Milieubeoordeling ten behoeve van de opmaak van de stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas. Kennisgevingsdocument

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Milieubeoordeling ten behoeve van de opmaak van de stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas. Kennisgevingsdocument"

Transcriptie

1 Milieubeoordeling ten behoeve van de opmaak van de stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas Kennisgevingsdocument

2 Colofon Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid p/a VMM A. Van de Maelestraat Erembodegem T secretariaat_ciw@vmm.be VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Frank Van Sevencoten, voorzitter CIW OPMAAK EN DRUK Vanden Broele DEPOTNUMMER D/2012/6871/046

3 Woord vooraf Waarom dit document? In uitvoering van de Europese kaderrichtlijn Water stelde de Vlaamse Regering op 8 oktober 2010 de eerste stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas en het bijbehorende maatregelenprogramma voor Vlaanderen vast. Deze plannen bevatten maatregelen om de toestand van het watersysteem te verbeteren. Ten laatste op 22 december 2015 zal de Vlaamse Regering de tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen en het bijbehorende maatregelenprogramma vaststellen. Daarbij zullen de overstromingsrisicobeheerplannen, die in uitvoering van de Overstromingsrichtlijn tegen 22 december 2015 voor het eerst worden opgemaakt, onderdeel uitmaken van de stroomgebiedbeheerplannen. De stroomgebiedbeheerplannen zullen ook bekkenspecifieke delen en grondwatersysteemspecifieke delen bevatten. De bekkenspecifieke delen zullen de huidige bekkenbeheerplannen en deelbekkenbeheerplannen vervangen. Voorliggend document is een kennisgeving voor de milieubeoordeling van de tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas. Deze kennisgeving behandelt in een eerste deel de stroomgebiedbeheerplannen zelf: Wat is de doelstelling van deze plannen? Wat houden de plannen juist in? Wie staat in voor de opmaak ervan? Het tweede deel van de kennisgeving gaat in op de methode die zal gebruikt worden om de mogelijke milieueffecten van de stroomgebiedbeheerplannen te omschrijven én te beoordelen op hun significantie. Het kennisgevingsdocument is voor een periode van 60 dagen te raadplegen via de website van de dienst MER ( en via de website voor openbare onderzoeken van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid ( Het document ligt gedurende deze periode ook ter inzage in de gemeentehuizen. Omwille van het feit dat de methodiek voor de milieubeoordeling voor beide stroomgebiedbeheerplannen dezelfde is, werd één kennisgevingsdocument opgemaakt. Mogelijkheid tot inspraak Op basis van deze kennisgeving krijgen het publiek, het maatschappelijk middenveld en alle betrokken instanties de mogelijkheid om kennis te nemen van de doelstelling, reikwijdte en detailleringsgraad van de voorgenomen milieubeoordeling en de mogelijkheid om opmerkingen te geven. Opmerkingen kunnen binnen een termijn van 60 dagen na de bekendmaking of aanvang van de terinzagelegging, dit is tot 18 februari 2013, schriftelijk aan het stads- of gemeentebestuur bezorgd worden of aan de dienst MER op volgend adres of via mer@vlaanderen.be. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Milieueffectrapportagebeheer Inspraak Plan-MER Stroomgebiedbeheerplannen Koning Albert II-laan 20 bus BRUSSEL mer@vlaanderen.be Op basis van de ontvangen opmerkingen en adviezen zal de dienst MER richtlijnen formuleren voor de milieubeoordeling. 3

4 Let op! Samen met het voorliggende kennisgevingsdocument liggen nog twee voorbereidende documenten van de stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas in openbaar onderzoek. Het gaat om het tijdschema en werk programma voor de stroomgebiedbeheerplannen en om de waterbeleidsnota. Het tijdschema en werkprogramma geeft een overzicht van de producten, de planning en de organisatie van het proces op weg naar de tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen, met bijzondere aandacht voor de inspraakmomenten. De waterbeleidsnota legt de krachtlijnen vast van de visie van de Vlaamse Regering op het integraal waterbeleid. De waterbeheerkwesties, dit zijn de grote thema s waardoor de waterlichamen het risico lopen de goede toestand niet te halen, zijn geïntegreerd in de waterbeleidsnota. Beide documenten liggen tot 18 juni 2013 ter inzage in de gemeente- en stadhuizen en zijn samen met alle informatie over het openbaar onderzoek te raadplegen via de website 4

5 Inhoud Woord vooraf 3 Inhoud 5 1. Inleiding 6 2. De stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas Kader stroomgebiedbeheerplannen Initiatiefnemer voor de stroomgebiedbeheerplannen Geografische situering Stroomgebiedsdistrict Schelde Stroomgebiedsdistrict Maas De eerste generatie waterbeheerplannen Inhoud en totstandkoming stroomgebiedbeheerplannen Inhoud en totstandkoming maatregelenprogramma Juridisch en beleidsmatig kader Milieueffectrapportage voor plannen Toetsing aan de MER-plicht Plan-m.e.r. volgens de generieke procedure Relatie met andere en latere m.e.r.-procedures Samenstelling van het team van deskundigen Werkwijze plan-m.e.r Het studiegebied Alternatieven Referentiesituatie en geplande situatie Werkingssfeer van het MER Relevante disciplines Methodologie effectbeschrijving en beoordeling Milderende maatregelen Cumulatieve effecten Grensoverschrijdende effecten Monitoring en evaluatie Leemten in de kennis Lijst met afkortingen Lijst met verklarende woorden Bijlagen 27 Bijlage 1: Inhoud stroomgebiedbeheerplan 27 Bijlage 2: Ontwerp van maatregelenkorf met potentiële maatregelen voor tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen 30 Bijlage 3: Juridisch en beleidsmatig kader voor de stroomgebied beheerplannen 33 Bijlage 4: Fragment uit bijlage I en II van het project-m.e.r.-besluit 37 Bijlage 5: Vogel- en habitatrichtlijngebieden die sterk water gebonden zijn 40 Inhoud 5

6 1. Inleiding De Vlaamse Regering zal tegen 22 december 2015 de tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas vaststellen. Deze plannen bevatten een compilatie van maatregelen en acties die bijdragen tot het bereiken van een goede watertoestand en tot de bescherming tegen overstromingen. Het decreet Integraal Waterbeleid bepaalt in art. 36 dat de stroomgebiedbeheerplannen zo dienen opgesteld te zijn, en de besluitvormingsprocedures op zo n wijze dienen te verlopen, dat de plannen voldoen aan de essentiële kenmerken van de milieueffectrapportage, zoals bedoeld in art van het decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid. Hierbij wordt de generieke procedure gevolgd. Overeenkomstig de opmaak van de eerste generatie stroomgebiedbeheerplannen wordt er voor gekozen om de onderdelen van de m.e.r.-procedure in te bouwen in het planningsproces van de stroomgebiedbeheerplannen. Zo wordt vermeden dat bovenop de planningsprocedure voor de stroomgebiedbeheerplannen nog een afzonderlijke plan-m.e.r.-procedure (met inbegrip van de daaraan verbonden raadplegingsmaatregelen) moet doorlopen worden. 6 Inleiding

7 2. De stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas In de stroomgebiedbeheerplannen worden per stroomgebiedsdistrict doelstellingen, maatregelen en acties vastgesteld voor het bereiken van een goede toestand van het oppervlaktewater en het grondwater en voor de bescherming tegen overstromingen. De tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen zullen maatregelen en acties voor de periode bevatten Kader stroomgebiedbeheerplannen De Europese kaderrichtlijn Water (2000/60/EG) stelt een wettelijk kader in om de waterkwaliteit te beschermen en te herstellen en het duurzame gebruik van water op lange termijn te garanderen. De richtlijn voorziet in een aanpak van het waterbeheer op het niveau van stroomgebieden (de natuurlijke geografische en hydrologische eenheden), stelt specifieke termijnen voor het bereiken van een goede toestand voor de watersystemen (zowel oppervlaktewater als grondwater) en voorziet een aantal afwijkingsmogelijkheden voor het behalen van die goede toestand. De maatregelen worden opgenomen in stroomgebiedbeheerplannen die voor het eerst dienden vastgesteld te zijn tegen eind 2009 en vervolgens om de zes jaar moeten herzien en opnieuw vastgesteld worden. De Europese Overstromingsrichtlijn (2007/60/EG) stelt een wettelijk kader in voor de beoordeling en het beheer van overstromingsrisico s om de negatieve gevolgen die overstromingen kunnen hebben voor de veiligheid van de mens, het milieu, het cultureel erfgoed en de economische bedrijvigheid te beperken, rekening houdende met klimaatverandering. De nadruk ligt daarbij op bescherming, preventie en paraatheid (voorspellingen). De maatregelen om die negatieve gevolgen te beperken, worden opgenomen in de overstromingsrisicobeheerplannen die voor het eerst dienen opgesteld te worden tegen eind 2015 en vervolgens om de zes jaar worden herzien. De kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn zijn in Vlaanderen omgezet via het decreet Integraal Waterbeleid van 18 juli Hierbij is er voor gekozen om de overstromingsrisicobeheerplannen te integreren in de stroomgebiedbeheerplannen Initiatiefnemer voor de stroomgebiedbeheerplannen De Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) is de bevoegde autoriteit voor de toepassing van de bepalingen van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn en staat in voor de voorbereiding van de stroomgebiedbeheerplannen. De CIW is een overlegplatform van de diverse beleidsdomeinen en bestuursniveaus die bij het waterbeleid betrokken zijn. Ook de waterbedrijven nemen deel aan het overleg. In de CIW zetelen: administraties en entiteiten van het Vlaamse Gewest uit de beleidsdomeinen: Leefmilieu, Natuur en Energie; Mobiliteit en Openbare Werken; Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed; Landbouw en Visserij; Economie, Wetenschap en Innovatie; De stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas 7

8 de lokale waterbeheerders via hun koepelorganisaties: Vereniging van de Vlaamse Provincies (VVP); Vereniging van de Vlaamse steden en Gemeenten (VVSG); Vereniging van de Vlaamse Polders en Wateringen (VVPW); de waterbedrijven via hun koepelorganisatie: AquaFlanders. Meer informatie over de samenstelling, de taken en de werking van de CIW is beschikbaar via Geografische situering Het plangebied bestrijkt het volledige Vlaamse Gewest. Vlaanderen maakt deel uit van vier internationale stroomgebieden: het stroomgebied van de Schelde, van de Maas, van de IJzer en van de Brugse Polders. Die stroomgebieden behoren op hun beurt tot twee internationale stroomgebiedsdistricten: het internationale stroomgebiedsdistrict van de Schelde - dat het stroomgebied van de Schelde en de kleinere stroomgebieden van de IJzer en de Brugse Polders omvat - en het internationale stroomgebiedsdistrict van de Maas. Binnen Vlaanderen zijn deze stroomgebiedsdistricten op basis van hydrografische en hydrogeologische criteria verder opgedeeld in 11 bekkens en 6 grondwatersystemen Stroomgebiedsdistrict Schelde Het internationale stroomgebiedsdistrict Schelde heeft een oppervlakte van bijna km², waarvan ongeveer een derde in Vlaanderen ligt. Het stroomgebiedsdistrict van de Schelde wordt in Vlaanderen gevormd door de rivieren de Schelde, de IJzer en hun zijrivieren en de Brugse Polders, samen met het bijbehorende grondwater en het kustwater. Het Vlaamse deel van het stroomgebiedsdistrict beslaat de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant en een deel van de provincies Antwerpen en vlimburg. Van de 308 Vlaamse gemeenten liggen er 270 volledig en 24 gedeeltelijk binnen het stroomgebiedsdistrict Schelde. Tien van de elf bekkens behoren tot het stroomgebiedsdistrict Schelde, namelijk de bekkens van IJzer, Brugse Polders, Gentse Kanalen, Benedenschelde, Leie, Bovenschelde, Dender, Dijle & Zenne, Demer en Nete. En vijf van de zes grondwatersystemen behoren tot het stroomgebiedsdistrict Schelde: het Kust- en Poldersysteem, het Centraal Vlaams systeem, het Sokkelsysteem, het Centraal Kempisch systeem en het Brulandkrijtsysteem. Door het overwegend vlakke reliëf zijn de rivieren laaglandwaterlopen met brede valleien en geringe stroomsnelheden en afvoer. Het Scheldestroomgebiedsdistrict is zeer dicht bevolkt en sterk verstedelijkt. Het gebied wordt verder gekenmerkt door een zeer dicht netwerk van transportwegen. Dit zorgt, bovenop de verstedelijking voor een sterke versnippering. In het district bevinden zich een aantal industriegebieden, waaronder de haven van Antwerpen als één van de belangrijkste ter wereld. Ook de hoofdzakelijk intensieve landbouw is prominent aanwezig en maakt iets minder dan de helft van het grondgebruik uit. Daartegenover zijn natuurgebieden schaars Stroomgebiedsdistrict Maas Het internationale stroomgebiedsdistrict Maas heeft een oppervlakte van ongeveer km², waarvan slechts km² in Vlaanderen ligt. Het stroomgebiedsdistrict van de Maas wordt in Vlaanderen gevormd door de Maas en zijn zijrivieren, samen met het bijbehorende grondwater. Het district vormt in Vlaanderen geen aaneengesloten geheel: een deel 8 De stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas

9 Figuur 2-1: De 11 bekkens en de voornaamste waterlopen in Vlaanderen Figuur 2-2: De 6 grondwatersystemen in Vlaanderen Westen Kust- en poldersysteem Centraal Vlaams Systeem Sokkelsysteem Oosten Maassysteem Centraal Kempisch Systeem Brulandkrijtsysteem De stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas 9

10 ligt in het noorden van de provincie Antwerpen, een tweede deel in het oosten van de provincie Limburg en een derde deel in Voeren. Van de 308 Vlaamse gemeenten liggen er 14 volledig en 24 gedeeltelijk binnen het stroomgebiedsdistrict Maas. Van de elf bekkens behoort enkel het Maasbekken tot het stroomgebiedsdistrict Maas. Van de zes grondwatersystemen behoren het volledige Maassysteem, een klein oostelijk deel van het Brulandkrijtsysteem en het noordelijk deel van het Centraal Kempisch systeem tot het stroomgebiedsdistrict Maas. Het reliëf in het Maasstroomgebiedsdistrict is overwegend vlak. Het district heeft een lagere bevolkingsdichtheid dan de rest van Vlaanderen. Ook het netwerk van transportwegen is er minder dicht. De voornaamste industriegebieden zijn gelegen langs de kanalen. Iets minder dan de helft van het grondgebied is in gebruik voor de in hoofdzaak intensieve landbouw. In verhouding zijn er iets meer natuurgebieden in het stroomgebiedsdistrict Maas De eerste generatie waterbeheerplannen De eerste Vlaamse stroomgebiedbeheerplannen werden op 8 oktober 2010 vastgesteld door de Vlaamse Regering. Naast de stroomgebiedbeheerplannen werden ook bekkenbeheerplannen en deelbekkenbeheerplannen opgemaakt en op 30 januari 2009 en 10 december 2010 vastgesteld door de Vlaamse Regering. Deze plannen bevatten een visie voor het waterbeheer in het bekken of deelbekken en vertalen deze visie naar de praktijk via concrete acties. De plannen zijn te raadplegen via De stroomgebiedbeheerplannen die nu in voorbereiding zijn, bouwen verder op de eerste generatie waterbeheerplannen. Ook voor de eerste generatie stroomgebiedbeheerplannen werd een milieubeoordeling uitgevoerd. In samenwerking met een MER-coördinator werd een Startnota in het kader van het uitwerken van de milieubeoordeling voor de maatregelenprogramma s voor de stroomgebiedbeheerplannen Schelde en Maas volgens het integratiespoor opgesteld en voor advies voorgelegd. Op 12/09/2008 formuleerde de dienst MER aanbevelingen voor de milieubeoordeling van de stroomgebiedbeheerplannen. De milieubeoordeling zelf werd opgenomen in het maatregelenprogramma bij de ontwerp stroomgebiedbeheerplannen. Op 12/12/2008 oordeelde de dienst MER dat de milieubeoordeling van de stroomgebiedbeheerplannen van voldoende kwaliteit was, waarna de ontwerpplannen (incl. de milieubeoordeling) via een openbaar onderzoek voor zes maanden aan de bevolking en adviesraden werden voorgelegd. Het dossier is te raadplegen via de MER-databank ( (dossiernummers PLMER-0075 en PLMER-0076) Inhoud en totstandkoming stroomgebiedbeheerplannen De timing die is vooropgesteld in de kaderrichtlijn Water voor de tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen is als volgt: uiterlijk op 22 december 2012 zorgen de lidstaten ervoor dat voor elk stroomgebiedsdistrict een tijdschema en werkprogramma voor het opstellen van het plan, met vermelding van de te nemen raadplegingsmaatregelen, wordt gepubliceerd en voor opmerkingen ter beschikking wordt gesteld van het publiek; uiterlijk op 22 december 2013 zorgen de lidstaten ervoor dat een tussentijds overzicht van de belangrijkste waterbeheerkwesties die zijn vastgesteld in het stroomgebied, waardoor de waterlichamen het risico 10 De stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas

11 lopen de goede toestand niet te zullen halen, gepubliceerd wordt en voor opmerkingen ter beschikking gesteld wordt van het publiek; uiterlijk op 22 december 2013 worden de analyses van de kenmerken van het stroomgebiedsdistrict, de beoordeling van de effecten van menselijke activiteiten, en de economische analyse van het watergebruik getoetst en zo nodig bijgewerkt; uiterlijk op 22 december 2014 zorgen de lidstaten ervoor dat de ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen worden gepubliceerd en voor opmerkingen ter beschikking gesteld van het publiek; uiterlijk op 22 december 2015 worden de stroomgebiedbeheerplannen en maatregelenprogramma s voor elk stroomgebiedsdistrict getoetst en zo nodig bijgesteld; uiterlijk op 22 maart 2016 wordt een afschrift van de tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen aan de Europese Commissie bezorgd; uiterlijk op 22 december 2018 wordt een tussentijds verslag over de voortgang in de uitvoering van de maatregelenprogramma s voorgelegd aan de Europese Commissie. De timing die is vooropgesteld in de Overstromingsrichtlijn voor de eerste generatie overstromingsrisicobeheerplannen is als volgt: uiterlijk op 22 december 2011 dragen de lidstaten er zorg voor dat de voorlopige overstromingsrisicobeoordeling voor elk stroomgebiedsdistrict voltooid is. De lidstaten kunnen echter besluiten om geen voorlopige overstromingsrisicobeoordeling te verrichten wanneer zij al vóór 22 december 2010 hebben vastgesteld dat er een potentieel significant overstromingsrisico bestaat of kan verwacht worden of wanneer zij al vóór 22 december 2010 hebben besloten om overstromingsgevaarkaarten en overstromingsrisicokaarten op te stellen en overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de richtlijn overstromingsrisicobeheerplannen op te stellen; uiterlijk op 22 december 2013 zorgen de lidstaten ervoor dat de overstromingsgevaarkaarten met de gebieden die kunnen overstromen bij een kleine, middelgrote en grote kans op overstromingen en de overstromingsrisicokaarten met de potentiële negatieve gevolgen van overstromingen ter beschikking gesteld worden van het publiek; uiterlijk op 22 december 2015 zijn de overstromingsrisicobeheerplannen voltooid en bekendgemaakt. Vlaanderen koos er voor om de overstromingsrisicobeheerplannen te integreren in de stroomgebiedbeheerplannen. Om redenen van efficiëntie en transparantie worden de waterbeheerkwesties (geïntegreerd in de waterbeleidsnota) gelijktijdig met het tijdschema en werkprogramma aan het publiek voorgelegd. Beide documenten liggen sinds 19 december 2012 voor zes maanden in openbaar onderzoek. Om meer ruimte te hebben voor de besluitvorming over de stroomgebiedbeheerplannen zal het openbaar onderzoek over de ontwerpen van de stroomgebiedbeheerplannen met een half jaar vervroegd worden en in de zomer van 2014 starten. De minimale inhoud van de stroomgebiedbeheerplannen is decretaal vastgelegd (via bijlage bij het decreet Integraal Waterbeleid). Een stroomgebiedbeheerplan beschrijft de algemene kenmerken van het stroomgebied en van de grond- en oppervlaktewaterlichamen, de belangrijkste economische sectoren in het stroomgebied, de invloed van deze sectoren op het watersysteem en de toekomstige ontwikkelingen. Er wordt een overzicht gegeven van de milieudoelstellingen voor de waterlichamen en de voornaamste menselijke activiteiten/ ingrepen die mee aan de basis liggen van de huidige (ontoereikende) toestand. Deze belastingen vormen een aanknooppunt voor het formuleren van maatregelen en acties. Daarnaast worden de meetnetten voor oppervlaktewater en grondwater beschreven en wordt aangegeven wat op basis van die meetnetten de huidige De stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas 11

12 toestand van de waterlichamen is. Ten slotte wordt beschreven op welke wijze bij de totstandkoming van het stroomgebiedbeheerplan invulling is gegeven aan inspraak en participatie. De tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen voor de periode bestaat uit volgende delen: het beheerplan voor het Vlaamse deel van het internationale stroomgebiedsdistrict Schelde; het beheerplan voor het Vlaamse deel van het internationale stroomgebiedsdistrict Maas; elf bekkenspecifieke delen; zes grondwatersysteemspecifieke delen; kaartenatlas(sen) (maximaal via een geoloket); waterlichaamfiches (enkel digitaal beschikbaar via een geoloket); een niet-technische samenvatting van de stroomgebiedbeheerplannen; het maatregelenprogramma voor Vlaanderen; actiefiches (enkel digitaal beschikbaar). Bijlage 1 bevat de inhoudsopgave voor de tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen. De plannen worden voorbereid door de CIW en de bekkenstructuren (voor de bekkenspecifieke delen) Inhoud en totstandkoming maatregelenprogramma De werkgroepen van de CIW en de bekkensecretariaten zullen in samenwerking met de waterbeheerders en andere bij het waterbeleid betrokken instanties een maatregelenprogramma en actiepakketten formuleren. Daarbij zullen ze rekening houden met de huidige toestand van de watersystemen en met de doelstellingen van de kaderrichtlijn Water en de Overstromingsrichtlijn. De maatregelen worden ingedeeld in 9 maatregelengroepen: 1. maatregelen voor toepassing van Europese wetgeving (groep 1); 2. maatregelen voor de realisatie van het kostenterugwinningsbeginsel en het de vervuiler-betaalt -principe (groep 2); 3. maatregelen met betrekking tot duurzaam watergebruik (groep 3); 4. maatregelen met betrekking tot beschermde gebieden en waterrijke gebieden (groep 4A grondwater en 4B oppervlaktewater); 5. maatregelen met betrekking tot kwantiteit (groep 5A grondwater en 5B oppervlaktewater); 6. maatregelen met betrekking tot overstromingen (groep 6); 7. maatregelen met betrekking tot verontreiniging (groep 7A grondwater en groep 7B oppervlaktewater); 8. maatregelen voor andere schadelijke effecten (groep 8A hydromorfologie en groep 8B waterbodem); 9. andere maatregelen om de milieudoelstellingen te bereiken (groep 9). Een ontwerp van maatregelenkorf is opgenomen als bijlage 2. Elke maatregel wordt verder geconcretiseerd in waterlichaamspecifieke, gebiedspecifieke en/of generieke acties. Acties kunnen beslist of bijkomend zijn: Besliste acties zijn acties waarvoor eind 2012 een engagement bestaat om de actie uit te voeren. Besliste acties worden niet meer in vraag gesteld tijdens het openbaar onderzoek. Een besliste actie kan lopend of gepland zijn. Een engagement houdt in dat de actie al een of ander besluitvormingsproces heeft doorlopen. Een voorbeeld van een besliste actie is een actie van een bekkenbeheerplan die nog moet opgestart worden of lopende is. Bijkomende acties zijn alle andere acties die naast de besliste acties nodig zijn om de goede toestand van de watersystemen op langere termijn te halen. Het gaat dus niet alleen om acties die zullen uitgevoerd worden in de planperiode De stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas

13 De stroomgebiedbeheerplannen zullen een brede range aan acties bevatten, van generieke acties (zoals wetgevende initiatieven) tot zeer lokale acties op het terrein (vb. het wegwerken van een vismigratieknelpunt), van acties die al in uitvoering of in voorbereiding zijn tot nieuwe acties. De acties voor de tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen zijn op dit moment nog niet gekend, maar zullen in de lijn liggen van de eerste generatie waterbeheerplannen. Voor elke actie komt er een actiefiche met een beschrijving van de actie, het waterlichaam waarbinnen de actie gesitueerd is, informatie over de timing en de financiering van de actie, de criteria op basis waarvan de actie zal geprioriteerd worden, De actiefiches worden enkel digitaal beschikbaar gesteld als een bijlage bij de stroomgebiedbeheerplannen. De wijze waarop acties worden uitgevoerd (vb. het vismigratieknelpunt aanpakken via een vistrap of door het aanleggen van een nevengeul) kan sterk verschillen van waterlichaam tot waterlichaam en zal voor acties op de (middel)lange termijn vaak nog niet gekend zijn. Ook de exacte locatie zal vaak nog niet gekend zijn. Uit de eerste generatie stroomgebiedbeheerplannen blijkt dat in Vlaanderen bijna alle waterlichamen (grondwater en oppervlaktewater) het risico lopen de goede toestand niet te zullen halen op basis van de maatregelen en acties die al zijn vastgelegd. Daarom dient gezocht naar bijkomende acties die het mogelijk moeten maken om een goede watertoestand op langere termijn te realiseren. Ook voor een betere bescherming tegen wateroverlast zijn bijkomende acties nodig. De stroomgebiedbeheerplannen zullen ook acties bevatten die bijdragen tot de implementatie van andere regelgeving, plannen of programma s. Zo zullen de stroomgebiedbeheerplannen onder meer acties bevatten om watergerelateerde instandhoudingsdoelstellingen voor Speciale Beschermingszones (SBZ) te realiseren. Binnen de CIW en de bekkenstructuren wordt eerst een overzicht opgemaakt van acties die nodig zijn om een goede toestand van de watersystemen te behalen. Het gaat om meer acties dan de acties die kunnen/zullen uitgevoerd worden in de periode De Europese kaderrichtlijn Water beschouwt een kosteneffectiviteitsanalyse als een belangrijk beleidsondersteunend instrument bij het opstellen van maatregelenprogramma s om een goede watertoestand te bereiken. Om tot een kosteneffectieve combinatie van maatregelen/acties te komen, wordt de kosteneffectiviteit van de potentiële bijkomende acties vergeleken. Op basis van de kostprijs van de actie, de bijdrage van de actie tot de realisatie van de (milieu-) doelstellingen van het watersysteem en andere criteria zoals de uitvoerbaarheid, het maatschappelijk draagvlak, de samenhang met andere acties, het effect op meerdere compartimenten van het watersysteem, het belang voor adaptatie aan klimaatverandering, worden de bijkomende acties geprioriteerd en kunnen de meest effectieve en de meest haalbare acties worden geselecteerd. In functie van de betaalbaarheid voor de overheid en de doelgroepen (disproportionaliteitsanalyse) worden een aantal scenario s van actiepakketten samengesteld waarbij telkens de betaalbaarheid van het pakket wordt geëvalueerd en waarbij ingeschat wordt wat de toestand in het stroomgebied zou zijn na uitvoering van het betreffende actiepakket. Voor oppervlaktewaterkwaliteit en waterbodems gebeurt de beoordeling van de kosteneffectiviteit en (eventuele) disproportionaliteit van maatregelen-/actiepakketten met behulp van de Maatregelenkostenmodule Water van het VITO ( De stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas 13

14 De Maatregelenkostenmodule Water bestaat uit twee delen: 1. een databank met informatie over kosten en effecten van maatregelen en maatschappelijk-economische baten van de bereikte toestand en dit op verschillende ruimtelijke detailniveaus, gaande van de (Vlaamse) waterlichamen tot stroomgebieden of het Vlaamse Gewest; 2. een optimalisatiemodule, die de meest kostenefficiënte combinatie van maatregelen bepaalt om meerdere doelstellingen voor de watersystemen gelijktijdig te bereiken. Milieuaspecten waarop het instrument zich richt, zijn in eerste instantie oppervlaktewaterkwaliteit (fysisch-chemisch, prioritaire stoffen, ecologie) en waterbodems. Uitbreiding van het instrument naar andere wateraspecten zoals oppervlaktewaterkwantiteit (laagwater, watergebruik, overstromingen), grondwater en hydromorfologie is voorzien. Voor acties ter beperking van schade door overstromingen is een methodiek uitgewerkt om economische en sociale (mentale en/of fysieke gevolgen) schade van overstromingen te kunnen berekenen. Op basis van deze methodiek worden verschillende combinaties van preventie-, beschermings- en paraatheidsmaatregelen vergeleken op hun monetaire en sociale impact. Met behulp van een multicriteria analyse worden ook de impact op leefmilieu (meer specifiek de impact op de vegetatie in de waterloop en in het valleigebied en de natuurlijkheid van de actie) en het cultureel erfgoed meegenomen. Eén of meerdere scenario s van mogelijke maatregelenprogramma s worden opgenomen in de ontwerp stroomgebiedbeheerplannen en aan het publiek voorgelegd. Mede op basis van de adviezen en opmerkingen van het openbaar onderzoek wordt uiteindelijk één maatregelenprogramma aan de Vlaamse Regering voorgesteld Juridisch en beleidsmatig kader De kaderrichtlijn Water, de Overstromingsrichtlijn en de Vlaamse omzetting via het decreet Integraal Waterbeleid vormen het juridische kader voor de stroomgebiedbeheerplannen. Ook binnen andere kaders is beleid vastgelegd en zijn besluiten genomen m.b.t. watersystemen. Deze juridische en beleidsmatige randvoorwaarden zijn opgenomen als bijlage 3. Hierbij wordt opgemerkt dat enkel deze randvoorwaarden zijn opgenomen die op het schaalniveau van de stroomgebiedbeheerplannen als relevant kunnen beschouwd worden en waarvoor het nuttig kan worden geacht om in het kader van de stroomgebiedbeheerplannen een toetsing te doen. 14 De stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas

15 3. Milieueffectrapportage voor plannen De Europese m.e.r.-richtlijn (2001/42/EG) verplicht een milieubeoordeling voor plannen waarin keuzes worden gemaakt die uiteindelijk kunnen leiden tot activiteiten met mogelijke gevolgen voor het milieu. In Vlaanderen is deze richtlijn geïmplementeerd in het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid. Het decreet bevat de procedure voor de milieueffectrapportage voor plannen (plan-m.e.r.). Het bijbehorende milieueffectrapport heet plan-mer Toetsing aan de MER-plicht Het decreet van 27 april 2007 houdende wijziging van titel IV van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en van artikel 36ter van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (kortweg plan-m.e.r.-decreet) stelt dat een plan onderhevig is aan de plan-m.e.r.-plicht als: het een kader vormt voor vergunningen in het kader van projecten uit bijlagen I en II van het project-merbesluit of voor projecten opgesomd in de bijlage bij omzendbrief LNE 2011/1 (zie bijlage 4); en/of een passende beoordeling nodig is omwille van mogelijke betekenisvolle effecten op Speciale Beschermingszones. De stroomgebiedbeheerplannen van Schelde en Maas omvatten samen het volledige grondgebied van het Vlaamse Gewest. Aangezien er in het Vlaamse Gewest verschillende Speciale Beschermingszones liggen die verbonden zijn met de watersystemen van de Schelde en de Maas (zie bijlage 5), kan er van uit gegaan worden dat een passende beoordeling noodzakelijk zal zijn. Er kan ook gesteld worden dat de stroomgebiedbeheerplannen hoogstwaarschijnlijk een kader zullen vormen voor vergunningen in het kader van projecten uit de bijlagen I en II van het project-mer-besluit of voor projecten uit de bijlage bij de omzendbrief LNE 2011/01 (Het besluit van de Vlaamse Regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening is in voorbereiding (1 ste principiële goedkeuring op 25 mei 2012)). Maatregelen, zoals het verbeteren van de structuurkwaliteit van waterlopen of waterbeheersingswerken, die zullen voortvloeien uit de stroomgebiedbeheerplannen zullen waarschijnlijk leiden tot bijlage II-projecten overeenkomstig het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004 en/of (toekomstige) bijlage III-projecten Plan-m.e.r. volgens de generieke procedure De opmaak van een plan-mer wordt opgedeeld in verschillende fasen: 1. Kennisgeving Een eerste stap bestaat uit het schrijven van een kennisgeving, waarmee het publiek in kennis wordt gesteld van het feit dat de milieueffecten van een plan onderzocht zullen worden en in een plan-mer zullen worden neergeschreven. 2. Terinzagelegging van de volledig verklaarde kennisgeving (19 dec febr. 2013) Het publiek kan op de inhoud van de kennisgeving reageren. Ook betrokken overheidsinstanties en openbare besturen krijgen de gelegenheid advies uit te brengen over de kennisgeving. De kennisgeving voor de milieubeoordeling van de stroomgebiedbeheerplannen ligt nog tot 18 februari 2013 ter inzage. Eventuele opmerkingen en adviezen kunnen overgemaakt worden aan het stads- of gemeentebestuur of aan de dienst MER. 3. Richtlijnen voor het plan-mer Op basis van de ontvangen opmerkingen en adviezen zal de dienst MER richtlijnen formuleren voor de milieubeoordeling van de stroomgebiedbeheerplannen. Milieueffectrapportage voor plannen 15

16 4. Opstellen van het plan-mer (voorjaar 2013 medio 2014) Het plan-mer wordt opgesteld onder leiding van een erkende MER-coördinator. Na goedkeuring van het plan- MER door de dienst MER zal het plan-mer geïntegreerd worden in de ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas. 5. Terinzagelegging van het ontwerp stroomgebiedbeheerplan (incl. plan-mer) (medio 2014 eind 2014) De ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas zullen medio 2014 voor een periode van zes maanden ter inzage gelegd worden in elke Vlaamse gemeente en via de website De milieu beoordeling zal integraal deel uitmaken van de ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen. 6. Doorwerking van het plan-mer Na het openbaar onderzoek over de ontwerp stroomgebiedbeheerplannen bundelt, coördineert en onderzoekt de CIW de ingebrachte opmerkingen en adviezen, samen met de bekkenstructuren die instaan voor het onderzoek van de ingebrachte opmerkingen en adviezen over de bekkenspecifieke delen. De CIW past op basis van de ontvangen opmerkingen en adviezen de ontwerpplannen waar nodig aan en legt de definitieve ontwerpen van de stroomgebiedbeheerplannen voor aan de Vlaamse Regering die ze uiterlijk eind 2015 zal vaststellen Relatie met andere en latere m.e.r.-procedures Sommige acties die in het stroomgebiedbeheerplan zullen opgenomen worden, behoren tot een programma of een grootschalig project waarvoor reeds een m.e.r.-procedure is doorlopen. Als voorbeeld worden de acties die in het stroomgebiedbeheerplan zullen opgenomen worden van het Geactualiseerde Sigmaplan en van het Kustveiligheidsplan aangehaald. Voor deze plannen is al een plan-mer opgemaakt en goedgekeurd. Zoals aangegeven worden de acties na goedkeuring van de stroomgebiedbeheerplannen verder uitgewerkt tot op een niveau dat in uitvoering kan gebracht worden. In het kader hiervan zullen ongetwijfeld nog MER s (dienen te) worden opgesteld. Afhankelijk van het soort actie of de situatie kunnen dit plan-mer s, project- MER s, ontheffingsaanvragen project-mer s, screenings project-mer s of screenings plan-mer s zijn. Bij de uitwerking van deze MER s worden de acties, die dan meer concreet zijn uitgewerkt, onderworpen aan een meer uitgebreide milieubeoordeling Samenstelling van het team van deskundigen Het team van deskundigen dat de milieubeoordeling zal opmaken, bestaat uit volgende personen: Discipline Deskundige Erkenningsnummer Erkend tot Coördinator Paul Arts Mens (ruimtelijke aspecten) Paul Arts MB/MER/EDA/664-V1 Onbepaalde duur Mens (mobiliteit) Jan Parys MB/MER/EDA/438/V3 28/02/2014 Bodem Gert Pauwels MB/MER/EDA/650-V1 11/09/2015 Water Gert Pauwels MB/MER/EDA/650-B Onbepaalde duur Geluid en trillingen Christian Busschots MB/MER/EDA/371-V3 15/05/2013 Lucht Dirk Dermaux MB/MER/EDA/645-V1 27/09/2015 Flora en fauna Kristof Goemaere MB/MER/EDA /01/2016 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Paul Arts MB/MER/EDA/664-B Onbepaalde duur 16 Milieueffectrapportage voor plannen

17 3.5. Werkwijze plan-m.e.r. De stroomgebiedbeheerplannen zullen een uitgebreide lijst van acties bevatten. Deze acties zijn deels nieuw, maar vloeien ook deels voort uit de huidige waterbeheerplannen die nog in uitvoering zijn en uit andere plannen. Enkel de acties die nieuw zijn en waarover nog geen beslissing is genomen in een ander kaderstellend plan, de zogenaamde bijkomende acties, worden meegenomen in de milieubeoordeling Het studiegebied Het studiegebied omvat het volledige plangebied (zijnde de Vlaamse delen van de stroomgebiedsdistricten van Schelde en Maas), uitgebreid met de gebieden waar zich grensoverschrijdende effecten kunnen voordoen (Nederland, Frankrijk, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waalse Gewest) Alternatieven Volgens de m.e.r.-regelgeving dient in een plan-mer een schets van de beschikbare alternatieven voor het voorgenomen plan of programma of onderdelen ervan weergegeven te worden. Het betreft alternatieven inzake doelstellingen, locaties en wijze van uitvoering of inzake de bescherming van het milieu. Op basis van de doelstellingen en methodiek voor het opstellen van de stroomgebiedbeheerplannen mag ervan uitgegaan worden dat het stroomgebiedbeheerplan voornamelijk milieuvriendelijke maatregelen en acties bevat. Bovendien kan er voor de meeste maatregelen/acties wel een alternatieve maatregel/actie bedacht worden, wat tot een zeer groot aantal planalternatieven zou leiden (en in de praktijk niet meer te overzien zou zijn). De milieubeoordeling is voornamelijk gericht op het signaleren van mogelijke negatieve milieueffecten. Indien van een in het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan voorgenomen actie in het kader van de milieubeoordeling of het openbaar onderzoek over het ontwerpplan duidelijk wordt dat er zeer waarschijnlijk significante negatieve milieueffecten te verwachten zijn, zal de initiatiefnemer zich op dat moment de principiële vraag stellen of er een milieuvriendelijker alternatief denkbaar en mogelijk is, dat kan voorgesteld worden in het definitieve ontwerp stroomgebiedbeheerplan. Omwille van het grote aantal acties en het feit dat de maatregelen/acties meestal verder dienen geconcretiseerd te worden tot op een niveau dat in uitvoering kan worden gebracht, worden in de milieubeoordeling ook geen alternatieven op het vlak van locatie, wijze van uitvoering, voor specifieke maatregelen/acties in beschouwing genomen. Het te beschouwen nulalternatief kan als volgt worden gedefinieerd: de stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas worden niet uitgevoerd. Aangezien dat nulalternatief niet voldoet aan de doelstelling opgenomen in de relevante regelgeving inzake integraal waterbeleid, die volgt uit de Europese regelgeving, wordt dit niet als een reëel alternatief beschouwd, maar als nulsituatie. Een milieubeoordeling van het nulalternatief als dusdanig wordt niet uitgevoerd. De milieubeoordeling zal de mogelijke gevolgen van de bijkomende acties t.o.v. de referentiesituatie beschrijven Referentiesituatie en geplande situatie In een plan-mer worden nieuwe voorgenomen activiteiten van een plan beoordeeld ten opzichte van een referentiesituatie. De referentiesituatie kan in het kader van deze milieubeoordeling aanzien worden als zijnde de toestand van het stroomgebied waarbij de besliste acties reeds zijn uitgevoerd en/of zijn geïmplementeerd. (zie ook 2.5 Inhoud en totstandkoming maatregelenprogramma) Milieueffectrapportage voor plannen 17

18 In het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan zal een beschrijving van de huidige toestand van de watersystemen opgenomen worden voor het jaar 2012 op basis van de resultaten van de diverse meetnetten voor oppervlaktewater en grondwater. Daarnaast zal voor een aantal scenario s van maatregelenprogramma s ingeschat worden wat de toestand van het watersysteem zal zijn in Eén van die scenario s is een inschatting van de toestand van de watersystemen in 2021, waarbij het effect van besliste acties op de toestand van de watersystemen reeds in rekening is gebracht. Deze informatie zal in gesynthetiseerde vorm overgenomen worden in het plan-mer. Voor de overige MER-disciplines wordt voor de beschrijving van de referentiesituatie gebruik gemaakt van de MIRA-rapporten die de toestand van het milieu in Vlaanderen beschrijven, analyseren en evalueren. De geplande situatie omvat de situatie tijdens en na de uitvoering van alle geselecteerde aanvullende maatregelen Werkingssfeer van het MER Voor de milieubeoordeling zijn enkel de technische acties uit de ontwerp stroomgebiedbeheerplannen relevant. In de stroomgebiedbeheerplannen zullen ook studies, onderzoeken en administratieve maatregelen (vb. handhaving) opgenomen worden. Aangezien die geen fysieke effecten in het watersysteem teweeg brengen, worden die niet beoordeeld. Bij de technische acties wordt onderscheid gemaakt in: acties die behoren tot bijlage I of II van het project-m.e.r.-besluit; ruimtelijk lokaliseerbare acties die behoren tot de projecten opgesomd in de bijlage bij de omzendbrief LNE 2011/1; niet ruimtelijk lokaliseerbare acties die behoren tot de projecten opgesomd in de bijlage bij de omzendbrief LNE 2011/1; niet m.e.r-plichtige acties. Bijlage I en II acties worden individueel beoordeeld op hun milieueffecten, evenals de ruimtelijk lokaliseerbare acties die behoren tot de projecten opgesomd in de bijlage bij de omzendbrief LNE 2011/1. De overige acties (acties die niet m.e.r.-plichtig zijn en niet ruimtelijk lokaliseerbare acties die behoren tot de projecten opgesomd in de bijlage bij de omzendbrief LNE 2011/1) worden geclusterd per maatregel, waarna de effectbeoordeling per maatregel gebeurt. De beoordeling gebeurt telkens ten opzichte van de referentiesituatie. In de milieubeoordeling zal per maatregel een overzicht gegeven worden van de acties die nadere invulling geven aan de maatregel, waarbij wordt aangegeven: of het om een besliste actie (referentiesituatie) gaat of een bijkomende actie; of het om een administratieve actie gaat; of het om een actie gaat die valt onder bijlage I of II van het project-m.e.r.-besluit; of het om een ruimtelijk lokaliseerbare actie gaat die behoort tot de projecten opgesomd in de bijlage bij de omzendbrief LNE 2011/1; of het niet om een andere actie gaat. 18 Milieueffectrapportage voor plannen

19 Tabel 3-1: Structuur van de overzichtstabel van de acties naar type. Maatregel/Actie Administratieve actie Actie die valt onder bijlage I of II van het project-m.e.r. besluit Maatregel X (individuele beoordeling) Ruimtelijk lokaliseerbare actie die behoort tot de projecten opgesomd in de bijlage bij de omzendbrief LNE 2011/1 (individuele beoordeling) Overige acties (geclusterde beoordeling op maatregel-niveau) Bv. Maatregel 8A_C: Herstel van vrije vismigratie door het wegwerken van vismigratieknelpunten Besliste acties, behorend tot referentiesituatie Bijkomende acties Actie a Actie b Actie c Actie d Actie e Actie f - Actie g Bv. Herzien van de lijst van prioritaire vismigratieknelpunten Bv. Wegwerken van het vismigratieknelpunt op waterloop X gelegen in bijzonder beschermd gebied Y door omlegging Bv. Wegwerken van het vismigratieknelpunt op waterloop X ter hoogte van Y door aanleg van een vistrap Relevante disciplines In een MER worden de effecten van het plan op de verschillende disciplines onderzocht. Voor de evaluatie van de mogelijke effecten die de stroomgebiedbeheerplannen kunnen teweegbrengen, worden volgende disciplines als relevant beschouwd: water: grondwater en oppervlaktewater; fauna & flora en biodiversiteit; bodem; lucht; mens (gezondheid en veiligheid, ruimtelijke aspecten, socio-organisatorische aspecten); geluid; landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie. Deze als relevant beschouwde disciplines zullen in het MER onderzocht worden. Milieueffectrapportage voor plannen 19

20 Tabel 3-2: Relevante disciplines voor milieubeoordeling stroomgebiedbeheerplannen Discipline Beoordelingscriterium Kwalitatieve beoordelingsmethode Water Biodiversiteit en Fauna & flora Bodem Oppervlaktewater: Waterhuishouding Waterkwaliteit Structuur waterlopen Grondwater: Grondwaterkwaliteit In welke mate heeft het voorstel een potentiële impact op verbetering van chemische en fysico-chemische waterkwaliteit verbetering van structuurkwaliteit van waterlopen kwantitatieve toestand van water draagt bij tot adaptatie aan klimaatverandering. Grondwaterkwantiteit Beschermde soorten en ecosystemen herstel en bescherming van beschermde gebieden (Habitatrichtlijn-, VEN-gebieden) Biodiversiteit afname van versnippering Bodemstructuur Grondverzet ontwikkeling van natuur die kenmerkend is voor gebied verbetering van bodemkwaliteit afname van erosie verbetering waterbodemkwaliteit Lucht Klimaatverandering (mitigatie) heeft een negatief effect op klimaat Mens Veiligheid verhoging van veiligheid t.a.v. overstromingen Gezondheid bescherming van zwemwateren en drinkwaterwingebieden Gebruiksfuncties inperking van het watergebruik door sectoren Watergebruik door sectoren Recreatie en belevingswaarde Scheepvaart nieuwe mogelijkheden voor (zachte) recreatie belevingswaarde van water kansen/belemmering beroepsscheepvaart Ruimtelijke aspecten impact op bodemgebruik (vb. grondinname) impact op bebouwde omgeving (vb. bouwbeperkingen) Socio-economische aspecten hinder voor mobiliteit Geluid hinder voor omwonenden Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie verstoring van natuurgebieden Cultureel erfgoed bescherming van cultureel erfgoed Landschap verbetering van landschappelijke kwaliteit De effecten m.b.t. geluid, grondverzet en mobiliteit zijn in hoofdzaak gebonden aan de aanleg- of bouwfase en dus tijdelijk van aard. De disciplines, licht, warmte en straling, en aanspraak op energie- en grondstofvoorraden worden niet weerhouden als relevante disciplines. Bij de verdere uitwerking van acties uit de stroomgebiedbeheerplannen tot op een niveau dat in uitvoering kan gebracht worden, zullen de acties indien nodig onderworpen worden aan een meer uitgebreide milieubeoordeling, waarbij op dat moment wordt beoordeeld welke disciplines relevant zijn voor de betreffende actie. 20 Milieueffectrapportage voor plannen

21 Methodologie effectbeschrijving en beoordeling In de milieubeoordeling zal een bespreking, beoordeling en evaluatie van mogelijke effecten van de voorgestelde bijkomende acties voor de planperiode uit de ontwerp stroomgebiedbeheerplannen gebeuren en dit voor de relevant geachte disciplines. De milieubeoordeling is voornamelijk gericht op het signaleren van mogelijke negatieve milieueffecten. Indien van een in het stroomgebiedbeheerplan voorgenomen actie een significant negatief milieueffect verwacht wordt, wordt op dit abstractieniveau de principiële vraag gesteld of er een alternatief denkbaar en mogelijk is (zie Alternatieven). De beschrijving en beoordeling van de te verwachten milieueffecten zal per maatregel of actie gebeuren (zie Werkingssfeer van het MER). Per discipline zal aangegeven worden of de maatregel/actie een positieve of negatieve invloed kan/zal hebben. Gezien het hoge abstractieniveau is gekozen voor een kwalitatieve beoordeling op basis van een 5-delige schaal: groot negatief effect (--): negatieve effecten die permanent en groot in omvang zijn; klein negatief effect (-): negatieve effecten die permanent maar klein in omvang zijn of effecten die tijdelijk van aard zijn en klein/groot in omvang zijn; geen effect (0); klein positief effect (+): positieve effecten die permanent maar klein in omvang zijn of effecten die tijdelijk van aard zijn en klein/groot in omvang zijn; groot positief effect (++): positieve effecten die permanent en groot in omvang zijn. Naast het effectenoordeel volgens de 5-punten waardeschaal, wordt ook een beknopte beschrijving van de mogelijke effecten (aan de hand van sleutelwoorden) voor de MER-disciplines weergegeven. Voor de acties die op maatregelniveau beoordeeld worden, wordt de effectbeoordeling voorgesteld in tabelvorm met de maatregelen/acties in de rijen en de MER-disciplines in de kolommen en waarbij de toegekende scores worden aangevuld met een (zeer) beknopte effectbeschrijving. Voor de bijlage I of II-acties en ruimtelijk lokaliseerbare acties die behoren tot de projecten opgesomd in de bijlage bij de omzendbrief LNE 2011/1, die individueel en daardoor meer uitgebreid beoordeeld worden, wordt de milieubeoordeling weergegeven in fichevorm. Tevens wordt voorgesteld om een screening te doen naar de Verscherpte natuurtoets en de Passende beoordeling en aan te geven of de kans bestaat dat deze in een latere fase vermoedelijk zullen moeten uitgevoerd worden, volgens de gangbare werkwijze. Deze screening wordt weergegeven in de tabellen en fiches onder de MER-discipline fauna en flora. Hierna een fictief voorbeeld voor de milieubeoordeling van de maatregel 8A_C Herstel van vrije vismigratie door het wegwerken van vismigratieknelpunten. De wijze waarop de maatregel uitgevoerd wordt, kan sterk verschillen van waterlichaam tot waterlichaam. Zo zal de impact sterk verschillend zijn naargelang het migratieknelpunt wordt opgelost met de aanleg van een nevengeul of met de aanleg van een vistrap. Ook de exacte locatie van de uitvoering van de maatregel binnen Milieueffectrapportage voor plannen 21

22 de afstroomgebieden van de waterlichamen zal vaak nog niet gekend zijn. De effecten van de maatregel zullen bijgevolg sterk locatieafhankelijk zijn. Tabel 3-3: Voorbeeld waarin wordt aangetoond dat milieubeoordeling sterk afhangt van locatie en uitvoeringswijze maatregel Discipline Typering mogelijk milieueffecten Waardeoordeel milieubeoordeling Milieubeoordeling Het saneren van een vismigratieknelpunt behoort niet tot bijlage I of II van het project-mer-besluit of de bijlage bij de omzendbrief LNE 2011/1 Water Situatieafhankelijk: opstuwing, grotere afvoermogelijkheden Biodiversiteit en Fauna & flora Ontsnippering Situatieafhankelijk: toename habitatdiversiteit Situatieafhankelijk: van klein positief, geen, tot klein negatief Vistrappen zorgen voor een vorm van stuwing. Wanneer er besloten wordt om een nevengeul of bypass in te schakelen, dan is er sprake van een debietsvermindering op de hoofdwaterloop die bij droge periodes een mogelijke invloed heeft op het waterpeil. Het inschakelen van een nevengeul of een oude meander heeft een mogelijk effect op de grondwatertafel, op de waterhuishouding in de omliggende gebieden. Groot positief Het saneren van een vismigratieknelpunt heeft een uitgesproken positief effect op de aanwezige vispopulaties. Het inschakelen van een nevengeul of bypass kan voor een toename van de structuurkwaliteit van de waterloop zorgen met een mogelijke toename van de habitatdiversiteit en de biodiversiteit tot gevolg. Bodem Situatieafhankelijk: vergraving Klein negatief Lucht Mitigatie Geen Mens Situatieafhankelijk: grondinname Klein negatief Voor het aanleggen van een vispassage of voor het inschakelen van een nevengeul of bypass dienen soms gronden onteigend te worden, wat grondverlies voor de eigenaar/gebruiker van het perceel betekent. Geluid Situatieafhankelijk: geluidshinder Klein negatief Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Situatieafhankelijk: Versterking/verstoring landschapstructuur Afhankelijk van ligging project t.o.v. woonkernen en natuurgebieden kan zich geluidshinder tijdens werken voordoen. Situatieafhankelijk: van klein positief, geen, tot klein negatief Een goed ingepaste bypass of de inschakeling van een oude meander kan de landschapskwaliteit doen toenemen. Indien voor een vistrap (die minder ruimte nodig heeft) wordt gekozen, dan zal de invloed op de landschapswaarde quasi nihil zijn. Screening in het kader van Verscherpte natuurtoets en Passende beoordeling Verscherpte Kans bestaat dat een Natuurtoets in een latere fase zal dienen uitgevoerd te worden. natuurtoets Dit is het geval indien de vismigratievoorziening in VEN gebied wordt ingeplant. Passende beoordeling Kans bestaat dat een Passende Beoordeling in een latere fase zal dienen uitgevoerd te worden. Dit is het geval indien de vismigratievoorziening in een SBZ wordt ingeplant. Gezien het abstractieniveau van het maatregelenprogramma zullen tijdelijke milieueffecten die kunnen optreden tijdens de bouw- en/of aanlegfase niet altijd in beschouwing kunnen genomen worden. Effecten m.b.t. geluid, grondverzet en mobiliteit zijn in hoofdzaak gebonden aan de aanleg- of bouwfase en dus tijdelijk van 22 Milieueffectrapportage voor plannen

Organisatie van het waterbeleid: twijfelvragen over (de)centraliseren. 04 december 2015 John Emery (Vlaamse Milieumaatschappij, CIW secr.

Organisatie van het waterbeleid: twijfelvragen over (de)centraliseren. 04 december 2015 John Emery (Vlaamse Milieumaatschappij, CIW secr. Organisatie van het waterbeleid: twijfelvragen over (de)centraliseren 04 december 2015 John Emery (Vlaamse Milieumaatschappij, CIW secr.) 1 Inhoud INTEGRAAL WATERBELEID in VLAANDEREN 1. Een integrale aanpak

Nadere informatie

Tijdschema en werkprogramma voor de opmaak van de tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen

Tijdschema en werkprogramma voor de opmaak van de tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen Tijdschema en werkprogramma voor de opmaak van de tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen In openbaar onderzoek van 19 december 2012 tot 18 juni 2013 Colofon Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid

Nadere informatie

Integraal Waterbeleid in Vlaanderen. Mieke De Leeuw Grenzeloze Schelde vzw

Integraal Waterbeleid in Vlaanderen. Mieke De Leeuw Grenzeloze Schelde vzw Integraal Waterbeleid in Vlaanderen Mieke De Leeuw Grenzeloze Schelde vzw Integraal Waterbeleid in Vlaanderen Europese Kaderrichtlijn Water (23/12/2000) Doel : goede toestand tegen 2015 Middel : - stroomgebiedbeheerplannen

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen (4)

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf - Diensthoofd Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 53907 GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE N. 2010 2874 VLAAMSE OVERHEID 16 JULI 2010.

Nadere informatie

MILIEUBEOORDELING STROOMGEBIEDBEHEERPLAN- NEN Kennisgeving, april 2019

MILIEUBEOORDELING STROOMGEBIEDBEHEERPLAN- NEN Kennisgeving, april 2019 MILIEUBEOORDELING STROOMGEBIEDBEHEERPLAN- NEN 2022 2027 Kennisgeving, april 2019 DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Milieubeoordeling stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027, kennisgeving Inhoud Dit document vormt

Nadere informatie

Milieukwantiteit: van doelstelling tot actieprogramma

Milieukwantiteit: van doelstelling tot actieprogramma Milieukwantiteit: van doelstelling tot actieprogramma Sven Verbeke, VMM, co-voorzitter CIW WG Waterkwantiteit 12 januari 2015, Hoorzitting Raden Overzicht Kader Visie Methodiek en resultaten Toekomst Kader

Nadere informatie

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT?

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT? HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT? 1. Wat is een milieueffectrapport? Er wordt een bepaald project of plan opgevat in uw gemeente. De uitvoering daarvan zal mogelijk effecten

Nadere informatie

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving WOORD VOORAF: Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving De bedoeling van dit voorwoord is om een kort overzicht te geven van de mer-procedure. Tevens

Nadere informatie

pagina 1 van 6 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de geografische indeling van watersystemen en de organisatie van het integraal waterbeleid in uitvoering van Titel I van het decreet van 18 juli

Nadere informatie

Water in Vlaanderen: van integraal beleid naar beheer

Water in Vlaanderen: van integraal beleid naar beheer Water in Vlaanderen: van integraal beleid naar beheer Didier D hont Afdelingshoofd Integraal Waterbeleid VMM Juridisch kader: Europees aangestuurd Kaderrichtlijn Water (2000) Goede toestand 2015 / uitstel

Nadere informatie

Advies Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet integraal waterbeleid met het oog op de omzetting van de Europese overstromingsrichtlijn

Advies Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet integraal waterbeleid met het oog op de omzetting van de Europese overstromingsrichtlijn Advies Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet integraal waterbeleid met het oog op de omzetting van de Europese overstromingsrichtlijn Minaraad, 28 januari 2010 SERV, 29 januari 2010 Contactpersoon

Nadere informatie

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas. Integrale waterbeheerplannen voor Vlaanderen

Stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas. Integrale waterbeheerplannen voor Vlaanderen Stroomgebiedbeheerplannen voor Schelde en Maas Integrale waterbeheerplannen voor Vlaanderen Woord vooraf Beste lezer, Van 16 december 2008 tot en met 15 juni 2009 loopt in Vlaanderen het openbaar onderzoek

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

Infomoment Verapazbrug

Infomoment Verapazbrug Infomoment Verapazbrug Toelichting kennisgevingsnota project-mer 08 december 2015 P/A BOVA ENVIRO+ NV WELLINGSTRAAT 102 9070 DESTELBERGEN Tel.: + 32 9 328 11 40 - Fax: + 32 9 328 11 50 Inhoud Mer: wat

Nadere informatie

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN MONITEUR BELGE 02.12.2005 BELGISCH STAATSBLAD 52081 GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE

Nadere informatie

Het verbeteren van de ecologische toestand van de oppervlaktewaterlichamen op basis van rivierecosysteemontwikkeling en biodiversiteit

Het verbeteren van de ecologische toestand van de oppervlaktewaterlichamen op basis van rivierecosysteemontwikkeling en biodiversiteit ScaldWIN WP1 1 ScaldWIN - WP1 Doelstelling : Het verbeteren van de ecologische toestand van de oppervlaktewaterlichamen op basis van rivierecosysteemontwikkeling en biodiversiteit 2 ScaldWIN - WP1 WP1

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex

Nadere informatie

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN bvba Advies Ruimtelijke Kwaliteit (bvba ARK) Augustijnenlaan

Nadere informatie

9 SEPTEMBER 2005: BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN HET INTEGRAAL WATERBELEID

9 SEPTEMBER 2005: BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN HET INTEGRAAL WATERBELEID 9 SEPTEMBER 2005: Besluit Vlaamse regering betreffende de geografische indeling en organisatie Laatste aanpassing: 29/05/2009 9 SEPTEMBER 2005: BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING BETREFFENDE DE ORGANISATIE

Nadere informatie

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 BRUSSEL Tel. (02)553 80 79 - Fax (02)553 80 75 www.mervlaanderen.be Verzoek tot ontheffing van

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Europese Kaderrichtlijn Water

Europese Kaderrichtlijn Water Inleiding Europese Kaderrichtlijn Water en vertaling naar de regionale wetgeving 22/01/2013 Mieke De Leeuw, Grenzeloze Schelde-Escaut sans Frontières Aanleiding INLEIDING EKW Europees waterbeleid was al

Nadere informatie

WAT IS DE SITUATIE VANDAAG?

WAT IS DE SITUATIE VANDAAG? WAT IS DE SITUATIE VANDAAG? KNOKKE Blokkersdijk Sint-Annabos E34 Charles de Costerlaan Vlietbos Middenvijver R1 Zwijndrecht Blancefloerlaan P. Coplaan Galgenweel Burchtse Weel E17 GENT Burcht Schelde WAT

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Art. 4.1.1, 1, 4 DABM 3 cumulatieve voorwaarden Opstellen en/of vaststellen voorgeschreven op grond van decretale of bestuursrechtelijke bepalingen

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied HEIKEN VORSELAAR

Ontwerp startbeslissing signaalgebied HEIKEN VORSELAAR Ontwerp startbeslissing signaalgebied HEIKEN VORSELAAR STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door Vlaamse Regering dd 14/1/2014 LEESWIJZER Op 24 januari 2014 nam de Vlaamse Regering een beslissing over de vervolgstappen

Nadere informatie

Actie bekkenbeheerplannen: Water in de stad

Actie bekkenbeheerplannen: Water in de stad Actie bekkenbeheerplannen: Water in de stad Studiedag Water in de buurt, Diest, 17/10/2011 1 Decreet Integraal waterbeleid (2003) Doel = integraal waterbeleid gecoördineerd & geïntegreerd ontwikkelen,

Nadere informatie

afbakening zeehavengebied Antwerpen

afbakening zeehavengebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening zeehavengebied Antwerpen Havenontwikkeling linkerscheldeoever Bijlage VIb: onderzoek tot milieueffectrapportage deelgebied polder tussen Verrebroek en

Nadere informatie

Stroomgebiedbeheerplan voor de Maas

Stroomgebiedbeheerplan voor de Maas Stroomgebiedbeheerplan voor de Maas 2016-2021 Kaartenatlas bij het beheerplan voor het Vlaams deel van het internationaal stroomgebieddistrict Planonderdelen Stroomgebiedbeheerplannen 2016-2021 Beheerplannen

Nadere informatie

Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12

Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12 Vallei van de Benedenvliet/Grote Struisbeek tussen E19 en A12 gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan procesnota 1 Procesnota 1 van 7 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Overlegstructuur... 4 2.1 Planteam...

Nadere informatie

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-TRUDOSTRAAT WEST BRUGGE (ASSEBROEK)

Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-TRUDOSTRAAT WEST BRUGGE (ASSEBROEK) Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-TRUDOSTRAAT WEST BRUGGE (ASSEBROEK) STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 9/05/2014 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied

Nadere informatie

Plan-MER-Verslag. Plan: Initiatiefnemer:

Plan-MER-Verslag. Plan: Initiatiefnemer: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Plan-MER-Verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout. Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse Vlaamse Overheid Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KERKEBERGEN KEERBERGEN

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KERKEBERGEN KEERBERGEN Ontwerp startbeslissing signaalgebied KERKEBERGEN KEERBERGEN STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 9/05/2014 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied invulling

Nadere informatie

b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument

b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument Begeleidingsinstrument b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e milieueffecten v a n b e p a a l d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument Inhoud 1. Inleiding...3

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk Vlaamse Overheid Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG

ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG 1 Aangeschreven adviesinstanties Het verzoek tot Raadpleging voor het RUP Klein Schrieken te Heist-op-den-Berg in het kader

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008 Directoraat-generaal: Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 de verdieping Victor Hortaplein, 40 bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het SEA Adviescomité : Sabine WALLENS t : + 32

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOULAAK HERENTALS

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOULAAK HERENTALS Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOULAAK HERENTALS STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door Vlaamse Regering dd 24/1/2014 LEESWIJZER Op 24 januari 2014 nam de Vlaamse Regering een beslissing over de vervolgstappen

Nadere informatie

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

KRW: implementatietraject in Vlaanderen

KRW: implementatietraject in Vlaanderen KRW: implementatietraject in Vlaanderen Mr. Peter De Smedt Advocaat Centrum voor Milieurecht Ugent Utrecht Centre for Water, Oceans and Sustainable Law Utrecht, 4 december 2015 Omzettingswetgeving (1)

Nadere informatie

HANDLEIDING PARTICIPATIE IN HET M.E.R.-PROCES

HANDLEIDING PARTICIPATIE IN HET M.E.R.-PROCES HANDLEIDING PARTICIPATIE IN HET M.E.R.-PROCES Definitieve versie Opdrachtgever: LNE, afd. AMNE, dienst Mer COLOFON Opdracht: Handleiding participatie in het m.e.r.-proces Definitieve versie Opdrachtgever:

Nadere informatie

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Hervergunning en verandering van een attractiepark Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus Karen Polfliet Arcadis Belgium

Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus Karen Polfliet Arcadis Belgium Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus 2015 Karen Polfliet Arcadis Belgium Inhoud: - MER plicht en - procedure - Inhoud van de kennisgeving - Aspecten van het MER-onderzoek - Inspraakmogelijkheden

Nadere informatie

PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE OVERHEID 7 november 2012 VLAAMSE REGERING KIEST VOOR BREED OVERLEG BIJ UITVOERING PLANNEN HAVEN VAN ANTWERPEN

PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE OVERHEID 7 november 2012 VLAAMSE REGERING KIEST VOOR BREED OVERLEG BIJ UITVOERING PLANNEN HAVEN VAN ANTWERPEN PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE OVERHEID 7 november 2012 VLAAMSE REGERING KIEST VOOR BREED OVERLEG BIJ UITVOERING PLANNEN HAVEN VAN ANTWERPEN Centraal Netwerk geïnstalleerd Vandaag werd in Antwerpen het

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 28 mei 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Ruimtelijke ordening. Uitvoering RSPA : PRUP Oude

Nadere informatie

Waterbeheersing in Vlaanderen: Zennebekken. Ir. Ilse Hoet Afdeling Haven en Waterbeleid Dpt. Mobiliteit en Openbare Werken

Waterbeheersing in Vlaanderen: Zennebekken. Ir. Ilse Hoet Afdeling Haven en Waterbeleid Dpt. Mobiliteit en Openbare Werken Waterbeheersing in Vlaanderen: Zennebekken Ir. Ilse Hoet Afdeling Haven en Waterbeleid Dpt. Mobiliteit en Openbare Werken Waterbeheersing in het Zennebekken 7 februari 2013 1 Bevoegdheden Departement MOW

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied WOONGEBIED WEST IEPER

Ontwerp startbeslissing signaalgebied WOONGEBIED WEST IEPER Ontwerp startbeslissing signaalgebied WOONGEBIED WEST IEPER STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 9/05/2014 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied invulling aan

Nadere informatie

p r o c e s n o t a R U P B e e l d b e p a l e n d e B a k e n s i n h e t l a n d s c h a p

p r o c e s n o t a R U P B e e l d b e p a l e n d e B a k e n s i n h e t l a n d s c h a p p r o c e s n o t a R U P B e e l d b e p a l e n d e B a k e n s i n h e t l a n d s c h a p Initiatiefnemer CBS van Riemst Maastrichtersteenweg 1b 3770 Riemst Ontwerper Josiane Merken, ruimtelijke planner

Nadere informatie

Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport. Plan: Nationaal Operationeel Plan voor de Belgische Visserijsector

Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport. Plan: Nationaal Operationeel Plan voor de Belgische Visserijsector Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? SCHEMA GEEN PLANMER GEEN PLAN-MER Fase 1: DEFINITIE? Neen Ja Fase 2: TOEPASSINGSGEBIED? Neen Ja Fase 3: VAN RECHTSWEGE? Neen Ja SCREENING PLAN-MER

Nadere informatie

N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E WOONWIJKEN L U T T E R Z E L E

N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E WOONWIJKEN L U T T E R Z E L E N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E A D V I E Z E N I N K A D E R V A N H E T O N D E R Z O E K T O T M I L I E U E F F E C T R A P P O R T A G E V A N H E T R U P WOONWIJKEN

Nadere informatie

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

BETREFT: plan MER screening

BETREFT: plan MER screening Vlaamse overheid Adviezen en Vergunningen Antwerpen Lange Kievitstraat 111-113 bus 63 2018 ANTWERPEN T 03 224 63 14 aves.ant.anb@lne.vlaanderen.be Stad Antwerpen Bedrijfseenheid Stadsontwikkeling Francis

Nadere informatie

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier MER-forum 10 juni 2004 Inleiding MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving (project-m.e.r.) Inhoud van de

Nadere informatie

Gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij Bovenzanden

Gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij Bovenzanden Gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij Bovenzanden gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan procesnota 1 Procesnota 1 van 7 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Overlegstructuur... 4 2.1 Planteam...

Nadere informatie

Denk mee over het waterbeleid van de toekomst!

Denk mee over het waterbeleid van de toekomst! Denk mee over het waterbeleid van de toekomst! en bepaal mee de toekomst van het waterbeleid. John Emery, VMM, afdeling Integraal Waterbeleid dienst CIW secr. Denk mee over het waterbeleid 1 ste WBN 2

Nadere informatie

leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40

leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40 leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40 WelkoM Hallo, Deze leeswijzer begeleidt u doorheen de kennisgevingsnota van het milieueffectenrapport voor de ontsluiting Haspengouw

Nadere informatie

E R K E N N I N G M E R - D E S K U N D I G E A A N V R A A G F O R M U L I E R

E R K E N N I N G M E R - D E S K U N D I G E A A N V R A A G F O R M U L I E R Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, Milieueffectrapportage Graaf

Nadere informatie

Hebben we voldoende proper water in 2015?

Hebben we voldoende proper water in 2015? I. Dieltjens, J. Emery en V. Van Den Langenbergh Hebben we voldoende proper water in 2015? Hebben we voldoende proper water in 2015, of in vakjargon: halen we de goede toestand in al het oppervlaktewater

Nadere informatie

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

voor de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen, vermeld in artikel 3, de toepasselijke procedureregels van de Vlaamse Codex Ruimtelijke

voor de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen, vermeld in artikel 3, de toepasselijke procedureregels van de Vlaamse Codex Ruimtelijke 25 APRIL 2014. - Decreet houdende het rechtsherstel van ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvan de planmilieueffectrapportage werd opgesteld met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 18

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOEVOET WINGENE

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOEVOET WINGENE Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOEVOET WINGENE STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 9/05/2014 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied invulling aan de

Nadere informatie

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-PIETERSWIJK BRAKEL

Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-PIETERSWIJK BRAKEL Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-PIETERSWIJK BRAKEL STATUS/VERSIE: versie 2 wijzigingen goedgekeurd door Vlaamse Regering dd 31/03/2017 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KERKMEERS BRAKEL

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KERKMEERS BRAKEL Ontwerp startbeslissing signaalgebied KERKMEERS BRAKEL STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 8/05/2015 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied invulling aan de

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Aanleg hoogspanningsleiding Zandvliet-Lillo.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Aanleg hoogspanningsleiding Zandvliet-Lillo. Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 BRUSSEL Tel. (02)553 80 79 - Fax

Nadere informatie

Jaargang 1 Nummer 1 1Juni 2004

Jaargang 1 Nummer 1 1Juni 2004 Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) Nieuwsbrief Jaargang 1 Nummer 1 1Juni 2004 Coördinatiecommissie Integraal waterbeleid Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid opgestart Met het decreet

Nadere informatie

HANDLEIDING. Overzicht van de procedurele en inhoudelijke wijzigingen n.a.v. de omzetting van de Europese projectm.e.r.- richtlijn (2014/52/EU)

HANDLEIDING. Overzicht van de procedurele en inhoudelijke wijzigingen n.a.v. de omzetting van de Europese projectm.e.r.- richtlijn (2014/52/EU) Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd: N o t a b e t r e f f e n d e d e b e h a n d e l i n g v a n d e a d v i e z e n i n k a d e r v a n h e t o n d e r z o e k t o t m i l i e u e f f e c t r a p p o r t a g e v a n h e t R U P B & B (dossiernummer:

Nadere informatie

Integrale projecten in het Demerbekken. Jan Vanvelk Bekkencoördinator Demerbekken

Integrale projecten in het Demerbekken. Jan Vanvelk Bekkencoördinator Demerbekken Integrale projecten in het Demerbekken Jan Vanvelk Bekkencoördinator Demerbekken 1 Kaderrichtlijn Water Goede toestand waterlichamen Nood aan Puntlozingen Diffuse instroom Structuurkwaliteit Overstromingsrichtlijn

Nadere informatie

Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kasteelpark de Merode Procesnota 1

Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kasteelpark de Merode Procesnota 1 Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kasteelpark de Merode Procesnota 1 Procesnota 1 van 9 2 van 9 Procesnota 1 Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kasteelpark de Merode De doelstelling van het plan

Nadere informatie

Het bekkenbeheerplan van het Benedenscheldebekken

Het bekkenbeheerplan van het Benedenscheldebekken Het bekkenbeheerplan van het Integraal waterbeleid in de praktijk 2008-2013 pg. 1 Het Bekkenbeheerplan van het (2008-2013) Integraal Waterbeleid in de praktijk pag. 2 Colofon Secretariaat p/a W&Z afdeling

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 september 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Marnixdreef Lier voorlopige

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied INDUSTRIEGEBIED HEULEBEEK - PIJPLAP WEVELGEM

Ontwerp startbeslissing signaalgebied INDUSTRIEGEBIED HEULEBEEK - PIJPLAP WEVELGEM Ontwerp startbeslissing signaalgebied INDUSTRIEGEBIED HEULEBEEK - PIJPLAP WEVELGEM STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 9/05/2014 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied

Nadere informatie

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota ZELZATE RUP EUROHAL 01.06.2018 WWW.VENECO.BE I. COLOFON Dit document is een publicatie van Gemeentebestuur Zelzate Grote Markt 1 9060 Zelzate Planid: RUP_43018_214_00006_00001 Versie Datum Omschrijving

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-PIETERSMOLENWIJK BRUGGE

Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-PIETERSMOLENWIJK BRUGGE Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-PIETERSMOLENWIJK BRUGGE STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 9/05/2014 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied invulling

Nadere informatie

Uitbreiding historisch gegroeid bedrijf Aertssen te Stabroek. geïntegreerd planproces gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Uitbreiding historisch gegroeid bedrijf Aertssen te Stabroek.   geïntegreerd planproces gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan geïntegreerd planproces gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Uitbreiding historisch gegroeid bedrijf Aertssen te Stabroek Procesnota 1 Januari 2018 www.omgeving.be Leeswijzer bij de nota Inleiding: doelstelling

Nadere informatie

Aanvullende richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER. Oosterweelverbinding

Aanvullende richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER. Oosterweelverbinding Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden?

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden? Directoraat-generaal Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 e verdieping Victor Hortaplein 40, bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het Adviescomité SEA: Sabine WALLENS t: + 32 2 524

Nadere informatie

Scaldwin slotseminarie 9 december 2014 ISC: een blik op de toekomst

Scaldwin slotseminarie 9 december 2014 ISC: een blik op de toekomst Scaldwin slotseminarie 9 december 2014 Overzicht KRW: 10 Waterbeheerkwesties voor het ISGD ROR: Maatregelen geformuleerd in het ODB voor het ISGD KRW: Waterbeheerkwesties Twee kerndoelstellingen: Het waterbeheer

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.744/1/V van 10 augustus 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied MISPELAAR BRUGGE (ASSEBROEK)

Ontwerp startbeslissing signaalgebied MISPELAAR BRUGGE (ASSEBROEK) Ontwerp startbeslissing signaalgebied MISPELAAR BRUGGE (ASSEBROEK) STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 9/05/2014 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied invulling

Nadere informatie

Pittem RUP Ruimtelijke kwaliteit centrum pittem

Pittem RUP Ruimtelijke kwaliteit centrum pittem 06426 Pittem RUP Ruimtelijke kwaliteit centrum pittem mei 2019 procesnota - fase startnota plan.id. RUP_37011_214_00009_00001 WVI www.wvi.be BARON RUZETTELAAN 35 8310 BRUGGE T +32 50 36 71 71 E wvi@wvi.be

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied ZEGELSEM-PERLINKBEEK BRAKEL

Ontwerp startbeslissing signaalgebied ZEGELSEM-PERLINKBEEK BRAKEL Ontwerp startbeslissing signaalgebied ZEGELSEM-PERLINKBEEK BRAKEL STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 8/05/2015 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied invulling

Nadere informatie

10u55 Toespraak dhr. Frank Van Sevencoten, Administrateur-generaal VMM, Voorzitter CIW

10u55 Toespraak dhr. Frank Van Sevencoten, Administrateur-generaal VMM, Voorzitter CIW Studiedag Lokaal waterbeleid - Water in transitie 22 oktober 2013, Antwerpen, Expo 10u55 Toespraak dhr. Frank Van Sevencoten, Administrateur-generaal VMM, Voorzitter CIW Beste aanwezigen, Lokale besturen

Nadere informatie

Notitie Reikwijdte en Detailniveau

Notitie Reikwijdte en Detailniveau Notitie Reikwijdte en Detailniveau Opdrachtgever: Gemeente Horst aan de Maas projectnummer: 934.00.00.01.00.00 Datum: 17-04-2015 A a n l e i d i n g n i e u w b e s t e m m i n g s p l a n Voor het buitengebied

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan Wijziging BPA Kleine Kromstraat

Gemeentelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan Wijziging BPA Kleine Kromstraat Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Beveren Gemeentelijk Ruimtelijk UitvoeringsPlan Wijziging BPA Kleine Kromstraat Procesnota Gemeentebestuur Beveren Stationsstraat 2 9120 Beveren Gaspar Bosteels Ruimtelijk

Nadere informatie