DGA-pensioen. De fiscaal-juridische mogelijkheden van het DGA-pensioen 2011

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DGA-pensioen. De fiscaal-juridische mogelijkheden van het DGA-pensioen 2011"

Transcriptie

1 DGA-pensioen 2011 De fiscaal-juridische mogelijkheden van het DGA-pensioen 2011

2 Bijlage 1: Geactualiseerd fiscaal pensioenbeleid Belastingdienst. Vragen en antwoorden van 11 februari, 24 en 26 maart, 22 en 29 juli 2009, en 4 mei, 21 september en 20 december 2010, en 26 januari en 16 februari 2011 in verband met de fiscale toepassing van hoofdstuk IIB van de Wet op de loonbelasting 1964 ( Witteveen-wetgeving ) Bijlage 2: - artikel 18h Wet op de loonbelasting artikel 10c Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 Bijlage 3: De belangrijkste verschillen tussen de 100% verzekerde en de geheel of gedeeltelijk eigen beheer voerende DGA met ingang van 1 januari 2011 Bijlage 4: Handreiking pensioenknip (versie 15 juli 2009) Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 9: Een inventarisatie van de pensioenmogelijkheden voor de DGA met ingang van 1 januari 2011 Besluit van 3 juli 2008,nr.CPP2008/447M, Stcrt. nr.133 (hoofdstuk A: zakelijkheid toe te zeggen pensioenregeling aan de directeur-grootaandeelhouder) Besluit van 9 september 2010, nr.dgb2010/2733m Stcrt. nr (onderdeel 5: pensioenopbouw in eigen beheer) Besluit van 21 december 2009, nr CPP2009/1487M, Stcrt. 2009, nr (onderdeel 4: De premieovereenkomst waarbij de premie direct wordt omgezet in een aanspraak op kapitaal, alsmede de kapitaalovereenkomst) In onderdeel III ( Fiscale aspecten van het DGA-pensioen ) van deze uitgave besproken pensioenonderdelen en de vindplaats van het voor een in onderdeel III besproken pensioenonderdeel geldende fiscaal pensioenbeleid in een specifieke situatie aan de hand van de als bijlage 1 van deze uitgave opgenomen Vragen en antwoorden( V&A -en) van 11 februari, 24 en 26 maart, 22 en 29 juli 2009, 4 mei,21 september en 20 december 2010, en 26 januari en 16 februari Deze V&A-en zijn ook te raadplegen op nl,rubriekv&a/handreikingen pensioen LB,subrubriek chronologische indeling. 1

3 Voorwoord De huidige ontwikkelingen waarmee het Nederlandse pensioenstelsel wordt geconfronteerd zullen op afzienbare termijn ook gevolgen hebben voor het pensioen van de directeurgrootaandeelhouder (DGA). Met de uitwerking van het pensioenakkoord van 10 juni 2010 voor de boeg is de noodzaak voor een goede oudedagsvoorziening voor de DGA alleen maar belangrijker geworden. Maar ook zonder deze ontwikkelingen is er voor de professionele adviseur in 2011 en de jaren daarna nog volop werk aan de winkel deze bijzondere werknemer van een adequaat pensioen te voorzien. Deze laatste constatering is niet verrassend als men bedenkt dat het DGA-pensioen de afgelopen decennia door de vele ingrijpende wijzigingen op fiscaal en juridisch gebied een ware metamorfose heeft ondergaan. De structurele adviesgevoeligheid van het DGA-pensioen vloeit voor het overige voort uit de verschillen die er in fiscaal opzicht zijn tussen de verzekerde DGA en de DGA die zijn pensioen in eigen beheer opbouwt. Eén van de conclusies in deze uitgave wordt getrokken is dat de fiscale pensioenverschillen vrijwel steeds uitpakken in het voordeel van de verzekerde DGA. Een belangrijk kwalitatief fiscaal verschil tussen beide categorieën DGA s is dat de 100% verzekerde DGA onder de huidige wetgeving een optimale fiscale rechtsbescherming geniet. Een fiscale rechtsbescherming waarvan de geheel of gedeeltelijk eigen beheer voerende DGA is verstoken. Een majeure wijziging van het DGA-pensioen die in het nabije verleden van grote betekenis is geweest voor de opzet van het huidig DGA-pensioen is de invoering van de Pensioenwet per 1 januari Deze wijziging en de consequenties die dit heeft voor het DGA-pensioen komen in onderdeel II van deze uitgave aan de orde. De opzet van het DGA-pensioen wordt van oudsher bepaald door de specifieke fiscale behandeling die hierop van toepassing is. Daarbij dient een principieel fiscaal onderscheid te worden gemaakt tussen de pensioentoezegging die aan de DGA in zijn hoedanigheid van werknemer wordt gedaan én de kosten die verband houden met deze pensioentoezegging. De fiscale behandeling van de DGA-pensioentoezegging is vastgelegd in de Wet op de loonbelasting 1964 (WLB 1964) en nader uitgewerkt in het Uitvoeringsbesluit loonbelasting Het fiscaal pensioenbeleid dat de Belastingdienst toepast in de huidige DGA-pensioenpraktijk is een ander belangrijk aandachtspunt waaraan in deze uitgave aandacht wordt besteed. In het kader van het DGA-pensioen dient men zich rekenschap te geven van het feit dat een relatief groot aantal DGA-pensioenregelingen wordt verzekerd door middel van een kapitaalverzekering met pensioenclausule. 2

4 Onder de Pensioenwet gedefinieerd als de kapitaalovereenkomst. Aan deze specifieke pensioenregeling wordt gezien het grote belang voor de DGA-pensioenpraktijk 2011 in deze uitgave ruim aandacht besteed. Daarbij zal vanzelfsprekend het fiscale besluit van 21 december 2009, nr.cpp2009/1487m, Stcrt.2009,nr worden besproken. De fiscale verwerking van de kosten die verband houden met de pensioentoezegging aan de DGA vindt plaats in de fiscale winstsfeer. De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Vpb 1969) speelt hierbij de fiscale hoofdrol. In deze editie van de DGA-pocket wordt vanzelfsprekend ingegaan op de fiscale behandeling van het DGA-pensioen in de fiscale winstsfeer. Hierbij spelen de niet-bovenmatigheid en zakelijkheid van de kosten van de DGA-pensioenregeling een cruciale rol De ingrijpende wijzigingen zoals deze zich in het nabije verleden in de fiscaal-juridische behandeling van het DGA-pensioen hebben voorgedaan hebben geleid tot een groot aantal vragen van fiscaal-juridische aard. Wij hopen met deze editie van de DGA-pocket een groot aantal daarvan te beantwoorden. Tot slot. Wij vertrouwen erop dat deze pocket op constructieve wijze bijdraagt aan uw dagelijkse advisering in verband met het DGA-pensioen mr. P.J. Kwekel 3

5 I. Fiscaal-juridische grondslagen DGA-pensioen 2011/positie DGA in verband met sociale zekerheid (algemeen) 6 I.1 Notitie fiscale positie Directeur-grootaandeelhouder I.2 Positie DGA in de Wet op de loonbelasting I.3 Positie DGA in verband met de Pensioenwet 7 I.4 Positie DGA in verband met de sociale zekerheid 8 II. DGA-pensioen 2011 en de PW 10 II.1 DGA-pensioen in relatie tot de voormalige PSW 10 II.2 DGA-pensioen en de PW 11 II.3 Specifiek overgangsrecht DGA-pensioen 11 II.4 Bijzondere situaties 13 II.5 Faillissement 13 II.6 Bescherming pensioen (voormalig) partner van de DGA 14 II.7 Scheiding 14 II.8 Ontslag 15 II.9 Vrijwillige voortzetting pensioenregeling 16 II.10 De kapitaalovereenkomst 17 II.11 De juridische dimensie van de pensioenknip 18 II.12 Switchmogelijkheden DGA-pensioen 18 II.13 Fictieve dienstjaren in verband met waardeoverdracht en PW 19 II.14 Onbepaald verzekerd deel naast eigen beheer 19 II.15 De PW en fiscale behandeling van het DGA-pensioen 20 II.16 Aanpassen pensioenregeling in verband met de PW 20 III. DGA-pensioen 2011 en de WLB 1964/Vpb III.1 Algemene achtergrondinformatie 21 III.2 Algemeen 21 III.2.1 Geactualiseerd fiscaal pensioenbeleid 2008/2009/2010/ III.3 Fiscale pensioendefinitie III.4 Restbegunstiging 27 III.5 Vaststelling/verdeling pensioenbijdragen in eigen beheer 28 III.6 Levenslang ouderdomspensioen 30 III.6A De fiscale dimensie van de pensioenknip 38 III.7 Maximumambitieniveau levenslang ouderdomspensioen 39 III.8 Toegestane overschrijdingen van geldende fiscale maxima 40 III.8.1 Algemene fiscale informatie 40 III.8.2 Verruimde variabiliseringsmogelijkheden onder WLB III.9 Minimum-AOW-franchises 42 III.10 Ingangsdatum levenslang ouderdomspensioen 43 III.10.1 Algemene fiscale informatie inzake levenslang ouderdomspensioen 55-plus DGA 43 III.10.2 WLB 1964 én levenslang ouderdomspensioen 55-min DGA 44 4

6 III.11 Tijdelijk ouderdomspensioen (TOP) 46 III.11.1 Algemene fiscale informatie inzake TOP 55-plus DGA 46 III.11.2 WLB 1964 in relatie tot TOP 55-min DGA 48 III.12 Actuariële herrekening opbouwpercentages levenslang ouder domspensioen 49 III deelnemingsjarenpensioen 50 III.14 De DGA en zijn levensloopmogelijkheden 51 III.15 Partnerpensioen 52 III.16 Nabestaandenoverbruggingspensioen 55 III.17 Wezenpensioen 56 III.18 Arbeidsongeschiktheidspensioen 56 III.19 Het fiscale begrip diensttijd 57 III.20 De zakelijke kosten van het DGA-pensioen 59 III.21 Prijsgeven van de pensioenaanspraak 60 III.22 Inkoop van dienstjaren 61 III.23 Salarisstijgingen vlak voor de pensioendatum 64 III.24 Uitbreiding begrip pensioengevend loon 65 III.25 De gebruikelijkloonregeling 69 III.26 Rechtsbescherming 70 III.27 Prepensioen 71 III.27.1 Algemene fiscale informatie inzake prepensioen 55-plus DGA 71 III.27.2 WLB 1964 in relatie tot het prepensioen 55-min DGA 75 III.28 Belastingherziening III.29 Vervroegd met pensioen gaan én langer doorwerken 76 III.30 De doorwerkbonus in III.31 Uitstel pensioendatum bij doorwerken als ondernemer 79 III.32 Verhoging AOW-leeftijd/pensioenleeftijd aanvullend pensioen 80 III.33 Overeenstemming uitwerking pensioenakkoord 80 III.34 Plan kabinet over proces uitwerking pensioenakkoord 81 III.35 Praktische tips voor het DGA-pensioen

7 I. Fiscaal-juridische grondslagen DGA-pensioen 2011/ positie DGA in verband met sociale zekerheid (algemeen) I.1 Notitie fiscale positie Directeur-grootaandeelhouder 2009 Er zijn ruim DGA s in Nederland. En daarmee is circa 1 op de 5 ondernemers aan te merken als DGA. Gegeven deze situatie zijn DGA s daarmee, net als ondernemers in de inkomstenbelasting volgens de notitie fiscale positie directeur-grootaandeelhouder van 29 april 2009 van groot belang voor de Nederlandse economie. Naast deze feitelijke constatering is deze notitie te beschouwen als een visiedocument in verband met de fiscale en sociale verzekeringspositie van de DGA. Deze notitie is voorts van belang vanwege haar verhelderend karakter: voor de DGA gelden sinds jaar en dag verschillende regelingen en als gevolg daarvan ontstaan in de dagelijkse praktijk vaak fricties bij uitleg en toepassing van het DGA-criterium. Hierin verschaft de notitie een beter inzicht. In onderdeel I van deze uitgave wordt globaal aandacht besteed aan de positie van de DGA in relatie tot: (1) de Wet op de loonbelasting 1964; (2) de Pensioenwet; en: (3) de sociale zekerheid. I.2 Positie DGA in de Wet op de loonbelasting 1964 Een uitgangspunt in ons huidige belastingstelsel is dat de DGA en zijn BV als aparte belastingplichtigen moeten worden beschouwd. Hierbij valt de DGA onder het toepassingsbereik van de loon- en inkomstenbelasting en de BV onder het regime van de vennootschapsbelasting. Een logisch uitvloeisel van dit uitgangspunt is dat de BV de DGA een beloning betaalt als tegenprestatie voor de DGA die arbeid voor haar verricht. Deze beloning valt naar haar aard in box I van de inkomstenbelasting (werk en woning, zie artikel 3.1 e.v. van de Wet inkomstenbelasting 2001) en wordt daar belast als loon uit dienstbetrekking. Dit laatste sluit aan op de gedachte dat de arbeidsverhouding die de DGA met de BV heeft in fiscaal opzicht is aan te merken als een dienstbetrekking. Concreet komt dit tot uitdrukking doordat de DGA een arbeidsovereenkomst met de BV heeft. Met een daarvan afgeleide pensioenbrief waarin de pensioentoezegging van de BV aan de DGA is vastgelegd. De toenmalige staatssecretaris van Financiën stelde in zijn notitie van 29 april 2009 voor deze situatie waarin de DGA wordt aangemerkt als werknemer -onverkort te handhaven en niet terug te vallen op de fiscale benadering dat de beloning die de DGA geniet in verband met het verrichten van arbeid voor de BV is aan te merken als winst uit onderneming of als resultaat uit overige werkzaamheden. Tijdens de Tweede Kamerbehandeling van de notitie Fiscale positie van de DGA heeft de toenmalige staatssecretaris van Financiën op 5 oktober 2009 (opnieuw) medegedeeld geen 6

8 wijziging aan te brengen in de fiscale kwalificatie als dienstbetrekking van de arbeidsverhouding van de DGA. Om te zorgen voor een evenwichtige belastingheffing van de DGA, wordt deze zowel in de loonbelasting als in box II(de zogenoemde aanmerkelijk belangheffing, zie artikel 4.1 e.v. van de Wet inkomstenbelasting 2001) betrokken. Daarmee is volgens de staatssecretaris ook een budgettair belang gemoeid. Door de heffing in de loonbelasting kon volgens de toenmalige bewindsman het beste tegenwicht worden geboden aan de inherente druk om de belastingheffing bij de DGA over nettowinsten uit te stellen. Bijbehorend voordeel van deze benadering is dat wordt voorkomen dat de DGA een beroep zou kunnen doen op inkomensafhankelijke regelingen en de heffing van de premies volksverzekeringen. En voorts dat de inkomensafhankelijke bijdrage in het kader van de Zvw door de DGA zou kunnen worden ontlopen. De notitie Fiscale positie DGA is ook in een ander opzicht voor het DGA-pensioen van belang omdat daarin opnieuw wordt benadrukt dat de DGA in zijn hoedanigheid van werknemer volgens dezelfde regels een fiscaal gefacilieerd pensioen kan opbouwen bij (bijvoorbeeld) een verzekeraar als een gewone werknemer in een collectieve pensioenregeling. Zie in dit kader ook het eerste lid van artikel 18h WLB Met dezelfde fiscale uitgangspunten: de aanspraak op het pensioen is onbelast en de pensioenuitkering is belast. Als de DGA minimaal 10% van de aandelen in de BV houdt, mag onder bepaalde voorwaarden het pensioen ook in eigen beheer worden opgebouwd. Het pensioen wordt dan ondergebracht bij de werkvennootschap of een afzonderlijke pensioen-bv. Indien in een dergelijke situatie (tevens) sprake is van een fiscaal zuivere pensioenregeling is de pensioenaanspraak op grond van de fiscale omkeerregel vrijgesteld (artikel 11,eerste lid,onderdeel c, WLB 1964), en zijn de pensioenuitkeringen belast (artikel 10 WLB 1964). Voor de fiscale behandeling bij eigen beheer moet in verband met de specifiek hiervoor geldende fiscale behandeling worden voldaan aan de collectieve gangbaarheidstoets. Deze gangbaarheidstoets is met ingang van 1 juni 1999 ingevoerd vanuit het fiscale uitgangspunt dat bij pensioen in eigen beheer de belangentegenstelling ontbreekt die bij collectieve pensioenregelingen een drukkend effect heeft op de omvang van het pensioen. Een verdere bespreking en verdieping van het fiscale pensioenbegrip collectieve gangbaarheidstoets én de reële fiscale betekenis van eigen beheer vindt in deze uitgave plaats in onderdeel III.2: Algemeen. I.3 Positie DGA in verband met de Pensioenwet In de notitie Fiscale positie van de DGA van 29 april 2009 wordt meegedeeld dat het bij het begrip DGA voor de PW gaat om de vraag wanneer werknemers die tevens aandeelhouder zijn geen pensioenbescherming nodig hebben en het pensioen in eigen beheer mogen houden. Het wijzigen van de in artikel 1 van de PW genoemde DGA-definitie is volgens de notitie niet aan de orde omdat in het nabije verleden is afgeweken van een SER-advies het DGA-criterium in de pensioensfeer te baseren op het criterium dat geldt voor de werknemersverzekeringen. 7

9 (NB. Zie voor een nadere verdieping van de civielrechtelijke aspecten van de DGA-definitie ook de onderdelen II.1 en II.2:DGA-pensioen in relatie tot de voormalige PSW en DGApensioen en de PW). Naar aanleiding van Tweede Kamervragen tijdens de behandeling van de notitie Fiscale positie van de DGA op welke termijn de (toenmalige) regering dacht de positie van de DGA onder de sociale zekerheid en de PW in ieder geval te harmoniseren merkte de toenmalige staatssecretaris van Financiën op 5 oktober 2009 op dat daar in het kabinet nog geen enkele beslissing over was genomen. I.4 Positie DGA in verband met de sociale zekerheid Volksverzekeringen De in Nederland woonachtige DGA is op grond van zijn ingezetenschap verzekerd voor de volksverzekeringen (AOW, Anw en AWBZ) en daarvoor (vanzelfsprekend) premieplichtig. De DGA is voor de volksverzekeringen in dienstbetrekking bij zijn eigen onderneming, de vennootschap. De maatstaf voor de premieheffing is het belastbare inkomen uit werk en woning (box I) in de zin van artikel 3.1 van de Wet inkomstenbelasting Het maximale premie-inkomen in 2011 bedraagt ,--. Pensioen is een aanvulling op de AOW. Om dubbele pensioenopbouw te voorkomen geldt als verplichting dat rekening moet worden gehouden met de AOW. Dit laatste gebeurt door het toepassen van de zogenoemde AOW-franchise in de pensioenregeling. De AOW-franchise is een drempelbedrag. Over dat deel van het loon mag geen pensioen worden opgebouwd, omdat over dat deel recht bestaat op AOW-uitkering. Aan de bij het DGA-pensioen gangbare AOW-franchises wordt in onderdeel III.9: Minimum AOW-franchises nader aandacht besteed. Zorgverzekeringswet(Zvw) Een DGA is voor de Zvw in dienstbetrekking bij zijn eigen onderneming, de vennootschap.de DGA is verzekeringsplichtige in de zin van de Zvw. Als zodanig is hij een inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd. Deze inkomensafhankelijke bijdrage wordt geheven over een maximum bijdrage inkomen van ,-- (2011). Een verzekeringsplichtige werknemer heeft in principe recht op een volledige belaste vergoeding door de inhoudingsplichtige van de inkomensafhankelijke bijdrage (2011:7,75%) die op het loon wordt ingehouden. Deze systematiek geldt echter niet voor de DGA in de zin van de werknemersverzekeringen (dit specifieke onderwerp wordt in de volgende paragraaf besproken). Voor deze DGA geldt de zogenoemde lage inkomensafhankelijke bijdrage (in 2011:5,65%), zonder plicht tot vergoeding door de vennootschap van de op het loon ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage. Hierbij is een vergelijking gemaakt met zelfstandige ondernemers die ook de lage inkomensafhankelijke bijdrage zijn verschuldigd. 8

10 Werknemersverzekeringen Hoofdregel is dat de DGA niet verzekerd is voor de werknemersverzekeringen(zw/ww/ WIA), mits hij: (1) als statutair bestuurder staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel:en: (2) een dusdanig stemrecht heeft in de algemene vergadering van aandeelhouders dat hij niet tegen zijn wil ontslagen kan worden. De volgende DGA s zijn niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen: (1) de statutair bestuurder die (samen met zijn echtgenoot) houder is van aandelen die minimaal de helft van de stemmen in de algemene vergadering van de vennootschap vertegenwoordigen; (2) de statutair bestuurder die (samen met zijn echtgenoot) houder is van een zodanig aantal aandelen, dat de overige aandeelhouders geen versterkte meerderheid hebben, als in de statuten is bepaald dat het besluit tot schorsing of ontslag van de bestuurder slechts mag worden genomen met een versterkte meerderheid in de algemene vergadering van aandeelhouders van de vennootschap; (3) statutair bestuurders die in de algemene vergadering van aandeelhouders van de vennootschap allen een (bijna) gelijk aantal stemmen kunnen uitbrengen; (4) de statutair bestuurder die samen met zijn bloed- en aanverwanten (tot en met de 3e graad) houder is van aandelen die minimaal tweederde deel van de stemmen in de algemene vergadering van aandeelhouders van de vennootschap vertegenwoordigen. (NB. Het voorgaande geldt ook voor de statutair bestuurder die zeggenschap in de algemene vergadering van de vennootschap heeft door tussenkomst van een rechtspersoon). Het ontbreken van de verzekeringsplicht voor de zojuist genoemde DGA s laat onverlet dat veel van deze DGA s in het kader van inkomensvervanging bij ongeval, blijvende invaliditeit of overlijden behoefte hebben aan een verzekerbaar alternatief. Het verzekerbaar alternatief van Nationale-Nederlanden in geval van ziekte of een ongeval is het sluiten door de DGA van een individuele AOV. Los hiervan bestaat de mogelijkheid voor de DGA een WIA AOP-verzekering bij onze maatschappij te sluiten.in aanvulling op het overige verzekerde personeel van de vennootschap is het voor een DGA mogelijk zich te verzekeren op basis van een collectieve ongevallenverzekering bij overlijden of blijvende invaliditeit voor een fix-bedrag. 9

11 II. DGA-pensioen 2011 en de PW (specifieke juridische aspecten van het DGA-pensioen 2011) II.1 DGA-pensioen in relatie tot de voormalige PSW Voor een goed begrip van de juridische aspecten van het DGA-pensioen is relevante achtergrondinformatie over de op 1 januari 2007 buiten werking getreden Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) beslist noodzakelijk. Het belangrijkste doel van de PSW was het zeker stellen van het arbeidspensioen. Vanuit het principieel perspectief: als een werkgever met een werknemer in het kader van de arbeidsverhouding afspreekt voor die werknemer een pensioen op te bouwen, moet op de pensioendatum deze pensioenaanspraak ook daadwerkelijk tot uitkering kunnen komen. Het uitgangspunt van de PSW was dan ook dat de opgebouwde pensioenrechten gewaarborgd moesten worden (veilig gesteld) door ze onder te brengen bij een pensioenfonds of een pensioenverzekeraar. De PSW legde de werkgever in een dergelijke situatie dan ook een wettelijke onderbrengingsplicht op. Tegen deze achtergrond beschouwd was het de werkgever onder de PSW verboden om met zijn werknemers overeen te komen dat de werkgever op de balans van de onderneming een pensioenvoorziening treft met het oog op hun toekomstig pensioen(het zogenoemd intern eigen beheer : zie ook III.2: Algemeen). De onderbrengingsplicht gold evenwel niet wanneer het een werknemer betrof die tevens aandeelhouder was met minimaal 10% van de aandelen in de onderneming. Een dergelijke werknemer was veelal directeur en werd aangemerkt als directeur grootaandeelhouder(dga). In de PSW was ten aanzien van de wettelijke onderbrengingsplicht een uitzonderingspositie voor de DGA gecreëerd. Verklaarbaar, omdat deze persoon, gelet op het hiervoor besproken primaire oogmerk van de PSW (zekerstelling en waarborging van de pensioenaanspraken),naar aard niet paste binnen de doelgroep. Rond de DGA onder de PSW speelden in de aanloop naar invoering van de PW per 1 januari 2007 twee principiële vragen: (1) Behoort de DGA te worden beschermd door de PW? (2) Welke definitie van DGA dient onder de komende PW te worden gehanteerd? Het (toenmalige) kabinet was van mening dat de DGA, ongeacht de exacte definitie van het DGA-begrip, buiten het toepassingsbereik van de PW moest vallen. De belangrijkste motivering voor deze zienswijze was dat een DGA een werknemer is die veel zeggenschap in de onderneming heeft én bovendien geheel of gedeeltelijk eigenaar is van de onderneming. Zijn hoedanigheid van werknemer is daarbij van ondergeschikt belang. De conclusie van het (toenmalige) kabinet was dat de DGA de bescherming van de toen geldende PSW en de Pensioenwet niet nodig had c.q. heeft. Deze conclusie is verankerd in artikel 1 PW. Een artikel dat bepaalt dat het DGA-pensioen buiten het toepassingsbereik van de PW valt. Dit laatste aangezien de DGA niet wordt aangemerkt als een werknemer in de zin van de PW. In de dagelijkse DGA-pensioenpraktijk anno 2011 vallen buiten het toepassingsbereik van de PW die DGA s die: (1) na 31 december 2006 als DGA zijn gaan werken; 10

12 (2) op het moment van invoering van de PW(1 januari 2007) als DGA werkzaam waren, maar eerst na invoering van de PW als zodanig een pensioentoezegging van de werkgever(de vennootschap) hebben gekregen; (3) in 2007 geen keuze hebben gemaakt om hun pensioen als PW-pensioen aan te laten merken. Zie in dit verband ook het onderdeel II.3 Specifiek overgangsrecht DGA-pensioen waar dit onderwerp nader wordt besproken en toegelicht). II.2 DGA-pensioen en de PW Nu artikel 1 PW bepaalt dat de DGA als niet-werknemer buiten haar toepassingsbereik valt, is een voor de hand liggende vraag wie onder de PW als DGA wordt aangemerkt. In artikel 1 PW wordt een DGA in de zin van de PW omschreven als: (1) de persoonlijk houder van aandelen die minimaal 10% van het geplaatste kapitaal van de vennootschap van de werkgever vertegenwoordigen. Door in de DGA-definitie te benadrukken dat men persoonlijk houder (of indirect persoonlijk houder, zie hierna onder punt 2) moet zijn om als DGA te worden aangemerkt, is expliciet in de PW verankerd dat de in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoot van een DGA door dit enkele feit geen DGA in de zin van de PW is. Dit laatste is te beschouwen als een ongewijzigde voortzetting van de onder de PSW gangbare praktijk; (2) de indirect persoonlijk houder van aandelen die ten minste een tiende deel van het geplaatste kapitaal van de vennootschap van de werkgever vertegenwoordigen; of (3) de houder van certificaten van aandelen (cva s), uitgegeven door tussenkomst van een administratiekantoor waarvan de DGA voor minimaal 10% in het bestuur vertegenwoordigd is, die minimaal 10% van het geplaatste kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen. Van deze situatie is sprake als de directeur de zeggenschap over de aandelen in een externe organisatie, bijvoorbeeld een stichting, heeft ondergebracht waarbij hij zelf meer dan 10% van de invloed op het bestuur heeft. In dat geval kwalificeert de directeur zich als indirect grootaandeelhouder en wordt hij logischerwijze aangemerkt als DGA in de zin van de PW.Voor de dagelijkse praktijk is van belang dat nu in de PW zelf is bepaald dat certificaathouders, mits zij aan bepaalde voorwaarden voldoen (genoemd in de aanhef van punt 3) als DGA worden aangemerkt. In een dergelijke situatie hoeft de certificaathouder/dga dan ook geen ontheffingsverzoek meer bij de toezichthouder, de Nederlandsche Bank(DNB) aan te vragen. De keuze voor het 10%-criterium is door de PW-wetgever ingegeven met de bedoeling een dreigende discongruentie tussen fiscale pensioen- en socialezekerheidswetgeving zo veel mogelijk te beperken. II.3 Specifiek overgangsrecht DGA-pensioen Het specifieke overgangsrecht voor het DGA-pensioen is verankerd in artikel 8 van de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet. Deze wetgeving is(was), zoals de naam 11

13 12 aangeeft, bedoeld om de overgang van PSW naar PW op een wat meer geleidelijke wijze in goede banen te leiden. Het éénjarig overgangsrecht van artikel 8 I&APW is uitsluitend van toepassing op bestaande gevallen. Waar moet men bij bestaande gevallen concreet aan denken? Bij deze bestaande gevallen ging het om personen die voor de invoering van de PW (de peildatum) al DGA waren en in die hoedanigheid op de peildatum al een pensioentoezegging van de werkgever(de vennootschap) hadden gekregen. Hoofdregel van artikel 8, lid 3, I&APW is dat in 2007 door de DGA moest worden gekozen voor toepassing van de PSW om na met ingang van 1 januari 2008 onder de PW te vallen. Tijdens de parlementaire behandeling van de zogenoemde Veegwet PW is de toenmalige regering door de Tweede Kamer gevraagd om een verdere verduidelijking van de overgangsregelingen voor DGA s die in verband met de keuze in 2007 wel of niet onder het toepassingsbereik van de PW te willen vallen. Centraal stond hierbij de vraag van de Tweede Kamer: wat is de uitleg van de suggestie dat bij op 31 december 2006 bestaande DGA-pensioenregelingen de PW alleen niet van toepassing is als de DGA ook aangeeft dat hij niet onder de PW wil vallen? De regering antwoordde op deze vraag dat een juiste uitleg van artikel 8, lid 3, van de I&APW is dat een op 31 december 2006 bestaande pensioenregeling vanaf 1 januari 2008 een pensioen in de zin van de PW is indien de DGA dit pensioen als zodanig heeft aangemerkt. Heeft de DGA dit in 2007 niet gedaan dan valt zijn pensioenregeling vanaf 1 januari 2008 structureel buiten het toepassingsbereik van de PW. Dit regeringsstandpunt wordt nog een keer herhaald op bladzijde 17 van de nota naar aanleiding van het verslag van 30 oktober 2007(Tweede Kamer,vergaderjaar ,31226,nr.7). Gezien de lange tijd bestaande onduidelijkheid hebben een aantal pensioenuitvoerders bij het maken van de keuze door de DGA voor wel of niet toepasselijkheid van de PW een zogenoemde negatieve optie gehanteerd. Ook Nationale-Nederlanden heeft in 2007 gekozen voor het gebruik maken van het instrument van de negatieve optie. Alle DGA s zijn erover geinformeerd dat zij hun keuze kenbaar moeten maken. Daarbij is met voldoende duidelijkheid aangegeven dat het niet beantwoorden van het keuzeverzoek wordt aangemerkt als het kenbaar maken van een keuze voor toepassing van de PW. In het pensioenveld werd door sommigen wel gedacht dat het niet reageren op een verzoek met negatieve optie betekent dat er geen keuze is kenbaar gemaakt. Die gedachte is begrijpelijk in het licht van enkele elkaar tegensprekende uitlatingen tijdens de parlementaire geschiedenis van de I& APW, maar zij is in juridisch opzicht onjuist. Als de negatieve optie duidelijk is en er ook nog eens aan herinnerd is, is wel degelijk een keuze gemaakt voor toepassing van de PW. Nationale-Nederlanden probeert overigens communicatie met een negatieve optie zoveel mogelijk te voorkomen: dat is echter niet altijd te vermijden. Als de optie gebruikt wordt dan wordt de meest voor de hand liggende keuze als default gesteld. Op het moment dat de keuzebrieven werden verzonden(juli 2007) - ruim voor de discussie hieromtrent(zie ook hiervoor) in de Tweede Kamer - was dit de(expliciete) keuze voor toepassing van de PW.

14 II.4 Bijzondere situaties Tijdens de Tweede Kamerbehandeling van zowel de PW als de I&APW is de regering flink aan de tand gevoeld over een aantal bijzondere situaties die zich in de dagelijkse praktijk bij het DGA-pensioen zouden kunnen voordoen. Met name bijzondere situaties als faillissement, echtscheiding en ontslag kwamen tijdens de Tweede Kamerbehandeling van de I&APW aan de orde. Deze onderwerpen in hun specifieke relatie tot het DGA-pensioen zullen in de onderdelen II.5: Faillissement, II.7: Scheiding en II.8: Ontslag worden besproken. II.5 Faillissement Voor de dagelijkse DGA-pensioenpraktijk is interessant dat bij de beoordeling van een faillissement een onderscheid moet worden gemaakt tussen: (1) het uitvoeren van het DGA-pensioen in eigen beheer; en (2) de verzekerde pensioenregeling. (NB. De reële betekenis van beide uitvoeringsvormen zal nog nader worden besproken en toegelicht in onderdeel III.2: Algemeen). Bij het voeren van eigen beheer is voorts relevant of de DGA als natuurlijk persoon failliet gaat of dat dit het geval is voor de vennootschap waar het DGA-pensioen op de balans is gepassiveerd. In het laatste geval is het DGA-pensioen in gevaar, omdat het nog maar de vraag is of gezien de financiële positie van de vennootschap de pensioenvordering van de DGA door de vennootschap kan worden gehonoreerd. Bij een persoonlijk faillissement van de eigen beheer voerende DGA wordt niet diens opgebouwde pensioenaanspraak in het faillissement betrokken. De vennootschap is immers rechtspersoon met een afgescheiden ondernemingsvermogen en dit moet volstrekt geïsoleerd worden beschouwd van de DGA in zijn hoedanigheid van natuurlijk persoon. De DGA die zijn pensioenregeling heeft ondergebracht bij een verzekeraar, heeft de mogelijkheid de pensioenbegunstiging te aanvaarden.dit geldt met name als de pensioentoezeggende vennootschap als verzekeringnemer van het DGA-pensioen optreedt. Hierdoor blijft bij een faillissement van de vennootschap het pensioen buiten schot. Als het faillissement betrekking heeft op een verzekeringnemer en een ander dan de verzekeringnemer begunstigde is, zal de pensioenuitkering niet onder het faillissement vallen en moet de uitkering betaald worden aan de begunstigde. In de praktijk kan de DGA via ondertekening van een apart verzoek tot aanvaarding van de begunstiging van een toekomstige pensioenuitkering deze daarbij ook nog aanvaarden. Op deze wijze kan geen wijziging van de begunstiging plaatsvinden zonder de uitdrukkelijke instemming van degene (de DGA) die de begunstiging had aanvaard. De DGA die niet heeft gekozen voor toepassing van de PW wordt bij faillissement van de vennootschap logischerwijze niet geconfronteerd met het afkoopverbod op zijn pensioenaanspraak. Er treedt evenwel wel een fiscaal afbreukrisico in: de pensioenaanspraak wordt integraal belast als loon,eventueel te vermeerderen met 20% revisierente wegens behaalde rendementen. Het intreden van deze fiscale sanctie zal de curator er waarschijnlijk niet van 13

15 weerhouden over te gaan tot afkoop, waarna de resterende waarde van de pensioenaanspraak in de failliete boedel van de vennootschap valt en wordt aangewend om de vorderingen van de schuldeisers te voldoen. II.6 Bescherming pensioen (voormalig) partner van de DGA De Tweede Kamer heeft tijdens de behandeling van de notitie Fiscale positie van de directeur-grootaandeelhouder van 29 april 2009 op 5 oktober 2009 opgemerkt dat het indertijd bij invoering van de PW een bewuste keuze is geweest dat de DGA niet onder de bescherming van de Pensioenwet zou vallen. Tegen deze achtergrond vraagt de Tweede Kamer aandacht voor de bescherming van het pensioen van de partner en voormalige partner van de DGA in geval van faillissement van de BV(zie onderdeel II.5: Faillissement). De Tweede Kamer vraagt het kabinet hoe dit naar de stand van zaken van 5 oktober 2009 is geregeld en of die bescherming adequaat is. Namens zijn ambtgenoot, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid merkt de staatssecretaris van Financiën in dit verband het volgende op. Dit onderwerp is al eerder, onder andere tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Enige wijzigingen in de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enige andere wetten in de Tweede Kamer aan de orde geweest(zie onderdeel II.7: Scheiding). Voor de partner van de DGA die eigen beheer voert, geldt dat de eventuele aanspraak op (bijzonder) nabestaandenpensioen of verevend ouderdomspensioen nooit volledig zeker gesteld is. Dit gezien het feit dat het niet extern onderbrengen van het pensioen nu eenmaal altijd het risico met zich draagt dat het pensioen in verband met faillissement verdwijnt. Volgens de staatssecretaris van Financiën is dit onder de huidige Pensioenwet zo en was dit onder de voorganger daarvan, de PSW, niet anders. Uit de jurisprudentie blijkt dat het niet zo is dat dat de (voormalig) partner van de DGA geen enkele bescherming geniet. In een bijlage bij de brief van de minister van Justitie van 3 juni 2008 (bron: Kamerstukken II ,29481,nr.18) is een overzicht opgenomen van jurisprudentie van de Hoge Raad over DGA en scheiding. Uit dat overzicht blijkt dat het afhankelijk is van de omstandigheden van het geval of een DGA in het kader van een echtscheiding verplicht is om het aan de ex-echtgenoot toekomende deel van het ouderdomspensioen dat in de onderneming wordt opgebouwd, af te storten bij een verzekeraar. De Hoge Raad toont bij zijn uitspraken van 19 januari 1996, 12 maart 2004 en 9 februari 2007 begrip voor de positie van de gewezen echtgenoot en geeft aan dat een afweging moet worden gemaakt op basis van redelijkheid en billijkheid. Zie in dit verband ook het arrest van de Hoge Raad van 20 maart II.7 Scheiding De Tweede Kamer heeft tijdens de behandeling van zowel de PW als de I&APW meermalen haar bezorgdheid geuit over de (door haar veronderstelde) gebrekkige bescherming van het DGA-pensioen van de partner van de DGA die scheidt. De Tweede Kamer vreesde dat er een verslechtering voor de partner zou plaatsvinden ten opzichte van de van oudsher onder 14

16 de PSW gangbare scheidingspraktijk. De regering heeft de Tweede Kamer evenzoveel keren laten weten dat er in dit opzicht geen enkele reden voor ongerustheid was. Met name niet omdat volgens de regering alles hetzelfde zou blijven. Meer concreet heeft de regering de Tweede Kamer in dit verband het volgende medegedeeld. Ongeacht de scheidingssituatie, waarbij een buiten het toepassingsbereik van de PW vallende DGA is betrokken, zich voordoet, blijft de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding (WVPS) hierop van toepassing. Dit laatste is wettelijk gewaarborgd door een doorgevoerde wijziging van de WVPS met ingang van 1 januari 2007.Zie hiervoor met name artikel 1,lid 4, onderdeel a,van de WVPS. Ook het zogenoemde bijzondere nabestaandenpensioen van de scheidende DGA is in de WVPS zodanig geregeld dat hierop ook na 1 januari 2008 recht is blijven bestaan. Dit blijkt expliciet uit de formulering van artikel 3a, leden 1 en 2, van de WVPS. Inhoudelijk komen deze bepalingen overeen met de hiermee corresponderende artikelen 8 en 8c van de (voormalige) PSW, waardoor bij scheiding daarmee eenzelfde resultaat wordt bereikt. II.8 Ontslag De pensioenaanspraken van de eigen beheer voerende DGA zijn van oudsher ontleend aan het Besluit voorwaarden pensioentoezeggingen aan (in)direct grootaandeelhouders van 23 december 1994(Stcrt.251). De Tweede Kamer heeft tijdens de parlementaire behandeling van de I&APW haar bezorgdheid uitgesproken over het feit dat dit voor de eigen beheer voerende DGA s belangrijke besluit met ingang van 1 januari 2008 zou komen te vervallen. En als logisch gevolg daarvan de DGA vanaf dit tijdstip geen recht meer zou hebben op voor hem (en zijn nabestaanden) premievrije aanspraken op oudedags-, weduwen- of partnerpensioen bij ontslag. De regering deelde deze bezorgdheid van de Tweede Kamer op dit specifieke onderwerp echter niet. In het bijzonder niet omdat de ontslagaanspraken van de DGA per 1 januari 2008 (opnieuw) kunnen worden vastgelegd in de pensioenovereenkomst tussen de DGA en de pensioentoezeggende vennootschap. Wel waarschuwde de regering ervoor dat de DGA er steeds goed op moet letten dat in fiscaal opzicht niet door de Belastingdienst, met een beroep op artikel 19b WLB 1964, kan worden gesteld dat door de DGA (latente) ontslagaanspraken worden prijsgegeven. Voor de fiscale betekenis van het prijsgeven wordt verwezen onderdeel III.21: Prijsgeven van de pensioenaanspraak. Tegen de hiervoor geschetste achtergrond is het op zakelijke gronden verdedigbaar (zie onderdeel III.20: De zakelijke kosten van het DGA-pensioen) dat de niet onder de PW vallende DGA dezelfde voorwaarden (dus een tijdsevenredige pensioenaanspraak bij ontslag) bij de vennootschap bedingt. Het recht op een tijdsevenredige pensioenaanspraak is tegen de hiervoor geschetste achtergrond dan ook standaard opgenomen in onze pensioenbrief voor de DGA die niet onder het toepassingsbereik van de PW valt. 15

17 II.9 Vrijwillige voortzetting pensioenregeling Artikel 54 van de PW biedt de mogelijkheid dat voor een deelnemer die wegens ontslag) gewezen deelnemer wordt, de pensioenregeling op vrijwillige basis kan worden voortgezet. Voorwaarde is dan wel dat deze vrijwillige voortzetting gedurende maximaal drie jaar vanaf de beëindiging van de dienstbetrekking voortduurt. Voor de DGA leek het (op termijn) wellicht interessant dat deze driejaarstermijn zou kunnen worden verlengd tot tien jaar(artikel 54, lid 2 PW) indien zijn dienstbetrekking wordt beëindigd en hij aansluitend daarop als zelfstandig ondernemer winst uit onderneming gaat genieten in de zin van artikel 3.8 van de Wet inkomstenbelasting 2001(de zogenoemde Zelfstandig Ondernemer Zonder Personeel: ZZP-er). Van de driejaarstermijn als maximumtermijn kan worden afgeweken indien de deelnemer aan de pensioenregeling ten tijde van de beëindiging van de dienstbetrekking arbeidsongeschikt is. De periode waarin dan sprake kan zijn van vrijwillige voortzetting van de pensioenregeling is dan maximaal drie jaar of de duur van de arbeidsongeschiktheid indien deze langer is. Een andere denkbare situatie is dat de deelnemer (bijvoorbeeld de DGA) na beëindiging van de dienstbetrekking een periodieke uitkering (stamrechtuitkering) ontvangt ter vervanging van in verband met de beëindiging van de dienstbetrekking gederfde inkomsten op grond van een tussen één of meer werkgevers en één of meer werknemers afgesproken regeling. De periode waarin dan sprake kan zijn van vrijwillige voortzetting, is dan maximaal drie jaar of de periode dat de periodieke uitkering wordt ontvangen indien deze langer is dan drie jaar. Artikel 54 van de PW is te beschouwen als de civielrechtelijke tegenhanger van artikel 10a van het UBLB Naar aanleiding van aan hem gestelde Tweede Kamervragen in verband met de fiscale aftrekbaarheid van pensioenpremie voor ZZP-ers is de staatssecretaris van Financiën op 25 februari 2011 ingegaan op de wenselijkheid van de gelijkschakeling tussen PW en WLB 1964 ten aanzien van het begrip diensttijd in relatie tot de vrijwillige voortzetting van de pensioenregeling. De bewindsman is met de Tweede Kamer van mening dat het ophouden van de fiscale faciliering, niet bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van de pensioenopbouw bij de oude pensioenuitvoerder. Hoewel er vanuit de fiscaliteit goede redenen bestaan om grenzen te stellen aan de mate waarin van de omkeerregel gebruik kan worden gemaakt vindt de staatssecretaris het (ten behoeve van ZZP-ers) wenselijk om te facilieren wat op grond van de PW mogelijk is. De staatssecretaris van Financiën is bereid de fiscale begeleiding van vrijwillige voortzetting te verlengen van 3 naar10 jaar, zodat de in de PW genoemde mogelijkheid ook fiscaal wordt gefacilieerd. Het is volgens de bewindsman de bedoeling dat vanaf 2012 gebruik kan worden gemaakt van de uitbreiding van de fiscale faciliering bij vrijwillige voortzetting. De bewindsman wil echter nog wel onderzoeken of het mogelijk isde pensioengrondslag na het derde jaar te maximeren op het actuele inkomen en met als bovengrens het laatstverdiende loon van de gewezen werknemer. De vrijwillige voortzetting van de pensioenregeling wordt verder besproken in onderdeel III.19: Het fiscale begrip diensttijd. 16

18 II.10 De kapitaalovereenkomst Op grond van artikel 9 PW moeten werkgever en werknemer (bijvoorbeeld de onder de PW vallende DGA) expliciet vastleggen wat het karakter is van de pensioenovereenkomst. Van een pensioenovereenkomst in de zin van de PW is sprake als de werknemer het pensioenaanbod van de werkgever heeft aanvaard. In beginsel zijn partijen vrij om zelf te bepalen of het karakter van de pensioenovereenkomst wordt bepaald door de uitkering, het kapitaal of de premie. Onder de PSW hadden de pensioentoezeggingen niet altijd een even duidelijk karakter. Om aan deze onwenselijke situatie een structureel einde te maken dient op grond van de PW door de betrokken werkgever en werknemer expliciet te worden aangegeven wat het karakter is van de pensioenovereenkomst. De betrokkenen hebben daarbij de keuze uit een van de drie volgende varianten: (1) Een uitkeringsovereenkomst. Bij deze vorm van pensioen sluiten werkgever en werknemer een overeenkomst over een uitkering van een bepaalde hoogte die vanaf een bepaalde leeftijd ontvangen wordt. Tot deze vorm van pensioen behoren onder meer eindloon- en middelloonregelingen. Een tweede kenmerk van de uitkeringsovereenkomst is dat de uiteindelijke pensioenaanspraak afhankelijk is van het loon en/of de diensttijd. Een derde kenmerk van de uitkeringsovereenkomst is dat zowel het langlevenrisico (het risico dat de levensverwachting van de werknemer meer toeneemt dan aanvankelijk verwacht was) als het beleggingsrisico (het risico dat de inkomsten over de belegde gelden mee- of tegenvallen) bij de pensioenuitvoerder ligt. (2) Een premieovereenkomst. Bij een premieovereenkomst wordt primair een afspraak gemaakt over de hoogte van de periodiek ten behoeve van pensioen beschikbaar te stellen premie. Bij dit type overeenkomst kan zowel het langlevenrisico als het beleggingsrisico gedurende de opbouwfase bij de werknemer liggen, maar deze risico s kunnen ook meteen na de toekenning van de premie verzekerd worden. Tot deze pensioenvorm behoort niet opzienbarend de beschikbarepremieregeling. (3) Een kapitaalovereenkomst. Bij een kapitaalovereenkomst staat alleen de hoogte van het kapitaal (soms verhoogd met winstdeling) bij ingang van het pensioen vast. Dit kapitaal dient uiterlijk op pensioendatum te worden omgezet in een periodieke uitkering tegen de dan geldende tarieven. Het beleggingsrisico ligt tijdens de opbouwfase bij de pensioenuitvoerder en het langlevenrisico bij de werknemer. Pas op het moment van de omzetting van een kapitaal in een periodiek pensioen is immers bekend welke tarieven hiervoor gelden. Het is vooral de DGA die voor zijn pensioenvoorziening gebruikmaakt van een bijzondere vorm van de kapitaalovereenkomst, de zogenoemde streefregeling. Kenmerkend voor een dergelijke regeling is dat wordt gestreefd naar een eindloonresultaat dat gebaseerd is op het huidige salaris, maar dat een garantie daarvoor ontbreekt. Het te verzekeren kapitaal is daarbij de toezegging. Voor dergelijke regelingen, die zowel kenmerken hebben van een eindloonregeling als van een beschikbarepremieregeling, zijn voorwaarden opgenomen in 17

19 het fiscale besluit van 21 december 2009, nr.cpp2009/1487m, Stcrt. 2009,nr (onderdeel 4: De premieovereenkomst waarbij de premie direct wordt omgezet in een aanspraak op kapitaal, alsmede de kapitaalovereenkomst). De hiervoor besproken pensioenregeling komt vanuit fiscaal perspectief nog uitgebreid aan de orde in de onderdelen III.6 en III.7: Levenslang ouderdomspensioen en Maximumambitieniveau levenslang ouderdomspensioen. Het besluit van 21 december 2009,nr.CPP2009/1487M (onderdeel 4: De premieovereenkomst waarbij de premie direct wordt omgezet in een aanspraak op kapitaal,alsmede de kapitaalovereenkomst) is in zijn geheel opgenomen als bijlage 8 van deze uitgave II.11 De juridische dimensie van de pensioenknip In het kader van de Verzamelwet SZW-wetgeving 2009 (bron Tweede Kamer, vergaderjaar ,31811) is bepaald dat het in civielrechtelijk opzicht mogelijk is om levenslang ouderdomspensioen te splitsen door eerst een tijdelijke uitkering te kopen gevolgd door een aansluitende levenslange uitkering( de pensioenknip ). Daarbij mag deze pensioenknip worden toegepast op zowel de zuivere premieovereenkomst als de pensioenovereenkomst die voorziet in een op de pensioendatum beschikbaar komend kapitaal,zoals de kapitaalovereenkomst. De civielrechtelijke spelregels die van toepassing zijn op de pensioenknip zijn wettelijk verankerd in het negende lid van artikel 2 van de PW en het vierde lid van artikel 2 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en nader concreet uitgewerkt in de artikelen 3a tot en met 3d van de Regeling van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 juli 2009, nr. AV/PB2009/ De DGA die voor de toepassing van de Pensioenwet niet wordt aangemerkt als werknemer kan ook gebruik maken van de mogelijkheid tot pensioenknip. Er moet dan wel sprake zijn van een premieovereenkomst of een kapitaalovereenkomst die zou voldoen aan de eisen van de Pensioenwet indien die wet daarop van toepassing zou zijn. De mogelijkheid tot pensioenknip staat open voor degenen die uiterlijk op 1 januari 2014 pensioneren. Met de tijdelijke regeling pensioenknip kunnen deelnemers met een zuivere premieovereenkomst ook profiteren van van een (eventueel) stijgende rente, die van belang is voor de hoogte van het in te kopen pensioen. Door het toepassen van de pensioenknip kunnen zij proberen tegenvallende pensioenresultaten die het gevolg zijn van lage beurskoersen en rentestanden te repareren. De fiscale aspecten van het pensioenfenomeen pensioenknip worden besproken in onderdeel III.6A: De fiscale dimensie van de pensioenknip. II.12 Switchmogelijkheden DGA-pensioen Uit de parlementaire geschiedenis van de I&APW blijkt de mogelijkheid dat de niet onder het toepassingsbereik van de PW vallende DGA kan switchen naar een pensioenverzekering en vice versa. De Tweede Kamer wierp de regering daarop tegen dat in de fiscale begeleiding van de switchmogelijkheden nog niet was voorzien. Het overgangsrecht als zodanig voorzag weliswaar in een aanpassing van artikel 19a van de WLB 1964, maar die 18

20 aanpassing had alleen betrekking op waardeoverdrachten. De genoemde switchmogelijkheid werd daarmee in fiscaal opzicht nog niet opgelost. En zonder afdoende fiscale oplossing zou het gebruikmaken van de switchmogelijkheid na invoering van de PW leiden tot een op grond van artikel 19b van de WLB 1964 belaste pensioenaanspraak van de DGA. Tegen deze achtergrond pleitte de Tweede Kamer dan ook voor een aanpassing van deze specifieke fiscale sanctiebepaling. Volgens de regering stelt deze sanctiebepaling de overgang van een pensioenverplichting van de ene verzekeraar naar een andere gelijk aan afkoop, tenzij er sprake is van een overgang van pensioenverplichtingen naar een andere toegelaten verzekeraar in de zin van de WLB 1964 en deze overgang niet in strijd komt met de PSW. De regering wees de Tweede Kamer er in dit verband op dat in het wetsvoorstel I&APW de verwijzing naar de bepalingen van de PSW inmiddels waren aangepast aan de bepalingen op het gebied van de waardeoverdracht, zoals opgenomen in de PW. Een verdergaande aanpassing van artikel 19b WLB 1964 achtte de regering niet noodzakelijk. Volgens haar was deze bepaling al zodanig geformuleerd dat een fiscaal geruisloze waardeoverdracht mogelijk is als de overgang niet in strijd komt met de waardeoverdrachtbepalingen van de PW en daarbij (vanzelfsprekend) tevens voldoet aan de geldende fiscale voorwaarden. II.13 Fictieve dienstjaren in verband met waardeoverdracht en PW Een vraag die tijdens de Tweede Kamerbehandeling van de I&APW aan de orde werd gesteld, was in verband met waardeoverdrachten die geschieden na de invoering van de PW. Is het mogelijk voor de DGA waardeoverdracht toe te passen? Meer in het bijzonder werd hierbij gedoeld op een in de dagelijkse praktijk zeer gangbare situatie, namelijk op de situatie dat sprake is van wijziging van een dienstverband tussen de eigen bv s. Met als concreet gevolg dat door de waardeoverdracht fictieve dienstjaren worden verkregen, Met als oogmerk pensioenbreuk te voorkomen of te verzachten. De regering deelde de Tweede Kamer mee dat artikel 10a van het UBLB 1965 nog zodanig zou worden gewijzigd dat zonder nadelige fiscale gevolgen aan de wens van de DGA tegemoet zou worden gekomen. Deze toezegging is gestand gedaan in artikel 10ab, eerste lid, onderdeel b, van het UBLB II.14 Onbepaald verzekerd deel naast eigen beheer In de dagelijkse praktijk is het gebruikelijk dat de DGA een verzekering heeft lopen naast het in eigen beheer uitgevoerde pensioen. Bijvoorbeeld uit continuïteitsoverwegingen. De pensioenuitvoerder weet dan vaak niet welk gedeelte van de pensioentoezegging is verzekerd. Er is in deze situatie sprake van een onbepaald verzekerd deel. Omdat de pensioenuitvoerder onder de PW verplichtingen heeft die ze niet kan nakomen als er een onbepaald deel is verzekerd kan deze verzekering uit de aard der zaak niet onder het toepassingsbereik van de PW vallen. De Belastingdienst stelt zich in een dergelijke situatie sinds 16 april 2004 op het standpunt dat de werkgever de uitvoerder is van de pensioentoe- 19

NnL. DGA-pensioen 2009. DGA-pensioen 2009. De fiscaal-juridische pensioen mogelijkheden van het DGA-pensioen 2009

NnL. DGA-pensioen 2009. DGA-pensioen 2009. De fiscaal-juridische pensioen mogelijkheden van het DGA-pensioen 2009 DGA-pensioen 2009 DGA-pensioen 2009 De fiscaal-juridische pensioen mogelijkheden van het DGA-pensioen 2009 De pensioen- en levensloopmogelijkheden in relatie tot Pensioenwet en Wet op de loonbelasting

Nadere informatie

DGA-pensioen 2007. De pensioenmogelijkheden in relatie tot de Pensioenwet en de Wet op de loonbelasting 1964. NnL

DGA-pensioen 2007. De pensioenmogelijkheden in relatie tot de Pensioenwet en de Wet op de loonbelasting 1964. NnL DGA-pensioen 2007 De pensioenmogelijkheden in relatie tot de Pensioenwet en de Wet op de loonbelasting 1964 NnL Bijlage 1a: Besluit van 29 augustus 2003, nr. CPP2003/530 M (deel 1 Vragen en antwoorden

Nadere informatie

1. Pensioenstelsel in Nederland

1. Pensioenstelsel in Nederland PENSIOEN 1. Pensioenstelsel in Nederland 1.1 Pensioengebouw 1 ¾ Pensioen is voorziening waaruit uitkering verstrekt wordt ¾ zodra pensioengerechtigde door ouderdom (ouderdomspensioen) of arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Pensioen in Eigen Beheer

Pensioen in Eigen Beheer Pensioen in Eigen Beheer Pensioen in eigen beheer wil zeggen dat een pensioenregeling niet is onder gebracht bij een verzekeraar of bij een pensioenfonds. Ten aanzien van het opbouwen in eigen beheer zijn

Nadere informatie

Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen.

Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen. Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der

Nadere informatie

een goedkeuring voor pensioenregelingen met een toezegging van partner en wezenpensioen voor werknemers geboren voor 1950;

een goedkeuring voor pensioenregelingen met een toezegging van partner en wezenpensioen voor werknemers geboren voor 1950; Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten Dit besluit is een herziening van het besluit

Nadere informatie

Artikel Beursbengel: Einde deelname aan de pensioenregeling vóór pensioendatum

Artikel Beursbengel: Einde deelname aan de pensioenregeling vóór pensioendatum Artikel Beursbengel: Einde deelname aan de pensioenregeling vóór pensioendatum Zeker ook in de huidige economische crisis zal het nog meer voor gaan komen, dat werknemers niet tot hun pensioendatum kunnen

Nadere informatie

Fiscale aspecten van pensioen

Fiscale aspecten van pensioen Fiscale aspecten van pensioen Mr. S.P.N. Brouwer FFP Mw. mr. V.M. Hek-Weghorst FB P.P.M. Lavrijssen FB Mw. mr. J. Polman-Jager Eindredactie: Prof.mr. H.M. Rappelle Vijfde drvk Sdu Fiscale & Financièîe

Nadere informatie

Anw-hiaatpensioen, tijdelijk partnerpensioen, nabestaandenoverbruggingspensioen / 32

Anw-hiaatpensioen, tijdelijk partnerpensioen, nabestaandenoverbruggingspensioen / 32 Voorwoord / 11 Lijst van afkortingen / 13 1 Inleiding / 15 2 Het aanvullend pensioen / 19 2.1 Pensioenovereenkomsten, pensioenregelingen / 19 2.1.1 Inleiding / 19 2.1.2 De middelloonregeling / 21 2.1.3

Nadere informatie

Dit besluit is vervangen door het besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M. Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen.

Dit besluit is vervangen door het besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M. Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen. Dit besluit is vervangen door het besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M. Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht uit dienst

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht uit dienst Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland Waardeoverdracht uit dienst Inleiding... 3 1. Veranderen van baan en uw pensioen... 4 1.1. U treedt uit dienst... 4 1.2. Recht op waardeoverdracht... 4 1.3. Redenen

Nadere informatie

Directie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M

Directie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M Directie Directe Belastingen De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 16 november 2007 DB 2007-00589 M Onderwerp Vrijwillige

Nadere informatie

Wijzigingen in de pensioenwetgeving... 2. Belangrijke gevolgen van de pensioenwijzigingen... 4

Wijzigingen in de pensioenwetgeving... 2. Belangrijke gevolgen van de pensioenwijzigingen... 4 UPDATE Pensioenspecial september 2014 Sneller op de hoogte zijn van het nieuws? Volg ons op Social Media! Mandema & Partners helpt u graag bij het interpreteren van de pensioenwijzigingen die voor u en

Nadere informatie

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M Loonheffingen. Pensioenen en stamrechten; tegemoetkomingen voor partneren wezenpensioenen, conversie van opgebouwde pensioenaanspraken, premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en opnemen van stamrechten

Nadere informatie

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam INHOUD Inleidende bepalingen Artikel 1. Aanvullende pensioenregeling 1 Artikel 2. Deelnemerschap 1 Artikel

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Buizerdlaan. Waardeoverdracht uit dienst

Stichting Pensioenfonds Buizerdlaan. Waardeoverdracht uit dienst Stichting Pensioenfonds Buizerdlaan Waardeoverdracht uit dienst Inleiding... 3 1. Veranderen van baan en uw pensioen... 4 1.1. U treedt uit dienst... 4 1.2 Vervallen dekking partnerpensioen... 4 1.3 Recht

Nadere informatie

PENSIOENOVEREENKOMST (MIDDELLOON) in het kader van de Wet VMO. voor de heer/mevrouw @ DGA van @ opgesteld door LNBB actuarissen + pensioenconsultants

PENSIOENOVEREENKOMST (MIDDELLOON) in het kader van de Wet VMO. voor de heer/mevrouw @ DGA van @ opgesteld door LNBB actuarissen + pensioenconsultants PENSIOENOVEREENKOMST (MIDDELLOON) in het kader van de Wet VMO voor de heer/mevrouw @ DGA van @ opgesteld door LNBB actuarissen + pensioenconsultants Kenmerk LNBB, 014-????,??-??-2014 pagina 1 Modelpensioenovereenkomst

Nadere informatie

Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van B.V., gevestigd te.. gehouden op.dag 201

Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van B.V., gevestigd te.. gehouden op.dag 201 Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van B.V., gevestigd te.. gehouden op.dag 201 te Aanwezig is: Mevrouw/De heer, die tevens als voorzitter van deze vergadering optreedt. De voorzitter

Nadere informatie

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij 3 De beschikbare premieregeling In Nederland bestaan grofweg twee categorieën pensioenregelingen: beschikbare premieregelingen enerzijds en middelloon-

Nadere informatie

Oplossingsrichtingen Pensioen in eigen beheer

Oplossingsrichtingen Pensioen in eigen beheer Oplossingsrichtingen Pensioen in eigen beheer Op 01 juli 2015 heeft de Staatssecretaris van Financiën, Eric Wiebes, de Tweede Kamer geïnformeerd over de mogelijke oplossingsrichtingen pensioen in eigen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 043 Toekomst pensioenstelsel Nr. 338 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Voorstel van wet houdende invoering van de Pensioenwet (Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet)

Voorstel van wet houdende invoering van de Pensioenwet (Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet) Voorstel van wet houdende invoering van de Pensioenwet (Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet) Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben,

Nadere informatie

juli 2018 de redactie uitgever & redactieadres Wolters Kluwer Postbus GA Deventer

juli 2018 de redactie uitgever & redactieadres Wolters Kluwer Postbus GA Deventer VOORWOORD Voor u ligt de 8e editie van Sociaal Memo Ouderen. De eerste editie verscheen in 2011. In de jaren daarvoor verscheen een deel van de informatie in deze uitgave onder de titel Sociaal memo 1.

Nadere informatie

3.4. Verplichtstelling en maximale hoogte van het pensioen

3.4. Verplichtstelling en maximale hoogte van het pensioen Bij een eindloonregeling bouwt u veel meer pensioen op als u gedurende uw werkzame leven behoorlijk carrière maakt (lees salarisstijgingen ontvangt). Want u ontvangt het pensioen over uw laatste en dus

Nadere informatie

Foederer. Advieswijzer Pensioen in eigen beheer! Wat nu? Pension & Benefits Consultants Member Crowe Horwath International

Foederer. Advieswijzer Pensioen in eigen beheer! Wat nu? Pension & Benefits Consultants Member Crowe Horwath International Advieswijzer Pensioen in eigen beheer! Wat nu? Bent u directeur-grootaandeelhouder (dga) en bouwt u pensioen op in uw bv? Het kabinet is van plan het pensioen in eigen beheer per 1 januari 2017 af te schaffen.

Nadere informatie

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 Aanvullend reglement 1 Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 20150324 Reglement Pensioenopbouw Extra pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 Aanvullend reglement 2 Voorwoord

Nadere informatie

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014)

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend in overeenstemming

Nadere informatie

de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen.

de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen. de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen. De hierna opgenomen bepalingen worden niet alleen toegepast op formeel overeengekomen

Nadere informatie

Aandachtspuntenlijst reglementen rechtstreekse regeling

Aandachtspuntenlijst reglementen rechtstreekse regeling Aandachtspuntenlijst reglementen rechtstreekse regeling Dit reglement betreft een: (versie augustus 2012) A. Verplichte PW artikelen

Nadere informatie

Overzicht van voor- en nadelen van pensioenopbouw in eigen beheer

Overzicht van voor- en nadelen van pensioenopbouw in eigen beheer Pagina 1/6 Overzicht van voor- en nadelen van pensioenopbouw in eigen beheer Momenteel bouwt u pensioen op bij uw eigen vennootschap. Dit betekent dat de vennootschap recht heeft op premieaftrek voor uw

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 101 Besluit van 5 februari 2002 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 2b, vijfde lid, 2c, tweede

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering

Nadere informatie

Directie Directe Belastingen. Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE. 4 december 2006 DB 2006-396U

Directie Directe Belastingen. Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE. 4 december 2006 DB 2006-396U Directie Directe Belastingen Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 4 december 2006 DB 2006-396U Onderwerp Reactie op

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord /V. Lijst van gebruikte afkortingen /XV. HOOFDSTUK 1 Maatschappelijke ontwikkeling van het pensioenbegrip / 1

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord /V. Lijst van gebruikte afkortingen /XV. HOOFDSTUK 1 Maatschappelijke ontwikkeling van het pensioenbegrip / 1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord /V Lijst van gebruikte afkortingen /XV HOOFDSTUK 1 Maatschappelijke ontwikkeling van het pensioenbegrip / 1 1.1 Inleiding / 1 1.2 Beknopte historische ontwikkeling van het pensioenbegrip

Nadere informatie

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog) Aanvullend reglement 2017 Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog) Aanvullend reglement 2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Definities 4 2. Algemeen 5 3. Deelname 5 4. Vaststelling Aanvullende pensioengrondslag

Nadere informatie

Artikelen Een verzekering naast het pensioen in eigen beheer

Artikelen Een verzekering naast het pensioen in eigen beheer Mw. M.J.G. Elling FFP 1 Een verzekering naast het pensioen in eigen beheer Als de dga een pensioentoezegging krijgt van zijn werkgever (de BV), dan vindt de opbouw meestal plaats in eigen beheer. De BV

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2009Z02723/2080913600. Kamervragen van het lid Omtzigt

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2009Z02723/2080913600. Kamervragen van het lid Omtzigt De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016. 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016. 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 1 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2 Voorwoord De verplichte pensioenregeling

Nadere informatie

100K+/Netto Pensioen/Netto Lijfrente. Versie 19 januari 2015

100K+/Netto Pensioen/Netto Lijfrente. Versie 19 januari 2015 100K+/Netto Pensioen/Netto Lijfrente Versie 19 januari 2015 Wat is er veranderd per 1-1-2015? Voor 1-1-2015 gold er geen salarisbeperking waarover met pensioen op mocht bouwen. Vanaf 1-1-2015 is wetgeving

Nadere informatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma pensioenregeling A, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten Generaal t.a.v. de vaste commissie voor Financiën Postbus EA DEN HAAG

Eerste Kamer der Staten Generaal t.a.v. de vaste commissie voor Financiën Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Eerste Kamer der Staten Generaal t.a.v. de vaste commissie voor Financiën Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500

Nadere informatie

Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende: 34 555 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten tot uitfasering van het pensioen in eigen beheer en het treffen van enkele fiscale maatregelen inzake oudedagsvoorzieningen (Wet uitfasering

Nadere informatie

Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van B.V., gevestigd te.. gehouden op.dag 201

Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van B.V., gevestigd te.. gehouden op.dag 201 Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van B.V., gevestigd te.. gehouden op.dag 201 te Aanwezig is: Mevrouw/De heer, die tevens als voorzitter van deze vergadering optreedt. De voorzitter

Nadere informatie

ONTSLAG EN PENSIOEN. Vereniging voor Arbeidsrecht 30 mei 2013 Prof. dr. E. Lutjens

ONTSLAG EN PENSIOEN. Vereniging voor Arbeidsrecht 30 mei 2013 Prof. dr. E. Lutjens ONTSLAG EN PENSIOEN Vereniging voor Arbeidsrecht 30 mei 2013 Prof. dr. E. Lutjens PENSIOEN EN ARBEIDSOVEREENKOMST Zonder arbeidsovereenkomst geen pensioenovereenkomst - Uitsluiting: directeur-grootaandeelhouder

Nadere informatie

Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer

Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer Inleiding Dit memo bevat de argumenten voor de fiscale aftrek van de premie betreffende het vrijwillige gedeelte van een beroepspensioenregeling bij

Nadere informatie

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst> Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat

Nadere informatie

PW verkleint discrepantie tussen aanspraak en dekking

PW verkleint discrepantie tussen aanspraak en dekking PW verkleint discrepantie tussen aanspraak en dekking Bastian Bodewes In onze in pensioenrecht gespecialiseerde advocatenpraktijk krijgen wij regelmatig te maken met situaties waarin een (pensioen)verzekering,

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van pensioenrechten

Vennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van pensioenrechten Vennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein winstbelastingen Besluit van 26 juni 2003, nr. CPP2003/1406M De directeur-generaal

Nadere informatie

Pensioenovereenkomst Voorbeeldonderneming B.V.

Pensioenovereenkomst Voorbeeldonderneming B.V. De ondergetekenden: 1. Voorbeeldonderneming B.V., fiscaal nummer 1000.10.100, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen "werkgever", hierbij vertegenwoordigd door haar bestuurder, De heer A. de Jong; en

Nadere informatie

Veelgestelde vragen en antwoorden

Veelgestelde vragen en antwoorden Veelgestelde vragen en antwoorden Algemeen 1. Wat is een UPO? UPO staat voor Uniform Pensioenoverzicht. Het UPO geeft u inzicht in uw huidige en toekomstige financiºle situatie (en de situatie voor uw

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering

Nadere informatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van 27339. Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Pensioen in eigen beheer vanaf 1 april 2017

Pensioen in eigen beheer vanaf 1 april 2017 Pensioen in eigen beheer vanaf 1 april 2017 De laatste jaren was het pensioen dat de directeurgrootaandeelhouder (DGA) in zijn eigen B.V. opbouwt onderwerp van gesprek. Het liefst wilde het kabinet er

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming> STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Legenda Blauw = invullen

Nadere informatie

Eshuis Advieswijzer. Pensioen in eigen beheer afgeschaft! Wat nu? Lid van: Update Keuzemogelijkheden. Knelpunten

Eshuis Advieswijzer. Pensioen in eigen beheer afgeschaft! Wat nu? Lid van: Update Keuzemogelijkheden. Knelpunten Lid van: Update 2017 Bent u directeur-grootaandeelhouder en bouwt u pensioen op in uw bv? Dat kan per 1 april 2017 niet meer. Daarmee is de Eerste Kamer op 7 maart 2017 akkoord gegaan. Wat betekent dit

Nadere informatie

Let op! Vóór 1 juli moet u de eerste acties hebben ondernomen om de nodige zaken te regelen. Welke acties dat zijn, leest u verderop.

Let op! Vóór 1 juli moet u de eerste acties hebben ondernomen om de nodige zaken te regelen. Welke acties dat zijn, leest u verderop. Advieswijzer Pensioen in eigen beheer afgeschaft! Wat nu? Update 2017 Bron: SRA - Publicatiedatum: 07-03-2017 Bent u directeur-grootaandeelhouder en bouwt u pensioen op in uw bv? Dat kan per 1 april 2017

Nadere informatie

Aanvullend reglement

Aanvullend reglement Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) 2019 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Pensioenopbouw boven de Salarisgrens

Nadere informatie

Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen. Tronox Pigments (Holland) B.V. Rotterdam-Botlek

Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen. Tronox Pigments (Holland) B.V. Rotterdam-Botlek Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen Voor de werknemers in dienst van Tronox Pigments (Holland) B.V. te Rotterdam-Botlek Looptijd 1 januari 2015 t/m 31 december 2019 Tronox Pigments (Holland)

Nadere informatie

Aftrek vrijwillige pensioenpremie zelfstandige ondernemer

Aftrek vrijwillige pensioenpremie zelfstandige ondernemer Aftrek vrijwillige pensioenpremie zelfstandige ondernemer Inleiding Dit memo bevat de argumenten voor de fiscale aftrek van de premie betreffende het vrijwillige gedeelte van een beroepspensioenregeling

Nadere informatie

Witteveen 2015. 1. Algemeen

Witteveen 2015. 1. Algemeen Witteveen 2015 1. Algemeen Eind vorig jaar zijn tussen de regeringsfracties van de VVD en de PvdA enerzijds en de oppositiepartijen D66, de SGP en de CU anderzijds pensioenafspraken gemaakt. Een groot

Nadere informatie

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst> Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat

Nadere informatie

Update Advieswijzer Pensioen in eigen beheer afgeschaft! Wat nu?

Update Advieswijzer Pensioen in eigen beheer afgeschaft! Wat nu? Update Advieswijzer Pensioen in eigen beheer afgeschaft! Wat nu? Bron: SRA - Publicatiedatum: 29-11-2016 Bent u directeur-grootaandeelhouder (dga) en bouwt u pensioen op in uw bv? Het kabinet is van plan

Nadere informatie

Pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft! Wat nu?

Pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft! Wat nu? Pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft! Wat nu? Het pensioen in eigen beheer wordt per 1 januari 2017 afgeschaft. Tenminste als het Parlement voor die tijd het daartoe op Prinsjesdag 2016 ingediende

Nadere informatie

Einde dienstverband en uw pensioen

Einde dienstverband en uw pensioen Einde dienstverband en uw pensioen INHOUD PAGINA 1. Inleiding 2 2. Het op de ontslagdatum opgebouwde pensioen 3 3. Het nabestaandenpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum 3 4. Het wezenpensioen 3

Nadere informatie

Uitfasering pensioen in eigen beheer

Uitfasering pensioen in eigen beheer Uitfasering pensioen in eigen beheer Op Prinsjesdag is het wetsvoorstel uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen ingediend. De mogelijkheid om fiscaal gefaciliteerd pensioen

Nadere informatie

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 2 <kapitaalovereenkomst> <premieovereenkomst> <netto><bruto> pensioenregeling

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 2 <kapitaalovereenkomst> <premieovereenkomst> <netto><bruto> pensioenregeling Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 2 pensioenregeling Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering en

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

DGA, eigen beheer, inclusief vóór Wet VPL opgebouwd pensioen, middelloon, 65 jaar

DGA, eigen beheer, inclusief vóór Wet VPL opgebouwd pensioen, middelloon, 65 jaar Modelpensioenovereenkomst belastingdienst DGA, eigen beheer, inclusief vóór Wet VPL opgebouwd pensioen, middelloon, 65 jaar Versie oktober 2012 Kenmerk 12-601-2 Pensioenovereenkomst voor DGA met pensioen

Nadere informatie

Startbrief. 1. Algemeen. Waardeoverdracht. Informatie die u geeft. Wanneer bent u deelnemer in de Basisregeling?

Startbrief. 1. Algemeen. Waardeoverdracht. Informatie die u geeft. Wanneer bent u deelnemer in de Basisregeling? Startbrief Deze startbrief bestaat uit 3 delen: Algemeen, Basisregeling en Plusregeling. 1. Algemeen Uw werkgever: Tentoo Collective Freelance & Flex B.V. Uw pensioenuitvoerder: ABN AMRO Pensioenen Soort

Nadere informatie

Het pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft. Wat nu?

Het pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft. Wat nu? Pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft! Wat nu? Het pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft per 1 april 2017. Tenminste als het Parlement voor die datum de novelle en het wetsvoorstel daartoe aanneemt.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 163 12 januari 2018 Vennootschapsbelasting. Dividendbelasting. Subjectieve vrijstelling pensioenlichamen (artikel 5 Wet

Nadere informatie

Aanvullend reglement 2016. Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag)

Aanvullend reglement 2016. Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2016 Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Definities 4 2. Algemeen 5 3. Deelneming 5 4. Vaststelling Aanvullende pensioengrondslag

Nadere informatie

Overzicht vragen gesteld tijdens inloopsessies met betrekking tot de nieuwe pensioenregeling

Overzicht vragen gesteld tijdens inloopsessies met betrekking tot de nieuwe pensioenregeling Overzicht vragen gesteld tijdens inloopsessies met betrekking tot de nieuwe pensioenregeling 1. Waarom wordt het nieuwe pensioenreglement pas later uitgereikt? Antwoord: De pensioenregeling is gebaseerd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 294 Hoofdlijnen voor een nieuwe Pensioenwet Nr. 2 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Dit pensioenoverzicht ontvangt u omdat

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering.

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming Wat u moet weten over uw pensioen Dit pensioenoverzicht ontvangt u omdat

Nadere informatie

KPMG Meijburg & Co ABCD. Wetsvoorstel Witteveen 2015

KPMG Meijburg & Co ABCD. Wetsvoorstel Witteveen 2015 Wetsvoorstel Witteveen 2015 Het wetsvoorstel Witteveen 2015 is op 15 april 2013 ingediend bij de Tweede Kamer. Het betreft de verlaging van de maximumopbouw- en premiepercentages voor pensioenen en de

Nadere informatie

c. Kind: het eigen kind of pleegkind van werknemer dat de leeftijd van 30 jaar nog niet heeft bereikt.

c. Kind: het eigen kind of pleegkind van werknemer dat de leeftijd van 30 jaar nog niet heeft bereikt. Modelpensioenovereenkomst belastingdienst DGA, eigen beheer, middelloon, 67 jaar Versie april 2013 Kenmerk 13-600-2 Pensioenovereenkomst voor DGA met pensioen in eigen beheer De ondergetekenden: 1....

Nadere informatie

Aanvullende novelle voor Algemeen Pensioenfonds

Aanvullende novelle voor Algemeen Pensioenfonds In deze nieuwsbrief: Aanvullende novelle voor Algemeen Pensioenfonds Wet doorwerken na AOW-gerechtigde leeftijd Pensioenknip weer mogelijk Uniform Pensioenoverzicht 2016 DGA en werknemersverzekeringen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 330 Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 en van enige andere wetten (Wet aanvullend overgangsrecht fiscale behandeling pensioen) Nr.

Nadere informatie

Pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft! Wat nu?

Pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft! Wat nu? Pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft! Wat nu? Het pensioen in eigen beheer wordt per 1 januari 2017 afgeschaft. Tenminste als de Eerste kamer voor die tijd het daartoe op Prinsjesdag 2016 ingediende

Nadere informatie

Geen verandering voor u. U kunt de beleggingsmogelijkheden voor uw werknemers beperken.

Geen verandering voor u. U kunt de beleggingsmogelijkheden voor uw werknemers beperken. De verschillen tussen Vast en Zeker Kapiaal (V&Z) OverrenteAandeel Plus/AEX plus het resultaat op fictieve indexbeleggingen in de AEX-index en het Zwitserleven Exclusief Pensioen Voor een vernieuwde overeenkomst,

Nadere informatie

c. Kind: het eigen kind of pleegkind van werknemer dat de leeftijd van 30 jaar nog niet heeft bereikt.

c. Kind: het eigen kind of pleegkind van werknemer dat de leeftijd van 30 jaar nog niet heeft bereikt. Modelpensioenovereenkomst belastingdienst DGA, eigen beheer, eindloon, 67 jaar Versie april 2013 Kenmerk 13-600-1 Pensioenovereenkomst voor DGA met pensioen in eigen beheer De ondergetekenden: 1.... (naam)

Nadere informatie

VEELGESTELDE VRAGEN. Algemeen

VEELGESTELDE VRAGEN. Algemeen Algemeen 1 Wat is een UPO? UPO staat voor Uniform Pensioenoverzicht. Het UPO geeft u inzicht in uw huidige en toekomstige financiële situatie (en de situatie voor uw eventuele nabestaanden) bij pensionering,

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Pensioen in Eigen Beheer Acties?

Pensioen in Eigen Beheer Acties? 16 mei 2017 Pensioen in Eigen Beheer Acties? Vanaf 1 juli 2017 is het niet langer mogelijk voor directeuren-grootaandeelhouders (dga s) om een pensioen op te bouwen in de eigen BV, ofwel Pensioen in Eigen

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering en

Nadere informatie

Veelgestelde vragen. Algemeen

Veelgestelde vragen. Algemeen Algemeen 1. Wat is een UPO? UPO staat voor Uniform Pensioenoverzicht. Het UPO geeft u inzicht in uw huidige en toekomstige financiºle situatie (en de situatie voor uw eventuele nabestaanden) bij pensionering,

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE 1 INHOUDSOPGAVE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN Inhoudsopgave BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 3 ARTIKEL 1. AANSPRAKEN... 3 ARTIKEL 2. VARIABEL PENSIOENGEVEND

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Trespa. Brochure Pensioenregeling

Stichting Pensioenfonds Trespa. Brochure Pensioenregeling Brochure Pensioenregeling Wat houdt de brochure Pensioenregeling in? De brochure maakt deel uit van de startbrief. In de brochure wordt de pensioenregeling in begrijpelijke taal toegelicht aan de hand

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht in dienst

Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht in dienst Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland Waardeoverdracht in dienst Inleiding... 3 1. Wat is waardeoverdracht?... 4 1.1. Recht op waardeoverdracht... 4 1.2. Snelheid is geboden... 4 1.3. Redenen van een

Nadere informatie

DGAWijzer. Pensioen. Inhoud

DGAWijzer. Pensioen. Inhoud DGAWijzer Pensioen Inhoud Pensioentoezegging wettelijk kader 1 Inhoud pensioentoezegging 2 Uitvoering pensioen 3 Pensioen in eigen beheer 4 Pensioen en echtscheiding 5 Pensioen en dividend 5 Toekomst pensioen

Nadere informatie

Advies van de adviescommissie pensioenrecht Nederlandse orde van advocaten

Advies van de adviescommissie pensioenrecht Nederlandse orde van advocaten MEMORANDUM Advies van de adviescommissie pensioenrecht Nederlandse orde van advocaten Aan: Mevr. J. Klijnsma, Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Sociaal-economische Raad Stichting van

Nadere informatie

Loonbelasting. Pensioen; vragen en antwoorden hoofdstuk IIB en de artikelen 38a en 38b van de Wet op de loonbelasting 1964; deel 2

Loonbelasting. Pensioen; vragen en antwoorden hoofdstuk IIB en de artikelen 38a en 38b van de Wet op de loonbelasting 1964; deel 2 Loonbelasting. Pensioen; vragen en antwoorden hoofdstuk IIB en de artikelen 38a en 38b van de Wet op de loonbelasting 1964; deel 2 Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein Belastingen

Nadere informatie

Pensioen in eigen beheer vanaf 1 april 2017

Pensioen in eigen beheer vanaf 1 april 2017 Pensioen in eigen beheer vanaf 1 april 2017 De laatste jaren was het pensioen dat de directeurgrootaandeelhouder (DGA) in zijn eigen B.V. opbouwt onderwerp van gesprek. Het liefst wilde het kabinet er

Nadere informatie

Bijlage I bij besluit CPP M inzake beschikbarepremieregelingen

Bijlage I bij besluit CPP M inzake beschikbarepremieregelingen Bijlage I bij besluit CPP2007-552M inzake beschikbare-premieregelingen 1 Bijlage I bij besluit CPP2007-552M inzake beschikbarepremieregelingen Aanwijzing als bedoeld in onderdeel 2.3 Staffels met uitgangspunten,

Nadere informatie

Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67)

Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67) Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67) artikel 1. Algemeen Deze regeling is een bijlage bij het pensioenreglement van 1 van Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland,

Nadere informatie