in opdracht van stadsregio Rotterdam W.F.Lukey C. Poulus November 25 r25-68rl ABF RESEARCH VERWERSDIJK NH DELFT T [15] SOCIAAL ECONOMISCHE EFFECTRAPPORTAGE STADSREGIO

2 SOCIAAL ECONOMISCHE EFFECTRAPPORTAGE STADSREGIO

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding en hoofdlijnen 5 2 Thema Bevolking Inleiding Bevolking Jeugd en Opleiding Bevolking en de vier stadsregio s Conclusie: scheve samenstelling van de bevolking 17 3 Thema Wonen Inleiding Indicatoren wonen Wonen en de vier stadsregio s Conclusie: minder huren, meer kopen 25 4 Thema Werk, Werkloosheid en Inkomen Inleiding Bedrijvigheid en Werkgelegenheid Werkloosheid Inkomen Uitkeringen Economie in de vier stadsregio s Conclusie: minder kansen in grootstedelijke 37 5 Thema Leefbaarheid en Veiligheid Inleiding Leefbaarheid en veiligheid Leefbaarheid en de vier stadsregio s Conclusie: leefbaarheid en veiligheid onder druk 42 6 Bijlagen 45 Overzicht indicatoren 45 SOCIAAL ECONOMISCHE EFFECTRAPPORTAGE STADSREGIO

4

5 1 Inleiding en hoofdlijnen Regio in balans De Rotterdamse regio heeft net zoals een aantal andere grootstedelijke Nederlandse regio s te kampen met grote sociaal-economische problemen. In (delen van) de stad Rotterdam bestaat een groot deel van de bevolking uit kansarmere groepen. Het feit dat kansarme groepen geconcentreerd zijn in bepaalde delen van de Rotterdamse regio kan leiden tot problemen: wijken verpauperen, een deel van de bevolking trekt weg, er ontstaat een voedingsbodem voor overlast en criminaliteit. Om deze problemen het hoofd te kunnen bieden en waar mogelijk te kunnen voorkomen streeft men in de Rotterdamse regio naar een evenwichtiger verdeling van de kansarme groepen over de hele regio. De gemeente Rotterdam heeft haar doelstellingen rond dit thema verwoord in de nota Rotterdam zet door, de regio op haar beurt heeft haar visie neergelegd in de rapporten Regio in Balans, Elk zijn deel en in de woningbouw convenanten. De onevenwichtige bevolkingsspreiding in de regio is vooral terug te voeren op de samenstelling van de woningvoorraad. In Rotterdam, Vlaardingen en Schiedam bevinden zich veel goedkope huurwoningen. Door middel van een aangepast woningbouwbeleid en volkshuisvestingsbeleid wil de overheid deze scheve opbouw van de woningmarkt enigszins doorbreken en zodoende invloed uit oefenen op de samenstelling van de bevolking. Om de sociaal-economische ontwikkeling van de stadsregio Rotterdam goed te kunnen blijven volgen bestaat behoefte aan een tweejaarlijkse monitor waarin kort en bondig wordt geschetst wat de stand van zaken op sociaal-economisch terrein is en hoe de ontwikkeling verloopt. Op basis van de bevindingen kan het beleid indien gewenst worden bijgestuurd. Deze nota kan worden beschouwd als eerste nulmeting. Het hele project dat voor de stadsregio Rotterdam is uitgevoerd bestaat uit een drietal deelprojecten. Een sociaal-economische effectrapportage die betrekking heeft op de hele stadsregio. Het betreft een nulmeeting. Een serie korte deelrapportages op gemeentelijk niveau met per gemeente een overzicht met scores op de indicatoren. Een digitale weergave via internet met daarin alle relevante indicatoren met betrekking tot de ontwikkelingen in de stadsregio Rotterdam. De digitale versie is te vinden op het volgende internetadres: PM. SOCIAAL ECONOMISCHE EFFECTRAPPORTAGE STADSREGIO 5

6 Gekozen is voor een selectie van indicatoren die onderscheidend van karakter zijn en daardoor de sociaal-economische ontwikkeling en de positie van de kansarme en kansrijke groepen in de stadsregio goed kunnen weergeven. De gemeentelijke factsheets zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op dezelfde set indicatoren. Overigens is in de bijlage van dit rapport wel een volledige lijst met indicatoren opgenomen. De bronnen waarop de verschillende indicatoren zijn gebaseerd worden in de digitale monitor op internet uitgebreid toegelicht. Conclusies op hoofdlijnen Aan het eind van elk hoofdstuk worden enkele conclusies getrokken. De belangrijkste drie conclusies, de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek, worden op deze plaats echter al gepresenteerd. 1 ->Grootstedelijke kennen concentratie kansarme groepen Kansarme groepen concentreren zich sterk in de grootstedelijke van de stadsregio Rotterdam. Dit wordt vooral veroorzaakt door de hoge concentratie kansarme groepen in de gemeente Rotterdam. In de gemeente Rotterdam is niet alleen het aandeel niet-westerse allochtonen in de bevolking groot ook het aandeel leerlingen (in het basis onderwijs) met laagopgeleide allochtone ouders is er veel hoger dan in de andere grootstedelijke en in de groeistedelijke en kleinstedelijke. Dit kan ertoe leiden dat in de nabije toekomst grote groepen laag opgeleide leerlingen op de Rotterdamse arbeidsmarkt zullen komen. De praktijk leert dat deze groepen het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt. De werkloosheid is op dit moment veel hoger in Rotterdam (en de andere grootstedelijke ) dan in de overige twee groepen in de regio. Dit vertaalt zich in een slechtere inkomenspositie van de bevolking. 2 -> Opbouw woningvoorraad in grootstedelijke trekt kansarme groepen aan De grootstedelijke kennen een woningvoorraad die bestaat uit een groot aandeel huurwoningen, waarbij een aanzienlijk deel van de huurders huursubsidie ontvangt. Bovendien werden in het verleden in de grootstedelijke naar verhouding veel huurwoningen gebouwd. Deze samenstelling van de woningvoorraad in de grootstedelijke trekt kansarmere groepen aan. Kansrijke groepen worden gestimuleerd de stad te verlaten door gebrek aan voor hen geschikt woningaanbod. 3 -> Bevolking in grootstedelijke voelt zich steeds onveiliger Steeds meer mensen in de grootstedelijke in de stadsregio gaan zich onveilig voelen. Zo voelt een groter wordende groep mensen zich angstig om overvallen of lastig gevallen te worden. Het feitelijk aantal aangiften per 1 inwoners ligt in de grootstedelijke ook daadwerkelijk fors boven het regionaal gemiddelde. Leeswijzer De sociaal-economische effectrapportage is thematisch van opzet. In het eerst hoofdstuk wordt ingegaan op het Thema Bevolking. Alle indicatoren met betrekking tot dit thema komen in dit hoofdstuk aan bod. In dit hoofdstuk en in de andere thematische hoofdstukken is een aparte paragraaf opgenomen waarin de stadsregio Rotterdam wordt vergeleken met het Regionaal Overlegorgaan Amsterdam, Haaglanden en Bestuursregio Utrecht. Ook worden aan het eind van elk thematisch hoofdstuk de belangrijkste conclusies gepresenteerd. 6

7 Na het thema Bevolking komen achtereenvolgens aan de orde het thema Werkgelegenheid, werkloosheid en inkomen, het thema wonen en het thema leefbaarheid en veiligheid. Gebiedsindeling In deze sociaal economische effect rapportage worden binnen de stadsregio Rotterdam een drietal gebieden onderscheiden namelijk: de grootstedelijke, de groeistedelijke en de kleinstedelijke. De gebiedsindeling wordt ook gebruikt in het RKBHS 1. De indeling is weergegeven in figuur 1.1. Tot de grootstedelijke (categorie 1) behoren Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Maassluis. In een aantal figuren in het rapport is de gemeente Rotterdam apart weergegeven. De cijfers voor de grootstedelijke zijn in deze gevallen inclusief de gemeente Rotterdam. De groeistedelijke (categorie 2) zijn: Ridderkerk, Rozenburg, Spijkenisse, Capelle en Hellevoetsluis. De kleinstedelijke (categorie 3) tenslotte zijn Krimpen, Brielle, Berkel en Rodenrijs, Bergschenhoek, Bleiswijk, Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse en Westvoorne. In de digitale monitor is het overigens mogelijk om binnen de kleinstedelijke onderscheid te maken in met VINEX locaties en zonder VINEX locaties. De gegevens in de rapportage worden gepresenteerd volgens deze gebiedsindeling. In de samenvatting die bij elk hoofdstuk wordt gepresenteerd worden bovendien in een aantal gevallen gegevens met betrekking tot de gemeente Rotterdam weergegeven. 1 RKBHS staat voor Regionaal Koop, Huur, Bouw en Sloop scenario. 7

8 Figuur 1.1 Gebiedsindeling stadsregio Rotterdam 8

9 2 Thema Bevolking 2.1 Inleiding Het eerste thematische hoofdstuk gaat in op de bevolking in de stadsregio Rotterdam. In dit hoofdstuk wordt de bevolking vanuit een aantal perspectieven benaderd. Zo wordt in paragraaf 2.1 ingegaan op de bevolkingsontwikkeling, de bevolkingssamenstelling en de migratie. Paragraaf 2.2 neemt de jeugd als uitgangspunt. Daarbij krijgt onder andere het opleidingsniveau van de jeugd aandacht. De vergelijking tussen de stadsregio Rotterdam en de andere randstedelijke stadsgewesten wordt in paragraaf 2.3 gemaakt. In paragraaf 2.4 tenslotte volgen de belangrijkste conclusies. 2.2 Bevolking Bevolkingsontwikkeling De totale bevolking van de stadsregio Rotterdam is bijna 1,2 miljoen mensen groot. Tweederde deel (66%) van deze mensen woont in 24 in de grootstedelijke, 2% woont in de groeistedelijke en de resterende 15% in de kleinstedelijke. In de verspreiding van de bevolking wordt het aandeel van de grootstedelijke langzaam kleiner. In 1989 woonde nog 68% van de regiobevolking in de grootstedelijke. Het aandeel van de kleinstedelijke stijgt navenant (van 12% in 1989 naar 15% in 24). Het groeitempo van de bevolking in de drie gebieden van de regio loopt dan ook uiteen. Dit wordt geïllustreerd met figuur De figuur maakt duidelijk dat de bevolking in de kleinstedelijke substantieel sneller is gegroeid dan de bevolking in de grootstedelijke en groeistedelijke. 9

10 Figuur Bevolkingsontwikkeling in de stadsregio Rotterdam (indexcijfers 1989=1) 13 index (1989=1) Grootstedelijke Kleinstedelijke Groeistedelijke SRR totaal De groeistedelijke weten op zichzelf ook een bevolkingsgroei te realiseren die boven de groei van de grootstedelijke ligt. Bevolking naar leeftijd en naar etniciteit De samenstelling van de bevolking is vanzelfsprekend niet in de hele stadsregio gelijk. Wanneer de leeftijd van de bevolking als uitgangspunt wordt genomen blijkt bijvoorbeeld dat het aandeel jongeren (statistisch gedefinieerd als jonger dan 15 jaar) in de grootstedelijke beperkt blijft tot 17% terwijl het in de kleinstedelijke 21% bedraagt. De groeistedelijke nemen met 18% een middenpositie in. De grootstedelijke blijken verder ontgroend te zijn dan de kleinstedelijke en groeistedelijke. Figuur Jongeren en ouderen als percentage van de totale bevolking, SRR, percentage Grootstedelijke Groeistedelijke tot 15 jaar Kleinstedelijke 65 plus SRR totaal De situatie ten aanzien van de vergrijzing is anders. Het aandeel 65 plussers is juist in de grootstedelijke het hoogste met 15%. In de kleinstedelijke blijft het aandeel 65 plussers steken op 13%, de groeistedelijke nemen opnieuw een middenpositie in. 1

11 Bevolking naar autochtoon/allochtoon Niet alleen de bevolkingsamenstelling naar leeftijd geeft een wisselend beeld over de verschillende delen van de Rotterdamse stadsregio, hetzelfde geldt voor de bevolkingssamenstelling naar etniciteit. In figuur is het aandeel allochtonen in de drie deelgebieden weergegeven. Bovendien zijn de allochtonen onderscheiden in westerse en niet-westerse allochtonen 2. Figuur Aandeel allochtonen in de totale bevolking, stadsregio Rotterdam, percentage Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedelijke SRR totaal niet-w esters allochtoon w esters allochtoon Het aandeel allochtonen op de totale bevolking is verreweg het hoogste in de grootstedelijke met 4%. In de groeistedelijke en kleinstedelijke komt dit aandeel uit op respectievelijk 2% en 12%. Niet alleen de omvang van de groep allochtonen is sterk verschillend, dat geldt ook voor de samenstelling. In de grootstedelijke bestaat de groep allochtonen voor het grootste deel uit niet westers allochtonen (ruim 3% van de bevolking en 77% van alle allochtonen), in de kleinstedelijke is de groep westers allochtonen groter dan de groep niet-westerse allochtonen (7% van de bevolking en 58% van alle allochtonen). Ter vergelijking: in Nederland maakt de groep niet-westerse allochtonen in 24 1,3% van de bevolking uit. De westerse allochtonen volgen met 8,7%. Huishoudens naar type Niet alleen de bevolkingssamenstelling maar ook de huishoudensamenstelling zegt iets over de sociale ontwikkelingen binnen de stadsregio. Als voorbeeld nemen we het aandeel eenpersoonshuishoudens en het aandeel huishoudens met kinderen. Het aandeel eenpersoonshuishoudens is overigens relevant omdat deze huishoudens (waaronder veel oudere alleenstaanden) doorgaans een wat lager inkomen hebben. 2 Tot de groep niet-westerse allochtonen behoren mensen uit Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië (met uitzondering van Indonesië en Japan). Tot de westerse allochtonen worden mensen met een Europese achtergrond gerekend. Ook mensen uit landen waar veel Europeanen of hun afstammelingen worden aangetroffen (Noord-Amerika, Indonesië) worden tot de westerse allochtonen gerekend. Hetzelfde geldt voor Japanners. 11

12 Figuur Aandeel eenpersoonshuishoudens en huishoudens met kinderen in de stadsregio Rotterdam, percentage Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedelijke SRR totaal eenpersoons huishoudens huishoudens met kinderen Beide indicatoren differentiëren sterk tussen de drie deelgebieden. Het zal niet verbazen dat juist in de grootstedelijke het aandeel eenpersoons huishoudens hoog is. In de groeistedelijke en kleinstedelijke is dit aandeel aanzienlijk beperkter. Het omgekeerde geldt voor de gezinnen met kinderen. Deze worden in verhouding minder vaak aangetroffen in de grootstedelijke en worden veel aangetroffen in de groeistedelijke en kleinstedelijke. Migratie naar herkomst en bestemming De bevolkingssamenstelling in de Rotterdamse regio verandert sterk door de samenstelling van de migratiestromen van en naar de regio. Figuur geeft inzicht in omvang en richting van de migratiestromen. In de figuur zijn per deelgebied het binnenlands migratiesaldo, het buitenlands migratiesaldo en het totale migratiesaldo opgenomen. Figuur Binnenlands en buitenlands migratiesaldo stadsregio Rotterdam, 24 personen Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedelijke Binnenlands migratiesaldo Buitenlands migratiesaldo Migratiesaldo totaal SRR totaal 12

13 In de stadsregio als geheel is sprake van een binnenlands vertrekoverschot en een buitenlands vestigingsoverschot. Dit betekent in de eerste plaats dat vanuit de stadsregio meer mensen naar de rest van Nederland verhuizen dan omgekeerd. Daarnaast komen er meer mensen vanuit het buitenland naar de stadsregio dan andersom. Wanneer het binnenlandse en het buitenlandse effect bij elkaar worden opgeteld blijkt dat er per saldo in 24 bijna 8 mensen uit de stadsregio vertrokken zijn. Kort geformuleerd is dit beeld te omschrijven met: het aantal vertrekkende inwoners uit grootstedelijke (in de praktijk meestal Rotterdammers) overtreft het aantal zich vestigende buitenlanders. Het beeld voor de grootstedelijke is enigszins anders doordat het buitenlands vestigingsoverschot het binnenlandse vertrekoverschot overtreft. Per saldo resulteert dan ook een vestigingsoverschot. In de groeistedelijke is de situatie anders: een binnenlands vertrekoverschot en een (veel kleiner) buitenlands vertrekoverschot versterken elkaar. In de kleinstedelijke is eveneens sprake van een binnenlands en buitenlands vertrekoverschot. 2.3 Jeugd en Opleiding Drie indicatoren In de paragraaf over jeugd en opleiding wordt een drietal indicatoren gepresenteerd. In de eerste plaats wordt ingegaan op het aandeel VMBO leerlingen op het totaal aantal leerlingen. Daarnaast worden het aandeel leerlingen uit culturele minderheden en het aandeel leerlingen met laagopgeleide allochtone ouders gepresenteerd. Bij de interpretatie van de cijfers moet rekening worden gehouden met de definities in de (CBS) statistiek. Het aandeel VMBO leerlingen wordt berekend op basis van de vestigingsplaats van de school van de leerling. Dit betekent dat een leerling uit Ridderkerk die naar een VMBO school in Rotterdam gaat bij Rotterdam wordt geteld. Hetzelfde geldt voor de leerlingen uit culturele minderheden ( cumi leerlingen ). De cijfers over deze groep leerlingen hebben alleen betrekking op leerlingen uit het voortgezet onderwijs. De derde groep leerlingen (de leerlingen met laag opgeleide allochtone ouders) betreft leerlingen uit het Basisonderwijs. Ook hier worden de leerlingen geteld in de gemeente waar de school staat. Maar in dit geval geeft dit minder vertekening omdat basisschool leerlingen, veel meer dan leerlingen in het voortgezet onderwijs, naar een school in de eigen gemeente gaan. Figuur geeft een beeld van de ontwikkeling van het aandeel VMBO leerlingen in de periode

14 Figuur Aandeel VMBO leerlingen in het Voortgezet Onderwijs, stadsregio Rotterdam, percentage Grootstedelijke Kleinstedelijke Groeistedelijke SRR Totaal De ontwikkeling van het aandeel VMBO leerlingen in de verschillende groepen is ongeveer gelijk. Overigens stijgt het aandeel VMBO leerlingen vanaf 21 overal; niet alleen in de regio Rotterdam maar in heel Nederland. Dit heeft te maken met een (administratieve) aanpassing en het meetellen van meer vormen van VMBO onderwijs (leerweg ondersteunend onderwijs e.a.). Het aandeel leerlingen dat afkomstig is uit culturele minderheden staat in figuur In de grootstedelijke hebben ruim 11. leerlingen een minderheidsachtergrond, in de groeistedelijke 1.55 leerlingen en in de kleinstedelijke 12 leerlingen. Figuur Aandeel leerlingen dat deel uitmaakt van culturele minderheden, stadsregio Rotterdam, percentage Grootstedelijke Kleinstedelijke Groeistedelijke SRR Totaal In de grootstedelijke is een kwart van de leerlingen afkomstig uit culturele minderheden. Dit aandeel ligt in de groeistedelijke en in de kleinstedelijke met respectievelijk 9% en 2% aanzienlijk lager. De figuur maakt tevens duidelijk dat een aanvankelijke stijging van het aandeel leerlingen met een minderheidsachtergrond is afgevlakt in de grootstedelijke. In de groeistedelijke daarentegen stijgt het aandeel voorzichtig. 14

15 Figuur Aandeel leerlingen met laagopgeleide allochtone ouders, stadsregio Rotterdam, percentage Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedelijke SRR Totaal Figuur geeft het aandeel leerlingen weer waarvan de ouders laagopgeleid en allochtoon zijn. In de grootstedelijke is het aandeel leerlingen met laagopgeleide allochtone ouders met 46% bijzonder groot. De groeistedelijke en kleinstedelijke kennen veel lagere percentages (14% en 4%). Wat niet in deze figuur zichtbaar is, is dat het aandeel leerlingen de laatste jaren nauwelijks aan verandering onderhevig is geweest. In absolute zin gaat het in de grootstedelijke om 1.3 leerlingen. De groeistedelijke tellen bijna 4. leerlingen binnen deze categorie. In de kleinstedelijke gaat het om 1.85 leerlingen. 2.4 Bevolking en de vier stadsregio s De stadsregio Rotterdam kan op een aantal punten met betrekking tot het thema bevolking worden vergeleken met de drie andere randstedelijke stadsgewesten. In figuur zijn de scores voor 24 op een aantal indicatoren samengevat. Figuur Indicatoren voor vier stadsregio s percentage Aandeel niet- Westerse allochtonen Aandeel eenpersoons huishoudens Stadsregio Rotterdam Haaglanden Aandeel all. leerlingen met laagopg. Ouders Aandeel jonger dan 15 jaar Aandeel 65 plus Regionaal Overlegorgaan Amsterdam Bestuursregio Utrecht 15

16 De Rotterdamse regio neemt samen met de Amsterdamse regio een leidende positie in als het gaat om het aandeel niet-westerse allochtonen. Bijna een kwart van de bevolking heeft een niet-westers achtergrond. De regio Utrecht blijft met 11% duidelijk achter. Het aandeel eenpersoonshuishoudens is in de Rotterdamse regio met 4% vergelijkbaar met het aandeel in de andere stadsregio s. Amsterdam heeft met 44% het grootste aandeel eenpersoonshuishoudens. De regio Rotterdam onderscheidt zich sterk van de andere regio s op de indicator allochtone leerlingen. Het aandeel allochtone leerlingen met laagopgeleide ouders komt uit op 32% en is daarmee veel hoger dan elders. Amsterdam volgt met 26%. In de bestuursregio Utrecht bedraagt het aandeel allochtone leerlingen slechts 14%. Ook de aandelen jongeren en ouderen zijn in de figuur opgenomen. De vier regio s zijn op deze twee punten sterk vergelijkbaar. De aandelen jongeren komen bijna overeen. In Rotterdam en Haaglanden is het aandeel 65 plussers iets hoger dan in de twee andere regio s. 16

17 2.5 Samenvatting: scheve samenstelling van de bevolking De indicatoren met betrekking tot het thema bevolking maken duidelijk dat de samenstelling van de bevolking in de stadsregio Rotterdam scheef is. De kansarmere groepen in de Rotterdamse regio zijn sterk geconcentreerd in de grootstedelijke. Figuur vat de belangrijkste uitkomsten nog eens samen. Vooral de hoge aandelen niet-westerse allochtonen en allochtone leerlingen met laagopgeleide ouders in grootstedelijke vallen op. In Figuur worden de uitkomsten nogmaals weergegeven maar ditmaal in de vorm van een spindiagram. Figuur Samenvatting indicatoren, 24, percentages percentage Aandeel niet- Westerse allochtonen Aandeel eenpersoons huishoudens Aandeel all. leerlingen met laagopg. Ouders Aandeel jonger dan 15 jaar Aandeel 65 plus Rotterdam Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedelijke SRR Totaal Figuur Samenvatting indicatoren, 24, percentages Aandeel 65 plus Aandeel jonger dan 15 jaar Aandeel niet-westerse allochtonen Aandeel eenpersoons huishoudens Aandeel all. leerlingen met laagopg. Ouders Rotterdam Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedelijke SRR Totaal 17

18 Naast deze twee indicatoren maakt ook het hoge aandeel eenpersoons huishoudens duidelijk dat de bevolkingssamenstelling in de grootstedelijke wezenlijk anders is dan in de andere. Binnen de grootstedelijke onderscheidt de gemeente Rotterdam zich met waarden die nog iets boven de gemiddelden van de grootstedelijke uitkomen. De conclusie is helder. De kansarme groepen concentreren zich in sterk mate in de grootstedelijke en binnen de grootstedelijke binnen de gemeente Rotterdam. Een stad heeft van nature aantrekkingskracht op nieuwkomers, academici en op kansarmere groepen. Spreiding van kansarme (en omgekeerd kansrijke) groepen over de hele regio is een voor de hand liggende gedachte. Daarbij gaat het overigens niet om een aanpassing van het afzonderlijke karakter van de verschillende. 18

19 3 Thema Wonen 3.1 Inleiding In het derde hoofdstuk vormt het wonen het centrale thema. Daarbij gaat het vooral om kwalitatieve aspecten met betrekking tot het wonen. In paragraaf 3.2 worden indicatoren gepresenteerd die aangeven hoe het met de ontwikkelingen op de woningmarkt is gesteld. Zo komen de ontwikkeling van de woningvoorraad, de omvang van nieuwbouw en onttrekkingen en het aandeel van huurwoningen in de nieuwbouw aan de orde. De stadsregio Rotterdam wordt in paragraag 3.3 vergeleken met de andere stadsgewesten. Conclusies tenslotte worden gepresenteerd in paragraaf Indicatoren wonen Ontwikkeling woningvoorraad De woningvoorraad in de stadsregio Rotterdam telt bijna 54. woningen. Het grootste deel van de voorraad (69%) wordt vanzelfsprekend aangetroffen in de grootstedelijke. Bijna één op de vijf huizen staat in de groeistedelijke en bijna 13% bevindt zich in de kleinstedelijke gemeente. De groei van de woningvoorraad is ongelijkmatig verspreid over de regio. In figuur is de groei (uitgedrukt als indexcijfer) opgenomen. 19

20 Figuur Ontwikkeling woningvoorraad in de stadsregio Rotterdam, (index 1995=1) index (1995=1) Grootstedelijke Kleinstedelijke Groeistedelijke SRR Totaal De woningvoorraad blijkt in de kleinstedelijke veel sterker toe te nemen dan in de groeistedelijke en grootstedelijke. In de kleinstedelijke is de voorraad in de periode met meer dan 25% gegroeid. In de groeistedelijke blijft de groei beperkt tot 1%, in de grootstedelijke tot minder dan 5%. Samenstelling woningvoorraad De samenstelling van de woningvoorraad is van invloed op de bevolkingssamenstelling. In figuur is weergegeven welk deel van de totale woningvoorraad uit huurwoningen en sociale huurwoningen bestaat. Figuur Aandeel huurwoningen en sociale huurwoningen in woningvoorraad, SRR Totaal, 22 percentage Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedelijke SRR Totaal Perc sociale huurw oningen in voorraad 22 Perc huurw oningen in voorraad 24 In de grootstedelijke ligt het aandeel sociale huurwoningen op 55%. In de groeistedelijke is het aandeel sociale huurwoningen met 43% eveneens aanzienlijk. De kleinstedelijke komen uit op 27%. Het aandeel huurwoningen kent een soortgelijk patroon met dien verstande dat het aandeel in de totale voorraad natuurlijk wat hoger ligt. 2

21 Nieuwbouw en onttrekkingen De sterke groei in de kleinstedelijke kan aan de hand van de nieuwbouwaantallen en sloopaantallen worden geïllustreerd. In tabel zijn de aantallen voor nieuwbouw en onttrekkingen opgenomen voor de drie deelgebieden. De cijfers voor 24 en voor de periode 2-24 zijn weergegeven. Tabel Nieuwbouw en onttrekkingen in de SRR, 24 en periode Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedelijke SRR Totaal Nieuwbouw totaal Onttrekkingen totaal Saldo Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedelijke SRR Totaal Nieuwbouw totaal Onttrekkingen totaal Saldo Wanneer we de periode 2-24 nader bekijken blijkt dan nieuwbouw en sloop elkaar in de grootstedelijke redelijk in evenwicht houden. In de groeistedelijke en kleinstedelijke is dat anders: er wordt veel meer gebouwd dan er wordt gesloopt. Per saldo zijn in deze periode dan ook de meeste woningen terecht gekomen in de kleinstedelijke (bijna 1.). Het jaar 24 geeft een nog wat extremer beeld. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat in de grootstedelijke de sloop de nieuwbouw overtreft. Het aandeel huurwoningen dat gebouwd wordt is opgenomen in een volgende figuur. Daarbij zijn vanzelfsprekend de drie deelgebieden opnieuw onderscheiden. Figuur Aandeel huurwoningen in nieuwbouw percentage Grootstedelijke Kleinstedelijke Groeistedelijke SRR Totaal Het aandeel huurwoningen dat gebouwd wordt neemt geleidelijk af. Daarmee volgt de stadsregio Rotterdam overigens de landelijke trend. De nadruk is in de loop der jaren om meerdere redenen sterk op de koopsector komen te liggen. 21

22 In de grootstedelijke binnen de stadsregio ligt het aandeel huurwoningen in 21 en 22 overigens duidelijk boven het aandeel in de groeistedelijke en de kleinstedelijke. In 24 zijn in de grootstedelijke relatief gezien even veel huurwoningen gebouwd als in de stadsregio. Verkoop van huurwoningen Het aandeel van de huurwoningen in de totale woningvoorraad bedraagt in de stadsregio Rotterdam in 24 61%. In 2 lag dit percentage nog op 73%. De oorzaak van dit dalende aandeel huurwoningen ligt niet alleen in een relatief laag aandeel huurwoningen in de nieuwbouw maar ook in de verkoop van grote aantallen huurwoningen en de sloop van huurwoningen. Figuur Verkoop van huurwoningen in de stadsregio Rotterdam, Aantal verkochte huurwoningen Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedelijke SRR Totaal Het aantal huurwoningen dat in de grootstedelijke wordt verkocht is overigens gedaald van 25 in 2 naar 15 in 24. Ook in de groeistedelijke en kleinstedelijke, waar vanzelfsprekend veel minder huurwoningen worden verkocht is sprake van enigszins dalende verkopen. Aantal huursubsidieontvangers De ontwikkeling van het aantal huursubsidieontvangers vormt onderwerp van figuur Over het algemeen is het aantal ontvangers in de periode 2-24 enigszins gedaald. De kleinstedelijke vormen de uitzondering op deze regel. In deze stijgt het aantal huursubsidieontvangers in de periode met bijna 1%. 22

23 Figuur Ontwikkeling van het aantal huursubsidie ontvangers, stadsregio Rotterdam, 2-24 (index 2=1) index (2=1) Grootstedelijke Kleinstedelijke Groeistedelijke SRR Totaal In absolute zin blijft de stijging in de kleinstedelijke overigens redelijk beperkt. Het gaat om 45 extra ontvangers in de periode Deze stijging kan in de eerst plaats zijn veroorzaakt door de bouw van goedkope huurwoningen. Daarnaast is het mogelijk dat meer huishoudens binnen de huursubsidiegrens vallen doordat het inkomen van bepaalde groepen huurders is gedaald dan wel dat binnen de bestaande voorraad huurwoningen meer lage inkomensgroepen zijn gehuisvest. Uit figuur blijkt dat het aandeel huurwoningen met huursubsidie binnen de grootstedelijke en groeistedelijke nog steeds aanzienlijk groter is dan in de kleinstedelijke. Figuur Aandeel huurwoningen met huursubsidie, stadsregio Rotterdam, 23 percentage Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedelijke SRR Totaal 23

24 3.3 Wonen en de vier stadsregio s In de stadsregio Rotterdam zijn in het jaar 24 in vergelijking met de andere regio s per saldo bijna geen extra woningen gebouwd. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat het aantal onttrekkingen in de stadsregio bijzonder groot is. Herstructureringsoperaties in een aantal Rotterdamse wijken zoals Ommoord spelen hierbij een belangrijke rol. Figuur Vergelijking saldo nieuwbouw en sloop vier randstedelijke stadsgewesten, saldo nieuwbouw sloop SRR ROA Haaglanden BRU Het aandeel huurwoningen in de totale woningvoorraad is in de stadsregio Rotterdam van een vergelijkbaar niveau als in de Amsterdamse regio. Aan de andere kant is het percentage huurwoningen in de nieuwbouw in vergelijking met de Amsterdamse en de Haagse regio juist wat lager. Figuur Vergelijking aandeel huurwoningen en aandeel huurwoningen in nieuwbouw vier randstedelijke stadsgewesten, 24 percentage SRR ROA Haaglanden BRU Totaal Huur op voorraad Perc nieuw bouw huur Al met al lijkt het erop dat de herstructurering van de woningvoorraad in 24 in de Rotterdamse regio sneller verloopt dan elders: zowel kwantitatief (meer woningen gesloopt) als kwalitatief (meer koopwoningen gebouwd). 24

25 Deze relatief omvangrijke herstructurering en de daarmee samenhangende zeer beperkte groei van de woningvoorraad is wellicht mogelijk geweest, doordat de druk op de woningmarkt hier wat minder groot was dan in de andere stadsgewesten; zodat er gemakkelijker kon worden gesloopt. 3.4 Samenvatting: minder huren, meer kopen De samenstelling van de woningvoorraad is in sterke mate sturend voor de opbouw van de bevolking en vice versa. Wanneer de woningvoorraad voor een groot deel bestaat uit goedkope huurwoningen zal dit kansarmere groepen aantrekken. Dit is in de grootstedelijke in de stadsregio, en zeker in Rotterdam het geval. Tabel 3.4.1: Samenvatting indicatoren Wonen stadsregio Rotterdam percentage ` 2 1 Rotterdam Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedelijke SRR Totaal Tabel 3.4.2: Samenvatting indicatoren Wonen stadsregio Rotterdam Aandeel sociale huurw oningen in voorraad 22 Aandeel huur in totale voorraad 24 Aandeel huur in nieuwbouw 24 Aandeel huurwoningen met huursubsidie 23 Aandeel sociale huurwoningen in voorraad 22 Aandeel huur in totale voorraad Aandeel huur in nieuw bouw 24 Aandeel huurwoningen met huursubsidie 23 Rotterdam Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedelijke SRR Totaal 25

26 In de eerste plaats is het aandeel huurwoningen (en sociale huurwoningen) in de voorraad in de grootstedelijke hoog. Daarnaast worden in 23 in de grootstedelijke nog altijd naar verhouding veel huurwoningen gebouwd. Daar komt nog bij dat ook het aandeel huurwoningen met huursubsidie in de grootstedelijke hoog is, zeker in vergelijking met de kleinstedelijke. Al met al is zo duidelijk dat de woningvoorraad in de grootstedelijke veel sterker dan de woningvoorraad in de groeistedelijke en de kleinstedelijke is ingericht op het huisvesten van kansarme groepen. In de gemeente Rotterdam is de situatie zelfs nog wat scherper aangezet. Deze opbouw van de woningvoorraad leidt ertoe dat kansarme groepen makkelijker een plek vinden in de grootstedelijke. Inzetten op transformatie van de woningvoorraad is dan ook van groot belang om op termijn te komen tot een evenwichtiger verdeling van kansarme en kansrijke groepen over de regio. 26

27 4 Thema Werk, Werkloosheid en Inkomen 4.1 Inleiding Werkgelegenheid en werkloosheid vormen de hoofdthema s in dit vierde hoofdstuk. Daarbij kijken we zowel naar de werkgelegenheid en het aanbod van arbeidsplaatsen als naar de inkomens van de huishoudens in deze regio. In paragraaf 4.2 komen bedrijvigheid en werkgelegenheid aan de orde. In deze paragraaf wordt onder andere ingegaan op de ontwikkeling en samenstelling van de werkgelegenheid. De werkloosheid vormt het thema van paragraaf 4.3. Het inkomensniveau komt in paragraaf 4.4 aan bod, het aantal uitkeringsgerechtigden in paragraaf 4.5. Een vergelijking tussen Rotterdam en andere stadsgewesten komt in paragraaf 4.6 aan de orde waarna in paragraaf 4.7 het hoofdstuk wordt afgesloten met conclusies. 4.2 Bedrijvigheid en Werkgelegenheid Ontwikkeling werkgelegenheid De werkgelegenheid in de stadsregio heeft van een langzame maar gestage ontwikkeling doorgemaakt. Cijfers uit de Sociale Kaart maken duidelijk dat het aantal banen in 23 8% boven het niveau van 1999 ligt. Het totaal aantal banen komt daarmee uit op ongeveer Daarvan bevindt driekwart zich in de grootstedelijke. Nog eens 16% van de werkgelegenheid is te vinden in de groeistedelijke en 11% in de kleinstedelijke. Figuur Ontwikkeling van de werkgelegenheid, stadsregio Rotterdam, werkgelegenheid (index 1999=1) Grootstedelijke Kleinstedelijke Groeistedelijke SRR Totaal 27

28 De ontwikkeling van de werkgelegenheid is in de grootstedelijke sterk achtergebleven bij de ontwikkeling in de groeistedelijke en de kleinstedelijke. In de grootstedelijke bedroeg de groei over de periode nog geen 6% terwijl de werkgelegenheid in de kleinstedelijke in dezelfde periode met ruim 16% is gestegen. Samenstelling werkgelegenheid De samenstelling van de werkgelegenheid in de Rotterdamse stadsregio is onderwerp van figuur In de regio als geheel is vooral de commerciële dienstverlening goed vertegenwoordigd. Bijna 6% van de werkgelegenheid bevindt zich in deze sector. Per deelgebied zijn enkele nuanceringen aan te geven. In de grootstedelijke lijkt de werkgelegenheidsverdeling sterk op die van de hele stadsregio. Wel is het aandeel van de niet-commerciële dienstverlening er wat groter. Dit wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van instellingen met een regionaal verzorgende functie (bijvoorbeeld scholen en ziekenhuizen) in de grootstedelijke. Overigens zijn de gegevens over de samenstelling van de werkgelegenheid en die over de ontwikkeling van de werkgelegenheid afkomstig uit verschillende bronnen. Daarom is het raadzaam om bij de interpretatie van de gegevens enige voorzichtigheid in acht te nemen. Figuur Samenstelling van de totale werkgelegenheid naar bedrijfstak, stadsregio Rotterdam, 24 7, 6, 5, percentage 4, 3, 2, 1,, Landbouw en visserij Industrie en bouw nijverheid Commerciele dienstverlening Niet Commerciele dienstverlening Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedelijke SRR Totaal In de groeistedelijke is het opvallend dat de commerciële sector daar beter is ontwikkeld dan in de stadsregio. Bij de kleinstedelijke valt op dat de landbouw, de industrie en de bouwnijverheid het er goed doen. Nadere analyse van het achterliggende materiaal maakt duidelijk dat binnen de industrie en bouwnijverheid vooral de bouwnijverheid in de kleinstedelijke goed is ontwikkeld. De niet-commerciële dienstverlening is er ondervertegenwoordigd. In vergelijking met de Nederlandse werkgelegenheid is de industriële werkgelegenheid in de stadsregio Rotterdam iets ondervertegenwoordigd (15% versus 19%). De werkgelegenheid in de commerciële dienstverlening is in de stadsregio Rotterdam relatief oververtegenwoordigd (57% in de stadsregio en 51% in Nederland). Het zal overigens duidelijk zijn dat de arbeidsplaatsen in Rotterdam niet alleen door Rotterdammers worden ingenomen. In de Rotterdamse haven bijvoorbeeld werken veel mensen uit naburige die vaak veel dichter bij de haven wonen dan Rotterdammers. 28

29 Startende bedrijven en opgeheven bedrijven Het aantal startende en opgeheven bedrijven kan een indicatie vormen voor de dynamiek binnen de economie. Door het aantal starters en opheffingen te relateren aan het totaal aantal bedrijven ontstaat een beeld wat voor de drie deelgebieden vergelijkbaar is. Tabel Aandeel gestarte en opgeheven bedrijfsvestigingen (percentages 3 ), stadsregio Rotterdam, Starters Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedeljike Totaal 21 11,8 1, 7, 1,7 22 1,5 9,8 6,5 9,7 23 9,7 9,3 6,6 9,2 Opheffingen Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedeljike Totaal 21 11,5 9,7 7,1 1, ,7 1,1 7,1 1, ,3 1,4 8,4 12, Saldo Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedeljike Totaal 21,3,3 -,1,2 22-1,2 -,3 -,6-1, 23-3,5-1,1-1,8-2,8 Bron: Kamer van Koophandel, Sociale Kaart, bewerking ABF Research In zijn algemeenheid blijkt dat in de periode het percentage starters jaarlijks wat terugloopt en het aantal opheffingen stijgt. In deze cijfers wordt de economische recessie weerspiegeld. Steeds minder ondernemers hebben voldoende vertrouwen in de economische ontwikkeling om een bedrijf te beginnen. Tegelijkertijd komen steeds meer bedrijven juist door de recessie in zwaar weer terecht wat opheffingen tot gevolg kan hebben. Het stijgende aantal opheffingen, gecombineerd met een dalend aantal starters doet zich in alle drie deelgebieden voor. Wat opvalt is dat de dynamiek in het aantal starters en het aantal opheffingen in de grootstedelijke gedurende alle jaren het hoogste is. In de kleinstedelijke is de dynamiek het geringst. 3 De percentages zijn berekend door het aantal starters en opheffingen te delen op het totaal aantal bedrijven. 29

30 4.3 Werkloosheid Geregistreerde werkzoekenden zonder baan als percentage van de bevolking Werkloosheid kan op verschillende wijzen worden gedefinieerd. In dit rapport worden cijfers van het Centrum voor Werk en Inkomen als bron gebruikt. Het CWI registreert alle mensen die bij haar staan ingeschreven als geregistreerde werkzoekenden. Een deel van de geregistreerde werkzoekenden heeft wel werk. Daarom is het zinvol om binnen de groep geregistreerde werkzoekenden de geregistreerde werkzoekenden zonder baan te onderscheiden. Dat doen we in dit rapport. Werkloosheid wordt gedefinieerd als het aandeel van de geregistreerde werkzoekenden zonder baan in de bevolking van jaar (zie ook figuur 4.3.1). Figuur Geregistreerde werkzoekenden zonder baan als percentage van de bevolking van jaar percentage Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedelijke Totaal De cijfers maken duidelijk dat het werkloosheidspercentage in de grootstedelijke veel hoger is dan in de kleinstedelijke. In 24 is 14% van de bevolking in de grootstedelijke werkloos. Daarmee ligt de werkloosheid bovendien 3% boven het niveau van 23. Ontwikkeling geregistreerde werkloosheid De ontwikkeling van de werkloosheid vormt een belangrijke graadmeter voor de sociaal-economische ontwikkeling van een gebied. In de stadsregio zijn in 24 bijna 9. geregistreerde werkzoekenden zonder baan. Dit aantal ligt ruim 5% boven het aantal van 2. Verreweg het grootste deel van de werkzoekenden zonder baan (74. mensen) woont in de grootstedelijke. 3

31 Tabel Ontwikkeling werkloosheid stadsregio Rotterdam 2 18 indexcijfer (1999=1) Grootstedelijke Kleinstedelijke Groeistedelijke Totaal Aanvankelijk (van 2 op 21) daalde de werkloosheid overigens. De stijging in de werkloosheid heeft zich later voorgedaan, in de periode In deze ontwikkeling wordt de economische recessie weerspiegeld. De ontwikkeling van de werkloosheid in de grootstedelijke en de groeistedelijke is in grote lijnen vergelijkbaar. Het is opmerkelijk dat de werkloosheid in de kleinstedelijke veel sneller is opgelopen dan in de andere. De werkloosheid ligt er in 24 75% hoger dan in 2. Hierbij moet wel ter relativering de opmerking worden gemaakt dat de stijging in de kleinstedelijke in absolute zin beperkt blijft. 4.4 Inkomen Inkomen per huishouden In de hoogte van het gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden 4 blijken tussen de drie deelgebieden in de stadsregio duidelijke verschillen op te treden. Het inkomen is in de grootstedelijke in euro lager dan in de kleinstedelijke. Het verschil ten opzichte van 2 is daarmee groter geworden. De groeistedelijke nemen met ruim 3. euro een middenpositie in. In alle deelgebieden is het gemiddelde inkomen tussen 2 en 22 gestegen. 4 De inkomensgegevens zijn niet gecorrigeerd voor inflatie. 31

32 Figuur Gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden, stadsregio Rotterdam 4 Gem. besteedbaar inkomen per huishouden Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedelijke SRR totaal 2 22 Een volgende figuur met betrekking tot de inkomens geeft weer welk deel van de huishoudens moet rondkomen van een laag inkomen. Figuur Aandeel huishoudens met een laag inkomen 5 Aandeel huishoudens met een laag inkomen Grootstedelijke Groeistedelijke 2 22 Kleinstedelijke SRR totaal Het aandeel huishoudens met een laag inkomen vertoont eveneens een sterke samenhang met de deelgebieden. In de grootstedelijke heeft ruim de helft van de huishoudens de beschikking over een laag inkomen. In de kleinstedelijke is het aandeel huishoudens met een laag inkomen half zo groot. Overigens neemt het aandeel huishoudens met een laag inkomen in alle drie deelgebieden van 2 op 22 in zeer beperkte mate af. 5 Een laag inkomen wordt door het CBS gedefinieerd als dat inkomen waaronder 4% van de Nederlandse huishoudens valt. 32

33 4.5 Uitkeringen Aansluitend op de informatie over het huishoudeninkomen volgt in deze paragraaf enige informatie over het aantal uitkeringsgerechtigden in de stadsregio Rotterdam. In de eerste figuur (figuur 4.5.1) is de ontwikkeling van het totaal aantal uitkeringsgerechtigden in de stadsregio Rotterdam opgenomen. Het gaat daarbij alleen om uitkeringen die door de gemeente worden betaald. WW ers, WAO ers, Wajong ers en WAZ ers zijn niet weergegeven. Deze uitkeringen worden niet door de gemeente betaald en volgen daarom in een aparte figuur. Uitkeringen kunnen op een reeks van wetten gebaseerd zijn. Een overzicht: Uitkering op basis van de Algemene bijstands wet (Abw) Arbeidsongeschiktheidsuitkering (op basis van de wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering WAO, de wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen WAZ, en de wet arbeidsongeschikheidsverzekering jonggehandicapten WAJONG) Uitkering op basis van de Werkloosheidswet (WW) Uitkering op basis van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) Uitkering op basis van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ). Figuur Totaal aantal gemeentelijke uitkeringsgerechtigden (ABW, IOAW, IOAZ) in de stadsregio Rotterdam, Aantal uitkeringen Grootstedelijke Kleinstedelijke Groeistedelijke SRR Totaal Het aantal uitkeringsgerechtigden is in de periode in de kleinstedelijke en groeistedelijke redelijk stabiel. In de grootstedelijke is na 22 sprake van een zeer licht stijgend aantal uitkeringen. Uitkeringen op basis van de Werkloosheidswet (WW), de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de wet arbeidsongeschikheidsverzekering jonggehandicapten (WAJONG) en de wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) zijn in figuur weergegeven. 33

34 Figuur Aantal WW-, WAO-, WAJONG, en WAZ uitkeringen in de periode Aantal uitkeringen Grootstedelijke Kleinstedelijke Groeistedelijke SRR Totaal In de groeistedelijke en de kleinstedelijke is het aantal uitkeringen vrij constant. Dat ligt in de grootstedelijke anders. In de grootstedelijke daalt het aantal uitkeringen tot 22. Na 22 is er echter sprake van een stijging van het aantal mensen met een WW, WAO, Wajong of WAZ uitkering. Nadere analyse van het achterliggende cijfermateriaal leert dat dit vooral wordt veroorzaakt door een stijgend aantal WW- uitkeringen. De verslechterende economische situatie vertaalt zich in een stijgend aantal werklozen met een WW-uitkering. De stijging in het aantal uitkeringen tekent zich zoals gezegd vooral af in de grootstedelijke en in mindere mate in de groeistedelijke en kleinstedelijke. Hoewel gegevens over het opleidingsniveau van de uitkeringsgerechtigden ontbreken mag worden veronderstelt dat het gemiddeld lagere opleidingsniveau in de grootstedelijke hier een rol speelt. Lager opgeleiden ondergaan over het algemeen eerder de gevolgen van een recessie dan hoger opgeleiden en worden eerder werkloos. 34

35 4.6 Economie in de vier stadsregio s Een beperkt deel van de indicatoren die in dit hoofdstuk zijn besproken zijn ook beschikbaar voor de andere drie grootstedelijke gewesten in Nederland: Haaglanden, ROA en BRU. In de tabel wordt een overzicht gegeven. Tabel Huishoudens met een laag inkomen (als % van totaal aantal huishoudens) en geregistreerde werkzoekenden zonder baan (als % jarigen) in vier stadsregio s percentage SRR ROA Haaglanden BRU Huishoudens met laag inkomen als % tot. aantal hh, 22 Geregistreerde werkzoekenden zonder baan als % jarigen, 24 Tabel Vergelijking gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden in 22 in vier stadsregio s inkomen (dzd. euro) SRR ROA Haaglanden BRU Gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden 22 Vergelijking met de andere drie stadsgewesten maakt duidelijk dat de Rotterdamse regio op alle drie indicatoren matig scoort. Het aandeel huishoudens met een laag inkomen is in het Rotterdamse met 45% het hoogste van de vier gewesten. Wel ligt dit getal in Amsterdam nagenoeg even hoog als die in Rotterdam. Wat na het voorgaande geen verbazing zal wekken is dat ook het gemiddeld inkomen per huishouden in Rotterdam laag is in vergelijking met de regio s Utrecht, Amsterdam en Den Haag. In vergelijking 35

36 met de andere regio s is tenslotte ook de geregistreerde werkloosheid met 11% in Rotterdam hoog te noemen. Amsterdam volgt op afstand met 7%. 36

37 4.7 Samenvatting: minder kansen in grootstedelijke De economische recessie heeft niet alleen in Nederland maar ook in de Rotterdamse regio toegeslagen. Vooral de grootstedelijke hebben onder de recessie te lijden gehad. De ontwikkeling van de werkgelegenheid blijft in de grootstedelijke dan ook achter bij de andere. De recessie vertaalt zich in de hele stadsregio bovendien in een kleiner wordend aantal starters en een stijgend aantal opheffingen. De kwakkelende economie is de oorzaak van het feit dat de werkloosheid in de stadsregio redelijk snel stijgt. Geen van de deelgebieden ontkomt hieraan. Het grootste deel van de werkloosheid bevindt zich vanzelfsprekend in de grootstedelijke. De werkloosheid in de gemeente Rotterdam is zelfs nog iets hoger dan gemiddeld in de grootstedelijke. De inkomenspositie van de huishoudens in de stadsregio lijkt zich, ondanks de tegenvallende economische ontwikkeling, enigszins te verbeteren. Het gemiddeld huishoudeninkomen stijgt een klein beetje en het aandeel huishoudens met een laag inkomen neemt iets af. Wat echter niet uit het oog mag worden verloren is het feit dat in de grootstedelijke meer dan de helft van de huishoudens een laag inkomen heeft. In de stad Rotterdam is dit probleem nog iets pregnanter: 54% van de huishoudens beschikt hier over een laag inkomen. Het aandeel mensen met een door de gemeente betaalde uitkering is in de grootstedelijke ook hoger dan in de andere. De groepen met een zwakke inkomenspositie zijn daarmee sterk geconcentreerd in de grootstedelijke. Tabel Samenvatting werkgelegenheid, werkloosheid en inkomen Aandeel door gemeente betaalde uitkeringen op bevolking jaar Geregistreerde w erkloosheid % jarigen, Werkgelegenheid 23 (index 1999=1) Aandeel huishoudens met laag inkomen 22 Rotterdam Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedelijke SRR totaal 37

38 Tabel Gemiddeld besteedbaar huishoudeninkomen in Rotterdam en de drie gebieden Gem. besteedbaar inkomen per huishouden Rotterdam Grootstedelijke Groeistedelijke Kleinstedelijke SRR totaal Gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden. 22 De problemen concentreren zich daarmee binnen de grootstedelijke : de werkloosheid is er relatief hoog, het gemiddeld inkomen is er laag en de werkgelegenheid ontwikkelt zich minder goed dan elders. 38

39 5 Thema Leefbaarheid en Veiligheid 5.1 Inleiding Leefbaarheid en veiligheid komen in Rotterdam en in de andere grote steden steeds meer onder druk te staan. Het thema leefbaarheid en veiligheid staat sinds enige tijd boven aan de politieke agenda. Alle reden om in een apart hoofdstuk in te gaan op leefbaarheid en veiligheid in de stadsregio Rotterdam. De indicatoren met betrekking tot dit thema komen in paragraaf 5.2 aan de orde. De vergelijking tussen Rotterdam en de andere stadsgewesten volgt in paragraaf 5.3 waarna in paragraaf 5.4 met conclusies wordt besloten. 5.2 Leefbaarheid en veiligheid Leefbaarheidindicatoren De leefbaarheid van een buurt laat zich niet eenvoudig omschrijven. Leefbaarheid heeft alles te maken met gevoel en is daardoor moeilijk meetbaar te maken. Wel kunnen een aantal sleutelvariabelen een indicatie geven van de leefbaarheid en van knelpunten die de leefbaarheid in gevaar kunnen brengen. In deze paragraaf worden een drietal indicatoren gebruikt. Het gaat in alle drie de gevallen om indicatoren die afkomstig zijn uit het Woning Behoefte Onderzoek (WBO) dat in 1998 en 22 is uitgevoerd. In de eerste plaats wordt de tevredenheid met de directe woonomgeving gepresenteerd. Daarnaast is gemeten welk deel van de bevolking zich thuis voelt in een buurt. Als derde indicator is gekozen voor de angst om lastig gevallen of beroofd te worden. In het WBO is gemeten welk deel van de bevolking die angst voelt. Van de in het WBO beschikbare variabelen, geven deze drie indicatoren het best een indruk van de leefbaarheid. 39

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2006

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2006 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2006 Begin 2009 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 2006 van het CBS beschikbaar

Nadere informatie

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2005

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2005 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 005 Begin 008 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 005 van het CBS beschikbaar

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud 4 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud In 2010 verscheen de eerste editie van de Economische Monitor Voorne-Putten, een gezamenlijk initiatief van de vijf gemeenten Bernisse, Brielle,

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht een notitie van Onderzoek 6 juni 2014 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Monitor sociale woningvoorraad stadsregio Rotterdam

Monitor sociale woningvoorraad stadsregio Rotterdam Monitor sociale woningvoorraad stadsregio Rotterdam Monitor sociale woningvoorraad stadsregio Rotterdam G.H. van der Wilt en W.H.M. van der Zanden Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) April 2012

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie INHOUD 1 Samenvatting... 3 2 De Statistische gegevens... 5 2.1. De Bevolkingsontwikkeling en -opbouw... 5 2.1.1. De bevolkingsontwikkeling... 5 2.1.2. De migratie... 5 2.1.3.

Nadere informatie

Monitor Economie 2018

Monitor Economie 2018 Monitor Economie 2018 Economische kerncijfers van de MVSgemeenten Augustus 2018 Inhoudsopgave Economische ontwikkeling 3 Werkgelegenheid 5 Arbeidsparticipatie 10 Inkomen en uitkeringen 13 Armoede en schuldhulpverlening

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek. Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Bijlage 4 Aan: portefeuillehoudersoverleg REO d.d Betreft: Aanalyse economische ontwikkelingen Voorne-Putten

Bijlage 4 Aan: portefeuillehoudersoverleg REO d.d Betreft: Aanalyse economische ontwikkelingen Voorne-Putten Bijlage 4 Aan: portefeuillehoudersoverleg REO d.d. 230114 Betreft: Aanalyse economische ontwikkelingen Voorne-Putten Sinds 2010 is de Economische Monitor Voorne-Putten een signalerend document inzake de

Nadere informatie

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 - Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Woningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam

Woningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam Woningmarktrapport 3e kwartaal 215 Gemeente Rotterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 9 Aantal verkocht 8 7 6 5 4 3 2 1 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e kwartaal

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014 Fact sheet juni 2015 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is voor het eerst sinds enkele jaren weer gedaald. Van de bijna 140.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden Gemeente Enschede 2002-2006 Centrum voor Beleidsstatistiek Frank van der Linden, Daniëlle ter Haar Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2013. Gemeente Dordrecht

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2013. Gemeente Dordrecht Woningmarktrapport - 4e kwartaal 213 Gemeente Dordrecht Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 1 aantal verkocht 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden Gemeente Amersfoort 2002-2006 Centrum voor Beleidsstatistiek Frank van der Linden, Daniëlle ter Haar Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

de Makassarbuurt De Staat van

de Makassarbuurt De Staat van De Staat van de Makassarbuurt De Makassarbuurt ligt in de Indische Buurt tussen de de Zeeburgerdijk, Molukkenstraat, Insulindeweg en het Flevopark. De buurt beslaat 115 hectare, waarvan meer dan de helft

Nadere informatie

Omgevingsrapport. Gemeente Texel

Omgevingsrapport. Gemeente Texel Omgevingsrapport Gemeente Texel 29 Aantal verkopen in gemeente & Marktaandeel NVM 175 aantal verkopen marktaandeel nvm 35% 17 165 16 3% 25% 155 2% 15 15% 145 14 135 1% 5% 13 22 23 24 25 26 27 28 % verkopen

Nadere informatie

Bevolkingsprognose Lansingerland 2015

Bevolkingsprognose Lansingerland 2015 Bevolkingsprognose Lansingerland 2015 Auteur: Bart Waasdorp Afdeling: Team Planontwikkeling & RO Juridisch Versienummer: 1.0 Datum: 12 januari 2015 Corsanummer: T15.00406 Inleiding Lansingerland heeft

Nadere informatie

De grijze golf. Demografische ontwikkeling Drechtsteden tot Figuur 1 Bevolking Drechtsteden , totaal

De grijze golf. Demografische ontwikkeling Drechtsteden tot Figuur 1 Bevolking Drechtsteden , totaal De grijze golf Demografische ontwikkeling Drechtsteden tot 23 In deze factsheet rapporteren we over de uitkomsten van de bevolkings- en huishoudensprognose en de gevolgen ervan voor de Drechtsteden. De

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud 7 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de zevende editie van de Economische Monitor en presenteert recente economische ontwikkelingen van als regio en de vier gemeenten.

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 9 mei 015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 86 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno 2006. Grote steden in demografisch perspectief

Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno 2006. Grote steden in demografisch perspectief Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno 2006 Grote steden in demografisch perspectief WPRB Werkverband Periodieke Rapportage Bevolkingsvraagstukken WPRB Ingesteld door de minister van OCW Vinger aan de

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Er zijn enkele voorzichtig positieve ontwikkelingen waar te nemen op de arbeidsmarkt en woningmarkt. Dat is kort gezegd de conclusie

Nadere informatie

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Thema groei en krimp - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354 In het gebied groeit meer dan de helft van de kinderen op in een minimasituatie. Daarnaast groeit in De Wierden bijna de helft op in een eenoudergezin. De combinatie van relatief lage doorstroming en relatief

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners

Nadere informatie

Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen

Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen Versie 15-11-2016 Opgesteld door Futureconsult in opdracht van de gemeente Haaksbergen in het kader van de Strategische Visie Haaksbergen 2030 1 Inhoudsopgave 1. Bevolkingssamenstelling...

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2008

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2008 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2008 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

Thermometer economische. crisis

Thermometer economische. crisis 8 Thermometer economische oktober 20 crisis 06//20 Inleiding In deze achtste Thermometer economische crisis worden de recente ontwikkelingen op belangrijke gemeentelijke thema s gevolgd (economie, arbeidsmarkt,

Nadere informatie

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB01-187 24 augustus 2001 9.30 uur Niet-westerse tweemaal zo vaak een uitkering Eind 1999 ontvingen anderhalf miljoen mensen in Nederland een bijstands-,

Nadere informatie

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Afhankelijk van een uitkering in Nederland Afhankelijk van een uitkering in Nederland Harry Bierings en Wim Bos In waren 1,6 miljoen huishoudens voor hun inkomen afhankelijk van een uitkering. Dit is ruim een vijfde van alle huishoudens in Nederland.

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2012:

Atlas voor gemeenten 2012: BestuursBestuurs- en Concerndienst Atlas voor gemeenten 2012: de positie van Utrecht notitie van Bestuursinformatie www.onderzoek.utrecht.nl Mei 2012 Colofon uitgave Afdeling Bestuursinformatie Bestuurs-

Nadere informatie

Notitie 2012-04 > Verhuringen 2007-2012 > via Woonnet Rijnmond

Notitie 2012-04 > Verhuringen 2007-2012 > via Woonnet Rijnmond Notitie -04 > Verhuringen - > via Woonnet Rijnmond Datum 4 juli 2013 Voor Maaskoepel Door Explica Explica > Beukelsdijk 106a > 3022 DK Rotterdam www.explica.nl > e. info@explica.nl > t. 010 2236820 01

Nadere informatie

Samenvatting Twente Index 2016

Samenvatting Twente Index 2016 Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil

Nadere informatie

Feitenkaart. Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2012 (februari 2015, 2e druk)

Feitenkaart. Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2012 (februari 2015, 2e druk) Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2012 (februari 2015, 2e druk) Ed 2014 zijn de komensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 2012 van

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 29 juni 2016 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200

Nadere informatie

Beter leven voor minder mensen

Beter leven voor minder mensen 1 Beter leven voor minder mensen Om te kijken hoe de regio Eemsdelta zich ontwikkelt en te monitoren op het gebied van demografie, leefbaarheid, de woningmarkt en bijvoorbeeld woon-, zorg en andere voorzieningen

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-245 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Feiten over Zoetermeer IN VERGELIJKING MET ANDERE STEDEN

Feiten over Zoetermeer IN VERGELIJKING MET ANDERE STEDEN Feiten over Zoetermeer IN VERGELIJKING MET ANDERE STEDEN voorwoord 3 INWoNERS 4 BEvoLKINGSDICHtHEID 6 HUISHoUDENSGRoottE 8 HUISHoUDENS 10 WoNINGEN 12 SoCIALE HUURWoNINGEN 14 GEMIDDELDE WoNINGWAARDE 16

Nadere informatie

Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014

Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014 Werkgelegenheid in Westfriesland Augustus 2014 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 0229-282555 Rapportnummer 2014-2042 Datum Augustus 2014 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners? Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud 6 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de zesde editie van de Economische Monitor Voorne-Putten en presenteert recente economische ontwikkelingen van Voorne-Putten

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor juni 211 (cijfers t/m maart 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt?

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de 5 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de vijfde editie van de Economische Monitor Voorne-Putten en presenteert recente economische ontwikkelingen van Voorne-Putten

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Kerncijfers Drechtsteden 2008

Kerncijfers Drechtsteden 2008 Kerncijfers Drechtsteden 28 Onderzoekcentrum Partner voor beleid Voorwoord Beste lezer, Het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) ondersteunt de zes Drechtstedengemeenten (,,,, en ) met beleidsonderzoek

Nadere informatie

Woningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam

Woningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam Woningmarktrapport 4e kwartaal 215 Gemeente Amsterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 3 Aantal verkocht 25 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 1e kwartaal

Nadere informatie

maatschappelijke afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

maatschappelijke afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie 107 maatschappelijke zorg 10 108 Maatschappelijke zorg Aantal huishoudens met een bijstandsuitkering verder afgenomen Het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering is in 2009 met 3,1% gedaald, tot

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-247 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 2011-2025

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 2011-2025 Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O Research

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-246 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 3e kwartaal 2013. Gemeente Haarlemmermeer

Woningmarktrapport - 3e kwartaal 2013. Gemeente Haarlemmermeer Woningmarktrapport - 3e kwartaal 213 Gemeente Haarlemmermeer Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 12 aantal verkocht 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-248 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Thermometer economische crisis

Thermometer economische crisis 9 Thermometer economische crisis oktober 20 Bestuursinformatie 07//20 gemeente Utrecht Inleiding In deze negende Thermometer economische crisis worden de recente ontwikkelingen op belangrijke gemeentelijke

Nadere informatie

Bijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum

Bijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum Bijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum 1. Ontwikkeling bevolking naar leeftijd De Primos huishoudensprognose (2011) voor de periode 2010-2040 schetst het volgend beeld:

Nadere informatie

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20% Participatiewet Sinds 1 januari 215 is de Participatiewet van kracht. Deze wet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning

Nadere informatie

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006 Monitor Leerdamse woningmarkt 2006 1. Inleiding Bij de vaststelling van de beleidsnota Volkshuisvesting 2005 2010 door de gemeenteraad op 14 april 2005 zijn een aantal conclusies getrokken die kenmerkend

Nadere informatie

Bijlage III Het risico op financiële armoede

Bijlage III Het risico op financiële armoede Bijlage III Het risico op financiële armoede Zoals aangegeven in hoofdstuk 1 is armoede een veelzijdig begrip. Armoede heeft behalve met inkomen te maken met maatschappelijke participatie, onderwijs, gezondheid,

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-244 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Thermometer economische crisis

Thermometer economische crisis 11 Thermometer economische crisis november 2013 afdeling Onderzoek - gemeente Utrecht Inleiding In deze elfde Thermometer economische crisis worden de recente ontwikkelingen op belangrijke gemeentelijke

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2012. Gemeente Amsterdam

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2012. Gemeente Amsterdam Woningmarktrapport - 4e kwartaal 212 Gemeente Amsterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 18 aantal verkocht 16 14 12 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-015 13 februari 2006 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 In 2005 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Woningmarktanalyse Gooise Meren

Woningmarktanalyse Gooise Meren Woningmarktanalyse Gooise Meren Op basis van WOZ en BAG gegevens Versie Kerngegevens Woningmarktanalyse Gooise Meren De in dit rapport gepresenteerde analyses zijn gemaakt met behulp van gemeentelijke

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-243 Datum Juli 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Thermometer economische crisis

Thermometer economische crisis 6 Thermometer economische crisis oktober 20 /11/20 1 Inleiding In deze zesde Thermometer economische crisis worden de recente ontwikkelingen op belangrijke gemeentelijke thema s gevolgd (economie, arbeidsmarkt,

Nadere informatie

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

De arbeidsmarkt klimt uit het dal Trends en ontwikkelingen arbeidsmarkt en onderwijs De arbeidsmarkt klimt uit het dal Het gaat weer beter met de arbeidsmarkt in, ofschoon de werkgelegenheid wederom flink daalde. De werkloosheid ligt nog

Nadere informatie

Duurzaamheid uitstroom uit een Abw- en WW-uitkering

Duurzaamheid uitstroom uit een Abw- en WW-uitkering Duurzaamheid uitstroom uit een Abw- en WW-uitkering verschillen tussen uitstroom naar Bedrijf en Loondienst Inspectie Werk en Inkomen (februari 2006) 1 Inhoud \ Managementsamenvatting 3 1 Inleiding 4 2

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

WONINGMARKTAFSPRAKEN ZEEUWS-VLAANDEREN DEEL 2: DE BALANS. [jaarlijkse rapportage over het jaar20xx]

WONINGMARKTAFSPRAKEN ZEEUWS-VLAANDEREN DEEL 2: DE BALANS. [jaarlijkse rapportage over het jaar20xx] WONINGMARKTAFSPRAKEN ZEEUWS-VLAANDEREN 216-225 DEEL 2: DE BALANS [jaarlijkse rapportage over het jaar2xx] Vastgesteld bij collegebesluit van d.d. Vastgesteld bij collegebesluit van d.d. Vastgesteld bij

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

Werkgelegenheid in West- Friesland November 2013

Werkgelegenheid in West- Friesland November 2013 Werkgelegenheid in West- Friesland November 2013 1. Inleiding In het kader van de overeenkomst over de statistische dienstverlening houdt I&O Research voor de samenwerkende Westfriese gemeenten statistische

Nadere informatie

STATISTISCH JAARBOEK. 10 maatschappelijke zorg

STATISTISCH JAARBOEK. 10 maatschappelijke zorg 95 STATISTISCH JAARBOEK 2002 10 96 Maatschappelijke zorg Uitkeringsgerechtigden in 2002 weer lager dan voorgaande jaren Op 1 januari 2002 waren er 1.956 uitkeringsgerechtigden in Hengelo; het laagste aantal

Nadere informatie

rapport WistUdata, Zuid bij de Hand In dit wijkbeeld worden gegevens van de wijk Zuid gepresenteerd over diverse onderwerpen.

rapport WistUdata, Zuid bij de Hand In dit wijkbeeld worden gegevens van de wijk Zuid gepresenteerd over diverse onderwerpen. rapport WistUdata, 11-5-2017 bij de Hand In dit wijkbeeld worden gegevens van de wijk gepresenteerd over diverse onderwerpen. Bevolking Op 1 januari 2017 telt 27.163 inwoners. Ten opzichte van 2004 steeg

Nadere informatie

Monitor Amstelveense Economie 2013

Monitor Amstelveense Economie 2013 Monitor Amstelveense Economie 213 Staf, Onderzoek & Informatie 7 oktober 213 Inhoud 1. INLEIDING EN SAMENVATTING...3 2. BEDRIJFSVESTIGINGEN EN WERKZAME PERSONEN...4 3. STARTERS, FAILLISSEMENTEN EN OPHEFFINGEN...6

Nadere informatie

Spijkerkwartier. Kerncijfers Wijk Stad, 2013 Spijkerkwartier Gemeente Arnhem

Spijkerkwartier. Kerncijfers Wijk Stad, 2013 Spijkerkwartier Gemeente Arnhem Kerncijfers Wijk Stad, 2013 Gemeente Inhoud : Oppervlakte en Bodemgebruik Bevolking naar geslacht Bevolking naar leeftijd Bevolking naar etnische groepen Huishoudens Bevolkingsontwikkeling Woningvoorraad

Nadere informatie

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014 Een uitdagende arbeidsmarkt Erik Oosterveld 24 juni 2014 Wat waren de gevolgen van de recessie? Hoeveel banen zijn er verloren gegaan? In welke sectoren heeft de recessie het hardst toegeslagen? Werkgelegenheid

Nadere informatie

Inkomenstatistiek Westfriesland

Inkomenstatistiek Westfriesland Inkomenstatistiek Westfriesland Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn tel. (0229) 282555 Rapportnummer 2013-1941 Datum Juni 2013 Opdrachtgever De zeven Westfriese gemeenten 1.

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK LAAGGELETTERDHEID IN LAAK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT

Nadere informatie

Huishoudens met inkomen naar belangrijkste bron

Huishoudens met inkomen naar belangrijkste bron INKOMENSBRONNEN ROTTERDAM EN REGIO 2002 In de zomer van 2005 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 2002 van het CBS beschikbaar

Nadere informatie

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen Groningen, 1 maart 2011 Persbericht nr. 34 Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen SPECIALE AANDACHT VOOR KRIMPGEBIEDEN EN VOOR JEUGD De Groninger bevolking groeit nog door tot 2020, en

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Inhoudsopgave hoofdstuk 5

Inhoudsopgave hoofdstuk 5 -118- Inhoudsopgave hoofdstuk 5 Samenvatting hoofdstuk 5 Tabellen: 5.1 Werklozen in Delft, Haaglanden, Zuid-Holland en Nederland 5.2 Ingeschreven niet-werkende werklozen in Haaglanden per gemeente, Zuid-Holland

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 1e kwartaal Gemeente Beverwijk

Woningmarktrapport - 1e kwartaal Gemeente Beverwijk Woningmarktrapport - 1e kwartaal 215 Gemeente Beverwijk Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 45 Aantal verkocht 4 35 3 25 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie 107 maatschappelijke zorg 10 108 Maatschappelijke zorg Veel uitkeringsgerechtigden alleenstaand In 2006 is het aantal huishoudens met een periodieke uitkering licht gestegen (+1,3%), tot 2.087 huishoudens

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 1e kwartaal 2012. Gemeente Wijdemeren

Woningmarktrapport - 1e kwartaal 2012. Gemeente Wijdemeren Woningmarktrapport - 1e kwartaal 212 Gemeente Wijdemeren Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 25 aantal verkocht 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 2e kwartaal

Nadere informatie

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen Inwoners van Leiden Het aantal inwoners blijft vrijwel stabiel. Relatief jonge en hoogopgeleide bevolking. Tweeverdieners met kleine kinderen en een gemiddeld inkomen verlaten de stad. Meer Leidenaren

Nadere informatie

Quick Scan buurten Hoogezand-Sappemeer April 2013. Subtitel

Quick Scan buurten Hoogezand-Sappemeer April 2013. Subtitel Quick Scan buurten Hoogezand-Sappemeer April 2013 Subtitel Colofon Titel: Quick Scan Buurten in Hoogezand-Sappemeer Datum: 9 april 2013 Opdrachtgever: Woningcorporatie Lefier Auteur: drs Fransje Grisnich

Nadere informatie

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S september 2011

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S september 2011 's-hertogenbosch in de rij 2 0 1 1 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan 100.000 inwoners O&S september 2011 Voorwoord In deze publicatie wordt 's-hertogenbosch

Nadere informatie