Wellantcollege Klaaswaal

Transcriptie

1 Wellantcollege Klaaswaal Datum: 26 juli 03 Auteurs: Daan van Campen Jeroen van Dinter Servicecentrum Wellantcollege Afdeling Facilitair / Arbo-materieel - 1 -

2 - 2 - Arbobeleidsplan Wellantcollege-

3 Arbobeleidsplan Klaaswaal Vestiging:Klaaswaal Adres:Rijksstraatweg 30B Postcode:3286LS Plaats:Klaaswaal Telefoon: Datum:

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Pagina Hoofdstuk 1 Arbobeleidsverklaring Inleiding Arbobeleidsverklaring Hoofdstuk 2: Uitgangspunten van het Arbobeleid Hoofdstuk 3: De beleidselementen van het Arbobeleid Inleiding De beleidselementen De organisatie ten aanzien van het Arbobeleid Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E), Plan van Aanpak en de Quickscan Risico Inventarisatie en Evaluatie Plan van aanpak Quickscan Voorlichting en onderricht Ondersteuning Arbodienst \ service centrum Servicecentrum Arbodienst Verzuimbeleid en begeleiding Beleid ten aanzien van bijzondere groepen Mobiliteitsbeleid Beleid tegen seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld Periodieke controles en onderhoud Melding en registratie van ongevallen en beroepsziekten Ongevallen Beroepsziekten Bedrijfshulpverlening (BHV) Gevaarlijke stoffenbeleid Interne Arboregelgeving Bronbestrijing Hoofdstuk 4: Verdeling van taken en verantwoordelijkheden Inleiding Activiteiten en verantwoordelijkheden Communicatiestructuur centraal decentraal Arbo-overleg Stand van zaken m.b.t. de uitwerking van de beleidselementen uit het Arbobeleidsplan 23 BIJLAGE Inhoud Arbomap

5 Hoofdstuk 1 Arbobeleidsverklaring 1.1 Inleiding De intentie van het hierbij geformuleerde decentrale Arbobeleid is het garanderen van een volwaardige zorg voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van het personeel van Wellantcollege Klaaswaal en derden. Dit beleid is na overleg tussen vestigingsdirecteur, adjunct directeur, arbocontactpersoon en klankbordlid MR tot stand gekomen. Hiermee is de basis gelegd voor een systematische en planmatige aanpak van de zorg voor de arbeidsomstandigheden binnen de vestiging Wellantcollege Klaaswaal. 1.2 Arbobeleidsverklaring Wellantcollege De Arbobeleidsverklaring Wellantcollege is opgenomen in de Arbomap

6 Hoofdstuk 2 Uitgangspunten van het Arbo- en verzuimbeleid De vestigingsdirecteur van Wellantcollege Klaaswaal laat zich bij het voorbereiden en uitvoeren van het Arbo- en Verzuimbeleid leiden door de volgende uitgangspunten: De Arbowet, arbobesluiten, en de daaruit voortvloeiende regelgeving alsmede de centraal opgestelde beleidsnotities Arbeidsomstandigheden Wellantcollege en Bedrijfshulpverlening Wellantcollege. Het algemeen beleid is er mede op gericht dat het werk geen nadelige invloed heeft op veiligheid, de gezondheid en het welzijn van alle betrokkenen, werkzaam bij Wellantcollege Klaaswaal. Als onderdeel van het Arbobeleid zal Wellantcollege Klaaswaal bij ontstaan van ziekte en arbeidsongeschiktheid, zorgen voor een adequate begeleiding van zieken/arbeidsongeschikten met als doel een zo snel mogelijke re-integratie in het arbeidsproces. De zorg voor goede arbeidsomstandigheden is primair de verantwoordelijkheid van de vestigingsdirecteur. Het onderwijzend en ondersteunend personeel hebben hierin echter ook taken en verantwoordelijkheden. (zie voor uitwerking beleidskader Arbeidsomstandigheden Wellantcollege, Arbomap deel A) Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden met betrekking tot de zorg voor goede arbeidsomstandigheden zullen voor alle betrokkenen duidelijk zijn vastgelegd. (zie voor uitwerking beleidsnotitie Arbeidsomstandigheden Wellantcollege, Arbomap deel A) Risico s worden zo veel mogelijk aan de bron bestreden door rekening te houden met veiligheids-en gezondheidsaspecten bij: - de werkvoorbereiding - te kiezen werkmethoden - de wijze van werkuitvoering - aanschaf en inrichting van kantoren, theorie & praktijklokalen, gymlokalen en overig ruimtes waar personeel en leerlingen aanwezig kunnen zijn. - aanschaf van benodigde installaties, werktuigen, materialen en gereedschappen. Tevens wordt hierbij zo veel mogelijk rekening gehouden met de persoonlijke eigenschappen van de medewerkers. Er zal een adequate bedrijfshulpverleningsorganisatie in stand gehouden worden zodat werknemers in geval van een calamiteit snel in veiligheid kunnen worden gebracht en/of snel adequate hulp kan worden geboden zodat (verdere) schade aan de gezondheid zo veel mogelijk wordt beperkt. (zie beleidskader bedrijfshulpverlening Wellantcollege voor verdere uitwerking, Arbomap deel B) Alle noodzakelijke (hulp) middelen om veilig en gezond te kunnen werken worden verschaft en er wordt voorgelicht over en toegezien op het juist gebruik en onderhoud van deze middelen. Alle medewerkers worden bij indiensttreding en gedurende hun dienstverband regelmatig voorgelicht, geïnstrueerd over veiligheid, gezondheid en welzijn in relatie tot hun werk. Kennis en vaardigheden worden op peil gehouden

7 De medewerkers worden onder meer tijdens werkoverleg binnen de vestigingen en door het geven van informatie gemotiveerd en stelselmatig betrokken bij de besluitvorming en de maatregelen, die nodig zijn om de veiligheid, gezondheid en welzijn te verbeteren. Er wordt op toegezien dat derden, waarmee een contractuele relatie bestaat, op dezelfde wijze als de eigen organisatie Wellantcollege Klaaswaal aandacht besteden aan veiligheid, gezondheid en welzijn. Regelmatig zal worden nagegaan of het gevoerde beleid voldoende effectief is. Zo nodig wordt het beleid aangepast. Wellantcollege Klaaswaal laat zich ondersteunen bij het Arbo-en Verzuimbeleid door het servicecentrum (afdelingen P&O en Facilitair, Arbo-materieel) en de ArboUnie. Wellantcollege Klaaswaal streeft naar optimale arbeidsomstandigheden waardoor de veiligheid en de gezondheid van personeel en leerlingen zo veel als mogelijk worden gewaarborgd en het welzijn wordt bevorderd. Voor zover gevaren onvermijdelijk zijn, richt de vestigingsdirecteur zich op een zodanige organisatie en manier van werken binnen de scholen dat onaanvaardbare risico s worden uitgesloten. Bij alle beslissingen en bij de dagelijkse gang van zaken zal daarom de aandacht voor veiligheid, gezondheid en welzijn een hoge prioriteit hebben. De vestigingsdirecteur voert een actief beleid in het bestrijden van seksuele intimidatie, agressie, geweld, pesten en discriminatie. De vestigingsdirecteur streeft naar optimale inzetbaarheid van alle personeelsleden, in het bijzonder van nieuw personeel, ouderen, herintreders en arbeidsgehandicapten. De directie streeft ernaar het door de school beïnvloedbare verzuim zo laag mogelijk te houden. Door middel van taakbelastingbeleid, leeftijdbewust personeelsbeleid en andere vormen van preventief en activerend personeelsbeleid zal ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid actief bestreden worden

8 Hoofdstuk 3 De beleidselementen van het Arbobeleid 3.1 Inleiding Het beleid van de directie is gericht op realisatie van het voorgaande. In het Arbobeleidsplan worden de beleidselementen ter realisatie van de doelstellingen beschreven en worden in hoofdlijnen de arbo-activiteiten voor een periode van ongeveer 5 jaar beschreven. (tenzij veranderingen in wetgeving, organisatie, infrastructuur e.d. een eerdere bijstelling noodzakelijk maken). Van elk element wordt, voor zover van toepassing, aangegeven: o Wie verantwoordelijk is; o Wie welke arbo-activiteiten krijgt toebedeeld, o Welke procedures worden gevolgd; o Welke instrumenten worden gebruikt ; o Welke ondersteuning aan interne of externe deskundigen wordt gevraagd; o Hoe de kwaliteitsbewaking en voortgangsbewaking is geregeld. 3.2 De beleidselementen De hieronder staande beleidselementen maken deel uit van het Arbobeleidsplan. 3.3 De organisatie ten aanzien van het Arbobeleid 3.4 Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E), Plan van Aanpak en de Quickscan Risico Inventarisatie en Evaluatie Plan van aanpak Quickscan 3.5 Voorlichting en onderricht 3.6 Ondersteuning Arbodienst \ service centrum Arbodienst Servicecentrum 3.7 Verzuimbeleid en begeleiding 3.8 Beleid ten aanzien van bijzondere groepen Mobiliteitsbeleid 3.9 Beleid tegen seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld 3.10 Periodieke controles en onderhoud 3.11 Melding en registratie van ongevallen en beroepsziekten Ongevallen Beroepsziekten 3.11 Bedrijfshulpverlening (BHV) 3.12 Gevaarlijke stoffen beleid 3.14 Bronbestrijding - 8 -

9 3.3 De organisatie ten aanzien van het Arbobeleid De organisatie van arbeidsomstandigheden binnen Wellantcollege is centraal vastgesteld in de Beleidsnotitie Arbeidsomstandigheden Wellantcollege, te vinden in De Arbomap¹. Hierin zijn de volgende onderdelen beschreven: Beleidskader Organisatie Arbeidsomstandigheden Wellantcollege Structuur t.a.v. (Arbo) verantwoordelijkheden & activiteiten + organogram De Arbomap De Beleidsnotitie Arbeidsomstandigheden Wellantcollege is een onderdeel van de Arbomap welke aan de vestiging is verstrekt. In de Arbomap bevinden zich naast de Beleidsnotitie Arbeidsomstandigheden Wellantcollege en de Beleidsnotitie Bedrijfshulpverlening Wellantcollege diverse formats waarmee invulling kan worden gegeven aan Arbo vestigingsplannen. De vestigingsdirecteur is eindverantwoordelijk voor het Arbobeleidsplan voor de vestiging. Het Arbobeleidsplan zal iedere keer voor een periode van vijf jaar worden vastgesteld. Voor het opstellen van dit Arbobeleidsplan dienen meerdere partijen nauw betrokken te worden. (O.a. MR-klankbord-lid, arbocontactpersoon.) 3.4 Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E), Plan van Aanpak en de Quickscan Risico Inventarisatie en Evaluatie De RI&E is een wettelijke verplichting, en kan worden beschouwd als een nul-meting waarbij binnen de gebieden Veiligheid, Gezondheid en Welzijn knelpunten worden getraceerd. De RI&E kan tevens gezien worden als startpunt voor het opzetten van een Arbozorgsysteem. Het Arbozorgsysteem is nader uitgewerkt in de beleidsnotitie Arbeidsomstandigheden Wellantcollege Ieder jaar zal een Quickscan worden gehouden om de RI&E actueel te houden (zie ook Quickscan). Naar aanleiding van de Quickscan kan het plan van aanpak bijgesteld worden. In beginsel wordt de RI&E eenmalig uitgevoerd waarna een jaarlijkse Quickscan zullen plaatsvinden om de RI&E actueel te houden. Methodiek RI&E De RI&E wordt uitgevoerd met behulp van de meest recente versie van de Arboleider, uitgebracht door het vervangingsfonds (Diensten Vf/Pf) aangevuld met controlelijsten gebaseerd op de Arbowet. De uitgevoerde RI&E wordt getoetst door een gecertificeerde Arbodienst (ArboUnie). Uitvoerende RI&E De RI&E wordt gecoördineerd door het team Facilitair, Arbo-materieel, servicecentrum. Bij de uitvoering van de RI&E worden diverse personen uit de organisatie (vestiging) betrokken. Het team P&O van het servicecentrum neemt tevens deel aan de uitvoering van de RI&E (gedeelte Welzijn). De RI&E resulteert in een rapportage die wordt getoetst door de ArboUnie. De RI&E voor Wellantcollege Klaaswaal is uitgevoerd op Verder is er elk jaar een Quick scan - 9 -

10 3.4.2 Plan van aanpak Ter completering van de RI&E moet een plan van aanpak opgesteld te worden waarin de te nemen acties worden opgenomen. In het plan van aanpak worden de prioriteit, het onderwerp, de uit te voeren werkzaamheden, de verantwoordelijke persoon, de tijdsplanning en de eventueel daarmee gemoeide kosten weergegeven. Zonder plan van aanpak is de RI&E incompleet. Het plan van aanpak wordt na de uitgevoerde RI&E opgesteld door de vestigingsdirecteur, (evt. toebedeeld aan Arbocontactpersoon). Een format wordt bij de rapportage van de uitgevoerde RI&E gevoegd. Voortgangsrapportage Ieder jaar wordt het plan van aanpak geëvalueerd. (de voortgangsrapportage). Wat is er wel en niet gerealiseerd, wat wordt meegenomen naar het volgende jaar etc Quickscan Door de adviseurs van Arbo-materieel (team Facilitair van het servicecentrum) en de arbocontactpersoon (van de vestiging) wordt ieder jaar op de vestiging een Quickscan uitgevoerd. De Quickscan is een nul-meting die knelpunten ten aanzien van materiele en beleidsmatige aspecten, op het gebied van arbeidsomstandigheden blootlegt. De Quickscan is een verkorte versie van de Risico Inventarisatie & -Evaluatie (RI&E) die (grote) potentiële risico s, gekwalificeerd met prioriteit 1, in kaart brengt. De Quickscan resulteert in een rapportage met adviezen omtrent eventuele maatregelen om de knelpunten op te lossen / aan te pakken. Bij de uitvoering van de jaarlijkse Quickscan wordt tevens de voortgang van het plan van aanpak n.a.v. de RI&E bekeken. Op deze wijze wordt de RI&E actueel gehouden. Jaarlijks ontvangt de vestiging de planning aangaande de uit te voeren Quickscan. De Quickscan voor Wellantcollege Klaaswaal is gepland op / is uitgevoerd op: Jaar Planning / uitgevoerde Quickscan (datum) juni R&E

11 3.5 Voorlichting en onderricht Overeenkomstig artikel 8 van de Arbo-wet dient voorlichting en onderricht een onderdeel te vormen van het Arbobeleid. Binnen de vestiging ligt de verantwoordelijkheid in deze bij de vestigingsdirecteur, docenten en TOA s. De vestigingsdirecteur dient een nieuwe medewerker / stagiair(e) te informeren over tenminste de volgende onderwerpen: - de klachtenregeling; - de vertrouwenspersoon; - de Arbocontactpersoon; - de Bedrijfshulpverlener (BHV er); - het ontruimingsplan; - hoe te handelen bij calamiteiten; - plaats van EHBO-materialen; - het verzuimprotocol en de verzuimontwikkeling op school; - de mogelijkheden tot een Periodiek Arbeids Gezondheidskundig Onderzoek (PAGO) - overige specifieke onderwerpen Leerlingen dienen voorgelicht te worden over de volgende onderwerpen: - gedragsregels, - ontruimingsplan, - vertrouwenspersoon, - juist gebruik en risico s t.a.v. gebruik van gereedschappen, machines, elektrische apparaten, gevaarlijke stoffen, PBM s (persoonlijke beschermingsmiddelen) en ICT-middelen / werkhouding. Lesprogramma s Tijdens lesprogramma s waarbij mogelijke veiligheids- en/of milieurisico aanwezig zijn, dient de (vak)docent / TOA de leerling preventief te attenderen op mogelijke risico s, en op de manier waarop de risico s kunnen worden beperkt / voorkomen. (met name in de lessen scheikunde, natuurkunde, biologie, techniek, lassen, VAP,etc, waarbij veelal met gereedschappen, machines, gevaarlijke stoffen, dieren, e.d. wordt gewerkt) PBM s Bij het gebruik van middelen / materialen / machines die (mogelijk) gevaar voor de gebruiker(s) opleveren dienen persoonlijke beschermingsmiddelen gedragen te worden. De docent is verantwoordelijk voor de juiste instructies m.b.t. het gebruik van middelen / materialen / machines en juiste instructies aangaande het gebruik van de benodigde PBM s. ( In format A uit de Arbomap is opgenomen Richtlijnen voorlichting en onderricht ) Mede op grond van de uitkomsten van de RI&E / Quickscan wordt vastgesteld over welke risico s het personeel voorlichting en onderricht krijgt. Daarnaast wordt structureel aandacht geschonken aan: Introductie van nieuwe medewerkers, stagiaires en leerlingen; o Veiligheids- en werkinstructies voor personeel en leerlingen; o Verzuimbeleidprotocol en de ontwikkeling van het ziekteverzuim op vestigingsniveau. Voorlichting kan onderdeel zijn van het reguliere werkoverleg

12 3.6 Ondersteuning Service centrum / Arbodienst Servicecentrum De rol van het servicecentrum m.b.t. ondersteuning bij Arbo-onderwerpen is gedetailleerd verwoord in de Beleidsnotitie Arbeidsomstandigheden Wellantcollege. ( paragraaf 2.4 ) De ondersteuning vanuit het servicecentrum heeft o.a. betrekking op de volgende onderdelen: - uitvoeren van de RI&E (Arbo-materieel/P&O) - uitvoeren van Quickscans (Arbo-materieel/P&O) - advisering t.a.v. Arbo gerelateerde vraagstukken (Arbo-materieel/P&O) - uitwerking/ontwikkeling centraal & decentraal arbobeleid (Arbo-materieel) - verstrekken formats (voorbeelden) voor decentrale Arbobeleidsplannen, ontruimingsplannen, gevaarlijk stoffen registratie, etc ter ondersteuning voor vestigingen bij het opstellen van eigen vestigingsplannen. (Arbo-materieel) - Ontwikkelen & verstrekken van verzuimprotocol, mobiliteitsbeleid (incl. re-integratiebeleid), etc. (P&O) - Vergaren, controleren, analyseren en verstrekken van verzuimcijfers. - Advisering op o.a. de volgende gebieden: werkdruk, stress, functie-inhoud, onenigheid/frictie tussen vestigingsmedewerkers, beleid hoe te handelen bij seksuele intimidatie, agressie en geweld, re-integratie, outplacement, loopbaanadvies etc. ( advisering vanuit PAC ; staat voor personeels & adviescentrum, hieruit kan op genoemde gebieden advies worden ingewonnen.) - Contactpersoon naar de ArboUnie (mede bij aanvraag vanuit vestigingen voor bijvoorbeeld het Arbeidsgezondheidkundig spreekuur) Arbodienst Wellantcollege Klaaswaal laat zich ondersteunen bij het Arbo-en verzuimbeleid door de Arbounie. Deze ondersteuning wordt ten minste gevraagd bij: o Toetsing van de Risico-Inventarisatie en Evaluatie (routing via SC) o Begeleiding van zieke medewerkers, o Het in overleg met de medewerker, vestigingsdirecteur en het team P&O bij het opstellen van re-integratiedossiers, o De uitvoering van Periodiek Arbeids Gezondheidskundig Onderzoek (PAGO), o Houden van Arbeidsgezondheidskundig spreekuur - Aanspreekpunt voor het Servicecentrum namens de vestiging is: Daan van Campen/Esther de lange - Onze Arbo bedrijfsarts is: Charlotte van Wijngaarden via Vd

13 3.7 Verzuimbeleid en begeleiding Het verzuimbeleid heeft tot doel ziekteverzuim te voorkomen en te beperken. Indien medewerkers toch ziek worden is het verzuimbeleid er op gericht een zodanige begeleiding te geven dat de duur van de ziekteperiode zo veel mogelijk wordt beperkt en kans op toekomstig ziekteverzuim zo gering mogelijk is. Het verzuimbeleid vormt onderwerp van overleg met de MR. Binnen Wellantcollege Bovengenoemde aspecten zijn vastgelegd in een verzuimprotocol. Dit protocol wordt door het team P&O van het Servicecentrum aan alle medewerkers van de vestiging verstrekt. Het protocol dient bij iedereen bekend te zijn. Periodiek Arbeids Gezondheidskundig Onderzoek: Het PAGO (Periodiek Arbeids Gezondheidskundig Onderzoek) is een verplicht onderdeel van het arbobeleid. De Arbodienst ondersteunt Wellantcollege bij de uitvoering van een PAGO. Naar aanleiding van bijvoorbeeld een RI&E, een quickscan of eigen constatering kan het nodig zijn dat bepaalde knelpunten verder uitgediept dienen te worden. Met een PAGO wordt hierbij de gezondheid van individuele medewerkers op vestigingen met een verhoogde kans op beroepsrisico's getoetst. Hierdoor kunnen tijdig eventuele klachten worden gesignaleerd en middels maatregelen op worden geanticipeerd. Wanneer op dit gebied een verdiepend onderzoek gewenst is / noodzakelijk wordt geacht, kan de PAGO worden ingezet. Arbeidsgezondheidkundig spreekuur Indien er sprake is van (dreigend) verzuim wordt de mogelijkheid geboden om een afspraak te maken met de Arbodienst. Medewerkers kunnen op dit spreekuur langskomen met allerlei klachten en problemen. De bedrijfsarts kan naar aanleiding van een gesprek adviseren en doorverwijzen. Het gesprek is vertrouwelijk; alleen met instemming van de medewerker kan de bedrijfsarts de klacht of het probleem voorleggen. Het open spreekuur heeft vooral een belangrijke preventieve functie. Wanneer vestigingspersoneel te kennen geeft naar het arbeidsgezondheidkundig spreekuur te willen, kunnen ze rechtstreeks contact opnemen met de vestigingsdirecteur. Onze arboarts is Charlotte Van Wijngaarden Indien gewenst kunnen ze het spreekuur ook door het team P&O laten regelen. Aanspreekpunt van het team P&O is: Saskia Quack/Cindy Stoltenkamp Sociaal Overleg Tussen de Arbodienst en de afdeling P&O wordt Periodiek Sociaal Overleg gevoerd over het ziekteverzuim binnen Wellantcollege

14 3.8 Beleid ten aanzien van bijzondere groepen De vestigingsdirecteur is verantwoordelijk voor een leeftijdsbewust personeelsbeleid. Aandacht voor de oudere medewerker (45+), de nieuwe medewerker, stagiaires en beginnende leerkrachten dient uitdrukkelijk aan de orde te komen bij de begeleiding, de functioneringsgesprekken, de beoordelingen etc. Het taakbeleid wordt vanuit het Servicecentrum (team P&O) verstrekt. Beleid t.a.v. bijzondere groepen komt hierin aan bod. Uitzondering betreft beleid t.a.v. stagiaires, dit wordt vanuit het team Onderwijs (ontwikkeld) en verstrekt Mobiliteitsbeleid Wellantcollege heeft (centraal) een mobiliteitsbeleid vastgesteld. Het mobiliteitsbeleid is aan iedere medewerker uitgedeeld. 3.9 Beleid tegen seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld De Arbowet verplicht de werkgever om binnen het algemene arbeidsomstandighedenbeleid, een beleid te voeren met betrekking tot het beschermen van werknemers tegen seksuele intimidatie en tegen agressie en geweld. Wellantcollege heeft beleid vastgesteld tegen seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld. Zowel voor personeel als leerlingen. Dit beleid wordt door een vertrouwenspersoon decentraal verder ontwikkeld en uitgevoerd (o.a. middels een klachtenprocedure). Voor elke vestiging is een vertrouwenspersoon aangesteld. (per ) Procedure klachtenregeling personeel / deelnemers treed in werking op De genoemde procedure is te vinden: personeelsgids De vertrouwenspersoon voor de leerlingen is : Wellantcollege Klaaswaal zijn Leen Baars Marijke Kuijpers De vertrouwenspersoon voor het personeel is : Evelien Maas

15 3.10 Periodieke controles en onderhoud Om de veiligheid en gezondheid te waarborgen wordt op de vestiging een overzicht bijgehouden van de planning van periodieke controles / onderhoud van gebouwen / arbeidsmiddelen. In dit overzicht wordt vermeld: de periodiek te controleren middelen de keurings/controlefrequentie planning van nieuwe keuring wie de keuring/controle uitvoert De volgende periodieke controles en onderhoud kunnen worden opgenomen: Noodverlichting Brandmeld- & Alarminstallatie Blusmiddelen CV s, boilers Kopieerapparatuur Telefooncentrale Lastrafo s Lascabines Toestellen gymzaal Inbraak beveiliging elektrisch handgereedschappen elektrische installaties etc,. In de Arbomap (A 6) is een document opgenomen m.b.t. controle handgereedschap / elektrische apparaten (Richtlijnen m.b.t. het controleren en (laten) keuren van elektrische apparatuur / gereedschap)

16 3.11 Melding en registratie van ongevallen en beroepsziekten Ongevallen Op de vestiging wordt een overzicht bijgehouden van ongevallen en bijna-ongevallen. Elk ongeval wordt nader geanalyseerd om te kunnen nagaan wat de achterliggende oorzaak is geweest. Zo mogelijk worden direct maatregelen genomen om herhaling te voorkomen. Periodiek wordt nagegaan of trends kunnen worden waargenomen. Zo nodig worden gerichte preventieve maatregelen geformuleerd. Om te bereiken dat alle ongevallen en bijna ongevallen worden gemeld en geregistreerd, is een duidelijk meldings-en registratieprocedure aanwezig waarover alle medewerkers regelmatig worden geïnformeerd. Vanuit het servicecentrum wordt een format verstrekt van een centraal vastgestelde procedure melding en registratie voor ongevallen en beroepsziekten Deze wordt opgenomen in de Arbomap; A 3) De vestigingsdirecteur ziet er op toe (is verantwoordelijk) dat melding en registratie van ongevallen plaats vindt. Uitsluitend ernstige ongevallen worden onverwijld (telefonisch) gemeld aan de regio van de Arbeidsinspectie. De melding van een ernstig ongeval moet zo spoedig mogelijk schriftelijk worden bevestigd. Onder ernstig lichamelijk of geestelijk letsel wordt voor de toepassing van dit artikellid verstaan: Schade aan de gezondheid, die binnen 24 uur na het tijdstip van de gebeurtenis leidt tot opname in een ziekenhuis ter observatie of behandeling, dan wel naar redelijk oordeel blijvend zal zijn. Alle ongevallen worden geregistreerd op een registratieformulier. (zie Arbomap, A 3). Deze formulieren zijn aanwezig bij: concierge Letsel wat direct verzuim tot gevolg heeft wordt gemeld aan het service centrum (afdeling facilitair Arbo-materieel) middels opsturen / faxen van het registratieformulier. Ongevallenregistratie wordt op de vestiging bijgehouden door: Wordt ook bijgehouden nu in IRIS door iedereen Aan de Arbeidsinspectie worden de ernstige ongevallen gemeld door: René Nijhuis VD Beroepsziekten Beroepsziekten kunnen worden geconstateerd bij een bezoek aan de bedrijfsarts van de Arbodienst. Indien is gebleken of redelijkerwijs het vermoeden bestaat dat een werknemer aan een beroepsziekte lijdt, dan is de bedrijfsarts verplicht dit te melden aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Met toestemming van de betrokkene wordt tevens de directie op de hoogte gesteld. Een bezoek aan de bedrijfsarts vindt plaats binnen zes weken na aanvang van het ziekteverzuim. Medewerker ontvangt een oproep van de bedrijfsarts. (voor de totale procedure zie ziekteverzuimprotocol Wellantcollege)

17 3.12 Bbedrijfshulpverlening (BHV) De vestigingsdirecteur is verantwoordelijk voor het opzetten en in stand houden van een BHV organisatie. In de door het College van Bestuur vastgestelde notitie Bedrijfshulpverlening Wellantcollege is het kader geformuleerd dat ten grondslag ligt aan de organisatie van de Bedrijfshulpverlening (BHV) binnen Wellantcollege. (De beleidsnotitie is te vinden in de Arbomap (B)) Wellantcollege Klaaswaal zorgt voor een pakket maatregelen op het gebied van de bedrijfshulpverlening. Kort samengevat zijn dit: - voldoende EHBO-middelen, brandbestrijdingmiddelen en voldoende en goed functionerende correct aangeduide vluchtmogelijkheden ter evacuatie van werknemers, leerlingen en andere aanwezige personen in geval van een calamiteit; - instructies en afspraken over het inroepen van hulp van deskundige externe hulpverleningsdiensten zoals brandweer en ambulance; - voldoende bedrijfshulpverleners, die belast zijn met eerste hulp, brandbestrijding en evacuatie van werknemers en andere aanwezigen. - De BHV ers hebben / krijgen een juiste opleiding en kunnen beschikken over de juiste materialen. - Het geheel van middelen, maatregelen, ontruimingsprocedures e.d. is vastgelegd in diverse plannen. In de Arbomap zijn o.a. de volgende formats opgenomen om de organisatie van BHV binnen de vestiging vorm te geven: Richtlijnen BHV-team Beheersinformatie BHV-team o Format Ontruimingsplan o Format Informatie voor hulpdiensten o Format Voorlichtings- en Persplan o Format Rampenplan o Format Bommeldingplan o Format Plan bij overlijden

18 3.13 Gevaarlijke stoffenbeleid Op de vestiging wordt een gevaarlijke stoffenbeleid ontwikkeld en gevoerd. Dit beleid behelst o.a. registratie, omgang en opslag van verschillende soorten gevaarlijke stoffen. De gevaarlijke stoffen worden gebruikt bij: - scheikunde, -> chemische stoffen (brandgevaarlijke, toxische, oxiderende, irriterende en corrosieve stoffen) - natuurkunde, -> chemische stoffen (brandgevaarlijke, toxische, oxiderende, irriterende en corrosieve stoffen) - biologie, -> chemische stoffen (brandgevaarlijke, toxische, oxiderende, irriterende en corrosieve stoffen) - techniek, -> brandstoffen (brandgevaarlijke en irriterende stoffen) - tuinbouw. -> bestrijdingsmiddelen (brandgevaarlijke, toxische en irriterende stoffen) De Arbowet stelt dat docenten, toa s en ondersteunend personeel over een bepaalde specifieke deskundigheid (techniek, scheikunde, natuurkunde, etc) beschikken om een situatie te beoordelen op veiligheidsrisico s en dienen daarin de juiste beslissingen nemen om de veiligheid en gezondheid van leerlingen te waarborgen. Vanuit deze kaderwettelijke stelling geldt voor Wellantcollege de volgende aanbeveling: Per vak waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt geldt dat desbetreffende vakdocent, verantwoordelijk wordt gesteld voor het gevaarlijke stoffen beleid. Wanneer een opslagkast wordt gedeeld, (bijvoorbeeld één opslagkast voor de chemische stoffen van scheikunde en natuurkunde), kan één docent volstaan voor wat betreft het onderdeel opslag van het gevaarlijke stoffen beleid. Gevaarlijke stoffenbeleid voor scheikunde wordt bijgehouden door: Gevaarlijke stoffenbeleid voor natuurkunde wordt bijgehouden door: Gevaarlijke stoffenbeleid voor biologie wordt bijgehouden door: Gevaarlijke stoffenbeleid voor techniek wordt bijgehouden door: Gevaarlijke stoffenbeleid voor tuinbouw wordt bijgehouden door: M Rijckevorsel M Rijckevorsel L Kienhuis C Mastenbroek S v/d Bos In de Arbo-map kan aan de hand van werkdocument A-2 nagegaan worden of wordt voldaan aan de richtlijnen t.a.v. gevaarlijke stoffenbeleid

19 3.14 Interne Arbo regelgeving De arbeidsomstandigheden zijn sterk in beweging en ontwikkeling. Er zijn in de afgelopen periode tal van nieuwe Nederlandse en Europese regelgevingen verschenen. Waar nodig dienen deze regelgevingen te worden "vertaald" naar de situatie van Wellantcollege Klaaswaal De volgende interne afspraken en arbo regels zijn reeds van toepassing: Draagplicht voor veiligheidschoenen bij gebruik van gemotoriseerde apparaten Draagplicht gehoorbescherming bij gebruik van gemotoriseerde apparaten Procedure beeldschermbrillen bij slijptol, boorkolom De vestiging laat zich ondersteunen door Arbo-materieel van het team Facilitair bij het vertalen van Nederlandse en Europese regelgeving naar de situatie binnen de school Bronbestrijding De directie van Wellantcollege Klaaswaal wil risico s voor veiligheid, gezondheid en welzijn zo veel mogelijk bij de bron aanpakken. Middelen daarbij zijn een adequaat inkoopbeleid, onderhoudscontracten en aandacht voor arbeidsomstandigheden bij bouw en (her)inrichting van schoolgebouwen. De vestigingsdirecteur zorgt voor informatie, inkoopspecificaties en ziet toe op de naleving van onderhoudscontracten. Bij de opdrachtverlening en investering bij bouwactiviteiten en inrichting van gebouw, lokalen en werkruimtes wordt rekening gehouden met de Arbo regelgeving, milieuaspecten en relevante regelgeving in het bouwbesluit

20 Hoofdstuk 4 Structuur t.a.v. verantwoordelijkheden, activiteiten en communicatie 4.1 Inleiding Het vaststellen van diverse taken en verantwoordelijkheden is noodzakelijk om een adequaat Arbobeleid op te zetten. In hoofdstuk 2 van de Beleidsnotitie Arbeidsomstandigheden Wellantcollege is de structuur t.a.v. (Arbo) verantwoordelijkheden & activiteiten weergegeven. Als bijlage is een schematische weergave van de structuur opgenomen. 4.2 Activiteiten en verantwoordelijkheden De activiteiten & Verantwoordelijkheden van de onderstaande personen / functies zijn beschreven in hoofdstuk 2 van de Beleidsnotitie Arbeidsomstandigheden Wellantcollege. College van Bestuur (CvB) Regiodirecteur (RD) Vestigingsdirecteur (VD) Servicecentrum -> team Facilitair; Arbo-materieel & team P&O Concrete taken Arbomaterieel / team P&O Cursussen en Trainingen (C&T) Arbo-contactpersoon BedrijfsHulpverlener (BHV er) Docenten (en ondersteunend personeel) Arbeidsinspectie Medezeggenschapsraad (MR) Klankbordlid MR Vertrouwenspersoon BVE servicepunt

21 4.3 Communicatiestructuur centraal decentraal. BHV ers Arbo-contactpersoon VD VESTIGING ondersteuning C&T BHV-training ondersteuning SERVICECENTRUM C&T Arbo-materieel Personeel & Organisatie Facilitair : Directe communicatie; communicatielijn die gelegd wordt t.b.v. uitvoering van de diverse activiteiten. : Indirecte communicatie; Communicatielijn die gelegd kan worden om een efficiëntere ondersteuning te kunnen realiseren. Deze contacten worden aangegaan na overleg met VD en/of teamleider facilitair/p&o. De Vestigingsdirecteur (VD) is, als verantwoordelijke voor de arbeidsomstandigheden, de spin in het web. De communicatie t.b.v. ondersteuning vanuit C&T, P&O en Facilitair/Arbo-materieel loopt in beginsel via de VD. Om efficiëntere ondersteuning te verlenen kan communicatie in bepaalde situaties, na overleg met VD en/of teamleider facilitair of P&O, direct plaatsvinden tussen adviseurs Arbo-materieel / adviseurs P&O en een Arbo-contact persoon of anders personeelslid van de vestiging. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn wanneer een Arbocontactpersoon is belast met het opzetten van een BHV-organisatie op zijn/haar vestiging en hierbij ondersteuning wenst van Arbo-materieel

22 Andere voorbeelden van bovenstaande communicatielijnen: C&T Arbo-materieel: Arbo-materieel zal in de RI&E aandacht schenken aan de BHVorganisatie. Zo ook aan het aspect opleiding (aantal BHV ers). Het in kaart brengen van de scholingsbehoefte is voor VD s een hulpmiddel om de scholingsbehoefte bij C&T aan te geven. C&T VD: De scholingsbehoefte van de BHV ers op een vestiging dient door de VD doorgegeven te worden aan C&T. VD Arbo-materieel: De VD kan voor advies en ondersteuning contact opnemen met Arbomaterieel. De VD is tevens bij de uitvoering van de RI&E/Quickscan het aanspreekpunt van Arbo-materieel. VD BHV ers: De VD is verantwoordelijk voor de organisatie van de bedrijfshulpverlening op zijn / haar vestiging. De VD moet (zonodig) personen aanwijzen om deel te nemen aan de BHV-organisatie. Ook dient de VD voorwaardenscheppende aspecten voor een goede BHV-organisatie te creëren (middelen, personen, opleiding, oefeningen, instructies) VD Arbo-contactpersoon Evaluatie van de voortgang van bijvoorbeeld de RI&E en later het plan van aanpak kan tussen VD en Arbo-contactpersoon plaats vinden. Ander arboactiviteiten kunnen zijn; taakverdeling toepassen m.b.t. het opzetten en het in stand houden van de BHV-organisatie. Etc 4.4 Communicatie decentraal; de Arbocommissie op de vesting Om structureel aandacht te (kunnen) besteden aan het optimaliseren van arbeidsomstandigheden is het noodzakelijk om met diverse betrokkenen periodiek overleg te voeren aangaande Arbogerelateerde onderwerpen. Regelmatig en constructief overleg tussen eventueel een Arbocontactpersoon, Klankbordlid MR, BHV er en de VD inzake het te voeren beleid is een aanbeveling (de invoering van een Arbo commissie). Om de vergadermomenten te beperken is het een optie om het Arbo-overleg onder te brengen in een reeds bestaand overleg (bijv. periodiek facilitair overleg). Zaken die tijdens dit overleg aan de orde kunnen komen: - BHV trainingen - Planning / evaluatie ontruimingsoefening(en) - Voortgang Plan van aanpak n.a.v. RI&E / Quickscan - Bespreken van (actuele) gesignaleerde knelpunten binnen de vestiging - Reactieve maatregelen op gewijzigde wetgeving - Etc, Binnen Wellantcollege Klaaswaal worden Arbo-onderwerpen besproken in oop overleg, dat eenmaal per week plaatsvindt. De volgende personen (functie) zijn hierbij aanwezig: - VD - René Nijhuis arbo medewerker

23 - Stand van zaken m.b.t. de uitwerking van de beleidselementen uit het Arbobeleidsplan Beleidselementen Van het Arbobeleid In orde Niet in orde Vereiste actie 1. De organisatie ten aanzien van het Arbobeleid (aanwezigheid Arbomap en (ingevuld) arbobleidsplan) 2. RI&E en het plan van aanpak 3. Jaarlijks voortgangsverslag van het plan van aanpak aan de Medezeggenschapsraad 4. Jaarlijkse quickscan 5. Voorlichting en onderricht 6. Ondersteuning servicecentrum & Arbo-dienst (contract) 7. Verzuimbeleid en begeleiding VD 8. Beleid ten aanzien van bijzondere groepen NVT 9. Preventief beleid ten aanzien van de grootste risico s voor ziekteverzuim en WAO Zie Wellant beleid 10. Beleid ten aanzien van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld. 11. Periodieke controles en onderhoud 12. Melding en registratie van ongevallen 13. Bedrijfshulpverlening (BHV) 14. Gevaarlijke stoffenbeleid 15. Interne Arbo-regelgeving 16. Bronbestrijding Proberen dit zoveel mogelijk te achterhalen 18. Vertrouwenspersoon 19. GGD rapportage

24 Arbobeleidsplan Wellantcollege-