FRONIUS IG DatCom Detail. Bedieningshandleiding. Datacommunicatie 42,0410,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "FRONIUS IG DatCom Detail. Bedieningshandleiding. Datacommunicatie 42,0410,1147 022005"

Transcriptie

1 FRONIUS IG DatCom Detail NL Bedieningshandleiding Datacommunicatie 42,0410,

2

3 Geachte lezer, Inleiding Wij danken u voor het vertrouwen dat u ons schenkt en feliciteren u met uw technisch hoogwaardige Fronius product. De onderhavige handleiding helpt u erbij zich met dit product vertrouwd te maken. Als u de handleiding zorgvuldig leest, zult u de veelzijdige mogelijkheden van uw Fronius-product leren kennen. Alleen op deze wijze kunt u de voordelen ervan optimaal benutten. Neem a.u.b. nota van de veiligheidsvoorschriften en zorg hierdoor voor meer veiligheid op de plaats waar het product wordt toegepast. De zorgvuldige behandeling van het product waarborgt een lange levensduur, hoge kwaliteit en betrouwbaarheid. Dit zijn essentiële voorwaarden voor uitstekende resultaten. ud_fr_st_et_

4

5 Veiligheidsvoorschriften GEVAAR! GEVAAR! Kenmerkt een acuut dreigend gevaar. Wordt dit gevaar niet gemeden, zijn dood of zeer ernstige verwondingen het gevolg. WAARSCHU- WING! WAARSCHUWING! Kenmerkt een eventueel gevaarlijke situatie. Wordt deze situatie niet gemeden, kunnen dood of zeer ernstige verwondingen het gevolg zijn. VOORZICHTIG! VOORZICHTIG! Kenmerkt een eventueel schadelijke situatie. Wordt deze situatie niet gemeden, kunnen lichte of geringe verwondingen en materiële schade het gevolg zijn. AANWIJZING! AANWIJZING! Kenmerkt het risico van nadelig beïnvloedde werkresultaten en een eventuele schade aan de uitrusting. Belangrijk! Belangrijk! Kenmerkt toepassingstips en andere bijzonder nuttige informaties. Het is geen signaalwoord voor een schadelijke of gevaarlijke situatie. Als u één van de in het hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften afgebeelde symbolen ziet, is extra waakzaamheid noodzakelijk. Algemeen Het apparaat is volgens de allernieuwste techniek en de erkende veiligheidstechnische regels vervaardigd. Desalniettemin dreigt bij verkeerde bediening of misbruik gevaar voor - leven en goed van het bedienende personeel of derde, - het apparaat en andere materiële waarden van de ondernemer, - het efficiënte werken met het apparaat. Alle personen die met de inbedrijfstelling, het onderhoud en de reparatie van het apparaat te maken hebben, moeten - dienovereenkomstig gekwalificeerd zijn, - kennis van de omgang met elektrische installaties hebben en - deze bedieningshandleiding volledig lezen en precies opvolgen. De bedieningshandleiding moet permanent op de standplaats van het apparaat worden bewaard. Als aanvulling op de bedieningshandleiding moeten de algemeen geldige evenals de plaatselijke voorschriften m.b.t. de ongevallenpreventie en de milieubescherming worden aangehouden. I ud_fr_se_sv_

6 Algemeen (vervolg) Alle instructies op het apparaat m.b.t. veiligheid en gevaren dienen - in leesbare toestand te worden gehouden - niet te worden beschadigd - niet te worden verwijderd - niet te worden afgedekt, beplakt of beschilderd. De posities van de instructies m.b.t. veiligheid en gevaren vindt u in het hoofdstuk Algemeen van de bedieningshandleiding van uw apparaat. Storingen die een nadelige invloed op de veiligheid kunnen hebben moeten vóór het inschakelen van het apparaat worden verholpen. Het gaat om uw veiligheid! Gebruik volgens de voorschriften Het apparaat mag uitsluitend volgens de voorschriften worden gebruikt. Een ander of verdergaand gebruik geldt als niet volgens de voorschriften. Voor schade die hieruit ontstaat is de fabrikant niet verantwoordelijk. Tot een gebruik volgens de voorschriften behoort ook - het complete lezen en opvolgen van alle aanwijzingen en van alle instructies m.b.t. veiligheid en gevaren in de bedieningshandleiding - het uitvoeren van alle inspectie- en onderhoudswerkzaamheden - de montage volgens de bedieningshandleiding Indien van toepassing, ook de volgende richtlijnen aanhouden: - voorschriften van het energiebedrijf voor de netvoeding - aanwijzingen van de solarmodule-fabrikant Omgevingscondities Het bedrijf resp. de opslag van het apparaat buiten het aangegeven gebied geldt als niet volgens de voorschriften. Voor schade die hieruit ontstaat is de fabrikant niet verantwoordelijk. Nadere inlichtingen over de toelaatbare omgevingscondities vindt u in de technische gegevens van uw bedieningshandleiding. Gekwalificeerd personeel De serviceinformaties in deze bedieningshandleiding zijn alleen bestemd voor gekwalificeerd vakkundig personeel. Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Voer a.u.b. geen andere als de in de documentatie aangegeven werkzaamheden uit. Dit geldt ook, als u hiervoor gekwalificeerd bent. Alle kabels en leidingen moeten vast zitten, onbeschadigd, geïsoleerd en voldoende gedimensioneerd zijn. Losse verbindingen, gesmoorde, beschadigde of te gering gedimensioneerde kabels en leidingen moeten onmiddellijk door een geautoriseerd vakbedrijf worden gerepareerd. ud_fr_se_sv_ II

7 Gekwalificeerd personeel (vervolg) Onderhoud en reparatie mogen alleen door een geautoriseerd vakbedrijf worden uitgevoerd. Bij extern gekochte onderdelen is niet gewaarborgd dat deze qua constructie en fabricatie aan de belasting en veiligheid beantwoorden. Alleen originele onderdelen gebruiken (geldt ook voor standaardonderdelen). Zonder toestemming van de fabrikant geen veranderingen, inbouw- of verbouwingswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Beschadigde onderdelen onmiddellijk vervangen. Veiligheidsmaatregelen op de standplaats Bij de installatie van apparaten met koelluchtopeningenn ervoor zorgen dat de koellucht ongehinderd door de luchtopeningen in en uit kan stromen. Het apparaat alleen volgens de op het vermogensplaatje aangegeven beschermingsklasse in bedrijf nemen. EMC-maatregelen Bij de installatie dient ervoor gezorgd te worden dat er geen elektromagnetische storingen aan elektrische en elektronische inrichtingen optreden. Elektrische installaties Elektrische installaties alleen volgens de desbetreffende nationale en regionale normen en voorschriften uitvoeren. ESD-veiligheidsmaatregelen Gevaar van beschadiging van elektronische componenten door elektrische ontlading. Bij vervanging en installatie van de componenten geschikte ESDveiligheidsmaatregelen treffen. Veiligheidsmaatregelen bij normaal bedrijf Het apparaat alleen in bedrijf nemen, als alle veiligheidsinrichtingen goed functioneren. Functioneren de veiligheidsinrichtingen niet helemaal goed, bestaat gevaar voor - leven en goed van het bedienende personeel of derde, - het apparaat en andere materiële waarden van de ondernemer, - het efficiënte werken met het apparaat. Niet goed functionerende veiligheidsinrichtingen vóór het inschakelen van het apparaat door een geautoriseerd vakbedrijf laten repareren. Veiligheidsinrichtingen nooit ontwijken of buiten werking stellen. III ud_fr_se_sv_

8 Veiligheidskeurmerk Apparaten met CE-keurmerk voldoen aan de principiële eisen van de richtlijn voor laagspannings- en elektromagnetische compatibiliteit. Nadere inlichtingen hierover vindt u in de annex resp. in het hoofdstuk Technische gegevens van uw documentatie. Afvoeren als afval Gooi dit apparaat niet bij het huishoudelijk afval! Volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG met betrekking tot elektrische en elektronische apparatuur en omgezet in nationaal recht moeten afgedankte elektrische gereedschappen gescheiden worden ingezameld en gerecycled om het milieu te ontzien. Lever daarom uw afgedankte apparaat bij uw leverancier in of vraag informatie over een lokaal, geautoriseerd inzamelpunt resp. afvalverwerkingssysteem. Het negeren van deze EU-richtlijn kan negatieve gevolgen hebben voor het milieu en uw gezondheid! Gegevensveiligheid Voor de gegevensopslag van wijzigingen in vergelijkting met de fabrieksinstellingen is de gebruiker verantwoordelijk. Voor gewiste persoonlijke instellingen is de fabrikant niet verantwoordelijk. Auteursrecht Het auteursrecht van deze bedieningshandleiding blijft bij de fabrikant. Tekst en afbeeldingen stemmen bij het in druk gaan met de laatste stand der techniek overeen. Wijzigingen voorbehouden. De inhoud van deze bedieningshandleiding is geen basis voor vorderingen van de koper. Voor verbeteringsadviezen en het melden van fouten in deze bedieningshandleicing zijn wij dankbaar. ud_fr_se_sv_ IV

9 Inhoudsopgave Algemeen... 4 Het LocalNet - grondbeginselen... 4 DatCom / insteekkaartprincipe... 4 Datalogger... 5 COM Cards... 5 Het LocalNet - systeemcomponenten installeren... 6 Insteekkaarten aanbrengen... 6 DatCom-componenten met externe behuizing... 8 Kabelverbinding... 8 Gegevenskabel... 9 Bekabeling Voorbeeld van aansluiting van systeemcomponenten op het LocalNet Aansluitingen en afleesfuncties Algemene aansluitingen en afleesfuncties Overzicht Beschrijving Stroomvoorziening Voeding voor de DatCom-componenten Algemeen COM Cards Voedingseenheid Adresseren Systeemcomponenten definiëren in het LocalNet Algemeen FRONIUS IG DatCom-componenten algemeen Gedetailleerde beschrijving van de DatCom-componenten Beschikbare DatCom-componenten Algemeen Datalogger Algemeen Aansluitingen Modem Datenlogger & Interface Datalogger Card Datalogger Box Gegevens opslaan Stroomverbruik van de datalogger

10 COM Card Algemeen Aansluitingen Stroomvoorziening Vermogen van een COM Card Sensor Cards Algemeen Sensor Card Sensor Box Aansluitingen Kanalen T1 / T Analoge ingang voor spanningssignaal Digitale ingangen Analoge ingang voor stroomsignaal Stroomverbruik van de Sensor Cards Public Display Card / Box Algemeen Public Display Card Public Display Box Configureren Interface Card / Box Algemeen Interface Card Interface Box Software FRONIUS IG.access (Versie 5.1) Algemeen Systeemeisen Modem installeren FRONIUS IG.access updaten Informatie over de database bij de update FRONIUS IG.access installeren Verbinding tussen datalogger en pc tot stand brengen FRONIUS IG.access starten Verbinding via seriële interface kiezen COM-interface USB-interface Fotovoltaïsche installatie instellen Modemverbinding kiezen Instellingen General - General General - Monitoring General - Advanced options Datalogger Datalogger Modem Inverter Sensor Cards Public Display Installatiegegevens downloaden en archiveren Gegevens evalueren

11 Menu Now Slotopmerkingen Technische gegevens Datalogger Card / Box Datalogger & interface Sensor Card / Box COM Card Interface Card / Box Public Display Card / Box Garantie en aansprakelijkheid Garantiebeperkingen Garantiebepalingen en aansprakelijkheid Garantieperiode Garantiebewijs Fronius Worldwide 3

12 Algemeen Het LocalNet - grondbeginselen DatCom / insteekkaartprincipe Voor een onbeperkte individuele toepassing van de DatCom-componenten wordt het LocalNet gebruikt. Het LocalNet is een datanetwerk waarin meerdere FRONIUS IG-apparaten gegevens kunnen uitwisselen met de DatCom-componenten. Het LocalNet-datanetwerk komt overeen met een ringvormig bussysteem. Voor communicatie van een of meer FRONIUS IG-apparaten met de DatCom-componenten volstaat telkens één gegevensverbinding tussen de afzonderlijke componenten. Daarmee wordt de benodigde bekabeling van afzonderlijke DatCom-componenten tot een minimum beperkt. De DatCom-componenten zijn verkrijgbaar als insteekkaarten (vergelijkbaar met een pc). In de behuizing van de FRONIUS IG kunnen vier insteekkaarten worden geplaatst. Voor extra flexibiliteit zijn de DatCom-componenten ook verkrijgbaar in uitvoeringen met een externe behuizing (box). 4

13 DatCom-insteekkaartprincipe (vervolg) Het volgende aantal DatCom-componenten en inverters is het maximum dat kan worden aangesloten op een volledig systeem (specificatie december 2003): inverters uit de FRONIUS IG-serie (er mogen verschillende typen worden gecombineerd, bijvoorbeeld IG 15 en IG 60 met interne en externe behuizing) - 1 datalogger profi - 10 Sensor Cards / Boxes - 10 Public Display Cards / Boxes Het systeem is echter zo ontworpen, dat toekomstige DatCom-componenten eenvoudig achteraf kunnen worden ingebouwd. Datalogger Het centrale onderdeel van het LocalNet is de datalogger. Deze coördineert het gegevensverkeer en zorgt ervoor, dat ook grote hoeveelheden gegevens snel en veilig worden verdeeld. Bovendien slaat de datalogger de lange-termijngegevens van de hele installatie op. De datalogger beschikt over twee data-interfaces: - voor gegevensoverdracht direct naar de pc (RS232 - Datalogger Card, USB - Datalogger Box) - voor gegevensopvraag van een externe pc via modem en telefoonverbinding (RS232) De datalogger is sinds juni 2003 verkrijgbaar in twee uitvoeringen. Datalogger profi: De datalogger profi slaat de gegevens van maximaal 100 inverters en 10 Sensor Cards/Boxes op. Datalogger easy: De datalogger easy slaat alleen de gegevens van de inverter en de Sensor Card / Box met het adres 1 op. Belangrijk! Hierna wordt alleen speciaal naar de datalogger profi of de datalogger easy verwezen als slechts één van de beide uitvoeringen wordt beschreven. Voor beschrijvingen die van toepassing zijn op zowel de datalogger profi als de datalogger easy, wordt alleen de term datalogger gebruikt. COM Cards De COM Cards maken de gegevensverbinding van de FRONIUS IG met het LocalNet en de hiermee verbonden DatCom-componenten mogelijk. Bovendien zorgen de COM Cards voor de galvanische scheiding tussen het fotovoltaïsche systeem en de inverters, zodat deze een zeer belangrijke veiligheidsfactor vormen. Alle inverters die op het LocalNet zijn aangesloten, moeten COM Cards bevatten. 5

14 COM Cards (vervolg) OPMERKING! Als met een datalogger de gegevens van slechts één FRONIUS IG moeten worden geregistreerd, is eveneens een COM Card vereist. In dat geval dient de COM Card als koppeling tussen het interne netwerk van de FRONIUS IG en de LocalNetinterface van de datalogger. Het LocalNet - systeemcomponenten installeren Insteekkaarten aanbrengen WAARSCHUWING! Netspanning kan levensgevaarlijk zijn. Het aansluitgedeelte mag alleen in spanningsvrije toestand door gediplomeerde elektromonteurs worden geopend. WAARSCHUWING! Netspanning en DC-spanning van de solarmodules kunnen levensgevaarlijk zijn. De insteekkaarten mogen alleen worden aangebracht als de FRONIUS IG: - aan de netzijde (AC-zijde) is losgekoppeld - aan de zijde van de solarmodule (DC-zijde) is losgekoppeld Breng de insteekkaarten als volgt aan: - Zet de FRONIUS IG op Standby (zie het hoofdstuk Het menu Setup in de bedieningshandleiding bij de FRONIUS IG) - Koppel de FRONIUS IG los van zowel de netspanning als van de solarmodule - Open het aansluitgedeelte (zie het hoofdstuk over openen van de behuizing in de bedieningshandleiding bij de FRONIUS IG) - Schuif het display opzij naar links en verwijder het naar voren - Draai de borgschroef (1) van een vrije insteekopening los en verwijder de afdekking van de insteekopening 6

15 Insteekkaarten aanbrengen (vervolg) (1) (2) OPMERKING! De insteekkaarten kunnen worden beschadigd. Neem daarom bij het werken met insteekkaarten de algemene ESD-voorschriften in acht. In principe kan elke insteekkaart in elke insteekopening worden geplaatst. Neem echter het volgende in acht in verband met de ruimte: - Er is een ENS-kaart aanwezig (slechts in enkele landen vereist): - Als alle insteekopeningen worden gebruikt: Plaats de COM Card in de insteekopening uiterst rechts Plaats de overige insteekkaarten in de middelste insteekopeningen - Niet alle insteekopeningen worden gebruikt Plaats de insteekkaarten naar eigen goeddunken - Er is geen ENS-kaart aanwezig: - Plaats de COM Card in de insteekopening uiterst links - Plaats de overige insteekkaarten naar eigen goeddunken - Plaats de insteekkaart (2) in de insteekopening - Bevestig de insteekkaart (2) met de borgschroef (1) - Sluit de behuizing - Sluit de AC- en DC-leidingen aan op de FRONIUS IG. 7

16 DatCom-componenten met externe behuizing DatCom-componenten met een externe behuizing zijn uitgevoerd volgens beschermingsklasse IP 20. Deze zijn daarom uitsluitend geschikt voor gebruik binnenshuis of moeten worden ingebouwd in een behuizing die voor gebruik buitenshuis geschikt is. Kabelverbinding De insteekkaarten communiceren binnen de FRONIUS IG via het interne netwerk. De externe communicatie (LocalNet) verloopt via de COM Cards. Iedere COM Card heeft twee RS485-interfaces als in- en uitgang. De ingang wordt met IN en de uitgang met OUT aangeduid. De DatCom-componenten met een externe behuizing hebben eveneens een ingang IN en een uitgang OUT voor datacommunicatie in het netwerk. Een FRONIUS IG met een COM Card of een DatCom-component met externe behuizing wordt hierna een LocalNet-abonnee genoemd. 8

17 Gegevenskabel De gegevensverbinding van de LocalNet-abonnee verloopt via 8-polige gegevenskabels (1:1-verbinding) en RJ-45-stekkers. Met behulp van een normaal verkrijgbare crimptang kunt u de kabels met een paar bewegingen op maat maken. (2) (1) (3) (2) Hiervoor hebt u het volgende nodig: (1) een 8-polige lintkabel (2) twee RJ45-stekkers (8-polige telefoonstekkers) (3) een crimptang De bovenstaande artikelen zijn bij FRONIUS onder de volgende artikelnummers verkrijgbaar: (1) 8-polige lintkabel 100-m rol (40,0003,0384) (2) RJ45-stekker (43,0003,0815) (3) crimptang (42,0435,0019) zwart wit RJ45 zwart wit U maakt de gegevenskabels als volgt op maat: - Kort de kabels met de crimptang in tot de gewenste lengte - Strip de kabeleinden af met de crimptang OPMERKING! Let bij het aanbrengen van de RJ45- stekkers op het volgende: in beide stekkers moeten de aderen dezelfde positie innemen (bijv. zwart = PIN1, wit = PIN8) - Breng de RJ45-stekkers aan 9

18 OPMERKING! De gegevenskabels zijn niet UV-bestendig. Bescherm de gegevenskabels bij montage buiten tegen direct zonlicht. Gegevenskabel (vervolg) Voor een grotere gegevensveiligheid in een storingsgevoelige omgeving raden wij als alternatief voor de lintkabel een 8-polige 1:1 LAN-netwerkkabel aan (bijv. CAT5-kabel, geïsoleerd en gevlochten). Deze kabels zijn kant en klaar in de volgende lengtes bij FRONIUS verkrijgbaar: - CAT5-kabel 1 m (43,0004,2435) - CAT5-kabel 20 m (43,0004,2434) - CAT5-kabel 60 m (43,0004,2436) Als u deze gevlochten kabels zelf op maat wilt maken, dient u absoluut de volgende pinbezetting van de RJ45-stekkers aan te houden: - Pin 1: +12 V (wit / oranje) - Pin 2: GND (oranje) - Pin 3: RX+ (wit/groen) - Pin 4: TX+ (blauw) - Pin 5: TX- (wit/blauw) - Pin 6: RX- (groen) - Pin 7: GND (wit/bruin) - Pin 8: +12 V (bruin) Bekabeling Verbind telkens de bus OUT van de voorafgaande LocalNet-abonnee met de bus IN van de volgende abonnee door middel van de beschreven kabelverbindingen. Hierbij mag de som van alle afzonderlijke verbindingskabels niet meer zijn dan 1000 m. Afsluitstekkers Bij de datalogger worden twee afsluitstekkers geleverd. Breng de afsluitstekkers als volgt aan: - op de ingang IN van de eerste LocalNet-abonnee - op de uitgang OUT van de laatste LocalNet-abonnee IN 1 OUT IN 2 OUT... IN n OUT... Afsluitstekkers Afsluitstekkers 10

19 Bekabeling (vervolg) OPMERKING! Op alle ingangen IN en uitgangen OUT van de LocalNet-abonnees moeten kabelverbindingen of afsluitstekkers zijn aangesloten. Hetzelfde geldt voor voor de ingangen en uitgangen bij gebruik van een COM Card - in systemen met slechts één FRONIUS IG en - geen DatCom-component in de externe behuizing Voorbeeld van aansluiting van systeemcomponenten op het Local- Net ENS COM Card ENS COM Card Sensor Box in de externe behuizing ENS COM Card IN OUT IN OUT IN OUT IN OUT (5) (5) PC PC RS-232 Datalogger IN OUT (6) (6) (6) (6) (5) Afsluitstekkers (6) Gegevenskabels 11

20 Aansluitingen en afleesfuncties Algemene aansluitingen en afleesfuncties Overzicht OPMERKING! De onderstaande afbeelding toont de Datalogger profi Box als voorbeeld van het aansluitgedeelte van de DatComcomponenten. Het gedeelte (13) is bij betreffende DatCom-componenten verschillend uitgevoerd. (8) (9) (13) (10) (11) (12) Beschrijving (8) Status-LED groen... brandt bij voldoende stroomvoorziening van de component. Als de groene LED niet brandt, moet voor voldoende stroom worden gezorgd (hoofdstuk Stroomvoorziening ). (9) Status-LED rood... brandt continu wanneer de stroomvoorziening weliswaar voldoende is, maar er een fout in de gegevenscommunicatie is opgetreden is (bijv. twee Sensor Cards met hetzelfde adres). brandt ook wanneer de afsluitstekkers niet goed zijn aangebracht. Belangrijk! Als de Status-LED rood slechts kort brandt tijdens het gebruik, wijst dit niet op een fout. (10)Aansluitbus stroomvoorziening... voor aansluiting van een voedingseenheid voor de stroomvoorziening (hoofdstuk Stroomvoorziening ). (11)Ingang gegevenscommunicatie IN (12)Uitgang gegevenscommunicatie OUT (13)Specifieke aansluitingen... afhankelijk van de functionaliteit van de betreffende component. 12

21 Stroomvoorziening Voeding voor de DatCom-componenten Algemeen De DatCom-componenten worden onafhankelijk van de FRONIUS IG gevoed. Hierdoor is de stroomvoorziening ook gewaarborgd als er geen netvoeding is. De DatCom-componenten worden gevoed via de COM Cards of met stekkervoedingseenheden. Vooral bij gebruik van een Sensor Card wordt hierdoor gegarandeerd dat de datalogger ook s nachts alle gegevens opslaat. COM Cards De COM Cards moeten de Dat- Com-componenten van stroom voorzien. De geïntegreerde voedingseenheid van zo n COM Card wordt gevoed via speciale contacten in de insteekopening die ook netspanning voeren wanneer er geen netvoeding is. Een COM Card kan nog drie andere DatCom-componenten voeden. Aangezien de stroomvoorziening via de gegevenskabel plaatsvindt, worden zo ook DatCom-componenten in een externe behuizing gevoed. AC-zekering OPMERKING! In installaties met meer dan 12 FRONIUS IG is het toegestaan de stroomtoevoer van sommige COM Cards uit te schakelen om het stroomverbruik van de DatCom te reduceren. - Verwijder hiervoor bij elke tweede COM Card de AC-zekering (MST 315 ma/250 V - zie afbeelding). - Let er hierbij op dat de van stroom voorziene COM Card gelijkmatig over alle fasen wordt verdeeld. OPMERKING! Nadat de bedrading en de systeemcomponenten zijn geïnstalleerd en de netverbinding van alle FRONIUS IG s tot stand is gebracht, moet bij alle LocalNet-abonnees de groene LED branden. Als dit niet het geval is: - controleer dan de Kabelverbindingen - controleer of alle FRONIUS IG s op het net zijn aangesloten 13

22 COM Cards (vervolg) Als bij afzonderlijke systeemuitbreidingen de groene LED niet brandt, doet u het volgende: - Sluit een stekkervoedingseenheid aan op de betreffende DatComcomponent Voedingseenheid Elke DatCom-component, zowel een Card als een Box, beschikt over een aansluitbus van 12 V voor een voedingseenheid. OPMERKING! Als een installatie slechts één FRO- NIUS IG maar meer dan 3 DatCom-componenten bevat, kan de COM Card in de FRONIUS IG niet voldoende energie voor alle DatCom-componenten leveren. Dat betekent dat de groene LED dan niet meer op alle DatComcomponenten brandt. Sluit in dit geval de extra voedingseenheid aan op één van de DatCom-componenten waarvan de groene LED niet brandt. Een voedingseenheid kan stroom leveren aan maximaal acht DatComcomponenten. Hiervoor zijn geen extra voedingskabels nodig. De stroom wordt tussen de componenten verdeeld via de verbindingskabel voor de gegevenscommunicatie. OPMERKING! Alleen de bij FRONIUS verkrijgbare voedingseenheid staat garant voor de geschikte voeding van de DatComcomponenten. Sluit daarom nooit een andere voedingseenheid aan. Belangrijk! De voedingseenheid is ook verkrijgbaar met passende stekkers voor de VS en Groot-Brittannië. 14

23 Adresseren Systeemcomponenten definiëren in het LocalNet Algemeen Het LocalNet herkent verschillende DatCom-componenten (datalogger, Sensor Card,...) automatisch. Tussen meerdere identieke DatCom-componenten wordt echter niet automatisch onderscheid gemaakt. Voor een eenduidige identificatie van iedere systeemcomponent (FRONIUS IG of DatCom-component) moet iedere systeemcomponent een eigen nummer (=adres) krijgen. Met de FRONIUS IG kan het adres direct vanaf het display worden ingesteld. Sommige uitvoeringen van de FRONIUS IG beschikken niet over een display. In dat geval wordt het adres ingesteld met twee toetsen. De overige DatCom-componenten beschikken over een speciaal instelwieltje voor het adresseren. Hiervoor is een kleine platte schroevendraaier nodig. FRONIUS IG In de bedieningshandleiding FRONIUS IG wordt beschreven hoe u het adres op de FRONIUS IG instelt. DatCom-componenten algemeen OPMERKING! In een netwerk mogen twee gelijke apparaten nooit hetzelfde adres hebben. Voorbeeld: - Toegestaan: FRONIUS IG adres 1, Sensor Card adres 1 - Niet toegestaan: FRONIUS IG 20 adres 1, FRONIUS IG 30 adres 1 15

24 DatCom-componenten algemeen (vervolg) Ga als volgt te werk voor alle Dat- Com-componenten (zowel Cards als Boxes): - Draai het instelwieltje (16) met een passende platte schroevendraaier naar het gewenste adres Belangrijk! Omdat er in een installatie altijd slechts één datalogger mag voorkomen, hoeft het adres van de datalogger niet te worden ingesteld. (16) Gedetailleerde beschrijving van de DatCom-componenten Beschikbare DatCom-componenten Algemeen Op dit moment (oktober 2005) zijn de volgende DatCom-componenten verkrijgbaar, die hierna worden beschreven: - Datalogger - COM Card - Sensor Card / Box - Public Display Card / Box - Interface Card / Box - FRONIUS IG.access 16

25 Datalogger Algemeen De datalogger is verkrijgbaar als Card en als Box. Voor het koppelen van meerdere DatCom-componenten resp. FRONIUS IG s is de datalogger absoluut noodzakelijk. OPMERKING! Het hele netwerk mag niet meer dan één datalogger bevatten. De datalogger is verkrijgbaar in de volgende uitvoeringen: - Datalogger profi als Card en Box - Datalogger easy als Card en Box - Datalogger & interface als Box De datalogger is de enige systeemcomponent met een onvertraagde klok en voert daarom de systeemcontrole uit. De datalogger controleert voortdurend welke apparaten het systeem bevat en regelt het gegevensverkeer tussen de afzonderlijke systeemcomponenten. De verbinding met de externe gegevensverwerking met een pc wordt eveneens via de datalogger gemaakt. Bovendien slaan de datalogger profi en de datalogger & interface de gegevens van alle inverters en Sensor Cards / Boxes in het systeem op. De datalogger profi en de datalogger & interface kunnen maximaal het volgende aantal systeemcomponenten beheren en de bedrijfsgegevens ervan opslaan: inverters uit de FRONIUS IG-serie (er mogen meerdere typen worden gecombineerd, bijvoorbeeld IG 15 en IG 60 met interne en externe behuizing) - 10 Sensor Cards / Boxes - 10 Public Display Cards / Boxes OPMERKING! De datalogger easy slaat alleen de gegevens van de inverter en de Sensor Card / Box met het adres 1 op. 17

26 Aansluitingen De datalogger beschikt over de volgende aansluitingen: - Card: twee RS232-interfaces met 9-polige submin-aansluitingen - Box: een USB- en een RS232-interface De aansluitingen dienen voor gegevensoverdracht - direct naar de pc - voor gegevensopvraag van een externe pc via modem en telefoonverbinding De datalogger & interface beschikt over een extra RS232-interface waarmee de bedrijfsgegevens in een andere indeling worden overgedragen. Raadpleeg het hoofdstuk Interface Card/Box voor meer informatie. Stekkerbezetting van de verbindingskabel tussen Datalogger Card en pc: Seriële interface met pc OPMERKING! De 9-polige kabel mag niet langer zijn dan 20 m. Belangrijk! De interfacekabel wordt niet bij de datalogger geleverd. Er is een interfacekabel van 1,8 m verkrijgbaar bij FRONIUS (43,0004,1692). Interface computer naar datalogger Belangrijk! Als er slechts één vrije USB-interface beschikbaar is, kunt u voor het aansluiten van de datalogger card een normaal verkrijgbare USB/RS 232-converter gebruiken. Gebruik een USB A/B-kabel voor aansluiting van de datalogger Box op de pc. Gebruik de kabel die bij de modem wordt geleverd voor de verbinding tussen de datalogger en de modem. Raadpleeg de gebruikshandleiding bij de modem voor de stekkerbezetting van de kabel. De algemene aansluitingen en afleesfuncties worden beschreven in het hoofdstuk Aansluitingen en afleesfuncties. 18

27 Modem Algemeen Voor het uitlezen van systeemgegevens via een modem kunt u verschillende modems aansluiten op de datalogger. Alle modems die hierna worden beschreven, zijn door FRONIUS getest. De configuratie is eenvoudig uit te voeren met de software FRONIUS IG.access. U kunt ook andere 56K-modems aansluiten die de standaard V.90 ondersteunen. Neem daarbij het volgende in acht: - Uitsluitend voor de volgende modems wordt een goede werking in combinatie met de datalogger gegarandeerd - Bij gebruik van een ander modem moet eventueel de initialisatiereeks worden aangepast (zie het hoofdstuk FRONIUS IG.access ) 1. Tixi Message-modem De datalogger ondersteunt verschillende Message-modems van het merk Tixi. Met Message-modems kunnen servicemeldingen ook worden verzonden als fax of . Deze reeks modems omvat een ISDN-uitvoering, die eveneens compatibel is met de datalogger. BELANGRIJK! Als de ISDN-uitvoering van het Message-modem op de datalogger is aangesloten, kan ook alleen met een ISDN-modem worden ingebeld. 2. US-Robotics (of 3COM Courier) V.Everything 56 K OPMERKING! Een goede werking in combinatie met de datalogger wordt alleen gegarandeerd wanneer automatische beantwoording van oproepen is ingeschakeld voor de modem. U activeert de automatische beantwoording als volgt: - Zet aan de onderzijde van de modem de DIP-schakelaars (5) en (9) in de stand OFF 19

28 Modem (vervolg) Voor: Na: ON ON - De LED AA van de modem moet branden 3. Siemens TC35i Terminal Voor GSM-toepassingen (EGSM 900 MHz, GSM 1800 MHz) wordt deze modem aanbevolen. Vanwege de lage gegevenssnelheid moet evenwel rekening worden gehouden met vertraging in de communicatie tussen de datalogger en de software FRONIUS IG.access, voor bij gegevensoverdracht en instellingen. Attentie! Schakel het opvragen van een PIN uit voor de SIM-kaart voordat u de SIM-kaart in de GSM-modem plaatst. Configuratie van de datalogger Als een modem op de datalogger is aangesloten, kan de datalogger speciaal worden geconfigureerd. Met deze configuratie verzendt de datalogger een SMS naar maximaal 3 mobiele telefoons. Daarbij belt de datalogger automatisch naar een speciale dienst van de telecommunicatieaanbieder. Een dergelijke dienst wordt een SMS-center (SMSC) genoemd. Dit center genereert een SMS uit de verzonden gegevens. Diensten De volgende diensten zijn door FRONIUS getest: - Duitsland: D1 alphaservice 0049 (0) Oostenrijk: A (0) Verenigd Koninkrijk: Vodafone 0044 (0) Verenigd Koninkrijk: One 2 One 0044 (0) De genoemde diensten bieden echter niet alle dezelfde mogelijkheden. Sommige kunnen niet vanuit het buitenland worden gebeld, terwijl andere alleen geschikt zijn voor verzending van een SMS. Overzicht van mogelijkheden - D1 : kan worden gebeld vanuit Duitsland en Oostenrijk Aantal SMS en: 3 Kosten (per september 2003): ca. 0,2 euro / SMS - A1 : kan worden gebeld vanuit Oostenrijk Aantal SMS en: 3 Kosten (per september 2003): ca. 0,7 euro / SMS - Vodafone : kan worden gebeld vanuit het Verenigd Koninkrijk en Oostenrijk Aantal SMS en: 1 Kosten (per september 2003): ca. 0,2 euro / SMS 20

29 Modem (vervolg) - One 2 One : kan worden gebeld vanuit het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Oostenrijk en Spanje Aantal SMS en: 1 Kosten (per september 2003): ca. 0,2 euro / SMS Aanbeveling: Omdat de service van A1 duurder is dan die van D1 (per september 2003), beveelt FRONIUS voor installaties in Oostenrijk gebruik van D1 aan. Raadpleeg het hoofdstuk FRONIUS IG.access voor meer informatie over de vereiste instellingen voor SMS-verzending. Belangrijk! Raadpleeg het hoofdstuk Fronius IG.access voor meer informatie over het configureren van de modem. Datalogger Card (13) Datalogger Box (8) (9) (13) (10) (11) (12) Datenlogger & Interface 21

30 Gegevens opslaan De datalogger slaat met bepaalde intervallen de actuele gegevens op van alle op het systeem aangesloten FRONIUS IG s en Sensor Cards / Boxes. Deze intervallen kunnen met de pc-software FRONIUS IG.access worden ingesteld op 5 tot 30 minuten. De opgeslagen gegevens worden met de pc uitgelezen (gedownload) voor verdere verwerking. Met de pc-software FRONIUS IG.access kunnen de gegevens efficiënt en overzichtelijk worden verwerkt, gearchiveerd en in beeld worden gebracht. Als de installatie slechts één inverter telt, kan de datalogger gegevens van maximaal 3 jaar (ongeveer 1000 dagen) opslaan. Afhankelijk van het aantal aangesloten FRONIUS IG s of Sensor Cards / Boxes in het systeem, neemt het opslagvermogen van de datalogger dienovereenkomstig af. Als het LocalNet 10 FRONIUS IG s of Sensor Cards / Boxes telt, wordt de opslagcapaciteit dus verminderd tot één tiende (100 dagen). Belangrijk! Zelfs wanneer het maximumaantal van 100 FRONIUS IG s en 10 Sensor Cards wordt benut, heeft de datalogger nog een opslagcapaciteit van 1000/110 = ca. 9 dagen (bij een opslaginterval van 30 minuten). Houd rekening met het volgende wanneer u het opslaginterval verkleint met de pc-software FRONIUS IG.access : als het opslaginterval wordt verkleind van 30 naar bijvoorbeeld 15 minuten, neemt ook de opslagcapaciteit met de helft af (bijv. van 1000 dagen tot 500 dagen). Belangrijk! Wanneer het geheugen van de datalogger vol is, worden niet onmiddellijk alle gegevens gewist. De oudste gegevens worden allengs overschreven door de meest recente gegevens. De gegevens die het laatst zijn gedownload met de pc blijven dus nog de volledige opslagtijd in de datalogger bewaard. Stroomverbruik van de datalogger Het gemiddelde verbruik van een datalogger in een installatie bedraagt ongeveer 1,2 W. 22

31 COM Card Algemeen De COM Cards maken de gegevensverbinding van de FRONIUS IG met het LocalNet en de hiermee verbonden DatCom-componenten mogelijk. Dit is de reden dat de COM Cards uitsluitend als insteekkaarten verkrijgbaar zijn. In iedere FRONIUS IG moet een COM Card worden geplaatst. (11) (12) Aansluitingen De COM Card heeft twee RS485-interfaces voor gegevensoverdracht (11) Ingang gegevenscommunicatie IN (12) Uitgang gegevenscommunicatie OUT In het hoofdstuk Het LocalNet - systeemcomponenten installeren worden de details over de stekkers en kabels voor gegevensoverdracht beschreven. De algemene aansluitingen en afleesfuncties worden beschreven in het hoofdstuk Aansluitingen en afleesfuncties. Stroomvoorziening Voor de stroomvoorziening van de DatCom-componenten zijn COM Cards voorzien van een geïntegreerde voedingseenheid. De geïntegreerde voedingseenheid van een dergelijke COM Card wordt via speciale contacten in de insteekopening gevoed. Deze contacten voeren ook netspanning wanneer er geen netvoeding is. Een COM Card met een geïntegreerde voedingseenheid kan nog drie andere DatCom-componenten voeden. 23

32 Stroomvoorziening (vervolg) Belangrijk! De stroomvoorziening voor andere DatCom-componenten werkt ook wanneer deze zich in een andere FRONIUS IG of in een externe behuizing bevinden. Iedere DatCom-component heeft een LED, die groen brandt wanneer er voldoende stroom wordt geleverd. Bij de COM Cards die hier worden beschreven, geeft het groene licht aan dat de geïntegreerde voedingseenheid werkt. OPMERKING! Als een COM Card is aangebracht en de FRONIUS IG op AC-spanning is aangesloten, moet de groene LED branden. Als dat niet het geval is, kan er sprake zijn van de volgende fouten: - De COM Card is niet goed geplaatst. - De FRONIUS IG is niet op AC-spanning aangesloten. - Er wordt kortsluiting gemaakt in de verbindingskabels naar de andere systeemcomponenten. - De COM Card moet meer dan drie DatCom-componenten van stroom voorzien. Als er te veel DatCom-componenten stroom moeten krijgen van één COM Card, gaat u als volgt te werk: - Sluit een stekkervoedingseenheid aan op een DatCom-component waarbij de groene LED niet brandt. OPMERKING! Als een installatie slechts één FRONIUS IG maar meer dan drie DatCom-componenten bevat, kan de COM Card in de FRONIUS IG niet voldoende energie voor alle DatCom-componenten leveren. Dat betekent dat de groene LED dan niet meer op alle DatCom-componenten brandt. Sluit in dit geval de extra voedingseenheid aan op één van de DatCom-componenten waarvan de groene LED niet brandt. Raadpleeg het hoofdstuk Stroomvoorziening voor meer informatie over COM Cards. Vermogen van een COM Card Het uitgangsvermogen van een COM Card met geïntegreerde voedingseenheid voor stroomvoorziening van extra DatCom-componenten bedraagt maximaal ca. 3 W (afhankelijk van de netspanning). OPMERKING! Bij zeer zwakke netaansluitpunten (AC-spanning is lager dan 200 V) kan het voorkomen dat een COM Card slechts twee DatCom-componenten van stroom kan voorzien. 24

33 Sensor Cards Algemeen De Sensor Card is verkrijgbaar als Card en als Box. Voor aansluiting van een groot aantal sensoren biedt de Sensor Card / Box ingangen voor in totaal zes meetsignalen: - Twee analoge ingangen voor twee temperatuursensoren PT Een analoge ingang voor de analyse van een spanningssignaal van een instralingssensor - Twee digitale ingangen, bijv. voor een stroomverbruiksensor en een windsnelheidsensor - Een analoge ingang voor analyse van een stroomsignaal (0 tot 20 ma; 4 tot 20 ma) Met de pc-software FRONIUS IG.access kunnen de verzamelde gegevens van alle op de Sensor Card / Box aangesloten sensoren worden gevisualiseerd. Sommige parameters van de Sensor Card / Box kunnen ook op het display van de FRONIUS IG worden weergegeven. Sensor Card (14) Sensor Box (14) 25

34 Aansluitingen De algemene aansluitingen en afleesfuncties worden beschreven in het hoofdstuk Aansluitingen en afleesfuncties. (14) Aansluitgedeelte voor ingangen van het meetsignaal. De sensorleidingen worden aangesloten met schroefklemmen. OPMERKING! De doorsnede van de sensorleidingen bij de schroefklemmen mag niet meer zijn dan 1,5 mm² (AWG 17). (22) (19) (20) (21) (23) (15) (16) (17) Hierna iedere ingang voor meetsignalen in het aansluitgedeelte gedetailleerd beschreven. Voor het meten van de omgevingstemperatuur, moduletemperatuur, instraling, windsnelheid en energie biedt FRONIUS kanten-klare aangepaste sensoren aan. OPMERKING! Elke ingang voor meetsignalen moet vooraf met de pc-software FRONIUS IG.access worden vrijgeschakeld en geconfigureerd. Verbind vrijgeschakelde ingangen altijd met een bijbehorende sensor. Anders worden vrije ingangen ook geregistreerd door de datalogger. Het gevolg is dan een misleidende waarde voor de parameter, waaraan geen meetsignaal ten grondslag ligt. 26

35 Kanalen T1 / T2 Algemene toelichting: De kanalen T1 (15) en T2 (16) dienen voor temperatuurmeting met de PT1000-temperatuursensoren. OPMERKING! PT100-temperatuursensoren zijn niet toegestaan. De analyse kan zowel op het display van de FRONIUS IG als met behulp van de pc-software FRONIUS IG.access plaatsvinden. Hierbij dient kanaal T1 voor de moduletemperatuur en kanaal T2 voor de omgevingstemperatuur. (15) (16) Voorbeeld van kanaalbezetting: - Kanaal T1 (15) voor de moduletemperatuur - Kanaal T2 (16) voor de omgevingstemperatuur Principe van de werking: - De temperatuursensoren bestaan uit weerstanden waarvan de weerstand verandert wanneer de temperatuur verandert - De Sensor Card / Box meet het spanningsverval op de weerstand als er een constante stroom doorheen stroomt - Met dit spanningsverval berekent de Sensor Card de temperatuur Voorbeeld van opbouw en inbedrijfstelling: De temperatuur wordt bij de solarmodules gemeten met temperatuursensor PT1000 op aansluiting T1 (15). - Bevestig temperatuursensor PT1000 op de solarmodule - Sluit temperatuursensor PT1000 aan op T1 - Activeer kanaal T1 (15) met pc-software FRONIUS IG.access - Stel de gewenste naam voor het kanaal in (bijv. Moduletemperatuur ) - Selecteer een eenheid ( C / F) OPMERKING! Voor een zuiver meetresultaat mag de sensorleiding niet langer dan 20 m zijn. 27

36 Analoge ingang voor spanningssignaal Algemene toelichting: De analoge ingang (17) dient voor de analyse van een spanningssignaal van een instralingssensor. De analyse kan zowel op het display van de FRONIUS IG als met behulp van de pc-software FRONIUS IG.access plaatsvinden. Voorbeeld van kanaalbezetting: - Instralingssensor op niveau van solarmodule (17) Principe van de werking: - Een instralingssensor met spanningssignaal is een actieve sensor die meer spanning afgeeft naarmate de instraling toeneemt. - De Sensor Card / Box meet de spanning tussen de beide aansluitingen van de analoge ingang (17). - De instraling kan direct worden afgeleid uit de gemeten spanning. Kenwaarden: De Sensor Card heeft drie meetbereiken bij de analoge ingang (17). Kies met de pc-software FRONIUS IG.access uit deze meetbereiken. - Meetbereik tot 100 mv - Meetbereik tot 200 mv - Meetbereik tot 1000 mv Belangrijk! Geef met de pc-software FRONIUS IG.access de omrekenfactor op, zodat de Sensor Card de mv-waarde kan omrekenen naar de gewenste eenheid. De omrekenfactor is afhankelijk van de instralingssensor en wordt vermeld bij de technische specificaties van de sensor (bijv. 70 mv komt overeen met 1000 W/m 2 ). Voorbeeld van opbouw en inbedrijfstelling: De zoninstraling wordt bij de solarmodules gemeten met een instralingssensor op de analoge ingang (17). - Bevestig de instralingssensor parallel aan de solarmodules - Sluit de instralingssensor aan op de analoge ingang (17) - Activeer de analoge ingang (17) met pc-software FRONIUS IG.access - Stel de gewenste naam voor het kanaal in (bijv. Zoninstraling ) - Stel het meetbereik in - Geef de omrekenfactor op OPMERKING! Voor een zuiver meetresultaat mag de sensorleiding niet langer dan 30 m zijn. 28

37 Digitale ingangen Algemene toelichting: De digitale ingangen D 1 (19) en D 2 (20) dienen voor analyse van spanningsimpulsen (bijv. van een stroommeter). De sensorgegevens worden geanalyseerd met de software FRONIUS IG.access. Is op een van de digitale kanalen (19) of (20) van de Sensor Card / Box een sensor aangesloten, dan kan het signaal op op het display van de FRONIUS IG worden geanalyseerd. (22) (19) (20) (21) Voorbeeld van kanaalbezetting: - Kanaal D 1 (19) voor stroommeter - Kanaal D 2 (20) voor windsnelheidssensor Sluit sensoren zonder eigen spanningsvoorziening aan op: - D 1 (19) of D 2 (20) V (22) Sluit sensoren met een eigen spanningsvoorziening aan op: - D 1 (19) of D 2 (20) - GND (21) Een stroommeter als voorbeeld van de werking: - De Sensor Card / Box telt de impulsen van de stroommeter - De Sensor Card berekent het verbruik in kwh op basis van het aantal impulsen - Daarvoor moet met de pcsoftware FRONIUS IG.access een omrekenfactor worden opgegeven (bijv impulsen komen overeen met 1 kwh) Een windsnelheidsensor als voorbeeld van de werking: - De Sensor Card telt de impulsen van de windsnelheidsensor - De Sensor Card berekent de windsnelheid op basis van het aantal impulsen per seconde - Daarvoor moet met de pc-software FRONIUS IG.access een omrekenfactor worden opgegeven (bijv. 7 impulsen/seconde komt overeen met 1 km/h) 29

38 Digitale ingangen (vervolg) Eerste voorbeeld van opbouw en inbedrijfstelling: Meting van de verbruikte energie met een stroommeter op kanaal D 1 (19). - Installeer de stroommeter op de betreffende AC-leidingen - Sluit de impulsuitgang van de stroommeter aan op op kanaal D 1 (19) en +5V - Activeer kanaal D 1 (19) met pc-software FRONIUS IG.access - Stel de gewenste naam voor het kanaal in (bijv. Energieverbruik ) - Selecteer een eenheid (bijv. kwh ) - Geef de omrekenfactor op Tweede voorbeeld van opbouw en inbedrijfstelling: Meting van de windsnelheid met een windsnelheidsensor op kanaal D 2 (20). - Monteer de windsnelheidsensor op de juiste positie - Sluit de windsnelheidsensor aan op kanaal D 2 (20) en +5V of GND - Activeer kanaal D 2 (20) met pc-software FRONIUS IG.access - Stel de gewenste naam voor het kanaal in (bijv. Windsnelheid ) - Selecteer een eenheid (bijv. km/h ) - Geef de omrekenfactor op OPMERKING! Voor een zuiver meetresultaat mag de sensorleiding niet langer dan 30 m zijn. Analoge ingang voor stroomsignaal De analoge ingang (23) dient voor aansluiting van een sensor met een gestandaardiseerde stroominterface voor 20 ma. De analyse kan uitsluitend worden uitgevoerd met de pc-software FRONIUS IG.access. (23) Voorbeeld van kanaalbezetting: - Aansluiting van een luchtvochtigheidssensor met stroomsignaal op de analoge ingang (23) Principe van de werking: - Een luchtvochtigheidssensor met stroomsignaal is een actieve sensor die meer stroom afgeeft naarmate de luchtvochtigheid toeneemt. - De Sensor Card / Box meet de stroom tussen de beide aansluitingen van de analoge ingang (23). - De luchtvochtigheid kan direct worden afgeleid uit de gemeten stroom. 30

39 Analoge ingang voor stroomsignaal (vervolg) Kenwaarden: De Sensor Card heeft twee meetbereiken bij de analoge ingang (23). Kies met de pc-software FRONIUS IG.access uit deze meetbereiken. - Meetbereik tot 20 ma - Meetbereik tot 20 ma Belangrijk! Geef met de pc-software FRONIUS IG.access de omrekenfactor op, zodat de Sensor Card / Box de ma-waarde kan omrekenen naar de gewenste eenheid. De omrekenfactor is afhankelijk van de sensor en wordt vermeld bij de technische specificaties van de sensor. Voorbeeld van opbouw en inbedrijfstelling: Meting van de luchtvochtigheid met een luchtvochtigheidssensor op de analoge ingang (23). - Monteer de luchtvochtigheidssensor op een geschikte plaats - Sluit de luchtvochtigheidssensor aan op de analoge ingang (23) - Activeer de analoge ingang (23) met pc-software FRONIUS IG.access - Stel de gewenste naam voor het kanaal in (bijv. Luchtvochtigheid ) - Selecteer een eenheid (bijv. % ) - Stel het meetbereik in - Geef de omrekenfactor op Stroomverbruik van de Sensor Cards Het gemiddelde verbruik van een Sensor Card / Box in een installatie bedraagt ongeveer 1,1 W. 31

40 Public Display Card / Box Algemeen De Public Display Card is verkrijgbaar als Card en als Box. De Public Display Card / Box dient voor aansluiting van verschillende grote displays. De algemene aansluitingen hebben dezelfde functie als bij de andere DatCom-componenten (instelwieltje voor adresseren, bus voor stekkervoedingseenheid, LED s) De Public Display Card / Box heeft een RS232-interface met een 9-polige submin-stekker. De 9-polige submin-stekker dient voor aansluiting van een groot display. In een fotovoltaïsch systeem kunnen maximaal 10 Public Display Cards / Boxes zijn geïnstalleerd. Dat houdt in, dat de installatie maximaal 10 verschillende displays kan hebben. Public Display Card Public Display Box 32

41 Configureren De Public Display Card / Box kan met de software FRONIUS IG.access worden geconfigureerd voor twee verschillende displaytypen. Displaytype A: Als op de Display Card / Box een alfanumeriek display van FRONIUS of een display van de firma Rico aangesloten, dan moet Displaytype A worden ingesteld. De Public Display Card / Box is ontworpen voor automatische herkenning van het aangesloten display. Er hoeven dus niet meer instellingen te worden opgegeven. Belangrijk! Als u wilt dat het display waarden voor de instraling, moduletemperatuur of omgevingstemperatuur weergeeft, moeten de bijbehorende sensoren op de Sensor Card / Box met adres 1 zijn aangesloten. Met FRONIUS IG.access kunt u evenwel meer instellingen opgeven (die niet altijd vereist zijn). Raadpleeg het hoofdstuk FRONIUS IG.access voor meer informatie over deze instelmogelijkheden. Belangrijk! Bij de FRONIUS Public Display is de Public Display Card al in het display geïntegreerd, zodat er aanzienlijk minder bedrading nodig is. Displaytype B: Als de instelling Displaytype B is gekozen, geeft de Public Display Card / Box een gedefinieerd gegevensrecord weer via de seriële interface. Interfaceparameters: Baud - 8 databits - 1 stopbit - Geen pariteit - Geen handshake Het gegevensrecord bevat de volgende waarden: - Totale energie (kwh) - Energie per dag (kwh) - Huidige vermogen (kw) - Instraling (W/m²)... is alleen beschikbaar als er ook een bijbehorende sensor op de Sensor Card / Box met het adres 1 is aangesloten. Het gegevensrecord wordt weergegeven met de volgende indeling: - totale energie: 6 cijfers, zonder decimalen in kwh - dagelijkse energie: 4 cijfers, zonder decimalen, in kwh - actueel vermogen: 4 cijfers, waarvan 2 decimalen, in kw (waarbij de komma altijd op dezelfde positie staat) - Instraling: 4 cijfers, zonder decimalen, in W/m² 33

42 Configureren (vervolg) Het gegevensrecord bestaat uit ASCII-tekens (97 byte) en is als volgt opgebouwd: - Start: # - Energy total: 6 bytes - Energy today: 4 bytes - Actual power: 4 bytes - Space: 16 bytes, 20 hex - Space: 2 bytes, 30 hex - Irradiation: 4 bytes - Space: 2 bytes, 30 hex - Space: 56 bytes, 20 hex - End : CR LF Voorafgaande nullen worden niet onderdrukt. Belangrijk! Voor Irradiation geldt: Als de bijbehorende sensor er niet is, wordt deze waarde verwerkt alsof 0 W / m² is gemeten. Het gemiddelde stroomverbruik van de Public Display Card bedraagt ongeveer 1,2 W. 34

43 Interface Card / Box Algemeen De Interface Card / Box is verkrijgbaar als Card en als Box en dient voor de overdracht van verschillende installatiegegevens in een vrij toegankelijke indeling. De communicatie-interface is uitgevoerd als RS232 met een 9-polige subminstekker. In een installatie kan het volgende worden geïntegreerd: - een Interface Card / Box of - een datalogger & interface (functie reeds geïntegreerd) Overdraagbare gegevens (seriële interface), Inverters: Pac, Uac, Iac, fac, Udc, Idc, Eac Sensoren: de waarden van temparatuur-, instralings- en digitale kanalen van alle Sensor Cards / Boxes in het systeem Ga naar voor een volledige beschrijving van het protocol. Instelbare baudrates met de regeling Baud op het apparaat: Instelling schakelaar Snelheid (baud) Belangrijk! Bij de instellingen 5-9 van de schakelaar Baud bedraagt de snelheid 2400 baud. Pinbezetting RS232 2: RxD 3: TxD 5: GND Interface Card 35

44 Interface Box 36

45 Software FRONIUS IG.access (Versie 5.1) Algemeen Gegevens die met de datalogger zijn opgeslagen, kunnen zowel op het display van de FRONIUS IG als met de pc-software FRONIUS IG.access worden geanalyseerd. Met de communicatiesoftware FRONIUS IG.access kunt u de veranderingen in bedrijfsparameters van uw installatie nauwkeurig volgen. Hierdoor is zowel een statistische analyse van alle bedrijfsparameters als een snelle bedrijfsdiagnose mogelijk. Voor een individuele bedrijfsgegevensregistratie kunt u met FRONIUS IG.access zowel de vereiste kanalen op de Sensor Card activeren als de meetbereiken en omrekenfactoren voor de betreffende sensoren instellen. Systeemeisen FRONIUS IG.access stelt de volgende eisen aan de hardware: Minimale vereisten: - PC met Pentium-processor (266 MHz) - 64 MByte werkgeheugen - 15 MByte vrij schijfgeheugen - Cd-rom-station - Monitor met grafische kaart - Vrije RS232-interface - MS Windows-compatibele muis - De volgende besturingssystemen zijn geschikt: - Microsoft Windows 98 met Y2K Update 2 en Internet Explorer 4.01 Service Pack 2 (SP2 - of hoger) - Microsoft Windows 98 Second Edition - Microsoft Windows Millennium - Microsoft Windows NT 4 Service Pack 6 (SP6 - of hoger) en Internet-Explorer 4.01 Service Pack 2 (SP2 - of hoger) - Microsoft Windows Microsoft Windows XP Aanbevolen specificaties: - Pc met Pentium III-processor (700 MHz) MByte werkgeheugen 37

46 Modem installeren Als u een datalogger via een modem wilt uitlezen, moet u een analoge modem op de pc installeren. Als u al een analoge modem op de pc hebt geïnstalleerd dat geschikt is voor de datalogger, kunt u deze stap overslaan. Uitzondering: als op de datalogger een ISDN-Message-modem is aangesloten, moet u op de pc eveneens een ISDN-modem installeren. (24) OPMERKING! Als u FRO- NIUS IG.access al hebt geïnstalleerd, gaat u als volgt te werk: - Sluit FRONIUS IG.access - Klik met de rechtermuisknop op het pictogram (24) van LocalNet Server en sluit Local- Net Server. Belangrijk! Wanneer u een modem hebt geïnstalleerd, kunt u alle functies van FRONIUS IG.access ook op grote afstand gebruiken. FRONIUS IG.access updaten Als u al een oudere versie van FRONIUS IG.access hebt geïnstalleerd en u een update voor versie 5.1 wilt uitvoeren, gaat u net zo te werk als bij de eerste installatie. In de volgende sectie, FRONIUS IG.access installeren, wordt de eerste installatie beschreven. OPMERKING! Zorg er bij de installatie voor, dat u versie 5.1 in dezelfde directory installeert als de oudere versie. Belangrijk! Persoonlijke gegevens en instellingen blijven bij de update volledig behouden. OPMERKING! Als u FRONIUS IG.access 5.1 volledig wilt benutten, moet ook voor de datalogger een update naar versie 5.1 worden uitgevoerd. De software die u daarvoor nodig hebt en de bijbehorende handleiding vindt u in de directory Datalogger update op de cd of op onze website Belangrijk! Raadpleeg het volgende hoofdstuk Informatie over de database bij de update voor meer informatie hierover. 38

47 Informatie over de database bij de update FRONIUS IG.access 1.0 tot 3.0. Deze versies van FRONIUS IG.access slaan alle gegevens van de installatie op in één database. Deze heeft de naam PV-installatie (bijv. Solar 1.fig ). Op uw gegevensdrager bevindt deze database zich in de map IG.access - Data. FRONIUS IG.access 4.0 Met ingang van versie 4.0 wordt de database in meerdere kleine databases verdeeld. Deze manier van opslaan garandeert ook bij grotere hoeveelheden gegevens een snelle toegang tot de gegevens. Op uw gegevensdrager bevinden de gegevens zich in de map IG.access - Data. Hierbij zijn de gegevens verdeeld in kleinere databases. Het bestand Installatienaam.fig bevat alle gegevens voor weergave van de staafdiagrammen. Bovendien zijn er de bestanden met de naam Jaarcijfers.igr, die detailgegevens van de betreffende jaren bevatten. Update van versie 3.0 naar versie 4.0 of een latere versie Voor een update van de software FRONIUS IG.access naar versie 4.0 of een latere versie moet de database bij de eerste start van FRONIUS IG.access worden opgedeeld. U kunt deze verdeling onmiddellijk voor alle installaties of per afzonderlijke installatie uitvoeren. Afhankelijk van de hoeveelheid gegevens en de snelheid van de pc kan de procedure langer dan 30 minuten duren. Belangrijk! Het opdelen van de database is een zware taak voor de computer. Bij grote hoeveelheden gegevens is het raadzaam dat de database wordt opgedeeld wanneer geen andere werkzaamheden met de pc worden verricht (bijv. s nachts). FRONIUS IG.access installeren De software FRONIUS IG.access wordt grotendeels automatisch geïnstalleerd en vereist geen speciale expertise. Sluit alle toepassingen en programma s op de pc - Start Windows - Plaats de cd-rom die bij de datalogger is geleverd in het station - Kies de map van de gewenste taal - Start het bestand setup.exe in die map - Volg de aanwijzingen van de installatiesoftware (wizard) - Start de pc opnieuw op wanneer de installatie is voltooid 39

48 Verbinding tussen datalogger en pc tot stand brengen - Sluit de datalogger aan op een USB- of seriële interface van de pc, afhankelijk van de uitvoering van de datalogger. Belangrijk! Voordat de datalogger met de USB-interface wordt verbonden, moet het USB-stuurprogramma zijn geïnstalleerd. - Is de datalogger met de USB-interface verbonden, dan wordt het venster Nieuwe hardware gevonden weergegeven. - Volg de aanwijzingen van de wizard voor het zoeken naar nieuwe hardware. - Het USB-stuurprogramma voor de datalogger wordt bij de FRONI- US IG.access geleverd. Als u FRONIUS IG.access in de standaardmap hebt geïnstalleerd, is het stuurprogramma opgeslagen op het pad C:\ Programme \ FRONI- US \ Austria \ IG.access \ Driver \ USB. - Geef dit pad op voor installatie van het stuurprogramma en volg de aanwijzingen van de wizard. De USB-interface is geïnstalleerd en de software Fronius IG.access is gereed voor ingebruikname. FRONIUS IG.access starten - Start de software FRONIUS IG.access. - U vindt FRONIUS IG.access in het menu Start onder Programma s \ FRONIUS Product Group \ IG.access Verbinding via seriële interface kiezen Nadat FRONIUS IG.access is gestart, wordt het dialoogvenster Select Interface weergegeven. Als de pc niet direct met de datalogger is verbonden en de datalogger via een modem wordt uitgelezen, kunt u in het hoofdstuk Modemverbinding kiezen lezen hoe u te werk moet gaan. - Kies de pc-interface waarop de verbindingskabel voor de datalogger is aangesloten - Klik op de knop OK. 40

49 COM-interface Als in het dialoogvenster Select Interface de COM-interface is gemarkeerd (bijv. COM1 ), wordt het dialoogvenster Netsettings weergegeven. - Geef in het veld Name een naam op voor de geselecteerde interface of accepteer de voorgestelde naam (bijv. COM1 ). - Klik op de knop OK. Het dialoogvenster IG.access Connections Options wordt weergegeven. In dit dialoogvenster kunt u meer interfaces aanmaken. Dat kan nodig zijn wanneer op iedere interface een afzonderlijke datalogger wordt aangesloten. - In dit voorbeeld worden nog geen extra interfaces aangemaakt. - Klik daarom op de knop Close USB-interface Als in het dialoogvenster Select Interface de USB-interface is gemarkeerd (bijv. USB Connection ), wordt het dialoogvenster New USB - Connection weergegeven. - Selecteer de optie Datalogger. - Klik op de knop OK. Het dialoogvenster Netsettings wordt weergegeven. - Wijzig eventueel de naam van de datalogger in het veld Names Belangrijk! Het is raadzaam de naam te wijzigen wanneer op de USBinterfaces meerdere dataloggers zijn aangesloten. - Klik op de knop OK. 41

50 USB-interface (vervolg) Het dialoogvenster IG.access Connections Options wordt weergegeven. In dit dialoogvenster kunt u meer interfaces aanmaken. Dat kan nodig zijn wanneer op iedere interface een afzonderlijke datalogger wordt aangesloten. - In dit voorbeeld worden nog geen extra interfaces aangemaakt. - Klik daarom op de knop Close Fotovoltaïsche installatie instellen Wanneer u de software FRONIUS IG.access de eerste keer start, krijgt u het verzoek een nieuwe installatie in te stellen. - Klik op de knop OK. Het dialoogvenster New PV system wordt weergegeven. - Geef in het veld PV System Name een naam op voor de fotovoltaïsche installatie (bijv. Solar 1 ) - Selecteer in het veld Connect Via de pc-interface waarop de verbindingskabel voor de datalogger is aangesloten (bijv. COM1 of Datalogger Solar 1 ) - Klik op de knop OK. Uw fotovoltaïsche installatie is nu geïnstalleerd en FRONIUS IG.access is klaar voor gebruik. - Klik op de knop OK. - Het startscherm van de software FRONIUS IG.access wordt weergegeven. 42

51 Modemverbinding kiezen Belangrijk! In versie 4.0 zijn hierin wijzigingen aangebracht om het instellen van modemverbindingen te vereenvoudigen. Nadat FRONIUS IG.access is gestart, wordt het dialoogvenster Select Interface weergegeven. - Kies de optie Modemconnection - Klik op de knop OK. Het dialoogvenster Netsettings wordt weergegeven. - Geef een naam op voor de modem (bijv. Modem Solar 1 ). Zo kunt u uw installatie met verschillende modems uitlezen. - Selecteer de modem die u op de computer wilt installeren. Klik op de knop OK. Het dialoogvenster IG.access Connections Options wordt weergegeven. - In het beschreven voorbeeld worden nog geen extra verbindingen aangemaakt. - Klik daarom op de knop Close 43

Fronius DATCOM Detail. Bedieningshandleiding. Datacommunicatie 42,0410,1147 012009

Fronius DATCOM Detail. Bedieningshandleiding. Datacommunicatie 42,0410,1147 012009 Fronius DATCOM Detail NL Bedieningshandleiding Datacommunicatie 42,0410,1147 012009 Geachte lezer, Inleiding Wij danken u voor het vertrouwen dat u ons schenkt en feliciteren u met uw technisch hoogwaardige

Nadere informatie

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht Vooraanzicht Kenmerken ISDN-industriemodem (digitaal gebruik) voor externe gegevensoverdracht in systeemoplossingen met de Frigodata XP-software Aansluiting op de gateway GTW-XP via lintkabel Aansluiting

Nadere informatie

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op   Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18 GPRS-A Universele monitoringsmodule Quick start De volledige handleiding is verkrijgbaar op www.osec.nl Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18 SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND

Nadere informatie

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid www.testo-international.com/330imanuals 2 1 Inbedrijfstelling 1 Inbedrijfstelling 1.1. App installeren Voor de bediening van het meetinstrument

Nadere informatie

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1 bu USV 5/4 bu USV 6/4 bi Installatie- en gebruikershandleiding NL 3 WEG- OMSCHAKELKLEP voor warmtapwaterlading USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik

Nadere informatie

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften POM ( MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr. Universeel-seriedimmer-basiselement Best.nr. : 2263 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.

Nadere informatie

Fronius DATCOM. Het datacommunicatiesysteem voor het bewaken van PV-installaties

Fronius DATCOM. Het datacommunicatiesysteem voor het bewaken van PV-installaties Fronius DATCOM Het datacommunicatiesysteem voor het bewaken van PV-installaties Maximale opbrengst altijd in het overzicht Bij de ontwikkeling van de PV-inverter heeft Fronius de technologieën opnieuw

Nadere informatie

Bedieningshandleiding. Analoge ingang 4-kanaals

Bedieningshandleiding. Analoge ingang 4-kanaals Bedieningshandleiding 1. Systeminformatie Dit apparaat is een product van het KNX/EIB-systeem en voldoet aan de KNX-richtlijnen. Voor een goed begrip is gedetailleerde vakkennis door KNX/EIBscholing een

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies Universeel-seriedimmer-basiselement Best.nr. : 2263 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.

Nadere informatie

Thermis WireFree io temperatuur sensor

Thermis WireFree io temperatuur sensor Thermis WireFree io temperatuur sensor Installatiehandleiding Artikelnummer 822303 - 2 - Thermis WireFree io temperatuur sensor Inhoudsopgave Pagina Omschrijving 4 Productvoordelen 4 Veiligheid 4 Specifieke

Nadere informatie

RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING

RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING Installatie- en gebruikershandleiding NL RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING Afstandsbediening voor warmtepompen met koeling RFV-DK Vertaling van de originele handleiding Alpha-InnoTec GmbH A.u.b.

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting Universeel-dimmer-basiselement met druk-/draaischakelaar Best.nr. : 1176 00 Basiselement voor parallelaansluiting voor universeel-dimmer-basiselement Best.nr. : 1177 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement Best. nr.: 5406 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik BusBox 4. Aansluitingen BusBox 4. Opbouw van het kabelnetwerk met de BusBox 9

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik BusBox 4. Aansluitingen BusBox 4. Opbouw van het kabelnetwerk met de BusBox 9 02/2010 Etecmo Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Etecmo. Technische

Nadere informatie

Terugmeld module in combinatie met andere merken 13. Aansluiten van de meldingangen 14. In gebruik nemen en testen van de terugmeld module 16

Terugmeld module in combinatie met andere merken 13. Aansluiten van de meldingangen 14. In gebruik nemen en testen van de terugmeld module 16 06/2009 Etecmo Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Etecmo. Technische

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding Draaidimmer universeel met incrementaalgever Art.-Nr.: 254 UDIE 1 Neventoestel voor draaidimmer universeel met incrementaalgever Art.-Nr.: 254 NIE 1 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw

Nadere informatie

In gebruik nemen en testen. 11. Technische gegevens 13. Bijlage 1 14

In gebruik nemen en testen. 11. Technische gegevens 13. Bijlage 1 14 02/2009 Etecmo Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Etecmo. Technische

Nadere informatie

50 meter wireless phone line. User Manual

50 meter wireless phone line. User Manual 50 meter wireless phone line User Manual 50 meter wireless phone line Gebruikershandleiding Plug-en-play installatie in 1 minuut BESTE KLANT Hartelijk dank voor de aankoop van onze draadloze telefoonaansluiting

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Elektronische stuureenheid. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Elektronische stuureenheid. Bedieningshandleiding , schakelfunctie Art.-Nr.: 240-10, impulsfunctie Art.-Nr.: 240-31 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 363 VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW Art. nr.: 1713DSTE Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

ES-S7B. Buitensirene.

ES-S7B. Buitensirene. ES-S7B Buitensirene www.etiger.com Inhoud van de verpakking 1 x ES-S7B 1 x 12V adapter 1 x back-upbatterij (ingebouwd) 1 x siliconen frame Schroeven, pluggen en siliconen doppen Documentatie Belangrijke

Nadere informatie

Opmerking: afhankelijk van uw configuratie is de print voorzien van de benodigde componenten.

Opmerking: afhankelijk van uw configuratie is de print voorzien van de benodigde componenten. Gefeliciteerd met de aankoop van deze PC- I/ O kaart. Lees vóór u de kaart gaat installeren, de instructies in deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor latere naslag. Controleer

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing XKM RS232. nl-nl. M.-Nr. 07655290

Gebruiksaanwijzing XKM RS232. nl-nl. M.-Nr. 07655290 Gebruiksaanwijzing XKM RS232 Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat. nl-nl M.-Nr.

Nadere informatie

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie Jaloeziebesturingsknop Best.nr. : 2328.. Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie Best.nr. : 0820.. Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen

Nadere informatie

Bedieningsinstructie

Bedieningsinstructie Bedieningsinstructie Kamerthermostaat ModuLine 00 763 7600 (203/08) NL 763 7600-000.TD Inhoudsopgave Inhoudsopgave Uitleg van de symbolen................. 2 2 Inleiding.............................. 2

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding met druk-wisselschakelaar met druk-wisselschakelaar Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig

Nadere informatie

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11 TD-1 PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11 1. Toepassingen De detector kan temperatuur meten en worden gebruikt om informatie te tonen over: Te lage temperatuur, bijv. in kassen, bloemenwinkels,

Nadere informatie

ADRESSEERBARE ZONE UITBREIDING int-adr_nl 05/14

ADRESSEERBARE ZONE UITBREIDING int-adr_nl 05/14 INT-ADR ADRESSEERBARE ZONE UITBREIDING int-adr_nl 05/14 De INT-ADR uitbreiding is voor uitbreiding van het alarmsysteem met tot 48 adresseerbare zones en ondersteund de CA-64 ADR-MOD adresseerbare detector

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding 1. Veiligheidsinstructies Attentie! Inbouw en montage van elektrische apparaten mogen uitsluitend door een landelijk erkend installatiebedrijf worden uitgevoerd! Daarbij de geldende

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 364 VITOTROL 300A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

dmxdomotica DDC1-IP-RGB Controller. Simplistic Light Domotica in drie stappen:

dmxdomotica DDC1-IP-RGB Controller. Simplistic Light Domotica in drie stappen: dmxdomotica DDC1-IP-RGB Controller. Simplistic Light Domotica in drie stappen: 1: Monteren componenten en aansluiten. 2: Adressen instellen op de DMX dimmers Zones in stellen op de drukknop interfaces.

Nadere informatie

Domotica in drie stappen: Systeem omschrijving: DDNET:

Domotica in drie stappen: Systeem omschrijving: DDNET: dmxdomotica DDC1-IP Controller. Ipad en Android Simplistic Light Domotica in drie stappen: 1: Monteren componenten en aansluiten. 2: Adressen instellen op de DMX dimmers Zones in stellen op de drukknop

Nadere informatie

Ontvanger met GSM-transmissie GSM 700

Ontvanger met GSM-transmissie GSM 700 HANDLEIDING Ontvanger met GSM-transmissie GSM 700 www.tempolec.be 01. INTRODUCTIE Ontvanger met : - een GSM-transmissie - een uitgang (contact NO / NF spanningsvrij). Mogelijke functie van de uitgang :

Nadere informatie

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing zonder parallelaansluiting

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing zonder parallelaansluiting Best. nr. : 0399 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële

Nadere informatie

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding CCS COMBO 2 ADAPTER Handleiding WAARSCHUWINGEN BEWAAR DEZE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES. Dit document bevat belangrijke instructies en waarschuwingen die bij het gebruik van de CSS Combo 2-adapter

Nadere informatie

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN START-LINE GEBRUIKERSHANDLEIDING Op www.klikaanklikuit.nl vindt u altijd de meest recente gebruiksaanwijzingen Lees deze eenvoudige instructies. Bij onjuiste installatie vervalt de garantie op dit product.

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding LC-Products B.V. tel. (+31) 088-8111000 email: info@lc-products.nl website: www.lc-products.nl LC-Products. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced in any form or by any means

Nadere informatie

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834 Bedieningshandleiding Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS 2973 00 Oproepsysteem 834 Veiligheidsaanwijzingen Inbouw en montage van elektrische apparaten mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een elektrotechnicus.

Nadere informatie

Installatie instructies

Installatie instructies 1 Installatie instructies 04-2016 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen. Uw garantie

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement DIN-rail vermogenuitbreider universeel W. Art. nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement DIN-rail vermogenuitbreider universeel W. Art. nr. Art. nr. ULZ 1215 REG Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Potentiometer 1-10 V

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Potentiometer 1-10 V Potentiometer 1-10 V schakelfunctie Best.nr. : 0309 00 Potentiometer 1-10 V drukcontactfunctie Best.nr. : 0308 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten

Nadere informatie

MINI INBOUW SCHAKELAAR

MINI INBOUW SCHAKELAAR START-LINE AWS-3500S GEBRUIKERSHANDLEIDING Item 70230 Versie 1.0 Op www.klikaanklikuit.nl vindt u altijd de meest recente gebruiksaanwijzingen MINI INBOUW SCHAKELAAR Lees deze eenvoudige instructies. Bij

Nadere informatie

Afbeelding 1: Binaire ingang 8-voudig 24 V

Afbeelding 1: Binaire ingang 8-voudig 24 V Art.-Nr.: 2128 REG Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2 MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2 Windbeveiliging Eolis 2 VOEDING 230 V - 50 Hz Pulsschakelaar Centralis IB INLEIDING Deze montagehandleiding bevat instructies voor de montage van de windbeveiliging

Nadere informatie

COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR

COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR START-LINE ACC-2300 GEBRUIKERSHANDLEIDING Item 70181 Versie 5.0 Op www.klikaanklikuit.nl vindt u altijd de meest recente gebruiksaanwijzingen COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR Lees deze eenvoudige instructies.

Nadere informatie

Draadloze bussysteem Draadloze besturingseenheid 1-10V enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr.

Draadloze bussysteem Draadloze besturingseenheid 1-10V enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. Best.nr. : 1137 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële

Nadere informatie

Bedienings- en servicehandleiding

Bedienings- en servicehandleiding Voor de gebruiker Bedienings- en servicehandleiding Kamerthermostaat ModuLine 100 Zorgvuldig lezen vóór bediening en servicewerkzaamheden Beknopt overzicht Beknopt overzicht bedieningsmogelijkheden Legenda

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING

TECHNISCHE HANDLEIDING TECHNISCHE HANDLEIDING TIMER SCHAKELAAR Sleutelschakelaar met timerfunctie 230/380V / 4 x 10 Amp - 1 x 2 AMP inschakelbaar incl. LED controle, uitvoering opbouw ASW BV 2011 Technische Handleiding Documentversie

Nadere informatie

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman 60 84 06/004 NL Voor de vakman Montagevoorschrift UBA-module xm0 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage Zorgvuldig lezen vóór de montage Inhoudsopgave Veiligheid.......................................

Nadere informatie

+31 (0)900 1200 003 E:

+31 (0)900 1200 003 E: Temperatuur - luchtvochtigheid PCE-1 WMS Uitbreidbaar temperatuur en vochtigheid - Meetsysteem bijvoorbeeld Magazijn of Productie hal (maximaal 100 meetpunten worden bewaakt) Het meetsysteem voor magazijn

Nadere informatie

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren , besturing voor handbediende schuifdeuren HW V1.0 SW V1.0 NL. Inhoudsopgaven: 1 Veiligheidsvoorschriften 2 2 Werking 3 3 Overzicht 4 4 Aansluiten 6 5 Storingen/specificaties 9 1 1 Veiligheidsvoorschriften:

Nadere informatie

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00 OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING DD-ST-150/160-CCS Kruisrails Lees de handleiding beslist voordat u de machine de eerste keer gebruikt. Bewaar deze handleiding altijd bij het apparaat. Geef het apparaat

Nadere informatie

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud. www.pentair.com/valves

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud. www.pentair.com/valves KEYSTONE Inhoud 1 Optionele module 8: AS-Interface module 1 2 Installatie 1 3 Communicatiekenmerken 1 4 Beschrijving van de OM8 AS-Interface module 2 5 AS-Interface protocol 3 6 Communicatie-interface

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Universeel AC 230 V ~ Art. nr. 232 ME. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Universeel AC 230 V ~ Art. nr. 232 ME. Bedieningshandleiding Art. nr. 232 ME Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

AS DataLog. Bedieningsen montagehandleiding

AS DataLog. Bedieningsen montagehandleiding Bedieningsen montagehandleiding AS DataLog Inhoud Page 1 Veiligheidsinstructies 2 2 Aanwijzingen voor de montage en inbedrijfstelling 2 3 Algemene informatie 2 4 Beschrijving van het product 3 5 Technische

Nadere informatie

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden. NETVOEDINGEN AC-1200 1200.190813 1201EL, 1202EL, 1203EXL, 1205EXL ALGEMENE INFORMATIE Deze netvoedingen zijn alleen bedoeld voor installatie door gekwalificeerde installateurs. Er zijn geen door de gebruiker

Nadere informatie

Handboeak SMARTCD.G2 02.2015

Handboeak SMARTCD.G2 02.2015 02.2015 2 / 14 1 Voorgeschreven gebruik... 3 2 Veiligheidsadviezen... 4 3 Leveromvang... 5 4 Aansluiting op een pc/laptop... 6 5 Opladen van de accu's... 7 6 Inbedrijfstelling... 8 7 Configuratie van de

Nadere informatie

Bestnr VÖLKNER Terugmeldingsmodule

Bestnr VÖLKNER Terugmeldingsmodule Bestnr. 21 26 28 VÖLKNER Terugmeldingsmodule Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt,

Nadere informatie

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TDS 20/50/75/120 R NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TRT-BA-TDS R -TC-001-NL TROTEC GmbH & Co. KG Grebbener Straße 7 D-52525 Heinsberg Tel.: +49 2452 962-400 Fax: +49 2452 962-200 www.trotec.com

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Wij willen u graag bedanken voor het aanschaffen van onze digitale. MP3 speler. Lees deze handleiding vóór ingebruikname a.u.b.

Wij willen u graag bedanken voor het aanschaffen van onze digitale. MP3 speler. Lees deze handleiding vóór ingebruikname a.u.b. Wij willen u graag bedanken voor het aanschaffen van onze digitale MP3 speler. Lees deze handleiding vóór ingebruikname a.u.b. zorgvuldig door, zodat u het correct weet te gebruiken. A. Opgelet 1) Schakel

Nadere informatie

EMS 2.0. ModuLine 1010H (2017/05) NL

EMS 2.0. ModuLine 1010H (2017/05) NL EMS 2.0 0010014043-001 ModuLine 1010H 6720869141 (2017/05) NL 1 Gegevens betreffende het product 1 Gegevens betreffende het product Toepassingsmogelijkheden De bedieningseenheid ModuLine 1010H kan alleen

Nadere informatie

TAQ-10192G DUTCH / NEDERLANDS

TAQ-10192G DUTCH / NEDERLANDS TAQ-10192G Belangrijke veiligheidsinformatie WAARSCHUWING: Lees alle hieronder vermelde veiligheidsinformatie voordat u deze tablet PC in gebruik neemt. 1. Uit de elektrostatische ontladingtest (ESD) van

Nadere informatie

MiniPlex-41 NMEA-0184 multiplexer Handleiding

MiniPlex-41 NMEA-0184 multiplexer Handleiding MiniPlex-41 NMEA-0184 multiplexer Handleiding MiniPlex-41, V1.0 Firmware V1.10 CustomWare, 2002 Inleiding De MiniPlex-41 is een vierkanaals datamultiplexer, waarmee u meerdere NMEA-0183 instrumenten op

Nadere informatie

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TDS 75 NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TRT-BA-TDS 75 -TC-001-NL TROTEC GmbH & Co. KG Grebbener Straße 7 D-52525 Heinsberg Tel.: +49 2452 962-400 Fax: +49 2452 962-200 www.trotec.com

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Bedieningshandleiding. Analoge ingangsmodul 4-kanaals

Bedieningshandleiding. Analoge ingangsmodul 4-kanaals Bedieningshandleiding 1. Veiligheidsinstructies Attentie! Inbouw en montage van elektrische apparaten mogen uitsluitend door een landelijk erkend installatiebedrijf worden uitgevoerd! Daarbij de geldende

Nadere informatie

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: 01-09-2015 HANDLEIDING WWW.TECHGROW.NL

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: 01-09-2015 HANDLEIDING WWW.TECHGROW.NL Innovative Growing Solutions Datalogger DL-1 software-versie: 1.xx Uitgifte datum: 01-09-2015 HANDLEIDING WWW.TECHGROW.NL DL-1 Datalogger gebruikershandleiding Bedankt voor het aanschaffen van de TechGrow

Nadere informatie

HDMI-UITBREIDINGSSET, FULL HD

HDMI-UITBREIDINGSSET, FULL HD HDMI-UITBREIDINGSSET, FULL HD Handleiding DS-55100-1 De Digitus HDMI-uitbreidingsset, Full HD biedt een uitbreidingsoplossing tot 50 m voor de allerhoogste eisen. Het verzendt digitale video- en audiosignalen

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid. Art.-Nr.: 2005 REG. Art.-Nr.: 2002 REG. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid. Art.-Nr.: 2005 REG. Art.-Nr.: 2002 REG. Bedieningshandleiding Voedingseenheid 320 ma Voedingseenheid 640 ma Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de

Nadere informatie

In-/uitvoermodule BMF400

In-/uitvoermodule BMF400 Een in-/uitvoermodule met zes universele in- of uitgangen en vier potentiaalvrije relaisuitgangen voor functie-uitbreiding van de busmoduleregelaar BMR. Datum uitgave: 06.12.2006 Wijzigingen voorbehouden

Nadere informatie

Energiekosten-meetapparaat energy control 230

Energiekosten-meetapparaat energy control 230 G E B R U I K S A A N I J Z I N G Bestnr.: 12 06 00 12 06 18 Energiekosten-meetapparaat energy control 230 Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden.

Nadere informatie

DALI-potentiometer Tunable White met geïntegreerde netvoeding, DALIpotentiometer. DALI-potentiometer Tunable White met geïntegreerde netvoeding

DALI-potentiometer Tunable White met geïntegreerde netvoeding, DALIpotentiometer. DALI-potentiometer Tunable White met geïntegreerde netvoeding DALI-potentiometer met geïntegreerde netvoeding, DALIpotentiometer DALI-potentiometer met geïntegreerde netvoeding Best. nr. : 2030 00 DALI-potentiometer Best. nr. : 2020 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR

COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR START-LINE ACC-3500 GEBRUIKERSHANDLEIDING Item 70198 Versie 1.0 Op www.klikaanklikuit.nl vindt u altijd de meest recente gebruiksaanwijzingen COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR Lees deze eenvoudige instructies.

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Afdekking Standaard met timerfunctie Art. nr. : ST.. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Afdekking Standaard met timerfunctie Art. nr. : ST.. Bedieningshandleiding Art. nr. :.. 5232 ST.. Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële

Nadere informatie

Bedieningshandleiding DALI Power Potentiometer

Bedieningshandleiding DALI Power Potentiometer Lichtmanagement Bedieningshandleiding DALI Power Potentiometer 1. Veiligheidsinstructies Inbouw en montage van elektrische apparaten mogen uitsluitend geschieden door een landelijk erkend installatiebedrijf..

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE Voertuigverwarmingen Technische documentatie NL GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE Bedieningselement voor de Eberspächer-standverwarmingen EasyStart Select Bedienungsanleitung EasyStart Remote Gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107 Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT Modelnr.: *688.107 GEBRUIKSAANWIJZING Om volledig gebruik te maken van de mogelijkheden en storingen tot het minimum te beperken raden wij u aan om de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Duurzame energie. Aan de slag met de energiemeter van LEGO

Duurzame energie. Aan de slag met de energiemeter van LEGO Duurzame energie Aan de slag met de energiemeter van LEGO LEGO, het LEGO logo, MINDSTORMS en het MINDSTORMS logo zijn handelsmerken van de LEGO Group. 2010 The LEGO Group. 1 Inhoudsopgave 1. Overzicht

Nadere informatie

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING SBM3 / 125.505 SBM4 / 125.510 SBM6 / 125.520 INHOUDSOPGAVE 1. DOEL en BEREIK 2. AANSPRAKELIJKHEID 3. AANWIJZINGEN 4. BASISEIGENSCHAPPEN

Nadere informatie

ACM-LV24 MINI 12-24V LED DIMMER

ACM-LV24 MINI 12-24V LED DIMMER GEBRUIKSAANWIJZING* v. 1.0 ACM-LV24 MINI 12-24V LED DIMMER *Op www.klikaanklikuit.nl vindt u altijd de meest recente gebruiksaanwijzingen Gefeliciteerd met de aankoop van dit KlikAanKlikUit product. U

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Draaidimmer LV. Art. nr. : 244 HEX. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Draaidimmer LV. Art. nr. : 244 HEX. Bedieningshandleiding Art. nr. : 244 HEX Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële

Nadere informatie

Gebruikers- en service-instructie

Gebruikers- en service-instructie 7163 7600 05/2004 NL(NL) Gebruikers- en service-instructie Kamerthermostaat ModuLine 100 Zorgvuldig lezen voor u de thermostaat gebruikt Beknopt overzicht Beknopt overzicht bedieningsmogelijkheden Pos.

Nadere informatie

Afbeelding 1: Constructie apparaat

Afbeelding 1: Constructie apparaat Best.nr. : 0360 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding niet wordt opgevolgd,

Nadere informatie

LIVECHESS QUICK SET-UP CAÏSSA

LIVECHESS QUICK SET-UP CAÏSSA LIVECHESS QUICK SET-UP CAÏSSA MA_NED_LiveChess_Quick Set-up Caïssa_Rev1509b 1 Inhoud: DGT LiveChess... 2 Caïssa Systeem... 2 DGT Caïssa setup.... 3 BoMo... 3 BoMo batterijen... 3 Aansluiting BoMo naar

Nadere informatie

EL-EPM01 Energiemeter

EL-EPM01 Energiemeter EL-EPM01 Energiemeter NEDERLANDSE INSTRUCTIES Introductie: De EL-PM01 energiemeter is ontwikkeld voor het bewaken en meten van het elektrische energieverbruik. Het apparaat biedt een effi ciënte manier

Nadere informatie

Functies. Inhoud van de doos NED

Functies. Inhoud van de doos NED NED Functies De ASA-30 kan als een aanvullende sirene verbonden met uw alarmsysteem worden gebruikt of als een onafhankelijke sirene verbonden met een afstandsbediening en/of draadloze detectoren. - Draadloze

Nadere informatie

INSTALLATIE. ekey TOCAnet. Biometrisch toegangssysteem netwerkversie

INSTALLATIE. ekey TOCAnet. Biometrisch toegangssysteem netwerkversie INSTALLATIE ekey TOCAnet Biometrisch toegangssysteem netwerkversie Inhoud INHOUD...FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. CONTROLELIJST...3 OVERZICHT VAN HET APPARAAT...5 INSTALLATIE...6 BEDIENING...7 FOUTMELDINGEN...9

Nadere informatie

Profiteer maximaal van uw solarsysteem

Profiteer maximaal van uw solarsysteem Monitoring Profiteer maximaal van uw solarsysteem Historie en ontwikkeling van opbrengsten Bewaking & alarmering Voor PC, laptop of iphone Oplossingen voor 500 W tot 200 kwatt installaties Monitoring:

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische stuureenheid 1-10 V, voor DIN-rail. Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische stuureenheid 1-10 V, voor DIN-rail. Art.-Nr. Art.-Nr.: FST 1240 REG Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding niet wordt

Nadere informatie

PHONIRO MAIN ENTRANCE

PHONIRO MAIN ENTRANCE INSTALLATIEHANDLEIDING PHONIRO MAIN ENTRANCE MODEL 08 VEILIG ZEKER EFFECTIEF Wij bieden meer mensen een veiliger en waardiger oude dag. Phoniro Systems Nederland BV. Postbus 51 4020 BB Maurik Telefoon:

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR A B C * Verlichting: Aan / Uit * Afbeelding van de YCT-102 (niet altijd inbegrepen, check de specificaties op de verpakking) A: Indicator (spannings-

Nadere informatie

BLUETOOTH SOUNDBAR MET SUBWOOFER

BLUETOOTH SOUNDBAR MET SUBWOOFER BLUETOOTH SOUNDBAR MET SUBWOOFER Snel installatiegids DA-10295 Welkom Dank u voor het kopen van Digitus Bluetooth Soundbar met subwoofer! Ongeacht hoe u dit product gebruikt of het nu voor het afspelen

Nadere informatie

P1G2. Handleiding. firmware datum auteur Aanpassing

P1G2. Handleiding. firmware datum auteur Aanpassing P1G2 Handleiding firmware datum auteur Aanpassing versie 1.0 5-3-2014 Mike vd Hulst Eerste versie 1.05 2-6-2014 Mike vd Hulst Aangepaste firmware 2.0 1-10-2014 Mike vd Hulst Objecten toegevoegd volgens

Nadere informatie

Handleiding RGB Led Lamp

Handleiding RGB Led Lamp Handleiding RGB Led Lamp Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding...45 2. Voorgeschreven gebruik...46 3. Verklaring van symbolen...46 4. Veiligheidsvoorschriften...47 5. Eigenschappen...48 6. Opstelling/montage...48

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Dimmer druk-wissel gloeilamp. Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Dimmer druk-wissel gloeilamp. Best.nr. : Bedieningshandleiding Dimmer druk-wissel gloeilamp Best.nr. : 1184 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR D C B A * * Afbeelding van de YCT-102 (niet altijd inbegrepen, check de specificaties op de verpakking) A: Indicator (spannings- en

Nadere informatie

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL Deze handleiding voor het installeren en bedienen van de server-control zorgvuldig doorlezen en navolgen. Deze handleiding binnen handbereik van de airconditioner

Nadere informatie