Taakdelegatie in de Vlaamse huisartsenpraktijk. Een exploratieve studie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Taakdelegatie in de Vlaamse huisartsenpraktijk. Een exploratieve studie"

Transcriptie

1 Taakdelegatie in de Vlaamse huisartsenpraktijk. Een exploratieve studie Dr. Dirickx Bart Promotor: Prof. Dr. De Lepeleire Jan Co-promotor: Dr. Viaene Mark, Huisartsenpraktijk te Heusden-Zolder Master of Family Medicine Masterproef huisartsgeneeskunde 1

2 Hoofdstuk 1: Inleiding... 3 Hoofdstuk 2: Literatuuronderzoek: Een dreigend huisartsentekort? Inleiding Methode Resultaten Toegenomen takenlast Huidig artsenbestand Huisartsentekort in België? Huisartsentekort in andere vooruitstrevende landen Bespreking en besluit...10 Hoofdstuk 3: Literatuuronderzoek: taakdelegatie Inleiding Methode Resultaten Is taakdelegatie een optie binnen het Belgisch gezondheidszorgsysteem? Welke taken kunnen en willen we uitbesteden? Wie komt in aanmerking om deze taken over te nemen? Bespreking en besluit...18 Hoofdstuk 4: Onderzoeksproject: Focusgroepen Inleiding Methode Resultaten Profiel van de deelnemende huisartsen Kwalitatieve resultaten Bespreking en besluit...34 Hoofdstuk 5: Onderzoeksproject: Takenlijst De Taken Verdeeld Inleiding Methode Resultaten Algemene analyse Vergelijkende analyse tussen subgroepen Bespreking en besluit...43 Hoofdstuk 6: Discussie...44 Hoofdstuk 7: Samenvatting...45 Hoofdstuk 8: Aanbeveling voor de dagelijkse praktijk...46 Abstract eerstelijnssymposium...47 Referenties...48 Bijlages

3 Hoofdstuk 1: Inleiding Delegatie wordt in Van Dale omschreven als afvaardiging; overdracht van bevoegdheid. Deze term wordt in de gezondheidssector gebruikt om een toestand te omschrijven waarin een taak, die normaal door een arts wordt uitgeoefend, toevertrouwd wordt aan een gezondheidswerker waarvan het niveau van opleiding en ervaring verschillend of lager is, of aan een medewerker die speciaal opgeleid werd om een bepaalde taak uit te voeren zonder over de officiële medische opleiding te beschikken. 1 Taakdelegatie of het inschakelen van lager opgeleide gezondheidswerkers is een optie om de schaarste of het tekort aan gekwalificeerde arbeidskrachten in te vullen. 2,3 Sommige ontwikkelings- en derde wereldlanden hebben reeds langere tijd te lijden van een nijpend tekort aan artsen. In vele van deze landen is hierdoor de trend ontstaan om bepaalde taken over te dragen en gezondheidswerkers en leken op te leiden om taken uit te voeren die normaal gezien tot de bevoegdheid van artsen behoren. Zonder deze aanpassing in de organisatie van de gezondheidszorg zou de bevolking niet de noodzakelijke zorg krijgen, waaraan ze dringend behoefte heeft. 1 In landen zonder ernstige schaarste aan artsen kan de overdracht van taken ook bestaan om andere redenen, vaak om besparingen door te voeren. De tendens bestaat in verschillende vooruitstrevende landen zoals Nederland en het Verenigd Koninkrijk dat hierbij een centralere rol wordt toegeschreven aan de huisarts. Vele westerse landen hebben een gezondheidszorgsysteem waarin de ziekenhuizen centraal staan. Verschillende factoren, waaronder een verouderende populatie, technologische evolutie, vervrouwelijking van het artsenberoep, toenemende patiënteneisen en stijgende gezondheidszorgkosten zullen echter in de toekomst leiden tot noodzakelijke veranderingen in de organisatie van deze gezondheidszorgsystemen. 3 Er wordt gezegd dat we, ook in België, afstevenen op een relatief en/of absoluut huisartsentekort. Belgische huisartsen werken nu al met een enorme tijdsdruk en de geleverde zorg wordt steeds complexer. 4 Om dit op te vangen dacht men allereerst het aantal huisartsen op te drijven door middel van een opwaardering van het huisartsenberoep, zowel maatschappelijk als financieel. De gewenste toename van het aantal huisartsen blijkt onvoldoende om het tekort te compenseren. Dit heeft het idee doen groeien om de huidig actieve huisartsen beter te ondersteunen, en het dreigend huisartsentekort op een andere manier op te vangen, bijvoorbeeld door subsidies voor praktijkassistentie. 5 3

4 Deze thesis tracht een antwoord te geven op een aantal cruciale vragen die we ons moeten stellen alvorens over te gaan tot ingrijpende veranderingen in de organisatie van de eerstelijnsgezondheidszorg in België. 1. Is er in België een huisartsentekort? 2. Wat als er inderdaad een tekort aan huisartsen ontstaat? a. Is taakdelegatie een optie binnen het belgische gezondheidszorgsysteem? b. Welke taken kunnen en willen huisartsen uitbesteden? c. Wie komt in aanmerking om deze taken over te nemen? 4

5 Hoofdstuk 2: Literatuuronderzoek: Een dreigend huisartsentekort? 1. Inleiding In de grijze literatuur wordt er vaak gesproken over het dreigend huisartsentekort in België. Maar is het daadwerkelijk zo dat we in België met een absoluut tekort aan huisartsen te maken hebben? 2. Methode Om antwoord te krijgen op de onderzoeksvragen werd een verkennende literatuurstudie verricht. Een zoektocht via de zoekmachine Cebam leverde twee rapporten van het Federaal Kenniscentrum Gezondheidszorg op. Deze bezorgden een algemene blik op de kwaliteitsbevordering in de huisartsenpraktijk en het gebruik van kwaliteitsindicatoren hierbij. Eveneens gaven ze een betere kijk op het gezondheidszorgsysteem van België, en dit vergeleken met de systemen in andere vooruitstrevende landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten. Om een beter zicht te krijgen op de eerstelijnsgezondheidszorg in België werden statistische gegevens bekomen via de website van het RIZIV en het statistiekenbureau van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid. 3. Resultaten Twee rapporten van het Federaal Kenniscentrum 6,7 en statistische gegevens van het Riziv en de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid gaven een betere kijk op het artsenbestand in België en de rest van de wereld. 8,9 3.1 Toegenomen takenlast De gezondheidszorg over de hele wereld, en vooral de westerse landen, kent een snelle evolutie en verandering. Factoren als een verouderende populatie met een verschuiving van acute naar chronische ziekten, een continu toenemen van de technologische evolutie en therapeutische mogelijkheden, toenemende patiënteneisen en stijgende gezondheidszorgkosten vormen de stimulus voor noodzakelijke veranderingen in de organisatie van de gezondheidszorgsystemen en de betrokken werkkrachten. 10,11,12 De huisarts wordt in deze veranderende context een almaar centralere rol toegewezen. 10 Een uitbreiding van het aantal therapeutische mogelijkheden maakt dat uit de alternatieven een optimale keuze moet worden gemaakt die, in overleg, zoveel mogelijk rekening houdt met de draagkracht van de patiënt en zijn omgeving. Huisartsen hebben een expertise als procesbegeleiders opgebouwd, waardoor zij hiervoor de ideale partij vormen. 5

6 De combinatie van een stijgende vraag met het toegenomen aanbod heeft de kosten van de gezondheidszorg de hoogte ingejaagd. Het solidariteitsprincipe, hoeksteen van de Europese gezondheidszorg, komt hierdoor onder grote budgettaire druk te staan. 11 Huisartsen zijn reeds een tijdje bezig met het verhogen van de doeltreffendheid door middel van aanbevelingen voor de medische praktijk, het ontwikkelen van materiaal voor continue professionele vorming (individueel en in kleine groepen (LOK s)). Deze verhoogde doeltreffendheid moet leiden tot een betere patiëntenselectie voor doorverwijzing naar de 2 e lijn, alsook inzake preventieve geneeskundige onderzoeken, waardoor een verlaging van de kosten kan bekomen worden. 11 Deze toenemende takenlast vormt de eerste reden waarom er gesproken wordt over een dreigend huisartsentekort in België. 3.2 Huidig artsenbestand Volgens de gegevens van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid waren er, eind 2008, in België huisartsen, waarvan actief (geattesteerde praktijk met meer dan 1 prestatie in afgelopen jaar, huisartsen in opleiding niet inbegrepen). 8 Dit aantal is beduidend meer dan de huisartsen aan wie het Riziv voor het jaar 2008 een praktijktoelage uitbetaalde. Hieruit kunnen we afleiden dat huisartsen die geen patiëntencontacten haalden, in de telling van het totale aantal actieve huisartsen zijn opgenomen. Dit geeft een vertekend beeld want dus bijna één op vier huisartsen verricht minder dan patiëntencontacten per jaar, wat overeenkomt met gemiddeld 3.5 patiëntencontacten per dag. 9 Onderstaande tabel geeft een beeld weer van de huisartsen in België (eind 2008), onderverdeeld volgens leeftijd en geslacht aantal huisartsen in België vrouw man j 30-34j 35-39j 40-44j 45-49j 50-54j 55-59j 60-64j 65+j leeftijd in jaren 6

7 Uit deze gegevens, die eveneens bekomen werden via het statistiekenbureau van de FOD Volksgezondheid van België kunnen we een aantal gegevens afleiden. 8 25% van de huidig actieve huisartsen in België is ouder dan 55 jaar en zelfs 14% heeft reeds de pensioengerechtigde leeftijd (>65 jaar) bereikt. Verwacht wordt dus dat bijna de helft van de, nu actieve, huisartsen binnen nu en 10 jaar hun beroepsactiviteit zullen stopzetten. Ten tweede valt ons de duidelijke vervrouwelijking van het beroep op. Waar bij de 45- plussers het grootste deel van de huisartsen wordt vertegenwoordigd door het mannelijke geslacht (80%), zien we bij de huisartsen onder de 45 jaar dat dit een omgekeerde tendens kent (40%). Vrouwelijke huisartsen kiezen er vaak voor om deeltijds te werken, maar de huidige generatie huisartsen streven in het algemeen naar een andere invulling van hun loopbaan. Ze willen een interessante, goedbetaalde baan met aangename werkvoorwaarden, waarbij ze meer tijd krijgen om hun sociaal en familiaal leven uit te bouwen. Het oude ideaal van de immer beschikbare arts die lange dagen maakt, spreekt de jongere generaties niet meer aan. Inhoudelijk wordt het huisartsberoep gepercipieerd als te weinig medisch, te psychosociaal en zeker te complex. Velen kiezen een andere richting omdat ze de vergoeding niet in verhouding achten tot de complexe taak van de huisarts. 11 Bijkomende gegevens geven aan dat er tussen 2000 en 2008 een toename van slechts 0.1% in het totaal aantal huisartsen in België is opgetreden. Het is hierbij echter te vermelden dat het aantal praktiserende huisartsen (50 individuele patiëntencontacten per jaar) tussen 2002 en 2005 afnam met 5.4% (van 68.8% tot 63.4%). Het aantal actieve specialisten steeg met 7%. Enkele studies brachten de discrepantie tussen lange werkuren en lage lonen naar voren als geassocieerde factoren van deze dalende aantrekkingskracht voor jonge huisartsen. Echter onderzoek en bewijs van goede kwaliteit om dit fenomeen te begrijpen zijn tot op heden niet voorhanden. 6 Deze gegevens laten ons concluderen dat in de toekomst een grotere hoeveelheid werk zal moeten verricht worden door een kleinere groep huisartsen. Dit vormt een tweede belangrijke reden waarom er vandaag gesproken wordt over een dreigend huisartsentekort in België. Maar is het aantal huisartsen in België werkelijk zo laag, of is er een onderliggend probleem dat dit gevoel van dreigend huisartsentekort veroorzaakt? In volgend deel trachten we op deze vraag een antwoord te geven door de situatie in België te vergelijken met een aantal, op vlak van gezondheidszorg, vooruitstrevende voorbeelden/landen in Europa en de rest van de wereld. 7

8 3.3 Huisartsentekort in België? Volgens 2 rapporten van het Federaal Kenniscentrum Gezondheidszorg (2008) 6,7 is de praktijkgrootte in België vergeleken met andere Europese landen, reletief klein met gemiddeld ongeveer 1100 patiënten per huisarts. Er worden tussen de andere West- Europese landen aanzienlijke variaties in het aantal patiënten per praktiserende huisarts vastgesteld, gaande van een hoog aantal, namelijk 2300 patiënten per huisarts in Nederland over 1700 patiënten per huisarts in het Verenigd Koninkrijk tot 1000 patiënten per huisarts in Duitsland. De vergelijking van artsendichtheden tussen verschillende landen moet echter worden geïntegreerd in een analyse van het soort gezondheidszorgsysteem. 9 Welk verschil bestaat er dat er bij ons gesproken wordt van een dreigend huisartsentekort, terwijl andere gezondheidszorgsystemen, met minder huisartsen, toch blijken te functioneren? België kent verschillende praktijktypes. Uit gegevens, bekomen door het Riziv, blijkt dat bijna een derde (3.021) van de erkende huisartsen die in aanmerking komen voor praktijkondersteuning, deel uitmaakt van een duopraktijk, een groepspraktijk of een ander samenwerkingsverband. Toch blijven de Belgische huisartsen, in vergelijking met de Nederlandse collega s waar tot 80% in een of ander samenwerkingsverband actief is en nog slechts één vijfde solo werkt, zeer individualistisch ingesteld. 13 Meestal worden huisartspraktijktypes ingedeeld op basis van het aantal huisartsen dat er werkzaam is. Echter, een kenmerk dat in de toekomst steeds belangrijker zal worden is de mate/intensiteit waarin formeel wordt samengewerkt met andere eerstelijnsdisciplines en tussen huisartsen onderling. 11 De werkgroep Samenwerking van de conferentie eerstelijnsgezondheidszorg (december 2010) maakte een analyse van de interdisciplinaire samenwerking op de eerste lijn. 14 Ze constateren dat binnen de eerste lijn een uitgebreide waaier van professionelen actief is. Vanuit het oogpunt discipline, gaat het hier over huisartsen, verpleegkundigen, diensten voor gezins- en bejaardenhulp, kinesitherapeuten, diëtisten, tandartsen, apothekers, ergotherapeuten, psychologen, fysiotherapeuten, logopedisten, maatschappelijk werkers, etc. Vanuit de organisatie of instelling bekeken gaat het hier tevens over solopraktijken, groepspraktijken (van huisartsen, verpleegkundigen, kinesitherapeuten, etc), georganiseerde diensten voor thuisverpleging, wijkgezondheidscentra. Ook de Centra voor Leerlingenbegeleiding, Kind en Gezin, kinderkribben, serviceflats, RVT s, ROB s, en diensten van OCMW s, en Centra Algemeen Welzijn situeren zich op de eerste lijn omwille van de aard van hun aanbod en de rechtstreekse toegankelijkheid. In de feiten situeren zich op dit ogenblik ook de prive-specialisten, de poliklinieken en zelfs ziekenhuizen, op 8

9 de eerste lijn omdat ze ook rechtstreeks door de mensen kunnen geraadpleegd worden. Zij horen evenwel conceptueel hier niet thuis omwille van hun specifieke functie. Volgens dit rapport is, op enkele zeldzame uitzonderingen (vb wijkgezondheidscentra) na, deze professionele activiteit momenteel vooral vertikaal (solo en/of groepspraktijken) georganiseerd, dit is sterk uitgebouwd intradisciplinair, maar parallel en vertikaal tussen de disciplines. Er bestaat dus te weinig samenwerking, alsook gegevensuitwisseling tussen de verschillende disciplines. Uit onderzoek blijkt dat interdependentie tussen huisartsen in een klassieke groepspraktijk toeneemt, omdat ze heel wat praktische afspraken over het beheer en gebruik van de faciliteiten moeten maken. Dit wil echter niet zeggen dat er ook een gemeenschappelijk medisch beleid is en dat er binnen de zorgprocessen intensief wordt samengewerkt. Zo zijn sommige groepspraktijken eerder solopraktijken onder één dak. 11 Zolang gezondheidszorg zich eerder beperkt tot eenvoudige, dikwijls punctuele interventies, met betrekking tot een groot aantal relatief kortdurende aandoeningen (bv. acute ziekten) is deze organisatievorm verdedigbaar. Maar door de substantiele accentverschuivingen van de laatste dertig jaar naar doorgedreven specialisatie, chroniciteit, multimorbiditeit en complexe zorgsituaties (mede veroorzaakt door de hogere levensverwachting, de vergrijzing, de demografie en de groeiende gezondheidskloof), is het monodisciplinair kader alleen niet meer aangepast om een coherent antwoord te formuleren op de frequente complexe en chronische gezondheidsbehoeften. Deze verticale organisatievorm staat haaks op de gedefinieerde kenmerken van een eerstelijnszorg, met name het aanbieden van globale, geïntegreerde, continue en gemeenschapsgerichte zorg. De pure solopraktijk (in de strikte zin van het woord) als organisatievorm beantwoordt dus niet meer aan de accentverschuivingen zoals hierboven toegelicht. Dit heeft als consequentie dat een multidisciplinair georganiseerd samenwerkingsverband (=een webstructuur tussen satellietpraktijken) een minimale en essentiële vereiste is om als eerstelijnspraktijk te kunnen functioneren en aldus eerstelijnszorg aan te bieden Huisartsentekort in andere vooruitstrevende landen Australië, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten zijn landen die in de laatste decennia een strategie en instrumenten ontwikkelden om een systeem van kwaliteitsbevordering in de huisartsgeneeskunde te implementeren en dit als antwoord op eenzelfde dreiging van huisartsentekort. Uit hun ervaringen kunnen we concluderen dat deze implementatie afhangt van verschillende factoren waaronder de beroepscultuur, 9

10 de opinieleiders, de financiering, de incentives, de organisatie van de huisartsgeneeskunde en -praktijk, en de verwachtingen van de patiënten Bespreking en besluit In België bestaat er momenteel, in vergelijking met andere vooruitstrevende landen, geen absoluut tekort aan huisartsen. Met een praktijkgrootte van 1 huisarts per 1100 patiënten hoort de Belgische huisartsenpraktijk tot één van de kleinste in Europa. Een toenemende takenlast door verschillende maatschappelijke evoluties zoals een verouderende populatie met een verschuiving van acute naar chronische ziekten, een continu toenemen van de technologische evolutie en therapeutische mogelijkheden, toenemende patiënteneisen en stijgende gezondheidszorgkosten zullen veranderingen in de organisatie van het Belgisch gezondheidszorgsysteem en de betrokken werkkrachten in de toekomst noodzakelijk maken. Een multidisciplinair georganiseerd samenwerkingsverband is een minimale en essentiële vereiste om als eerstelijnspraktijk te kunnen functioneren en aldus eerstelijnszorg aan te bieden. 10

11 Hoofdstuk 3: Literatuuronderzoek: taakdelegatie 1. Inleiding Om een antwoord te bieden op de maatschappelijke evoluties (hierboven beschreven) zal de organisatie van de huisartspraktijk zich moeten aanpassen. 15 Delegatie of uitbesteden van taken, aangaan van samenwerkingsverbanden zowel met collega s als met andere hulpverleners, andere vormen van financiëring, opvolgen van eigen productiviteit, zijn slechts enkele strategiën om de organisatie van de huisartspraktijk te rijmen met de hierboven aangehaalde evoluties. 11 In dit onderdeel van de literatuurstudie zal vooral de nadruk gelegd worden op de mogelijkheid van taakdelegatie als oplossing voor het dreigende huisartsentekort. Andere aanpassingen in de organisatie zoals mogelijke andere vormen van financiëring zullen hier niet verder besproken worden. Deze vergen eveneens verder en grootschaliger onderzoek binnen het belgische gezondheidszorgsysteem. De meningen en verwachtingen die beleidsmakers hebben ten aanzien van taakherschikking zijn in België zeer uiteenlopend. In vele opzichten bestaat nog onduidelijkheid over de effecten van taakdelegatie, zoals op medisch-inhoudelijke kwaliteit, op de werkdruk van artsen, op de beschikbaarheid van zorg en op de kosten van de zorg. Het ontbreken van heldere meetpunten voor de kwaliteit van de medische zorg is de belangrijkste oorzaak voor de onzekerheid over de effecten van taakherschikking Methode Via een Cochrane Library Database search met (Mesh-)zoektermen delegation, nurse practitioner, primary health care werd één systematische review, met betrekking tot taaksubstitutie door verpleegkundigen in de eerstelijnsgezondheidszorg, gevonden. Het uitgangspunt van de zoekstrategie voor de systematische literatuurstudies was een Medline search met volgende Mesh-zoektermen: - family practice, practice management, time management, physician's role, family physicians, primary health care. - nurses, outsourced services, physician assistants, professional delegation. - quality assurance, peer review, quality indicators, organizational innovation, organization and administration. Deze zoekopdracht leverde tot en met december resultaten op. Allereerst werd een selectie doorgevoerd waarbij alle artikels ouder dan januari 2000 werden 11

12 weggelaten, dit aangezien er wordt aangenomen dat oudere originele studies in de latere reviews werden geïncludeerd. Na deze selectie bleven nog 1668 zoekresultaten over. De geïncludeerde reviews en originele studies moesten zich richten op de eerstelijnsgezondheidzorg. Studies over taakdelegatie in de tweede lijn of tussen de eerste en tweede lijn werden niet geselecteerd. Originele studies die in latere reviews worden geciteerd werden eveneens niet meegenomen. Via deze weg werden echter geen, voor België, interessante artikels gevonden. De geselecteerde artikels hadden allen betrekking op gezondheidheidszorgsystemen in de rest van de wereld, met als uitspringende voorbeelden Nederland, Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Australië en de Verenigde Staten. Op basis van een selectie uit literatuurlijsten werden bijkomende artikels en vlaamse onderzoeksprojecten bekomen. Tijdens de duur van het project van november 2010 tot en met februari 2011 werd ook de actualiteit (grijze literatuur) rond taakdelegatie in de huisartsgeneeskunde in België opgevolgd. 3. Resultaten 3.1 Is taakdelegatie een optie binnen het Belgisch gezondheidszorgsysteem? Zoals eerder beschreven is taakdelegatie een van de strategiën om de organisatie van de huisartspraktijk te rijmen met de op handen zijnde evoluties in de gezondheidszorg. Deze strategiën moeten toepasbaar zijn binnen het kader van het gezondheidszorgsysteem. Goede kwalitatieve belgische studies zijn dus noodzakelijk om eenduidige, toepasbare beleidsmaatregelen voor België te kunnen formuleren. In België hebben vooral sterk uitgebouwde groepspraktijken en de wijkgezondheidscentra de ervaring met ondersteunend personeel, gaande van secretaressen tot praktijkmanagers. Deze staan in voor tijdrovende taken die de huisartsen er nu nog meestal zelf moeten bijnemen zoals onthaal van patiënten en het maken van afspraken, vergaderingen voorbereiden, boekhouding, het praktijkgebouw beheren, enzovoort. Als deze extra taken gedelegeerd kunnen worden, zou veel nuttige tijd vrijkomen voor de kerntaak van de huisarts, namelijk het contact met de patiënten. 5 In de literatuur worden 2 pilootstudies 16,17 en 1 geïntegreerde kwalitatieve analyse 18 met betrekking tot de organisatie van de belgische huisartsenpraktijken teruggevonden. Twee pilootstudies met betrekking tot de delegeerbaarheid van het basistakenpakket van de huisarts werden geselecteerd, beiden thesisonderzoeken aan de Katholieke Universiteit Leuven. 12

13 Het basistakenpakket van de huisarts is het geheel van taken waarvoor huisartsen in Vlaanderen aanspreekbaar zijn door de bevolking. Het bestaat uit een reeks van concrete taakformuleringen die het de huisarts mogelijk maken de functies die de maatschappij hem toewijzen, in te vullen. 19 Spreken over een basistakenpakket betekent dat elke individuele huisarts een breder takenpakket kan aanbieden op basis van persoonlijke mogelijkheden, belangstelling en plaatselijke vereisten. Tevens laat het toe dat sommige huisartsen zich beperken tot bepaalde taken maar door een goede samenwerking toch het hele pakket aanbieden. Dit document werd in 1999 goedgekeurd door de Stuurgroep Kwaliteitsbevordering, een gemengde commissie van het Vlaams HuisartsenParlement. Een herwerkte versie werd in oktober 2001 door het toenmalige WVVH (heden Domus Medica) opnieuw uitgebracht. 19 Dergelijke taakafbakening was nodig om een gezondheidsbeleid te kunnen uittekenen en daarop de gepaste beleidsmaatregelen te nemen. 20 Een eerste onderzoek werd verricht door Günter Verhelle in , toenmalig student aan de faculteit psychologie en pedagogische wetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven, afdeling arbeids- en organisatiepsychologie. Als eerste in Vlaanderen onderzocht hij de perceptie van huisartsen over delegatie van taken, beschreven in het basistakenpakket van de huisarts. Voor zijn onderzoek werden 17 vlaamse huisartsen, actief in verschillende praktijktypes (solo, duo, netwerk en groep), op semigestructureerde manier bevraagd. Aan de hand van een checklijst, opgesteld op basis van het basistakenpakket van de huisarts, werd nagegaan welke taken worden aanzien als kerntaak van de huisarts en welke taken eerder gedelegeerd zouden kunnen worden, en naar wie. De resultaten laten uitschijnen dat huisartsen taken die met hun expertise en professionaliteit te maken hebben, als kerntaken aanzien. De huisartsen zien bijvoorbeeld de taken uit het consultatieplan als hun kerntaak, deze taken hebben op een directe manier betrekking tot het genezen en de zorg van de patiënt. Het uitvoeren van technische onderzoeken is de enige taak uit het consultatieplan die niet als kerntaak wordt aanzien. Behalve de administratieve taken waarover huisartsen een professionele verantwoordelijkheid dragen, zoals het uitschrijven van voorschriften, zouden ze alle administratieve taken willen delegeren aan een secretaresse. Eveneens de aanmelding zou men delegeren aan een secretaresse of praktijkassistente. De huisartsen in deze pilootstudie gaven verschillende redenen aan om tot taakdelegatie over te gaan. Tijdswinst, een betere kwaliteit van zorg, een vermindering van de werkdruk en een toename van de arbeidsstimulans kwamen tijdens hun motivatie het vaakst naar voren. De huisartsen merkten wel op dat men niet te veel mag gaan delegeren. Bij het delegeren moet men steeds de continuïteit van de zorg en de persoonsgebonden arts-patiëntrelatie respecteren en waarborgen. Daarbij werd vaak de 13

14 opmerking gemaakt dat men niet naar het Nederlandse systeem mag evolueren. Volgens de bevraagde huisartsen zou de persoonsgebonden arts-patiëntrelatie bij hun Nederlandse collega s vaak moeten inboeten ten voordele van efficiëntie. Een tweede terreinverkennend onderzoek huisartsenpraktijk in Vlaanderen werd verricht door Dr. Geeraert F. in 2010, toenmalig huisarts-in-opleiding aan de Katholieke Universiteit Leuven. Voor dit kwalitatief onderzoek werd bij 15 vlaamse huisartsenpraktijken, waar reeds één of meerdere secretaresses en/of praktijkassistentes werkzaam zijn, een semi-gestructureerd interview afgenomen bij één huisarts en één praktijkassistente per praktijk. Het doel van dit onderzoek was een beeld te krijgen van de reden voor huisartsen om een praktijkassistente in dienst te nemen en welke opvattingen deze huisartsen hebben over taakdelegatie naar een praktijkassistente. Als voornaamste redenen om een praktijkassistente in te schakelen in de praktijk werden door alle bevraagde huisartsen het storende telefoonverkeer tijdens de consultatie en de administratieve overlast opgegeven. De meerderheid van de huisartsen gaf aan dat taakdelegatie de werkbelasting van de huisarts vermindert, waardoor de werkmotivatie verhoogt en er meer tijd vrijkomt voor het contact met de patiënt. Alle bevraagde artsen vonden dat simpele medisch-technische taken tot het takenpakket van een praktijkassistente kunnen behoren. Voorwaarde voor het delegeren van medisch-technische taken is wel dat er voor praktijkassistentes een degelijke opleiding en bijscholingsmogelijkheden zouden bestaan zodat dit wettelijk, ethisch en deontologisch goedgekeurd is. Meer klinische taken zoals uitstrijkjes, venapunctie, opvolging van diabetes-patiënten, enzovoort vertrouwen ze liever toe aan een verpleegkundige. In de toekomst wensen de artsen graag een volledige dagpermanentie en zouden ze ook meer taken willen delegeren. Tijdsgebrek van de assistente en financiële factoren belemmeren dit momenteel nog. Geeraert F. deed ook onderzoek naar de procedures als essentieel onderdeel van kwaliteitsbevordering in de huisartsenpraktijk. Een procedure beschrijft voor een proces of een onderdeel van een proces de verschillende stappen en legt tevens de verantwoordelijkheden van alle betrokkenen vast. Deze procedures zijn noodzakelijk wanneer de complexiteit van de huisartsenpraktijk toeneemt. Ze dienen als hulpmiddel voor een goede samenwerking, waarin een duidelijke taakverdeling en gestructureerd overleg centraal dienen te staan. Haar onderzoek wees uit dat veel huisartsen onvoldoende kennis hebben van kwaliteitsmanagement en bijgevolg ook over het opstellen en werken met procedures. Het grootste nadeel aan procedures is volgens de bevraagde artsen de tijdsinvestering die nodig is om de procedures uit te werken en om ze actueel te houden rond praktijkassistentie in de

15 De Lepeleire J. et al. verrichten een kwalitatieve exploratie in 33 vlaamse huisartsenpraktijken naar de aanwezigheid en interesse voor interdisciplinaire samenwerking op de eerste lijn. 18 De voornaamste meerwaarde van interdisciplinaire samenwerking is volgens de auteurs de drempelverlaging voor de patiënt naar een bepaalde discipline. Het onderzoek toont allereerst dat er zeer veel inspanningen geleverd worden met het oog op een betere praktijkorganisatie, namelijk nieuwe praktijkvormen en samenwerkingsverbanden die ontstaan. Het onderzoek brengt daarbij vooral een grote variatie qua visie tussen de praktijken aan het licht en dit reeds binnen een selecte groep. Deze variatie kan een verrijking zijn, maar kan ook, zoals gesteld, in overleg en onderhandeling, met bijvoorbeeld de overheid, die tot een beleid en bijbehorende ondersteuning moeten leiden eerder verlammend werken, omdat niet duidelijk is welke optie men moet ondersteunen. De meerderheid van de ondervraagde praktijken ziet een meerwaarde in praktijkassistentie als oplossing voor het dreigend tekort aan huisartsen. 3.2 Welke taken kunnen en willen huisartsen uitbesteden? Zoals eerder aangehaald zijn er slechts een beperkt aantal belgische studies verricht rond taakdelegatie in de huisartsgeneeskunde. Eerder beschreven studies geven aan dat voornamelijk onthaal (opvang van patiënten, telefoon) en administratieve taken tot het takenpakket van een secretaresse of praktijkassistente kunnen gerekend worden. Uitbereiding van dit takenpakket wordt belemmerd door tijdsgebrek en de kostprijs van een fulltime praktijkassistent. Het takenpakket voor de praktijkassistent werd beschreven in het beroepscompetentieprofiel voor de praktijkassistent in de eerstelijnsgezondheidszorg. 21 Deze tekst, opgesteld in 2009 door de Sociaal-economische Raad van Vlaanderen (SERV), diende als grondtekst voor een specifieke opleiding praktijkassistent in de eerstelijnsgezondheidszorg in België. Taakherschikking is niet enkel een kwestie van het overnemen van taken van de ene beroepsgroep door de andere, maar ook een kwestie van organisatorische veranderingen. 7 Bijkomend onderzoek binnen het belgische gezondheiszorgkader, met uitwerking van de nodige organisatorische veranderingen en het in kaart brengen van de behoefte en noden van de belgische huisartsen met betrekking tot taakdelegatie, is noodzakelijk om duidelijke en toepasbare richtlijnen te kunnen formuleren voor de organisatie van de belgische huisartsenpraktijk. 15

16 3.3 Wie komt in aanmerking om deze taken over te nemen? In de literatuur werden geen reviews weerhouden over taakdelegatie van huisartsen naar een praktijkassistent(e). De evidentie voor verdere conclusies is het sterkste voor delegatie naar verpleegkundigen, vermits hierover het meeste onderzoek werd verricht. Kwaliteit van zorg en gezondheidsuitkomst Verschillende recente en minder recente reviews van buitenlandse studies tonen aan dat taakdelegatie naar nurse practitioners verloopt zonder verlies aan kwaliteit van zorg. 2,3,12,15,22,23 Enkele geïncludeerde studies toonden een verbetering van de effecten op de gezondheid van de patiënt aan wanneer de zorg werd toegediend door een verpleegkundige. Deze studies verliepen echter over korte termijn en voor een beperkt aantal onderzochte zorgprocessen, waaronder eerste opvang bij spoedgevallen, verderzetting van geïnitieerde zorg door arts en de zorg en opvolging van patiënten met specifieke chronische aandoeningen als diabetes en hypertensie. Deze korte termijn kan een invloed hebben gehad op de uitkomstmaten van deze studies, aangezien binnen een dergelijk korte tijd grote veranderingen moeten worden doorgevoerd en dus een snelle aanpassing van artsen, verpleegkundigen en patiënten vereist was. 15 Competentie Over de nodige competentie en graad van opleiding van verpleegkundigen om de taak van praktijkassistent in te vullen bestaat eveneens geen duidelijkheid. Het is vanzelfsprekend dat verpleegkundigen voldoende opgeleid moeten zijn wanneer ze de zorg, voor de patiënten, van de huisarts moeten overnemen. 3 Patiëntentevredenheid Verschillende studies 24,25,26 en reviews 3,12,15 tonen een toegenomen patiëntentevredenheid aan, voornamelijk bij de opvang bij spoedgevallen en bij opvolging van chronische ziekten door verpleegkundigen in vergelijking met dezelfde zorg door artsen. De verklaring hiervoor is dat verpleegkundigen sneller te beschikking kunnen zijn bij spoedgevallen en dat ze meer tijd kunnen uittrekken per patiënt per contact. Freeman bewees reeds in eerder onderzoek (2002) dat patiëntentevredenheid toeneemt bij langere consultaties. Daarbij geven verpleegkundigen ook meer informatie en kunnen ze op mensenvoet communiceren met de patiënt, hetgeen ook een bijdrage levert tot de gestegen tevredenheid van de patiënten. Bij ernstige of ingewikkelde klachten verkiezen de patiënten echter nog steeds de expertise van de arts boven deze van een verpleegkundige. 24,25 Hieruit mogen we afleiden dat de patiënten niet onvoorwaardelijk kiezen voor een verpleegkundige boven een arts. Deze keuze is daarbij sterk afhankelijk van de persoonsgebonden kenmerken van de patiënt

17 Kosten van de gezondheidszorg Over de effecten van taakdelegatie op de kosten van de gezondheidszorg zijn de resultaten sterk uiteenlopend. 3,12,15,27,28 In deze studies wordt ervan uit gegaan dat de praktijkassistent voor de gedelegeerde taken vergelijkbare zorg verleent met de arts. De productiviteit van verpleegkundigen ligt echter lager. Zoals ook eerder aangehaald duren hun consultaties langer en worden de patiënten vaker teruggezien met dezelfde resultaten op vlak van zorgkwaliteit als de artsen. Dit doet de vraag reizen of er daadwerkelijk een reductie van de kosten kan optreden. Wanneer nurse practitioners dezelfde voordelen kunnen behouden, maar met een vermindering van de consultatieduur en reductie van het aantal herconsultaties kunnen ze meer kostenefficiënt zijn dan huisartsen. 28 Het uiteenlopend karakter van deze resultaten is te verklaren door de verschillende context van de gezondheidszorg in de verschillende landen waar de studies werden uitgevoerd. 12 Voor België zijn dergelijke studies tot op heden nog niet uitgevoerd. Te verwachten valt dat de kosten van de gezondheidszorg zullen dalen, maar dat tegelijkertijd de kosten voor de organisatie van de eerstelijnsgezondheidszorg zullen toenemen waardoor over de effecten op de totale kosten voor ons gezondheidszorgsysteem geen definitieve uitspraak gedaan kan worden. Werklast van de huisarts In de grote reviews over praktijkassistentie wordt er geen effect op de werklast van de huisarts weerhouden. 3,12,15 Verschillende studies tonen zelfs aan dat de werklast kan stijgen wanneer verpleegkundigen de vraag naar zorg doen toenemen. 3 Het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (NIVEL) verrichte in 2004 een onderzoek naar de invloed van praktijkondersteuning, verpleegkundigen op HBO-niveau, op de werklast van huisartsen. 29 Uit de vergelijking van de contactfrequenties van huisartsen, praktijkassistentes en praktijkondersteuners van 100 representatieve huisartsenpraktijken in Nederland, van een jaar voor de introductie van de praktijkondersteuner met de periode erna, kon men concluderen dat deze introductie de werklast van de huisarts verminderde voor specifieke groepen patiënten, waaronder de chronisch zieken. De totale omvang van deze vermindering leverde echter nog geen substantiële bijdrage aan de voorziene capaciteitstekorten. Als reden hiervoor werd een te beperkte taakdelegatie aangeduid. 17

18 4. Bespreking en besluit Uit buitenlands onderzoek kunnen we concluderen dat taakdelegatie kan plaatsvinden zonder verlies aan kwaliteit van zorg. Sommige studies en beleidsmakers denken zelfs dat aan kwaliteit zal gewonnen worden wanneer de huisarts zich, door taakdelegatie, meer zal kunnen toeleggen op de kern van zijn taak. Ook aan patiëntentevredenheid, die zo hoog aangeschreven staat bij de belgische huisartsen, hoeft niet ingeboet te worden. Voor minder ingewikkelde interventies, opvang bij spoedgevallen en opvolging van chronische ziekten werd zelfs een toename van de patiëntentevredenheid aangetoond. Deze resultaten zijn echter sterk afhankelijk van het gezondheidszorgsysteem en de patiënt, en de belgische patiënt is op vlak van gezondheidszorg zeer verwend. De introductie van een praktijkassistent in de huisartsenpraktijk zal hierom een belangrijke aanpassing en educatie van de patiënten vergen. Over de nodige competentie en graad van opleiding van verpleegkundigen om de taak van praktijkassistent in te vullen bestaat geen duidelijkheid. Het is vanzelfsprekend dat verpleegkundigen voldoende opgeleid moeten zijn wanneer ze de zorg, voor de patiënten, van de huisarts moeten overnemen. Een opleiding tot praktijkassistent bestaat momenteel nog niet in België. Eensgezindheid tussen de beroepsgroepen op de eerste lijn en duidelijke richtlijnen/aflijning vanuit de overheid zijn noodzakelijk om de verschillende beroepsgroepen in vrede langs en met elkaar te laten werken. Er werden in het literatuuronderzoek geen, voor België, relevante onderzoeken over de financiële effecten van taakdelegatie op de kosten van de gezondheidszorg weerhouden. Een kosten/batenanalyse binnen het belgische gezondheidszorgkader is noodzakelijk om het effect van taakdelegatie te kunnen voorspellen. 18

19 Hoofdstuk 4: Onderzoeksproject: Focusgroepen 1. Inleiding De belgische eerstelijnsgezondheidszorg verschilt sterk van andere gezondheidszorgsystemen in de rest van Europa en de wereld. Belgische huisartsen hebben hierbij een eigen mentaliteit ontwikkeld die hoog aangeschreven staat bij de patiënt. Echter, wanneer wij in België, door een toegenomen takenlast, te maken zullen krijgen met een uitgesproken tekort aan huisartsen, zullen ook wij onze manier van werken en de organisatie van de huisartsenpraktijk moeten aanpassen zoals dit reeds het geval is in landen als Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Amerika. De grote vraag is hoe we dit kunnen doen zonder te moeten inboeten op patiëntentevredenheid, kwaliteit en continuïteit van zorg. Zoals ik in het eerste deel van mijn thesisonderzoek heb aangetoond, is het inzetten van een praktijkassistent een mogelijke oplossing om een eventuele schaarste aan artsen in te vullen. Voorgaand thesisonderzoek van Dr. Geeraert F. heeft aangetoond dat de samenwerking met een praktijkassistent als tijdssparend en werkontlastend wordt aanschouwd door huisartsen die reeds voor deze samenwerkingsvorm gekozen hebben. Maar willen we het dreigend tekort aan huisartsen volledig wegwerken, dan zullen we uniform aanbevolen maatregelen en veranderingen in de praktijkorganisatie moeten doorvoeren. Het doel van mijn thesisonderzoek is een terreinverkennende studie te verrichten die zich zal toespitsen op de meningen, bekommernissen en bedenkingen van huisartsen binnen verschillende huisartsenkringen in mijn opleidingsregio, over de implementatie van praktijkassistentie in de huisartsenpraktijk. Dit onderzoek is een kwalitatieve uiteenzetting van de resultaten en conclusies bekomen uit vier focusgroepen, georganiseerd in vier huisartsenkringen (Leopolsburg, Beringen, Lint en Houthalen- Helchteren). 2. Methode 2.1 Selectie en contacteren van huisartsen. In samenspraak met mijn promotor en praktijkopleider werd voor de organisatie van de focusgroepen gekozen voor vier huisartsenkringen in de omgeving van Heusden-Zolder. De keuze viel (ad random) op Leopolsburg, Beringen, Houthalen-Helchteren en Heusden- Zolder. Huisartsencontactgegevens werden bekomen via de mailinglijsten van de Lokale Multidisciplinaire Netwerken West-Limburg en Klaverblad. Contactpersoon hiervoor was Jolanthe Sagaer, zorgtrajectpromotor van deze regio s. 19

20 Het maximum aantal huisartsen per focusgroep werd op voorhand vastgelegd op tien deelnemende huisartsen om de organisatie en de verwerking van de gegevens niet te bemoeilijken. Om een heterogene samenstelling van huisartsen per focusgroep te verkrijgen werden de huisartsenlijsten doorg d naar de navormingsverantwoordelijken van de overeenkomstige huisartsenkringen met de vraag deze aan te vullen met het type praktijk (solo, duo, netwerk of groep) per huisarts. Hierbij werd nagevraagd welke data niet meer beschikbaar waren omwille van andere, reeds ingeplande, vergaderingen of bijscholingen. Een verdere indeling gebeurde op basis van het geslacht en het aantal aktieve huisartsenjaren. Deze informatie werd teruggevonden in het driemaandelijks tijdschrift van de ingeschreven geneesheren, uitgave door de provinciale raad Limburg van de Orde van Geneesheren. De huisartsen werden gecontacteerd via mail (zie bijlage 1) en geïnformeerd naar interesse en mogelijkheid voor deelname aan een focusgroep binnen hun huisartsenkring. Omwille van de beperkte respons via mail, legde ik telefonisch contact met de, volgens leeftijd, geslacht en praktijktype, ad random geselecteerde huisartsen. Maar ook deze selectiemethode moest verlaten worden omwille van een tekort aan interesse binnen de geselecteerde groep, waardoor uiteindelijk de selectie enkel op basis van interesse en mogelijkheid tot deelname werd gebaseerd. Dit leverde voldoende (7 tot 8) deelnemers op voor drie van de vier focusgroepdebatten. De geplande focusgroep in de huisartsenkring Heusden-Zolder-Koersel kon niet doorgaan omwille van te weinig geïnteresseerden. Voor de tweede en vierde focusgroep kwam telkens één ingeschreven huisarts niet opdagen. Na de eerste focusgroep werd beslist één extra te organiseren in de huisartsenkring van mijn promotor, prof Jan De Lepeleire, te Lint. Hiervoor werd de organisatie en uitnodiging van de deelnemende huisartsen toevertrouwd aan één van de LOK-verantwoordelijken, Dr. Creemers Michel. 2.2 Opstellen discussiepunten als voorbereiding op focusgroepen. Aangezien we de focusgroepen op een semi-gestructureerde manier wilden laten verlopen werden er op voorhand een themalijst en verschillende stellingen opgesteld (zie bijlage 2). De vragenlijst bestaat uit drie open vragen die bekomen werden in samenspraak met mijn promotor. Deze drie open vragen dienden om een initieel beeld te krijgen van de meningen over taakdelegatie. De verschillende stellingen werden bekomen door middel van telefonisch contact met vier leden van Jong Domus Medica. Na aanschrijven van de voorzitster van Jong Domus Medica werden de gegevens bekomen van acht geïnteresseerde collega s. Zij werden allen via mail gecontacteerd met de vraag of ze bereid waren om in een kort telefoongesprek hun mening te delen over 20

21 taakdelegatie binnen de huisartsenpraktijk. Vier Jong Domus leden reageerden positief, waaronder ook de voorzitster. Deze telefonische contacten werden semi-gestructureerd aangevat waarbij met open vragen de mening over taakdelegatie, en dan specifieker het takenpakket, de stimulerende en remmende factoren, en het effect op de zorgkwaliteit werd bevraagd. Hieruit werden een tiental stellingen afgeleid, die vervolgens werden genuanceerd, om minder provocatief of aanstootgevend over te komen, en herleid tot zes grote stellingen. 2.3 Gegevensverzameling van de participerende huisartsen. Voor de gegevensverzameling van de participerende huisartsen aan de focusgroepen werd een vragenlijst opgesteld (zie bijlage 3). Met deze vragenlijst trachtten we een beeld te krijgen van de leeftijd- en geslachtsverdeling binnen de focusgroepen, de actieve huisartsenjaren, het type praktijk (solo, duo, netwerk, groep), de informatiseringsgraad en het huidige samenwerkingsverband met verpleegkundige, secretaresse en/of manager. Aan diegene die momenteel nog niet samenwerken met een secretaresse of verpleegkundige werd gevraagd aan te geven of er interesse bestaat om dit in de toekomst wel te doen. De gegevens werden anoniem verwerkt. 2.4 Verloop van de focusgroepen De focusgroepen werden georganiseerd op een locatie in de regio van de desbetreffende huisartsenkring. Deze locatie werd gekozen in samenspraak met de navormingsverantwoordelijken van de verschillende huisartsenkringen. Ikzelf fungeerde als secretaris van de focusgroepen, terwijl mijn promotor, prof. De Lepeleire J. optreedde als moderator om de focusgroepen op een gestructureerde manier te laten verlopen. De focusgroepen verliepen op een semi-gestructureerde manier waarbij gebruik gemaakt werd van de hierboven, in punt 2.2 en 2.3, beschreven vragenlijsten. De focusgroepen werden geopend met een korte voorstelling van onszelf, het project en een inleidende uitleg over het principe van een focusgroepanalyse. Om een initieel beeld te krijgen van de meningen over taakdelegatie binnen de huisartsenpraktijk werden 3 open vragen gesteld. 1. Wat zijn volgens u delegeerbare taken binnen de huisartsenpraktijk? 2. Naar wie zou u deze taken willen delegeren? 3. Wat zijn volgens u stimulerende en remmende factoren voor taakdelegatie?. Vervolgens werd de mening gevraagd over 6 vooropgestelde stellingen (zie bijlage 2). Met toedoen van prof. Jan de Lepeleire (moderator) werd getracht iedereen zijn mening naar voren te laten brengen. Na afloop van de focusgroepen werd gevraagd een lijst met persoonlijke gegevens (zie bijlage 3) in te vullen, noodzakelijk voor de gegevensverwerking. 21

22 2.5 Verwerking van de gegevens. De focusgroepen werden digitaal opgenomen met behulp van een dictafoon om achteraf te worden uitgetypt. Zoals eerder vermeld fungeerde ikzelf tijdens de focusgroepen als secretaris, ik nam dus zelf niet deel. Professor De Lepeleire J. mengde zich, als moderator, zo weinig mogelijk en probeerde zijn eigen mening over de aan bod gekomen onderwerpen niet te uiten om zo geen invloed uit te oefenen op de meningen van de participerende huisartsen. De uitgetypte versies van de verschillende focusgroepen werden door mezelf en mijn praktijkopleider, Dr. Viaene Mark, doorgelezen. Hierbij markeerden we elk afzonderlijk de, volgens ons, belangrijke standpunten en vernieuwende elementen. Deze gemarkeerde standpunten en vernieuwende elementen werden vervolgens gecrosschecked en bediscussieerd tot we beiden eensgezind waren over welke behouden zouden worden voor de verdere codering en verwerking. Bij deze codering werden alle behouden standpunten en vernieuwende elementen benoemd met een overkoepelende code (zie lijst van codes in bijlage 5). Deze codes werden vervolgens ondergebracht in grotere clusters. Deze clusters houden in: de kerntaak van de huisarts, delegeerbare taken waaronder de administratie en minimaal-medisch technische taken, naar wie delegeren? en stimulerende en remmende factoren. Deze laatste cluster werd verder onderverdeeld in maatschappelijke evoluties, tijdswinst, efficiëntie, kwaliteit en continuïteit, financieel, maatschappelijke perceptie van huisartsgeneeskunde, praktijkruimte, management, interesse, samenwerken, bereikbaarheid en toegankelijkheid, artspatiëntcontact en aanbod aan competente praktijkassistentes. Deze onderverdeling werd gebruikt voor de verdere kwalitatieve verwerking van de bekomen gegevens. Deze kwalitatieve verwerking gebeurde met behulp van het softwareprogramma Weft QDA. Dit programma geeft de mogelijkheid om uitgeschreven tekst in te laden, belangrijke passages te markeren en te koppelen aan een code. Deze codes kunnen op hun beurt, na indeling in verschillende categoriën (zie codelijst in bijlage 5), terug opgeroepen worden waarbij een opsomming van de belangrijke passages per code wordt weergegeven. De benoeming en indeling van de codes gebeurde in samenspraak met mijn promotor Prof. De Lepeleire J. 22

23 3. Resultaten 3.1 Profiel van de deelnemende huisartsen. In totaal 30 huisartsen namen deel aan de focusgroepen, met twee maal 7 en twee maal 8 huisartsen binnen één focusgroep. Voor de focusgroep Leopolsburg en Beringen kwamen telkens 7 huisartsen opdagen, voor de focusgroep te Lint en Houthalen 8. De gemiddelde leeftijd van de deelnemende huisartsen bedraagt 50 jaar, met als jongste deelnemer 26 jaar en oudste 71 jaar. Dit gemiddelde komt ongeveer overeen met de gemiddelde leeftijd van de Belgische huisarts (45j: zie literatuurstudie). Het was de bedoeling een meer heterogene samenstelling van de focusgroepen te bekomen, maar omwille van gebrek aan interesse en tijd bij de jongere collega s is dit niet gelukt. Van de 30 huisartsen waren er 19 huisartsen van het mannelijke en 11 van het vrouwelijke geslacht. Binnen de afzonderlijke focusgroepen was er bij 3 van de 4 een ongeveer evenredige verdeling (3v-4m; 3v-4m; 4v-4m), enkel bij de focusgroep Lint waren overwegend mannelijke huisartsen aanwezig (1v-7m). Het aantal aktieve huisartsenjaren varieerde van 1 jaar tot 46 jaar, met een gemiddelde van 23.5 jaren. In tabel 1 vindt u een overzicht van het type praktijk van de verschillende huisartsen (bv 101 is huisarts 1 van focusgroep 1), alsook informatie over de aanwezigheid van informatisering, een verpleegkundige of secretaresse binnen de huisartsenpraktijk. Het grootste deel van de deelnemende huisartsen werkt solo. 12 huisartsen werken als solo-arts, waarvan 1 binnen een netwerk samenwerkt met andere collega s. 1 van hen gaf aan dat hij samenwerkt met een huisarts-in-opleiding. 11 huisartsen werken in een groepspraktijk van 3 of meer huisartsen. 1 van hen werkt binnen een netwerk samen met een collega huisarts (solo). 7 huisartsen werken in duoverband. De exacte samenwerkingsformule (huisartsen onder één dak (HOED) of doorgedreven samenwerking) werd niet bevraagd. 1 van hen werkt samen met andere collega s binnen een netwerkpraktijk. De helft van de deelnemende huisartsen heeft in zijn praktijk een secretaresse tewerkgesteld. 7 huisartsen werken samen met een verpleegkundige. Opvallend is dat 2 van de 30 huisartsenpraktijken, ofwel 3 huisartsen (10%), niet geinformatiseerd zijn (huisartsen 407 en 408 werken samen in 1 praktijk). 12 van de 30 huisartsen werken nog niet samen met een secretaresse of verpleegkundige. Aan hen werd gevraagd of ze in de toekomst geïnteresseerd zouden zijn in een dergelijke samenwerkingsvorm. Slechts 4 huisartsen antwoordden positief op deze vraag. 23

Er is geen tekort aan huisartsen in Vlaanderen en zij zijn niet "burnt out"!

Er is geen tekort aan huisartsen in Vlaanderen en zij zijn niet burnt out! Er is geen tekort aan huisartsen in Vlaanderen en zij zijn niet "burnt out"! Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg maakte een interessante studie over de performantie van de Belgische gezondheidszorg.

Nadere informatie

Stand van zaken organisatie huisartsenpraktijken in de stad Antwerpen Welke maatregelen voorziet de stad?

Stand van zaken organisatie huisartsenpraktijken in de stad Antwerpen Welke maatregelen voorziet de stad? Stand van zaken organisatie huisartsenpraktijken in de stad Antwerpen. 20.02.2016 Welke maatregelen voorziet de stad? Liesbet Meyvis liesbet.meyvis@stad.antwerpen.be Dienst Gezondheid Stad Antwerpen Toegang

Nadere informatie

Een exploratieve studie

Een exploratieve studie Taakdelegatie in de Vlaamse huisartsenpraktijk Een exploratieve studie B. Dirickx, M. Viaene, J. De Lepeleire Achtergrond Beleidvoerders voorspellen dat we in België afstevenen op een relatief en/of absoluut

Nadere informatie

Aanbod Huisartsen Lessons learned from general practice. J De Lepeleire, B Schoenmakers B Aertgeerts, F Buntinx G Van Pottelberg P Vankrunkelsven

Aanbod Huisartsen Lessons learned from general practice. J De Lepeleire, B Schoenmakers B Aertgeerts, F Buntinx G Van Pottelberg P Vankrunkelsven Aanbod Huisartsen Lessons learned from general practice J De Lepeleire, B Schoenmakers B Aertgeerts, F Buntinx G Van Pottelberg P Vankrunkelsven Literatuur De cijfers en survey Evoluties in de samenleving

Nadere informatie

AAN DE SLAG MET EEN PRAKTIJKASSISTENT(E): OPSTELLEN VAN EEN TAKENLIJST EN UITWERKEN VAN PROCEDURES

AAN DE SLAG MET EEN PRAKTIJKASSISTENT(E): OPSTELLEN VAN EEN TAKENLIJST EN UITWERKEN VAN PROCEDURES INTERUNIVERSITAIR CENTRUM VOOR HUISARTSENOPLEIDING AAN DE SLAG MET EEN PRAKTIJKASSISTENT(E): OPSTELLEN VAN EEN TAKENLIJST EN UITWERKEN VAN PROCEDURES Scriptie voorgedragen tot het behalen van de graad

Nadere informatie

Is POP geschikt voor de SOLO praktijk? Kwaliteitsdag POP. Mechelen, 28 april 2012

Is POP geschikt voor de SOLO praktijk? Kwaliteitsdag POP. Mechelen, 28 april 2012 Is POP geschikt voor de SOLO praktijk? Kwaliteitsdag POP Mechelen, 28 april 2012 Voorbereiding : Marleen De Greef Invaller : Olga Van de Vloed Met de medewerking van Jan Gevers en de inbreng van alle deelnemers

Nadere informatie

Reflecties over het aanbod van de eerstelijnsgezondheidszorg in Vlaanderen. Prof. Dr. Paul Van Royen

Reflecties over het aanbod van de eerstelijnsgezondheidszorg in Vlaanderen. Prof. Dr. Paul Van Royen Reflecties over het aanbod van de eerstelijnsgezondheidszorg in Vlaanderen Prof. Dr. Paul Van Royen Deze voordracht Enkele basiscijfers qua aanbod en gebruik van zorg Vijf uitdagingen voor de toekomst

Nadere informatie

Praktijkassistentie: perceptie van de Vlaamse huisarts

Praktijkassistentie: perceptie van de Vlaamse huisarts Praktijkassistentie: perceptie van de Vlaamse huisarts Dr. Lynn Seghers, K.U. Leuven Dr. Stien Vandenberghe, K.U. Leuven Promotor: Prof. Dr. Birgitte Schoenmakers Co-promotor: Dr. Frédéric De Coninck Master

Nadere informatie

Samen werken aan een samenwerking met praktijkverpleegkundigen.

Samen werken aan een samenwerking met praktijkverpleegkundigen. Samen werken aan een samenwerking met praktijkverpleegkundigen. Visie van huisartsen in Huisartsenwachtpost Antwerpen Noord Dr. Willekens Laure-Anne, KULeuven Promotor: Prof. Dr. De Lepeleire Jan, KULeuven

Nadere informatie

Zorgregio s uw toekomst?

Zorgregio s uw toekomst? Zorgregio s uw toekomst? Inhoud Vanwaar het nieuwe begrip Zorgregio? Wat behelst een proefproject? Wat is nu eigenlijk het doel van de zorgregio s? Is er behoefte aan een zorgregio? Waarom alle pijlen

Nadere informatie

Ervaringen vanuit D4D. Waarvoor staan we? Aanspreekpunt voor wie? Via de website Vzw met een verhaal Eerste gegevens uit de praktijk Hoe verder

Ervaringen vanuit D4D. Waarvoor staan we? Aanspreekpunt voor wie? Via de website Vzw met een verhaal Eerste gegevens uit de praktijk Hoe verder Inleiding Doctors4Doctors (D4D) is recentelijk van start gegaan en biedt een aanspreekpunt voor artsen met een hulpvraag. We schetsen kort vanuit welke idee D4D is opgericht, en aan welke noden in het

Nadere informatie

De Belgische kinesitherapeut verdient 33.000 euro per jaar, een tandarts 103.000 en een huisarts 165.000.

De Belgische kinesitherapeut verdient 33.000 euro per jaar, een tandarts 103.000 en een huisarts 165.000. De Belgische kinesitherapeut verdient 33.000 euro per jaar, een tandarts 103.000 en een huisarts 165.000. De afgelopen tien jaar is het gemiddelde inkomen van de Belgische kinesitherapeut met 40% gestegen,

Nadere informatie

Towards an evidence-based Workforce Planning in Health Care?

Towards an evidence-based Workforce Planning in Health Care? Symposium Towards an evidence-based Workforce Planning in Health Care? Sodehotel La Woluwe 25/04, 09u-13u. Symposium - Towards an evidence-based Workforce Planning in Healthcare. Hoe is het dreigende huisartsentekort

Nadere informatie

74% is niet klaar om na de opleiding te starten als zelfstandige.

74% is niet klaar om na de opleiding te starten als zelfstandige. Een zorgzame start Resultaten enquête zelfstandige zorgverstrekkers 2014 74% is niet klaar om na de opleiding te starten als zelfstandige. Met het begeleidingsprogramma Een zorgzame start wilt de Federatie

Nadere informatie

Burnout bij huisartsen preventie en aanpak

Burnout bij huisartsen preventie en aanpak Burnout bij huisartsen preventie en aanpak P. Jonckheer (KCE), S. Stordeur (KCE), G. Lebeer (METICES, ULB), M. Roland (CUMG-ULB), J. De Schampheleire (TESA-VUB), M. De Troyer (METICES, ULB), N. Kacenelenbogen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleiding.

Hoofdstuk 1. Inleiding. 159 Hoofdstuk 1. Inleiding. Huisartsen beschouwen palliatieve zorg, hoewel het maar een klein deel van hun werk is, als een belangrijke taak. Veel ongeneeslijk zieke patiënten zijn het grootse deel van

Nadere informatie

Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper. Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013

Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper. Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013 Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper Editors: D. Paulus, K. Van den Heede, R. Mertens Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013 Position

Nadere informatie

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Welke percepties leven er bij werknemers en studenten omtrent de logistieke sector? Lynn De Bock en Valerie Smid trachten in hun gezamenlijke masterproef

Nadere informatie

De inzet van doktersassistenten en praktijkondersteuners in de huisartspraktijk Factsheet Databank Communicatie

De inzet van doktersassistenten en praktijkondersteuners in de huisartspraktijk Factsheet Databank Communicatie Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (De inzet van doktersassistenten en praktijkondersteuners in de huisartspraktijk. J. Noordman, R. Verheij, P. Verhaak.

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN

PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN / Archief cijfers PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN Vlaams Gewest 2013 / 5.01.2016 5.01.2016 Personeel in Vlaamse Ziekenhuizen 1/20 GEPUBLICEERD OP: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op januari

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Introductie Hoofdstuk 2: Literatuuronderzoek

Hoofdstuk 1: Introductie Hoofdstuk 2: Literatuuronderzoek Samenvatting Hoofdstuk 1: Introductie Basisartsen die recent zijn afgestudeerd werken meestal enkele jaren voordat zij hun vervolgopleiding starten. Hun uiteindelijke beroepskeuze wordt dus enkele jaren

Nadere informatie

Inleiding. Sabine Drieskens

Inleiding. Sabine Drieskens Inleiding Sabine Drieskens Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 50 25 E-mail : sabine.drieskens@wiv-isp.be

Nadere informatie

Taakverdeling tussen zorgberoepen in Nederland. Lud van der Velden Johan Hansen Lammert Hingstman

Taakverdeling tussen zorgberoepen in Nederland. Lud van der Velden Johan Hansen Lammert Hingstman Taakverdeling tussen zorgberoepen in Nederland Lud van der Velden Johan Hansen Lammert Hingstman Taakverdeling tussen zorgberoepen: overzicht van de presentatie Inleiding Stand van zaken, ontwikkelingen

Nadere informatie

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten.

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Inleiding Ziekte gerelateerde ondervoeding is nog steeds een groot probleem binnen de Nederlandse

Nadere informatie

- kiezen voor het gebruik van goede digitale informatiesystemen in de zorgpraktijk.

- kiezen voor het gebruik van goede digitale informatiesystemen in de zorgpraktijk. SAMENVATTING Het aantal mensen met een chronische aandoening neemt toe. Chronische aandoeningen leiden tot (ervaren) ongezondheid, tot beperkingen en vermindering van participatie in arbeid en in andere

Nadere informatie

Onderzoek naar. levenskwaliteit. bij colorectale (ex-)kankerpatiënten. Basisrapport. Met financiële steun van

Onderzoek naar. levenskwaliteit. bij colorectale (ex-)kankerpatiënten. Basisrapport. Met financiële steun van Onderzoek naar levenskwaliteit bij colorectale (ex-)kankerpatiënten Basisrapport Met financiële steun van Onderzoek naar levenskwaliteit bij colorectale (ex-)kankerpatiënten Basisrapport Auteurs: De Gendt

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Bijlage Naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de ziekte- en invaliditeitsverzekering heeft CM de tevredenheid van de Belgen

Nadere informatie

Wie is de Nederlandse huisarts?

Wie is de Nederlandse huisarts? 8 LHV jubileumboek onderhuids onderzoek 9 Wie is de Nederlandse huisarts? Eerst het goede nieuws: 4 van de 5 huisartsen hebben geen enkele spijt van hun beroepskeuze. Sterker nog: als ze opnieuw zouden

Nadere informatie

NOTITIE EERSTELIJNS GEZONDHEIDSZORG HOEKSCHE WAARD

NOTITIE EERSTELIJNS GEZONDHEIDSZORG HOEKSCHE WAARD NOTITIE EERSTELIJNS GEZONDHEIDSZORG HOEKSCHE WAARD Inleiding Op 1 januari 2003 is de gewijzigde Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid in werking getreden. De gewijzigde wet verplicht gemeenten om elke

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING In de gezondheidszorg is decubitus nog steeds een veel voorkomend zorgprobleem. Decubitus betekent voor de patiënt pijn en overlast en kan

Nadere informatie

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007 BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 2007 COORDINATEN VAN DE GDT : GDT van de regio: oostende Adres :Hospitaalstraat

Nadere informatie

EPA (European Practice Assessment) De weg naar verbetering van uw huisartsenpraktijk

EPA (European Practice Assessment) De weg naar verbetering van uw huisartsenpraktijk EPA (European Practice Assessment) De weg naar verbetering van uw huisartsenpraktijk Het EPA-instrument Het European Practice Assessment (EPA) 2005 werd tussen 2001 en 2005 ontwikkeld door de TOPAS-Europe

Nadere informatie

Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U.

Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U. NVFO 2009 Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U.Leuven V. Foulon, S. Simoens, G. Laekeman en P.

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting SAMENVATTING. 167 Met de komst van verpleegkundigen gespecialiseerd in palliatieve zorg, die naast de huisarts en verpleegkundigen van de thuiszorg, thuiswonende patiënten bezoeken om te zorgen dat patiënten

Nadere informatie

Artsen moeten geen supermannen of supervrouwen zijn Prof. dr. Jan De Maeseneer

Artsen moeten geen supermannen of supervrouwen zijn Prof. dr. Jan De Maeseneer Artsen moeten geen supermannen of supervrouwen zijn Prof. dr. Jan De Maeseneer Gewoon Hoogleraar Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg Voorzitter Opleidingscommissie Geneeskunde Universiteit

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

1 Samenvatting: een nieuw beroepenhuis V&V

1 Samenvatting: een nieuw beroepenhuis V&V 1 Samenvatting: een nieuw beroepenhuis V&V 1.1 V&V 2020 heeft op basis van: de rondetafelgesprekken met vele honderden beroepsbeoefenaren; de achtergrondstudies met een review van wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013

kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013 Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013 1 COLOFON Opdrachtgever van de studie: FOD Volksgezondheid, Cel Planning Gezondheidsberoepen

Nadere informatie

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 155 Chapter 9 Samenvatting SAMENVATTING Richtlijnen en protocollen worden ontwikkeld om de variatie van professioneel handelen te reduceren, om kwaliteit van

Nadere informatie

Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn

Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn Algemene informatie Dag in dag uit geconfronteerd worden met aanhoudende

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

PROJECT Federatie Vrije Beroepen EEN ZORGZAME START. Concept

PROJECT Federatie Vrije Beroepen EEN ZORGZAME START. Concept PROJECT Federatie Vrije Beroepen EEN ZORGZAME START Concept Dit project richt zich tot de medische vrije beroepen of zelfstandige zorgverstrekkers. Op basis van recente RSVZ-cijfers (2011) blijkt dat de

Nadere informatie

Minder diëtistische behandeling door grotendeels schrappen van dieetadvisering uit de basisverzekering

Minder diëtistische behandeling door grotendeels schrappen van dieetadvisering uit de basisverzekering Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (J.Tol, I.C.S. Swinkels, C.J. Leemrijse, C. Veenhof, Minder diëtistische behandeling door grotendeels schrappen diëtetiek

Nadere informatie

Praten over palliatieve zorg in een oncologische context in Vlaanderen

Praten over palliatieve zorg in een oncologische context in Vlaanderen Praten over palliatieve zorg in een oncologische context in Vlaanderen Melissa Horlait, PhD CHI-Congres 11 december 2017 Mechelen Palliatieve zorg Palliatieve zorg Vroege palliatieve zorg Overlijden Model

Nadere informatie

De opvattingen en houdingen van zorgverleners omtrent prenatale diagnostiek

De opvattingen en houdingen van zorgverleners omtrent prenatale diagnostiek De opvattingen en houdingen van zorgverleners omtrent prenatale diagnostiek De uitdagingen van een cliëntgerichte begeleiding Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Hogeschool- Universiteit Brussel Onderzoeker:

Nadere informatie

WELZIJN VAN ARTSEN: ZORG VOOR ZICHZELF & DREMPELS TOT HULP. Saartje Jooris, huisarts Eline Van Tilburgh, huisarts

WELZIJN VAN ARTSEN: ZORG VOOR ZICHZELF & DREMPELS TOT HULP. Saartje Jooris, huisarts Eline Van Tilburgh, huisarts WELZIJN VAN ARTSEN: ZORG VOOR ZICHZELF & DREMPELS TOT HULP Saartje Jooris, huisarts Eline Van Tilburgh, huisarts Er was eens Jaarlijks: Ø 25,53 / 1000 artsen Ø 20,23 / 1000 advocaten Ø 15,93 / 1000 dominees

Nadere informatie

7. Zorgtrajecten. Inleiding. suggestievragen

7. Zorgtrajecten. Inleiding. suggestievragen 7. Zorgtrajecten Inleiding Een zorgtraject beoogt een multidisciplinaire benadering van de chronisch zieke patiënt. De toepassing van een zorgtraject gaat echter gepaard met een aantal administratieve

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting 167 Dit proefschrift gaat over patiëntenparticipatie bij medische besluitvorming in de laatste levensfase van oncologie patiënten. Wanneer patiënten niet meer kunnen genezen,

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Informatiebrochure voor hulpverleners

Informatiebrochure voor hulpverleners Informatiebrochure voor hulpverleners Hoe ervaren vrouwelijke moslimpatiënten en hulpverleners de zorg in kraamafdelingen in het Vlaamse ziekenhuis? Een interviewstudie over de ethische aspecten van interculturele

Nadere informatie

Van wens naar werkelijkheid. Dr. Ada ter Maten-Speksnijder, februari 2018

Van wens naar werkelijkheid. Dr. Ada ter Maten-Speksnijder, februari 2018 Van wens naar werkelijkheid Dr. Ada ter Maten-Speksnijder, februari 2018 Is onze wens/droom/ambitie al werkelijkheid? 2 Nieuwe rollen NIEUWE AMBITIES Advanced practitioner Verpleegkundig specialist Master

Nadere informatie

FINANCIEEL ONDERZOEK VAN DE AUDIT FORFAITAIRE HUIZEN. Dr. Luc Herry, huisarts

FINANCIEEL ONDERZOEK VAN DE AUDIT FORFAITAIRE HUIZEN. Dr. Luc Herry, huisarts 5 februari 2018, FINANCIEEL ONDERZOEK VAN DE AUDIT FORFAITAIRE HUIZEN Dr. Luc Herry, huisarts In dit financieel onderzoek van de audit van KPMG zullen we de term forfaitaire huizen gebruiken. Gewoonlijk

Nadere informatie

Postgraduaat. Verpleegkundige in de huisartsenpraktijk. Studiegebied gezondheidszorg campus Kortrijk

Postgraduaat. Verpleegkundige in de huisartsenpraktijk. Studiegebied gezondheidszorg campus Kortrijk Postgraduaat Verpleegkundige in de huisartsenpraktijk Studiegebied gezondheidszorg campus Kortrijk Hedendaagse evoluties/uitdagingen (1/2) De eerste lijn = een zorglandschap in volle evolutie Toenemende

Nadere informatie

Verslag BVVS peer session. functie- en competentieprofiel gespecialiseerde verpleegkundige

Verslag BVVS peer session. functie- en competentieprofiel gespecialiseerde verpleegkundige 9 januari 2018 Verslag BVVS peer session functie- en competentieprofiel gespecialiseerde verpleegkundige 1. Korte voorstelling aanwezigen Zie deelnemerslijst 2. Situering werkkader Zie hand-outs Uit het

Nadere informatie

Het noodzakelijke evenwicht tussen privé- en beroepsleven

Het noodzakelijke evenwicht tussen privé- en beroepsleven Het noodzakelijke evenwicht tussen privé- en beroepsleven Een kwestie van geslacht en inkomen? Dr Anne Gillet-Verhaegen, Vicevoorzitter van de GBO Een evenwicht tussen privé- en beroepsleven Een feministische

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG IN BELGIË

EVOLUTIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG IN BELGIË EVOLUTIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG IN BELGIË QUO VADIS, GEZONDHEIDSZORG? 1 INHOUDSTAFEL 1. SITUERING BELGISCHE GEZONDHEIDSZORG 2. DE ZIEKENHUIZEN 3. DE AMBULANTE ZORG EN DE THUISZORG 4. DE HUISARTSGENEESKUNDE

Nadere informatie

Ruimte voor substitutie? Verschuivingen van tweedelijns naar eerstelijnszorg

Ruimte voor substitutie? Verschuivingen van tweedelijns naar eerstelijnszorg Ruimte voor substitutie? Verschuivingen van tweedelijns naar eerstelijnszorg CE van Dijk, JC Korevaar, JD de Jong, B Koopmans, M van Dijk, DH de Bakker Presentatie, 20 maart 2014. Dr. JC Korevaar, programmaleider

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

Hoe kan het LMN u als arts ondersteunen?

Hoe kan het LMN u als arts ondersteunen? Hoe kan het LMN u als arts ondersteunen? 1. Inleiding Het LMN (Lokaal Multidisciplinair Netwerk) Regio Gent werd in 2010 opgericht ter ondersteuning van de zorgtrajecten en meer algemeen ter ondersteuning

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

EVALUATIEDOCUMENT VAN DE STAGEMEESTER/-PLAATS door de Stagiair Algemeen Tandarts

EVALUATIEDOCUMENT VAN DE STAGEMEESTER/-PLAATS door de Stagiair Algemeen Tandarts FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEIDSBEROEPEN EN CRISISBEHEER OPLEIDING ALGEMEEN TANDARTS ERKENNING ALGEMEEN TANDARTS Erkenningscommissie

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek PREM Chronische Zorg - Astma

Cliëntervaringsonderzoek PREM Chronische Zorg - Astma RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek PREM Chronische Zorg - Astma Ketenzorg Friesland februari 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Aanleiding en doel... 2 Aanpak onderzoek... 2 Leeswijzer... 3 Resultaten...

Nadere informatie

NVAG 16012014 Prof. Dr Marie Louise Essink-Bot en drs Marielle Jambroes MPH

NVAG 16012014 Prof. Dr Marie Louise Essink-Bot en drs Marielle Jambroes MPH NVAG 16012014 Prof. Dr Marie Louise Essink-Bot en drs Marielle Jambroes MPH Slide 5 Ik ga u een stukje van mijn oratie laten zien, die ik op 11-12-13 heb uitgesproken. Voor degenen die daar ook waren,

Nadere informatie

100% 90% 80% 70% 60% 50% 58% 59% 50% 43% 45% 38% 40% 30% 20% 10% 0%

100% 90% 80% 70% 60% 50% 58% 59% 50% 43% 45% 38% 40% 30% 20% 10% 0% Multidisciplinaire samenwerking tussen de huisarts en andere eerstelijns zorgverleners: ontwikkelingen door de tijd 1 Johan Hansen, Raymond Kenens, Dinny de Bakker, Ronald Batenburg Inleiding Samenwerking

Nadere informatie

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant Landelijk Opleidingscompetentieprofiel Master Physician Assistant Dit Landelijk Opleidingscompetentieprofiel van de Physician Assistant is tot stand gekomen door samenwerking tussen de 5 PA opleidingen

Nadere informatie

MASTERPROEF. Bereidheid van 55-plussers tot deelname aan valpreventie

MASTERPROEF. Bereidheid van 55-plussers tot deelname aan valpreventie MASTERPROEF Geachte collega Bereidheid van 55-plussers tot deelname aan valpreventie Mijn naam is Martine Agten en ik ben werkzaam als huisarts-in-opleiding in de praktijk van dr. Carlier, dr. Schreurs,

Nadere informatie

PROFESSIONALISME / PROFESSIONALITEIT DEONTOLOGISCHE ASPECTEN

PROFESSIONALISME / PROFESSIONALITEIT DEONTOLOGISCHE ASPECTEN SYMPOSIUM PROVINCIALE RAAD - ANTWERPEN 24 MAART 2018 PROFESSIONALISME / PROFESSIONALITEIT DEONTOLOGISCHE ASPECTEN Dr. Ivan Leunckens, lid Nationale Raad DEFINITIES Professionalisme = Beroepsbekwaamheid

Nadere informatie

BEHA-INFO, jaargang 12, nr. 101, p VERSCHUERE, B., (2007), De problematiek van de wachtlijsten in de zorg,

BEHA-INFO, jaargang 12, nr. 101, p VERSCHUERE, B., (2007), De problematiek van de wachtlijsten in de zorg, De verscheidenheid aan wachtlijsten bij de palliatieve eenheden in Vlaanderen Een onderzoek naar de achterliggende oorzaken van wachtlijsten bij palliatieve eenheden en hun ethische impact op de betrokken

Nadere informatie

OPROEP TOT KANDIDATEN EVALUATIE VAN HET VINCA-PROJECT. Brussel, 11 maart 2008

OPROEP TOT KANDIDATEN EVALUATIE VAN HET VINCA-PROJECT. Brussel, 11 maart 2008 FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Cel Informatica, Telematica en Communicatie in de Gezondheidszorg Eurostation Bloc II 1ste verd. bureau 01D269 Victor Horta Plein 40/B10

Nadere informatie

PERSDOSSIER Is er een tekort aan huisartsen in Brussel? Het Brussels Gewest brengt zijn huisartsen in kaart

PERSDOSSIER Is er een tekort aan huisartsen in Brussel? Het Brussels Gewest brengt zijn huisartsen in kaart PERSDOSSIER 08.05.18 Is er een tekort aan huisartsen in Brussel? Het Brussels Gewest brengt zijn huisartsen in kaart Is er een tekort aan huisartsen in Brussel? Het Brussels Gewest brengt zijn huisartsen

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE), Kruidtuinlaan 55, 1000 Bruxelles

Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE), Kruidtuinlaan 55, 1000 Bruxelles Patiënteninformatie en toestemmingsformulier voor de deelname aan een sociologisch onderzoek Titel van studie: Promotor: Ethisch comité Zorgtraject in de aanpak van lombalgie : perceptie van de patiënten

Nadere informatie

NHG-Standpunt. GGZ in de huisartsenzorg. Ik zie het even niet meer zitten. standpunt

NHG-Standpunt. GGZ in de huisartsenzorg. Ik zie het even niet meer zitten. standpunt NHG-Standpunt GGZ in de huisartsenzorg Ik zie het even niet meer zitten standpunt Het aantal mensen met psychische problemen dat een beroep doet op de huisarts, groeit en zal blijven toenemen... Mevrouw

Nadere informatie

RESULTATEN PATIENTEN ENQUETE 2015. Hoe vaak heeft u in de afgelopen 6 maanden contact (spreekuur, huisbezoek, telefonisch consult) gehad met de HAPEC?

RESULTATEN PATIENTEN ENQUETE 2015. Hoe vaak heeft u in de afgelopen 6 maanden contact (spreekuur, huisbezoek, telefonisch consult) gehad met de HAPEC? RESULTATEN PATIENTEN ENQUETE 2015 Hoe vaak heeft u in de afgelopen 6 maanden contact (spreekuur, huisbezoek, telefonisch consult) gehad met de HAPEC? Gemiddeld 5 x Vind u dat u altijd door een arts geholpen

Nadere informatie

NHG-Standpunt. Huisartsgeneeskunde voor ouderen. Er komt steeds meer bij... standpunt

NHG-Standpunt. Huisartsgeneeskunde voor ouderen. Er komt steeds meer bij... standpunt NHG-Standpunt Huisartsgeneeskunde voor ouderen Er komt steeds meer bij... standpunt Schatting: in 2040 - op het hoogtepunt van de vergrijzing - zal zo n 23 procent van de bevolking ouder zijn dan 65 jaar.

Nadere informatie

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij zorg voor ouderen! Optimale zorg voor ouderen in een kwetsbare positie

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij zorg voor ouderen! Optimale zorg voor ouderen in een kwetsbare positie Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij zorg voor ouderen! Optimale zorg voor ouderen in een kwetsbare positie Nederland vergrijst. Er komen steeds meer ouderen met steeds meer en verschillende soorten

Nadere informatie

5.2 SCOPE vragenlijst - eerstelijns praktijken -

5.2 SCOPE vragenlijst - eerstelijns praktijken - 5.2 SCOPE vragenlijst - eerstelijns praktijken - In deze vragenlijst wordt uw mening gevraagd over onderwerpen op het gebied van patiëntveiligheid, onbedoelde gebeurtenissen, fouten en het melden van incidenten

Nadere informatie

Samen de goede koers varen

Samen de goede koers varen Home no. 3 Juni 2016 Themanummer Eerste lijn Eerdere edities Verenso.nl Samen de goede koers varen Op weg naar structurele samenwerking huisarts en specialist ouderengeneeskunde Ronald van Nordennen, Vincent

Nadere informatie

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL De gegevens mogen met bronvermelding (Margit K Kooijman, Ilse CS Swinkels, Chantal J Leemrijse. Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing.

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap hoop voor de toekomst! Em. Prof. Dr. Haije Wind, verzekeringsarts Amsterdam, 14 maart 2019 Amsterdam UMC locatie AMC, Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid,

Nadere informatie

De markt in Beeld. Fysiotherapie in beeld

De markt in Beeld. Fysiotherapie in beeld De markt in Beeld Fysiotherapie in beeld 2 Fysiotherapie in beeld Fysiotherapie is een paramedische discipline die zich bezighoudt met de behan deling van klachten aan het houding- en bewegingsapparaat

Nadere informatie

Coach Profession Profile

Coach Profession Profile Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Coach Profession Profile AUTEUR PROF. DR. HELMUT DIGEL / PROF. DR. ANSGAR THIEL VERTALING PUT K. INSTITUUT Katholieke Universiteit

Nadere informatie

Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme

Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme Context Definitie van case management vanuit een benadering Top-down: bijv. zorgcoördinatie in het Waalse

Nadere informatie

Implementatie Zorgstandaard Obesitas voor kinderen (4-12 jaar) KIZO-project

Implementatie Zorgstandaard Obesitas voor kinderen (4-12 jaar) KIZO-project Implementatie Zorgstandaard Obesitas voor kinderen (4-12 jaar) KIZO-project Annemarie Schalkwijk Sandra Bot, co-promotor Petra Elders, co-promotor Giel Nijpels, promotor Lifestyle, Overweight and Diabetes

Nadere informatie

dit is Pieter Informatie en educatie via internet voor mensen met diabetes in Drenthe Vita

dit is Pieter Informatie en educatie via internet voor mensen met diabetes in Drenthe Vita dit is Pieter Informatie en educatie via internet voor mensen met diabetes in Drenthe - Vita dit is Avalange dit is Eliza informatiebrochure De zorg voor mensen met diabetes is in Drenthe op een goed niveau.

Nadere informatie

VERDUIDELIJKING CASEMANAGEMENT

VERDUIDELIJKING CASEMANAGEMENT Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl info@zinl.nl T +31 (0)20 797 85 55 Contactpersoon drs. A.M. Hopman T +31 (0)20 797 86 01 VERDUIDELIJKING CASEMANAGEMENT

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek PREM Chronische Zorg Diabetes Mellitus type 2

Cliëntervaringsonderzoek PREM Chronische Zorg Diabetes Mellitus type 2 RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek PREM Chronische Zorg Diabetes Mellitus type 2 Ketenzorg Friesland februari 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Aanleiding en doel... 2 Aanpak onderzoek... 2 Leeswijzer...

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift 153 SAMENVATTING Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift Angst en depressie zijn de meest voorkomende psychische stoornissen, de ziektelast is hoog en deze aandoeningen brengen hoge kosten met

Nadere informatie

Vervangartsen en het vervangplatform. Huisartsenconferentie 6 oktober Wegwijs voor starters 13 november

Vervangartsen en het vervangplatform. Huisartsenconferentie 6 oktober Wegwijs voor starters 13 november Vervangartsen en het vervangplatform Huisartsenconferentie 6 oktober Wegwijs voor starters 13 november Waarom vervangartsen? Veel nood aan: zwangerschapsverlof, ziekte, tijdelijke verhoging patiëntenstroom,

Nadere informatie

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen De impact van de economische crisis in West Limburg Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen MEI 2009 1. Werkloosheid 1.1 Niet werkende werkzoekenden Een eerste indicator die de economische

Nadere informatie